Beeldkwaliteitsplan enka deelgebied a (8 juli 2009)

Page 1

Beeldkwaliteitplan

Deelplan : De hofjes

Grondbank Bennekomseweg Ede CV Een samenwerking tussen AM en ASR Vastgoed Ontwikkeling 8 juli 2009

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


2

ENKA. Ede


inhoudsopgave pg

05

02 Verankering aan de omgeving pg 07 Hoogteligging na sanering Groenstructuur Ontsluitingsstructuur

03 Verkavelingsplan

04 Architectonische kwaliteit 04.1 Algemene regels voor de (beeld)kwaliteit 04.2 De architectonische compositieonderdelen De ENKA-laan Aan de Bennekomseweg De Noord-zuidstraat De Bosstraat De Hofjes 04.3 Themakaarten

pg

05 Kwaliteit openbare ruimte pg 29 05.1 Het groene netwerk pg 31 De straten De hoven 05.2 O vergang openbaar-privĂŠ pg 41 05.3 Functioneel ruimtegebruik pg 43 Parkeertoets Vuilinzameling Spelen

15

17 18 pg 21 pg

06 bewaking van de kwaliteit De ontwerpclusters

pg

47

Colofon

pg

51

pg

pg

27

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten

3

01 I nleiding | Begrenzing


4

ENKA. Ede


01

inleiding | begrenzing 5

Ambitie Het project ENKA is omvangrijk (in schaal en tijd) en ambitieus. Het spreekt vanzelf dat niet alle bouw- en verkavelingsplannen tegelijkertijd van start kunnen gaan. Momenteel word het eerste deelplan verder uitgewerkt en zullen de eerste bouwplannen opgestart worden. Ter beoordeling van de bouwplannen dient een gedetailleerder stedenbouwkundig plan in de vorm van een verkavelingsplan opgesteld te worden. Dit verkavelingsplan plan en bijhorende beeldkwaliteitplan geven richting aan de realisatie van het eerste deelgebied van ENKA-terrein te Ede. De kaders voor de uitwerking van het verkavelingsplan zijn reeds beschreven in het stedenbouwkundig plan voor het gehele ENKA-terrein.

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


6

keermuur

Hoogteligging na sanering Door het saneren van de vervuilde delen en opbrengen van 1 meter schone leeflaag zal het plan nieuwe pijlhoogtes krijgen. Het hoogtepeil in dit deelgebied zal 23.35 + NAP bedragen (goothoogte). Het vloerpeil van de woningen zal dus hoger liggen. Acceptabele taluds van 3% maken de verbinding met de bosrand waar het overige hoogteverschil wordt opgevangen in een laag muurtje uit baksteen. Vanaf de Bennekomseweg ligt de entree van de wijk in helling om vervolgens vlak uit te komen bij de eerste toegang tot de hoven. De maximale helling bedraagt 5%. Op verkeerstechnisch en civieltechnisch niveau wordt de ontsluiting verder uitgewerkt.

A

ENKA. Ede


02

verankering aan de omgeving 7

groenstructuur Bestaande bomen hebben een bijzondere waarde in een nieuwbouwwijk. Evenals de

bestaan uit nieuw te planten bos en deels uit het omvormen van bos. Het bestaande bos

overgebleven historische bebouwing geven zij de plek karakter. Op het ENKA terrein

heeft vrijwel geen onderbegroeiing (hallenbos) waardoor er lange, niets verhullende

hebben zich in de loop der jaren veel bomen en bosgroepen gevormd. Uit onderzoek is

zichtlijnen ontstaan. Omdat er relatief weinig ruimte is om een brede bosrand te

echter gebleken dat een groot deel van de bomen op vervuilde grond staat en tijdens

maken, zal de oplossing gezocht worden in een verticaal gelaagde bosrand. Daarbij zal

het saneren is inmiddels een groot deel van dit bomenbestand verloren gegaan.

naast de boomlaag een struiklaag en kruidlaag gecreĂŤerd worden. Om een dergelijke gelaagde bosrand te maken is ca 10 meter nodig. In de bosrand wordt op een aantal

In het eerste deelplan is een zeer waardevolle groep bomen van eiken en beuken

plekken ook geparkeerd en begint de bosrand vanaf de parkeervakken. Daardoor is de

gelegen die vrijwel geheel zal worden ingepast in het plan.

bosrand soms 10 meter breed en wanneer er niet geparkeerd wordt tot wel 15 meter

Het kan worden gezien als een uitloper van het Horabos en versterkt daarmee het

breed.

gevoel van wonen aan het bos. De meest waardevolle bomen in deze groep staan in het hart van de groep en zijn daardoor minder kwetsbaar bij inpassing. Bij de

Om deze bosrand mogelijk te maken is het gezien de huidige planvorming noodzakelijk

herprofilering van de Bennekomseweg zal een strook bos verdwijnen. Desalniettemin

om de ontwikkeling aan twee zijden van de erfgrens plaats te laten vinden. In de

blijft hier een noemenswaardige groep van eiken en beuken bestaan die een buffer

noordelijke rand van het Horapark die grenst aan het ENKA terrein is de mogelijkheid

vormen tussen het toekomstige woongebied en de Bennekomseweg.

en ruimte om een deel van deze bosrand te kunnen realiseren. In de overgang naar het Horapark dient vanuit de flora en fauna ontheffing een

De zuidelijke rand van het plan wordt gekenmerkt door de ligging van het Horapark,

afscherming voor padden naar het ENKA terrein gemaakt te worden. Deze wordt al deels

een bedrijventerrein in parkachtige setting. De overgang tussen het Horapark en de

gevormd door de keermuur, en in het verlengde hiervan kan een eenvoudig scherm in de

nieuw te ontwikkelen woonwijk wordt door middel van een bosrand vormgegeven. Op een

bosrand geplaatst worden om de afscherming compleet te maken.

aantal plaatsen zijn door het saneren gaten gevallen in de boomgroepen waardoor er zicht is op de achterliggende gebouwen. Om in de toekomst het gevoel van wonen aan de bosrand weer te beleven zal er een nieuwe bosrand ontwikkeld moeten worden. Deze zal

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


2

3

8

1

4 3 2 1

ENKA. Ede

4


9

Hoofdontsluiting (50km/u) Hoofdontsluiting (30km/u) Nevenontsluiting

ontsluitingsstructuur

Ontsluiting parkeerhofjes Het eerste deelgebied is gelegen aan de hoofdontsluitingsweg van het ENKA-terrein, de zuidelijke 50km/u weg en is door zijn specifieke ligging zeer goed bereikbaar. De overige wegen in het deelplan zijn 30km/u wegen. De auto is te gast op deze wegen en fietsers fietsen op de rijbaan. Voor het fietsverkeer worden op twee plekken extra voorzieningen getroffen in dit deelgebied. Langs de ontsluitingsweg worden fietssugestiestroken voorzien en tussen de Bennekomseweg en het plangebied wordt in het meest zuidelijke deel een fiets en voetgangersverbinding voorzien.

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


10

Profiel 01 - Hoofdroute 50 km/uur Vanaf de Bennekomseweg ontvouwt de hoofdroute zich als één groene doorlopende ruimte rondom het carré. Lommerrijk, herkenbaar, representatief en een contrast vormend met het carré dat zich als een enclave presenteert en het historische hart van ENKA vormt. De groene middenbermen zijn begroeid met bloemrijk gras en meerstammige bomen. Dit ruiger ogende groen is representatief, maar past bij het imago van een oud industrieel complex en sluit aan bij het ‘Veluwse gevoel’. Het eerste gedeelte van de hoofdroute is vormgegeven als 50 km/h weg om zo aan te sluiten bij het aantal voertuigen dat hiervan gebruik maakt. Nabij het Carré wordt deze weg voortgezet als een 30 km/h weg. Waar vanaf de Bennekomseweg het ENKA-terrein wordt binnen getreden is de entree vrij van auto’s. Aan deze 50 km/h weg zal niet geparkeerd worden. Hiervoor ontsluit een parallelle ‘dorpsweg’ de gevels aan beide zijden, waaraan langsgeparkeerd kan worden. Dit parallelle profiel is zo vormgegeven dat het de auto dicteert om rustig te rijden. Het is een ruimte waar voetgangers de belangrijkste beweging vormen. Aan de noordzijde zal de inrichting van de spoorzone bepalend zijn of in dat gebied naast de 50 km/uur weg ook parallelwegen worden toegepast.

ENKA. Ede


11

profiel

06 - bosstraat westzijde & Bennekomse

parallelweg Het hoogteverschil tussen het ENKA terrein en de Bennekomseweg wordt deels opgevangen met een laag muurtje. Dit begeleid enerzijds de Bennekomseweg en past binnen de uitstraling van de Edese tuinwijk. Door het talud te beplanten met boomgroepen wordt het lommerrijke beeld van de bosroute doorgetrokken en ontstaan er afwisselende zichten vanaf de Bennekomseweg op de bebouwing. Aan de binnenzijde is het profiel ordelijk met gemaaide bermen en opgaande bomen. Aan de buitenzijde sluit het talud veel meer aan bij de bosbeplanting door een kruidlaag toe te passen. Door deze onderbeplanting worden de geparkeerde auto's vanaf de Bennekomseweg aan het zicht onttrokken. De doorsnede is op het punt met het kortste talud langs de Bennekomseweg genomen. het talud heeft daarbij een minimale lengte van 8 meter en een helling die flauwer is dan 1:3. In het verlengde van dit profiel loopt het talud zelfs uit tot 16 meter. Ten zuiden van de wijkontsluiting is er onderaan het begroeide talud nog een bosrand van bestaand bos dat een extra groene buffer tussen de Bennekomseweg en het ENKA terrein vormt.

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


12

profiel

04 - bosstraat zuidzijde

Deze route langs het bos en Horapark geeft de bewoner het gevoel aan de bosrand te wonen. De weg neemt daarbij even afstand van de woning en het voetpad door middel van een grasberm waarin ook bomen staan. De beleving van de automobilist wordt daarmee ook ‘vergroent’ en de beleving van thuiskomen aan de bosrand versterkt. Aan de boszijde is ruimte voor haaks parkeren. Op punten waar zichtlijnen vanuit de woonhoven eindigen op de bosrand worden geen parkeervakken gemaakt. Zo is de beleving van de bosrand het sterkst en overheerst een groen beeld in alle zichten. Door het ontwikkelen van onderbegroeiing zal een gelaagde bosrand het bosrijke karakter versterken. In de zuidwesthoek zal het hoogteverschil in de bosrand worden opgevangen door een muurtje. Op een aantal punten wordt deze doorbroken om vanaf het Horapark een entree tot de wijk te maken.

ENKA. Ede


13

profiel

07 - noordzuidstraat

Deze straat verbindt de groene hoofdroute met het Horapark. De bloemrijke bermen met verspreid staande bomen zijn in de buitenbocht van het profiel gepositioneerd zodat er vanuit elke richting zicht is op het groen. De groene verbinding tussen de hoofdroute en het bos wordt zo versterkt. Aan één zijde staan de woningen direct aan het groen en vormt een haag aan de voet van het gebouw een soepele overgang van horizontaal groen naar verticaal steen. De stenige stoepzone ligt evenals het langsparkeren, aan de binnenzijde van het profiel. De straat heeft een afwisselend beeld door een deel van 17 en 15 meter breedte. Doordat aan weerszijde van het profiel een stoep is kan de weg smal gehouden worden. Een rabatstrook maakt het mogelijk dat auto’s elkaar kunnen passeren en er optimaal ruimte beschikbaar is voor een groen profiel. Het wonen aan een groene straat die je naar het Veluwse bos leidt staat voorop.

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


14

ENKA. Ede


03

verkavelingsplan Netwerk van achterpaden en besloten plekken.

referentie van een Engelse tuinwijk. De voornaamste ruimtelijke kwaliteit van deze

Aan de verbinding tussen de woningen, straten, hofjes en parkeerkoffers wordt in het

tijdloze stedenbouwkundige karakteristiek ligt verscholen in de manier waarop

verkavelingsplan extra aandacht besteed en extra ruimte voorzien. Voor voetgangers en

openbare ruimte wordt gemaakt. De reguliere stratenpatronen worden samen gevoegd

fietsers ontstaat op deze manier een fijnmazig netwerk van semie openbaar karakter over

waardoor ruimtes ontstaan om rond te wonen, de hofjes.

en door hele plan.

Door de ruimtelijke opbouw van het plan ontstaat een tweedeling in straten rondom het deelplan en hofjes in het deelplan. Deze twee elementen vormen de belangrijkste

Het verkavelingsplan bied ruimte aan 158 woningen. In het bebouwingsprogramma zijn 95

ingrediĂŤnten om te komen tot het verkavelingsplan van het eerste deelgebied.

woningen in het middel dure segment en 63 woningen in het dure segment opgenomen. De parkeerbehoefte wordt hiervan afgeleid en is uitgewerkt in hoofdstuk 5.

De straten De straten kennen een rijk pallet aan verschillende sferen. Het zijn wijkontsluitingswegen, doorgaande wegen, verbindingsstraten, woonstraten,... De straten vormen met andere woorden de verbinding met de omgeving en dienen op deze te reageren. Bij de straten gaat het in eerste instantie over het totaalontwerp van de straatwand, en in de tweede instantie ook over het ontwerp van de tegenover liggende straatwand. Het architectonische ontwerp van de straat wordt als geheel ontworpen, inclusief beide straatgevels. In het eerste deelplan wordt de taal bepaald van de straten. Verdere ontwikkelingen van andere deelplannen zullen bij deze straatwanden moeten aansluiten om tot een harmonisch geheel te komen.

De hofjes De hofjes hebben de kwaliteit een woonomgeving te genereren binnen het semi openbare karakter. Stratenpatronen zijn samen gevoegd tot hofjes om rond te wonen, straten worden met andere woorden pleintjes. In de oksels van de hofjes worden parkeerkoffers ontworpen van hoge kwaliteit omdat deze voor de bewoners van het deelplan dagelijks gebruikt worden.

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten

15

Het verkavelingsplan en beeldkwaliteitplan wordt opgebouwd vanuit de ruimtelijke


16

ENKA. Ede


04

architectonische kwaliteit 17

Beeldkwaliteit gaat niet over beeld maar wel over kwaliteit. Het ‘beeld’ is niet de inzet, maar wel het streven naar een vooraf opgestelde kwaliteitsambitie. Vooringenomenheid ten aanzien van het beeld wordt dikwijls de ’stijl’ en|of het ’handschrift’ genoemd van een ontwerper. Stijl is echter armoede en bij voorbaat gedateerd. (Beeld-)kwaliteit is ook geen ’moment’ in het ontwerpproces. Het zoeken naar (beeld-)kwaliteit wordt ingezet met het ontwerp en vervolgens met bijkomende bebouwingsrichtlijnen (ontwerpcriteria, thematiek, materialisering, etc.), de supervisie, de architectenselectie en uiteindelijk het toezicht op het werk van de aannemer. (Beeld)kwaliteit ontwikkelt zich zodoende van grof naar fijn, van algemeen naar specifiek. Hoewel (beeld)kwaliteit zich niet kan en mag laten vangen in vooringenomen beelden, kan een poging worden ondernomen om – ter illustratie van een welbepaalde ambitie – (altijd tekort schietende) referenties aan te leveren.

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


18

04.1

Algemene regels voor de (beeld)kwaliteit

Criteria

Het eerste deelgebied: twee delen, één geheel

Het gaat bij het ENKA terrein om "de herinnering aan wat nooit bestaan heeft". Het

De beeldkwaliteit in het eerste deelgebied wordt opgesplitst tussen de woningen langs

gaat erom het moment op te rapen welke deze plek heeft doen ontstaan en daar de

de Bennekomseweg en de Enka laan en de rest van het deelgebied.

energie aan te ontlenen om verder te gaan. Het gaat erom niet anekdotische maar wel op hedendaagse wijze de voortgang, de continuïteit van wat nooit geweest is, te

Langs de Bennekomseweg en de ENKA laan wordt de beeldkwaliteit gezocht in de

herstellen. Dit verkavelingsplan en bijhorende beeldkwaliteitplan is niet ontstaan

beeldwaarde van de historische fabriek. Dit beeld wordt vertaald in statigheid,

uit een artistiek hyperventileren of zogenaamd cosmetisch inpassen in een urbane

eenvoudige ritmes, materiaalgebruik, metselwerkdetails,... Perceellering vormt een

esthetica, maar uit het gewone, het eenvoudige, ook al schijnt dat voor sommige

onderdeel van de beeldkwaliteit, hoewel het gevelontwerp als geheel niet uit het oog

provocatie. Voor de sfeer en beeldkwaliteit zijn samenvattend een paar motieven te

verloren mag gaan.

benoemen, die ook als criteria bij de toekomstige keuze van architecten betrokken

In het achterliggende gedeelte wordt in de beeldkwaliteit meer aansluiting gezocht

zullen worden:

bij de sfeer van de Engelse tuinstad, uiteraard steeds vertaald naar een hedendaagse

- gevoel voor de kunst van de ‘nevenschikking’;

Nederlandse situatie. De bijhorende woonsfeer wordt verkregen door meer vrijheden in

- het tonen van de sporen van de tijd (‘patina’ niet wegpoetsen,

het beeldkwaliteitplan in te bouwen waaronder het omgaan met verschillende

materialen toepassen die mooi verouderen);

materialen, details, het belang van de individuele woning,...

- spelen met (on)regelmaat en (im)perfectie; - ‘sprezzatura’, een uniek Italiaans begrip dat ‘bestudeerde zorgeloosheid’ betekent: het spelen met formele en informele kenmerken; - ruimte bieden aan spontaan en alledaags gebruik; - de grote schaal en stoerheid niet schuwen. Een recente generatie architecten ontwikkelt zich als meesters in de kunst der nevenschikking. Ze zijn gewend om te werken in hybride en soms chaotische locaties. Ze gaan niet bij voorbaat uit van een schone lei (tabula rasa). Ze pikken elementen uit de context op, en|of openen er een geheel nieuw perspectief op. Ze maken zeer doordachte gebouwen, die zich door terloopse nevenschikking soepel in hun omgeving voegen en er vaak een nieuwe blik op bieden. Het beeldkwaliteitplan moet hen hiertoe inspireren.

Plint-lijf-kop Bebouwing op het terrein dient opgebouwd te worden volgens het principe van een plint die ervoor zorgt dat de gebouwen op de grond staan, een lijf waarin de massa van het gebouw verwerkt wordt en een kop, een logische beëindiging van het gebouw. De aanduiding van deze archetypische gevelopbouw kan door middel van nuances verkregen worden.

Materiaal en details Het karakter van de bebouwing wordt in belangrijke mate gemaakt door het materiaal waaruit de woningen zijn opgebouwd en het oog voor detail. Uitgangspunt is het gebruik van echte materialen, die mooi verouderen. - Het leidende materiaal is baksteen met een roodbruine kleur. De kleurkeuze van de steen dient in relatie te zijn (tonsuurton) met de kleur van de steen van de

ENKA. Ede


Ritme De ramen zijn ontworpen in het gevelvlak volgens een rustig en eenvoudig ritme over

perceellering van lange gevellengtes. Op deze wijze vormt de materiaalkeuze voor de

de gehele breedte van de rij. De ramen verspringen niet in de gevel en worden niet

nieuwbouw een afspiegeling van de gebruikte materialen in de historische fabriek en

over meerdere verdiepingen door getrokken. Het rustig en ritmisch omgaan met

wordt heden en verleden verzoend. Voor het achterliggende gedeelte van het deelplan

gevelopeningen vormt een belangrijk onderdeel van de architecturale vertaling van de

kunnen in afwijking van metselwerk de gevels opgetrokken worden uit stucwerk,

historisch fabrieksmuur.

natuursteen of gekeimd metselwerk. Afwijkende materialen moeten steeds vanuit het stedenbouwkundig oogpunt specifiek verantwoord worden in het plan. - Baksteendetails door middel van terugliggend metselwerk, baksteen kroonlijsten en|of raamomlijstingen worden als onderdeel van de architecturale kwaliteiten van de historische ENKA fabriek gewaardeerd. - De nokhoogte, goothoogte en rooilijn van de bebouwing is eenvoudig. Versprongen nok en goothoogtes dienen steeds vanuit de stedenbouwkundige perceptie ontworpen te worden. - Plinten, omlijstingen en muurafdekkers dienen in baksteen, natuursteen of gepolijst beton te worden vervaardigd. - Uitgangspunt is dat de bebouwing een zadeldak heeft. Enkel op specifieke plekken kan een plat dak gemaakt worden. Deze plekken dienen vanuit de stedenbouwkundige perceptie ontworpen te worden. De nokrichting is aangegeven in de themakaarten. - Dakoversteken zijn minimaal. In de gevelopbouw van de historische fabriek is de gevel primair aan het dak. Deze waardering voor het ontwerp van de gevel dient overgenomen te worden in de nieuwbouwplannen. De kroonlijst is de beĂŤindiging van de gevel. De dakbedekking bestaat uit pannen, zink of leien. Platte daken kunnen waar mogelijk als dakterrassen gebruikt worden. - Op en aanbouwen worden steeds uit baksteen opgetrokken. Schotelantennes, zonnepanelen, dakdoorvoeren of andere dakopbouwen anders dan dakkapellen dienen vanuit de openbare ruimte zo min mogelijk zichtbaar te zijn. - De kozijnen zijn van hout of aluminium en worden slank gedetailleerd in de gevel.

Erkers en dakkapellen - Erkers worden waar mogelijk toegestaan. Erkers kunnen een positieve invloed hebben op de plasticiteit van de gevel. De erkers dienen zoveel mogelijk opgebouwd te worden uit glas. De kozijnen zijn van hout of aluminium en worden zo slank mogelijk gedetailleerd. Andere materialen dan het glas en de kozijnen in de erkers dienen gelijk te zijn aan het gevelmateriaal, waardoor de erker een onderdeel vormt van de gevel. - Dakkapellen zijn opgetrokken in metselwerk en vormen een onderdeel van de gevel, ze ontstaan uit het volume van het gevelvlak en worden in het ritme van de ramen opgenomen. De positie van de dakkapellen wordt gewogen binnen het beeld van de totale rij.

Balkons, buitenruimtes en platte daken Aan de Zuidelijke ontsluiting komen in de wand van de Bennekomseweg een aantal appartementen voor. Aan balkons, buitenruimtes en platte daken dient extra aandacht besteed te worden. Kwaliteitsvolle appartementen hebben volwaardige buitenruimtes nodig in de vorm van balkons. De balkons worden aan de binnenkant van de bouwvelden ontworpen. Aan de straatkant kunnen inpandige loggia’s voor voldoende buitenruimte zorgen. Het dak worden waar mogelijk gebruikt voor dakterrassen. De platte daken kunnen als groendaken ontworpen worden.

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten

19

historische fabriek. Nuances in de kleurkeuze van de steen kan helpen in de


De enka-laan

20

De ENKA-Laan vormt het eerste onderdeel van één architectonisch compositie-element binnen het stedenbouwkundig plan voor de hele ENKA-wijk. De sfeer van statigheid en rust dient over de gehele lengte van de laan bewaakt te worden. De opbouw van het eerste deel van de ENKA-Laan bestaat in stedenbouwkundige zin uit drie delen. - De kop van de laan, de zuidelijke entree van het ENKA-plan vormt het eerste deel van de laan. Dit deel is een overlap tussen de Bennekomseweg en de ENKA-laan en wordt gevormd door een hoogteaccent van maximaal vijf bouwlagen. - Het tweede deel van de laan wordt gevormd door het lijf, een aaneengesloten wand van grondgebonden woningen. De woningen hebben twee bouwlagen en een kap. Statigheid, passend bij de laan, kan verkregen worden door grotere verdiepingshoogtes aan te houden. De rijwoningen worden door kleine nuances als eenheid binnen het geheel leesbaar. Perceellering wordt verkregen door middel van de positie van de voordeuren, regenwaterafvoer, genuanceerde kleur en formaatverschillen van de bakstenen en/of baksteendetails. - Op het einde van het eerste deel van de ENKA-laan wordt één extra verdieping toegestaan in de wand waardoor een stedenbouwkundige verbijzondering op de hoek ontstaat. Op deze plek kan ook een plat dak opgenomen worden. Deze hoek gaat op stedenbouwkundig niveau een relatie aan met de hoekpunten van het carré.

Opbouw statige laan - sfeerreferentie

ENKA. Ede


04.2

De architectonische compositieonderdelen Aan de bennekomseweg

21

De Bennekomseweg dient als statige bebouwingswand een gezicht te geven aan het ENKA terrein. Voor de gemiddelde Edenaar zal de bebouwing aan de Bennekomseweg het beeld worden van de ENKA. De bebouwingswand ligt hoger dan de weg en wordt van de weg gebufferd door een groene zone (passend bij het idee van de Parklaan), waardoor de bebouwingswand reeds vanuit zijn stedenbouwkundige positie de kwaliteit van statigheid mee krijgt, passend binnen de monumentaliteit van de ENKA fabriek. De bebouwingswand aan de Bennekomseweg kan onderverdeeld worden in drie deelgebieden. - Het meest zuidelijke deel is gelegen achter een ruime groene buffer van bestaande bomen en is gericht op het groen en het Horapark. De woningen hebben een bouwhoogte van twee lagen met kap. De bebouwingswand van de ENKA ontstaat, gebufferd en genuanceerd door het groen langs de Bennekomseweg. - Het tussendeel van de wand wordt gevormd door rijwoningen. De woningen hebben twee bouwlagen en een kap. Statigheid, passend bij de wand, kan verkregen worden door grotere verdiepingshoogtes aan te houden. De rijwoningen worden weliswaar door kleine nuances als eenheid binnen het geheel leesbaar. Perceellering wordt verkeren door middel van de positie van de voordeuren, regenwaterafvoer, genuanceerde kleur en formaatverschillen van de bakstenen en/of baksteendetails. - Bij de zuidelijke entree naar het ENKA-terrein wordt in de laan een hoogteaccent opgenomen. Het hoogteaccent benadrukt de entree van de laan. De bouwhoogte bedraagt maximaal vijf bouwlagen.

Eenvoudig ritme - sfeerreferentie

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


de noord-zuidstraat

22

De Noord-zuidstraat kent een eenvoudige opbouw als traditionele straatgevel met een beperkt beeldbepalend karakter. Het wonen in dit straatje kenmerkt zich dan ook vooral door het rustige en gewone woonkarakter. Belangrijk is de relatie tussen beide straatwanden. In dit deelgebied wordt de sfeer van het straatje gemaakt, het aansluitende deelgebied (wat in een latere fase van ontwikkeling zit) zal qua sfeer dienen aan te sluiten bij het eerste deelgebied. De bebouwingshoogte wordt gekenmerkt door twee bouwlagen met kap.

Woonstraatje met "Engelse inslag" - sfeerreferentie

ENKA. Ede


De bosstraat

23

De Bosstraat kent een rijk pallet aan verschillende korrels. Het zijn kopwoningen aan de toeloopstraten richting de hofjes, tweekappers en zeer korte rijtjes. Bij deze veelheid aan verschillende bebouwingskorrels hoort ook een veelheid aan verschillende architecturale ontwerpen. Door een pallet aan materialen en een aantal basis gevelopbouw regels op te stellen kan de rijk gevarieerde Bosstraat toch duidelijk een onderdeel vormen van de eigentijdse ENKA sfeer op het terrein.

Verschillende korrels - sfeerreferentie

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


24

Engelse inslag

Woonkwaliteit - sfeerreferentie

ENKA. Ede


De hofjes

25

De hofjes bestaan uit twee delen. Enerzijds zijn er de toeloopstraten richting het hofje, anderzijds de hofjes zelf. De toeloopstraten worden gekenmerkt door tweekappers, de bebouwing in de hofjes worden als rijwoningen ontworpen. De hofjes hebben de kwaliteit een woonomgeving te genereren binnen het semi openbare karakter. Stratenpatronen zijn samen gevoegd tot hofjes om rond te wonen, straten worden met andere woorden pleintjes. In stedenbouwkundige opzet worden de hofjes gekenmerkt door hun spiegelsymmetrische opbouw. Spiegelsymmetrie is het soort symmetrie met betrekking tot spiegeling. De symmetrie-as is aangegeven op de tekening. In architectonische zin kan deze spiegelsymmetrische opbouw door kleine verschillen genuanceerd worden en ontstaat een natuurlijk maar toch samenhangend geheel. Om het centrale perspectief richting de hofjes vanuit de bosstraat te ondersteunen wordt een hoogteaccent toegevoegd op de achterste gevel in het hof. Het hoogteaccent is centraal in de gevel ontworpen conform de spiegelsymmetrische opbouw van het hofje en wordt gevormd door de kaprichting te draaien en mogelijk extra ruimte in de kap te voorzien. De geslotenheid binnen het hofjes wordt ondersteund door overbouwingen mogelijk te maken tussen de verschillende rijtjes waaruit het hofje is opgebouwd.

Door de

overbouwingen wordt de geslotenheid van het hofjes gevrijwaard. De verschillende gevels van het hofje moeten steeds als gesamtskunstwerk beoordeeld worden.

Woonkwaliteit - sfeerreferentie

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


Bouwhoogte

Positie van de voordeur

26

Bouwhoogte 15m Goothoogte 7,5m, nokhoogte 11m Goothoogte en nokhoogte 13m Goothoogte 7,5m, nokhoogte 11,5m Voorgevel

Goothoogte 6m, nokhoogte 11m

Stedenbouwkundige verbijzonderingen

nokrichting

Stedenbouwkundige verbijzonderingen

ENKA. Ede

Verplichte noklijn


Garages

04.3

Themakaarten

worden beschreven aan de hand van een zes tal themakaarten. De kaarten leggen de bouwregels, passend binnen de sfeer die het beeldkwaliteitplan oproept, vast op kavelniveau. Bij het onderdeel bewaking van de kwaliteit wordt nog ĂŠĂŠn extra Garages

erkers en dakkapellen

themakaart toegevoegd, de architectenclusters. In die themakaart wordt dieper ingegaan on de architectonische opgave voor architecten die aan de slag gaan binnen het plan.

Erkers toegestaan Dakkapellen toegestaan

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten

27

De stedenbouwkundige randvoorwaarden om de vooropgestelde kwaliteit te bekomen,


28

ENKA. Ede


05

kwaliteit openbare ruimte 29

Het vertrekpunt voor de stedebouwkundige structuur van “de hofjes” is de Engelse tuinstadgedachte. De hoofdgedachte achter de welbekende “close” is dat er zo meer woningen aan een straat kunnen staan en dus meer mensen hun adres aan de lommerrijke straat hebben. Maar naast het feit dat het groene karakter de buurt in wordt getrokken creëren de closes/hofjes een geheel eigen ruimte met een eigen sfeer en identiteit.

Deze tuinstadgedachte is ook het uitgangspunt voor de vormgeving van de

openbare ruimte en de overgang van openbaar naar privéterrein. Groene straten en stegen maken aangename routes. Verschillende hoven vergroten door hun groene uitstraling het leefklimaat en de diversiteit binnen de buurt.

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


30

de hoven

ENKA. Ede

de straten


05.1

Het groene netwerk

31

Bij de opbouw van een buurt zijn naast de hoven ook hele functionele ruimtes als paden langs de achtertuinen nodig. Alleen al om de simpele reden dat je graag je fiets in de berging zou willen zetten. Hier ligt indirect een verborgen kwaliteit om van de verschillende stegen en achterpaden een doorlopend groen netwerk te maken. Door een kleine, strategische en vooral groene ingreep in de achterpaden kunnen de verschillende hoven met elkaar verbonden worden. Daardoor ontstaat een netwerk dat de verschillende plekken, hoven en tuinen met elkaar verbind. Een ideale speelomgeving voor kinderen om te “ontdekken� of een ommetje te maken. Naast de groene, autovrije hoven waaraan wordt gewoond, zijn er ook parkeerhoven. Hier parkeer je de auto en kom je iedere dag thuis. De achterpaden spelen daarbij een cruciale rol. Door deze niet alleen te benaderen als achterom waar je snel even je fiets in de berging zet, maar juist te zien als verbindende schakel tussen de hoven en tuinen. Een plek die ook aangenaam en representatief is om even doorheen te wandelen wanneer je de auto hebt geparkeerd en achterom thuis komt. Maar de achterpaden hebben nog een functie. In nieuwbouwwijken waar de kavelgrootte vaak beperkt is, zijn de bewoners juist aangewezen op het groene geraamte van hun buurt. Mensen hebben niet de ruimte in hun tuin of zijn vaak voorzichtig met het planten van bomen die juist zo sterk bijdragen aan dit geraamte. De ruimte in de achterpaden maakt het mogelijk solitaire bomen te planten zodat mensen dat niet in hun tuin hoeven te doen.

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


de straten

32

Stegen Paden van 2,4 meter breed vormen de korte verbinding tussen de verschillende hoven. De erfafscheiding van de tuinen is hier altijd vormgegeven door een met klimplanten begroeid hekwerk of door een haag. Ondanks de maat van deze stegen dragen ze zo bij een het groene karakter van de buurt.

ENKA. Ede


33

Achterpaden Dit zijn dè groene verbindingen tussen de hoven. Met een plantstrook van 2,2 meter komt het totale profiel op 3,7 meter. De bomen zijn maximaal van 2e grootte en toegepast als solitaire exemplaren. De onderbeplanting zal geen gemaaid gras zijn, maar een makkelijk te onderhouden beplanting die tegen een stootje kan. De plantvakken in de oost-west gerichte achterpaden zijn op het zuiden georiÍnteerd zodat ze het meeste zonlicht opvangen en dus geen last ondervinden van de slagschaduw van de erfafscheiding.

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


Toeritten De toeritten begeleiden de automobilist naar het parkeerhof. De lage haag aan weerszijden zorgt voor een vriendelijk entree en onderbreekt het stenige karakter. Doordat het verharde gedeelte 4,5

34

meter breed is kunnen tegemoetkomende auto’s elkaar passeren.

ENKA. Ede


Entrees Deze straten vormen de introductie naar de woonhoven. Aan de zuidzijde van het plan vormen zij de verbinding tussen het Horabos en de woonhoven. Een breed lommerrijk profiel met statige bomen begeleid de bezoeker naar het hof. Aan weerszijde van de weg bieden brede circa 15 meter en gaat via een lage haag over in diepe voortuinen waar de auto’s op eigen erf geparkeerd staan. In de straat is ook ruimte om te parkeren op de weg. Wanneer er geen auto’s staan is het enkel een brede straat in plaats van een weg die wordt geflankeerd door verlaten parkeervakken. Waar geparkeerd mag worden wordt aangeduid door middel van een uitwaaierend patroon van klinkers in een andere kleur. Langs de parkeerzijde vormt een brede band van 50 cm de overgang naar het gazon. Zo ontstaat een comfortabele uitstapstrook.

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten

35

gazons ruimschoots plaats voor de laan. De breedte van het profiel is


de hoven Parkeerhoven De parkeerhoven hebben een hoogwaardige, representatieve en groene uitstraling. Ondanks dat hier veel auto’s zullen staan zullen zij bijdragen aan het groene netwerk. Dit is immers de plek waar je iedere dag thuis komt. Waar de parkeerhoven via een kleine steeg verbonden zijn met de woonhoven worden deze afgezoomd door een lage haag. Ook het parkeerhof zelf wordt benaderd als een plein met hagen en bomen. Om de bomen voldoende tot ontwikkeling te laten komen is op strategische plekken een parkeervak weggelaten zodat deze geheel beschikbaar is voor de boom. Onder het parkeerhof vindt waterberging en infiltratie plaats door middel van waterpasserende

36

klinkers.

ENKA. Ede


37

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


Woonhoven Dit zijn groene hoven waaraan gewoond wordt. Hier mag dus niet geparkeerd worden. Een brede stoep en rondgang maakt het wel mogelijk om rond het hof te rijden voor bijvoorbeeld hulpdiensten of laden en lossen. Deze ruimte is bijzonder geschikt voor kinderen om te spelen

38

zonder dat daarvoor speelobjecten geplaatst zullen worden.

ENKA. Ede


Binnenhoven In een aantal van de buurten liggen kleine verscholen pleintjes tussen de tuinen waar alleen voetgangers komen. Dit zijn uitgesproken plekken waar ruimte is om te spelen in de veilige nabijheid van de eigen tuin. Hiertoe zullen speelobjecten ingepast worden.

39

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


0.80m-1.80m opgebouwd uit laag metselwerk met hek- of latwerk begroeid met klimplanten. Afwisselend open en gesloten delen. (bergingen als onderdeel van de tuinafscheiding

40

ontworpen)

1.80m hek- of latwerk begroeid met klimplanten.

0.80m-1.80m

ENKA. Ede

haag


05.2

overgangen openbaar - privĂŠ

41

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


42

parkeren eigen erf (59pp)

parkeren op parkeerhof (105pp)

parkeren op/ langs straat (115pp)

ENKA. Ede


05.3

functioneel ruimtegebruik

Het parkeren vormt altijd een belangrijk onderdeel van de openbare ruimte. Te weinig

Volgens deze normering zijn 278 parkeerplaatsen benodigd

parkeerplaatsen kunnen leiden tot “wildparkeren” en een rommelig beeld van de openbare ruimte. Voor het eerste deelgebied is een parkeertoets gedaan om na te gaan

Deelgebied-A voorziet in het volgende parkeeraanbod:

of het aantal getekende parkeerplaatsen voldoende is. Naast het parkeren in de

Parkeerhoven

105

parkeerhoven kan er geparkeerd worden in de straat of op eigen erf. Bij het toedelen

Op eigen erf

59

van de parkeerplaatsen is daarbij niet alleen het aantal, maar ook de balans in de

Entreestraat woonhof

12

verdeling van de parkeervakken over de buurt belangrijk. Ook hierbij kan een onbalans

In middenberm hoofdroute

28

weer leiden tot wildparkeren. De conclusie voor het eerste deelgebied is dat

Zuidelijke bosrand

36

voldoende parkeerplaatsen zijn gerealiseerd. Er is echter nog wel een beperkte

Westelijke bosrand

29

onbalans tussen het noordelijk en zuidelijk plandeel dat aanpassing behoeft.

Noord-zuid straat naar bos

10

TOTAAL

279

Balans

1 overschot

Gehanteerde norm (Gemeente Ede) en woningaantallen: 0 woningen

< € 170.000

/ Geen

95 woningen

€ 170.000 - € 250.000 / type A t/m D en 1 t/m 3

norm 1.7

63 woningen

> € 250.000

norm 1.85

/ type E t/m G en 4 t/m 11

+

norm 1.45

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten

43

Parkeertoets eerste deelgebied


Vuilinzameling Een keer per week wordt het straatbeeld gedomineerd door het aanbieden van kliko's. Om dit in goede banen te leiden zullen er afspraken gemaakt moeten worden en ruimte gereserveerd waar deze kunnen worden aangeboden. Om de ophaalpunten voor de kliko’s te bepalen is gezocht naar strategische punten zodat de loopafstand vanaf de woning maximaal 75 meter is. Daarbij speelt ook de bereikbaarheid en het geluidsoverlast door de vuilniswagen een rol. Door de afvalinzameling naar de randen van het deelgebied te verplaatsen is deze altijd goed bereikbaar voor de vuilniswagen. Daarmee kunnen ook de woonhoven vrij worden gehouden van wekelijks vrachtverkeer en geluidsoverlast. Het speciaal inrichten van verharde opstelplaatsen voor kliko’s legt een groot beslag op de openbare ruimte en gaat vaak ten koste van het groen. Deze plekken worden slechts eens per week gebruikt en staan verder leeg. Door kliko’s aan te bieden op daarvoor bestemde parkeerplaatsen wordt

44

deze ruimte meervoudig gebruikt. Aanduiding waar de kliko geplaatst kan worden, gebeurt dan met eenvoudige tegels. Aangezien veel mensen de kliko in de achtertuin plaatsen is vanaf deze positie gerekend. In vrijwel alle gevallen is de ophaalplaats binnen een loopafstand van 75 meter bereikbaar. Een enkele uitzondering hierop zijn een aantal woningen in het hart van het plan.

route van woning naar kliko opstelplaats

scheiding afvalinzamelingsgebied

kliko opstelplaats

meer dan 75 meter buiten hoofdroute

ENKA. Ede


Spelen Spelen moet niet alleen tot de verbeelding van kinderen spreken, maar ook voor mensen die daar dagelijks naar kijken. Spelen is namelijk onderdeel van de openbare ruimte en zou deze ook moeten verfraaien. Spelen zou daarom ook mooi moeten zijn. Het gebeurt veel te vaak dat er gewoon een paar objecten uit een catalogus worden gekozen die het plan ‘sieren’. Het zou veel beter zijn om objecten te ontwerpen die passen in de ruimte waar ze moeten staan. Ook zou het thema spelaanleiding veel meer moeten worden toegepast. Elementen en objecten die onderdeel lijken te zijn van een plein, bos, hof of watersysteem kunnen prachtige speelobjecten opleveren. Wanneer deze objecten niet door kinderen worden bespeeld dan zijn ze onderdeel van hun woonomgeving. Omdat het plan zoveel groene hoven en pleinen heeft is hier altijd ruimte om te spelen. Directe speelobjecten hoeven hier niet geplaatst te worden. Hier is ruimte voor de creativiteit van kinderen. De kleinere speelobjecten worden geplaatst.

speelhof (3-12 jaar)

woonhof waar gespeeld mag worden

bos waar gespeeld mag worden

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten

45

speelhoven zijn de enige plekken in het plan waar als zodanig


46

ENKA. Ede


06

bewaking van de kwaliteit 47

Toetsingskader De doelstelling van het verkavelingsplan en beeldkwaliteitplan om de ruimtelijke en functionele kwaliteit van het projectgebied optimaal te kunnen tot stand brengen, wordt deels bepaald door het stedenbouwkundig ontwerp en het functioneel programma. Om deze te bereiken is het belangrijk om een toetsingskader te hebben voor de uitwerking van dit eerste deelgebied.

Architectonische compositie De beoordeling van de architectonische compositie van afzonderlijke bouwplannen is een verantwoordelijkheid die ligt bij de stedenbouwkundig ontwerper van ENKA en de supervisor Ede-Oost. In samenspraak met de stedenbouwkundig ontwerper zal ten behoeve van de samenhang in het deelgebied en de aansluiting ervan op de openbare ruimte, de architectonische typologie voor het projectgebied zich ontwikkelen. Het beeldkwaliteitplan ligt mede aan de basis van de toetsing. Voor de afstemming van de ontwikkeling op het Enka terrein met het grotere geheel van de ontwikkeling van Ede-oost en de tussentijdse toetsing van de bouwplannen op de ontwerpuitgangspunten van het Stedenbouwkundig plan van Enka en het verkavelingsplan van het deelgebied heeft de stedenbouwkundig ontwerper van ENKA overleg met de supervisor die namens de gemeente voor Ede-oost is aangesteld. De supervisor Ede-oost kan bepalen dat bij deze bespreking een nadere vertegenwoordiger vanuit bijvoorbeeld welstand of monumentencommissie aanwezig is.

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


48

ENKA. Ede


de ontwerpclusters

49

Het verkavelingsplan kan onderverdeeld worden in een aantal logische ontwerpclusters. Bij de uitwerking van het verkavelingsplan kunnen verschillende architecten geselecteerd worden voor de verschillende ontwerpclusters. Belangrijk bij de selectie van de architecten is de affiniteit met de kunst der nevenschikking. Voor de sfeer en beeldkwaliteit zijn samenvattend nogmaals een paar motieven te benoemen die als criteria bij de toekomstige keuze van architecten betrokken zullen worden: - gevoel voor de kunst van de ‘nevenschikking’; - het tonen van de sporen van de tijd (‘patina’ niet wegpoetsen, materialen toepassen die mooi verouderen); - spelen met (on)regelmaat en (im)perfectie; - ‘sprezzatura’, een uniek Italiaans begrip dat ‘bestudeerde zorgeloosheid’ betekent: het spelen met formele en informele kenmerken; - ruimte bieden aan spontaan en alledaags gebruik;

- de grote schaal en stoerheid niet schuwen.

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten


50

ENKA. Ede


colofon 51

PROJECTNAAM ENKA Ede

OPDRACHTGEVER Grondbank Bennekomseweg Ede cv een samenwerking tussen AM wonen en ASR Vastgoedontwikkeling

PROJECTTEAM awg architecten: Filip Delanghe Raven Rumes lodewijk baljon landschapsarchitecten:

Lodewijk Baljon Patrick Ruijzenaars Karin van Essen Bas Heessels

landschapsarchitect I directeur landschapsarchitect I projectleider landschapsarchitect I medewerker ontwerper I tekenaar

DATUM 8 juli 2009

awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.