Beeldkwaliteitplan
De hofjes | deel B
Grondbank Bennekomseweg Ede CV Een samenwerking tussen AM en ASR Vastgoed Ontwikkeling 18 januari 2011
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
2
ENKA. Ede
inhoudsopgave pg
05
02 Visie
pg
07
3
01 I nleiding | Verkavelingsplan
03 Uitwerking pg 09 Hoogteligging na sanering Groenstructuur Ontsluitingsstructuur Netwerk van openbare ruimte Het groene netwerk Functioneel ruimtegebruik
04 (Beeld)kwaliteit 04.1 Algemene regels voor de (beeld)kwaliteit 04.2 De architectonische compositieonderdelen De ENKA-laan De Bosstraat De Noordzuidstraat Het woonhof 04.3 Themakaarten
35 pg 36 pg 38 pg
pg
43
05 bewaking van de kwaliteit
pg
47
Colofon
pg
49
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
4
ENKA. Ede
01
inleiding | verkavelingsplan 5
Ambitie Elke nieuwe opdracht is de aanleiding voor een specifieke aanpak. Bouwen in en aan een
Deelgebied B wordt begrensd door de noord-zuid straat en het schoorsteenpleintje, een
bestaande omgeving –in dit geval het ENKA terrein te Ede- vraagt steeds opnieuw om de
pleinruimte rondom de grote schoorsteen. Hoewel voor het schoorsteenpleintje reeds de
analyse van de aanwezige karakteristieken, én uiteindelijk om die intelligente ‘zet’
ambities worden weergegeven, ligt de formele deelgebiedsgrens, in rode stippellijn
die zowel de huidige kwaliteiten van projectgebied en omgeving versterkt, als nieuwe
aangegeven, net voor de woningen aan het plein. In de bouwlogica van de woonwijk is
kwaliteiten toevoegt.
dit een logisch en afgewerkt stedenbouwkundig geheel. Het schoorsteenpleintje en het vervolg in deelgebied C zijn volgende bouwkundige gehelen.
Bij de vraag naar een oplossing voor een ruimtelijk-organisatorisch probleem gaat het er ons inziens niet om een -exclusief- ‘concept’ te bedenken. Het gaat er ons inziens wel om door onderzoek een welbepaalde (ontwerp-)houding, een duidelijke mentaliteit met betrekking tot de voorliggende vraag te ontwikkelen, waardoor er voldoende stedenbouwkundige en/of architecturale energie vrijkomt om creatief ‘uit te vinden’. Met andere woorden gaat het allereerst om de ontdekking van het specifieke karakter van een gebied, een plek, een tijd en de natuur ervan. Het project ENKA is omvangrijk (in schaal en tijd) en ambitieus. Het spreekt vanzelf dat niet alle bouw- en verkavelingsplannen tegelijkertijd van start kunnen gaan. Ter beoordeling van de bouwplannen dient een gedetailleerder stedenbouwkundig plan in de vorm van een verkavelingsplan opgesteld te worden. Dit verkavelingsplan plan en bijhorende beeldkwaliteitplan geven richting aan de realisatie van deelgebied B van het ENKA-terrein te Ede. De kaders voor de uitwerking van het verkavelingsplan zijn reeds beschreven in het stedenbouwkundig plan voor het gehele ENKA-terrein.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
6
ENKA. Ede
02
Visie Netwerk van achterpaden en besloten plekken.
referentie van een Engelse tuinwijk. De voornaamste ruimtelijke kwaliteit van deze
Aan de verbinding tussen de woningen, straten, hofjes en parkeerkoffers wordt in het
tijdloze stedenbouwkundige karakteristiek ligt verscholen in de manier waarop
verkavelingsplan extra aandacht besteed en extra ruimte voorzien. Voor voetgangers en
openbare ruimte wordt gemaakt. De reguliere stratenpatronen worden samen gevoegd
fietsers ontstaat op deze manier een fijnmazig netwerk van semie openbaar karakter over
waardoor ruimtes ontstaan om rond te wonen, de hofjes.
en door hele plan.
Door de ruimtelijke opbouw van het plan ontstaat een tweedeling in straten rondom het deelplan en groot hof in het deelplan. Deze twee elementen vormen de belangrijkste
Het verkavelingsplan bied ruimte aan 120 woningen. In het bebouwingsprogramma zijn 32
ingrediĂŤnten om te komen tot het verkavelingsplan van deelgebied B.
woningen in het goedkope segment en 88 woningen in het middel dure segment en het dure segment opgenomen. De parkeerbehoefte wordt hiervan afgeleid en is uitgewerkt in
De straten
het document.
De straten kennen een rijk pallet aan verschillende sferen. Het zijn wijkontsluitingswegen, doorgaande wegen, verbindingsstraten, woonstraten,... De straten vormen met andere woorden de verbinding met de omgeving en dienen op deze te reageren. Bij de straten gaat het in eerste instantie over het totaalontwerp van de straatwand, en in de tweede instantie ook over het ontwerp van de tegenover liggende straatwand. Het architectonische ontwerp van de straat wordt als geheel ontworpen, inclusief beide straatgevels. De ontwikkeling van de straten in dit deelplan zullen bij de straatwanden van deelgebied A moeten aansluiten om tot een harmonisch geheel te komen.
Het hof Het hof heeft de kwaliteit een woonomgeving te genereren binnen het semi openbare karakter. Stratenpatronen zijn samen gevoegd tot een hof om rond te wonen, straten worden met andere woorden pleintjes. In de oksels van het hof worden parkeerkoffers ontworpen van hoge kwaliteit omdat deze voor de bewoners van het deelplan dagelijks gebruikt worden.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
7
Het verkavelingsplan en beeldkwaliteitplan wordt opgebouwd vanuit de ruimtelijke
8
hoogteLIGGING NA SANERING
Door het saneren van de vervuilde delen en opbrengen van 1 meter schone leeflaag zal het plan nieuwe peilhoogtes krijgen. Het carré heeft een bestaand peil van 22.75 +NAP en zal aangesloten worden op de nieuwe peilen. Alle peilen zijn maaiveldhoogtes (goothoogte weg). Het vloerpeil van de woningen zal 25 cm hoger liggen. De steilrand in de noordoosthoek met de bestaande bosgroep zal behouden blijven. De meer zuidelijk gelegen aansluiting op het hoger gelegen oostelijke deel zal door middel van terrassen en taluds op een natuurlijke wijze worden opgezet. Om de vervuilde grond te kunnen bergen zal het zuidwestelijk deel van het plangebied worden opgehoogd tot 23.10 +NAP (goothoogte weg). De vloerpeilen van de woningen liggen hier op 23,35 +NAP. Vanaf de Bennekomseweg snijdt de toegangsweg licht in de helling om vervolgens vlak uit te komen bij de eerste toegang tot de hoven. De vorm van de keermuur die daar het hoogteverschil opvangt is afhankelijk van de wijze van aansluiten op de Bennekomseweg. Richting het B
carré ligt het profiel alleen aan de zuidelijke zijde op een zeer flauw talud. Door het gebruik van de beplanting zal het hoogteverschil hier bijna niet opvallen. Op het schoorsteenplein wordt het hoogteverschil opgevangen in een klein muurtje waardoor de woningen aan het plein via een trappetje toegankelijk zijn. Richting de achterpaden wordt dit hoogteverschil opgevangen in een hellingbaan. Deelgebied C ligt vervolgens op het zelfde niveau als het carré.
ENKA. Ede
03
Uitwerking 9
gROENSTRUCTUUR
Bestaande bomen hebben een bijzondere waarde in een nieuwbouwwijk. Evenals de overgebleven historische bebouwing geven zij de plek karakter. Op het ENKA terrein hebben zich in de loop der jaren veel bomen en bosgroepen gevormd. Uit onderzoek is echter gebleken dat een groot deel van de bomen op vervuilde grond staat en tijdens het saneren is inmiddels een groot deel van dit bomenbestand verloren gegaan. Boom B Deze oude Amerikaanse eik (Quercus rubra) is dè mooiste boom op het gehele ENKA terrein en kan prima solitair worden ingepast. De boom zal in een groenvak komen te staan op een plein rondom de grote schoorsteen. Voordat dit kan gebeuren zal er behoorlijk wat onderhoudssnoei aan de boom plaats moeten vinden om deze geschikt te maken voor inpassing in een woonomgeving. Eenmaal op het plein zal deze een enorme meerwaarde opleveren voor de woonomgeving.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
5
6
Bosrand
10
De zuidelijke rand van het plan wordt gekenmerkt door de ligging van het Horapark, een bedrijventerrein in parkachtige setting. De overgang tussen het Horapark en de nieuw te ontwikkelen woonwijk wordt door middel van een bosrand vormgegeven. Op een aantal plaatsen zijn door het saneren gaten gevallen in de boomgroepen waardoor er zicht is op de achterliggende gebouwen. Om in de toekomst het gevoel van wonen aan de bosrand weer te beleven zal er een nieuwe bosrand ontwikkeld moeten worden. Deze zal bestaan uit nieuw te planten bos en deels uit het omvormen van bos. Het bestaande bos heeft vrijwel geen onderbegroeiing (hallenbos) waardoor er lange, niets verhullende zichtlijnen ontstaan. Omdat er relatief weinig ruimte is om een brede bosrand te maken, zal de oplossing gezocht worden in een verticaal gelaagde bosrand. Daarbij zal naast de boomlaag een struiklaag en kruidlaag gecreĂŤerd worden. Om een dergelijke gelaagde bosrand te maken is ca 10 meter nodig. In de bosrand wordt op een aantal plekken ook geparkeerd en begint de bosrand vanaf de parkeervakken. Daardoor is de bosrand soms 10 meter breed en wanneer er niet geparkeerd wordt tot wel 15 meter breed.
ENKA. Ede
11
Om deze bosrand mogelijk te maken is het gezien de huidige planvorming noodzakelijk om de ontwikkeling aan twee zijden van de erfgrens plaats te laten vinden. In het document "aansluiting Horapark" d.d. 30-11-2010 is uiteengezet op welke manier dit vormgegeven kan worden. In de overgang naar het Horapark dient vanuit de flora en fauna ontheffing een afscherming voor padden naar het ENKA terrein gemaakt te worden. Deze wordt al deels gevormd door de keermuur. In het verlengde hiervan kan een eenvoudige haha constructie in de bosrand geplaatst worden om de afscherming compleet te maken.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
12
Ontsluitingsprincipe
Fietsverbinding
ontsluitingsstructuur
Hoofdontsluiting (50km/u) Hoofdontsluiting (30km/u)
Enkel het eerste deel van de noordelijke en zuidelijke ontsluitingswegen zijn 50km/u
Nevenontsluiting
wegen. De overige wegen in het plangebied zijn 30km/u wegen. De auto is te gast op
Ontsluiting parkeerhofjes
deze wegen en de fietsers fietsen op de rijbaan. Voor de ontsluitingsstructuur wordt een dubbel lussysteem opgezet. Een eerste lus vormt de hoofdonsluiting van het plangebied, heeft twee aansluitingen op de Bennekomseweg en loopt rond het carrĂŠ. De tweede lus loopt rond het plangebied, langs het Horapark en de oostelijke steilrand. Het voordeel van deze benadering is dat er weinig sluipverkeer ontstaat en dat doorgaand verkeer door de woonbuurtjes kan gemeden worden. Langs dit deelgebied, over het schoorsteenpleintje, wordt een extra fietsvoorziening aangelegd. Het netwerk van fietsverbindingen over het terrein in aansluiting met de fietsverbindingen in de omgeving vormen een belangrijke drager voor de verankering en bereikbaarheid van het terrein voor langzaam verkeer. De hoofdroute loopt van noord naar zuid, vanaf de Kazerneterreinen Zuid, via een fietsbrug over het spoor door het poortgebouw richting de zuidelijke ontsluitingsweg, via het pleintje rondom de grote schoorsteen tot aan de Laarderalle in het zuiden. Deze route zal in de openbare ruimte zichtbaar gemaakt worden op een subtiele manier.
Ontsluitingsstructuur deelgebied B
ENKA. Ede
13
Netwerk van openbare ruimtes
Netwerk van openbare ruimtes Zowel het carré als de omliggende woonwijk worden op verschillende manieren verankerd in de omgeving. Het is de verankering van een plan in de omgeving dat het functioneren bepaald, niet de uiterlijke verschijningsvorm. Verankeringen kunnen zowel functioneel, structureel als visueel zijn, maar helpen bij de stedenbouwkundige inbedding van het plan in de omgeving. Het carré wordt verbonden met de omgeving via de bomenlaan richting de Laarderallee in het zuiden, over het pleintje rond de grote schoorsteen van het ENKA-terrein, naar de binnenplaats van het carré, tot bij de westhal en verder door het poortgebouw over het spoor tot op de kazerneterreinen ten noorden van het ENKA-terrein. Het schoorsteenplein naast dit deelgebied vormt een schakel in het netwerk van belangrijke openbare ruimtes en verdient daardoor extra aandacht in het verkavelingsplan.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
hoofdroute 30km/uur
14
Waar de hoofdroute geen 50 km/uur hoeft te zijn splitst de samengestelde rijbaan zich in twee gescheiden rijbanen van elk één rijstrook. Hierdoor wordt optimaal van het groene karakter geprofiteerd. Het niet kruisen van tegenliggers zorgt ervoor dat de beleving van de groene omgeving meer impact heeft. Het is een representatieve en herkenbare route rond het carré. In de middenberm, tussen de rijbanen, wordt op een ontspannen en losse manier gestoken geparkeerd. De woningen liggen daarmee direct aan de groene, parkachtige as zonder dat deze doorbroken wordt door geparkeerde auto’s. Door het bloemrijke gras loopt een halfverhard voetpad langs het carré. Los van de rijbaan en vrij door het gras. Vanaf de parkeerplaatsen kunnen in de toekomst olifantenpaadjes in het gras ontstaan. Omdat het hoog en bloemrijk gras is en de ondergrond zandig, zal dit geen vervelende beelden opleveren. Het past juist in het beeld van wonen op de Veluwe.
ENKA. Ede
bosstraat zuidzijde
de bosrand te wonen. De weg neemt daarbij even afstand van de woning en het voetpad door middel van een grasberm waarin ook bomen staan. De beleving van de automobilist wordt daarmee ‘vergroent’ en de beleving van thuiskomen aan de bosrand versterkt. Aan de boszijde is ruimte voor haaks parkeren. Op punten waar zichtlijnen vanuit de woonhoven eindigen op de bosrand worden geen parkeervakken gemaakt. Zo is de beleving van de bosrand het sterkst en overheerst het lommerrijke beeld in alle zichten. Door het ontwikkelen van onderbegroeiing ontstaat een gelaagde bosrand die het bosrijke karakter versterkt. Daarmee worden ook de gaparkeerde atuo’s grotendeels aan het zicht onttrokken.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
15
Deze route langs het bos en Horapark geeft de bewoner het gevoel aan
noordzuidstraat 14m
16
De noordzuidstraat verbindt de groene hoofdroute met het Horapark. Het ruige, Veluwse karakter wordt hier in de straat doorgezet om verbinding te maken met het bos in het Horapark. De bloemrijke bermen met verspreid staande bomen zijn in de buitenbocht van het profiel gepositioneerd zodat er vanuit elke richting zicht is op het groen. De groene verbinding tussen de hoofdroute en het bos wordt zo versterkt. De woningen staan vrijwel direct aan het groen.
ENKA. Ede
noordzuidstraat 16m
breedte. Naast een vrijliggende stoep is er een rabatstrook waar auto’s elkaar kunnen passeren. De rijloper kan daardoor smal worden gehouden zodat de automobilist wordt geremd in zijn snelheid. Een duidelijk contrast in de verharding duidt op voetgangers. Automobilisten worden zo gewezen op het feit dat ze in een woonstraat rijden en daarop hun snelheid moeten aanpassen. Er wordt zo ook optimaal gebruik gemaakt van de beschikbare ruimte en is het mogelijk om een lommerrijk en groen profiel te maken.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
17
De straat heeft een afwisselend beeld door een deel van 16 en 14 meter
18
de hoven
de straten
ENKA. Ede
Het groene netwerk
19
Bij de opbouw van een buurt zijn naast de hoven ook hele functionele ruimtes als paden langs de achtertuinen nodig. Alleen al om de doodeenvoudige reden dat je graag je fiets in de berging zou willen zetten. Hier ligt indirect een verborgen kwaliteit om van de verschillende stegen en achterpaden een doorlopend groen netwerk te maken. Door een kleine, strategische en vooral groene ingreep in de achterpaden kunnen de verschillende hoven met elkaar verbonden worden. Daardoor ontstaat een netwerk dat de verschillende plekken, hoven en tuinen met elkaar verbind. Een ideale speelomgeving voor kinderen om te “ontdekken� of een ommetje te maken. Naast de groene, autoluwe hoven waaraan wordt gewoond, is het schoorsteenplein de grootste ruimte op het snijvlak van beide deelgebieden. Daarnaast zijn er ook parkeerhoven. Hier parkeer je de auto en kom je iedere dag thuis. De achterpaden spelen daarbij een cruciale rol. Door deze niet alleen te benaderen als achterom waar je snel even je fiets in de berging zet, maar juist te zien als verbindende schakel tussen de hoven en tuinen. Een plek die ook aangenaam en representatief is om even doorheen te wandelen wanneer je de auto hebt geparkeerd en achterom thuis komt.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
de straten
20
Stegen Paden van circa 2 meter breed leggen de korte verbinding tussen de verschillende hoven. De erfafscheiding van de tuinen is hier altijd vormgegeven door een met klimplanten begroeid hekwerk of door een haag. Ondanks de maat van deze stegen dragen ze zo bij een het groene karakter van de buurt.
ENKA. Ede
21
Achterpaden Dit zijn dè groene verbindingen tussen de hoven. Met een plantstrook van 2,2 meter komt het totale profiel op 3,7 meter. De bomen zijn maximaal van 2e grootte en toegepast als solitaire exemplaren. De onderbeplanting zal geen gemaaid gras zijn, maar een makkelijk te onderhouden beplanting die tegen een stootje kan. De plantvakken in de oost-west gerichte achterpaden zijn op het zuiden georiÍnteerd zodat ze het meeste zonlicht opvangen en dus geen last ondervinden van de slagschaduw van de erfafscheiding.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
2
1 1
22
Toeritten De toeritten begeleiden de automobilist naar het parkeerhof. De lage haag zorgt voor een vriendelijk entree en onderbreekt het stenige karakter. Doordat het verharde gedeelte 4,5 meter breed is kunnen tegemoetkomende auto’s elkaar passeren.
ENKA. Ede
2
Deze straten vormen de opmars naar de woonhof. Aan de zuidzijde van het plan vormen zij de verbinding tussen het Horabos en de woonhof. Een breed lommerrijk profiel met statige bomen begeleid de bezoeker naar het hof. Aan weerszijde van de weg bieden brede gazons ruimschoots plaats voor de laan. De breedte van het profiel is 15 meter en gaat via een lage haag over in diepe voortuinen waar de auto’s op eigen erf parkeren. In de straat is ook ruimte om te parkeren op de weg. Wanneer er geen auto’s staan is het gewoon een brede straat in plaats van een weg die wordt geflankeerd door verlaten parkeervakken. Langs de parkeerzijde vormt een brede band van 50 cm de overgang naar het gazon. Zo ontstaat een comfortabele uitstapstrook.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
23
Entrees
de hoven
24
Parkeerhoven De parkeerhoven hebben een hoogwaardige, representatieve en groene uitstraling. Ondanks dat hier veel auto’s zullen staan zullen zij bijdragen aan het groene netwerk. Dit is immers de plek waar je iedere dag thuis komt. Waar de parkeerhoven via een kleine steeg verbonden zijn met de woonhoven worden deze afgezoomd door een lage haag. Ook het parkeerhof zelf wordt benaderd als een plein met hagen en bomen. Om de bomen voldoende tot ontwikkeling te laten komen is op strategische plekken een parkeervak weggelaten zodat deze geheel beschikbaar is voor de boom. Onder het parkeerhof vindt waterberging en infiltratie plaats door middel van waterpasserende klinkers.
ENKA. Ede
Dit is een groen hof waaraan gewoond wordt. Een brede stoep en rondgang maakt het mogelijk om rond het hof te rijden voor bijvoorbeeld hulpdiensten of laden en lossen. De grote groene ruimte, waarvan het maaiveld op plekken geaccidenteerd wordt aangelegd, is bijzonder geschikt voor kinderen om te spelen zonder dat daarvoor speelobjecten geplaatst dienen te worden.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
25
Woonhof
26
parkeren eigen erf - 32pp
parkeren openbaar - 174pp
woningen meegeteld in deze parkeerbalans, maar geen onderdeel van het deelplan
ENKA. Ede
functioneel ruimtegebruik
Deelgebied B, gehanteerde norm Gemeente Ede:
Het parkeren vormt altijd een belangrijk onderdeel van de openbare ruimte. Te weinig
Goedkoop
/ type 1 + 2B
1.45
(32 woningen)
parkeerplaatsen kan leiden tot “wildparkeren� en een rommelig beeld van de openbare
Duurder
/ overige
1.80
(88 woningen)
ruimte. Voor deelgebied B is een parkeertoets gedaan om na te gaan of het aantal
volgens norm: 205 parkeerplaatsen benodigd
getekende parkeerplaatsen voldoende is. Naast het parkeren in de parkeerhoven kan er
Parkeeraanbod Deelgebied B
geparkeerd worden in de straat of op eigen erf. Bij het toedelen van de
Parkeerhoven
51
parkeerplaatsen is daarbij niet alleen het aantal, maar ook de balans in de verdeling
Op eigen erf
32
van de parkeervakken over de buurt belangrijk. Ook hierbij kan een onbalans weer
Entreestraten woonhof
40
leiden tot wildparkeren. De conclusie voor deelgebied B is dat voldoende
Parallelweg hoofdroute
4
(van 35)
parkeerplaatsen zijn gerealiseerd.
In middenberm hoofdroute
19
(enkelzijdig t.h.v. DGB-B)
Noordzuidstraat
15
Zuidelijke bosrand
37
Entreestraat Schoorsteenplein
8
TOTAAL
206
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
27
Parkeertoets Deelgebied B
28
lage haag
houten latten
hoge haag
gemetselde muur
hekwerk met klimplanten
ENKA. Ede
bergingen en hekwerk met klimplanten (tekening: Humblé)
29
erfafscheidingen De ‘voorzijde’ van het plan wordt omzoomd met hagen om zo het groene karakter van de tuinwijk te versterken. In de straten, stegen en achterpaden wordt gewerkt met een afwisseling van hekwerken met klimop en houten schuttingen, waarbij de volgende punten bij uitwerking in acht genomen dienen te worden: - De verticaliteit van de schuttingdelen. - De schutting als wand ontwerpen, zonder de onderbreking van palen.
bergingen en houten latten (tekening: Humblé)
- De berging en schutting als een eenheid beschouwen. - De verbindende werking van het boeiboord tussen de bergingen wanneer er op eigen erf wordt geparkeerd, en de overgang tussen schutting en berging. - De stalen gaaswerken strak vormgeven en niet glanzend poedercoaten, maar in een afwerking die goed past bij het ‘industrieel verleden’ van de plek. - Bergingen zijn 2x3m. Hekwerken, tuindeuren en hoge hagen zijn 1,8m hoog.
carport (tekening: Humblé)
lage haag
hoge haag
hekwerk met klimplanten
gemetselde muur
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
30
scheiding afvalinzamelingsgebied
kliko opstelplaats
ENKA. Ede
31
Vuilinzameling Een keer per week wordt het straatbeeld gedomineerd door kliko's. Om het aanbieden hiervan in goede banen te leiden zullen er afspraken gemaakt moeten worden en ruimte gereserveerd waar deze kunnen worden aangeboden. Afvalinzameling zal voor heel ENKA middels zijladers plaatsvinden. Door de containers aan de buitenzijde van het plan te bundelen, aan ĂŠĂŠn zijde van de weg en aan de gazonzijde in plaats van de bosrand, kan het binnengebied vrij blijven van vrachtverkeer. Aan de bosrand kunnen de containers ook aan de oprit worden aangeboden om de druk op de groene ruimte te verminderen.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
32
speelplek 3-12 jaar
spelaanleiding in de woonhof: geaccidenteerd maaiveld
ENKA. Ede
33
Spelen en spelaanleiding In een aantal van de buurten liggen kleine verscholen pleintjes tussen de tuinen waar alleen voetgangers komen. Dit zijn uitgesproken plekken waar ruimte is om te spelen
uit: BKP Hoofdstructuur, thema spelen
in de veilige nabijheid van de eigen tuin. Op deze plekken worden verschillende speelvoorzieningen geplaatst. Doordat een deel van het hoogteverschil in deze pleintjes wordt opgevangen in trappen, hellingen en bordessen ontstaat er al een natuurlijke spelaanleiding met het hoogteverschil. Voor de speelobjecten is een lijn van objecten gekozen. Daarin wordt ieder speelhofje voorzien van ĂŠĂŠn hoofdobject met een aantal kleinere objecten. Naast de speelpleintjes bevat het plan in de vorm van de woonhof en een deel van het schoorsteenplein veel spelaanleiding voor de wat grotere kinderen.
speelplek
spelaanleiding
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
34
ENKA. Ede
04
(beeld)kwaliteit 35
Beeldkwaliteit gaat niet over beeld maar wel over kwaliteit. Het ‘beeld’ is niet de inzet, maar wel het streven naar een vooraf opgestelde kwaliteitsambitie. Vooringenomenheid ten aanzien van het beeld wordt dikwijls de ’stijl’ en|of het ’handschrift’ genoemd van een ontwerper. Stijl is echter armoede en bij voorbaat gedateerd. (Beeld-)kwaliteit is ook geen ’moment’ in het ontwerpproces. Het zoeken naar (beeld-)kwaliteit wordt ingezet met het ontwerp en vervolgens met bijkomende bebouwingsrichtlijnen (ontwerpcriteria, thematiek, materialisering, etc.), de supervisie, de architectenselectie en uiteindelijk het toezicht op het werk van de aannemer. (Beeld)kwaliteit ontwikkelt zich zodoende van grof naar fijn, van algemeen naar specifiek. Hoewel (beeld)kwaliteit zich niet kan en mag laten vangen in vooringenomen beelden, kan een poging worden ondernomen om – ter illustratie van een welbepaalde ambitie – (altijd tekort schietende) referenties aan te leveren.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
04.1
Algemene regels voor de (beeld)kwaliteit Criteria
De ontwerpclusters
Het gaat bij het ENKA terrein om "de herinnering aan wat nooit bestaan heeft". Het
In het plan zijn twee ontwerpclusters te onderscheiden. Het deelgebied wordt
gaat erom het moment op te rapen welke deze plek heeft doen ontstaan en daar de
onderverdeeld in de woningen langs de laan en de woningen in het hof met belendende
energie aan te ontlenen om verder te gaan. Het gaat erom niet anekdotische maar wel
bosstraat en noordzuidstraat.
36
op hedendaagse wijze de voortgang, de continuïteit van wat nooit geweest is, te herstellen. Dit verkavelingsplan en bijhorende beeldkwaliteitplan is niet ontstaan
Langs de laan wordt de beeldkwaliteit gezocht in de beeldwaarde van de historische
uit een artistiek hyperventileren of zogenaamd cosmetisch inpassen in een urbane
fabriek. Dit beeld wordt vertaald in statigheid, eenvoudige staande raamritmes (geen
esthetica, maar uit het gewone, het eenvoudige, ook al schijnt dat voor sommige
versprongen ramen en/of ramen welke over twee verdiepingen doorlopen), eenvoudig
provocatie. Voor de sfeer en beeldkwaliteit zijn samenvattend een paar motieven te
materiaalgebruik, metselwerkdetails,… Perceellering vormt een onderdeel van de
benoemen, die ook als criteria bij de toekomstige keuze van architecten betrokken
beeldkwaliteit, hoewel het gevelontwerp als geheel niet uit het oog verloren mag
zullen worden:
gaan.
- gevoel voor de kunst van de ‘nevenschikking’; - het tonen van de sporen van de tijd (‘patina’ niet wegpoetsen,
Voor de woningen rondom het hof en de belendende straten wordt in de beeldkwaliteit
materialen toepassen die mooi verouderen);
meer aansluiting gezocht bij de sfeer van de Engelse tuinstad, uiteraard steeds
- spelen met (on)regelmaat en (im)perfectie;
vertaald naar een hedendaagse Nederlandse situatie. De bijhorende woonsfeer wordt
- ‘sprezzatura’, een uniek Italiaans begrip dat ‘bestudeerde
verkregen door meer vrijheden in het beeldkwaliteitplan in te bouwen zoals,
zorgeloosheid’ betekent: het spelen met formele en informele kenmerken;
materialen, details, herkenbaarheid van de individuele woning,…
- ruimte bieden aan spontaan en alledaags gebruik; - de grote schaal en stoerheid niet schuwen. Een recente generatie architecten ontwikkelt zich als meesters in de kunst der nevenschikking. Ze zijn gewend om te werken in hybride en soms chaotische locaties. Ze gaan niet bij voorbaat uit van een schone lei (tabula rasa). Ze pikken elementen uit de context op, en|of openen er een geheel nieuw perspectief op. Ze maken zeer doordachte gebouwen, die zich door terloopse nevenschikking soepel in hun omgeving voegen en er vaak een nieuwe blik op bieden. Het beeldkwaliteitplan moet hen hiertoe inspireren.
ENKA. Ede
Plint-lijf-kop Bebouwing op het terrein dient opgebouwd te worden volgens het principe van een plint die ervoor zorgt dat de gebouwen op de grond staan, een lijf waarin de massa van het gebouw verwerkt wordt en een kop, een logische beëindiging van het gebouw. De aanduiding van deze archetypische gevelopbouw kan door middel van nuances verkregen worden.
Materiaal en details Het karakter van de bebouwing wordt in belangrijke mate gemaakt door het materiaal
vanuit de openbare ruimte zo min mogelijk zichtbaar te zijn.
waaruit de woningen zijn opgebouwd en het oog voor detail. Uitgangspunt is het
- De kozijnen zijn van hout of aluminium en worden slank gedetailleerd in de gevel.
gebruik van echte materialen, die mooi verouderen. - Het leidende materiaal is baksteen met een roodbruine kleur. De kleurkeuze van de historische fabriek. Nuances in de kleurkeuze van de steen kan helpen in de perceellering van lange gevellengtes. Op deze wijze vormt de materiaalkeuze voor de nieuwbouw een afspiegeling van de gebruikte materialen in de historische fabriek en wordt heden en verleden verzoend. In afwijking van metselwerk kunnen de gevels in het hof en de belendende straten opgetrokken worden uit stucwerk, natuursteen of gekeimd metselwerk. Afwijkende materialen moeten steeds vanuit het stedenbouwkundig oogpunt specifiek verantwoord worden in het plan. - Baksteendetails door middel van terugliggend metselwerk, baksteen kroonlijsten en|of raamomlijstingen worden als onderdeel van de architecturale kwaliteiten van de historische ENKA fabriek gewaardeerd. - De nokhoogte, goothoogte en rooilijn van de bebouwing is eenvoudig. Versprongen nok en goothoogtes dienen steeds vanuit de stedenbouwkundige perceptie ontworpen te worden. - Plinten, omlijstingen en muurafdekkers dienen in baksteen, natuursteen of gepolijst beton te worden vervaardigd. - Uitgangspunt is dat de bebouwing een zadeldak heeft. Enkel op specifieke plekken kan een plat dak gemaakt worden. - In de gevelopbouw van de historische fabriek is de gevel primair aan het dak. Deze waardering voor het ontwerp van de gevel dient overgenomen te worden in de
Langs de laan worden de ramen ontworpen in het gevelvlak volgens een rustig en eenvoudig ritme over de gehele breedte van de rij. De ramen worden niet over meerdere verdiepingen door getrokken. Het rustig en ritmisch omgaan met gevelopeningen vormt een belangrijk onderdeel van de architecturale vertaling van de historisch fabrieksmuur. Rond het hof en langs de bosstraat en noordzuidstraat kan minder stringent omgegaan worden met dit principe.
Erkers en dakkapellen - Erkers worden waar mogelijk toegestaan. Erkers kunnen een positieve invloed hebben op de plasticiteit van de gevel. De erkers dienen zoveel mogelijk opgebouwd te worden uit glas met een metselwerk plint. De kozijnen zijn van hout of aluminium en worden zo slank mogelijk gedetailleerd. Andere materialen dan het glas en de kozijnen in de erkers dienen gelijk te zijn aan het gevelmateriaal, waardoor de erker een onderdeel vormt van de gevel. - Dakkapellen langs de laan zijn opgetrokken in metselwerk en vormen een onderdeel van de gevel, ze ontstaan uit het volume van het gevelvlak en worden in het ritme van de ramen opgenomen. De positie van de dakkapellen wordt gewogen binnen het beeld van de totale rij.
nieuwbouwplannen. De kroonlijst is de beĂŤindiging van de gevel. De dakbedekking bestaat uit pannen, zink of leien. Platte daken kunnen waar mogelijk als dakterrassen gebruikt worden. - Op en aanbouwen worden steeds uit baksteen opgetrokken. Schotelantennes, zonnepanelen, dakdoorvoeren of andere dakopbouwen anders dan dakkapellen dienen
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
37
steen dient in relatie te zijn (tonsuurton) met de kleur van de steen van de
Ritme
38
04.2
De architectonische compositieonderdelen De ENKA-laan De ENKA-Laan vormt een onderdeel van ĂŠĂŠn architectonisch compositie-element binnen
- Het grootste deel van de laan, het lijf, wordt gekenmerkt door een aaneengesloten
het stedenbouwkundig plan voor de hele ENKA-wijk. De sfeer van statigheid en rust
wand van grondgebonden woningen. De woningen hebben twee bouwlagen en een zadeldak.
dient over de gehele lengte van de laan bewaakt te worden. De opbouw van de ENKA-Laan
De rijwoningen worden door kleine nuances als eenheid binnen het geheel leesbaar.
bestaat in stedenbouwkundige zin uit drie delen.
Perceellering kan verkregen worden door middel van de positie van de voordeuren, regenwaterafvoeren, genuanceerde kleur en formaatverschillen van de baksteen en/of
- De kop van de laan, de verspringing in de gevelrooilijn aan de bitterzoutloods, behoeft een verbijzondering mogelijk door middel van een extra verdieping. De kop van de laan moet voldoende massa hebben om de afbuiging in de laan vorm te geven. Maat en schaal van de openbare ruimte wordt door deze verbijzondering in verhouding gebracht.
ENKA. Ede
baksteendetails.
De bosstraat
39
De Bosstraat kent een rijk pallet aan verschillende korrels. Het zijn kopwoningen aan de toeloopstraten richting de hofjes, tweekappers en zeer korte rijtjes. Bij deze veelheid aan verschillende bebouwingskorrels hoort ook een veelheid aan verschillende architecturale ontwerpen. Door een pallet aan materialen en een aantal basis gevelopbouw regels op te stellen kan de rijk gevarieerde Bosstraat toch duidelijk een onderdeel vormen van de eigentijdse ENKA sfeer op het terrein.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
40
de noord-zuidstraat
De Noord-zuidstraat kent een eenvoudige opbouw als traditionele straatgevel met een beperkt beeldbepalend karakter. Het wonen in dit straatje kenmerkt zich dan ook vooral door het rustige en gewone woonkarakter. Belangrijk is de relatie tussen beide straatwanden. Het is belangrijk voor dit straatje om aan te sluiten op de overkant van de straat. De bebouwingshoogte wordt gekenmerkt door twee bouwlagen met kap.
ENKA. Ede
Het woonhof
41
Het woonhof bestaan uit twee delen. Enerzijds zijn er de toeloopstraten richting het hof, anderzijds het hof zelf. De toeloopstraten worden gekenmerkt door tweekappers, de bebouwing in het hof wordt als rijwoningen ontworpen. Het hof heeft de kwaliteit een woonomgeving te genereren binnen het semi openbare karakter. Stratenpatronen zijn samengevoegd tot ruimte om rond te wonen, straten worden met andere woorden pleintjes. In stedenbouwkundige opzet wordt het hof gekenmerkt door een spiegelsymmetrische opbouw. Spiegelsymmetrie is het soort symmetrie met betrekking tot spiegeling. De symmetrie-as is noordzuid gericht. In architectonische zin kan deze spiegelsymmetrische opbouw door kleine verschillen genuanceerd worden en ontstaat een natuurlijk maar toch samenhangend geheel. Om het centrale perspectief richting het hof vanuit de bosstraat te ondersteunen kan mogelijk een hoogteaccent toegevoegd worden op de achterste gevel in het hof. Het hoogteaccent kan gevormd worden door de kaprichting te draaien en mogelijk extra ruimte in de kap te voorzien. De geslotenheid binnen het hof wordt ondersteund door overbouwingen mogelijk te maken tussen de verschillende rijtjes waaruit het hof is opgebouwd. De verschillende gevels van het hof moeten steeds als gesamtskunstwerk beoordeeld worden.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
42
Bouwhoogte
Maximale goot en nokhoogte Goothoogte en nokhoogte 11m50 Goothoogte 8m50, nokhoogte 12m50 Goothoogte 6m50, nokhoogte 11m50 Goothoogte 3m50, nokhoogte 6m50
ENKA. Ede
04.3
Themakaarten
De stedenbouwkundige randvoorwaarden om de vooropgestelde kwaliteit te bekomen, worden beschreven aan de hand van een aantal themakaarten. De kaarten leggen de kavelniveau. Bij het onderdeel bewaking van de kwaliteit wordt nog ĂŠĂŠn extra themakaart toegevoegd, de ontwerpclusters. In die themakaart wordt dieper ingegaan op de architectonische opgave voor architecten die aan de slag gaan binnen het plan.
nokrichting
Belangrijkste noklijn
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
43
bouwregels, passend binnen de sfeer die het beeldkwaliteitplan oproept, vast op
44
Dakkapellen
Omgaan met dakkapellen in de voorgevel Dakkapellen als onderdeel van de voorgevel (opgetrokken gevel) Dakkapellen op het dakvlak
ENKA. Ede
45
Positie van de voordeur
Voorgevel
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
46
Ontwerpcluster: de laan
Ontwerpcluster: het hof, de bosstraat en de noordzuidstraat
ENKA. Ede
05
Bewaking van de kwaliteit Ontwerpclusters
De doelstelling van het verkavelingsplan en beeldkwaliteitplan om de ruimtelijke en
Het verkavelingsplan kan onderverdeeld worden in een aantal logische ontwerpclusters.
functionele kwaliteit van het projectgebied optimaal te kunnen tot stand brengen,
Bij de uitwerking van het verkavelingsplan kunnen verschillende architecten
wordt deels bepaald door het stedenbouwkundig ontwerp en het functioneel programma.
geselecteerd worden voor de verschillende ontwerpclusters. Belangrijk bij de selectie
Om deze te bereiken is het belangrijk om een toetsingskader te hebben voor de
van de architecten is de affiniteit met de kunst der nevenschikking. Voor de sfeer en
uitwerking van dit deelgebied.
beeldkwaliteit zijn samenvattend nogmaals een paar motieven te benoemen die als criteria bij de toekomstige keuze van architecten betrokken zullen worden:
Architectonische compositie
- gevoel voor de kunst van de ‘nevenschikking’;
De beoordeling van de architectonische compositie van afzonderlijke bouwplannen is
- het tonen van de sporen van de tijd (‘patina’ niet wegpoetsen,
een verantwoordelijkheid die ligt bij de stedenbouwkundig ontwerper van ENKA en
materialen toepassen die mooi verouderen);
de supervisor Ede-Oost. In samenspraak met de stedenbouwkundig ontwerper zal ten
- spelen met (on)regelmaat en (im)perfectie;
behoeve van de samenhang in het deelgebied en de aansluiting ervan op de openbare
- ‘sprezzatura’, een uniek Italiaans begrip dat ‘bestudeerde
ruimte, de architectonische typologie voor het projectgebied zich ontwikkelen. Het
zorgeloosheid’ betekent: het spelen met formele en informele kenmerken;
beeldkwaliteitplan ligt mede aan de basis van de toetsing. Voor de afstemming van
- ruimte bieden aan spontaan en alledaags gebruik;
de ontwikkeling op het Enka terrein met het grotere geheel van de ontwikkeling van
- de grote schaal en stoerheid niet schuwen.
Ede-oost en de tussentijdse toetsing van de bouwplannen op de ontwerpuitgangspunten van het Stedenbouwkundig plan van Enka en het verkavelingsplan van het deelgebied heeft de stedenbouwkundig ontwerper van ENKA overleg met de supervisor die namens de gemeente voor Ede-oost is aangesteld. De supervisor Ede-oost kan bepalen dat bij deze bespreking een nadere vertegenwoordiger vanuit bijvoorbeeld welstand of monumentencommissie aanwezig is.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
47
Toetsingskader
48
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten Cruquiusweg 10 Postbus 1068 1000 BB Amsterdam T 020 - 625 88 35 F 020 - 420 65 34 www.baljon.nl landscape@baljon.nl
ENKA. Ede
colofon 49
PROJECTNAAM ENKA Ede
OPDRACHTGEVER AM wonen en Fortis Vastgoedontwikkeling (Grondbank Bennekomseweg Ede cv)
PROJECTTEAM awg architecten: Filip Delanghe | stedenbouwkundig architect | directeur Raven Rumes | stedenbouwkundige | projectarchitect lodewijk baljon landschapsarchitecten:
Lodewijk Baljon Karin van Essen Wouter Evers Lisa Biris
landschapsarchitect I directeur landschapsarchitect I projectleider landschapsarchitect I medewerker ontwerper I tekenaar
DATUM 18 januari 2011
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten