MARATHON OFFICIテ記E UITGAVE VAN DE ALTERNATIEVE ELFSTEDENTOCHT WEISSENSEE 16e jaargang, nr. 2 - juni 2012
De jeugd heeft de toekomst Krasse knar?
Toine stapt voor
Alles over de
Nee, liever een
de laatste keer
inschrijvingen:
laatbloeier
In See met...
Weissensee 2013
3
79 jaar
Een laatbloeier o
Na thuiskomst van de laatste Weissenseeeditie werd hij in de kop van een artikel in de plaatselijke krant een ‘krasse knar’ genoemd. Zelf doet Bram van der Hout uit Benthuizen een beetje verbaasd over deze woordkeuze, maar als je op 79-jarige leeftijd een toertocht van 200 kilometer in een behoorlijke tijd beëindigt, is het toch goed beschouwd niet zo’n heel erg vreemde benaming.
10
Hij was dit jaar de oudste deelnemer in twee van de toertochten op ‘ons’ Oostenrijkse bergmeer, waarbij hij respectievelijk 100 en 200 kilometer heeft geschaatst. Het schaatsen begon voor hem lang geleden op de sloten rond zijn ouderlijk huis in ’s-Gravenzande. Als zoon van een tuinder was het bijna vanzelfsprekend dat hij in de winter op houten schaatsjes werd gezet om zijn eerste slagen op het ijs te maken. Bram heeft daar goede herinneringen aan: “In mijn gedachten kon je vroeger iedere winter schaatsen en dat werd bij ons in het Westland dan ook volop gedaan. Een leuke bijkomstigheid is dat ik mijn eerste schaatsen nog steeds heb.” Door zijn studie, zijn gezin en zijn werk kwam het schaatsen daarna jarenlang op een laag pitje te staan. Als projectleider bij grote bouwwerken werkte hij bovendien veel in het buitenland, waardoor hij ook niet in de gelegenheid was om in de winter te schaatsen. Aan het einde van zijn loopbaan werd hij door zakenrelatie Gerard Lans overgehaald om eens een paar toertochten op natuurijs te gaan rijden. Hij kreeg de smaak te pakken en vanaf 1996 gaat hij regelmatig naar De Uithof in Den Haag om zijn rondjes te rijden. Uit zijn eerste jaren heeft hij vooral de op- en aanmerkingen van zijn schaatsmaten onthouden. “Er werd mij vaak voorgehouden dat ik teveel kraste, niet goed met mijn hakken afzette en dat ik meer recht boven
op de Weissensee mijn schaatsen moest gaan staan”, zegt hij. “Ik ben met al die opmerkingen aan de gang gegaan en door de jaren heen is het toch wel verbeterd.” Op De Uithof ontmoette hij bovendien Ton Rueck, die als voorbereiding voor zijn eigen 24-uurs schaatsmarathons prestatietoertochten van 200 kilometer op de baan organiseerde. Bram deed daaraan mee en zo testte hij verschillende keren zijn mogelijkheden. De resultaten heeft hij vastgelegd in een uitgebreid archief.
Foto links: Bram bekijkt en analyseert steeds de tijden en resultaten van zijn MyLaps-chip.
Op De Uithof werd ook zijn aandacht gevestigd op de Weissensee. In zijn eigen woorden: “Ik trok op de ijsbaan veel op met de Westlanders en Hein van Dijk heeft me min of meer overgehaald met de opmerking dat er wat aan mijn (schaats)opvoeding ontbrak als ik niet een keertje naar de Weissensee zou gaan. In 2006 ben ik samen met mijn echtgenote Jozien in de zomer een kijkje gaan nemen en heb ik een kamer in het hotel Moser voor de volgende winter kunnen boeken.” Hij trof het niet bij zijn debuut in 2007, toen alle tochten door de hevige sneeuwval afgelast werden. Wel heeft hij toen door zijn ervaringen op het slechte ijs meteen een stel kluunschaatsen aangeschaft. Die heeft hij in de jaren erna goed kunnen gebruiken tijdens zijn tochten op natuurijs.
11
“We kunnen allebei net niks” Een op zijn zachtst gezegd vreemde opmerking van twee marathontalenten die net de Willem Poelstra Trofee in ontvangst hebben genomen. Is het zelfonderschatting? Wordt het met een knipoog gezegd? Nuchterheid dan? Dat laatste misschien wel, maar een kennismaking met Marije van Marle (20 jaar) en Simon Schouten (21) maakt veel duidelijk. Oók die ene vreemde opmerking...
20
21
In See met... Annemarie & Andrea
25
26