Wellantcollege jaarverslag 2015

Page 1


Dit jaarverslag is een uitgave van Stichting Wellant. Met zorg samengesteld. Een warm woord van dank aan alle mensen die hieraan hebben meegewerkt. Colofon Ontwerp en DTP: ZIGT Studio Fotografie: Willem Jan Ritman, Ahmet Polat, Hein van den Heuvel, Hollandse Hoogte en Geert Bruins. Eindredactie: Stichting Wellant 2


INHOUD

Voorwoord college van bestuur

4

Inleiding en leeswijzer

6

Hoofdstuk 1 Bestuur en organisatie 1.1 Missie en ambitie 1.2 Organisatiestructuur 1.3 Bestuur en governance 1.4 Inrichting medezeggenschap 1.5 Structurele samenwerking 1.6 Klachten- en klokkenluidersregeling

8 9 10 10 11 11 12

Hoofdstuk 2 Onderwijs: van strategie naar instellingsplan 2.1 Samenvatting strategie 2.2 Instellingsplan en kritieke succesfactoren 2.3 Kwaliteitsbeleid 2.4 Cursussen & trainingen

14 15 15 15 16

Hoofdstuk 3 Wellant vmbo 3.1 Cijfers 3.2 Voldoende onderwijskwaliteit (KSF 1) 3.3 Innovatie (KSF 2) 3.4 Versterken regionale samenwerking (KSF 3) 3.5 Internationalisering vmbo (KSF 4) 3.6 Informatie op locatieniveau

18 19 19 22 23 25 25

3

Hoofdstuk 4 Wellant mbo 4.1 Cijfers 4.2 Voldoende onderwijskwaliteit (KSF 1) 4.3 Innovatie (KSF 2) 4.4 Versterken regionale samenwerking (KSF 3) 4.5 Internationalisering (KSF 4) 4.6 Informatie op locatieniveau

26 27 28 32 34 34 36

Hoofdstuk 5 Wellantcollege breed 5.1 Professionalisering (KSF 5) 5.2 Medewerkers 5.3 Duurzaamheid (KSF 6) 5.4 Gezonde bedrijfsvoering (KSF 7)

44 45 45 47 48

Hoofdstuk 6 Financiën 6.1 Algemeen 6.2 Resultaat over 2015 6.3 Balans per 31 december 2015 6.4 Kasstroom overzicht 2015 6.5 Financiële ratio’s 31 december 2015 6.6 Treasurybeleid 6.7 Notitie helderheid 6.8 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen

50 51 52 56 58 58 59 60 63

Hoofdstuk 7 Continuïteitsparagraaf

64

Hoofdstuk 8 Bericht van de raad van toezicht

74


VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR

De wereld is in beweging. Thema’s als voedselzekerheid, water, gezondheid en duurzaamheid zijn voor iedereen in toenemende mate van belang. Wellantcollege speelt daarin een belangrijke rol als opleider van jonge mensen die goed voorbereid zijn op deze thema’s en daaraan een bijdrage kunnen leveren. In een omgeving waarin internationalisering en digitalisering een steeds grotere rol gaan spelen. Onze studenten zijn daarmee de toekomstige dragers van innovatie, vernieuwing en groei. 4


VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR

In 2015 is de herijking van de strategie afgerond. De missie blijft: werken aan een gezonde en leefbare toekomst door uit te blinken in groen onderwijs. Groen onderwijs dat gericht is op groene kennis en vaardigheden gecombineerd met kennis uit andere sectoren als technologie, economie, ondernemerschap, marketing en bovendien duurzaam en internationaal is georiënteerd. Hiermee versterken we onze positie in de groene sector en in het groene onderwijs. Met de ambitie om in 2020 een koppositie te hebben in de Randstad.

gedaan en toegekend gekregen bij het Regionaal Investeringsfonds (RIF) van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap. Wellantcollege gaat met onder andere het Waterschap Rivierenland, School & Bedrijf, BlauwZaam en Inholland samenwerken aan het opleiden van studenten. Dit sluit aan op de grote vraag naar werknemers die naast kennis van water, ook kennis hebben van duurzaamheid, ICT en infratechniek. In 2016 zal een RIF-aanvraag worden gedaan rondom sierteelt vanuit de locatie Aalsmeer.

Werken aan de basiskwaliteit van het onderwijs is voor de komende jaren onze prioriteit. In de eerste plaats omdat onze leerlingen en studenten goed onderwijs verdienen en dat nodig hebben om maatschappelijk succesvol te kunnen zijn. Tegelijkertijd gaan ook de eisen vanuit de onderwijsinspectie omhoog. Dit vraagt meer van docenten en ondersteunend personeel op de locaties en zal lang niet overal even makkelijk zijn. Toch moet daar onze focus liggen, want goed onderwijs is belangrijk en een voorwaarde om onze ambities te kunnen verwezenlijken.

Al deze ontwikkelingen en activiteiten maken dat Wellantcollege zich opmaakt voor de toekomst en steeds beter in staat zal zijn om aan te sluiten op wat de buitenwereld van ons vraagt. Een onderwijsinstelling die aantrekkelijk is voor leerlingen, studenten en bedrijven. Maar ook voor medewerkers, die in toenemende mate een moderne en innovatieve werkomgeving zullen ervaren.

In het vmbo betekent basiskwaliteit ook maatwerk richting de leerlingen. In het kader van het gepersonaliseerd leren wordt ingezet op een digitale leeromgeving die het voor docenten beter mogelijk maakt de voortgang van leerlingen te volgen. Tegelijkertijd biedt de inzet van ICT een meer gevarieerde leeromgeving voor leerlingen en bereidt het ze voor op de digitale vaardigheden die nodig zijn in de 21e eeuw. Ook de inrichting van het nieuwe beroepsgerichte groene examenprogramma biedt mogelijkheden om aan te sluiten op de veranderende samenleving. Naast de groene thema’s, maken de leerlingen in het beroepsgericht examenprogramma ook kennis met onderwerpen als economie, techniek en ondernemerschap. Voor het mbo is een goed zicht op de arbeidsmarkt en samenwerking met het regionale bedrijfsleven van belang. Door de ontwikkeling van Kenniscentra worden plekken gecreëerd waar onderwijs en bedrijfsleven elkaar rondom bepaalde thema’s kunnen ontmoeten. Om de samenwerking met het bedrijfsleven verder te versterken heeft de regio Maaslant een aanvraag 5

Tot slot willen wij stilstaan bij het afscheid van cvb-lid Peter van der Poel. Na bijna 34 jaar werkzaam te zijn geweest bij Wellantcollege en zijn rechtsvoorgangers, is Peter met ingang van 1 januari 2016 met pensioen gegaan. Half december is tijdens een bijzondere bijeen-

komst afscheid van hem genomen. Wij kijken terug op een prettige samenwerking en willen Peter vanaf deze plek nog een keer van harte bedanken voor zijn bijdrage aan Wellantcollege. Het college van bestuur, Annemarie Moons Hans Jansen


INLEIDING EN LEESWIJZER Voor u ligt het geĂŻntegreerd jaarverslag 2015 van de Stichting Wellant. Dit jaarverslag bestaat uit een toelichting op de belangrijkste ontwikkelingen en behaalde resultaten in 2015. 6


INLEIDING EN LEESWIJZER

Elk jaar bespreekt het college van bestuur met de raad van toezicht een aantal (financieel) strategische planningsdocumenten. Het gaat hierbij om de meerjarenbegroting, het strategisch huisvestingplan, het financieringsplan en het instellingsplan. Deze documenten samen bevatten de beleidsrijke onderbouwing van de te behalen resultaten en de daarvoor noodzakelijke middelen voor de komende jaren. Het instellingsplan bevat de innovatie- en verbeteragenda voor een periode van vijf jaar. Op basis van de strategie van Wellantcollege, het instellingsplan en een analyse van de interne en externe ontwikkelingen zijn de speerpunten bepaald. De speerpunten voor 2015, met een doorkijk naar 2016, worden in dit jaarverslag verantwoord. In dit jaarverslag wordt ook toelichting gegeven op de onderdelen van de resultatenbox (een aantal kerngegevens van de instelling). Deze indicatoren zijn door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en het ministerie van Economische Zaken, de Inspectie van het Onderwijs, de MBO Raad en de AOC Raad uitgewerkt en zijn een verplicht onderdeel van het geïntegreerd jaarverslag van bekostigde onderwijsinstellingen. 7

Dit jaarverslag is conform de wettelijke eisen en de Richtlijnen van de Raad van de Jaarverslaggeving opgesteld. In de continuïteitsparagraaf beschrijft Wellantcollege het beleid dat is gerelateerd aan verwachte ontwikkelingen op belangrijke beleidsterreinen voor de komende jaren. Dit gebeurt conform het format dat is opgesteld door de MBO Raad en landelijk wordt gevolgd. Veel van onze stakeholders zijn zeker ook geïnteresseerd in relevante ontwikkelingen per locatie of per regio. Voor iedere afzonderlijke vmbo-locatie is op ‘Vensters VO’ (www.scholenopdekaart.nl) informatie te vinden over de locatie zelf, studieresultaten en samenwerking met de omgeving. Omdat een dergelijke website voor het mbo nog niet bestaat zijn relevante gegevens per mbo-locatie in paragraaf 4.5 opgenomen. Voor de volledigheid zijn in dit jaarverslag ook enkele kengetallen van de Wellant vmbo-locaties opgenomen. De uitgebreide financiële jaarrekening met de financiële verantwoording voor de bekostigende ministeries is in een apart document gepresenteerd.


BESTUUR EN ORGA NISATIE

8


1 BESTUUR EN ORGANISATIE

1.1 Missie en ambitie De missie van Wellantcollege is “werken aan een gezonde en leefbare toekomst door uit te blinken in groen onderwijs”. De groene sector is cruciaal. Thema’s als voedselzekerheid, water, gezondheid en duurzaamheid zijn van toenemend belang, in een wereld waarin gebrek aan ruimte en grondstoffen een gegeven is. De groene leefomgeving en de groene technologie staan daardoor steeds meer in de belangstelling. De groene sector vormt bovendien een belangrijke pijler voor de Nederlandse economie. De herwaardering van de kennisintensieve maakindustrie en de agrosector heeft impact op het groene onderwijs en de tijd van alleen “donkergroen” onderwijs lijkt voorbij. De groene sector integreert meer en meer met andere sectoren. Succesvol groen onderwijs sluit hierop aan. Wellantcollege vervult een maatschappelijke functie door het aanbieden van groen onderwijs, cursussen en functiegerichte trainingen aan twaalf- tot zevenenzestigjarigen. Met kleinschalig, veilig en op het individu afgestemd onderwijs en onderwijsondersteuning voorziet Wellantcollege in een behoefte van leerlingen, studenten, cursisten, ouders en bedrijfsleven. Wellantcollege begeleidt mensen in het optimaal ontwikkelen van hun talenten.

Wellantcollege is een grote groene onderwijsaanbieder met de volgende ambitie: “Wellantcollege heeft in 2020 een koppositie in de groene sector in de Randstad door het aanbieden van modern groen onderwijs van erkend hoge kwaliteit, ondersteund met een goed werkende ICT-infrastructuur, in een veilige omgeving waarin onze leerlingen maximaal hun talenten ontwikkelen.” Wellantcollege heeft in 2014-2015 opnieuw naar de strategie gekeken om te bepalen waar de komende jaren de activiteiten op gericht moeten worden om die ambitie waar te kunnen maken. Samen met de regioen unitdirecteuren zijn de contouren verkend en zijn diverse analyses getoetst aan de dagelijkse praktijk. De teamleiders zijn door middel van klankbordsessies betrokken bij het ontwikkelen van de strategie. En ook de ondernemingsraad en de raad van toezicht hebben hun terugkoppeling gegeven. Docenten en medewerkers zijn begin 2015 uitgenodigd om mee te praten en hun zienswijze te geven. Het proces van herijking is in het voorjaar van 2015 afgerond met de vaststelling van de strategie voor 2015-2020.

Organogram Wellantcollege 2015 - 2016 RAAD VAN TOEZICHT (RVT) • ONDERNEMINGSRAAD • OUDERRAAD • STUDENTENRAAD

COLLEGE VAN BESTUUR (CVB)

BESTUURSSECRETARIAAT

DIRECTEUR STRATEGIE

CONCERN CONTROL

ONDERSTEUNENDE DIENSTEN

UNIT BDO HRM

DIRECTIE MBO

LOCATIES MBO

9

UNIT BEDRIJFSVOERING

DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING IN DE REGIO

BEDRIJFSVOERING MBO

BEDRIJFSVOERING VMBO

DIRECTIE VMBO

LOCATIES VMBO


1 BESTUUR EN ORGANISATIE

GROEN ONDERWIJS CENTRUM Verbinding tussen scholen en bedrijven Een van de kenniscentra van Wellantcollege is het Groen Onderwijscentrum. Het centrum is de verbinding tussen scholen en bedrijven in Aalsmeer en de directe omgeving. Met partners als Hogeschool Inholland, Greenport Aalsmeer, Amsterdam Economic Board en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven wordt de motivatie gedeeld om het onderwijs te innoveren en jonge mensen te boeien en te binden, om zo de groene sector toekomstbestendig te houden. Verbetering van het imago van de groene sector, actualisering van onderwijsprogramma’s en het versterken van de arbeidsparticipatie zijn de belangrijkste doelstellingen. Het Groen Onderwijscentrum ligt in het verlengde van de landelijke, mbo-brede ontwikkelingen van het CIV, Centrum voor Innovatief Vakmanschap. Het centrum is een fysieke ontmoetingsplaats in het gebouw van Wellant mbo in Aalsmeer. Er worden activiteiten georganiseerd voor de greenports Aalsmeer, Duin- en Bollenstreek en Boskoop.

1.2 Organisatiestructuur In lijn met de herijkte strategie is in 2015 een splitsing gemaakt in de directievoering voor het mbo en het vmbo. De nieuwe gevormde directie mbo en directie vmbo werken samen volgens de principes van het collegiale directiemodel. Daarnaast stuurt iedere directeur een cluster van locaties aan en is leidinggevende van de daar werkzame teamleiders onderwijs. Ook is in de loop van 2015 het voornemen geëffectueerd om een regiodirecteur verantwoordelijk te maken voor de bedrijfsvoeringprocessen in de regio. Deze regiodirecteur ‘bedrijfsvoering’ maakt deel uit van zowel de directie vmbo als de directie mbo en stuurt de teamleiders afo (administratieve en facilitaire ondersteuning) aan. Het cvb heeft met instemming van de ondernemingsraad ervoor gekozen om het aantal regiodirecteuren vmbo vooralsnog tot 2018 op zeven te handhaven. In het mbo hebben de teamleiders onderwijs een periodiek afstemmingsoverleg, onder leiding van de mbo-directie. In het vmbo is er sprake van cluster of regiooverleggen van de teamleiders onderwijs.

1.3 Bestuur en governance De stichting Wellant wordt bestuurd door een college van bestuur. Ultimo 2015 is het college van bestuur als volgt samengesteld: • mw. drs. J.M.P. Moons (voorzitter) • dhr. drs. H.W.M. Jansen (lid) • dhr. P. van der Poel (lid) Het college van bestuur wordt benoemd door de raad van toezicht. De raad van toezicht legt in hoofdstuk 8 verantwoording af over zijn werkzaamheden en de wijze waarop hij toezicht houdt op de stichting Wellant. Het college van bestuur volgt bij de uitoefening van zijn werkzaamheden de branchecode voor goed bestuur in het mbo. Nevenfuncties college van bestuur • Mw. drs. J.M.P. Moons • Lid van Raad van toezicht woningcorporatie Huis en Erf te Schijndel • Voorzitter Aqua for All. Stichting die zich inzet voor betere drinkwater- en sanitaire voorzieningen in de derde wereld • Voorzitter Stichting Klimaateffectatlas De overige collegeleden hebben geen relevante nevenfuncties.

10


1 BESTUUR EN ORGANISATIE

1.4 Inrichting medezeggenschap Conform de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) heeft Wellantcollege een centrale ouderraad, een ondernemingsraad en een centrale studentenraad. Medezeggenschap ouders Op ieder vmbo-locatie is er een lokale ouderraad. Deze lokale ouderraden vaardigen jaarlijks tenminste één ouder af naar de centrale ouderraad. Het college van bestuur voert tenminste vier keer per jaar overleg met de centrale ouderraad. In 2015 is onder andere het volgende met de centrale ouderraad besproken: strategie Wellantcollege, ouderparticipatie, leerlingenstatuut en de nieuwe beroepsgerichte programmastructuur in het vmbo. De bevoegdheden van de centrale ouderraad en lokale ouderraden is vastgelegd in interne reglementen. Medezeggenschap leerlingen en studenten Vrijwel iedere vmbo-locatie heeft een leerlingenraad. De leerlingenraad heeft regelmatig overleg met het management van de locatie. De leerlingen van het vmbo worden op centraal niveau vertegenwoordigd door hun ouders in de centrale ouderraad.

Medezeggenschap personeel Wellantcollege heeft een ondernemingsraad (OR) met in totaal vijf leden. Begin 2012 is een aantal afspraken omtrent de onderlinge werkwijze tussen OR en college van bestuur schriftelijk vastgelegd. De kern daarvan is een open en transparante onderlinge werkwijze, die soms verder gaat dan alleen de onderwerpen die in de wet op de ondernemingsraden en het professioneel statuut zijn vastgelegd.

1.5 Structurele samenwerking Inholland Wellantcollege en Hogeschool Inholland werken in de Randstad al geruime tijd, in diverse contexten, met elkaar samen. In de Food Academy in Amsterdam wordt een doorlopende leerlijn mbo-hbo gerealiseerd. Het Centre of Expertise Biobased Economy levert input voor de ontwikkelingen rond biobased binnen Wellant. Inholland levert een bijdrage aan de realisatie van het Kenniscentrum teelt, handel en techniek in Aalsmeer. De opleiding Greentec van Wellant is gehuisvest in het gebouw van Inholland Delft. Kennisdeling en gezamenlijke deelname aan projecten maken ook onderdeel uit van de samenwerking. In 2015 hebben Wellantcollege en Inholland besloten de samenwerking op een aantal terreinen te intensiveren. De gezamenlijke ambities en doelen zijn daarbij uitgangspunt.

Gezamenlijke ambities en doelen zijn uitgangspunten bij de samenwerking. Iedere mbo-locatie heeft een decentrale studentenraad. Vanuit deze decentrale studentenraden worden per regio 1 á 2 studenten afgevaardigd in de centrale studentenraad. De centrale studentenraad vergadert tenminste drie keer per jaar met het college van bestuur. In 2015 is onder andere gesproken over: de strategie van Wellantcollege, het kwaliteitsplan mbo, het toezichtkader mbo, het leerlingenstatuut en de resultaten van een intern onderzoek naar de beroepspraktijkvorming. De rechten en plichten van alle leerlingen en studenten binnen Wellantcollege zijn vastgelegd in een leerlingenstatuut. De bevoegdheden van de studentenraden in het mbo zijn vastgelegd in de wet en in interne reglementen.

11

Da Vinci College Sinds 2012 zijn Da Vinci College en Wellantcollege MBO Gorinchem gezamenlijk gehuisvest in het gebouw aan de Mollenburgseweg. Naast de samenwerking op facilitair gebied, wordt er door Wellantcollege en Da Vinci College ook gewerkt aan een opleidingsmodel om in de regio Gorinchem groene en niet-groene opleidingen gecombineerd aan te bieden. De opleidingen zullen zich met name gaan richten op het thema “water”. Wellantcollege en Da Vinci College participeren in de PPS (Publiek Private Samenwerking) Waterroute.


1 BESTUUR EN ORGANISATIE

Merewade In 2014 zijn verkennende gesprekken gestart om gezamenlijk te komen tot één vmbo Gorinchem, waarin alle sectoren zijn ondergebracht. In 2015 is een samenwerkingsovereenkomst gesloten en geëffectueerd. De onderwijsactiviteiten van Wellant vmbo in Gorinchem aan de IJsbaan zijn verhuisd naar het gebouw van Merewade. VMBO Merewade en Wellant vmbo in Gorinchem zetten de activiteiten voort onder de naam Omnia College. De instroom per 1 augustus 2015 heeft voor het groene onderwijs nog niet aan de gestelde verwachtingen voldaan. De samenwerking zal vanuit beide partners geïntensiveerd moeten worden om van Omnia College een succes te maken.

Rivor In 2015 zijn gesprekken gestart met Rivor in het kader van de samenwerking groen – grijs. In toenemende mate maken studentprojecten onderdeel uit van het curriculum. De vanuit de regio gedefinieerde projecten vragen een integrale aanpak. Beoogd wordt een samenwerking van docenten en studenten vanuit het groene en grijze domein. ROC de Leijgraaf Wellantcollege MBO Gorinchem verzorgt opleidingen rond het thema water. Daarnaast is Wellantcollege penvoerder van de PPS Waterroute. Met ROC de Leijgraaf is de samenwerking gezocht in het kader van kennisdeling op het niveau docenten en studenten m.b.t. de techniekcomponent. Van Hall Larenstein In 2015 zijn gesprekken gestart met Hogeschool Van Hall Larenstein in het kader van een samenwerking op het thema “water”. De activiteiten vanuit het lectoraat en een doorlopende leerlijn zijn daarbij de eerste aandachtspunten. ROC Mondriaan Op de TU campus in Delft (locatie Hogeschool Inholland) bieden Welllantcollege en Mondriaan respectievelijk de opleidingen Greentec en Mechatronica aan. De opleidingen zijn gestart in 2014. Tussen beide instellingen wordt nauw samengewerkt in de uitvoering van de opleidingen. In toenemende mate participeert ook Hogeschool Inholland in de samenwerking. 12

Edudelta In 2015 zijn de in 2014 gestarte gesprekken met Edudelta voortgezet in het kader van de verkenning om de positie van het groene onderwijs in de regio Zuidwest – Nederland te versterken. Inmiddels zijn ook andere groene onderwijsinstellingen in de regio bij deze verkenning betrokken.

1.6 Klachten- en klokkenluidersregeling Algemene klachtenregeling ouders en studenten Wellantcollege kent een algemene klachtenregeling, opgenomen in het leerlingenstatuut. Deze klachtenregeling is van toepassing op alle (ex)leerlingen en studenten van Wellantcollege, inclusief cursisten, dan wel hun wettelijke vertegenwoordigers. Ook bedrijven en andere bij Wellantcollege betrokken personen kunnen op grond van deze regeling een klacht indienen. Klachten worden in eerste instantie ingediend bij de regiodirecteur, die in het overgrote deel van de gevallen de klacht naar tevredenheid kan afhandelen. Mocht een klager niet tevreden zijn over de afhandeling van zijn klacht, dan kan hij deze schriftelijk indienen bij het college van bestuur, die vervolgens een besluit neemt waaraan de regiodirecteur gebonden is. Bij de afhandeling van klachten wordt het college van bestuur ondersteund door de secretaris en waar nodig een externe juridisch adviseur. Het college van bestuur heeft in 2014 6 klachten ontvangen en afgehandeld conform de algemene klachtenregeling: 1 van de ouders van een mbo-student, 5 van ouders van een vmbo-leerling. De klachten hebben voor een groot deel betrekking op de schorsing en/of verwijdering van leerlingen, dan wel de organisatie en werkwijze op de scholen. De laatste jaren wenden ouders met een


1 BESTUUR EN ORGANISATIE

klacht zich steeds sneller rechtstreeks tot het college van bestuur. Het bestuur verwijst deze klachten ter afhandeling terug naar de betreffende regiodirecteur. Daarbij wordt gemonitord of de klacht ook daadwerkelijk wordt afgehandeld. Deze klachten zijn niet opgenomen in bovenstaande telling.

Wellantcollege heeft 3 nieuwe foto's toegevoegd Gepubliceerd door Wellantcollege - 11 september 2015 -

Wellant studenten maken zonnebloemenlabyrint voor opening Van Gogh Museum

Wellantcollege is aangesloten bij de Stichting Onderwijsgeschillen. Belanghebbenden kunnen hun klacht ook rechtstreeks daar voorleggen. In 2015 betrof dit vijf klachten. Drie bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs en twee bij de Geschillencommissie Passend Onderwijs. De klachten die via de Landelijke Klachtencommissie binnenkwamen konden intern worden afgehandeld. Bij de klachten via de Geschillencommissie Passend Onderwijs zijn ontvangen lukte dit niet en heeft de commissie beide klachten in behandeling genomen. De klagers zijn daarbij grotendeels in het gelijk gesteld. Klachtenregeling ongewenst gedrag Naast de Algemene Klachtenregeling kent Wellantcollege een klachtenregeling ongewenst gedrag. Het college van bestuur heeft in 2015 conform deze regeling geen klachten ontvangen. Algemene klachtenregeling personeel en Interne geschillencommissie toepassing cao Klachten van medewerkers over de toepassing van de cao worden afgehandeld door de Interne geschillencommissie cao. Er zijn in 2015 geen klachten op grond van deze regeling ontvangen. Wanneer een medewerker niet tevreden is over de afhandeling van een klacht door de interne geschillencommissie cao kan hij in beroep gaan bij de Commissie van Beroep BVE. Deze commissie wordt in stand gehouden door de Stichting Onderwijsgeschillen. Klachten van medewerkers die niet gerelateerd zijn aan de cao, worden afgehandeld volgens de algemene klachtenregeling personeel. Het college van bestuur heeft op grond van de algemene klachtenregeling twee klachten van personeelsleden ontvangen. Klokkenluidersregeling De stichting Wellant kent sinds 2007 een Klokkenluidersregeling. Deze regeling is in 2014 bijgesteld met instemming van de ondernemingsraad en met goedkeuring van de raad van toezicht. In 2015 zijn geen misstanden conform deze regeling gemeld.

13

2.328 bereikte personen Bericht promoten

Wellantcollege

Gepubliceerd door Wellantcollege - 4 november 2015 -

Meld je aan voor @Wellant mbo Open Dag 18 november aanstaande! http://ow.ly/TIqis #food #mbo #voeding

3.948 bereikte personen Bericht promoten


ONDERWIJS: VAN STRA TEGIE NAAR INSTELLINGS PLAN 14


2 ONDERWIJS: VAN STRATEGIE NAAR INSTELLINGSPLAN

2.1 Samenvatting strategie De herijkte strategie van Wellantcollege is geen 180 graden wending. De oriëntatie op de Randstad met modern groen onderwijs is en blijft de rode draad in de strategie. De belangrijkste wijzigingen betreffen de keuze voor profilering en specialisering in het mbo via de academies, de aansluiting daarop via de keuzedelen in de nieuwe programmastructuur van het vmbo en de organisatorische scheiding van mbo en vmbo. Tevens zijn de voorlopersrol op het gebied van ICT in het onderwijs en de integratie van duurzaamheid in onderwijs en bedrijfsvoering belangrijke wijzigingen ten opzichte van de voormalige strategie. Internationalisering heeft als strategisch thema meer verdieping gekregen. Samengevat richten de strategische keuzes zich op: 1. Investeren in het brengen en borgen van kwaliteit van het onderwijs en onze medewerkers op erkend hoog niveau. Kwaliteit is het fundament. 2. Ontwikkelen en aanbieden van modern aantrekkelijk groen onderwijs dat aansluit op de veranderende eisen uit de (groene) economie en arbeidsmarkt (groen leren) in de Randstad. Onderwijs dat aansluit op de interesses van (potentiële)leerlingen en studenten. 3. Voorloper worden in het aanbieden van onderwijs met 21st century skills (ICT, technologie, ondernemerschap en duurzaamheid), dat leerlingen voorbereidt op een 'Leven Lang Leren' en werken in de moderne netwerksamenleving. Hiertoe is een visie op digitaal onderwijs vastgesteld. 4. Versterken regionale samenwerking en verankeren van Wellant vmbo door krachtige participatie in samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs en door afspraken met het regionale bedrijfsleven gericht op loopbaanoriëntatie. 5. Versterken regionale samenwerking en verankeren van Wellant mbo door intensief met bedrijfsleven en overheid samen te werken in de ontwikkelagenda van de regio. 6. Versterken internationalisering wat betreft onderwijs en kennisverspreiding. 7. Voortzetten van de inzet op duurzaamheid in onderwijs en organisatie.

15

2.2 Instellingsplan en kritieke succesfactoren In het instellingsplan 2015-2020 geeft Wellantcollege een concretisering van de strategie. Voor elk onderdeel in de strategie wordt een vertaalslag gemaakt naar doelen en middelen inclusief een tijdspad. Voorafgaand aan de planvorming wordt eerst ingegaan op de implementatie en veranderstrategie met krachtige teams in de basis. Vervolgens worden de ambities van Wellant mbo en Wellant vmbo vertaald in doelen en activiteiten per kritieke succesfactor (KSF). Hierbij is gekozen voor een verdeling van de KSF-en in drie delen: een mbo-, een vmbo- en een Wellantbreed gedeelte. Het schoolplan vmbo en het kwaliteitsplan mbo maken deel uit van het instellingsplan. Overzicht kritieke succesfactoren (KSF) 2015-2020: • KSF1 Voldoende onderwijskwaliteit vmbo en mbo afzonderlijk • KSF2 Innovatie vmbo en mbo afzonderlijk • KSF3 Versterken regionale samenwerking vmbo en mbo afzonderlijk • KSF4 Internationalisering vmbo en mbo afzonderlijk • KSF5 Professionele organisatie Wellantbreed • KSF6 Duurzaamheid Wellantbreed • KSF7 Gezonde bedrijfsvoering Wellantbreed Het Instellingsplan is voor college van bestuur, de regio/ unitdirecteuren en teamleiders aangrijpingspunt om de invulling van de strategie in de praktijk vorm te geven. Teamleiders pakken met ingang van 2016 samen met hun teams de uitwerking voor de locatie op.

2.3 Kwaliteitsbeleid De implementatie van strategie en instellingsplan vindt in hoge mate plaats via de bestaande organisatie- en overlegstructuur van Wellantcollege. Een essentieel onderdeel hierbij is de Wellant kwaliteitszorgcyclus. De kwaliteitszorgcyclus is het geheel van maatregelen dat ervoor zorgt dat de doelstellingen van Wellantcollege op een effectieve en efficiënte wijze leiden tot de gewenste resultaten. Het instellingsplan


2 ONDERWIJS: VAN STRATEGIE NAAR INSTELLINGSPLAN

wordt jaarlijks vertaald naar een kaderbrief. De kaderbrief levert input voor de team-/locatie-/unitplannen. De voortgang van de plannen wordt meerdere malen per jaar besproken en resulteert in teamrapportages aan regiodirecties en termijnrapportages door regio- / unitdirecties aan het cvb. De vraag of de goede dingen worden gedaan en dit ook goed gedaan wordt, wordt gecheckt via audits, inspectierapporten, tevredenheidsmetingen en gesprekken met ouders, medewerkers, leerlingen en bedrijven. Op basis van de uitkomsten worden doelen en/of resultaten geanalyseerd en, indien nodig, bijgesteld in de volgende kaderbrief. De vertaling van de kaderbrief in het team is tevens de input voor het werkverdelingsbeleid en ook voor het persoonlijk ontwikkelplan (POP). In de teams vindt prioritering van doelstellingen plaats op basis van in- en externe analyse en beschikbare competenties en middelen.

projectleider voor het eerst afgerond, zijn de voorbereidingen voor het T-rijbewijs getroffen met de start in 2016, en is er begonnen met het aanbieden van een topopleiding voor melkveehouderij. Hieronder een beknopt overzicht van alle activiteiten die zijn uitgevoerd. In totaal hebben +/-600 mensen deelgenomen aan de verschillende bijeenkomsten.

2.4 Cursussen & Trainingen

• • • • • • • • • • • •

Assistent Hovenier Aankomend Hovenier Assistent & Aankomend Hovenier Gemeente Utrecht Hovenier Vakbekwaam Hovenier Aankomend Projectleider gestart Bloemwerk voor beginners Nederlands bloemwerk DFA 1 Gespecialiseerd bloemwerk Topopleiding Melkveehouderij Gewas bescherming – kennisbijeenkomsten Gewasbescherming – licentie A

2015 is het eerste jaar dat cursussen en training voor de 'Leven Lang Leren' markt volledig worden verzorgd vanuit Wellantcollege. Eerder gebeurde dit in samenwerking met IPC Groene Ruimte. Naast een aantal trainingen voor de hoveniers en bloemisten, die in eerdere jaren ook al succesvol waren, is in 2015 gestart met een aantal nieuwe cursussen. Zo is de cursus aankomend

Nu Wellantcollege zelfstandig activiteiten op de 'Leven Lang Leren' markt ontwikkelt en verzorgt, is een eigen organisatorische eenheid Cursussen & Trainingen binnen Wellantcollege ingericht. Het administratieve proces is verder aangescherpt, doorontwikkeld en vormgegeven binnen een separaat administratief bedrijf in het kader van het scheiden van publieke en private bekostiging.

WELLANT MBO EN BEDRIJFS LEVEN DOEN GEZAMENLIJK PROJECT IN ITALIË Als vakbekwaam hovenier in de 21e eeuw heb je meer nodig dan vakkennis en een sterke rug. Denk aan creativiteit, aanpassingsvermogen en zelfstandigheid. Wellant mbo Rijswijk ontwikkelt en versterkt deze kwaliteiten met een project in Italië. Een korte impressie uit de dagelijkse praktijk.

16


2 ONDERWIJS: VAN STRATEGIE NAAR INSTELLINGSPLAN

Internationalisering De studenten doen internationale ervaring op tijdens het project in Italië. Deze projectweek wordt geleid door leermeesters uit het bedrijfsleven, twee oudstudenten en twee docenten van Wellant mbo Rijswijk. Proeven van Bekwaamheid (PvB's) in Italië Er wordt gewerkt aan 7 projecten en tijdens de projectweek worden er Proeven van Bekwaamheid afgenomen. De constructies worden vervaardigd van materiaal uit de omgeving. Daarnaast worden ter inspiratie historische tuinen en diverse interessante historische steden en dorpen, zoals Assisi, Perugia, Spoleto en Viterbo bezocht.

• Er ontstaat een gezamenlijk verantwoordelijkheid voor het eindproduct. • De studenten maken het totale bouwproces – van begin tot eind - mee. • De groep leert van elkaar, er is geen hiërarchie en ze zijn oplossingsgericht bezig. • Met elkaar verblijven op de historische hoeve, samen ontbijten, lunchen, dineren en aan het eind van de avond een drankje (of niet) zorgt voor verbinding.

Reacties van leerlingen na het Italië project • Door het maken van een doorkijk in de omliggende beplanting werd er een mooie zichtlijn gecreëerd waar de opdrachtgever zich niet van bewust was. Waarop de student, verantwoordelijk voor dit project zei: “Nu weet ik het zeker, ik word hovenier.” Optimale leeromgeving • Het is een hele ervaring. Studenten vertelden dat er De leermeesters en oud-studenten werken in een "een leven voor en na Italië" is. groep samen met de huidige studenten. Zo delen ze • “Ik heb geleerd van de werkwijze van andere kennis en ervaring. leerlingen.” • “Door naar elkaar te luisteren kom je er altijd uit.” Wat gebeurt er tijdens zo’n week • Het gaf de studenten heel veel zelfvertrouwen dat • De studenten komen onder andere in aanraking de Italianen erg onder de indruk waren van ons met de geografie van Italië, de politieke situatie, vakmanschap, ons harde werken, de gebruikte cultuur, eetgewoontes, waarden en normen, machines en onze handelswijze. bezienswaardigheden, economie, tuinarchitectuur, mediterrane beplanting, klimaat en een andere taal. • “Werken met andere materialen en bouwen van grote constructies gaf enorm veel plezier, mijn • We werken aan een warm relatiebeheer met de vertrouwen in mezelf groeide en ik was erg trots werkgevers van onze studenten, zij zijn immers op onze prestaties.” leermeesters. Een aantal van hen is aanwezig.

17


WELLANT VMBO

18


3 WELLANT VMBO

Wellantcollege vmbo zet zich nadrukkelijk in op verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Docenten helpen leerlingen in de ontwikkeling en dagen hen uit. Het lesprogramma helpt om op een resultaatgerichte manier toe te groeien naar kennis, vaardigheden en vertrouwen die nodig zijn om succesvol door te stromen naar een vervolgopleiding. 3.1 Cijfers Aantal leerlingen vmbo-locaties Het totaal aantal vmbo-leerlingen laat vanaf 2011 een stijgende lijn zien. Echter de instroom van nieuwe leerlingen neemt vanaf 2013 jaarlijks af. Van alle locaties zijn meerjarenprognoses voor vmbo-leerlingaantallen beschikbaar. Deze worden gebruikt voor huisvestingsvraagstukken en exploitatiedoeleinden en bij uitwerking van de strategische keuzes. Voortijdig School Verlaters (VSV) Voor het vmbo geldt voor 2014-2015, ondanks een stijgend leerlingaantal, nog steeds een dalende trend in de aantallen vsv ten opzichte van 2013-2014. Wellantcollege scoort steeds verder onder de landelijke norm. Niettemin blijft vsv een belangrijk aandachtspunt in het kader van een zo passend mogelijk onderwijsaanbod voor elke leerling.

3.2 Voldoende onderwijskwaliteit (KSF 1) Tevredenheid leerlingen De tevredenheid van alle vmbo-leerlingen van Wellantcollege wordt ieder jaar door middel van een enquĂŞte gemeten. In 2015 was de uitkomst over alle scholen gemeten 6,74, hetgeen een minimale stijging is ten opzichte van het jaar ervoor. De resultaten en de in te zetten verbeteracties zijn een vast onderwerp op de agenda het directeurenoverleg en het cvb. Daarnaast worden ze per locatie besproken binnen de onderwijsteams en in de leerlingen- en ouderraden. Acties worden geformuleerd om bij te sturen. Onderwijsrendementen vmbo In april 2015 waren 14 van de 66 leerwegen bij Wellantcollege zwak. De overige leerwegen hadden een basisarrangement. Eind 2015 kon een verbetering worden geconstateerd: nog 8 van de 66 leerwegen hebben het oordeel zwak van de inspectie gekregen.

aantal leerlingen

Instroom nieuwe leerlingen vmbo Wellantcollege (alle leerjaren) 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 â– Totaal

19

2011-2012

2012-2013

2013-2014

2014-2015

2015-2016

2282

2461

2676

2553

2378


3 WELLANT VMBO

Aantal vmbo-leerlingen 2011-2015 Totaal 8019

Totaal 8233

Totaal 8742

Totaal 9145

Totaal 9267

9% 9%

9% 10%

8% 10%

16%

16%

16%

18%

16%

15%

46%

47%

48%

aantal leerlingen

10000 8000 6000 4000 2000 0 ■ vmbo-theoretische leerweg/ MAVO ■ Gemengde leerweg ■ Kader-beroepsgerichte leerweg ■ Basis-beroepsgerichte leerweg ■ Basisvorming (basis-beroeps-, kaderberoeps en gemengde leerweg) ■ Praktijkonderwijs

10% 8%

10% 8%

15%

17% 19%

44%

17%

46%

2%

2%

2%

2%

3%

2011-2012

2012-2013

2013-2014

2014-2015

2015-2016

793

804

809

851

786

623

693

753

833

910

1341

1276

1401

1464

1479

1561

1515

1427

1417

1583

3555

3770

4151

4355

4275

146

175

201

225

234

aantal VSV

Absoluut aantal VSV’ers Wellantcollege vmbo

400 350 300 250 200 150 100

VSV’ers per jaar Norm 2015

50 0 2008-2009

2009-2010

2010-2011

2011-2012

2012-2013

2013-2014

2014-2015 (voorlopig)

Gemiddelde cijfer alle vragen alle leerjaren

Leerlingtevredenheid vmbo-Wellantcollege 8 7 6 5 4 3 2 1 0

■ Leerlingtevredenheid

20

2012-2013

2013-2014

2014-2015

6,76

6,67

6,74


3 WELLANT VMBO

Status toezichtarrangementen Wellantcollege per 31-12-2015 BB

KL

GL

Aalsmeer Groenstrook

+

+

+

Alphen aan de Rijn

+

+

Amersfoort

+

+

Amsterdam Linnaeus

+

+

Amsterdam Linnaeus PRO

+

Amsterdam Sloten

+

+

+

Boskoop

+

+

+

Brielle

+

+

+

Den Haag Madestein

+

+

Den Haag Westvliet

+

+

+

TL +

Aalsmeer Westplas

+

Dordrecht mavo Dordrecht vmbo

+

+

+

Gorinchem

+

+

+

Gouda

+

+

+

Houten

+

+

Klaaswaal

+

+

+

Montfoort

+

+

+

Naarden

+

+

Oegstgeest

+

+

Ottoland

+

+

+

Rijnsburg

+

+

+

Rotterdam

+

+

+

Utrecht

+

+

+ = Basisarrangement ▲ = Aangepast toezicht

Bij de kaderberoepsgerichte leerweg hebben drie zwakke opleidingen (Alphen aan den Rijn, Den Haag Madestein en Rotterdam) zich verbeterd naar een basisarrangement. De KB-leerweg van Utrecht heeft het oordeel ‘zwak” gekregen op basis van de kwaliteit van het onderwijsproces. De gemengde leerweg behoeft nog verbetering. Locatie Amersfoort heeft een “zwak” gekregen voor de kwaliteit van het onderwijsproces en de locaties Amsterdam Sloten en Rotterdam zijn verbeterd naar basiskwaliteit. Bij de locaties Den Haag Madestein en Rotterdam is besloten om vanaf 1 augustus 2015 geen leerlingen te laten starten in de gemengde leerweg. Dit vanwege het feit dat er te weinig kritische massa is om voldoende kwaliteit te realiseren. Bij beide locaties is besloten de gemengde leerweg “slapend” te maken en eerst te 21

werken aan de stabilisering van de onderwijskwaliteit van de BB- en KB-leerweg. Als hieraan voldaan is, kan de gemengde leerweg weer geactiveerd worden. Resultaten taal en rekenen De aandacht voor taal en rekenen blijft onverminderd groot op onze vmbo-locaties. Niet alleen omdat taal en rekenen cruciaal zijn voor succes tijdens school en in het latere werk en de maatschappij. Maar ook omdat het in de nabije toekomst zwaar gaat meewegen in de diploma-eisen. Naar verwachting gaat binnen enkele jaren de rekentoets meetellen in de slaag/zak-regel, gevolgd door het eindcijfer Nederlands. Uiteindelijk zal de slaag/ zak-regel eruit bestaan dat een leerling maximaal één 5 op deze twee vakken mag halen. Omdat de rekentoets relatief nieuw is, ging veel aandacht uit naar verbetering van het rekenonderwijs. De steeds wijzigende regelgeving zorgt voor regelmatige bijstelling van de koers. Dit legt een extra druk op de organisatie. De resultaten op de rekentoets zijn in 2015 vooruit gegaan. Wellant scoort nu conform het landelijk gemiddelde. Als gekeken wordt naar het percentage dat zou zakken op de rekentoets als de nieuwe slaag/zakregel zou gelden, dan ligt dat percentage nog te hoog (circa 15%). Het streven is dit per locatie en per leerweg onder de 5% te krijgen. Cijfers rekentoets BB

KB

GTL

2014 Wellant

5,1

5,5

5,7

2014 landelijk gemiddelde

5,3

5,5

5,9

2015 Wellant

5,5

5,9

6,3

2015 landelijk gemiddelde

5,6

5,9

6,3

Een nadere analyse van de cijfers voor de rekentoets leert dat enkele locaties en daarbinnen enkele groepen leerlingen, laag scoren. Om dat te keren is een intensiveringstraject met het Steunpunt taal & rekenen VO gestart om het rekenbeleid tegen het licht te houden. Een van de problemen is dat instromende leerlingen bij Wellant, vergeleken met alle leerlingen die de bassischool verlaten met hetzelfde leerwegadvies, een relatief laag rekenniveau hebben. Dit is af te leiden uit de CITO-volgtoets die aan het begin van de eerste klas wordt afgenomen. Gecombineerd met het feit dat wiskunde in de leerwegen BB, KB en GL een verplicht examenvak is, is dit een zorgpunt. De aandacht voor goed rekenbeleid en goede rekendocenten zal daarom ook komende jaren voortduren.


3 WELLANT VMBO

Cijfers Centraal examen Nederlands BB

KB

GTL

2014 Wellant

6,60

6,17

6,16

2014 landelijk gemiddelde

6,52

6,18

6,26

2015 Wellant

6,65

6,13

6,21

2015 landelijk gemiddelde

6,63

6,09

6,33

De taalvaardigheid (Nederlands) wordt eveneens gemonitord. In de onderbouw worden CITO-volgtoetsen afgenomen (spelling, leesvaardigheid en woordenschat). In de bovenbouw zijn er de centrale examens. De resultaten van de CITO-volgtoetsen en het centraal examen laten zien dat Wellant-leerlingen gemiddeld conform het landelijk beeld scoren. Wel zijn er uitschieters. Opvallend is dat het taalniveau binnen een klas vaak sterk uiteenloopt, van BB- tot VWO-niveau. Op de Wellant-locaties in de grote steden zijn veel scores onder het landelijk gemiddelde. Dit noopt Wellant tot het goed individueel monitoren van taalvaardigheden en het bieden van maatwerk bij instructie en ondersteuning. Omgaan met verschillen Om het monitoren van leerlingen op rekenen en taal te faciliteren is geïnvesteerd in het werken met zogenoemde groepsoverzichten in het leerlingvolgsysteem Trajectplanner. Het groepsoverzicht geeft docenten per klas zicht op het taal- en rekenniveau van individuele leerlingen (vanuit CITO-volgtoetsen). In het teamoverleg over de leerlingenresultaten wordt afgesproken hoe om te gaan met achterstanden en hoge scores. Dit leidt dan tot maatwerkafspraken per leerling, die ook in het genoemde groepsoverzicht opgenomen worden. Daarmee krijgt het reken- en taalbeleid in principe in elke les gestalte.

3.3 Innovatie (KSF 2) Gepersonaliseerd leren Uit het flankerend onderzoek naar de in 2014 gestarte pilot in het vmbo ‘Gepersonaliseerd Leren met behulp van PulseOn’, bleek dat er voldoende aanleiding was om de pilot met een jaar te verlengen. De pilot, bestaande uit vier vmbo-scholen en twee mavo’s, is uitgebreid met vier extra vmbo-pilotlocaties. Vanaf augustus 2015 is er op deze tien pilotlocaties met één of twee klassen bij Engels en/of Wiskunde en/of Nederlands gewerkt met het digitale, adaptieve leerplatform ‘PulseOn’.

22

In 2015 is een begin gemaakt met het concretiseren van de Wellant-visie op onderwijs naar een visie op gepersonaliseerd leren. Onderdeel hierbij was de bespreking van het onderwerp gepersonaliseerd en gedigitaliseerd leren met het management tijdens de Wellant managementconferentie in november. 21st century skills Naast de voortzetting van de pilot gepersonaliseerd leren, is in 2015 ook gestart met het uitrollen van iPads onder docenten op de tien pilotlocaties. Docenten konden aangeven op welke manier ze de iPad wilden inzetten in het onderwijs. Afspraken hierover zijn door de teamleider meegenomen in de gesprekkencyclus. Vernieuwing beroepsgerichte examenprogramma’s De vernieuwing van het beroepsgerichte examenprogramma vmbo krijgt steeds meer gestalte. Per 1 augustus 2014 zijn de locaties vmbo-Montfoort en vmbo-Amersfoort in het derde leerjaar met een pilot gestart om het vernieuwde beroepsgerichte examenprogramma in te voeren. In samenwerking van docenten van Wellantcollege met het Ontwikkelcentrum wordt lesmateriaal ontwikkeld dat modern groen onderwijs mogelijk maakt. Het kader voor de lessentabel voor het beroepsgerichte programma is vastgesteld. Op basis van dit kader hebben de locaties bepaald hoe en wanneer zij de invoering van het nieuwe programma met het bijbehorende lesmateriaal vormgeven. De locaties worden daarbij ondersteund door een implementatieteam. Dit alles onder begeleiding van de ondersteunende dienst BDO/HRM. Brede sectororiëntatie voor alle leerlingen Leerlingen bij Wellantcollege worden vanaf de onderbouw vmbo begeleid en uitgedaagd in het leren kennen en ontwikkelen van hun talenten. Vmbo-leerlingen ontwikkelen zich stap voor stap in het maken van een gemotiveerde keuze voor vervolgonderwijs. Op die manier worden zij voorbereid op een 'Leven Lang Leren' en werken in de moderne netwerksamenleving. De aanpak van brede vorming op de vmbo locaties is zeer divers van aard. Met de vernieuwing van het beroepsgerichte (examen)programma waarin loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) een prominente plek krijgt in het onderwijsprogramma, dient zich een kans aan om vmbo-breed afspraken te maken over de inrichting van LOB. Hiertoe zijn in 2015 op vmbo-niveau eerste stappen gezet om de keuzebegeleiding te verbeteren en daarvoor Wellant-breed kaders te ontwerpen.


3 WELLANT VMBO

Themaklassen en carrousel In het beroepsgerichte programma van de onderbouw (themaklassen en carrousel) werken de vmbo-locaties met vaste kaders om de programma’s uit te voeren. Voor de carrousel geldt dat het programma wordt uitgevoerd op alle vmbo-locaties van Wellantcollege, met uitzondering van de Wellant mavo’s. De leerlingen maken in het kader van de beroepenoriëntatie, op een actieve wijze kennis maken met de moderne groene en grijze beroepssectoren en er is aandacht voor het creëren van een doorlopende leerlijn vmbo onderbouw – vmbo bovenbouw – mbo. Bij de invulling van de carrousel wordt gebruik gemaakt van de Wellant-brede thema’s: ondernemerschap, internationalisering, duurzaamheid en opleidingsclusters uit de Wellant-strategie. De wijze waarop de locaties hieraan uitvoering geven is verschillend. Een aandachtspunt binnen de carrousel is het actief betrekken van het regionale bedrijfsleven bij het onderwijs. Daarnaast leren leerlingen reflectiegesprekken te voeren. Om locaties hierbij te ondersteunen is er in 2015 een reflectie-map carrousel ontwikkeld die de locaties (en leerlingen) gaat helpen bij het verkennen van de sectoren, de innovaties die hierin spelen en het voeren van reflectiegesprekken. Voor de themaklassen geldt dat er inmiddels vijf varianten zijn ontwikkeld. Dit zijn: Businessklas, Kookklas, Kunstklas, Paardenklas en Tecklas. De Tecklas is afgelopen jaar op een aantal nieuwe locaties gestart: Ottoland en Klaaswaal. Voor

23

Westvliet geldt dat de inhoud van de Tecklas is benut om leerlingen te laten kennismaken met de mbo-opleiding Green Tec in Delft. Gezien de veranderingen in het beroepsgerichte examenprogramma (met basis-, profiel- en keuzevakken) is in 2015 door een aantal docenten van de themaklassen verkend hoe een koppeling gemaakt kan worden met de inhoud van de carrousel en de themaklassen.

3.4 Versterken regionale samenwerking (KSF 3) Scholen voor primair (po) en voortgezet onderwijs (vo) hebben met de invoering van ‘Passend Onderwijs’ een zorgplicht vanaf 1 augustus 2014. Dat betekent dat ze ervoor verantwoordelijk zijn om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een plek te bieden. Om aan de zorgplicht te voldoen werken scholen samen in regionaal ingedeelde samenwerkingsverbanden (SWV’en) po en vo. In het samenwerkingsverband worden onder meer afspraken gemaakt over welke (extra) onderwijsondersteuning in de reguliere scholen kan worden geboden, welke kinderen geplaatst kunnen worden in het voortgezet onderwijs en over de verdeling van de ondersteuningsmiddelen. Zowel voortgezet als (voortgezet) speciaal onderwijs in een regio zijn bij het samenwerkingsverband vo aangesloten.


3 WELLANT VMBO

LEERARRANGEMENT INTERNATIONALISERING VOOR HET VMBO Docenten van Wellantcollege hebben voor hun collega's een leerarrangement gemaakt over internationalisering in het vmbo. Een mooi voorbeeld van samenwerken en kennis delen.

Het lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs, een tool van Kennisnet, en bevat onderwerpen die aansluiten bij AVO-vakken plus beroepsgerichte onderwerpen die gebruikt kunnen worden tijdens praktijkvakken. De docentenversie bevat verder tips en suggesties voor het gebruik, en geeft aan bij welke kerndoelen het lesmateriaal aansluit. Daarnaast vind je er uitgewerkte lesopdrachten, uitleg over instrumenten als eTwinning en zelfs een compleet draaiboek voor een themaweek rondom Europa.

24

Het arrangement is gepubliceerd onder een Creative Commons-licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om kosteloos: • het lesmateriaal te delen; te kopiëren, te verspreiden en door te geven. • het lesmateriaal naar eigen inzicht te bewerken, dus te veranderen en er een eigen versie van te maken. Het leerarrangement voor internationalisering in het vmbo is voor alle docenten beschikbaar op Wikiwijs. Het gehele arrangement kun je er ook als eBook downloaden.


3 WELLANT VMBO

In het kader van de uitvoering van de wet Passend Onderwijs participeert Wellantcollege in vijftien regionale samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs. Iedere vmbo-locatie is aangesloten bij één van de vijftien SWV’en vo. In de besturen van de SWV’en wordt Wellantcollege vertegenwoordigd door een directeur vmbo of een lid van het cvb. Per 1 januari 2016 zijn de samenwerkingsverbanden verantwoordelijk voor de toewijzing en ondersteuningsbudgetten van lwoo en pro. De regionale verwijzingscommissies (RVC’s) worden opgeheven. De ondersteuningstoewijzing voor lwoo en pro wordt aangevraagd bij het swv. De swv’en hanteren daarbij de landelijke criteria voor indicering. Swv’en kunnen wel zelf de procedure vormgeven. Vooruitlopend op het loslaten van de landelijke criteria en duur van lwoo-licenties (voorzien op 1 augustus 2018), kunnen swv’en per 1 januari 2016 kiezen voor een eigen procedure met criteria voor lwoo. De swv-en passen hun ondersteuningsplannen hierop aan. Wellantcollege heeft een groot aandeel lwoo in het vmbo. Het is daarom noodzakelijk dat de bestuurlijke vertegenwoordigers van Wellantcollege in de diverse samenwerkingsverbanden de ontwikkelingen rond lwoo(-bekostiging) goed volgen en het Wellant-belang hierin behartigen.

3.5 Internationalisering vmbo (KSF 4) In de carrousel, waarbij vmbo-leerlingen aan de hand van thema’s iedere zes weken rouleren in het kader van beroepenoriëntatie, verwerken de leerlingen ten minste één internationaal aspect en leggen dit in hun portfolio vast. Wellantcollege is gestart met een verkenning van de mogelijkheden om delen van het onderwijscurriculum in een vreemde taal aan te bieden bij de kaderberoepsgerichte, gemengde en theoretische leerweg in het vmbo.

3.6 Informatie op locatieniveau Actuele informatie over iedere Wellant vmbo-school in de vorm van cijfers, vergelijking met andere scholen en een toelichting door de school zelf, is te raadplegen op de website www.scholenopdekaart.nl (Vensters VO, Vensters voor verantwoording). Op deze website is informatie te vinden over alle middelbare scholen in Nederland. Deze informatie dient ook als publieke verantwoording. Primaire doelgroepen zijn ouders, leerlingen en andere belangstellenden van de school. Wellantcollege gebruikt ‘Vensters VO’ ook intern voor het maken van managementrapportages en het samenstellen van locatiejaarverslagen. De website www.scholenopdekaart.nl ondersteunt tevens leerlingen van groep 8 en hun ouders bij het maken van de schoolkeuze.

Informatie over iedere Wellant vmbo school staat op www.scholenopdekaart.nl De samenwerkingsverbanden zijn: • Stichting Regionaal S.W.V. VO-SVO Eemland • SWV Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht • Samenwerkingsverband VO Amsterdam-Diemen • S.W.V. Amstelland en de Meerlanden • S.W.V. Passend Onderwijs 28.01 • Qinas (Coöperatie samenwerkende schoolbesturen in het Gooi) • S.W.V. V(S)O Duin- en Bollenstreek • S.W.V. VO Regio Utrecht West • S.W.V. VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek • S.W.V. Zuid-Holland West • S.W.V. VO Voorne-Putten-Rozenburg • S.W.V. Passend Onderwijs Dordrecht • S.W.V. VO 28.14 Passend Onderwijs Gorinchem e.o. • S.W.V. Voortgezet Onderwijs Zuid-Utrecht • S.W.V. Voortgezet Onderwijs in de regio Rotterdam (Koers VO)

25


WELLANT MBO

26


4 WELLANT MBO

Wellant mbo wil toonaangevend zijn in het onderwijs. Niet alleen op het beroepsgedeelte, maar ook in vakken als taal en rekenen. Door in te zetten op een maximale talentontwikkeling in een groene, veilige omgeving met veel persoonlijke begeleiding wil Wellantcollege studenten zo goed mogelijk voorbereiden op de arbeidsmarkt of het vervolgonderwijs. De samenwerking met de regio moet daartoe versterkt worden, zodat het onderwijs beter aansluit op de arbeidsmarkt en de interesse van studenten. Binnen de beroepspraktijkvorming ziet Wellantcollege de bedrijven als medeopleider. Door intensief samen te werken met het bedrijfsleven kan adequaat worden ingespeeld op veranderingen in de arbeidsmarkt. 4.1 Cijfers Aantal mbo-studenten Het totaal aantal mbo-studenten is in 2015 met ca. 3% gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar. De daling is daarmee minder van omvang dan het jaar ervoor. Het aantal studenten bij niveau 1 (entree-opleiding) blijft in 2015 op hetzelfde niveau als in 2014. De stabilisatie van het aantal mbo-studenten in 2015 ten opzichte van 2014 lijkt zowel bij de bol- als de bbl-leerweg op te treden.

Voortijdig School Verlaters (VSV) Wellantcollege mbo scoort, evenals in 2014, net iets onder de landelijke norm. Deze landelijke norm wordt jaarlijks bijgesteld op basis van de leerlingenaantallen. Omdat de leerlingenaantallen binnen het mbo dalen, daalt ook de norm. Blijven voldoen aan de norm is binnen het mbo geen vanzelfsprekendheid. Voorkomen van vsv door middel van tijdige signalering, opvolging van structureel verzuim en het handhaven van de zorgplicht tot en met de inschrijving bij de vervolgopleiding blijven belangrijke aandachts- en verbeterpunten.

aantal deelnemers

Aantal mbo-studenten 2011-2015 5000

30%

0

27

Totaal 4046

33%

Totaal 3668

Totaal 3535

42%

41%

35%

36%

22%

20%

37%

3000

1000

Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1

Totaal 4103

4000

2000

■ ■ ■ ■

Totaal 4209

35%

36%

32%

22%

20%

21%

12%

11%

10%

2011-2012

2012-2013

1274 1493 923 519

1368 1472 824 439

2%

2%

2013-2014

2014-2015

2015-2016

1478 1311 857 400

1525 1268 796 79

1446 1288 715 86


4 WELLANT MBO

4.2 Voldoende onderwijskwaliteit (KSF 1) Studenttevredenheid De studententevredenheid wordt om de 2 jaar gemeten met behulp van de landelijke JOB Monitor. In 2015 heeft geen meting plaatsgevonden. Vakgroepen Vakgroepen bestaan uit docenten die op grond van inhoudelijkheid (geven dezelfde vakken of participeren binnen dezelfde opleidingen/opleidingsclusters) over locaties heen een bijdrage leveren aan de inrichting,

inhoud en uitvoering van het onderwijs. In 2015 hebben de voorzitters van de vakgroepen een professionaliseringsprogramma doorlopen om het functioneren van de vakgroepen te versterken. Hierdoor is een professionaliseringsslag gemaakt in de wijze waarop vakgroepen hun zeggenschap kunnen vormgeven en uitoefenen en hoe zij de teamleiders en regiodirecteuren hierbij het beste kunnen betrekken. Het professionalseringstraject is inmiddels afgerond en positief geëvalueerd. De vakgroepen worden onder andere actief betrokken bij de invoering van de herziene kwalificatiestructuur. Zij koppelen passende leereenheden aan de centraal ontwikkelde leertaken en stellen een onderwijs- en examenregeling (OER) op.

aantal deelnemers per 1 oktober

Aantal deelnemers BOL - BBL periode 2007 - 2015 5000 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000

BBL

500

BOL Totaal

0 2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

aantal VSV

Absoluut aantal VSV’ers Wellantcollege mbo

400 350 300 250 200 150 100

VSV’ers per jaar Norm 2015 Norm 2014

50 0 2008-2009

2009-2010

2010-2011

2011-2012

2012-2013

2013-2014

2014-2015 (voorlopig)

28


4 WELLANT MBO

Intensivering taal en rekenen Vanaf het schooljaar 2015-2016 is het centraal examen rekenen 3F verplicht voor mbo 4 examenkandidaten. Dit examen telt niet mee voor diplomering. Voor studenten met dyscalculie of ernstige rekenproblemen is het mogelijk een apart rekenexamen (ER-examen) af te leggen, waarbij aanpassingen zijn gedaan in zowel de eisen (de opgaven zijn eenvoudiger), de hulpmiddelen, als de afnamecondities. De methode “Nu Nederlands” is met ingang van het schooljaar 2015-2016 in alle opleidingen ingevoerd. Daarmee is afstemming, uitwisseling en ontwikkeling over locaties heen gemakkelijker geworden. Verbeteren kwaliteit Beroepspraktijkvorming (BPV) In 2015 is het landelijk onderzoek bij de AOC’s waarmee inzicht wordt verkregen in de kwaliteit van de BPV, in samenwerking met Aequor afgerond. Zowel studenten, coaches als praktijkopleiders namen aan dit digitale onderzoek deel. De resultaten zijn op centraal en op locatieniveau besproken en worden in samenhang met de interne audit, gebruikt om in 2015-2016 op de locaties verbeteringen aan te brengen. De vakgroepen hebben in 2015 met het omschrijven van leeractiviteiten en opdrachten in de BPV dat deel van de onderwijs- en examenregeling vormgegeven. De interne audit examinering en bpv die in het najaar van 2014 is uitgevoerd, heeft in 2015 geresulteerd in aanbevelingen en verbeterplannen, die door de locaties en de bpv-stuurgroep in 2015 zijn uitgevoerd. De scholing en certificering van docenten en praktijkopleiders als assessor voor proeven van bekwaamheid is wederom voortgezet. Ruim 98% van de assessoren onderwijs en assessoren uit het bedrijfsleven is gecertificeerd. In aanloop naar het project “Herijking trajectplanner mbo” is er een start gemaakt met de digitalisering van de aanvraag van de praktijkovereenkomst. Bij de doorontwikkeling in 2016

29

zal er eveneens een koppeling plaatsvinden met stagemarkt / White label. Het aantal bpv-plaatsen is stabiel gebleven. Voor de sectoren groen (hoveniers) en paraveterinair (dierenartsassistent) is nog altijd een gering tekort aan bpv-plaatsen. Praktijkleren Sinds 1998 krijgen AOC’s een aanvullende rijksbijdrage voor praktijkleren. De doelstelling van deze bijdrage is het vormgeven van praktijkleren binnen het groene onderwijs. Aangekondigd is dat vanaf 2016 deze rijksbijdrage komt te vervallen. Met het wegvallen van deze rijksbijdrage staat het leren in de praktijk, het werken met kapitaalintensieve middelen en onder veilige arbeidsomstandigheden, voor alle studenten onder druk. Wellantcollege volgt de koers om vanaf 2015 de beschikbare middelen afbouwend over meerdere jaren in te zetten. Per sector worden oplossingen uitgewerkt om door middel van praktijkleren ook in de toekomst duurzaam, uitdagend en praktijkgericht onderwijs aan te kunnen bieden. Daartoe worden de verbindingen met het regionale bedrijfsleven verstevigd. Examinering mbo Het examenreglement mbo is bijgesteld in verband met het bindend studieadvies (BSA) bij entree-opleidingen. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor examencommissies zijn door de centrale examencommissie (CEC) tegen het licht gehouden en herzien. Afstemming met het reglement van de examencommissie vmbo heeft plaatsgevonden. De verbeterplannen naar aanleiding van de in de maanden september en oktober 2014 gehouden audit m.b.t. examinering & BPV zijn door de CEC getoetst op resultaten. De aanbevelingen uit de rapportage zijn overal overgenomen, maar niet altijd goed vertaald naar concrete acties.


4 WELLANT MBO

Aan alle locaties mbo is gevraagd om aan te geven hoe, wanneer en door wie verbeteringen worden doorgevoerd en in hoeverre dit al gebeurd is. De verbeterplannen zijn daardoor concreter ingevuld en een flink aantal verbeterpunten is inmiddels gerealiseerd. In het kader van kwaliteitsborging door examencommissies zijn in

door studenten. Om vorm te geven aan excellentie in het beroep wordt geparticipeerd in Skills Heroes. Het eigenaarschap hiervoor is belegd bij één regiodirecteur. In juni 2015 is er aangemeld voor de wedstrijden tuinaanleg en bloembinden. Voor groen/tuinaanleg zijn geen voorrondes gehouden, maar zijn excellente studenten gevraagd om deel te nemen. Helaas zijn zij niet in de prijzen gevallen. Wellantcollege Rijnsburg en Houten hebben deelgenomen aan de kwalificatiewedstrijd bloembinden bij Deltion in Zwolle. Malou van der Burg, student Flower Design van Wellantcollege Houten, heeft daar de vierde plaatst behaald. Daarmee is ze doorgegaan naar de landelijke finale, die zij in 2016 met het behalen van een bronzen medaille heeft afgesloten.

Excellentie vergroot de aantrekkingskracht van het beroepsonderwijs. 2015 door elke teamleider twee proeven van bekwaamheid en een examen talen of rekenen bezocht. Daarvan zijn verslagen gemaakt, die ook zijn meegenomen in de functioneringsgesprekken van de teamleiders met ‘hun’ docenten. Hierdoor heeft de vestigingsexamencommissie een beter beeld van hoe de examens verlopen en de beoordelaars hun werk doen. Aan het begin van 2015 werden de resultaten bekend van de zogenaamde ‘PvB-monitor’ (PvB= Proeve van Bekwaamheid). Dit onderzoek is bedoeld om de kwaliteit en de uniformiteit van de uitvoering van de PvB’s over de locaties heen te monitoren. In totaal zijn 22 PvB’s onderzocht, verdeeld over alle regio’s. De uitkomst van de PvB-monitor leverde aanbevelingen op met betrekking tot de spreiding van de inzet van assessoren, de afhankelijkheid van assessoren, het belang van het bezoeken van PvB’s door teamleiders en de voorbereiding van de PvB met voldoende facilitering voor het laatstgenoemde. Vrijwel alle assessoren onderwijs en bedrijfsleven zijn door een extern bureau gecertificeerd. De driejaarlijkse opfriscursus voor assessoren blijkt door een hoog percentage van de opgeroepen assessoren vrijwillig en tot tevredenheid te zijn gevolgd. De herkansingsmogelijkheden voor de instellingsexamens talen, rekenen en beroepsgericht en van de centrale examens talen en rekenen zijn geharmoniseerd. Van de examenresultaten talen en rekenen zijn overzichten per locatie zijn opgesteld, zodat de teamleiders de resultaten van hun locatie kunnen analyseren. Stimuleren excellentie Wellantcollege wil het beste uit leerlingen en studenten halen. De focus ligt hierbij op talentontwikkeling, excelleren en activerend leren. Er is aandacht voor zowel de ontwikkeling van de cognitieve als de niet cognitieve kant. Excellentie vergroot de aantrekkingskracht van het beroepsonderwijs door meer aandacht te geven aan topprestaties, rolmodellen en de identificatie daarmee 30

Verbeteren studiesucces Wellantcollege zet nadrukkelijk in op de kwaliteit van het onderwijs. Gezien de ambitie van Wellantcollege om in het groene domein toonaangevend, kwalitatief hoogstaand onderwijs te verzorgen, streeft hij naar optimale percentages studiesucces. Het jaarresultaat en diplomaresultaat zijn daarbij maatgevend. Het jaarresultaat is gedefinieerd als het aantal gediplomeerden in het jaar als percentage van hetzelfde aantal gediplomeerden plus de ongediplomeerde instellingsverlaters in hetzelfde jaar. Het diplomaresultaat is de verhouding tussen het aantal gediplomeerde instellingsverlaters in een jaar als percentage van alle instellingsverlaters in hetzelfde jaar. Staat van de Instelling De Inspectie van het Onderwijs voerde in januari en februari 2014 een onderzoek naar de staat van de instelling uit bij het mbo van Wellantcollege. Op basis van de resultaten uit het onderzoek concludeerde de Inspectie dat de kwaliteitsborging bij Wellantcollege voldoende is en niet leidt tot vervolgtoezicht op instellingsniveau. Bij het onderzoek bleek dat er wel enkele risico’s voor de kwaliteit van het onderwijs waren op opleidingsniveau. Bij de opleiding “Assistent medewerker voedsel en leefomgeving”, niveau 1, locatie Rijnsburg werd de kwaliteit van de examinering en de kwaliteitsborging met een onvoldoende beoordeeld. Bij de opleiding “Logistiek vakman”, niveau 3, locatie Aalsmeer werd de kwaliteitsborging met een onvoldoende beoordeeld. Bij deze opleidingen was vervolgtoezicht nodig. Ter voorbereiding hierop is intern een Wellant-breed onderzoek gedaan naar de uitvoering van de examinering en de


4 WELLANT MBO

Diplomaresultaat mbo Wellancollege 80

Percentage

78 76 74 72 70 68 66 64 62 60 58 2009-2010 ■ Wellantcollege ■ Vergelijkingsgroep (sector Landbouw)

2010-2011

2011-2012

2012-2013

2013-2014

69,8%

73,9%

72,0%

75,1%

77,6%

2014-2015 78,7%

71,9%

72,1%

71,6%

75,4%

75,5%

78,1%

2009-2010

2010-2011

2011-2012

2012-2013

2013-2014

69,1%

70,9%

70,0%

73,7%

75,6%

76,7%

71,5%

71,2%

71,1%

74,7%

74,6%

77,2%

Jaarresultaat mbo Wellantcollege Percentage

78 76 74 72 70 68 66 64 62 60 58

■ Wellantcollege ■ Vergelijkingsgroep (sector Landbouw)

BPV. De rapportage van dit onderzoek is in november 2014 naar de inspectie gestuurd. In november 2015 is op basis hiervan door de inspectie een onderzoek naar kwaliteitsverbetering mbo op opleidingsniveau uitgevoerd. Het resultaat hiervan was dat beide opleidingen met voldoende werden beoordeeld. Daarmee is het onderzoek naar de staat van de instelling 2014/2015 afgerond. Pilot nieuw waarderingskader onderwijsinspectie In april 2015 heeft Wellantcollege meegewerkt aan een inspectieonderzoek in het kader van de pilot waarderingskader mbo16. Naast onderzoek op het 31

2014-2015

niveau van de instelling zijn kwalificatiedossiers in Rijswijk en Houten onderzocht. Het resultaat van deze pilot is dat er op instellingsniveau geen eindoordeel is gegeven. Daarvoor kende het pilotonderzoek een te beperkte reikwijdte. Wel is een toelichting gegeven op de bevindingen van de inspectie op instellingsniveau. Op opleidingsniveau werd geconcludeerd dat de drie onderzochte opleidingen voldoende onderwijskwaliteit hebben op de gebieden onderwijsresultaten, onderwijsproces, examinering en diplomering en schoolklimaat en veiligheid. Het gebied kwaliteitszorg en ambitie is echter onvoldoende. Dit heeft geleid tot aanscherping van de kwaliteitszorgcyclus.


4 WELLANT MBO

4.3 Innovatie (KSF 2) Meerjarig investeringsprogramma Het Meerjarig Investerings Programma (MIP) van Wellantcollege heeft als doelstelling een versnelling te geven aan de realisatie van de strategische visie en de daarop gebaseerde ambities. Het programma wordt bekostigd uit middelen die beschikbaar zijn gesteld door het Ministerie van Economische Zaken. In 2014 is gestart met de uitvoering van het programma dat bestaat uit een veertigtal deelprojecten. Bij de start van het MIP was de ambitie om het merendeel van de doelstellingen in de kalenderjaren 2014 en 2015 te realiseren. Toen bleek dat het behalen van de doelstellingen meer tijd zou vragen is hierop een bijstelling gedaan door de looptijd van het MIP te verlengen tot en met het gehele kalenderjaar 2016, met een mogelijke uitloop naar de eerste helft van 2017. Het tijdig kunnen bemensen van projecten is van belang bij het voorkomen van een verdere uitloop van het MIP. De verwachting is dat met de maatregel om het MIP te verlengen, dit beter kan worden gerealiseerd. De resultaten van het MIP worden onderdeel van de staande organisatie. De doelstellingen van het MIP zijn voor een groot deel gebaseerd op de realisatie van kenniscentra in de ontwikkeling “van school naar kenniscentrum”. In 2014 zijn de geplande kenniscentra opgezet en in 2015 verder vormgegeven. 32

• Aalsmeer: agrobusiness en groene technologie Het Groen Onderwijscentrum (GO) verwerft in toenemende mate een positie in de regio als kenniscentrum waar teelt, handel en techniek centraal staan. Samen met de Amsterdam Economic Board, de Greenport, Inholland en het regionale bedrijfsleven wordt een versterking van de positie van het tuinbouwonderwijs gerealiseerd. Het organiseren van evenementen en wervingsactiviteiten, kennisbijeenkomsten, projecten voor studenten in authentieke leeromgevingen, samenwerking mbo-hbo en het opzetten van een 'Leven Lang Leren' leveren daaraan een bijdrage. Het meeting point van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Tuinbouw en Uitgangsmaterialen is, samen met de andere activiteiten van het CIV, onderdeel van het kenniscentrum. • Amsterdam: voeding en gezondheid Het kenniscentrum voeding en gezondheid wordt gepositioneerd als de Food Academy. Dit is een samenwerking tussen Wellantcollege en Inholland met de opleidingen Food en Food Commerce & Technology waarbinnen de doorlopende leerlijn steeds verder vorm krijgt. De bundeling van expertise en de samenwerking met het bedrijfsleven vormen de basis van het kenniscentrum.


4 WELLANT MBO

• Houten: leefomgeving (inclusief bloem) en diermanagement In Houten is in 2015 gestart met de realisatie van het kenniscentrum. Dit kenniscentrum ontwikkelt zich als regiopartner met de focus op de groene leefomgeving (incl. bloem), melkveehouderij en paraveterinair. Door het vergroten van de externe gerichtheid is het netwerk sterk uitgebreid. De regionale kennisagenda is in kaart gebracht. In toenemende mate participeren studenten in projecten waarbij authentieke leersituaties centraal staan. In 2015 is 'Leven Lang Leren' vormgegeven door het inrichten van de organisatie, het realiseren van een aanbod en de uitvoering van activiteiten. • Rotterdam: water, urban green en klimaat In de regio Rotterdam (locaties Rotterdam, Dordrecht, Gorinchem) wordt het kenniscentrum rond de thema’s water, urban green en klimaat vormgegeven op basis van de pilot regioleren. De basis is gelegd voor het leren in en met de regio door studenten. Projecten vanuit de samenwerking onderwijs, overheid en bedrijfsleven (Triple Helix) op basis van de kennis- en innovatie agenda van de regio gaan onderdeel uitmaken van de curricula. Hiermee wordt een impuls gegeven aan het leren op basis van authentieke leersituaties en het flexibiliseren van het onderwijs binnen Wellantcollege. Daarnaast wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkelingen in de regio. Ter ondersteuning van deze activiteiten en het vergoten van de instroom ten behoeve van de waterleidingbedrijven is een aanvraag ingediend bij en gehonoreerd door het Regionaal Investering Fonds. De publiek- private samenwerking is eind 2015 van start gegaan. • Delft: teelt en techniek In Delft heeft het kenniscentrum verder vorm gekregen door de realisatie van het tweede jaar van de opleiding GreenTec en de versterking van de samenwerking met de onderwijspartners Inholland en ROC Mondriaan. In toenemende mate wordt het bedrijfsleven betrokken. Op de locatie Westvliet (Wellant vmbo) is gestart met de Tecklas. Bij het vormgeven van de kenniscentra en het realiseren van andere Wellant-ambities spelen thema’s als internationalisering, ICT-toepassingen in het onderwijs, duurzaamheid, onderwijsontwikkeling en professionalisering een belangrijke rol. Deze thema’s worden binnen het MIP opgepakt door middel van een groot aantal deelprojecten in een samenwerking tussen de locaties in de regio en de ondersteunende diensten. Waar mogelijk worde ook de vertaling naar het vmbo gemaakt. 33

In 2015 zijn de volgende thema’s verder vormgegeven: • Internationalisering • ICT-toepassingen in het onderwijs • Duurzaamheid • Onderwijsontwikkeling • Professionalisering 21st Century Skills Wellantcollege kiest ervoor om voorloper te worden in het aanbieden van onderwijs met 21st century skills. Zo worden studenten voorbereid op een 'Leven Lang Leren' en werken in de moderne netwerksamenleving. Door het aanbod van het onderwijs af te stemmen op het leerproces van de student, zal maatwerk in de praktijk vorm krijgen. Binnen het MIP-thema “ICT-toepassingen in het onderwijs”, is in 2015 de Elektronische Leeromgeving (ELO) verder doorontwikkeld. De focus lag op de huidige pilotlocaties en pilotopleiding. De implementatie van de ELO op andere mbo-locaties wordt gekoppeld aan de invoering herziening kwalificatiestructuur (MBO 2016) en zal in 2016 plaatsvinden. Innovatielab Dordrecht Op de locatie Dordrecht van Wellantcollege is in 2015 het eerste innovatielab, binnen de MIP, ingericht. Het innovatielab zal vanaf 2016 een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van school naar kenniscentrum waarbij medewerkers, studenten en bedrijfsleven nauw samenwerken met betrekking tot innovatieve ideeën, processen, productontwerpen of diensten binnen hun opleidingsgebied voor de beroepspraktijk. Het innovatielab creëert randvoorwaarden op basis waarvan studenten worden aangezet tot het anders kijken naar de beroepspraktijk van vandaag en daagt hen uit om vernieuwende oplossingen te ontwikkelen. Studenten leren binnen het concept van het innovatielab projectmatig te werken, te denken in kansen en de ondernemendheid wordt bevorderd. Tevens biedt het de studenten de mogelijkheid om te kunnen excelleren, hun talenten nog verder te kunnen ontwikkelen en mogelijk hun cv te versterken. Studenten met lef die net iets meer willen krijgen daarmee een kans om zich te profileren met de daarbij behorende persoonlijke ontwikkeling. Het is de ambitie dat binnen het innovatielab wordt samengewerkt met studenten van het hbo (Inholland). Project mbo2016 Het project mbo2016 heeft de doelstelling uitvoer te geven aan de HKS (Herziene Kwalificatie Structuur) die in augustus 2016 landelijk wordt ingevoerd. Tegelijkertijd is het doel om harmonisatie,


4 WELLANT MBO

samenwerking en synergie te realiseren. In 2015 is per opleidingscluster (agro, bloem, groen, food, dier, paard) een werkgroep van docenten geformeerd. Zij hebben de nieuwe kwalificatiedossiers vertaald naar een clusterbrede opleidingsstructuur. Deze structuur is de kapstok voor de uitvoering van het onderwijs en voor de diversiteit van opleidingen binnen de clusters. Hiermee borgt Wellant dat binnen een opleidingscluster dezelfde uitgangspunten worden gehanteerd. Er is een overkoepelende database ontwikkeld waarin vaardigheden en gedrag over alle kwalificatiedossiers heen zijn geborgd door middel van een vijftal gemeenschappelijke cluster-leertaken. De vakgroepen leverden input en deden voorstellen in het kader van het onderhouden en actualiseren van de opleidingen/opleidingsclusters. Deze werkwijze heeft geleid tot vergroting van draagvlak. De werkwijze riep ook discussie op over de mate van regionale inkleuring versus uniforme uitvoering van identieke opleidingen op verschillende locaties. In 2016 zullen de curricula inclusief de inbedding van de keuzedelen op opleidingsniveau geleverd worden. Opleidingsportfolio Het opleidingsportfolio dat in 2014 al vernieuwing had ondergaan, is in 2015 verder uitgerold. Er is vanuit het oogpunt van doelmatigheid gekeken naar strategie en innovatie aan de ene kant en efficiëntie en concentratie van aantallen studenten aan de andere kant. In 2015 zijn de onderzoeksgegevens geïnventariseerd. Dit is de opmaat geweest voor het proces om te komen tot een macrodoelmatig opleidingsportfolio. Dit proces krijgt een vervolg in 2016. De mbo opleiding niveau 1 Entree is in september 2014 gestart en nauwlettend gevolgd. De projectgroep, die het hele proces heeft ingericht en ontwikkeld, heeft in 2015 het kaderdocument, inclusief de regeling voor het bindend studieadvies, voor de opleiding opgeleverd. In 2015 zijn geen bindende studieadviezen afgegeven en na de diplomering stroomden studenten uit naar werk of naar mbo niveau 2.

4.4 Versterken regionale samenwerking (KSF 3) Centra voor Innovatief Vakmanschap Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV’s) sluiten nauw aan op de door het kabinet benoemde economische topsectoren. Voor het derde jaar na de start participeert Wellantcollege in het CIV Tuinbouw & Uitgangsmaterialen (T&U). Binnen het CIV T&U wordt 34

gewerkt aan de verbetering van de samenwerking tussen kennis- en onderwijsinstellingen en tussen onderwijs en bedrijfsleven binnen de tuinbouwketen. De samenwerkende kennis- en onderwijsinstellingen ontwikkelen samen met het bedrijfsleven onderwijsmodules die voldoen aan hoge kwaliteit en de actualiteit goed weergeven. Naast de reeds ontwikkelde modules is er een aantal nieuwe in ontwikkeling. Bij Wellant mbo in Aalsmeer is een meetingpoint operationeel dat een bijdrage levert aan de ontwikkeling van school naar kenniscentrum en onderdeel uitmaakt van het landelijk dekkende netwerk van meetingpoints. De doelstelling van het CIV T&U en de Kenniscentra van Wellantcollege met betrekking tot het intensiveren van de samenwerking tussen onderwijsinstellingen, onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven moet resulteren in modern en kwalitatief hoogstaand middelbaar beroepsonderwijs. Daarnaast is het vergroten van de instroom één van de opgaven. Wellantcollege was ook betrokken bij de in 2013 opgerichte CIV Agri & Food (A&F), waaraan het kenniscentrum voeding en gezondheid (Food Academy) mede uitvoering gaf. In 2015 is het besluit genomen om de participatie in het CIV A&F te beëindigen. Geconstateerd werd dat de investering in de samenwerking met kennis- en onderwijsinstellingen in onvoldoende mate leidde tot het realiseren van de doelstellingen en daarmee de gewenste resultaten. Wellant mbo in Amsterdam is in ontwikkeling van school naar kenniscentrum. De activiteiten van het meetingpoint Food, geïnitieerd vanuit het CIV A&F, zullen voor het merendeel worden voortgezet vanuit de Food Academy. Wellantcollege zal zich daarbij vooral richten op de maatschappelijke vraagstukken en beleving van Food in de Randstad, in het bijzonder “Groot Amsterdam” en de metropool regio Rotterdam-Den Haag.

4.5 Internationalisering (KSF 4) Zowel vanuit arbeidsmarkt- als maatschappelijk perspectief blijft internationalisering een speerpunt van Wellantcollege. Resultaten van de lijn die in 2013 is ingezet met het Meerjarig Investeringsprogramma (MIP), zijn het afgelopen jaar zichtbaar geworden. De inspanningen zijn in december bekroond met de ontvangst van de Erasmus+ VET Mobility Charter. Dit kwaliteitscertificaat is een Europese erkenning van het hoge kwaliteitsniveau van de internationaliseringsactiviteiten van Wellantcollege. Het bureau internationalisering als centraal aanspreekpunt en loket voor ondersteuning


4 WELLANT MBO

en facilitering, is inhoudelijk vormgegeven en operationeel gemaakt. PotentiĂŤle partners uit het buitenland weten het bureau te vinden via de Engelstalige website. Tegelijkertijd zijn vervolgstappen gezet voor verdere ontwikkeling na het MIP. De Wellantbrede visie op internationalisering en internationale samenwerking is vertaald naar beleidsdocumenten voor de korte en middellange termijn, en kritieke succesfactoren voor internationalisering in vmbo en mbo. Het aanbieden van een aantoonbaar verzwaard onderwijsprogramma met internationale vaardigheden voor excellente mbostudenten is voorbereid. Het verwerven van internationale competenties is opgenomen in het keuzedeel van de herziene kwalificatiestructuur in het mbo. Gestart is met een verkenning van de mogelijkheden om delen van het onderwijscurriculum in een vreemde taal aan te bieden in het mbo. Het samenwerkingsverband met

35

buitenlandse partnerscholen voor de uitwisseling van studenten binnen Wellant mbo, internationale projecten en deskundigheidsbevordering van medewerkers, heeft vruchten afgeworpen. Ruim 100 studenten zijn op internationale beroepspraktijkvorming (ibpv; stage in het buitenland) geweest. Dankzij de uitwisselingsovereenkomst kan dat zonder verlies van tijd en studiepunten. Om het samenwerkingsverband verder uit te breiden, zijn contacten met nieuwe scholen en netwerken opgedaan in o.a. Oostenrijk en Spanje. Met een onderwijspartner op Malta is een maatwerktraject opgezet om docenten verder te bekwamen in een moderne vreemde taal, met nadruk op didactiek en vakinhoud. De eerste twee groepen Wellant-docenten hebben deze taalcursus met succes doorlopen. Strategische partnerschappen en internationale netwerken als The Dutch Alliance en EUROPEA worden steeds belangrijker voor het realiseren


4 WELLANT MBO

van im- en export van kennis en voor internationaliseringsactiviteiten die zowel binnen als buiten Europa plaatsvinden. De samenwerking tussen kennisinstellingen uit de groene onderwijskolom, bedrijfsleven en overheid is geïntensiveerd om beter te kunnen voldoen aan de vraag naar capaciteitsopbouw en ondersteuning. Wellantcollege participeert in het borderless network en neemt actief deel aan de zogenaamde landentafels vanuit Economische Zaken. De handelsmissies naar India en Sri Lanka hebben opvolging gekregen met een bezoek van de Sri Lankaanse minister van landbouw aan Wellantcollege, training- of trainersprogramma’s en de start van een Partners for International Business (PIB)traject in een consortium met bedrijven uit de zuivelsector en de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland als overheidspartner.

4.6 Informatie op locatieniveau Aalsmeer Aantal deelnemers per 1 oktober 2014-2015

2015-2016

164

129

BBL BOL

356

355

Totaal

520

484

Aangeboden beroepsopleidingen Niveau

1

2

3

4

Bloemendetailhandel

x

x

x

Dierverzorging 2

x

Groene detailhandel

x

Logistiek vakman

x

x

x

Natuur en groene ruimte 2

x

Natuur en groene ruimte 3

x

Natuur en groene ruimte 4

x

Paraveterinaire onder­ steuning

x

Productiedieren Recreatiedieren Teelt 2/3

x

Teelt 4

x

x

x

x

x x

Onderwijsrendementen 2013-2014

2014-2015

Jaarresultaat

73%

75%

Diplomaresultaat

80%

82%

36

De jaarresultaten zijn licht verbeterd t.o.v. het vorige jaar. Wat opvalt, is de afname van het aantal leerlingen in de BBL. Dat komt omdat er geen niveau 4 BBL meer aangeboden wordt. De teruglopende vraag naar werknemers in m.n. de richting Stedelijk Groen is een tweede oorzaak. Wellant mbo in Aalsmeer heeft een goed imago in de regio. Op de indicator medewerkerstevredenheid scoort de vestiging goed. Hoewel de locatie te maken heeft met een hoge gemiddelde personeelsleeftijd, ontbreekt het de mensen niet aan ambitie en daadkracht. Door pensionering zal er de komende jaren afscheid genomen worden van ruim één derde van het personeel. Er wordt veel tijd geïnvesteerd in de voorbereiding van mbo 2016 en de HKS. De studentenraad is actief in de organisatie. Er is dit jaar fors ingezet op het tegengaan van uitval waardoor het vsv % op het landelijk gemiddelde is gekomen. De onderwijsondersteuning doet het goed als het gaat om het binnenhouden van studenten (al of niet met externe hulp) en ervoor zorgen dat ze hun diploma behalen. Er wordt verder gewerkt aan de kwaliteitsverbetering van de opleidingen, verbeteren van de begeleiding van de studenten en het versterken van internationale samenwerking. Daarnaast wordt er gewerkt aan duurzaamheid. Op het terrein van de interne doorstroom is een begin gemaakt met de uitvoering van een communicatieplan mbo-vmbo. De daaruit voortvloeiende doe-activiteiten brengen het mbo groen beter onder de aandacht van de vmbo leerlingen. Het Groen Onderwijscentrum (GO) heeft na drie jaar een onmisbare positie in Aalsmeer gekregen. De relatie met het bedrijfsleven is door de activiteiten zoals de GO cafés sterk verbeterd. Acties op het vmbo zoals “Green meets jeans”, “the power of flower” en innovatieprojecten dragen goed bij aan de versterking van het mbo. Rond Pasen 2015 hebben de mbo studenten een bezoek gebracht aan Israël in het kader van een demonstratie-stage bloemwerk waar leerlingen les gaven bij een groothandel aan ruim 100 medewerkers. Twee oud studenten van de opleiding Flower Design zijn bij het Nederlands Kampioenschap Bloemschikken eerste en derde geworden. Daar is de locatie trots op. De locatie is trots op de wijze waarop zij een veilig klimaat voor haar studenten biedt. De studenten vinden de school gezellig en komen graag. Ze werken via Event (dier) en PvB’s veel samen met bedrijven en instellingen. Dit jaar is er bijvoorbeeld 45 dagen samengewerkt met de Keukenhof.


4 WELLANT MBO

Amsterdam Linnaeus

Amsterdam Boelelaan Aantal studenten per 1 oktober

Aantal studenten per 1 oktober

2014-2015

2015-2016

2014-2015

2015-2016

BBL

-

-

BBL

68

99

BOL

61

67

BOL

5

3

Totaal

61

67

Totaal

73

102

Aangeboden beroepsopleidingen Niveau

1

Aangeboden beroepsopleidingen 2

3

4

Niveau

1

In- en verkoop vershandel

x

Entree opleiding

x

Natuurvormgever

x

Natuur en groene ruimte 2

Voedingsmanagement

x

Natuur en groene ruimte 3

Onderwijsrendementen

2

3

4

x x

Onderwijsrendementen 2013-2014

2014-2015

2013-2014

2014-2015

Jaarresultaat

-

46%

Jaarresultaat

71%

85%

Diplomaresultaat

-

46%

Diplomaresultaat

88%

79%

De eerste cijfers over studiesucces geven aan dat er nog veel in ontwikkeling en voor verbetering vatbaar is. Het team wordt groter en ontwikkelt zich op het dragen van teamverantwoordelijkheid. Er is meer stabiliteit qua aanstellingen en daardoor is teamopbouw mogelijk. Wat

Het jaar 2015 was voor Linnaeus een jaar met veel veranderingen. De twee gezichtsbepalende vakdocenten zijn met pensioen gegaan en er is een heel nieuw team aangetreden. Er is een groei van het aantal bblstudenten door een verbetering in de samenwerking met Panthar. Deze ontwikkeling heeft geleid tot nieuw elan op de locatie. Dat resulteerde in een nieuwe en betere samenwerking met het bedrijfsleven. Het meest in het oog springende voorbeeld hiervan is de “groene” betrokkenheid bij de opening van het van Gogh Museum in september 2015. Andere projecten zijn met andere locaties van Wellant mbo (Aalsmeer en Rijnsburg) en Flora Holland uitgevoerd. Er wordt hard gewerkt aan kwaliteitsverbetering van de opleiding en het begeleiden van studenten.

Studenten in het derde jaar werken samen met studenten van het hbo. betreft de zorg en begeleiding is er een eerste aanzet gemaakt om de zorgstructuur op te zetten en is er een pluscoach aangesteld. In 2015 hebben studenten voor het tweede jaar aan internationale activiteiten deelgenomen. Studenten van het 3e leerjaar hebben ruim zeven weken in het buitenland de beroepspraktijkvorming gedaan. In 2014 werden de landen Duitsland, Finland, Amerika, Spanje en Italië aangedaan. Dit jaar zijn het Italië, Spanje, Engeland en België geweest. In kader van de samenwerking met de Food Academy is er voor de tweede maal gestart met de innovatieklas. Studenten van het 3e jaar werken samen met studenten van het hbo. Hbo- studenten coachen de mbo-studenten en ze werken samen aan realistische opdrachten. Op deze manier leren studenten samenwerken in een team, krijgen inzicht in wat er op het hbo wordt verwacht en doen ervaring op met het werken aan een opdracht vanuit het bedrijfsleven. 37


4 WELLANT MBO

Delft

Dordrecht

Aantal studenten per 1 oktober

Aantal studenten per 1 oktober

2014-2015

2015-2016

2014-2015

2015-2016

BBL

-

-

BBL

80

70

BOL

17

30

BOL

354

361

Totaal

17

30

Totaal

434

431

Aangeboden beroepsopleidingen Niveau

1

Aangeboden beroepsopleidingen 2

Teelt 4

3

4

Niveau

x

Bloemendetailhandel

1

Dierverzorging 2 Onderwijsrendementen

Entree opleiding 2013-2014

2014-2015

Gezelschapsdierenbranche

Jaarresultaat

-

-

Natuur en groene ruimte 2

Diplomaresultaat

-

-

Natuur en groene ruimte 3

In Delft werkt Wellant mbo samen met het Mondriaan College. Wellant verzorgt de Green Tec opleiding en Mondriaan de andere techniekopleidingen. Een opleiding starten vraagt veel. Na alle voorbereidende werkzaamheden wordt het programma inhoudelijk continu onderling afgestemd. Terugkijken op de ervaringen van het eerste jaar en vervolgens bijstellen. De studenten werken naast de beroepspraktijkvorming in projecten. Ontwikkelingen hierin zijn in volle gang. Naast deze inhoudelijke ontwikkelingen vraagt het in de markt zetten van deze nieuwe opleiding veel aandacht.

38

2

3

4

x

x

x

x

x

x x x x

Natuur en groene ruimte 4

x

Natuurvormgever

x

x

Paardensport

x

x

Paraveterinaire ondersteuning

x

Recreatiedieren

x

x

Zorg, natuur en gezondheid

x

x

Onderwijsrendementen 2013-2014

2014-2015

Jaarresultaat

70%

78%

Diplomaresultaat

72%

78%


4 WELLANT MBO

De instroom van bol- en bbl-studenten ligt ongeveer op hetzelfde niveau als vorig jaar. Er is stevig ingezet op een goede intake om snel een relatie op te bouwen met studenten en tussentijdse uitval te voorkomen. Dit droeg bij aan een goed resultaat waar het gaat om vsv. Ook onderwijsrendementen zijn op orde. Dit is mede het gevolg van het nauwgezet volgen van de procedures. Het opleidingenportfolio is niet gewijzigd. Mbo Dordrecht wil studentbetrokkenheid verhogen en heeft in 2015 een formele studentenraad opgericht. Hiervoor hebben verkiezingen plaatsgevonden. De studentenraad overlegt met het management en de docenten. Ook is in mbo Dordrecht een enthousiast team studentambassadeurs actief geworden. De samenwerking met Da Vinci College op het gebied van ‘meelopen’ is in 2015 gestart. Het regioleren is in 2015 nog niet voldoende van de grond gekomen. Wel is er een regionale agenda Drechtsteden opgesteld en vastgesteld, die regionale thema’s en prioriteiten benoemd waar mbo Dordrecht in het kader van regioleren op gaat aansluiten. Voor het schooljaar 2016-2017 is dit prioriteit. Voorafgaand aan het schooljaar 2015-2016 heeft de locatie de formatie beperkt om te voorkomen dat een te negatief exploitatieresultaat zou worden geboekt. Dit resulteerde in een beperking van het exploitatietekort. Gorinchem

in Gorinchem is in 2015 niet gelukt. De populatie blijft redelijk stabiel. Samen met vijftien partners uit onderwijs en bedrijfsleven is een aanvraag ingediend bij het regionaal investeringsfonds (RIF). De aanvraag ‘Waterroute’ is toegekend en in 2015 gestart. Met de RIF geeft mbo Gorinchem regioleren vorm, door projecten te verwerven via een kenniswerkplaats, onderwijs te flexibiliseren, de markt voor 'Leven Lang Leren' te bedienen en het vakgebied ‘water’ goed onder de aandacht te brengen bij vmbo-leerlingen. Wellantcollege maakt actief deel uit van de gebiedscoalitie AlblasserwaardVijfheerenlanden. Met de RIF en een gerichte campagne op het VO hoopt Gorinchem de groei te gaan realiseren. Wellant mbo in Gorinchem werkt onder één dak samen met het ROC Da Vinci College. Het doel is om gezamenlijk een sterk mbo voor Gorinchem en omgeving te creëren. De locatie heeft een scherp profiel met een portfolio van groene en blauwe opleidingen in aansluiting op de regionale agenda. Gouda Aantal studenten per 1 oktober 2014-2015

2015-2016

BBL

60

48

BOL

309

247

Totaal

369

295

Aangeboden beroepsopleidingen

Aantal studenten per 1 oktober 2014-2015

2015-2016

BBL

166

146

BOL

90

90

256

236

Totaal

Niveau

1

2

3

4

Bloemendetailhandel

x

x

x

Dierverzorging 2

x

Natuur en groene ruimte 2

x

Natuur en groene ruimte 3 Aangeboden beroepsopleidingen Niveau

1

x

Natuur en groene ruimte 4 2

3

4

Paardensport

Groene detailhandel

x

x

x

Natuur en groene ruimte 2

x

Paraveterinaire onder­steuning

Natuur en groene ruimte 3

x

Natuur en groene ruimte 4

x

x x

x x

Productiedieren

x

x

Recreatiedieren

x

x

Zorg, natuur en gezondheid

x

x

Onderwijsrendementen 2013-2014

2014-2015

Jaarresultaat

69%

77%

Diplomaresultaat

69%

79%

De rendementen in Gorinchem zijn stijgend. Dit is vooral het gevolg van een goede begeleidingsstructuur. ‘De student centraal’ is in Gorinchem echt van toepassing. De noodzakelijke groei van de bol-opleidingen 39

Onderwijsrendementen 2013-2014

2014-2015

Jaarresultaat

84%

86%

Diplomaresultaat

85%

85%

Wellant mbo in Gouda kenmerkt zich door een goed pedagogisch klimaat. Studenten worden intensief begeleid. Op de locatie Gouda is het aantal opleidingen de


4 WELLANT MBO

SUBSIDIE VOOR INNOVATIEVE WATEROPLEIDINGEN Wellantcollege heeft subsidie gekregen uit het Regionaal Investeringsfonds van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor het project ‘Waterroute’. In het project Waterroute werkt Wellantcollege samen met het bedrijfsleven, de overheid en andere onderwijsinstellingen aan innovatieve Wateropleidingen die direct aansluiten op de vraag vanuit de arbeidsmarkt. Grote werkgelegenheid Het klimaat verandert. Dat zorgt voor veel vraagstukken op het gebied van ‘Water’ (voorkomen van wateroverlast, kunnen beschikken over voldoende schoon drinkwater, tegengaan van overstromingen). De waterrijke regio waar Gorinchem in ligt heeft daar dagelijks mee te maken. In het bedrijfsleven zie je dat terug in een grote vraag naar mbo en hbo studenten die naast kennis van water, ook bijvoorbeeld kennis hebben van duurzaamheid, ict en infratechniek. Dat vraagt om gerichte opleidingen van hoge kwaliteit. Innovatieve Wellant mbo opleidingen Wellantcollege werkt met o.a. Waterschap Rivierenland, School & Bedrijf, BlauwZaam en Inholland samen aan het opleiden van studenten die aan de vraag van de arbeidsmarkt kunnen voldoen. Opleidingen op mbo-niveau 4 waarmee studenten direct aan het werk kunnen of waarmee ze gericht kunnen doorstromen naar het hbo.

40

De subsidie die Wellantcollege heeft gekregen voor het project ‘Waterroute’ valt onder een grotere subsidie van 72 miljoen euro die minister Jet Bussemakers van Onderwijs vrij maakt uit het Regionaal Investeringsfonds mbo voor vernieuwende initiatieven van bedrijfsleven en onderwijsinstellingen. Een onafhankelijke commissie beoordeelde de voorstellen op criteria als aansluiting onderwijs arbeidsmarkt, uitvoerbaarheid en duurzaamheid van het samenwerkingsverband. Van de 53 aanvragen zijn er 29 gehonoreerd.


4 WELLANT MBO

afgelopen jaren afgebouwd. Zo zijn de opleidingen voor paard en bloem verplaatst naar Houten en is in 2015 door een gebrek aan deelnemers gestopt met de opleiding Stedelijk Groen, Bos en Natuurbeheer. Gevolg is een terugloop van het aantal studenten. In de brede regio van Gouda heeft er vanuit het Meerjarig InvesteringsProgramma (MIP) een regionale verkenning plaatsgevonden bij de levensmiddelenindustrie. Er blijkt behoefte te zijn aan een bbl-opleiding gericht op niveau 2 en 3. In 2015 is voor het eerst een studiereis, in het kader van internationalisering, voor de eerstejaars studenten naar London georganiseerd. In samenwerking met de locatie Houten is een vakgericht programma in deze wereldstad uitgevoerd. Houten Aantal studenten per 1 oktober 2014-2015

2015-2016

BBL

274

246

BOL

741

771

1015

1017

Totaal

piekmomenten was er een lokalentekort. Met hulp van de gemeente is dit opgelost middels extra lokalen in het pand de Slinger. Tegelijkertijd zijn de voorbereidingen getroffen voor extra lokalen op het parkeerterrein voor het vmbo. In het voorjaar van 2015 heeft Wellant mbo geparticipeerd in een pilot van de inspectie. Doel was toetsing van het nieuw te ontwikkelen inspectiekader. Tijdens dit onderzoek was meer dan in het huidige toezichtskader aandacht voor de inbreng van studenten en het bedrijfsleven. Verder stonden de eigen ambities van het team meer centraal. Het onderzoek is goed verlopen. De inspectie had veel waardering voor de bezochte lessen. Het rapport heeft een aantal aanbevelingen opgeleverd om de kwaliteitszorg op teamniveau beter te borgen. Dit jaar heeft het kenniscentrum leefomgeving en diermanagement verder vorm gekregen vanuit het Meerjarig InvesteringsProgramma. In samenwerking met het bedrijfsleven en andere regionale partners zijn verschillende projecten vormgegeven. Gestaag ontwikkelt zich een netwerk waar het kenniscentrum de komende jaren op voort kan bouwen. Rijnsburg

Aangeboden beroepsopleidingen Niveau

1

Bloemendetailhandel Dierverzorging 2 Entree opleiding

2

3

4

x

x

x

x x

Groen, grond, infra

x

x

x

Groene detailhandel

x

x

x

Natuur en groene ruimte 2

x

Natuur en groene ruimte 3

Aantal studenten per 1 oktober 2014-2015 BBL

171

147

BOL

127

152

Totaal

298

299

Aangeboden beroepsopleidingen Niveau

x

1

2

3

4

x

x

x

x

x

x

Bloemendetailhandel

x

Entree opleiding

Paardensport

x

Logistiek vakman

x

Paraveterinaire onder­steuning

x

Natuur en groene ruimte 2

x

Natuur en groene ruimte 4 Natuurvormgever

x

x

x

Natuur en groene ruimte 4

Recreatiedieren

x

x

Natuurvormgever Teelt 2/3

Onderwijsrendementen

x

Natuur en groene ruimte 3

Productiedieren

x x x x

x

x

Teelt 4 2013-2014

2014-2015

Jaarresultaat

79%

78%

Diplomaresultaat

81%

80%

Het aantal studenten en de onderwijsrendementen stabiliseren zich. Doordat Wellant vmbo in Houten ieder jaar groeit en Wellant mbo meer begeleide onderwijstijd verzorgt in het kader van focus op vakmanschap, ontstond er in 2015 een huisvestingsprobleem. Op de 41

2015-2016

x

Onderwijsrendementen 2013-2014

2014-2015

Jaarresultaat

83%

79%

Diplomaresultaat

89%

80%

Wellant mbo in Rijnsburg heeft in 2015 mooie slagen gemaakt in de verbetering van het onderwijs. De inspectie heeft, na het inspectiebezoek bij de Entree


4 WELLANT MBO

opleiding, positief gereageerd op de verbeteringen die daar hebben plaatsgevonden. Vooral de gezamenlijke ontwikkeling van de ELO (elektronische leeromgeving), door de docenten van alle studierichtingen op alle opleidingsniveaus, werd positief ontvangen. De docenten zijn geschoold in het gebruik hiervan en de inzet bij gepersonaliseerd leren. De ELO werd door de inspectie beschreven als het vliegwiel van de onderwijsinnovatie op Rijnsburg. Met de ELO hebben we een instrument dat maatwerktrajecten, mogelijkheden tot versnellen van de opleiding en regioleren, makkelijker en inzichtelijker maakt. Vanuit Rijnsburg vinden initiatieven plaats tot het uitrollen van de ELO binnen Wellantcollege. De scholing van alle avo-docenten tot assessor heeft ervoor gezorgd dat het bedrijfsleven bij hen bekender is geworden. Zij nemen nu ook PvB’s af op de bedrijven. Door die bekendheid wordt er in de avo-vakken meer en beter ingespeeld op het toekomstige beroep van de studenten. Bij de start van het studiejaar 2015-2016 werd een aantal verbeteringen in de tijdelijke behuizing aangebracht. Zo kwam er een bloem- en indoorlokaal en werd de kantine naar de wensen van de studentenraad aangepast. 2015 was een jaar van samenwerking. In Leiden werd een lokaal, een kas en een tuin in gebruik genomen door onze afdeling groene ruimte. De studenten hebben op het terrein van de gemeente Leiden een belevingstuin aangelegd voor een instelling voor en met mensen met een beperking. De bloem- en groenstudenten hebben in 2015 gezamenlijk een reis ondernomen naar Frankrijk om contacten te leggen met studenten van ‘Lycée de Bergerac’, gevestigd in ‘Domaine de la Brie’, in Monbazillac. Deze school heeft een afdeling wijnbouw en landschapsinrichting en is zeer geïnteresseerd in samenwerking met Wellantcollege. Studenten Green Production, richting plant van Wellant mbo in Aalsmeer en Rijnsburg reisden naar Turkije om daar een aantal teeltbedrijven te bezoeken. Studenten Flower Design van Rijswijk, Aalsmeer en Rijnsburg arrangeerden duizenden zonnebloemen op het museumplein in Amsterdam in het kader van de grote van Gogh tentoonstelling. In de Bavo kathedraal in Haarlem werd door de studenten Flower Design een grote bloemententoonstelling ingericht “De nieuwe Bavo bloeit”. Door het grote succes wordt dit project in 2016 herhaald. In 2015 is door collega’s en management, onder begeleiding van een bureau gewerkt aan de ontwikkeling van een ambitieplan voor de korte en middellange termijn. In het plan worden verschillende scenario’s beschreven voor de verdere ontwikkeling van de locatie Rijnsburg. Het cvb laat een onderzoek doen naar mogelijkheden tot het inhuizen van Wellant mbo in Rijnsburg 42

in de gebouwen van Royal Flora Holland op het veilingterrein in Rijnsburg. Royal Flora Holland, Greenport Duin en Bollenstreek, gemeente Katwijk en vele andere stakeholders zijn hier enthousiast over en steunen ons actief om op deze nieuwe plek ons groen onderwijscentrum te realiseren. Rijswijk Aantal studenten per 1 oktober 2014-2015

2015-2016

BBL

48

64

BOL

310

283

Totaal

358

347

Aangeboden beroepsopleidingen Niveau

1

2

Allround operator x

Dierverzorging 2

x

Gezelschapsdierenbranche

x

x

x

x

x

Natuur en groene ruimte 3

x

Natuur en groene ruimte 4

x

Natuurvormgever Operator

4

x

Bloemendetailhandel

Natuur en groene ruimte 2

3

x

x

x

x

x

Recreatiedieren Voedingsmanagement

x

Onderwijsrendementen 2013-2014

2014-2015

Jaarresultaat

66%

77%

Diplomaresultaat

67%

79%

Verbetering van zowel diplomaresultaat als jaarresultaat met ruim 10 % stemt tot tevredenheid en is indicatief voor de verbeteringen die hebben plaatsgevonden. De verhoogde inzet op PR heeft niet tot groei geleid. Lopende het schooljaar zijn weer nieuwe scholen aan ons netwerk toegevoegd. VO-scholen waar studenten ter plaatse projecten uitvoeren om de aantrekkelijkheid van de opleidingen tonen. De capaciteit van het team om dit PR-werk te doen is (te) beperkt, mede gezien de intensivering van de lestijd. De studenten van leerjaar 2 en 3 Outdoor Design hebben in samenwerking met diverse stakeholders, een multifunctioneel groen en duurzaam schoolplein ontworpen voor de school én de buurt. Bij het ontwerp kwam het aan op creativiteit, combineren van de duurzame uitgangspunten en samenwerken met de diverse stakeholders zoals


4 WELLANT MBO

Landschapsarchitect Koen Bos, Kees Hogenbirk van Zero Waste, gemeente Rijswijk, Fonds 1818, buurtbewoners én het team met de leerlingen van de Petrusschool in Rijswijk. De studenten werkten samen in teams. Het grote verschil met andere opdrachten is dat binnen elk team de individuele student een bepaalde rol vervult. Zo maken ze gebruik van elkaars sterke kanten op basis van tevoren vastgestelde afspraken. De presentatie was voor de studenten een spannende en succesvolle ervaring. Het thema duurzaamheid is bij Wellantcollege Rijswijk een vast thema. Tijdens de eco-week bruist de school van activiteiten. Gedurende de hele week zijn er workshops gehouden. Er zijn diverse producten gemaakt, zoals: nieuwe meubels van oud hout, vetbakjes voor vogels van afgeschreven porselein, lampen van lege pet-flessen en Wellant-kaas. Ook werd er druk gewerkt aan filmpjes over duurzaamheid, werden er logo’s ontworpen met oud Wellant-materiaal en is er gestart met de aanleg van een avontuurlijke en leerzame eco-route over het schoolterrein. Ter afsluiting van de eco-week vond er een fantastische no-waste lunch plaats met allerlei lekkers van weggegooide maar nog goed bruikbare producten die de studenten als restproducten van bedrijven haalden. In oktober is de zilveren vlag behaald, de laatste stap voor de eco-certificering. De vlag is feestelijk onthuld door de Rijswijkse wethouder voor milieu. Op deze dag werd ook bekendgemaakt dat de plaatsing van zonnecellen op het dak van de school definitief is goedgekeurd. Als vakbekwaam hovenier in de 21e eeuw heb je meer nodig dan vakkennis en een sterke rug. Denk aan creativiteit, aanpassingsvermogen en zelfstandigheid. Wellant mbo Rijswijk ontwikkelt en versterkt deze kwaliteiten met een projectweek in Italië. Deze projectweek werd geleid door leermeesters uit het bedrijfsleven, twee oud-studenten en twee docenten van Wellant mbo Rijswijk. Deze dragen zorg voor de werkvoorbereiding en communicatie met Italië. De studenten werden wekelijks op de hoogte gehouden van de vorderingen tijdens de lessen en op een aangemaakte facebookpagina. Er werd in Italië gewerkt aan zeven proeven van bekwaamheid.

43

Rotterdam Aantal studenten per 1 oktober 2014-2015

2015-2016

BBL

41

33

BOL

209

193

Totaal

250

226

Aangeboden beroepsopleidingen Niveau

1

2

3

4

Bloemendetailhandel

x

x

x

Dierverzorging 2

x

Natuur en groene ruimte 2

x

Natuur en groene ruimte 3

x

Natuur en groene ruimte 4

x

Recreatiedieren

x

x

Onderwijsrendementen 2013-2014

2014-2015

Jaarresultaat

73%

66%

Diplomaresultaat

72%

68%

De aantallen studenten in Rotterdam zijn redelijk stabiel gebleven na een eerdere forse teruggang van BBL. De onderwijsrendementen blijven aan de lage kant, zeker in vergelijking met andere locaties van Wellantcollege. Ook vsv wijkt negatief af. Dit lijkt hardnekkig en heeft voor een deel te maken met de afwijkende populatie in Rotterdam. Er is sprake van meer zorg. Het team werkt aan de hand van een verbeterplan aan verhoging van de resultaten. In de locatie Rotterdam is ook een Wellant vmbo gevestigd. Dit zorgt voor een relatief hoge interne doorstroom. De niveau 4 opleiding Flower Design is beëindigd. In 2016 hoopt Rotterdam met de opleidingen Food en Urban Green Development te starten. Dit sluit aan op de regionale agenda van de stad. Hiermee wil de locatie zich ontwikkelen naar een stedelijke locatie met een stedelijk opleidingsprofiel, waarmee bijgedragen wordt aan de vergroening van de stad. Dit wordt door de gemeente hoog gewaardeerd. Er is een goed netwerk met innovatieve bedrijven en een uitstekende samenwerking met de gemeente Rotterdam op het gebied van stedelijk groen. Ook is Wellant Rotterdam een gewaardeerde partner in het bestuurlijk overleg met de andere ROC’s. Regioleren krijgt langzaam vorm en is gebaseerd op de in 2015 ontwikkelde en vastgestelde regionale agenda. De focus ligt op de opleidingen groen. De verbinding met de bedrijven is goed. In 2016 bestendigt de locatie dit door regionale projecten een structurele plek in het curriculum te geven.


WELLANT COLLEGE BREED

44


5 WELLANTCOLLEGE BREED

5.1 Professionalisering (KSF 5) De professionalisering van de medewerkers verloopt langs vier lijnen: 1. Versterken van het competentieniveau van onderwijspersoneel. 2. Versterken van de teams. 3. Versterken van het competentieniveau van de leidinggevenden. 4. Versterken van de HR-functie. Versterken competentieniveau onderwijspersoneel Bij Wellantcollege is de inhoud van het bekwaamheidsdossier gefaseerd ingevoerd. Vanaf schooljaar 20132014 zijn docenten gestart met het onderhouden van hun eigen bekwaamheidsdossier door hier een aantal documenten in op te nemen die beeld geven van hun eigen ontwikkeling en de voortgang van professionaliseren. In het instellingsplan 2015-2020 is opgenomen dat in de gesprekkencyclus 2016-2018 alle docenten werken met een 360° feedback instrument, peer review en lesobservatie. Om dit in beeld te brengen is er in 2015 gewerkt aan het voorbereiden, het ontwikkelen en de implementatie van twee nieuwe instrumenten voor het bekwaamheidsdossier van de docent: 360° feedback instrument en peer review. Vanaf oktober 2015 hebben de docenten hier alvast kennis mee gemaakt. Een evaluatie zal de basis zijn voor volgende stappen. In 20162018 zal dit een integraal onderdeel van de gesprekkencyclus vormen. Beginnende leraren hebben baat bij een goede start. Het is mogelijk om in korte tijd de kwaliteit van hun lessen te verbeteren door het volgen van een inwerkprogramma en het krijgen van gerichte begeleiding. In de vorm van een pilot is in Houten en Gouda een inwerkprogramma ontwikkeld. Het programma duurt een schooljaar. Per september 2015 is met de uitvoering begonnen. De intentie is om dit programma uiteindelijk binnen heel Wellant te implementeren. Versterken van de teams De scholingsplannen zijn herijkt en gekoppeld aan de kritieke succes factoren uit de strategie. Iedere locatie en/of team heeft in 2015 een scholingsplan voor 2016 opgesteld. Het scholingstraject met betrekking tot de begeleiding van en ontwikkel- en vervolgtrajecten voor (potential) LC- en LD-docenten zijn ook in 2015 voortgezet. 45

Versterken competentieniveau leidinggevenden Ter professionalisering van de teamleiders AFO (administratieve en facilitaire ondersteuning) is er een management development traject van start gegaan.De onderwerpen waren: samenwerking & teamvorming, positionering en taakafbakening AFO-werkzaamheden en het ontwikkelen van leiderschapsvaardigheden. Eind 2015 is dit traject afgerond. De deelnemers gaven aan het belangrijk te vinden met en van elkaar te blijven leren en werken. Besloten is om in 2016 een vervolg op het management development traject in te zetten. De eerste fase van het management development traject teamleiders onderwijs is afgerond. De onderwerpen waren onderwijskundig en persoonlijk leiderschap. In 2016 wordt vervolg aan dit traject gegeven. De regiodirecteuren hebben bij hun teamleiders geïnventariseerd hoe dit vervolgtraject er uit zou moeten zien. Ter professionalisering van het lijnmanagement is een management development traject van start gegaan voor regiodirecteuren en het cvb. Verder is een management development traject gestart voor de teamleiders specialistische ondersteuning. Versterken van de HR-functie In de bestuurs- en sectorakkoorden is de afgelopen jaren aandacht gevraagd voor de versterking van de HR-functie: van human resource management (HRM) naar human resource development (HRD). De transitie van HRM naar HRD bevindt zich in 2015 in de oriëntatiefase. Het HR-team heeft deelgenomen aan een workshop waarin het transitieproces is toegelicht. Het team oriënteert zich op de rol en bijdrage aan het groei- en ontwikkelingsproces en het effect daarvan op de professionele houding en gedrag.

5.2 Medewerkers Strategische personeelsplanning In april 2015 is gestart met de methodiek Strategische PersoneelsPlanning (SPP). Hiermee is men in staat om knelpunten op het gebied van personele bezetting en inzet te voorkomen of op te lossen. Het is een hulpmiddel voor leidinggevenden om op een effectieve en gerichte manier te sturen op de optimale bezetting van een organisatie, afdeling of team. Er zijn, gericht op de Welllant-organisatie en met focus op de strategie, een drietal workshops ontwikkeld. Tijdens deze workshops zijn meerdere stappen gezet met als doel een actieplan


5 WELLANTCOLLEGE BREED

te ontwikkelen, dat teamleiders in staat stelt toe te werken naar hun optimale personeelsbestand voor nu, maar ook voor in de toekomst. In september is gestart met een pilot bij de Wellant mbo’s van ‘Maaslant’. Vanuit regioleren was daar de behoefte ontstaan om inzicht te krijgen wat regioleren voor gevolgen heeft op het personeelsbestand, zowel kwalitatief als kwantitatief. Dit traject is in december afgerond. Vanuit de evaluatie is gebleken dat SPP de teamleiders en regiodirecteuren een aantal inzichten heeft opgeleverd. Door het benoemen van de interne en externe ontwikkelingen en dit in verband te brengen met het huidige personeelsbestand, ontstaat het beeld van het toekomstig gewenste personeelsbestand per locatie/ regio. Dit geeft de teamleiders inzicht in de sterke, maar ook zwakke aspecten van de locatie. De speerpunten hieruit zijn vertaald naar oplossingsrichtingen voor de komende drie tot vijf jaar. In 2016 zal SPP verder uitgerold worden binnen de organisatie. 46

Salarismix (actieplan leerkracht) Met de komst van de Salarismixregeling zijn er meer mogelijkheden ontstaan om docenten een loopbaan in het docentschap-met bijbehorende waardering-te bieden. Om gebruik te kunnen maken van deze regeling dient een vereist aantal LC- en LD-posities beschikbaar/ ingevuld te zijn. In overleg met de ondernemingsraad zijn in 2015 opnieuw procedure-afspraken gemaakt om tot besteding van de salarismixgelden te komen. In 2015 is de procedure voor invulling van de LC- of LD-posities in de tijd naar voren gehaald, naar de periode direct voorafgaand aan het formatieplanningsproces (1e en 2e kwartaal van het kalenderjaar). Hiermee werd het mogelijk om tijdens het formatieplanningsproces en de daaropvolgende wervingsperiode voor het schooljaar 2015-2016 LC- en LD-vacatures open te stellen, met het doel om tijdig goede bevoegde in- of externe docenten te werven. Bij externe werving ging het vooral om het aantrekken van docenten voor tekortvakken en vakken/ vakgebieden die een extra kwaliteitsimpuls nodig hadden. Na het doorlopen van de procedure was de verdeling LB-LC en LD per 31 december 2015 als volgt:


5 WELLANTCOLLEGE BREED

Functieschaal

Eindtotaal

%

LB

523

64%

LC

267

33%

LD

25

3%

815

100%

Eindtotaal

Voor de komende jaren is de afspraak gemaakt om de salarismixmiddelen op een andere manier, namelijk via de kwaliteitszorgcyclus, maar wel voor hetzelfde doel, namelijk het op peil houden van het aantal LC- en LD-functies, aan te wenden. Door de inbedding van dit ‘doorstroombeleid voor docenten’ in de gesprekkencyclus en toepassing van de daartoe beschikbare HR-instrumenten wordt docenten een perspectief op doorgroei geboden. Aantallen medewerkers per 31 december 2015 Aantallen medewerkers per 31 december 2015 Categorie

Eindtotaal

%

20 t/m 29

176

12%

30 t/m 39

309

21%

40 t/m 49

339

23%

50 t/m 59

444

30%

60 t/m AOW Eindtotaal

207

14%

1475

100%

In 2014 was het aantal medewerkers 1489. Het aantal is in 2015 gedaald naar 1475. Ten opzichte van 2014 is een lichte stijging waar te nemen in de leeftijdscategorie 20-29 jarigen (in 2014 was dit aantal 164) en bij de 60-69 jarigen (in 2014 was dit aantal 189). De overige leeftijdscategorieën dalen in absolute aantallen. De uitstroom van personeel is niet aan een bepaalde leeftijdscategorie gebonden. Ziekteverzuim personeel Het totale ziekteverzuimpercentage bedroeg 4,79%. Dit is een marginale stijging, in 2014 was het percentage 4,57%. Doelstelling is een verzuimpercentage te bereiken van 4.5% en in ieder geval de verzuimcijfers binnen de sectorale benchmark (< 5,38%) te handhaven.

De visie op ziekteverzuim binnen Wellantcollege is dat de direct leidinggevende de regie voert op en de verantwoordelijkheid draagt voor de aanpak en uitvoering van het verzuim- en re-integratiebeleid, evenals voor de beheersing van de kosten dat verzuim met zich meebrengt. De leidinggevende werkt hierin samen met een onafhankelijke bedrijfsarts en wordt ondersteund door de interne verzuimmedewerker. Daarnaast worden leidinggevenden Wellantbreed geadviseerd door één HR adviseur, gespecialiseerd in het begeleiden en vooral voorkomen van ziekteverzuim.

5.3 Duurzaamheid (KSF 6) De duurzaamheidsambitie van Wellantcollege (‘Iedereen die leert of werkt bij Wellantcollege is nu en in de toekomst in staat bewust duurzame keuzes te maken’) is in 2015 opgenomen in de Strategie 2015-2020 en vertaald naar het Instellingsplan. De focus van het programma Wellant Verduurzaamt heeft het eerste deel van 2015 voornamelijk gelegen op bedrijfsvoering. Door deze focus zijn er mooie resultaten behaald, zoals de pilot voor afvalscheiding, introductie duurzame koffiebekers, het eerste watertappunt en op 80% van de locaties is een gezonde schoolkantine gerealiseerd. In het tweede deel van het jaar is de focus verschoven naar het onderwijs en hrm. Er zijn talrijke initiateven ontplooid op de locaties ten aanzien van het thema duurzaamheid. Onder ander op de locaties Rijnsburg vmbo en Rijswijk mbo zijn zeer succesvolle projectweken georganiseerd die in het teken stonden van duurzaamheid. En Wellant mbo in Gorinchem heeft een inspirerende duurzaamheidsbijeenkomst georganiseerd ‘zaken doen in de nieuwe economie’. De al bestaande Eco-schools-locaties hebben in 2015 verdere stappen gezet en verschillende certificaten behaald. En er zijn twee nieuwe vmbo locaties met Eco-schools gestart: Klaaswaal en Rijnsburg. Zowel binnen het programma Explore (herziening beroepsgerichte examenprogramma vmbo) als binnen MBO2016 (herziene kwalificatiestructuur mbo) is duurzaamheid als ontwerpprincipe meegenomen in het ontwikkelen van het curriculum. In 2015

Ziekteverzuim personeel Ziekteverzuim

2011

2012

2013

2014

2015

Lang >365dagen

0,82%

0,90%

0,59%

0,31%

0,67%

Lang middel 43-366 dagen

2,15%

1,90%

2,32%

2.45%

2,06%

Kort middel 8-43 dagen

0,71%

0,72%

0,75%

0,90%

0,98%

Kort 0-8 dagen

1,00%

0,72%

0,64%

0,91%

1,00%

47


5 WELLANTCOLLEGE BREED

heeft Wellantcollege (samen met Nordwin College) op Wellant mbo in Gorinchem geparticipeerd in een onderzoek ‘Meer dan de Som der Delen’. Hierbij is met behulp van onderzoekers van de Wageningen Universiteit het proces om duurzaamheid in de onderwijsorganisatie te integreren onderzocht.

5.4 Gezonde bedrijfsvoering (KSF 7) Huisvesting In 2015 is het Strategisch Huisvestingsplan (SHP) geactualiseerd en opnieuw vastgesteld. In het SHP zijn relevante ontwikkelingen en Wellant-ambities opgenomen. Waar nodig zijn normen en uitgangspunten bijgesteld. Observaties aangaande de kwaliteit van de huidige huisvestingsportefeuille zijn geconfronteerd met (toekomstige) huisvestingsbehoeften, waardoor een beeld ontstaat over de gewenste wijzigingen, welke vervolgens vertaald zijn naar een plan per locatie. De financiële implicaties van de planlocaties zijn opgenomen, evenals het verwachte moment van realisatie. De implementatie van het SHP is een continu proces. Grote projecten in 2015 waren:

48

• Start nieuwbouw van de locatie Utrecht vmbo. • Realisatie tijdelijke huisvesting Montfoort. In 2016 en 2017 zal een permanente uitbreiding plaatsvinden. • Start planvoorbereiding van nieuwbouwontwikkelingen in Naarden en Dordrecht. Naast de implementatie van het SHP zijn aan de hand van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) en de ICTinvesteringsbegroting in 2015 beheer en onderhoud uitgevoerd op de Wellant-locaties. In de afgelopen jaren is de achterstand op het onderhoud grotendeels ingelopen, waardoor dit weer op schema ligt. Aandachtspunt bij de implementatie van zowel het SHP als ook het MJOP en de ICT-investeringsbegroting blijft het in ogenschouw houden van de actuele behoeften. Deze veranderen continu, waardoor toetsing op nut en noodzaak blijvende aandacht vraagt. In 2016 wordt het SHP waar nodig aangescherpt op basis van de laatste inzichten en relevante veranderingen in visie en behoeften, waarbij tevens wordt ingezoomd op de eventuele implicaties van actuele onderwijsvernieuwingen en keuzes van Wellant hieromtrent. De verwachting is dat de update van het SHP in het derde kwartaal 2016 gereed is.


5 WELLANTCOLLEGE BREED

Administratieve processen Om te waarborgen dat op een efficiënte en effectieve wijze de juiste en volledige verantwoording over de bekostiging van de leerlingen en studenten kan worden afgelegd, wordt de administratieve organisatie opnieuw ingericht. Het project deelnemersadministratie (DNA) werkt daar vanuit drie terreinen gericht aan: • een uniform en goed opgezette administratieve organisatie; • optimaliseren automatisering: Trajectplanner, KRD en Corsa; • gedrag en naleving van besluitvorming De rollen en verantwoordelijkheden van de administratieve aansturing bedrijfsvoering zijn eind 2015 anders

• Verhoging van de capaciteit van de internetverbinding. Hiermee voldoet de internetverbinding in ruime mate aan de capaciteitsbehoefte en snelheid die nodig zijn voor een moderne ICT-omgeving. • Follow-me printen is gerealiseerd. Hierdoor kunnen medewerkers op iedere locatie printen. De printjes worden standaard dubbelzijdig en zwart wit afgedrukt. Printjes die niet worden opgehaald, worden niet afgedrukt. Door het instellen van en rapporteren over printquota’s wordt bewust printgedrag gestimuleerd. • Bij de nieuwbouw van de locatie Boskoop is een nieuw concept ingevoerd met betrekking tot ICTvoorzieningen. Digiborden en losse beamers zijn vervangen door tv’s die aangestuurd worden via iPads en Apple TV. Hiermee wordt de minimale ICT-voorziening gerealiseerd voor modern en innovatief onderwijs. In 2016 wordt dit voor alle locaties en klaslokalen doorgevoerd.

De focus van ICT richt zich op het aanbieden en beheren van ICT-voorzieningen die optimaal het primaire proces ondersteunen. gepositioneerd. Er is één regiodirecteur Bedrijfsvoering aangesteld, DNA valt tevens onder zijn verantwoordelijkheid. Alle teamleiders AFO worden direct aangestuurd door de regiodirecteur Bedrijfsvoering; de teamleiders AFO sturen de DNA-medewerkers op de locaties aan. Deze herinrichting van verantwoordelijkheden helpt bij de implementatie van uniforme werkwijzen. Project Corsa is gestart met de digitalisering van alle bekostigingsdossiers in het vmbo en mbo. In het voorjaar van 2016 start de nieuwe digitale werkwijze in Corsa voor alle DNA- administraties. Om een administratieve DNAorganisatie eenduidig en uniform te laten opereren op 32 locaties zou op termijn de deelnemersadministratie opnieuw ingericht kunnen worden. Daarbij worden meer onderdelen gecentraliseerd. In 2016 wordt dit nader onderzocht. ICT-ontwikkelingen De focus van ICT richt zich op het aanbieden en beheren van ICT-voorzieningen die optimaal het primaire proces ondersteunen. Dit gebeurt op een wijze waarmee de locaties alle aandacht kunnen richten op het primaire proces. In aansluiting op de ambities van Wellantcollege met betrekking tot 21st century skills en gepersonaliseerd onderwijs, heeft team ICT onder andere de volgende zaken gerealiseerd.

49

Ter facilitering van een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering, zijn de volgende zaken opgepakt. • Digitalisering van de bedrijfsinformatie door de invoering van Wellantdashboard. Hiermee is één centrale locatie gecreëerd, waar op een eenvoudige wijze managementinformatie eenduidig beschikbaar wordt gesteld. • Uitrol van digitaal documentenbeheer. Gestart is met ‘inkomende en uitgaande correspondentie ondersteunende diensten’. De processen ‘deelnemersadministratie’ en ‘personeelsadministratie’ worden medio 2016 in gebruik genomen. Dit zal onder andere leiden tot inzicht in de volledigheid van de bekostigingsdossiers. • Het financiële pakket Exact is vervangen door Exact Enterprise. Daarmee is de financiële administratie via een browser benaderbaar. Hierdoor is de administratie eenvoudig toegankelijk, zowel vanuit de Wellant-omgeving als vanuit huis.


FINANCIËN

50


6 FINANCIËN

6.1 Algemeen De jaarrekening is opgesteld volgens de “Regeling jaarverslaggeving onderwijs”. In deze regeling is opgenomen dat de bepalingen van titel 9 Boek 2BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn, rekening houdend met de daarin aangeduide uitzonderingen. Wellantcollege sluit het boekjaar 2015, evenals het geval was in 2013 en 2014, positief af. Het resultaat bedraagt € 752K positief bij een begroot resultaat van € 281K positief. Het resultaat van de reguliere onderwijsactiviteiten bedroeg € 749K en het resultaat van 'Leven Lang Leren' bedroeg € 3K bij een omzet van € 313K. Het resultaat van Wellantcollege is € 0,5 miljoen hoger dan begroot en komt uit op een resultaat van € 0,75 miljoen positief. Dit komt door: • Hogere baten ad € 3,1 miljoen, vooral veroorzaakt door hoger tarieven in de rijksbijdrage per leerling/ deelnemer en door hogere baten vanuit de samenwerkingsverbanden met betrekking tot passend onderwijs; • Lagere huisvestingslasten en overige materiele lasten ad € 0,5 miljoen; • Een beter resultaat op projecten als gevolg van lagere kosten innovatieprojecten (€ 0,8 miljoen). Hiertegenover staan: • Hogere personeelslasten ad € 2,6 miljoen door meer fte eigen personeel in het reguliere onderwijsproces, hogere kosten personeel niet in loondienst, hogere scholingskosten en lagere kosten wachtgeld; • Hogere afschrijvingskosten ad € 1,3 miljoen voornamelijk veroorzaakt door bijzondere waardeverminderingen m.b.t. huisvesting voor een tweetal locaties. Verschillen ten opzichte van de individuele begrotingsposten worden verderop in deze toelichting beschreven. Door het positieve resultaat bij een lichte stijging (0,6%) van het balanstotaal is de solvabiliteit gestegen van 53,8% ultimo 2014 naar 54,2% ultimo 2015. De solvabiliteit blijft ruim boven de signaleringsgrens gesteld vanuit het ministerie van OCW. De financiële positie blijft gezond: • Een solvabiliteit die ruim boven de signaleringsgrens ligt; • Een positief resultaat van Wellantcollege vanaf het jaar 2013; 51

• Stijging van leerlingenaantallen vanaf schooljaar 2012/2013 en verwachte stijging hiervan tot schooljaar 2017/2018; • Vanaf het jaar 2014 is er een absolute en relatieve stijging van het onderwijzend personeel zichtbaar. Dit wordt veroorzaakt door de effecten op de formatie van de gerealiseerde leerlingen stijging en de effecten van de in 2013 ingezette reorganisatie; • Wellantcollege gaat zorgvuldig om met de waardering van haar vastgoed. Vanaf de jaarrekening 2013 wordt de portefeuille getest via een zogenaamde impairmentanalyse. In de jaren 2014 en 2015 zijn voor een totaalbedrag van € 4,7 miljoen bijzondere waardeverminderingen genomen. Deze lasten zijn binnen de exploitatie opgevangen zonder te leiden tot een negatief resultaat; • De verkoop van deelneming IPC Groene Ruimte B.V. dat een langdurig negatief resultaat heeft gekend. Deze gezonde financiële positie is van belang omdat Wellantcollege de komende jaren verder wil investeren in onderwijskwaliteit, gebouwen en digitalisering. Door deze investeringen en financiering hiervan, zal de solvabiliteit in de periode 2016-2018 dalen van 54% naar 46%. Wellantcollege heeft een meerjarenbegroting opgesteld over de jaren 2016 – 2018. Voor alle jaren is positief begroot. Wel is het zo dat het begrote resultaat dalend is tot en met 2018. Dit wordt veroorzaakt door: • Aangekondigde kortingen in het mbo. Het betreft afschaffen groene subsidies vanaf 2016, “minder opleidingen en macro doelmatigheid mbo” vanaf 2017 en “ombuigen verkorten onderwijstijd”; • Vanaf schooljaar 2017/2018 verwacht Wellantcollege een daling van de leerlingaantallen; • Stijging van de lasten met betrekking tot huisvesting als gevolg van onze grote huisvestingsportefeuille. In 2015 heeft de derde aflossing plaatsgevonden op de lening van het ministerie van Financiën. De huidige stand van de liquide middelen is voldoende om in de liquiditeitsbehoefte tot het vierde kwartaal van 2016 te voorzien. In het vierde kwartaal ontstaat een financieringsbehoefte van € 4 miljoen. Deze kan eventueel via de kredietfaciliteit bij het Ministerie van Financiën worden opgevangen.


6 FINANCIËN

6.2 Resultaat over 2015 In deze paragraaf wordt de staat van baten en lasten toegelicht van de Stichting Wellant. Dit resultaat wordt afgezet tegen de begroting 2015. Een samenvatting van het resultaat wordt in onderstaande tabel weergegeven. Het resultaat op projecten wordt apart in de tabel weergegeven en verderop in deze paragraaf toegelicht. Het saldo van baten en lasten is € 0,4 miljoen hoger dan begroot. De oorzaken hiervoor worden verderop in het verslag toegelicht; Het saldo van de post financiële baten en lasten is nagenoeg gelijk aan begroting. Baten De hogere realisatie aan baten komt door hogere normatieve rijksbijdrage, hogere overige overheidsbijdragen, niet begrote baten werk in opdracht van derden, hogere deelnemersbijdragen en hogere overige baten (totaal € 3,4 miljoen). Hiertegenover staat een lagere additionele rijksbijdrage van € 0,3 miljoen. Rijksbijdrage De realisatie is verantwoord conform de laatste financiële beschikkingen uit het OFB van december, gebaseerd op de definitieve deelnemersaantallen voor het mbo (per teldatum 1 oktober 2013) en definitieve leerlingenaantallen in het vo (per teldatum 1 oktober 2014).

Staat van baten en lasten in € 1.000

Zowel in het vo als in het mbo is voorzichtig (qua tarief) begroot en is de uiteindelijke bekostiging fors hoger uitgevallen. Oorzaken hiervan zijn structureel extra middelen beschikbaar uit het gemeentefonds (vo), onzekerheden in de bekostiging mbo als gevolg van invoering Focus op Vakmanschap en onduidelijkheid inzake aangekondigde bezuinigingen door het Ministerie van EZ. In de begroting is rekening gehouden met een loonbijstelling van € 0,4 miljoen. In de voorjaarsnota 2015 is een loonbijstelling vastgesteld van 0,44%. Voor Wellantcollege is dit een bedrag van plm.€ 375K. Voorts is als gevolg van het afgesloten loonruimte akkoord een kabinetsbijdrage toegekend van 1% (niet begroot). Vanaf 2015 is als gevolg van invoering Focus op Vakmanschap een nieuwe bekostigingssystematiek geïntroduceerd, waarbij onder andere wordt bekostigd op basis van het aantal verblijfsjaren in de instelling (cascade). Het aandeel in het macro kader is op basis van het gewogen aantal deelnemers (per 1 oktober 2013) 14,49%. Rekening houdend met het aantal verblijfsjaren is het aandeel ook 14,49%. Voor de bekostiging 2015 heeft de cascade dus geen effect voor Wellantcollege. De volume- en tariefeffecten zijn als volgt: • Lagere bekostiging door lagere leerlingaantallen vo ad -/-€ 0,3 miljoen; • Lagere bekostiging huisvesting vo ad -/-0,2 miljoen, doordat de bekostiging hiervan plaatsvindt o.b.v. t-2, terwijl deze begroot waren op t-1;

Realisatie 2015

Begroting 2015

Verschil

Totaal baten

121.257

118.170

3.087

Totaal lasten

-119.476

-116.032

-3.444

-177

-979

802

1.604

1.159

445

-852

-878

26

752

281

471

Resultaat op projecten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat na belastingen

1. Het saldo van baten en lasten is € 0,4 miljoen hoger dan begroot. De oorzaken hiervoor worden verderop in het verslag toegelicht; 2. Het saldo van de post financiële baten en lasten is nagenoeg gelijk aan begroting.

Overzicht van de baten in € 1.000

Realisatie 2015

Begroting 2015

Verschil

Normatieve Rijksbijdrage

105.538

103.633

1.905

Additionele Rijksbijdrage

10.680

10.978

-298

1.344

650

694

313

-

313

Overige overheidsbijdragen Baten werk in opdracht van derden Deelnemerbijdragen

2.128

2.037

91

Overige baten

1.254

872

382

Totaal baten

121.257

118.170

3.087

52


6 FINANCIËN

Overzicht van additionele rijksbijdragen in € 1.000

Realisatie 2015

Wachtgeld

Begroting 2015

Verschil

2.941

2.933

8

Praktijkleren *

528

1.004

-476

Postcodesubsidies

673

588

85

1.692

1.278

414

Prestatiebox VO Kwaliteitsafspraken mbo

1.257

1.520

-263

Salarismix

2.260

2.237

23

477

792

-315

Salarismix t.b.v. werkdrukvermindering Overige Totaal additionele rijksbijdrage

852

626

226

10.680

10.978

-298

*In de vastgestelde begroting was onder praktijkleren opgenomen een bedrag ad € 572K aan box 2 middelen t.b.v. primaire opleidingen. Wegens het opheffen van de praktijkleermiddelen m.i.v. 2016 zijn deze middelen eenmalig in de lumpsum 2015 opgenomen en worden deze baten onder de normatieve rijksbijdrage gerealiseerd. Deze post is daarom ook in de begrotingscijfers verschoven naar normatieve rijksbijdrage.

• Hoger tarief vo ad € 1,65 miljoen; • Hoger tarief mbo ad € 0,85 miljoen; • Meer uitbesteed onderwijs dan begroot ad -/-0,1 miljoen. Hiermee komt de definitieve bekostiging € 1,9 miljoen boven begroting uit. Op basis van het gemaakte sectorakkoord vo 20152017 is de beschikking “Prestatiebox vo” 2015 hoger dan begroot. De kwaliteitsafspraken mbo zijn lager dan begroot omdat het onderdeel “excellentie” is ondergebracht onder projecten die intern gevolg worden. Op de balans per 1 januari 2015 staat een nog te besteden subsidie salaris-/functie mix uit de jaren 2009 en 2010 van € 1,8 miljoen. Hiervan is in de begroting 2015 € 800K beschikbaar voor werkdrukvermindering, waarvan € 300K ten behoeve van extra werkgelegenheid voor jonge leerkrachten. In de realisatie zijn de baten ad € 300K verantwoord m.b.t. jonge leerkrachten, evenals € 185K uitputting van het “frictiebudget”. Overige overheidsbijdragen De overige overheidsbijdragen komen € 0,7 miljoen boven begroting uit. Onder deze post worden vanaf augustus 2014 tevens de baten met betrekking tot de leerlinggebonden financiering vo naar aanleiding van passend onderwijs gepresenteerd. Omdat dit ten tijde van het opstellen van de begroting 2015 een nieuwe regeling was en omdat deze bedragen van de samenwerkingsverbanden moeten komen was de begroting voorzichtig ingestoken.

53

Baten werk in opdracht van derden Dit betreft (niet begrote) cursusopbrengsten met betrekking tot 'Leven Lang Leren'. Deze zijn ook in de kosten niet begroot. Omdat deze private activiteiten kostendekkend zijn geweest, heeft het niet begroten hiervan geen effect op het resultaat. Het resultaat van deze private activiteiten in 2015 bedroeg € 3K positief bij een omzet van € 313K. Deelnemersbijdragen De deelnemersbijdragen zijn nagenoeg gelijk aan begroting. Overige baten De overige baten zijn € 0,4 miljoen hoger dan begroot, vooral verklaard door hogere baten uit detachering. Onder deze post zijn tevens opgenomen opbrengsten uit verhuur en kantine. Lasten De hogere realisatie aan lasten wordt veroorzaakt door hogere personeelslasten (€ 2,6 miljoen) en hogere afschrijvingslasten (€ 1,3 miljoen). Hiertegenover staan lagere huisvestingslasten (€ 0,4 miljoen) en lagere overige lasten (€ 0,1 miljoen). Personeelslasten De gerealiseerde loonkosten (inclusief projecten) over 2015 zijn € 0,1 miljoen hoger dan begroot: • De gemiddelde gerealiseerde bezetting (1.195 fte) is in lijn met de begrote bezetting. • De gerealiseerde GPL is in lijn met de begrote GPL.


6 FINANCIËN

Overzicht van de lasten in € 1.000

Realisatie 2015

loonkosten eigen personeel * waarvan t.b.v. projecten kosten personeel niet in loondienst overige personele lasten

76.292

Begroting 2015

Verschil

76.189

103

-672

-1.718

1.046

75.620

74.471

1.149

6.631

4.800

1.831

2.925

3.278

-353

Personeelslasten

85.176

82.549

2.627

Afschrijvingen

10.411

9.088

1.323

Huisvestingslasten

8.523

8.948

-425

Overige lasten

15.366

15.447

-81

Totaal lasten

119.476

116.032

3.444

* betreft de post 4.1.1 Lonen en salarissen

In de begrote formatie is een projectformatie opgenomen van 27 fte. De realisatie op projecten in 2015 is 11 fte (zie onder “resultaat op projecten”). De kosten personeel niet in loondienst liggen € 1,8 miljoen boven begroting. Oorzaken hiervan zijn hogere kosten inzake ziektevervanging, en vacatureruimte die flexibel wordt ingezet omdat moeilijk aan personeel (vooral in de tekortvakken) is te komen. Een andere oorzaak van inhuur van personeel, in plaats van zelf personeel in (tijdelijke) dienst te nemen, is om “ww/bw–risico” te mitigeren. De overige personele lasten zijn € 0,4 miljoen lager dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt door lagere wachtgeldkosten en lagere kosten met betrekking tot het eigen risicodragerschap WGA. Hiertegenover staan hogere kosten aan scholing. Als gevolg van een lagere instroom in en een hogere uitstroom uit de WW zijn de betaalde wachtgeldkosten onder begroting uitgekomen. Afschrijvingen Vooral als gevolg van investeringsbeslissingen in het nieuwe strategische huisvestingsplan (SHP) liggen de afschrijvingen € 1,3 miljoen boven begroting. In de begroting zijn voor een bedrag ad € 1 miljoen kosten opgenomen aan bijzondere waardeverminderingen van te slopen, niet meer gebruikte activa naar aanleiding van nieuwbouw/renovatie (SHP). Tevens valt onder deze post een jaarlijks uit te voeren impairment- test op de waardering van de huisvestingsportefeuille. In de realisatie zijn bijzondere waardeverminderingen opgenomen met betrekking tot sloop en vervangende nieuwbouw op de locaties Naarden en Dordrecht ad € 2,3 miljoen. Op de huisvestingsportefeuille is mede in het kader van de jaarrekening een impairment-analyse uitgevoerd. 54

Hieruit is gebleken dat er geen aanwijzingen zijn om bijzondere afwaarderingen te moeten nemen op locaties. Huisvestingslasten De huisvestingslasten liggen € 0,4 miljoen onder begroting. Dit wordt vooral verklaard door lagere exploitatiekosten uit het SHP. Met betrekking tot het SHP is in de begroting een bedrag opgenomen ad € 0,6 miljoen inzake sloopkosten en vervangende huur in Utrecht en sloopkosten in Gorinchem. In de begroting was ervan uitgegaan dat nieuwbouw Utrecht vanaf juli 2015 zou starten. Aangezien dit is uitgesteld naar begin 2016 zijn de kosten SHP in 2015 lager dan begroot. Overige lasten Deze kosten zijn nagenoeg gelijk aan begroot, echter op onderliggend niveau met verschillen. De kosten leer- en hulpmiddelen en praktijkleren zijn hoger dan begroot Deze hebben niet geleid tot hogere deelnemersbijdragen en hogere baten praktijkleren (zie onder additionele rijksbijdrage). In de kosten leer- en hulpmiddelen zijn opgenomen kosten m.b.t. BBL 18+ cursusgelden. Deze worden ingehouden op de rijksbijdrage op basis van t-2, terwijl deze door ons gefactureerd worden op basis van t=0. Als gevolg van een daling van het aantal BBLdeelnemers (1 oktober 2015 ten opzichte van 1 oktober 2013) zijn deze kosten ontstaan. Resultaat op projecten In de tabel hiernaast zijn de baten en lasten opgenomen voor innovatie- en ontwikkelactiviteiten n.a.v. het instellingsplan. De projectbaten 2015 komen uit additionele rijksbijdragen (57%), gemeentelijke bijdragen (12%) en overige bijdragen (31%). De begrote loonkosten corresponderen met 27 FTE, waarvan 12 FTE voor innovatieprojecten zonder projectfinanciering. De realisatie betreft 11 FTE. De reden voor een negatief begroot


6 FINANCIËN

Resultaat op projecten in € 1.000

Realisatie 2015

loonkosten

Begroting 2015

Verschil

672

1.718

-1.046

inhuur derden

891

1.191

-300

overige kosten

465

621

-156

totaal kosten

-2.028

-3.530

1.502

projectbaten

1.851

2.551

-700

-177

-979

802

saldo

projectresultaat is gelegen in het feit dat in 2015 voor een bedrag ad € 1,5 miljoen innovatieprojecten (waarvan 12 FTE in de loonkosten) zijn opgenomen zonder additionele projectfinanciering. Het betreft projecten op het gebied van duurzaamheid, digitalisering, leerlingvolgsysteem en een aantal kleinere innovatieprojecten. Op deze innovatieprojecten is in 2015 € 0,5 miljoen besteed. Voor een aantal deelprojecten zijn er nauwelijks of geen activiteiten en kosten geweest.

Over het inhoudelijke projectresultaat van het instellingsplan is elders in het geïntegreerd jaardocument 2015 gerapporteerd. Resultaatbestemming Stichting Wellant Het college van bestuur heeft in overleg met de raad van toezicht besloten het resultaat 2015 als volgt te verwerken:

Bestemming van het resultaat in € toevoeging aan de private bestemmingsreserve

2.473

toevoeging aan de algemene reserves

749.049

Totaal

751.522

55


6 FINANCIËN

6.3 Balans per 31 december 2015 Balans per 31 december 2015. Bedragen x € 1.000 1

Activa 31 DECEMBER 2015

31 DECEMBER 2014

Vaste activa 1.2 1.3

Materiële vaste activa

96.809

Financiële vaste activa

1

Totaal vaste activa

99.534 1 96.810

99.535

Vlottende activa 1.4

Voorraden

1

1

1.5

Vorderingen

2.515

3.004

1.7

Liquide middelen

7.372

3.474

Totaal vlottende activa

9.888

6.479

106.698

106.014

31 DECEMBER 2015

31 DECEMBER 2014

Totaal activa 2

2.1

Passiva

Eigen vermogen 52.048

50.298

Bestemmingsreserve (publiek)

Algemene reserve (publiek)

5.300

6.300

Bestemmingsreserve (privaat)

402

400

Bestemmingsfonds (privaat) 2.2

Voorzieningen

52

52 57.802

57.050

1.649

2.241

2.3

Langlopende schulden

23.400

24.300

2.4

Kortlopende schulden

23.847

22.423

106.698

106.014

Totaal passiva

Het balanstotaal is in 2015 licht gestegen van € 106,0 miljoen naar € 106,7 miljoen. Het balanstotaal is gestegen door het positieve resultaat 2015 en door een stijging van de kortlopende schulden. Hiertegenover staat een daling van de voorzieningen en een daling van de langlopende schulden door de jaarlijkse aflossing van de schuld aan het Ministerie van Financiën. Aan de activazijde van de balans is zichtbaar dat deze toename per saldo wordt veroorzaakt door een stijging van de vlottende activa en een daling van de vaste activa als gevolg van het feit dat de afschrijvingen hoger zijn dan de investeringen.

56

Vaste activa De kasstroom in 2015 aan investeringen bedroeg € 7,7 miljoen, bestaande uit: • investeringen in huisvesting ad € 4,8 miljoen; • investeringen in overige materiële vaste activa van € 2,9 miljoen. De investeringen in huisvesting kunnen verdeeld worden als volgt: • Geactiveerd onderhoud (GOH) op nagenoeg alle locaties (€ 3,3 miljoen); • Investeringen m.b.t. het strategische huisvestingsplan (SHP) ad € 1,5 miljoen.


6 FINANCIËN

Met betrekking tot het SHP zijn de volgende investeringen in uitvoering genomen, dan wel geactiveerd: • Tijdelijke en permanente uitbreiding Montfoort ad € 212K, totaal project is € 5,7 miljoen verwachte oplevering in het derde kwartaal van 2017; • Nieuwbouw Naarden ad € 16K, totaal project is € 8,0 miljoen, verwachte oplevering in het tweede kwartaal van 2018; • Nieuwbouw Utrecht ad € 494K, totaal project is € 9,0 miljoen, verwachte oplevering in het eerste kwartaal van 2017; • Uitbreiding lokalen in Houten ad € 245K; • Overige posten SHP (€ 500K). De afschrijvingen op materiële vaste activa bedroegen € 10,4 miljoen, bestaande uit: • reguliere afschrijvingen ad € 8,1 miljoen; • bijzondere waardevermindering van activa op twee locaties ad € 2,3 miljoen, Deze zijn nader toegelicht in paragraaf 6.2. Op de huisvestingsportefeuille is mede in het kader van de jaarrekening een impairment-analyse uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat er geen aanwijzingen zijn om bijzondere afwaarderingen te moeten nemen op locaties. Vlottende activa De vlottende activa zijn gestegen met € 3,4 miljoen als gevolg van een daling van de kortlopende vorderingen met € 0,5 miljoen en een stijging van de liquide middelen met € 3,9 miljoen. De daling van de vorderingen worden onder andere veroorzaakt door een lager debiteurensaldo. Op de posten “debiteuren”, “studenten/ cursisten” en “overige overheden” is een voorziening dubieuze debiteuren getroffen van € 218k (ultimo 2014: € 168K). De liquide middelen ad € 7,4 miljoen zijn ten opzichte van 2014 toegenomen met € 3,9 miljoen. Het saldo aan liquide middelen is voldoende om in de liquiditeitsbehoefte tot het vierde kwartaal van 2016 te voorzien (zie de treasuryparagraaf onder 6.6). In het vierde kwartaal ontstaat een financieringsbehoefte van 4 miljoen, die kortlopend kan worden opgevangen via de kredietfaciliteit bij het Ministerie van Financiën. Eigen vermogen Het eigen vermogen is toegenomen met € 0,75 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door het positieve resultaat 2015 van Wellantcollege. Dit is inclusief het resultaat op het private bedrijfsonderdeel 'Leven Lang Leren'.

57

De publieke bestemmingsreserve voor BAPO is gedaald ten opzichte van 2014 met € 1,0 miljoen tot € 5,3 miljoen. Omdat er vanaf 2014 geen mogelijkheid meer is voor personeel om toe te treden tot de regeling, neemt deze bestemmingsreserve jaarlijks af. De uitstroom in 2015 in fte BAPO bedroeg 4,3 fte; dit is 14%. De private bestemmingsreserve ’Leven Lang Leren’ is ultimo 2014 ontstaan naar aanleiding van de verkoop van IPC Groene Ruimte B.V. per ultimo 2014. In 2015 is hieraan toegevoegd het resultaat van het bedrijfsonderdeel 'Leven Lang Leren'. Voorzieningen Wellantcollege heeft een drietal (personele) voorzieningen: • de voorziening reorganisatie; • de voorziening onderwijsjubileum; • de voorziening voor wachtgeldverplichtingen. De voorziening reorganisatie ad € 0,7 miljoen bestaat uit een voorziening ontstaan als gevolg van een ingezette regionalisering in 2010, en een voorziening Sociaalplan gevormd in 2013. De voorziening gevormd in 2010 bedraagt ultimo 2015 € 0,5 miljoen, waarvan langer dan vijf jaar € 0,2 miljoen. De voorziening uit 2013 bedraagt ultimo 2015 € 0,2 miljoen met een looptijd korter dan vijf jaar. De voorziening onderwijsjubileum ad € 0,65 miljoen per ultimo 2015 is even hoog als die per ultimo 2014. De voorziening wachtgeld ad € 0,3 miljoen is bedoeld voor te betalen WWuitkeringen en bovenwettelijke uitkeringen voor 18 ex- werknemers per ultimo 2015. De voorziening is in 2015 afgenomen met € 0,2 miljoen. Voor toelichting zie paragraaf 6.2 ’personeelslasten’. Langlopende schulden In 2015 heeft de derde jaarlijkse aflossing plaatsgevonden van € 0,9 miljoen op de lening van € 27 miljoen bij het ministerie van Financiën. Aflossing vindt lineair plaats in 30 jaar. De aflossingsverplichting 2016 is gerubriceerd onder de kortlopende schulden. Er zijn hypothecaire zekerheden verstrekt. De rente bedraagt 3,43%, 30 jaar vast. Kortlopende schulden De kortlopende schulden zijn met € 1,4 miljoen gestegen. Dit wordt vooral verklaard door een hoger crediteurensaldo en een hogere voorfinanciering van subsidies verstrekt door OCW/EZ.


6 FINANCIËN

6.4 Kasstroom overzicht 2015 Het saldo is toegenomen met € 3,9 miljoen. Deze toename wordt veroorzaakt door een positieve kasstroom uit operatie van € 12,5 miljoen, een investeringskasstroom van -/-€ 7,7 miljoen, en een kasstroom uit financiering van -/- € 0,9 miljoen.

6.5 Financiële ratio’s 31 december 2015 De Stichting Wellant hanteert twee financiële ratio’s, met de volgende definities en minimum en maximum streefwaarden. De cijfers in de jaarrekening 2014 geven de volgende stand van zaken voor de Stichting Wellant. Rentabiliteit Uit bovenstaande tabel blijkt dat de rentabiliteit van 0,6% boven begroting (0,2%) is uitgekomen. Hiermee sluit Wellantcollege het boekjaar 2015, evenals de boekjaren 2013 en 2014 (beiden exclusief het resultaat deelneming IPC), positief af. De afwijkingen tussen de realisatie en begroting over het boekjaar 2015 zijn nader toegelicht in paragraaf 6.2. De rentabiliteit ligt binnen de minimum en maximum streefwaarden en ligt iets boven de signaleringsgrens van OCW van 0%. Solvabiliteit Door het positieve resultaat van de Stichting Wellant bij een lichte stijging (0,6%) van het balanstotaal is de solvabiliteit gestegen van 53,8% ultimo 2014 naar 54,2%

ultimo 2015. De oorzaken van de stijging van het balanstotaal zijn beschreven in paragraaf 6.3 ’Balans per 31 december 2015’. De solvabiliteit ligt binnen de minimum en maximum streefwaarden, en ligt ruim boven de signaleringsgrens van OCW van 30%. Hiermee blijft de financiële positie gezond. Deze gezonde solvabiliteit is van belang omdat Wellantcollege de komende jaren verder wil investeren in kwaliteit van onderwijs, gebouwen en digitalisering. Door deze investeringen en financiering hiervan, zal de solvabiliteit in de periode 2016-2018 dalen van 54% naar 46%. Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming aan haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen. De liquiditeit van Wellantcollege wordt bewust laag gehouden om onnodige rentekosten te vermijden. Dit is mogelijk door het afgesproken financieringsarrangement met het ministerie van Financiën. Er is ruimte voor een negatieve rekening courant stand van maximaal € 10 miljoen. In de praktijk maken we geen gebruik van deze kredietfaciliteit. Voorts kan de liquiditeit per ultimo 2015 ook laag zijn, omdat instellingen weten dat ze in het eerste halfjaar daaropvolgend worden voorgefinancierd door de ministeries van OCW/EZ; in het eerste halfjaar wordt namelijk 59,2% van de normatieve rijksbijdrage (op jaarbasis) betaald. Wellantcollege hanteert een financiële doelstelling van de minimaal benodigde kaspositie (inclusief ruimte onder de kredietfaciliteit). Deze is gesteld op twee maal het maandsalaris inclusief afdrachten. Dit is een bedrag van plm. € 10 miljoen. Deze is gelijk aan de kredietfaciliteit. Pas in het laatste kwartaal van 2016 bestaat er

Financiële ratio’s 31 december 2015

Minimum

Maximum

Solvabiliteit

percentage eigen vermogen van het totaal vermogen

35%

Rentabiliteit

Genormaliseerd resultaat uit gewone bedrijfsvoering gedeeld door totale baten uit gewone bedrijfsvoering

Per jaar vast te stellen

Leidraad die hierbij gehanteerd wordt

0%

Financiële ratio’s

Cijfers op basis van jaarrekening 2014

Cijfers op basis van jaarrekening 2015

60%

+3%

Cijfers op basis van begroting 2015

Solvabiliteit

53,8%

54,2%

54,7%

Rentabiliteit Wellantcollege 1)

0,1%

0,6%

0,2%

Rentabiliteit Stichting Wellant 2)

-/-5,3%

0,6%

0,2%

1) Exclusief resultaat deelneming 2) Inclusief resultaat deelneming

58


6 FINANCIËN

een externe vermogensbehoefte en zal Wellantcollege vreemd vermogen aantrekken om het investeringsprogramma te financieren. Dit door Wellantcollege gekozen beleid resulteert erin dat we qua liquiditeit (met een current ratio van 0,41 per ultimo 2015) onder de signaleringsgrenzen van OCW (tussen 0,5 en 1,5) blijven.

6.6 Treasurybeleid Risicomijdend beleggen In de ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek’ van het ministerie van OCW wordt voorgeschreven dat tijdelijk overtollige liquiditeiten beheerd dienen te worden op een wijze die zo veel mogelijk garandeert dat de hoofdsom intact blijft. Dit kan bijvoorbeeld door te beleggen in vastrentende waarden voor de gehele looptijd van die waarden. De regeling schrijft daarom voor om risicomijdend te beleggen. Transacties worden alleen aangegaan met financiële instellingen met minimaal een A-rating. De in 2015 tijdelijk overtollige liquiditeiten zijn risicoloos aangehouden bij het ministerie van Financiën en bij de huisbankier ING. Geïntegreerd middelenbeheer Vanaf juni 2010 is Wellantcollege overgegaan op schatkistbankieren bij het ministerie van Financiën. Dagelijks worden drie aangewezen rekeningen bij de ING bij- dan wel afgeroomd ten laste respectievelijk ten gunste van de rekening-courant met het ministerie. De kredietfaciliteit bij het ministerie bedraagt 10% van de Rijksbijdrage (€ 10 miljoen), met als voorwaarde dat er minimaal 1 dag in een jaar een positief saldo op de rekeningcourant positie bestaat. De rente is gebaseerd op de dagrente Eonia fixing; bij debetstand verhoogd met 25 basispunten. De kredietfaciliteit is in 2015 niet gebruikt. Geldlening bij het ministerie van Financiën In juni 2010 is een financieringsarrangement getekend met het ministerie van Financiën voor het huisvestingsplan van Wellantcollege. De totale lening bedraagt € 27 miljoen, ontvangen in 4 tranches tussen maart 2011 en september 2012. Het rentetarief bedraagt 3,43%, 30 jaar vast. Aflossing vindt lineair plaats in 30 jaar, voor het eerst in 2013 ad € 0,9 miljoen. Voor de lening is zekerheid verstrekt voor € 27 miljoen voor een vijftal panden met percelen grond. In 2015 is € 864.000 aan rente betaald (2014: € 893.000). De lening bedraagt ultimo 2015 € 24,3 miljoen.

59

Treasurycommissie Binnen Wellantcollege is op basis van het treasurystatuut een treasury-commissie werkzaam. De samenstelling van deze commissie bestaat uit het lid college van bestuur (cvb) met de portefeuille financiën, de concerncontroller en de treasurer. De commissie doet schriftelijk verslag van dit treasury-overleg aan het cvb. De commissie komt drie maal per jaar bijeen. Standaard komen de volgende onderwerpen aan de orde: a. Externe ontwikkeling voor zover van belang voor de treasury van Wellant; b. Voldoet Wellant nog steeds aan wet- en regelgeving m.b.t. treasury?; c. Jaarplanning liquiditeiten op maandbasis; d. Financieringskosten; e. Relatiemanagement (geldverstrekkers/bankiers). Enkele belangrijke onderwerpen die in de overleggen zijn behandeld: • Financiële haalbaarheid van het strategisch huisvestingsplan over de periode 2016-2025 in relatie tot de eisen en voorwaarden aan financiering vanuit de diverse ministeries; • Financieringsplan 2016-2025; • Eisen en voorwaarden verwoord in het Financieel toetsingsdocument van de ministeries van Financiën/ OCW/EZ voor het aangaan van een tweede financieringsarrangement in de tweede helft van 2016. In april 2016 is aanvraag ingediend bij de Ministeries; • Problemen bij (onderwijs)instellingen om voldoende financiering te krijgen bij de overheid op tot zekerheid te verschaffen onderpand. Ondanks het feit dat de overheid zo veel mogelijk wil dat de instellingen via de schatkist worden gefinancierd, blijkt de realiteit anders; • Overwegingen om naast de overheid ook andere financiële instellingen te benaderen voor externe financiering; • Richtlijnen vanuit het ministerie van Financiën om met hypotheek belaste panden te kunnen verhuren, dan wel verbouwen; • Besluit om evenals in 2014 in deze treasury paragraaf de liquiditeitsrealisatie 2015 op kwartaalbasis op te nemen. Deze verantwoording wordt als volgt weergegeven:


6 FINANCIËN

Liquiditeitsrealisatie in € 1.000 Rijksbijdrage Overige ontvangsten

K1 32.168

K2 36.771

K3 23.596

K4 24.858

2015 117.394

1.443

1.062

1.914

2.481

6.900

33.611

37.833

25.510

27.339

124.294

Netto Salaris

9.016

11.191

9.405

12.519

42.131

Afdrachten

9.348

9.739

7.795

8.191

35.072

Overige uitgaven

9.193

6.532

9.183

8.862

33.769

27.557

27.462

26.383

29.571

110.973

6.054

10.371

872-

2.233-

13.321

686-

1.698-

2.539-

2.736-

7.659-

Aflossingen op leningen

-

-

900-

-

900-

Saldo betaalde-ontvangen rente

-

-

864-

-

864-

Financiële kasstroom

-

-

1.764-

-

1.764-

5.368

8.673

5.175-

4.968-

3.898

Beginstand liquide middelen

3.474

8.842

17.516

12.341

3.474

Netto kasstroom

5.368

8.673

5.175-

4.968-

3.898

Eindstand liquide middelen

8.842

17.516

12.341

7.372

7.372

K1

K2

K3

K4

2015

0,46

0,62

0,58

0,41

0,41

Totaal operationele ontvangsten

Totaal operationele uitgaven Kasstroom uit operatie Kasstroom investeringen

Netto kasstroom

Liquiditeitsratio Current ratio per ultimo

6.7 Notitie helderheid De notitie helderheid kent acht thema’s: 1. Uitbesteding; 2. Investeringen van publieke middelen in private activiteiten; 3. Het verlenen van vrijstellingen; 4. Les- en cursusgeld niet betaald door de student zelf; 5. In- en uitschrijving en inschrijving van studenten in meer dan een opleiding tegelijk; 6. De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven; 7. Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven; 8. Buitenlandse studenten. In het kader van deze notitie geeft Wellantcollege de volgende toelichting, waarbij opgemerkt wordt dat thema’s die hieronder niet worden toegelicht, niet spelen binnen Wellantcollege:

60

• Er is geen rijksbijdrage gemoeid met investeringen in private activiteiten. Het jaar 2015 is het eerste jaar dat cursussen en trainingen voor de 'Leven Lang Leren' markt volledig worden verzorgd vanuit Wellantcollege. Eerder gebeurde dit in samenwerking met IPC Groene Ruimte. Nu Wellantcollege zelfstandig activiteiten op de 'Leven Lang Leren' markt ontwikkelt en verzorgt, is een eigen organisatorische eenheid “Cursussen & Trainingen” binnen Wellantcollege ingericht. Het administratieve proces is verder aangescherpt, doorontwikkeld en vormgegeven binnen een separaat administratief bedrijf in het kader van het scheiden van publieke en private bekostiging, doorbelasting van kosten vindt plaats tegen een integraal kostendekkend tarief. Naast trainingen voor de hoveniers en bloemisten, die in eerdere jaren ook al succesvol waren, is in 2015 gestart met een aantal nieuwe cursussen. Het resultaat in 2015 m.b.t. 'Leven Lang Leren' bedroeg € 2.500 bij een omzet in 2015 van € 313.000. Binnen Wellantcollege is het volume


7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF

met betrekking tot contractactiviteiten ('Leven Lang Leren') nog beperkt. De risico’s op dit moment zijn gelet op de omvang beperkt en daarom is dit onderdeel meegenomen in het instellingsbrede risicobeheersingssysteem. Het belang van 'Leven Lang Leren' in de toekomst is benoemd en naar verwachting kan dit onderdeel in de toekomst gaan groeien, waardoor het daarbij behorende risicobeheersing systeem zal meegroeien. • Er worden geen cursusgelden betaald door Wellantcollege ten behoeve van BBL deelnemers. Het komt wel voor dat derden het cursusgeld voor BBL deelnemers betalen, echter alleen als de deelnemer die derde daarvoor schriftelijk heeft gemachtigd; • Wellantcollege heeft geen opleidingen waarin minder uren zijn geprogrammeerd dan de wettelijk voorgeschreven begeleide onderwijstijd; • Wellantcollege heeft buitenlandse studenten ingeschreven. Het onderwijs wordt hierbij verzorgd op locaties van het Wellantcollege en niet op locaties buiten de grenzen;

• In het jaar 2010 is een afspraak gemaakt tussen Wellantcollege en ROC Leiden over de gezamenlijke opleiding Beroeps Begeleidende Leerweg ’Handel en Logistiek‘. Afhankelijk van de opleidingsrichting worden de studenten ingeschreven bij één van de onderwijsinstellingen. Er zijn afspraken gemaakt over de verrekening van de bekostiging. Voor het schooljaar 2015-2016 betreft het 70 studenten, allen ingeschreven bij Wellantcollege (schooljaar 2014-2015: 83 studenten, allen ingeschreven bij Wellantcollege); • Het aantal ingeschreven studenten bol/bbl per 1 oktober 2015 bedraagt respectievelijk 2.553 en 979. Bij de tweede teldatum op 1 februari 2016 waren dit er 2.494 voor bol en 1.007 voor bbl. In de tussenliggende periode hebben 142 bol-studenten en 63 bbl studenten de instelling verlaten, terwijl 83 bol studenten en 91 bbl-studenten zijn ingestroomd; • Wellantcollege heeft geen bol- en bbl-studenten ingeschreven staan bij twee of meer opleidingen ten behoeve van het ontvangen van dubbele input bekostiging;

WELLANT START MET AFVALSCHEIDING In de meeste huishoudens is het scheiden van afval de normaalste zaak van de wereld, maar in en om het klaslokaal gebeurde dit nog maar beperkt. Daar is verandering in gekomen! Op 3 locaties ( Amsterdam ( Linnaeus), Rijswijk en Aalsmeer (Westplas Mavo)) is na de zomervakantie 2015 de pilot Afval Scheiden van start gegaan.

te verbranden. Een mooie bijkomstigheid is dat het gescheiden aanbieden van afval geld oplevert, waardoor het project zich uiteindelijk zelf terugverdient.

Het scheiden van afval is een logisch vervolg op de doelstelling van Wellantcollege om te verduurzamen. Onze ambitie is, door afval te scheiden, uiteindelijk ruim 70% van het afval te recyclen, in plaats van

De pilots hebben een looptijd van drie maanden. De ervaringen en leerpunten uit de evaluaties van de pilots worden vervolgens meegenomen in de verdere uitrol in 2015-2016.

61


6 FINANCIĂ‹N

De leerlingen beoordeelden de Zomerschool met gemiddeld een 8,5!

SUCCESVOLLE PILOT 'ZOMERSCHOOL' BIJ WELLANT COLLEGE IN AALSMEER Zomerschool...... waarom? De Zomerschool is er om leerlingen te helpen het gewenste niveau te halen voor vakken waar ze eigenlijk op zouden blijven zitten, zonder dat zij een heel jaar over moeten doen. Wellantcollege Westplas Mavo, Wellantcollege de Groenstrook en scholengemeenschap Thamen (Uithoorn) hebben deze zomer samen een pilot met de Zomerschool gedaan.

62

Met succes: een 100% slagingspercentage en een hoge waardering van de leerlingen. Urgentiebesef doet heel wat Het lijkt een open deur en dat is het ook: zodra de urgentie het hoogst is, en er in de beleving van de leerling veel op het spel staat (overgaan of niet, of misschien wel van school), willen en kunnen ze veel kennis, vaardigheden een zelfvertrouwen verwerven. De Zomerschoolpilot in Aalsmeer heeft dat ook laten zien.


6 FINANCIËN

• Wellantcollege heeft geen bol- en bbl-studenten die voor een dubbele output bekostiging twee of meer diploma’s hebben ontvangen; • Wellantcollege verzorgt in 2015-2016 voor Flora Holland - in Aalsmeer en Naaldwijk maatwerktrajecten. Het gaat hierbij om 32 bbldeelnemers voor de opleiding groothandel en logistiek. Het niveau van de opleiding is een combi van niveau 2 en 3. • Wellantcollege heeft, net als in voorgaande jaren, ook in 2015 een deel van het onderwijsprogramma uitbesteed aan andere instellingen en organisaties, waaronder aan IPC Groene Ruimte B.V. Bij IPC is er sprake van twee soorten activiteiten, namelijk activiteiten op basis van praktijkleergelden en het uitvoeren van (delen van) het onderwijs van een specifiek crebo. Daarbij komen ook theorie componenten aan bod. Het gaat hierbij om een totaalbedrag van € 1.199.000,=. Dit bedrag is besteed bij: -- PTC+/IPC plant-dier te Ede ad € 216.000 (2014: € 183.000); -- IPC Groene Ruimte te Arnhem ad € 463.000 (2014: € 817.000); -- Overige ad € 520.000 (2014: € 603.000).

6.8 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Er zijn geen belastbare vaste of variabele onkostenvergoedingen versterkt. Er zijn geen uitkeringen verstrekt wegens beëindiging van het dienstverband. Alle bestuurders zijn in echte dienstbetrekking. Het individuele WNT maximum voor alle bestuurders bedraagt € 178.000. De beloningen aan toezichthouders betreffen bedragen exclusief de in rekening gebrachte BTW. Het individuele WNT maximum voor de voorzitter rvt bedraagt € 27.667. Het individuele WNT maximum voor de leden rvt bedraagt € 18.444. Vermelding gegevens van eenieder van wie de bezoldiging de toepasselijke norm te boven gaat. Er zijn geen werknemers die een bezoldiging hebben ontvangen waarvan de bezoldiging de norm te boven is gegaan.

Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Naam

dienstverband ingangs-

eind-

datum

datum

FTE

Beloning

Beloningen betaalbaar op termijn

Belastbare onkostenvergoeding

Bestuurders Voozitter drs. J.M.P. Moons

1-okt-12

lid cvb P. van der Poel

1-mrt-99

lid cvb drs. H.W.M. Jansen

1

142.860

-

16.474

1

118.057

-

15.595

1-feb-09

1

140.551

-

15.797

Voorzitter prof. dr. M.J.M. Vermeulen

1-jul-09

-

13.000

-

-

lid rvt dr. H.H.M. Scholtes

1-apr-13

-

7.934

-

-

lid rvt J. Bogerd MBA

1-jan-14

-

7.934

-

-

lid rvt ir. G.T.M. Kok

1-jan-14

-

7.934

-

-

vice voorzitter mr. R.M Bergkamp

1-jun-14

-

9.934

-

-

lid rvt drs. H.K. Sluiter MEM

1-jan-15

-

7.934

-

-

31-dec-15

Toezichthouders

63


CON TINUÏTEITS PARAGRAAF

64


7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF

Jaarlijks neemt Wellantcollege in zijn jaarverslag een toekomstparagraaf op. Hierin wordt over een periode van de komende 3 jaar een door cijfers onderbouwde verwachting uitgesproken over de financiële-, personele en huisvestingssituatie van de instelling. In de Regeling jaarverslaggeving is wettelijk bepaald dat vanaf verslagjaar 2013 het opnemen van de continuïteitsparagraaf voor BVE instellingen verplicht is. Ontwikkeling leerlingenaantallen De leerlingenaantallen per 1 oktober 2015 in het vmbo zijn gestegen met 1,9% t.o.v. het schooljaar 2014/2015. Voor het mbo zijn de percentages als volgt: bol daalt bij Wellant met 0,5% en bij bbl is sprake van een daling bij Wellant van 3%. Vmbo Wellantcollege gaat uit van een stijging van het aantal leerlingen in het VO van 0,3% in 2016/2017 en vervolgens een daling van 2,5% in 2017/2018. De prognose voor de komende jaren in deze begroting voor het VO is gebaseerd op een prognosemodel van DUO. Deze prognoses betreffen ramingen van het potentiele leerlingenaantal van een instelling, gebaseerd op haar marktaandeel in het voedingsgebied en de doorstroom naar opeenvolgende jaren van de laatste vijf schooljaren. Mbo Voor de komende 2 jaar gaat Wellant uit van een stijging van het aantal deelnemers in het mbo bol van respectievelijk 3,5% in 2016/2017 en 0,1% in 2017/2018. Over twee jaar een stijging van 3,6%.

Leerlingen aantallen

2013/2014

2014/2015

Personeel De reguliere formatie van de locaties is bepaald aan de hand van de leerlingenaantallen. Op basis van de mutatie in de leerlingenaantallen kan ten opzichte van de formatie 2015 de formatie stijgen met 3 FTE in 2016. In 2017 is de formatie gelijk aan die van 2015. In 2018 is er een daling van de formatie van 13 FTE als gevolg van een daling van het leerlingenaantal. Voor het schooljaar 15/16 bedraagt de formatieruimte 1.201 FTE, voor het schooljaar 16/17 is de formatieruimte 1.210 FTE. Financieel Staat van baten en lasten In de begroting 2015 van EZ was vanaf 2015 een budgetkorting van 2% opgenomen voor de bekostiging van het groene onderwijs. Deze budgetkorting was bewust niet meegenomen in onze begroting 2015-2017. Zowel de politiek als de AOC’s hebben in het afgelopen jaar een onderzoek gedaan naar het onderwijs bekostigd door OCW en het onderwijs bekostigd door EZ; Er bestaat immers een fors bekostigingsverschil in het mbo tussen OCW en EZ bekostigde instellingen.

Verslagjaar 2015/2016

2016/2017

2017/2018

2018/2019

VMBO

8.742

9.109

9.283

9.311

9.081

8.800

MBO

4.046

3.612

3.567

3.667

3.675

3.686

12.788

12.721

12.850

12.978

12.756

12.486

Totaal

Formatie in FTE bestuur/management

2015

2016

2017

2018

89

87

85

84

personeel primair proces

804

819

804

792

indirect onderwijsondersteunend personeel

222

223

219

215

80

76

75

74

1.195

1.205

1.183

1.165

direct onderwijsondersteunend personeel Totale personele bezetting

65


7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF

In € 1.000

verslagjaar

verslagjaar

begroting

begroting

begroting

2014

2015

2016

2017

2018

Totaal baten

113.176

121.257

119.066

116.995

115.053

Totaal lasten

-112.204

-119.476

-116.778

-115.803

-114.163

-36

-177

-496

342

644

Resultaat op projecten * Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten

936

1.604

1.792

1.534

1.534

-877

-852

-847

-1.053

-1.262

59

752

945

481

272

Resultaat Wellantcollege Resultaat deelneming

-6.143

-

-

-

-

Resultaat na belastingen

-6.084

752

945

481

272

* Vanaf het jaar 2016 zijn hier tevens onder opgenomen de baten en lasten m.b.t. kwaliteitsverbetering onderwijs (instellingsplan). Deze worden gefinancierd via de sectorakkoorden in het vo en mbo.

De uitkomsten van deze onderzoeken is thans reden voor een politieke discussie waarvan de uitslag nog onbekend is. In de begroting is er een rechtstreekse relatie tussen enerzijds de formatieruimte en anderzijds de maatregelen en extra additionele middelen vanuit de overheid. De maatregelen en extra additionele middelen worden doorvertaald naar de formatie en indien van toepassing op de exploitatiekosten. Voor wat betreft de maatregelen is de formatieruimte vanaf 2017 oplopend gekort met betrekking tot de post “minder opleidingen en macro doelmatigheid mbo”. Met betrekking tot de extra additionele middelen is de formatieruimte verhoogd inzake de kwaliteitsafspraken mbo, het sectorakkoord VO en de structurele toevoeging van huisvestingmiddelen VO vanuit het gemeentefonds. Het budget mbo staat onder druk, veroorzaakt door een tweetal maatregelen vanuit de overheid. Dit betreft de post “ombuigen verkorten onderwijstijd mbo” en het afschaffen vanaf 2016 van de subsidie praktijkleren box 2 ten behoeve van primaire opleidingen. Op basis van de ambities, verwoord in de strategie en het instellingsplan, zullen een aantal locaties van Wellantcollege zich ontwikkelen van school naar kenniscentrum. Binnen de ontwikkeling past een aanbod van contractactiviteiten ('Leven Lang Leren' activiteiten) en het realiseren van vraagsturing uit de markt. De activiteiten in het kader van 'Leven Lang Leren' dienen daarbij zo mogelijk een afspiegeling te zijn van de reguliere opleidingen van Wellantcollege. Innovatie blijft een belangrijk speerpunt. In het jaar 2015 was voor een bedrag ad € 1,5 miljoen begroot aan innovatieprojecten zonder additionele 66

projectfinanciering. Het betreft projecten op het gebied van duurzaamheid, digitalisering, leerlingvolgsysteem en diverse andere kleinere innovatieprojecten. Wellantcollege heeft de ambitie om de komende jaren koploper te worden in digitalisering en 21th century skills. Wellantcollege blijft de komende jaren investeren in huisvesting. Naar aanleiding van het strategisch huisvestingsplan is het voornemen om in de periode 20162020 nieuwbouwprojecten te starten op de locaties Utrecht, Montfoort, Naarden, Dordrecht (vmbo en mbo) en Gouda. Deze investeringen zijn van belang voor de kwaliteit van het onderwijs en voor de uitstraling die goede gebouwen hebben op te werven deelnemers en leerlingen. In bovenstaande begroting zijn de baten en lasten met betrekking tot het instellingsplan onder een aparte rubriek verantwoord, deze zijn dus niet in de diverse posten van de begroting opgenomen. De reden om de kosten en middelen uit de reguliere exploitatie te houden is om gericht te kunnen sturen, en de voortgang en resultaten te kunnen monitoren. Dit is niet alleen intern van belang, maar ook dient jaarlijks een inhoudelijke rapportage te worden verstrekt naar aanleiding van de afspraken met betrekking tot de kwaliteitsafspraken mbo en het sectorakkoord vo. Baten De bekostiging vanuit de rijksoverheid wordt voor het overgrote gedeelte bepaald door het aantal leerlingen. De normatieve rijksbijdrage 2016 is nagenoeg gelijk aan 2015, bestaande uit een stijging in het VO van € 2,1 miljoen en een daling in het mbo van € 2,4 miljoen. De rijksbijdrage VO stijgt vervolgens licht in 2017 door


7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF

Baten

verslagjaar

verslagjaar

begroting

begroting

begroting

2014

2015

2016

2017

2018

Normatieve rijksbijdrage

97.345

105.538

105.806

105.499

104.229

Overige rijksbijdrage

11.492

10.680

7.931

7.054

6.379

801

1.344

752

668

585

Gemeenten en samenwerkingsverbanden Baten werk in opdracht van derden

106

313

612

694

815

Deelnemersbijdragen

1.891

2.128

1.986

1.982

1.942

Overige baten

1.541

1.254

1.979

1.098

1.103

113.176

121.257

119.066

116.995

115.053

Totaal

Lasten

verslagjaar

verslagjaar

begroting

begroting

begroting

2014

2015

2016

2017

2018

Personeelskosten

79.097

85.176

84.813

83.821

82.328

Lasten m.b.t. huisvesting *

16.619

17.206

15.268

16.526

17.186

2.381

2.580

2.767

2.840

2.864

14.984

15.366

14.777

13.669

13.047

113.081

120.328

117.625

116.856

115.425

Overige afschrijvingen Materiele lasten Totaal *Inclusief rentelasten en afschrijvingslasten

een verwachte leerlingenstijging van 28 (t-1), na 2017 daalt de rijksbijdrage door een verwachte afname van de leerlingaantallen. De daling van de rijksbijdrage 2016 in het mbo wordt verklaard door minder deelnemers in 2014 ten opzichte van 2013 (t-2). De rijksbijdrage mbo daalt verder in 2017 door een gerealiseerde leerlingendaling en de korting als gevolg van “macro doelmatigheid mbo” n.a.v. Focus op vakmanschap. In 2018 stijgt de rijksbijdrage mbo weer door een verwachte toename van de leerlingaantallen die een voortgezette korting als gevolg van “macro doelmatigheid mbo” overtreft. De overige rijksbijdrage 2015 is lager dan in 2014, dit betreft echter met name her-rubriceringen die vanaf 2015 in de normatieve rijksbijdrage zijn opgenomen (box 2 praktijkleren en leerlinggebonden financiering mbo). Tevens worden in de onderliggende begroting vanaf 2016 de baten van het instellingsplan (kwaliteitsafspraken mbo en sectorakkoord VO) verantwoord onder een aparte rubriek. Vanaf het jaar 2016 worden de specifieke subsidies voor groen onderwijs door EZ beëindigd. Dit geldt ook voor de subsidie praktijkleren box 1. Wellantcollege heeft besloten om het nog niet bestede gedeelte van de subsidie voor het jaar 2015 (en eerder) in te zetten in 2016 en 2017 tot einde schooljaar 2016/2017.

67

Onder de post samenwerkingsverbanden worden vanaf augustus 2014 de baten verantwoord van de leerling gebonden financiering naar aanleiding van de invoering van “passend onderwijs”. De post “baten werk in opdracht van derden” betreft de verwachte opbrengsten inzake 'Leven Lang Leren'. Onder de post “overige baten” is in 2016 een incidentele bate genomen met betrekking tot de verkoop van een perceel grond. Lasten Bovenstaand overzicht geeft inzicht in de lasten van Wellantcollege exclusief de lasten m.b.t. projecten. Onder de post “lasten m.b.t. huisvesting” zijn tevens opgenomen de afschrijvingslasten huisvesting en de rentelasten. De lasten zijn vanaf het jaar 2016 geschoond voor lasten m.b.t. kwaliteitsverbetering onderwijs (instellingsplan). Deze zijn gerubriceerd onder de post “projecten” De reguliere formatie 2016 is nagenoeg gelijk aan de verwachte gemiddelde bezetting over 2015. De personeelskosten (incl. de personeelskosten opgenomen onder “projecten” m.b.t. het instellingsplan) stijgen in 2016 voornamelijk als gevolg van een hogere GPL door het afgesloten loonruimteakkoord, ruimte voor extra jonge leerkrachten en een hoger professionaliseringsbudget;


7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF

Vanaf 2017 dalen de personeelskosten door een lagere formatie; Onder de lasten m.b.t. huisvesting zijn in 2014 en 2015 bijzondere waardeverminderingen verantwoord ad € 2,5 miljoen, respectievelijk € 2,3 miljoen. Deze hebben een rechtstreeks verband met de nieuwbouwactiviteiten volgens het strategische huisvestingsplan; De lasten m.b.t. huisvesting zijn inclusief rentelasten en afschrijving huisvesting. Deze stijgen door hogere afschrijvings- en financieringskosten als gevolg van de nieuwbouwactiviteiten volgend uit het strategische huisvestingsplan; De overige afschrijvingen stijgen door hogere investeringen in ICT middelen als gevolg van het digitaliseren van ons onderwijs, met investeringen in smart tv’s in de klas en tablets voor docenten; Vanaf 2016 stelt het Ministerie van EZ geen groene subsidies meer beschikbaar waaronder die voor praktijkleren. Tot en met het schooljaar 2016/2017 heeft Wellantcollege nog eigen middelen beschikbaar om de kosten praktijkleren te kunnen bekostigen. Vanaf het schooljaar 2017/2018 worden geen kosten meer begroot met betrekking tot praktijkleren. Dit is de voornaamste reden voor de daling van de materiele lasten.

68

Kasstroomoverzicht Vanaf 2013 wordt jaarlijks € 0,9 miljoen afgelost op de lening van het ministerie van Financiën. In 2016 -2018 bestaat er, als gevolg van een kasstroom uit operatie (€ 29 miljoen) die niet voldoende is om de investeringskastroom (€ 62 miljoen) te financieren en herfinanciering van de bestaande lening (€ 3 miljoen), een financieringsbehoefte van € 26 miljoen. Hierbij wordt het saldo liquide middelen per ultimo 2015 (€ 7 miljoen) geheel gebruikt. De loan to value ratio geeft aan in hoeverre het vastgoed is gefinancierd via lang vreemd vermogen. Bij een ratio van 1 is het vastgoed geheel gefinancierd via lang vreemd vermogen. Balans In de geprognosticeerde balans is te zien dat de komende jaren door de investeringen in huisvesting de vaste activa toenemen. Deze investeringen worden gefinancierd door eigen vermogen en vreemd vermogen. In de kredietbehoefte tot het vierde kwartaal van 2016 is al geheel voorzien door een lening van € 23,4 miljoen bij het ministerie van Financiën. In het eigen vermogen stijgt de publieke algemene reserve als gevolg van de positieve verwachte resultaten over de jaren 2016-2018, en als gevolg van een jaarlijkse vrijval van de publieke bestemmingsreserve uit hoofde van bapo. Deze neemt af als gevolg van uitstroom van personeel met bapo,


7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF

Kasstroomoverzicht Beginstand liquide middelen

verslagjaar

verslagjaar

begroting

begroting

begroting

2014

2015

2016

2017

2018

7.168

3.474

7.372

-213

-806

Kasstroom uit operationele activiteiten

10.905

12.485

9.209

10.013

9.764

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

-10.999

-7.687

-19.894

-26.706

-15.217

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

-3.600

-900

3.100

16.100

4.100

3.474

7.372

-213

-806

-2.159

Eindstand liquide middelen

Investeringsbehoefte als % totale omzet

werkelijk

werkelijk

begroting

begroting

begroting

2014

2015

2016

2017

2018

Investeringen

10.999

7.687

19.894

26.706

15.217

totale omzet *

115.649

123.109

125.191

121.608

119.935

9,5%

6,2%

15,9%

22,0%

12,7%

percentage *Inclusief projectbaten

Financieringsbehoefte als % totale omzet nieuwe leningen

werkelijk

werkelijk

begroting

begroting

begroting

2014

2015

2016

2017

2018

0

0

4.000

17.000

5.000

aflossingen op leningen

-3.600

-900

-900

-900

-900

mutatie

-3.600

-900

3.100

16.100

4.100

percentage van de omzet

-3,1%

-0,7%

2,5%

13,2%

3,4%

Loan to value

werkelijk

werkelijk

begroting

begroting

begroting

2014

2015

2016

2017

2018

in % van de boekwaarde

28%

27%

28%

37%

39%

In % van de OZB waarde

24%

22%

terwijl er geen instroom meer zal zijn in de regeling bapo. Het resultaat van 'Leven Lang Leren' is kostendekkend begroot in de jaren 2016-2018. Huisvesting Voor de periode 2016-2018 zijn investeringen gepland in huisvesting ad € 51 miljoen. Het betreft groot onderhoud op nagenoeg alle locaties ad € 9 miljoen en investeringen vanuit het strategische huisvestingsplan ad € 42 miljoen. Dit betreft tijdelijke en permanente uitbreiding in Montfoort en nieuwbouwprojecten in Utrecht, Dordrecht en Naarden. Uitgedrukt in een percentage van de baten komen de investeringen in huisvesting voor de komende 3 jaar uit op 13,9% (de afschrijvingen huisvesting bedragen 5,2% van de baten). Het overzicht op de volgende pagina geeft een beeld van het totaal aan gebouwoppervlakte in eigendom, huur dan wel bruikleen: 69

Tot slot is op de volgende pagina weergegeven hoe de gebouwoppervlakte per onderwijssoort zich verhoudt tot het gewogen (met bbl factor van 0,35) en ongewogen leerlingenaantal: De gemiddelde huisvestingskosten exclusief personeel bedragen in 2015 € 110 (2014: € 108) per vierkant meter bruto vloeroppervlak. Indien dit gecorrigeerd wordt voor bijzondere waardeverminderingen is dit € 95 (2014: € 92). Kengetallen instelling Solvabiliteit De ratio voor de solvabiliteit daalt van 54% naar 45% per ultimo 2018, en blijft hiermee binnen de streefwaardes vastgesteld door de raad van toezicht. Deze daling van de solvabiliteit in de periode 2015-2018 is te verklaren door een stijging van het vreemd vermogen als


7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF

Activa

31-dec-14

31-dec-15

31-dec-16

31-dec-17

31-dec-18

Vaste activa Gebouwen en terreinen

87.660

85.298

95.708

113.775

119.952

Inventaris en apparatuur

11.822

11.422

12.406

11.445

10.925

52

89

89

89

89

Materiële vaste activa:

99.534

96.809

108.203

125.309

130.966

Financiële vaste activa

1

1

1

1

1

99.535

96.810

108.204

125.310

130.967

1

1

1

1

1

2.515

2.515

2.515

Overige materiële vaste activa

Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen

3.004

2.515

Liquide middelen

3.474

7.372

Totaal vlottende activa

6.479

9.888

2.516

2.516

2.516

106.014

106.698

110.720

127.826

133.483

31-dec-14

31-dec-15

31-dec-16

31-dec-17

31-dec-18

Totaal activa Passiva Algemene reserve

50.298

52.048

53.993

55.474

56.746

6.700

5.702

4.702

3.702

2.702

52

52

52

52

52

57.050

57.802

58.747

59.228

59.500

2.241

1.649

1.413

1.345

1.277

Langlopende schulden

24.300

23.400

26.500

42.600

46.700

Kortlopende schulden

22.423

23.847

23.847

23.847

23.847

213

806

2.159

110.720

127.826

133.483

Bestemmingsreserve Overige reserves en fondsen Eigen vermogen Voorzieningen

Kredietinstelling Totaal passiva

Gebouwoppervlakte (m² bruto vloeroppervlakte) Eigendom Huur Bruikleen Totaal

106.014

mbo

mbo/ vmbo

106.698

vmbo

15.546

29.047

94.475

1.547

1.100

2.898

mavo

6.967

ondersteunende diensten 3.393

149.428

1.016

6.561 420

420 17.513

totaal

30.147

Gebouwoppervlakte per leerlingen per m² (ongewogen) opp. / leerling hoofdgebouw opp. / leerling overige opstallen totaal

97.373

6.967

4.409

156.409

VMBO

BOL + BBL

10,08

6,96

2,76

2,22

12,84

9,17

10,08

8,50

2,76

2,71

12,84

11,22

Gebouwoppervlakte per leerlingen per m² (gewogen) opp. / leerling hoofdgebouw opp. / leerling overige opstallen totaal

70


7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF

Financiële kengetallen Solvabiliteit per ultimo Rentabiliteit Liquiditeit (current ratio) Debt service coverage ratio

werkelijk

werkelijk

begroting

begroting

begroting

2014

2015

2016

2017

2018

53,8%

54,2%

53,1%

46,3%

44,6%

0,1%

0,6%

0,8%

0,4%

0,2%

0,29

0,41

0,10

0,10

0,10

2,5

6,9

5,9

5,7

5,1

gevolg van financiering van de investeringsactiviteiten, een lichte stijging van het eigen vermogen als gevolg van begrote positieve resultaten in de jaren 2016-2018 en een stijging van het balanstotaal door investeringen in huisvesting. In de periode 2016-2018 bedragen de begrote investeringen in totaal € 62 miljoen. Hiervan wordt € 26 miljoen extern gefinancierd, het restant ad € 36 miljoen wordt intern gefinancierd. Rentabiliteit Vanaf het jaar 2013 is de rentabiliteit positief. Voor de jaren 2016-2018 is positief begroot. Wel is het zo dat het begrote resultaat dalend is tot en met 2018. wwDit wordt veroorzaakt door: • Aangekondigde kortingen in het mbo. Het betreft afschaffen groene subsidies vanaf 2016, “minder opleidingen en macro doelmatigheid mbo” vanaf 2017 en “ombuigen verkorten onderwijstijd”; • Vanaf schooljaar 2017/2018 verwacht Wellantcollege een daling van de leerlingaantallen; • Stijging van de lasten met betrekking tot huisvesting als gevolg van de huisvestingsportefeuille.

71

Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming aan haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen. De liquiditeit van Wellantcollege wordt bewust laag gehouden om onnodige rentekosten te vermijden. Dit is mogelijk door het afgesproken financieringsarrangement met het ministerie van Financiën. Er is ruimte voor een negatieve rekening courant stand van maximaal € 10 miljoen. Wellantcollege hanteert een financiële doelstelling van de minimaal benodigde kaspositie (inclusief ruimte onder de kredietfaciliteit). Deze is gesteld op twee maal het maandsalaris inclusief afdrachten. Dit is een bedrag van plm. € 10 miljoen. Deze is gelijk aan de kredietfaciliteit. Debt service coverage ratio De debt service coverage ratio wordt gebruikt om een beeld te krijgen van de betalingscapaciteit (“debt service”) van een instelling in verhouding tot de financiële verplichtingen (betalingscapaciteit/financiële verplichtingen). De betalingscapaciteit betreft de vrije geldstroom binnen de instelling: het resultaat na belastingen gecorrigeerd voor de afschrijvingen en rentelasten. De financiële verplichtingen betreffen het totaal aan rente en aflossingen.


7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF

Overige rapportages Risicomanagement binnen Wellantcollege Aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem Binnen het onderwijs zijn diverse terreinen waarop onderwijsinstellingen risico’s lopen. Binnen Wellantcollege is continu aandacht voor de risico’s in zowel de externe als interne omgeving. Belangrijke instrumenten met betrekking tot risicomanagement zijn: • De PDCA-cyclus, inclusief verantwoordings- en stuurinformatie en kengetallen; • Het kwaliteitssysteem en de jaarkalender. Op basis van het instellingsplan worden de locatie- en teamplannen gemaakt. Deze worden met een periodieke zelfevaluatie gemonitord; • Meerjarenbegroting met scenario’s op basis van leerling- en studentprognoses; • Strategisch huisvestingsplan; • Strategische personeelsplanning; • Interne en externe audits; Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden Het inhoudelijke deel van de risico’s (de punten hieronder) zijn meegenomen in de strategische herijking. Daarnaast zijn ze, in de verschillende beleidsen activiteitenplannen, vertaald naar (te nemen) beheersmaatregelen. • Politiek / bestuurlijk (invoering van nieuwe wet- en regelgeving): de afgelopen twee jaar heeft de overheid diverse maatregelen aangekondigd die grote gevolgen hebben voor Wellantcollege, met name voor het mbo. Het wegvallen van de Groene plusmiddelen heeft een substantiële impact op de hoogte van de bekostiging per student. Onderzoek heeft uitgewezen dat er een ongelijke bekostiging tussen groen onderwijs en regulier onderwijs bestaat in het mbo van tussen de circa € 300 en € 1.000 per deelnemer. Tevens gaat vanaf 2017 OCW (In het VO) de bekostigingssystematiek wijzigen. Deze zal meer in lijn komen met de bekostiging zoals nu voor het VO door EZ bekostigde instellingen plaatsvindt. De onzekerheden met betrekking tot de hoogte van de toekomstige bekostiging gerelateerd aan de verwachte overgang van het groene onderwijs van EZ naar OCW is een risico waar Wellantcollege mee te maken heeft. De effecten kunnen er op korte termijn al toe leiden dat er druk op de exploitatie en kwaliteit van het onderwijs komt te staan. Om 72

deze teruggang in middelen op te kunnen vangen wordt onderzocht wat de gevolgen zijn voor de groepsgrootte, innovatie en aantrekkelijkheid van het groene onderwijs. • Vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt: In 2015 heeft Wellantcollege veelvuldig te maken gehad met het invullen van schaarste vakken (Wiskunde en rekenen) wat organisatorische druk geeft op het onderwijsproces en de bedrijfsvoering. Het tijdig signaleren en invullen van deze specifieke vacatures krijgt extra aandacht in 2016. De vervangingsvraag door vergrijzing, verloop en ziekteverzuim is gestegen. Wellant zet hiervoor verschillende instrumenten in om deze risico’s vroegtijdig te signaleren. Deze instrumenten zijn strategische personeelsplanning, medewerkerspool, werkcoach, arbeidsmarktcommunicatie, inzet van jonge leerkrachten, versterking ziekteverzuimbeleid en team- en bekwaamheidsontwikkeling. • Wellantcollege heeft een meerjarig investeringsprogramma opgesteld om de kwaliteit van het onderwijs als ook de huisvesting te verbeteren. De financiering van de huisvestiging zal gedeeltelijk gebeuren door het aantrekken van externe financiering. De mogelijkheid om via schatkistbankieren externe financiering aan te trekken is in de afgelopen periode ingeperkt door de wijze van waarderen van het onderliggende vastgoed. Het risico bestaat dat wanneer de externe financiering niet verkregen wordt het meerjarig investeringsprogramma niet in de oorspronkelijke vorm uitgevoerd kan worden en de kwaliteit van de huisvesting onder druk komt te staan. Wellantcollege richt zich op meerdere financiers zodat dit risico wordt beperkt. • Financiering LWOO: De uitwerking van de gewijzigde financieringssystematiek via de samenwerkingsverbanden voor LWOO levert een onzekerheid op. Het verzorgingsgebied van Wellantcollege is groot, waardoor Wellantcollege met veel verschillende samenwerkingsverbanden heeft te maken. Het grote aantal samenwerkingsverbanden vergt aanpassing van de interne werkprocessen om de verschillende informatiestromen in goede banen te leiden. Het verder versterken van de banden met samenwerkingsverbanden is een maatregel die de onzekerheden en risico’s moet verkleinen. Rapportage toezichthoudend orgaan Zie hoofdstuk 8 van het jaarverslag 2015. Bericht raad van toezicht.


7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF

ACTUALITEITEN IN DE LES: SAMEN STAAN WE STERKER! Aangrijpende gebeurtenissen, zoals de aanslagen in Parijs, roepen de vraag op: 'Hoe bespreek ik dit in de klas?' Docent Maatschappijleer Marinka Mulder zocht de verbinding en nam het initiatief om collega’s van tips te voorzien.

Plotseling de lessen omgooien is voor niemand makkelijk Docenten maatschappijleer, maar ook docenten van andere vakken, staan bij gebeurtenissen zoals de aanslagen in Parijs voor de opgave dit op een goede manier bespreekbaar te maken in de les. Eensklaps je lessen omgooien en een gevoelig onderwerp bespreekbaar maken is voor niemand makkelijk. Het is dan belangrijk lesideeën met elkaar te delen en elkaar te steunen in ervaringen in de klas.

73

Zo kun je elkaar helpen Marinka Mulder, docent maatschappijleer bij Wellant vmbo in Houten maakte daarom een Facebookgroep aan: Les over ParisAttaques. Hierop plaatste ze lesideeën en veel gestelde vragen plus het antwoord (als dat er is) van leerlingen. Een voorbeeld uit de praktijk gefilmd naar aanleiding van Parijs Naar aanleiding van Parijs heeft Marinka in een filmpje laten zien hoe ze haar eigen lessen heeft vormgegeven en vertelt collega Erik van de Woestijne wat hij in de teambespreking als houvast heeft meegekregen.


BERICHT RAAD VAN TOEZICHT 2015 74


8 BERICHT RAAD VAN TOEZICHT 2015

Vergaderingen en bijeenkomsten De raad van toezicht kwam in 2015 acht keer plenair bijeen met het college van bestuur. De voorzitter van de ondernemingsraad was daarbij telkens als toehoorder aanwezig, met uitzondering van het besloten deel van de vergadering. Naast plenaire bijeenkomsten waren er bijeenkomsten in commissieverband. Deze stonden in het teken van de voorbereiding van de vergaderingen van de raad van toezicht en boden tevens gelegenheid om dieper op een aantal zaken in te gaan. De raad van toezicht is voorts een aantal malen zonder het college bijeen gekomen. Toezicht en advies De raad van toezicht besprak de in de statuten vastgelegde onderwerpen en stelde zich daarnaast op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen en aangelegenheden binnen Wellantcollege en het groene onderwijs in het algemeen. In dit kader is, in het bijzijn van de accountant, het Geïntegreerd Jaarverslag 2014 en het Accountantsverslag 2014 besproken. Tevens zijn aan de orde geweest de Meerjarenbegroting 2016-20172018 en in samenhang daarmee het Financieringsplan 2016 t/m 2025, het Strategisch Huisvestingsplan 20152025 en het Instellingsplan 2015-2025. De raad van toezicht heeft de financiële ontwikkelingen binnen Wellantcollege gevolgd aan de hand van financiële kwartaalrapportages. Het in 2014 gestarte proces met betrekking tot de herijking van de strategie is in het voorjaar van 2015 afgerond. Hiermee zijn de kritieke succesfactoren voor de komende vijf jaar bepaald en kon ook het Instellingsplan worden vormgegeven. In het Instellingsplan zijn opgenomen het schoolplan voor het vmbo en het kwaliteitsplan voor het mbo. In het verlengde hiervan heeft de raad van toezicht regelmatig met het college van bestuur van gedachten gewisseld over de landelijke positionering van het groene onderwijs en de AOC’s in het bijzonder. De raad van toezicht spreekt regelmatig met het college over de kwalitatieve en kwantitatieve opbrengsten van het onderwijs. Door de commissie Onderwijs & HRM is in 2015 tot op locatieniveau gekeken naar bijzondere risico’s, de resultaten van diverse inspectiebezoeken, benchmarkgegevens en het totaaloverzicht van de toezichtarrangementen van de onderwijsinspectie. Het verheugt de raad van toezicht dat op vrijwel alle locaties vooruitgang wordt geboekt, met name ook in de gemengde leerweg. 75

Regelmatig is het meerjarig financieel perspectief van Wellant aan de orde geweest. Waar in 2014 door de Tweede Kamer op het laatste moment nog een budgetkorting voor het groene onderwijs in 2015 ongedaan kon worden gemaakt, heeft het ministerie van Economische Zaken de voorgenomen kortingen voor de jaren 2016 en latere jaren gehandhaafd. Dit betekent dat het financieel perspectief voor de komende jaren uitermate krap is, met name voor het mbo. Tevens ontstaat hiermee een financieringsachterstand in vergelijking tot het mbo dat door het Ministerie van OC&W wordt bekostigd. De raad van toezicht is vooralsnog van mening dat een dergelijke ongelijkheid in financiering onacceptabel is en een bedreiging vormt voor de kwaliteit van het onderwijs en het innoverend vermogen van de organisatie. Mogelijk kan een en ander worden rechtgetrokken als bij een volgende kabinetsformatie het groene onderwijs overgaat naar het Ministerie van OC&W. De voortekenen zijn vooralsnog echter niet geruststellend en nopen wellicht tot nadere actie in 2016. Naast bovenstaande onderwerpen is er in 2015 ook aandacht geweest voor: duurzaamheid, de nieuwe programmastructuur in het vmbo en diverse huisvestingszaken. Tot slot heeft in 2015 heeft een Europese aanbesteding van de accountantsdiensten plaatsgehad. Dit heeft eind 2015 geleid tot gunning aan Deloitte accountants. Werkgeversrol De remuneratiecommissie van de raad van toezicht heeft met alle leden van de het college van bestuur remuneratiegesprekken gevoerd. Hieruit kwamen geen bijzonderheden naar voren die aanleiding gaven tot specifieke acties of aandachtspunten. In 2015 is afscheid genomen van het cvb-lid de heer Van der Poel. De heer Van der Poel is bijna 34 jaar werkzaam geweest bij Wellantcollege en zijn rechtsvoorgangers, waarvan sinds 2006 als bestuurder. De raad van toezicht wil langs deze weg nogmaals zijn waardering uitspreken voor de bijdrage die de heer Van der Poel heeft geleverd aan Wellantcollege en met name ook aan het vmbo. Zijn kennis en kunde zullen worden gemist. In november 2013 is door het Platform Raden van Toezicht een nieuwe beloningscode voor bestuurders in het mbo vastgesteld. Op basis van de code, waarin wordt uitgegaan van het aantal mbo-studenten, zou de bezoldiging van het college moeten vallen onder


8 BERICHT RAAD VAN TOEZICHT 2015

Overzicht hoofd- en relevante nevenfuncties raad van toezicht ultimo 2014 dhr. prof. dr. M.J.M. Vermeulen hoofdfunctie • TIAS School for Business and Society -- Academic director Strategy, Innovation and Governance -- Academic director Master Public Management nevenfuncties • Hoogleraar onderwijssociologie Tilburg University en Open Universiteit Nederland • DGA V-square BV • Vicevoorzitter raad van commissarissen Zayaz, woningbouwcorporatie in Den Bosch • Voorzitter stuurgroep Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek • Waarnemend voorzitter Zuidelijke Rekenkamer • Lid Raad van Toezicht Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) • Voorzitter bestuur Stichting Alexander Amsterdam • Voorzitter bestuur Koningstheateracademie mw. dr. H.H.M. Scholtes hoofdfunctie • Senior adviseur Twijnstra Gudde Adviseurs en Managers nevenfuncties • Docent TiasNimbas Master of management in education • Gastdocent Inspectieacademie • Voorzitter vakjury Orde van Organisatie Adviseurs • Lid Cliëntenraad St. Antonius Nieuwegein/Utrecht/ Woerden dhr. J. Bogerd MBA Hoofdfunctie • Voorzitter college van Bestuur Hogeschool Utrecht Nevenfuncties • Voorzitter stichting Studielink • Lid ledenraad Coöperatie Surf UA • Lid bestuur EigenWijkseEnergieCoöperatie mw. mr. R.M. Bergkamp hoofdfunctie • directeur Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin)

76

nevenfuncties • Lid Raad van Commissarissen Parnassia-Groep • Lid Landelijk Bestuur Veilig Verkeer Nederland • Lid Adviesraad Animal Science Groep (WUR) • Lid Audit Committee ministerie van Financiën • Lid Adviesraad Deltares • Lid Raad van Commissarissen van Royal Reesink N.V. • Lid Raad van Toezicht van Het Voedingscentrum dhr. ir. G.T.M. Kok Hoofdfunctie • Royal FloraHolland: director Corporate Affairs and Sustainability; concernmanager Externe Betrekkingen Nevenfuncties namens FloraHolland • Bestuurslid Greenport Holland • Voorzitter stuurgroep Human Capital Agenda T&U • Bestuur Dutch Horticultural Trade Board • Bestuurslid Topconsortia Kennis en Innovatie • Bestuurslid MPS ( duurzaamheid in de sierteelt) • Bestuurslid Fair Flowers Fair Plants • Bestuurslid Floriculture Sustainability Initiative • Bestuurslid SvS ( tuinbouw vakbladen) • Bestuurslid Greenport Aalsmeer • voorzitter Greenport Westland Oostland • DB-lid Greenport HortiCampus • Bestuurslid Duits-Nederlandse Kamer van Koophandel • Bestuurslid VNO/NCW landelijk; regionaal VNO/ NCW West; KvK Zuid West mw. drs. H.K. Sluiter MEM Hoofdfunctie • Zelfstandig adviseur op het gebied van onderwijsontwikkeling, Bètaontwikkeling, HRMontwikkeling en duurzaam strategisch beleid in het funderend onderwijs. Nevenfuncties • Lid reviewcommissie VO-HO netwerken Platform Bètatechniek • Lid raad van toezicht Coenecoop College • Voorzitter en expert voor het voortgezet onderwijs binnen het programma Scholen aan Zet • Expert binnen het Topklassenteam Beter Presteren in Rotterdam • Bestuurslid Stichting Leraren met Lef


8 BERICHT RAAD VAN TOEZICHT 2015

klasse A. Dit doet echter onvoldoende recht aan zowel de omvang (in totaal zo’n 12.000 leerlingen en studenten) als de complexiteit van de instelling (28 locaties, diverse brancheorganisaties en vallend onder twee ministeries). Deze complexiteit vraagt bijzondere vaardigheden van het bestuur. Daarom heeft de raad van toezicht destijds besloten tot honorering van het college van bestuur conform klasse B. In 2015 is dit beloningsniveau gehandhaafd. Contact met de organisatie In het voorjaar van 2015 heeft de raad van toezicht vergaderd op de locatie Boskoop. Naast een rondleiding door het nieuwe schoolgebouw, is door een van de docenten een presentatie gegeven over de leertuin. Tevens hebben bij deze gelegenheid twee regiodirecteuren deelgenomen aan de vergadering en een toelichting gegeven op het nieuwe groene examenprogramma voor het vmbo. Jaarlijks voert de raad van toezicht in september een gesprek met de voltallige ondernemingsraad. De focus van het gesprek lag dit jaar bij de relatie tussen de raad van toezicht en de ondernemingsraad. Voorts zijn aan de orde gekomen de zorgen van de ondernemingsraad met betrekking tot het ambitieniveau van Wellantcollege. Daarbij stond niet de gekozen richting ter discussie, maar met name de (korte) tijd die de organisatie zich gunt om een en ander te realiseren. In oktober 2015 zijn twee leden van de raad van toezicht te gast geweest in een vergadering van de centrale studentenraad. Onderwerp van gesprek was het nieuwe toezichtkader voor het mbo en de uitkomsten van een intern onderzoek naar de BPV (beroepspraktijkvorming). Gedurende het jaar hebben rvt-leden op individuele basis werkbezoeken gebracht aan enkele locaties van Wellantcollege. Onder andere zijn bezocht de Wellant vmbo’s in Naarden en Aalsmeer De Groenstrook en Wellant mbo in Houten. Interne evaluatie In een aparte bijeenkomst heeft de raad van toezicht een interne evaluatie gehouden. Belangrijke gesprekspunten waren: de samenstelling en werkwijze raad van toezicht, de relatie met het college van bestuur en de relatie met de ondernemingsraad. Omdat de raad van toezicht een relatief nieuwe samenstelling kent is ook gekeken naar eenieders individuele stijl en rol en hoe dit kan leiden tot versterking van elkaar. 77

Tot slot is afgesproken een toezichtkader op te stellen. Hiertoe zijn in 2015, onder leiding van een externe governance expert, de eerste stappen gezet. Het toezichtkader zal in 2016 worden vastgesteld. Samenstelling raad van toezicht De samenstelling van de raad van toezicht is gedurende 2015 ongewijzigd gebleven. Governance en professionalisering De raad van toezicht volgt bij de uitoefening van zijn taken de Branchecode goed bestuur in het mbo. In het kader van de eigen professionalisering heeft de raad van toezicht een discussiebijeenkomst georganiseerd met de heer H. Dekkers met als thema mbo 2025. Platform raden van toezicht Vanuit de MBO Raad wordt het Platform raden van toezicht georganiseerd. De raad van toezicht volgt de ontwikkelingen binnen het Platform en is zo mogelijk bij bijeenkomsten aanwezig. Tot slot Graag spreken wij via deze weg onze waardering uit voor alle betrokkenen bij Wellantcollege, zowel docenten als ondersteunend personeel alsook leerlingen en studenten. Wij danken iedereen voor zijn inzet en inspanningen in 2015. De raad van toezicht, • dhr.prof.dr. M.J.M. Vermeulen (voorzitter) • mw.mr. R.M. Bergkamp (vicevoorzitter) • mw.dr. H.H.M. Scholtes • dhr. J. Bogerd MBA • dhr.ir. G.T.M. Kok • mw.drs. H.K. Sluiter MEM


De internationaliseringsactiviteiten van Wellantcollege zijn van erkend hoog niveau. Het bewijs daarvan is de Erasmus+ Vocational Education and Training (VET) Mobility Charter die 1 december 2015 aan Wellantcollege is uitgereikt.

WELLANTCOLLEGE ONTVANGT VET CHARTER EUROPEES KEURMERK INTERNATIONALISERING Leuk zo’n keurmerk, maar wat heb je daaraan? • Het is een erkenning van de kwaliteit en borging van onze internationaliseringsactiviteiten • Wellant-studenten en -docenten kunnen voor meer externe subsidies in aanmerking komen. • Wellant heeft een ‘streepje voor’: buitenlandse partners (scholen en bedrijven) selecteren steeds vaker op het hebben van een erkend keurmerk • Het keurmerk zorgt voor minder administratieve rompslomp bij subsidieaanvragen. Wellantcollege ontving het Europese kwaliteitskeurmerk tijdens de nationale Erasmus+ -conferentie in Den Haag. Erasmus+ is het Europese subsidieprogramma voor onderwijs, jeugd en sport. Eigenlijk zou Jet Bussemaker (minister OCW) het keurmerk overhandigen, maar die was op het allerlaatste moment verhinderd. Het moment was er niet minder om! Met trots namen Annemarie Moons (voorzitter college van bestuur) en Ton Stok (senior adviseur bureau Internationalisering) het keurmerk namens Wellantcollege in ontvangst van Marjan Hammersma (Directeur-generaal Cultuur en Media, en verantwoordelijk voor Internationaal Beleid).

78

De VET Charter wordt voor de periode 2015 tot 2020 toegekend. In de komende periode gaat Wellantcollege verder op de ingeslagen weg met onder meer aandacht voor internationalisering in het vmbo, ECVET, toename van het aantal buitenlandstages in het mbo, het ontwikkelen van excellentieprogramma's en aandacht voor de Euregio.


STICHTING WELLANT POSTBUS 177 3990 DD HOUTEN


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.