9 minute read

Samenwerken in netwerken, associaties en partnerschappen

V.l.n.r. Thomas Dhondt, Tine Hollevoet, Eddy Deproost en Pieter Vierstraete.

“Bestaat er iets mooiers dan samen meerwaarde creëren voor de patiënt?”

Samenwerking zit in het DNA van Kliniek Sint-Jozef. Dat is geen toeval, maar een strategische keuze vanuit het geloof dat gedeelde en geïntegreerde zorg een meerwaarde zijn voor elke patiënt. De jongste jaren hebben de netwerken GGZ het zorglandschap veranderd. En er zijn ook associaties en bilaterale samenwerkingen. Staan we vandaag waar we moeten staan? Of hebben we nog een weg af te leggen?

Een algemene vraag om te openen: waar staan we vandaag met de samenwerking op het terrein?

Eddy Deproost: Samenwerking is geen doel op zich. Ons principe is: follow the patiënt. Wat heeft de patiënt nodig? Je hebt bijna altijd anderen nodig als je de patiënt als vertrekpunt neemt. Ik geloof niet in louter ‘stepped care’, waarbij opgeschaald wordt afhankelijk van de noden. Wat we nodig hebben is ‘matched care’. Een mooi voorbeeld is de zorgassociatie TwoapeI voor kinder- en jeugdpsychiatrie, met Tine Hollevoet als coördinator. Twoape staat voor geïntegreerde samenwerking rond de patiënt. De zorgverlening komt niet langer vanuit individuele organisaties, maar vanuit de samenwerking, die hiermee een eigen identiteit krijgt.

Ook de door de overheid geïnitieerde netwerken GGZ hebben hun waarde. Denk aan de mobiele teams, die een belangrijke stap naar meer gemeenschapsgerichte zorg waren. De mobiele teams hebben tijdens de fusie een goede mate van autonomie verworven.

Thomas Dhondt: Ook een initiatief als Surplus² biedt een meerwaarde. Dat aanbod bundelt de expertise van diverse organisaties ten gunste van mensen die geen patiënt zijn in die organisaties. Dat is een knappe verwezenlijking en een manier om verbinding te maken in het netwerk. Er is een lang proces van afstemming aan voorafgegaan, maar vandaag is iedereen overtuigd van de meerwaarde. Ook de eerstelijnspsychologische zorg krijgt sinds kort meer armslag.

In het algemeen krijgt vraaggestuurde zorg meer de bovenhand. Dan is het altijd een troef als je de verschillende organisaties kent en als je werkt vanuit een cultuur die graag verbindingen legt. Een cultuur waarin je ondernemend mag zijn en waarin het een evidentie is dat je andere organisaties betrekt in het belang van de patiënt. Hoe beter je het werkveld kent, hoe beter je de patiënt kan helpen.

Durven vertrouwen

Samenwerken is niet alleen een kwestie van formele afspraken, maar ook van cultuur? Hoe staat het vandaag met die cultuur van samenwerking?

"Zoals dr. Everaert al dikwijls heeft gezegd: we gaan de problemen niet oplossen met alleen maar meer van hetzelfde. Meer capaciteit is welkom, maar volstaat niet."

Tine Hollevoet: Er is een enorme evolutie bezig. Twoape is daarvan een voorbeeld. Wat heeft een jongere nodig? Vroeger luidde de vraag in de praktijk dikwijls: welke arts kent wie? Nu enten we ons op de vraag van de jongere en zijn context. Ook andere organisaties evolueren in die richting. We moeten meer mensen warm maken hiervoor.

Pieter Vierstraete: Je kan nooit alles vertalen in procedures en protocollen. Belangrijk is een gedeelde visie en basishouding. Van daaruit moeten we durven vertrouwen op de expertise van de individuele medewerker. Die moet de ruimte krijgen om in te zetten op zorg op maat in samenwerking met andere professionals. Noem het ‘street level bureaucracy’. Te veel standaardiseren werkt niet, beter is om te werken vanuit een gezamenlijke cultuur. Daarnaast moeten we durven kijken of er op sommige vlakken niet een overaanbod is, en op andere vlakken een onderaanbod. Dat gaat over programmatie van zorg: wat heeft een regio nodig?

Tine Hollevoet: Door samenwerkingen aan te gaan over de grenzen van de ziekenhuizen kun je medewerkers en patiënten empoweren. Empowerment is een cruciaal element in de zorg. Net als patiënten is het belangrijk om medewerkers de ruimte te geven om met hun krachten aan de slag te gaan.

Is het gemakkelijk om medewerkers het mandaat te geven om samen te werken met andere organisaties?

Thomas Dhondt: Dat lijkt me de grootste uitdaging voor de komende tijd: hoe kan je medewerkers actief betrekken in het hele netwerkverhaal.

Uiteindelijk moet het op de werkvloer gebeuren. Hoe prikkel je medewerkers om informeel en formeel contact te zoeken met andere organisaties?

Eddy Deproost: Ik geloof in inspirerend leiderschap, dat mensen prikkelt en in verbinding brengt. Ja, we moeten medewerkers vrijheid durven te geven om binnen die kaders de juiste connecties te maken.

Voor mij mag het allemaal sneller gaan. De urgentie is groot. Er gaat geen week voorbij of de GGZ komt in de media. Philippe Delespaul en Jim van Os hebben berekend dat als je ervan uitgaat dat één op zeven mensen psychische problemen heeft – en dat is een vrij lage inschatting – dan heeft Nederland maar een capaciteit voor acht procent van de noden. En Nederland staat er nog een stuk beter voor dan Vlaanderen. Zoals dr. Everaert al dikwijls heeft gezegd: we gaan de problemen niet oplossen met alleen maar meer van hetzelfde. Meer capaciteit is welkom, maar volstaat niet. We hebben nieuwe zorg- en organisatiemodellen nodig.

Je hebt het over urgentie en nieuwe zorgmodellen. Op wie wachten we?

Eddy Deproost: Dat is een lastige vraag. Wat mij betreft mag de overheid doortastender optreden. Zoals ze gedaan heeft met de netwerken voor kinderen en jongeren. De netwerken voor volwassenen moeten het meer zelf uitzoeken. Dat is niet simpel en je loopt het risico op erg uiteenlopende interpretaties. Ik pleit niet voor opgelegde uniformiteit, maar stuurloosheid is ook niet de beste oplossing.

Wat is het mandaat van de coördinator van een netwerk? Die vraag is dikwijls aan de orde. Eén van de succesfactoren van Twoape is dat directies en hoofdartsen elkaar vinden in een gezamenlijke strategie. Tine Hollevoet heeft een sterk mandaat. Zij komt wekelijks in de verschillende organisaties en heeft het mandaat om plaatselijke leidinggevenden, inclusief mezelf, te overrulen. Als Kliniek Sint-Jozef met Twoape iets zou ondernemen dat niet vooraf is afgesproken binnen de associatie, dan zal Tine ons daarop aanspreken. En terecht. Is dit model ook in de netwerken mogelijk? Allicht niet. Het zou tot juridische procedures en formalisme leiden. Maar het stemt tot nadenken. Vandaag zijn de netwerken te afhankelijk van de goodwill van alle partners.

Thomas Dhondt: Tegelijk, zoals je zelf al aanbracht, Eddy: hoeveel tijd hebben we nog? We kunnen blijven wachten op de overheid. Het netwerk mag ondernemend zijn en zelf stappen nemen.

Tine Hollevoet: Laat ons samen nadenken hoe we de zorg kunnen organiseren, in plaats van elk op ons eiland te blijven. Dat is zo belangrijk. Ik hoop dat meer organisaties en mensen hiervan overtuigd geraken.

Pieter Vierstraete: Het zorglandschap is een lappendeken van diverse initiatieven. Als er zaken in dit landschap bewegen, hebben organisaties vaak de neiging om het eigen aanbod scherp te profileren ten opzichte van het nieuw gecreëerde aanbod. Vaak zou het zinvoller zijn als we tot nieuwe zorgvormen komen, die het landschap helpen herverkavelen en waarbij we de kans hebben om ons vanuit een gedeelde identiteit te profileren. De mobiele teams zijn hier een goed voor-

Deelnemers aan het debat:

Thomas Dhondt

hoofd zorgprogramma Volwassenen Kliniek Sint-Jozef

Tine Hollevoet

coördinator Twoape

Pieter Vierstraete

algemeen coördinator saMENSpel

Eddy Deproost

afscheidnemend directeur Zorg Kliniek Sint-Jozef

beeld van en hebben reeds een sterk effect gehad op de realiteit van het bestaande aanbod.

Eddy Deproost: Kliniek Sint-Jozef heeft een aantal kleinschalige good practices. We hebben bijvoorbeeld een goede samenwerking met algemene ziekenhuizen in Waregem, Tielt en Roeselare. Als het ziekenhuis van Waregem een patiënt verwijst, dan blijft de hoofdverpleegkundige van Waregem de zorg voor die patiënt coördineren. Dat zijn gedeelde trajecten. Een ander voorbeeld is de samenwerking tussen de geriatrie en de psychogeriatrie van AZ Delta enerzijds en het zorgprogramma Ouderen van Kliniek Sint-Jozef anderzijds, met een nauwe samenwerking tussen de

"Meer dan ooit ben ik overtuigd dat we nog meer moeten inzetten op verbindingen met de somatische zorg en de sociale context."

geriaters en onze ouderenpsychiaters. Hetzelfde geldt in de samenwerking op het vlak van dagbehandeling. Dat zijn mooie initiatieven met een grote meerwaarde. En die ook wat lef vergen. Het lef om medewerkers uit te wisselen, bijvoorbeeld. Ik geloof daarin. Hoe kunnen we het best elkaars expertise en knowhow delen? Door elkaar op het terrein te versterken. Bilateraal lukt dat al goed.

De sociale context

Er lijkt vertrouwen nodig om vanuit het perspectief van patiënten de zorg te organiseren. En is vertrouwen niet vooral een kwestie van mensen die elkaar vinden, en dus per definitie fragiel?

Eddy Deproost: Vertrouwen en een gedeelde visie zijn nodig. Je moet samenwerking structureel borgen.

Pieter Vierstraete: Het inbedden van samenwerking vindt vooral op de werkvloer plaats, niet in de vergaderzaal. PZT – Psychiatrisch Zorg in de Thuissituatie – en de mobiele teams werken bijvoorbeeld met hetzelfde elektronische dossier, vanuit dezelfde locatie en met eenzelfde aanmeldprocedure… Dat zorgt ervoor dat er collegialiteit en structurele samenwerking ontstaat, over teams heen en los van personen.

Tine Hollevoet: Het mooiste wat er kan gebeuren, is als je eigen medewerkers in AZ Delta vragen of ze eens op intervisie mogen naar Kliniek Sint-Jozef, om ter plekke de werking nog beter te leren kennen. De ene partner die met plezier collega’s van de andere partner ontvangt om de herstelkamer en de comfortkamer van naderbij te leren kennen, dat vind ik erg verbindend voor de samenwerking. Dan heb je het gevoel dat je goed bezig bent.

Hoe staat het met de samenwerking met de eerste lijn?

Thomas Dhondt: Ook op dat vlak groeien mooie initiatieven. Denk aan COmII en OZOIII, waar medewerkers van Kliniek Sint-Jozef en het CGG de handen in elkaar slaan voor laagdrempelige ondersteuning aan mensen in dienstencentra en woonzorgcentra. Ook de eerstelijnspsychologische zorg (ELP) ondersteunen we actief met een werkgroep van het netwerk in samenwerking met de eerstelijnszones. Je voelt dat zo de aandacht toeneemt voor specifieke doelgroepen zoals adolescenten, ouderen en mensen met een armoedeproblematiek. Het afgelopen jaar hebben we op dat vlak veel gerealiseerd. Het kan de aanzet zijn voor een duurzame samenwerking. Ik vond het persoonlijk erg verrijkend om aan de werkgroep ELP te mogen deelnemen.

Eddy Deproost: Meer dan ooit ben ik overtuigd dat we nog meer moeten inzetten op verbindingen met de somatische zorg en de sociale context. De levensverwachting bij patiënten met een ernstige psychiatrische aandoening ligt tien jaar onder het gemiddelde. Sociale context heeft een enorme impact. Afhankelijk van de sociale noden is vaak ondersteuning nodig vanuit diverse sectoren. In Twoape beschouwen we de psycholoog, de huisarts en eventuele andere zorgverleners die al met de jongere op weg waren, als teamleden in het tijdelijke traject in het ziekenhuis. Het is onze opdracht om de vermaatschappelijking verder vorm te geven en te blijven zoeken naar geschikte manieren hiervoor.

Thomas Dhondt: In dat verband wil ik nog eens benadrukken hoe belangrijk goed leiderschap is. Leiderschap moet inspireren en vertrouwen geven. Alleen dan kan samenwerking op het terrein groeien. Pas als je de ruimte krijgt, zie je de mogelijkheden en de meerwaarde voor de patiënten. En dan groeien medewerkers in hun rol.

Eddy Deproost: Net dat heeft mij altijd zoveel energie gegeven. Te zien dat medewerkers ervoor gaan, dat ze ondernemend zijn en dingen realiseren. Dat is altijd mijn belangrijkste energiebron geweest: vanuit een gedeelde visie samen meerwaarde creëren voor de patiënten. Wat is er mooier dan dat?

I  Twoape is een associatie van AZ Delta, Kliniek Sint-Jozef, Jan Ypermanziekenhuis en het OC Sint-Idesbald als partner voor de jeugdzorg in West-Vlaanderen, met ook een sterke link met WINGG. II  Com = Consultatiepunt Ouderen multidisciplinair III  OZO = Outreachende Zorg Ouderen

This article is from: