20131126 beeldkwalitietsplan carre

Page 1

BKP CarrĂŠ ENKA - Ede

november 2013



00 Voorwoord

1

‘ Van nu af aan zal ik de steden beschrijven, ‘ had de Khan gezegd. ‘En jij moet op je reizen nagaan of ze bestaan.’ Maar de steden die Marco Polo bezocht had, waren altijd anders dan de steden die de keizer bedacht had. ‘En toch heb ik in mijn hoofd een model van een stad geconstrueerd waarvan ik alle mogelijke steden kan afleiden, ‘zei Kublai.‘ Het omvat alles wat beantwoordt aan de norm. Aangezien de bestaande steden in verschillende graad afwijken van de norm, hoef ik slechts uitzonderingen op de norm te voorzien en er de meest waarschijnlijke combinaties van te berekenen.’ ‘ Ik heb een model van een stad bedacht waarvan ik alle andere steden afleid,’ antwoordde Marco. ‘Het is een stad van louter uitzonderingen, uitsluitingen, tegenspraken, ongerijmdheden, tegenstrijdigheden. Als zo’n stad bestaat uit wat het meest onwaarschijnlijk is, wordt, met het verminderen van het aantal abnormale elementen, de waarschijnlijkheid dat de stad echt bestaat, groter. Dus ik hoef slechts de uitzonderingen aan mijn model te ontrekken en, ongeacht in welke volgorde ik tewerk ga, ik zal uiteindelijk één van de steden aantreffen die, hoewel nog altijd bij uitzondering, bestaan. Maar ik kan deze operatie niet ongelimiteerd doorvoeren; ik zou steden verkrijgen die té echt lijken om echt te zijn.’ Uit ‘ de onzichtbare steden ‘ van Italo Calvino.

BKP Carré



01 Inhoudsopgave

00 VOORWOORD pg 01 01 INHOUDSOPGAVE pg 03 3

02 INLEIDING pg 04 02.1 Werkwijze pg 04

05.2 De buitencontour pg 45

02.2 Masterplan pg 06

05.2.1 Het casco

pg 07

05.2.2 De invulling van het casco

02.4 Projectgebied / Beïnvloedingsgebied pg 08

05.2.3 De decoratie

02.5 Het carré anno 2013 pg 09

03 STEDENBOUWKUNDIGE VISIE pg 09

05.3 De accessen pg 59

03.1 Denkthema's pg 11

05.4 De grote gebouwen pg 61

03.2 Stadsontwerp pg 14

05.5 Beeldkwaliteit bouwkundig pg 63

03.2.1 Randvoorwaarden

05.6 De openbare ruimte pg 65

03.2.2 Ontwerpprincipes

06 THEMAKAARTEN pg 85

04 (PROEF)VERKAVELING CARRE pg 39

06.1 Themakaart Spelen pg 84

05 BEELDKWALITEIT CARRE pg 43

06.2 Themakaart Vuilophaal pg 85

05.1 Algemeen pg 43

07 NAWOORD pg 87

02.3 Stedenbouwkundig plan en beeldkwaliteitsvisie

08 COLOFON pg 89

BKP Carré



02 Inleiding

is een inclusief en integraal project, en geen exclusief, dat past in de huidige tijd en op zijn

waarin het behoud en de herstructurering van de industriële monumenten als kans aangegrepen

eigen wijze onderdeel is van de context. Het resultaat van deze studie is de principiële strategie

worden om een specifieke plek te ontwerpen om te wonen, te werken en te recreëren. Voor

om te komen tot een herstructurering en herordening van het ENKA terrein als woonwijk aan de

het beeldkwaliteitsplan is de voormalige ENKA fabriek de belangrijkste aanleiding, dominant

hand van een schetsontwerp en beeldkwaliteitsplan voor de gebouwde ruimte en de openbare

aanwezig.

ruimte.

Het project ENKA is dus de aanleiding voor een specifieke aanpak. Bouwen in en aan het cultuurhistorische fabrieksterrein (het Noordwest kwadrant) van de ENKA vraagt om de analyse

Naar onze mening is de context van een project de belangrijkste conditie om tot architectuur

van de aanwezige karakteristieken, én uiteindelijk om de intelligente ‘zet’ die zowel de huidige

te komen. De context zijnde de plaats en de tijd van een project. De context is de eerste en de

kwaliteiten van het terrein en de omgeving versterkt, als nieuwe kwaliteiten toevoegt.

meest complexe voorwaarde. De vraag of ruimtelijke ordening, stedenbouw, architectuur en dus gebouwen juist zijn in hun context, precies zijn op hun plek, is eigenlijk de vraag of projecten

02.1 Werkwijze

‘juist op tijd zijn’.

De cultuurhistorische waarde van een aantal gebouwonderdelen en de ligging aan de Veluwe, maakt het projectgebied tot een in potentie belangrijk gebied voor de stad Ede. Het gaat in de

Functie van het beeldkwaliteitsplan

ontwerpopgave en de opmaak van het beeldkwaliteitsplan dan ook om de herontdekking van

Het Beeldkwaliteitsplan heeft, naast de vastlegging van de beeldkwaliteit, tevens een

deze elementen van de identiteit van de plek waaruit strategische, stedenbouwkundige kracht

programmatische functie en dient mede als esthetische onderlegger voor de te benoemen

geput kan worden. Wij willen als ontwerpteam de cultuur ontdekken welke deze plek heeft doen

architecten. Het plan houdt de aandachtspunten uit het Stedenbouwkundig plan en

ontstaan, waardoor er voldoende stedenbouwkundige en architecturale energie vrij komt om

Beeldkwaliteitsvisie uit 2009 in acht en toont hoe de principes in het carré worden vertaald.

‘creatief uit te vinden’ en een antwoord te bieden op de voorliggende opgave.

Dit uit zich in een beschrijving van de visie op de kwaliteit van de bebouwing en openbare ruimte en in ontwerpprincipes voor architecten. Deze beschrijvingen zijn thematisch van aard:

De uitgangspunten opgenomen in dit beeldkwaliteitsplan geven houvast aan toekomstige

Op deze manier worden de uitgangspunten voor de lange termijn gewaarborgd en is er tevens

invullingen van het ENKA terrein als woonwijk, om de juiste keuzes te maken die nodig zijn om

ruimte om binnen de lange ontwikkelperiode in te springen op veranderingen. Bij de gefaseerde

voor de plek in het bijzonder een project te creëren dat zich verankert in zijn tijd en omgeving en

ontwikkelingen van de deelgebieden legt de Grondbank het ontwerp op verschillende momenten

dit op zowel stedenbouwkundig, sociaal, historisch en economisch niveau. Ons uitgangspunt

voor aan de gemeente.

BKP Carré

5

Het plangebied is een voormalig industrieterrein dat ontwikkeld dient te worden als nieuwe wijk


02.2 Het Masterplan Het project ENKA is op zijn beurt onderdeel van het masterplan Ede-Oost|Spoorzone. Het plan is opgesteld door het stedenbouwkundig bureau Palmbout urban landscapes uit Rotterdam. Naast het voormalige ENKA-terrein worden de kazerneterreinen, de Kop van de Parkweg, het stationsplein Noord, het SOMA terrein, het AZO terrein en de spoorzone rond station Ede-Wageningen opnieuw ontwikkeld. De komende jaren ontwikkelt Ede hier een woon- en werkgebied, grenzend aan de Veluwe en dichtbij het centrum van Ede. De goede verbindingen naar de A12 en de A30 en een vernieuwd station moet de bereikbaarheid van Ede-Oost sterk verbeteren. Ede-Oost wordt een woonwijk, met ruimte voor kantoren, cultuur en onderwijs. De relatie met de Veluwe blijft zichtbaar en de geschiedenis blijft herkenbaar in de monumentale panden. Als stedenbouwkundig concept is het masterplan opgebouwd rondom de ontwikkeling van een aantal enclaves aan de Parklaan. EĂŠn van de enclaves is het ENKA terrein, het plangebied van deze studie.


02.3 Stedenbouwkundig plan en beeldkwaliteitsvisie (2009) Het carré wordt als enclave binnen de enclave ENKA beschreven. In het carré, het hart van het plan, liggen de monumentale gebouwen. Dit gedachtegoed doet het meeste recht aan de specifieke ligging van de historische ENKA-fabriek aan de rand van de Veluwe, in de luwte van de Bennekomseweg, verborgen. Een enclave heeft de kwaliteit anders te kunnen zijn dan zijn omgeving en daardoor een specifieke (woon)kwaliteit te kunnen hebben. Het carré wordt anders benaderd dan de omgeving, waardoor het carré als hart van het plan een zeer specifieke plek krijgt in het ontwerp. 7

De essentie van de cultuurhistorische karakteristiek van de ENKA fabriek en meer specifiek het carré kan samengevat worden aan de hand van vier ontwerpprincipes welke de basis vormen voor het stedenbouwkundig plan en beeldkwaliteitsplan: - de muur met de vier hoektorens(de buitencontour), - de pleinen (de binnencontour), - de zorgvuldigheid van het ontwerp voor de openbare ruimte, - het wonen in het carré.

Het carré heeft ook een exterieur en dus een omgeving waarop de enclave functioneel aansluit, maar waarvan de enclave ook de kwaliteit heeft om af te wijken. De omgeving van het carré, wordt opgebouwd vanuit de ruimtelijke referentie van een Engelse tuinwijk. De Engelse tuinwijk is een passend stedenbouwkundig archetype voor een fabriekswijk. De voornaamste ruimtelijke kwaliteit van deze tijdloze stedenbouwkundige karakteristiek ligt verscholen in de manier waarop openbare ruimte wordt gemaakt. De reguliere stratenpatronen worden samen gevoegd waardoor ruimtes ontstaan om rond te wonen, de hofjes. Op strategische plekken wordt het stratenpatroon toch doorgetrokken om een gefaseerd plan te kunnen ontwikkelen en aansluiting te kunnen maken op de specifieke karakteristieken van de omgeving. De woonwijk rondom het carré verkleurt van meer stedelijk rondom het station naar het meer traditionele wonen ten zuiden van het carré tot riant wonen in het groen aan de oostkant van het terrein.

BKP Carré


02.4 Projectgebied / Beïnvloedingsgebied Het bouwen aan het nieuwe ENKA terrein betreft een project dat vele jaren in beslag zal nemen. Fasering en de complexiteit en beheersbaarheid van de fasering zullen een belangrijk onderdeel vormen van de bouwwerkzaamheden van dit project. In deze studie wordt het carré van het NW-kwadrant van het ENKA terrein omschreven. De afbakening van het carré gebeurt in het noorden door het spoor, in het oosten de carré muur, in het zuiden de nieuwe ENKA-laan en in het westen de Westhal.

Het beïnvloedingsgebied omvat de ruimere omgeving, het gehele ENKA-terrein. Dit gebied is afgebakend door de spoorlijn in het noorden, het terrein van de zorginstelling Karakter in het oosten, het Hora-park in het zuiden en de Bennekomseweg/Parklaan in het westen. De kaders voor de uitwerking van dit beeldkwaliteitsplan zijn reeds beschreven in het stedenbouwkundig plan voor het hele ENKA-terrein uit 2009.


02.5 Het Carré anno 2013

9

Marciac, Frankrijk

De essentie van het carré als enclave binnen de enclave krijgt een nieuwe invulling. Sinds 2009, de datum van de opmaak van het stedenbouwkundig plan en de beeldkwaliteitsvisie ENKA, is door middel van voortschrijdend inzicht het moment gekomen een meer gedetailleerde uitwerking te maken van het carré, het hart van ENKA. De ommuurde werkplaats, de ENKA fabriek, zal transformeren naar een ommuurde woonplaats, de gridstad. Het industriele verleden blijft herkenbaar aanwezig in de stedenbouwkundige contour van de fabriek met vier hoekaccenten, de architeconische opbouw van de contour, de rationaliteit van de opbouw van de bouwblokken en de inpassing van de monumentale bebouwing. De collectiviteit van de fabriek wordt verfijnd naar de individualiteit en herkenbaarheid van de kleinste korrel in het plan, de individuele woning. Het evenwicht tussen beiden vormt de Mirande, Frankrijk

zoektocht in de architectonische uitwerking van het plan. In het beeldkwaliteitsplan wordt de basis geschetst voor deze zoektocht.

Elburg, Nederland

BKP Carré



03 Stedenbouwkundige visie

11

03.1 Denkthema’s

Gelijktijdigheid en continuïteit

Aan de uitwerking van het stedenbouwkundig plan en beeldkwaliteitsplan voor het carré van

Aandachtpunt betreft de gelijktijdigheid van heden en verleden. Immers het oude is nog niet

het ENKA-terrein te Ede liggen een aantal denkthema’s ten grondslag. Het is van belang deze

voorbij, maar ondertussen is de toekomst al deel van het heden. ‘Verder-werken-aan’ het ENKA

thema’s als gedachtegoed op te nemen, om architecten die toekomstige deelplannen uitwerken

terrein betekent in de eerste plaats weten, kennen en begrijpen waaraan verder te werken. Dat wat

met dezelfde blik naar het vakgebied te laten kijken. Deze thema’s zijn generiek. In het tweede

wordt aangereikt uit het verleden vormt de context. Het is noodzakelijk om de cultuur te begrijpen

deel van de stedenbouwkundige visie worden de thema’s specifiek voor de locatie, de plek.

die de plek heeft doen ontstaan. Niet om te kopiëren of te imiteren, wel om te continueren.

BKP Carré


Intensief en zorgzaam grondgebruik

Duurzaamheid | intelligente ruïne

Het moet een prioritair thema van de actuele stedenbouw zijn om uitermate zorgzaam om te gaan

Bestemmingen en gebruiken veranderen voortdurend. Het leven is te wispelturig en te veranderlijk

met de steeds schaarser wordende open ruimte. Het is een opgave van vandaag om strategieën

om te worden vastgelegd in programma’s. Wat de ontwerper met zekerheid weet, is dat die

te ontwikkelen en modellen te bedenken die het mogelijk maken om te gaan met intensiever en

verandering niet onmogelijk mag gemaakt worden. Het programma van eisen mag niet versteend

efficiënter gebruik van de beschikbare ruimte. Vermeerdering van aantallen en groeiverbetering

worden. Steden en dus gebouwen overleven vele generaties, leefstijlen en ‘woon’ behoeftes,

van levensstandaard moeten worden opgevangen door de bebouwde kernen structureel aan te

meer zelfs: ze blijven nuttig, geschikt en bruikbaar. Het is dus van belang een thematisch en

helen, te versterken, in te breiden en daarmee beter en efficiënter te gebruiken.

abstract beeldkwaliteitsplan op te stellen, zodat enerzijds de belangrijke stedenbouwkundige

De sleutel hiervoor is de (semi)openbare ruimte. Het is immers een feit dat de leefomgeving is

en architectonische randvoorwaarde worden vast gelegd, maar anderzijds voldoende flexibiliteit

opgebouwd rondom de (semi)openbare ruimte. De straten en de pleinen zijn als (woon)kamers

gewaarborgd blijft om de tand des tijds te doorstaan.

van dorp of stad. De straten zijn het interieur van de gemeenschap en ze zijn de plaatsen waar goederen en gedachten worden uitgewisseld.


13

Integraal bouwen

Water en groen

Er is een collectieve verantwoordelijkheid om milieubewust en met zorg voor de leefomgeving

De kwaliteit van de openbare ruimte neemt toe wanneer op efficiĂŤnte manier wordt nagedacht

met steden en gebouwen om te gaan. Met betrekking tot de stedenbouw is het belangrijkste

over de principes met betrekking tot het omgaan met (regen)water en groen in de stedelijke

idee voor de komende tijd het inzicht dat de milieulast die veroorzaakt door het bouwen en

ruimte. Elke nieuwe ontwikkeling moet aangenomen worden om de aanwezige ecologische

gebruiken van (infra)structuren en gebouwen, staat voor een zeer hoge milieukost. Dit is

hoofdstructuur te versterken. Het opnemen van een duurzame water en groenstructuur heeft

onhoudbaar en er moet gezocht worden naar middelen om daar verandering in te brengen. Zoals

niet enkel een ecologische waarde, maar geeft de stad en in dit geval het ENKA terrein ook de

alle problemen zogenaamde beperkingen zijn, zo is ook dit bewustzijn een nieuwe bron om

gewenste aantrekkelijke verblijfssfeer.

creatieve stedenbouwkundige en architecturale energie te genereren.

BKP CarrĂŠ


03.2 stadsontwerp

03.2.1 Randvoorwaarden Voor de opmaak van het stadsontwerp zijn twee uitgangspunten essentieel. Het betreft de beschermde cultuurhistorisch waardevolle gebouwde elementen enerzijds en de zware saneringsopgave anderzijds. Door de aanwezige historische verontreiniging op het terrein ontstaat een spanningsveld tussen sanering van het terrein, cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en betekenisvolle groenstructuur. In het stadsontwerp wordt een evenwicht gezocht tussen deze soms tegenstrijdige uitgangspunten. Gezien de invloed van de sanering op dit deel van het ENKA-terrein is er geen sprake van een aanwezige groenstructuur. De inbedding van het plan in een groene omgeving, de vervlechting van de woonwijk met de Veluwe, zal moeten ontworpen worden en is dus onderdeel van de ontwerpprincipes.

Ordenende monumenten Voor het ENKA-terrein is in vervolg op eerdere inventarisaties in februari 2004 een convenant gesloten tussen de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, de Grondbank Bennekomseweg Ede CV en de gemeente Ede. In dit convenant zijn afspraken gemaakt over de te behouden rijksmonumentale complexonderdelen en nader bij de herontwikkeling in te passen cultuurhistorische waardevolle delen (positieve transformatie). In het opstellen van de context zullen deze delen over genomen worden in de planvorming. Voor de niet monumenten, de onderdelen van het conventant, geldt de leuze ‘behoud door ontwikkeling’. Als monumentale bebouwing zijn de Westhal, het poortgebouw, het EHBO-huisje, de bitterzoutloods, het kantinegebouw en de twee schoorstenen aangemerkt. Deze monumenten zullen als ordende monumenten het plan vorm geven. Dit wil zeggen dat zichtlijnen, structuurlijnen, openbare functies, openbare ruimte,… gebruikt worden om de monumenten een plek te geven binnen het plan.


15

Hoogteligging na sanering Op bijgaande kaart is aangegeven op welke locaties de grond ontgraven dient te worden en waar er aangevuld kan worden. De kaart is opgemaakt op basis van het saneringsplan en gegevens verkregen uit aanvullend bodemonderzoek. De sanering wordt afgestemd op het stedenbouwkundige plan en het wenselijke ruimtebeslag, waardoor werk met werk gemaakt wordt en er synergie ontstaat tussen het stedenbouwkundig plan en de sanering. Opgemerkt dient te worden dat in de saneringsplanfase gezocht is naar een zo maximaal mogelijk milieurendement, nog voor het ontwerp voor de locatie.

BKP CarrĂŠ


fase I 1922-1924

fase II 1924-1927

fase III 1927-1930

fase IV 1945-1948

fase V 1948-1951

03.2.2 Ontwerpprincipes Uit de randvoorwaarden en analyses die aan de oorsprong liggen van het stedenbouwkundig plan en beeldkwaliteitsplan, kunnen ontwerpprincipes gedestilleerd worden, het hoe en vooral het waarom van de stedenbouwkundige structuur.

Het carrĂŠ De fabriek is in de loop van de tijd verbouwd en uitgebreid. Van het eerste carrĂŠ-vormige gebouw is nog weinig werkelijk aanwezig. In de zoektocht naar een stedenbouwkundige footprint van de historische fabriek is, met de herinnering aan wat nooit werkelijk bestaan heeft, een contour getekend welke de belangrijkste monumentale gebouwen in een ensemble samen brengt. Naast de monumentale panden worden delen van de fabrieksmuren overgenomen in het stedenbouwkundig plan. De delen van de muur zijn wezenlijk onderdeel van het karakter van de oude fabriek, de omsloten wereld. De muren vormen historisch material en zijn daardoor waardevol, ze bezitten de patine van de tijd. Verder in het beeldkwaliteitsplan wordt ingegaan op de manier waarop de contour van de fabriek wordt gereconstrueerd/opnieuw leesbaar gemaakt.


17

Het carré los in zijn omgeving, enclave binnen de enclave Rondom het carré wordt een bebouwingsvrije zone ontworpen. Deze zone moet het carré als complex voldoende zichtbaar maken en ondersteunt de enclavegedachte. Het losleggen van het carré in zijn omgeving heeft twee doelen: a. De lange karakteristieke gevels van het carré worden zichtbaar. Het complex tekent zich af in zijn omgeving als gebouw, als enclave. b. De openbare ruimte biedt de mogelijkheid om het carré als hart van het plan een eigen status te geven binnen de woonwijk.

BKP Carré


rklaan weg/P a komse Benne

Verbindingen en zichtlijnen vanaf de Bennekomseweg/Parklaan, voorplan en oriëntatiepunt Zowel het carré als de omliggende woonwijk worden op verschillende manieren verankerd in de omgeving. Het is de verankering van een plan in de omgeving dat het functioneren bepaald, niet de uiterlijke verschijningsvorm. Verankeringen kunnen zowel functioneel, structureel als visueel zijn, maar helpen altijd bij de stedenbouwkundige inbedding van het plan in de omgeving. Op het eerste schaalniveau zijn er de zuidelijke en noordelijke ontsluitingen. Het stadsontwerp is zo opgebouwd dat deze verbindingen en zichtlijnen door de woonwijk leiden naar een voortafereel, bestaande uit een historisch gebouw: de westhal bij de noordelijke ontsluiting en de bitterzoutloods bij de zuidelijke ontsluiting, en een oriëntatiepunt vinden in de kleine schoorsteen in het hart van het carré.


19

Kazerneterreinen zoekgebied fietsverbinding

Recreatieve verbinding parallel aan de Bennekomseweg/ Parklaan vanaf de Laarderallee naar de Kazerneterreinen Het carré wordt verbonden met de omgeving voor recreatief verkeer parallel aan de Bennekomseweg/Parklaan via de bomenlaan richting de Laarderallee in het zuiden, over het pleintje rond de grote schoorsteen van het ENKA-terrein, naar de binnenplaats van het carré, via het kantinegebouw tot bij de westhal en verder door het poortgebouw over het spoor tot op de kazerneterreinen ten noorden van het ENKA-terrein.

Laarderallee

BKP Carré


Stedelijke verbinding tussen station en carrĂŠ Vanaf het station wordt een stedelijke verbinding ontworpen richting het poortgebouw van de ENKA fabriek, de toegangspoort/voordeur van het fabriekscomplex. De verbinding loopt via de onderdoorgang onder de sporen, over het busstation en een afgeschermd hellend stationsplein naar de Westhal en het poortgebouw. Via het poortgebouw sluit de verbinding aan op het netwerk van pleinen in het carrĂŠ. De verbondenheid tussen de fabriek en het spoor is niet enkel ingegeven vanuit een historisch perspectief, maar vormt ook een toekomst gerichte duurzame verbinding tussen een nieuwe woonwijk en het nationale openbaar vervoersnet.


21

De

groenstructuur,

de

Veluwe

voelbaar

aanwezig

langs

de

Bennekomseweg/Parklaan en het station Het landschap vormt de basis voor een goed gestructureerde woonwijk. Enerzijds wordt het landschap op het ENKA-terrein vorm gegeven door landschappelijke kwaliteiten uit de omgeving, anderzijds door aanwezige landschappelijke kwaliteiten op het terrein zelf. Voor het Carré wordt ingegaan op de landschappelijke kwaliteiten uit de omgeving omdat door de zware saneringsopgave geen landschappelijke elementen en structuren aanwezig zijn in het Carré.

Vanuit de omgeving wordt op velerlij manieren de verbinding tussen de Veluwe en de Bennekomseweg/Parklaan opgenomen: De zuidelijke ruggengraat van het plan wordt aangesloten op een structurele bomenlaan uit het oostelijk gelegen bosgebied. De bomenlaan vormt een symmetrieas in het achter gelegen sterrenbos. Ten noorden van het plan wordt het groen tot aan het station voor het carré doorgetrokken. Door deze groene verbinding is het zicht vanaf het spoor op de noordelijke fabrieksgevel gegarandeerd en wordt het groen tot diep in het plan doorgetrokken.

BKP Carré


Groenstructuur bomen

De geleding van het ENKA-gebied in duidelijk herkenbare deelgebieden geschiedt in belangrijke mate door brede straatprofielen met los geplaatste bomen. Deze beplantingswijze sluit aan bij de omringende bossen en geeft uitdrukking aan de gewenste woonsfeer. De pleinruimten worden ondersteund door in strak ritme geplaatste afwijkende bomen. De hoven worden gemarkeert door bijzondere boomgroepen. De kleinste eenheid vormen de korte straten met laanbomen aan weerszijde.

Legenda losse bomen diverse soorten

bomenlaan

losse bomen

boomgroepen

bomen in het gelid

bos


23

Groentructuur gras

De stoffering van de bodem onder de bomen is afgestemd op de wijze van beplanting. Ruig gras versterkt het contrast met het gebouwde wanden van het CarrĂŠ. Het is een natuurlijke vloer voor de losgeplaatste bomen. De hoven hebben gazons in verband met het verzorgde beeld en de mogelijkheden voor het speels gebruik.

Legenda ruig gras

gras extensief beheer

gras intensief beheer

BKP CarrĂŠ


Legenda formele pleinen

groen woonhof

groene voorstrook

verhard woonhof


25

Wonen in de fabriek - een nieuw stedenbouwkundig concept De praktische opzet die aan de basis lag van het fabrieksgebouw uit 1924, blijkt ook een goede

In het carré wordt een netwerk, aaneenschakeling, van pleinen ontworpen waardoor een leefbare

onderlegger te zijn voor een woongebied. Het carré is van dergelijke maat en schaal dat het

woonomgeving ontstaat. Deze stedenbouwkundige blauwdruk heeft de kwaliteit anders te zijn

de enclave groot genoeg is om een herkenbare identiteit te krijgen en klein genoeg is om een

dan zijn omgeving doordat het plan is opgebouwd rondom een netwerk van openbare ruimtes

overzichtelijk geheel te vormen. Voor de verkaveling is een evenwicht gevonden tussen de

waarbij elk pleintje doorzicht heeft naar een ander pleintje of naar buiten het carré. De straten

herkenbaarheid van het wonen in een oud complex en het maken van een leefbare en vriendelijke

vormen altijd verbindingen tussen pleintjes en zijn zeer kort.

woonomgeving. Als stedenbouwkundig archetype is de structuur van Nederlandse gridstadjes opgenomen. Het pragmatisme van de fabriek sluit goed aan bij het herkenbare en heldere raster van de verkaveling van de gridstadjes. Anderzijds hebben de gridstadjes reeds bewezen een sterk regenererend vermogen te bezitten, de kwaliteit bezitten om zichzelf steeds opnieuw heruit te vinden, te herbruiken. Hierbij is de individuele woning als onderdeel van het bouwblok de belangrijkste bouwsteen van de enclave.

Behalve door het herkenbare raster voor de verkaveling, kenmerkt de gridstad zich door de gerichtheid van de hele stad naar binnen, op zichzelf aangewezen. In de stad hebben de bouwblokken een alzijdigheid met sterke hoeken en is er een strikte bouwkundige scheiding tussen openbaar en privé.

BKP Carré


Ontsluiting en profielen van de hoofdstructuur

50km/h

30km/h

bus

straatjes

steegjes

zoekgebied fietsverbinding naar de kazerneterreinen


27

BKP Carré



29

BKP Carré



EL IJK

M OG PR O EL

FI

31

BKP Carré


IJK

EL

OG

M PR L

IE

OF


IJK

EL

OG

M PR

L

IE

OF

33

BKP Carré


IJK

EL

OG

M

PR

L

IE

OF


BKP Carré

IJK

EL

OG

M PR

L

IE

OF



04 (Proef)verkaveling Carré

37

De (proef)verkaveling van het carré vormt een eerste beeldende aanzet tot een uitgedetailleerd verkavelingsplan wat ten slotte wordt ingevuld door reële architectuuropdrachten. In de (proef) verkaveling wordt het programma en het parkeren getest binnen de contouren van het uitgeefbaar terrein. In de verdere uitwerking van het plan tot een rooilijnenplan wordt de (proef)verkaveling concreet.

BKP Carré


Parkeren wordt zoveel mogelijk in de parkeerhoven opgelost, waardoor een acceptabele parkeerdruk in de openbare ruimte ontstaat. Hierdoor kunnen de stegen vrij blijven van parkeren. De kaart van het parkeren is indicatief, geeft een telling van het benodigde aantal parkeerplaatsen weer. In de uitwerking van het BKP tot een inrichtingsplan voor de openbare ruimte wordt op onderdelen gezocht naar betere parkeeroplossingen.

Parkeren noordstrook is een integrale ontwerpopgave


39

BKP Carré



05 Beeldkwaliteit Carré

41

05.1 algemeen Beeldkwaliteit gaat niet over beeld maar wel over kwaliteit. Het ‘beeld’ is niet de inzet, maar wel

Het (beeld)kwaliteitsplan kent drie onderdelen welke meer of minder specifiek zijn uitgewerkt

het streven naar een vooraf opgestelde kwaliteitsambitie. Vorm en beeld worden verkregen door

en waar de regie op de architectuurplannen in meer of mindere mate gevoerd wordt, zodoende

intensief en integer ’zoeken‘. Vooringenomenheid ten aanzien van het beeld wordt dikwijls de

voldoende architecturale vrijheid te vrijwaren.

’stijl’ en/of het ’handschrift’ genoemd van een ontwerper. Stijl is echter armoede en bij voorbaat

Het (beeld)kwaliteitsplan is speciefiek over de buitencontour en de openbare ruimte, en minder

gedateerd.

specifiek over de woningen in het carré. Voor de wonignen in het carré worden kwaliteitsambities

(Beeld-)kwaliteit is ook geen ’moment’ in het ontwerpproces. Het zoeken naar (beeld-)kwaliteit

omschreven.

wordt ingezet met het Masterplan en het stedenbouwkundig (massa)plan en vervolgens met bijkomende bebouwingsrichtlijnen (ontwerpcriteria, thematiek, materialisering, etc.), de architectenselectie en het toezicht op het uiteindelijke werk van de aannemer. (Beeld)kwaliteit ontwikkelt zich zodoende van grof naar fijn, van algemeen naar specifiek.

Hoewel (beeld)kwaliteit zich niet kan en mag laten vangen in vooringenomen beelden, kan een poging worden ondernomen om – ter illustratie van een welbepaalde ambitie – altijd tekort schietende referenties aan te leveren. In dit beeldkwaliteitsplan wordt gebruik gemaakt van schetsen en principetekeningen om de ambitie toe te lichten. Ze geven de ambitie weer, die aansluit bij de cultuur die de ‘plek’ heeft doen ontstaan.

BKP Carré


Renovatie

Nieuwbouw


05.2 De buitencontour 05.2.1 het casco Stedenbouwkundig

- De penanten die het ritme van de muur aangeven

De contour van de fabriek, een gebouw van 350m x 250m, is merkbaar aanwezig door de muur

- De repetitie

die het gebouw als geheel omgeeft. Met herinnering aan de fabriek die in deze vorm nooit

- Het gevelmateriaal

bestaan heeft, wordt de herkenbare contour van het carrĂŠ omschreven in het noorden door de

- De openingen in de gevel

westhal, het poortgebouw en de te behouden noordgevel, in het oosten door nieuw te bouwen

- Herkenbare open gesloten verhouding 43

muurwoningen en de lestoren met een muurdeel, in het zuiden deels door nieuw te bouwen woningen en deels door de bitterzoutloods en in het westen door deels nieuw te bouwen

Voor de vier hoekaccenten van het historische complex gelden in essentie dezelfde uitgangspunten

woningen en de gevel van de westhal.

als bij de muur. De bestaande toren in het noordoosten en het bestaande poortgebouw worden in het plan herbestemd en gerenoveerd. In de zuidelijke muur worden twee accenten opgenomen

Architecturaal

die in hoogte uitsteken boven de woningen die de buitencontour vormen.

Door het sterke beeldkenmerk van de architecturale uitwerking van de buitencontour is de muur een essentieel onderdeel van het ENKA-complex. In het plan worden nieuwe woningen ontwikkeld achter de noordgevel van het complex. De perceellering van de woningen volgt het ritme van de muur. Dit kan door grote woningen te ontwikkelen op anderhalf muurdeel, of smalle en kleine woningen te ontwikkelen volgens een repeterende perceellering. De opgave aan de bestaande muur is een renovatieopgave met respect voor de bestaande structuur. De nieuw te bouwen woningen zullen in hun architecturale uitstraling een antwoord bieden op de kwaliteiten van de bestaande fabrieksgevels, zonder te vervallen in een historiserende wederopbouw. In dit beeldkwaliteitsplan wordt de essentie van de gevel ontrafeld waardoor de bouwstenen voor de woningen die de buitencontour vormen helder inzichtelijk gemaakt worden.

Essentie van de buitencontour - De bouwhoogte - De kroonlijst - De ritmiek van de muur

BKP CarrĂŠ


Raamwerk Noordgevel


Raamwerk oostgevel

45

BKP CarrĂŠ


Raamwerk Zuidgevel

hoek als speciale ontwerpopgave


Raamwerk Westgevel

47

BKP CarrĂŠ



05.2.2 De invulling van het casco Voor de invulling van de penantenstructuur wordt een veelheid aan mogelijkheden voorgesteld. De mogelijkheden vormen een pallet aan keuzes welke samen de kwaliteit bezitten om toch één geheel vormen en zo een samenhangende carréwand te verzekeren. De nieuw te bouwen geveldelen in de noordgevel en de westgevel worden genuanceerd ontworpen in harmonie met 49

de aanpalende geveldelen.

Door voortschrijdend inzicht kan het pallet aan mogelijkheden uitgebreid worden. Ook bij uitbreiding van het pallet aan mogelijkheden moeten alle verschillen over de kwaliteit beschikken één samenhangend geheel te vormen. Bij andere inzichten moet steeds de uitwerking van het architecturaal plan besproken en goedgekeurd worden door de planbegeleider ENKA/Supervisor Ede-Oost.

BKP Carré



51

BKP Carré


Voor de detaillering van de terrassen wordt extra aandacht gevraagd, te beginnen met de hoeveelheid terrassen over de totale gevel, de positie en de detaillering van de doorvalbeveiliging. De terrassen hebben een maximale diepte van 1 meter en worden mee ontworpen met het gebouw.


53

05.2.3 De decoratie Als laatste en meest individuele herkenbaarheid van de eigen woning binnen de carrĂŠ-wand willen we in het beeldkwaliteitsplan ruimte bieden aan decoratie. De mogelijkheid tot het toevoegen van decoratie aan de woning, biedt individuele bewoners de vrijheid zich de woning eigen te maken.

Voor de woningen wordt een pallet aan bakstenen voorgeschreven, genuanceerd anders, toch duidelijk familie van elkaar. De totale wand zal als geheel herkenbaar moeten zijn als 'muur'. Een goede harmonische schakeling van genuanceerde verschillen welke pas duidelijk herkenbaar worden door een tweede keer te kijken is het streven.

BKP CarrĂŠ


Intenties zuidgevel


Intenties noordgevel

55

BKP CarrĂŠ



57

05.3 de accessen Stedenbouwkundig De contour van de fabriek, een gebouw van 350m x 250m, is merkbaar aanwezig door de muur die het gebouw als geheel omgeeft. Door de accessen in de muur te benadrukken, wordt de beleving van het binnen komen in een andere wereld ondersteund.

Architecturaal Door het sterke beeldkenmerk van de architecturale uitwerking van de buitencontour is de muur een essentieel onderdeel van het ENKA-complex. De overgang tussen het interieur van de fabriek en de buitenwereld kan dit beeldkenmerk extra ondersteunen. Daar waar de gevel in baksteen wordt voorgesteld met rode tot roodbruine kleur, worden de accessen door middel van wit stucwerk, witte bakstenen of wit kleimwerk geaccentueerd. .

Essentie van de accessen - minimale breedte - wit stucwerk, keimwerk, witte baksteen

BKP CarrĂŠ


bitterzoutloods muurwoningen school westhal appartement ketelhuis


59

05.4 de grote gebouwen Stedenbouwkundig De fabriek wordt gekenmerkt door het grotere gebaar, wat een uitdrukking vormt van het collectief karakter, "samen een groter geheel vormen". Op de twee grote pleinen wordt maat en schaal aan de ruimte gegeven door grote gebouwen te voorzien en/of bestaande grote gebouwen te herbestemmen. In de architecturale uitwerking van de nieuwbouw op het schoorsteenplein wordt de relatie gezocht met de schoorsteen, dit met de herinnering aan het oude ketelhuis.

Architecturaal Architectonisch zijn een aantal beeldkwaliteitkenmerken te benoemen welke als inspirator gebruikt zullen worden bij de verdere uitwerking van de volumes.

Essentie van de bebouwing - gevoel voor de kunst van de ‘nevenschikking’; - het tonen van de sporen van de tijd (‘patina’ niet wegpoetsen, materialen toepassen die mooi verouderen); - spelen met (on)regelmaat en (im)perfectie; - ‘sprezzatura’, een uniek Italiaans begrip dat ‘bestudeerde zorgeloosheid’ betekent: het spelen met formele en informele kenmerken; - ruimte bieden aan spontaan en alledaags gebruik; - de grote schaal en stoerheid niet schuwen.

BKP Carré


05.5 Beeldkwaliteit interieur van het carré Omdat vanuit het stedenbouwkundige concept voor het carré reeds de belangrijkste beeldkwaliteitskenmerken beschreven zijn, kan de architecturale vrijheid van de invulling van het interieur van de fabriek algemeen omschreven worden. Voor de woningen rondom de twee grote pleinen wordt een architectonische eenheid in bebouwing voorgeschreven. Voor de woningen elders in het plan wordt de herkenbaarheid van de individuele woning als ontwerpinstrument naar voor geschoven. Met betrekking tot de architecturale kwaliteit van de gebouwde omgeving worden een aantal aandachtspunten opgenomen in het beeldkwaliteitsplan.

Perceellering Doelstelling van het stadsontwerp is de juiste schaal en maat van de bebouwing te vinden met aandacht voor de ruimtelijke potenties. Perceellering, zowel verticaal als horizontaal, is hiervoor het instrument. Perceellering is hiermee een basisthema binnen de architecturale uitwerking van het stadsontwerp. De schaal en korrel van het individuele pand is hierin maatgevend. Perceellering impliceert differentiatie. Differentiatie in de architectuur is zeer zeker een pertinent ontwerpthema binnen het stadsontwerp, zonder daarbij de eenheid in uitstraling te verliezen. Immers, eenheid en herkenbaarheid van de ‘plek’ als geheel zijn evengoed een ontwerpthema.


Toegangen tot gebouwen

De betrachting is gebouwen te realiseren die ‘juist in de tijd’ zijn, door zich te bedienen van

De entrees van de woningen en appartementencomplexen dienen specifiek en (als ‘gesamt

de huidige bouwtechnieken en met hedendaagse materialen een correcte tektoniek vinden

kunstwerk’) met zorg ontworpen en gedetailleerd te worden met integratie van omkadering,

die gebruikt wat de markt, de industrie, vandaag aanbiedt aan producten en technieken in

dorpel, deur, klink, bel, postkast, luifel, vloerrooster, verlichting, …

functie van de geambieerde opties als kwalitatief, duurzaam, ecologisch verantwoord, veilig, onderhoudsvriendelijk.

Raaminvullingen

Baksteen is het ’dragend’ materiaal met betrekking tot de beeldvorming. De keuze voor één

Voor de kozijnen en ramen worden hout, staal, aluminium of een combinatie toegepast. De

typerend gevelmateriaal versterkt de eenheid binnen de gehele planopzet, onderstreept de

totale detaillering van het raamkozijn behoeft echter bijzondere aandacht, te beginnen met de

continuïteit. Hiernaast kunnen weloverwogen kleur-, textuur- en formaatverschillen, verschillen

detaillering van het metselwerk rondom, de aansluiting van het kozijn op het metselwerk, de

in metselwerkverbanden en/of de specifieke detaillering van het metselwerk, maar ook de

positionering, de montage van de doorvalbeveiligingen en de profielmaat van de kozijnen.

specifieke toepassing van andere gevelmaterialen, de genuanceerde differentiatie tussen de

Balkonhekken kunnen van staal, aluminium en/of van glas zijn. De ramen worden integraal

gebouwen bewerkstelligen.

ontworpen met in voorkomend geval integratie van kozijn, dorpel, ventilatie, ruimte voor de

Als andere gevelmaterialen worden duurzame en hoogwaardige materialen voorgeschreven.

plaatsing van zonwering, doorvalbeveiliging, hang en sluitwerk, …

Onder duurzame materialen worden materialen verstaan die lang mee kunnen gaan, mooi en

De inzet van bepaalde materialen en detaillering van de elementen zelf zijn erop gericht een

geleidelijk verouderen en onderhoudsvriendelijk zijn.

sterk beeld neer te zetten en de herkenbaarheid van de wijk te versterken.

Wat de detaillering betreft, is het beeld ingetogen en een zorgvuldige interpretatie van het historisch idioom zonder historiserend of anekdotisch te zijn. Het gevelbeeld is rustig, samenhangend. De ramen kunnen voorzien worden van erkers/franse balkons. Detaillering kan onder andere gerealiseerd worden door gelaagdheid in het metselwerk, waarbij teruggegrepen wordt naar de rijkdom van het metselwerk in de bestaande monumenten.

BKP Carré

61

Materiaal en detail


Tuinen, buitenruimten Bij de uitwerking van de bouwblokken wordt het thema ‘een aangename woonkwaliteit’ geïnterpreteerd en privacy dient gegarandeerd te worden. In de uitwerking van het plan dient extra aandacht besteed te worden aan de grondgebonden tuinen. Buitenruimten van niet-grondgebonden woningen grenzend aan de openbare ruimte kunnen zowel inpandig als uitpandig georganiseerd worden. De architectonische uitstraling van de buitenruimte is afhankelijk van de plek, oriëntatie of omwille van de robuustheid en massiviteit van de gebouwen, maar evengoed om de functionele reden van bruikbaarheid en privacy. Bijzondere aandacht wordt gevraagd voor de detaillering en materialisering van de balkons en balkonhekken.


63

Erfafscheidingen, tuinmuren, (bergingen - achterpaden) Erfafscheidingen tussen de ( semi- ) openbare ruimte en private tuinen van grondgebonden woningen zijn aan de buitenzijde van een bouwblok altijd gebouwd en gematerialiseerd in het materiaal van de gevel. De erfafscheidingen zijn daarmee expliciet onderdeel van het architecturaal concept of ontwerpopgave. De buitenrand van de verschillende bouwblokken zullen in het gevelmateriaal vervaardigd zijn waardoor de herkenbaarheid en robustheid van het bouwblok gevrijwaard blijft. Bij de uitwerking dient de nodige aandacht te worden besteed aan doorbrekingen en toegangspoortjes.

De erfafscheiding tussen tuinen en tussen tuinen en binnengebieden wordt gebruik gemaakt van een stevige draadafsluiting met klimop van voldoende maat zodat na één jaar een groen scherm ontstaat.

Toevoegingen Voor toevoegingen zoals schotelantennes, zonnecollectoren, … geldt dat deze discreet en niet zichtbaar vanaf de openbare ruimte worden geplaatst.

BKP Carré


De plint

Twee pleinen

De straten

Rondom het carré wordt een plint gemaakt, bestaande uit een

In de openbare ruimte worden de twee karakteristieke ENKA pleinen

De ontsluiting van het carré wordt voorzien in een stratenpatroon met

privaat deel en een publiek deel, maar in zijn materialisatie en in de

als ordend opgenomen. In de verdere uitwerking van de pleinen wordt

een klassiek profiel van stoep, parkeren en rijbaan. De straten worden

aanleg als geheel voorzien. Op deze manier hebben bewoners de

extra aandacht geschonken aan het industriele verleden door middel

voldoende breed ontworpen om in twee richtingen te gebruiken.

mogelijkheid een bankje buiten te zetten, de fiets even te parkeren,

van materiaalgebruik, detaillering,...

... waardoor de individualiteit van iedere woning en zijn bewoner in de gevelwand tot uitdrukking kan komen en het hoogteverschil naar de voordeur kan opgevangen worden.

De stegen

De groene pleintjes

De stegen zijn qua sfeer vergelijkbaar met woonerven. Er wordt geen

In het carré worden de woningen gegroepeerd rondom groene

onderscheid gemaakt tussen rijweg en stoep. De stegen zijn smal,

pleintjes, waardoor een aangename woonsfeer ontstaat. De uitwerking

waardoor ze als één richtingsstraten gebruikt worden.

van de pleintjes is verder onderwerp van detaillering.


Strak & stenig Groen & ordelijk

voormalige opstelling

aanpassing aan functieverschuiving 65

05.6 de openbare ruimte Rijkdom van de collectieve ruimte Kenmerkend voor het plan is de gelijktijdigheid van veelvuldige authentieke verschillen. Een

de verbindende openbare ruimten, de straten, stegen en doorgangen. Anderzijds bieden de

multiculturele samenleving vraagt om diversiteit van de gezamenlijke ruimte waarin we elkaar

verschillende pleinen en buitenruimten tussen de bebouwing de mogelijkheid tot genuanceerde

ontmoeten en naar waarde schatten. De identiteit van ENKA is herkenbaar door de diversiteit van

differentiatie in aanleg en inrichting en daarmee in sfeer en karakter.

haar collectieve ruimte en wordt gevormd DOOR de collectieve ruimte, dat is haar rijkdom. Daar is het waarin het openbare zich afspeelt en de democratie zich toont. Het is ook de ruimte die

Het meest in het oogspringend zijn de ruimten die zijn verbonden aan de historische bebouwing.

ons gevoel van welbehagen bepaalt en die onze herinnering vangt. Dit kunnen publieke, maar

Deze plekken maken de tijd ervaarbaar, en de inrichting van deze ruimten is gericht op het

ook private plekken zijn. Beide kunnen gelijktijdig collectief gebruik accommoderen. Met andere

ondersteunen van dat beeld. In het Carré is de westelijke grote ruimte, gebaseerd op het gewenste

woorden: openbaarheid kent meerdere schaalniveaus, lagen.

gebruik, mineraal van karakter met groen als een nadrukkelijk toegevoegde toets. De oostelijke ruimte beoogt een groenbeeld, met verharding als bescheiden doorsnijding.

Openbare verblijfsruimte

De twee pleinen binnen het carré hadden een relatie met de functie in de gebouwen. Een meer

De openbare ruimte is de drager van het plan en daarmee de belangrijkste bepalende factor ten

strak en stenig plein bij de machinehallen en een groen en ordelijk plein op de minder intensieve

aanzien van het karakter en de identiteit van ENKA. Evengoed als de architecturale uitwerking

plek. In het huidige plan zal juist het westplein in het carré meer bedrijvige voorzieningen

van de verschillende gebouwen, is de inrichting, detaillering en materialisatie van de openbare

herbergen en zal er rond het oostplein gewoond worden.

ruimte cruciaal voor de realisatie. Het ontwerp van de openbare ruimte stemt zich zeer nauw af op de uitwerking van de gebouwen.

Door deze functieverschuiving ook in de pleinen door te voeren zullen deze beter aansluiten

In de zoektocht naar het evenwicht tussen genuanceerde differentiatie en eenheid is de inrichting

bij het gebruik van de gebouwen. Aan een groen plein is het fijn wonen en een plein met

van de openbare ruimte als continuüm van doorslaggevend belang. Enerzijds is de openbare

meer verharding biedt meer mogelijkheden voor bijeenkomsten als conferenties, evenementen

ruimte en dus haar materialisatie en inrichting het bindend continuüm. Dit zal ook zo zijn in

en als schoolplein. De cultuurhistorie wordt daarbij ingezet als inspiratiebron voor nieuwe ontwikkelingen.

BKP Carré


Groen Van alle levende dingen kunnen alleen bomen monumentaal worden, een status die eigenlijk enkel is weggelegd voor historische gebouwen. Reeds in de oudheid dwongen monumentale bomen respect af, en dat doen ze nog steeds. Onder de linde werd recht gesproken, aan de voet van de heilige eiken werden doden begraven en offers gebracht,‌ Bomen vormen de levende herinnering aan een ver verleden, ze maken ons bewust van de complexiteit van de natuur. Groen is een belangrijk onderdeel van de openbare ruimte. Vanuit de gedachte, ‘ruimte voor de straatboom’ worden bomen enkel op plekken opgenomen waar ze voldoende ruimte hebben om een leeftijd te bereiken waarop ze een levende herinnering kunnen vormen aan het verleden.

Water Water is op het hoge zand van de Veluwe een schaars goed. In de Spoorzone kan het een belangrijke, want zichtbare rol spelen. Hier is ruimte voor infiltratie en dat brengt , in een glooiend landschap, ook (tijdelijke) vijvers met zich mee. Voor het grote vlak van het westelijke plein is halfverharding voorzien, zodat hier hemelwater ter plaatse kan infiltreren.


Materiaalgebruik

67

referentie vloer plein

Het algemeen motto ten aanzien van het materiaalgebruik is: ‘streven naar zo min mogelijk verschillende materialen’.

- De reguliere straten in het carré zijn van gebakken materialen en rood-paars van kleur. - De stegen zijn met name verblijfsgebieden waar doorgaand verkeer te gast is. Door de gebakken referentie plint rond carré

materialen te verrijken met kleine accenten, zoals natuursteen keien in de goot of een plint langs de bebouwing, kan de verblijfskwaliteit van de stegen worden verhoogd. - De plint rondom het carré bestaat uit een continu doorlopende lijn van grote betonelementen. De plint vormt de overgang tussen het carré en het overige ENKA terrein. - Het groene plein bestaat uit gras, hagen en bomen. Spelen heeft hier de overhand. - Het verhard plein dient de uitstraling te hebben van een continue vloer. Door grind in een zandachtige kleur gebonden aan te brengen ontstaat een massieve vloer die de uitstraling heeft van halfverharding, maar beheerstechnisch vergelijkbaar is aan een asfaltverharding. De bomen op het plein staan in een ruim opgezet grit. Over het plein ligt een langwerpig grijs natuursteenelement dat zich transformeert in een bank, een afscheiding, speel aanleiding, een groeiplaatsvoorziening of een doorbreking. De langwerpige vorm legt het accent op de lengte van het plein en de oude fabrieksgevels.

referentie straten

BKP Carré


Verlichting Verlichting dient primair de veiligheid, door gelijkmatigheid en voldoende niveau, uiteraard afgestemd op het gebruik. Daarnaast dient het ook een gevoel op te roepen van een bij het (woon) milieu passende sfeer en comfort. Accenten op de pleinen en hoven zijn vanzelfsprekend. Ook tekenen masten en armaturen, door vorm , kleur en grootte mee aan het beeld van de openbare ruimte. De ritmische plaatsing door de straten zorgen voor een ondersteuning van het beeld van de gevelwanden en de boombeplanting.


Alle straatmeubilair is onderdeel van het ontwerp. Het betreft hier de keuze van zitbanken, vuilnisbakken, boomroosters, signalisatie, fietshouders, vlaggenmasten, et cetera. Ze vinden aansluiting bij de gekozen verlichtingsmasten en armaturen. De materialen en vormen zijn robuust en eenvoudig, maar wel zorgvuldig afgewerkt. Alle elementen worden doordacht geplaatst, zonder de openbare ruimte te overladen, maar door juist ruimte te creëren in de betekenis van ‘minder is meer’. Terrassen en kiosken hebben een zeer degelijk, maar verplaatsbaar opbergbaar karakter. Vanuit dit oogpunt worden terrassen en kiosken onderdeel van het straatmeubilair met een tijdelijk karakter. De differentiatie tussen de verschillende seizoenen wordt op deze manier voelbaar in het plan.

69

Meubilair


Privéstrook 0,5 m

Privéstrook 1,5 m

Privéstrook 1 m + uitgeefbare parkeerplaats Privéstrook 2 m


71

BKP Carré



73

BKP Carré



75

BKP Carré



77

BKP Carré



79

BKP Carré



81

BKP Carré


Uitwerking plein Westhal In de oksel van de Westhal ligt de meest centrale openbare ruimte. Dat komt in de inrichting tot uiting. De plek biedt ruimte voor gebruik in relatie tot de ontwikkeling van de Westhal. Dat vraagt om een zekere onbepaaldheid, ruime maat en robuuste inrichting. Nadere voorzieningen worden later afgestemd, zodra het gebruik is bepaald. Het plein is voornamelijk (half)verhard, waarbij de bomen voor een beschutting zorgen en een waterelement een nadrukkelijk toegevoegde toets vormt. De waterloop vervult ook een functie in de opvang en infiltratie van hemelwater.


Uitwerking plein kleine schoorsteen Het plein wordt voornamelijk gevuld door een appartementen gebouw. De beplanting er om heen verbijzonderd de positie van het gebouw en bepaald het groene karakter van de plek. De grote schoorsteen is beeld bepalend. De ruimte wordt aan de zijden benut voor doorgaande fietsverbindingen. De markante plek vormt daarmee een ankerpunt in het netwerk van ENKA. Aan de voet van de schoorsteen zal een uitgesproken ENKA speelplaats zorgen voor specifiek speelplezier. De schoorsteen zelf maakt daar deel van uit.

83

BKP CarrĂŠ


speelplek

speelaanleiding

autoluwe straat

autoluw hof

06.1 Themakaart Spelen

Spelen moet niet alleen tot de verbeelding van kinderen spreken, maar ook voor mensen die daar dagelijks naar kijken. Spelen is namelijk onderdeel van de openbare ruimte en moet deze ook verfraaien. Spelen moet ook mooi zijn. Het gebeurt veel te vaak dat een paar objecten uit een catalogus worden gekozen die het plan ‘sieren’. Wij stellen voor om objecten te ontwerpen die passen in de ruimte waar ze moeten komen. Ook komt het thema spelaanleiding veel meer in beeld. Elementen en objecten die onderdeel lijken te zijn van een plein, bos, hof of watersysteem kunnen prachtige speelobjecten opleveren. Wanneer deze objecten niet door kinderen worden bespeeld dan zijn ze onderdeel van hun woonomgeving.


06 Themakaarten

ondergrondse

rolcontainers

container

85

opstelplek

06.2 Themakaart Vuilophaling

De inzameling van het afval in Het Carré zal plaatsvinden zowel middels kliko’s als via ondergrondse voorzieneningen. Het restafval zal in de ondergrondse containers ten alle tijde aangeboden kunnen worden. De kliko’s met het groenafval zullen om de week opgehaald worden. De aanbiedplaatsen van het afval zijn zo gesitueerd dat er geen vrachtwagens in de kleine straten hoeven te komen. De aanbiedplaatsen aan de groene rand om Het Carré kunnen in verstevigd gras, zodat dit niet afbreuk doet aan het groene karakter van de hoofdstructuur

BKP Carré



07 Nawoord

87

‘Vandaagse’ stedenbouw en architectuur is niet verbijzonderd, maar gewoon. We weten inmiddels dat zoeken resulteert in eenvoud. Integrale concepten zijn niet simpel, wel eenvoudig. Eenvoud is gecomprimeerde complexiteit. Je kan, rondkijkend overal in Europa, op zoek naar verstandige en dus goede ontwerpers constateren dat de avant-garde vandaag energie, talent, moed en intuïtie gebruikt om zich aan de bestaande context en het milieu te confirmeren. Ontwerpen is niet wat men soms denkt, artistiek hyperventileren of zogenaamd cosmetisch inpassen in een urbane eshetica. Ontwerpen is het gewone, het eenvoudige nastreven, ook al schijnt dat voor sommigen een provocatie. Dit alles heeft ook te maken met de emotionele noden van bewoners en gebruikers. Stedenbouw en architectuur moeten bovenal investeren in deze immateriële, niet kwantificeerbare noden. En meer nog dan voor de praktische noden wordt hiervoor van ontwerpers grote precisie en intuïtie verwacht. We moeten genereuze ontwerpen maken.

BKP Carré



08 Colofon

PROJECTNAAM ENKA Ede

OPDRACHTGEVER Grondbank Bennekomseweg Ede cv een samenwerking tussen AM wonen en ASR Vastgoedontwikkeling

PROJECTTEAM awg architecten Filip Delanghe

stedenbouwkundig architect | directeur

Raven Rumes

stedenbouwkundige | architect | projectleider

lodewijk baljon landschapsarchitecten: Lodewijk Baljon

landschapsarchitect I directeur

Robert van der Horst

landschapsarchitect I projectleider

Wouter Evers

landschapsarchitect I ontwerper

DATUM 26 november 2013

BKP CarrĂŠ


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.