Verschijnt 5 maal per jaar Afgiftekantoor Gent X P409339
BELGIĂ‹ - BELGIQUE
P.B. Gent X BC 9467
Akademos I n f ormat i e m a g a z in e v a n d e V r ije U n iv e rsit e it B r u sse l J aargan g 9 - N ° 4 - O k t o b e r 2 0 0 6
De zoektocht naar een droomjob ..... p4 Een nieuw venster op het universum.................................................................. p9 Multinationals en mensenrechten......................................................................... p16
Onderwijs kort. .......... p7
Onderzoek naar een vergeten ziekte ........ p10
1. Brusselaar met voetbalhart............... p15
… MEDISCHE BESLISSINGEN ROND HET LEVENSEINDE MEER VOORKOMEN BIJ KANKERPATIËNTEN? In het gezaghebbende Amerikaanse kankertijdschrift Journal of Clinical Oncology verscheen recent een studie van Lieve Van den Block, Johan Bilsen en Luc Deliens van de onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde. Daarin worden medische beslissingen bij kankerpatiënten vergeleken met niet-kankerpatiënten. Een belangrijke bevinding in het onderzoek is dat medische beslissingen rond het levenseinde meer voorkomen bij kankerpatiënten. Bij 75% van de niet plotse overlijdens bij kankerpatiënten is dergelijke beslissing genomen, tegenover 50% bij niet-kankerpatiënten. Beslissingen om levensverlengende behandelingen te stoppen of niet op te starten, komen daarentegen frequenter voor bij niet-kankerpatiënten. Een mogelijke verklaring voor deze verschillen is de grotere toegankelijkheid van palliatieve zorg voor kankerpatiënten. Misschien worden pijn of andere symptomen ook te weinig (h)erkend bij niet-kankerpatiënten.
… EEN NIEUWE ONTSMETTENDE HANDGEL DE HUID MINDER UITDROOGT? Handen wassen en ontsmetten gebeurt niet altijd even grondig in ziekenhuizen. Dat komt enerzijds door de zware werkdruk, maar anderzijds ook vanwege de reputatie van deze producten om de handen te irriteren of ‘uit te drogen’. Evi Houben van de dienst Toxicologie en Dermato-Cosmetologie heeft een aantal prototypes ontwikkeld voor een ontsmettende alcoholische handgel die de huid minder uitdroogt. Deze gel kan door artsen en verplegend personeel gebruikt worden om de handen te ontsmetten. Uit een enquête naar het gebruikscomfort, uitgevoerd bij een groep zorgverstrekkers, bleek geen enkele van de prototypes de barrièrefunctie van de huid aan te tasten of irritatie te veroorzaken bij intensief gebruik, onder meer dankzij het ingrediënt glycerine. Glycerine blijkt op voortreffelijke wijze een goede hydratatie van de huid te garanderen. Evi Houben publiceerde haar bevindingen recent in het wetenschappelijke tijdschrift Contact Dermatitis.
… 50 JAAR ARTIFICIËLE INTELLIGENTIE GEVIERD WORDT MET EEN SYMPOSIUM? 50 jaar geleden (tijdens de Dartmouth conferentie in 1956) werd Artificiële Intelligentie als wetenschappelijk onderzoeksgebied geboren. Naar aanleiding van deze ‘verjaardag’ van het nog jonge onderzoeksgebied organiseert het Laboratorium voor Artificiële Intelligentie (ARTI) van de Vrije Universiteit Brussel op 23 november een symposium over het AI-onderzoek. Het is vooral de bedoeling om het historisch besef aan te wakkeren. De belangrijkste Vlaamse AI-onderzoekers bekijken tijdens het symposium daarom niet alleen de toekomst van AI, maar ook wat er gebeurd is in het verleden. De aandacht zal vooral gaan naar onderzoeksactiviteiten en toepassingen die ontwikkeld zijn in Vlaanderen. Het symposium zal in chronologische volgorde de mijlpalen van de geschiedenis van zowel het onderzoeksveld zelf als van de bijdrage van het Laboratorium voor Artificiële Intelligentie van de Vrije Universiteit Brussel overlopen. Meer informatie over het AIsymposium vindt u op de website: http://arti.vub.ac.be/50jaarAI.
… DE JEUGDRECHTER NIET MEER IS WIE HIJ GEWEEST IS? In haar doctoraatsonderzoek concludeert Els Dumortier, criminologe aan de Vrije Universiteit Brussel, dat de jeugdrechter, zoals die anno 2006 bestaat, zou moeten herdacht worden in plaats van herbevestigd. Ze onderzocht de evolutie van de kinderrechter bij de Antwerpse kinderrechtbank tussen 1912 en 1965. In de beginperiode (1912) positioneerde de kinderrechter zich nog sterk als een klassieke rechter. Maar vanaf het interbellum verloor die zijn interesse in het onderzoek en het bewijs van de feiten. Anno 2006 blijft de jeugdrechter een belangrijke schakel van het sociaal-pedagogisch veld en beschikt hij nog steeds over een ruime appreciatiemarge. Els Dumortier vraagt zich wel af of de jeugdrechter niet opnieuw in de richting van een echte en onafhankelijke rechter moet evolueren.
… KORTSLAPERS MEER STRESS HEBBEN? Uit een studie van Elke De Valck en de vakgroep Cognitieve en Biologische Psychologie blijkt dat kortslapers (mensen die gemiddeld minder dan 6 uur per nacht slapen) meer stresshormoon produceren dan langslapers (mensen die gemiddeld meer dan 9 uur per nacht slapen). Om het verschil in slaapduur te verklaren bleven de deelnemers aan het experiment gedurende 37 uur continu wakker in het experimenteel slaaplabo van de Vrije Universiteit Brussel. De slaapstudie suggereert dat kortslapers minder snel een druk ervaren om te slapen. Maar de kortslapers die deelnamen, vertoonden verhoogde niveaus van het stresshormoon cortisol, een hormoon dat geassocieerd wordt met de ontwikkeling van stoornissen gelinkt aan chronische stress. Dat hormoon heeft hen mogelijk geholpen om de periode zonder slaap door te komen. Ondertussen werd het onderzoek verdergezet bij mensen die te kampen hebben met slapeloosheid.
2.
© Evi Houben
Wist u dat...
Onderzoek Kort
Het team van dr. Erik Debing van de dienst Vaatheelkunde van het Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit Brussel ontdekte dat mannen drie risicofactoren hebben voor slagaderverkalking en vrouwen maar twee. Uit een onderzoek bij 804 patiënten die een beroerte gehad hebben en die een operatieve verwijdering van een plaque van de slagader plannen, blijkt dat roken, suikerziekte, een te hoge bloeddruk en een te hoge cholesterolspiegel de belangrijkste factoren zijn die slagaderverkalking veroorzaken. De combinatie roken, verhoogde bloeddruk en cholesterolspiegel komt het meest voor bij mannen (70%). Bij vrouwen werd vooral de combinatie verhoogde bloeddruk en cholesterolspiegel vastgesteld (22%). Er bieden zich dan ook meer mannen (70%) dan vrouwen (30%) aan voor een operatie. Slagaderverkalking is een ziekte waarbij een verdikking van de vaatwand optreedt. Door deze vernauwing kan er een zuurstoftekort ontstaan wat kan leiden tot pijn in de borst, een hartinfarct of een beroerte. Hierdoor kunnen tijdelijke of definitieve uitvalverschijnselen ontstaan zoals verlamming van de armen of benen en wazig zicht.
… MARC TABAK EN HEIDI OTTEVAERE EEN PRESTIGIEUZE AWARD WONNEN? Marc Tabak en Heidi Ottevaere, van de vakgroep Toegepaste Natuurkunde en Fotonica aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen (IR-TONA), hebben in Straatsburg de “European Innovation Village Award 2006” gewonnen als beste innovatieve applicatie voor hun project “Monitoring the stress buildup during the curing process of adhesives”. Deze Europese prijs werd toegekend specifiek voor het bieden van oplossingen bij kritische problemen gedefinieerd in het domein van de biofotonica. De European Innovation Village Awards werd georganiseerd door Rhenaphotonics Alsace en SPIE Europe (Int. Society for Optical Engineering) onder voorzitterschap van de Europese Commissie. Na de eerste editie in 2004 werd in 2006 aan diverse onderzoeksteams van non-profit instituten en universitaire onderzoekscentra gevraagd om hun prototypes van nieuwe applicatie of productontwikkeling te laten beoordelen door een jury van Europese gerenommeerde wetenschappers.
… CELCULTUREN HET GEBRUIK VAN PROEFDIEREN KUNNEN TERUGDRINGEN? Vooraleer een nieuw geneesmiddel op de markt gebracht wordt, voert men testen uit op proefdieren om de kwaliteit en de veiligheid te waarborgen. Meer en meer bestaat de overtuiging om alternatieve methoden aan te wenden voor deze doeleinden. Veel aandacht gaat hierbij naar het gebruik van celculturen, en meer bepaald van levercellen. De dienst Toxicologie, onder leiding van Prof. Vera Rogiers, staat wereldwijd bekend voor zijn expertise op het gebied van het kweken van levercellen. Onderzoeker Mathieu Vinken heeft met zijn doctoraatsonderzoek aangetoond dat antikanker geneesmiddelen de productie van eiwitten beïnvloeden, hetgeen gepaard gaat met een toegenomen communicatie tussen levercellen. Dit onderzoek levert een belangrijke bijdrage om de levensduur en ontwikkeling van cellen in een labocultuur beter te controleren. Het probleem met kunstmatig gekweekte cellen is immers dat ze snel afsterven. Het beter leren begrijpen van zulke laboculturen is een belangrijke stap in het terugdringen van het gebruik van proefdieren. Deze culturen worden immers onder andere gebruikt voor toxiciteitstesten van geneesmiddelen en cosmetica.
… VAKANTIEWERK NIET NEFAST IS VOOR VRIJWILLIGERSWERK VAN JONGEREN? Jeugdwerkers en beleidsmakers kunnen voortaan op beide oren slapen. Hun vrees dat jongeren door het groter aanbod aan commerciële activiteiten en diensten meer werken en minder aan vrijwilligerswerk doen, is ongegrond. Dat blijkt althans uit onderzoek van de onderzoeksgroep Tempus Omnia Revelat (TOR) van de Vrije Universiteit Brussel, in opdracht van de afdeling Beleid van het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media. De resultaten tonen aan dat de nood aan geld, studenten inderdaad ertoe aanzet zich op de arbeidsmarkt te begeven. Maar deze geldnood en arbeidsparticipatie leidt niet tot een verminderd engagement in het jeugdwerk. Vrijwilligers uit het jeugdwerk verrichten zelfs vaker vakantiewerk dan jongeren die niet werkzaam zijn in het jeugdwerk. Jeugdwerkers houden er een actieve levensstijl op na. Ze hebben niet meer vrije tijd dan hun niet-participerende leeftijdsgenoten, maar ze spenderen die wel aan veel meer verschillende soorten activiteiten.
… ER GOED NIEUWS IS VOOR PATIËNTEN MET EEN VERNAUWING VAN DE GROTE LUCHTWEGEN? Patiënten met een vernauwing van de grote luchtwegen ontwikkelen vaak ademhalingsstoornissen en worden daardoor afhankelijk van een plastic luchtpijpje dat via de hals in de luchtpijp wordt geplaatst. Meestal is deze luchtwegvernauwing operatief te behandelen, behalve wanneer de algemene conditie van de patiënt te slecht is om deze zware heelkundige ingreep te ondergaan. In dat geval restte de patiënt niets dan levenslange kunstmatige beademing. Dat zal veranderen dankzij een nieuwe techniek ontwikkeld door Prof. Marc Noppen en zijn medewerkers van de Kliniek voor Interventionele Endoscopie van het Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit Brussel. De techniek bestaat uit het plaatsen van een metalen kijkinstrument, via de mond in de luchtpijp, waarlangs in één tijd de luchtpijpvernauwing wordt behandeld door laserbehandeling en dilatatie. Veertien van de vijftien ventilatorafhankelijke patiënten die zij behandelden konden door deze techniek weer normaal ademen en praten. Deze techniek betekent een revolutie in de behandeling van respirator- of canule afhankelijke patiënten voor wie geen heelkundige behandeling mogelijk is.
© An Nelissen
© Evi Houben
… MANNEN MEER KANS HEBBEN OP SLAGADERVERKALKING?
3.
De zoektocht naar een droomjob Op een dag vind je de job van je leven… . Maar wat als dat niet zo is. Wat als je niet weet wat jouw droomjob is? Wat als je zelfs geen idee hebt welke richting je uit wil? Enkele sessies bij een loopbaanbegeleider bieden misschien een oplossing. De Amerikaan Mark Savickas, een wereldautoriteit op het vlak van loopbaanbegeleiding en momenteel als gastprofessor verbonden aan de vakgroep Onderwijskunde van de Vrije Universiteit Brussel, vertelt ons meer over zijn kijk op werk, carrière en jobhoppen.
die persoon als iemand die zichzelf construeert en zijn eigen identiteit opbouwt in een maatschappelijke context. We kijken op welke manier hij of zij keuzes maakt om een toekomstig levenspad en een carrière uit te bouwen.
U staat bekend om uw vernieuwende theorieën en methodes. Wat was er mis met de oude benaderingen van loopbaanbegeleiding? De wereld kent momenteel de snelste economische verandering uit onze geschiedenis. Wanneer er veranderingen in cultuur en in de economie zijn, wordt het ook moeilijker om keuzes te maken. Mensen zijn verward. Voor je ouders was het eenvoudiger om keuzes te maken, omdat de opties stabiel waren. Wanneer je 25 jaar geleden een bepaalde job wilde, wist je bij welk bedrijf je aan de slag moest. Vandaag kan het zijn dat je voor een bedrijf werkt, maar je de volgende dag merkt dat jouw bedrijf is opgekocht door een Japans bedrijf. In dit tijdperk worden carrièrehulp en –planning dan ook steeds belangrijker.
Wat moeten we verstaan onder ‘een carrière’? Ik zie een carrière als een verhaal dat je geconstrueerd hebt in je hoofd. Een verhaal over wat werk voor jou betekent, een verhaal over het werk dat je wil doen. De huidige, moderne betekenis van carrière is echter een “path through life”. Een opvolging van posities; van die school naar die school, van die job naar die job. Voor mij daarentegen is een carrière het hechten van een betekenis aan je professioneel gedrag.
U heeft daarvoor uw eigen counselingmodel ontwikkeld. Wat is het basisidee erachter? Mijn model is gebaseerd op de premisse dat in deze 21ste eeuw verhalen belangrijker zijn dan testscores. We weten dat we het levensverhaal van een persoon kunnen begrijpen door naar zijn of haar verhalen te luisteren. Counseling draait om “story-repair”, het herstellen van verhaallijnen. We
Hoe gaat u daarvoor te werk in uw begeleidingssessies? Het traditionele counselingmodel bestond erin mensen in de juiste job in te passen. Je werd getest, je kreeg een score en werd gelinkt, “gematcht” aan een job. Mijn theorie handelt over “meaning making”, niet over “match making”. In plaats van iemand in een bepaalde job in te passen, kijk ik hoe werk in het leven van die persoon past. Daarvoor
“Ik kan je helpen op zoek te gaan naar je droom.” helpen een persoon zijn of haar meningen over het leven te herbekijken en eruit te halen wat betekenisvol is. Daarbij kijken we naar
4.
gebruik ik bepaalde technieken. Ik vraag bijvoorbeeld wat je vroegste herinnering als kind is, wat je favoriete boeken en televisiepro-
gramma’s zijn. Of ik vraag naar wie je als kind opkeek, wie je held was toen je klein was en waarom. Ik was bijvoorbeeld fan van Zorro (lacht). Wat je vervolgens vertelt, gaat niet over je held van toen, maar over jezelf. Het zijn, zoals ik reeds zei, constructies en ontwerpen om jezelf en je carrière op te bouwen. Ik help mensen werk te gebruiken om completer en gelukkiger te worden, in plaats van dat het werk hen als een object gebruikt. Hoe moet je het dan als pas afgestudeerde op de arbeidsmarkt aanpakken? Ik was deze ochtend naar één of ander beursprogramma op televisie aan het kijken en daarin zei een mevrouw dat we in deze economie onszelf moeten leren verkopen, dat we werkgevers moeten vertellen wie we zijn. En daarbij kunnen loopbaanbegeleiders zoals ik helpen. Adolescentie en jongvolwassenheid zijn periodes waarin je moet experimenteren en moet ontdekken wat en wie je bent. Wanneer je in het begin van je loopbaan een aantal verschillende jobs achter elkaar hebt, ben je niet aan het jobhoppen, maar aan het exploreren en aan het experimenteren. Maar tijdens dat proces kan het interessant zijn om met iemand als ik samen te gaan zitten en daarover te reflecteren. Ik kan je helpen op zoek te gaan naar je droom. Jobhoppen is dus niet noodzakelijk slecht? De term is verkeerd. In de 20ste eeuw was het doel: zoek een stabiele job en hou hem. Wanneer je twee of drie jobs achter de rug had,
was je een jobhopper en een mislukkeling, omdat je niet wist wat je wou. Vandaag is dat helemaal anders. Daarom is het niet goed dat de huidige ouders traditionele concepten gebruiken in een moderne tijd. In de VS heeft de gemiddelde 35-jarige reeds zeven jobs achter de rug. Dus in plaats van de term jobhoppen te gebruiken, moeten we het hebben over het feit dat we flexibel, mobiel en polyvalent moeten zijn. Het taalgebruik is dus het probleem. Jobhoppen is zelfs een compliment wanneer je een droom, een ontwerp en een plan hebt. Toch vinden veel ouders dat hun kinderen een stabiele baan moeten zoeken. Weet je, de oplossingen van vandaag zijn de problemen van
Interview
morgen. De oplossingen van de huidige ouders van jongvolwassenen zouden, moesten hun kinderen ze hanteren, eerder voor problemen zorgen. Die ouders konden zich identificeren met een werkgever, er dertig jaar voor werken en vervolgens met pensioen gaan. Vandaag gaat dat niet meer. Je kan de zin van je leven dus niet meer halen uit het feit dat je een werknemer bent van een bepaald bedrijf waarmee je jezelf identificeert. Je moet die ‘zin’ nu zelf in je hart dragen. Maar bedrijven als Google en Microsoft willen toch net wel dat hun werknemers zich identificeren met het bedrijf? Voor die bedrijven is vooral je “organisational commitment” belangrijk. Zij willen dat je je
voor de rest van mijn leven. In de Verenigde Staten veranderen ze die “defined benefit” nu in een “defined contribution”. Wanneer je vandaag een jaar voor een bedrijf werkt, geeft dat bedrijf je een bepaalde som geld die je vervolgens op je eigen pensioenspaarrekening kan zetten. Dat bedrijf heeft dus geen blijvend engagement meer ten opzichte van jou.
het centrum van de stad wil, welke weg neem ik dan? Als de ene weg is afgesloten, is er dan een andere? Neem ik de tram, de auto of de fiets? Mijn droom is het centrum van de stad bereiken, niet met de fiets de Franklin Rooseveltlaan afrijden. Wij als loopbaanpsychologen kunnen die persoon helpen zien welke opties er zijn om zichzelf te zijn.
U gaat op zoek naar een droom, maar wat als iemand zijn of haar droom kent, maar hem door omstandigheden niet kan waarmaken? We hebben één leven, we hebben één hoofdverhaal. De eigenlijke job is slechts een techniek. We moeten weten wat de echte droom, het echte verhaal is, wat er voor die persoon toe doet. Iemand die
Maar er zijn toch niet genoeg jobs om iedereen de job te laten doen die hij of zij graag doet? Neen, er is nooit een “perfect match” tussen wat een grote groep wil doen en wat beschikbaar is. Vijftien procent van de mensen wil kunstenaar of muzikant worden, terwijl in het beste geval er in de maatschappij maar plaats is voor 1 procent van die mensen. Daarom proberen we mensen te laten begrijpen dat ze inderdaad zullen moeten werken, maar dat hun vrije tijd ook belangrijk is. Wanneer iemand bijvoorbeeld een schrijver is van prachtige boeken, maar eigenlijk interviews voor tijdschriften moet doen, kan hij naar huis gaan, beginnen drinken, depressief zijn en zo zijn tijd verliezen. Ons idee is om je vrije tijd, je avonden en weekends, te gebruiken om die dingen te doen die een diepere betekenis hebben voor jezelf. Dát is de uitdaging.
“Jobhoppen is een compliment wanneer je een droom en een plan hebt.” verbindt aan hen, maar zij willen niet instaan voor jou. Neem bijvoorbeeld het pensioen, iets dat we in de 19de eeuw niet eens kenden. Wanneer ik 30 jaar lang werk voor mijn universiteit, krijg ik een “defined benefit”, een voordeel
bijvoorbeeld dokter wil worden, wil vooral mensen helpen en redden. Het gaat over iets groter en belangrijker dan de job op zich. Daarom mag je na een tegenslag je droom niet opgeven. “The dream is the destination”. Als ik van hieruit naar
Kan dat je dezelfde voldoening geven als je droomjob? Ja, dat kan. Het gezegde dat ik gebruik, is het volgende: “What can not be accomplished on an assembly line, can be accomplished on a fishing line”. Met andere woorden, via ontspanning kan je gevallen van verkeerde of gemiste identiteit corrigeren.
Mark Savickas, wereldautoriteit op het vlak van loopbaanbegleiding
Is dat geen truc van consulenten om mensen te leren omgaan met hun desillusies? Jij stelt je de vraag: wat gebeurt er als… . Wij proberen het beste te maken van wat er aanwezig is. Daarbij moet je realistisch zijn. De job is niet de oplossing, de job helpt iemand identificeren wat voor hem
of haar belangrijk is. Of je hebt geluk en je vindt de job van je leven of je kijkt hoe je binnen je huidige job zaken kan veranderen zodat je wel gelukkig wordt. Vele mensen hebben een droom, maar weten niet hoe ze hem moeten exploreren, hoe ze een plan moeten opstellen. Wij helpen mensen hun droom na te jagen. Wanneer je probeert, maar faalt, dan heb je ten minste geprobeerd. En dat is het belangrijkste. Ik help mensen hun droom te vinden en hem te construeren. Wat gebeurt er wanneer iemand zijn of haar droom stopt en de situatie hopeloos wordt? Ik geloof niet dat er iets is dat hopeloos is. Mijn belangrijkste taak is moed opbouwen bij mensen. Natuurlijk zijn er mensen die zich hopeloos voelen. Daarom probeer ik hoop te creëren. Het eerste wat je moet doen, is proberen hen in leven te houden. Iedereen heeft een droom. Ik wil focussen op het denkproces, de betekenis, het verhaal. En soms kunnen die verhalen je hart breken. Als we sommige mensen die de maatschappij schrik aanjagen, zouden begrijpen en hun verhaal zouden kennen… we zouden ze knuffelen! Ik hoop dat dit niet naïef klinkt, maar ‘Zorro’ gelooft niet in hopeloosheid. (lacht) Is het model dat u ontwikkelde universeel, of alleen toepasbaar in de Westerse wereld? Ik ben terughoudend om te zeggen dat iets universeel is. Alles is cultureel en contextueel bepaald. Maar ik weet wel dat mijn model beter wereldwijd toepasbaar is dan testscores. Ik doe live demonstraties is Afrika, Japan en China en elke persoon met wie ik praat, heeft een verhaal. En verhalen zijn universeel. U combineert uw academisch, theoretisch onderzoekswerk met praktische loopbaanbegeleiding. Hoe kijken uw collega’s daar naar? Ik heb inderdaad twee levens. Allereerst is er mijn wetenschappelijke, theoretische carrière als “vocational psychologist”, onderzoeker
5.
Interview
Kan u een voorbeeld geven van die transdisciplinaire werkwijze? Wanneer kinderen in de lagere school problemen hebben met leren lezen, wendt men zich tot een leesspecialist op de faculteit Educatiewetenschappen. In de toekomst zullen we ons richten tot een socioloog, een maatschappelijk assistent, een familieconsulent, een voedingsdeskundige en een schoolpsycholoog. Zij zullen zich specialiseren in de problematiek van het leren lezen. In de geneeskunde werkt men reeds op die manier.
Life Design Research Group (vlnr): Jean-Pierre Dauwalder (University of Lausanne), Raoul Van Esbroeck (Vrije Universiteit Brussel), Mark Savickas (Northeastern Ohio Universities, College of Medicine), Laura Nota (Universitá di Padova), Jean Guichard (Institut National d’Etude du Travail et d’Orientation Professionnelle, Paris), Eduarda Duarte (University of Lisbon), Annelies van Viaenen (University of Amsterdam) en Salvatore Soresi (Universitá di Padova)
en schrijver. Daarnaast doe ik ook aan loopbaanbegeleiding, wat dan weer een praktische job is. Met dat tweede lopen mijn academische collega’s niet zo hoog op. Op de medische universiteit waar ik werk is het net zo; de professor anatomie ziet de chirurg alleen maar als een ‘technieker’ en de chirurg ziet de professor enkel als een wetenschapper. Ook mijn collega’s die in de praktijk aan loopbaanbegeleiding doen, hebben niet zo’n hoge hoed op van de onderzoekers. Er is een scheiding tussen de praktijkgemeenschap en de wetenschappelijke gemeenschap. In België is die kloof niet zo breed, bij ons in de VS is ze enorm. Probeert u die twee werelden dichter bij elkaar te brengen? Eén van mijn doelen bestaat erin interactie tussen beide te stimuleren. Professor Raoul Van Esbroeck (Vrije Universiteit Brussel) en ik hanteren daarvoor de term “model scientist practioner”. We willen theoretici meer in de praktijk laten werken, zodat hun theorieën realistischer en bruikbaarder worden. En we willen dat de mensen op het terrein onderzoeksteams vormen met academici.
6.
Praktische kennis wordt dus belangrijker? In de 20ste eeuw kregen theoretische specialisten het meeste prestige. Er werden aan de universiteiten dan ook verschillende nieuwe departementen opgericht die vol zaten met zo’n ‘specialisten’. In deze nieuwe economie schuiven we op naar een meer generalistische aanpak en naar het gebruik van onderzoeksteams. In de plaats van interdisciplinair zullen we transdisciplinair of antidisciplinair moeten werken. De universiteiten zullen zich bezig moeten houden met het oplossen van problemen. Een voorbeeld van zo’n probleem is de werkloosheid. Om daar een oplossing voor te vinden zullen we onderzoeksteams moeten samenstellen. Momenteel bestudeer ik loopbaanbegeleiding, iemand anders onderzoekt industriële organisatiepsychologie, nog iemand anders arbeidssociologie en een ander economie. Binnenkort zullen we als academici samen moeten zoeken naar een oplossing voor het probleem. Eerder dan datgene onderzoeken wat we zelf willen onderzoeken. Maar professoren van mijn leeftijd houden niet van dit idee.
Academici moeten dus flexibeler worden, werknemers moeten flexibeler worden. Moeten we ons steeds blijven aanpassen? In Zuid-Afrika is er een gezegde: “When the music changes, so must the dance”. De muziek in onze samenleving is veranderd. Maar je vader en je moeder doen nog steeds de oude dans en klagen erover dat de muziek verkeerd is. (lacht)
De tijden veranderen… of toch niet “De hele wereld is snel aan het veranderen. In het landbouwtijdperk van de 19de eeuw was je een puber op je 15de en moest je trouwen op je 16de. Met het verschijnen van het industriële tijdperk in de 20ste eeuw, werd je een puber op je elfde en je trouwde wanneer je 21 of 22 jaar was. Daarom hebben we de adolescentie uitgevonden. Vandaag ben je nog steeds een puber op je elfde, maar heb je een eerste serieuze relatie of trouw je op 27ste. Er is dus een stap na de adolescentie bijgekomen: de “emerging adulthood”, de jongvolwassenheid”, aldus Mark Savickas. “In de 20ste eeuw stelde men geen vragen bij ‘werk’. Het speelde een centrale rol in ons leven. Het gaf ons een identiteit, het bepaalde waar we woonden. In deze 21ste eeuw zien we dat werk ons niet langer levenslang engagement en binding verzekert. Daarom vragen we ons af of we ons leven moeten opbouwen rond dat werk. Volgens velen zullen in de volgende twintig jaar relaties, familie en vriendschappen een centrale rol in ons leven spelen. Werk zal op de tweede plaats komen, omdat het onstabiel en onzeker is. Honderd jaar geleden geloofden je overgrootouders op de boerderij ook in familie en relaties. In de 20ste eeuw sloeg de industriële revolutie dat beeld stuk. De mensen verhuisden naar de stad, raakten geïsoleerd, werden eenzaam en we vonden psychologie en sociaal werk uit om hen te helpen. Nu keren we blijkbaar terug naar die familie- en gemeenschapswaarden.”
Life Design Research Group Mark Savickas en Professor Raoul Van Esbroeck brengen onder de naam Life Design Research Group toonaangevende internationale experten op het vlak van carrière in de globale economie samen. Deze expertengroep begon haar werk in juni met een tweedaagse bijeenkomst aan de Vrije Universiteit Brussel. De wetenschappers onderzoeken de huidige status en het toekomstig potentieel van het gebruik van psychologisch en sociaal constructivisme in loopbaanbegeleidingstheorieën. Ze willen zo tegemoetkomen aan de noden van adolescenten en jongvolwassenen wanneer zij hun carrières vormgeven en hun levens opbouwen in het eerste kwart van de 21ste eeuw. Daarvoor hebben de onderzoekers een plan opgesteld om in tien landen nationale onderzoeksteams op te richten die de “career construction theory” en de praktische uitwerking ervan bestuderen.
Onderwijs xxxxxxxx kort
GRATIS TAALBEGELEIDING ACADEMISCH NEDERLANDS Vanaf eind oktober kunnen anderstalige studenten of moedertaalsprekers van het Nederlands van wie de taalvaardigheid niet voldoet aan de eisen van een hogere studie, terecht in een ondersteuningscentrum voor op maat gemaakte taallessen. Tijdens de eerste week van het academiejaar stonden er introductiedagen op het programma waar de studenten kennis konden maken met het project. Ook vorig academiejaar werd deze gratis taalbegeleiding aangeboden. De lessen worden in groep of individueel gevolgd, al naargelang de behoeften van de student. Centraal in deze remediëringslessen staat de studie van de student. De stof waarmee en waarrond in de taallessen gewerkt wordt, komt rechtstreeks uit de opleiding (cursusmateriaal, opdrachten, examens,...). De lessen mogen geen extra belasting vormen, maar worden zo goed mogelijk in de studie geïntegreerd. De ondersteuningscentra aan de Universitaire Associatie Brussel zijn het resultaat van een samenwerking tussen het Huis van het Nederlands Brussel en de Nederlandstalige instellingen voor hoger onderwijs in Brussel. Het initiatief wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Meer informatie: www.vub.ac.be/diversiteit/ATHOS/
NIEUWE POSTGRADUATEN CHINA STUDIES Om professionals en studenten de kans te geven hun diploma aan te vullen met China-kennis, is de Vrije Universiteit Brussel in september gestart met de postgraduaten ‘Contemporary China Studies’ en ‘China Business Development’. Hiermee speelt de Vrije Universiteit Brussel in op de roep van het bedrijfsleven naar gekwalificeerd personeel met knowhow over China. De opleidingen zijn uitgewerkt door het vorig jaar opgerichte Brussels Institute of Contemporary China Studies (BICCS), een samenwerkingsverband van de Vrije Universiteit Brussel met de Renmin University of China (Beijing). Dankzij deze samenwerking beschikt het docentenkorps over een unieke input die anders moeilijk toegankelijk is voor de westerse onderzoeker. De opleidingen focussen op marketing, export, investeringen, human resource management en intercultureel management. De lessen worden georganiseerd in een China-context, met input van praktijkmensen. Daarenboven krijgen de deelnemers de kans een stage te volgen in een Belgisch bedrijf met een actieve China-politiek of in een Chinees bedrijf. Meer informatie: www.vub.ac.be/biccs/
HANDELSMISSIE INISOL NAAR INDIA Bent u een innovatieve ondernemer die interesse heeft in een grensverleggend project? Dan kan de handelsmissie van de Initiatiefgroep Solvay (INISOL) u allicht boeien. Een team van elf laatstejaarsstudenten Handelsingenieur vertrekt in februari 2007 naar India om daar drie weken lang de handen uit de mouwen te steken om voor bedrijven de kansen te grijpen in deze ontluikende economische grootmacht. Iedere student werkt daarvoor intensief samen met één bedrijf en vervult een opdracht die deze onderneming zelf bepaalt. Deze opdrachten kunnen zodoende zeer uiteenlopend zijn (marktonderzoek, site-engineering, enz.). De bedrijfsleiders worden zowel voor, tijdens als na de missie uitgebreid op de hoogte gehouden van alle evoluties in het project. De nodige academische omkadering wordt geboden door professor S’Jegers, geassisteerd door Michaël Dooms. Deze handelsmissie biedt ondernemingen een uitgelezen kans om hun grenzen te verleggen en een nieuwe horizon te verkennen. Om die uitdaging aan te gaan, staat een team enthousiaste laatstejaars klaar. Wie interesse heeft in de missie of een informatiebrochure wenst, kan terecht op www.inisol.com of kan mailen naar handelsmissie@inisol.com. Bellen of faxen kan ook, en wel op het nummer +32 (0)2 629 38 58.
MEDISCHE SAMENWERKING MET AMSTERDAM De Vrije Universiteit Brussel heeft een samenwerkingsakkoord ondertekend met het Academisch Medisch Centrum - Universiteit van Amsterdam. De overeenkomst omvat samenwerking tussen de onderwijsinstellingen op het gebied van studentenuitwisseling. Voortaan kunnen Amsterdamse dokterstagiairs in Brussel stage lopen en kunnen Brusselse studenten biomedische wetenschappen in een onderzoekseenheid in Amsterdam aan hun masterproef werken. Naast het uitwisselen van studenten zal ook de uitwisseling van academisch personeel voor onderzoek, onderwijs, diensten of advies gestimuleerd worden. Dit initiatief is een eerste stap naar verdere samenwerking op gebied van onderwijs en onderzoek. Eerder werkten de diensten pediatrie van beide ziekenhuizen (AMC en AZ-VUB) reeds samen op het vlak van assistentenuitwisseling. Het is dankzij die positieve ervaring dat dit samenwerkingsakkoord tot stand is gekomen. Daarnaast speelde voor het AMC de praktijkgerichte opleiding, met als voornaamste troef de klinische stages, een belangrijke rol in de keuze voor de Vrije Universiteit Brussel als partner bij deze samenwerking.
7.
Onderwijs
Opening academiejaar 2006-2007 Op dinsdag 26 september openden de Vrije Universiteit Brussel en de Erasmushogeschool Brussel samen plechtig het academiejaar. Dat gebeurde met een gasttoespraak door minister Fientje Moerman en een opmerkelijke academische rede van Prof. Jean-Paul Van Bendegem.
verguisd wordt en de schuld krijgt van vele, zoniet alle, hedendaagse problemen. Brussel, een geval apart Nadien was het aan rector Benjamin Van Camp om het academiejaar 2006-2007 plechtig te openen. Hij beklaagde zich in zijn openingsrede over de behandeling van Brussel door de beleidsmakers. ”Ik sta
© Jeroen De Samblancx
Jean-Luc Vanraes, Voorzitter van de Universitaire Associatie Brussel, verwelkomde de aanwezigen, waarna studentenvertegenwoordigers Bert Van Der Auwera en Peter Theunissen het woord namen. Vervolgens leidde Prof. Bart De Schutter, voorzitter van de Raad van Bestuur van de Erasmushogeschool Brussel, de gastspreker van dienst in. Fientje Moerman, Vlaams Minister van
De openingsplechtigheid werd onder meer bijgewoond door de ministers Frank Vandenbroucke, Fientje Moerman, Bert Anciaux, Pascal Smet en Guy Vanhengel.
Economie en Wetenschap, had het in haar gastrede over “Diversiteit als hefboom voor de kenniseconomie”. Moderniteit Professor Jean-Paul Van Bendegem, decaan van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte, had dit jaar de eer de academische rede voor zijn rekening te nemen. Dat deed hij tot grote tevredenheid van het publiek op zijn eigen onnavolgbare wijze. Onder de titel “Te koop: Moderniteit, nauwelijks gebruikt” nam hij het op voor de ‘moderniteit’. Een begrip dat volgens hem onnodig
8.
volledig achter de plannen van de Minister om het hoger onderwijs in Vlaanderen te optimaliseren en excellentie te stimuleren”, zei rector Van Camp, “maar het financieringsplan dat nu voorligt, voorziet onvoldoende forfaitaire middelen. Het is, volgens Van Camp, opvallend dat de financiering van het Brusselse hoger onderwijs in zijn geheel daalt, terwijl de instellingen van het Vlaamse gewest ongeveer 46 miljoen euro meer krijgen. “Dit zorgt voor een concurrentieel nadeel voor de Brusselse instellingen, wat haaks staat op de voorziene Brusseltoets
in de regeringsverklaring”, aldus rector Van Camp. “In naam van alle Brusselse instellingen van hoger onderwijs pleit ik voor de oprichting van een Brusselfonds dat tegemoet komt aan de specifieke noden van onze aanwezigheid in de hoofdstad.” Verder wees Rector Van Camp er op dat de University of Brussels (een samenwerkingsverband tussen de Vrije Universiteit Brussel en de
Université Libre de Bruxelles) stilaan vorm krijgt en pleitte hij opnieuw voor bredere bacheloropleidingen, gevolgd door meer gespecialiseerde masteropleidingen.
Meer informatie, teksten en foto’s: www.vub.ac.be/home/ academischeopening
Inschrijvingen: stijging met 4% Voor het derde jaar op rij sluit de Vrije Universiteit Brussel de inschrijvingsperiode voor generatiestudenten (studenten die zich voor het eerst inschrijven in het hoger onderwijs) af met een stijging. Voor het academiejaar 2006-2007 schreven zich 4 % meer generatiestudenten in dan vorig jaar (tellingsdatum 4/10). Bij de start van het academiejaar telt de Vrije Universiteit Brussel 1.345 generatiestudenten.
Een stijging zien we bij de Toegepaste Economische Wetenschappen (+14%). Ook de opleiding Communicatiewetenschappen stijgt met 9%. Binnen de faculteit Psychologie en Educatiewetenschappen groeit de opleiding Psychologie met 12%. Bij de opleidingen Ingenieurswetenschappen-architectuur en Chemie zien we dan weer een stijging van respectievelijk 11% en 20%. Maar de sterkste stijgers zijn dit jaar de opleidingen Politieke wetenschappen (+58%), Biomedische wetenschappen (+38%), Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie (+31%), Farmacie (+27%), Handelsingenieur (+26%), Kunstwetenschappen en Archeologie (+24%) en Criminologische wetenschappen (+24%). Opvallend is ook dat de opleiding Computerwetenschappen dit jaar sterk stijgt (+44%), terwijl deze opleiding vorig jaar nog tot de grote dalers behoorde. Een aantal opleidingen deed het dan weer minder goed. Vooral de opleiding Geschiedenis moet terrein prijsgeven. Hier noteren we een daling van 48%. Ook de opleiding Economische Wetenschappen trekt minder gegadigden aan (-29%), evenals de opleidingen Agogische Wetenschappen (-13%) en Lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen (-28%). Ook Fysica (-25%), Wiskunde (-43%), Bio-ingenieurswetenschappen (-29%) en Biologie (-17%) doen het dit jaar minder goed. Bij de opleidingen Geneeskunde, Rechten, Sociologie, Wijsbegeerte en Ingenieurswetenschappen blijft het studentenaantal zo goed als gelijk. Ook de opleidingen Taal- en Letterkunde en Geografie noteren een status quo.
Onderzoek
Een nieuw venster op het universum Op de zuidpool werkt een team van Europese, Amerikaanse en Japanse wetenschappers aan de bouw van IceCube, de grootste neutrinotelescoop ter wereld. IceCube heeft een volume van maar liefst één kubieke kilometer en zit 2,4 kilometer diep verscholen onder het poolijs. Prof. Catherine De Clercq, co-directeur van het Interuniversity Institute for High Energies (IIHE(ULB-VUB)), en haar onderzoekers werken zowel in Brussel als op Antarctica mee aan dit project.
Asociaal gedrag Neutrino’s hebben een heel opmerkelijke eigenschap. Ze gedragen zich ‘asociaal’. Dit betekent dat er zelden interactie is met andere deeltjes. Neutrino’s vliegen bij wijze van spreken bijna overal dwars doorheen. Elke seconde passeren er triljoenen neutrino’s door ons lichaam zonder dat we daar iets van merken. Deze zijn o.a. afkomstig uit de ruimte, van bronnen waar er
grote kosmische activiteit is, zoals bijvoorbeeld onze zon. “Neutrino’s bewegen zich in een rechte lijn voort door de ruimte en worden niet afgebogen door de zwaartekracht of door magnetische velden, zoals wel het geval is bij licht of geladen deeltjes. Hierdoor kunnen we dus precies nagaan van welk deel van het heelal ze afkomstig zijn. Als nu blijkt dat er op bepaalde plaatsen grote hoeveelheden neutrino’s gevormd worden, dan weten we dat er zich daar misschien een exploderende ster, een zwart gat of een ander astronomisch verschijnsel bevindt.” Zuidpool Om deze neutrino’s te kunnen detecteren hebben de wetenschappers een telescoop nodig. Maar waarom een telescoop bouwen op de zuidpool? Toch niet meteen het meest toegankelijke gebied. Prof. De Clercq: “Het lijkt een vreemde locatie, toch zijn er redenen voor. Neutrino’s zijn heel moeilijk te detecteren. Heel af en toe botst er, ondanks hun ‘asociaal gedrag’, toch een neutrino met een ander deeltje.
© Dries Lauwers
“Neutrino’s zijn elementaire deeltjes die vrijkomen bij het verval van radioactieve elementen. In 1930 stelden wetenschappers na observaties van radioactieve kernen vast dat het leek alsof er energie verdween. Omdat dit theoretisch onmogelijk is, vermoedde men dat er bij dergelijke processen een mysterieus nieuw deeltje ontstaat: het neutrino”, verduidelijkt Professor Catherine De Clercq. Toch duurde het tot de jaren ‘50 vooraleer neutrino’s effectief werden waargenomen. Dat gebeurde door de Amerikaanse fysicus Frederick Reines. Voor deze ontdekking kreeg hij in 1995 de Nobelprijs.
Prof. Catherine De Clercq en doctoraatsstudent Daan Hubert bij één van de IceCube-sensoren.
Op dat moment wordt er een nieuw deeltje gevormd, een muon. Dit gaat gepaard met een kleine lichtflits die je kan waarnemen met sensoren. Opdat de kans dat een neutrino botst met een ander deeltje groot genoeg is, moet een neutrinotelescoop dus enorm groot zijn. Hij moet ook transparant zijn, zodat de lichtflits zich kan voortbewegen en kan worden opgevangen door een sensor. Daar komt nog bij dat er geen omgevingslicht mag zijn, anders kunnen de sensoren de lichtflitsen niet detecteren. Antarctisch poolijs is hiervoor het ideale medium. Het is erg zuiver en transparant en ook vrij van radioactieve straling. Op een diepte van 1,4 kilometer onder het oppervlak dringt er geen omgevingslicht meer door en zijn de lichtflitsen tot 100m ver waarneembaar.” Diep in het ijs IceCube is geen klassieke telescoop, maar een reeks van aaneengeschakelde sensoren. Elke sensor bestaat uit een glazen bol, waarin een photomultiplier zit. Hierin wordt de minuscule lichtflits van de neutrinobotsing versterkt en omgezet naar een elektrisch signaal. De sensoren worden, als parels aan een ketting, per 60 via een kabel met elkaar verbonden. Om elke kabel op zijn plaats te krijgen, wordt in het ijs een gat gemaakt van een halve meter breed en 2,4 kilometer diep. Er is dan ongeveer 24 uur tijd om de kabel te laten zakken, want daarna vriest het gat terug dicht en zitten de sensoren onherroepelijk vast. “Bij de voltooiing in 2011 zullen er 80 kabels geplaatst zijn. De 4800 sensoren vormen dan een driedi-
mensionaal rooster van één kubieke kilometer. In elke sensor zit een computer zodat de wetenschappers via het internet alle metingen rechtstreeks zullen kunnen volgen”, aldus De Clercq. Venster op het universum “Verschillende van onze medewerkers zijn reeds ter plekke geweest, onder andere om mee te helpen met het kalibreren van de meetinstrumenten. In februari is Daan Hubert, één van onze doctoraatsstudenten, nog naar de zuidpool gereisd. Hij heeft er de sensoren van IceCube getest vooraleer ze definitief in het ijs werden neergelaten.” Daarnaast werken de Brusselse onderzoekers in hun laboratorium aan een manier om de glazen bollen waarin de sensoren zitten nog beter lichtdoorlatend te maken. De Clercq: “We hebben proeven gedaan met speciale verven en nu hebben we een soort folie gevonden die de lichtdoorlatendheid verhoogt. Dit zit echter nog in een experimentele fase.” Als partner in het IceCube-project heeft het team van Catherine De Clercq toegang tot alle meetresultaten van IceCube en zijn voorloper AMANDA. “Dat is van groot belang voor ons onderzoek naar het mogelijk voorkomen van donkere materie in de zon en voor ons begrip van de oorsprong van extreem energetische kosmische straling. We kunnen dus zonder overdrijven stellen dat IceCube niets minder is dan een nieuw venster op het universum.”
Meer informatie: http://w3.iihe.ac.be/icecube
9.
Junior researcher
Onderzoek naar een vergeten ziekte Martin Guilliams en Toya Baral zijn twee veelbelovende vorsers die in het laboratorium van de dienst Cellulaire en Moleculaire Immunologie, onder leiding van Professor Patrick De Baetselier, onderzoek verrichten naar de Afrikaanse slaapziekte, een dodelijke aandoening die door de Wereldgezondheidsorganisatie gecatalogeerd wordt als een verwaarloosde, vergeten ziekte.
“Er wordt heel weinig onderzoek gedaan naar de Afrikaanse slaapziekte. Er zijn dan ook weinig wetenschappelijke gegevens voorhanden. Dat maakt het extra interessant, omdat je zo in het onderzoek belangrijke stappen kan zetten”, vertelt Martin Guilliams, die volop aan zijn doctoraat bezig is. Tseetseevlieg “De slaapziekte wordt overgedragen door Tseetseevliegen. Omdat die alleen in Afrika voorkomen, zie je de menselijke variant van de slaapziekte enkel in Afrika. Dat zorgt er echter voor dat er weinig aandacht aan besteed wordt. Toch doodt de slaapziekte in sommige regio’s van Soedan of Congo meer mensen dan aids. Vooral op plaatsen waar er burgeroorlogen woeden en grote groepen mensen zich genoodzaakt zien zich te verplaatsen, zie je het aantal slachtoffers toenemen”, weet Guilliams. “Maar de ziekte is ook gevaarlijk voor dieren. Die dierlijke variant komt ook in andere delen van de wereld, zoals Azië, voor”, voegt collega Toya Baral toe. De slaapziekte heeft inderdaad desastreuze gevolgen voor de veestapel. Geïnfecteerde koeien verzwakken snel, produceren geen melk meer, zijn heel mager en kunnen niet meer als trekdier dienen. “Dat is voor de landbouw een enorm probleem. Men heeft ooit berekend dat de slaapziekte per jaar een verlies van één miljard dollar aan inkomsten veroorzaakt voor de getroffen Afrikaanse landen. En dan hebben we het alleen maar over de impact van de ziekte op het vee”, waarschuwt Guilliams. Koeien en muizen De onderzoekers in het Brusselse labo werken op twee verschil-
10.
lende aspecten van de slaapziekte. Guilliams doet onderzoek naar de gevoeligheid van de gastheer voor de slaapziekte. En dan meer bepaald naar de ontwikkeling van tolerantie voor de parasiet. De slaapziekte manifesteert zich blijkbaar op twee manieren. Guilliams: “We zien dat koeien die duizenden jaren geleden zijn geïntroduceerd in Afrika een soort van tolerantie hebben opgebouwd tegen de ziekte. Vergelijkbaar met de zebra’s en de buffels die je in die gebieden vindt. Die dieren geraken wel geïnfecteerd, maar er treedt een soort van vrede op tussen hun immuunsysteem en de parasiet zelf. Die koeien worden er niet echt ziek van, maar de infectie blijft wel aanwezig. Een ideale situatie voor de parasiet, want zijn gastheer wordt zo een soort hotel waar het warm is en waar hij eten krijgt. Bij koeien die veel later in Afrika hun intrede maakten, zien we daarentegen dat zij wel zeer snel sterven nadat ze geïnfecteerd zijn door de parasiet. Wij zoeken uit hoe dat komt.” Daarvoor wordt er in het labo gewerkt met verschillende parasietstammen en verschillende muizenstammen met hetzelfde fenotype. “Bij sommige muizen die we infecteerden, merkten we slechts een mild ziektebeeld op. Zij overleefden de infectie voor verscheidene maanden zonder grote tekenen van pathologie. Bij andere was dat niet het geval. Daar zagen we dat het immuunsysteem van de gastheer zich keer op keer verweert tegen de parasiet, met zware ontstekingen, hoge koorts en hun dood tot gevolg. Wij proberen te begrijpen hoe het komt dat de parasiet in het ene geval slechts een eenvoudig, verzwakt antwoord van het immuunsysteem opwekt,
waarbij de gastheer dus niet ziek wordt, en in het andere geval wel een zeer harde, dodelijke immuunrespons veroorzaakt.” Therapie “Toya en zijn collega’s hebben dan weer een therapie ontwikkeld om de parasieten te elimineren. Die werkt heel goed en hun bevindingen werden onlangs gepubliceerd in het tijdschrift ‘Nature Medicine’. Iets waar we hier heel trots op zijn”, glundert Guilliams. Toya Baral, die eerder in zijn geboorteland Nepal dierengeneeskunde studeerde, geeft meer uitleg. “Van de parasiet die de ziekte veroorzaakt, trypanosoma, bestaan er verschillende types. De meesten daarvan worden, wanneer ze in ons lichaam komen, vernietigd door serum uit ons bloed. Maar één type niet. In dit labo en bij onze collega’s aan de ULB werd ontdekt waarom dat het geval was. Eens we wisten welke factor in ons serum er voor zorgde dat de parasiet in leven bleef, konden we een therapie ontwikkelen.
Toch betekent deze doorbraak niet dat er onmiddellijk een medicijn op de markt komt. Baral: “In principe kunnen onze bevindingen daar wel toe leiden. Je mag echter niet vergeten dat de slaapziekte een ‘verwaarloosde ziekte’ is en er dus weinig middelen voor worden vrijgemaakt. Er bestaan wel overheidssubsidies, maar door de private sector wordt er heel weinig in geïnvesteerd.” Te weinig fondsen “Het is inderdaad een beetje frustrerend dat wanneer we de stap willen zetten naar een klinische toepassing er geen interesse is vanuit de privésector”, zucht Guilliams. “Hoe dat komt? Onderzoek is ontzettend duur. Ik begrijp dus ook wel dat de farmaceutische industrie dit niet als een prioriteit ziet. Maar dit wetende is het wel onze taak om tegen de overheid te zeggen dat er fondsen nodig zijn. Privaat-publieke samenwerking is dan misschien een oplossing. En dat zien we nu toch meer en meer gebeuren. Dat is een goede zaak”, besluit Guilliams.
Toya Baral en Martin Guilliams doen onderzoek naar de Afrikaanse slaapziekte
xxxxxxxx Associatie De Vrije Universiteit Brussel en de Erasmushogeschool Brussel vormen samen de Universitaire Associatie Brussel. Om onze associatiepartner beter te leren kennen, reserveren we elke keer een plaatsje in Akademos
Communiceren met licht Snel, sneller, snelst. Dat is het motto achter het transporteren van digitale informatie via computernetwerken. Kimberley Vanvaeck, studente aan het departement Industriële Wetenschappen & Technologie van de Erasmushogeschool Brussel (EhB), doet onderzoek naar optische vezelnetwerken en de verschillende verfijningstechnieken om dat motto in de praktijk om te zetten. Voor haar eindwerk trok ze naar de Hanoi University of Technology in Vietnam.
Intranet, extranet, de transfer van grote bestanden, bewegende beelden overgoten met bekoorlijke muziek,… . Bij veel computertoepassingen verwacht de gebruiker dat de gevraagde informatie onmiddellijk op het scherm komt. Netwerken die deze snelle prestaties kunnen leveren, hebben een ruggengraat opgebouwd met glasvezelkabels of optische vezelkabels. Deze netwerken transporteren informatie door middel van licht. Deze optische netwerken zijn erg snel, omdat een lichtstraal veel meer informatie kan dragen (ontsluiten) dan de traditionele elektrische signalen. Toch moet de techniek van optische vezelnetwerken nog verder geoptimaliseerd worden. Lichtpaden ‘Analysis of Multilayer Traffic Engineering strategies for optical networks’: zo luidde het onderwerp van Kimberleys onderzoek. ,,Optische netwerken zijn veelbelovend’’, zegt Kimberley. ,,Optische netwerken zetten lichtpaden doorheen de glasvezelkabels. Deze lichtpaden zorgen voor het transport van informatie van de ene computer naar de andere. Toch vertoont die techniek tot op vandaag een zwakte: het blijft noodzakelijk de lichtpaden manueel op te zetten wanneer meer bandbreedte nodig is, en ze uit te schakelen wanneer de grote hoeveelheden informatie zijn doorgestuurd. Dit bemoeilijkt een flexibele aanwending voor het internet, omdat de hoeveelheid informatiedoorstroming voor dit medium onvoorspelbaar is. Soms
heb je een grote bandbreedte nodig, soms niet. Het zou absurd zijn de volledige ‘breedte’ te benutten als dit niet nodig is. Het is dan ook belangrijk een systeem te ontwikkelen dat dit alles kan automatiseren.’’ Kimberley, die nu een brugprogramma volgt tot Industrieel Ingenieur, analyseerde een reactieve en een proactieve strategie om de bandbreedte optimaal te benutten. “Bij de reactieve strategie wordt geprobeerd een gepast aantal lichtpaden bij te bouwen wanneer de nood zich stelt. Wordt een proactief systeem gebruikt, dan blijft het netwerk continu op zoek naar een optimaal aantal lichtpaden. Uit mijn analyse blijkt dat elke strategie zijn voor- en nadelen heeft. Een combinatie van beide blijkt dan ook de beste oplossing.’’ Hanoi Kimberley trok voor haar analyses naar de Hanoi University of Technology in Vietnam. Aan deze universiteit, die meer dan 30.000 ingenieursstudenten telt, wordt uitgebreid onderzoek gevoerd naar de verdere ontwikkeling van Optische Netwerken. De onderzoekscoördinator Dr. Tran Thi Ngoc Lan behaalde haar doctoraat aan de faculteit Ingenieurswetenschappen van de Vrije Universiteit Brussel. Dankzij steun van onder meer de Vlaamse Interuniversitaire Raad - Universitaire Ontwikkelingssamenwerking (VLIR-UOS) heeft het onderzoeksteam de ondersteuning, de knowhow en de infrastructuur om degelijk onderzoek te voeren. ,,Het lokaal waar ik de analyse
Kimberley Vanvaeck, studente Industriële wetenschappen & Technologie trok voor haar onderzoek naar Vietnam
uitvoerde, beschikte over de nodige apparatuur, goede computers, een adsl-aansluiting,… . Dat is een hele luxe in Vietnam, want op vele plaatsen gaat het opvragen van een website immens traag’’, vertelt Kimberley. ,,Het leven aan de universiteit is ook anders dan het leven op straat. Het niveau van de universitaire opleidingen blijkt hoog te liggen, dat merk je aan de kennis die ze hebben en het onderzoek dat ze voeren. En hoewel de studenten weinig geld hebben, lopen ze heel modern en hip gekleed, net zoals wij. Maar eens je op straat komt, merk je een schril contrast met het Westen. Je ziet en voelt de armoede en je herkent taferelen die wij associëren met een derdewereldland. Het is in Hanoi ook ongelooflijk lawaaierig. Ik dacht dat Brussel een luidruchtige stad was, maar in vergelijking
met Vietnam is het hier enorm stil. De universiteit is eigenlijk een eilandje binnen de stad, je wordt ook hier af en toe herinnerd dat je in Vietnam zit. Zo heb ik in het gebouw geen lift kunnen vinden en een klein stalletje met erg lage plastiek stoeltjes doet dienst als studentenrestaurant.’’ En toch is het de taal die Kimberley tijdens haar verblijf het meest bevreemde. ,,Je komt in Hanoi aan en verstaat echt niets van wat de mensen zeggen, dat spreekt voor zich. Maar ook van de borden op straat of op de winkels versta je niets. Als je in Europa een specifieke winkel nodig hebt, ga je op straat en aan de tekst op de muren of vensters kun je wel afleiden of het de zaak is die je zoekt. In Vietnam is dat dus niet het geval. De taal is zo verschillend dat je echt een beroep moet doen op iemand die wat Engels kan.’’
11.
Onderwijs
Onderwijsvernieuwing: een traditie! Sinds 2002 organiseren de partners in de Universitaire Associatie Brussel de Dag van de Onderwijsvernieuwing. Het is een jaarlijks evenement voor alle collega’s betrokken bij onderwijsvernieuwing en Informatie- en Communicatietechnologie (ICT). Onderwijsvernieuwing aan de Vrije Universiteit Brussel is geen eendagsvlinder maar een traditie. Lopende projecten worden afgerond en nieuwe onderwijsprojecten gaan van start.
Drijvende krachten achter de Dag van de Onderwijsvernieuwing zijn het Onderwijsvernieuwing- & OnderwijsServiceCentrum (OSC) van de Vrije Universiteit Brussel, de dienst ICT en Onderwijsvernieuwing (ICTO) en de dienst Onderwijs van de Erasmushogeschool Brussel en de algemeen coördinator van de Universitaire Associatie Brussel. Onder het motto ‘Hoger onderwijs in Brussel: sleutels voor 2012’ werd op 6 juni 2006 in het Paleis der Academiën in Brussel de vijfde editie een feit. Sleutels voor 2012 Aan de hand van actuele onderwijsthema´s bogen de deelnemers zich over de centrale vraag: hoe moet het hoger onderwijs in Brussel er in 2012 uitzien? Volgens Thea Derks, coördinator Onderwijsvernieuwing aan de Vrije Universiteit Brussel, verwacht men dat de studentenpopulatie nog meer uitwaaiert, internationalisering en e-learning aan belang winnen, en de arbeidsmarkt in Brussel verder evolueert. De uitdaging is deze trends te vertalen in de onderwijspraktijk. Emiel Meert, adjunct directeur-generaal (a.i). van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling confronteerde de deelnemers met het dubbele gezicht van het Brussels Gewest: enerzijds het bestaan van werkgelegenheid en economische rijkdom, anderzijds de uitsluiting van inwoners. Met ‘Dromen en denken over scholing in Brussel’ wees Koen Pelleriaux (verantwoordelijke studiedienst sp.a.) op het gebrek aan externe democratisering van het hoger onderwijs waardoor teveel potentieel verloren gaat. Prof. Marijk van der Wende
12.
verschafte de deelnemers inzicht in verschillende scenariostudies over de toekomst van het hoger onderwijs. Tot slot formuleerde rector Benjamin Van Camp van de Vrije Universiteit Brussel beleidsuitgangspunten voor een Brussels hoger onderwijsproject: versterking van het diversiteitbeleid, een actief internationaliseringsbeleid en optimalisering van het hoger onderwijsaanbod in Brussel. In de namiddagsessies konden de aanwezigen deelnemen aan de sessies ‘Babel in Brussel, vragen bij taalvaardigheid’,
jaren daarna werden die uitgebreid onder de noemer ‘competentiegericht leren in flexibel onderwijs’. In 2003 kwam daar nog eens de decretale bachelor-masterhervorming en flexibilisering bovenop. Van 2003 tot 2005 zijn, binnen het convenant tussen de Vrije Universiteit Brussel en de toenmalig Vlaams Minister van Onderwijs en Vorming, onderwijsvernieuwingsprojecten uitgevoerd met een budget van circa 1 miljoen euro. De door de minister ingestelde externe expertencommissie beoordeelde deze
‘Internationale curriculumontwikkeling’ en ‘E-learning en diversiteit’. Onderzoek en praktijk kwamen aan bod. De conclusies waren eenduidig in die zin dat beleid en praktijk rond taalvaardigheid, internationalisering en e-learning de komende tijd sterk aan belang zullen winnen.
projecten positief en stelde vast dat de projecten gedragen worden door zeer betrokken, energieke medewerkers. De commissie sprak zich lovend uit over de invoering van het op open source-technologie gebaseerde teleleerplatform PointCarré en evalueerde ook de uitvoering van het onderwijsontwikkelingsplan positief. Nu het convenant is afgerond, wenst de Vrije Universiteit Brussel de continuïteit in de onderwijsin-
Continuïteit Reeds in 1997 startte men aan de Vrije Universiteit Brussel met onderwijsvernieuwingsprojecten. In de
novatie te waarborgen. Hiertoe richtte de stuurgroep Onderwijsvernieuwing, geleid door de vice-rector Onderwijs, prof. Rosette S’Jegers, in april 2006 het Fonds voor OnderwijsVernieuwingsProjecten (OVP-Fonds) op om nieuwe initiatieven van docenten te honoreren. De doelstellingen van dit nieuwe fonds (startbedrag 200.000 euro) zijn tweeledig. Enerzijds moet het zorgen voor de verdere verspreiding van de resultaten van innovatieve projecten. Anderzijds gaat het om het stimuleren van nieuwe onderwijsinnovaties. Die politiek werkt! Op de oproep kwamen projectaanvragen binnen voor ruim 500.000 euro. Een van de gehonoreerde projecten is GIMMICS in de opleiding Farmaceutische Zorg. Onder leiding van prof. Sophie Sarre wordt een simulatie van de apothekerspraktijk ingevoerd die studenten apotheker én geneeskunde moet helpen bij hun competentieontwikkeling. Prof. Guy Vanthemsche is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van nieuw leermateriaal voor wetenschapsmethodologie in de bachelors Humane Wetenschappen. In de faculteit Geneeskunde en Farmacie leidt prof. Sandrina Schol een project waarin de leerbegeleiding bijgestuurd wordt tijdens de klinische stage. Een vierde gehonoreerd voorstel, geleid door prof. Jean-Pierre De Greve, behelst een case-study voor de toepassing van licht in onderzoek in zowel wetenschappen als toegepaste wetenschappen.
Meer weten over onderwijsvernieuwing? Surf naar http://osc.vub.ac.be/
Onderwijs
E-learning over de EU Eind oktober lanceert het Institute for European Studies (IES) een nieuwe cursus over de Europese Unie. Geen klassieke opleiding, maar een online variant met e-learning-modules.
Het verschaffen van onderwijs is één van de kernopdrachten van het IES. Dat doet het onder meer door gebruik te maken van virtuele onderwijsplatformen. Het IES is ook verantwoordelijk voor de organisatie van het PILC programma (Programme on International Legal Cooperation). Dit wordt al meer dan 30 jaar door de Vrije Universiteit Brussel ingericht. De aantrekkingskracht van dit masterprogramma blijft zeer groot doordat de interactieve en intense manier van lesgeven garant staat voor kwaliteitsvol onderwijs. 2006 is een scharnierjaar voor de onderwijsopdracht van het IES. Na enkele jaren voorbereiding lanceert het IES eind oktober namelijk de E-learning modules over de Europese Unie. Deze Engelstalige cursus richt zich op Young Professionals en geeft een meer dan gedegen overzicht van het Europese integratieproces, van de verschillende Europese instellingen en besluitvormingsprocedures en van het Europees recht. Ten slotte leren deelnemers ook verschillende internetinformatiebronnen voor EU-gerelateerde zaken te gebruiken. Uitgangspunt bij dit alles is het praktische nut voor de deelnemer. Voorbeelden, oefeningen en lezingen sluiten nauw aan bij de dagdagelijkse realiteit. Een online cursus waar de deelnemer dus niet alleen “knowledge” opdoet, maar ook “skills” verwerft en al doende leert. Deze online cursus, gecombineerd met een viertal avondlessen en een examen, heeft het grote voordeel dat men kan studeren wanneer men wil, online ondersteuning kan krijgen en een certificaat van deelname kan bekomen. Kortom, een echte meerwaarde voor de Young Professional.
Praktische informatie
Donderdag 26 oktober 2006 van 18u30 tot 20u30: Welkomstreceptie, inleiding en trainingssessie European Information Sources on the Internet Donderdag 1 februari 2007 van 18u30 tot 20u30: vragenronde en gastspreker over het Europees besluitvormingsproces Donderdag 26 april 2007 van 18u30 tot 20u30: vragenronde en informatie over de test Donderdag 21 juni 2007 van 18u30 tot 20u30: Test Meer informatie over de activiteiten van het IES en de start van de e-learning cursus en hoe zich in te schrijven, kan u vinden op: www.ies.be en www.emodules.be.
IES Het Institute for European Studies (IES) werd in 2001 opgericht. Drijvende kracht achter het IES was (en is nog steeds) Prof. Dr. Bart De Schutter. Als autonoom instituut van de Vrije Universiteit Brussel geniet het IES van de centrale ligging in de hoofdstad van Europa. Dit maakt van het IES het ideale forum om interdisciplinair wetenschappelijk onderzoek over de Europese Unie te verrichten en om wetenschappelijke dienstverlening op het gebied van Europese studies te verstrekken.
Fascinerend licht voor scholieren logische speler op het vlak van verbeteringen in het dagdagelijkse leven. Met die sensibilisatie kan je maar best zo vroeg mogelijk beginnen, dachten ze dan ook. Daaruit groeide het idee voor een educatief pakket voor het onderwijs.
Leerlingen laten proeven van de fascinerende eigenschappen van licht. Dat is de hoofdbedoeling van de educatieve kit voor scholen die werd ontworpen door NEMO, het Network of Excellence on MicroOptics waarvan de Vrije Universiteit Brussel coördinator is.
Voor de mensen van NEMO is de maatschappelijke uitstraling van de micro-optica een belangrijk aandachtspunt. Micro-optica is namelijk een belangrijke techno-
Edukit De educatieve micro-optische kit werd voorgesteld in april 2006 op de conferentie ‘Photonics Europe 2006’ in Straatsburg waar Europees commissaris Viviane Reding het eerste exemplaar in ontvangst nam. De edukit, die gratis aan leerkrachten wordt aangeboden, bevat enkele micro-optische structuren en een laserpointer. Daarmee kunnen zowel eenvoudige als meer gecompliceerde experimenten worden uitgevoerd. De hoofdbedoeling is dat leerlingen gefascineerd raken door de eigenschappen van het licht en
zo de oneindige toepassingsmogelijkheden ervan ontdekken. Voor de Europese optische en fotonische industrie is het immers van cruciaal belang dat in de toekomst meer leerlingen zullen kiezen voor optische studies. De edukit kan zowel in de basisschool en het secundair onderwijs als aan hogescholen en universiteiten gebruikt worden. Dienstencentra Het vier jaar durende NEMO-project werd opgestart op 1 september 2004 en wordt gefinancierd voor 6,4 miljoen euro door het Zesde Kader Programma van de Europese Unie. De coördinatie van het netwerk gebeurt door Prof. Hugo Thienpont van de vakgroep Toegepaste Natuurkunde & Fotonica (TONA) aan de Vrije Universiteit Brussel, in samenwerking met de Politechnika Warszawska aan de Universiteit van
Onderzoek
Warschau en het Forchungszentrum in Karlsruhe. Met de 30 deelnemende onderzoekscentra, heeft NEMO geïntegreerde technologische dienstencentra opgericht. Deze bieden aan de industrie, KMO’s, onderzoeksinstellingen en universiteiten de mogelijkheid om beroep te doen op de kennis en infrastructuur van de NEMO partners. Dit gaat van technologische vraagstukken betreffende het ontwerp, de ontwikkeling en het maken van een prototype tot het testen van massaproductie en het nameten en verpakken van micro-optische componenten of systemen.
Leerkrachten die een gratis NEMO Educational Kit wensen, kunnen terecht op de NEMOwebsite: www.micro-optics.org.
13.
Vorming
UPV populariseert wetenschap Dat wetenschap niet tussen de universiteitsmuren moet blijven zitten, daar is men het al lang over eens. Aan de Vrije Universiteit Brussel wordt wetenschapspopularisering dan ook op verschillende manieren gestimuleerd. Wie daar reeds meer dan dertig jaar ervaring mee heeft, zijn de mensen van vzw Uitstraling Permanente Vorming (UPV), een door de Vlaamse Gemeenschap erkende vormingsinstelling.
deelnemers aan de UPV-Marxwandeling
De vzw UPV is gegroeid uit de dienst Uitstraling en de dienst Permanente Vorming van de Vrije Universiteit Brussel. Zij sloegen de handen in mekaar en kozen het pad van het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Overal in Vlaanderen werden i.s.m. de Oud Studenten Bond ‘uitstralingskernen’ van de Vrije Universiteit Brussel opgericht. Oud-studenten en sympathisanten vroegen professoren van de Vrije Universiteit Brussel om in hun regio, gaande van Oostende tot Tongeren, te komen spreken over hun vakgebied. “In die tijd keken de mensen nog enorm op naar de komst van een heuse professor. Vaak had dit een heel aantal inschrijvingen tot gevolg. UPV organiseerde ook in tal van athenea infoavonden over ‘studeren aan de Vrije Universiteit Brussel’. Dat is nu verleden tijd, omdat het decreet dit niet langer toelaat. UPV heeft daarom binnen het domein van de niet-formele educatie resoluut
gekozen voor de wetenschapspopularisering”, legt directeur Gert De Coorde uit. Op maat van het publiek “Dat er een ruime interesse bestaat voor wetenschappen bewijzen televisie- en radioprogramma’s zoals Hoe?Zo! en Jongens en Wetenschap, maar ook wetenschappelijke bijlagen in de verschillende kranten. Eigenlijk streeft UPV de doelstelling om wetenschap te populariseren al meer dan dertig jaar na. Als professoren hun expertise in mensentaal kunnen overbrengen aan een ruim publiek, vind ik dat we aan wetenschapspopularisering doen. Alles kan wetenschappelijk benaderd worden en we laten dan ook alle mogelijke disciplines aan bod komen, gaande van astrologie over geneeskunde tot kunstfilosofie. We verwachten dus dat wetenschappers op een boeiende manier hun onderzoek, resultaten
van wetenschappelijke studie of hun vakgebied begrijpbaar kunnen voorstellen aan een publiek van alle leeftijden zonder voorkennis.” UPV tracht zo de kloof te dichten tussen de wetenschap, die vaak gepercipieerd wordt als saai en elitair, en de samenleving. Op die manier kan ook een breder publiek bepaalde inzichten verwerven en kunnen eveneens niet-ingewijden zich gemakkelijker een mening vormen over maatschappelijke, politieke en ethische vraagstukken die samenhangen met wetenschap en de uitoefening ervan. “Hoe meer kennis we bezitten, hoe beter we kunnen begrijpen, in vraag stellen en durven bekritiseren. Zo hopen we bij te dragen tot de emancipatie van de burger.” Agogen aan het werk De programmatie van UPV is in handen van sociaal-culturele agogen. Een bewuste keuze.
Een greep uit het UPV-najaarsaanbod: Wegwijs in verschillende levensbeschouwingen: Vanaf 12 oktober t.e.m. 14 december, 10 donderdagnamiddagen lang: het hindoeïsme, het vrijzinnig-humanisme, het boeddhisme, het bahái-geloof, het jodendom, het quakerisme, het sikhisme, de orthodoxie en de islam. Bezoeken aan toplabo’s: Maandag 16 oktober: Het robotica-labo met o.a. robot Lucy – Prof. dr. ir. Dirk Lefeber Donderdag 16 november: Het fotonica-labo – Prof. dr. Hugo Thienpont Donderdag 7 december: Het labo Nieuwe Materialen en Constructies – Prof. dr. ir. Jan Wastiels Veilgheidsgevoel. Hoe veilig voelt de burger zich? Woensdag 18 oktober: Onnodig verontrust... videogames en geweld –Prof. dr. Gust De Meyer Woensdag 25 oktober: Preventie en preventieprojecten van de politiedienst Montgomery-Etterbeek Woensdag 8 november: Veiligheid en de zorg voor veiligheid – Prof. dr. Marc Cools Woensdag 15 november: Rechten en plichten van de burger bij veiligheid – Meester Jan Fermon
Meer praktische informatie en het volledige aanbod staat op de website www.vub.ac.be/UPV.
14.
De Coorde: “Ik vind het vanzelfsprekend dat we voor de functie van educatief medewerker binnen het sociaal-cultureel volwassenenwerk agogen aanstellen. Ze worden daar aan de Vrije Universiteit Brussel toe opgeleid, een richting die trouwens uniek is in Vlaanderen.” Elke dag zijn de medewerkers van UPV op zoek naar boeiende onderwerpen, die actueel en maatschappelijk relevant zijn. Van senioren tot studenten In principe richt UPV zich tot alle lagen van de bevolking, maar het zijn vooral senioren die deelnemen aan de activiteiten. De Coorde: “Het is net die groep van mensen die veel vrije tijd heeft en bij wil blijven. Maar ook studenten vinden hun weg naar onze activiteiten. Het zou gek zijn als we hen niet bereiken, want veel activiteiten vinden plaats in lokalen van de Vrije Universiteit Brussel. Ideaal dus om springuren op te vullen en eens te gaan luisteren naar professoren uit andere faculteiten. Waarom zou een student Kinesitherapie niet eens gaan luisteren naar een reeks over de grote romans uit de wereldliteratuur of een bezoek brengen aan het roboticalabo om de robot Lucy te leren kennen? Samen met de Vriendenkring Personeel organiseren we bovendien activiteiten, van lunchcauserieën tot daguitstappen, voor het personeel en de gepensioneerden van de universiteit. Ik wil dan ook een warme oproep doen aan alle studenten, onderzoekers, professoren, administratief en technisch personeel, mensen van de vriendenkring en alle andere geïnteresseerden om onze activiteiten bij te wonen.”
p
xxxxxxxx Alumni Jonge mensen opleiden tot kritische, zelfstandige en ambitieuze individuen, die vrij denken en durven afwijken van platgetreden paden. Dat is één van de objectieven die de Vrije Universiteit Brussel zichzelf stelt. Akademos geeft in elk nummer een oud-student het woord die ook na zijn/haar studies blijk gaf van deze kwaliteiten.
Brusselaar met voetbalhart David Steegen studeerde Romaanse Talen aan de Vrije Universiteit Brussel. Eens op de arbeidsmarkt legde hij een boeiend en veelzijdig parcours af. Momenteel werkt hij als directeur van 11, de voetbalzender van Belgacom TV. Een droomjob. Voetbal is immers zijn grootste passie. Al even bevlogen is hij wanneer het gaat over onze hoofdstad.
“In 1984 ben ik begonnen met mijn studies Romaanse Talen. Als Brusselaar was de keuze voor de Vrije Universiteit Brussel evident. Ik ben gek op Brussel, het is de enige Belgische stad waar je kan opgroeien tot een tweetalige, weerbare volwassene. Mijn studententijd bestond uit meer dan alleen studeren. Ik was jobstudent in verschillende bedrijven en werkte samen met mensen uit andere provincies en culturen. Al die uiteenlopende ervaringen, het gevoel dat ik nog alle kanten uit kon en de onbezorgdheid maakten dat ik een fantastische studententijd heb gehad. In de studentenkringen ben ik nooit erg actief geweest. Aangezien ik afkomstig ben uit Brussel, had ik al mijn bezigheden in het verenigingsleven van de hoofdstad zelf. Het viel me wel op dat veel studenten die niet van Brussel waren zich amper buiten de campus waagden. Ik kwam overal en had ook vrienden in andere faculteiten. Ik heb maar van één ding spijt: ik had wat langer student moeten blijven. Ik studeerde af op mijn twintigste. Daarna heb ik nog een bijzondere licentie bedrijfskunde bijgedaan. Nadien moest ik bij het leger en ben dan in het beroepsleven gestapt. Ik denk dat ik te snel ben gaan werken. Ik had graag nog een paar diploma’s behaald. Als pas afgestudeerde vond ik onmiddellijk werk. Ik kon bij IKEA aan de slag, waar ik me als jobstudent
kostelijk had geamuseerd, maar ik koos ervoor om bij een platenfirma te beginnen. Eigenlijk heb ik nooit moeten solliciteren. Nieuwsgierigheid en openheid hebben me gedreven naar erg uiteenlopende jobs. Studies creëren kansen, maar je beslist zelf of je ze grijpt of niet. Dat is het belangrijkste wat ik heb geleerd aan de Vrije Universiteit Brussel: je moet risico’s durven nemen. Ik ben zowel promotieman voor een filmmaatschappij, researcher, acteur, presentator als woordvoerder van minister Guy Vanhengel geweest. Het zijn allemaal nuttige en leerrijke ervaringen geweest. Ik hoop dat er nog veel volgen.
digitale televisie en voor alle cross mediale voetbalprogrammatie. Het leukste aan mijn job is het voetbal zelf. Ik mag elke maandag op RTBF over mijn voetbalpassie praten. Ik maak RSCA TV, de eerste clubvoetbalzender op Video on Demand, ik ontdek de nieuwe media en help om nieuwe media te ontwikkelen. Bovendien werk ik samen met mensen, zoals ex-voetballers Johan Walem en Bertrand Crasson, die ik enorm bewonder. Zolang ik bijleer, veel kan lachen en voltijds met voetbal bezig ben, is dit mijn droomjob. Maar op een dag wil ik mijn schouders onder het voetbalbeleid in dit land zetten. Ik heb een fantastische jeugd gehad in Brussel. Ik zat in een Franstalige school, maar ik ging naar de Vlaamse scouts, naar het Nederlandstalig toneel en ik was lid van een multiculturele voetbalclub. Volgens mij is opgroeien in een multiculturele omgeving de beste manier om weerbaar, kritisch en tolerant te worden. Ik ben mijn ouders dan ook enorm dankbaar
dat ze mij tweetalig hebben opgevoed. Die rijkdom nemen ze me nooit meer af. Dat is iets wat alleen mogelijk is in Brussel. Brussel is een surrealistische stad met verschillende gezichten. Het is de enige stad waar Vlaamse nationalisten in het Frans campagne voeren bij de verkiezingen. Het is de stad waar sommige Vlamingen voor Franstalige partijen stemmen en omgekeerd. Maar pas op, het is niet allemaal rozengeur en maneschijn in Brussel. De kleine criminaliteit en het gebrek aan netheid zijn soms hard te verduren. Toch vind ik het leerrijker om in Brussel op te groeien dan in een klein dorpje. Er zijn dan ook veel plaatsen in Brussel waar je absoluut geweest moet zijn. Zoals restaurant Le Stelle in Schaarbeek, het AB-café, de KVS wanneer er een fuif is, restaurants De Vismet en de Paon Royal aan het Sint Katelijneplein, het Constant Vanden Stockstadion, de Basiliek, het Elizabethpark, het Edmond Machtensstadion, mijn kapper Savagan, Da Mimmo in Woluwe,… . Ik kan wel blijven doorgaan!”
Door een stom toeval ben ik bij 11, de voetbalzender van Belgacom TV, terechtgekomen. Frank Buyse, de toenmalige hoofdredacteur van Het Nieuwsblad had mijn naam doorgespeeld aan Bart Becks, de CEO van Belgacom Skynet. Nadat Belgacom de voetbalrechten had binnengehaald, werd ik door zijn medewerkster opgebeld. Nog de dag zelf had ik een onvergetelijk gesprek met Bart Becks. Hij wilde maar één ding weten: hoeveel ik van voetbal hou. Ik ben vier uur in zijn kantoor gebleven. Van Sporting Hasselt over Maradona tot en met Constant Vanden Stock; alles kwam aan bod. Nadien mocht ik vrijwel onmiddellijk beginnen. Nu ben ik verantwoordelijk voor alles wat met voetbal te maken heeft op
15.
Multinationals en mensenrechten Professor Paul de Hert, voorzitter van de onderzoeksgroep Mensenrechten aan de faculteit Recht en Criminologie, organiseert op 3 en 4 november 2006 een besloten workshop waar experten zullen nadenken over mensenrechten en multinationals. Voor die gelegenheid haalt hij John Ruggie, VN-ambtenaar bevoegd voor schendingen van mensenrechten door transnationale ondernemingen, naar België.
Waarom deze conferentie? Multinationals zijn tegenwoordig soms machtiger dan landen. Ook zij hebben een verantwoordelijkheid die ze kunnen ontlopen of misbruiken. Dan rijst de vraag wat je daartegen kan doen. Mensenrechtenactivisten zijn daar al langer mee bezig. Kijk maar naar de oproepen om bepaalde producten te boycotten. Dit zijn ad hoc initiatieven die spontaan groeien, maar ook vaak mislukken. Is dit een nieuw thema? Het is een thema dat volop in ontwikkeling is. Bedrijven zijn ook zelf meer bezig met dat vraagstuk. Het zogenaamde ethisch ondernemen is een wegbereider van het mensenrechten-denken van en door bedrijven. Maar dat ethisch ondernemen berust nog vaak op goodwill en intentieverklaringen. En dan is het maar de vraag of die intenties ook worden nageleefd. Er is dus wel meer belangstelling en het thema staat op de politieke agenda. Maar krijg je het ook op een juridische agenda? Mij interesseert het dus in welke mate je die bedrijven juridisch kan verplichten ethisch te ondernemen. Maar op juridisch vlak ziet u geen evolutie? Jawel. Maar om te zeggen dat er nu kant-en-klare antwoorden beschikbaar zijn? Neen. Het probleem is dat het juridisch mensenrechtensysteem, dat we sinds 1950 hebben opgebouwd, op staten is gericht. Zij moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Staten kunnen we voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens brengen, bedrijven als Microsoft of Esso niet. We
16.
moeten daarom indirect te werk gaan, omdat die bedrijven door hun multinationale structuur moeilijk te viseren zijn. Het thema staat nu ook bij de Verenigde Naties op de agenda. Inderdaad. De VN hebben een belangrijke stem in het mensenrechtendebat. De VN-commissaris voor de mensenrechten heeft aan de Amerikaanse professor John
Ruggie de opdracht gegeven een onderzoek te voeren naar het thema ‘business en mensenrechten’. In het kader daarvan heeft hij een rapport uitgebracht. Hij peilde bij de 500 grootste Amerikaanse bedrijven naar hun mensenrechtenpolitiek. Zijn conclusies zijn optimistisch, alhoewel niet alle bedrijven gereageerd hebben. En het blijkt dat er bij de meerderheid van die bedrijven aandacht is voor
mensenrechten. Dat is belangrijk. Het is een eerste stap. Je kan immers het veld niet reguleren zonder de actoren te betrekken. Daarom is dit volgens mij een belangrijk rapport. Het toont aan dat er een draagvlak is voor dit thema. Slechts één op vijf bedrijven heeft geantwoord. Dat is niet veel. Natuurlijk kan je kritisch zijn voor dat rapport. De vraag is inderdaad of het een correct beeld geeft. Mogen we wel optimistisch zijn over die zelfregulering bij bedrijven? Dat moeten we dus bekijken. Organisaties zoals Amnesty International zullen daar een belangrijke rol in spelen. Het rapport is slechts een eerste verkenning. Maar het is al fantastisch dat een statenorganisatie als de VN iemand aan het werk zet om een onderzoek te doen naar bedrijven. Welke thema’s zullen jullie tijdens de conferentie behandelen? We zullen ons buigen over de vraag of we geen beleid kunnen ontwikkelen met aangepaste sancties en fora om die multinationals ter verantwoording te roepen. Dat is niet gemakkelijk. We moeten immers weten welke mensenrechten we gaan gebruiken als toetssteen. Want we kunnen wel spreken over de rechten van de mens, maar er is geen lijst waarin die rechten opgesomd staan. Volgens de Sovjetunie was het recht op vakantie een mensenrecht. Dat staat niet in de Belgische grondwet en het staat zeker niet in de Amerikaanse grondwet. Kan je dus van een bedrijf eisen dat zij bijvoorbeeld vakantiegeld uitbetalen? Dat gebeurt wel in België, maar moeten ze het daarom
Interview
ook doen in Nieuw-Guinea? Dat zijn interessante vragen. Het doet ons nadenken over de vraag “wat is universeel aan die mensenrechten?”. We hebben toch de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens? Die verklaring bestaat uit een hele lange lijst waarden, maar die worden daarom niet toegepast in alle landen. Ze is ondertekend door alle landen, maar heeft geen juridische waarde. Wij zijn niet op zoek naar de symbolische waarde, maar wel naar die juridische waarde. De vraag is dan ook wat bedrijven verstaan onder mensenrechten. In België zien wij het sociaal overleg als een mensenrecht. Wij beschouwen bijvoorbeeld het hebben van vakbondsafgevaardigden als een aspect van onze sociale grondrechten. In Amerika daarentegen, zien ze dat anders en in sommige andere landen hebben ze daar
Amerikaanse standaard gebruiken? Meer zelfs, de ontwikkelingslanden zeggen momenteel: “het westen heeft twee eeuwen lang vervuild, wij hebben nu ook een recht om te vervuilen”. De vraag die we ons dus moeten stellen wanneer we multinationals mondiaal willen aanpakken, is welke mondiale standaarden we gaan ontwikkelen. Wetende dat die multinationals niet elk ideaal kunnen betalen. Er is dus eveneens een spanning tussen datgene wat we willen en datgene wat economisch haalbaar is. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens bestaat reeds meer dan vijftig jaar. Kan je er dan niet van uitgaan dat ze effectief ook universeel is? Wel neen, want telkens wanneer men poogde om die verklaring juridisch om te zetten, is men enorm veel water in de wijn gaan doen. Nog niet de helft van wat
“Staten kunnen we voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens brengen, bedrijven als Microsoft of Esso niet.” nog andere ideeën over. Zijn er in China vakbonden? Ik weet het niet. Maar ik denk niet dat China zich verplicht voelt om, omwille van de mensenrechten, een vakbond toe te laten. Het gaat hier dus om een heel complexe problematiek waarbij je als Belg niet onmiddellijk mag aannemen dat het voor een multinational zonneklaar is om te weten wat een mensenrecht is en wat niet. Neem bijvoorbeeld British Petroleum (BP). Zij gebruikten in Alaska pijpleidingen die erg verroest waren wat veel schade berokkende aan het milieu. Hier in Europa hanteren we een soort van mensenrechterlijke bescherming van dat milieu. Maar in Amerika is dat idee veel minder ontwikkeld. Gaat de VN dan de Europese of de
daar in staat, is omgezet naar juridisch afdwingbare teksten. En veel zaken die wel al in wetteksten zijn gegoten, zijn niet afgestemd op multinationals. Heel wat sociale en economische rechten worden geformuleerd als plichten voor landen, maar niet voor multinationals. We moeten dus op zoek gaan naar de juiste instrumenten om die actoren rechtstreeks te betrekken bij de huidige mensenrechtenpolitiek. Daar zijn we nu mee bezig. Hoe kan je die bedrijven dan wel juridisch aanpakken? Je kan twee zaken doen. Of je gaat supranationaal of internationaal te werk. Daar kan je onder verstaan: het creëren van juridische instrumenten om multinationals
Taalrechtvaardigheid Paul de Hert organiseerde onlangs een bijeenkomst over Linguistic Justice of Taalrechtvaardigheid toegespitst op de taalproblematiek in België. Dit kaderde binnen de vormingscyclus rond diversiteit die het Instituut voor Post-academische vorming van de Vrije Universiteit Brussel (iPAVUB) organiseert. Paul de Hert: “Taalrechtvaardigheid draait eveneens rond mensenrechten. Binnen het mensenrechterlijk apparaat is er immers ook aandacht voor (taal)minderheden. De vragen die we daar stelden, waren de volgende: is er een probleem met de huidige taalwetgeving? Moet er iets veranderen? Is het niet zo dat Vlaanderen rijper is geworden? Moeten wij nog zoveel schrik hebben van het Frans? Moeten we niet opnieuw nadenken over de taalwetgeving die we willen? Wat is de rol van het Engels? Zijn we niet veel te streng voor de Franstaligen, terwijl we ons laten platwalsen door het Engels? Zijn we wel consequent? We zijn tegen onverdraagzaamheid, maar zijn we wel zo verdraagzaam wat onze taal betreft?” “Het ging er dus om na te denken over wat rechtvaardige taalwetgeving is. Daarover is net een boek verschenen, “Recht en minderheden, de ene diversiteit is de andere niet“ (uitg. Die Keure, editors Eva Brems en Ruth Stokx). Daarin gaat het onder meer over hoe wij nadenken over migratie en verdraagzaamheid en hoe wij nadenken over taal en verdraagzaamheid. Die vergelijking is interessant. Moeten we niet even open staan voor taal als we open staan voor religie? Voor de Vrije Universiteit Brussel zijn dat belangrijke issues. Wij zijn vrijzinnig, maar we willen ook een verdraagzame plek zijn waar diversiteit toegelaten is. Onze centrale spreker was socioloog en filosoof Philippe Van Parys (UCL en Oxford). Hij is iemand die vooruitgang boekt in dit debat. Hij brengt bijvoorbeeld de sociologische component van taal ter sprake en dat verruimt het debat. Dat maakt het debat wat minder emotioneel. En dat kunnen we gebruiken.”
Voor meer informatie over de postacademische vormingscyclus “Diversiteit als maatschappelijk gegeven” van iPAVUB kan u terecht op www.vub.ac.be/iPAVUB
internationaal ter verantwoording te roepen. Of je kan op nationaal vlak belangrijke dingen doen. En daar gaat het seminarie dat ik organiseer over. Je kan bijvoorbeeld een Belgisch bedrijf, dat in Congo meewerkt aan mensenrechtenschendingen, in België vervolgen. Dan tackle je die multinationals via de nationale landen. En dat zal, volgens mij, nog het beste werken ook. Het is nu eenmaal eenvoudiger om multinationals te treffen via de landen waar ze hun moederof dochterzetel hebben. Bij het ontbreken van internationale regels blijft die nationale juridische weg
voorlopig de meest interessante. Maar landen gaan dan toch hun eigen bedrijven beschermen? Dat is inderdaad een risico. Er zijn dus zeker theoretische bezwaren tegen een regeling die volledig steunt op landen. Daarom moet er op termijn op het niveau van de VN iets gebeuren. Dan heb ik het niet noodzakelijk over de oprichting van een internationaal tribunaal. Het kan ook gaan om een ombudsman of om een shame and blamepolitiek waarbij lijsten worden verspreid van bedrijven die geen inspanningen doen.
17.
Varia
Alles wat u nog niet wist over gebouw M
De Vrije Universiteit Brussel is een open, tolerante en pluralistische universiteit waar het principe van vrij onderzoek en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens centraal staan. Architect Renaat Braem wilde dit gedachtegoed onderstrepen. Daarom vond hij dat het gebouw een symbolische vorm moest hebben die aansloot bij de meest primaire wetenschappelijke waarheid, de meest primaire grondvorm die in de natuur voorkomt. Een rechthoekige vorm kon daardoor al worden uitgesloten. Een rechthoek drukt immers een opzettelijke ordenende wet uit, een vorm van dwang. De ellips of cirkel vond hij het meest geschikt als hoofdvorm, omdat de beweging van de bewegende mens niet hoekig geschiedt, maar steeds afgerond. De ellips vond Braem uiteindelijk meer geschikt dan de cirkelvorm, omdat het een vorm is met twee centra en daardoor een bepaalde dynamiek in zich heeft. “De cirkel heeft maar één centrum en is hierdoor volledig bepaald, terwijl de ellips oneindig veel vormen kan aannemen door de verhoudingen te wijzigen. De cirkel wordt daardoor gezien als symbool van dogma’s en een geocentrisch wereldbeeld, terwijl de ellips symbool is van antidogma en een heliocentrisch wereldbeeld”, zei hij daarover. Naar verluidt zou het idee van een ellipsvormig gebouw de eerste keer door Braem op een bierviltje getekend zijn, en zou hij daarbij gezegd hebben dat hij het zo lang en zo smal mogelijk wilde hebben.
18.
Muurschilderingen Om de ideeën die Braem fundamenteel achtte voor de Vrije Universiteit Brussel nog meer kracht bij te zetten, wilde hij in het gebouw een synthese van de kunsten nastreven. Hij bracht muurschilderingen aan, liet de ellipsvorm in vele details terugkeren en zocht voor op de luifel, vooraan het gebouw, naar symbolen “van een wereldbeschouwing op basis van de vrije wetenschap”. Hoewel, één symbool in de luifel van het Rectoraatsgebouw reserveerde hij voor de administratie: drie paraplu’s die boven elkaar zijn afgebeeld. Hierover schreef Braem dat hij had ervaren dat de werking van een administratie toch grotendeels het openen van paraplu’s is. De ruimte binnen de ellips wilde hij als volgt organiseren: in het cen-
trum de sanitaire voorzieningen, de trappen, de liften en de bergplaatsen. Daarrond de kantoorruimten, volgens het principe van een ‘bureaulandschap’ ingedeeld met schermen, kasten, plantenbakken enzovoort. Interessant bij deze indeling is dat het zicht op de muurschilderingen zo volledig is en men de betekenis ervan beter kan begrijpen. Dit moest zorgen voor een optimaal effect van de architectuur op de leef- en werkomstandigheden van de gebruiker. Men zag het idee van een bureaulandschap echter niet zitten. Braem stelde geluidsabsorberende gordijnen voor als oplossing voor het geopperde probleem van storende geluiden, de temperatuur kon worden geregeld met airconditioning, in de uiteinden van het gebouw konden ‘gesloten’ bureaus worden voorzien, … maar hij trok aan het kortste eind: de academische overheid hield vast aan een indeling in burelen.
Meer weten? De brochure staat online op www.vub.ac.be/ downloads/GebouwM-NL.pdf
Renaat Braem Renaat Braem, werd op 29 augustus 1910 geboren te Antwerpen. Volgens Braem grijpt goede architectuur in, in de strijd om een betere levensstijl. Dergelijke architectuur vertrekt van het gegeven dat er geen klassen zijn en dat de ideale arbeider tot norm van de samenleving wordt verheven. Deze architectuur heeft een aantal kenmerken: ze moet gemeenschapskunst zijn, functioneel zijn, actief ingrijpen in het leven van de gebruiker en geïnspireerd zijn op de vormgeving in de natuur, wat betekent dat altijd de weg van de minste weerstand gevolgd moet worden. Braem heeft deze ideologie nergens volledig tot uitdrukking kunnen brengen, maar het is steeds een bron van inspiratie geweest in zijn ontwerpen. Met zijn sociaal voelend hart kwam Braem op voor de zwakkeren en de kansarmen in de maatschappij. Vandaar ook zijn talrijke realisaties in de sociale woningbouw.
© Jan Pollers
Gebouw M, het administratie- en rectoraatsgebouw, is ongetwijfeld het opvallendste gebouw op de campus Etterbeek van de Vrije Universiteit Brussel. Naar aanleiding van de Open Monumentendagen 2006 en geïnspireerd door de vele reacties van bezoekers werd besloten om een boekje te publiceren waarin de geheimen van het rectoraatsgebouw worden ontsluierd.
Personalia
- Nico Gotzen, van de vakgroep Polymeren en Structuurchemie (POSC), kreeg voor zijn werk ‘Phase Separation in Polymer Blend Films: AFM and Nano-Thermal Analysis Study’ de ‘Best Poster’ Award tijdens de jaarlijkse Belgian Polymer Group meeting in Oostende. - Marleen Pauwels, van het departement Farmacognosie, dermato-cosmetologie en toxiologie (FAFY) van de Vrije Universiteit Brussel, was ĂŠĂŠn van de 10 finalisten van de wedstrijd ‘De Gelukkigste Werknemer’ georganiseerd door Jobat. - Dr. Davy Van Nieuwenborgh, van de onderzoeksgroep Theoretische Informatica van de Vrije Universiteit Brussel, krijgt voor zijn doctoraatswerk ‘Voorkeur in Answer Set Programmeren’ de jaarlijkse prijs IBM Belgium (2006) voor de Informatica. - Dr. Fahrid Dahdouh-Guebas van het Biocomplexity Research Team en collega Dr. Steven Bouillon van het laboratorium voor Analytische Scheikunde werden uitgenodigd als keynote speakers op de internationale ‘Mangrove Macrobenthos Meeting’ in AustraliĂŤ. - Prof. em. Jean-Jacques Amy van de Vrije Universiteit Brussel, werd onlangs verkozen tot hoofdredacteur van de European Journal of Contraception and Reproductive Health Care, officieel tijdschrift van de European Society of Contraception. Bovendien is hij ook verkozen tot co-voorzitter van de FĂŠdĂŠration LaĂŻque de Centres de Planning Familial. - Kim Heemeryck en Stijn Houben zijn de laureaten van de RenĂŠ MarcqPrijs 2004-2005. Beide studenten studeerden vorig jaar met grote onderscheiding af als licentiaat in de Rechten aan de Vrije Universiteit Brussel. - Zeven studenten uit de MANAMA Internationaal en Europees recht vertegenwoordigden de Vrije Universiteit Brussel op de internationale pleitwedstrijd ‘Charles Rousseau’ in Tunis. De twee teams bestonden uit twee pleiters (Patrice Ruffo de Bonneval en Lara Trawinski; Eva Hauttekeete en Tanja Trawinski). Kim Stas, Leen Nijs en Sylvie Versijp verrichtten onderzoekswerk. De studenten zetten een sterke prestatie neer en behaalden de 4de plaats op de 18 deelnemende universiteiten. - Johan Sterckx, laboratoriummedewerker, heeft met zijn voorstelling ‘Comparison of two commercial density gradients on sperm motility, fertilization and embryo quality after in-vitro fertilization on sibling oocytes’ de beste voorstelling bij de paramedici gewonnen op het internationale European Society of Human Reproduction and Embryology (ESHRE) Congres te Praag. - Koning Albert II verleende vergunning van erfelijke adeldom met de persoonlijke titel van baron aan Rector Benjamin Van Camp en prof. Jacques De Ruyck. - Pedro Brugada, de internationaal gerenommeerde cardioloog, ruilt vanaf 1 januari 2007 het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis in Aalst voor de afdeling Elektrofysiologie van het Academisch Ziekenhuis te Jette.
COLOFON REDACTIE Sandra Van Maurik, Jeroen De Samblancx, Raf Van Dyck, Katrien Verheecke, Thomas Mels EINDREDACTIE Thomas Mels
OPMAAK EN DRUK Erasmus drukkerij Gedrukt met plantaardige inkten op 100% gerecycleerd papier VERLEENDEN VERDER HUN MEDEWERKING Thea Derks, ValĂŠry De Smet, Dries Lauwers, Veerle Magits, Sigrid Vankerckhoven
- Prof. Marc Nyssen van de eenheid Biostatistiek en Medische Informatica aan de Faculteit Geneeskunde en Farmacie, kreeg een mandaatverlenging van 2 jaar als voorzitter van het bureau van de Vlaams Interuniversitaire Raad - Universitaire Ontwikkelingssamenwerking. - Jeroen Billen, bioingenieur, promotie 2003, won op het 29ste HPLCcongres te San Francisco de 3de posterprijs met een poster over zijn doctoraatsonderzoek naar het belang van structurele uniformiteit in chromatografiekolommen. - BjĂśrn Verrelst en Bram Vanderborght hebben de ‘Best Conference Paper Award’ gekregen op de EEE International Conference on Mechatronics and Automation. De titel van hun paper luidde ‘Mobility of Humanoid Robots: Stepping over Large Obstacles Dynamically’. - Martin Guilliams, van de Cellulaire en Moleculaire Immunologie, heeft de prijs voor de beste mondelinge voordracht gekregen tijdens de Annual Woods Hole ImmunoParasitology Meeting met zijn voordracht ‘The role of Regulatory T cells during African Sleeping Sickness’. - Peter De Geest, van de vakgroep Geologie, won tijdens de laatste ‘Open Science Meeting’, in het kader van het HOLIVAR-project (Holocene Climate Variability) aan het University College of London, de eerste prijs in het thema ‘Rapid hydrological change’ voor zijn poster met als titel: ‘High resolution speleothem records from Soqotra island, Yemen as a tool for Indian Ocean Monsoon climate reconstruction’. - Julia Dony won de eerste prijs in de sectie ‘Probability and Statistics’ voor haar poster ‘Weighted uniform consistency of kernel density estimators with general bandwidth sequences’ en Isabel Goffa won de tweede prijs in de sectie ‘Algebra’ voor haar poster ‘Noetherian semigroup algebras and maximal orders’. Deze prijzen werden toegekend naar aanleiding van het International Congress of Mathematicians. Beide onderzoekers zijn verbonden aan de vakgroep Wiskunde. - Eddy Van Gelder werd door de Raad van Bestuur van de Vrije Universiteit Brussel unaniem herverkozen als voorzitter. Hij is nu al aan zijn vijfde mandaat als voorzitter toe. De ondervoorzitter van vorig jaar, Michael Dooms, mag eveneens aan een tweede mandaat beginnen. Ook alle gecoĂśpteerde leden van de Raad van Bestuur krijgen een nieuw mandaat. - Ingrid Daubechies van de Vrije Universiteit Brussel en de universiteit van Princeton is laureate van de pioniersprijs van the International Council for Industrial and Applied Mathematics (ICIAM). - Alain Winants, assistent strafrecht, werd verkozen tot de nieuwe administrateur-generaal van de Staatsveiligheid. Dhr. Winants is vooral bekend van zijn optreden als openbaar aanklager bij rechtszaken, zoals de genocideprocessen en het proces tegen drie vzw’s van het Vlaams Blok.
FOTO’S Thomas Mels REDACTIESECRETARIAAT Myriam De Pelseneer Dienst Interne en Externe Communicatie Pleinlaan 2 – B –1050 Brussel Tel.: (32) (2) 629 21 34 Fax: (32) (2) 629 12 10 E-mail: ieco@vub.ac.be Web: www.vub.ac.be
Wilt u Akademos thuis ontvangen, laat ons iets weten.
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Prof. Dr. Benjamin Van Camp, Rector Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan 2 B – 1050 Brussel
3PONSOR DE TOEKOMST -EER WETEN OVER FUNDRAISING KIJK OP DE WEBSITE WWW VUB AC BE INFOOVER FUNDRAISING
19.
Redelijk eigenzinnig 2007-2008
SmMaker_CVR.indd 1
06-10-2006 12:38:38