2 minute read
ELISE CALUWAERTS ZINGT ALMA MAHLER
Door Eddie Vetter
Hij wilde wel met haar trouwen, maar dan moest ze stoppen met componeren. Alma Mahler is de geschiedenis ingegaan als ‘de vrouw van’. Ondanks het verzet van haar man zijn er toch nog zeventien liederen van haar bewaard gebleven. Elise Caluwaerts zingt ze als eerbetoon aan een buitengewone persoonlijkheid.
Advertisement
Alma werd in 1879 geboren in Wenen. Haar moeder was de zangeres Anna von Bergen, haar vader de schilder Emil Schindler. Als klein meisje bracht ze uren door in zijn atelier. Dan zong hij vaak voor haar. Hij overleed toen ze twaalf jaar was. Reeds als kind openbaarde zich haar muzikaliteit. Ze begon al met componeren op negenjarige leeftijd. Op haar twintigste kreeg ze les van Alexander Zemlinsky, die onder anderen Arnold Schönberg onder zijn hoede had en die haar adoreerde. Hij was niet de enige. Ook Gustav Klimt behoorde tot haar aanbidders.
In 1901 leerde ze Gustav Mahler kennen, die toen directeur van de Weense Staatsopera was. Hij werd verliefd op ‘het mooiste meisje van Wenen’, zoals hij haar noemde. Vier maanden later traden ze in het huwelijk, maar eerst had ze hem iets plechtig moeten beloven. Ze moest ophouden met componeren. In een lange brief van twintig kantjes schreef hij haar onder meer: ‘Hoe stel je je het huwelijksleven voor van een man en een vrouw die beiden componist zijn? Heb je enig idee hoe belachelijk en op den duur vernederend voor ons beiden zo’n relatie onvermijdelijk zou worden als we elkaars concurrenten zijn?’ Alma gaf toe. Ze zou voortaan ‘alleen nog voor hem leven’.
Hij was 41, zij 22. Ze kregen twee dochters, van wie de oudste, Maria Anna, aan roodvonk zou overlijden. Volgens Alma was hun huwelijk ‘een leugen’ geworden. Ze ging een verhouding aan met de jonge architect Walter Gropius. De affaire kwam in 1910 aan het licht toen Gropius een vurige liefdesbrief (per ongeluk?) adresseerde aan Gustav Mahler. In de hoop te genezen van zijn impotentie ging de componist in therapie bij Sigmund Freud, die op dat moment op vakantie in Noordwijk verbleef. Ze kuierden urenlang door de binnenstad van Leiden, terwijl de psychiater zijn analytische vaardigheden wijdde aan de seksuele problemen van de componist. De relatie met Alma werd inderdaad beter, maar een paar maanden later, in 1911, overleed Gustav. Uiteindelijk had hij ingezien dat hij zijn veel jongere echtgenote had belemmerd in haar ontwikkeling. Mede op zijn aandringen kwam het tot de publicatie van haar Fünf Lieder in 1910.
Na zijn dood had ze een langdurige, zeer turbulente relatie met de zeven jaar jongere schilder Oskar Kokoschka, het enfant terrible van de Weense kunstwereld. Hij raakte zo aan haar verslingerd dat zijn moeder haar een dreigbrief stuurde: ‘Als u Oskar blijft zien, schiet ik u dood.’ Na Kokoschka kwam Walter Gropius weer in beeld, met wie ze trouwde en een dochter kreeg. Deze Manon overleed op haar achttiende aan kinderverlamming. Alban Berg zou zijn Vioolconcert aan haar opdragen.
Alma’s derde echtgenoot was de elf jaar jongere Joodse dichter en schrijver Franz Werfel. Vanwege de opkomst van het nationaalsocialisme week het paar uit naar de Verenigde Staten. Daar overleed ze in 1964, 85 jaar oud.
Opvallend is dat de zeventien liederen die bewaard zijn gebleven, op één na allemaal omstreeks 1900 zijn ontstaan. Na de vijf die in 1910 waren verschenen, publiceerde ze er vier in 1915 en daarna vijf in 1924. Postuum zijn nog eens drie liederen van haar hand uitgegeven. De composities ademen de sfeer van Wenen omstreeks 1900, als een schilderij van Gustav Klimt in klank. In harmonisch opzicht zijn ze trouwens lang niet zo gewaagd als de muziek van Zemlinsky en Schönberg uit deze tijd. Wagner is in dit opzicht haar grote voorbeeld.