3 minute read

BYRD & BELDER MY LADYE NEVELLS BOOKE

weg in zien te vinden, want de anglicaanse staatskerk vereiste andere kerkmuziek dan de Latijnse polyfonie waarmee ze vertrouwd waren. Waarbij ook nog kwam dat de lagere landadel katholiek bleef. Maar wie, zoals Byrd, enige privileges genoot en over een uitgebreid netwerk beschikte, kon zowel kerkmuziek op Latijnse als op Engelse teksten kwijt.

Op 4 juli is het precies vierhonderd jaar geleden dat William Byrd overleed. We hebben dus een echt jubileumjaar, en wel van een van de allergrootste componisten uit de Engelse muziekgeschiedenis. Klavecinist Pieter-Jan Belder draagt zijn steentje bij met de complete opname van een opmerkelijke collectie klaviermuziek.

Advertisement

William Byrd (1543-1623) leefde in een voor Engeland uiterst turbulente periode. Hij kreeg een echte katholieke opvoeding en zou zijn hele leven katholiek blijven. Maar in Engeland had koning Henry VIII een eigen staatskerk uitgeroepen, omdat hij van het Vaticaan geen toestemming kreeg om te scheiden van zijn vrouw. Vervolgens kwamen er twee monarchen aan de macht, Edward en Mary, die wél katholiek waren, waarna Elizabeth I, protestants, de troon overnam. Daar moesten de hofmusici hun

Toch heeft Byrd er nooit een geheim van gemaakt de voorkeur aan de katholieke kerkmuziek te geven, en hij heeft in dat genre onsterfelijke muziek gecomponeerd. Maar dat is niet zijn enige bijdrage aan de muziekhistorie geweest. Als een van de eerste componisten schreef Byrd ook een grote hoeveelheid instrumentale muziek, met name voor toetsinstrumenten als klavecimbel, virginaal en orgel. Deze muziek was bedoeld voor uitvoering aan het hof of, in het geval van orgelmuziek, in de kerk, maar kon ook in gedrukte vorm door rijke burgers, die thuis een klavecimbel, virginaal of kamerorgel hadden staan, worden aangeschaft.

De muziekdruk had sinds het begin van de zestiende eeuw in Europa een grote vlucht genomen, en er viel met de ver- koop van bladmuziek aardig wat geld te verdienen. Ook bouwers van toetsinstrumenten beleefden gouden tijden. Al deze factoren leidden ertoe dat componisten steeds minder afhankelijk werden van religieuze strubbelingen die hun weerslag op de liturgische praktijk en dus ook op de behoefte aan kerkmuziek hadden. Ze konden in andere genres schrijven wat ze wilden, als ze het maar konden verkopen. Dat betekende echter niet dat er geen manuscripten meer werden vervaardigd. Wie echt iets bijzonders wilde liet een mooi manuscript vervaardigen. Dat deed ook William Byrd.

In 1591 gaf hij aan John Baldwin de opdracht om een manuscript samen te stellen uit eerder gecomponeerde klaviermuziek van zijn hand om dat cadeau te kunnen geven aan Ladye Nevell, een edelvrouw die hoorde tot Byrds persoonlijke netwerk. Het manuscript werd in rood leer gebonden en is in de loop der eeuwen door diverse handen gegaan. Sinds 2002 bevindt het zich in de British Library. Het is dus nooit kwijt geweest of uit elkaar gevallen, tenminste niet voor zover we weten. Het is heel bijzonder dat dit manuscript alleen werken van Byrd bevat, want dergelijke manuscripten werden meestal samengesteld uit werken van verschillende componisten. Ter vergelijking: uit diezelfde periode dateert het manuscript van het Fitzwilliam Virginal Book, waarin weliswaar veel muziek van Byrd staat, maar ook werken van Giles Farnaby, Jan Pieterszoon Sweelinck en anonieme componisten. Maar dit handschrift was, met meer dan tweehonderd werken, veel omvangrijker dan My Ladye Nevells Booke, waarin zo’n veertig stukken staan.

Pieter-Jan Belder heeft het Fitzwilliam integraal opgenomen, op vijftien cd’s, en komt in dit Byrd-jaar met het logische vervolg: een complete registratie van My Ladye Nevells Booke op drie cd’s. Net als het Fitzwilliam bevat ook deze collectie een bonte afwisseling aan muzikale vormen. Er zijn koppels van pavanes en

Ware hoogstandjes

gaillardes, korte karakterstukken, programmatische muziek en variatiereeksen. Vooral in dat laatste genre leverde Byrd als componist ware hoogstandjes af, te vergelijken met Sweelincks prestaties op dit gebied. Hoogtepunt wat dat betreft is de reeks van maar liefst tweeentwintig variaties die Byrd schreef op het eenvoudige, slechts acht maten tellende themaatje ‘Have with Yow to Walgingame’. Het uitgangstempo is heel langzaam, en naarmate de variatiereeks vordert voegt Byrd steeds meer noten tussen de noten van het eigenlijke thema in, zonder dat we de draad kwijtraken. Dit werk is het langste stuk uit de collectie.

Ook opmerkelijk is een muzikale beschrijving van een veldslag. Dit genre kennen we vooral uit de Franse, Italiaanse en Spaanse muziek, maar in Engeland was het zeldzaam. We horen een aanmoedigingsmars voor de slag begint, de slag zelf met roffelende trommels en tenslotte een overwinningsgaillarde. Het stuk bestaat in totaal uit elf deeltjes en is weer totaal anders van sfeer dan de genoemde variatiereeks. Pieter-Jan Belder heeft de cd’s zo geprogrammeerd dat korte en langere stukken elkaar mooi afwisselen. Deze set is een prachtige bijdrage aan het Byrd-jaar 2023.

PIETERJANBELDER.NL

This article is from: