9 minute read

Interview Eddy Deproost en Shalini Matthys

Eddy Deproost en Shalini Matthys

“Laat je raken door mensen, zonder jezelf te verliezen”

37 jaar gaf Eddy Deproost Kliniek Sint-Jozef mee richting. Met zijn visie en zijn manier van leidinggeven, drukte hij mee een stempel op de cultuur van het huis. Nu neemt Shalini Matthys de fakkel van hem over. Open Venster bracht beiden samen voor een uitgebreid gesprek over zorg, leidinggeven, empowerment en compassion.

“In het directiecomité delen we eenzelfde uitgangspunt,” opent Eddy Deproost. “We hebben de maatschappelijke verantwoordelijkheid het beste te geven wat er in de sector voorhanden is, zoals we dat ook zouden verwachten als het over onze eigen familie ging. Daarom volgen we alle evoluties op maatschappelijk en wetenschappelijk gebied. Inhoudelijk sta ik voor een hechte samenwerking tussen zorgdirectie en hoofdarts. Samen kunnen we een kader creëren dat alle disciplines empowert om het best mogelijke te realiseren. Ondernemerschap is nodig om verbeteringen en vernieuwingen te realiseren als antwoord op niet ingevulde zorg- of maatschappelijke noden. Leiderschap is cruciaal om mensen te inspireren, om richting te geven, te coachen en te empoweren. We moeten medewerkers en disciplines laten groeien en bloeien en een beroep doen op hun deskundigheid en talenten. Goed management betekent de passende organisatievorm zoeken voor het inhoudelijke streven en het klinische werk.”

Shalini Matthys is het daarmee eens. “Het management moet faciliteren en ondersteunen. Een organisatie is geen doel op zich, maar creëert de best mogelijke voorwaarden en een lerende omgeving. Ik geloof in leidinggevenden die verantwoordelijkheid nemen. Organisaties moeten dynamisch zijn en op samenwerking gericht, want alleen kan je niets meer vandaag. Organisaties waren vroeger als tankers die moeilijk te keren waren. Vandaag moeten we flexibel inspelen op veranderende noden in een veranderende context. Een organisatie moet nu eerder een vloot dan een tanker zijn. En ja, de verschillende disciplines hebben elkaar nodig. Samenwerking lukt niet als je iedereen in één mal giet. Net zoals we patiënten empoweren, moeten we de medewerkers empoweren.”

Vooruitstrevend ziekenhuis

Toen Eddy Deproost in 1979 in Kliniek Sint-Jozef zijn loopbaan startte, was er allicht nog een heel andere vorm van leidinggeven en management?

“Het ziekenhuis zoals ik het gekend heb, was altijd vooruitstrevend,” nuanceert hij. “Ik had sociale verpleegkunde gestudeerd en in afwachting van mijn legerdienst kon ik hier vijf maanden werken. Na mijn legerdienst heb ik nog vier jaar filosofie gestudeerd. Tijdens die studies werd dr.

Wie is Shalini Matthys?

Shalini Matthys droomde er ooit van om licentiaat Lichamelijke Opvoeding te worden. “Ik had sport, wiskunde en wetenschappen gevolgd in Meulebeke, met het vaste plan om LO te studeren. Maar ik trainde te hard en ik kreeg de ene na de andere blessure. Er werd mij ten stelligste afgeraden om LO te doen. Na een jaar tandheelkunde koos ik uiteindelijk voor verpleegkunde.

Een stage in PZ Onzelievevrouw in Brugge wekte mijn passie voor de psychiatrie. Ik wou de mens en zijn drijfveren leren kennen. Ik voelde me erg geraakt en ik hield van die holistische aanpak met oog voor het somatische en het psychische, het individu en zijn context.

Eenmaal afgestudeerd, ging ik werken op de PAAZ in AZ Sint-Lucas Brugge. Ik leerde er in team samenwerken voor uiteenlopende doelgroepen.

Later werd ik afdelingshoofd in PC Sint-Amandus in Beernem, waar ik de ouderenpsychiatrie ontdekte. Ik heb er ervaren hoe belangrijk het is om in te zetten op autonomie en empowerment. Je moet mensen altijd in hun waardigheid laten. Vrijheidsbeperkende maatregelen en fixatie kan je doorgaans vermijden door anders met mensen om te gaan. Ook de samenhang van het lichamelijke en het psychische zag ik daar bevestigd. Het is altijd een en-enverhaal. Ik heb in Beernem mijn visie op zorg aangescherpt vanuit de praktijk. Ik ging een masteropleiding verpleegkunde volgen om de juiste kaders te vinden voor meer kwaliteitsvolle zorg.

Omdat ik zorginhoudelijk wou werken, ging ik aan de slag als stafmedewerker in PC Dr. Guislain in Gent. Dat was opnieuw een boeiende ervaring. Ik werkte er met ervaringsdeskundigen en leerde de herstelondersteunende zorg beter kennen.

In PTC Rustenburg kreeg ik vervolgens de kans om me met de nodige ruimte te ontplooien tot directeur Zorg.

Op al die plaatsen heb ik veel geleerd. Ik ben altijd blijven gaan voor het beste in de zorgverlening. Ik ben verpleegkundige in hart en nieren, maar ik geloof sterk in samenwerking met alle disciplines, zowel intern als extern. Alleen samen, in netwerken van zorg, kunnen we hiaten in het aanbod opvullen. Een organisatie hoeft niet per se alles zelf te willen doen. Een ziekenhuis is maar een schakel in een traject van de patiënt. Maar wat je doet, moet je goed doen. En het kan altijd beter. Expertises moeten we altijd verder ontwikkelen, in eigen huis en in het netwerk.”

Shalini Matthys is lid van de werkgroep Nabehandeling van de FOD, lid van de algemene vergadering van het NVKVV, lid van de stuurgroep GGZ-verpleegkunde van de UGent en lid van het bureau VIP² GGZ van het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg en deskundige in de hoge gezondheidsraad.

"We moeten altijd geloven in de krachten van mensen, weliswaar rekening houdend met hun kwetsbaarheden."

Hoornaert hoofdarts in Pittem. Dr. Hoornaert was assistent geweest in Nederland, van waar hij veel nieuwe ideeën meebracht. Hij legde de basis van ons psychotherapeutisch profiel. Hij geloofde sterk in de gelijkwaardigheid van alle disciplines en stimuleerde een open kritische geest.

De toenmalige algemeen directeur Jos Vijverman en hoofdarts Frans Hoornaert introduceerden het concept dat een specifieke doelgroep koppelt aan een vast team en een vaste psychiater. De relatief autonome afdelingen werden geleid door een stuurgroep. Later werkten we dit samen met hoofdarts dr. Kinet uit als een divisionele structuur. Sindsdien is er een open, kritische geest en een sterke dynamiek. Veel evoluties zijn bottom-up gerealiseerd. Soms moesten we afdelingen zelfs afremmen omdat eerdere vernieuwingen nog niet geborgd waren. Als directie boden we vooral een inspirerend en stimulerend kader.

Kliniek St-Jozef wil een omgeving zijn waarin mensen zich gerespecteerd en beluisterd voelen. De laatste jaren konden we veel ex-patiënten als ervaringswerkers – vrijwillig of betaald – bij de zorg betrekken. De herstelvisie biedt een nieuw kader, dat de menselijkheid centraal stelt.

We blijven evolueren met de maatschappelijke en wetenschappelijke inzichten. We zijn ons meer naar buiten gaan richten, met veel aandacht voor de context en de vermaatschappelijking. De recente zorgvernieuwing met kleinere zorgpaden en een flexibel aanbod vanuit de nieuwe expertisecentra brengt nog meer gepersonaliseerde zorg op maat. Het zorgpad richt zich op de specifieke problematiek en de expertisecentra bieden aanvullende, gepoolde expertise.” Meer flexibiliteit

“Waar ik naar streef, is nog meer flexibiliteit in de geestelijke gezondheidszorg,” zegt Shalini Matthys. “Samen met externe partners moeten we ‘vindplaatsen’ creëren in de samenleving, waar mensen met psychische noden laagdrempelig toegang krijgen tot de zorg die ze nodig hebben. Verder is er meer flexibiliteit nodig in het aanbod. Sommige mensen zijn beter af als ze aan het werk kunnen blijven en bijvoorbeeld drie uur therapie volgen in plaats van volle dagen. Het wettelijk kader is nog te strikt. We moeten beter kunnen inspelen op de noden en de context van elke patiënt.

Een gevoelig punt voor mij is stigmatisering, ook binnen de psychiatrie. Ik heb indertijd mijn masterproef gemaakt over mensen met een psychose. Ik wou patiënten hierbij betrekken. ‘Die gaan dat nooit kunnen,’ waarschuwden diverse hulpverleners mij. Ik heb het niet voor dat soort stigmatisering vanuit de geestelijke gezondheidszorg. Als we spreken van een herstelvisie moeten we er oprecht en van binnenuit in geloven We moeten altijd geloven in de krachten van mensen, weliswaar rekening houdend met hun kwetsbaarheden. Op die manier wil ik ook leidinggeven. Interdisciplinariteit en deskundigheid zijn cruciaal, maar even belangrijk is dat medewerkers de ruimte krijgen om hun talenten te ontwikkelen. Hoe ik tegenover patiënten sta, is ook hoe ik tegenover medewerkers sta.

Ik kan me helemaal vinden in de visie van Eddy en van Kliniek Sint-Jozef. Ik zal er dan ook naar streven continuïteit brengen in de organisatie, vanuit eenzelfde mensvisie. Ik wil investeren in de medewerkers en met een goede leiderschapsstijl komen tot goede patiëntenzorg. Ik geloof niet in te strakke regels, wel in een helder kader. Procedures en protocollen zijn goed voor de patiëntveiligheid, niet altijd voor de patiëntenbejegening. Creativiteit en zelfreflectie zijn belangrijke waarden voor mij.”

Graag zien

“Ik heb lang geaarzeld om het zo eenvoudig te formuleren, maar uiteindelijk komt het hierop neer: je moet een hart hebben voor de mensen. Je moet mensen graag zien,” zegt Eddy Deproost.

“Dat is het helemaal,’ beaamt Shalini Matthys. “Dat is Levinas: geraakt worden door mensen. Zelfs als superexpert en wetenschapper pur sang, blijft dat de essentie: mensen graag zien.” “Ik was zeer onder de indruk van het boek ‘Altruïsme: De kracht van compassie’ van Matthieu Ricard. Ricard verbindt boeddhisme en wetenschap. Hij promoveerde in de moleculaire biologie, maar liet zijn academische loopbaan schieten om boeddhist te worden. De Dalai Lama stimuleerde Ricard, die hij als zijn rechterhand beschouwde, om zijn wetenschappelijke studie te hervatten. Hij gelooft in meditatie als een manier om je welbevinden te vergroten en werkte hiervoor samen met tal van wetenschappers, onder wie de Luikse professor neurologie Steven Laureys. Die maakte scans van Ricards hersenen terwijl hij aan het mediteren was en zag hoe de meditatie de positieve hersencircuits activeerde. Ricard mediteert vanuit ‘compassion’, wat zich het best laat vertalen als mededogen vanuit mildheid. Je moet je laten raken door mensen, zonder jezelf erin te verliezen. Ik kan me daar helemaal in vinden.”

De PERSONS-visie op zorg

Eddy Deproost vatte doorheen de jaren zijn zorgvisie samen in het PERSONS-model. “Als docent is zo’n letterwoord didactisch altijd handig,” lacht hij. “Elke letter staat voor een resem waarden en uitgangspunten.

Pstaat voor persoonsgericht en voor presentie. Het verhaal van de mensen doet ertoe. Alles begint bij luisteren, mensen op verhaal laten komen. Presentie omschrijf ik als een warme aanwezigheid, als attent aanwezig zijn. Sommige mensen houden liever wat afstand, anderen hebben nabijheid nodig. Je moet altijd proberen te geven wat op dat moment waardevol is voor die ene patiënt.

Estaat voor empathie, die voortvloeit uit die luisterende houding en de presentie. Je leeft je in, je stemt emotioneel af en je maakt connectie. Mentalisatie is belangrijk. Als een patiënt ervaart dat de zorgverlener voelt waarover het in de kern gaat, dan is er een stevige basis om samen op weg te gaan. De E staat verder voor empowerment: mensen in hun krachten zetten. Ik pleit voor een tweesporenaanpak: enerzijds met de verschillende therapeutische mogelijkheden werken op de problemen waarvoor mensen een beroep op ons doen, en anderzijds meer dan vroeger werken aan hun veerkracht door vaak ondergesneeuwde krachten aan te spreken. Je moet de balans vinden.

Rstaat voor de therapeutische relatie. In de relatie zit al een stuk van de heling.

Sstaat voor steun en structuur, maar ook voor safety (veiligheid) en selfcare (zelfzorg). Als die voorwaarden voldoende ingelost zijn, kan aan het ‘zelf’ (Self) gewerkt worden: eerst de kwetsbaarheid aanvaarden en dan verder ontwikkelen.

Ostaat voor oordelen en overleg. Overleg met de patiënt, zijn context en het team. Samen klinisch redeneren, reflecteren en met hypothesen werken.

Nstaat voor nieuwe ervaringen opdoen, een nieuwe identiteit ontwikkelen, nieuw gedrag.

Sstaat voor selfmanagement. Dat is het ultieme doel: via inzichten en vaardigheden minder afhankelijk worden van de zorg.

Binnen dit kader kunnen vele vroegere en nieuwe wetenschappelijk onderbouwde interventies hun plaats krijgen.”

This article is from: