editie 3 • herfst 2017
â‚Ź 4,85 2 3
Tjeu van den Berk over het belang van illusies, Beethovens reddende paukenslagen en een onvergetelijke herinnering uit zijn jeugd - koeien in een mistige Brabantse wei
Proef de herfst
Natuurlijk kan het Ontdek Odin, de coöperatieve supermarkt
• ruim 5.000 leden • 100% biologisch of biodynamisch • eigen imkerij • eigen biodynamische boerderij Alkmaar, Amersfoort, Amsterdam (Bos en Lommer, Ceintuurbaan, Czaar Peterstraat, Westerpark, Zeeburg), Arnhem, Bergen, Breda, Delft, Den Haag, Dordrecht, Driebergen, Ede, Nijmegen, Utrecht, Wageningen en Zutphen. Meer info: www.odin.nl Lekker je biologische boodschappen thuis laten bezorgen? Kijk op www.odinbezorgdienst.nl
redactioneel
Numineus
© Julochka: autumn is in the air
In de Amsterdamse boekwinkel Au Bout du Monde stond het boek net boven ooghoogte, ik weet de plek nog, ook al is het een jaar of tien geleden. Het numineuze. Tjeu van den Berk beschrijft daarin een vloed aan tintelende ervaringen van verbondenheid en licht, eigenlijk niet te pakken in woorden – toevallig langskomende uitnodigingen om even uit het kleine ik met zijn dagelijkse zorgen te stappen. H.C. Moolenburgh zei in een telefoongesprek toen de inhoud van dit herfstnummer ter sprake kwam, zich drie van zulke ervaringen te herinneren – een in 1962 nabij het oude kasteel van koning Arthur. ‘Er gebeurde eigenlijk niets bijzonders en toch was dit misschien wel het geweldigste moment in mijn leven – daarna ben ik nooit meer dezelfde geweest.’ In mijn geboortedorp staat een bankje, zo’n vijftig meter schuin achter het huis van mijn toenmalige huisarts, uitkijkend over een vijver waarop ik als kind achter een stoel mijn eerste schaatservaringen opdeed. Als ik nu, na al die jaren, langs die plek rijd, weet ik onmiddellijk: ‘Op dat bankje gebeurde het.’ De gewaarwording een eindeloos vredige ruimte binnen te zijn gestapt. Een type ervaring dat gekenmerkt wordt door een vreemde combinatie van vanzelfsprekendheid en ongrijpbaarheid. Op het moment zelf kun je je eigenlijk niet voorstellen dat er ooit een einde komt aan het bijbehorende gevoel van aanwezig zijn waarin de hele omgeving lijkt te delen. Of Tjeu van den Berk ook de volgende filmervaring als numineus zou betitelen, weet ik eigenlijk niet. In mijn late tienerjaren ging ik met een vriendin naar een Franstalige film die zich afspeelde op een jongensinternaat. Op een bepaald moment stuit een van de jongens in een gang op een krakkemikkige piano; waar hij onverwacht een aantal maten Bach aan weet te ontlokken. Geen idee waarom die film zo’n indruk maakte; ook niet waarom bij het horen van die valsige Bach-noten op dat ontstemde instrument een rilling over mijn rug kroop.
Een vergelijkbare intensiteit herinner ik me van een bezoek aan een Ierse tuin, hoewel ik stellig de indruk had dat de ogenschijnlijke sprankeling in de tuin niets met mij te maken had en ik slechts een toevallige passant was. Heel veel jaren later heb ik de Franstalige film uit mijn jeugd als dvd op de kop weten te tikken – om deze vervolgens met kloppend hart opnieuw te bekijken. Dit keer echter zonder een spoor van de betovering van weleer. In de Ierse tuin had ik bij mijn eerstvolgende bezoek zelfs de stellige indruk dat de tuin een nieuwe tuinman had gekregen die gelijk na zijn aanstelling het hele terrein grondig op de schop had genomen. Weg was elke tinteling. Nee, zo’n sprankelende ervaring wordt blijkbaar nooit teweeg gebracht dóór een bankje, een film of een tuin. Het enige wat je erover kunt zeggen is dat je soms op een speciaal moment, zittend op een bankje of kijkend naar een film, het gevoel kunt hebben dat iets in je wordt aangeraakt wat blijkbaar zo’n waarde heeft dat de ervaring tientallen jaren na dato nog moeiteloos teruggehaald kan worden. Geen idee overigens waarom ik destijds in die Amsterdamse boekwinkel niet het initiatief heb genomen Tjeu van den Berk te benaderen voor een interview. Jarenlang heb ik er vervolgens niet meer aan gedacht – tot Els Maasson de man in de aanloop naar het voorgaande zomernummer ineens ter sprake bracht als een ongelooflijk inspirerende docent tijdens haar Jungiaanse opleiding. Toen begon het balletje te rollen – alsnog. Bart Hommersen
VA editie 3 • 2017 • 3
vrucht bare aarde
Inhoud editie 3 • 2017
Vruchtbare Aarde
Een uitnodiging tot blikverruiming. Vier keer per jaar zoekt Vruchtbare Aarde de dwarsverbanden en de samenhangen. Of we nu schrijven over kunst, reizen, architectuur, gezondheid, licht, water of de relatie mens - natuur. Op dat punt zijn we grenzeloos nieuwsgierig. Misschien willen we het onmogelijke en misschien lukt het ons niet altijd, maar we streven ernaar, elke drie maanden weer: op een leesbare wijze door proberen te dringen tot ‘de binnenkant’ der dingen. Vruchtbare Aarde als een driemaandelijkse inspiratiebron voor levenskunstenaars. Zie ook onze website: vruchtbareaarde.nl
aan Vruchtbare Aarde werken mee
Amalia Baracs, Marjan van Duin, Rob Heiligers, Jaap Huibers, Frans Kusse, Marjet Maks, H.C. Moolenburgh, Frans Olofsen, Hapé Smeele (fotografie), Simone Thomasse, Rob Top, Wil Uitgeest, Ada Volmer Weijland en Jos van Wunnik. vormgeving
Albert Hennipman (De Ruimte Ontwerpers) omslagbeeld Rolf Weijburg: Grenada (2003) | kleurets | 59x58cm | Opgenomen in: Atlas of the world’s smallest independent countries correctie
Ineke Vlug druk
Graphius Group, Gent abonnementen
Nederland € 19,20 (4 nummers) België € 23 Overig buitenland € 35 Een abonnementsjaar wordt stilzwijgend verlengd, tenzij schriftelijk wordt opgezegd voor 1 december.
aan verbeelding en toeval. Rolf Weijburg reist zonder haast. De Utrechtse etser huldigt een trage manier van reizen die ook pas na maanden, en soms pas na jaren, een of meer etsen oplevert waarin hij iets van de sfeer probeert over te brengen zoals hij die op een plek ervaren heeft. Na de eilanden rond Afrika zijn nu de 25 kleinste staatjes van de wereld aan de beurt. Een ode
Rolf Weijburg: Porto, Portugal (2015)
Bart Hommersen
Slow art - Slow travel – Ambachtelijk reizen biedt ruimte
e di t ie 3 2 aan de veelkleurigheid en diversiteit van de wereld.
© Blazej Mrozinski (The Great Wall Mist)
uitgever/hoofdredacteur
Foto: Hapé Smeele
6 De kunst van het reizen
redactie & advertenties
WG Plein 380, 1054 SG Amsterdam; tel 020 6898468; va@xs4all.nl
20
advertenties
BMC-Metropolis, Bart Boudewijn Baudoin, tel 020-4194438, bartobar@xs4all.nl abonnementen
Ellen Snel, Tegalstraat 47, 7541 ZC Enschede; tel 06 360 97 876; abonnementen-va@xs4all.nl website webwinkel
vruchtbareaarde.nl/winkel
4
© Hapé Smeele
vruchtbareaarde.nl
© Hapé Smeele
47 Toegift
© wildewit.nl
2017
Tegen alle verwachtingen in heeft onze columnist H.C. Moolenburgh dit jaar zijn 92e verjaardag gehaald. Zijn oudste zoon in een toespraak: ‘De specialist dacht dat je zou sterven, maar je bent bij uitspraken van specialisten altijd zo enorm eigenwijs dat je je er ook nu niets van aan hebt getrokken!’ Zijn tweede zoon vervolgde, met een knipoog: ‘De specialist heeft zich gewoon vergist – omdat hij nog nooit een 91-jarige met een burn-out had gezien.’ Moolenburghs veertigste column Afscheid? in het zomernummer wordt in dit nummer gevolgd door een prachtig toegift.
24 Een nieuw leven
In de slaapkamer, boven op de zolder, stond het wiegje klaar voor het kindje dat nog geboren zou worden. ‘Sterven is hetzelfde als geboren worden, zei onze vroedvrouw – het is dezelfde eerbiedige stemming. Toen ze dat zo beschreef, wist ik dat het klopte. Je staat aan dezelfde poort, al is het aan een andere kant.’ Susannah van Asch-Yasuda over de week waarin ze zowel een kind verloor als een kind kreeg, en de maanden die daarop volgden. ‘Tegen andere moeders zeg ik nu: Probeer samen op reis te gaan.’
32 Een groot geheim
en verder
Nescio sprak er voor het eerst over op zijn 60 ; Harry Mulisch op zijn 70e. De een noemt het een eenheidservaring, de ander een spirituele of numineuze ervaring. In ieder geval een groot onzegbaar geheim. Tjeu van den Berk legde een flinke verzameling aan van deze ervaringen die wij volgens hem bijna allemaal ooit hebben meegemaakt. ‘Het zijn de momenten in een mensenleven die er het meeste toe doen.’ Een ontmoeting waarin Tjeu van den Berk vertelt over die ene levensveranderende ervaring uit zijn eigen jeugd, over Beethovens reddende paukenslagen en over zijn levenslange fascinatie voor Mozarts Die Zauberflöte en Carl Jung. e
18 Frans Olofsen schildert zijn huis 20 Marjet Maks over langsglijdende seizenen 28 Ada Volmer Weijland over Alles en Niets 28 Jos van Wunnik schildert krachtplekken 30 Rob Top beschouwt de chaos in de wereld 45 Jaap Huibers helpt schoolgaande kinderen VA editie 3 • 2017 • 5
De Utrechtse etser Rolf Weijburg
Het liefst gaat hij ver weg, naar kleine onbekende landen – om daar lang te blijven. Behalve een bekende etser is de Utrechtse kunstenaar Rolf Weijburg ook een fervent reiziger – maar dan eentje zonder haast. ‘Gewoon ergens te zijn, daar gaat het me om. Een beetje hangen, veel lopen en rondkijken.’
De kunst
Slow travel. Terug in Utrecht
verwerkt hij zijn reisindrukken tot etsen. ‘Een mooie combinatie van inspiratie en ambachtelijkheid, reizen gevolgd door tekenen en een beetje prutsen met zinkplaten. Heel mooi eigenlijk.’ To Turtle Cove | Palau (2011) – een in 1994 onafhankelijk geworden eilandengroep in de Grote Oceaan. In het land wonen 21.000 inwoners verspreid over 250 eilanden. Uit: Rolf Weijburgs nieuwste project Atlas of the world’s smallest independent countries, een serie kleuretsen over de 25 kleinste onafhankelijke landen ter wereld
6
over reizen zonder haast
van het
rei zen
‘Het klinkt wat oneerbiedig, maar mijn manier van reizen bestaat vooral uit hangen – heel veel hangen’
VA editie 3 • 2017 • 7
Ilha Inhaca (2000) | Uit: L’afrique Périphérique
Teenslippers Oost-Afrika, 1996. Een verlaten grenspost aan de oevers van de Rovuma-rivier, op de grens van Tanzania en Mozambique. De chef douane haalt het dikke boek tevoorschijn waarin alle reizigers staan die hier de laatste jaren langs zijn gekomen. ‘De laatste Europeaan, een jaar geleden, was een Belg.’ Nu dus een Nederlander. De Utrechtse etser Rolf Weijburg is op weg naar Mozambique. Het hoofd van de douane stelt hem voor aan het dorp. ‘Ik leer zijn hele familie kennen en moet in het bed van zijn zoontje slapen… maar word door muggen en hitte naar de tuin verjaagd. In het onwerkelijke licht van de volle maan val ik onder een papajaboom in slaap.’ Een Zaïrese teenslipperhandelaar wil ook de grens over. Hij is al twee weken onderweg. ‘Gouden handel,’ vertrouwt hij Rolf toe. ‘Nijpend gebrek aan teenslippers in Mozambique.’ Het is een hete, lange, vermoeiende en modderige tocht. Het pad wordt steeds smaller, het gras almaar hoger, de modder steeds zompiger. Al twee uur glibberen ze in de zware, vochtige hitte door zuigende modder. ‘Wat is jouw handel eigenlijk,’ wil de handelaar van de Utrechtse kunstenaar weten. ‘Ik maak etsen,’ zegt deze. ‘Al tien jaar maak ik etsen van de eilanden rondom Afrika.’ De handelaar is geïntrigeerd. ‘En wat doe je met die etsen? Is zo’n ets ook handel?’ Rolf: ‘Uiteindelijk wel ja. Al is niet zeker of deze reis ooit iets op zal leveren.’ De handelaar kijkt hem ongelovig aan.
Groeten uit Hongkong ‘Mijn liefde voor het reizen,’ vertelt Rolf Weijburg tijdens een bezoek aan zijn Utrechtse atelier, ‘is begonnen met de ansichten die een reizende oom me als kind stuurde. Ergens uit die verre, vreemde wereld stuurde hij kaarten – de ene keer uit Hongkong, dan weer uit Dubai of Manilla.
8
‘Bij mijn oma lag achter glazen deurtjes een grote atlas, en bij haar zocht ik al die betoverende plaatsen dan op. Het fascineerde me enorm dat mijn oom zo’n kaartje ergens in een ver land in een brievenbus kon laten glijden, en dat zo’n papiertje dan na een lange reis over de aardbol bij ons op de deurmat belandde. ‘Nee, mijn oom heeft nooit geweten wat zijn ansichten voor mij hebben betekend. Tenminste, ik heb het hem nooit verteld. Sinds mijn jeugd stond hij op een voetstuk. Daar viel hij pas van af toen hij me eens bekende op zijn reizen feitelijk nooit meer te hebben gezien dan hotels, taxi’s en vliegvelden.’
Droomstudie ‘Ook op de middelbare school was ik gebiologeerd door kaarten en globes. Het bladeren door atlassen wakkerde mijn verlangen naar verre plekken alleen maar aan. De studie Sociale Geografie leek me een droomstudie. Een ideale combinatie van mensen en kaarten. ‘Maar langer dan een paar maanden heb ik het niet volgehouden. De geografie was te droog, en mijn interesse in verre landen te romantisch. Ik stapte over naar de Kunstacademie, waar ik mijn eigen sociale geografie hoopte te gaan maken. Het motto op de Academie luidde toen nog: “Tekenen doe je maar thuis, hier op de Academie leer je jezelf vinden.” Al tijdens mijn studie kocht ik mijn eigen etspers.’
Etsen & reisverhalen ‘Na de kunstacademie verbleef ik steeds vaker in Italië. Een eerste grote expositie had ik in 1978 in Rome. Een chique galerie. Alle tekeningen en etsen werden verkocht. Echt alles. Wat eerlijk gezegd meer te maken had met de galeriehoudster dan met mijn werk – een mooie dame, bij wie de klanten graag in het gevlei kwamen. ‘In lires was ik ineens miljonair. Met het verdiende geld ging ik op reis. Via Griekenland, Cyprus en Libanon
Shibam, Hadramawt (1992) | Uit: HOME (away from home)
Horta, Açores | Azoren (2002) | Uit: HOME (away from home), een serie etsen over huizen, over thuis. Over thuis van huis
liftte ik door Jordanië en Saoedi Arabië tot in Jemen, toen de Rode Zee over naar Oost-Afrika. Na thuiskomst ben ik veel tekeningen gaan maken – met Afrika als grote trekker. Reizen was vanaf dat moment mijn onderwerp. Mijn werk veranderde van fictie naar feit. Met mijn etsen begon ik reisverhalen te vertellen. En dat is eigenlijk altijd zo gebleven.’
Fata morgana ‘Op een gegeven moment stond ik op de grens met ZuidJemen – toen nog een marxistische volksrepubliek. Aan de andere kant van de grens, ver naar het Oosten, moest de mythische stad Shibam liggen. In mijn tienerjaren had ik daar zwart-wit foto’s van gezien in de National Geographic. Een eeuwenoude kluwen dicht tegen elkaar gebouwde lemen flatgebouwen van wel elf, twaalf verdiepingen hoog. Een onwaarachtige verschijning middenin woestijnlandschap. ‘Maar ik werd niet tot Zuid-Jemen toegelaten. Vijftien jaar later, toen de twee Jemens één land waren geworden, kon ik wel door. Tegen het einde van de middag was het ineens zover: de stad lag voor me in het lange strijklicht van de ondergaande zon. Een fel oranje gekleurd droombeeld. Eerste gedachte: “Het kan niet waar zijn wat ik zie; dit is niet echt, het bestaat niet.” Een fata morgana in een meedogenloze woestijn. ‘Dichterbij komend leken de hoeken van de lemen huizen gesmolten, afgerond als ze waren door regenval. Wat alles alleen maar organischer maakte. Alsof de gebouwen leefden! ‘In de dagen erna liep ik om de stad heen, of lag in het zand van de wadi naar de wonderlijke bouwsels te kijken. Elke middag gloeide Shibam op in het oranje avondlicht – om zich even later in die doodstille duisternis in zichzelf te keren.’
Krekels en claxons ‘Die eerste Afrika-reis van anderhalf jaar zette mijn leven
op zijn kop. Het continent besmette me langzaam met een virus waar ik nooit meer van zou genezen. Noem het heimwee. ‘Heimwee naar de geur van zweet, bier en vleermuizenstront, de geur van warme zon op natte aarde, van brochettes op een knappend houtskoolvuurtje, de geur van stof. Heimwee naar de geluiden van krekels en schorre claxons, van lachende mensen en schreeuwende taxi-jongens, de geluiden van vroege bezems over aangestampt zand en eindeloos herhaalde muziekritmes. ‘Maar zo is het dus begonnen. Heimwee naar kleurig geklede mensen onder schaduwrijke reuzenbomen, naar flikkerende olielampjes op nachtelijke markten of de bollende stofwolken boven geel grijze landschappen.’
Afrikaanse eilanden ‘Meer en meer reizen zouden volgen. En daarna kwamen de etsen en de tekeningen. En de verhalen. Als continent bleek Afrika echter te immens. Ik verdronk in de uitdaging om Afrika te willen begrijpen, uit te leggen en in kaart te brengen. ‘De redding bleek te liggen in de beperking. Ik bedacht dat al die eilanden rond Afrika eigenlijk compacte stukjes Afrika waren – waar de geuren en geluiden en beelden van heel Afrika waren aangespoeld. Het startschot van een gigantisch reisproject langs alle bewoonde eilandgroepen en geïsoleerde eilanden rondom Afrika – dat ik L’Afrique Peripherique heb genoemd, met uiteindelijk zo’n negentig kleuretsen.’
Geur, sfeer en licht ‘Afrika-gangers kun je in twee kampen verdelen’, zegt Rolf Weijburg terugblikkend op zijn grote Afrika-project, afgerond in 2000. ‘De ene groep is verkocht en wil dolgraag naar het continent terug. De andere groep zegt: nooit meer. ‘Ik behoor tot het eerste kamp. Iedere keer opnieuw was ik gegrepen door het eigene van Afrika, de manier waarop VA editie 3 • 2017 • 9
Carriacou Sunset | Grenada (2006) | Uit: Atlas of the world’s smallest independent countries | Eilandengroep in het Caraïbisch gebied
mensen met je omgaan, waarop ze met problemen omgaan … Afrika telt nogal wat landen waar het allesbehalve best gaat, maar de flexibiliteit van de mensen heb ik altijd ongelooflijk gevonden. ‘Op het moment dat je weer voet op Afrikaanse bodem zet, weet je: ‘O ja, daar is het weer...’ Een mengeling van geur, van sfeer, van licht, van lachende mensen, van kapotte dingen, van vochtige hitte en heel veel meer… ‘De laatste keer in São Tomé, in 2016, met de filmopnamen, overkwam het me weer … Een aankomst die voelde als een omarming. Een thuisgevoel. Moeilijk onder woorden te brengen. Ik noem het maar gewoon heimwee.’
Slow travel ‘Het hebben van ‘tijd’ maakt op reis het grote verschil. Een reiziger die tijd heeft, wordt makkelijker opgenomen. Zo’n reiziger komt niet even vluchtig langs, maar verblijft een aantal dagen tot weken op een en dezelfde plek. De mensen raken aan je gewend en zijn opener. ‘Ik vind het nog altijd heerlijk om langzaam te reizen. Nu de kinderen het huis uit zijn, komt het oude gevoel van tijdloosheid van mijn eerste reis ook weer boven. Het gevoel dat een verblijf best twee keer zo lang mag duren. Heerlijk.’
Postkaart uit Palau ‘Vanaf de eerste ansichten uit mijn jeugd heb ik het een wonder gevonden dat de hele wereld verbonden is door een immens postnetwerk. Een netwerk dat iedereen,
10
waar dan ook ter wereld, in staat stelt om een stukje papier ergens in een brievenbus te stoppen, waarna dat papiertje enige tijd later aan de andere kant van de wereld bij de geadresseerde opduikt… ‘Gefascineerd begon ik in 1977 een postproject, genaamd: Inviting the World at Home. Tientallen jaren lang heb ik postkaartjes meegegeven aan reizigers of toegestuurd aan onbekenden in alle uithoeken van de wereld – met de vraag om me dat kaartje terug te sturen. Ik stelde me dan een postbeambte voor op een afgelegen eiland in de Atlantische Oceaan – klaarstaand met een zak post voor het geval er een schip aan de horizon zou verschijnen. Ik vroeg me af of een aan mij gericht kaartje in die postzak ook echt bij mij in Utrecht in de bus zou belanden. ‘Palau was in 2007 het enige land waaruit ik nog géén postkaartje had ontvangen. Een piepklein, dunbevolkt staatje in de Stille Oceaan. Talloze brieven had ik er al heen gestuurd, met het verzoek om mij het bijgesloten kaartje terug te sturen. Een verzoek gericht aan hotels, aan het plaatselijke postkantoor, zelfs aan de president – nadat ik had gelezen dat hij voor zijn volk zo’n toegankelijk persoon was. Maar zonder resultaat.’
Kamer in Palau ‘Reden om in 2011 naar Palau af te reizen. In de piepkleine hoofdstad huurde ik een etage boven het lokale winkeltje. Een houten trap leidde buitenom naar mijn kamer met balkon. Een buitentrap die ook werd gebruikt door de jongens uit het dorp die in het winkeltje een
Lamu Island (1988) | Uit: L’afrique Périphérique
Ilha de Goa (2000) | Uit: L’afrique Périphérique
Ambachtelijk reizen
Documentairemakers Arnold van Bruggen en Eefje Blankevoort maakten enkele jaren geleden kennis met de etsen van Rolf Weijburg en waren beiden direct gegrepen door de kleuren, de textuur, de geografische verwijzingen, de ambachtelijkheid, maar vooral door de geweldige verhalen die zijn etsen vertellen. De documentairemakers zetten hun fascinatie om in een intrigerende film, waarin ze Rolf Weijburg met de camera volgden tijdens het etsen en tijdens een aantal reizen. Belangrijkste thema van de film? De kunst van het reizen. ‘We bewonderen Weijburgs ambachtelijke manier van reizen en etsen maken, waarbij de tijd wordt genomen om te kijken, te ontmoeten en te reflecteren. We geloven dat het belangrijk is om zo te blijven werken, ook al is daar geen verdienmodel tegen opgewassen.’ En: ‘Uit een dergelijke trage manier van reizen – werkelijk kijken, werkelijk ervaren, heel dicht bij een plek komen waar je enige tijd verblijft – komen verhalen, films en boeken voort waarin wij een meerwaarde zien. Daarmee is de film ook een portret geworden van een verdwijnend ambacht. Een avonturenverhaal. Een ode aan de veelkleurigheid en diversiteit van de wereld.’ De film De kunst van het reizen werd op 5 juni 2017 uitgezonden door RTV Utrecht en is aanklikbaar via vruchtbareaarde.nl | Documentairemaker Eefje Blankevoort schreef eerder het boek Stiekem kan hier alles over Iran. Cameraman Thomas Roebers maakte de Youtube-hit Foli, een prachtige film over de verbeelding van ritme | Van Arnold van Bruggen is The Sochi Project: thesochiproject.org
VA editie 3 • 2017 • 11
De spiegel van
Cidade do Mindelo (1994) Uit: L’afrique Périphérique
biertje kwamen kopen. ‘Voor hen was de trap een soort kroeg. Avonden achtereen heb ik met hen op die trap gezeten. Natuurlijk bleef ik voor hen die rare blanke – een toerist. Maar als je een biertje met ze meedrinkt en wat met ze praat, hoor je er al snel een beetje bij. Ze kennen je, ze weten je naam… ‘Net als in Afrika hoefde ik in Palau geen enkele moeite te doen voor contact. En dat vind ik fijn. Ik ben daar nooit zo heel erg naar op zoek. Hier gebeurt het vanzelf. Tenminste, als je de rust en de tijd neemt om ergens te zijn.’
Hangen & verwijlen ‘Thuis in Utrecht kan ik nooit lang op de bank blijven zitten. Een half uur is al heel erg lang. Op reis daarentegen kan ik urenlang op een trappetje zitten. Het klinkt wat oneerbiedig, maar mijn manier van reizen bestaat vooral uit hangen – heel veel hangen. ‘Ik ben niet iemand die allemaal highlights hoeft te bezoeken. In Afrika heb je die sowieso niet zoveel. Het reizen zelf is de geneugte – het trekken van A naar B. Het aankomen in B. Dat is het dan. Een trage manier van reizen die me nooit meer heeft losgelaten. ‘Er gewoon graag willen zijn. Wat inhoudt dat ik urenlang op een stoeltje tegen een muurtje kan zitten. Gewoon maar kijken wat er om me heen gebeurt.’
Puzzelstukjes ‘Persoonlijk vind ik het fijn ergens gedumpt te worden waar ik niets weet, waar ik helemaal bij het begin moet beginnen. Het liefst een plek waar niets te doen is. Alle dagen leeg, heerlijk! ‘Je komt aan in een hotel, je gooit je tas neer ... en dan merk ik al dat de adrenaline opspeelt. Op mijn hotelkamer kan ik dan niet meer blijven. Er is werk te doen. Ik moet op stap, ik moet eruit. Een wereld te ontdekken. ‘Wat doen de mensen? Waar kan ik iets te eten vinden? Hoe zit de lokale menukaart in elkaar? Hoe werkt het lokale transport? ‘De uitdaging is al die stukjes als een puzzel in elkaar te zetten. Zo’n eerste dag op een onbekend eiland, in een dorpje dat ik niet ken, bestaat vooral uit heel veel lopen. Kijken wat er gebeurt als je in een bepaalde richting loopt. “O, hé, kijk – daar loopt de rivier. Wacht even … als
12
‘Wat een fijn land toch’, verzucht Rolf bij zijn vertrek uit Tuvalu in de Stille Oceaan. Na Vaticaanstad, Monaco en Nauru, het kleinste land ter wereld. Nogal wat inwoners van Tuvalu vallen hem bij: “Tuvalu is arm, maar rijk in geluk!” En dan te bedenken dat Tuvalu worstelt met hartziektes, obesitas en diabetes. En dat iedereen weet dat de eilandjes een verdere zeespiegelstijging niet zullen overleven en gedoemd zijn in zee te verdwijnen... In 2016 waren de piepkleine staatjes Nauru, Tuvalu, Tonga en Kiribati aan de beurt voor een bezoek van Rolf Weijburg in het kader van zijn nieuwste project (‘Een serie kleuretsen van de 25 kleinste landen ter wereld’). Eilanden in een verloren uithoek van de Stille Oceaan. Elk met een eigen wonderlijk, vaak wrang verhaal. Het wrangst is de geschiedenis van Nauru. Met 21 km² slechts half zo groot als het Waddeneiland Schiermonnikoog. Alleen Vaticaanstad en Monaco zijn nog kleiner. Het rampenverhaal van Nauru begint
‘Het reizen zelf is
Nauru met een periode van ongekende weelde en rijkdom. Een weelde die het land dankt aan vogelpoep. Rolf: ‘Toen rond 1910 ontdekt werd hoe fosfaatrijk deze vogelpoep was, is men begonnen met het afgraven van dat spul. Lange tijd heeft Nauru royaal van zijn vogelpoep kunnen leven. De vogelpoep maakte iedereen schatrijk. ‘Maar niemand die wist hoe je met zoveel geld om moest gaan. In de rijke tijd werden vliegtuigen gekocht. Er is zelfs een eigen vliegtuigmaatschappij opgericht – wat ook wel nodig was, want in de wereld was geen maatschappij die naar Nauru wilde vliegen. De nieuw opgerichte Airlines vloog overal naartoe – met gratis tickets voor regeringsofficials. ‘Sommige Nauruanen vlogen met grote regelmaat naar de paardenraces in Australië. “Nooit iets gewonnen, en na tien jaar was al het geld op.” Het belangrijkste tijdverdrijf op Nauru toen was rondjes rijden. Iedereen had een auto, het liefst een grote vette Amerikaanse pick-up, met enorme speakers. Zo
deed iedereen het. ‘Op de weg rond het eiland verscheen het ene na het andere tankstation. Inmiddels zijn de Nauruanen hun geld alweer kwijt. De honderden auto’s die de bevolking importeerde, staan kapot weg te roesten langs de kant van de weg. De benzinestations zijn merendeels gesloten, in elkaar gezakt of verwoest. Het eiland is een vuilnisbelt geworden vol kapotte machines, verkleurde kinderspeeltuinen en gescheurde trampolines in de voortuin. Niemand ruimt iets op. Bomen groeien door de ramen. De Nauruanen behoren tot de dikste mensen ter wereld, met de hoogste diabetes en de hoogste obesitas. ‘En toen kwam de Australische regering met een oplossing. Nauru zou veel geld krijgen als er vluchtelingen gedumpt mochten worden. Nauru hapte toe. Bijna dertienhonderd asielzoekers ‘wonen’ momenteel op het eiland. In de zinderende tropische hitte verblijven vluchtelingen uit Syrië, Afghanistan, Soedan en Somalië; Iran, Irak, Sri
Lanka, Indonesië en Bangladesh. ‘De positie van de vluchtelingen is totaal uitzichtloos. Australië weigert iedere verblijfsvergunning. Sommigen zitten al jaren op Nauru vast, zonder ook maar het minste zicht op een oplossing. Er is een hoog percentage zelfmoorden, mensen worden gek. Hulpverleners doen wat ze kunnen. We spraken een psychiater, een Australiër, die zei: “Ik ben hier niet voor de vluchtelingen, maar voor de hulpverleners, die allemaal in de problemen raken vanwege alle ellende hier.” Eind 2016 maakte de regering-Obama afspraken met Australië om 1250 vluchtelingen op te nemen, maar die afspraken probeerde de huidige Amerikaanse regering weer terug te draaien… Nauru blijft intussen een ramp. Niet alleen ecologisch en economisch, maar vooral ook menselijk.’
A stopover on Kaadedhdhoo | Maldiven (2013) Uit: Atlas of the world’s smallest independent countries Eilandengroep bestaande uit 1190 koraaleilanden in de Indische Oceaan
Illustratie: Dafne Arlman
de geneugte – een trage manier van verplaatsen die me nooit heeft losgelaten’
VA editie 3 • 2017 • 13
Links: Praag (2000), uit: HOME (away from home) – Boven: Plazas Menores, Noord-Afrikaanse kust (1992), uit: L’afrique Périphérique – Rechts: Life on Dhu Rijrij | Dahlak (1995), uit: L’afrique Périphérique – Uiterst rechts: Ilhéu das Rolas, na equador (2016), eilandje ten zuiden van Sao Tomé – Onder: Male’, Maldives (2016), uit: Atlas of the world’s smallest independent countries, een serie kleuretsen over de 25 kleinste onafhankelijke landen ter wereld
je die kant op loopt, kom je daar weer uit.” ‘Het geeft voldoening als je in een vreemde omgeving blindelings je weg weet te vinden – zonder nog op een kaart te hoeven kijken.’
Reizen en etsen ‘Een goed gelukte ets roept de sfeer op van een plek zoals ik me die herinner. Maar tussen ‘reis’ en ‘ets’ kunnen maanden zitten. Het gebeurt zelden dat ik na thuiskomst direct met een bezochte reisbestemming aan de gang ga. Een reis moet eerst bezinken, het stof moet neerdalen voor ik een ets kan maken. ‘Ik heb een zekere afstand nodig. Een enkele keer gaan er zelfs jaren overheen. Juist ook omdat een plek meerdere kanten heeft en ik meerdere herinneringen wil uitwerken. ‘Om heel eerlijk te zijn komt de gelaagdheid van een ets ook voort uit besluiteloosheid. Dan kan ik moeilijk beslissen welke invalshoeken voorrang moeten krijgen. En dan komt de gelaagdheid als vanzelf.’
Mistig Praag ‘In mijn ets van de Tsjechische hoofdstad Praag kwam ik uit bij de ijle sfeer van mistige winterdagen. Daarom heb ik ook geen lijnen gebruikt om de gebouwen op de achtergrond weer te geven. Het beeld moest vaag zijn,
14
juist om die ijle sfeer te krijgen die Praag in mijn herinnering had. ‘De blauwe kleurvlakken ontstonden door het inbijten van aquatinten. Lastig uit te leggen, maar je werkt als het ware andersom. In plaats van gebouwen te tekenen, teken je de lucht eromheen, waardoor de gebouwen uiteindelijk als vanzelf ontstaan.’
São Tomé ‘Het land dat me in de afgelopen decennia het meest geïnspireerd heeft? São Tomé! Zo’n ongelooflijk mooi land, overgroeid met dichte jungle en bezaaid met de basaltoverblijfselen van oude vulkanen. Smalle weggetjes kronkelen langs cacaoplantages en dorpen met Portugees-koloniale huizen. Rondom het eiland vind je lieflijke, met palmen omzoomde stranden. Een tropisch paradijs. ‘In 1981 toen ik er voor het eerst kwam, waren de Portugezen en andere Europeanen net vertrokken. Een bankroet land zonder geschoolde arbeiders, leraren en artsen. São Tomé wendde zich naar het Oostblok en trok Russische adviseurs, Cubaanse artsen en Oost-Duits personeel aan. Een Noord-Koreaanse ambassade werd geopend. ‘De winkels waren zo goed als leeg, op blikjes Marokkaanse sardines en Hongaars wc-papier na. Het gerucht
ging dat een ambtenaar zich in de nullen had vergist, en honderd keer te veel sardines en wc-papier had ingevoerd. ‘Op de markt kocht je macaroni per tien stuks. De cafés en barretjes hadden weinig te bieden, op lokale rum, een verdwaalde fles Martini en een verroest blikje vruchtensap na. Een land zonder Coca Cola, zelfs zonder bier. Tamelijk uniek. In Afrika vind je overal bier, maar in die tijd niet in São Tomé. Mensen wezen me op een schip dat al dagen voor anker lag. Misschien zat het wel vol wc-papier. Nog meer wc-papier… Misschien wel vol grondstoffen om bier te brouwen. ‘Een paar dagen later stonden er ineens overal houten kratten met flessen bier. Met vereende krachten werden ze de cafés binnen gedragen, barretjes verschenen waar niemand ze had verwacht, tafels en stoelen werden op de trottoirs gezet. Er was bier! Iedereen werd dronken. Het leven was weer waard geleefd te worden. De volgende dag was alles op. ‘Dat was 1981. De economie was zo ongecompliceerd dat ik het tekort haast uit eigen portemonnee bij meende te kunnen leggen – dan kon iedereen weer een dagje vooruit. Het was allemaal zo kleinschalig. Terug in Utrecht ontdekte ik dat São Tomé het op 24 na kleinste land ter wereld was. Veertig keer zo klein als Nederland. Heel erg klein dus! Maar bij lange na niet het kleinste land
ter wereld. ‘Hoe zou het leven eruit zien in die 24 landen die nog kleiner zijn dan São Tomé, vroeg ik me af. Waar zouden die mensen van leven? Wat gebeurt daar op straat? Zo is mijn nieuwste project in 2002 ontstaan: een serie kleuretsen van de 25 kleinste onafhankelijke landen ter wereld. Nog maar twee landen te gaan.’ Bart Hommersen Website: weijburg.nl | Galeries en kunstuitlenen die werk van Weijburg te koop hebben en/of uitlenen: www.weijburg.nl/1e-bottom.html Inviting the World at Home – A survey of the world’s postal links to the Netherlands | Uitgeverij Atlas, Amsterdam | 2009 | 456 pagina’s | Gebonden ISBN 9789045016122 | Prijs: € 25,- | Verzending binnen NL: € 5 L’Afrique Périphérique – Een Atlas van de Eilanden rond Afrika | tekst, ill. en etsen Rolf Weijburg, Galerie Petit, 2000. 144 pagina’s met meer dan 85 etsen, vele tekeningen, foto’s en kaarten, alle reisverhalen. ISBN 90-9013579-0 | Prijs: € 25,- | Verzending binnen NL: € 5
VA editie 3 • 2017 • 15
Ilha de São Tomé (1990) | Uit: L’afrique Périphérique
‘São Tomé heeft echt een sleutelpositie in de laatste twintig jaar van mijn kunstenaarschap. São Tomé is het land dat me in de afgelopen decennia het meest geïnspireerd heeft – dat me het meest na aan het hart ligt’
16
Verliefd op een eiland ‘De eerste keer dat ik naar São Tomé wilde, was het eiland nog totaal afgesloten van de buitenwereld. Het straatarme land bezat slechts één vliegtuig, een oude Fokker bestemd voor binnenlandse vluchten. Je kon er eigenlijk niet komen. Niet als buitenlander, niet als Afrikaan. Niet per vliegtuig, niet per boot. ‘En dan was er nog het probleem van de visa. Zonder visum geen toegang, maar zonder ambassade geen visum. Het land was zo arm dat het nauwelijks ambassades had. Een van de vier ambassades van São Tomé lag in het Afrikaanse buurland Gabon, waar wij net waren,’ aldus Rolf Weijburg. ‘En dus konden we het altijd proberen, waarom niet? ‘Maar om een visum te bemachtigen had je een reden nodig – toerisme was immers verboden. Wat was eigenlijk onze missie? Wat gingen we doen in São Tomé? Op de ambassade vulde ik in: ‘Posterijen’, denkende aan het kaartje dat ik uit São Tomé had ontvangen in het kader van mijn postkaartenproject: 450 postkaartjes uit alle
delen van de wereld – om te bewijzen dat de post wereldwijd werkt. ‘Daar had ook een kaartje bij gezeten, verstuurd door de directeur van de posterijen van São Tomé. Op de vraag naar ons contact in São Tomé vulde ik diens naam in. Vier dagen later kwam de ambassadeur met open armen zijn kantoortje uit gelopen. “Ach, jongens, wat fijn, jullie gaan naar São Tomé als vrienden van Izidro Machado.” De ambassadeur bleek vroeger in Lissabon te hebben gestudeerd met de posterijdirecteur. Ze waren goede maatjes, al hadden ze elkaar in geen jaren gezien. ‘Nu hadden we dus een visum. Maar het probleem bleef hoe je een land binnenkomt waar geen boot en vliegtuig naartoe gaan? Iemand zei: “São Tomé is straatarm. Maar er zitten wel Noord-Koreanen, Chinezen, Cubanen, Russen en Hongaren die zich dood vervelen. Met enige regelmaat huren ze hier in Gabon een vliegtuigje, en dat vliegt dan leeg naar São Tomé.”
Ilha do Príncipe (1990) – eiland in de Golf van Guinee, horende bij het Afrikaanse land ‘Sao Tomé en Principe’
‘De vliegtuigmaatschappij bleek coöperatief: “We geven wel een seintje als iemand in São Tomé een vliegtuig huurt.” Na een dag of twee, drie was het zover. De Russische ambassade had een vliegtuig gehuurd en op de heenweg mochten wij gratis mee. “Stap maar in.” ‘Ken je de verhalen van het Franse olifantje Babar uit de kinderboeken van Jean de Brunhoff? Aan de tropische sfeer van die verhalen moest ik heel erg denken toen we op het vliegveld landden. Een klein wit gebouwtje in de jungle. ‘De piloot had ons gewaarschuwd niet al te optimistisch te zijn: “Het hebben van een visum betekent nog niet dat je wordt toegelaten. Maar wees gerust, ik heb altijd nog twee stoelen vrij, dus dan vliegen jullie gewoon weer mee terug. No problem.” ‘Op de kleine luchthaven wist niemand dat er überhaupt een vliegtuig zou arriveren. Er moest een beambte op zijn fiets uit de hoofdstad komen. Gewichtig nam hij plaats achter een loket, bladerde wat in
onze paspoorten, vond de visa en keek ons toen met doordringende blik aan: “Wat is uw missie?” Ons antwoord: ‘Posterijen’. Hij: ‘Posterijen?’. Ik: ‘Posterijen’. ‘De piloot had gezegd: “Jullie probleem is dat niemand jullie komt halen. Het eiland kent geen vervoer.” Net toen ons gesprek in cirkeltjes vast dreigde te lopen, bleek de redding nabij. Er dook een man in driedelig pak op die in vloeiend Frans zei: “Welkom in São Tomé. Fijn dat u er bent. De auto staat voor. Loopt u even mee.” En hij gebaarde naar de man achter de balie dat hij op moest schieten met zijn stempels. ‘Buiten stond een grote, verlengde zwarte Mercedes met zes deuren, Gabonese vlaggetjes op de koplampen. We voelden ons net een presidentieel koppel. Kindertjes langs de weg zwaaiden naar ons. ‘Onze chauffeur stelde zich voor als ambassaderaad van de Gabonese ambassade in São Tomé. Zijn baas, de ambassadeur, was voor een kort verblijf naar Gabon vertrokken, maar had niets
meer van zich laten horen. En toen had de ambassaderaad vanuit de tuin van de ambassade ineens een vliegtuigje over horen komen. ‘In plaats van zijn ambassadeur had hij ons aangetroffen! “Ik hoorde jullie Frans spreken, en dacht: weet je wat, ik ga die mensen helpen…” ‘Mag ik u beiden uitnodigen deze eerste dag van uw verblijf in de republiek São Tomé de gast te zijn van de Gabonese ambassade?” ‘Zo verliep onze aankomst. Het vertrek bleek nog moeilijker … maar dat is weer een ander verhaal.’
Een grote overzichtstentoonstelling in het Singer Museum te Laren, in 2000, markeerde het einde van het project L’ Afrique Périphérique – Een Atlas van de Eilanden rond Afrika (etsen, schetsen, foto’s en bijbehorende reisverhalen). Exemplaren van het boek zijn nog te bestellen voor €25 bij de auteur (rolfweijburg. nl) of via rolf@weijburg.nl
VA editie 3 • 2017 • 17
Films in VA’s Webwinkel column
frans olofsen Frans Olofsen kijkt over
Y’ Aura t’ill De La Neige À Noël Een jonge Franse boerin voedt haar zeven kinderen in haar eentje op. Zij is de goede fee. Voor haar kinderen een buffer in hun contact met een strenge, autoritaire vader. Type man dat zich vooral om zijn eigen leventje bekommert. Met haar liefde en optimisme slaagt ze erin hun kinderwereld te beschermen. De film volgt het rustige ritme van de seizoenen, hoopvol in de zomer en melancholiek met Kerstmis, wanneer het buiten bitter koud is. (Speelfilm | 1996 | Ned. ondertiteld | € 9,50)
Seymour: an introduction Seymour Bernstein fascineert door de wijze waarop hij als 88-jarige zijn levenswijsheid verwerkt in zijn pianolessen. Zie hem met hart en ziel spelen, en je wenst elke pianoleerling zo’n docent toe. Een man die diepte weet te combineren met lichtheid en bij iedereen – pupil en kijker – hoofd en hart helpt te verbinden. Een documentaire waarin Bernstein zijn inzichten deelt over het leven, vertelt over zijn eigen zwaktes, en en passant zijn visie geeft op muziek en spiritualiteit. (Docu | 84 min | 2015 | Ned. ondertiteld | € 9,50)
Wie zingt daar zo? Mythische speelfilm over een groepje mensen in een bus op het Servisch platteland, jaren veertig. Het gammele voertuig heeft veel weg van een rijdende kachel. Af en toe wordt er gestopt om kippen in te laden of voor een lunchpauze. Alle menselijke archetypen lijken vertegenwoordigd. De film krijgt op de filmwebsite IMDB het recordcijfer 8,9 en wordt betiteld als ‘grappig’ en ‘droef’; ‘subliem’ en ‘absurd’. ‘Onmogelijk om vast te stellen of je bij het zien van deze film wilt lachen of toch eigenlijk moet huilen.’ (Speelfilm | 1980 | Duits en Engels ondertiteld | € 15) Te bestellen op vruchtbareaarde.nl/ winkel of bel 020-6898468
18
een omer. Vakantie. De stad is stil en dromerig. Er ligt een lap tijd aan mijn voeten … kortom … volop ruimte om de muren in de huiskamer te schilderen. Op naar de verfspecialist! Direct bij de ingang is duidelijk dat de winkel een nieuw concept heeft omarmd. Alsof ik een grote huiskamer betreed. Klanten zitten op lage stoelen en babbelen over hun interieur en daarmee samenhangende vraagstukken. Het gaat hier om sfeer, gevoel, emotie. Geholpen word ik niet. Blijkbaar wek ik niet de indruk een vraag te hebben. Ik besluit eerst maar even naar Albert Heijn te gaan. De boodschappen zijn snel verzameld. Op de valreep activeert een rood-blauwe sticker mijn reptielenbrein: 35% korting. Het betreft een luxe gebaksdoos. Vier tompouces knipogen me toe. Altijd denk ik sterker te zijn dan die domme reclames, maar bij de kassa liggen ze toch op de rolband. En ik moet weer aan Ruud Gullit denken. Dat zit zo. Zo’n tien jaar geleden dronk ik koffie in café Anno 1890 in Amsterdam. Ineens kwam Ruud Gullit binnen, die Zwarte Tulp! Direct daalde een magische sfeer neer. Het café viel stil en dat is natuurlijk logisch, want door onder meer Gullit werden we in 1988 Europees Kampioen. Ruud zette een grote gebaksdoos op de bar: ‘Voor iedereen een stuk, want ik ben jarig!’ Hij opende zelf de doos en ontblootte de tompouces. De verleidelijke, roze fondantlaag leek het café meer licht te geven … een spontaan applausje barstte los. De caissière heeft het gebaksdoosje gescand ... de koop is definitief. Ik heb er spijt van, vooral door die vreselijke verpakking. Niet verder getreurd, nu terug naar de verfwinkel! Wederom verbaas ik me over het nieuwe winkelconcept. Nee, dit is geen plek voor doe-hetzelvers. En nu ik beter kijk zie ik ook nergens prijzen op de producten staan. Lunchtijd. Het personeel eet in een hoekje luxe broodjes met zalm, rucola en pijnboompitjes, of iets in die richting. Pas na lange minuten loopt één van de personeelsleden in mijn richting. We ontmoeten elkaar bij de wand met verfpotten. ‘Mag ik u adviseren?’ ‘Ik ben op zoek naar muurverf.’
© Jan Ubels: Early Sunday Morning
grenzen heen, denkt andersom, stulpt fenomenen binnenstebuiten en laat nieuwsgierig licht schijnen op het bijzondere en doodgewone. Zijn nieuwste column gaat over zijn plan de muren van de huiskamer een verfbeurt te geven, en zo’n plan begint met de aankoop van een pot verf.
bosmeertje in de vroege ochtend Zwijgend kijkt hij me aan, dus ik vervolg: ‘Over de kleur twijfel ik nog … ergens tussen blauw en groen.’ We kijken omhoog. Alle potten zijn van hetzelfde merk: Farrow & Ball. ‘Farro en Bal … nooit van gehoord,’ zeg ik, met een vleugje wantrouwen. ‘Farrow and Ball,’ corrigeert hij, in overdreven Engels. ‘Het beste merk! Maar laten we eens kijken … Ergens tussen blauw en groen?’ Hij pakt een pot. ‘Deze moet het dan worden … Mizzle.’ ‘Missel?’ herhaal ik fonetisch, want ik kan me er niets bij voorstellen. ‘Nee … Mizzle.’ Tussen zijn tanden produceert hij een zoemend geluid. ‘Is dat tussen blauw en groen in?’ ‘Het is de stemming van een bosmeertje in de vroege ochtend. Echt een aanrader! Eigenlijk een heel mysterieuze sfeer. Soms heb je dat ook wel eens overdag, als het weer stil is … mist … motregen.’ Ik wil weg, naar de HEMA toe, want daar verkopen ze gewóne muurverf. Maar ik durf niet en bovendien krijg ik ook nog eens luxe Nespresso-koffie aangeboden. En zo gebeurt het dat ik een paar tellen later in één van de lage, trendy kuipstoeltjes zit, met de adviseur frontaal tegenover me. ‘Dus u bent aan het schilderen?’ vraagt hij, alsof het om een verhoor gaat. Als een roofvogel cirkelt hij steeds dichter om me heen. ‘Ja … ja … de muur …’ Meer krijg ik er even niet uit. Ik weet dat ik inmiddels op ruime achterstand sta en zie de kassabon al voor me, met een astronomisch bedrag. ‘De muur …’ herhaalt hij peinzend en kijkt in mijn opengesperde boodschappentas. ‘Ah … tompouces … van de HEMA?’ ‘Nee … Albert Heijn.’ Ik geneer me voor de sticker met 35% korting, want koopjesjagers horen niet in deze winkel thuis. ‘Verkoopt Farrow & Ball die kleur ook?’ Ik floep het eruit, wijzend naar mijn tas, waar het roze van de tompouces naar buiten straalt. Hij staat op en komt terug met een nieuw blik verf. ‘Nancy’s Blushes …’ Hij pauzeert een strategische tel. ‘Nancy leefde ooit in een Engels dorp. Daar was ze een geliefd meisje. In de zomer had ze altijd van die mooie blosjes op haar wangen.’
Er groeit balorigheid in me en weer zie ik onze assistent-bondscoach voor me, ik bedoel: Ruud Gullit. ‘Heeft u ook de kleur van, zeg maar, een zwarte tulp?’ Weer staat hij op en komt terug met een derde pot, die hij naast de andere twee zet: ‘Mahogany … doet denken aan oude kabinetkasten … aardse duisternis en tóch warm van toon.’ Daar staan ze dan, gebroederlijk naast elkaar … Mizzle … Nancy’s Blushes … Mahogany … Ik pak mijn Nespresso om het keuzemoment nog iets uit te stellen en wijs dan definitief naar Mizzle. We lopen naar de kassa, die er toch blijkt te zijn. In gedachten maak ik een ruime schatting van de te verwachten prijs … een eurootje of veertig. Maar de eindscore blijkt nog erger … ongeveer het dubbele! En dan komt het erop aan eervol, met opgeheven hoofd, de aftocht te blazen. Alsof het kopen van een pot Farrow & Ball de normaalste zaak van de wereld is. Met een vloeiend gebaar tover ik mijn betaalpas tevoorschijn en toets met een pokerface de pincode in. Transactie voltooid. Ik krijg er een houten roerstokje bij. Dat dan weer wel. Thuis de kamer verfklaar gemaakt. Wat een heerlijk ontspannen klusje is dat, zo in de vakantie. Meubilair verplaatsen, afplakken met tape, alles in lekker laag tempo en heel geconcentreerd, met de ramen open en het zomerzonnetje buiten. Ik zou altijd zo mindful willen zijn! En ik moet zeggen, Mizzle doet het goed, het is prachtverf. Kost een duit, maar dan heb je ook wat. Op de achtergrond waaien flarden actualiteiten uit de radio … eieren … fipronil … Ik laat alleen de klank van het insecticide toe, die ongemeen fraai is: fi … pro … nil … Net als die andere woorden van vandaag : Mahogony … Monodek … Kärcher … Mizzle … En dan is de muur is klaar. De sfeer is … hoe zal ik het zeggen … mizzle-mysterieus. Als klap op de vuurpijl zijn er de tompouces, bekleed met de zomerse wangetjes van Nancy. Frans Olofsen De volledige schat van alle door de jaren heen geschreven columns van Frans Olofsen is te vinden op salicornia.nl
VA editie 3 • 2017 • 19
column marjet maks Kan een huis zijn bewoner uitkiezen? “Ja,” roept Marjet Maks volmondig. “Ons huis! En het staat in Spanje.” Een eeuwenoud huis met waterbron in een klein boerenbergdorp in de Spaanse Alpujarras dat Marjet sindsdien inspireert tot het schrijven van columns en verhalen. In dit herfstnummer over de overgang van de seizoenen in haar bergdorp.
nabijheid van de sei e zitten buiten op het terras op de eerste rij – één hand rond het eerste glas wijn van de vallende avond. De koelte kruipt uit de huidplooien van de schaduw tevoorschijn. Boven en voor ons zwermt een dertigtal jonge zwaluwen door de schemerende lucht. Halsbrekende toeren maken ze – recht op de hoge gevel af, om dan op een paar centimeter afstand van ons huis een haakse bocht naar rechts of links te maken. Ze vliegen dwars door een boomkruin heen. Enkele zijn zo snel dat ze ook daar met een abrupte zwenk omheen vliegen. Een stuk of zes vallen fladderend af, maar halen de groep bliksemsnel weer in. Dit alles zonder geluid te maken – heel zacht hoor je het suizen van hun wieken in de lucht. Vliegles onder leiding van een van de ouders is een serieuze aangelegenheid. De jonkies zijn een paar weken uit het nest, hun staarten zijn duidelijk korter dan die van de veteranen. Mannetjeszwaluwen hebben langere staarten dan de vrouwtjes en zijn daardoor nog wendbaarder om snel voedsel aan te leveren. De laatste dagen voor vertrek stomen de ouders hun kroost klaar voor de grote oversteek naar het zuiden van Afrika. Ik zou ze willen ringen om te kijken hoe het hun zal vergaan. Zes zwaluwen komen uit onze stal, ieder jaar weer van vader op zoon. We voelen ons hevig betrokken. Voortekenen Het vertrek van onze boerenzwaluwen is een van de voortekenen van de naderende herfst. Nog even en ze zijn echt weg – dan wordt het een stuk stiller in de lucht en op de telefoondraden. Gelukkig houden de bijeneters met hun bijzondere roep en prachtige kleuren ons nog tot eind september gezelschap. Het is een van de genoegens van het wonen in een mediterraan klimaat – de nabijheid van de seizoenen, naast de natuur en het weer natuurlijk. Zestig procent van de lol, zeggen we wel eens 20
grappend – al was het afzien afgelopen zomer. De warmste zomer ooit. Vanaf begin mei temperaturen tussen de dertig en veertig graden, extreme hitte in juni. En dat kachelde maar door tot in juli en ver in augustus. Nee, ik zal het niet over klimaatverandering hebben! Eind juli al begin ik hevig naar de ommekeer rond half augustus te verlangen. Als de zon minder hoog stijgt en de nachten koeler worden. Op de eerste nazomerse ochtend is het ’s morgens om acht uur niet al 29 graden, maar 22, of zelfs 18 graden. Het laken waaronder we slapen is tegen de ochtend ineens niet meer toereikend. In Nederland herinner ik me de kleurende lijsterbessen als eerste teken van de naderende herfst. Het gaf me altijd een melancholiek gevoel. ’t Is weer voorbij die mooie zomer. Nu denk ik: Hoi! Amandeloogst Behalve de acrobatische toeren van de zwaluwen, zijn de ijle klanken van stokslagen – hout op hout, buiten het dorp – een aankondiging van een nieuw seizoen. De amandelen ratelen in de netten, de stemmen dragen ver. De amandeloogst is begonnen. De bomen worden met stokken gegeseld om de houtige noten en de dode takken eruit te slaan. Zoals de boeren die trouwe bomen behandelen, snijdt me door mijn ziel. Ongelooflijk hoe die armetierige boompjes op die droge rotsige berghelling jaar in jaar uit hun best doen om tientallen kilo’s amandelen te produceren. In januari staan ze altijd te pronken met hun tere roze bloesem, druk bezocht door bijen; in het voorjaar zie je de vruchtbeginsels veranderen naar dikke groene bolsters, waarna ze in de hitte van de zomer openbreken en de bruine amandelen zich laten zien. Half augustus zijn ook de vijgen rijp, sappig en zoet als honing. Welkom snoep om tijdens de
© Mark Chinnick: Evening Swallows over Las Alpujarras
zoenen wandeling met de honden, afgewisseld met amandelen, te eten. Met een effectieve klap sla ik een amandel tussen twee stenen doormidden. Niet te hard, want dan is ie verpulverd. Mijn honden zijn er gek op, dus zit ik meer voor hen dan voor mezelf te tikken. De zoete of pikante Spaanse puntpaprika’s zijn ook zo’n letterlijk teken aan de wand. Eind augustus rijgen de vrouwen ze aan draden om te drogen in de zon. Hangend aan de gevels kleuren ze diep rood en worden ze keihard. Als in december het varken geslacht wordt, wrijven de vrouwen de paprika’s in een vijzel tot paprikapoeder, dulce of picante. Zij geven kleur en smaak aan de chorizoworst. Augustus is dé vakantiemaand in Spanje. Het dorp staat vol met auto’s uit onder andere Barcelona en Madrid. De kinderen zoeken hun geboortedorp op en vieren vakantie bij hun ouders en grootouders. Tot ver na middernacht klinkt buiten het geroezemoes, gepraat en gitaargetokkel, en spelen de kinderen op straat, terwijl barbecuegeuren tussen de gevels blijven hangen. Zomer in een bergdorp. Nadat de zwaluwen op stok zijn, blijven we nog wat staren naar de Melkweg en wachten we op een vallende ster die uit de met spikkels bezaaide hemel valt. Een koele bries steekt op. De nachten worden echt frisser. We halen opgelucht adem. De volgende negen maanden, drie heerlijke seizoenen lang, zijn in aantocht. Ik verheug me op de herfst met de oogstfeesten, de rode waterverfluchten bij zonsop- en zonsondergang, de tamme kastanjes, de paddenstoelen. En hopelijk valt er ook nog wat regen! Marjet Maks Marjet drijft met partner Raúl de B&B - guesthouse Viña y Rosales in de Alpujarras (Andalusië): alpujarras.alojamiento. raya.org – mail: VyR@raya.org
Demeter is het kwaliteitskeurmerk voor biodynamische landbouw en voeding In de biodynamische landbouw spelen dieren een belangrijke rol in de kringlopen. Dieren worden benut voor melk, vlees en eieren, maar ook voor de mest. Daarmee is mest geen problematisch afvalproduct, maar een onderdeel van de kringloop. Dieren zijn wezens die naar hun aard verzorgd dienen te worden. Het grootste deel van het voer verbouwen de boeren zelf – wat het ontstaan van megadierhouderijen voorkomt. In de biodynamische landbouw gaat het om de ‘menselijke’ maat. Congres Op 10 oktober, de dag van de duurzaamheid, is Marianne Thieme, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren, hoofdspreker op een congres over biodynamische landbouw en de ‘vrije’ markteconomie in Driebergen.
Inschrijven via www.stichtingdemeter.nl VA editie 3 • 2017 • 21
Susannah van Asch-Yasuda:
Een nieuw In de slaapkamer, boven op zolder, stond het wiegje klaar voor het kindje dat nog geboren zou worden. ‘Ondertussen stond de hele hal, gang en trap vol met mensen die naar Arend kwamen kijken. Sterven is hetzelfde als geboren worden, zei onze vroedvrouw – het is dezelfde eerbiedige stemming. Toen ze dat zo beschreef, wist ik dat het klopte. Je staat aan dezelfde poort, al is het aan een andere kant.’ Susannah van Asch-Yasuda over de week waarin ze een kind verloor en een kind kreeg, en de maanden die daarop volgden. ‘Tegen andere moeders zeg ik nu: Probeer samen op reis te gaan.’
22
‘Je staat aan dezelfde poort, maar aan een andere kant’
leven Scandinavië Susannah: ‘Op het moment dat de arts zei dat Arends hart niet meer zou gaan kloppen, was het alsof iemand er bij mij een stekker in stopte: nu ga je even over op krachtstroom. Later legde een goede vriend en psycholoog ons uit dat als het moet, je hogere ik het overneemt. Mark en ik hebben achteraf vaak tegen elkaar gezegd: we hebben die week geen enkele fout gemaakt. We bedachten een prachtige uitvaart; een feest, zo mooi. Een kleine maand na Olafs geboorte zijn we voor tweeënhalve maand naar Scandinavië gereisd, met het busje dat we kort daarvoor hadden gekocht. Arend, die gek was op oldtimers, heeft nog meegeholpen met het opknappen. We trokken door Zweden en Noorwegen naar de Lofoten. Tijdens die reis drong zich aan mij op: ik ken de antroposofische theorie en dacht altijd dat ik daar op vertrouwen kon, maar nu komt het erop aan. Beiden zijn we vrijeschoolleerkrachten – begrippen als reïncarnatie en de geestelijke wereld zijn altijd vanzelfsprekend geweest. Maar hoe zit het nu eigenlijk met die geestelijke wereld? Waar is Arend nu? Ik ben niet paranormaal begaafd en wenste intens dat iemand mij erover kon vertellen.
illustratie: Lydia de Zwart i.s.m. Albert Hennipman
22 april 2016. Susannah van Asch-Yasuda is 39 weken zwanger. Een vriendin is op bezoek omdat het best zwaar is met die dikke buik, een peuter van twee en een ziek jongetje. Haar oudste zoon Arend is al een paar weken niet lekker; de dokter kan er niet achter komen wat hem mankeert. En dan gebeurt het. Arend krijgt een hartaanval. Susannah probeert hem te reanimeren, maar dat mag niet baten. Hij sterft, vijf jaar oud, en wordt opgebaard in zijn kamertje. Vier dagen later bevalt zijn moeder van Arends jongste broertje Olaf. Het huis is voortdurend vol met mensen die de ouders in één adem feliciteren en condoleren. Een dramatische gebeurtenis, die Susannah en haar man Mark openhartig delen. Ze ondervinden veel steun van familie, collega’s, vrienden en via Facebook ook van wildvreemden. Susannah, terug kijkend op een bewogen jaar: ‘De geboorte van Olaf heeft me erdoorheen gesleept. Je kunt je niet verliezen in je rouw en zielig op bed gaan liggen als een pasgeboren kindje ligt te pruttelen, dorst heeft en een schone luier wil. Of misschien kan het wel, maar ík kon het niet. Verder heb ik heel duidelijk om hulp gevraagd. Gezegd: ‘We kunnen dit niet alleen. We hebben geen uitvaartverzekering en zijn er misschien mensen die voor ons willen koken?’ Direct kwamen er reacties. Het geld voor de begrafenis stond binnen drie dagen op onze rekening en we hebben twee maanden lang niet hoeven koken. We voelden ons emotioneel en praktisch gedragen.’
VA editie 3 • 2017 • 23
Op een dag kocht ik brood in een bakkerijtje in Zweden. De eigenaresse bleek Nederlands te zijn en we praatten over koetjes en kalfjes. Ineens keek ze me recht aan en zei: ‘Ik heb contact met de engelenwereld.’ Ik was een beetje van mijn stuk en meteen liep die winkel vol, dus ik kon niet verder vragen. Ze gaf me haar kaartje opdat we haar zaak konden liken op Facebook. Zo kon ik gemakkelijk contact met haar zoeken, wat ik later die dag ook deed.’
Bevestiging ‘Ze vertelde dat ze soms iets doorkrijgt zonder dat ze weet waarom. Ik legde uit dat wij ons zoontje verloren hadden en graag wilden weten hoe het met hem ging. ‘Nu je dit zegt, voel ik pijn op mijn borst,’ antwoordde ze. ‘Dat kan jouw verdriet zijn, maar misschien is het ook de manier waarop hij gestorven is?’
Ik mocht haar alles vragen. Daar liep ik even mee rond en besefte dat de enige vraag die me echt plaagde de schuldvraag was. Had ik iets verkeerds gedaan? Dat benoemde ik ook op Arends begrafenis. Vanuit mijn achtergrond was dat helemáál geen vraag, want ik weet dat iedereen zijn karma heeft, zijn weg gaat, en daar heeft niemand iets mee te maken. Ik dus ook niet met de weg van mijn kind, maar toch. Ik had behoefte aan bevestiging en troost. De vrouw van het bakkerijtje vertelde simpelweg dat zijn sterfdag vastlag op de dag dat hij geboren werd. Niemand heeft schuld, want zijn tijd was op. Hij moest gaan. We spraken nog lang met elkaar, maar eigenlijk was op datzelfde moment mijn rouwproces klaar. Want ja, waar hebben we het nou over? Arend had zijn weg en ik heb óók voor die weg gekozen. Ik weet zeker dat Mark en ik elkaar daarboven hebben ontmoet en gezegd hebben: oké, we gaan samen in dit leven kinderen krijgen; dat Arend zich erbij voegde en zei: ‘Ik wil wel komen, maar dan gaat het zó.’ En dat wij wisten: ‘Het is goed, kom maar doen.’ Dus als je het in dat licht bekijkt, is het zijn én onze weg.’
Poort ‘Toen de ambulance met Arend en mij naar het ziekenhuis racete, is mijn vroedvrouw, Bea van der Put, gebeld en zij heeft ons die middag in het ziekenhuis begeleid en verzorgd, héél erg fijn. Ze was bij alle gesprekken; met de artsen en de politie – ook
24
de zedenpolitie kwam langs; dat hoort er allemaal bij en ik snapte wel dat ze moesten onderzoeken of er niet nog meer aan de hand is. Bea vertelde me dat ze op het sterfbed van haar vader had besloten om vroedvrouw te worden; ze had hem intensief verzorgd. Sterven is hetzelfde als geboren worden, zei ze, je merkt het aan alles. Mensen die bij een dode of bij een pasgeborene komen kijken zijn ook in dezelfde soort eerbiedige stemming. Je gaat zacht praten, bent op een bepaalde manier op je hoede. Toen ze dat zo beschreef, wist ik dat het klopte. Je staat aan dezelfde poort, maar aan een andere kant.’ ‘Arend werd ’s avonds teruggebracht naar huis en we hebben hem opgebaard in zijn eigen bedje op de eerste verdieping. En in onze slaapkamer, boven op de zolder, stond het wiegje klaar voor het kindje dat nog geboren zou worden. Twee dagen voor de geboorte kwam Bea langs om samen even aandacht aan het baby’tje te geven. Ze heeft geluisterd, mijn buik een beetje gemasseerd en we hebben het gehad over de bevalling. Ondertussen stond de hele hal, gang en trap vol met mensen die naar Arend kwamen kijken. Bij ons op zolder was het helemaal stil. We hadden de deur dicht en waren in de hemel, zo voelde het echt. Een vredige, rustige, bijna heilige stemming. Als ik de trap afging naar Arend, was daar óók de hemel. Met bloemen en lieve mensen, die natuurlijk allemaal
ontzettend verdrietig waren… Het was heel gek dat ik op twee manieren het gevoel had in de hemel te zijn. Er was alleen maar liefde en warmte. We hadden letterlijk en figuurlijk de deur opengezet. Iedereen die wilde mocht langskomen om naar Arend te kijken, en een paar dagen later naar Olaf.’
Kraamperiode ‘De bevalling was prachtig. Ook dit deed Bea waanzinnig mooi; ze straalde een groot vertrouwen uit. Ik had heel bewust gekozen voor een kraamperiode met mutsjes en wolletjes. En het baby’tje op de buik laten slapen, inbakeren na een week misschien – daarover wilde ik geen gemier. Monique Roosink, een ‘natuurlijk’ kraamverzorgster, was er ook al bij de geboorte van onze tweede zoon. Ik ervaar haar als bijzonder prettig omdat zij heel nuchter is naast dat ze op een natuurlijke manier werkt. Superbelangrijk dat die tijd op een fijne manier verloopt en nu luisterde het helemaal nauw. Olaf werd op 26 april geboren; een paar dagen later begroeven we Arend. Daarna konden we een beetje tot rust komen, we kregen dan ook verlenging van de kraamtijd. Monique heeft met Mark en een vriendin het huis energetisch schoongemaakt door het uit te roken met salie, en we hebben alle spullen van Arend meteen opgeruimd. Zijn jasje hing nog aan de kapstok. Nee, niet weggegooid, maar je wilt niet de
VA editie 3 • 2017 • 25
hele tijd, bam, in your face… Arend had een speelvlonder in de kamer waar hij samen met zijn broertje sliep. Het was echt zijn eigen plekje, en nu besloten we – huppetee – dat Emile daar mocht spelen. Het leven gaat verder, dat was gelukkig wel duidelijk voor ons allemaal.’
Fonds ‘O ja, ik hou onbevangen van mijn twee levende kinderen, en niet alleen van hen – ook van het leven zelf. We zijn nú hier, we moeten het er van nemen. Ik heb veel gelezen over rouwprocessen en bijna-doodervaringen, omdat ik zo graag wilde weten hoe het er daar uitziet. En wat Arend daar nu aan het doen is. De prachtige boeken van Eben Alexander… Al wil ik honderd worden; als ik zou moeten gaan is dat prima, het lijkt me er hartstikke mooi. Maar tegelijkertijd wil ik hier graag nog een heleboel doen. Na onze reis ben ik meteen begonnen met het Arend Lucas Fonds. Dat was mijn eerste impuls toen we bij de begraafplaats waren om het grafje uit te zoeken en we konden zeggen: doe maar twintig jaar plus onderhoud. Meteen afbetalen graag, want we hadden zoveel schenkingen gekregen! Het was zeker niet zo dat we arm waren, maar een grote spaarpot hadden we niet. Het zal je maar gebeuren dat je een kind verliest en dat je je vervolgens in de schulden moet steken of het niet kunt betalen om hem of haar een fijne uitvaart en graf te geven. Dat zou niet moeten mogen. Dus richtte ik dat fonds op om ouders in zo’n situatie financieel te ondersteunen. Ik werk ad hoc, zorg dat het verhaal de wereld in komt en heb binnen een jaar drie gezinnen kunnen
26
helpen. Mensen willen echt graag bijdragen als ze weten waarvoor het is. Ik ben daarbij gewoon een doorgeefluik.’
Moedercoach ‘Verder werkte ik al drie dagen per week aan huis als gastouder en één keer per week verving ik Mark in zijn klas op de vrijeschool Amsterdam, zodat hij in elk geval een dag per week thuis kon zijn. Dit voorjaar pakte hij zelf die ene dag weer op en ik besloot om moeders te gaan coachen. Vooral de periode rond de kraamtijd, vlak voor en na de geboorte, geeft een gigantische omslag in het leven van veel vrouwen. Ik heb het zelf meegemaakt en hoor van andere moeders hoe vaak ze met de handen in het haar zitten. Als je ziet hoeveel mensen met een nog heel jong kindje al uit elkaar gaan… Had je nou maar van tevoren geweten hoe je je relatie in balans kunt houden. Hoe je om kunt gaan met huilbaby’s en rust en regelmaat opbouwt. Sinds een paar generaties hebben wij vrouwen een boel ballen hoog te houden, dat was vroeger niet aan de orde. We willen een carrière en tegelijkertijd een fantastische huisvrouw zijn. Laatst sprak ik een moeder die beschreef hoe ze zichzelf een hele tijd voorbij gerend was – redderend en overlevend deed ze het allemaal. Pas na een hele poos werd ze wakker en realiseerde ze zich dat ze het helemaal niet kón. In dat gat in de zorg stap ik. Mijn flyer Moederschap in Ontwikkeling komt onder meer te liggen bij Vive – Vroedvrouwen in Verbinding Amsterdam – en ook bij de vrouwen van de Natuurlijke Kraamzorg. Zij pikken de signalen direct op dat er extra zorg nodig is.’
Moederen }
‘Het gaat heel goed met Emile die nu bij Arends juf in de klas zit; daar zijn wij blij mee. Hij stond ernaast toen ik zijn grote broer reanimeerde, was erbij toen we de kist maakten en Arend erin legden, de begrafenis – hij heeft alles meegemaakt. Nooit heeft hij naar hem gevraagd, nooit merkten we iets van verdriet of gemis bij hem. Maar ja, hij staat ook nog dicht bij die poort, Arend is gewoon dáár. Ik ben wel benieuwd hoe dat later zal zijn. Dat wachten we af. En onze jongste is een wolk, een en al fijne positieve vitaliteit, een zonnetje. Tijdens onze reis zijn we gewend geraakt aan onze andere gezinssamenstelling en het is goed om te zien dat Emile in zijn nieuwe rol stapt. Hij is nu de grootste – niet de oudste, hij zal altijd een tweede kind blijven. Het was ontzettend nodig om dit tot ons door te laten dringen en te zien dat het kon, plus dat je het met elkaar moet doen als je wekenlang met zijn viertjes in een bus zit. Dus dat doe je dan ook. Iedere rare gedachte die we hadden, boosheid, verdriet; alles spraken we naar elkaar uit. Nu zeg ik tegen de moeders die ik ontmoet via het fonds: probeer samen op reis te gaan. Zoek de natuur en de stilte op. Wees samen. Tachtig procent van de mensen die een kind verliezen, gaat binnen een jaar uit elkaar. Wij zijn alleen nog maar dichter naar elkaar toegegroeid.’
natuurlijk kramen
132 pagina’s met interviews, reportages, columns achtergronden & ervaringen
*
*
www.natuurlijkkramen.nl | eenmalige uitgave | 2017/2018 | € 9,50
Natuur & stilte
Dit interview is afkomstig uit het eenmalige bewaartijdschrift Moederen (van de makers van BewustZijn magazine en BewijstZijn Online) – een tijdschrift vol ervaringen, achtergrondartikelen, interviews en columns over een natuurlijke kraamtijd | 132 pagina’s, ecologisch gedrukt, € 9,50 inclusief verzendkosten, bestellen via www.natuurlijkkramen.nl
waarom is warmte zo belangrijk? vaderen huishouden als opvoedingstool ritmisch leven: hoezo? gedragen worden borstvoeding tips&tricks ademende muren goeie soep!
*
*
*
*
*
Simone Thomasse
VA editie 3 • 2017 • 27
column
ada volmer weijland
Zoektocht Mijn kleinzoon zal niet veel ouder dan vier jaar zijn geweest toen hij mij vroeg: ‘Als er niets is, helemaal niets - hoe ziet dat niets er dan uit?’ Heel lang draag ik zijn vraag al met me mee zonder het antwoord te weten. Al die jaren ben ik blijven zoeken. Ook voor mezelf. Misschien wel juist voor mezelf. Hoe ziet ‘niets’ eruit? Ik begon het te zoeken in de leegte van een kopje, een fles of een koektrommel. Maar als er niets meer in een koektrommel zit, bedoelen we dat de koekjes op zijn. En die leegte bevindt zich ook nog binnen de begrenzing van een trommel. Zoals een lege kamer begrensd wordt door vier muren. Hoe ik ook zocht, een lege ruimte zónder begrenzing kon ik niet vinden. Leegte is dus te zien als omheinde lucht. Maar een dergelijke leegte is nog geen ‘niets’. Ik probeerde het grote raadsel op te lossen met de hulp van een herinnering aan de scheikundelessen op school. Bijna alles uit die lessen ben ik vergeten. Maar niet het verrassende feit dat een kilo bevroren ijs bij verhitting niet verdampt tot een gewichtloos niets. Nee, het gewicht van zo’n ijsklomp blijft behouden – ook als het ijs verandert in water of damp. Iets wordt blijkbaar nooit niets. Ik ben blijven zoeken. Op een gegeven moment stuitte ik op het gewicht van onze ziel. Eerlijk gezegd had ik niet gedacht dat zielen te wegen zouden zijn. Maar volgens een Amerikaanse geleerde is dat wel zo. Hoeveel gewicht hij daarbij in gedachten had, weet ik niet meer – het zullen geen kilo’s zijn geweest. Maar het gezichtspunt op zich roept weer nieuwe vragen op. Zoals de vraag waar dat zielsgewicht blijft als het lichaam wegvalt... En of de ene ziel zwaarder is dan de andere. Intussen was de vraag naar het Niets van het Niets van mijn kleinzoon nog altijd niet beantwoord. Tot ik onlangs Robbert Dijkgraaf op tv zag vertellen over het heelal. Inzicht krijgen is eigenlijk niet de juiste benaming. Ik werd heel even een oneindigheid met ontelbare planeten in gezogen, wat me letterlijk de adem benam. Met als voor mij verrassende uitkomst dat het onbegrensde Heelal en het onbegrensde Niets aan elkaar gelijk zijn en samenvallen. In het Niets is blijkbaar ruimte voor Alles. Goed mogelijk dat dit antwoord niemand bevredigt. Hoe dan ook – na al die jaren stop ik mijn zoektocht.
beeldcolumn jos van wunnik Als kind – zo tussen zijn zesde en tiende jaar – was de gewaarwording van heelheid voor hem een vanzelfsprekendheid. In zijn volwassen leven heeft het lang geduurd voor hij deze heelheid, al schilderend, terug heeft kunnen vinden. Vijfde van een serie beeldcolumns waarin Jos van Wunnik verslag doet van zijn zoektocht. Op een reis naar Bhutan in 1991 ervoer ik sterk de samenhang binnen het landschap. Een ervaring die me na terugkeer stimuleerde om ook in mijn eigen omgeving op zoek te gaan naar de heelheid van het bij ons zo versnipperd geraakte landschap. Ik leerde stille, nauwelijks geschonden plekken kennen die me onweerstaanbaar aantrokken. Voorzichtig omkaderde ik binnenruimten door een ovaal of cirkel van takken en stenen te leggen. Dieren zoeken deze plekken uit zichzelf; wildpaden komen er samen. Sterke plekken die zorgen voor een voortdurende vitalisering van de omgeving – waar je als mens een soort tinteling kunt ervaren, het gevoel aangeraakt of schoongemaakt te worden. Plekken ook die me geholpen hebben te ervaren hoe ‘binnen’ en ‘buiten’ samenvallen. Een ontdekkingstocht naar een verborgen landschap met breuklijnen en bronnen, sporen van prehistorische en middeleeuwse landmarks. Op een gegeven moment ontwaarde ik in de uitgesleten sporen die een breuklijn in de aarde heeft achtergelaten een lichaam. Een heuvelkop werd het hoofd van een godin. Op 13 april 1994 liet deze aardbreuk van zich horen. Een ondergronds geraas! Een indrukwekkende kracht welde op uit de diepte...
a.volmerweijland@telfort.nl Grote moeder, Waander Caseïne tempera op mdf | 80x60 cm | 1995
28
Oriëntatie op het landschap Aarde Rombus 1 | Caseïne tempera op leisteen | 65x44 cm | 1994
Website: vanwunnik.com
VA editie 3 • 2017 • 29
column magie in het dagelijks leven
AURORA-kaarten
Natuurwetenschapper Rob Top, aan het einde van zijn carrière afdelingshoofd op het ministerie van VWS, ontdekte op enig moment in zijn leven de aantrekkingskracht van een oeroud ritueel, de vision quest.
voor alle seizoenen van het leven
‘Ergens, diep vanbinnen werd een knop omgedraaid en werd de koers van mijn leven verlegd.’ Na vele eigen ervaringen begeleidt hij nu vision quests van anderen.
Adelaar en JW 70D ~ Stroom-geworteld © Jos van Wunnik
LB 147D ~ Mijn hart stroomt uit naar het jouwe © Loes Botman
HS 19 ~ Hoe God de aarde schiep © Herman Smith
BEELDEN VOOR DE ZIEL
JUM 15 ~ Engelenvisioen © Judy Mastrangelo
EXPOSITIES / LEZINGEN
www.aurora-productions.com
www.aurora-art.com
Een mooi geschenk! De kunst van het reizen Slow travel biedt ruimte aan verbeelding en toeval: Rolf Weijburg over reizen zonder haast. Tjeu van den Berk over het belang van mythen en sprookjes, Beethovens reddende paukenslagen en Die Zauberflöte. Los na te bestellen via vruchtbareaarde.nl of 020-6898468
Ontdek het wonder in je levensreis Cursussen • Opleiding • Masterclass contact@biografiek.nl • 06 208 100 48
www.biografiek.nl 30
H
et blijft bij me, het idee dat we naar een nieuw bewustzijnsniveau toe gaan. Naar een wereld waarin niet de ratio dominant is, maar een meer geestelijke dimensie – waarin onze intuïtie, ons innerlijk weten en een verbinding met hogere, transformerende energieën leidinggevend worden. Een spiritueel wereldbeeld. Alles wijst er op – denk ik dan in een optimistische bui. En de wereld dan: de oorlog, de honger, de verruwing, de corruptie, Trump, Poetin en Erdogan? schreeuwt mijn andere ik. Ja, het is waar, er heerst een toenemende chaos. Maar dat de wereld er nu slechter aan toe is dan ooit geloof ik niet. De vorige eeuw noem ik de eeuw van de ‘grote slachtingen’ – de Eerste en Tweede Wereldoorlog, het stalinisme en het ongelooflijk grote aantal slachtoffers onder Mao. Honderd miljoen doden. Onze huidige eeuw wordt niet gekenmerkt door grote slachtingen onder mensen, maar door toenemende chaos. Er zijn fundamentele veranderingen gaande in de wereld – het ontstaan van een nieuwe wereldorde en het gevaar dat we de mensheid op aarde vernietigen. De Westerse overheersing heeft ruwweg vijf eeuwen geduurd, maar nu is hij tanende. Vooral China staat klaar om over te nemen. Ons dictaat loopt ten einde. Trump helpt erg om de chaos te vergroten. En een verdeelde EU met een Brexit en landen die de basiswaarden van democratie en mensenrechten niet onderschrijven, doen hetzelfde: een versnelde aftakeling van de Westerse macht, het Westerse wereldbeeld en daarmee van de Westerse normen en waarden. Daarbij zorgt onze technologische vooruitgang voor een andere fundamentele verandering: nooit eerder kon de mensheid zichzelf vernietigen. Nu wel: door een klimaatramp, een kernramp of een kernoorlog. Chaos In het sjamanisme wordt chaos toegejuicht. Als je vastzit in oude patronen, is chaos de grote helper om die vastgeroeste patronen te doorbreken. Het zijn ‘patronen’ die je ervan weerhouden om je zielspad te lopen. In het sjamanisme wordt coyote gezien als het dier dat die functie heeft. Als coyote je pad kruist, staat binnenkort je leven op zijn kop. Alles lijkt dan mis te gaan, alles loopt dan anders dan je had verwacht. Alsof je steeds op het verkeerde been lijkt te staan – om wanhopig van te worden. Maar in feite gebeurt precies datgene wat nodig is. Je patronen worden doorbroken, dus je moet wel nieuwe wegen inslaan. Coyote
zorgt voor de broodnodige vernieuwing in ons leven en zorgt
Foto: Helma Derksen
condor ervoor dat we weer op ons zielspad, het pad naar vervulling, lopen. Maar is dat met de wereld ook zo? Is de chaos goed nieuws voor de wereld? En welke prijs moet er betaald worden voordat de nieuwe wereldorde een feit is? Natuurlijk heb ik daar geen antwoord op. Maar ik meen wel ontwikkelingen te zien die wijzen op een nieuw bewustzijnsniveau. Daarmee sluit ik aan bij de Maya-profetieën. Die wezen er op dat in dit tijdsgewricht een fundamentele kentering in de wereld zal plaatsvinden. Gezien het bovenstaande wordt deze voorspelling nu bewaarheid. Maar hadden de Maya’s ook gelijk met hun bewering dat het om een spirituele omwenteling gaat? Wat mij betreft zijn er sterke aanwijzingen voor. In de huidige tijd zijn er zoveel mensen die op de een of andere manier aangeraakt worden door een meer geestelijke dimensie. In onderzoek van een aantal jaren geleden bleken mensen die zich op de een of andere manier spiritueel geïnspireerd noemen de grootste groep in Nederland te zijn. Groter dan het aantal mensen dat zich katholiek of protestant noemt. Als ik naar mezelf kijk: ik ben een zoon van een banketbakker, leidde een gewoon leven, ik deed een natuurwetenschappelijke studie en vervolgens gewoon regulier werk. En dan plotseling, ongevraagd en ongezocht, wordt mijn wereld omver gekegeld door een aanhoudende stroom van magische ervaringen. Ervaringen uit een andere wereld. Nog weer enige jaren later verruilde ik mijn reguliere baan en nu ben ik iemand die westers sjamaan wordt genoemd. En ik ben niet de enige. Ik ken veel mensen die iets dergelijks is overkomen.
Vervulling Er zijn veel mensen voor wie een geestelijke wereldbeeld belangrijk is – die een inspiratiebron naar zingeving en vervulling hebben gevonden. Oosterse religies waren de voorlopers. Sjamanisme, dat geen organisatie kent, geen centraal gezag, geen geschreven tekst of ‘heilig’ boek, bloeit op in deze moderne
technologische wereld. Er is een grote verscheidenheid aan spirituele inspiratiebronnen of religies die momenteel opbloeien en een grote ontwikkeling kennen. En er zijn ook veel mensen die opvallende spirituele of magische ervaringen hebben. Zo hebben velen contact met overledenen of hebben paranormale gaven. Anderen zoeken inspiratie in het gebruik van orakelkaarten, zoals de tarot, het gebruik van pendels of edelstenen. Veel mensen voelen energieën, zien chakra’s of aura’s, ze hebben voorspellende dromen die uitkomen, doen zweethutten of gebruiken hallucinerende middelen om inzicht in hun leven te krijgen. En zo kan ik doorgaan. Heel wat mensen hebben op de een of andere manier al ervaringen vanuit een ander bewustzijnsniveau. Wat me opvalt is dat deze gevoeligheid in alle lagen van de bevolking voorkomt, los van status, inkomen of opleiding. Volgens Jeanette Crowely, een bekende internationale spirituele leraar, zitten we nu in het tijdperk van adelaar en condor. In haar boek De adelaar en de condor wijst ze op de oude Inca-profetieën die voorspellen dat er een nieuwe tijd aanbreekt als de krachten van het Noorden (de adelaar) en die van het Zuiden (de condor) elkaar zullen ontmoeten, en adelaar en condor samen zullen vliegen. Inheemse volken in Zuid-Amerika denken dat die tijd nu is aangebroken Tot slot: Kortgeleden was ik bij mijn homeopathe, die van dit alles in mijn leven niets wist. We hadden dingen met elkaar besproken, vooral uit mijn verleden. Ze dacht even na, keek me aan en zei: ‘Ik ga je eens iets heel anders geven, ik geef je condor.’ Ik was verbijsterd. Ik wist niet dat in de homeopathische geneeskunde zo’n middel bestond. Passender had haar keuze wat mij betreft niet kunnen zijn. Ja, misschien is het waar – misschien breekt de nieuwe tijd door.
Rob Top Info: instituutvoorritesdepassage.nl VA editie 3 • 2017 • 31
Tjeu van den Berk over een eenheidservaring in een Brabantse wei,
Een groot onzegbaar Een vogelgeluid kan blijkbaar al genoeg zijn – het zien van een mimosa, het opsnuiven van een geur of het horen van een melodie. De negenjarige Tjeu van den Berk had een wonderlijk intense ervaring op weg naar huis in een mistig weiland. Tot zijn knieën verdween hij in de mist, waar ook nog een stuk of zes koeienkoppen bovenuit
‘Levenskunst
staken. Te onbeduidend
bestaat eruit dat
om met iemand over te
het verstand ruimte
praten. Pas jaren later
maakt voor het
realiseerde hij zich de gloed
irrationele, opdat dit
van de ervaring. En nog weer heel veel later drong
vindt waar het niet
pas tot hem door hoeveel
naar zoekt’
mensen een vergelijkbare eenheidservaring hebben gehad. Tjeu van den Berk blikt terug op een aantal fundamentele ervaringen uit
Foto’s: Hapé Smeele
zijn leven.
32
een stoeptegel in Marseille, paukenslagen van Beethoven en een toverfluit van Mozart
geheim
E
en warme augustusochtend. In de trein pak ik mijn telefoon en bevestig mijn aankomsttijd. In het zuiden van het land worden fikse stortbuien voorspeld. Op station Breda besluit ik de gok te nemen en een fiets te huren. Het zal een kwartiertje fietsen zijn. Maar onderweg krijg ik spijt. Mijn broek raakt doorweekt. Geen ideaal entree voor een interview. Mijn gastheer doet open. En pas dan begrijp ik dat hij de weerwaarschuwingen heeft omgezet in het aanbod me van het station te komen halen. Had ik mijn telefoon maar niet uitgezet. We drinken koffie met taart erbij. Ook zijn partner Marjeet komt er even bijzitten. In mijn tas een paar van de boeken die Tjeu van den Berk op zijn naam heeft staan – waaronder een dik werk over Jung, of liever gezegd over Nederlanders die in de ban van Jung zijn geraakt – onder wie Marten Toonder, Harry Mulisch, Etty Hillesum en Gerard Reve. Intrigerend vind ik het dat Tjeu van den Berk zelf al als schooljongen in de ban van Jung is geraakt. Een leraar had de jongensklas verteld dat je als jongen alleen verliefd kunt raken op een meisje omdat je ook een meisje in jezelf meedraagt. Tjeu van den Berk: ‘Ja, dat was voor mij een openbaring. Het moment dat de leraar uitlegde dat er in mij een meisje huisde, door Jung ‘anima’ genoemd, op wie ik eigenlijk verliefd was. Heel verrassend. Het boeide en het intrigeerde mij. Een onwaarschijnlijk helder moment … Zit het zó in elkaar?’ Even later: ‘In de opvatting van Jung zijn het onze eigen diepe gevoelens die we buiten onszelf neerleggen. Je kunt alleen hoteldebotel raken van iets buiten je omdat je dat binnen in jezelf herkent. Projectie is heus geen slecht woord. We mogen dan wel denken dat Mozart ons in vervoering brengt. Maar we realiseren ons niet dat wat wij prachtig vinden het Mozartiaanse in onszelf is. Mozart kan alleen oproepen wat reeds in ons leeft. En nu zitten we al midden in het symbolisch bewustzijn.’
Vaders sigaar ‘Een treffend voorbeeld van dat symbolisch bewustzijn heb ik altijd een anekdote van de bevrijdingstheoloog Leonardo Boff gevonden. Hij woonde in het Noorden van Brazilië – een kolossaal land, groter dan heel Europa. Op een dag ontving VA editie 3 • 2017 • 33
‘Symbolen horen tot de wereld van de schijn, maar juist zij geven toegang tot het mysterie van ons bestaan’
hij een telegram dat zijn vader in het Zuiden van Brazilië was overleden. Gezien de afstand was het voor hem onmogelijk de begrafenis bij te wonen. Een paar weken later kreeg hij van zijn broer een pakje toegestuurd. Daarin de laatste, half opgerookte sigaar van zijn vader. Hij is diep ontroerd. Die laatste halve sigaar verbindt hem met zijn vader, maar ook met zijn broer en met de rest van zijn familie. Aan die halve sigaar zelf valt natuurlijk niets bijzonders te zien. De houdhoudster smijt dat stompje bij wijze van spreken zo in de prullenbak. Wat voor de een betekenisvol is, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Niets is symbool, alles kan symbool worden.’
Wijde wereld ‘Het fenomeen verliefdheid kende ik nog niet uit eigen ervaring toen die leraar over Jung begon. Ik zat in een kloosterinternaat, waar je bij wijze van spreken niet eens verliefd mocht worden. Ik was een braaf jongetje. ‘Uw zoon heeft roeping,’ had de onderwijsbroeder tegen mijn moeder gezegd. Op zijn rode Sparta was hij ons Brabantse dorp binnen komen rijden. Bij de pastoor en het schoolhoofd had hij informatie ingewonnen. En zo ging ik op mijn twaalfde het huis uit – het klooster in. Kun je je voorstellen wat een coming out het is geweest toen ik naar Rome werd gestuurd om Theologie te gaan studeren. Mijn overste zei: ‘Het zou toch leuk zijn als jij op weg naar Rome ook nog wat door Europa kunt reizen, ik geef je daar alle ruimte toe.’ En zo kwam een 22-jarig Brabants broedertje dat de gelofte van kuisheid heeft afgelegd in Parijs terecht – waar hij tot de ontdekking kwam dat de wereld ook nog zoiets als een uitgaansleven kent, vol glitter en glamour en sexy danseressen. Meer was het niet, maar ik zag het natuurlijk wel. Alles kwam op zijn kop te staan – wat waarde had, wat zonde was, wat niet zonde was. Ik ging tijdens deze reis helemaal door de mangel.’
Florence & Turijn ‘Parijs werd gevolgd door de kunststad Florence. Ook een volledig onbekende wereld: Wat wist ik van kunst? Wat wist ik van Michelangelo? In Turijn overnachtte ik in een instituut vol debielen, imbecielen en gehandicapten. Onwaarschijnlijk naargeestig. ‘Ze weten van niets,’ zei de directeur, wijzend op een op het toilet vastgebonden man. ‘Hij poept en plast aan één stuk door en nu doet hij
34
dat in ieder geval op de juiste plek; vanavond maken we hem weer los, hoor ... En dan neem ik u nu mee naar de ergste afdeling ...’ Niet te bevatten wat ik toen zag. Op weg naar Rome trok het mooiste en het lelijkste van deze wereld aan me voorbij. Achteraf gezien een inwijdingsreis door de onderwereld heen.’
Stoeptegel in Marseille ‘Hèt cruciale moment op deze reis deed zich voor in Marseille. Ik zie mezelf nog staan op een stoeptegel op het stationsplein, wachtend op de bus naar een broederhuis in de Franse Alpen. Ineens schoot de gedachte door me heen: ‘Dat hele geloof klopt van geen kanten, het is allemaal grote flauwekul.’ Het was een bekering tot ongeloof – ik weet niet hoe ik het anders moet zeggen. Een inslag! Ik heb me later dikwijls afgevraagd waarom ik toen toch nog ben doorgereisd naar Rome – waarom ik niet terug ben gegaan naar Nederland. Pas achteraf zie je dat het instorten van de hele geloofsconstructie ook ruimte vrijmaakte voor nieuwe ontdekkingen. Maar op het moment zelf voelde ik alleen ontreddering. En toch bleef ik zitten met vragen. Het mocht dan allemaal wel niet kloppen wat ik tijdens die preken te horen had gekregen, maar wat klopte er dan wel? Wat beweegt mensen? Ergens in mij zat toch een verlangen om dat alles uit te dokteren, een verlangen om te begrijpen.’
Beethovens paukenslagen ‘Eenmaal in Rome kwam het moment alsnog dat ik mijn koffers wilde pakken. Ik voelde me daar totaal verloren. Eenzaam en alleen in een immens klooster met zulke kolossale gangen dat een complete tank er makkelijk om zijn as had kunnen draaien. Ik besloot mijn overste in een brief mijn terugkeer aan te kondigen. Het was een van de eerste zondagen na mijn aankomst. Ik liep door zo’n immense gang en passeerde een kolossale deur. Niemand te bekennen. Ineens klonken vanachter die deur vier paukenslagen, gevolgd door de wonderbaarlijke melodie die ik zo goed had leren kennen in mijn middelbare schooltijd. Onze muziekleraar had ons kennis laten maken met Beethovens enige vioolconcert. Een ongekende ervaring voor een dorpskind. Het concert begint met vier paukenslagen. Poing, poing, poing, poing! Moet je je voorstellen dat in deze unheimische omgeving vanachter die deur ineens dat
© Sanne Roemen: Aan het Spaarne in Haarlem
vertrouwde Poing, poing, poing, poing klonk. Heel gek, maar honderd meter verder dacht ik: ‘Niet flauw doen, Tjeu. Als Beethoven in dit klooster overeind kan blijven, kan jij dat ook. Kom op – er tegenaan!’ Ik ervoer de paukenslagen als de klop op een deur. Beethoven trok me helemaal recht.’
Ervaring op een bankje ‘Twee jaar heb ik het in Rome volgehouden, toen kon ik niet meer. De Theologie was werkelijk bar en boos, met bizarre cirkelredeneringen. Soms had ik het gevoel dat men mij voorhield dat ‘er in deze streek geen kannibalen leven’, omdat ‘we de laatste kannibaal hebben opgegeten.’ Ik smeekte mijn overste in Nederland om me alsjeblieft op een andere plek te zetten. Hij koos Lyon uit. Daar heb ik drie prachtige jaren meegemaakt in de nieuwe theologie. Op een middag had ik een afspraak in het klooster van Henri de Lubac, een Frans jezuïet en theoloog, voorvechter van hervormingen en moderniseringen, die ook het boeddhisme had bestudeerd. Het klooster kijkt prachtig uit over Lyon. Ik moest even op mijn beurt wachten. Op een bankje met uitzicht over de stad pakte ik een boek uit mijn tas en begon te lezen, tot ik een onhandige beweging maakte en het op de grond viel. Een man naast me pakte het boek voor me op, wierp een blik op de titel (iets als: ‘Hoe moet ik leven in deze wereld?’), en zei: ‘Zo – weet u dat niet, hoe u moet leven?’ Je moet je voorstellen, ik was toen 23, 24 jaar, braaf in een toog gekleed. Ik vertelde hem dat het een theologisch boek was. ‘Ja, ja,’ zei hij. ‘Zo gaat dat – theologen zijn de mensen die het minste weten hoe je moet leven, terwijl het toch zo simpel is.’ Ik keek hem aan. ‘Om te leven, moet je ademen, eten en drinken, vrijen, slapen en dromen,’ zei hij. ‘Weet u dat dan niet?’ Van mijn stuk gebracht zei ik: ‘Ademen?’ – denkend aan de mechanische beweging van een blaasbalg, ‘maar er zijn toch ook geestelijke waarden in het leven?’ Zijn antwoord: ‘Maar weet u wel wat ademen is? Ademen is leven. Slapen en dromen is leven.’ Toen zei hij iets wat nog lang in me na is blijven galmen: ‘Denken is niet zo’n basisfunctie, denken denkt alleen maar over… Denken abstraheert.’ Ik stopte het boek in mijn tas en stond op. Elke volgende stap in mijn leven greep terug op wat deze man me toen op dat bankje heeft verteld... Mijn latere overtuiging dat de basis van ons leven gelegen is in het instinctieve, in het irrationele, is daar zo’n beetje geboren… Het was een onwaarschijnlijk helder moment.’
Mistig landschap ‘Niemand had me als kind verteld dat je ook als mens hemelse ervaringen kunt hebben? Nee, uit de catechismus leerde ik dat we de ‘hemel’ pas in het ‘hiernamaals’ mogen verwachten. Ik was negen jaar oud. We woonden in een Brabants boerendorp met veel weilanden. Ons huis stond aan het eind van het dorp. Eigenlijk had ik allang thuis moeten
Een andere wereld In 1932, negentien jaar oud, schrijft Godfried Bomans in zijn Dagboek van een gymnasiast. Hij woont dan in Heemstede. Het is niet zozeer een dagboek als wel een terugblik op zijn kinderjaren. Zijn kleuterjaren spelen zich voor het grootste gedeelte af in een tuin. En het is in deze tuin, nog voor hij naar school gaat, dat hem het volgende overkomt: ‘Ik herinner mij een avond, dat ik na het eten nog even de tuin in mocht en onder de meidoorn zat met mijn rug tegen de stam en mijn knietjes opgetrokken: het was tussen licht en donker, alle geluiden stierven, en tussen de kale takken rees kalm de zilveren maan. En opeens was het of de tijd, het ogenblik, van mij afviel (…) en ik opgeheven werd tot een geheel andere wijze van bestaan; het was of ik ijler werd, maar ook oneindig veel groter en wijder, zo wijd dat ik de ganse avond om mij heen vulde, en dat ook de avond zelf en de dingen die er in stonden één met mij werden, en dat ik ‘alles’ begreep.’ Ik herinner mij, dat ik, toen tenslotte iemand mij naar binnen klapte, een beetje wezenloos naar bed ging, verdoofd door het wonderbaarlijke, en ik duidelijk voelde dat er iets in mij veranderd was, voor altijd. Ik kan het niet beter uitIeggen.’ De negentienjarige gymnasiast moet toen ongeveer vier jaar geweest zijn. En die ervaring werkte door: ‘Later, toen ik al naar school ging, zijn die ogenblikken nog vaak teruggekomen. Ik liep dan door het donker of door de schemer van school naar huis en kreeg plotseling de behoefte om stil te staan op een brug en over het water te kijken, of naar de jagende lucht of eenvoudig naar niets; en dan was het er weer: een innig gevoel van verbondenheid met de wereld en een klare blik in haar wezen. Door die ogenblikken groeide in mij het besef (…) dat er achter de gewone dingen een andere wereld schuilde, waarvan die dingen slechts de buitenste kant waren. En dit vage besef (…) werd een geheime troost als (…) de dingen plotseling hun Iuister verloren en de aarde voor mij ‘woest en ledig’ werd. Dan wist ik: het ‘andere’ is er nog, en kan elk ogenblik te voorschijn komen. Ik geloof niet dat ik hier iets buitengewoons verteld heb. Juist omdat ik volstrekt geen buitengewoon jongetje was, meen ik stellig dat er onder hen, die het vermogen nog niet verloren hebben zich in hun kindsheid terug te denken, enigen zullen zijn die dit gevoel als het hunne herkennen.’
Uit: Tjeu van den Berk: Het numineuze Uitg. Meinema | 2005/2008 || Godfried Bomans: Dagboek van een gymnasiast | 1993 | Uitgave De Bijenkorf VA editie 3 • 2017 • 35
‘Misschien was die ene ervaring tussen de koeien in een mistig weiland wel de meest fundamentele ervaring van mijn leven’
zijn voor het avondeten. Om de een of andere reden was ik die namiddag in mijn eentje, wat niet zoveel voorkwam, omdat ik graag met andere kinderen speelde. Het was al schemerig en ik liep door een laag gelegen weiland naar huis. De mist lag als een deken over het land en reikte tot aan mijn knieën. Ook de koeien lagen in de mist. Ik hoorde ze herkauwen. Een rustgevend geluid wat me heel vertrouwd voorkwam. Alleen hun ruggen en koppen staken boven de mist uit. Tussen de koeien door liep ik naar de weg – iets hoger op de dijk. Ik liep alleen maar, denkend aan volstrekt niks. Uiteindelijk kwam ik bij de weg, kroop onder het prikkeldraad door, en liep verder de helling op. Eenmaal boven draaide ik me nog een keer om naar de wei met de koeien. In één blik overzag ik het geheel – een mistig weiland in de avondschemering met de koeienkoppen die erboven uitstaken. Een volmaakte stilte. Nou was het in ons dorp altijd wel redelijk stil, zo vlak na de oorlog. Maar er was nu werkelijk niets of niemand te bespeuren – geen fietser, geen mens. Ik was in mijn eentje. Vervolgens liep ik snel naar huis, want mijn ouders zouden zeker ongerust zijn. Op het moment dat ik binnenliep, was ik mij hoegenaamd nergens meer van
bewust – laat staan dat ik zei: ‘En nu heb ik toch wat meegemaakt!’ Pas jaren later, toen ik op twaalfjarige leeftijd een keer thuiskwam uit het kloosterinternaat en weer over diezelfde dijk fietste, langs de wei waar ik die ervaring had gehad, drong tot me door: ‘Dit was de plek – hier gebeurde het!’ En elke keer dat ik er in latere jaren terugkeerde, werd het besef sterker. Toch heeft het nog lang geduurd voor ik met deze ervaring naar buiten trad. Als men mij naar het belangrijkste moment van mijn leven vroeg, noemde ik de klassieke hoogtepunten: trouwen, kinderen krijgen, een boek schrijven, promoveren... Ik zei niet: het verwijlen in een mistig landschap met koeien, waarvan de ruggen en koppen net boven de mist uitsteken. Er viel ook nauwelijks iets over te zeggen. De boer van wie het weiland was, zou gezegd hebben: ‘Zes koeien in een weiland? Kom op, zeg, waar hebben we het over?’ Ik denk dat het tot ongeveer mijn veertigste heeft geduurd voor ik de waarde ervan echt heb leren inzien. En inzien is niet hetzelfde als erover kunnen praten. Als ik er dan toch iets over moet zeggen, is het de gewaarwording samen te vallen met de werkelijkheid – één te zijn met de natuur. Het gevoel op te bloeien. In die stilte, zo stel ik mij nu voor, werd ik opnieuw geboren.’
‘Ik denk dat veel mensen zich de mogelijkheid ontzeggen om even met de rug in het gras te gaan liggen – niet-doen heeft in onze moderne tijd een
© Antoine Thibaud
negatieve klank gekregen’
36
Nescio in Artis
Boulangerie
‘Jaren later realiseerde ik me hoeveel mensen een dergelijke eenheidservaring hebben gehad – waar de theoloog Rudolf Otto in 1917 overigens het woord ‘numineus’ voor bedacht, later overgenomen door Jung. En dat de meesten, net als ikzelf, pas veel later in hun leven met deze ervaring naar buiten traden, om dan voor het eerst een aarzelende poging te doen iets weer te geven van de ontroering van toen. Harry Mulisch benoemde op zijn zeventigste voor het eerst de ervaring uit zijn jeugd in park Groenendaal in Heemstede. Ook hij beschrijft de ervaring als onbenoembaar. Nescio spreekt er pas over op zijn zestigste. Hij zit op een bankje in Artis. Niemand in de buurt. De bladeren van de bomen ritselen, in de verte kraakt grind, ergens wordt een emmer neergezet ‘op een houten vloer’. Een geel blad laat los en valt op het grasveld. Hij zegt: ‘Alles was goed. Ik voelde een grote tevredenheid en een diep verlangen, en de zekerheid dat deze dag nooit terug zou komen.’ Dan kraakt het grind harder en een man zegt: ‘Jongeheer, u moet eruit, we gaan sluiten.’ Hij wordt uit het paradijs gestuurd. Nescio weet 45 jaar later nog precies waar en wat er toen in Artis gebeurde, maar tegelijkertijd bleef het ook voor hem een groot geheim.’
‘Ik ben ervan overtuigd dat dit de momenten in een mensenleven zijn die er het meeste toe doen. En dat wij in onze jeugd bijna allemaal dergelijke numineuze ervaringen hebben meegemaakt. Misschien juist omdat wij als kind zo argeloos zijn, nog niet zo vol opvattingen. Dan worden we ouder en slibben de openingen aan alle kanten dicht. Toch denk ik dat deze eenheidsmomenten zich ook in ons volwassen leven voordoen – in de onbewaakte ogenblikken. Ik herinner mij vakanties waarin ik ‘s morgens in de auto stapte met het gezin, op weg naar Frankrijk. De straat waarin wij woonden zag er meteen al anders uit dan normaal. Het gevoel alsof de mensen in je straat je uitgeleide doen. De volgende morgen liep je dan in een Frans dorpje een boulangerie binnen. De zintuigen volledig open. Je keek om je heen en omhoog en wees naar geveltjes die je normaal nooit zouden zijn opgevallen…’
Heling & rottigheid ‘Soms lijkt het wel alsof het numineuze vastzit aan het goede – gekoppeld is aan vriendelijkheid, aan het ethisch volmaakte. Alsof een numineuze ervaring niet mogelijk zou zijn als de duivel om de hoek komt kijken en het kwaad meespeelt. Maar wonderlijke numineuze
Tjeu van den Berk en zijn partner Marjeet Verbeek ontvingen in 2014 de Louis Hartlooper Prijs voor Filmjournalistiek voor hun boek ‘Het Filmgesprek’ (over spiritualiteit in de film)
‘Alle fundamentele ervaringen in onze kindertijd gebeurden altijd in de onbewaakte ogenblikken’
VA editie 3 • 2017 • 37
Het Rode Boek ‘In een tijd dat heel Europa in diepe duisternis werd ondergedompeld (1914-1918), viel Jung in zijn persoonlijke leven ten prooi aan een zware identiteitscrisis. Hij vreesde gek te worden. Hij begon de visioenen die hem overvielen op te tekenen, met tekst en illustraties, samen met de associaties die deze beelden opriepen. Vijftien jaar lang is hij daarmee bezig geweest. Niet wetend waar het allemaal op uit zou lopen. Helemaal wegzakkend in zijn onderbewuste; ervan overtuigd dat hij niet in de modder aan het wegzakken was, maar dat deze fase rijkdom had, en dat het belangrijk was om wat in hem naar boven kwam, te respecteren en ervan te leren. Tot in de kleinste details tekende hij op wat hem tijdens deze ‘creatieve ziekte’ overkwam. Heel lang heeft Jungs familie geweigerd om het boek vrij te geven. Jung zelf had ook nooit aan publicatie gedacht. Tientallen jaren lag Het Rode Boek in een Zürichse bankkluis. Uiteindelijk kwam het in 2009 toch tot publicatie. Al gauw werd het in het Engels vertaald, vervolgens in het Frans, het Spaans, het Japans, het Portugees... The New York Times bestempelde het prompt als ‘de graal van het onbewuste’. Als zoete broodjes is het wereldwijd verkocht. Al mijn werk, zei Jung aan het einde van zijn leven, zit in een notendop in dit Rode Boek.’
momenten doen zich voor in gevangenissen. Opmerkelijk vaak zelfs. Ik ken nogal wat verhalen van gevangenispastors. Op momenten dat er niets meer van je over is, dat je niets meer te verliezen hebt, dat je ziel en zaligheid helemaal openliggen en je alles in het leven kwijt bent geraakt, breken de vliezen blijkbaar aan alle kanten open. Indrukwekkend vond ik het verhaal van een Amerikaanse schrijfster die door haar vader was onteerd. Als kind, achteraf gezien, was er voor haar maar één uitweg – de deur achter zich dichttrekken, naar buiten gaan en bij de rivier in een boom kruipen. Daar beleefde ze wonderlijke numineuze ervaringen en had ze het gevoel te worden geheeld. Maar dan verdwijnt alles in haar geheugen naar de achtergrond – alles wordt toegestopt. Tot ze een jaar of dertig, veertig is. Ze heeft al een paar romans gepubliceerd, als ineens in alle hevigheid de oude herinneringen bovenkomen – de incestervaringen, maar ook de daarop volgende numinositeit. Ook hier duikt de numineuze ervaring dus op, te midden van alle rottigheid.’
Jungs kinderspel ‘Wie in therapie gaat, wil graag alles begrijpen, maar er valt niets te weten, zegt Jung. Er valt alleen te gebeuren. ‘De therapeut is niet degene die het probleem voor u op gaat lossen. Hij of zij helpt u alleen om de kloof met het onbewuste te dichten.’ Numineuze ervaringen kunnen daar geweldig bij helpen. In Jungs woorden: ‘In zoverre men in staat is tot numineuze ervaringen wordt men van de vloek van ziekelijke aandoeningen bevrijd.’ Ook sprookjes en mythen kunnen helpen. Dromen ook – opdat er maar iets los mag komen. Heel intrigerend vond ik hoe Jung zichzelf uit een van de grootste crises in zijn eigen leven wist te helpen. Dat was in 1913, na zijn breuk met Freud. Jung wist nog hoe hij als kind van tien met blokken had gebouwd. En hij pakte dat bouwspel weer op – met stokjes en stenen die hij in de buurt van zijn huis had gevonden. Hij viel terug op kinderspel. Hele dorpen bouwde hij in die periode – inclusief watervallen en kerken, met pleintjes en straatjes. Een prima therapie. En dan kon het gebeuren dat een patiënt, in de namiddag arriverend voor een consult, de toen al beroemde Jung bezig zag met het bouwen van een dorpje. Je kunt je indenken wat de patiënt in kwestie dacht: ‘Mijn dure geld, wat moet ik hier…?’ Maar dan zei Jung tegen zijn bezoeker: ‘Kom er eens bij zitten. Waar zou jij nu een kerkje of een watermolen neerzetten? Doe dat nu eens! Want de plek waar jij dat kerkje of die watermolen al of niet neerzet … tekent jou helemaal.’ Steeds ging het hem om het oproepen van de verbeelding – hij trachte het onbewuste in de mens tot bewustzijn te brengen.’
Heel veel meer over Jung in: Tjeu van den Berk: In de ban van Jung – Nederlanders ontdekken deanalytische psychologie | Meinema | 544 blz | 2014
‘Mythen laten ons zien wat er in ons leeft, lang voor wij er zelf
© David: Pasture in the Fog
een vinger op kunnen leggen’
38
Sint & Hamlet ‘Het is niet slechts de kunstenaar, zei Jung dan met nadruk, die veel in zijn leven aan zijn fantasie te danken heeft – dat geldt voor elk scheppend wezen, zonder uitzondering. En ja, als een student bij mij examen kwam doen of begeleiding zocht voor een doctoraalscriptie, zei ik altijd tegen die student: ‘Kies een onderwerp waar je weg van bent – wat
‘De intuïtie is in onze cultuur onwaarschijnlijk in diskrediet geraakt’
je hartstikke leuk vindt.’ Maar intuïtie en een persoonlijke mening zijn in onze cultuur en in het onderwijs onwaarschijnlijk in diskrediet geraakt. Op je intuïtie vertrouwen? Nee, je moet je verstand gebruiken of je gevoel laten werken. En dat begint al heel vroeg. Van Gerard van Maasakkers, de grote Brabantse troubadour, bestaat een indrukwekkend lied over een jongetje dat voor het eerst naar school gaat. Het kind krijgt een vel papier en krijtjes, en kleurt dat helemaal vol ‘bluumkes’. Waarop de juffrouw hem gedecideerd voorhoudt dat de school geen plek is voor kunst: ‘Bloemen zijn rood, jongeman – blaadjes zijn groen.’ De kracht van de pinnige juffrouw is zo groot dat het kind precies de bluumkes gaat kleuren zoals ze volgens de juffrouw gekleurd horen te worden. Een couplet later komt het jongetje in de tweede klas. Daar ontmoet hij een juffrouw die hem juist aanmoedigt om ‘buiten de lijntjes’ te kleuren. De invloed van de eerste klas-juffrouw blijkt echter zo groot dat het kind tegen zijn nieuwe juffrouw zegt; ‘Nee juffrouw, bluumkes zijn rood’. Het kind corrigeert de juffrouw van de tweede klas! Het juk van een belerende opvoeding ten voeten uit. De vraag wat een kind een mooi schilderij vindt doet in het onderwijs helemaal niet ter zake. Je wordt geacht te weten of een schilderij impressionistisch of expressionistisch is – en waarom. ‘Ja, maar ik vind het mooi!’ Sorry hoor, maar daar krijg je geen punten voor. Ook een kind heeft recht op zijn illusies. Sterker nog, van zinsbegoochelingen moeten wij het als mens hebben. Godfried Bomans zei eens: ‘Ik geloofde in Sinterklaas van mijn tweede tot mijn achtste jaar. Daarna volgde een periode van twijfel, die ruim twintig jaar geduurd heeft. En nu geloof ik weer.’ De ommekeer werd ingeleid door een meisje van zeven – dat hem had gevraagd: ‘Zag je ook dat het oom Karel was?’ – om daar opgewekt aan toe te voegen: ‘En tegelijk was het Sinterklaas.’ Iets dergelijks gebeurt als u en ik vanavond op het Leidseplein de Stadsschouwburg zouden betreden voor een voorstelling van Hamlet. Het licht gaat uit, de bewustzijnsdrempel wordt verlaagd, het gordijn gaat open, en dan komt Hamlet het toneel op… Als u mij op dat moment aantikt en me toefluistert dat we naar Pierre Bokma zitten te kijken, en dat het kasteel van bordkarton is, dan hebt u daar helemaal gelijk in. Maar de clou is nu net dat we door Pierre Bokma heen moeten
kijken om geraakt te worden. Daar hebben we weer het symbolisch bewustzijn.’
Bidden voor het gewas ‘In mijn kinderjaren hadden de oude archetypische beelden nog kracht. Ik zie mezelf nog als misdienaar door de velden trekken, in de vroege ochtend biddend voor de vruchten der aarde. De een droeg het wierookvat, de ander het wijwatervat en een derde het kruis. Een wonderlijke liturgie van geuren en kleuren, van processies en emoties. We wandelden door de velden, zegenden het opkomende graan en zongen in het donker. Eén grote ervaringswereld van kleur en geur en zintuiglijkheid, die ik als kind heel diep heb opgesnoven. Als ik op zondag naast mijn grootmoeder in de kerkbank zat, bladerend in haar missaal vol bidprentjes van overledenen en heiligen, zei ze nooit: ‘Opletten jongen, je moet de mis volgen.’ Zelf volgde ze de mis ook niet, ze onderging hem. Ze liet het gregoriaans over zich heen golven. Grootmoeder en ik waren in feite twee primitieven. De moderne mens kan niet langer op de ouderwetse manier geloven – als onze voorouders. En terecht. De Westerse samenleving is voor een belangrijk deel kind-af. Religieuze overtuigingen worden doorzien als mythen en sprookjes. Maar als we onszelf voorhouden dat ‘de wolf uit Roodkapje’ niet bestaat, wil dat nog niet zeggen dat ook het kwaad niet bestaat. Als een mens zich ook maar even naar binnen zou keren, zou hij ervaren hoezeer de wolf in hem op de loer ligt. De wolf in Roodkapje is geen echte wolf. Maar er zit wel een wolf in het diepst van onze ziel. De wolf bestaat als een projectie van het archetype Schaduw, zou Jung zeggen.’
Beproevingen ‘Sprookjes zijn vaak een toneelspel in drie bedrijven, met als titel: Menswording. De schrijver Herman Hesse beschreef mooi hoe ook de geestelijke volwassenwording van de mens in drie fasen verloopt. Het begint met de onschuld – het paradijs, de kindertijd. We ervaren het leven als een geheel. Een onschuldig geluk. En dan wordt dat geluk wreed verstoord – de onschuld gaat verloren. We gaan de tweede fase binnen – beheerst door wil en verstand. Een wereld van goed en kwaad. Roodkapje die haar moeder verlaat, ongehoorzaam is, het donkere VA editie 3 • 2017 • 39
‘Er is durf voor nodig om het veilige daglicht van het rationele te verlaten’
bos in trekt, het veilige pad achter zich laat, de boze wolf ontmoet, grootmoederlijke wijsheid en duivels vernuft niet uit elkaar weet te houden en ter helle vaart in de buik van de wolf. In de tweede fase raakt de heelheid zoek, zou Jung zeggen. Goed opvoeden wil in dit licht niet zeggen: iemand altijd maar bij de hand houden en constant begeleiden. Op een gegeven moment moeten we ook los kunnen laten. Ieder mens komt op enig moment alleen tegenover de wolf te staan. En dat hóórt ook zo – allemaal dienen we in aanraking te komen met de grote onbewuste krachten in het leven. Opgeslokt en weer opnieuw geboren worden – een eeuwenoud symbool van sterven en verrijzen. Op het hoogtepunt van de duisternis doet de derde fase haar intrede. De hoofdpersoon wordt verlost, ontmoet de wijze grootmoeder of moeder de geit, of viert de bruiloft met de geliefde. Wijdere perspectieven openen zich, ogenschijnlijk onoplosbare problemen verliezen hun urgentie… Met elkaar vormen de drie fasen drie dimensies die steeds in elkaar overlopen en die altijd deel van ons zullen blijven uitmaken.’
Overgang & drempel ‘Natalia Ginzburg, een vooraanstaand Italiaans schrijfster, bracht op haar oude dag ineens het sprookje van Roodkapje ter sprake. Ze zei dat ze nu aan het worden was wat ze nooit had willen worden – oud. ‘Wanneer we ons de ouderdom probeerden voor te stellen, was het altijd op een oppervlakkige, grove en verstrooide manier. In het verhaal van Roodkapje was de grootmoeder het personage dat ons het minst nieuwsgierig maakte. Het interesseerde ons helemaal niets dat ze veilig uit de buik van de wolf tevoorschijn kwam...’ Maar op haar oude dag ineens wel! Met het besef van de ouderdom verschijnen ook de sprookjesbeelden weer. Op belangrijke overgangsmomenten duiken de oerbeelden altijd weer in ons op – ook in de laatste fase van ons leven. Mythische beelden die nooit antwoord op enig probleem geven, maar dat probleem helpen overstijgen. Toen onze ouders voor het slapengaan op de rand van ons bed kwamen zitten en de oude sprookjes vertelden, hielden zij ons beelden voor die aansloegen bij wat ons bezielde. Huiver en fascinatie wisselden elkaar af. We overstegen moeiteloos ons dagelijks bewustzijn. ‘Er was
40
eens...’ Zonder moeite projecteerden we onze zielenroerselen in de meest vreemdsoortige wezens. Maar wie vertelt ouderen ‘sprookjes’? En wie helpt hen om hun dromen te duiden – dromen waarin de oude oerbeelden opduiken en die soms angstig kunnen maken? Het is mijn persoonlijke overtuiging dat speelfilms in dit opzicht een grote hulp kunnen zijn. Films die ouderen alleen en/of samen zien en waarover ze met elkaar in gesprek kunnen raken.’
Loods en kapitein ‘Wij mensen zijn als een boot op een onwaarschijnlijk onbewuste zee. Maar hebben we controle over ons leven? Ben ik de kapitein op mijn eigen schip? Een echte kapitein weet waar hij naartoe gaat – hij weet dat hij in Rotterdam ligt en nu koers zet naar New York. Eerlijk gezegd weet ik zelf niet in welke richting mijn schip vaart. Ik weet niet waar ik uit ga komen. Dat durf ik rustig zo te zeggen. Heb ik ooit geweten dat ik vanuit Heemstede in Breda zou belanden? Of dat ik op negenjarige leeftijd een belangrijke ervaring zou opdoen door het pad te kiezen door een mistig weiland? Nee, ik ben eerder de loods van mijn schip: degene die het peillood uitgooit en de diepte van het water peilt – die aangeeft of het verstandig is om verder te varen, of niet. ‘Laten we die kant maar opgaan! Of juist niet!’ Wat de vraag oproept: hoe we de loods in onszelf kunnen versterken. Ik zou zeggen: door onze intuïtie te versterken. Met het verstand komen we er niet. Dat verstand doet wel mee. Maar onze intuïtie reikt diep als een waterlelie tot onder in de modder. Het is de loods die gevoel heeft voor de diepere lagen onder water. Hoewel … de loods zich ook best kan vergissen.’
Die Zauberflöte 1 ‘In Die Zauberflöte komen alle thema’s in mijn leven bij elkaar. De wereld van de muziek, de symboliek, Jung, de alchemie ... deze laatste opera van Mozart heeft zoveel kanten. Een inwijdingsverhaal dat je alleen al door de muziek in contact brengt met het diepste van jezelf. Prins Tamino gaat op zoek naar zijn prinses Pamina. De animus is op zoek naar zijn anima, de ziel naar het lichaam. Hij komt aan in het gebied van hogepriester Sarastro, en ziet daar drie tempels staan. Elke tempel draagt een naam. Eerst probeert hij de twee tempels van ‘verstand’ en ‘natuur’ binnen te treden. Maar hij wordt telkens aan de poort terug gewezen. ‘Zurück! – Terug!’ Dan pas ziet hij de derde tempel. Daar boven staat:
Decorontwerp van Karl Friedrich Schinkel voor Die Zauberflöte, 1815
‘wijsheid’. Daarin zal hij ‘de geest’ ontvangen. Vanuit die tempel zal hij toegang krijgen tot de twee andere. Zo hoort het dus. Pas als de geest van wijsheid over ons is uitgestort, begrijpen we! Vanuit de andere twee tempels gezien lijkt dat pure illusie.’
Die Zauberflöte 2 ‘Op een dag liep ik in Amsterdam een antiquariaat binnen in de Oude Hoogstraat. Het was slecht weer. Op de grond lag een klein rood boekje zonder kaft. Omdat ik er bijna op trapte, raapte ik het op. Mijn oog viel op een tekst van een Griekse tragediedichter: ‘Iedereen weet toch dat het ontbijt van Hermes-Mercurius bestaat uit suikerbrood, vijgen en wijn...’ Die vondst in de Oude Hoogstraat bracht me tot de ontdekking dat de vogelvanger Papageno in Die Zauberflöte veel belangrijker is dan ik ooit had gedacht. Elke morgen ontvangt hij als dank voor zijn gevangen vogels ‘wijn, suikerbrood en zoete vijgen’. Het rode boekje op de grond van het antiquariaat maakte me duidelijk dat Papageno niet de potsierlijke, bangige hansworst is die we kennen uit zoveel uitvoeringen. Nee, hij is de gevleugelde bode van de goden – de als een vogel vliegende Geest. Het vrouwelijke ‘water’ (Pamina, anima) en het mannelijke ‘vuur’ (Tamino, animus) kunnen nooit een huwelijk aangaan zonder dat derde element. Het is de geest die alle tegenstellingen oplost en lichaam en ziel inspireert. En het moment dat de geest over ons komt, is altijd numineus van aard – onpakbaar en onuitsprekelijk. Niet te plannen, niet te willen – laat staan via ons denken op te roepen.’
Symposium Die Zauberflöte Op 26-11-2017 (14.00-18.00) organiseert de Maçonnieke Stichting Ritus en Tempelbouw in De Rode Hoed te Amsterdam een symposium over het laatst verschenen boek van Tjeu van den Berk Papageno en Papagena Die middag zullen Tjeu van den Berk (vanuit alchemistisch perspectief ), Henk Schoonhoven (vanuit vrijmetselaarsperspectief) en Jan Willem de Vriend (vanuit muzikaal perspectief) een bijdrage verzorgen over Die Zauberflöte. Iedereen is welkom. Men verwacht een flink gezelschap. Entreeprijs nog onbekend. Info en aanmelding: ritusentempelbouw.nl (tel. 0180613571)
‘Wat we kunnen doen om irrationele ervaringen een kans te geven en de geest in staat te stellen te waaien waar hij wil? Niets eigenlijk. Een stap opzij doen. Gelassenheit zou Meester Eckhart zeggen. Gelatenheid. Je wordt gegrepen. Maar wil je gegrepen kunnen worden, dan moeten er grijpkansen zijn. Het wezenlijke kan alleen uit onszelf groeien, zei Jung eens. Wanneer men niet meer weet wat te doen, is het enige advies dat volgens hem zin heeft: afwachten wat het onbewuste over de situatie te zeggen heeft. We moeten kunnen laten gebeuren. Levenskunst bestaat erin dat het verstand ruimte maakt voor het irrationele – opdat dit vindt waar het niet naar zoekt. Toen de Japanse regisseur Hirokazu Koreeda bij de voorbereiding van zijn film Afterlife aan honderden Japanners de vraag stelde wat voor hen het meest dierbare moment in hun leven was geweest kreeg hij antwoorden als: ‘een rinkelend belletje’, ‘een rijdende tram’, ‘vallende kersenbloesem’. ‘schommelen tussen twee bamboestokken’. Het mooiste dat we kunnen ervaren is het geheimzinnige, zei Einstein ooit. ‘Wie het geheimzinnige niet kent en zich niet langer verwondert, is zo goed als dood.’ Bart Hommersen Wie Tjeu van den Berk een aantal van bovenstaande ervaringen wil horen en zien vertellen, kan terecht bij een uitzending van 14-5-2006, aanklikbaar via vruchtbareaarde.nl
Poster Rafal Olbinski: Die Zauberflöte (Papageno)
Verbeelding
Boeken Tjeu van den Berk: Het numineuze | Vbk Media | 300 blz | 2005 || Het mysterie van de hersenstam – over basisfuncties, psychosomatiek & spiritualiteit | Vbk Media | 195 blz | 2001 || In de ban van Jung – Nederlanders ontdekken de analytische psychologie | Meinema | 544 blz | 2014 || Papageno & Papagena – het mercuriale vogelpaar in Die Zauberflöte | Meinema | 288 blz | 2017 || Mystagogie – inwijding in het symbolisch bewustzijn | Vbk Media | 182 blz | 1999 || Het oude Egypte: bakermat van het jonge christendom | Meinema | 300 blz | 2011
VA editie 3 • 2017 • 41
(advertorial)
Kookoventjes maken het verschil Ruim een derde van de wereldbevolking kookt dagelijks op een open vuur, meestal binnenshuis. De rook die daarbij vrijkomt is slecht voor de gezondheid. Wereldwijd sterven jaarlijks meer dan vier miljoen mensen aan longziektes, veroorzaakt door koken op open vuur en houtskool; dat is meer dan aids, malaria en tbc bij elkaar. Daarnaast heeft deze manier van koken een enorme impact op het klimaat – terwijl met name vrouwen en kinderen iedere dag uren bezig zijn met hout sprokkelen en koken. In Oeganda hangt de geur van brandend hout constant in de lucht. ‘Vrouwen koken op smeulende vuurtjes in rokerige huisjes. Kind op de rug gebonden. Het huisje is zwart van de teer, en de kinderlongen waarschijnlijk ook…’ aldus reisjournalist Arjan Mulder na zijn recente bezoek in het gezelschap van een aantal deelnemende bedrijven, waaronder Toyota Nederland. ‘Walmende vrachtwagens om me heen. Oeganda ligt op 1200 meter, er is veel bos en de rook blijft lang hangen. Milieu en gezondheid zijn problemen in elk arm land. Maar de
42
hele dag prikkende ogen en een zere keel, ook buiten de stad, heb ik nog niet eerder meegemaakt.’ Negentig procent van de Oegandese huishoudens kookt op open vuur of traditionele inefficiënte houtskool kookovens. Dit zorgt voor ernstige ontbossing, waardoor de biodiversiteit enorm is bedreigd met de gevolgen van klimaatverandering. Het hout sprokkelen kost een huishouden gemiddeld zeven uur per dag, uren die niet besteed kunnen worden aan betaalde arbeid, scholing of het huishouden. Om de ernstige gevolgen voor het klimaat, de armoede en de gezondheid tegen te gaan, heeft het zin om te investeren in efficiënte en lokaal gefabriceerde kookovens. Sinds 2006 worden dit type kookovens daarom wereldwijd omarmd. Door een slim ontwerp zijn de ronde tonnen van ijzer en cement sneller te verwarmen en ze verbruiken door hun kleinere oppervlak vijftig procent minder brandstof (hout of houtskool). Er komt bovendien veel minder rook vrij. ‘Zo wordt niet alleen
ontbossing tegengegaan, maar wordt de CO2-uitstoot door de snellere opwarming verminderd en verbeteren de gezondheidsomstandigheden door buiten te koken,’ aldus René Toet, algemeen directeur van de Climate Neutral Group, die met zijn bedrijf de schakel is tussen bedrijven als Toyota Nederland en het Oegandese klimaatproject. ‘Als je veel bos hebt, kook je op hout. Veel hout. Wij helpen simpele kookoventjes maken, voor locals door locals, die 50% efficiënter zijn.’ Een belangrijke reden voor Toyota Nederland om te investeren in de kookovens is om fijnstof tegen te gaan. Yannick Colastica (Toyota Nederland) zegt: ‘Door deel te nemen in het cookstove-project in Oeganda, dringen we onvolledige verbranding, luchtvervuiling en houtkap terug, en dragen we bij aan een betere luchtkwaliteit voor mens, dier en milieu én creëren we kansen voor de lokale bevolking.’ Meer info: climateneutralgroup.com/search/cookstove
4
6 3 2
1 5 8
7
Regeladvertenties Geld erl a n d 1 Logement B&B Klein Grut Klein Grut is gelegen in Wamel, in het land van Maas en Waal, en biedt grote en kleine groepen de gelegenheid om te verblijven en te overnachten in het sfeervol verbouwde boerderijgedeelte van het oude gemeentehuis. De groepsaccommodatie biedt plaats aan ong. 20 tot 25 personen. Daarnaast is het mogelijk gebruik te maken van de B&B-kamers (zelf koken kan ook), van de schitterende tuinkamer en veranda voor vergaderingen, lunches en andere ontmoetingen. Neem een kijkje op kleingrut.nl Folder? Bel 0487 50 16 72. Dorpsstraat 90 in Wamel.
2 Buitenzijn Schrijven, wandelen, Hanzesteden bezoeken, fietsen? BUITENZIJN is een comfortabel ingericht gastenverblijf (2 p.) met cv en goede bedden in het prachtige coulisselandschap van de IJsselvallei. Haardhout, prima fietsen en een warme ontvangst gratis. Kijk maar op www.buitenzijn.eu of bel 0575-846317.
Noord -H o lla n d 3 De Bolhoed Vrolijk Health-Food-restaurant in hartje Amsterdam. Alles zo mogelijk van biologische kwaliteit. Zelfgemaakte verse pasta. Maandelijks wisselende exposities. Dagelijks wisselend veganistisch menu. Verschillende taarten uit eigen keuken Ook lunch en take-away. Adres: Prinsengracht 60-62. Amsterdam. Tel: 020 626 18 03.
4 Texel Inulatexla Onthaasten op het prachtige Texel, aan de rustige oostkant van het eiland, waar stilte, lucht, licht en donker nog betekenis hebben. Een warm bad van stilte in het rustieke dorp Oosterend. Mogelijkheid tot 3-4 daagse retraite of onthaasting. Of massages, introductie lichaamsbewustzijn, gesprekken, wandelingen, meditaties. Gewoon een paar dagen lekker uitwaaien en vakantie houden kan ook. Info: Cocky den Duyf | inulatexla.nl | 06 55920571
Zorgverzekering Zeeland 5 Kuuroord De Schouw Dé plek voor bewust vasten. Gun je lichaam rust, je geest ruimte. In de bedding van aandachtsvolle, bezielde en professionele begeleiding kun je je overgeven aan wat jij op dit ogenblik het meest nodig hebt. Het sfeervolle gebouw is rustig gelegen en biedt diverse faciliteiten. Een grote zonnige tuin met zwembad. Iedereen privé slaapkamers. Er worden diverse behandelingen aangeboden, dagelijks groepsactiviteiten. Elke week, hele jaar geopend. Een NIEUW LEVEN begint met een vastenkuur bij De Schouw! Tel: 0111 40 21 91 | kuuroorddeschouw.nl
Flevoland 6 Het Vegetarisch Restaurant “... Toen mijn dochter en ik laatst in uw Restaurant mochten eten, waren wij getroffen, door zowel de sfeer van uw Restaurant alsook door de zorg waarmee de gerechten zijn bereid ...” Het Vegetarisch Restaurant. Trefpunt in het Transcendente Meditatie Sidhadorp. Donaustraat 183 Lelystad, tel. 0320-251515. Dagelijks geopend, tussen de middag en ’s avonds v.a. 17:30. Website: vegrest.hyves.nl/
Limburg 7 Pension Sint Rosa Ontbijten aan de Geul? Pension Sint Rosa, idyllisch gelegen in Schin op Geul (Zuid Limburg). Vegetarisch, l/o v.a. 26.95 p.p.p.n. Info: 043 - 4591542 | pensionsintrosa.com
N o o r d -B ra ba nt
Kiezen voor een zorgverzekering, de GezondheidsVerzekering, die uitgaat van eigen kracht en natuurlijke geneeswijzen ruim vergoed? Ga dan naar gezondheidscooperatief.nl/ en bouw mee!
vakantie, reizen ECOLONIE, al 28 jaar een inspirerende ontmoetingsplek voor de bewust levende mens in Frankrijk met een veelzijdig zomerprogramma! Info: ecolonie.eu/nl
Therapie Spierpijn, spanningen, spit of andere kwalen? Een AYURVEDA-massage doet vaak wonderen! Aldus Marjan van Duin, ayurvedatherapeut, wonend en werkend in Eindhoven. Ayurveda is een 4000 jaar oud heelkundig systeem uit India. De WHO erkent deze heelkunde als evenwaardig aan onze eigen Westerse geneeskunde. Daarnaast ontwerpt Marjan ook tuinen en geeft ze tuinkundig advies. T: 06 539 609 42 | W: marjanvanduin.nl
Stilteplek Nabij het Twentse dorp Albergen vind u een bijzonder Stilte-plekje. In een bosje twee gebouwen, opgebouwd uit zwerfkeien. Een Grotje voor rust en bezinning, daarnaast een keukentje waar iedereen zelf koffie, thee, limonade kan maken. Goede, mooie boeken voor €1. Open Pasen t/m oktober, 10.00 tot 17.00 uur. Info: stilte-plekje.nl
8 Hof van Heden Gelegen in de Kempen, op de grens van ‘boeren buiten’ en het prachtige landgoed Baest. De plek nodigt uit los te komen van spijt van gisteren en zorgen voor morgen. Je vindt er een labyrint en een verhalentuin. Retraites, individueel of in groep, trainingen, workshops, stiltewandelingen en meer. Info: nieuwtij.nl/hof-van-heden | 06 22 491 501
Samen delen STICHTING HANASANEYE : Samen Delen, ondersteunt locale beginnende ondernemers in Namibië bij het opzetten van hun onderneming. Info: hanasaneye.com.
VA editie 3 • 2017 • 43
Vruchtbare Aarde als geschenk
Geef uw lievelingseditie weg (€4,85 + porto) of een jaarabonnement (€20 voor een jaar vanaf het aankomende nummer; €23 vanaf het huidige nummer). Kijk op vruchtbareaarde.nl of mail va@xs4all.nl of bel 06 360 97 876 / 020 689 84 68
Onder welke bomen moet je schuilen tijdens een storm? Welke bessen en paddenstoelen zijn eetbaar? Hoe moet je dierensporen lezen? Gezien in de Vruchtbare Aarde zomereditie!
www.levboeken.nl 44
In dit handboek neemt de populaire boswachter Peter Wohlleben je mee op een ontdekkingsreis door het bos.
column
jaap huibers
De Amerongse natuurgeneeskundige Jaap Huibers over keel- en neusprobleempjes en de heilzame werking van Pau d’arco, Echinacea en Melissa aan het begin van een nieuw schooljaar.
een nieuw jaar
D
e scholen zijn weer begonnen, veel opa’s en oma’s kunnen zich weer verblijden in het hun toebedachte dagtaakje, en moeders en vaders kunnen zich weer wat ongestoorder richten op hun werk en carrièreontwikkeling… Welnu, dat lijkt allemaal prima geregeld, maar… hier ook nog even aandacht voor de kinderen zelf. Het is al lang bekend dat schoolkinderen en zelfs leerkrachten, zo direct nadat de scholen weer begonnen zijn, te maken kunnen krijgen met een scala aan kleine keel- en neusprobleempjes – wat verkoudheidsverschijnselen, wat keelpijn. Kortom, keel en neus blijken, meestal kortdurend, te maken te hebben met enig viraal of bacterieel ongenoegen. Op zich is dat niet zo heel vreemd, want kinderen, en dan met name kleine kinderen (dagverblijf en laagste klassen basisonderwijs) zijn dikwijls erg ontvankelijk voor alles wat in zo’n klas rondwaart aan bacteriën en virussen. In de vakantie zijn ze zes weken buiten de invloed van alles wat in zo’n klaslokaal en samen-spelend aanwezig kan zijn. En dan ineens, als de school begint, zitten ze weer dicht op elkaar, met alle bacteriële gezelligs wat zo menselijk normaal opduikt. Een oude huisarts, met wie ik lang geleden veel contact had over ziekte en gezondheid, had daar een bijzondere kijk op. Hij merkte eens op: ‘Ach jongen, als die kleintjes naar school gaan, moeten hun hersens actief worden omdat ze iets gaan leren. Wel, dat leerproces geldt ook voor het afweersysteem. Door die plotselinge situatie van het weer bij elkaar zitten in een lokaal, het elkaar aanraken, kunnen de bacteriën zo heerlijk van de een op de ander springen. Dat is helemaal niet verkeerd voor het afweersysteem, want even een beetje verkouden zijn of een lichte keelontsteking hebben … het is allemaal ‘oefenmateriaal’ voor het actief houden van het afweersysteem van die kinderen.’ Tja, dat begin van het schooljaar… De hersenen krijgen dingen aangereikt om te leren, en het afweersysteem krijgt ook iets aangereikt om van bij te leren. Ik heb dat altijd een prachtige visie gevonden omdat ik op logische gronden de samenhang ervan gezien en ervaren heb. Soms heeft een kind wat moeite om mee te komen in het leren schrijven van de letters, het lezen of het oppikken van 2+2 = 4. Lekker buiten spelen en een hoge toren bouwen van blokken is nu eenmaal nooit gericht op getallen. En als het leren dan niet helemaal volgens pedagogisch-
didactische processen verloopt, kan er tegenwoordig teruggevallen worden op ‘leerproces-ondersteunende’ begeleiding. Allemaal prima, maar als het afweersysteem het aan het begin van het schooljaar even wat moeilijk heeft, onder andere ten gevolge van de hernieuwde confrontatie met alle rondwarende virussen en bacteriën, zouden we dan ook niet kunnen denken aan ‘afweersysteem-ondersteunende-hulp’? Vele jaren heb ik binnen mijn praktijk ervaren dat kinderen minder last hebben van de ‘na-devakantie-neus’ en keelprobleempjes als ze dagelijks wat druppels Pau d’arco en Echinacea gebruiken – eventueel vergezeld van een tabletje vitamine D van ongeveer 200 IE. Met name de genoemde plantentincturen hebben een positief activerende werking op het afweersysteem. En voor het slapen gaan, zeker bij de kleintjes: wat druppels Melissa-tinctuur. Dat ontspant en bevordert de slaap van het kind – dat in deze periode weer zo gigantisch veel nieuwe indrukken moet verwerken, aan het begin van het nieuwe schooljaar. Jaap Huibers Jaap Huibers verzorgt wekelijks een nieuwe column in het programma M Magazine op Radio M Utrecht op zondagochtend rond de klok van 11.30 uur. Op internet: rtvutrecht.nl/live/radiomutrecht/ VA editie 3 • 2017 • 45
Speciale supplementen... ...om u verder te helpen Aadexil probiotica met geleidelijke afgifte Aadexil bevat maar liefst 6 miljard kolonievormende bacteriën van zeven stammen. De gepatenteerde formulering met Bio-tract technologie zorgt voor een goede kwaliteit, een optimale bescherming en geleidelijke afgifte op verschillende plaatsen in het darmtraject. Door de speciale verwerking blijven de bacteriën lange tijd stabiel. Aadexil is geschikt voor alle leeftijden vanaf 2 jaar. 30 caplets met 6 miljard bacteriën van 7 stammen
CeQure natuurlijke vitamine C optimaal opneembaar en langer actief Doorlopend onderzoek en innovatie hebben een nieuwe, betere en effectievere vorm van vitamine C voortgebracht. De combinatie van natuurlijke vitamine C (L-ascorbinezuur) met bioflavonoïden en plantaardige lipiden maakt CeQure optimaal opneembaar en langer werkzaam in het lichaam. Als de pionier onder de vitamines kent iedereen de vele positieve eigenschappen van vitamine C. Vitamine C is betrokken bij een groot aantal lichaamsprocessen. Vitamine C ondersteunt onder meer de afweer van het lichaam en helpt bij de vorming van collageen, wat de huid elasticiteit en stevigheid geeft. 60 & 180 capsules met 500 mg pure vitamine C
B-Quivit met natuurlijk vitamine B-complex uit quinoa organisch gebonden met hoge bioactiviteit Het menselijk lichaam is gewend aan natuurlijke B-vitaminen in een voedselmatrix van eiwitten, koolhydraten en vetten. Een natuurlijk vitamine B-complex omvat tientallen organische verbindingen waarvan vele direct bruikbaar zijn voor het lichaam. Biologisch geteelde quinoa – ontkiemd onder speciale (gepatenteerde) condities – vormt de basis van het voedingssupplement B-Quivit met het complete spectrum goed opneembare B-vitaminen in hun natuurlijke vorm en in een goede, natuurlijke concentratie. De verschillende B-vitaminen hebben veel functies in het lichaam. B-vitaminen zijn onder meer goed voor de normale werking van het zenuwstelsel (B8); een normaal homocysteïne metabolisme (B6); en de vermindering van moeheid en vermoeidheid (B12). Vitamine B7 houdt huid en haar gezond.
MenaQ7 met goed opneembare vitamine K2 Draagt bij aan het behoud van normale botten... en meer Met het verloop der jaren gaat de conditie van onze botten ons steeds meer aan het hart. Vitamine K2 kan daar mogelijk een rol bij spelen. Vitamine K2, in de vorm van menaquinone-7, komt voort uit fermentatie van natuurlijke bronnen. Een belangrijke innovatie zorgt voor een grotere zuiverheid en stabiliteit van menaquinone-7 in de natuurlijke vorm. Dit maakt dat de natuurlijke vitamine K2 in MenaQ7 goed opneembaar en beter beschikbaar is voor het lichaam. Vitamine K2 is van belang voor de opbouw van normale botten. Door de toevoeging van vitamine D is er een goede synergie voor het behoud van normale botten. Vitamine D draagt bij tot normale calciumgehalten in het bloed. 60 tabletten met 45 mcg vitamine K2 & 5 mcg vitamine D
MenaQ7 Forte met 180 mcg vitamine K2 MenaQ7 Forte bevat een hoger gehalte aan vitamine K2. Dit geeft een optimale voorziening van vitamine K2. 30 V-caps. met 180 mcg vitamine K2 Let op! Vitamine K2 180 mcg niet gebruiken wanneer iemand antistollingsmiddelen van het cumarinetype neemt.
30 tabletten met minimaal 50% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid aan B-vitaminen
Onder andere verkrijgbaar via gezondheidswinkels als Vitaminstore en Gezond & Wel en via drogisten als DIO en DA
46
column
h.c. moolenburgh ‘Als je het terrein schoonmaakt en van de juiste hulpstoffen voorziet, merk je tot je verbazing hoe enorm het zelfherstellend vermogen van ons lichaam is, en dan wordt geneeskunde ook weer echt leuk.’ Met dit citaat uit ons eerste interview met H. C. Moolenburgh in 2007 openden we tien jaar lang zijn column. Na veertig columns leek de tijd eerder dit jaar gekomen om afscheid te nemen. Maar hier is nummer 41.
Lieve lezers, Het was dus nog geen afscheid, ik ben er nog. Hier het vervolg.
Begin januari keek ik terug op een razend druk 2016, met vele lezingen door het hele land voor bomvolle zalen. Ik had geen idee dat mijn leven radicaal zou worden omgegooid. Op 29 januari voelde ik me ziek, en die nacht gebeurden er ingrijpende zaken. Het begon met een nachtmerrie. Met een enorm geraas leek het dak in te storten boven het bed van mijn vrouw. Ik trachtte te roepen, maar er kwam geen geluid. Ik werd wakker en het was stil en mijn vrouw sliep lekker. Toen ik weer insliep zag ik ineens heel duidelijk een glashelder meisjeskopje met blauwe ogen en blonde krulletjes voor me. Ze leek op mijn eerste liefde, toen ik zes jaar was. Plots veranderde het beeld. Ik zat in mijn oude Volkswagen Kever te wachten bij de Haarlemse kruising Spanjaardslaan-Fonteinlaan, op weg naar huis, toen het meisjesgezichtje ineens veranderde. Voor me stond een enorme figuur van zeker drie meter lang, gekleed in een lichtblauwe rok en een wijd, beige, zijden jasje. Het blonde haar viel tot in de nek, en het gezicht was verheven, niet onvriendelijk, licht streng en zowel mannelijk als vrouwelijk. De verschijning stond stil naar me te kijken en was zo indrukwekkend en duidelijk als ik nog nooit een mens gezien heb. Ineens stapte de figuur iets opzij en wees me dat ik door kon. Door de glashelderheid van het beeld kon me herinneren dat de verschijning met drie vingers naar links had gewezen, en dat is niet de weg naar huis, maar wel die naar het ziekenhuis Spaarne Zuid. Ik dacht klaarwakker te zijn geweest, maar merkte toch dat ik ontwaakte uit een hoger bewustzijnsgebied. Ik wist meteen zeker dat ik een engel had gezien en dacht: ‘Ik mag kennelijk nog even door.’ Diezelfde dag werd ik in dat ziekenhuis opgenomen. Ik bleek een zware longontsteking en een zeer ernstig hartfalen te hebben, beide potentieel dodelijk, zeker bij een 91-jarige. Men dacht ook niet dat ik het zou halen. De engel had niet duidelijker kunnen zijn door met twee vingers richting ziekenhuis te wijzen – voor twee potentieel dodelijke aandoeningen. Maar vanwaar de derde vinger?
© Hapé Smeele
aanwijzingen van hogerhand Ik kon het niet duiden. Tegen alle verwachtingen in kwam ik op 14 februari thuis, al was de prognose van de specialist slecht. Mijn vrouw (87) verzorgde me als een engel, maar werd zo moe dat ze van de trap viel en ernstig gewond raakte. Ze werd onderzocht in Spaarne Zuid! Dat was dus de betekenis van de derde vinger geweest. En nu, terwijl ik dit op 27 juni schrijf, een dag voor mijn tweeënnegentigste verjaardag, is mijn leven totaal veranderd: geen auto, geen fiets, geen lezingen en geen artsenbijeenkomsten. Een actieradius net tot de Haarlemmerhout, aan het einde van de straat. ‘Dat zal je niet meevallen’, zeggen de mensen. Nee, natuurlijk niet, maar het was duidelijk dat het voor ons klaarlag. De engel kondigde gewoon een nieuwe levensfase aan waarin we kennelijk nog iets moesten leren. Wat? In ieder geval hoe geweldig en liefderijk de zorg is van familie, vrienden en de zorginstelling met al haar vriendelijke, capabele en behulpzame dames. Mijn zoon Michiel zei: ‘De hartspecialist heeft zich gewoon vergist – hij had nog niet eerder een 91-jarige met een burn-out gezien.’ Als huisarts heb ik altijd een zorgend beroep gehad, zoals mijn vrouw met ons grote gezin een zorgend leven heeft gehad – en dan ineens draait de richting van het leven 180 graden om en word je ontvanger. Die ervaring moest kennelijk aan onze zielen worden toegevoegd. En zo konden wij de vorige week tegen elkaar zeggen – toen de jasmijn uitbundig bloeide en de tuin met haar tere geur vulde, en ook de merel uitbundig zong – dat die enorme ingreep in ons leven toch goed is geweest, en nauwkeurig geleid. H.C. Moolenburgh
VA editie 3 • 2017 • 47
Ontdek de veelzijdige Prius
Nu met € 2.000,- voorraadvoordeel! Als eerste in serie geproduceerde hybride was de Prius bij zijn introductie in 1997 een regelrechte sensatie. Sindsdien is elk volgende model steeds weer een stap verder gegaan qua intelligent design en technologie. De Prius is nu dan ook dynamischer, stiller en zuiniger dan ooit. Daarmee geeft hij een extra dimensie aan de hybride rijervaring. Ontdek het nu extra voordelig, want tijdelijk krijgt u € 2.000,- extra voorraadvoordeel. De Prius is er dus nu al vanaf € 28.930,-. Ga naar toyota.nl of bezoek de dealer.
Brandstofverbruik (EC 2015/45W) 3,0-3,3 L/100km (30,3-33,3 km/L); CO2 70-76 gr/km. Prijzen incl. BTW, excl. kosten rijklaar maken en verwijderingsbijdrage. Afgebeeld is de Prius 1.8 Hybrid Executive Automaat vanaf € 36.930,-. Wijzigingen voorbehouden.