Jaarverslag 2019
Onderwijs in beweging
Inhoud
Dit jaarverslag is een uitgave van Stichting Wellant. Met zorg samengesteld. Een warm woord van dank aan alle mensen die hieraan hebben meegewerkt.
Colofon Ontwerp en DTP: ZIGT Studio Fotografie: - Bart van Rongen - Emmely van Mierlo - Bastiaan Pelikaan Eindredactie: Stichting Wellant
Voorwoord
4
Inleiding en leeswijzer
8
Hoofdstuk 1 Bestuur en organisatie 1.1 Missie en ambitie 1.2 Sturingsdocument 1.3 Voortgang ambities per kritische succesfactor 1.4 Organisatiestructuur 1.5 Bestuur en governance 1.6 Inrichting medezeggenschap 1.7 Structurele samenwerking op instellingsniveau 1.8 Klachten en klokkenluidersregelingen 1.9 Zelfevaluatie college van bestuur
12 13 13 14 15 15 16 16 18 18
Hoofdstuk 2 Wellantcollege vmbo 2.1 Voldoende onderwijskwaliteit (KSF 1) 2.2 Innovatie (KSF 2) 2.3 Versterken regionale samenwerking (KSF 3) 2.4 Internationalisering vmbo (KSF 4) 2.5 Informatie op locatieniveau 2.6 Extra thema’s
20 21 28 30 31 31 31
Hoofdstuk 3 Wellantcollege mbo 3.1 Voldoende onderwijskwaliteit (KSF 1) 3.2 Innovatie (KSF 2) 3.3 Versterken regionale samenwerking (KSF 3) 3.4 Internationalisering (KSF 4) 3.5 Kwaliteitsagenda 3.6 Passend onderwijs in het mbo 3.7 Examineren mbo 2019
34 35 38 41 42 43 44 45
Hoofdstuk 4 Leven lang Ontwikkelen (LLO) 4.1 C ursussen & Trainingen transformeert naar Leven Lang Ontwikkelen 4.2 Samenwerking met partners – kwaliteitsagenda 4.3 Samenwerking met regulier mbo-onderwijs 4.4 Groeiambitie Wellantcollege
46
47 48 48
Hoofdstuk 5 Wellantcollege breed 5.1 Professionalisering (KSF 5) 5.2 Medewerkers 5.3 Duurzaamheid (KSF 6) 5.4 Gezonde bedrijfsvoering (KSF 7)
50 51 52 53 56
Hoofdstuk 6 Financiën 6.1 Financieel resultaat 2019 6.2 Balans per 31 december 2019 6.3 Financiële ratio’s 31 december 2019 6.4 Treasurybeleid 6.5 Notitie helderheid
58 59 63 64 65 66
Hoofdstuk 7 Continuïteitsparagraaf
68
Hoofdstuk 8 Bericht raad van toezicht
82
Hoofdstuk 9 Jaarrekening 2019
86
Hoofdstuk 10 Overige gegevens
110
Hoofdstuk 11 Bijlagen
114
47
3
Voorwoord
Voorwoord
2019. Een jaar waarin technologie, duurzaamheid, sociale inclusie, de flexibele arbeidsmarkt en de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven een belangrijke rol speelden. Het onderwijs is in beweging. Dat merken we in het vmbo en mbo, maar ook in het onderwijs dat we aanbieden aan deelnemers tot 67 jaar. Wellant speelt welbewust in op deze ontwikkelingen en werkt aan een gezonde ĂŠn leefbare toekomst. Dit doen wij samen met onze leerlingen, studenten en cursisten. Vanuit blauwgroene scholen die verankerd zijn in de regio en met persoonlijke aandacht voor elke leerling, student en cursist. In 2019 zijn we gestart met de uitvoering van de Kwaliteitsagenda 2019-2022. Hiermee zetten we extra in op onderwijskwaliteit, gelijke kansen voor alle studenten en interactief en flexibel onderwijs. Wij concluderen dat Wellantcollege steeds meer de focus legt op de ontwikkeling van maatwerk en flexibilisering In het mbo zijn we gestart met de ontwikkeling van een brede mbo-opleiding Leefbare Stad & klimaat. Een opleiding die inspeelt op de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties en die studenten flexibeler een vervolgkeuze laat maken. In het kader van Leven Lang Ontwikkelen hebben we verder gewerkt aan de inrichting van kenniscentra in de vorm van hotspots. Hierdoor kunnen we, samen met het bedrijfsleven en overheid, een rol spelen bij het oplossen van regionale vraagstukken. Het maatschappelijke debat rondom stikstof en het klimaat laat zien dat het blauwgroene profiel van Wellantcollege van wezenlijk belang is en dat ook de komende jaren zal blijven.
5
In het vmbo hebben we verder gebouwd aan de invulling van de vakmanschapsroute, op expliciet verzoek van het bedrijfsleven, politiek, ouders en leerlingen. Met de vakmanschapsroute vergroten we het onderscheidend vermogen in de regio en verstevigen we onze positie als aanbieder van modern groen onderwijs. Bovendien versterkt de vakmanschapsroute de interne doorstroom naar het mbo. Verder hebben we ingezet op Sterk Techniek Onderwijs, een voor Wellant unieke samenwerking in de regio’s waarin we groen en techniek met elkaar combineren. Tot slot hebben we verder gewerkt aan de digitalisering en flexibilisering van ons onderwijs. Maak ook buiten het onderwijs hebben we veel bereikt. Met het programma O3 (Ontwikkelen Onderwijs Ondersteuning) hebben we bijvoorbeeld de kwaliteit van de dienstverlening van de ondersteunende diensten verbeterd. Zo zijn de dienstenpakketten beter aangesloten op de vraag van het onderwijs en vinden er continu gesprekken plaats tussen het onderwijs en de diensten, om de ondersteuning te optimaliseren. Al deze veranderingen dragen bij aan beter onderwijs en een krachtig en gezond Wellantcollege.
Om de veranderingen in het onderwijs adequaat het hoofd te bieden, hebben we in 2019 niet alleen intensief samengewerkt met onze partners van de Kwaliteitsagenda 2019-2022, maar ook met andere bedrijven, gemeentes en collega-onderwijsinstellingen. Dit heeft geleid tot het tekenen van een intentieovereenkomst op 15 april 2020 met de bestuurders van Citaverde College en Helicon Opleidingen om vanaf 1 januari 2021 samen verder te gaan als unieke blauwgroene onderwijsorganisatie. Daarnaast zijn we in 2019 gestart met het proces om te komen tot een Strategie 2021-2025. We zijn hiervoor veelvuldig in gesprek gegaan met ouders, leerlingen, studenten, docenten en het bedrijfsleven. In deze gesprekken is vooral aan bod gekomen hoe onze stakeholders de toekomst voor zich zien en hoe het onderwijs van Wellantcollege hier het beste op kan inspelen. Tot slot: in 2019 hebben de medewerkers van Wellantcollege – van docenten tot het ondersteunend personeel – ontzettend veel energie en passie gestoken in het mogelijk maken van kwalitatief goed onderwijs. Wij willen iedereen daarvoor hartelijk bedanken! Annemarie Moons en Gabe van der Zee
Wellantcollege. Welbewust beter
Werkbezoek Ingrid van Engelshoven Op maandag 21 januari 2019 heeft de minister van Onderwijs, Ingrid van Engelshoven, een werkbezoek afgelegd op de locatie Houten. Zij ging in gesprek met mbo-docentenen ambassadeurs van de Beroepsvereniging Opleiders MBO (BVMBO), bijvoorbeeld over de 1000-uren norm, werkdruk, de kwaliteit van onderwijs, examinering en de aantrekkelijkheid van het beroep docent. Tijdens deze gesprekken zijn zorgen gedeeld en is gekeken naar de mogelijkheden om het mbo-onderwijs voor zowel de student als docent aantrekkelijk te houden én te maken.
6
7
Inleiding en leeswijzer
Dit jaarverslag bestaat uit een toelichting op de belangrijkste ontwikkelingen en behaalde resultaten in 2019.
Inleiding en leeswijzer
Elk jaar bespreken het college van bestuur en de raad van toezicht de volgende strategische planningsdocumenten: de meerjarenbegroting, het strategisch huisvestingplan, het financieringsplan, het vmbo in beeldprogramma, het masterplan mbo, de kwaliteitsagenda en het sturingsplan. Samen vormen deze documenten de onderbouwing van de te behalen resultaten en de daarvoor noodzakelijke middelen. Op basis van de strategie van Wellantcollege, het sturingsplan en een analyse van de in- en externe ontwikkelingen, zijn de speerpunten voor 2019 bepaald. In dit jaarverslag verantwoorden wij deze speerpunten en geven we een doorkijk naar 2020.
Veel van onze stakeholders zijn ook geïnteresseerd in relevante ontwikkelingen per locatie of per regio. Op de website www.scholenopdekaart.nl is voor iedere afzonderlijke vmbo-locatie informatie te vinden over de locatie, behaalde resultaten, het onderwijsbeleid en de waardering van leerlingen, ouders en de Onderwijsinspectie. Dit jaarverslag is opgesteld conform de wettelijke eisen en de Richtlijnen van de Raad van de Jaarverslaggeving.
Ook lichten we in dit jaarverslag de onderdelen van de resultatenbox (een aantal kerngegevens van de instelling) toe. Deze door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, de Onderwijsinspectie, de MBO Raad en de AOC Raad uitgewerkte indicatoren, zijn een verplicht onderdeel van het jaarverslag van bekostigde onderwijsinstellingen. In de continuïteitsparagraaf beschrijven we het beleid dat is gerelateerd aan verwachte ontwikkelingen op belangrijke beleidsterreinen voor de komende jaren. Dit gebeurt conform het format dat is opgesteld door de MBO Raad en dat landelijk wordt gevolgd. De uitgebreide financiële jaarrekening met de financiële verantwoording voor de bekostigende ministeries, presenteren we in een apart hoofdstuk.
9
Bestuurs verslag 10
11
1 Bestuur en organisatie
1.1 Missie en ambitie
Bestuur en organisatie
1
De missie van Wellantcollege is: ‘werken aan een gezonde en leefbare toekomst door uit te blinken in onderwijs’. De wereld om ons heen verandert razendsnel. Klimaat, energie, water, voeding en welzijn van mens en dier zijn grote en dringende vraagstukken voor onze planeet. Technologie, digitalisering en robotisering kunnen oplossingen bieden. De groene sector integreert meer en meer met andere sectoren en de tijd van ‘donkergroen’ onderwijs is voorbij. Wereldwijd groeit de behoefte aan een nieuwe generatie vakmensen die de wil, kennis en vaardigheden hebben om ons leven en onze leefomgeving te verbeteren. Onze docenten en medewerkers staan klaar om deze nieuwe generatie vakmensen op te leiden. Wellantcollege is de grootste vmbo- en mbo-opleider van Europa op het gebied van voeding, klimaat en welzijn van mens en dier. Wij staan voor kleinschalig, groen en gevarieerd onderwijs: van koken tot urban green development en van gezonde dieren tot watermanagement. We stimuleren ondernemerschap en kennisuitwisseling met het hbo en de universiteit en hebben aandacht voor de persoonlijke groei en talenten van iedere leerling en student. In aansluiting op onze missie hebben we de volgende ambitie geformuleerd: ‘Wellantcollege heeft in 2020 een koppositie in de groene sector in de Randstad. Dit willen we bereiken door het aanbieden van modern groen onderwijs van erkend hoge kwaliteit, ondersteund met een goed werkende ICT-infrastructuur, in een veilige omgeving waarin onze leerlingen en studenten hun talenten maximaal kunnen ontwikkelen’. Demografische ontwikkelingen zorgen ervoor dat de leerlingen- en studentenaantallen van Wellantcollege van jaar tot jaar en per locatie verschillen. Er is geen sprake van krimp, maar bij de overstap van primair naar voortgezet onderwijs merken we wel dat ouders en leerlingen vaker kiezen voor scholen waar (ook) havo wordt aangeboden. Het aanbod van groene mboopleidingen binnen Wellantcollege is groot. We willen
deze opleidingen verder moderniseren, door ze meer te concentreren en expertise in zogenaamde kenniscentra te bundelen. Daarmee sluiten we beter aan op maatschappelijke en regionale ontwikkelingen, bereiken we een breder publiek en ontstaat er een aantrekkelijk en modern onderwijspalet.
1.2 Sturingsdocument In 2019 hebben we onze strategische documenten ondergebracht in één sturingsdocument. Dit sturingsdocument is een samenvoeging van de Strategie 20152020, het Instellingsplan 2015-2020, de Kaderbrief 2019-2021, de Kwaliteitsagenda 2019-2022, het Wellant Verhaal en het Masterplan mbo. Het sturingsdocument is richtinggevend bij de uitvoering van onze onderwijsactiviteiten. De belangrijkste onderwerpen zijn: • Kwaliteit (onderwijs en medewerkers); • Samenwerking (intern en extern met partners in de regio); • Groei (meer leerlingen, studenten en cursisten). In de curricula van het mbo en vmbo en in de bedrijfsvoering van Wellantcollege vormt duurzaamheid een steeds belangrijker thema, net als internationalisering. Onze strategische keuzes richten zich op zeven thema’s die zijn vertaald in kritieke succesfactoren. Voor elk onderdeel van de strategie is een vertaalslag gemaakt naar doelen en middelen, inclusief tijdspad. Voorafgaand aan de planvorming zijn we eerst ingegaan op de implementatie en veranderstrategie met krachtige teams in de basis. Vervolgens hebben we de ambities van Wellant mbo en Wellant vmbo vertaald in doelen en activiteiten per kritieke succesfactor (KSF). We hebben de KSF’s verdeeld in drie categorieën: mbo, vmbo en Wellantbreed. Het sturingsdocument helpt het college van bestuur, de directie onderwijs, de dienstdirecteuren, de schoolleiders vmbo en de opleidingsmanagers mbo om in de praktijk invulling te geven aan de strategie. Het Schoolplan vmbo en de Kwaliteitsagenda mbo zijn deels opgenomen in het sturingsdocument. 13
1 Bestuur en organisatie
Overzicht kritieke succesfactoren 2019-2023 volgens sturingsdocument: KSF1 KSF2 KSF3 KSF4 KSF5 KSF6 KSF7
Voldoende onderwijskwaliteit Innovatie Versterken regionale samenwerking Internationalisering Professionele organisatie Duurzaamheid Gezonde bedrijfsvoering
vmbo en mbo afzonderlijk vmbo en mbo afzonderlijk vmbo en mbo afzonderlijk vmbo en mbo afzonderlijk Wellantbreed Wellantbreed Wellantbreed
1.3 Voortgang ambities per kritische succesfactor We hebben onze strategische ambities verdeeld over de zeven kritische succesfactoren en meten de voortgang dus ook per KSF. Onderstaande grafiek geeft de voortgang van de resultaten weer. We liggen op schema en een aantal doelstellingen is al gerealiseerd, zoals de invoering van het vernieuwde beroepsgerichte programma in het vmbo en de herziening van de kwalificatiestructuur in het mbo. Ter verdieping en verbreding van de strategie hebben we op diverse niveaus bijeenkomsten georganiseerd met thema’s als kwaliteit, duurzaamheid, de aansluiting vmbo-mbo en leiderschap. Ook hebben we de markt van Leven Lang Ontwikkelen verder verkend. Dit heeft geleid tot een aantal nieuwe activiteiten, zoals de uitrol van vier hotspots. Een belangrijk element in onze strategie is: de onderwijsteams in hun kracht zetten. Daarvoor laten we elk teamlid in het mbo en het vmbo een ‘selfie’ maken. In die selfies
kunnen zij een oordeel geven over de prestaties van het team op een bepaald moment ten opzichte van: • de kwaliteitsdoelstellingen van Wellant mbo/vmbo; • het waarderingskader van de Inspectie. Daarnaast zijn we in 2019 gestart met een traject gericht op de ontwikkeling van de kwaliteitscultuur in de teams. In het kader van voorbeeldgedrag zijn we dit traject begonnen bij het college van bestuur en de directie. Binnen het traject wordt onder andere een teamportret opgesteld gericht op de vele elementen van kwaliteitscultuur. De vmbo-locaties en de mbo-teams dragen aantoonbaar bij aan de strategie van Wellantcollege. Dit betekent dat ze: • modern, groen onderwijs aanbieden; • investeren in de doorlopende leerlijn, onder meer door het bieden van goede groene LOB-programma’s; • bijdragen aan bewustwording van de economische relevantie van een innovatieve, duurzame en groene sector.
Voortgang Ambities per KSF
1.4 Organisatiestructuur
1.5 Bestuur en governance
We hebben de organisatiestructuur in 2019 aangepast op basis van nieuwe ontwikkelingen. Zo is aan de directie onderwijs een directeur Leven Lang Ontwikkelen toegevoegd, die ook stuurt op internationalisering. Daarnaast zijn de Ondersteunende Diensten opnieuw ingedeeld. De Ondersteunende Diensten bestaan nu uit de dienst Onderwijs & Kwaliteit, de dienst HRD & Marketing en Communicatie en de dienst Bedrijfsvoering. Iedere dienst wordt geleid door een directeur. De coördinatie juridische zaken valt sinds eind 2019 rechtstreeks onder het college van bestuur.
Stichting Wellant kent een raad van toezicht die de leden van het college van bestuur benoemt en toezicht houdt op de werkzaamheden van het college. Het college van bestuur bestond eind 2019 uit twee personen: • mw. drs. J.M.P. Moons (voorzitter) • dhr. drs. A.R.G. van der Zee (lid) Het college van bestuur volgt bij de uitoefening van zijn werkzaamheden de Branchecode goed bestuur in het mbo.
Hackathon: Wellantcollege Gouda pakt afvalprobleem aan Op donderdag 26 september 2019 was de eerste Goudse hackathon voor jongeren van 15 t/m 25 jaar. Verschillende teams gingen met elkaar de strijd aan om in één middag een oplossing te bedenken voor het afvalprobleem in Gouda. Ook Wellantcollege Gouda deed mee met een delegatie van hun ecoteam (www.ecoschools.nl). Wellantcollege Gouda kwam met het idee om basisschoolkinderen een metalen lunchbox te laten gebruiken die een hele schooltijd meegaat. Het idee werd zo enthousiast ontvangen dat er zelfs al is gesproken over het maken van een ondernemingsplan!
120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% 1
2
3
4
■ Volledig gerealiseerd
5
6O*
■ Deels gerealiseerd
6F*
7
Totaal
■ Niet gerealiseerd
* 6O = Duurzaamheid Opleidingen, 6F = Duurzaamheid Facilitair
14
15
1 Bestuur en organisatie
Nevenfuncties college van bestuur Mw. drs. J.M.P. Moons • Lid van raad van toezicht woningcorporatie Huis en Erf te Schijndel • Lid raad van commissarissen Sint Trudo • Voorzitter Kennisplatform Veehouderij en humane gezondheid • Commissaris bij de 'Stichting The Dutch Alliance' Dhr. drs. A.R.G. van der Zee • Lid raad van toezicht Bibliotheek Midden-Brabant, tevens lid financiële auditcommissie
1.6 Inrichting medezeggenschap Conform de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) heeft Wellantcollege: • een centrale ouderraad • een ondernemingsraad • een centrale studentenraad
Centrale ouderraad Iedere vmbo-locatie heeft een lokale ouderraad. Deze lokale ouderraden vaardigen elk jaar tenminste één ouder af naar de centrale ouderraad. Het college van bestuur voert minimaal vier keer per jaar overleg met de centrale ouderraad. In 2019 is onder andere het volgende met de centrale ouderraad besproken: het vmbo in beeld-programma, de invoering van een nieuw leerlinginformatiesysteem, de organisatie en inzet van vertrouwenspersonen, het algemeen deel van de schoolgids, de uitkomsten van tevredenheidsenquêtes onder leerlingen en ouders en het strategieproces 2021-2025. Centrale studentenraad Iedere mbo-locatie heeft een decentrale studentenraad. Deze decentrale studentenraden vaardigen één of twee studenten af naar de centrale studentenraad. De centrale studentenraad vergadert minimaal drie keer per jaar met het college van bestuur. In 2019 is onder andere gesproken over: het privacyreglement rondom leerlinggegevens, het masterplan mbo, het opleidingsportfolio en de inrichting van de centrale ondersteuning ten behoeve van het onderwijs (O3). Ook heeft een meerdaagse studiereis naar Londen plaatsgevonden. Tijdens deze reis hebben de studenten naar ontwikkelingen rondom duurzaamheid en vergroening van de stad gekeken. Het doel was om ideeën op te halen die ook voor Wellantcollege relevant zijn bij de ontwikkeling van het onderwijs en het onderwijsaanbod. 16
Ondernemingsraad Wellantcollege heeft een ondernemingsraad (OR) met in totaal vijf leden. De OR en het college van bestuur hebben een open en transparante onderlinge werkwijze, die soms verder gaat dan de Wet op de Ondernemingsraden en het Professioneel Statuut voorschrijven. In 2019 is onder andere met elkaar gesproken over: het werkdrukplan, de inrichting van de ondersteuning op centraal niveau (O3), de regeling van vakantiedagen, het examenreglement mbo, het handboek examinering mbo en het strategieproces. Jaarlijkse medezeggenschapsconferentie Op initiatief van de raad van toezicht organiseert Wellantcollege elk schooljaar een medezeggenschapsconferentie voor alle centrale medezeggenschapsorganen. Ook het college van bestuur en de raad van toezicht zijn hierbij aanwezig. In het schooljaar 2019-2020 vond deze conferentie plaats in februari 2020 en was het thema ‘strategie en samenwerking’. Instemming medezeggenschapsraden op de hoofdlijnen van de begroting De ondernemingsraad, de centrale ouderraad en de centrale studentenraad hebben gezamenlijk instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting. Hiervoor wordt jaarlijks een proces afgesproken, waarin we afgevaardigden van de medezeggenschapsraden in een aantal bijeenkomsten meenemen in de uitgangspunten en keuzes met betrekking tot de begroting.
1.7 Structurele samenwerking op instellingsniveau
• mboRijnland In 2019 zijn mboRijnland en Wellantcollege gestart met de uitvoering van de in 2018 getekende intentieverklaring. Samen hebben we een stuurgroep opgericht, waarin beide colleges van bestuur en directies zijn vertegenwoordigd. Onder regie van deze stuurgroep zorgen twee programmamanagers (één van mboRijnland en één van Wellant) voor afstemming, sturing en monitoring van gezamenlijke activiteiten. De opleiding Green Tec is de eerste van de afgesproken gezamenlijke opleidingen die in 2020 zal starten. Verder hebben we afspraken gemaakt over het opzetten van een living lab en zijn we gestart met het ontwikkelen van de opleidingen ‘groen en logistiek’ en ‘groen en zorg’. Ook hebben de Wellant-vmbo’s in de regio en mboRijnland afspraken gemaakt over voorlichting en activiteiten ten behoeve van de doorstroom. In de uitvoering van de kwaliteitsagenda’s wordt afstemming gezocht waar mogelijk en informeren beide organisaties elkaar over kansen en mogelijkheden ten dienste van het gezamenlijk belang. • Inholland We werken al geruime tijd samen met Inholland. Onze samenwerking richt zich op de participatie van hbo- en mbo-studenten binnen gezamenlijke projecten. Daarbij stimuleren we peer-coaching en kennisuitwisseling, bijvoorbeeld in het kader van de publiek-private samenwerkingen (PPS) Kenniscentrum Aalsmeer en Waterroute Dordrecht. Daarnaast nemen Inholland en Wellantcollege beide deel aan het internationale Borderless Network.
• Da Vinci College In Dordrecht participeren Wellantcollege en het Da Vinci College samen met het bedrijfsleven en de overheid in de PPS Waterroute. Deze samenwerking zal eind 2020 beëindigd worden. • Van Hall Larenstein Onze samenwerking met Van Hall Larenstein richt zich op het thema water en op een doorlopende leerlijn van mbo naar hbo. Dit sluit aan op de ontwikkeling van een kenniscentrum Water in Dordrecht. • ROC Mondriaan Wellantcollege en ROC Mondriaan bieden samen de opleidingen Green Tec en Mechatronica aan. Deze opleidingen zijn vanaf schooljaar 2019-2020 afgebouwd op de locatie Delft en op een andere locatie voortgezet. • Merewade Samen met Merewade bieden we in Gorinchem vmbo-onderwijs aan onder de naam Omnia. Wellant verzorgt het profiel groen. Vanwege het dalende leerlingenaantal zal dit profiel en daarmee ook de samenwerking worden afgebouwd en in 2020 definitief stoppen. • Aeres Groep Onze samenwerking met Aeres Groep richt zich op een aantal inhoudelijke thema’s op opleidingsniveau. Met de hbo-tak van Aeres Groep werken we aan een aantal associate degrees voor melkveehouderij en stedelijk groen.
Het uitgangspunt van onze samenwerking met anderen is dat het moet bijdragen aan de positionering van Wellantcollege en de verbetering van het onderwijs(aanbod) voor onze leerlingen en studenten. In dat kader werkt Wellantcollege samen met de volgende onderwijsinstellingen: • Helicon Opleidingen en Citaverde College In 2019 zijn Wellantcollege, Helicon Opleidingen en Citaverde College intensiever gaan samenwerken, onder andere op het gebied van Leven Lang Ontwikkelen. Op 15 april 2020 hebben de bestuurders van Wellantcollege, Citaverde College en Helicon Opleidingen een intentieverklaring getekend om vanaf 1 januari 2021 samen verder te gaan als unieke blauwgroene onderwijsorganisatie. 17
1 Bestuur en organisatie
• Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool Utrecht Samen met deze hogescholen geven we vorm en inhoud aan de Opleidingsschool Wellantcollege, gericht op het gezamenlijk opleiden van studenten van de lerarenopleidingen. Deze opleidingsschool heeft de status van aspirant-opleidingsschool. • Next Education Group De Next Education Group is onderdeel van de Roadmap Next Economy in de metropoolregio Rotterdam-Den Haag. In de Next Education Group werken twaalf instellingen uit het mbo en hbo, waaronder Wellantcollege, samen aan flexibel onderwijs dat midden in de samenleving staat en bijdraagt aan oplossingen voor complexe maatschappelijke problemen. Dit moet leiden tot goed opgeleide studenten met kennis en competenties die aansluiten op de vraag vanuit het bedrijfsleven.
1.8 Klachten- en klokkenluidersregelingen Wellantcollege heeft de volgende klachten- en klokkenluidersregelingen: • algemene klachtenregeling ouders en studenten • klachtenregeling ongewenst gedrag • algemene klachtenregeling personeel • interne geschillencommissie toepassing cao • klokkenluidersregeling
Ook zijn we aangesloten bij de Stichting Onderwijsgeschillen. Algemene klachten die bij het college binnenkomen, maar die nog niet op de locatie zijn behandeld, leggen we terug bij de locatie. In de meeste gevallen kan de klacht dan alsnog op de locatie worden opgelost, zonder tussenkomst van het college van bestuur. In een aantal gevallen was in 2019 een uitspraak van het college van bestuur nodig. Op de overige klachtenregelingen is in 2019, net als in voorgaande jaren, niet of nauwelijks een beroep gedaan. Ook zijn er geen meldingen binnengekomen op basis van de klokkenluidersregeling.
1.9 Zelfevaluatie college van bestuur Wellantcollege is aangesloten bij de Branchecode goed bestuur in het mbo. In deze code is onder andere opgenomen dat het bestuur jaarlijks het eigen functioneren evalueert en de conclusies vastlegt in het geïntegreerd jaardocument. Het bestuur heeft voor een evaluatieproces gekozen waarin de input van de directie, externe deskundigen en stakeholders is meegenomen. Bij de evaluatie zijn de volgende kenmerken geëvalueerd: • algemene verantwoordelijkheden • goed bestuur in kernwaarden, cultuur en gedrag • goed bestuur in bestuurlijk vermogen, leiderschap en professionaliteit • goed bestuur in het organiseren van tegenspraak De hoofdconclusies van de zelfevaluatie 2019 zijn hieronder weergegeven.
Positieve punten Veel informele contacten met directie, schoolleiders/opleidingsmanagers en medewerkers. Een laagdrempelig bestuur, waarin geen sprake is van een afrekencultuur. De locatiebezoeken van het bestuur, waarin het bestuur in gesprek gaat met het management, de onderwijsteams en de studenten/leerlingen. Het goede gesprek en veelvuldige contact met de raad van toezicht, de ondernemingsraad, de centrale studentenraad en de centrale ouderraad. De bedrijfsvoering is op orde, zowel in financiële als organisatorische zin. Een goed systeem waarin planning & control, risicomanagement en kwaliteitszorg zijn geborgd. Aandachtspunten Effectiever sturen op continu verbeteren, door het starten van een kwaliteitscultuurtraject. De visie van Wellantcollege blijven vertalen naar strategie, beleid en werkprocessen. Het blijven versterken van eigenaarschap en verantwoordelijkheid in de organisatie. Het stimuleren van gesprekken met externe stakeholders buiten de formele paden en dit borgen als essentieel onderdeel van de kwaliteitscultuur.
18
19
2 Wellantcollege vmbo
2
2.1 Voldoende onderwijskwaliteit (KSF 1) Instroom nieuwe leerlingen Van 2015 tot 2018 daalde de instroom van vmboleerlingen. Maar in schooljaar 2018-2019 en in schooljaar 2019-2020 is het aantal leerlingen weer gestegen. Vooral in schooljaar 2019-2020 steeg het aantal leerlingen fors. In 2017 zijn de locaties gestart met een ‘aanvalsplan’ om nieuwe leerlingen te werven en dit plan blijkt dus succesvol. Daarnaast zien we dat het aantal zij-instromers toeneemt, sinds het basisschooladvies als wettelijk leidend wordt gezien voor de plaatsing van leerlingen op het voortgezet onderwijs. Soms worden
basisschooladviezen, bijvoorbeeld onder druk van ouders, te hoog ingezet of bijgesteld naar aanleiding van de eindtoets. Als de praktijk laat zien dat het niveau toch iets te hoog is gegrepen, stromen leerlingen alsnog in op het vmbo. Met de tweede stijging van de instroom op rij, lijkt er sprake te zijn van een kentering van het totale aantal vmbo-leerlingen. De verdeling van het aantal leerlingen over de verschillende leerwegen is bovendien veranderd. De basisvorming (leerjaar 1 en 2) vormt de grootste groep en laat groei zien, maar in leerjaar 3 en 4 neemt het aantal leerlingen af, vooral in de kaderberoepsgerichte leerweg en in de gemengde en theoretische leerweg.
Instroom nieuwe leerlingen vmbo Wellantcollege (alle leerjaren) 2015-2016 t/m 2019-2020
aantal leerlingen
Wellantcollege vmbo
In het vmbo ligt de focus op de kwaliteit van onderwijs en de medewerkers. Daarnaast is samenwerking in de regio op alle onderwijsthema’s, zowel intern als extern, belangrijk. Een derde aandachtspunt is groei, ofwel zorgen voor een toename van het aantal leerlingen in het vmbo. Zo kunnen we de ambities van Wellantcollege vmbo waarmaken en een nieuwe generatie vakmensen opleiden voor de wereld van nu en morgen.
3000 2500 2000 1500 1000 500 0
■ Totaal
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
2019-2020
2478
2414
2189
2240
2473
21
2 Wellantcollege vmbo
Totaal aantal vmbo-leerlingen per 2015-2016 t/m 2019-2020
Oordeel kwaliteit vmbo-locaties Wellantcollege per oktober 2019
aantal leerlingen
BB
MAVO
erweg oeps-, ngde leerweg)
12000 10000
8867
8488
8541
+
Alphen aan de Rijn
+
+
+
Amersfoort
+
+
+
+
+
6000 4000
Gemengde leerweg
Basisberoepsgerichte leerweg Basisvorming (leerjaren 1 & 2) Gemengde leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Praktijkonderwijs Theoretische leerweg / mavo Vavo
Amsterdam Linnaeus PRO
+
Amsterdam Sloten
+
+
+
Boskoop
+
+
+
Brielle Basisberoepsgerichte leerweg
+
+
+
Den Haag Madestein
+
+
+
Den Haag Westvliet
+
+
+
Dordrecht mavo
+
+
+
Dordrecht vmbo
+
+
+
Gouda
+
+
+
Houten
+
+
+
Basisvorming
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
2019-2020
1507 4602 913 1425 243 446 8
1619 4410 914 1609 244 409 17
1501 4101 936 1718 245 354 12
1386 3945 931 1662 244 306 14
1374 4203 897 1544 228 284 11
Locatieschouw Alle vmbo-locaties van Wellantcollege vallen in 2019 onder het basistoezicht van de Onderwijsinspectie. Echter, er zijn wel verschillen in de prestaties tussen de locaties. Om hier goed zicht op te hebben en hier tijdig de risico’s van te onderkennen, maken we jaarlijks een locatieschouw. De locatieschouw is een periodiek onderzoek naar de vitaliteit van de (afzonderlijke) vmbolocaties, waarin deze beoordeeld worden op harde criteria als leerlingenaantallen, financiële performance en interne doorstroom én zachte, meer kwalitatieve criteria als onderwijskwaliteit en HRM-aspecten. De waardes van de diverse indicatoren worden centraal berekend en vastgesteld. De uitkomsten leiden via berekening per locatie tot een totaalwaarde op harde en zachte indicatoren. Door de uitkomsten van de indicatoren van alle locaties van hoog naar laag te rangschikken, ontstaat een beeld van de relatieve positie die de locatie bekleedt ten opzichte van de overige locaties. Ook ontstaat inzicht in de vitaliteit van de totale vmbo-sector binnen Wellantcollege.
22
+
Amsterdam Kader-beroepsgerichte leerweg Linnaeus
0 ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
+
Praktijkonderwijs
Een locatie met een lage score op zowel de harde als de zachte indicatoren krijgt een verdiepend onderzoek naar het toekomstperspectief van deze locatie. Hierbij gaat het vooral om de vraag of de locatie op (middel)lange termijn in staat is om de vitaliteit op een acceptabel niveau te brengen. Op basis van de uitkomsten van de locatieschouw kunnen investeringsbesluiten voor het op peil brengen en/of borgen van de onderwijskwaliteit, het marktaandeel en/of de leerlingenaantallen, de strategische personeelsplanning en de huisvesting geïnitieerd of ondersteund worden.
Toezicht Hiernaast de tabel met het overzicht van de arrangementen van de onderwijsinspectie. Er geldt voor alle leerwegen en locaties een basistoezicht per oktober 2019.
TL +
Aalsmeer Groenstrook
Theoretische leerweg
8000
2000
GL
Aalsmeer Westplas
Vavo 9222 9144
KB
Klaaswaal
+
+
+
Montfoort
+
+
+
Naarden
+
+
+
Oegstgeest
+
+
+
Ottoland
+
+
+
Rijnsburg
+
+
+
Utrecht
+
+
+
+
+
+ = Basistoezicht
Tevredenheid leerlingen Jaarlijks meten we de tevredenheid van leerlingen via een enquête. De resultaten zijn ook te zien op Scholen op de Kaart (www.scholenopdekaart.nl). De enquête bestaat uit drie onderdelen: tevredenheid (zestien vragen), schoolklimaat (zeven vragen) en sociale veiligheid (vier vragen). Op sociale veiligheid scoort Wellant iets hoger (9,18) dan het landelijk gemiddelde (9,15). Maar op de andere twee gebieden scoren we lager dan het landelijk gemiddelde met een 6,34 voor tevredenheid (het landelijk gemiddelde is 6,68) en een 6,64 voor schoolklimaat (het landelijk gemiddelde is 7,06). Daarbij moet wel opgemerkt worden dat de landelijke gemiddelden inclusief havo/vwo zijn. De grootste verschillen onder het landelijke gemiddelde zien we bij de vragen: • Hoe tevreden ben je over de hoeveelheid ICT die gebruikt wordt tijdens de lessen? • Hoe tevreden ben je over de sfeer op school? • Hoe tevreden ben je over de veiligheid op school?
Tevredenheid ouders Daarnaast nemen we jaarlijks een enquête onder ouders af die uit vijftien vragen bestaat. De oudertevredenheid is al een aantal jaren vrij stabiel: van een 7,75 in 2017 naar een 7,69 in 2018 en opnieuw een 7,69 in 2019. Het landelijk gemiddelde, inclusief havo/vwo, is met een 7,91 licht gedaald ten opzichte van de 7,95 in 2018. Het grootste verschil tussen het landelijk gemiddelde en ons lagere gemiddelde zien we bij de volgende drie stellingen: • Mijn kind krijgt op school de mogelijkheid om zijn of haar talent te ontwikkelen. • De school stimuleert mijn kind om zijn of haar best te doen. • De school leert mijn kind om een eigen mening te vormen.
23
2 Wellantcollege vmbo
Leerlingtevredenheid vmbo 2017-2019 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 ■ ■ ■ ■ ■ ■
Tevredenheid
Schoolklimaat
Sociale veiligheid
6,33 6,62 6,31 6,7 6,34 6,68
6,71 7 6,68 7 6,64 7,06
9,3 9,25 9,24 9,2 9,18 9,15
Wellant 2017 Landelijk 2017 Wellant 2018 Landelijk 2018 Wellant 2019 Landelijk 2019
De resultaten van de tevredenheidsenquêtes worden per locatie nader geanalyseerd. Mede op basis hiervan formuleren de schoolleiders activiteiten in het locatieplan. Deze activiteiten worden dan in het nieuwe schooljaar uitgevoerd.
Examenresultaten vmbo De tabel hieronder geeft een overzicht van de behaalde examenresultaten, zowel voor het schoolexamen (SE) als het centraal examen (CE). Bij twee van de drie leerwegen (basisberoepsgericht en kaderberoepsgericht) is ons gemiddelde centraal examencijfer in 2019 hoger dan het landelijk gemiddelde. Ons gemiddelde examencijfer
Derde editie van de Wellant GROTEGROENDAG
is in zowel de kaderberoepsgerichte leerweg als in de gemengde (theoretische) leerweg hoger dan in 2018. Het percentage geslaagden is op alle drie de leerwegen gedaald ten opzichte van ons gemiddelde in 2018 en ligt hiermee onder het landelijk gemiddelde. Dit komt deels doordat leerlingen bij Wellantcollege veel kansen krijgen om onderwijs te volgen op een hoger niveau dan het advies van hun basisschool. We werken aan het verder verbeteren van onze lessen en de doorlopende leerlijnen van leerjaar 1 tot en met 4. Daarnaast nemen we waar nodig de determinatieprocedure onder de loep. Hiermee verwachten we dat de slagingspercentages de komende jaren weer zullen toenemen.
3D-voedselprinters, vispassages, opgeknapte bollenkratten en robotica: de derde editie van de Wellant GROTEGROENDAG had voor elk wat wils. Doel van deze dag is ons onderwijs nauwer te laten aansluiten bij (technische) ontwikkelingen in de groene sector. Dit door docenten de ontwikkelingen met eigen ogen te laten zien én ervaren en met elkaar ideeën uit te wisselen. De achttien deelnemende Wellant-scholen konden in de ochtend kiezen uit tien bedrijven om te bezoeken en ’s middags konden zij kiezen uit elf workshops. In totaal deden 130 docenten mee aan deze professionaliseringsdag voor en door docenten profiel groen.
Definitieve examencijfers volgens Vensters VO – vmbo 2018-2019 Beroepsgerichte leerweg
Kaderberoepsgerichte leerweg
Gemengde (theoretische) leerweg
Landelijke norm centraal examencijfer
6,50
6,23
6,19
Landelijk gemiddelde centraal examencijfer
6,74
6,35
6,37
Wellant gemiddelde centraal examencijfer
6,79
6,42
6,32
Percentiel CE
63
71
35
-0,34
-0,04
+0,26
659
840
612
35%
26%
18%
Wellant % geslaagd
97,6%
94,6%
89,2%
Landelijk gemiddelde % geslaagd
97,9%
95,7%
92,9%
Verschil SE - CE Aantal deelnemers Percentiel slaag %
24
25
2 Wellantcollege vmbo
Voortijdige schoolverlaters Vanwege de verminderde kans op de arbeidsmarkt worden gegevens over voortijdige schoolverlaters (vsv’ers) landelijk en door Wellant op de voet gevolgd. Vsv’ers zijn jongeren tussen de 12 en 23 jaar die het onderwijsstelsel verlaten zonder startkwalificatie: een diploma havo, vwo of mbo niveau 2 of hoger. Voor Wellant vmbo betreft het veelal leerlingen die na diplomering niet bij een vervolgopleiding staan ingeschreven. Het risico is dus dat zij nooit meer een vervolgopleiding gaan volgen en geen startkwalificatie behalen. Daarnaast is er een groep die zonder diploma het vmbo verlaat, vanwege demotivatie of vertrek naar het buitenland. Zij lopen een aanzienlijk risico om nooit een startkwalificatie te behalen. Beide groepen vsv’ers hebben onze aandacht. Als geheel valt Wellant vmbo ruim binnen de vsvnormen, zowel voor de onder- als bovenbouw. Wel hebben enkele locaties meer vsv’ers dan de norm. Voor de andere locaties en voor Wellant vmbo als geheel houden we vinger aan de pols in het kader van onze kwaliteitszorgcyclus.
Voor Wellant vmbo is de trend in de onderbouw enigszins zorgelijk. Een belangrijke oorzaak is het toelaten van leerlingen voor wie ons vmbo onvoldoende ondersteuning biedt. Dit blijkt pas enige tijd nadat zij bij ons zijn gestart. Dit is onderwerp van gesprek in de samenwerkingsverbanden, maar ook in de ondersteuningsteams van onze scholen. De cijfers in de bovenbouw tonen een positieve trend. De landelijke maatregel om examenkandidaten voor 1 april te laten inschrijven bij het mbo en ons LOB-beleid zijn hier wellicht debet aan. Vooral de brede aandacht voor loopbaankeuzes gedurende de hele vmbo-opleiding (dus niet alleen door de decaan of de mentor van klas 4, maar door het hele team), heeft een positieve invloed.
Vsv Aangezien de vsv-cijfers 2018-2019 op een later moment landelijk worden vastgesteld, kunnen onderstaande cijfers enigszins afwijken van de officiële vsv-cijfers.
Vsv-percentage vmbo onderbouw 2016-2017 t/m 2018-2019 0,75%
0,8% 0,7% 0,6%
0,5%
0,5%
0,5%
0,3% 0,2%
0,0%
Uitstroom van Wellant vmbo naar Wellant mbo juli 2019 Totale uitstroom 4e leerjaar Wellant vmbo
0,15% 0,07% 0,05%
2016 - 2017
2017 - 2018 ■ Wellantcollege
2018 - 2019
■ norm landelijk
Totale uitstroom naar Wellant mbo
% Wellant uitstroom van totale uitstroom
Chr. vmbo Alphen aan den Rijn
95
20
20%
Chr. vmbo De Bossekamp Ottoland
99
44
32%
Mavo Stek Dordrecht
55
2
3%
Vmbo Amersfoort
97
0
0%
Vmbo Anna Hoeve Brielle
88
4
5%
Vmbo Boskoop
105
7
9%
Vmbo De Groenstrook Aalsmeer
163
22
12%
Vmbo Dordrecht
125
17
10%
Vmbo Gorinchem
19
6
27%
Vmbo Gouda
85
20
22%
Vmbo Houten
86
7
7%
Vmbo Klaaswaal
95
5
5%
Vmbo Linnaeus Amsterdam
28
0
0%
Vmbo Madestein Den Haag
57
2
4%
199
23
13%
70
4
5%
Vmbo Oegstgeest
105
7
7%
Vmbo Rijnsburg
127
10
7%
Vmbo Sloten Amsterdam
91
1
1,1%
Vmbo Utrecht
63
4
6,3%
Vmbo Westplas Aalsmeer
74
1
1,4%
Vmbo Westvliet Den Haag
133
12
9,0%
2059
195
9,5%
Vmbo Montfoort Vmbo Naarden
0,4%
0,1%
Interne doorstroom De doorstroom van onze vmbo-leerlingen naar het mbo van Wellant is gedaald van 11,5% in 2017 en 10% in 2018 naar 9,5% in 2019. Dit doorstroompercentage verschilt veel per locatie en per schooljaar.
Vsv-percentage vmbo bovenbouw 2016-2017 t/m 2018-2019 3,5% 3%
3,0% 2,5%
2%
2,0% 1,5%
1,31%
2%
1,27% 1,03%
1,0% 0,5% 0,0%
Om de kwaliteit van het programma van toetsing en afsluiting te borgen, ontvangt de CEC alle PTA’s ter beoordeling. Zo gauw de CEC deze heeft voorzien van commentaar stuurt de CEC ze retour naar de locaties. Hetzelfde geldt voor het (centraal opgestelde) verkorte examenreglement dat de locaties kunnen aanpassen aan de lokale gebruiken.
Kwaliteit procedure toetsing en afsluiting (PTA) 2016 - 2017
2017 - 2018 ■ Wellantcollege
26
Examinering vmbo De examens worden voorbereid en uitgevoerd op de locaties. Voor een goed verloop ondersteunt de centrale examencommissie (CEC) de uitvoering. Ook monitort de CEC vanuit haar borgende taak het verloop van de examinering.
■ norm landelijk
2018 - 2019
De locaties stellen de PTA’s op aan de hand van een voorgeschreven format en conform de Uitgangspuntennotitie PTA van Wellantcollege.
Om de juiste handelswijzen te borgen verschijnt er jaarlijks een handboek Examenadministratie, waaraan de locaties zich moeten houden. Sinds dit jaar onderzoeken 27
2 Wellantcollege vmbo
we via examineringsaudits of de locaties de voorgeschreven handelingswijze volgen. In 2019 is bij negen locaties een interne audit examinering uitgevoerd. Driemaal per jaar organiseren we een platformbijeenkomst voor examensecretarissen. Tijdens deze bijeenkomsten komen gewijzigde wet- en regelgeving en actuele thema’s, zoals de negen actielijnen voor examinering, aan bod. Ook is er ruimte voor collegiale consultatie. In dit kader heeft de VO-raad onze examenorganisatie als praktijkvoorbeeld genoemd. Onderzoek Inspectie naar correcte uitvoering examinering
In 2019 heeft de Inspectie onderzoek uitgevoerd naar de uitvoering van het centraal schriftelijk praktijkexamen (cspe) en de naleving van de standaard Toetsing en afsluiting (OP8) uit het waarderingskader. Voor het onderzoek naar de uitvoering van het cspe zijn negen locaties bezocht. De Inspectie oordeelde dat de uitvoering op de bezochte negen locaties verloopt volgens wet- en regelgeving. Op één locatie is wel een kanttekening gemaakt omdat de juiste kassaopstelling ontbrak. Het betreffende onderdeel moest daar opnieuw worden afgenomen. Voor het onderzoek naar de standaard Toetsing en afsluiting (OP8) heeft de Inspectie drie locaties bezocht. Op basis hiervan heeft de Inspectie geconcludeerd dat de toetsing en examinering op orde is en haar waardering uitgesproken voor de wijze waarop Wellantcollege de examenprocessen heeft georganiseerd. Een belangrijke aanbeveling van de Inspectie is dat er nog meer samengewerkt kan worden tussen locaties op het gebied van toetsing en examinering, vooral als sprake is van eenmanssecties. De CEC heeft de coördinatie bij het oppakken van deze aanbeveling. Vooruitblik
In 2020 zijn en worden nieuwe examineringsaudits gepland en continueren we de activiteiten, zoals hierboven onder ‘kwaliteit procedure toetsing en afsluiting’ beschreven. Daarnaast actualiseren we het toetsbeleid en brengen we het in lijn met onze onderwijskundige visie.
2.2 Innovatie (KSF 2) Digitaal onderwijs/gepersonaliseerd leren Gepersonaliseerd leren staat hoog op de agenda van de locaties. Op alle scholen is inmiddels de iPad in de onderbouw geïntroduceerd als instrument voor gepersonaliseerd leren. De teams volgen een ontwikkelproces dat per locatie verschilt. De meeste teams gebruiken 28
iPads om de digitale didactiek (en daarmee ook hun eigen vaardigheden) een plek in het curriculum te geven. Ook zijn locaties bezig met andere middelen en methodes om leerlingen een gepersonaliseerd ontwikkeltraject aan te bieden. Het programmateam EduMore ondersteunt de locaties bij de transformatie van klassikaal naar gepersonaliseerd leren en meer maatwerk in de klas. In het schooljaar 2019-2020 is gewerkt aan: • een pilot MDM (beheerd klassenmanagement). Deze pilot is enthousiast ontvangen en gaan we verder uitrollen; • mediawijsheid. Deze ontwikkeling is positief ontvangen en in 2020 organiseren acht scholen een mediawijsheidweek; • een docentencongres met als thema ‘Maatwerk in de klas’ in februari 2020; • denk & ontwikkelsessie, zoals: - demonstratie lesson-up - coaching op school organiseren - instructie werken met Teams met leerlingen - apps voor in de gymles - learnbeat voor alle vakken - innovatietraject met collega’s - leerdoeldenken met alle collega’s - formatief evalueren vormgeven op locaties - traject differentiëren op locaties; • WellLabs (denktanks). Er zijn twee WellLabs ontwikkeld voor leerdoelgericht werken en flexibel roosteren; • mbo laten aansluiten op de ontwikkelingen in het vmbo.
Op deze wijze blijven we dicht bij onze identiteit en onderscheiden we ons van onze concullega’s. Bijna alle vmbo-locaties participeren in het project Sterk Techniek Onderwijs om leerlingen meer te interesseren voor techniek en om techniek in het groene onderwijs een extra stimulans te geven. Bij 21e-eeuwse vaardigheden gaat het vooral om kritisch en creatief denken, problemen oplossen, communiceren, samenwerken, sociale en culturele vaardigheden, ICT- en informatievaardigheden, mediawijsheid en zelfregulering. Deze vaardigheden passen bij de visie van de school en zijn in het curriculum opgenomen.
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) Voor het schooljaar 2019-2020 is de ambitie geformuleerd om het loopbaandossier verder te ontwikkelen en de ouderactiviteiten te verbreden naar alle locaties. Daarnaast zetten we in op het versterken van de competentie ‘werkexploratie’, onder andere door het uitbouwen van activiteiten rond stages en door samenwerking
met het mbo en bedrijfsleven. De LOB-integratie loopt bij het overgrote deel van de locaties goed tot uitstekend. Er is de voorgaande jaren een goede gezamenlijke basis gelegd, waarbij veelvuldig gebruik is gemaakt van het scholingsaanbod georganiseerd door de dienst Onderwijs & Kwaliteit. De tevredenheid van ouders en leerlingen over de LOB is opnieuw toegenomen.
Excellentie Steeds meer scholen doen mee aan Skills Talents, de teamvakwedstrijden voor het vmbo. Tijdens een voorronde op de eigen school, de provinciale kampioenschappen en de nationale finale strijden ze – in teams van drie leerlingen – om in hun wedstrijdrichting de beste te worden van Nederland. Steeds meer vmbolocaties nemen deel aan deze activiteiten. Hoewel locaties bij sommige wedstrijden tegen elkaar strijden, zijn de leerlingen heel enthousiast en ervaren zij deelname aan Skills Talents als zeer leerzaam.
Op deze wijze monitoren en borgen we de ontwikkeling van gepersonaliseerd leren en digitaal onderwijs op de locaties. Ten tijde van dit schrijven zijn onze scholen gesloten door het coronavirus. Alle locaties zijn inmiddels aangesloten op Microsoft Teams en ontwikkelen zich in sneltreinvaart in het leren op afstand.
Modernisering groen onderwijs De dienst Onderwijs & Kwaliteit ondersteunt de vaksecties Groen bij het vormgeven van het onderwijs in het vernieuwde beroepsgerichte programma. In alle onderwijsprogramma’s van het vmbo zijn ‘lichtgroen’ onderwijs, techniek/technologie, 21e-eeuwse vaardigheden en ondernemerschap impliciet dan wel expliciet opgenomen. Alle locaties bieden groene en grijze keuzevakken aan. Hierbij moet worden opgemerkt dat we de grijze keuzevakken ‘groen’ invullen. 29
2 Wellantcollege vmbo
Slagen voor examen Cambridge English B2 First Mirte Remmelzwaal en Tim Hoogerbrug zijn twee talentvolle en gemotiveerde Leerlingen uit Alphen aan den Rijn. Dat viel de docent Engels in klas 1 al op. Vanaf klas 2 zijn zij uitgedaagd om op havo-niveau verder te werken en een gepersonaliseerde leerroute te volgen. Hierin maakte zij zulke grote vorderingen dat zij in klas 3 het GL-examen Engels succesvol hebben afgerond. Jaar 4 is benut om de talenten volledig tot bloei te laten komen. Mirte en Tim hebben hard gewerkt om zich voor te bereiden op het examen Cambridge English B2 First. Dit examen staat gelijk aan vwo-niveau. In april was het zo ver en zijn zij naar Utrecht afgereisd om het examen te maken. De feestvreugde was groot toen zij hoorden dat ze allebei geslaagd zijn. Het is prachtig om te zien wat het met leerlingen doet als zij kunnen uitblinken in het vakgebied waar hun hart ligt.
2.3 Versterken regionale samenwerking (KSF 3) In het kader van passend onderwijs is iedere vmbolocatie aangesloten bij een samenwerkingsverband (SWV). Wellantcollege participeert in vijftien regionale samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs (zie het overzicht in bijlage 1). In de besturen vertegenwoordigt een directeur onderwijs Wellantcollege. We willen alle leerlingen die een bepaalde vorm van extra ondersteuning nodig hebben, een passende plek kunnen bieden binnen onze scholen. Onze vmbo-locaties zetten hiertoe diverse maatregelen en middelen in. In de regio is gestart met de vakmanschapsroute, we realiseren een doorlopende leerlijn tussen vmbo en mbo niveau 2 in de richtingen hovenier, groen, grond & infra en melkveehouderij (zie ook paragraaf 3.2). Door snelle technologische ontwikkelingen vraagt dit om nauwe regionale samenwerking met bedrijfsleven 30
en onderwijspartners. De aanvullende bekostiging 2019 is ingezet om voorbereidingen te treffen voor de samenwerking in de techniekregio’s (zie ook paragraaf 2.6). Door de verschillende implementatietrajecten van passend onderwijs in de SWV’s, zoals wel of niet gebruik maken van ‘opting-out’, ontvangen we de gelden voor passend onderwijs via verschillende wegen en spelregels. In 2019 ontving Wellantcollege ruim € 17 miljoen voor passend onderwijs. Dit bedrag bestaat uit gelden vanuit de samenwerkingsverbanden voor zowel basisondersteuning en extra ondersteuning (circa € 1,9 miljoen) als gelden specifiek bedoeld voor leerwegondersteuning (circa € 15,5 miljoen). We hebben dit geld besteed aan de volgende zaken: • kleinere klassen (€ 10,2 miljoen). Ongeveer € 9,1 miljoen is besteed aan meer inzet van personeel, de rest aan huisvestingskosten;
• meer ondersteunend personeel (zowel eigen als inhuur), zoals coördinatoren onderwijsondersteuning en orthopedagogen op de verschillende locaties (€ 1,6 miljoen); • tijdsbesteding van overig personeel, zoals de inzet van onderwijzend personeel in de rol van mentor of huiswerkbegeleider en de inzet van ondersteunend personeel, zoals een conciërge of schoolleider (€ 4,0 miljoen); • diverse externe kosten (€ 1,6 miljoen). Zo maken we binnen Wellant kosten voor het extern begeleiden en testen van leerlingen (circa € 0,7 miljoen) en voor professionalisering van het onderwijzend en ondersteunend personeel (€ 0,9 miljoen).
2.4 Internationalisering vmbo (KSF 4) Het thema internationalisering is in het vmbo vooral gericht op de maatschappelijke vorming van onze leerlingen. Onze maatschappij is multicultureel en onze economie is mondiaal verweven. De vraagstukken van deze tijd, zoals migratie, voedsel en klimaat, gaan over landsgrenzen heen en vragen om internationale samenwerking. De nadruk ligt in het vmbo op ‘Internationalisation at home’. In de lessen besteden we aandacht aan internationale bewustwording. Zo rouleren de leerlingen iedere zes weken in een carrousel in het kader van beroepenoriëntatie. Internationalisering is een van de thema’s die ze aantoonbaar in hun portfolio vastleggen. Andere voorbeelden uit de praktijk zijn: • Taaldorp, waarin we op de locatie een buitenlands dorp nabootsen. De leerlingen voeren gesprekken in bijvoorbeeld een winkel, een reisbureau, een station en een stadhuis; • internationale oriëntatie tijdens moderne vreemde talen zoals Engels en Duits; • Globaland, een tweedaags onderwijsproject waarin leerlingen spelenderwijs ontdekken waarom het belangrijk is om samen met andere mensen te werken aan de (mondiale) maatschappij, hoe die maatschappij in elkaar zit en wat je als jongere zelf kunt doen.
2.5 Informatie op locatieniveau Actuele informatie over iedere Wellant vmbo-school, zoals cijfers, een vergelijking met andere scholen en een toelichting door de school zelf, is te vinden op de website www.scholenopdekaart.nl. Op deze website kunnen ouders, leerlingen en andere belangstellenden informatie vinden over alle middelbare scholen in Nederland. Deze informatie dient als publieke verantwoording en helpt leerlingen van groep 8 en hun ouders bij het maken van hun schoolkeuze. Daarnaast gebruikt Wellantcollege ‘Vensters VO’ voor het maken van interne managementrapportages en het samenstellen van locatierapporten. Ook onze eigen website bevat veel informatie over onze afzonderlijke vmbo-locaties: https://wellant.nl/vmbo/.
2.6 Extra thema’s Strategische personeelsplanning In 2019 hebben we gewerkt aan het verder vormgeven van een Strategisch Meerjaren Personeelsplan per locatie. Daarin staan we stil bij de visie ten aanzien van de locatie (positionering van de school) en de ontwikkeling die de school de komende jaren wil gaan maken. Ook maken we een koppeling met het personeel: welke functies, taken en rollen en welke kennis en competenties zijn hiervoor nodig? In het plan staat wat nodig is om de gewenste ontwikkelingen te bewerkstelligen, zowel op kwantitatief als op kwalitatief niveau. Deze inzichten vertalen we naar concrete actiepunten die we in het locatieplan en professionaliseringsplan verder vormgeven. We hebben dit proces eind 2019 ook gekoppeld aan het teamontwikkelingstraject. Dit teamontwikkelingstraject is bedoeld is om een werkdrukplan te maken, effectiever en efficiënter te gaan werken, de samenwerking en kracht binnen de teams te verstevigen en de kwaliteitscultuur te verbeteren. In 2020 gaan we hiermee verder. Allocatie van middelen Voor Wellant is uitgangpunt dat zoveel mogelijk van de beschikbare middelen worden toegekend aan het onderwijs. De totale beschikbare middelen alloceren we als volgt binnen de organisatie: • We reserveren vaste bedragen voor innovatieprojecten en een aantal diensten met overwegend vaste kosten, zoals de ondernemingsraad en de raad van toezicht.
31
2 Wellantcollege vmbo
• We reserveren een vast percentage van de baten voor huisvestings- en ICT-lasten, zodat deze automatisch meebewegen met stijgingen en dalingen van de middelen. • Voor de ondersteunende diensten werken we met een vast maximum percentage van de totale middelen. Daarbij daalt de reservering mee met een eventuele daling van de beschikbare middelen. Bij een toename van de totale middelen stijgt de reservering echter niet automatisch mee. • Tussen de onderwijslocaties worden de beschikbare middelen vervolgens verdeeld op basis van de huidige leerlingenaantallen.
De financiële budgetkaders waar het allocatiemodel onderdeel van is, bespreken we jaarlijks in april met zowel directieleden, de ondernemingsraad, studentenraad, ouderraad als de raad van toezicht. Daarna stelt het college van bestuur deze kaders vast. In grote lijnen zet Wellantcollege bovenschools de volgende middelen in: • Huisvestingslasten (inclusief afschrijving gebouwen en terreinen): € 14,3 miljoen; • ICT-lasten: € 4,2 miljoen; • HRM beleidsgelden (met name WGA/WW/ZW): € 3,4 miljoen; • Bestuurlijk apparaat: € 4,2 miljoen. De personele lasten bedragen € 1,4 miljoen (college van bestuur, directieleden, raad van toezicht en ondernemingsraad) en de materiële lasten € 2,8 miljoen); • Kosten ondersteunende diensten: € 8,3 miljoen.
Aanvullende bekostiging 2019 vmbo-techniek Snelle technologische ontwikkelingen vragen onder andere om nauwe regionale samenwerking met het bedrijfsleven en onderwijspartners. De aanvullende bekostiging 2019 is ingezet om voorbereidingen te treffen voor de samenwerking in de techniekregio’s. Daarnaast is deze bekostiging gebruikt om schoolleiders te ondersteunen bij het bezinnen op de ambitie van de locatie met betrekking tot het thema ‘techniek en technologie’. Daartoe is een projectleider aangesteld en voorfinanciering ingezet 32
voor personeel en materiële inzet. Aansluitend hebben de veertien techniekregio’s waarin Wellantcollege participeert, middelen toegekend gekregen vanuit de regeling ‘Sterk techniekonderwijs’. Zij zijn per 1 januari 2020 van start gegaan. We zetten beschikbare middelen in om modern, innovatief groen onderwijs te realiseren. Het gaat dan zowel om onderwijsinhoud als om huisvesting en materialen. Voor 2020 is budget beschikbaar uit de projecten ‘stimuleren innovatief onderwijs in het vmbo’ en ‘sterk techniekonderwijs’.
33
3 Wellantcollege mbo
Wellantcollege mbo
3
3.1 Voldoende onderwijskwaliteit (KSF 1) Net als in het vmbo ligt de focus in het mbo op de kwaliteit van onderwijs en op de medewerkers. Ook in de eerste helft van de looptijd van de Kwaliteitsagenda ligt de nadruk op de onderwijskwaliteit. Naar aanleiding van de heronderzoeken van de Inspectie, waren in 2019 belangrijke items in het mbo: examinering en kwaliteitszorg. Dit heeft geleid tot trainingen voor de decentrale en centrale examencommissies, verbeteringen in het examineringstraject waarbij meer onderscheid is gemaakt tussen zorgen en borgen en een training voor opleidingsmanagers. In het kader van kwaliteitszorg is door de opleidingsmanagers onder externe begeleiding een gemeenschappelijk format gemaakt voor het te ontwikkelen teamplan. Ook is er een risicomatrix ontwikkeld die inzicht geeft in de belangrijkste onderwijskwaliteitsaspecten van de locaties zoals: rendementen, JOB-resultaten en de medewerkersenquête. Vervolgens is, al dan niet onder externe begeleiding, het teamplan opgesteld en de ontwikkeling gevolgd.
Terugdringen voortijdige schoolverlaters (vsv) DUO heeft in maart 2020 de voorlopige resultaten van Wellant ten opzichte van het landelijke gemiddelde bekendgemaakt. Het percentage vsv’ers van Wellant ligt in 2018 met 5,92% boven het landelijk gemiddelde
van 5,35%. Zie onderstaande grafiek. Het aantal vsv‘ers is in het schooljaar 2018-2019 ten opzichte van het jaar ervoor nagenoeg gelijk gebleven (168 in 2018-2019 ten opzichte van 167 een jaar eerder). Er vond wel een verschuiving plaats. Het aantal vsv’ers binnen niveau 1 en 2 daalde, terwijl dit aantal binnen niveau 3 en 4 toenam. Het voorkomen van vsv door tijdige signalering, opvolging van structureel verzuim en het handhaven van de zorgplicht tot en met de inschrijving bij de vervolgopleiding, blijft een belangrijk aandachts- en verbeterpunt en heeft hoge prioriteit. De centrale backoffice ondersteunt alle mbo-locaties om studenten tijdens hun schoolloopbaan administratief goed te kunnen volgen en tijdig te kunnen signaleren en in te grijpen.
Instroom studenten In 2019 is de instroom van nieuwe mbo-studenten toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren. Deze groei vond plaats bij zowel bol; 53 studenten meer instroom ofwel +6,2% ten opzichte van 2018 als bbl; 89 studenten meer instroom ofwel + 27% ten opzichte van 2018. De dalende trend die vanaf 2016 voor beide leerwegen was ingezet is hiermee gekeerd. Deze resultaten zijn mede het gevolg van vergrote inzet op werving rond Leven Lang Leren en verbeterde (online) marketingcampagnes gericht op schoolverlaters. Vanaf de start van inschrijvingen voor het nieuwe schooljaar vindt er monitoring plaats van de instroom
Vsv-percentage mbo 2016-2017 t/m 2018-2019
7% 5,72%
6% 5%
4,91%
5,92% 5,35%
5,1%
4,71%
4% 3% 2% 1% 0%
2016 - 2017
2017 - 2018 ■ Wellantcollege
2018 - 2019
■ Landelijk gemiddelde
35
3 Wellantcollege mbo
De groei van de instroom vond vooral plaats binnen niveaus 1 en 4 met een groei van respectievelijk 173% en 11,5%.
Studentaantallen
Als gevolg van de verhoogde instroom is het totaal aantal bekostigde studenten in 2019 licht gestegen ten opzichte van het jaar ervoor. Dankzij een grote groep instroom op niveau 1-contractonderwijs is het aantal op niveau 1 sterk toegenomen. Binnen niveau 2 en 3 daalde het aantal studenten. Het aantal niveau 4-studenten bleef nagenoeg gelijk.
Aantal mbo-studenten 2015-2016 t/m 2019-2020
aantal deelnemers
waardoor op afwijkingen ten opzichte van eerdere jaren kan worden geanticipeerd. Bijvoorbeeld door het tijdelijk opvoeren van marketingactiviteiten binnen een bepaald wervingsgebied gebied en intern door het afstemmen van het onderwijsaanbod op de verwachte vraag.
4000
3513
3621
3518
3250
3279
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
2019-2020
1443 1274 714 82
1569 1252 705 95
1503 1248 703 64
1396 1140 649 65
1412 1088 579 200
3500 3000 2500 2000 1500
Instroom nieuwe mbo-studenten 2015-2016 t/m 2019-2020
1000
Aantal nieuw ingestroomde studenten
500 1200
0 BOL
1000 BBL 800
■ ■ ■ ■
Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1
600 400 200 0
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
2019-2020
370 941
523 977
372 951
327 858
416 911
■ bbl ■ bol
In 2019 is het totaalaantal studenten licht gestegen ten opzichte van het jaar ervoor. Dankzij een grote instroom op niveau 1-contractonderwijs is het aantal studenten op niveau 1 sterk toegenomen. Binnen niveau 2 en 3
daalde het aantal studenten. Het aantal niveau 4studenten bleef nagenoeg gelijk. Het aantal bol-studenten is met 47 gedaald, terwijl het aantal bbl-studenten met 76 is toegenomen.
Instroom nieuwe mbo-studenten per niveau 2015-2016 t/m 2019-2020 Aantal studenten bol-bbl 2015-2016 t/m 2019-2020
1323
1311
1327 1185
1200
Niveau4000 4
B
Niveau3500 3 Aantal leerlingen
aantal nieuw ingestroomde studenten
1500 1500
B
3000 Niveau 2 2500 Niveau 1 2000
900
600
300
T
1500 1000 500
0 ■ ■ ■ ■
36
Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
2019-2020
485 407 337 82
595 459 353 93
526 401 335 61
481 332 307 65
536 348 265 178
0
■ Totaal ■ bol ■ bbl
2015-2016 3513 2545 968
2016-2017 3621 2583 1038
2017-2018
2018-2019
2019-2020
3518 2471 1047
3250 2378 872
3279 2331 948
37
3 Wellantcollege mbo
Driejaarsgemiddelden 2015-2018 (vanuit rapportage Inspectie) Opleiding[1]
Niveau
JR
DR
SR
Beoordeling
Voeding
2
Voeding
3
57,7
60,0
64,7
onvoldoende
Voeding
4
54,2
54,2
69,6
onvoldoende
Agro productie, handel & technologie
2
76,9
71,6
82,2
voldoende
Agro productie, handel & technologie
3
86,6
88,6
91,0
hoog
Agro productie, handel & technologie
4
81,8
85,0
87,9
voldoende
Dierverzorging
2
82,1
77,8
84,9
hoog
Dierverzorging
3
69,4
70,3
78,5
voldoende
Dierverzorging
4
66,7
68,0
82,3
onvoldoende
Bloem, groen & styling
2
77,2
75,0
81,9
voldoende
Bloem, groen & styling
3
75,1
75,2
80,2
voldoende
Bloem, groen & styling
4
73,5
73,6
84,6
voldoende
Groene ruimte
2
68,3
61,6
77,6
voldoende
Groene ruimte
3
73,0
76,9
84,9
voldoende
Groene ruimte
4
75,8
78,5
86,8
voldoende
[1] Voor paardenhouderij zijn nog geen driejaarsgemiddelden te berekenen, deze opleiding ontbreekt dan ook in het overzicht. De aantallen zijn voor Voeding dusdanig dat statistisch gezien er geen betrouwbare gegevens uit te halen zijn.
3.2 Innovatie (KSF 2)
Onderwijsrendementen
Onderstaande tabel biedt een overzicht van het studiesucces. Uitgangspunt bij de berekening van het studiesucces is de beroepsopleiding uit de koppeltabel. Deze is vergelijkbaar met een kwalificatiedossier uit de HKS (te herkennen aan de bc-code). De beroepsopleiding is uitgesplitst naar opleidingsniveau. De driejaarsgemiddelden 2015-2018 zijn in het voorjaar van 2019 gecommuniceerd door de Inspectie. Het oordeel onvoldoende is gebaseerd op realisatie t.o.v. norm (zie onderstaande tabel). Overzicht normen voor voldoende Indicator
Opleidingsniveau 2
3
4
Jaarresultaat
67
68
68
Diplomaresultaat
61
70
70
Startersresultaat
79
82
82
Locaties en opleidingen waar de resultaten achterblijven, hebben de oorzaken geanalyseerd en verbeteracties opgenomen in hun teamplan.
38
De Kwaliteitsagenda en de verschillende KSF’en die Wellantcollege hanteert, vloeien vaak automatisch in elkaar over. Innovatie gaat soms hand in hand met samenwerking in de regio, internationalisering of kwaliteit. Andersom is dit ook het geval. Soms is de plaatsing onder een kader dan ook arbitrair.
Innovatieve initiatieven Techniek en groen mbo
De groene sector is een zeer innovatieve sector. In toenemende mate maken techniek en technologie onderdeel uit van beroepen in de groene sector. De snelheid van ontwikkelingen is de afgelopen jaren sterk toegenomen, waardoor beroepen veranderen en branches en sectoren vervagen (blurring). Groen en grijs raken elkaar steeds vaker en overlappen elkaar meer. Deze ontwikkelingen vragen om aanpassingen van curricula en nieuwe opleidingen in het mbo. Daarom zijn we in 2019 samen met mboRijnland gestart met de ontwikkeling van de opleiding Green Tec. De voorbereiding op een beroep en een te kiezen vervolgopleiding vraagt ook om aanpassing van het mbo-onderwijs. Een belangrijk element is dat er meer aandacht moet komen voor innovatie, techniek en technologie binnen de opleiding. Dit vindt voor het merendeel plaats binnen de samenwerkingsverbanden rondom Sterk techniekonderwijs.
Metropoolregio Rotterdam - Den Haag
Digital Studio Bloem, groen & styling
Dit project heeft als doel het versterken van de positie en het profiel van Wellant mbo in de metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Rijswijk is aangemerkt als een van de vier hoofdlocaties van Wellant mbo, met een eigen profilering. Deze profilering moet tot uiting komen in het aanbod van opleidingen, Leven Lang Ontwikkelen, een hotspot rond stedelijke vraagstukken en een buitenruimte die de profilering ondersteunt. De eerste stappen zijn gezet om de profilering verder uit te werken. Daarnaast is gekozen voor een Dog & Cat-campus, als onderdeel van de uitvoering van de kwaliteitsagenda.
De sector bloem, groen en styling is tijdloos. Bloemwerk is stevig verankerd in onze cultuur en zal ook in de toekomst een rol blijven spelen binnen de retail. Wel verandert de markt: waar in het verleden bloemen de hoofdrol speelden, verschuift het accent richting de styling en woonbeleving. Om ook in de toekomst te kunnen bestaan, moeten (aanstaande) bloemisten en bloemstylisten met twee componenten rekening houden: digitalisering en visualisering. Digitalisering beïnvloedt het keuze- en aankoopgedrag van de klant. Klanten zoeken online naar informatie, vergelijken kwaliteit en prijzen, doen aankopen en beoordelen de winkel en leveranciers. Visualisering beïnvloedt de beleving van de klant. We leven in een beeldcultuur waarin klanten ook aankopen doen naar aanleiding van productondersteunend beeldmateriaal. Digitalisering en visualisering gaan hand in hand. Studenten moeten tijdens de opleiding dus leren hoe ze hierop in kunnen spelen en daarvoor de nodige tools kunnen gebruiken. Een digitale studio biedt de mogelijkheid om styling en woonbeleving te visualiseren en te integreren in de opleiding.
EduMore
In onze Strategie 2015-2020 staat dat we een school willen zijn waar de mogelijkheden van ICT optimaal worden ingezet om het leren van studenten te ondersteunen. Daarnaast streven we ernaar om voorop te lopen bij het vormgeven van gepersonaliseerd leren met ondersteuning van ICT. Ook willen we koploper zijn in het aanbieden van onderwijs met aandacht voor 21e -eeuwse vaardigheden (ICT, technologie, ondernemerschap). Deze skills bereiden leerlingen en studenten voor op een leven lang leren en werken in de moderne netwerksamenleving. Binnen het programma digitaal onderwijs (EduMore) werken we aan: • onderwijs dat de leerlingen en studenten voorbereidt op de maatschappij en het beroep van de 21ste eeuw (21e -eeuwse vaardigheden); • onderwijs dat aansluit op de huidige maatschappij, beroepen en de digitale belevingswereld van de leerlingen en studenten; • gepersonaliseerd onderwijs (met behulp van ICT) met als doel maximale talentontwikkeling. Vakmanschapsroute
In de vakmanschapsroute realiseren we een doorlopende leerlijn tussen vmbo en mbo niveau 2 in de richtingen hovenier, groen, grond & infra en melkveehouderij. In een later stadium voegen we daar mogelijk Bloem, groen & styling en/of Food aan toe. Deze leerlijn geven we vorm in een zesjarige opleiding (of: vijfjarig versneld). Het is een opleiding met uitstroom op mbo niveau 2 voor leerlingen die al in klas 3 van het vmbo een gerichte keuze kunnen maken voor een van de praktijkvakken in de groene sector. Leerlingen stromen uit met een startkwalificatie, behaald in een voor de leerling vertrouwde en contextrijke omgeving. Na afronding van de vakmanschapsroute kan de student met zijn niveau 2-diploma kiezen om te gaan werken of door te stromen naar de aansluitende niveau 3-opleiding. 39
3 Wellantcollege mbo
Education as a Service
AOC’s hebben te maken met een grote spreiding in locaties, versnippering in opleidingen over crebo’s en een teruggang van studenten in het initieel onderwijs. Onder studenten dienen zich nieuwe doelgroepen aan, gericht op maatschappelijke waarde en duurzaamheid. Ook staan we voor grote maatschappelijke vraagstukken waar groene innovatie een antwoord op kan zijn. De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt vragen om flexibiliteit, focus op leeruitkomsten en een onderwijsaanpak gericht op beroepshandelingen. Samenwerking
met bedrijfsleven is nodig. Vraagfinanciering in de vorm van leerrechten is opkomend. Dit vraagt om het creëren van een efficiënt en effectief (Leven Lang Leren-)aanbod dat voldoet aan de toekomstige manier van opleiden en financieren. Wellant, Helicon Opleidingen en Citaverde College verkennen de mogelijkheden om samen modulaire eenheden, cursussen en opleidingen aan te bieden binnen een vernieuwend onderwijsconcept op de Leven Lang Ontwikkelen-markt. Dit in nauwe samenwerking met de mbo-opleidingen. In 2019 is een start gemaakt met de verkenning.
Waterroute-Blauwe Hotspot mag zich nu een officieel living lab noemen In juni 2019 ontvingen we het bericht dat de PPS Waterroute gecertificeerd is als Europees Living Lab. De PPS Waterroute heeft verschillende partijen samengebracht om innovatief onderwijs te realiseren en projecten te initiëren op het gebied van water en groen. Komend schooljaar zal de Blauwe Hotspot Dordrecht deze taak op zich nemen. Een Living Lab is een onderzoeksomgeving waar onderwijs, ondernemers, overheid (regionaal, nationaal en internationaal) en maatschappelijke organisaties samen werken aan innovatieve oplossingen voor grote maatschappelijke opgaven. Een Living Lab onderscheidt zich van andere onderzoeksinstellingen door onderzoek en innovatie uit te voeren in een realistische context, zoals een stad of een wijk. ENoLL (European Network of Living Labs) is een Europese organisatie met meer dan 165 EU-gecertificeerde Living Labs die allemaal werken aan kennis en innovatie, gebaseerd op gemeenschappelijke agenda’s. De sectoren waar deze Living Labs zich op focussen variëren van onderwijs en smart cities tot health en logistiek. Blauwe Hotspot Dordrecht werkt samen met de regio aan projecten die een positieve bijdrage leveren aan thema’s als biodiversiteit, bodemdaling, klimaatadaptatie, circulaire economie en waterkwaliteit en -veiligheid. In september 2019 hebben onder anderen Annemarie Moons, Peter de Wit, Jan de Rooij en Ton Schüller de PPS Waterroute/Blauwe Hotspot vertegenwoordigd op het Europese congres van de ENoLL in het Griekse Thessaloniki.
40
Opleiding Leefbare stad & klimaat
We zijn gestart met de ontwikkeling van de opleiding Leefbare stad & klimaat. Veranderingen in het kwalificatiedossier groen maakte het noodzakelijk de opleiding voor met name niveau 4 aan te passen. Binnen de opleiding voegen we de contexten samen (stedelijk groen, groene grond & infra, UGD, watermanagement). Daarnaast is het de wens van Wellantcollege om nieuwe doelgroepen te interesseren voor haar opleidingen. Met deze vernieuwde opleiding spreekt Wellant onder anderen aspirant-studenten aan met interesse in de klimaatverandering, de meerwaarde van een groene leefomgeving in de stad en inrichting/onderhoud van de groene ruimte in relatie tot waterkwaliteit en waterhuishouding. Nieuwe cursusproducten
Naast het vmbo en mbo, heeft Wellantcollege Leven Lang Ontwikkelen (LLO) benoemd als primair proces. Alhoewel gestart vanuit de organisatievorm Cursussen & Trainingen is LLO als vehikel gebruikt om veranderingen in de maatschappij in ons onderwijs te borgen. Zo hebben we samen met de Groene Hotspot (mbo) de nieuwe topopleiding Urban Green Development voor de beroepssector vormgegeven. Deze opleiding is modulair opgebouwd en gericht op veranderingen in het groen, waarbij gezocht wordt naar sectorale verankering ook buiten de groene sector. De toenemende belangstelling voor voedselbossen of eetbare bostuinen (een vorm van boslandbouw gekenmerkt door onderhoudsarme, duurzame, plantaardige voedselproductie op basis van bosecosystemen) is aanleiding geweest om nieuwe kennisproducten rondom eetbaar groen te ontwikkelen.
3.3 Versterken regionale samenwerking (KSF 3) Versterken van de regionale samenwerking strekt zich uit over een breed gebied aan onderwerpen. Van de doorstroom vmbo-mbo, tot de uitbreiding van de hotspots en van de ontwikkeling van een portfolio tot samen met bedrijfsleven praten over de nieuwe strategie. Hieronder lichten we de uitbreiding van hotspots verder toe.
Hotspots Innovatie in het mbo krijgt vorm in vier hotspots op de hoofdlocaties van Wellantcollege mbo. Deze hotspots functioneren als een kenniscentrum met ieder een eigen thematisch expertisegebied en hebben een
regierol naar andere mbo-locaties op het gebied van het ontwikkelen, beheren en beschikbaar stellen van met name toepassingsgerichte kennis over specifieke groene thema’s. De hotspots kennen een fysieke en digitale ontmoetingsplek voor studenten, alumni, (leer) bedrijven, docenten, lectoren, practoren, inspiratoren, leveranciers, adviesbureaus, samenwerkingsverbanden, overheden, maatschappelijke organisaties, adviseurs, onderwijsinstellingen en internationale organisaties. Er ontstaan communities die in co-creatie vormgeven aan actuele onderwijscontent, moderne leeromgevingen en de aansluiting van de scholingsbehoefte op de arbeidsmarkt/samenleving/regio. Ook ontstaan er netwerken en nemen publiek-private samenwerkingen toe. De hotspots van Wellantcollege zijn: • Aalsmeer: Teelt, Techniek, Handel en Logistiek Vanuit het project Groen Onderwijs gebaseerd op middelen vanuit het Regionaal Investeringsfonds, is het Groen Onderwijs Centrum gerealiseerd. Dit centrum heeft een regiofunctie als kenniscentrum voor teelt, techniek, handel en logistiek. In 2020 loopt het project af. De voorbereidingen zijn getroffen om de activiteiten van het Groen Onderwijs Centrum te verduurzamen door middel van de te realiseren hotspot. • Houten: Leefomgeving (Groene Hotspot) en Diermanagement De Groene Hotspot heeft zich het afgelopen jaar verder ontwikkeld tot een ontmoetingsplek voor onderwijs, bedrijfsleven en overheid. De community krijgt meer vorm door het digitale platform en het Wellantpark dat in toenemende mate wordt ervaren als thuisbasis voor bijeenkomsten van het groene bedrijfsleven. Activiteiten in het kader van een Leven Lang Leren voor hoveniers en groenvoorzieners maken onderdeel uit van de Groene Hotspot. De hotspot voor diermanagement is in oprichting. Vanuit een Leven Lang Ontwikkelen worden activiteiten ontwikkeld als opmaat naar een hotspot. •
Dordrecht: Water/Groen (Blauwe Hotspot) De opleidingen in relatie tot water (water/groen, klimaat, klimaatadaptatie) zijn in Dordrecht gepositioneerd. Vanuit het project Waterroute en met 41
3 Wellantcollege mbo
middelen vanuit het Regionaal Investeringsfonds, is een publiek-private samenwerking gerealiseerd die in 2020 verduurzaamd zal zijn in de Blauwe Hotspot. • Rijswijk: Stedelijke vraagstukken (Voeding en Gezondheid, Urban green, Klimaat, Circulaire economie) In de Metropoolregio is een start gemaakt met een hotspot rond Stedelijke vraagstukken. De Roadmap Next Economy (RNE) schetst een beeld van de regionale opgaven voor de komende decennia en geeft aan op welke wijze de regio nu en in de nabije toekomst op economische en maatschappelijke veranderingen moet anticiperen. Mogelijke thema’s zijn: food for the future, greening and feeding the cities, dierverzorging in een urbane omgeving en de entrepreneurial region. Via de hotspot geven we hier mede invulling aan. Voor elke locatie met een hotspot is besloten dat de profilering van de locatie, en daarmee de hotspot, mede tot uiting moet komen in de inrichting van de buitenruimte.
3.4 Internationalisering (KSF 4) In het mbo verbinden we het thema internationalisering nadrukkelijk met de arbeidsmarkt. Studenten lopen stage in het buitenland (internationale beroepspraktijkvorming). Studenten van de tweetalige opleiding Equine Sports & Management volgen delen van hun opleiding in het buitenland met behulp van leereenheden die zijn gebaseerd op ECVET- en EQF-principes. In het domein ‘Voedsel, natuur en leefomgeving’ ging in 2019 20,1% van alle Nederlandse mbo-studenten naar het buitenland. Wellantcollege scoort met 17,6% onder dit landelijk gemiddelde. Van onze bol-studenten niveau 4 ging in 2019 33% tijdens de opleiding naar het buitenland. Dit is een lichte daling ten opzichte van eerdere jaren. Excellente studenten kunnen kiezen voor een verzwaard onderwijsprogramma met internationale vaardigheden, onder meer via vakwedstrijden en extra uitdagende stages in het buitenland. Zo deden Jesper en Jim van Wellant mbo Amsterdam met succes mee aan de Hortolympics, de ‘European Championships in Horticulture Skills’, in Estland. En tijdens de WorldSkills 2019 in het Russische Kazan sleepten Lucas en Mario van Wellant mbo Houten bij het onderdeel tuinaanleg een ‘Medal of Excellence’ in de wacht. Verder mochten drie studenten van Wellant mbo met een excellentiebeurs op stage in Japan en Zuid-Afrika.
Mooie prestatie bij Worldskills in Kazan (Rusland) Lucas Muilwijk en Mario Nederlof hebben tijdens de WorldSkills 2019 (het WK voor beroepen) bij het onderdeel Tuinaanleg ieder een ‘Medal of Excellence’ in de wacht gesleept. De beide jongens behaalden tijdens deze internationale vakwedstrijd voor mbo’ers een elfde plaats met 706 punten. Aan het onderdeel Tuinaanleg deden 24 teams mee. De scores van de eerste twaalf teams lagen dicht bij elkaar. In totaal waren er 56 vakwedstrijden op de WorldSkills 2019, waaraan 1350 kandidaten uit 63 landen deelnamen.
42
Wellantcollege steunt nieuw Dairy Training Centre in Sri Lanka Een trainingscentrum in Sri Lanka dat vakmensen opleidt voor de melkveehouderij en zo bijdraagt aan de ontwikkeling van deze sector in dat land. Dat hebben een Nederlands consortium van particuliere bedrijven en Wellantcollege (als kennispartner vanuit het beroepsonderwijs) en hun Sri Lankaanse partners voor ogen. Op 22 november 2019 ondertekenden de partijen in aanwezigheid van de Nederlandse ambassadeur in Sri Lanka een intentieverklaring. Het is de eerste stap in het realiseren van een ‘Dairy Training Centre’.
Naast landelijke en regionale netwerken is Wellantcollege actief in internationale netwerken zoals Europea International en het netwerk van The Dutch Alliance (TDA). Jaarlijks organiseert TDA internationale professionaliseringstrajecten voor medewerkers van de aangesloten instellingen. In 2019 heeft TDA als enige in Nederland met succes een KA3-project aangevraagd om de internationale activiteiten te versterken. De studiereis rondom employability en duurzame inzetbaarheid die in 2019 plaatsvond, is door het Nationaal Agentschap beoordeeld met de hoogst mogelijke score van 100 punten.
Kennisexport/Wellant Cursussen & Trainingen In 2019 groeide de vraag naar kennis en vaardigheden vanuit het buitenland. Wellantcollege verzorgde onder meer trainingen rondom duurzame fruitproductie in India en gewasbescherming, voedselveiligheid en melkveehouderij in Sri Lanka. Waar nodig werken we samen met partners uit het Borderless Network en de landentafels.
Wellantcollege is penvoerder van een samenwerkingsverband dat wil bijdragen aan de ontwikkeling van duurzame melkveehouderij in Sri Lanka. Op 22 november 2019 ondertekende Wellant in aanwezigheid van de Nederlandse ambassadeur in Sri Lanka een intentieverklaring voor de realisatie van een lokaal trainingscentrum. In dit centrum kunnen studenten praktische vaardigheden opdoen en een internationaal erkend diploma halen. Inzake dit samenwerkingsverband is er door Wellantcollege geen financiële verplichting aangegaan.
3.5 Kwaliteitsagenda Op 29 maart 2019 heeft het college van bestuur een positief oordeel ontvangen over de kwaliteitsagenda ‘In-stelling voor de regio’ die in oktober 2018 is ingediend. De Commissie Kwaliteitsafspraken MBO (CKMBO) geeft in haar oordeel aan dat zij er vertrouwen in heeft dat met de uitvoering van deze kwaliteitsagenda wordt geïnvesteerd in een verdere kwaliteitsverbetering van het beroepsonderwijs bij Wellantcollege. De kwaliteitsagenda is binnen het mbo de meetlat waarlangs wordt gewerkt aan zichtbare kwaliteitsverbetering, ontwikkeling en innovatie binnen de organisatie. Er is een stuurgroep ingericht waarin het college van bestuur en de directie vertegenwoordigd zijn. 43
3 Wellantcollege mbo
Een programmamanager coördineert de uitvoering, sturing en monitoring van de activiteiten. Er is een intensieve afstemming met het verantwoordelijke regiomanagement en het vmbo, waardoor er verbinding is met de doelen en ambities van de regio. Speerpunten kwaliteitsagenda Om de doelen uit de kwaliteitsagenda en daarmee de resultaatafspraken te halen, hebben we een aantal maatregelen (activiteiten) uitgevoerd en in uitvoering. Zo is in 2019 flink ingezet op het speerpunt basiskwaliteit mbo. Daarvoor hebben we flink geïnvesteerd in examinering en het werken volgens de Wellantkwaliteitszorgcyclus. Veel aandacht en energie is gegaan naar afstemming, uniformiteit, het optimaliseren van systemen en de professionalisering van opleidingsmanagers, onderwijsteams en decentrale examencommissies (DEC). Ook hebben we de onderwijsteams begeleid bij het schrijven van teamplannen. Binnen het speerpunt ‘adequate mogelijkheden voor kwetsbare jongeren’ zijn doelen gesteld ten aanzien van het verminderen van het aantal vsv’ers en een groei van het aantal niveau 2- en entreestudenten. Ter bevordering van gelijke kansen voor alle studenten in het mbo hebben we resultaatafspraken gemaakt voor het stimuleren van de doorstroom tussen het vmbo en mbo en de doorstroom naar een hoger niveau binnen het mbo. Onze ambitie om het onderwijs te moderniseren is groot. Het intensiever betrekken van het bedrijfsleven bij het ontwikkelen en vormgeven van het onderwijs krijgt steeds meer vorm, door het inrichten van hotspots en het oprichten en betrekken van vaktechnische commissies. Activiteiten als het opstellen van een alumnibeleid, het organiseren van evenementen met het bedrijfsleven en het inrichten van practoraten moeten leiden tot het halen van de resultaten op het speerpunt ‘interactief onderwijs met partners voor de arbeidsmarkt van de toekomst’. Het samendoen zal naar verwachting invloed hebben op de waardering van ons onderwijs vanuit het bedrijfsleven en andere stakeholders. In- en externe ontwikkelingen De samenwerking met mboRijnland en andere (onderwijs)partners moet zorgen voor een aanbod dat beter aansluit op de vraag uit de arbeidsmarkt en tegelijkertijd een stimulans is voor het werken aan authentieke complexe opdrachten. Op het gebied van te ontwikkelen keuzedelen en het uitvoeren van gemeenschappelijke projecten zijn de eerste stappen gezet en de eerste resultaten behaald. 44
Afstemming tussen AOC’s op het gebied van situering en spreiding van opleidingen heeft de aandacht en is onderdeel van de gezamenlijke agenda. De in de kwaliteitsagenda benoemde wijzigingen in de interne organisatie zijn doorgevoerd, zoals de clustering van de locaties aan de hand van de regionale agenda en het aanstellen van een onderwijsdirectie en opleidingsmanagers. Intern hebben we gekozen voor een stevige samenwerking tussen vmbo en mbo. Dit moet leiden tot groei en een betere doorstroom.
3.7 Examineren mbo 2019
Aantal mbo’ers met extra ondersteuning (aantal OEB’s, peildatum 1-10-2019) Aalsmeer
28
Amsterdam
4
Delft
1
Gouda
12
Houten
24
Rijswijk
17
Totaal
86
Het cursus- en contractonderwijs (LLO) zal op basis van de kwaliteitsagenda en in afstemming met het initieel onderwijs, een nieuwe koers gaan varen. LLO wordt binnen Wellant een belangrijke pijler, naast het vmbo- en het mbo-onderwijs. De benoeming van een directeur LLO in 2019 markeert de start van het herontwikkelen en uitbreiden van de cursusactiviteiten van Wellantcollege. We leggen een stevige verbinding tussen LLO en de hotspots en zorgen dat de verbinding met het reguliere onderwijs in stand blijft. Met de doorontwikkeling leggen we een duurzame verbinding met het bedrijfsleven en oud-studenten die in de markt actief zijn. Hierbij maken we gebruik van expertise binnen en buiten de organisatie. In een activiteiten- en resultatenkalender monitoren we de vanuit de kwaliteitsagenda geïnitieerde maatregelen (activiteiten). We toetsen continu of resultaten nog haalbaar zijn en sturen waar nodig bij.
In de werkgroep onderwijsondersteuning werken coördinatoren onderwijsondersteuning, een directeur mbo en een adviseur onderwijs & kwaliteit samen aan kwaliteitsverbetering en professionalisering van passend onderwijs en aan harmonisatie van de onderwijsondersteuning. De werkgroep is in 2019 vijf keer bijeengekomen. Resultaten zijn onder andere: • een aanzet om de onderwijsondersteuning in de eerste lijn te verbeteren met aanknopingspunten voor het ontwikkelen van een mbo-coachboek; • uitwisseling van informatie over (juridische) casussen op het terrein van onderwijsondersteuning, met als doel kennis te vergroten over begeleiding aan specifieke doelgroepen; • een beeld van de wijze waarop locaties vertegenwoordigd zijn in regionale overleggen waar vsv-gelden verdeeld worden. Hiaten zijn in beeld en risico’s en oplossingsrichtingen zijn gemeld bij de mbo-directie.
3.6 Passend onderwijs in het mbo
In 2020 staan onder meer de volgende zaken op de agenda van de werkgroep: • professionalisering van de eerste en tweede lijn (met en van elkaar leren in de werkgroep en verkenning hoe de eerste lijn versterkt kan worden); • verdieping in de aanpak en regionale samenwerking rondom nieuwkomers in het mbo; • evaluatie bindend studieadvies in relatie tot onderwijsondersteuning.
Vanaf schooljaar 2018-2019 is de wetswijziging toelatingsrecht van toepassing. Dit betekent dat alle aspirantstudenten moeten worden geplaatst op de opleiding van hun keuze mits zij: a. wettelijk toelaatbaar zijn; b. hebben deelgenomen aan eventueel verplicht gestelde intakeactiviteiten.
De uitgangspunten voor het examineren in het mbo zijn: • De Centrale Examen Commissie mbo (CEC mbo) verantwoordt jaarlijks in een intern jaarverslag de gemaakte keuzes voor de examinering per opleiding. • De beleidsuitgangspunten voor het exameninstrumentarium zijn door het college van bestuur vastgesteld. De CEC mbo ziet erop toe dat het exameninstrumentarium conform procedures wordt ingezet en stelt vast of het instrumentarium aan de eisen voldoet. • Beroepsspecifieke examens kopen we in bij de erkende examenleverancier Groene Norm De vaststellingscommissie van Wellant toetst deze examens, voor ze worden ingezet. Voor een gelijkwaardige uitvoering van meerdaagse examens is door de CEC mbo aanvullend bepaald dat de kandidaat voor de authenticiteitsbewaking een logboek met verantwoording van de examenbewijzen bijhoudt. • Instellingsexamens AVO kopen we in bij de erkende examenleverancier ICE. • Keuzedeelexamens kopen we in bij erkende examenleveranciers, tenzij er geen aanbod is voor een specifiek keuzedeel. • De Vaststelling Advies Commissie beoordeelt de examens en geeft de CEC mbo een advies over de kwaliteit van de examens. De CEC mbo deelt het advies met de examenleveranciers ten behoeve van verbeterprocessen.
Wellantcollege hanteert een verplichte intake. Tijdens deze intake geven we advies over de kansrijkheid van de student voor een opleiding bij Wellantcollege. Op basis van dit advies stellen we, in samenspraak met de student, de benodigde ondersteuning en begeleiding vast om de onderwijsdoelen te kunnen behalen. Als de student extra ondersteuning en begeleiding nodig heeft naast het basisaanbod, leggen we de afspraken hierover vast in een overeenkomst extra begeleiding (OEB).
45
4 Leven Lang Ontwikkelen (LLO)
Leven lang Ontwikkelen (LLO)
4
In voorgaande jaren stond Leven Lang ontwikkelen in ons jaarverslag onder de noemer Cursussen & Trainingen. Maar omdat wij de enorme toegevoegde waarde zien van het concept Leven Lang Ontwikkelen voor het onderwijs, de maatschappij en het bedrijfsleven, krijgt Leven Lang Ontwikkelen vanaf nu een eigen hoofdstuk in ons jaarverslag. 4.1 Cursussen & Trainingen transformeert naar Leven Lang Ontwikkelen 2019 stond in het teken van de transitie van cursuswinkel naar kenniscentrum (hotspot). Zo zijn de activiteiten van de Groene Hotspot en van Cursussen & Trainingen in toenemende mate vervlochten. Cursusactiviteiten, opleidingen en events zijn verzorgd en georganiseerd onder de vlag van de Groene Hotspot, zoals het succesvolle event ‘Toekomstbestendig groen’. In de Blauwe Hotspot in Dordrecht realiseren we een digitale ontmoetingsplaats die mede het platform vormt voor het aanbod van cursusactiviteiten rondom de thema’s water en groen. De hotspots Aalsmeer en Rijswijk moeten in 2020 tot ontwikkeling komen. Her-, bij en nascholing is met name het afgelopen jaar in een ander perspectief komen te staan. Op de arbeidsmarkt ontstaan in vrijwel alle sectoren, dus ook in de groene sector, tekorten en veranderen beroepen in een steeds sneller tempo. Daarom hebben werkenden nieuwe kennis en vaardigheden nodig, zodat zij in de eigen sector kunnen blijven werken of kunnen overstappen naar een andere sector. Dit laat het nut en de noodzaak van een Leven Lang Ontwikkelen zien. Voor Wellantcollege begint dat als onze studenten een opleiding starten. Naast de opleiding is er vanuit LLO een groeiend aanbod met cursussenactiviteiten die een upgrade zijn voor het mbo-diploma. Daarnaast willen we onze studenten ook blijven binden en boeien nadat ze de reguliere opleiding hebben afgerond. Ons alumnibeleid speelt daarbij een belangrijke rol. In 2019 hebben
we de nodige voorbereidingen getroffen om dit beleid vorm te geven. Tot 2019 heeft de inrichting van de organisatie en de ontwikkeling van activiteiten met betrekking tot Cursussen & Trainingen plaatsgevonden onder de verantwoordelijkheid van een kwartiermaker. Vanwege het belang dat we zien in LLO is een directeur LLO aangesteld die onderdeel is van de directie onderwijs. Dit onderstreept dat Wellantcollege haar primaire proces ziet gefundeerd door vmbo, mbo en Leven Lang Ontwikkelen.
4.2 Samenwerking met partners – kwaliteitsagenda Voor de versterking van Leven Lang Ontwikkelen zijn we in 2019 intensiever gaan samenwerken met Helicon Opleidingen en Citaverde College. Zo kunnen we onze expertises, capaciteiten en organisatorische vermogens bundelen, waardoor we meer innovatiekracht hebben voor het ontwikkelen van nieuwe producten en concepten. In eerste instantie voeren we samen het concept Education as a Service uit op basis van een aantal pilots. Education as a Service staat in het teken van vergaande flexibilisering van het onderwijs, in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven. Het concept maakt deel uit van de activiteiten zoals gepland in de Kwaliteitsagenda 2019-2022. De behoefte van de student en van het bedrijfsleven vragen in toenemende mate om flexibilisering van het (mbo-)onderwijs.
47
4 Leven Lang Ontwikkelen (LLO)
Training gewasbescherming Sri Lanka In het kader van leven lang ontwikkelen en met elkaar werken aan voedselzekerheid heeft Wellant twee trainingen in Sri Lanka verzorgd. Tijdens de trainingen zijn 47 deelnemers getraind in geïntegreerde gewasbescherming met zo min mogelijk gebruik van chemische middelen (integrated pest management). Op deze manier draagt Wellantcollege een steentje bij aan de verduurzaming van de wereldwijde landbouw.
4.3 Samenwerking met regulier mbo-onderwijs In 2019 is een intensievere samenwerking tussen het reguliere mbo-onderwijs en LLO tot stand gekomen. Modulair onderwijs vormt daarvoor de basis. Zo is voor een aantal crebo’s de derde leerweg aangevraagd. Dit biedt de mogelijkheid om onderwijsprogramma’s vorm te geven in het kader van de nieuwe ontwikkelingen rondom de flexibilisering van ons mbo. Daarnaast dienen deze aanvragen voor de registratie van certificeerbare eenheden bij DUO. Vanaf 2020 is dit een verplichting. Ook voor het vergroten en verbreden van het cursusaanbod zoeken we de samenwerking met derden. Capaciteitsopbouw, kunnen voorzien in regionale behoeften en inspelen op de actualiteit zijn daarbij belangrijke aspecten. Voorbeelden zijn onze nieuwe topopleiding Urban Green Development en het Voedselbos. 48
Hippisch docent van het jaar Hester Bransen van Wellant mbo Houten heeft de HIP Award gewonnen. Een prestatie om heel trots op te zijn! Tijdens het grote KNHS-instructeurscongres op Horse Event is voor de eerste keer de hippische docent/instructeur van het jaar gekozen. De jury was onder de indruk van de gedrevenheid van de winnares. Meervoudig Olympische medaillewinnaar Marianne Timmer overhandigde de prijs. Hester Bransen heeft niet alleen passie voor haar vak, maar inspireert en deelt haar kennis met duizenden ruiters via haar onlinecursussen en e-book. Ze combineert ondernemerschap met docentschap en gebruikt technologische innovatie door een simulatiepaard in te zetten in haar lessen. Foto: Bastiaan Pelikaan (bestuurslid HIP), Gonneke Leereveld (jury) en Marianne Timmer (drievoudig Olympisch kampioen) feliciteren Hester Bransen.
Foto: Bastiaan Pelikaan (bestuurslid HIP), Gonneke Leereveld (jury) en Marianne Timmer (drievoudig Olympisch kampioenW) feliciteren Hester Bransen.
Verder zijn de volgende opbrengsten te vermelden: • Wederom is Wellant LLO de grootste aanbieder van brancheopleidingen voor de branchevereniging VHG. • Sinds 2019 speelt LLO een belangrijke rol in het tot stand komen van overeenkomsten tussen Wellantcollege en het bedrijfsleven in het kader van bbl (incompany). In nauwe samenwerking tussen LLO, de backoffice en de mbo-locaties realiseren we opleidingen met, indien gewenst, maatwerkelementen. • Afgelopen jaar hebben we uitvoering gegeven aan scholingsvragen uit met name India en Sri Lanka.
4.4 Groeiambitie Wellantcollege In 2019 is de geprognotiseerde omzet ruimschoots gerealiseerd. Daarmee is een bijdrage geleverd aan de groeiambitie van Wellant, specifiek voor LLO, zoals we die voor de komende jaren hebben geformuleerd.
49
5 Wellantcollege breed
Wellantcollege breed
5
Professionalisering, zowel van onze medewerkers als van de ondersteunende dienstverlening, is een continu proces dat leidt tot beter onderwijs. Bovendien geven medewerkers die zich blijven ontwikkelen (Leven Lang Ontwikkelen) het goede voorbeeld aan onze leerlingen en studenten. 5.1 Professionalisering (KSF 5) Wellantconferenties De wereld om ons heen verandert in een rap tempo. Leiderschap tonen wordt steeds belangrijker. De Wellantconferenties in april en oktober 2019 stonden dan ook in het teken van strategie en leiderschap. Daarbij richtten we onze blik op de ambities van Wellant, welk leiderschap daarvoor nodig is en hoe dit ontwikkeld moet worden. Ook in andere sessies (zoals de positioneringbijeenkomsten/DISC-analyse, de MD-dagen en de werkgroepbijeenkomsten en SPP LG) is gesproken over de nodige leiderschapskwaliteiten en hoe deze ontwikkeld kunnen worden. Hieruit is de sterke wens naar voren gekomen om met en van elkaar te kunnen en blijven leren. Om dit te ondersteunen, gaan we het volgende doen: • inzetten van de strategische personeelsplanning voor het leidinggevend kader; • inrichten en starten van leergemeenschappen; • organiseren van ontwikkelbijeenkomsten voor alle leidinggevenden. Daarnaast gaat Wellantcollege verder met: 1. het organiseren van de Wellantconferentie; 2. het organiseren van bijeenkomsten voor college van bestuur en directie; 3. het inzetten van de gesprekkencyclus (inclusief het ontwikkelgesprek en de 360-gradenfeedback).
Traineeship Het traineeship is onderdeel geworden van de organisatie- en managementstructuur. Daarom hebben we het traineeship Teamleider onderwijs herijkt, waarbij de ervaringen uit het eerdere programma zijn meegenomen.
Dit heeft geresulteerd in het starten van twee traineeteamleiders aan het begin van schooljaar 2019-2020. Zij krijgen coaching en voorlichtingsdagen om ze te ondersteunen in hun ontwikkeling.
Teamontwikkeltrajecten Mede in het kader van het werkdrukplan zijn gesprekken gevoerd met leveranciers die teamontwikkeltrajecten kunnen ondersteunen en begeleiden. Er zijn vier partijen geselecteerd die goed aansluiten bij onze strategie en visie op (persoonlijk) leiderschap en bij ons professionaliseringsprogramma voor leiderschap. In de intakefase van de teamontwikkeltrajecten maakt HR een match tussen vraag en aanbod. Goodhabitz In oktober 2019 is Goodhabitz geïntroduceerd binnen Wellant. Goodhabitz is een platform voor online learning met daarop een breed scala aan e-learningmodules. Zo kunnen medewerkers zelf bepalen wanneer, wat en hoe zij leren en op een voor hen passende wijze werken aan hun persoonlijke/professionele ontwikkeling. Doorstroombeleid De salarismixgelden zijn in 2019 onder andere ingezet in het doorstroombeleid dat in 2018 verder is aangescherpt door dit te koppelen aan arbeidsmarktcommunicatie en de strategische personeelsplanning. De achtergrond daarbij is krapte op de arbeidsmarkt voor bepaalde vakgebieden. Ook is meer gestuurd op het realiseren van strategische doelen bij de werving en inzet van personeel. De salarismixgelden zijn daarbij bewust ingezet.
51
5 Wellantcollege breed
360-gradenfeedback In het kader van het bekwaamheidsdossier hebben we in 2019 de 360-gradenfeedback en de lesobservatie/ peer review geëvalueerd. Er is een evaluatieteam geformeerd om de evaluatie uit te voeren en een advies voor een vervolg uit te brengen. Programma ‘Wellantcollege op weg van HRM naar HRD’ In het kader van de optimalisering van de HR-dienstverlening, werken we sinds de start van het schooljaar 2019-2020 (weer) met ‘regioadviseurs’. Inmiddels is als resultaat van het programma O3 de naam gewijzigd in HR Business Partner. Zij adviseren en ondersteunen schoolleiders, opleidingsmanagers, (onderwijs) directeuren en het management van de ondersteunende diensten in de volle breedte van het HR-werkveld. Voor het vmbo hebben we drie businesspartners, gekoppeld aan de directeuren en de desbetreffende regio’s/ locaties/schoolleiders. Het mbo heeft met ingang van 1 januari 2020 twee businesspartners. Ook LLO en de OD hebben een eigen businesspartner met wie ze kunnen werken aan HRD-zaken. De basis van de advisering is het locatie/teamplan (inclusief scholingsplan). De HR Business Partners voeren regelmatig gesprekken, zowel met directie als management, op basis van de HRDagenda. Aan bod komen thema’s als voortgang SPP, verzuim, werving & selectie, professionalisering, performancemanagement (gesprekkencyclus), werkdrukplan/ teamontwikkeling. De businesspartner analyseert, biedt oplossingsrichtingen aan, inventariseert risico’s, monitort HRD-processen, begeleidt het management bij verandertrajecten met betrekking tot de ontwikkeling van een professionele cultuur en legt de verbinding tussen de regio/het cluster en de HRD-dossiers. Werving & selectie In 2019 hebben we een recruitmentscan (procesdoorlichting) uitgevoerd. De uitkomsten zijn afgestemd binnen de organisatie. Ook is er een werkgroep gestart voor het efficiënter en effectiever inrichten van het werving- en selectieproces. Een van de maatregelen is het aanstellen van een recruiter die zich volledig richt op het werven en selecteren van medewerkers voor Wellant. Verder hebben we gewerkt aan het project Arbeidsmarktcommunicatie. Doel van dit project is om vanaf 2020 gerichte arbeidsmarktcampagnes met een nieuwe, frisse look te starten, zowel in print als in online uitingen.
5.2 Medewerkers Ziekteverzuim personeel 2019 In 2019 bedroeg ons ziekteverzuimpercentage 6,26%. In 2018 was dit nog 6,80%. Onze doelstelling is om een verzuimpercentage van maximaal 4,5% te hebben en in ieder geval onder het percentage van de sectorale benchmark (mbo-sector 2018 is 5,7%) te blijven. Daarom werken we aan versterking van leiderschap, individuele professionalisering en teamontwikkeling in relatie tot verzuimpreventie. Binnen Wellantcollege is de direct leidinggevende verantwoordelijk voor het verzuim- en re-integratiebeleid en voor de beheersing van de kosten die verzuim met zich meebrengt. De leidinggevende werkt hierin samen met een onafhankelijke bedrijfsarts en wordt ondersteund door de interne verzuimmedewerker. Daarnaast worden de leidinggevenden geadviseerd door één HR-adviseur, gespecialiseerd in het begeleiden en vooral voorkomen van ziekteverzuim. Werkdruk De OR, HR en het lijnmanagement hebben in een gezamenlijk werkdrukplan een proces beschreven als kader zodat teams in samenwerking leidinggevenden een stappenplan kunnen maken en uitvoeren om de werkdruk te reduceren. De expliciete aandacht in de cao mbo, de verzuimproblematiek en de resultaten van het medewerkerstevredenheidsonderzoek, waaruit blijkt dat veel werknemers een hoge werkdruk ervaren, vormen hiervoor de aanleiding. De ambitie is om in 2020 de tevredenheid van medewerkers op de onderdelen arbeidsomstandigheden, werkdruk, en organisatie met 0,2 punt te laten stijgen. De kern van het werkdrukplan is onderdeel van bestaande activiteiten in relatie tot HRD. Het thema werkdruk wordt benaderd vanuit de definitie van TNO: ‘werkdruk is een situatie waarin disbalans ontstaat tussen de eisen van het werk betreffende de inhoud, de context van het werk en de mogelijkheden van de werknemer om het werk goed uit te voeren’. Er is niet één oplossing voor werkdruk die altijd werkt, daarom is gekozen voor maatwerk, zowel op team- als individueel niveau, waarbij de dialoog tussen medewerkers en leidinggevenden van cruciaal belang is. Een belangrijk onderdeel van de aanpak betreft de extra inzet op teamontwikkeling. Dit behelst niet uitsluitend, daar waar nodig, de aanpak van werkdruk, maar is gericht op het met elkaar tot stand brengen en/of behouden van een gezonde, stimulerende werkomgeving waarin vitaliteit van mens en organisatie een
belangrijke factor vormt. Aanknopingspunten hiervoor liggen in de organisatie, de cultuur, werkverdeling, arbeidsomstandigheden, vitaliteit, competenties, vakkennis. Uiteraard speelt het gehele lijnmanagement een cruciale rand voorwaardelijke rol. Daarom worden op dit niveau extra interventies ingezet in de vorm van externe ondersteuning bij het proces van teamontwikkeling en leiderschapsontwikkeling.
Strategische personeelsplanning In 2019 zijn een aantal processtappen aangepast en vereenvoudigd, waardoor informatie over bijvoorbeeld contractverleningen, overbezetting en vacatures tijdig beschikbaar is. Dit betekent dat de werving & selectieactiviteiten op een vroeger tijdstip kunnen starten in vergelijking met voorgaande jaren. Daarnaast is er continu afstemming over de financiële formatiekaders 20202021. Zo kunnen we optimaal sturen op het samenstellen van de formatie voor komend schooljaar op basis van ambitie, kwaliteit en financiën. De vervolgaanpak van de strategische personeelsplanning (SPP) rollen we gefaseerd uit binnen de organisatie, zowel binnen het mbo als het vmbo. In veel gevallen is er sprake van een maatwerktraject. De situatie/fase waarin een locatie zich bevindt is namelijk van invloed op de visie van de locatie en de voortgang die geboekt kan worden om te komen tot een kwalitatief goed personeelsbestand, passend bij de gewenste ontwikkeling van de locatie.
In de tweede helft van 2019 hebben twee SPP-sessies voor het leidinggevend kader plaatsgevonden. In 2020 nemen we ook de ondersteunende diensten (inclusief concern control) mee in het SPP-proces. Van daaruit kunnen we toewerken naar een Wellantbreed meerjarenpersoneelsplan.
5.3 Duurzaamheid (KSF 6) In 2019 zijn een aantal duurzame mijlpalen bereikt. Zo heeft het programma Wellant Verduurzaamt nieuw elan gekregen en zijn er coördinatoren aangesteld op de verschillende werkgebieden (onderwijs, bedrijfsvoering, communicatie en HR) waardoor bevlogen mensen elkaar beter weten te vinden. Daarnaast eindigde Wellantcollege tijdens de landelijke SustainaBul mboverkiezing van meest duurzame mbo op de tweede plaats. Bij de opleiders in de groene sector stond Wellantcollege zelfs bovenaan. Het duurzame karakter van de bedrijfsvoering van Wellant werd hierbij in het bijzonder geroemd. Op dit punt scoorde Wellant het hoogst van alle deelnemende instellingen.
Bedrijfsvoering Wat betreft bedrijfsvoering is een van de hoogtepunten van 2019 de oplevering van het tweede schoolgebouw in onze portefeuille (in Naarden) met het hoogst haalbare energielabel: A++++.
Tweede prijs voor Wellantcollege in landelijke verkiezing duurzaam mbo. 52
53
5 Wellantcollege breed
Wellant heeft een onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van het toepassen van energiezuinige warmtepompen. De resultaten zijn positief en er is een start gemaakt met een pilot bij Wellant Oegstgeest. De uitvoering vindt in 2020 plaats. Bijzonder hierbij is dat het onderwijs nauw wordt betrokken en dat de installateur bijdraagt aan de educatie rond dit onderwerp. Voor onze locatie in Gouda zijn educatieve zonnepanelen gepland, die begin 2020 worden aangelegd. Zo maken we een verbinding tussen onderwijs en duurzaamheid.
Circulaire proeftuin Cirkellab en Wellant Dordrecht organiseerden in september 2019 ‘Het Jongerenlab’. In dit lab werken onderwijs en bedrijfsleven samen om jongeren concrete handvatten rondom de circulaire economie te geven. Tijdens het evenement maakten ruim 250 vmbo-leerlingen en mbo-studenten van Wellant Dordrecht via interactieve speeddates kennis met circulaire startups en bedrijven. Vervolgens gingen ze zelf aan de slag met een concreet circulair vraagstuk afkomstig van de deelnemende bedrijven. Een voorbeeld is hoe je van afval weer een waardevol product kunt maken. Dit deden ze via uitdagende hands-on workshops.
Rekening houdend met weersinvloeden is ons globale energieverbruik in 2019 met 14,3% gedaald ten opzichte van 2012. Ons doel is om in 2020 30% energie te besparen ten opzichte van 2012. Dat gaat waarschijnlijk niet lukken omdat de realisatie van energiezuinige nieuwbouwprojecten langer heeft geduurd en we daardoor dus meer energie hebben verbruikt in de oude panden. We verwachten dat we de doelstelling in 20212022 alsnog zullen halen. 54
We hebben de gebruikerstijden van installaties verder aangescherpt (met name: verwarming buiten schooltijden en in vakanties) en hebben verder gewerkt aan het vervangen van bestaande verlichting door ledverlichting. In aanbestedingstrajecten zijn we gestart met het aanscherpen van de vraagstelling rondom de visie op duurzaamheid. Ook zijn in 2019 de meest voorkomende werkprocessen rond in- en uitdiensttreding volledig gedigitaliseerd in Raet, waardoor de papierstromen zijn verminderd.
Onderwijs In ons onderwijs heeft duurzaamheid een vanzelfsprekende plek. Binnen de Groen-opleidingen is dit jaar gewerkt aan de nieuwe overkoepelende opleiding Leefbare Stad & Klimaat. In deze opleiding, die in 2020 start, staan klimaatverandering, -adaptatie, biodiversiteit en watervraagstukken centraal. Daarnaast is deelname aan Eco-Schools een belangrijke manier voor Wellant om te werken aan onze duurzaamheidsambities. Inmiddels zijn zes vmbo-locaties (drie groene vlaggen, twee zilver en één brons) en twee mbo-locaties (één groene vlag en één zilver) bezig met het programma. Ook hebben drie nieuwe locaties in 2019 aangegeven te willen starten met het programma. Het bijzondere aan Eco-schools is dat onderwijs en bedrijfsvoering hand in hand gaan. Zo is bijvoorbeeld op initiatief van een leerling het proces van het aanleggen van zonnepanelen op locatie Ottoland versneld. Prettig Groen Wonen Studenten Urban Green Development en Outdoor Design van Wellant mbo Rijnsburg werken in het kader van een Topsectorproject aan klimaatadaptieve tuinen. In opdracht van woningcorporatie Staedion en samen met studenten van Van Hall Larenstein en de WUR ontwikkelen en leggen zij klimaatadaptieve tuinen aan voor bewoners van de sociale woningbouwcomplexen. Docent Koen Bos, begeleider van de Wellantstudenten verwoordt de opbrengsten van het project als volgt: “een actieve groene leefomgeving, ruimte voor ontmoeting en activiteit, bevordering van sociale cohesie, natuurlijk beheer en biodiversiteit, hergebruik van hemelwater, kennisborging en conceptvorming, maar bovenal gemotiveerde en eigentijds opgeleide studenten!”
Wellant vmbo De Bossekamp voorbeeld van circulair denken op regionaal niveau Wellant vmbo De Bossekamp in Ottoland experimenteert samen met het bedrijfsleven met vernieuwende, duurzame en circulaire toepassingen in het groene werkveld. Zo wordt er geëxperimenteerd met het kweken van zwammen op het koffiedik dat wordt ingezameld bij Starbucks en op stro. Ook is er een zwammenkwekerij ontwikkeld die functioneert op de reststromen van de school en bedrijven uit de omgeving. In de moestuin wordt gewerkt met een aangepast teeltplan dat aansluit op de schoolperiodes en waarvan de oogst in de kookklas gebruikt wordt. Verder worden koffiebekertjes hergebruikt om stekjes in te kweken en voor de zwammenkwekerij zijn zelfs afgedankte kantoorkasten gebruikt. Onderwijskoffers Urban Green Development De opleiding Urban Green Development van het Wellant mbo Amsterdam heeft in opdracht van het KennisCentrum Natuur en Leefomgeving en de Amsterdam Green Campus nieuwe lesstof ontwikkeld. Deze lesstof is vormgegeven in een ‘bewustwordingskoffer’ en ‘bewustzijnskoffer’ voor natuurinclusief en klimaatadaptief denken en doen. Beide koffers fungeren als inspirerende en tastbare tools binnen de opleiding en daarbuiten (voor andere scholen, bewoners en gemeenten). De bewustwordingskoffer laat gebruikers ontdekken wat hun houding tot de natuur is en wat zij kunnen bijdragen aan de balans tussen mens, plant, dier en een betere leefomgeving. In de bewustzijnskoffer zit het ‘Kans & Balansspel’ dat gemaakt is samen met Studio 1:1 uit Rotterdam. In dit spel gaan spelers samen op zoek naar nieuwe modellen voor verbetering van de eigen leefomgeving. Met elkaar stellen ze doelen, maken ze keuzes en kiezen ze de juiste oplossingen voor deze plek. Klimaatadaptief groenbeheer Het draagvlak om steden klimaatbestendiger in te richten wordt steeds groter en de transitie naar ecologisch groenbeheer, met meer aandacht voor biodiversiteit, neemt een steeds grotere vlucht. Maar klimaatadaptief groenbeheer bestaat nog niet. Wellantcollege wil daar verandering in brengen en werkt hiervoor samen met het KennisCentrum Natuur en Leefomgeving (KCNL). In 2019 zijn we een grootschalig project gestart, waarbij veel partners uit het onderwijs en het bedrijfsleven betrokken zijn. Vanaf 2020 spelen mbo-studenten van Wellantcollege Dordrecht en Houten en leerlingen van Vmbo Ottoland een grote rol in dit project. 55
5 Wellantcollege breed
Cross-overs tussen onderwijs en bedrijfsleven maken het verschil Wellantcollege Dordrecht en het Dordtse bedrijf Cirkellab organiseerden in 2019 ‘Het Jongerenlab’. Tijdens dit evenement maakten ruim 250 vmbo-leerlingen en mbostudenten van Wellant Dordrecht via interactieve speeddates kennis met circulaire start-ups en bedrijven. Zo leerden ze bijvoorbeeld hoe je van afval weer een waardevol product kunt maken. Vervolgens gingen ze zelf aan de slag met een concreet circulair vraagstuk van een van de deelnemende bedrijven. Dit deden ze via uitdagende hands-on workshops. Ton Schuller van Wellantcollege: “De toekomst kent vele uitdagingen, bijvoorbeeld rondom klimaatadaptatie en biodiversiteit. Circulaire economie biedt perspectief om deze uitdagingen te tackelen. Wij willen dit onderwerp dan ook graag borgen in het curriculum van ons groene onderwijs. Het mooie aan Het Jongerenlab was dat er zoveel verschillende innovatieve bedrijven deelnamen. Want alleen met dit soort crossovers maken we écht een verschil!” Nederland Zoemt In Nederland is steeds meer aandacht voor wilde bijen, onder andere omdat zij de biodiversiteit bevorderen. In 2019 kwam de wilde bij zelfs ter sprake in een item op NOS.nl. Wellantcollege heeft bijgedragen aan het programma Nederland Zoemt door het educatieprogramma voor mbo Groen en de Groen-professional te ontwikkelen. Alle lesmodules zijn vrij verkrijgbaar via de website van Nederland Zoemt. Groene pop-upstore Rijswijk Studenten van Wellant mbo Rijswijk hebben in het kader van de Green Days aan een duurzame pop-upstore gewerkt. In deze pop-upstore legden studenten van de opleiding Stedelijk groen een geveltuin aan. Ook gaven ze bezoekers informatie over het duurzaam aanleggen en onderhouden van tuinen. Verder hielpen studenten van de opleiding Dierverzorging bezoekers bij het maken van speeltjes van restmateriaal voor huisdieren en konden inwoners van Rijswijk de nagels van hun dieren laten knippen. Studenten van de opleiding Bloem, groen & styling begeleidden bezoekers onder andere bij het maken van armbandjes, plantenhangers en tassen van gebruikte materialen. Ook was er een Aquoponics-demosysteem te zien: vis- en plantenteelt ineen. Tot slot stonden de studenten van de vakgroep Food in een foodtruck klaar met gezonde snacks en informatie over gezonde en goedkope voeding.
56
5.4 Gezonde bedrijfsvoering (KSF 7) Huisvesting In 2019 hebben wij belangrijke stappen gezet in de verdere realisatie van onze nieuwbouwprojecten: • de nieuwbouw van het vmbo Naarden is in september 2019 in gebruik genomen; • de nieuwbouw van mbo Dordrecht wordt in de eerste helft van 2020 opgeleverd, zodat wij tot september de tijd hebben voor de inhuizing; • de aanbesteding voor de ver- en nieuwbouw van vmbo Dordrecht is voorbereid. Naast deze grotere projecten hebben wij in 2019 de volgende projecten uitgevoerd: • Vmbo Sloten en Mbo Amsterdam: renovatie foodlokaal en ‘inhuizing’ Wellant mbo Amsterdam (voorheen gehuisvest op locatie De Rode Pieper); • Vmbo Westvliet (Den Haag): renovatie van veertien theorielokalen; • Vmbo en mbo Gouda: ophoging van het terrein; • Vmbo Oegstgeest: realisatie van drie tijdelijke lokalen; • Vmbo Alphen aan den Rijn: optimalisatie van het Open LeerCentrum (OLC). • Vmbo en mbo Houten: renovatie van de tweede verdieping (locatie: Randhoeve) waaronder de realisatie van een digitaal toetscentrum; • in gebruik nemen en geschikt(er) maken van locatie Wellantpark Houten; • Vmbo Klaaswaal: vernieuwing van de kozijnen bij de gymzaal; • diverse locaties: plaatsing van ledverlichting in hoge ruimten.
Arbo Op het gebied van arbo hebben we in 2019 het volgende gedaan: • (opnieuw) laten uitvoeren van brandveiligheidsscans; • (laten) vaststellen van het Reglement machineveiligheid; • aanstellen en opleiden van 41 arbocoaches; • sturen op intensiever gebruik van de incidentenregistratie; • uitvoeren van een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) op acht locaties.
Inkoop We hebben in 2019 verschillende (Europese) aanbestedingsprocedures doorlopen die bijdragen aan een gezonde bedrijfsvoering. Met de volgende partijen zijn we een contract aangegaan: • CSU (schoonmaak) • HAGO (schoonmaak) • Unica (installatietechnisch onderhoud) • Iddink (leermiddelen) • Schoolmaster (leerlinginformatiesysteem) Met de volgende partijen hebben we het bestaande contract verlengd: • Switch IT (levering hardware) • Infotheek (levering hardware) • ARP Nederland (levering hardware) • Van Miltenburg (bouwkundig onderhoud) • UNET (WAN-diensten) In 2019 zijn voor de volgende zaken Europese aanbestedingen gestart, die doorlopen in 2020: • drukwerk • groenvoorziening • meerdaagse reizen • busvervoer • BTM-applicatie • preventief en correctief onderhoud gebouwen • bedrijfsarts • levering ICT/hardware; • trajectplanner mbo (SIS); • assessoren Training praktijkonderwijs mbo
• Gebruikersbeleving We hebben diverse verbeteringen uitgevoerd om de gebruikersbeleving van onze apparatuur te verhogen. Er zijn moderne harde schrijven geplaatst in de pc’s en laptops, de servers zijn vervangen door snelle modellen en er is een start gemaakt met het vervangen van de wifi op alle locaties, met als doel om meer gebruikers/devices te kunnen bedienen. • iPads binnen het vmbo Wellant ICT levert een belangrijke bijdrage aan het digitaliseringsprogramma EduMore. Zo is in 2019 gewerkt aan het mobile device management (MDM) van de iPads voor leerlingen. Daardoor kunnen docenten de leerlingen beter bij de les houden en ondersteunen bij het iPad-onderwijs. • Self Service De Self Service-omgeving van TOPdesk is voor alle medewerkers ter beschikking gesteld. Hier kunnen medewerkers veel ICT-kennis vinden. Ook kunnen zij, indien nodig, meldingen doen die vervolgens direct op de juiste plek binnen ICT terechtkomen. Dit stimuleert de zelfredzaamheid van medewerkers op het gebied van ICT en zorgt voor een meer gestructureerde afhandeling van meldingen.
ICT De focus van het team ICT richt zich op het aanbieden en beheren van ICT-voorzieningen die het primaire proces en de bedrijfsvoering maximaal ondersteunen. Een aantal projecten die hiermee direct of indirect van doen hadden én die vermelding verdienen, zijn onder andere: • Security Het belang van cybersecurity is enorm toegenomen het afgelopen jaar. Ook Wellant ICT heeft hier in 2019 veel aandacht aan besteed. Zo zijn we gestart met de voorbereiding van de Roadmap die in 2020 wordt uitgevoerd. Deze Roadmap bestaat uit allerlei activiteiten op het gebied van security. Ook is de firewall in het datacenter vervangen door een next level firewall. Hiermee is onze beveiliging weer optimaal geborgd voor de komende jaren. 57
6 Financiën
Financiën
Net als in 2018 sluit Wellantcollege het boekjaar 2019 af met een positief resultaat. Het resultaat bedraagt € 4,6 miljoen, bij een begroot resultaat van € 1,3 miljoen. Het hogere resultaat ten opzichte van de begroting van € 3,3 miljoen wordt met name veroorzaakt door boekwinsten in verband met verkooptransacties huisvesting van € 2,1 miljoen en een verstrekte aanvullende bekostiging in december 2019 van € 1,3 miljoen, waarvan de kosten in 2020 en 2021 worden gemaakt. Het resultaat van de reguliere onderwijsactiviteiten bedraagt € 4,5 miljoen en het resultaat van ‘Leven Lang Ontwikkelen’ bedraagt € 16.000, bij een omzet van € 608.000.
6.1 Financieel resultaat 2019 (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2019
Begroting 2019
Realisatie 2018
Baten Rijksbijdragen
58
6
126.790
118.317
123.657
Overige overheidsbijdragen
368
190
361
Baten werk in opdracht van derden
608
500
502
Overige baten
5.666
3.094
3.901
Totaal baten
133.432
122.101
128.421
Personeelslasten
92.007
86.905
90.067
Afschrijvingen
11.073
8.924
10.930
Lasten
Huisvestigingslasten
8.515
8.180
8.631
Overige lasten
16.309
15.858
15.837
Totaal lasten
127.904
119.867
125.465
5.528
2.234
2.956
-966
-966
-944
4.562
1.268
2.012
-
-
-
4.562
1.268
2.012
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat Belastingen Resultaat na belastingen
59
6 Financiën
Hogere baten De totale baten zijn € 11,3 miljoen hoger dan begroot. Baten in € 1.000
Realisatie 2019
Rijksbijdragen
Begroting 2019
Verschil
126.790
118.317
8.473
368
190
178
Lasten in € 1.000 Personeelslasten
92.007
86.905
5.102
Afschrijvingen
11.073
8.924
2.149
8.515
8.180
335
Overige overheidsbijdragen Baten werk in opdracht van derden
608
500
108
Overige baten
5.666
3.094
2.572
Totaal baten
133.432
122.101
11.331
De normatieve rijksbijdrage is € 4,2 miljoen hoger dan begroot. Dit komt met name door een hogere loon- en prijsbijstelling 2018 dan begroot (€ 2,0 miljoen) en de niet-begrote loonbijstelling 2019 van € 2,5 miljoen. Deze waren beiden overigens ook niet in de gemiddelde personele lasten van de loonkosten begroot. De hogere loonkosten als gevolg van de cao inclusief de pensioenlastenstijging, is volledig gedekt door de loonbijstelling in de rijksbijdrage. De leerlingaantallen waren iets hoger dan begroot. De additionele rijksbijdrage is € 2,8 miljoen hoger dan begroot. In december 2019 is aanvullende bekostiging (€ 1,3 miljoen) voor het jaar 2019 verstrekt. Dit vanwege het afgesloten convenant inzake extra geld voor werkdrukverlichting en tekorten onderwijspersoneel in het funderend onderwijs 2020-2021. Het is de bedoeling dat dit geld de komende twee jaar wordt uitgegeven ter verlichting van het lerarentekort en de werkdruk in het vo. Omdat het een niet geoormerkte bekostiging is en de beschikking voor het jaar 2019 is toegekend, dient het bedrag in de baten 2019 te worden opgenomen. In het eigen vermogen is hiervoor een bestemmingsreserve gevormd. Verder zien we over de hele linie hogere financiële beschikkingen dan begroot.
Hogere lasten De totale lasten zijn € 8,0 miljoen hoger dan begroot, veroorzaakt door € 5,1 miljoen hogere personeelslasten en € 2,9 miljoen hogere materiële lasten.
De post ‘Doorbetalingen rijsbijdrage SWV’ betreft de doorbetaalde rijksbijdragen vanuit de vijftien samenwerkingsverbanden met betrekking tot passend onderwijs waaraan Wellant deelneemt. Deze baten zijn € 1,4 miljoen hoger dan begroot; voor € 1 miljoen is dit het gevolg van opting out van de lwoo-bekostiging. Deze was begroot onder de normatieve rijksbijdrage (verschuiving). De overige baten zijn € 2,6 miljoen hoger dan begroot. Dit is nagenoeg geheel te verklaren door twee verkooptransacties voor huisvesting met een boekwinst van € 2,1 miljoen. Daarvan heeft € 1,8 miljoen betrekking op de verkoop van een perceel grond in Naarden, waar in het boekjaar nieuwbouw is opgeleverd. De boekwinst kan conform de richtlijnen voor de jaarverslaggeving niet in mindering worden gebracht op de boekwaarde van de nieuwe locatie bij het bepalen van de bedrijfswaarde. Zonder rekening te houden met deze verkoop, is de bedrijfswaarde van deze nieuwe locatie lager dan de huidige boekwaarde. Daarom heeft in 2019 voor de nieuwe locatie een afwaardering plaatsgevonden van € 0,8 miljoen. Daar staat dus tegenover dat de boekwinst van de verkoop van de grond onder ‘overige baten’ is verantwoord in 2019.
Realisatie 2019
Huisvestingslasten
Verschil
Overige lasten
16.309
15.858
451
Totaal lasten
127.904
119.867
8.037
De hogere personeelslasten van € 5,1 miljoen zijn het gevolg van hogere lonen en salarissen van € 4,9 miljoen en hogere overige personele lasten (inclusief dotatievoorzieningen en uitkeringen UWV) van € 0,2 miljoen. Het gemiddeld aantal werknemers in 2019 bedroeg 1.163 fte, terwijl in de begroting een formatie van 1.130 fte was begroot. De hogere lonen en salarissen van € 4,9 miljoen worden verklaard door de hogere bezetting van 33 fte (€ 2,3 miljoen, als gevolg van een hoger aantal leerlingen en studenten) en de hogere gemiddelde personeelslast (gpl) dan begroot van 3,2% (€ 2,6 miljoen). De loonbijstelling 2019 in de rijksbijdrage van € 2,5 miljoen (3,13%) dekt de volgende kosten van de lopende cao-tranche 2019: • een loonsverhoging van 2,3% per 1 juni 2019; • een eenmalige uitkering van 1,25% (in januari 2020) over het salaris 2019, voor personeel dat in dienst was op 1 januari 2020; • de pensioenlastenstijging 2019. Daardoor zijn de loonkosten ongeveer € 2,4 miljoen hoger. De eenmalige uitkering van 1,25% in januari 2020 valt binnen de toegekende loonbijstelling 2019 in de rijksbijdrage. Als gevolg van matching tussen baten en lasten is deze uitkering gereserveerd in de jaarrekening 2019. De personele voorzieningen zijn in 2019 met € 3,2 miljoen nagenoeg gelijk gebleven, door een dotatie van € 1,7 miljoen en onttrekkingen van € 1,7 miljoen. Begroot was een onttrekking van € 2,0 miljoen. De belangrijkste mutaties worden hieronder kort toegelicht: • De voorziening reorganisatie is afgenomen met € 100.000, door een lager aantal werknemers in de voorziening;
60
Begroting 2019
• De voorziening onderwijsjubileum is toegenomen met € 50.000, door een hoger aantal werknemers en een hoger cao-loon; • De voorziening wachtgeld is met € 190.000 toegenomen, met name door hogere te verwachten bovenwettelijke uitkeringen; • De voorziening WGA is afgenomen met € 260.000, door een daling van het aantal werknemers in de WGA en door een kortere verwachte looptijd; • De voorziening ziektewet is toegenomen met € 50.000, door een hoger aantal werknemers in de ziektewet; • De voorziening seniorenregeling is toegenomen met € 80.000, door een toename van het aantal medewerkers dat meedoet aan de regeling Fit naar de Finish van vierendertig naar zesenveertig en door een lager verwacht deelnamepercentage (van 20% naar 19%) in toekomstige jaren. De overige personele lasten zijn € 0,2 miljoen hoger dan begroot. Dit komt vooral doordat de kosten voor personeel dat niet in loondienst is en voor professionalisering hoger uitvallen. Hiertegenover staan wel hogere uitkeringen van het UWV. De afschrijvingen zijn € 2,1 miljoen hoger dan begroot. Dit is nagenoeg geheel te verklaren door bijzondere waardeverminderingen op de locaties Naarden en Gouda (samen € 1,9 miljoen). Als gevolg van het besluit om de locatie mbo Rijnsburg in de zomer van 2020 te verlaten, is de boekwaarde van de opstal (per zomer 2020) geheel afgewaardeerd in de afschrijvingslasten (€ 0,35 miljoen). De bijzondere waardevermindering op de locatie Naarden van € 0,8 miljoen wordt gedekt door de boekwinst op de verkoop van de grond op die locatie van € 1,8 miljoen (zie onder ‘hogere baten’). Het college van bestuur heeft besloten om mbo Gouda af te bouwen. Er wordt nog wel geworven voor komend 61
6 Financiën
schooljaar. Deze studenten kunnen hun opleiding in Gouda afmaken, maar na komend schooljaar vindt er dus geen instroom meer plaats. Daardoor is het aantal mbostudenten in Gouda over vier jaar nihil. Dit sterk teruglopende aantal studenten betekent dat er niet voldoende dekking is om de huidige huisvestingskosten van de locatie te dekken. Daardoor is de bedrijfswaarde duurzaam lager dan de boekwaarde, wat leidt tot een afwaardering van € 1,1 miljoen in 2019. De afschrijvingen op de overige materiële vaste activa (ICT en inventaris) zijn € 0,3 miljoen lager dan begroot, met name omdat de investeringen lager zijn dan begroot.
De huisvestingslasten zijn € 0,3 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door hogere kosten voor onderhoud van gebouwen en installaties en door hogere huurlasten. Hiertegenover staan lagere schoonmaakkosten.
6.2 Balans per 31 december 2019 Balans per 31 december 2019. Bedragen x € 1.000 Activa
De post overige materiële lasten is € 0,5 miljoen boven begroting uitgekomen. Dit komt met name door de hogere kosten voor leer- en hulpmiddelen en de hogere projectkosten. Hiertegenover staan lagere advieskosten en lagere materiële pr-kosten.
Resultaatbestemming Stichting Wellant Het college van bestuur heeft in overleg met de raad van toezicht besloten het resultaat 2019 als volgt te verwerken:
31 DECEMBER 2019
Vaste activa Materiële vaste activa
105.509
103.083
Financiële vaste activa
1
1
Totaal vaste activa
toevoeging aan de private bestemmingsreserve
2019 16.066
toevoeging aan de algemene reserves
4.545.788
Totaal
4.561.854
105.510
103.084
Vlottende activa Vorderingen
Bestemming van het resultaat in €
31 DECEMBER 2018
Liquide middelen
6.902
2.976
19.920
Totaal vlottende activa
18.741 26.822
21.717
132.332
124.801
31 DECEMBER 2019
31 DECEMBER 2018
Totaal activa Passiva
Eigen vermogen
62.704
58.142
3.191
3.183
Langlopende schulden
44.933
41.700
Kortlopende schulden
21.504
21.776
Voorzieningen
Totaal passiva
De materiële vaste activa namen toe met € 2,4 miljoen als gevolg van investeringen van € 14,0 miljoen, desinvesteringen van -/-€ 0,5 miljoen, afschrijvingen van -/-€ 9,2 miljoen en bijzondere waardeverminderingen van -/-€ 1,9 miljoen. Op het gebied van grote huisvestingsprojecten is in 2019 geïnvesteerd op de locaties Naarden (€ 3,5 miljoen) en Dordrecht (€ 5,7 miljoen). De locatie Naarden is in augustus 2019 in gebruik genomen (€ 8,9 miljoen).Een uitgevoerde impairment-analyse heeft geleid tot waardeverminderingen op de locaties Gouda en Naarden (in totaal € 1,9 miljoen). Ook heeft een afwaardering plaatsgevonden van de locatie mbo Rijnsburg van € 0,35 miljoen, in verband met het verlaten van deze locatie in de zomer van 2020.
62
132.332
124.801
De vorderingen zijn € 3,9 miljoen hoger dan eind 2018. Dit komt met name door een vordering van € 2,8 miljoen met betrekking tot de verkoop van een perceel grond met opstallen in Naarden. Hiervan is € 1,9 miljoen ontvangen op 2 januari 2020. Het restant van € 0,9 miljoen wordt niet later ontvangen dan 30 september 2022. De liquide middelen namen toe met € 1,2 miljoen, als gevolg van een positieve operationele kasstroom van € 8,9 miljoen, een investeringskasstroom van -/-€ 11,8 miljoen, een laatste tranche op een in 2017 aangetrokken nieuwe lening van € 5 miljoen en een aflossing op een bestaande lening van € 0,9 miljoen (zie paragraaf 6.4 Treasurybeleid). 63
6 Financiën
Het eigen vermogen is toegenomen met € 4,6 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door het positieve resultaat 2019, inclusief het resultaat op het private bedrijfsonderdeel ‘Leven Lang Ontwikkelen’. Binnen het eigen vermogen zijn in 2019 een tweetal bestemmingsreserves gevormd. De eerste betreft begrote kosten voor de aankomende fusie met Helicon Opleidingen en Citaverde College. De tweede heeft betrekking op het afgesloten convenant inzake extra geld voor werkdrukverlichting en tekorten onderwijspersoneel in het funderend onderwijs 20202021, waarvoor in december 2019 bekostiging is ontvangen. Wellant geeft dit geld ter verlichting van de werkdruk en het lerarentekort in het vo uit in 2020 en 2021. Het bedrag aan personele voorzieningen is per saldo nagenoeg gelijk gebleven, als gevolg van een toename van de voorzieningen onderwijsjubileum, wachtgeld, ziektewet en seniorenverlof en een afname van de voorzieningen reorganisatie en WGA. Zie de toelichting onder 6.1. De langlopende schulden namen toe als gevolg van een laatste tranche op een in 2017 aangetrokken nieuwe lening en een aflossing op een bestaande lening. De kortlopende schulden zijn nagenoeg constant gebleven.
6.3 Financiële ratio’s 31 december 2019 Stichting Wellant hanteert drie financiële ratio’s, met de volgende definities en minimum en maximum streefwaarden. De cijfers in de jaarrekening 2019 geven de volgende stand van zaken voor Stichting Wellant.
Rentabiliteit Uit bovenstaande tabel blijkt dat de rentabiliteit met 3,4% boven begroting (1,0%) is uitgekomen. Hiermee sluit Wellantcollege het boekjaar 2019 positief af. De afwijkingen tussen de realisatie en begroting over het boekjaar 2019 zijn nader toegelicht in paragraaf 6.1. De rentabiliteit blijft binnen de signaleringsgrens van OCW. In het resultaat 2019 van € 4,6 miljoen zijn twee ‘bijzondere’ posten opgenomen: • boekwinst verkooptransacties huisvesting van € 2,1 miljoen; • aanvullende bekostiging verstrekt in december 2019 van € 1,3 miljoen. Dit vanwege het afgesloten convenant inzake extra geld voor werkdrukverlichting en tekorten onderwijspersoneel, waarvan de kosten in 2020 en 2021 worden genomen. Zonder deze twee posten zou het resultaat 2019 € 1,2 miljoen bedragen (rentabiliteit 0,9%), gelijk aan de begroting. Solvabiliteit Door de toevoeging van het positieve resultaat van Stichting Wellant aan het eigen vermogen en bij een relatief kleinere stijging van het vreemd vermogen, is de solvabiliteit gestegen van 49,1% eind 2018 naar 49,8% eind 2019. De oorzaken van de stijging van het balanstotaal zijn beschreven in paragraaf 6.2 ’Balans per 31 december 2019’. De solvabiliteit ligt ruim boven de signaleringsgrens van OCW van 30%. Hiermee blijft de financiële positie gezond. Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming aan haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen. Wellantcollege hanteert een financiële doelstelling van
Financiële ratio’s 31 december 2019
Minimum
Solvabiliteit
Percentage eigen vermogen van het totaal vermogen
Rentabiliteit
Genormaliseerd resultaat uit gewone bedrijfsvoering gedeeld door totale baten uit gewone bedrijfsvoering
Liquiditeit
Vlottende activa gedeeld door kort vreemd vermogen
Financiële ratio’s
Cijfers op basis van jaarrekening 2019
> 30% 3-jarig, > 0% 2-jarig, >-5% 1-jarig, >-10% > 0,5
Cijfers op basis van begroting 2019
Cijfers op basis van jaarrekening 2018
Rentabiliteit
3,4%
1,0%
1,6%
49,8%
47,8%
49,1%
1,25
0,89
1,00
64
6.4 Treasurybeleid Treasurystatuut In het najaar van 2016 is het treasurystatuut vastgesteld door het college van bestuur. Hiermee voldoet Wellant aan de ‘Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016’. Het statuut heeft een geldigheid van vijf jaar. Risicomijdend beleggen en lenen In de ‘Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016’ staat dat tijdelijk overtollige liquiditeiten beheerd dienen te worden op een wijze die garandeert dat de hoofdsom intact blijft. De periode van de belegging is eindig en er mag niet worden belegd in achtergestelde spaarrekeningen, achtergestelde deposito’s en aandelen. De in 2019 tijdelijk overtollige liquiditeiten zijn risicoloos aangehouden bij het ministerie van Financiën en bij de huisbankier ING. De regeling stelt ook strenge eisen met betrekking tot het afsluiten van leningen en derivaten. In 2020 wordt een nieuwe, derde lening aangetrokken bij het ministerie van Financiën. Hierbij wordt rekening gehouden met de eisen vanuit de regeling en vanuit het treasurystatuut. Wellantcollege heeft geen derivaten uitstaan.
Maximum
Solvabiliteit 2 Liquiditeit
de minimaal benodigde kaspositie (inclusief ruimte onder de kredietfaciliteit). Deze is gesteld op tweemaal het maandsalaris inclusief afdrachten. Dit is een bedrag van ongeveer € 10 miljoen. Deze is gelijk aan de kredietfaciliteit. De liquiditeit in het boekjaar 2019 is gestegen van 1,00 eind 2018 naar 1,25 eind 2019. De voornaamste reden hiervoor is de stijging van de liquide middelen en kortlopende vorderingen met € 5,1 miljoen. De liquiditeitsratio valt daarmee binnen de signaleringsgrenzen van OCW (>0,5). De financiële positie blijft dus gezond.
Geïntegreerd middelenbeheer Vanaf juni 2010 is Wellantcollege overgegaan op schatkistbankieren bij het ministerie van Financiën. Dagelijks worden drie aangewezen rekeningen bij de ING bij- dan wel afgeroomd, ten laste respectievelijk ten gunste van de rekening-courant bij het ministerie. De kredietfaciliteit bij het ministerie bedraagt 10% van de rijksbijdrage (€ 10 miljoen), met als voorwaarde dat er minimaal één dag in het jaar een positief saldo op de rekening-courantpositie bestaat. De rente is gebaseerd op de dagrente Eonia-fixing; bij debetstand verhoogd met 25 basispunten.
Geldlening bij het ministerie van Financiën In september 2017 is een tweede financieringsarrangement getekend met het ministerie van Financiën voor het huisvestingsplan van Wellantcollege. De totale lening bedraagt € 26 miljoen, te ontvangen in drie tranches tussen oktober 2017 en oktober 2019. In 2019 is de laatste tranche van € 5 miljoen ontvangen. Het rentetarief bedraagt 1,06%, 30 jaar vast. Aflossing vindt lineair plaats in 30 jaar, voor het eerst in 2020 voor een bedrag van € 867.000. Het eerste financieringsarrangement uit juni 2010 bedraagt € 27 miljoen. Het rentetarief bedraagt 3,43%, 30 jaar vast. Aflossing vindt lineair plaats in 30 jaar, voor het eerst in 2013 voor een bedrag van € 0,9 miljoen. Voor de twee leningen is zekerheid verstrekt voor € 53 miljoen op veertien percelen grond met opstallen en verdere toebehoren. In 2019 is € 961.000 aan rente betaald (in 2018: € 9 46.000). De hoogte van lening één bedraagt eind 2019 € 20,7 miljoen en van lening twee € 26,0 miljoen. Treasurycommissie Binnen Wellantcollege is op basis van het treasurystatuut een treasurycommissie werkzaam. De samenstelling van deze commissie bestaat uit het lid college van bestuur met de portefeuille financiën, de concerncontroller en de treasurer. De commissie doet schriftelijk verslag van dit treasuryoverleg aan het college van bestuur. De commissie komt driemaal per jaar bijeen. Standaard komen de volgende onderwerpen aan de orde: • externe ontwikkeling voor zover van belang voor de treasury van Wellant; • voldoet Wellant nog steeds aan de wet- en regelgeving rondom treasury; • jaarplanning liquiditeiten op maandbasis; • financieringskosten; • relatiemanagement (geldverstrekkers/bankiers). Andere belangrijke onderwerpen die in de overleggen zijn behandeld: • bepalen investeringsruimte t/m 2030 op basis van de huidige financiering en operatie; • investeringsbehoefte t/m 2030; • financieringsaanvraag voor een derde lening bij het ministerie van Financiën: bespreken financieel toetsingsdocument, voorleggen aan de raad van toezicht en indienen bij het ministerie; • vaststellen welke objecten in onderpand worden gegeven voor de totale financiering; • jaarplanning liquiditeit op maandbasis 2019 en 2020; • de mogelijkheden/rollen van een of meerdere Corporate Administrators bij de huisbankier ING. 65
5 Wellantcollege breed
6.5 Notitie Helderheid De notitie Helderheid kent acht thema’s: 1. uitbesteding; 2. investeringen van publieke middelen in private activiteiten; 3. het verlenen van vrijstellingen; 4. les- en cursusgeld niet betaald door de student zelf; 5. in- en uitschrijving en inschrijving van studenten voor meer dan één opleiding tegelijk; 6. de student volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven; 7. bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven; 8. buitenlandse studenten. In het kader van deze notitie geeft Wellantcollege de volgende toelichting. 1. Uitbesteding Er is binnen Wellantcollege geen sprake van uitbesteding van onderwijs. 2. Investeringen van publieke middelen in private activiteiten Er is geen rijksbijdrage gemoeid met investeringen in private activiteiten. 2019 is het vijfde jaar dat cursussen en trainingen voor de Leven Lang Ontwikkelen-markt volledig worden verzorgd vanuit Wellantcollege. Nu Wellantcollege zelfstandig activiteiten op dit gebied ontwikkelt en verzorgt, is een eigen organisatorische eenheid ‘Cursussen &Trainingen’ binnen Wellantcollege ingericht. Het resultaat in 2019 met betrekking tot Leven Lang Ontwikkelen bedroeg afgerond € 16.000 (in 2018: € 63.000) bij een omzet van € 608.000 (in 2018: € 502.000). Binnen Wellantcollege is het volume van de contractactiviteiten (Leven Lang Ontwikkelen) nog beperkt. Gelet op de omvang zijn de risico’s op dit moment beperkt en daarom is dit onderdeel meegenomen in het instellingsbrede risicobeheersingssysteem. Het belang van Leven Lang Ontwikkelen is benoemd en naar verwachting kan dit onderdeel in de toekomst gaan groeien, waardoor het bijbehorende risicobeheersingssysteem zal meegroeien.
Het administratieve proces is aangescherpt, doorontwikkeld en vormgegeven binnen een separaat administratief bedrijf, in het kader van het scheiden van publieke en private bekostiging. Doorbelasting van kosten vindt plaats tegen een integraal kostendekkend tarief. 3. Het verlenen van vrijstellingen Wellantcollege heeft geen opleidingen waarin minder uren zijn geprogrammeerd dan de wettelijk voorgeschreven begeleide onderwijstijd. 4. Les- en cursusgeld niet betaald door de deelnemer zelf Wellantcollege betaalt geen cursusgelden voor bbl-deelnemers. Het komt wel voor dat derden het cursusgeld voor bbl-deelnemers betalen, maar alleen als de deelnemer die derde daarvoor schriftelijk heeft gemachtigd. 5. In-en uitschrijving en inschrijving van studenten voor meer dan één opleiding tegelijk Het aantal ingeschreven bol- en bbl-studenten per 1 oktober 2019 bedraagt respectievelijk 2.368 en 957. Bij de tweede teldatum op 1 februari 2020 waren dit er 2.305 voor bol en 981 voor bbl. In de tussenliggende periode hebben 66 bol- en 52 bbl-studenten de instelling verlaten, terwijl 7 bol- en 68 bbl-studenten zijn ingestroomd. Bovendien stonden op 1 februari 2020 4 bol-studenten dubbel ingeschreven, omdat zij doorstromen naar een volgend niveau. Verder zijn 12 studenten overgestapt van bol naar bbl en 4 studenten van bbl naar bol. 6. De student volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven. Wellantcollege heeft geen studenten die een andere opleiding volgen dan waarvoor zij staan ingeschreven. 7. Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven Wellantcollege verzorgt in 2019-2020 maatwerktrajecten voor FloraHolland, Haeghe Groep, Van Adrichem, Combivliet, Lage Westland, Agro Care, P. van de Geest, Holland Freesia, Greenpack Trading B.V., Delifor Crysant B.V., Flower Unlimited B.V., Stichting Waternet en Waterschap Hollandse Delta. Het gaat hierbij om 194 bbl-studenten (in 2018: 67). Het niveau van de opleiding is een combinatie van niveau 1,2,3 en 4.
Buitenlandse deelnemers Wellantcollege had in 2019 één buitenlandse student. 66
67
7 Continuïteitsparagraaf
Continuïteits paragraaf
Ontwikkeling leerlingenaantallen De leerlingaantallen waarop de cijfers in de continuïteitsparagraaf zijn gebaseerd zijn hieronder opgenomen.
Mbo In de prognosetool van de MBO Raad wordt gerekend met het historisch instellingsaandeel en verwachte toekomstige demografische ontwikkelingen en de ontwikkeling van de belangstelling voor het groene onderwijs. Nadeel van de tool is dat deze geen rekening houdt met de instroom van eenjarige bbl-opleidingen. De prognosetool van de MBO Raad laat een sterker dalende trend zien dan waar mee gerekend is in deze continuïteitsparagraaf. De tool voorspelt in 2024 namelijk een daling (ten opzichte van de realisatie 2019-2020) voor bol en bbl van respectievelijk 18% en 34% (bol: 1980 en bbl: 590). Om ervoor te zorgen dat de daling bij het mbo niet in die mate zal optreden, is de ambitie uitgesproken om te stabiliseren op minimaal 3.000 studenten. Dit willen we bereiken door in te zetten op kortdurende bbl-opleidingen, maar ook door het doorvoeren van structurele locatiespecifieke maatregelen. Deze maatregelen moeten leiden tot een betere matching tussen de omvang van locaties en het opleidingsaanbod enerzijds en de behoefte van studenten en de arbeidsmarkt anderzijds. Het doel is dat er een betere balans ontstaat tussen onderwijskwaliteit en financiële houdbaarheid.
De leerlingaantallen in het vmbo per 1 oktober 2019 laten voor het eerst sinds jaren een lichte stijging zien (+1,2%). Ook in het mbo is de dalende trend gekeerd. Dit is wel mede het gevolg van kortdurende bbl-opleidingen. In de meerjarige prognoses wordt voor het mbo nog altijd rekening gehouden met een licht dalende trend die stabiliseert vanaf 2022.
Vmbo De leerlingprognose voor het vmbo is gebaseerd op inschattingen van de directies op locatieniveau, waarbij rekening is gehouden met de opbouw per leerjaar. De dalende trend is in het schooljaar 2019-2020 een halt toegeroepen als gevolg van actieve leerlingenwerving. Ook hebben we een aantal locatiespecifieke maatregelen genomen ten aanzien van huisvesting en onderwijskwaliteit, die een positieve impact op de instroom hebben.
68
7
Categorie mavo
2018-2019
2019-2020
2020-2021
2021-2022
2022-2023
2023-2024
2024-2025
590
615
620
633
633
611
588
vmbo (Incl. lwoo)
7.886
7.968
7.947
7.973
7.973
8.041
7.939
Totaal vmbo
8.476
8.583
8.567
8.606
8.606
8.652
8.527
Categorie
2018-2019
2019-2020
2020-2021
2021-2022
2022-2023
2023-2024
2024-2025
bol entree
21
14
13
13
13
13
13
bbl entree
52
33
125
124
24
23
23
2.367
2.391
2.317
2.277
2.277
2.297
2.297
bol niveau 2-4 bbl niveau 2-4 Totaal mbo
833
855
724
691
691
657
657
3.273
3.293
3.179
3.105
3.005
2.990
2.990
69
7 Continuïteitsparagraaf
Personeel Formatie personeel in loondienst in FTE
werkelijk 2019
begroting 2020
begroting 2021
begroting 2022
begroting 2023
begroting 2024
Personeel primair proces
860
859
855
857
856
849
Direct onderwijsondersteunend personeel
151
151
151
151
151
150
Indirect onderwijsondersteunend personeel
131
130
130
130
130
129
21
20
20
20
20
20
1.163
1.161
1.155
1.158
1.157
1.147
Bestuur / management Totale personele bezetting
De personele bezetting, exclusief externe inhuur, is bepaald aan de hand van de (bijgestelde) leerlingenaantallen. Op basis van de verwachte lichte daling van de leerlingenaantallen in zowel het vmbo als het mbo, ontwikkelt de personele bezetting zich naar rato. De indeling naar categorieën is gebaseerd op de uitgangspunten van de mbo-benchmark. Aangezien de (meerjaren)begroting niet op deze manier is ingedeeld, is voor de vergelijkbaarheid tussen de jaren een aanname gedaan voor de jaren 2020-2024, op basis van de verhoudingen in de realisatie 2019. De totalen sluiten aan op de meerjarenbegroting (exclusief inhuur). Het blijft lastig om vacatures voor kwalitatief hoogwaardig personeel in te vullen. Daarom rollen we de strategische personeelsplanning in 2020 verder uit op de onderwijslocaties. Ook optimaliseren we het formatieplanningsproces waar mogelijk, zodat we tijdig voldoende kwalitatief personeel beschikbaar hebben en externe inhuur kunnen voorkomen. Zo is er met ingang van 2019 besloten om de toekenning van projectformatie op schooljaar te laten plaatsvinden in plaats van per kalenderjaar, zodat het wervingsproces hier beter op kan aansluiten.
In € 1.000
werkelijk 2019
begroting 2020
Financieel Onderstaande tabel laat een behoorlijke fluctuatie zien in het begrotingsresultaat voor de jaren 2020-2024. Dit heeft de volgende oorzaken: • een eenmalige bate in het resultaat 2019 van € 1,3 miljoen inzake aanvullende bekostiging vmbo en boekwinst als gevolg van een verkooptransactie van € 2,1 miljoen. Tevens heeft er voor € 2,25 miljoen aan afwaarderingen plaatsgevonden; • eenmalige investeringen in de begroting 2020 van € 0,75 miljoen die niet doorwerken naar toekomstige jaren; • eenmalige, niet-activeerbare sloopkosten in 2020 (€ 0,4 miljoen), 2022 (€ 0,6 miljoen) en 2023 (€ 0,2 miljoen) die geen structurele impact hebben op toekomstige jaren; • minder loonkosten (€ 0,8 miljoen) door minder leerlingen mbo en vmbo in 2021 ten opzichte van 2020; • minder baten (€ 0,9 miljoen) als gevolg van de vertraging in de bekostiging van de daling van mbostudenten (t-2) in 2022 ten opzichte van 2021;
begroting 2021
begroting 2022
begroting 2023
begroting 2024
Totaal baten
133.432
127.158
127.299
125.467
127.945
125.158
Totaal lasten
-127.904
-125.245
-123.344
-125.095
-124.779
-123.853
5.528
1.913
3.955
372
3.166
1.305
-966
-973
-952
-949
-927
-884
4.562
940
3.003
-577
2.239
421
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat Wellantcollege
70
• hogere huisvestingslasten (€ 0,9 miljoen) als gevolg van investeringen in nieuwbouw vanaf 2022; • er is rekening gehouden met een batenverschuiving van het variabele deel van de Kwaliteitsagenda mbo 2019-2022 ter hoogte van € 1,4 miljoen van 2022 naar 2023 op basis van de verwachte ontvangst, conform de regeling.
Er is een nieuw uitvoeringskader, organisatiestructuur en dienstenaanbod ontworpen, op basis waarvan verantwoordelijkheden en taken beter belegd zijn. Zo kunnen we de ondersteunende diensten beter inrichten op de vraag van het onderwijs. Ook is er een eenduidige aanpak opgesteld rondom projectportfolio en projectuitvoering. De effecten moeten eind 2020 volledig zichtbaar zijn.
Het financiële effect van de verwachte leerlingdaling over de periode 2020-2024, bedraagt een batendaling van ongeveer € 2,3 miljoen. De druk om een sluitende begroting te realiseren met deze leerlingaantallen zal voor de toekomst een uitdaging blijven, mede doordat er grote investeringen gevraagd worden in de huisvesting op de locaties Dordrecht en Linnaeus. Daarnaast is nog altijd sprake van een lerarentekort, waardoor vacatures steeds lastiger of alleen tegen hogere kosten ingevuld kunnen worden.
Wellant blijft investeren in professionaliseringtrajecten van personeel, om invulling te geven aan praktijkgestuurd onderwijs en nieuwe vakinhoud. Er wordt een hoge werkdruk ervaren binnen het onderwijs en het ziekteverzuim is een aanhoudend punt van zorg. Vanaf 2020 gaan we het werkdrukplan uitvoeren. Dit moet leiden tot verbetering op deze aspecten.
Samenwerking met het bedrijfsleven, het verder inrichten van kenniscentra én investeringen in onderwijsdigitalisering moeten leiden tot een innovatief opleidingsaanbod dat nog beter aansluit bij de arbeidsmarkt van de toekomst. De planmatige uitwerking hiervan betreft de Kwaliteitsagenda mbo 2019-2022. In 2021 en 2023 vindt de beoordeling plaats met betrekking tot de realisatie van de Kwaliteitsagenda mbo 2019-2022. De baten die hieraan verbonden zijn, zijn volledig in de Meerjarenbegroting 2020-2024 opgenomen. Er is een risico dat Wellant niet het resultaatafhankelijke deel van deze baten ontvangt. Dit risico bedraagt in totaal € 3,0 miljoen. Het traject O3 is nagenoeg afgerond. Dit traject had als doel de kwaliteit en de efficiency van de ondersteunende functies binnen Wellant te verhogen en daar waar mogelijk de kosten te verlagen.
Baten In € 1.000 Rijksbijdragen
werkelijk 2019
Baten In de batenberekening voor de periode 2020-2024 is geen rekening gehouden met loon- en prijscompensatie voor de jaren 2020 en verder. Dit met het oog op de vergelijkbaarheid tussen de verschillende jaren en het feit dat de hoogte en het moment van dergelijke compensatie onzeker zijn. • De totale rijksbijdrage in de periode 2020-2024 daalt in de genoemde periode met € 2,3 miljoen. Dit komt door een leerlingdaling ten opzichte van voorgaande jaren. Bij de berekening van de rijksbijdrage is rekening gehouden met de bekostigingssystematiek voor vmbo (t-1) en mbo (t-2). Ook is voor de jaren 2020 en 2021 rekening gehouden met een vooralsnog eenmalige werving van entreestudenten (+100 studenten). • Als gevolg van groeiambities bij Leven Lang Ontwikkelen is ingeschat dat de baten ‘werk in opdracht van derden’ jaarlijks met € 100.000 toenemen. • Alle overige baten lopen geleidelijk terug als gevolg van de voorspelde leerlingdaling.
begroting 2020
begroting 2021
begroting 2022
begroting 2023
begroting 2024
126.790
122.797
122.843
120.935
123.351
120.503
Overige overheidsbijdragen
368
109
110
110
110
110
Baten werk in opdracht van derden
608
750
850
950
1.050
1.150
Overige baten Totaal
5.666
3.502
3.496
3.472
3.434
3.395
133.432
127.158
127.299
125.467
127.945
125.158
71
7 Continuïteitsparagraaf
Kasstroomoverzicht
Wellantcollege twee keer genomineerd voor de Impactprijs Groen Onderwijs
Lasten In € 1.000
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Overige lasten Totaal Lasten m.b.t. huisvesting In € 1.000 Afschrijving Huisvestingslasten Rentelasten Totaal
72
8.796
8.520
8.515
8.539
8.108
16.309
16.093
15.489
127.904
125.245
werkelijk 2019
2022
2023
2024
16.242
12.663
15.963
9.701
11.857
10.201
-11.407
-11.621
-19.022
-20.513
-6.240
-8.740
4.100
-1.767
5.733
7.233
-2.317
-2.317
19.920
18.087
16.242
12.663
15.963
15.108
werkelijk
begroting
2019
begroting
2020
2021
begroting 2022
begroting
begroting
2023
2024
11.407
11.621
19.022
20.513
6.240
8.740
133.432
127.158
127.299
125.467
127.945
125.158
8,5%
9,1%
14,9%
16,3%
4,9%
7,0%
*Inclusief projectbaten
begroting
11.073
2021 11.444
Percentage
begroting
Afschrijvingen Huisvestingslasten
2020
18.087
Totale omzet *
begroting 91.487
2019
11.554
% totale omzet
begroting 91.226
begroting
19.920
Investeringsbehoefte als
personeelskosten in de komende jaren door een lagere formatie. In de personele lasten is gerekend met een totale daling van € 1,2 miljoen aan loonkosten in 2024 ten opzichte van 2020.
91.818
begroting
8.486
Eindstand liquide middelen
begroting
92.007
begroting
18.741
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
werkelijk
Personeelslasten
begroting
Beginstand liquide middelen
Investeringen
Lasten Er is vanaf 2020 geen rekening gehouden met cao-stijgingen, zodat baten en lasten beter vergelijkbaar blijven tussen de opeenvolgende jaren. Per saldo dalen de
begroting
Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten
De impactprijs Groen Onderwijs is een initiatief van platform GroenPact, voor studenten en leerlingen die tijdens hun studie al bezig zijn met de maatschappelijke uitdagingen van de groene sector. In de categorie vmbo werd het project ‘Biodiversiteit in stoeptuin bij de buren’ genomineerd. In de categorie mbo het project ‘De Watervriendelijke tuin Utrecht Overvecht'. Beide projecten zijn van Wellantcollege Houten.
werkelijk
91.401
90.660
9.401
9.618
9.660
8.683
8.333
8.108
15.523
15.426
15.425
123.344
125.095
124.779
123.853
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2020
2021
2022
2023
2024
11.073
5.979
5.780
6.593
7.130
7.139
8.515
8.539
8.108
8.683
8.333
8.108
966
973
952
949
927
884
20.554
15.491
14.840
16.225
16.390
16.131
Deze daling is het directe gevolg van de dalende leerlingenaantallen. De inzet op externe inhuur voor ziektevervanging en openstaande vacatures is ongeveer 20 fte per jaar. • De afschrijvingskosten laten een forse stijging zien vanaf 2022. Dit komt met name door nieuwbouw van de locaties Dordrecht en Linnaeus. Hierdoor stijgen de totale huisvestingslasten naar 13,4% in 2024. Op basis van de huidige beleidsplannen dalen de afschrijvingen van gebouwen weer vanaf 2029. Door verdere integratie van het aantal mbo-locaties dalen de afschrijvingen in 2021 met € 100.000. • De structurele huisvestingslasten blijven de komende jaren stabiel, met uitzondering van eenmalige sloopkosten in verband met vervanging van oude schoollocaties in de jaren 2020, 2022 en 2023. • De financiële baten en lasten dalen de komende jaren, ondanks dat Wellant een nieuwe lening zal aangegaan voor € 16,5 miljoen. Deze daling is het gevolg van de zeer lage rentestand. • Wellantcollege blijft investeren in ICT en een moderne digitale leeromgeving. Wel kijken we kritisch naar het moment en de omvang van (vervangings-)investeringen, om de kosten zoveel mogelijk mee te laten schalen met de baten.
Kasstroomoverzicht Stichting Wellant heeft een aanvraag lopen voor een vervolgfinanciering (derde lening) schatkistbankieren, om de verschillende huisvestingsplannen te kunnen financieren. Nagenoeg alle panden van Wellant zijn recent getaxeerd door het Rijksvastgoedbedrijf. De volgende huisvestingsplannen zijn aanleiding voor deze financieringsaanvraag:
Praktijkschool/vmbo Amsterdam Locatie Dordrecht Totaal
€ 12,0 miljoen € 24,5 miljoen € 36,5 miljoen
De hoogte van de financieringsaanvraag bedraagt € 16,5 miljoen. De financiering van de locatie Dordrecht was voor een groot deel al in de leningsaanvraag uit 2016 meegenomen. Met de financieringsaanvraag van € 16,5 miljoen is de investeringsagenda t/m 2030 gefinancierd. De minimaal vereiste liquiditeitsratio van 0,5 is met het bedrag van de financieringsaanvraag gewaarborgd. De in zekerheid te verstrekken objecten ten behoeve van de reeds lopende en de aangevraagde lening, hebben voldoende getaxeerde marktwaarde om als onderpand van de totale financiering te voldoen. In de komende jaren stijgt de ratio investeringen ten opzichte van de baten eenmalig tot boven de 15% om daarnaar weer onder de 10% te dalen. Deze stijging heeft te maken met de investeringen in nieuwbouw op twee locaties. Volgens regelgeving dient de continuïteitsparagraaf een horizon te hebben van vijf jaar als de investeringen meer dan 15% van de baten bedragen. Mede daarom is gekozen om de horizon van de continuïteitsparagraaf te verlengen van drie naar vijf jaar. De loan to value-ratio geeft aan in hoeverre het vastgoed is gefinancierd via lang vreemd vermogen. Bij een ratio van 1 is het vastgoed geheel gefinancierd via lang vreemd vermogen. 73
7 Continuïteitsparagraaf
Financieringsbehoefte als
werkelijk
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2019
2020
2021
2022
2023
2024
% totale omzet Nieuwe leningen
5.000
0
7.500
9.000
0
0
Aflossingen op leningen
-900
-1.767
-1.767
-1.767
-2.317
-2.317
Mutatie
4.100
-1.767
5.733
7.233
-2.317
-2.317
Percentage van de omzet
3,1%
-1,4%
4,5%
5,8%
-1,8%
-1,9%
Loan to value
werkelijk
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2019
2020
2021
2022
2023
2024
In % van de boekwaarde
47%
44%
45%
46%
46%
44%
In % van de OZB waarde
38%
Balans In de geprognosticeerde balans is zichtbaar dat de vaste activa de komende jaren toenemen door de investeringen in met name huisvesting. De verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen neemt in de jaren 2021
Activa
31-dec-19
en 2022 af als gevolg van het aangaan van een nieuwe lening, om daarna weer te stijgen doordat er positieve resultaten worden begroot en er afgelost wordt op de langlopende schulden. De liquiditeit blijft boven de signaleringsgrens van OCW.
31-dec-20
31-dec-21
31-dec-22
31-dec-23
31-dec-24
Vaste activa Materiële vaste activa: Gebouwen en terreinen
95.758
98.722
109.286
120.331
116.761
115.562
Inventaris en apparatuur
9.714
9.576
9.513
9.581
9.773
9.932
37
37
37
37
37
37
105.509
108.335
118.836
129.948
126.570
125.530
1
1
1
1
1
1
105.510
108.336
118.837
129.949
126.571
125.531
Overige materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa
Huisvesting Voor de periode 2020-2024 zijn investeringen in huisvesting gepland van € 52 miljoen. Een deel daarvan (€ 36 miljoen) zijn investeringen vanuit het Strategisch Investeringsplan Huisvesting voor de nieuwbouwprojecten (Dordrecht en Linnaeus). Daarnaast zijn er overige huisvestingsuitgaven op nagenoeg alle locaties van € 16 miljoen. Uitgedrukt in een percentage van de baten komen de investeringen in huisvesting voor de komende vijf jaar uit op 8,0% (de afschrijvingen huisvesting bedragen 5,0% van de baten). Onderstaand overzicht geeft een beeld van het totaal aan gebouwoppervlakte in eigendom, huur dan wel bruikleen op de peildatum 31-12-2019. Ten opzichte van voorgaand jaar is de gebouwoppervlakte per leerling afgenomen, met name als gevolg van ingebruikname van een kleinere locatie (vmbo Naarden) en het buiten gebruik stellen van een onderwijslocatie (Rotterdam) die verkocht gaat worden in 2020. Ook zijn de locaties Boelelaan en Delft gesloten, er bestaat geen huurverplichting meer voor deze locaties. De gemiddelde huisvestingskosten exclusief personeel bedragen in 2019 € 113 per vierkante meter (in 2018: € 110). Gecorrigeerd voor waardeverminderingen van locaties bedragen de kosten in 2018 en 2019 respectievelijk € 95 en € 99 per vierkante meter.
Gebouwoppervlakte (m² bruto vloeroppervlakte) Eigendom
Vlottende activa Voorraden
0
0
0
0
0
6.902
5.003
5.003
4.092
4.092
4.092
Liquide middelen
19.920
18.087
16.242
12.663
15.963
15.108
Totaal vlottende activa
26.822
23.090
21.245
16.755
20.055
19.200
132.332
131.425
140.082
146.704
146.626
144.731
31-dec-19
31-dec-20
31-dec-21
31-dec-22
31-dec-23
31-dec-24
Vorderingen
Totaal activa Passiva Eigen vermogen Eigen vermogen
mbo
mbo/ vmbo
vmbo
mavo
ondersteunende diensten
Leegstand
totaal
16.279
27.367
89.589
6.967
-
10.734
150.937
2.073
-
2.263
-
1.923
-
6.259
-
-
-
-
-
-
-
Eindtotaal 2019
18.352
27.367
91.852
6.967
1.923
10.734
157.196
Eindtotaal 2018
19.138
29.303
99.268
6.967
4.913
Huur 0
Belangrijke ontwikkelingen 2020-2024 Binnen Wellant spelen de komende beleidsperiode de volgende belangrijke ontwikkelingen/initiatieven: • vervanging van de bestaande leerlinginformatiesystemen voor zowel vmbo als mbo; • de aanschaf van leermiddelen efficiënter en effectiever organiseren; • uitvoering geven aan en realiseren van de Kwaliteitsagenda 2019-2022; • de leerlingwerving voor zowel vmbo als mbo intensiveren, om te komen tot een stabieler leerlingaantal voor de komende jaren; • implementeren van het werkdrukplan binnen het primaire proces; • optimaliseren van de strategische personeelsplanning om vacatures voor kwalitatief hoogwaardig personeel tijdig in te kunnen blijven vullen; • implementeren van de uitkomsten van het programma O3 ‘Herijking ondersteunende diensten’. Doel van dit programma is om een betere aansluiting te realiseren tussen vraag en aanbod, waardoor de kwaliteit van de dienstverlening stijgt; • op 15 april 2020 hebben de bestuurders van Wellantcollege, Citaverde College en Helicon Opleidingen een intentieverklaring getekend om vanaf 1 januari 2021 samen verder te gaan als unieke blauwgroene onderwijsorganisatie.
Bruikleen
Gebouwoppervlakte per leerlingen per m² (ongewogen) oppervlakte / leerling hoofdgebouw
vmbo 2019
bol + bbl 2019
159.590
vmbo 2018
bol + bbl 2018
10,72
7,55
11,41
8,00
2,46
2,35
2,82
2,31
13,18
9,90
14,23
10,31
58.142
62.704
63.644
66.647
66.070
68.309
Resultaat boekjaar
4.562
940
3.003
-577
2.239
421
Eigen vermogen
62.704
63.644
66.647
66.070
68.309
68.730
3.191
3.111
3.031
2.997
2.997
2.997
Langlopende schulden
44.933
43.167
48.900
55.583
53.267
50.950
oppervlakte / leerling hoofdgebouw
10,72
9,26
11,41
9,71
Kortlopende schulden
21.504
21.504
21.504
22.054
22.054
22.054
opperlakte / leerling overige opstallen
2,46
2,89
2,82
2,81
132.332
131.425
140.082
146.704
146.627
144.731
13,18
12,16
14,23
12,51
Voorzieningen
Totaal passiva 74
oppervlakte / leerling overige opstallen Totaal Gebouwoppervlakte per leerlingen per m² (gewogen)
Totaal
vmbo 2019
bol + bbl 2019
vmbo 2018
bol + bbl 2018
75
7 Continuïteitsparagraaf
Kengetallen Wellantcollege Financiële kengetallen Solvabiliteit 2 per ultimo Rentabiliteit Liquiditeit (current ratio)
Figuur 1: Kwaliteitszorgcycles Wellantcollege
werkelijk
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2019
2020
2021
2022
2023
2024
49,8%
50,8%
49,7%
47,1%
48,6%
49,6%
3,4%
1,0%
2,4%
0,0%
1,9%
0,3%
1,25
1,07
0,99
0,76
0,91
0,87
Doorlopend werkoverleg
Meerjarenbegroting
dec
Budget
Solvabiliteit Uitgaande van bovenstaande blijft de solvabiliteit de komende vijf jaar binnen de signaleringsgrenzen (<30%) van OCW. Rentabiliteit Voor de jaren 2020-2024 is positief begroot, met uitzondering van het jaar 2022. Voor de rentabiliteit geldt dat er voldaan wordt aan de driejaarssignaleringsgrens (<0). De doelstelling voor de rentabiliteit voor de komende jaren is +0,5%, exclusief eenmalige baten en lasten, zoals sloopkosten van gebouwen en impairment. Er is gekozen voor een temporisering van het investeringsprogramma, zodat de kosten voor huisvesting en ICT relatief gezien niet stijgen de komende jaren, maar meeschalen met de ontwikkeling van het verwachte aantal leerlingen. Binnen Wellantcollege kijken we in 2020 en verder naar de profilering van de organisatie, door middel van evaluatie van opleidingen in combinatie met locatieomvang. Dit zal leiden tot een aantal maatregelen om deze afstemming te optimaliseren. Liquiditeit De liquiditeitsratio blijft de komende jaren binnen de signaleringsgrens van OCW (0,5). Er loopt een aanvraag voor een nieuwe financiering (€ 16,5 miljoen) in verband met twee huisvestingsprojecten voor de locaties Dordrecht en Linnaeus. Deze nieuwe lening is in onderstaande kengetallen verdisconteerd. Toelichting verwachte impact COVID-19 De COVID-19-uitbraak heeft zich voorgedaan na 31 december 2019. Er is echter geen reden aan te nemen dat COVID-19 zorgt voor relevante nieuwe informatie waardoor verwachtingen over de toekomst zijn beïnvloed. Er worden enkele risico’s onderkend, maar vooralsnog wordt geen blijvende materiële impact verwacht voor de komende jaren. Door het geven van onderwijs via afstandsleren bestaat het risico op oplopend ziekteverzuim, ook al is het causale verband naar COVID-19 lastig te leggen. 76
feb
nov
De stijging is momenteel nog beperkt en er is veel aandacht voor begeleiding en facilitering van het personeel om uitval en noodzakelijke vervanging te voorkomen. T-gesprek
Tevens is er aandacht voor het kunnen blijven voldoen aan de richtlijnen rondom aan- en aanwezigheidsregistratie en het tekenen van onderwijsovereenkomsten. Hiervoor zijn nieuwe procedures afgesproken. Overeenkomsten worden zoveel mogelijk elektronisch ondertekend.
Zelfevaluatie locatie/team
jan
Om het jaar: · Planningsgesprek · Functioneringsgesprek
okt
T-gesprek
mrt
Planning & control kwaliteitszorgcyclus
sep
Kaderbrief / Financiële formatiekaders Beoordelingsplan Externe verantwoording
apr
mei
Locatie- teamplan + scholingsplan
Financiële budgetkaders Werkverdelingsbeleid
aug
jun jul
T-gesprek
Geïntegreerd jaardocument
Daarnaast bestaat er kans op minder instroom van bblstudenten en activiteiten in het kader van Leven Lang ontwikkelen. Op de daling van instroom en eventuele activiteiten Leven Lang Ontwikkelen wordt tijdig geanticipeerd in het formatieplanningsproces.
Risicomanagement binnen Wellantcollege Intern risicobeheersings- en controlesysteem Risicomanagement levert een wezenlijke bijdrage aan het in control zijn van een organisatie. Risicomanagement is het continu en systematisch doorlopen van de organisatie en haar activiteiten op risico’s, om op basis hiervan bewust risico’s te nemen, de kans op risico’s te verkleinen of de gevolgen ervan te beperken. Door structureel aandacht te hebben voor in- en externe omstandigheden kunnen we risico’s vroegtijdig signaleren en beoordelen. Ook kunnen we vervolgens mitigerende maatregelen nemen. Binnen het onderwijs zijn diverse terreinen waarop onderwijsinstellingen risico’s kunnen lopen. Denk daarbij aan strategische, financiële, operationele en compliance risico’s. Dergelijke risico’s kunnen we beheersen met een intern risicobeheersings- en controlesysteem. Een aantal belangrijke instrumenten die Wellant binnen dit systeem hanteert zijn: • planning & control-cyclus; inclusief verantwoordingsen stuurinformatie en bijbehorende kengetallen; • kwaliteitszorgcyclus; op basis van het instellingsplan worden locatie- en teamplannen opgesteld. Daaronder ligt een monitoringsysteem van periodieke zelfevaluatie;
• integrale jaarkalender. Deze kalender bevat de tijdlijnen voor de planning & control-cyclus, de verantwoordingscyclus, de kwaliteitszorgcyclus en de gesprekkencyclus. • meerjarenbegroting; bevat scenario’s op basis van leerling- en studentprognoses. • Sturingsdocument 2019-2023; • strategische personeelsplanning; • Strategisch Investeringsplan Huisvesting (SIPH); • interne audits; • Kwaliteitsagenda mbo 2019-2022.
Gerealiseerde verbeteringen in het risicobeheersings- en controlesysteem Wellant is voortdurend bezig met het verbeteren van de sturing van de organisatie en het vergroten van de kwaliteit van het risicobeheersings- en controlesysteem.
Overzicht belangrijkste risico’s Hieronder geven we een overzicht van de belangrijkste risico’s die het behalen van de strategische en financiële doelstellingen van Wellantcollege kunnen beïnvloeden. Daaraan gekoppeld zijn de mogelijke oorzaken en gevolgen van de benoemde risico’s. De risico’s in figuur 2 zijn verdeeld in drie categorieën: strategisch, financieel en operationeel, waarbij we voor Wellantcollege in totaal zes (hoofd)risico’s onderscheiden. Vervolgens is een inschatting gemaakt van de potentiële impact en de belangrijkste beheersmaatregelen, bedoeld om de kans en/of impact van het risico te beperken. Na de te nemen maatregelen resteert het netto-risico. 77
7 Continuïteitsparagraaf
Figuur 2: Belangrijkste risico’s (inclusief oorzaken, gevolgen, impact, maatregelen en netto-risico) Nr
Categorie
Risico
Mogelijke oorzaken
Mogelijke gevolgen
Impact
Maatregelen
Netto-risico
1
Strategisch
Strategie 2015-2020 onvoldoende gerealiseerd
- Geen integrale werkwijze locaties Wellant - Gebrek aan draagvlak en eigenaarschap - Onvoldoende eenduidige strategie/visie
- Gebrek aan samenhang en synergie - Onvrede onder medewerkers - Kwaliteit onderwijs loopt terug
Middel
- P eriodieke monitoring op verschillende KSF’en in de PDCA-cylcus - I ntensieve samenwerking door creëren van één onderwijsdirectie -V erder uniformeren van processen binnen Wellant
Laag
2
Strategisch
Dalende leerlingen/ studenten aantallen
- Demografische ontwikkeling - Concurrentie - Opleidingsaanbod sluit onvoldoende aan op arbeidsmarkt - Negatieve berichtgeving rondom Wellant
- Teruglopende inkomsten - Dreigende overcapaciteit op het gebied van huisvesting en personeel
Hoog
-A ctievere leerlingwerving, o.a. door betere profilering en gebruik social media -H erijking profilering Wellant door middel herschikking van opleidingsaanbod en locatiekeuzes - S trakke sturing op formatiemanagement en formatieplanning - F lexibele schil in stand houden; met oog voor effecten van de WAB
Middel
3
Strategisch
Afnemende kwaliteit onderwijs
- Onvoldoende kwalitatief goed personeel - Onvoldoende gekwalificeerd personeel, agv het lerarentekort - Portfolio opleidingen sluit onvoldoende aan op arbeidsmarkt
- Imagoschade - Onvrede onder leerlingen - Dalende leerlingen/ studenten aantallen
Hoog
- Hanteren kwaliteitszorgcyclus (PDCA-systematiek) -G ebruik maken van periodieke zelfevaluaties binnen teams en organisatie-onderdelen -G ericht inzetten van professionaliseringsprogramma’s -H erijking profilering Wellant door middel herschikking van opleidingsaanbod en locatiekeuzes - I nzet op kwaliteitsverbeteringen vanuit Kwaliteitsagenda
Middel
4
Financieel
Druk op financiële huishouding
- Dalende leerlingen/studenten aantallen - Gewijzigde financieringssystematiek LWOO - Vereenvoudiging bekostiging VO
- Investeringsmogelijkheden lopen terug - Financiele stabiliteit neemt mogelijk af - Onzekerheid over exacte toekomstige baten
Middel
- Locatiebenchmarks op basis van financiële (ken)getallen -A ctievere leerlingwerving, o.a. door betere profilering en gebruik social media - I ntensiveren monitoring en sturing op begroting en forecast -V ersterken positie in de regio (samenwerking gemeente en bedrijfsleven) -M onitoren maxima voor huisvesting- en ICT-kosten als % van de baten -B usiness case denken bevorderen bij investeringsbeslissingen
Laag
5
Operationeel
Cybersecurity en privacy
- Privacywetgeving en gegevensbescherming (AVG) - Ontbrekende visie op cybersecurity - Ontbreken van back-up en recoveryplan
- Cybercrime: boetes en imagoschade - Verlies van cruciale bedrijfsgegevens - Verstoring van onderwijsen ondersteunende processen
Hoog
- S tructurele aandacht voor deze thema’s in het Strategisch Informatie Overleg (SIO) -U itvoeren van IT audit op applicaties om beheersmaatregelen te testen -D eelnemen aan benchmark IBPE voor het MBO
Middel
6
Operationeel
Onvoldoende kwalitatief goed personeel
- Vergrijzing van het personeelsbestand - Krapte op de arbeidsmarkt (schaarstevakken) - Ziekteverzuim en verloop - Onvoldoende aandacht voor de professionele ontwikkeling van het personeel
- Toenemende werkdruk - Onvrede onder medewerkers en leerlingen - Concurrentie op arbeidsvoorwaardern tussen instellingen - Kwaliteit onderwijs komt onder druk - Imagoschade
Hoog
- Gezamenlijk opstellen en tot uitvoer brengen van werkdrukplannen - Periodieke gesprekkencyclus binnen Wellant - Strategische personeelsplanning als instrument verder ontwikkelen - Het hanteren van een formatieplanningsproces - Scholings- en professionaliseringsplannen - Aanpak preventie van ziekteverzuim
Hoog
78
79
7 Continuïteitsparagraaf
In 2019 hebben we op dit vlak onder andere het volgende gedaan: • Verbeteren periodieke rapportage en verantwoording. De werkwijze rondom de periodieke directiegesprekken is verder aangescherpt in het afgelopen jaar. Daarnaast zijn tijdens het budgetproces de schoolleiders en opleidingsmanagers veel directer betrokken geweest. Op deze manier is de kwaliteit en herkenbaarheid van het budget verder vergroot. • Wellant Groeit! Wellant heeft gericht ingezet op het vergroten van de zichtbaarheid en naamsbekendheid van een aantal locaties. Dit heeft direct geresulteerd in een verbeterende instroom van leerlingen voor het schooljaar 2019-2020. • Verbetering ondersteuning onderwijs. In 2019 is verder ingezet op het creëren van een wendbare en kwalitatief hoogstaande ondersteuning van het onderwijs, waarbij deze diensten ook zo goed mogelijk aansluiten op de vraag vanuit onderwijs.Projectcontrol. Er is ingezet op een kwalitatieve verbetering van de projectsturing en projectbeheersing binnen Wellantcollege. Op deze manier krijgen we meer grip op het behalen van de projectdoelen, de financiële sturing en de verantwoording hierover. • IT-audit. Er is een IT-audit op de financiële kernsystemen uitgevoerd. Voornemens voor de komende periode Ook in 2020 zet Wellant in op het verder verbeteren van het risicobeheersings- en controlesysteem. Thema’s die daarbij aandacht krijgen, zijn: • We blijven extra aandacht besteden aan voorlichting om daarmee de huidige leerlingenaantallen zoveel mogelijk vast te houden; • We werken aan een informatieplan en -beleid, omdat het van groot belang is dat een organisatie als Wellantcollege goed omgaat met data, ook in het kader van bijvoorbeeld de AVG; • We blijven investeren in het versterken van de
80
kwaliteitscultuur binnen de organisatie, waarbij (als het goede voorbeeld) in 2019 is gestart met een programma gericht op bestuur en directie, dat nu gericht wordt op de ontwikkeling van de kwaliteitscultuur binnen teams. Toelichting risico-beheersing COVID-19 Wellant schat de financiële impact van COVID-19 vooralsnog als beperkt in, alhoewel de uiteindelijke impact momenteel moeilijk in te schatten is. Wel worden een aantal risico’s onderkend waar passende maatregelen op getroffen worden om deze risico’s tot een minimum te beperken. Medewerkers voeren hun werk momenteel anders en voornamelijk op een andere plek uit dan voor de COVID-19-uitbraak. Wellant onderkent dat dit een situatie is waaraan risico’s verbonden zijn, zoals een oplopend ziekteverzuim met als gevolg hogere vervangingskosten. Medewerkers worden zo maximaal mogelijk gefaciliteerd en begeleid om hun werk in goede gezondheid te kunnen blijven uitvoeren. Het afstandsleren zorgt ervoor dat er minder zicht is op leerlingen en studenten. Om te kunnen blijven voldoen aan de bekostigingsvoorwaarden is er een protocol opgesteld voor registratie van aan- en afwezigheid. Overeenkomsten worden zoveel mogelijk digitaal ondertekend. Het risico bestaat dat de instroom voor specifieke bbl-opleidingen en private activiteiten in het kader van Leven Lang Leren onder druk komen te staan. Hier wordt in het formatieplanningsproces zoveel mogelijk tijdig op geanticipeerd voor wat betreft het aannamebeleid. Tevens wordt getracht door gerichte wervingsacties de effecten tot een minimum te beperken.
81
8 Bericht raad van toezicht
Bericht raad van toezicht
82
8
Wellant welbewust beter. In 2019 is in de hele organisatie gewerkt aan verbetering. Zowel in het onderwijs als in de ondersteuning zijn flinke stappen vooruitgezet naar een mooie toekomst op de korte én de langere termijn. Op de korte én de langere termijn. Ook voor de raad van toezicht was 2019 een jaar een om samen met het college van bestuur vooruit te kijken. Toezicht en advies In het afgelopen jaar is de toekomst van Wellantcollege regelmatig aan bod gekomen in onze gesprekken met het college van bestuur. Centraal stond de vraag hoe Wellantcollege zich kan positioneren als een waardevolle, innovatieve en aantrekkelijke onderwijsorganisatie. Niet alleen voor leerlingen en studenten, maar ook voor het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en de politiek. Tijdens deze gesprekken bleek dat samenwerking met andere onderwijsinstellingen hiervoor randvoorwaardelijk is. Alleen dan kunnen we voldoende volume in mensen en middelen creëren om een stevige basis te hebben voor innovatie en kwaliteitsverbetering. We zijn dan ook blij dat we sinds het najaar van 2019 in gesprek zijn met Helicon Opleidingen over een intensieve samenwerking. Wellantcollege en Helicon Opleidingen sluiten wat betreft opleidingsportfolio en profiel goed op elkaar aan. In het voorjaar van 2020 heeft een derde partij zich bij ons gevoegd, Citaverde College, die met name op het gebied van Leven Lang Ontwikkelen de nodige expertise met zich meebrengt. Inmiddels hebben Helicon Opleidingen, Citaverde College en Wellantcollege concrete plannen voor een fusie. Langs deze weg spreken wij het vertrouwen uit in deze samenwerking en in de nieuw te vormen onderwijsorganisatie in 2021. Vanuit onze toezichtsrol bespraken we in de vergaderingen met het college van bestuur de in de statuten en het bestuursreglement vastgelegde onderwerpen. In dat kader zijn in het bijzijn van de accountant, het Geïntegreerd Jaarverslag 2018 en het Accountantsverslag 2018 besproken. Ook kwamen aan de orde de Meerjarenbegroting 2019-2021 en de Begroting 2020. Daarnaast hebben we aandacht besteed aan de financiële tertiaalrapportages en diverse huisvestingszaken.
Onze adviesrol kwam vooral tot uitdrukking in de diverse gesprekken met het college van bestuur over het toekomstperspectief en de strategie van Wellant, de voorbereiding van het vierjaarlijks onderzoek van de onderwijsinspectie en de voortgang van de efficiencyverbetering in de ondersteunende processen. Verder bespreken we iedere vergadering actuele ontwikkelingen, zoals lopende huisvestingszaken en de politiek-maatschappelijke ontwikkelingen rondom het groene onderwijs. De raad van toezicht heeft verschillende commissies waarin onderwerpen verder worden uitgediept. In die commissies kunnen we met het college van bestuur van gedachten wisselen over achterliggende zaken. Bij deze commissievergaderingen zijn ook regelmatig leden van het management van Wellantcollege aanwezig. Daardoor krijgen we een breder beeld van wat er speelt in de organisatie en hoe het management daarop stuurt. In 2019 is in de auditcommissie specifiek ingegaan op de voorgenomen nieuwbouw voor Amsterdam Linnaeus met de bijbehorende financiering. Aan de hand van de tertiaalrapportages kon de auditcommissie de financiële positie van Wellant goed volgen. Door bespreking van de Benchmark mbo van de MBO Raad konden we een goede vergelijking met andere mbo-instellingen maken. In de commissie is ook de risicorapportage regelmatig besproken en is de opdracht voor de Due Diligence met Helicon Opleidingen onderwerp van gesprek geweest. In de commissie onderwijskwaliteit & HRM hebben we vooral aandacht besteed aan de kwaliteit van het onderwijs en de voorbereiding van het vierjaarlijkse onderzoek van de onderwijsinspectie naar de Staat van de Instelling. Ook de PDCA-cyclus en de risico-inventarisaties voor zowel vmbo als mbo waren onderwerp van het gesprek. 83
8 Bericht raad van toezicht
Zelfevaluatie en professionalisering In het voorjaar 2019 hebben we een zelfevaluatie uitgevoerd waarin de onderlinge samenwerking en de samenwerking met het college van bestuur centraal stond. Deze zelfevaluatie is voorbereid en begeleid door een extern bureau. Naar aanleiding hiervan hebben we intern afspraken gemaakt over de invulling van onze rollen. Ook hebben we met het college van bestuur gesproken over de samenwerking en interactie tussen raad van toezicht en college van bestuur. Gezamenlijk is geconstateerd dat transparantie en het voeren van ‘het goede gesprek’ de basis vormen voor een effectief samenspel. Eind 2019 hebben we geëvalueerd of de gemaakte afspraken in de praktijk voldoende tot hun recht komen. Dit bleek het geval. Ook kunnen we constateren dat de zelfevaluatie heeft bijgedragen aan de effectiviteit van de raad van toezicht als geheel. Governance Voor de uitoefening van onze taken volgen we de Branchecode goed bestuur in het mbo. Daarnaast vormt het intern opgestelde Toezichtkader (zie wellant.nl/over-wellant -> raad van toezicht) uitgangspunt voor onze werkzaamheden. Verder zijn de uitkomsten van het medewerkerstevredenheidsonderzoek in de commissie toegelicht en besproken en is het HRD-programma, met als actuele aandachtspunten de werkdruk en de kwaliteitscultuur, uitgebreid aan de orde geweest.
Werkgeversrol De remuneratiecommissie voert jaarlijks functioneringsgesprekken met de leden van het college van bestuur. Ook in 2019 was dat het geval. Naast individuele gesprekken vindt ook telkens een gesprek plaats met beide leden samen. Daarin staat vooral de onderlinge samenwerking en de effectiviteit van het college als geheel centraal. De raad van toezicht volgt bij de beloning van het college van bestuur de Wet Normering Topinkomens. Contact met de organisatie Een jaarlijks terugkerende activiteit van de raad van toezicht is de medezeggenschapsconferentie. Daarvoor nodigen we het college van bestuur en alle centrale medezeggenschapsorganen van Wellantcollege uit. Naast het formele programma biedt de conferentie ook ruimte voor informele gesprekken. Voor het schooljaar 2019-2020 is gekozen om de medezeggenschapsconferentie te houden in februari 2020. Tijdens de conferentie is met ouders, studenten en medewerkers gesproken 84
Platform raden van toezicht De MBO Raad organiseert het Platform raden van toezicht. Wij volgen de ontwikkelingen binnen dit Platform en zijn zo mogelijk bij bijeenkomsten aanwezig. Tot slot Wellantcollege heeft in 2019 flinke stappen gezet naar een mooie toekomst. Als raad van toezicht zijn we blij dat we daaraan hebben kunnen bijdragen. Maar onze toekomst wordt vooral gemaakt door de medewerkers, leerlingen en studenten van Wellantcollege. Wij danken iedereen dan ook voor zijn inzet en inspanningen in 2019. De raad van toezicht, dhr. drs. W. Smink (voorzitter, per 1 januari 2020) dhr. prof. dr. A. Klamer (voorzitter, afgetreden per 1 januari 2020) mw. mr. R.M. Bergkamp (vicevoorzitter) mw. dr. H.H.M. Scholtes MMC mw. drs. H.K. Sluiter MEM dhr. ing. D.C.A. Oosthoek MGM
over het thema strategie en samenwerking. Alle aanwezigen reageerden positief op de toekomstplannen van Wellantcollege. Daarnaast zijn we aanwezig geweest bij vergaderingen van de ondernemingsraad, de centrale ouderraad en de centrale studentenraad. Door bovenstaande activiteiten kan de raad van toezicht zich een goed beeld vormen van wat er binnen Wellantcollege leeft en speelt.
Samenstelling raad van toezicht In april 2019 is mevrouw Van Wijngaarden afgetreden omdat haar laatste benoemingstermijn afliep. We hebben geen vacature uitgezet, omdat al in 2018 in haar opvolging was voorzien. Eind 2019 heeft Arjo Klamer aangegeven dat hij niet langer beschikbaar kan zijn als voorzitter van de raad van toezicht, vanwege zijn andere werkzaamheden bij onder andere de Erasmus Universiteit. In 2020 zal het voorzitterschap in verband met de samenwerking met Citaverde College en Helicon Opleidingen naar verwachting een te groot tijdsbeslag gaan vragen om dit goed te kunnen combineren. Per 1 januari 2020 hebben we uit ons midden Willem Smink als nieuwe voorzitter benoemd. Hij is sinds april 2018 lid van de raad van toezicht van Wellant. Wij bedanken Arjo Klamer voor de wijze waarop hij het voorzitterschap de afgelopen jaren heeft ingevuld. 85
9 Jaarrekening 2019
Balans per 31 december 2019 (na bestemming van het resultaat over 2019) 1
Activa (alle bedragen x € 1.000)
31-12-2019
31-12-2018
Vaste activa
Jaarrekening 2019
1.2
Materiële vaste activa
1.3
Financiële vaste activa
105.509
Totaal vaste activa
103.083
1
1
105.510
103.084
Vlottende activa 1.5
Vorderingen
6.902
2.976
1.7
Liquide middelen
19.920
18.737
Totaal vlottende activa
26.822
21.717
132.332
124.801
Totaal activa 2
Passiva 2.1
Eigen vermogen
2.2
Voorzieningen
2.3 2.4
31-12-2019
31-12-2018
62.704
58.142
3.191
3.183
Langlopende schulden
44.933
41.700
Kortlopende schulden
21.504
21.776
132.332
124.801
realisatie
begroting
realisatie
2019
2019
2018
Totaal passiva
Staat van baten en lasten over 2019 3
9
Baten 3.1
Rijksbijdragen
126.790
118.317
123.657
3.2
Overige overheidsbijdragen
368
190
361
3.4
Baten werk in opdracht van derden
608
500
502
3.5
Overige baten
5.666
3.094
3.901
Totaal baten
133.432
122.101
128.421
realisatie
begroting
realisatie
4
Lasten
2019
2019
2018
4.1
Personeelslasten
92.007
86.905
90.067
4.2
Afschrijvingen
11.073
8.924
10.930
4.3
Huisvestingslasten
8.515
8.180
8.631
4.4
Overige lasten Totaal Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten Resultaat
6
Belastingen Resultaat na belastingen
16.309
15.858
15.837
127.904
119.867
125.465
5.528
2.234
2.956
-966
-966
-944
4.562
1.268
2.012
-
-
-
4.562
1.268
2.012
87
9 Jaarrekening 2019
Kasstroomoverzicht over 2019 (alle bedragen x € 1.000) Saldo baten en lasten
2019 5.528
2018
Gecorrigeerd voor: * Afschrijvingen
11.073
10.930
* Boekwinst
-2.091
-
8
192
14.518
14.078
-3.926
8
-749
-214
* Mutatie voorzieningen Totaal gecorrigeerde baten en lasten Mutaties werkkapitaal * Vorderingen * Kortlopende schulden Totaal mutaties werkkapitaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen intrest
-4.675
-206
9.843
13.872
-
-
-962
-946
-
-
-962
-946
8.881
12.926
-14.369
-10.310
2.567
-
-11.802
-10.310
5.000
5.000
-900
-900
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
4.100
4.100
Mutatie liquide middelen
1.179
6.716
Beginstand liquide middelen
18.741
12.025
Mutatie liquide middelen
1.179
6.716
19.920
18.741
Betaalde intrest Belastingen Kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen materiële vaste activa Desïnvesteringen materiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden
Eindstand liquide middelen
Waarderingsgrondslagen
2.956
Onderstaande waarderingsgrondslagen zijn van toepassing op de jaarrekening.
Algemeen De activiteiten van het agragrisch opleidingencentrum Stichting Wellant zijn gericht op het geven van onderwijs aan leerlingen in een groene leeromgeving door kennis te delen en toe te passen. Ons doel is leerlingen goed voor te bereiden op het leven en werken in onze maatschappij. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de "regeling Jaarverslaggeving Onderwijs". In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving ( in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. In deze jaarrekening worden de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht gepresenteerd in euro's * 1.000. De toelichting op posten binnen deze opstellingen worden gepresenteerd in euro's. De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en
88
veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Materiële vaste activa De gebouwen en terreinen, inventaris en apparatuur, andere vaste bedrijfsmiddelen, vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen hierop worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de verwachte economische levensduur. Op terreinen (met uitzondering van geactiveerde erfpacht), materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen hierop wordt niet afgeschreven. De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn als volgt:
Gebouwen
6,12,18,24 en 30 jaar op basis van de componentenmethode:
Casco
30 jaar
dakbedekking, plafonds, dekvloeren
24 jaar
werktuigbouwkundige installaties
18-30 jaar
liftinstallaties
18 jaar
elektrische installaties
24-30 jaar
binnenwerk
12 jaar
glas- en schilderwerk
6 jaar
Inventaris en apparatuur
tusen 3 en 20 jaar
Andere vaste bedrijfsmiddelen
5 jaar
Onderhoudsuitgaven worden geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. Investeringen > € 1.000,- komen in aanmerking voor activering (voor fungibele investeringen ligt de grens bij € 450,-). Indien voor een materieel vast actief sprake is van kosten die samenhangen met verplichtingen inzake de ontmanteling en verwijdering van het actief en het herstel van het terrein waar het actief zich bevindt (herstelkosten), en deze verplichting wordt veroorzaakt door 89
9 Jaarrekening 2019
het neerzetten van het actief, worden de kosten noodzakelijk voor de afwikkeling van de verplichting verwerkt als onderdeel van de boekwaarde van het actief. Investeringssubsidies worden zichtbaar in mindering gebracht op de materiële vaste activa (netto methode).
Financiële vaste activa De overige financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Verbonden partijen Er is geen sprake van verbonden partijen. Wellantcolege neemt deel in diverse samenwerkingsverbanden. In geen enkel samenwerkingsverband is sprake van beslissende zeggenschap. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Van vaste activa met een lange levensduur wordt periodiek beoordeeld of sprake is van mogelijke bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de toekomstige nettokasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte toekomstige kasstroom, wordt een bedrag voor impairment ten laste van het resultaat geboekt voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde van het actief. Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere actuele waarde, onder aftrek van verkoopkosten.
Voorraden De voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, eventueel onder aftrek van een voorziening voor incourantie. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten bij Stichting Wellant vorderingen, liquide middelen en langlopende en kortlopende schulden. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, inclusief direct toerekenbare transactiekosten. Na de eerste opname worden financiële instrumenten gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien er geen sprake is van agio of disagio en direct toerekenbare transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk 90
aan de nominale waarde. Op vorderingen wordt een noodzakelijke geachte voorziening getroffen voor risico van oninbaarheid.
Vorderingen Voor de waardering van vorderingen wordt verwezen naar de paragraaf inzake financiële instrumenten. Liquide middelen De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Liquide middelen die niet ter directe beschikking staan worden verwerkt onder de vorderingen. Liquide middelen die gedurende langer dan 12 maanden niet ter directe beschikking staan van de groep worden verwerkt onder de financiële vaste activa. Eigen vermogen Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves, de bestemmingsreserves en de bestemmingsfondsen gepresenteerd. De algemene reserve bestaat uit de reserves die ter vrije beschikking staan van het College van Bestuur.Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid door de organisatie is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. Indien de beperktere bestedingsmogelijkheid door derden is aangebracht, dan wordt dit deel aangemerkt als bestemmingsfonds. Voorts is binnen het eigen vermogen een onderscheid gemaakt naar publieke en private middelen. Voorzieningen Een voorziening in verband met verplichtingen als bedoeld in artikel 2:374 lid 1, eerste volzin BW wordt uitsluitend opgenomen indien op de balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. de rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk); b. het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is; c. en er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting. Onder de voorzieningen worden de personele voorzieningen gepresenteerd. Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat van baten en lasten. Uitgaven vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorzieningen. De voorzieningen reorganisatie, transitievergoedingen en Ziektewet zijn opgenomen tegen de nominale waarde. De voorzieningen wachtgeld, onderwijsjubileum, WGA en seniorenregeling zijn opgenomen tegen contante waarde.
Langlopende schulden Schulden met een resterende looptijd van meer dan een jaar worden aangeduid als langlopend. Het aflossingsbedrag van het lopende jaar wordt onder de kortlopende schulden opgenomen. Voor de waardering van langlopende schulden wordt verwezen naar de paragraaf inzake financiële instrumenten. Kortlopende schulden Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste een jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa, indien hiertoe geen contractueel recht en geen voornemen tot saldering bestaat. Voor de waardering van kortlopende schulden wordt verwezen naar de paragraaf inzake financiële instrumenten. Overlopende passiva betreffen vooruitontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen terzake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding. Personeelsbeloningen/pensioenen Voor de medewerkers van de organisatie is een pensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegde pensioenregeling. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP) en wordt overeenkomstig de in de RJ aangereikte vereenvoudiging in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. De risico's van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risicio's komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening. Informatie over eventuele tekorten en de gevolgen hiervan voor de pensioenpremies in de toekomstige jaren is niet beschikbaar. De dekkingsgraad van het pensioenfonds per 31 december 2019 bedraagt 98% (ultimo 2018: 97%). Op 31 december 2019 was de beleidsdekkingsgraad 95,8% (ultimo 2018: 103,8%)
Resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichtewerkzaamheden als baten verantwoord. Het niet bestede gedeelte wordt op de balans gepassiveerd. Belastingen Belastingen omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. De belastingen worden in de staat van baten en lasten opgenomen. De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar, berekend aan de hand van belasting tarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe materieel al op verslagdatum is besloten, en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting. Voor latente belastingen wordt een voorziening getroffen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten. Er wordt uitsluitend een actieve belastinglatentie opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van het tijdelijke verschil kunnen worden aangewend. Actieve belastinglatenties worden per iedere verslagdatum herzien en verlaagd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd.
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
91
9 Jaarrekening 2019
Toelichting behorende tot de jaarrekening over 2019 1
Activa
1.2.1
1.2.2
1.2.3
1.2.4
Totaal
Vaste activa 1.2
Gebouwen en terreinen
Inventaris en apparatuur
Andere vaste bedrijfsmiddelen
In uitvoering en vooruitbetalingen
204.916.034
38.912.868
564.569
9.229.480
253.622.950
-6.835.114
-680.939
-
-
-7.516.053
Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen
-114.736.439
-27.790.156
-497.116
-
-143.023.711
Boekwaarde
83.344.481
10.441.773
67.454
9.229.480
103.083.186
Materiële vaste activa
Stand per 1 januari 2019: Aanschafprijs Investeringsubsidies
Tot zekerheid voor de voldoening van de geldlening van het ministerie van Financiën, is het recht van eerste hypotheek verleend tot een bedrag van € 53 miljoen, per ultimo 2019 groot € 46,7 miljoen, op een aantal percelen grond met opstallen en verder toebehoren. Het betreft de locaties Aalsmeer (Linnaeuslaan, 1e JC Mensinglaan en Zwarteweg), Alphen aan den Rijn, Amersfoort, Amsterdam Sloten, Boskoop, Den Haag Westvliet, Den Haag Madestein, Montfoort, Oegstgeest, Rijnsburg, Rijswijk en Utrecht. De OZB-waarde van de gebouwen en terreinen is € 117.446.000 (peildatum 1 januari 2018).
1.3
Mutaties in de boekwaarde: Investeringen
afmaken, maar er vindt na komend schooljaar op het mbo geen instroom meer plaats, waardoor er over vier jaar geen mbo-studenten meer zijn in Gouda. Dit sterk teruglopende aantal studenten betekent dat er niet voldoende dekking is om de huidige huisvestingskosten van de locatie te dekken. Dit leidt tot een bedrijfswaarde die duurzaam lager is dan de boekwaarde, wat leidt tot een afwaardering van € 1,1 miljoen in 2019. De panden zijn gewaardeerd tegen bedrijfswaarde met een disconteringsvoet van 3,5%.
Financiële vaste activa
Boekwaarde 01-01-2019
Ontvangen uitkeringen 2019
Desinvesteringen 2019
Resultaat 2019
Boekwaarde 31-12-2019
-
-
-
13.974.329
13.974.329
14.405.180
2.034.283
-
-16.439.463
-
-476.017
-
-
-
-476.017
Afschrijvingen
-6.380.197
-2.762.259
-30.293
-
-9.172.749
Bijzondere waardeverminderingen
-1.900.000
-
-
-
-1.900.000
Het bedrag onder 1.3.2. bestaat uit een ledenkapitaal in Cooperatieve Bloemenveiling FloraHolland U.A ad € 1.165.
Saldo
5.648.966
-727.976
-30.293
-2.465.134
2.425.563
In 2019 hebben geen bijschrijvingen plaatsgevonden.
215.909.121
40.461.400
537.458
6.764.346
263.672.325
-6.835.114
-680.939
-
-
-7.516.053
-120.080.561
-30.066.665
-500.297
-
-150.647.523
88.993.446
9.713.796
37.161
6.764.346
105.508.749
Ingebruikname Desinvesteringen
1.3.2
Andere deelneming
1.165
-
-
-
1.165
1.165
-
-
-
1.165
Stand per 31 december 2019: Aanschafprijs Investeringsubsidies Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde
De egalisatierekening investeringsubsidies is als negatieve post geclassificeerd onder de materiële vaste activa. In 2019 zijn voor een bedrag ad € 14,4 miljoen investeringen in gebruik genomen met betrekking tot huisvesting. Het betreft met name de oplevering van de nieuwbouw op de locatie Naarden ad € 8,9 miljoen en een interne verbouwing van een huurpand in Rotterdam ten behoeve van mbo onderwijs ad v2,1 miljoen. Voorts is er voor een bedrag ad € 1,6 miljoen groot onderhoud geactiveerd. Voor een majeur nieuwbouwproject zijn onder de post 1.2.4 investeringen in uitvoering opgenomen. Het betreft de locatie Dordrecht voor vmbo en mbo onderwijs ad € 6,2 miljoen (totaal project is € 25,0 miljoen, looptijd tot zomer 2022). De eerste oplevering voor het mbo vindt plaats in de zomer van 2020. 92
In 2019 is een bedrag opgenomen ad € 1,9 miljoen aan bijzondere waardeverminderingen van activa. Het betreft waardeverminderingen op de locaties Naarden (€ 0,8 miljoen) en Gouda (€ 1,1 miljoen). Voor de waardevermindering op de locatie Naarden bestaat er een dekking door de verkoop van een perceel grond in Naarden ad € 1,8 miljoen. De boekwinst kan conform de richtlijnen van de jaarverslaggeving niet in mindering worden gebracht op de boekwaarde van de nieuwe locatie bij het bepalen van de bedrijfswaarde. Zonder rekening te houden met deze verkoop, is de bedrijfswaarde van deze nieuwe locatie lager dan de huidige boekwaarde. Daarom heeft in 2019 voor de nieuwe locatie een afwaardering plaatsgevonden van € 0,8 miljoen, waar tegenover een dekking staat (onder de overige baten) ad € 1,8 miljoen. Op de locatie Gouda wordt het mbo afgebouwd. Er wordt nog geworven voor komend schooljaar. Deze cohorten kunnen hun opleiding daar 93
9 Jaarrekening 2019
Vlottende activa 1.5
Vorderingen
1.5.1
Debiteuren
1.5.5
Deelnemers/cursisten
1.5.6
Overige overheden
1.5.7
Overige vorderingen
1.5.8
Overlopende activa
1.5.9
Af: voorzieningen wegens oninbaarheid
31-12-2019
31-12-2018
3.842.814
1.206.312
834.235
Eigen vermogen
647.971
2.1.1
Algemene reserve
183.566
49.630
2.1.2
Bestemmingsreserve (publiek)
1.456.674
438.909
Reserve m.b.t. BAPO
761.752
817.252
Reserve inzake passend onderwijs
-177.600
-184.301
6.901.441
2.975.773
551.324
527.994
8.585
0
Vooruitbetaalde kosten / vooruitontvangen facturen
1.5.8.2
Verstrekte voorschotten
1.5.8.3
Overige overlopende activa
201.843
289.258
1.5.8
Overlopende activa
761.752
817.252
1.5.9.2
Onttrekking
1.5.9.3
Dotatie
1.5.9
Stand per 31 december
Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan een jaar, met uitzondering van een bedrag ad € 911.000 onder de post '1.5.7 overige vorderingen'. Dit betreft een netto nabetaling van de verkoop van een perceel grond plus opstallen in Naarden. De nabetaling vindt niet later plaats dan 30 september 2022. Onder de post debiteuren is een bedrag opgenomen van € 1.899.000 inzake de verkoop van het betreffende perceel in Naarden. Dit bedrag is op 2 januari 2020 ontvangen. Onder de post 'deelnemers/cursisten (1.5.5) zijn de nog openstaande vorderingen per balansdatum op de ouders/leerlingen opgenomen. Het betreft vooral vorderingen die hun oorsprong vinden in het schooljaar 2019/2020. Onder de overige vorderingen (1.5.7) zijn opgenomen in 2017, 2018 en 2019 betaalde transitievergoedingen aan twintig langdurig zieke werknemers die na twee jaar loondoorbetaling zijn ontslagen (€ 545.000). Werkgevers
1.7
Liquide middelen
1.7.1
Kasmiddelen
1.7.2.1
Tegoeden op bank- en girorekeningen
1.7.2.2
Rekening-courant Ministerie van Financien
94
2.1.3
184.301
149.340
-14.939
-26.552
8.238
61.513
177.600
184.301
worden door het UWV gecompenseerd voor de betaalde transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Hiertoe is vanuit het landelijk wachtgeldbudget een bedrag vrijgemaakt. Tussen 1 april en 30 september 2020 kan een aanvraag voor compensatie worden ingediend bij het UWV. De voorziening wegens oninbaarheid heeft betrekking op de posten debiteuren, deelnemers/cursisten en overige overheden. Het saldo van de liquide middelen is vrij opvraagbaar. In september 2010 is Wellantcollege overgegaan op geintegreerd middelenbeheer bij het ministerie van Financien (schatkistbankieren). De kredietfaciliteit bij het ministerie bedraagt 10% van de Rijksbijdrage (€ 10 miljoen), met als voorwaarde dat er minimaal 1 dag in een jaar een poitief saldo op de rekening-courantpositie bestaat. Wellant heeft bij een kredietinstelling een kredietfaciliteit van maximaal € 8 miljoen. Het saldo op de rekening courant is positief, dus er wordt geen beroep gedaan op deze kredietfaciliteit.
31-12-2019
31-12-2018
18.208
62.983
275.615
213.992
19.626.665
18.463.594
19.920.488
18.740.569
Saldo 31-12-2018
Overige mutaties 2019
Saldo 31-12-2019
4.545.788
-1.480.878
57.839.930
-
-
-
-
2.200.000
-
-800.000
1.400.000
472.000
-
-
472.000
Reserve inzake fusiekosten
-
-
1.000.000
1.000.000
Reserve inzake werkdrukverlichting en tekorten onderwijspersoneel
-
-
1.300.000
1.300.000
Bestemmingsreserve (privaat)
-
-
-
-
660.790
16.066
-
676.856
Bestemmingsfonds (privaat)
-
-
-
-
Bestemming uit liquidatie “Stichting
-
-
-
-
-19.122
14.985
0
62.703.771
“Leven Lang Leren” 2.1.5
Resultaat 2019
54.775.020
Contractactiviteiten Groene Delta” Totaal
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt: Stand per 1 januari
Passiva
2.1
1.5.8.1
1.5.9.1
2
34.107 58.141.917
De voorziening BAPO is per 1 januari 2010 als gevolg van een stelselwijziging vrijgevallen ten gunste van het eigen vermogen. Wellantcollege heeft ervoor gekozen om deze reserve binnen het eigen vermogen op te nemen als publieke bestemmingsreserve. De minister van OCW heeft besloten om de verwerking van de BAPO lasten op te laten nemen in de periodekosten, waarbij jaarlijks de lasten als 'out of pocket'-kosten worden geboekt binnen het bestek van de reguliere bedrijfsvoering. Onder voorwaarden kan het personeel vanaf de leeftijdsgrens van 55 jaar gebruik maken van de regeling Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen (BAPO). In 2013 zijn er een aantal wijzigingen geweest met betrekking tot deze regeling. De belangrijkste daarvan zijn dat werknemers onder de 55 jaar (in 2013) geen recht meer hebben op toekomstige BAPO, en dat werknemers met 'kleine' BAPO (vanaf 55 jaar) geen recht meer hebben op toekomstige 'grote' BAPO (vanaf 59 jaar). De huidige populatie medewerkers in de BAPOregeling is per ultimo 2019 60 jaar of ouder. Bij de bepaling van de reserve is rekening gehouden met eigen ervaringscijfers zoals blijf- en sterftekans. Bij de bepaling van de reserve is vanaf 2013 tevens rekening gehouden met de gestegen pensioengerechtigde leeftijd van 65 naar 67 jaar. De reserve is opgenomen tegen de contante waarde, waarbij een disconteringsvoet van 3% is gehanteerd. In 2019 is € 0,8 mijoen van deze publieke bestemmingsreserve vrijgevallen ten gunste van de algemene reserve.
4.561.854
In 2018 is een bestemmingsreserve passend onderwijs gevormd om toekomstige risico’s met betrekking tot de gewijzigde financierings systematiek op te kunnen vangen. In 2019 zijn een tweetal bestemmingsreserves gevormd. De eerste betreft begrote kosten inzake de aankomende fusie met Helicon en Citaverde. De tweede heeft betrekking op het afgesloten convenant inzake extra geld voor werkdrukverlichting en tekorten onderwijspersoneel in het funderend onderwijs 2020-2021, waarvoor in december 2019 bekostiging is ontvangen. In het vo wordt dit geld uitgegeven in 2020 en 2021 ter verlichting van de werkdruk en het lerarentekort. Het bestuur van de geliquideerde Stichting Contractactiviteiten Groene Delta heeft bepaald dat het eigen vermogen van de Stichting, bestaande uit een vordering ad € 149.140 op de Stichting Wellant, in zijn geheel uit te keren aan de Stichting Wellant, onder de last dit aan te wenden ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de door de Stichting Wellant uit te voeren activiteiten op het gebied van cursussen en trainingen. In het verslagjaar is € 19.122 (2018: € 962) besteed aan activiteiten op dit gebied. Het resultaat over 2019 ad € 4.561.854 bestaat uit het resultaat op de reguliere onderwijsactiviteiten (€ 4.545.788) en uit het resultaat op de bedrijfsactiviteiten m.b.t. “Leven Lang Leren” (€ 16.066). Het resultaat op de reguliere onderwijsactiviteiten is toegevoegd aan de algemene reserve. Het resultaat op het bedrijfsonderdeel “Leven Lang Leren” is toegevoegd aan de private bestemmingsreserve. 95
9 Jaarrekening 2019
2.2
Voorzieningen
Saldo 31-12-2018
Dotaties 2019
Onttrekking 2019
Vrijval 31-12-2019
Saldo 31-12-2019
In het onderstaande overzicht zijn de voorzieningen verder gespecificeerd: 31-12-2019
Het verloop van de voorzieningen kan als volgt worden weergegeven: 2.2.1
Voorzieningen personeel
Voorziening reorganisatie
Voorziening reorganisatie
189.000
-
-90.792
-12.208
86.000
kortlopend
41.000
89.202
Voorziening onderwijsjubileum
600.000
162.215
-112.215
-
650.000
langlopend
45.000
99.798
Voorziening wachtgeld
750.000
979.313
-789.313
-
940.000
Subtotaal
86.000
189.000
Voorziening wga/zw
834.000
419.598
-628.598
-
625.000 kortlopend
120.000
120.000
langlopend
530.000
480.000
Subtotaal
650.000
600.000
kortlopend
532.000
370.120
langlopend
408.000
379.880
Subtotaal
940.000
750.000
319.000
368.000
Voorziening seniorenverlof Totaal Voorzieningen
810.000
190.269
-110.269
-
890.000
3.183.000
1.751.395
-1.731.187
-12.208
3.191.000
In 2010 is een voorziening reorganisatie getroffen als gevolg van de ingezette regionalisering. Per ultimo 2019 bedraagt deze voorziening € 86K voor een viertal werknemers. De voorziening onderwijsjubileum is onderbouwd op werknemerniveau. Bij de inschatting van de blijfkansen is uitgegaan van een gemiddeld personeelsverloop van 10% per jaar. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde, waarbij een disconteringsvoet is gehanteerd van 3%. De hoogte van de voorziening is gestegen met € 50K als gevolg van een hoger aantal werknemers en een cao-loonstijging. De voorziening wachtgeld betreft een voorziening voor te betalen ww-uitkeringen en bovenwettelijke uitkeringen voor ex-werknemers. Bij de bepaling van de voorziening is rekening gehouden met een over 2011 t/m 2019 bepaald percentage van 69% dat de ex-werknemer gemiddeld nodig heeft ten opzichte van het maximale recht om tot een nieuwe baan te komen. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde, waarbij een disconteringsvoet is gehanteerd van 3%. Ten opzichte van 2019 is de voorziening gestegen met € 190.000 door een hoger aantal ex-werknemers in de WW én door hogere te verwachten bovenwettelijke uitkeringen. Wellantcollege is eigenrisicodrager voor de Ziektewet (ZW) en de Wet Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Per ultimo 2019 werden er voor 14 werknemers WGA-uitkeringen doorbelast (ultimo 2018: 13 werknemers) en voor 6 werknemers werden ZW uitkeringen doorbelast (ultimo 2018: 4 werknemers). De maximale looptijd in de WGA is 10 jaar of indien eerder tot aan pensioendatum. De voorziening is per ultimo bepaald op basis van een landelijke gemiddelde verwachting van 5 jaar, dan wel indien eerder tot aan 96
31-12-2018
Voorziening onderwijsjubileum
Voorziening wachtgeld
pensioendatum. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde waarbij een disconteringsvoet is gehanteerd van 3%. De maximale looptijd in de ZW is 2 jaar na de eerste ziektedag. De voorziening betreft personeel met een arbeidscontract voor bepaalde tijd, die ziek zijn ten tijde van het bereiken van het einde van de looptijd van het contract. De voorziening is opgenomen tegen de nog resterende duur na balansdatum (eerste jaar 100% en tweede jaar 70%). De voorziening is gewaardeerd tegen nominale waarde. De voorziening WGA bedraagt per ultimo 2019 € 510.000. De voorziening ZW bedraagt per ultimo 2019 € 115.000. De voorziening seniorenverlof is gebaseerd op de regeling seniorenverlof van de regeling duurzame inzetbaarheid in de cao mbo. Werknemers ouder dan 57 jaar (en vijf jaar in dienst) met een werktijdfactor van ten minste 0,4 die meedoen aan de regeling hebben bij een normbetrekking recht op 170 uur verlof per cursusjaar. De werknemer betaalt een eigen bijdrage van 30%, dan wel 45% bij een carrièrepatroon van 9 of hoger. Voor die werknemers die meedoen aan de regeling is een voorziening getroffen. Bij de inschatting van de blijfkansen is uitgegaan van een gemiddeld personeelsverloop van 10% per jaar. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde, waarbij een disconteringsvoet is gehanteerd van 3%. Het aantal medewerkers dat meedoet aan de regeling is 46 (per ultimo 2018: 34 werknemers). De voorziening voor de huidige gebruikers is toegenomen met € 105K tot € 530K. Bij de bepaling van de voorziening is tevens een inschatting gemaakt voor de medewerkers die niet meedoen, maar in de toekomst hier mogelijk wel gebruik van kunnen maken. Het betreft de populatie 52-56-jarigen. Gebaseerd op een verwachte deelname van 19% (per ultimo 2018: 20%) is de voorziening voor 52-56-jarigen afgenomen met € 25K tot € 360K.
Voorziening wga/zw kortlopend langlopend
306.000
466.000
Subtotaal
625.000
834.000
Voorziening seniorenverlof kortlopend
150.000
115.000
langlopend
740.000
695.000
Subtotaal
890.000
810.000
3.191.000
3.183.000
Totaal
Van de voorzieningen worden de volgende bedragen naar verwachting na meer dan 5 jaar afgewikkeld: jubilea € 50.000, wachtgeld € 13.000 en seniorenverlof € 166.000.
2.3
2.3.5
Langlopende schulden
Ministerie van Financiën lening uit 2010 Ministerie van Financiën lening uit 2017 Overige langlopende schulden
Bedrag lening 31-12-2018
Aangegaan 2019
Aflossingen 2019
Aflossingen 2020
Bedrag lening 31-12-2019
Rente (%)
21.600.000
-
-900.000
-900.000
19.800.000
3,43
21.000.000
5.000.000
-
-866.667
25.133.333
1,06
42.600.000
5.000.000
-900.000
-1.766.667
44.933.333
-
97
9 Jaarrekening 2019
In 2010 is er een financieringsarrangement overeengekomen met het ministerie van Financien voor een totaal bedrag van € 27 miljoen. Aflossing vindt lineair plaats in 30 jaar, voor het eerst in 2013. De rente bedraagt 3,43%, 30 jaar vast. Van de lening uit 2010 heeft een bedrag ad € 16.200.000 een resterende looptijd langer dan 5 jaar. In 2017 is er een tweede financieringsarrangement overeengekomen met het ministerie van
2.4
Financien voor een totaal bedrag van € 26 miljoen. In 2017 en 2018 is € 21 miljoen ontvangen. In 2019 is het restant ad € 5 miljoen ontvangen. Aflossing vindt lineair plaats in 30 jaar, voor het eerst in 2020. De rente bedraagt 1,06%, 30 jaar vast. Van de lening uit 2017 heeft een bedrag ad € 21.666.667 een resterende looptijd langer dan 5 jaar. Voor beide leningen zijn hypothecaire zekerheden verstrekt (zie onder 1.2).
Kortlopende schulden
31-12-2019
31-12-2018
2.4.1
Kredietinstellingen
1.766.667
900.000
2.4.3
Crediteuren
4.264.969
4.917.486
2.4.4
OCW/EZ
78.711
151.746
3.694.778
3.646.066
1.121.726
1.022.231
156.946
162.728
10.419.952
10.975.528
21.503.749
21.775.785
3.716.024
3.641.877
-21.246
4.189
3.694.778
3.646.066
980.046
1.143.630
1.724.382
2.384.695
58.560
60.074
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.8
Schulden terzake van pensioenen
2.4.9
Schulden inzake spaarverlof
2.4.10
Overlopende passiva
2.4.7.1
Loonbelasting en sociale verzekeringen
2.4.7.2
Omzetbelasting
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.10.1
Leerlingen/cursisten
2.4.10.2
Vooruitontvangen subsidies OCW/EZ geoormerkt
2.4.10.3
Vooruitontvangen subsidies OCW/EZ niet geoormerkt
2.4.10.5
Vakantiegeld
3.253.443
3.172.046
2.4.10.8
Overige
4.403.521
4.215.083
2.4.10
Overlopende passiva
10.419.952
10.975.528
De schuld aan OCW/EZ (2.4.4) wordt hieronder nader gespecificeerd :
98
Schoolmaatschappelijk werk MBO 2016
OCW
51.198
-
Schoolmaatschappelijk werk MBO 2017
OCW
-
34.896
Korte opleidingstrajecten vmbo leraren 2017
OCW
-
5.000
Groene impuls professionalisering 2009
EZ
-
35.780
Pilot Registerleraar.nl
OCW
12.000
12.000
Studieverlof 2013 VO
OCW
-
8.635
Studieverlof 2013 BVE
OCW
-
19.574
Studieverlof 2014 VO
OCW
-
8.686
Studieverlof 2014 BVE
OCW
-
934
Studieverlof 2015 VO
OCW
-
11.621
Studieverlof 2016 VO
OCW
-
3.967
Studieverlof 2016 BVE
OCW
-
4.481
Studieverlof 2017 BVE
OCW
-
6.172
Studieverlof 2018 BVE
OCW
15.513
-
78.711
151.746
De schuld aan kredietinstellingen (2.4.1) betreft de aflossingsverplichting voor het komend boekjaar van de langlopende schuld aan het ministerie van Financiën. De schuld aan spaarverlof onder 2.4.9 bedraagt € 157.000 voor 16 medewerkers (€ 2018: € 163.000 voor 16 medewerkers). Onder 'Leerlingen/cursisten' zijn de bedragen opgenomen die reeds gefactureerd zijn voor het schooljaar 2019/2020, maar die worden toegerekend aan het boekjaar 2019. De toelichting op de post 'vooruitontvangen subsidies OCW/EZ geoormerkt (2.4.10.2) wordt weergegeven op pagina 15. De post 2.4.10.8 Overige ad € 4,4 miljoen betreft de reservering van de eenmalige uitkering in januari 2020 (€ 799K), overlopende rente Ministerie van Financien (€ 303K), inkoopfacturen 2020 die betrekking hebben op 2019 (€ 1.504K), beschikte bedragen van samenwerkingsverbanden die betrekking hebben op 2020 (€ 445K) en overige (project)baten die betrekking hebben op 2020 (€ 1.353K).
Er zijn een drietal bankgaranties afgegeven voor een bedrag van € 134.278. Per ultimo 2019 zijn er verpichtingen aangegaan inzake het huisvestingsplan en het groot onderhoudsplan ad € 1.524.000 (ultimo 2018: € 10.166.000). Deze verplichtingen hebben een looptijd korter dan een jaar. Stichting Wellant is evenals alle andere mbo-instellingen aangesloten bij Stichting Waarborgfonds MBO. Er geldt een voorwaardelijke verplichting dat indien het waarborgdepot van Stichting Waarborgfonds MBO onder het startkapitaal van € 9,9 miljoen mocht dalen, de scholen verplicht zijn dit aan te vullen naar evenredigheid van de verstrekte Rijksbijdrage tot een maximum van 2% daarvan op jaarbasis. Stichting Wellant en IPC Groene Ruimte B.V. vormden een fiscale eenheid voor de omzetbelasting tot en met 23 december 2014. In de verkoopovereenkomst met IPC is overeengekomen dat Wellant IPC vrijwaart voor alle verplichtingen in het kader van de omzetbelasting voortkomend uit mogelijk onjuiste aangiften in de tijdvakken 2009 tot en met 2014.
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Claims Er zijn geen claims ingediend tegen Stichting Wellant die niet in de balans zijn gewaardeerd. Meerjarige financiële verplichtingen 31-12-2019
31-12-2018
Korter dan 1 jaar
808.000
789.000
Langer dan 1 jaar
2.772.000
3.569.000
3.580.000
4.358.000
Er zijn langlopende onvoorwaardelijke verplichtingen aangegaan ad € 3,6 miljoen ter zake van huur en operationele leasing. Het bedrag aan meerjarige financiële verplichtingen langer dan vijf jaar bedraagt € 0,9 miljoen.
99
9 Jaarrekening 2019
Overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW en EZ (Model G) Projectomschrijving
Beschikking
Datum
afgerond
Praktijkleren groene plus 2012 kennisverspreiding
399935-1
19-12-11
nee
Praktijkleren groene plus 2012 internationalisering
399935-1
19-12-11
ja
Praktijkleren box 1 2015
655769-3
20-03-15
nee
Praktijkleren groene plus 2015 (MIP)
655769-3
20-03-15
nee
Professionalisering MBO 2014
590514-1
18-12-13
nee
Subsidie voor studieverlof BVE 2018
928202-1
20-09-18
ja
Subsidie voor studieverlof VO 2018
929655-1
20-09-18
ja
G1: subsidies zonder verrekeningsclausule
Subsidie voor studieverlof BVE 2019
1006124-1
20-09-19
nee
Subsidie voor studieverlof VO 2019
1007703-1
20-09-19
nee
Subsidie zij-instroom 2018 (2018-2019)
914999-1
13-04-18
nee
Subsidie zij-instroom 2019 (2019-2020)
962600-1
20-02-19
nee
Subsidie zij-instroom 2019
998058-1
20-02-19
nee
Subsidie zij-instroom 2019
1005588-1
20-02-19
nee
Subsidie zij-instroom 2019
1013524-1
20-11-19
nee
Subsidie zij-instroom 2020
1027574-1
20-11-19
nee
Voorziening leermiddelen minimagezinnen 2018
926433-2
21-08-18
ja
Voorziening leermiddelen minimagezinnen 2019
1003678-1
22-07-19
nee
702229-1
20-05-15
nee
LENZO16135
23-05-16
nee
LENZO17168/1185776
09-05-17
nee
Zomerscholen VO 2015 Lentescholen VO 2016 Lente- en zomerschool VO 2017 Lente- en zomerschool VO 2018
LENZO18211
14-05-18
nee
Aanvullende bekostiging technisch VMBO 2018
923432-1 / 923432-2
19-12-18
nee
Aanvullende bekostiging technisch VMBO 2019
963902-1 /-2 /-3
20-03-19
nee
Opleidingsschool Wellantcollege 2017-2018
OS-2017-C-008
01-12-17
nee
Opleidingsschool Wellantcollege 2018-2019
OS-2017-C-008
01-12-17
nee
Opleidingsschool Wellantcollege 2019-2020
OS-2017-C-008 (1013082-1)
20-11-19
nee
Versterking van salarismix leraren mbo in de randstadregios 2019
959200-1
22-01-19
ja
FLEXSTART19004
17-09-19
nee
Beschikking
Datum
Toegewezen bedrag
Ontvangen t/m 2018
874345-2
22-01-18
127.425
127.425
127.425
127.425
-
127.425
Flexstart 19004 Projectomschrijving
Lasten t/m 2018
Saldo 31-12-2018
Ontvangen 2019
Saldo 31-12-2019
Saldo nog te besteden 31-12-2019
-
-
48.564
31.826
31.826
Lasten 2019
Overige mutaties 2019
76.227
51.198
76.227
51.198
G2-A subsidies met verrekeningsclausule aflopend per ultimo 2019 Schoolmaatschappelijk werk in het mbo 2017 Totaal
127.425 -
G2-B subsidies met verrekeningsclausule doorlopend per ultimo 2019 Aanvullende bekostiging Taal en Rekenen 2014
592032-2
18-12-13
399.200
399.200
318.810
80.390
RIF PPS Waterroute
704911-1
29-05-15
828.548
787.121
429.744
357.377
41.427
251.151
147.653
147.653
RIF16029/1088278
20-10-16
1.103.002
716.951
345.403
371.548
220.600
265.819
326.330
491.780
DHBO18041
15-03-18
196.152
196.152
63.124
133.028
13.018
120.010
120.010
2.526.902
2.099.424
1.157.081
942.343
625.818
791.269
RIF GO2 Doorstroom mbo-hbo Totaal
100
De bedragen in de kolom "Saldo 31-12-2019" zijn gebaseerd op het kasstelsel. Een minbedrag in deze kolom betekent dat er meer besteed is aan de betreffende subsidie dan dat erop is ontvangen.
262.028
578.552
-
Een plusbedrag betekent dat er meer ontvangen is dan dat er besteed is op de betreffende subsidie. Subsidies worden in tranches uitbetaald, en kunnen derhalve nog niet geheel ontvangen zijn.
101
9 Jaarrekening 2019
3
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdrage OCW en EZ
3.1.2.1
Geoormerkte subsidies OCW
3.1.2.2 3.1.3
2019
2018
4 4.1
Lasten
2018
Personeelslasten
106.087.506
107.667.761
4.1.1.1
Brutolonen en salarissen
64.474.190
64.276.641
3.852.367
3.878.860
4.1.1.2
Sociale lasten
8.597.355
8.387.369
Niet geoormerkte subsidies OCW
11.524.794
9.338.778
4.1.1.3
Pensioenpremies
9.907.668
9.312.665
Doorbetalingen rijksbijdrage SWV
5.324.871
2.771.879
4.1.1
Lonen en salarissen
82.979.213
81.976.675
126.789.538
123.657.278 4.1.2.1
Dotaties personele voorzieningen
1.739.187
1.696.920
4.1.2.2
Personeel niet in loondienst
4.974.417
4.307.436
4.1.2.3
Overige
2.814.271
2.492.082
4.1.2
Overige personele lasten
9.527.875
8.496.438
4.1.3
Af: Uitkeringen UWV
-500.317
-405.804
92.006.771
90.067.309
Totaal
De post 3.1.1. is opgebouwd uit de normatieve subsidies op basis van leerlingaantallen en gerealiseerde diploma's binnen Wellantcollege. De geoormerkte subsidies onder 3.1.2.1 worden nader toegelicht onder de kortlopende schulden. De post onder 3.1.3 betreft doorbetalingen van rijksbijdrage vanuit de samenwerkingsverbanden met betrekking tot passend onderwijs. Wellantcollege neemt deel in vijftien samenwerkingsverbanden passend onderwijs. 3.2
Overige overheidsbijdragen
3.2.1
Gemeentelijke bijdragen
161.949
166.616
3.2.2
Overige
205.919
194.315
Totaal
367.868
360.931
607.655
501.566
3.4
Baten werk in opdracht van derden
3.4.1
Contractonderwijs
3.5
Overige baten
3.5.1
Verhuur
141.205
128.264
3.5.2
Detachering personeel
358.357
515.811
3.5.5
Deelnemerbijdragen
2.206.587
1.885.537
3.5.6
Overige
2.960.354
1.371.471
Totaal
5.666.503
3.901.083
Belangrijk onderdeel van de overige baten is de post deelnemerbijdragen. Dit zijn ontvangsten van ouders/leerlingen voor producten/diensten die Wellantcollege aanbiedt. De gepresenteerde baten worden verantwoord op basis van de gemaakte (door te belasten) kosten leer- en hulpmiddelen (matchingprincipe). Uiteraard zijn deze gemaximeerd op het totaal van de gefactureerde bedragen per schoooljaar 2018/2019 en 2019/2020. Onder de post 3.5.6 zijn een tweetal verkooptransacties onroerend goed verantwoord. Het betreft de verkoop van een perceel grond met opstallen in Naarden met een netto opbrengst van € 2.084.000 en een boekwinst van € 1.779.000. Tevens is een woonhuis verkocht in Den Haaag met een opbrengst van € 450.000 en een boekwinst van € 279.000. In 2018 zijn onder deze post opgenomen een tweetal schikkingen met leveranciers van in totaal € 428.000. Tevens zijn onder deze post verantwoord opbrengsten uit projecten (niet zijnde EZ, OCW of gemeentes) ad € 589.000 (2018: € 725.000).
Totaal
De post lonen en salarissen is gestegen met € 1,0 miljoen. Dit wordt per saldo verklaard door een lagere bezetting van 2,4% (€ 2,0 miljoen) enerzijds, en een hogere GPL van 3,7% (€ 3,0 miljoen) anderzijds. De hogere GPL wordt met name verklaard door de lopende CAO mbo 2018-2020. Hiierin zijn de salarissen per 1 oktober 2018 structureel met 2,6% verhoogd en per 1 juni 2019 met 2,3%. Voorts is in januari 2020 een eenmalige uitkering verstrekt van 1,25% over het salaris van 2019. Deze laatste is ten laste van 2019 gereserveerd (€ 0,8 miljoen) aangezien deze post is opgenomen in de loonbijstelling 2019 in de rijksbijdrage. De sociale lasten per fte zijn gestegen met 5,0% met name als gevolg van een stijging van de afdracht zorgverzekeringswet en de afdracht WAO/WIA en het feit dat n.a.v. de lopende cao vanaf oktober 2018 geen inhouding meer plaatsvind op de werknemer van de WGA premie. De pensioenlasten per fte zijn gestegen met 9,0% als gevolg van een stijging van de premies OP/NP en een daling van de premie AOP. Voor een toelichting van de dotaties aan de personele voorzieningen wordt verwezen naar de post 2.2.1. De kosten personeel niet in loondienst zijn gestegen met € 0,7 miljoen door meer - met name onderwijs gerelateerde - externe inzet (7%) en een hogere gpl (6%). De post "overige" bestaat voornamelijk uit de uitgaven in het kader van scholing, werving van personeel en personeelsactiviteiten, en is met name gestegen door hogere scholingskosten. Gedurende het boekjaar 2019 bedroeg het gemiddeld aantal werknemers bij de organisatie, omgerekend naar volledige mensjaren:
2019
2019
2018
2018
FTE
%
FTE
%
860
73,9%
880
73,8%
Direct onderwijsondersteunend personeel
151
13,0%
156
13,1%
Indirect onderwijsondersteunend personeel
131
11,3%
136
11,4%
21
1,8%
20
1,7%
1.163
100,0%
1.192
100,0%
Personeel primair proces
Bestuur/management
102
2019
103
9 Jaarrekening 2019
2019 4.2
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
11.072.749
2018
2019 Onderzoek van de jaarrekening inclusief bekostigingsgegevens
10.929.563
2018
145.521
109.175
-
7.115
145.521
116.290
Andere controleopdrachten Adviesdiensten op fiscaal terrein
Onder deze post is een bedrag opgenomen ad € 1,9 miljoen aan bijzondere waardeverminderingen van activa (2018: € 2,4 miljoen). Als gevolg van een besluit van het cvb om de locatie mbo Rijnsburg in de zomer van 2020 te verlaten is de boekwaarde van de opstallen (per zomer 2020) geheel afgewaardeerd in de afschrijvingslasten (€ 340.000). 4.3
Huisvestingslasten
4.3.1
Huur
4.3.2
Verzekeringen
4.3.3
Andere niet controlediensten Totaal 5
Financiële baten en lasten
1.232.266
1.167.590
5.1
Rentebaten
-
-
123.525
122.708
5.5
Rentelasten
-965.629
-944.415
Onderhoud
1.999.432
2.340.752
Saldo financiële baten en lasten
-965.629
-944.415
4.3.4
Energie en water
1.610.260
1.416.725
4.3.5
Schoonmaakkosten
2.038.810
2.012.234
4.3.6
Heffingen
596.254
526.338
4.3.7
Overige huisvestingslasten
914.529
1.044.917
8.515.076
8.631.264
Totaal
Onder de huurlasten zijn verantwoord de kosten van het huurcontract over de periode augustus 2020-oktober 2022 van gehuurde grond in Rijnsburg, welke locatie in de zomer van 2020 wordt verlaten (€ 165.000). De onderhoudskosten waren in 2018 eenmalig hoog als gevolg van veel correctief onderhoud en zijn in 2019 weer op een normaal niveau uitgekomen. Onder deze post is zowel opgenomen bouwkundig onderhoud als onderhoud aan apparatuur en installaties. De energiekosten zijn met name gestegen door hogere kosten aan gas. Tevens waren de energielasten in 2018 laag doordat er in 2018 positieve afrekeningen zijn geweest m.b.t. 2017. Onder de overige huisvestingslasten zijn exploitatiekosten verantwoord met betrekking tot het strategisch investeringsprogramma huisvesting ad € 140.000 (2018: € 270.000). Het betreft met name sloopkosten en vervangende huurkosten. 4.4
Overige lasten
4.4.1
Administratie en beheerslasten
6.119.142
6.011.824
4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
7.374.046
7.219.207
4.4.4
Overige
2.816.297
2.605.452
16.309.485
15.836.483
Totaal
Onder de administratie en beheerslasten worden o.a. verantwoord kosten telecommunicatie, advieskosten, accountantskosten, kosten drukwerk, kosten kantoorartikelen, pr-kosten, contributies en abonnementen en reis- en verblijfkosten. Onder 4.4.2 zijn opgenomen kosten leermiddelen ad € 7.011.000 (2018: € 6.788.000). Onder 4.4.2 zijn opgenomen kosten praktijkleren ad € 259.000 (2018: € 319.000). Onder 4.4.4. zijn opgenomen kosten ICT ad € 1.771.000 (2018: € 1.767.000). Onder 4.4.4 zijn voorts opgenomen de out- of pocketkosten van innovatieprojecten inzake het instellingsplan ad € 984.000 (2018: € 764.000).
Bestemming van het resultaat na belastingen
2019
Het voorstel tot verwerking van het resultaat na belastingen over 2019 ad € 4.561.854 is als volgt: toevoeging aan de private bestemmingsreserve toevoeging aan de algemene reserves
16.066 4.545.788 4.561.854
Het voorstel tot verwerking van het resultaat is vooruitlopend op het besluit hiervan verwerkt in de balans. Gebeurtenissen na balansdatum De COVID-19 uitbraak heeft zich voorgedaan na 31 december 2019. Er is echter geen reden aan te nemen dat COVID-19 zorgt voor nieuwe informatie waardoor er een ander beeld zou kunnen ontstaan over de feitelijke situatie op balansdatum, zoals gepresenteerd in de jaarrekening 2019. De invloed van Covid-19 op de financiën van Wellant is vooralsnog beperkt en heeft zoals zich nu laat aanzien vooral betrekking op het jaar 2020 en eventueel de eerste helft van 2021. Er is momenteel sprake van een licht oplopend ziekteverzuim. Deze trend wordt nauwlettend gevolgd en medewerkers worden zo maximaal mogelijk gefaciliteerd en begeleid om hun werk in goede gezondheid te kunnen blijven uitvoeren. Daarnaast is er verscherpte aandacht voor het blijven voldoen aan richtlijnen rondom aanwezigheidsregistratie als gevolg van het afstandsleren. De interne procedures zijn aangescherpt. Als laatste wordt onderkend dat er een risico bestaat op lagere instroom van BBL-leerlingen voor komend schooljaar en wellicht minder activiteiten in het kader van Leven Lang Ontwikkelen. Hier wordt reeds in het formatieplanningsproces ter voorbereiding op het komend schooljaar op geanticipeerd. Het is op dit moment nog niet goed mogelijk om de uiteindelijke impact voor Wellant te bepalen.
Honoraria van de accountant De volgende honoraria van Deloitte zijn ten laste gebracht van de organisatie, een en ander bedoeld in artikel 2: 382a BW. De vermelde bedragen zijn inclusief btw.
104
105
9 Jaarrekening 2019
WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector ermelding bezoldiging topfunctionarissen V Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de op Stichting Wellant van toepassing zijnde
regelgeving. Het bezoldigingsmaximum in 2019 voor Stichting Wellant is â&#x201A;Ź 194.000. Dit geldt naar rato van de duur en/of omvang van het dienstverband.
Bestuurder zonder dienstbetrekking in de periode kalendermaand 1 t/m 12 Naam
ir. K.J. van Ast
Functiegegevens
Het WNT-maximum is gebaseerd op het onderwijs, klasse G en 18 complexiteitspunten. Dit aantal van 18 complexiteitspunten is bepaald op 9 punten voor de gemiddelde totale baten, 4 punten voor het gemiddeld aantal leerlingen en deelnemers en 5 punten voor het gewogen aantal onderwijssoorten.
Kalenderjaar Periode functievervulling in het kalenderjaar Aantal kalendermaanden functievervulling in het kalenderjaar
lid cvb 2018
2017
01/01 - 30/09
04/10 - 31/12
9
3
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum Maximum uurtarief in het kalenderjaar Maxima op basis van de normbedragen per maand
182
176
190.500
73.500
Individueel toepasselijk maximum gehele periode kalendermaand 1 t/m 12 Bestuurders Naam Functiegegevens Aanvang en einde functievervulling in 2019 Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) Dienstbetrekking?
drs. J.M.P.
drs. A.R,G.
Moons
van der Zee
Voorzitter cvb
lid cvb
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
1,0
1,0
ja
Bezoldiging Werkelijk uurtarief lager dan het maximum tarief Bezoldiging in de betreffende periode Totale bezoldiging gehele periode kalendermaand 1 t/m 12 -/- onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag
ja
Totale bezodiging, exclusief btw Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan
Bezoldiging Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen
155.352
133.780
20.748
20.098
Subtotaal
176.100
153.878
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum
194.000
194.000
n.v.t.
n.v.t.
176.100
153.878
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan
n.v.t.
n.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling
n.v.t.
n.v.t.
Beloningen betaalbaar op termijn
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag
Totale bezoldiging 2019
Gegevens 2018 Naam Functiegegevens Aanvang en einde functievervulling in 2018 Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) Dienstbetrekking?
drs. J.M.P. Moons Voorzitter cvb
drs. A.R.G. van der Zee lid cvb
264.000
ja
ja
127.985
46.035 174.020 n.v.t. 174.020 n.v.t.
drs. H.W.M. Jansen lid cvb
01/01 - 31/12
01/09 - 31/12
01/01 - 30/06
1,0
1,0
1,0
ja
ja
ja
151.688
42.967
84.877
19.197
6.177
9.462
170.885
49.144
94.339
Bezoldiging Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Subtotaal Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum
171.000
57.156
94.339
Totale bezoldiging 2018
170.885
49.144
94.339
106
107
9 Jaarrekening 2019
Toezichthouders Naam Functiegegevens Aanvang en einde functievervulling in 2019
prof. dr. A. Klamer Voorzitter rvt
dr.H.H.M. Scholtes lid rvt
mr. R.M. Bergkamp lid rvt
drs. H.K. Sluiter MEM lid rvt
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
Totale Bezoldiging 2019
15.000
10.000
12.000
10.000
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum
29.100
19.400
19.400
19.400
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
01/04 - 31/12
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
Totaal bezoldiging 2018
11.250
10.000
12.750
10.000
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum
19.325
17.100
17.100
17.100
Gegevens 2018 Aanvang en einde functievervulling in 2018
Toezichthouders Naam Functiegegevens Aanvang en einde functievervulling in 2019
drs. J.A. van Wijngaarden lid rvt
drs. W Smink lid rvt 01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
Totale Bezoldiging 2019
2.500
10.000
10.000
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum
4.784
19.400
19.400
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
01/01 - 31/12
01/04 - 31/12
01/04 - 31/12
10.500
7.500
7.500
17.100
12.884
12.884
Totaal bezoldiging 2018 Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum
Het college van bestuur van Stichting Wellant te Houten, • drs. J.M.P. Moons, voorzitter • drs. A.R.G. van der Zee
Bijlage: instellingsgegevens Statutaire naam: Stichting Wellant Instelling: Wellantcollege Statutaire zetel: Houten Bestuursnummer: 41100 brinnummer: 01OE KvK nummer: 27177194 Bezoekadres: de Molen 94 3995 AX Houten Postadres: Postbus 177 3990 DD Houten Telefoon: 030-6345100 E-mail: info@Wellant.nl Oprichtingsdatum: 1 januari 1999
Leden op 31 december 2019: De raad van toezicht:
• prof. dr. A. Klamer, voorzitter • dr. H.H.M. Scholtes • mr. R.M Bergkamp • drs. H.K. Sluiter MEM • drs. W. Smink • ing. D.C.A. Oosthoek MGM
Gegevens 2018 Aanvang en einde functievervulling in 2018
Vastgesteld op 8 juni 2020,
Goedgekeurd op 19 juni 2020, De raad van toezicht van Stichting Wellant te Houten, • drs. W. Smink, voorzitter • dr. H.H.M. Scholtes • mr. R.M Bergkamp • drs. H.K. Sluiter MEM • ing. D.C.A. Oosthoek MGM
ing. D.C.A. Oosthoek MGM lid rvt
01/01 - 31/3
Vermelding gegevens van eenieder van wie de bezoldiging de toepasselijke norm te boven gaat Er zijn geen werknemers die een bezoldiging hebben ontvangen waarvan de bezoldiging de norm te boven is gegaan.
Het college van bestuur:
• drs. J.M.P. Moons, voorzitter • drs. A.R.G. van der Zee Totaal aantal leerlingen en deelnemers per 1 oktober 2019: 11.908
De beloningen aan de toezichthouders betreffen bedragen exclusief de in rekening gebrachte btw.
2. Uitkeringen wegens beeindiging dienstverband aan topfunctionarissen Naam
drs. H.W.M. Jansen
Functiegegevens Functie bij beeindiging dienstverband Deeltijdfactor in fte Jaar waarin dienstverband is beeindigd
lid cvb 1,0 2018
Ontslaguitkering Overeengekomen uitkeringen wegens beeindiging dienstverband
75.000
Individueel toepasselijk maximum
75.000
-/- onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag
n.v.t.
Totale uitkeringen wegens beeindiging dienstverband
75.000
waarvan betaald in 2018
75.000
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan
108
n.v.t.
109
10 Overige gegevens
Overige gegevens
10
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de raad van toezicht van Stichting Wellant
A. V ERKLARING OVER DE IN HET JAARVERSLAG OPGENOMEN JAARREKENING 2019
van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Paragraaf ter benadrukking van
Ons oordeel
de impact van het coronavirus
Wij hebben de jaarrekening 2019 van Stichting Wellant te Houten gecontroleerd. Naar ons oordeel: • Geeft de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Wellant op 31 december 2019 en van het resultaat over 2019 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs; • Zijn de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2019 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand gekomen in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in paragraaf 2.3.1 Referentiekader van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2019.
Het coronavirus heeft ook invloed op Stichting Wellant. In de toelichting bij de gebeurtenissen na balansdatum in de jaarrekening heeft het bestuur de huidige impact en haar plannen om met deze gebeurtenissen of omstandigheden om te gaan toegelicht. Het bestuur geeft aan dat de invloed van het coronavirus op de financiën van Stichting Wellant vooralsnog beperkt is. Ook geeft het bestuur aan dat het op dit moment nog niet goed mogelijk is om de uiteindelijke impact voor Stichting Wellant te bepalen. Ons oordeel is niet aangepast met betrekking tot deze aangelegenheid.
De jaarrekening bestaat uit: 1. de balans per 31 december 2019; 2. de staat van baten en lasten over 2019; en 3. de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. De basis voor ons oordeel
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2019 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’. Wij zijn onafhankelijk van Stichting Wellant zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid
Naleving anticumulatiebepaling WNT niet gecontroleerd
In overeenstemming met het Controleprotocol WNT 2019 hebben wij de anticumulatiebepaling, bedoeld in artikel 1.6a WNT en artikel 5, lid 1 sub j Uitvoeringsregeling WNT, niet gecontroleerd. Dit betekent dat wij niet hebben gecontroleerd of er wel of niet sprake is van een normoverschrijding door een leidinggevende topfunctionaris vanwege eventuele dienstbetrekkingen als leidinggevende topfunctionaris bij andere WNT- plichtige instellingen, alsmede of de in dit kader vereiste toelichting juist en volledig is.
B. V ERKLARING OVER DE IN HET JAARVERSLAG OPGENOMEN ANDERE INFORMATIE Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit: • Voorwoord en inleiding en leeswijzer; • het bestuursverslag, bestaande uit de hoofdstukken 1 tot en met 8; • de overige gegevens en de bijlagen. 111
10 Overige gegevens
Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie: • met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat; • alle informatie bevat die op grond van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf ‘2.2.2. Bestuursverslag’ van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2019 is vereist. Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, paragraaf ‘2.2.2. Bestuursverslag’ van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2019 en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de overige OCW wet- en regelgeving.
C. B ESCHRIJVING VAN VERANTWOORDELIJKHEDEN MET BETREKKING TOT DE JAARREKENING Verantwoordelijkheden van het bestuur en de raad van toezicht voor de jaarrekening
Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is ook verantwoordelijk voor het rechtmatig tot stand komen van de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties, in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. In dit kader is het bestuur tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.
112
Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de onderwijsinstelling in staat is om haar activiteiten in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsel moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de onderwijsinstelling te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening. De raad van toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de onderwijsinstelling. Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening
Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken.
• het identificeren en inschatten van de risico’s: - dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, - van het niet rechtmatig tot stand komen van baten en lasten alsmede de balansmutaties, die van materieel belang zijn. Het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing; • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de onderwijsinstelling; • het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;
Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fouten of fraude en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2019, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:
• het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controleinformatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een instelling haar continuïteit niet langer kan handhaven; • het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en • het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen en of de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen. Wij communiceren met de raad van toezicht onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. 25 juni 2020 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: W. Feenstra RA
Resultaatbestemming Stichting Wellant Het college van bestuur heeft in overleg met de raad van toezicht besloten het resultaat 2019 als volgt te verwerken: Bestemming van het resultaat in € toevoeging aan de private bestemmingsreserve
16.066
toevoeging aan de algemene reserves
4.545.788
Totaal
4.561.854
113
11 Bijlage
11.1 Overzicht hoofd- en relevante nevenfuncties raad van toezicht eind 2019
Bijlagen
114
Dhr. drs. W. Smink Hoofdfuncties: • Zelfstandig interimmanager en adviseur • Directeur-bestuurder ad interim van de Fryske Akademy Nevenfuncties • Voorzitter raad van toezicht zorginstelling De Hoven • Lid raad van toezicht Het Kopland/Zienn • Lid raad van toezicht en moderator NPAL • Voorzitter raad van commissarissen Euroborg NV • Voorzitter bestuur tijdschrift Noorderbreedte
11
Dhr. prof. dr. A. Klamer Hoofdfunctie • Hoogleraar Culturele Economie, Erasmus Universiteit Nevenfuncties • Academisch directeur Academeia Vitae • Academisch coördinator en docent Hogeschool Toegepaste Filosofie • Moderator en docent Academie voor Medisch Specialisten • Docent Comenius Leergangen en Avicenna • Lid Sustainable Finance Lab • Voorzitter bestuur Crafts Council • Voorzitter Stichting Creare • Voorzitter Filosofie Oost-West • Voorzitter Stichting Economie en Cultuur • Voorzitter Stichting Atelier voor Creativiteit en Ondernemerschap mw. mr. R.M. Bergkamp Hoofdfunctie: • Algemeen Directeur/Provinciesecretaris Noord-Holland Nevenfuncties: • Lid Adviesraad Animal Science Groep (WUR) • Lid van het bestuur van de Dutch Milk Foundation • Voorzitter raad van toezicht van Het Voedingscentrum
mw. dr. H.H.M. Scholtes Hoofdfunctie • Senior-adviseur TwynstraGudde Nevenfuncties: • Assistant professor Erasmus Universiteit Rotterdam, ESHPM Mw. drs. H.K. Sluiter MEM Hoofdfunctie • Directeur Stichting Technasium Nevenfuncties • Eigenaar B&B • Adviseur op het gebied van onderwijsontwikkeling, bètaontwikkeling, HRM-ontwikkeling en duurzaam strategisch beleid in het funderend onderwijs. Dhr. ing. D.C.A. Oosthoek MGM Hoofdfunctie • Directeur Stichting Groenkeur Nevenfuncties • Strategisch adviseur/interimmanager De Concrete Adviseur • Voorzitter en ouderling-kerkrentmeester Protestantse wijkgemeente Pieterskerk Breukelen • Voorzitter Stichting Vrienden van de Pieterskerk • Voorzitter Stichting kerkelijke communicatie Protestantse gemeente Breukelen • Vicevoorzitter Classicaal College voor behandeling van beheerszaken PKN-ring Utrecht • Bestuurslid Stichting Behoud Brandspuithuisje Breukelen • Lid commissie bezwaar en beroep project Kennis in je Kas van LTO Nederland
115
11 Bijlage
11.2 De samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs waarin Wellantcollege vmbo participeert Samenwerkingsverband
Participerende vmbo-locatie(s)
SWV V(S)O Eemland
Amersfoort
SWV Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht
Utrecht
Samenwerkingsverband VO Amsterdam-Diemen
Sloten en Linnaeus
SWV Amstelland en de Meerlanden
De Groenstrook en Westplas Mavo
SWV Passend Onderwijs VO 2801
Oegstgeest
Qinas (samenwerkende VO-schoolbesturen in het Gooi)
Naarden
SWV V(S)O Duin- en Bollenstreek
Rijnsburg
SWV VO Regio Utrecht West
Montfoort
SWV VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek
Gouda, Boskoop en Alphen aan den Rijn
SWV Zuid-Holland West VO
Madestein en Westvliet
SWV VO Voorne-Putten en Rozenburg
Anna Hoeve Brielle
SWV Passend Onderwijs Dordrecht
Dordrecht en Mavo Stek
SWV PasVOrm Gorinchem e.o.
De Bossekamp (Ottoland) en Omnia College
SWV Voortgezet Onderwijs Zuid-Utrecht
Houten
SWV VO Hoeksche Waard (VO-HW)
Klaaswaal
116
117
Stichting Wellant Postbus 177 3990 DD Houten