Beeldkwaliteitplan - ENKA O o s t r a n d 10 maart 2011
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
2
ENKA. Ede
inhoudsopgave pg
05
02 Visie Hoogteligging G asleiding en milieuhindercirkel Groenstructuur | wonen in het bos Wonen op de steilrand Ontsluiting en parkeren Profielen Gebouwde elementen inhet landschap O vergang openbaar | privĂŠ Spelen en vuilophaal
pg
07
03 Architectonische beeldkwaliteit 03.1 De projectmatige kavels 03.2 De vrije kavels
pg
35
04 bewaking van de kwaliteit
pg
41
Colofon
pg
45
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
3
01 I nleiding | Verkavelingsplan
4
ENKA. Ede
01
inleiding | verkavelingsplan 5
Ambitie Elke nieuwe opdracht is de aanleiding voor een specifieke aanpak. Bouwen in en aan een
Het project ENKA is omvangrijk (in schaal en tijd) en ambitieus. Het spreekt vanzelf
bestaande omgeving –in dit geval het ENKA terrein te Ede- vraagt steeds opnieuw om de
dat niet alle bouw- en verkavelingsplannen tegelijkertijd van start kunnen gaan. Ter
analyse van de aanwezige karakteristieken, én uiteindelijk om die intelligente ‘zet’
beoordeling van de bouwplannen dient een gedetailleerder stedenbouwkundig plan in de
die zowel de huidige kwaliteiten van projectgebied en omgeving versterkt, als nieuwe
vorm van een verkavelingsplan opgesteld te worden. Dit verkavelingsplan plan en
kwaliteiten toevoegt.
bijhorende beeldkwaliteitplan geven richting aan de realisatie van de oostrand en de noordoosthoek van het ENKA-terrein te Ede. De kaders voor de uitwerking van het
Bij de vraag naar een oplossing voor een ruimtelijk-organisatorisch probleem gaat het
verkavelingsplan zijn reeds beschreven in het stedenbouwkundig plan voor het gehele
er ons inziens niet om een -exclusief- ‘concept’ te bedenken. Het gaat er ons inziens
ENKA-terrein.
wel om door onderzoek een welbepaalde (ontwerp-)houding, een duidelijke mentaliteit met betrekking tot de voorliggende vraag te ontwikkelen, waardoor er voldoende stedenbouwkundige en/of architecturale energie vrijkomt om creatief ‘uit te vinden’. Met andere woorden gaat het allereerst om de ontdekking van het specifieke karakter van een gebied, een plek, een tijd en de natuur ervan. Het nauwgezet (her-)formuleren van de verschillende facetten van de vraag –de basis, de essentie van deze ‘ontwerphouding’- geeft houvasten om de juiste keuzes te maken die nodig zijn om voor het ENKA terrein in het algemeen en de oostrand in het bijzonder, uiteindelijk een project te creëren dat zich verankert in zijn tijd en omgeving en dit op alle niveau’s: stedenbouwkundig, cultuur-historisch, sociaal en economisch. Daardoor dus een inclusief project, en geen exclusief, maar weldegelijk deel van zijn tijd, op zijn eigen wijze onderdeel van de context.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
6
ENKA. Ede
02
Visie 7
Hoogteligging Hoogte na sanering
Hoogteontwerp
Door het saneren van de vervuilde delen en opbrengen van 1 meter schone leeflaag zal
Het hoogteontwerp vormt voor dit deelplan een belangrijk onderdeel van de aanwezige
het plan nieuwe peilhoogtes krijgen. Door de specifieke ligging van het plan tegen de
landschappelijke kwaliteiten. Er moet, zoals reeds eerder beschreven, een
steilrand zullen acceptabele taluds van +/-4% moeten worden gemaakt om de verbinding
hoogteverschil van 6 a 7meter opgelost worden in het verkavelingsplan. Het
met de bosrand op te vangen. In het plan moet een hoogteverschil tot 6 a 7m
hoogteverloop in het plan is onder te verdelen in twee delen. Het hoogteprofiel in het
opgevangen worden. In de noordoost hoek, het bosperceel op het terrein, blijft het
bestaande bos wordt niet gewijzigd. Door het behoud van het hoogteverloop op het
bestaande peil van +/-24.00 + NAP behouden.
terrein wordt de hele noordoost hoek als een iets hoger gelegen deelgebied herkenbaar in het plan. In het tweede deel, waar het hoogteverschil het grootst is, wordt een hoogteprofiel opgebouwd dat enerzijds de verbinding met het aangelegen bos moet vergemakkelijken, Deel 1
anderzijds de privacy van de woningen naar het terrein van Karakter moet waarborgen. Het profiel heeft een beperkte steilrand van 3m langs de projectgrens. Voor deze steilrand wordt het bestaande talud gebruikt. Het overgebleven hoogteverschil wordt opgevangen door de kavels in terrasvorm te laten verspringen richting de verlengde bosstraat. Uit de sneden blijkt dat de straatjes richting de steilrand op deze manier
Deel 2
een gemiddeld hellingspercentage van +/-4% krijgen. Het hellingspercentage vormt een evenwicht tussen de integrale toegankelijkheid van het gebied en de landschappelijke en stedenbouwkundige karakteristiek van het gebied.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
8
ENKA. Ede
9
Gasleiding en milieuhindercirkel Hogedruk gasleiding
Milieuhindercirkel Permar
Aan de oostzijde van het plangebied Enka is een hogedruk gasleiding gelegen. In
Op dit moment heeft het bedrijf, Permar, gelegen in de zuidoost-hoek van het terrein
tegenstelling tot andere kabels en leidingen is deze gasleiding niet uit het
een geluidshindercirkel, de blauwe lijn op de kaart. Verwacht wordt dat na
plangebied verwijderd.
geluidsonderzoek deze cirkel kan teruggedrongen worden tot op de erfgrens.
De in het plangebied gelegen gasleiding heeft een bedrijfsdruk van 8 bar en een diameter van 200 millimeter. Voor dit formaat gasleidingen geldt een bebouwingsafstand van 2 meter. Door een bebouwingsafstand van 2 meter aan beide zijden van de gasleiding vrij van opstal te houden kan worden voldaan aan de externe veiligheidseisen.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
10
ENKA. Ede
11
De groenstructuur | wonen in het bos Bestaande bomen hebben een bijzondere waarde in een nieuwbouwwijk. Evenals de
terrein uitgezet. Op basis van beoordeling ter plekke is met deze verkaveling weer
overgebleven historische bebouwing geven zij de plek karakter. Na sanering staan op
geschoven, zodat uiteindelijk een hoogwaardig bos ontstaat met afwisselend open
het terrein nog bestaande bomen die een toegevoegde waarde kunnen leveren aan het
plekken en vrijstaande woningen.
plan. Er zijn terreininventarisaties uitgevoerd door gemeente, landschapsarchitect en groenspecialisten en verschillende onderzoeken gedaan naar de plek en gesteldheid van
Om het eindbeeld van een eiken-berkenbos te realiseren zal omvorming plaats moeten
de bomen.
vinden. Naast eiken en berken zijn er ook veel dennen die een plek kunnen hebben in dit bostype. Ze versterken de beleving van wonen op de zandgronden van de Veluwe.
Het huidige bomenbestand Het stuk bos in de NO-hoek is gelegen op het hogere terrein. Een grote vitale groep bomen met veel afwisselende soorten, kwaliteiten en afmetingen. In het plan is voorgesteld om in deze setting vrijstaande villa’s in het bos te bouwen. Hierdoor is niet alleen een mooie woonomgeving te creÍren maar kan dit bos ook aangepakt worden. Door het plegen van onderhoud zal er ruimte ontstaan zodat de bomen tot stevige volwassen exemplaren kunnen uitgroeien. In samenspraak met een boomspecialist, gemeente en landschapsarchitect is ter plaatse gekeken welke delen kunnen wijken en
slechte bomen (Paars)
welke delen waardevol zijn. Na de inmeting is een plan opgesteld. Dit is in het
goede bomen (groen)
toekomstbomen (blauw)
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
12
ENKA. Ede
13
De occupatie van het bos Aan de occupatie van het bos liggen een aantal krachtlijnen ten grondslag: - Minimale impact van bebouwing en verharding - Maximale integrale toegankelijkheid van het bos - Maximaal behoud van de bestaande vitale bomen - Extra aandacht voor de overgang tussen openbaar en privĂŠ In het verkavelingsplan is gekozen om de woningen in het bos te clusteren eerder dan vrij te plaatsen. Dit heeft als belangrijke meerwaarde voor het bos dat er relatief weinig verharding dient aangebracht te worden en dat centraal in het bos een grote mate van openbaarheid behouden blijft. Visa versa wordt, vanuit de woonkwaliteit geredeneerd, het samen wonen rondom een centraal groen pleintje als extra kwaliteit naar voren geschoven. Er worden een aantal eenvoudige stedenbouwkundige basisspelregels voorgeschreven op pg 41.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
14
ENKA. Ede
Om direct bij de oplevering van de woningen al een prachtig bos te hebben is het belangrijk dat al vroeg met de onderhoudssnoei, het dunnen en de benodigde kap van bomen wordt begonnen. De bomen die overblijven hebben op die manier zo veel mogelijk tijd om zich te herstellen en te ontwikkelen. Op basis van het aanwezige bomenbestand zijn als hoofdsoort de eik, de berk en de den aangewezen, ondersoorten zijn de beuk, de larix, de populier en de Amerikaanse eik. Ook zijn toekomstbomen aangewezen, die de potentie hebben uit te groeien tot beeldbepalende, stevige volwassen exemplaren. Voor deze bomen is net zo lang geschoven met de verkaveling totdat behouden van alle exemplaren mogelijk werd.
soort
NL naam
Acer platanoides Betulus pubescens Fagus sylvatica Gleditsia triacanthos Larix Picea abies Pinus sylvestris Populus tremula Prunus serotina Quercus robur Quercus rubra
Noorse esdoorn zachte berk gewone beuk valse christusdoorn lariks fijnspar grove den ratelpopulier Amerikaanse vogelkers zomereik Amerikaanse eik
aantal
afkorting
15
Ingrepen in het bosbestand
2 185 1
Bet Fag
hoofdsoort ondersoort
Lar
ondersoort
Pin Potr
hoofdsoort ondersoort
Qro Qru
hoofdsoort ondersoort
4 36 61 281 10 28 121 37 671
95
Er zijn vier redenen om bomen uit het bos te verwijderen. Ten eerste worden dode, zieke en slecht vertakte bomen verwijderd vanwege de veiligheid. Ten tweede zal de veel voorkomende bospest (Prunus serotina) verwijderd moeten worden om verspreiding te voorkomen. Gleditsia’s en sparren horen niet in dit bostype thuis en worden derhalve verwijderd. Als vierde moeten een aantal bomen verwijderd worden ter vrijwaring van de bouwkavels. Op basis van beoordeling ter plekke en herhaaldelijk schuiven met deze vlakken is dit aantal zoveel mogelijk
te behouden bomen (groen)
beperkt.
te behouden toekomstbomen (blauw)
te kappen bomen (rood)
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
16
ENKA. Ede
17
Het gewenste eindbeeld In het huidige bos ontbreekt het aan een gelaagdheid van bodembedekkers en struikvormers. Omdat de omvang van het eiken-berkenbos relatief klein is zal deze gelaagdheid aangebracht moeten worden. De visuele draagkracht van het bos wordt daarmee versterkt en de bosbeleving vergroot. Tegelijkertijd wordt zo de privacy van de bewoners gegarandeerd. Door het dunnen krijgt het bos meer licht op de bodem en wordt het mogelijk om bomen als eiken, berken en dennen te laten ontwikkelen tot volwaardige bomen. Ook de onderbegroeiing als krentenboompje, hulst, bramen en andere soorten hebben voldoende licht nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Door de lichtval op de bosbodem, na het dunnen en de benodigde kap, zullen spontaan loof- en naaldhoutsoorten gaan groeien. Door het op bepaalde open plekken aanplanten van struiken en bodemdekkers ontstaat sneller dan te wachten op de spontane ontwikkeling van zoom, bosrand en bos.
toekomstbomen (blauw)
In het bos wordt een onderscheid gemaakt tussen toekomstbomen, welke niet gerooid mogen worden en tijdens de bouw beschermd dienen te worden, en overige bomen. De overige bomen op de kavels mogen gekapt worden, maar zullen dan op de kavel
bomen in het bos (groen)
gecompenseerd dienen te worden.
bos bomen in de tuin (geel) boomgroepen nieuwe bomen (licht groen) lanen
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
18
ENKA. Ede
19
Wonen op de steilrand In de oostrand wordt de overgang van het ENKA terrein naar het bos van de
Het gebied achter de bosstraat wordt door middel van vrije kavels, met dezelfde
zorginstelling ‘Karakter’ vormgegeven. Er zijn in deze zone een aantal
bouwrestricties als in de noordoosthoek, opgezet. De vrije kavels zijn, analoog aan
karakteristieke uitgangspunten te benoemen die het verkavelingsplan beïnvloeden:
het wonen in het bos, geclusterd rondom centrale groene pleintjes. De afmeting van de
- de tuinwijk van ENKA met de verlengde bosstraat;
kavels doet vermoeden dat de uitstraling in dit deel in verloop van tijd de kwaliteit
- de centrale groene as waarlangs de verbinding tussen het bos en de ENKA wordt vorm
kan krijgen van het boswonen in de noordoosthoek van het plan.
gegeven (het bos dringt het plan binnen); - het hoogteverschil tussen de ENKA (+/-22.75 NAP) en het bos van ‘Karkater’ (+/28.00 NAP); - het boswonen in de noordoosthoek van het terrein. De openbare ruimte vormt de drager van het plan. De bosstraat speelt hierin een sleutelrol. De verlengde bosstraat krijgt in z’n uitstraling ter hoogte van de oostrand een symmetrich profiel, passend bij de tuinwijk. Bij de noordoosthoek krijgt de verlengde bosstraat een asymmetrisch profiel gevormd door de tuinwijk enerzijds en het aanwezige hoogteverschil in de vorm van de steilrand anderzijds. Dwars op de verlengde bosstraat wordt de verbinding, de overgang van de ENKA naar het bos van de zorginstelling ‘Karakter’ vormgegeven door de centrale laan uit het plan ENKA door te zetten tot aan de bovenkant van de steilrand. Deze groene verbinding wordt door grote huizen op grote kavels vormgegeven.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
Deelgebied Oostrand, gehanteerde norm Gemeente Ede: Duur
/ NO-hoek
2.00
(22 woningen)
Duur
/ overige
2.00
(35 woningen)
20
volgens norm:
114
parkeerplaatsen benodigd
Parkeeraanbod Deelgebied Oostrand Op eigen erf (1pplts)
57
Dr. Hartogsweg
4
Op straat in NOhoek
15
Langs de Verlengde Bosstraat
21
Straatjes richting steilrand
19
TOTAAL
116
parkeren openbaar Noordoost hoek
parkeren eigen erf Noordoost hoek
parkeren openbaar overig
parkeren eigen erf overig
ENKA. Ede
ontsluiting en parkeren De auto is in dit deelgebied te gast en dit is zichtbaar in de inrichting. Alle woningen zijn op de straten georiënteerd. Waar mogelijk staan twee auto’s per woning
21
op eigen erf. Er wordt maar langs één zijde van de straat geparkeerd. Enkele solitaire bomen in het profiel refereren aan het bos. De tuinen worden aan de voorzijde met een lage haag begrensd. Zo ontstaat een intiem groen beeld. Het parkeren vormt altijd een belangrijk onderdeel van de openbare ruimte. Te weinig parkeerplaatsen kan leiden tot “wildparkeren” en een rommelig beeld van de openbare ruimte. Voor deelgebied Oostrand is een parkeertoets gedaan om na te gaan of het aantal getekende parkeerplaatsen voldoende is. Er kan in dit deelgebied geparkeerd worden in de straat of op eigen erf. Bij het toedelen van de parkeerplaatsen is daarbij niet alleen het aantal, maar ook de balans in de verdeling van de parkeervakken over de buurt belangrijk. Ook hierbij kan een onbalans weer leiden tot wildparkeren. De conclusie voor deelgebied Oostrand is dat voldoende parkeerplaatsen zijn gerealiseerd.
hoofdroute 30km/u
hoofdroute 50km/u
woonstraten 30km/u
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
verlengde bosstraat
22
De bosstraat zal zich voortzetten in de wijk waardoor de verbinding met het bos aan de zuidrand tot in de buurt kan worden gebracht. Het is een nette straat met gemaaide groene bermen waarin opgaande bomen staan. De straat onderscheid zich van de routes met ruig gras zodat het een duidelijke herkenbaarheid heeft. Door het langsparkeren blijft er voldoende ruimte over voor een groen profiel. Hagen op de erfgrens zomen het profiel af en versterken het groene karakter. De verlengde bosstraat wordt gezien als de noordzuidverbinding voor laatvliegers zoals vleermuizen. Daartoe is een volwaardige bomenstructuur opgenomen inhet plan en wordt de verlichting op de migratiefunctie afgestemd.
ENKA. Ede
23
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
Dr. HartogSweg
24
De Dr. Hartogweg is recent voorzien van een losliggend fietspad aan de noordkant van de weg. Aan de zuidzijde (het plangebied) wordt de weg voorzien van een brede groene berm, waar plek is voor bomen en enkele langsparkeerplaatsen. Voor de kavels langs wordt een voetpad aangelegd van 1,5 meter breed, zodat overal mogelijkheden ontstaan een rondje door het bos te wandelen.
ENKA. Ede
Hoofdroute naar het bos
omwonenden gebruikt. De verharding wordt geminimaliseerd door gebruik te maken van twee keer een smalle straat met eenrichtingsverkeer, geflankeerd door een smal voetpad langs de voortuinen. Door het bloemrijke gras slingert een secundair voetpad richting het bos. Los van de rijbaan en vrij door het gras.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
25
Het laatste stuk van de hoofdroute wordt met de auto alleen door
bosverbinding
26
met langsparkeren
ENKA. Ede
bosverbinding
zonder langsparkeren
verbindende schakel tussen het carrĂŠ, de hoofdroute en het bos. Een eenvoudig groen profiel met veel bomen en bloemrijk gras. Aan dit profiel wordt op de meeste delen niet geparkeerd, zodat in een relatief smalle strook een sterke en groene verbinding naar het bos kan worden gemaakt. Door het profiel af te zomen met hagen en de vrije ligging van het voetpad wordt de beleving van het groen versterkt.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
27
De bosverbinding is evenals de hoofdroute naar het bos een
bospad
28
In de NoordOosthoek is de infrastructuur zo weinig mogelijk aanwezig. Gelijk paden in het bos wordt er geen onderscheidt gemaakt in verharding voor langzaam verkeer en gemotoriseerd verkeer. De paden zijn waar nodig breed voor de auto en versmallen geleidelijk daar waar ze het bos in verdwijnen en slechts nog toegankelijk zijn voor voetgangers. Een waterdoorlatende verharding kan er voor zorgen dat bomen tegen of zelfs in de paden kunnen staan. Parkeren vindt plaats op de bosvloer, waar nodig verstevigd.
ENKA. Ede
Gebouwde elementen in het landschap
die het Horabos bereikbaar maken voor voetgangers en fietsers. De trappen|fietshellingen worden uitgevoerd in een stijl die aansluit bij de klassieke Engelse tuinwijk. Hierdoor ontstaat een interessante reeks gebouwde elementen die al in de openbare ruimte de overgang markeren van wijk naar bos. De landschapsarchitectonische elementen zijn bouwkundig van aard en dus afgestemd op de architectuur in verband met materiaalgebruik, detaillering,...
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
29
In het verlengde van vier klinkerpaden liggen trappen|fietshellingen
30
greenwall
lage haag max 1m
hoge haag max 1m80
gemengde wilde haag max 1m
hoge erfafscheiding max 1m80
ENKA. Ede
31
overgang openbaar | privĂŠ In dit deelgebied zijn alle erfafscheidingen grenzend aan de openbare ruimte groen. Dit sluit aan bij het bos en levert tevens een rustig kader op voor de afwisseling in architectuur van de vrije kavels. De voorkanten van alle kavels worden voorzien van een lage haag. De zijkanten en achterkanten van kavels grenzend aan de openbare ruimte worden voorzien van een hoge haag. In de NO-hoek zal dit vanwege schaduw niet gaan. Bovendien vraagt de erfafscheiding hier om een oplossing die aansluit bij het karakter van het bos en deze zo optimaal beleefbaar maakt. Bij deze kavels zal de voorkant afgezoomd worden door een gemengde haag, die natuurlijker oogt en schaduw beter verdraagt. Aan de zijkanten en achterkanten grenzend aan het bos wordt een hogere groene erfafscheiding ontworpen.
Lage haag
Gemengde wilde hagen
Hoge haag
Hoge erfafscheiding
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
32
kliko opstelplaats
ENKA. Ede
Spelen
Een keer per week wordt het straatbeeld gedomineerd door kliko's. Om het aanbieden
In het bos is veel ruimte om te spelen. De mogelijkheden zijn eindeloos en prikkelen
hiervan in goede banen te leiden zullen er afspraken gemaakt moeten worden en ruimte
de fantasie van de kinderen. De woonstraten zijn vanwege het eenrichtingsverkeer, het
gereserveerd waar deze kunnen worden aangeboden. Afvalinzameling zal voor heel ENKA
niet doorgaande karakter en zeer laag aantal woningen per straat een prima uitloop
middels zijladers plaatsvinden. Door de containers aan de buitenzijde van het plan te
van de tuin. De straat, het langsparkeren en de uitstapstrook liggen op één niveau,
concentreren, aan één zijde van de Verlengde Bosstraat, kan het binnengebied vrij
zodat een pleinachtige ruimte ontstaat wanneer er weinig tot geen auto’s geparkeerd
blijven van vrachtverkeer.
staan overdag.
Aangezien veel mensen de kliko in de achtertuin plaatsen is vanaf deze positie
In dit deelgebied worden daarom geen plekken ingericht. Op korte afstand zijn de wel
gerekend. In alle gevallen is de ophaalplaats binnen een loopafstand van 75 meter
altijd speelhoven bereikbaar: plekken in het plan waar als zodanig speelobjecten
bereikbaar.
worden geplaatst.
33
Afvalinzameling
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
34
ENKA. Ede
03
architectonische beeldkwaliteit 35
Beeldkwaliteit gaat niet over beeld maar wel over kwaliteit. Het ‘beeld’ is niet de inzet, maar wel het streven naar een vooraf opgestelde kwaliteitsambitie. Vooringenomenheid ten aanzien van het beeld wordt dikwijls de ’stijl’ en|of het ’handschrift’ genoemd van een ontwerper. Stijl is echter armoede en bij voorbaat gedateerd. (Beeld-)kwaliteit is ook geen ’moment’ in het ontwerpproces. Het zoeken naar (beeld-)kwaliteit wordt ingezet met het ontwerp en vervolgens met bijkomende bebouwingsrichtlijnen (ontwerpcriteria, thematiek, materialisering, etc.), de supervisie, de architectenselectie en uiteindelijk het toezicht op het werk van de aannemer. (Beeld)kwaliteit ontwikkelt zich zodoende van grof naar fijn, van algemeen naar specifiek. Hoewel (beeld)kwaliteit zich niet kan en mag laten vangen in vooringenomen beelden, kan een poging worden ondernomen om – ter illustratie van een welbepaalde ambitie – (altijd tekort schietende) referenties aan te leveren.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
36
ENKA. Ede
03.1
Projectmatige kavels
Plint-lijf-kop
gaat erom het moment op te rapen welke deze plek heeft doen ontstaan en daar de
Bebouwing op het terrein dient opgebouwd te worden volgens het principe van een
energie aan te ontlenen om verder te gaan. Het gaat erom niet anekdotische maar wel
plint die ervoor zorgt dat de gebouwen op de grond staan, een lijf waarin de massa
op hedendaagse wijze de voortgang, de continuïteit van wat nooit geweest is, te
van het gebouw verwerkt wordt en een kop, een logische beëindiging van het gebouw. De
herstellen. Dit verkavelingsplan en bijhorende beeldkwaliteitplan is niet ontstaan
aanduiding van deze archetypische gevelopbouw kan door middel van nuances verkregen
uit een artistiek hyperventileren of zogenaamd cosmetisch inpassen in een urbane
worden.
esthetica, maar uit het gewone, het eenvoudige, ook al schijnt dat voor sommige Materiaal en details
provocatie.
Het karakter van de bebouwing wordt in belangrijke mate gemaakt door het materiaal Voor de sfeer en beeldkwaliteit zijn samenvattend een paar motieven te benoemen, die
waaruit de woningen zijn opgebouwd en het oog voor detail. Uitgangspunt is het
ook als criteria bij de toekomstige keuze van architecten betrokken zullen worden:
gebruik van echte materialen, die mooi verouderen.
- gevoel voor de kunst van de ‘nevenschikking’;
- Het leidende materiaal is baksteen met een roodbruine kleur. De
- het tonen van de sporen van de tijd (‘patina’ niet wegpoetsen,
kleurkeuze van de steen dient in relatie te zijn (tonsuurton) met de kleur
materialen toepassen die mooi verouderen);
van de steen van de historische fabriek. Nuances in de kleurkeuze van de
- spelen met (on)regelmaat en (im)perfectie;
steen kan helpen in de perceellering. Op deze wijze vormt de
- ‘sprezzatura’, een uniek Italiaans begrip dat ‘bestudeerde
materiaalkeuze voor de nieuwbouw een afspiegeling van de gebruikte
zorgeloosheid’ betekent: het spelen met formele en informele kenmerken;
materialen in de historische fabriek en wordt heden en verleden verzoend.
- ruimte bieden aan spontaan en alledaags gebruik;
- Baksteendetails door middel van terugliggend metselwerk, baksteen
- de grote schaal en stoerheid niet schuwen.
kroonlijsten of raamomlijstingen worden als onderdeel van de architecturale kwaliteiten van de historische ENKA fabriek gewaardeerd.
Een recente generatie architecten ontwikkelt zich als meesters in de kunst der
- De nokhoogte, goothoogte en rooilijn van de bebouwing is eenvoudig.
nevenschikking. Ze zijn gewend om te werken in hybride en soms chaotische locaties.
Versprongen nok en goothoogtes dienen steeds vanuit de stedenbouwkundige
Ze gaan niet bij voorbaat uit van een schone lei (tabula rasa). Ze pikken elementen
perceptie ontworpen te worden.
uit de context op, en openen er een geheel nieuw perspectief op. Ze maken zeer
- Plinten, omlijstingen en muurafdekkers dienen in baksteen, natuursteen
doordachte gebouwen, die zich door terloopse nevenschikking soepel in hun omgeving
of gepolijst beton te worden vervaardigd.
voegen en er vaak een nieuwe blik op bieden. Het beeldkwaliteitplan moet hen hiertoe
- Uitgangspunt is dat de bebouwing een zadeldak heeft. Enkel op specifieke
inspireren.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
37
Het gaat bij het ENKA terrein om "de herinnering aan wat nooit bestaan heeft". Het
38
ENKA. Ede
39
plekken kan een plat dak gemaakt worden. Deze plekken dienen vanuit de stedenbouwkundige perceptie ontworpen te worden. - De dakbedekking bestaat uit pannen, zink of leien. - Op en aanbouwen worden steeds uit baksteen opgetrokken. Schotelantennes, zonnepanelen, dakdoorvoeren of andere dakopbouwen anders dan dakkapellen dienen vanuit de openbare ruimte zo min mogelijk zichtbaar te zijn. - De kozijnen zijn van hout of aluminium en worden slank gedetailleerd in de gevel. Ritme De ramen zijn ontworpen in het gevelvlak volgens een rustig en eenvoudig ritme. De ramen verspringen niet in de gevel en worden niet over meerdere verdiepingen door getrokken. Erkers en dakkapellen - Erkers worden waar mogelijk toegestaan. Erkers kunnen een positieve invloed hebben op de plasticiteit van de gevel. De erkers dienen zoveel mogelijk opgebouwd te worden uit glas. De kozijnen zijn van hout of aluminium en worden zo slank mogelijk gedetailleerd. Andere materialen dan het glas en de kozijnen in de erkers dienen gelijk te zijn aan het gevelmateriaal, waardoor de erker een onderdeel vormt van de gevel. - De positie van de dakkapellen wordt gewogen binnen het beeld van het totaal.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
40
ENKA. Ede
03.2
Vrije kavels
Het ontwerp moet toegesneden zijn op de omvang, vorm en ligging van de kavel.
- Maximale bouwhoogte: 3 bouwlagen plat, hoogte maximaal 11m;
Hiervoor is de vakkennis van een architect onontbeerlijk. De stedenbouwkundig
- Maximale bouwhoogte: 2 bouwlagen met kap, nokhoogte maximaal 13m en goothoogte
ontwerper en de supervisor Ede-Oost zullen de plannen beoordelen.
maximaal 8m; - Op basis van het ontwerp kan de stedenbouwkundig ontwerper gemotiveerd goedkeuring
De bouwregels
verlenen voor het overschrijden van de maximale goot- c.q. nokhoogte, maximale
De bebouwingsrichtlijnen voor de vrije kavels zijn opgebouwd aan de hand van een
bouwvolume, bebouwingspercentage of bouwvlak. De overschrijding bedraagt op de
aantal eenvoudige regels:
verschillende onderdelen maximaal 10% van de gestelde maat of omvang;
- Het is belangrijk als de koper een huis te laten ontwerpen toegesneden op de kavel.
- Op sommige kavels is een oranje vlak aangegeven. Het vlak heeft een maximale
De stedenbouwkundig ontwerper van Enka heeft de taak om de individuele ontwerpen te
bouwhoogte van 1 bouwlaag met kap, nokhoogte maximaal 6m en goothoogte maximaal 3m;
beoordelen op basis van de voorschriften uit het BKP, met name de inpassing en
- Voor de keuze van de materialen wordt uitgegaan van duurzame kwaliteiten in de zin
benutten van de ligging op de kavel, materiaaltoepassing en kleur en de samenhang
van mooi/goed verouderend en dus weinig onderhoud vergend. Natuursteen, keramische
tussen de verschillende ontwerpen;
materialen (cfr. baksteen), architectonisch beton, stucwerk en hout hebben bewezen,
- Op elke kavel is een bouwvlak aangegeven;
indien vakkundig en integer aangewend, van lange duur te zijn. Dit geeft duurzame en
- Binnen het bouwvlak vallen ook bestaande bomen. “Toekomstbomen dienen te worden
veelal genereuze constructies met meerwaarde in de tijd. Voor de raamkozijnen kunnen
ingepast in het ontwerp en voor overige bomen kan op basis van een goedgekeurd
hout, staal, aluminium of een combinatie worden toegepast. De totale detaillering van
woningontwerp een kapaanvraag worden ingediend bij de gemeente. De gemeente Ede kan
het raamkozijn behoeft echter bijzondere aandacht, te beginnen met de detaillering
afhankelijk van de kwaliteit c.q. soort van de te kappen boom in de kapvergunning
van het metselwerk rondom, de aansluiting van het kozijn op het metselwerk, de
voorschrijven dat op de kavel een boom moet worden herplant;
positionering, de montage van de doorvalbeveiligingen en de profielmaat van de
- Het maximale bebouwingspercentage voor hoofd- en bijgebouwen samen binnen het
kozijnen. Balkonhekken kunnen van staal, aluminium en/of van glas zijn;
bouwvlak is gesteld op 80%;
- Per kavel te voorzien in minimaal 2 auto opstelplaatsen op eigen terrein, waarvan
- Het totale bebouwingsvolume inclusief bijgebouwen binnen het bouwvlak bedraagt
maximaal 1 niet gebouwde opstelplek buiten het bouwvlak mag vallen;
maximaal 950m³;
- Erf scheidingen worden uitgevoerd, passend binnen de bosomgeving, als groene
- Bouwvolume gelegen onder het maaiveld valt buiten het maximale bouwvolume;
afscheiding, gaaswerk met begroeiing of
- Grondverzet op de kavel wordt alleen toegestaan indien de te handhaven
van de stedenbouwkundig ontwerper. De hoogte aan de entree zijde van de woning
“toekomstbomen” hierdoor niet worden aangetast. Dit ter beoordeling van de afdeling
maximaal 1,0m hoog en aan de privé zijde van de woning maximaal 1,80m hoog.
een gelijkwaardig voorstel ter beoordeling
groen van de gemeente;
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
41
Bouwen onder architectuur
42
ENKA. Ede
04
bewaking van de kwaliteit Ontwerpclusters
De doelstelling van het verkavelingsplan en beeldkwaliteitplan is om de ruimtelijke
Belangrijk bij de selectie van de architecten voor het deel van de projectmatige
en functionele kwaliteit van het projectgebied optimaal tot stand te brengen, wordt
kavels, is de affiniteit met de kunst der nevenschikking. Voor de sfeer en
deels bepaald door het stedenbouwkundig ontwerp en het functioneel programma. Om deze
beeldkwaliteit zijn samenvattend nogmaals een paar motieven te benoemen die als
te bereiken is het belangrijk om een toetsingskader te hebben voor de uitwerking van
criteria bij de toekomstige keuze van architecten betrokken zullen worden:
de Oostrand.
- gevoel voor de kunst van de ‘nevenschikking’; - het tonen van de sporen van de tijd (‘patina’ niet wegpoetsen,
Architectonische compositie
materialen toepassen die mooi verouderen);
De beoordeling van de architectonische compositie van afzonderlijke bouwplannen is
- spelen met (on)regelmaat en (im)perfectie;
een verantwoordelijkheid die ligt bij de stedenbouwkundig ontwerper van ENKA en de
- ‘sprezzatura’, een uniek Italiaans begrip dat ‘bestudeerde
supervisor Ede-Oost. In samenspraak met de stedenbouwkundig ontwerper zal ten behoeve
zorgeloosheid’ betekent: het spelen met formele en informele kenmerken;
van de samenhang in het deelgebied en de aansluiting ervan op de openbare ruimte, de
- ruimte bieden aan spontaan en alledaags gebruik;
architectonische typologie voor het projectgebied zich ontwikkelen. Het
- de grote schaal en stoerheid niet schuwen.
beeldkwaliteitplan ligt mede aan de basis van de toetsing. Voor de afstemming van de ontwikkeling op het Enka terrein met het grotere geheel van de ontwikkeling van Ede-oost en de tussentijdse toetsing van de bouwplannen op de ontwerpuitgangspunten van het Stedenbouwkundig plan van Enka en het verkavelingsplan van het deelgebied heeft de stedenbouwkundig ontwerper van ENKA overleg met de supervisor die namens de gemeente voor Ede-oost is aangesteld. De supervisor Ede-oost kan bepalen dat bij deze bespreking een nadere vertegenwoordiger vanuit bijvoorbeeld welstand of monumentencommissie aanwezig is.
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten
43
Toetsingskader
44
ENKA. Ede
colofon 45
PROJECTNAAM ENKA Ede
OPDRACHTGEVER Grondbank Bennekomseweg Ede cv een samenwerking tussen AM wonen en ASR Vastgoedontwikkeling
PROJECTTEAM awg architecten: Filip Delanghe | stedenbouwkundig architect | directeur Raven Rumes | stedenbouwkundige lodewijk baljon landschapsarchitecten:
Lodewijk Baljon Karin van Essen Bas Heessels
landschapsarchitect I directeur landschapsarchitect I projectleider ontwerper I tekenaar
DATUM 10 maart 2011
awg architecten + LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten