GEÏNTEGREERD
Dit jaarverslag is een uitgave van Stichting Wellant. Met zorg samengesteld. Een warm woord van dank aan alle mensen die hieraan hebben meegewerkt. Colofon Ontwerp en DTP: ZIGT Studio Fotografie: Willem Jan Ritman, Bart van Rongen, Hollandse Hoogte en Geert Bruins. Eindredactie: Stichting Wellant
INHOUD
Voorwoord college van bestuur
4
Inleiding en leeswijzer
6
Hoofdstuk 1 Bestuur en organisatie 1.1 Missie en ambitie 1.2 Organisatiestructuur 1.3 Bestuur en governance 1.4 Inrichting medezeggenschap 1.5 Structurele samenwerking op instellingsniveau 1.6 Klachten- en klokkenluidersregeling
10 11 12 12 13 14 15
Hoofdstuk 2 Onderwijs algemeen 2.1 Strategie 2.2 Instellingsplan en kritieke succesfactoren 2.3 Kwaliteitsbeleid 2.4 Cursussen & trainingen
16 17 17 17 18
Hoofdstuk 3 Wellant vmbo 3.1 Voldoende onderwijskwaliteit (KSF 1) 3.2 Innovatie (KSF 2) 3.3 Versterking regionale samenwerking (KSF 3) 3.4 Internationalisering (KSF 4) 3.5 Informatie op locatieniveau
20 21 26 27 28 28
Hoofdstuk 4 Wellant mbo 4.1 Voldoende onderwijskwaliteit (KSF 1) 4.2 Innovatie (KSF 2) 4.3 Versterken regionale samenwerking (KSF 3) 4.4 Internationalisering (KSF 4)
30 32 35 38 38
Hoofdstuk 5 Wellantcollege breed 5.1 Professionalisering (KSF 5) 5.2 Medewerkers 5.3 Duurzaamheid (KSF 6) 5.4 Gezonde bedrijfsvoering (KSF 7)
40 41 43 43 44
Hoofdstuk 6 Financiën 6.1 Financieel resultaat 6.2 Balans per 31 december 2017 6.3 Financiële ratio’s 31 december 2017 6.4 Treasurybeleid 6.5 Notitie helderheid
48 49 51 52 53 54
Hoofdstuk 7 Continuïteitsparagraaf
56
Hoofdstuk 8 Bericht van de raad van toezicht
68
Hoofdstuk 9 Jaarrekening 2017
72
Hoofdstuk 10 Bijlagen
98 3
VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR
4
VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR
2017, voor Wellantcollege een jaar van verkennen en keuzes maken. De samenleving en de arbeidsmarkt veranderen in hoog tempo. Ons doel is leerlingen en studenten daar zo goed mogelijk op voor te bereiden. Dit in nauwe samenwerking met het (regionale) bedrijfsleven. Regioleren en het samen vormgeven van projecten vanuit regionale investeringsfondsen (RIF’s) zijn daar mooie voorbeelden van. Ze versterken innovaties en zorgen voor een goede afstemming van het onderwijs op de arbeidsmarkt. In 2017 hebben we een vergaande bestuurlijke samenwerking met de Aeres Groep verkend. Hoewel er inhoudelijk de nodige complementariteit was is uiteindelijk in goed onderling overleg besloten de verkenning te beëindigen. De onderlinge verschillen in cultuur en besturing bleken op dat moment te groot om succesvol te kunnen gaan samenwerken. Op onderwijsprogramma’s is inhoudelijk de samenwerking gewoon in stand gebleven, net zoals wij ook samenwerken met andere groene en niet-groene onderwijsinstellingen.
Wellantcollege blijft waakzaam op zijn financiële positie en neemt -ook in 2018- maatregelen waar nodig om stabiliteit te borgen. We zien dat er, door de snel veranderende wereld om ons heen, behoefte is aan een nieuwe generatie praktijkmensen en specialisten die met de juiste kennis, flexibiliteit en vaardigheden een goede bijdrage kunnen leveren aan grote en dringende vraagstukken als klimaat, energie, water, voeding en welzijn van mens en dier. Dat vraagt om een nieuwe positionering en profilering van ons onderwijs. De basis hiervoor is in 2017 gelegd en vol vertrouwen zijn we daarmee 2018 ingestapt, om samen met onze locaties daar vorm en inhoud aan te gaan geven. Annemarie Moons en Kees van Ast college van bestuur
Kwaliteit zien we als basisvoorwaarde voor succes. Daar werken we hard aan, met resultaat! Zo hebben al onze vmbo’s ook dit jaar weer voor alle leerwegen het basisarrangement ontvangen, hebben onze mbo studenten tien medailles (zeven keer goud, twee keer zilver en een keer brons) weten te behalen tijdens Nationale Skills-kampioenschappen en er wordt tot over de grenzen een beroep gedaan op de vakkennis van onze docenten. Het zijn een paar voorbeelden, maar wel illustratief voor de talenten die wij in huis hebben en waar we trots op zijn. Om kwaliteit en innovatiekracht te kunnen blijven borgen sturen we strak op een optimale inzet van mensen en middelen. Essentieel, wetende dat het aantal jongeren in Nederland gestaag afneemt en het onderwijs over de volle breedte te maken krijgt met een krimpend aantal leerlingen en studenten. Een van de maatregelen die we genomen hebben is het versterken van het mbo-opleidingsaanbod in Dordrecht door ook het aanbod van Gorinchem daarin onder te brengen. Bij het Ministerie van OCW is de huidige onderbekostiging van het groene mboonderwijs nadrukkelijk onder de aandacht gebracht. In de loop van 2018 verwachten we dat het Ministerie zich hierover zal uitspreken.
5
INLEIDING EN LEESWIJZER Voor u ligt het geĂŻntegreerd jaarverslag 2017 van de Stichting Wellant. Dit jaarverslag bestaat uit een toelichting op de belangrijkste ontwikkelingen en behaalde resultaten in 2017. 6
INLEIDING EN LEESWIJZER
Elk jaar bespreekt het college van bestuur met de raad van toezicht een aantal (financieel) strategische planningsdocumenten. Het gaat hierbij om de meerjarenbegroting, het strategisch huisvestingplan, het financieringsplan en het instellingsplan. Deze documenten samen bevatten de beleidsrijke onderbouwing van de te behalen resultaten en de daarvoor noodzakelijke middelen voor de komende jaren. Het instellingsplan bevat de innovatie- en verbeteragenda voor een periode van vijf jaar. Op basis van de strategie van Wellantcollege, het instellingsplan en een analyse van de interne en externe ontwikkelingen zijn de speerpunten bepaald. De speerpunten voor 2017, met een doorkijk naar 2018, worden in dit jaarverslag verantwoord. In dit jaarverslag wordt ook toelichting gegeven op de onderdelen van de resultatenbox (een aantal kerngegevens van de instelling). Deze indicatoren zijn door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, de Inspectie van het Onderwijs, de MBO Raad en de AOC Raad uitgewerkt en zijn een verplicht onderdeel van het geïntegreerd jaarverslag van bekostigde onderwijsinstellingen.
Dit jaarverslag is conform de wettelijke eisen en de Richtlijnen van de Raad van de Jaarverslaggeving opgesteld. In de continuïteitsparagraaf beschrijft Wellantcollege het beleid dat is gerelateerd aan verwachte ontwikkelingen op belangrijke beleidsterreinen voor de komende jaren. Dit gebeurt conform het format dat is opgesteld door de MBO Raad en landelijk wordt gevolgd. Veel van onze stakeholders zijn zeker ook geïnteresseerd in relevante ontwikkelingen per locatie of per regio. Voor iedere afzonderlijke vmbo-locatie is op ‘Vensters VO’ (www.scholenopdekaart.nl) informatie te vinden over de locatie zelf, studieresultaten en samenwerking met de omgeving. De uitgebreide financiële jaarrekening met de financiële verantwoording voor de bekostigende ministeries is in een apart hoofdstuk gepresenteerd.
7
BESTUURS VERSLAG
9
BESTUUR EN ORGA NISATIE
10
1.1 Missie en ambitie De missie van Wellantcollege is “werken aan een gezonde en leefbare toekomst door uit te blinken in groen onderwijs”. Het groene onderwijs heeft een eigenstandige positie in het Nederlandse onderwijslandschap. Het heeft daarin verworvenheden die van vitaal belang zijn voor de kwaliteit van dienstverlening aan leerlingen, studenten en bedrijven. Het gaat hierbij om de verbinding en kennisdoorstroom in de groene kolom, de verwevenheid met het bedrijfsleven, de betrokkenheid van docenten met de beroepsinhoud, de passie van alle medewerkers om het beste uit leerlingen en studenten te halen, het ondernemerschap in het ontwikkelen van nieuwe opleidingen, de maatschappelijke betekenis in het opleiden van (kwetsbare) jongeren, het aanbieden van nabij gelegen, kleinschalig georganiseerd onderwijs aan vmbo en mbo leerlingen/studenten en het aanbod van kleine, maar economisch zeer relevante opleidingen.
onderwijs van erkend hoge kwaliteit, ondersteund met een goed werkende ICT-infrastructuur, in een veilige omgeving waarin onze leerlingen maximaal hun talenten ontwikkelen.” Het verzorgingsgebied van Wellantcollege is voortdurend aan veranderingen onderhevig. Demografische ontwikkelingen zorgen ervoor dat de leerlingen- en studentenaantallen van jaar tot jaar per locatie fluctueren. Hoewel er in het gebied geen sprake is van krimp, heeft Wellant wel te maken met de effecten van de opwaartse druk bij de overstap van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs. In het mbo is het aanbod van groene opleidingen binnen Wellantcollege groot. Door de opleidingen meer te concentreren en expertise in zogenaamde kenniscentra te bundelen, wil Wellantcollege zijn opleidingen verder moderniseren, in aansluiting op maatschappelijke en regionale ontwikkelingen. Hiermee bereiken we een breder publiek en ontstaat er een aantrekkelijk en modern onderwijspalet.
Thema’s als voedselzekerheid, water, klimaat, gezondheid en duurzaamheid zijn van toenemend belang, in een snel veranderende wereld waarin gebrek aan ruimte en grondstoffen een gegeven is. De groene leefomgeving en de groene technologie staan daardoor steeds meer in de belangstelling. De agrarische sector levert een aanzienlijk deel van de export van Nederland. Nederland is de tweede exporteur in de wereld. De groene sector vormt daarmee een belangrijke pijler voor de Nederlandse economie. De herwaardering van de kennisintensieve maakindustrie en de agrosector heeft impact op het groene onderwijs en de tijd van alleen “donkergroen” onderwijs is voorbij. De groene sector integreert meer en meer met andere sectoren. Succesvol groen onderwijs, gericht op het voorbereiden van een nieuwe generatie vakmensen en specialisten sluit hierop aan.
In 2017 heeft Wellantcollege voluit doorgewerkt aan de implementatie van de Strategie 2015 – 2020. De voortgang van het merendeel van de doelstellingen ligt op koers en een aantal is al gerealiseerd. Het nieuwe beroepsgerichte programma in het vmbo en de herziene kwalificatiestructuur in het mbo worden uitgevoerd. Alle leerwegen in het vmbo zijn door de onderwijsinspectie gewaardeerd met basisarrangement. Ter verdieping en verbreding van de strategie zijn bijeenkomsten op diverse niveaus georganiseerd met thema’s als kwaliteit, duurzaamheid, aansluiting vmbo/mbo en leiderschap. Uitgebreide verkenning heeft plaatsgevonden naar een mogelijke samenwerking tussen Aeres Groep en Wellantcollege. Daarnaast is de markt op het gebied van “Leven Lang Ontwikkelen” verder verkend en dit heeft geleid tot een aantal nieuwe activiteiten.
Wellantcollege vervult een maatschappelijke functie door het aanbieden van groen onderwijs, cursussen en functiegerichte trainingen aan twaalf- tot zevenenzestigjarigen. Met kleinschalig, veilig en op het individu afgestemd onderwijs en onderwijsondersteuning voorziet Wellantcollege in een behoefte van leerlingen, studenten, cursisten, ouders, bedrijfsleven en instellingen. Wellantcollege begeleidt mensen in het optimaal ontwikkelen van hun talenten. In aansluiting op de missie heeft Wellantcollege als grote groene onderwijsaanbieder de volgende ambitie geformuleerd: “Wellantcollege heeft in 2020 een koppositie in de groene sector in de Randstad door het aanbieden van modern groen
Een belangrijk element uit de Wellant-strategie is het in hun kracht zetten van de onderwijsteams. In het mbo worden daartoe “selfies” uitgevoerd. Met het invullen van deze selfie krijgt ieder teamlid de gelegenheid om een oordeel te geven over hoe op een bepaald moment de prestaties van het team zijn ten opzichte van: • de specifieke ambities van het onderwijsteam; • de kwaliteitsdoelstellingen van Wellantcollege mbo; • het waarderingskader van de inspectie. Jaarlijks wordt de selfie ingevuld als onderdeel van de kwaliteitscyclus binnen Wellantcollege. Het resultaat van de teamselfie dient o.a. als input voor het teamplan van het eerstvolgende schooljaar. 11
1 BESTUUR EN ORGANISATIE
In het vmbo is de locatie de organisatorische eenheid die verantwoordelijk is voor de realisering van een zo hoog mogelijke onderwijskwaliteit. Ook daar wordt voor de zelfevaluatie van 2017 gebruik gemaakt van de zgn. selfie. De vmbo-locaties en de mbo-teams moeten aantoonbare bijdragen kunnen leveren aan de strategie van Wellant, dat wil zeggen: • Bieden van modern groen onderwijs; • Investeren in de doorlopende leerlijn, o.a. door het bieden van goede groene lob- programma’s; Bijdragen aan de bewustwording van de economisch relevantie van de innovatieve, duurzame groene sector.
uitoefenen. Het college van bestuur volgt bij de uitoefening van zijn werkzaamheden de branchecode voor goed bestuur in het mbo. Nevenfuncties college van bestuur Mw. drs. J.M.P. Moons • Lid van Raad van toezicht woningcorporatie Huis en Erf te Schijndel • Voorzitter Stichting Climate Adaptation Services • Lid raad van commissarissen Leisurelands • Lid raad van commissarissen Logistieke Hotspot Rivierenland (tot 1-10-2017) Dhr. ir. K.J. van Ast • Onafhankelijk voorzitter Stichting KwaliteitsControle-Bureau (ZBO)
1.2 Organisatiestructuur Organogram Wellantcollege 2015 - 2017
RAAD VAN TOEZICHT (RVT) • ONDERNEMINGSRAAD • OUDERRAAD • STUDENTENRAAD
COLLEGE VAN BESTUUR (CVB)
BESTUURSSECRETARIAAT
DIRECTEUR STRATEGIE
CONCERN CONTROL
ONDERSTEUNENDE DIENSTEN
UNIT BDO HRM
DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING IN DE REGIO
DIRECTIE MBO
LOCATIES MBO
BEDRIJFSVOERING MBO
1.3 Bestuur en governance De stichting Wellant kent een raad van toezicht die de leden van het college van bestuur benoemt en toezicht houdt op de werkzaamheden van het college. Het college van bestuur bestond ultimo 2017 uit drie personen: • Mw. drs. J.M.P. Moons (voorzitter) • Dhr. drs. H.W.M. Jansen (lid) • Dhr. ir. K.J. Van Ast (interim lid cvb) De heer Van Ast is medio oktober 2017 door de raad van toezicht benoemd tot interim lid van het college van bestuur. Dit in verband met de afwezigheid van de heer Jansen, die wegens ziekte zijn functie niet kon 12
UNIT BEDRIJFSVOERING
BEDRIJFSVOERING VMBO
DIRECTIE VMBO
LOCATIES VMBO
• Onafhankelijk voorzitter Stichting bloembollenkeuringsdienst (ZBO) • Lid RvC Bedrijfstechnologisch Centrum Twente BV (BTC) • Lid RvT Stichting Novel-T (voorheen Kennispark Twente) • Voorzitter Stichting Agro Quality Support Beheer • Lid RvC Twente Technology Fund BV • Voorzitter Topconsortium Tuinbouw & Uitgangsmaterialen (TKI) • Risk and Compliance Officer van InnovationIndustries U.A. Dhr. drs. H.W.M. Jansen heeft geen relevante nevenfuncties.
1.4 Inrichting medezeggenschap Conform de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) heeft Wellantcollege een centrale ouderraad, een ondernemingsraad en een centrale studentenraad. Medezeggenschap ouders Iedere vmbo-locatie heeft een lokale ouderraad. Deze lokale ouderraden vaardigen elk jaarlijks tenminste één ouder af naar de centrale ouderraad. Het college van bestuur voert tenminste vier keer per jaar overleg met de centrale ouderraad. In 2017 is onder andere het volgende met de centrale ouderraad besproken: gepersonaliseerd leren, kaderregeling schoolkosten, samenwerking met Aeres Groep, proces instemming hoofdlijnen begroting 2018 en marketing & communicatie van de locaties. De leden van de centrale ouderraad wisselen iedere vergadering voorbeelden uit van ouderparticipatie. De bevoegdheden van de centrale ouderraad en lokale ouderraden zijn vastgelegd in interne reglementen. Medezeggenschap leerlingen en studenten Vrijwel iedere vmbo-locatie heeft een leerlingenraad. De leerlingenraad heeft regelmatig overleg met het management van de locatie. De leerlingen van het vmbo worden op centraal niveau vertegenwoordigd door hun ouders in de centrale ouderraad. Iedere mbolocatie heeft een decentrale studentenraad. Vanuit deze decentrale studentenraden worden per locatie 1 á 2 studenten afgevaardigd in de centrale studentenraad. De centrale studentenraad vergadert tenminste drie keer per jaar met het college van bestuur. In 2017 is onder andere gesproken over: • Kaderregeling schoolkosten, • Wijzigingen Onderwijsovereenkomst en procedureaanvragen nieuw keuzedeel, • Medezeggenschapsconferentie medezeggenschapsraden 2017, • Macrodoelmatigheid in relatie tot opleidingsportfolio, • Hoofdlijnen begroting 2018, • Profielschets voorzitter raad van toezicht en lid raad van toezicht, • Onderwijsovereenkomst; algemene Voorwaarden en opleidingsblad 2018-2019. De rechten en plichten van alle leerlingen en studenten binnen Wellantcollege zijn vastgelegd in een leerlingenstatuut. De bevoegdheden van de studentenraden in het mbo zijn vastgelegd in de wet en in interne reglementen.
Medezeggenschap personeel Wellantcollege heeft een ondernemingsraad (OR) met in totaal vijf leden. Begin 2012 is een aantal afspraken omtrent de onderlinge werkwijze tussen OR en college van bestuur schriftelijk vastgelegd. De kern daarvan is een open en transparante onderlinge werkwijze, die soms verder gaat dan alleen de onderwerpen die in de Wet op de Ondernemingsraden en het Professioneel Statuut zijn vastgelegd. Medezeggenschapsconferentie “leren en loopbaan” Op initiatief van de raad van toezicht heeft in april 2017 een medezeggenschapsconferentie plaatsgehad met alle centrale medezeggenschapsgremia van Wellantcollege. Ook het college van bestuur was daarbij aanwezig. Het thema van de conferentie was “leren en loopbaan”. Via een interactief programma, deels voorbereid door de studenten en met korte presentaties van docenten, leerlingen en vanuit het bedrijfsleven, is veel informatie uitgewisseld en zijn discussies gevoerd. Alle deelnemers waren na afloop enthousiast over het programma en de onderlinge sfeer. Voor de raad van toezicht was dit een gelegenheid om tussen de verschillende programmaonderdelen door informeel contact te hebben met ouders, studenten en medewerkers. Al met al reden om ook in 2018 een medezeggenschapsconferentie te organiseren. Instemming op hoofdlijnen begroting door medezeggenschapsraden Per 1 januari 2017 is bij wet bepaald dat de ondernemingsraad, de centrale ouderraad en de centrale studentenraad instemming hebben op de hoofdlijnen van de begroting. In november en december is met de betrokken raden een proces doorlopen om uiteindelijk te komen tot instemming op hoofdlijnen van de begroting 2018. Gezien de complexiteit van dit onderwerp en het korte tijdsbestek waarin een en ander moest plaatsvinden kon deze instemming eerst in januari 2018 worden bereikt. Met betrekking tot het proces dat in 2018 doorlopen wordt is afgesproken dat de drie medezeggenschapsraden van begin af aan samen optrekken. Ook is afgesproken dat het college van bestuur de medezeggenschapsraden in een vroeg stadium meeneemt in de totstandkoming van de begroting en de keuzes die daaraan ten grondslag liggen.
13
1 BESTUUR EN ORGANISATIE
1.5 Structurele samenwerking op instellingsniveau Inholland Wellantcollege en Hogeschool Inholland werken in de Randstad al geruime tijd, in diverse contexten, met elkaar samen. In Amsterdam leidt de samenwerking tussen beide instellingen tot participatie van hbo- en mbo-studenten binnen gezamenlijke projecten. Ook wordt peer-coaching gerealiseerd. Inholland levert een bijdrage aan de realisatie van het Kenniscentrum teelt, handel en techniek in Aalsmeer als participant binnen de Publiek Private Samenwerking (PPS) die gerealiseerd is op basis van een toekenning van Regionaal Investeringsfonds (RIF). De opleiding Greentec van Wellant is gehuisvest in het gebouw van Inholland Delft. In toenemende mate wordt er op opleidingsniveau, binnen projecten samengewerkt. Hogeschool Inholland levert ook een bijdrage aan de PPS Waterroute (RIF). Inholland en Wellantcollege participeren beide in Borderless Network. Ten aanzien van kennisvragen in een internationale context op de scheidslijn MBO-HBO acteren beide instellingen als prefered partner. In de Randstad profileren Inholland en Wellantcollege zich als samenwerkingspartners binnen de groene kolom. Kennisdeling en gezamenlijke deelname aan projecten maken ook onderdeel uit van de samenwerking. Da Vinci College Da Vinci College en Wellant mbo Gorinchem zijn gezamenlijk gehuisvest in het gebouw aan de Mollenburgseweg. Naast de samenwerking op facilitair gebied is ook de verbinding gezocht tussen beide organisaties met betrekking tot de onderwijsactiviteiten. Vanuit efficiëntie overwegingen is besloten de groene mbo-opleidingen in Gorinchem af te bouwen en met ingang van 1 augustus 2018 te verplaatsen naar Dordrecht. Van Hall Larenstein De samenwerking met Hogeschool Van Hall Larenstein richt zich met name op het thema water. Er wordt daarbij gewerkt aan een doorlopende leerlijn mbo – hbo. Centraal daarbij staan de inhoudelijke afstemming en het invulling geven aan randvoorwaardelijke elementen om het studiesucces van de gediplomeerde mbo-er in het hbo te vergroten.
14
ROC Mondriaan Op de TU-campus in Delft (locatie Hogeschool Inholland) bieden Welllant mbo en Mondriaan respectievelijk de opleidingen Greentec en Mechatronica aan. Tussen beide instellingen wordt samengewerkt in de uitvoering van de opleidingen. Ook participeert Hogeschool Inholland in de samenwerking. Stichting OVO De onderwijsactiviteiten van Wellant vmbo in Gorinchem zijn ondergebracht bij en in een gebouw van Stichting OVO. Wellant vmbo en het niet-groene vmbo van Stichting OVO in Gorinchem voeren hun activiteiten uit onder de naam Omnia college. Eind 2017 is het overleg gestart om de samenwerking tussen het groene vmbo van Wellant en het niet-groene vmbo te beëindigen. Het groene vmbo wordt dan ondergebracht in Dordrecht en Ottoland. Next Education Group Onderdeel van de Roadmap Next Economy binnen de Metropool Regio Rotterdam Den Haag Twaalf mbo- en hbo-instellingen (Inholland, Zadkine, Albeda, Rijnlandcollege, Mondriaan, Haagse Hogeschool, Hogeschool Rotterdam, Scheepvaart en Transport College, Lentiz, Da Vinci College, Techniekcollege Rotterdam, Wellant) in het zuidelijke deel van ZuidHolland vormen de RNE Next Education Group. Doel is het vormgeven van meer flexibel onderwijs dat midden in de samenleving staat, bijdraagt aan oplossingen van complexe maatschappelijke problemen en de aspirant medewerkers aflevert waar bedrijven om vragen voor de beroepen van vandaag en morgen. De onderwijsinstellingen in de RNE Next Education Group werken samen aan drie belangrijke veranderpaden (transitiepaden): • Innovatie van het onderwijs, nieuwe manieren van leren, flexibiliseren van het onderwijs, talentontwikkeling en onderwijsvernieuwing • Het neerzetten van het onderwijs als maatschappelijk partner, leven lang ontwikkelen, wijk- en praktijkleren • Samenwerken met het bedrijfsleven, samen innoveren, ontwikkelen en invulling geven aan curricula, studenten ondersteunen om te gaan ondernemen, delen van faciliteiten voor onderzoek en productontwikkeling (fieldlabs)
In 2017 zijn projecten gedefinieerd om tot uitvoering te brengen in 2018 met ondersteunende middelen van de Europese investeringsbank/Europese unie. • Continueren, verbreden en intensiveren van de samenwerking binnen de RNE Next Education Group • Campusvorming door participanten op basis van thema’s • Solutionlabs, oplossingsrichtingen ontwikkelen voor wicked problems in de regio • Projecten van participerende instellingen, individueel dan wel in clusters.
rechtstreeks tot het college van bestuur. Het bestuur verwijst deze klachten ter afhandeling terug naar de betreffende regiodirecteur. In het overgrote deel van de gevallen kan de regiodirecteur betreffende klacht naar tevredenheid afhandelen. Deze klachten zijn niet opgenomen in bovenstaande telling.
Aeres Groep In 2016 zijn gesprekken gestart met Aeres-Groep om te verkennen welke mogelijkheden er zijn om te komen tot intensivering van de samenwerking tussen Aeres en Wellantcollege. In 2017 hebben de gesprekken geleid tot een verdere verkenning van een mogelijke bestuurlijke samenwerking tussen beide organisaties. Projectgroepen hebben een verkenning uitgevoerd op basis van de volgende onderwerpen: visieontwikkeling, organisatiecontouren, medezeggenschap, due diligence, juridische aspecten en communicatie. Medio oktober 2017 hebben Wellantcollege en Aeres besloten de verkenning naar een bestuurlijke samenwerking te beëindigen. De verschillen in cultuur en besturing waren groter dan verwacht. Dit vormde een te groot risico om samen een innovatieve koers te kunnen volgen, gericht op kwalitatief hoogstand groen onderwijs. Wellantcollege en Aeres blijven wel samenwerken op inhoudelijke thema’s.
Klachten konden tot 1 september 2017 ook gemeld worden bij de ombudslijn mbo. In 2017 is daar één klacht aangemeld. Deze kon naar tevredenheid worden opgelost.
1.6 Klachten- en klokkenluidersregeling Algemene klachtenregeling ouders en studenten Wellantcollege kent een Algemene Klachtenregeling, opgenomen in het leerlingenstatuut. Deze klachtenregeling is van toepassing is op alle (ex)leerlingen en studenten van Wellantcollege, inclusief cursisten, dan wel hun wettelijke vertegenwoordigers. Ook bedrijven en andere bij Wellantcollege betrokken personen kunnen op grond van deze regeling een klacht indienen. Het college van bestuur heeft in 2017 vier klachten ontvangen en afgehandeld conform de Algemene Klachtenregeling: drie klachten van ouders en een klacht van een niet direct bij Wellant betrokken persoon. Regelmatig wenden ouders zich met een klacht
Wellantcollege is aangesloten bij de Stichting Onderwijsgeschillen. Belanghebbenden kunnen hun klacht ook rechtstreeks daar voorleggen. In 2017 betrof dit één klacht. Deze klacht is behandeld door de onderwijsgeschillencommissie en ongegrond verklaard.
Klachtenregeling ongewenst gedrag Naast de Algemene Klachtenregeling kent Wellantcollege een Klachtenregeling Ongewenst gedrag. Het college van bestuur heeft in 2017 conform deze regeling geen klachten ontvangen. Algemene klachtenregeling personeel en Interne geschillencommissie toepassing cao Klachten van medewerkers over de toepassing van de cao worden afgehandeld door de Interne geschillencommissie cao. Er zijn in 2017 geen klachten op grond van deze regeling ontvangen. Wanneer een medewerker niet tevreden is over de afhandeling van een klacht door de Interne geschillencommissie cao kan hij in beroep gaan bij de Commissie van Beroep BVE. Deze commissie wordt in stand gehouden door de Stichting Onderwijsgeschillen. Klachten van medewerkers die niet gerelateerd zijn aan de cao worden afgehandeld volgens de Algemene Klachtenregeling Personeel. Het college van bestuur heeft op grond van deze klachtenregeling één klacht van een personeelslid ontvangen. Klokkenluidersregeling De stichting Wellant kent sinds 2007 een Klokkenluidersregeling. Deze regeling is in 2014 bijgesteld met instemming van de Ondernemingsraad en met goedkeuring van de raad van toezicht. In 2017 zijn geen misstanden conform deze regeling gemeld.
15
ONDERWIJS ALGEMEEN
16
2.1 Strategie De strategie 2015-2020 van Wellantcollege is ook in 2017 richtinggevend geweest bij de uitvoering van de onderwijsactiviteiten. De belangrijkste onderwerpen hierin zijn het verbeteren van de onderwijskwaliteit, de vormgeving van de kenniscentra in het mbo, de aansluiting van de keuzedelen in de nieuwe programmastructuur van het vmbo daarop en de uitbreiding van gepersonaliseerd leren in het vmbo. Duurzaamheid heeft vorm gekregen als rode draad thema in de curricula van mbo en vmbo en in de bedrijfsvoering van Wellantcollege. Internationalisering heeft als strategisch thema meer verbreding gekregen.
2.2 Instellingsplan en kritieke succesfactoren In het instellingsplan 2015-2020 geeft Wellantcollege een concretisering van de strategie. De strategische keuzes richten zich op een zevental thema’s die vertaald zijn in kritieke succesfactoren van de organisatie. De zeven thema’s zijn nader uitgewerkt en van een prioritering voorzien. Voor elk onderdeel in de strategie is een vertaalslag gemaakt naar doelen en middelen inclusief een tijdspad. Voorafgaand aan de planvorming is eerst ingegaan op de implementatie en veranderstrategie met krachtige teams in de basis. Vervolgens zijn de ambities van Wellant mbo en Wellant vmbo vertaald in doelen en activiteiten per kritieke succesfactor (KSF). Hierbij is gekozen voor een verdeling van de KSF-en in drie delen: een mbo-, een vmbo- en een Wellantbreed gedeelte. Het schoolplan vmbo en het kwaliteitsplan mbo maken deel uit van het instellingsplan. Overzicht kritieke succesfactoren (KSF) 2015-2020: • KSF1 Voldoende onderwijskwaliteit vmbo en mbo afzonderlijk • KSF2 Innovatie vmbo en mbo afzonderlijk • KSF3 Versterken regionale samenwerking vmbo en mbo afzonderlijk • KSF4 Internationalisering vmbo en mbo afzonderlijk • KSF5 Professionele organisatie Wellantbreed • KSF6 Duurzaamheid Wellantbreed • KSF7 Gezonde bedrijfsvoering Wellantbreed
Het Instellingsplan is voor college van bestuur, de regio/ unitdirecteuren en teamleiders aangrijpingspunt om de invulling van de strategie in de praktijk vorm te geven. Teamleiders hebben samen met hun teams de uitwerking voor de locatie opgepakt in respectievelijk team-/ locatieplannen en hebben hier uitvoering aan gegeven.
2.3 Kwaliteitsbeleid De implementatie van strategie en instellingsplan vindt in hoge mate plaats via de bestaande organisatie- en overlegstructuur van Wellantcollege. Een essentieel onderdeel hierbij is de Wellant kwaliteitszorgcyclus. De kwaliteitszorgcyclus is het geheel van maatregelen dat ervoor zorgt dat de doelstellingen van Wellantcollege op een effectieve en efficiënte wijze leiden tot de gewenste resultaten. Het instellingsplan wordt jaarlijks vertaald naar een kaderbrief. De kaderbrief levert input voor de team-/locatie-/unitplannen. De voortgang van de plannen wordt meerdere malen per jaar besproken en resulteert in teamrapportages aan de vmbo- en mbo-directies en termijnrapportages door vmbo-, mbo- en unitdirecties aan het college van bestuur. De vraag of de goede dingen worden gedaan en of dit ook goed gedaan wordt, wordt gecheckt via audits, inspectierapporten, tevredenheidsmetingen en gesprekken met ouders, medewerkers, studenten/leerlingen en bedrijven. Op basis van de uitkomsten worden doelen en/of resultaten geanalyseerd en, indien nodig, bijgesteld in de volgende kaderbrief. In 2017 is de tweede versie van de locatieschouw gepubliceerd. In de locatieschouw wordt iedere vmbo-locatie gescoord op de prestaties van een aantal indicatoren. In het mbo wordt gewerkt aan een risicomatrix. De vertaling van de kaderbrief in het team is tevens de input voor het werkverdelingsbeleid en ook voor scholingsplan. In de teams vindt prioritering van doelstellingen plaats op basis van in- en externe analyse en beschikbare competenties en middelen.
17
2 ONDERWIJS ALGEMEEN
2.4 Cursussen & trainingen In 2017 heeft Wellantcollege leven lang ontwikkelen verder doorontwikkeld. Het aanbod van cursussen, trainingen en opleidingen is uitgebreid, met name voor de groene sector (ten behoeve van hoveniers en groenvoorzieners). Dit was mogelijk door het aflopen van het concurrentiebeding met IPC Groene Ruimte. Er is gekozen voor basisaanbod. Vanuit deze basis wordt een meer actueel en innovatief aanbod gecreëerd in samenwerking met afvaardigingen vanuit sectoren. Er vindt een verdere verbreding naar andere sectoren plaats. Deze wijze van aanpak past bij de ontwikkeling van “cursuswinkel” naar kenniscentrum. Er zijn zeven kenniscentra in ontwikkeling. Een essentieel onderdeel van een kenniscentrum is, naast de initiële activiteiten en regionale innovatie, leven lang ontwikkelen. Vanuit Houten is het merendeel aan cursussen, trainingen en opleidingen gerealiseerd. In Aalsmeer is een start gemaakt met de opzet van leven lang ontwikkelen. Rotterdam/Rijswijk en Dordrecht zullen volgen. Het proces van opschalen loopt langzamer dan verwacht. Vanuit de gezamenlijke AOC’s is een online aanbod gewasbescherming gerealiseerd en ook door Wellantcollege in de markt gezet. Komend jaar zal het online aanbod worden uitgebreid. In het kader van naamsbekendheid gekoppeld aan een leven lang ontwikkelen binnen Wellantcollege worden maandelijks in Houten (kennis)bijeenkomsten georganiseerd rond actuele thema’s. Daarnaast is in samenwerking met Tuin & Landschap een evenement georganiseerd rond het thema onkruid. Het succes van dit evenement heeft ertoe geleid dat de samenwerking wordt gecontinueerd. Naast deze activiteiten zijn activiteiten geformuleerd om planmatig de markt te benaderen. Met het doorontwikkelen van het aanbod cursussen en trainingen, de opmaat tot het verbreden naar andere sectoren en de activiteiten om de naamsbekendheid te vergroten is een stap gezet om het aantal deelnemers te laten toenemen. Met het aanbod cursussen en trainingen in 2017 heeft Wellantcollege de geprognosticeerde omzet gerealiseerd. Het positieve resultaat ten opzichte van 2016 is gegroeid. De komende jaren richt Wellantcollege zich op een groei in activiteiten en daarmee een groeiende omzet.
18
INNOVATIEF ONDERWIJS
• Koffiedik hoef je niet meer weg te gooien. Je kunt er namelijk oesterzwammen op kweken. Food docenten van Wellant hebben hun certificaat gehaald en doen dit nu samen met hun leerlingen. ‘Afval bestaat niet’ wordt zo samen met de leerlingen heel concreet in praktijk gebracht.
• Aquaponics is het kweken van groente en vissen in een eco-vriendelijk circulair systeem. In dit systeem komen aquacultuur (viskweek) en hydroponics (plantenteelt op water) samen. Aquaponics wordt gezien als een van de mogelijke oplossingen voor het voedselvraagstuk in stedelijke gebieden. Op een groot aantal Wellant vmbo-scholen staat al een proefopstelling en bij Wellant mbo worden studenten opgeleid voor een baan in deze nieuwe vorm van ‘stadslandbouw’. Medio 2018 wordt in Rotterdam het Aquaponics Training Centre geopend.
• Het Amsterdam Science Park heeft een Startup Village met 150 innovatieve werkplekken voor vernieuwende bedrijfjes. Studenten Urban Green Development van Wellant mbo in Amsterdam hebben het nog iets innovatiever en groener gemaakt door daktuinen aan te leggen.
• De leerlingenconferentie ‘Onderwijs van de Toekomst’, speciaal georganiseerd voor Wellant vmbo-leerlingen, was een schot in de roos. Vanuit zestien Wellant vmbolocaties lieten zo’n honderd leerlingen zich onderdompelen in een wereld vol digitools, onderwijsgames, sensoren, robots, programmeren, 3D-printers en bewegend leren. Een wereld die invloed heeft en krijgt op hun onderwijs. Na deze nieuwe wereld zelf ervaren te hebben, werd de leerlingen gevraagd om hun mening. En die hebben ze gegeven..... “Een robot kan veel, maar ik zie nog niet zo gauw een robot voor de klas staan”.
19
WELLANT VMBO
20
Wellantcollege vmbo zet zich nadrukkelijk in op verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Docenten helpen leerlingen in de ontwikkeling en dagen hen uit. Het lesprogramma helpt om op een resultaatgerichte manier toe te groeien naar kennis en vertrouwen die nodig zijn in de vervolgopleiding. De instroom van nieuwe leerlingen vmbo vertoont vanaf 2013 een dalende tendens. Alle locaties zijn in 2017 gestart met een aanvalsplan m.b.t. werving nieuwe leerlingen voor schooljaar 2018-2019. In 2018 wordt het aanvalsplan per locatie verder uitgewerkt tot een strategische positionering per vmbo-locatie. Daarbij sterk rekening houdend met de grote economische- en sociaalmaatschappelijke waarde van het groene onderwijs in de regio. Per 1 oktober 2016 waren er nog 9258 vmbo-leerlingen. Dit aantal is per 1 oktober 2017 gedaald naar 8881. Er zijn meer leerlingen in de bovenbouw dan in de onderbouw. In de bovenbouw neemt het aantal leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg toe en in de basisberoepsgerichte leerweg af. Het aantal leerlingen in de gemengde leerweg neemt de laatste twee jaren ook af. Hetzelfde geldt voor het aantal leerlingen in de theoretische leerweg. De indicatie voor 2018 is dat de instroom niet verder daalt. Uit onderzoek naar de demografische ontwikkelingen binnen het verzorgingsgebied van Wellantcollege blijkt, dat in de periode 2013/2014 tot en met 2016/2017: • Het aantal leerlingen van primair onderwijs naar vmbo daalt van 17900 naar 17505 (-2,3%).
• Het aantal leerlingen van primair onderwijs naar Wellantcollege vmbo daalt van 1939 naar 1855 (- 4,4%). • Het marktaandeel Wellantcollege vmbo structureel dalend is (-0,35%). Deze daling is een maatschappelijk gegeven, vanwege de steeds hogere schooladviezen en de gewenste mogelijkheid om van vmbo naar havo door te kunnen stromen. Met het in te zetten vmbo aanvalsplan, onder andere bedoeld om de aanwezigheid in de regio en de contacten met de basisscholen te versterken, is het streven de komende jaren weer een evenredig marktaandeel te realiseren.
3.1 Voldoende onderwijskwaliteit (KSF 1) Tevredenheid leerlingen De tevredenheid van de vmbo-leerlingen van Wellantcollege wordt jaarlijks door middel van een enquête gemeten. Deze resultaten worden ook landelijk gepresenteerd op Vensters voor Verantwoording / Scholen op de Kaart. In schooljaar 2015-2016 is deze landelijke leerlingenquête vernieuwd en in 2017 werd
aantal leerlingen
Instroom nieuwe leerlingen vmbo Wellantcollege (alle leerjaren) 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 ■ Totaal
2013-2014 2701
2014-2015
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2609
2478
2414
2176
21
3 WELLANT VMBO
de vragenlijst dus voor de tweede maal afgenomen. Omdat oude en nieuwe vragenlijst zich moeilijk laten vergelijken, laten we de resultaten van 2014-2015 en eerder in onderstaande overzichten buiten beschouwing. We beperken ons tot de resultaten van de afgelopen twee jaar. De gemiddelde tevredenheidscores
2017 (berekend over alle 27 vragen) zijn Wellantbreed hoger dan die van 2016: 6,87 om 6,50. In Vensters voor Verantwoording / Scholen op de Kaart worden de resultaten uitgesplitst naar drie indicatoren: Leerlingtevredenheid (16 vragen), Schoolklimaat (7 vragen) en Sociale veiligheid (4 vragen).
Aantal vmbo-leerlingen 2013-2018 12000
Totaal 8756
Totaal 9157
Totaal 9288
Totaal 9258
Totaal 8881
aantal leerlingen
10000 8000 6000 4000 2000 0
2013-2014
2014-2015
2015-2016
2016-2017
2017-2018
380 752
433 833
447 914
626 887
573 804
1399
1467
1484
1539
1652
■ Theoretische leerweg/MAVO ■ Gemengde leerweg ■ Kader-beroepsgerichte leerweg ■ Basis-beroepsgerichte leerweg ■ Basisvorming (basis-beroeps-, kaderberoeps en gemengde leerweg) ■ Praktijkonderwijs ■ Vavo
1431
1417
1574
1620
1480
4579
4767
4614
4320
4109
202 13
220 20
247 8
249 17
251 12
Leerlingenquête vmbo-wellantcollege 1000 800 600 400 200 0 ■ ■ ■ ■
Tevredenheid
Schoolklimaat
Soc. Veiligheid
5,92 6,46 6,33 6,62
6,25 6,75 6,71 7,00
9,23 8,70 9,30 9,25
Wellant 2016 Landelijk 2016 Wellant 2017 Landelijk 2017
Tevredenheid Wellant vmbo-leerlingen Eindtotaal Wellant
Vensters Landelijk
2016 (nieuwe vragenlijst: alle leerjaren)
6,50
6,87
-0,37
2017 (nieuwe vragenlijst: alle leerjaren)
6,87
7,11
-0,24
22
Verschil
Op Leerlingtevredenheid en Schoolklimaat scoort Wellantcollege onder de landelijke gemiddelden van de afgelopen jaren, al zijn de verschillen met 2016 kleiner geworden. Bij Sociale veiligheid zit Wellantcollege boven de landelijke Benchmarkcijfers. Leerlingen scoren met name hoog op de vraag over ‘het niet online gepest worden’. Tevredenheid ouders In navolging van de leerlingenquête is in 2017 ook de ouderenquête vernieuwd. De enquête bestaat nu uit 16 vragen; 15 vragen die vanuit Vensters voor Verantwoording zijn aangereikt en een aanvullende open vraag. De respons lag op 37,8%; ongeveer drie procent lager dan de respons in 2016. De ouders scoorden gemiddeld 7,75; ruim hoger dan de 7,19 van 2016. Vanwege de nieuwe vragenlijst zijn deze cijfers niet vergelijkbaar. Wellantcollege scoort net als bij de leerlingenquête zo’n 0,2 punt onder de landelijke Benchmark van 7,95. Ruim 27% van de responderende ouders heeft gereageerd op de open vraag, waarin ouders zaken aan de orde konden stellen die nog niet aan bod waren geweest. Lesuitval blijft een veel genoemd thema, hoewel dat wel per locatie verschilt. De hoogste gemiddelde vraagscore is bij de vraag over de contactmogelijkheden van de school en de laagste score is bij de vraag over de mate waarin de school de leerling weet te interesseren. Wellantbreed scoort geen enkele vraag overigens onder de 6,5. De resultaten van de ouderen leerlingenquêtes worden beschikbaar gesteld aan de locaties die ze o.a. nader analyseren binnen de teams en in gesprek met leerlingen- en ouderraad. Op basis hiervan worden de jaarlijkse locatieplannen bijgesteld. Toezicht onderwijsinspectie In 2017 zijn er geen kwaliteitsonderzoeken door de inspectie uitgevoerd op de vmbo-locaties. Alle locaties blijven daarmee voldoen aan het waarderingskader van de onderwijsinspectie. Wellantcollege heeft voor alle leerwegen op alle locaties een basisarrangement. Vanaf augustus 2017 werkt de inspectie met een nieuw waarderingskader. Alle locaties zijn hiervan op de hoogte. Onderwijsrendementen vmbo De tabel op de volgende pagina geeft een overzicht van de behaalde examenresultaten. Het betreft de cijfers voor het schoolexamen (SE), centraal examen (CE) en de resultaten van de rekentoets. Wat betreft de gemiddelde cijfers voor het schoolexamen en het centraal examen zijn er verschillen per locatie en per vak(gebeid). Deze verschillen zijn in beeld. Bij onvoldoende resultaten worden verbeteracties ingezet.
Status toezichtarrangementen Wellantcollege per 01-12-2017 BB
KB
GL
TL +
Aalsmeer Westplas Aalsmeer Groenstrook
+
+
+
Alphen aan de Rijn
+
+
+
Amersfoort
+
+
+
Amsterdam Linnaeus
+
+
Amsterdam Linnaeus PRO
+
Amsterdam Sloten
+
+
+
Boskoop
+
+
+
Brielle
+
+
+
Den Haag Madestein
+
+
+
Den Haag Westvliet
+
+
+
+
+
Dordrecht mavo Dordrecht vmbo
+
+
+
Gorinchem
+
+
+
Gouda
+
+
+
Houten
+
+
+
Klaaswaal
+
+
+
Montfoort
+
+
+
Naarden
+
+
+
Oegstgeest
+
+
+
Ottoland
+
+
+
Rijnsburg
+
+
+
Rotterdam
+
+
+
Utrecht
+
+
+
Aantal leerwegen
22
21
20
3
Waarvan aangepast toezicht
0
0
0
0
% Basisarrangement
100%
100%
100%
100%
+ = Basisarrangement
Resultaten rekentoets De progressie bij basisberoepsgerichte leerweg is gedeeltelijk te danken aan de afname van de 2A-toets, die gemakkelijker is dan de 2F-toets. Bij de kaderberoepsgerichte leerweg is Wellantcollege er nog niet in geslaagd om het criterium van > 95 % geslaagd te realiseren. De score zit nu op ca. 70 %. Bij de gemengde leerweg is een kleine teruggang te bespeuren. Steeds meer locaties hebben het rekenonderwijs op orde gekregen door investeringen in de rekensectie en door een gerichte didactiek te gebruiken. Deze aanpak wordt gecontinueerd voor alle locaties. 23
3 WELLANT VMBO
Definitieve examencijfers volgens Vensters VO – VMBO 2017 Beroepsgerichte leerweg
Kaderberoepsgerichte leerweg
Gemengde (theoretische) leerweg
Landelijke norm centraal examen cijfer
6,50
6,23
6,19
Landelijk gemiddelde centraal examen cijfer
6,82
6,35
6,38
Wellant gemiddelde centraal examen cijfer
6,88
6,30
6,26
Percentiel CE Verschil SE - CE 2016 Aantal deelnemers Percentiel slaag - %
62
36
22
-0,37
0,10
0,33
784
757
661
37
27
22
Wellant% geslaagd
98,0
94,8
89,3
Landelijk gemiddelde % geslaagd
98,1
96,0
92,8
Beroepsgerichte leerweg
Kaderberoepsgerichte leerweg
Gemengde (theoretische) leerweg
Resultaat rekentoets 2016
6,07
6,03
7,24
Resultaat rekentoets 2017
6,46
6,07
7,17
Verschil 2016 - 2017
0,39
0,03
-0,07
6,1
6,09
7,07
ca. 69
ca. 48
ca. 58
784
757
661
87
69
94
Examenresultaten
Landelijk gemiddelde 2017 Percentiel-score 2017 Aantallen toets 2F-2ER 2017 % Voldoende
vmbo VSV percentage werkelijk vs. norm, onderbouw - bovenbouw 4,00%
4,0
4,00%
3,5 3,00%
3,0 2,5 2,0 1,33%
1,5 1,0 0,5 0,0
1,19%
1,00%
1,00%
1,20%
0,75% 0,13%
0,07%
0,02%
onderbouw
bovenbouw
■ norm 2014-2015 ■ vsv 2014-2015 ■ norm 2015-2016 ■ vsv 2015-2016 ■ norm 2016-2017 ■ vsv 2016-2017
Examinering vmbo Voorbereiding examinering In oktober 2016 is handboek examenadministratie 2016-2017 digitaal verspreid. Daarmee kregen de locaties een uitgebreid draaiboek ter ondersteuning van
het examenproces. Het platform examinering vmbo vergaderde driemaal over het bespreken en evalueren 24
van praktische examenzaken, collegiale consultatie en actuele thema’s. De actuele thema’s van dit jaar waren: 1) Vernieuwing van het beroepsgericht programma; 2) Meetlat toetscyclus 3) Werken met Wolf online.
Uitvoering examinering
toetsing en afsluiting worden uniform goed ingezet.
De examens worden voorbereid en uitgevoerd op de
Schoolexamens worden voor de uitvoering nagekeken
locaties. Voor een goed verloop worden de uitvoerings-
door een onafhankelijke 2e collega. Er kan nog meer
processen door de Centrale Examencommissie (CEC)
bereikt worden wanneer locaties borgingsdocumen-
ondersteund en gemonitord conform de taakstelling.
ten voor het maken van schoolexamens structureler inzetten.
Enquête meetlat toetscyclus Om inzicht te krijgen in de uitvoering van de toetscyclus is er door de CEC een enquête uitgevoerd onder leden van de vestigingsexamencommissie en de bovenbouwdocenten. De enquête geeft zicht op sterke en zwakkere punten in de toetscyclus. De uitkomsten geven een goede 0-meting. Door de gehouden enquête is voor Wellantcollege zichtbaar, dat de basis van de toetscy-
Flexibele digitale centrale examens BB en KB Alle locaties hebben voor BB en KB flexibel digitale examens aangeboden. Voor BB en KB wordt er niet meer gewerkt met centrale examens op papier. Het Centraal Schriftelijk en Praktijk Examen (CSPE) wordt voor het kennisdeel digitaal aangeboden en voor het praktijkdeel op papier gecombineerd met computeropdrachten.
clus in Wellantcollege op orde is. Programma’s voor
Uitstroom van Wellant vmbo naar Wellant mbo juli 2017 Totale uitstroom 4e leerjaar Wellant vmbo
Totale uitstroom naar Wellant mbo
% Wellant uitstroom van totale uitstroom
137
24
17,5%
Aalsmeer Westplas
97
2
2,1%
Alphen aan de Rijn
108
23
21,3%
Amersfoort
86
0
0,0%
Amsterdam Linnaeus
30
0
0,0%
107
2
1,9%
Boskoop
72
5
6,9%
Brielle
62
0
0,0%
Den Haag Madestein
62
8
12,9%
Den Haag Westvliet
171
27
15,8%
Dordrecht mavo Stek
86
0
0,0%
169
18
10,7%
Gorinchem
12
6
50,0%
Gouda
93
17
18,3%
Houten
109
8
7,3%
Klaaswaal
85
6
7,1%
Montfoort
134
26
19,4%
Naarden
79
7
8,9%
Oegstgeest
98
12
12,2%
Ottoland
129
34
26,4%
Rijnsburg
104
12
11,5%
Rotterdam
45
5
11,1%
Utrecht
68
4
5,9%
2143
245
11,5%
Aalsmeer Groenstrook
Amsterdam Sloten
Dordrecht vmbo
25
3 WELLANT VMBO
Voortijdig schoolverlaters (VSV) Voor het vmbo geldt in de onderbouw voor 2016-2017 nog steeds een dalende trend in de aantallen VSV. Wellantcollege scoort steeds verder onder de landelijke DUO-norm. De bovenbouw is in percentages nagenoeg gelijk gebleven, maar scoort ook ruim onder de DUOnorm. Deze landelijke norm wordt jaarlijks vastgesteld. Niettemin blijft VSV, met name in de bovenbouw, een belangrijk aandachtspunt in het kader van een zo passend mogelijk onderwijsaanbod voor elke leerling. Interne doorstroom vmbo-mbo De interne doorstroom 2017 van Wellant vmbo naar Wellant mbo is uitgekomen op 11,5 %. In 2016 was dit 13,9 %. Er is dus een afname van 2,4 % in plaats van een beoogde toename met 2 %. Dit interne doorstroompercentage vertoont grote verschillen per locatie en schommelt de afgelopen zes jaren tussen de 16 en 11%.
3.2 Innovatie (KSF2) De ambitie van Wellantcollege is om in 2020 een koppositie in de groene sector in de Randstad te hebben door het aanbieden van modern groen onderwijs van erkend hoge kwaliteit, ondersteund met een goed werkende ICT- infrastructuur en in een veilige omgeving waarin leerlingen maximaal hun talenten kunnen ontwikkelen. Innovatie is een belangrijke kritieke succesfactor om deze ambitie waar te maken.
26
Programma digitaal onderwijs Binnen het programma digitaal onderwijs wordt aan drie doelen gewerkt, namelijk: 1. vormgeven van gepersonaliseerd leren ondersteund met digitale middelen. 2. onderwijs laten aansluiten op de (digitale) belevingswereld van de leerlingen. 3. vormgeven van de 21st century skills in het onderwijs. Afgesproken is dat alle locaties, voor alle 1e jaars, de implementatie van iPads voorbereiden en in het curriculum inzetten met ingang van schooljaar 2018-2019. Bijna alle locaties voldoen hieraan. Een projectteam ondersteunt, conform de uitgangspunten van het projectplan, alle locaties bij de verdere uitrol. Bijna alle locaties zijn voorzien van een iCoach en Innovator. Op de meeste plekken spelen zij een initiĂŤrende rol bij de verdere ontwikkeling en professionalisering van digitale vaardigheden. Ook de iPad-onderdompeldagen worden enthousiast bezocht. Teams volgen een eigen ontwikkelpad. De fase waarin ze zitten, verschilt per locatie. De meeste teams gebruiken de verdere uitrol van iPads om de digitale didactiek (en daarmee ook de eigen skills) verder in het curriculum een plek te geven. Modernisering groen onderwijs (Explore) Op alle locaties is voor alle leerwegen het vernieuwde programma beroepsgericht onderwijs gestart. Er zijn drie tranches. Amersfoort en Montfoort zijn voorloper. Op die locaties is mei 2017 het eerste examen afgenomen. De meeste locaties behoren tot de tweede
tranche. Op die locaties is mei 2018 voor het eerst examen in het vernieuwde beroepsgerichte programma. De derde tranche van zes scholen is dit schooljaar gestart. Daar zijn in 2018/2019 de eerste examens. De vernieuwing van het beroepsgerichte programma (explore) inclusief loopbaanoriëntatie en -begeleiding verloopt sneller dan gepland. Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) LOB is vanaf augustus 2016 een integraal onderdeel in de vernieuwde beroepsgerichte vakken bij alle leerwegen in het vmbo en maakt ook deel uit van het examenprogramma. Aanleiding hiervoor is de ontwikkeling op de arbeidsmarkt die van toekomstige werknemers een hoge mate van loopbaansturing eisen én de hoge uitval in het mbo. Wellantcollege herkende het probleem dat daaraan ten grondslag ligt. Onze tevredenheidscijfers lieten duidelijk zien dat onze leerlingen meer begeleiding en hulp zouden willen bij hun keuzeontwikkeling. Daarom heeft Wellant fors ingezet en geïnvesteerd om de LOB op een goede manier vorm te geven. Allereerst is een heldere visie op loopbaanleren vastgelegd in een kaderstellend document en breed gecommuniceerd. Deze visie is gebaseerd op het gedachtegoed van prof. dr. Marinka Kuipers, grondlegger en onderzoekster van Loopbaanleren in het beroepsonderwijs. De aanpak stoelt op bewezen effecten vanuit de vele pilotprojecten LOB. Speerpunten van onze aanpak zijn: • Integratie van LOB in het curriculum, uitgevoerd door hele team • Doorlopende leerlijn vanaf de brugklas naar bovenbouw naar mbo • Koppeling van praktijkervaringen aan loopbaanreflectiegesprekken • Betrekken van ouders In 2017 is ook een vorm gevonden om de onderlinge uitwisseling en kennisdeling te borgen. Hiervoor is een Wellant platform voor LOB-coördinatoren opgericht, waar decanen en LOB- betrokkenen actief aan deelnemen. Alle locaties geven op eigen wijze en in eigen tempo invulling aan deze uitgangspunten. Vertrekpunt is de gemeenschappelijke visie en de afspraken vastgelegd in het kaderdocument LOB. Ontwikkelingen worden gemonitord. Zo nodig wordt extra begeleiding en maatwerk ingezet. De waardering van de deelnemers is groot. Voor een aantal locaties is de scholing inmiddels helemaal afgerond. Voor andere locaties loopt deze nog
volop. De scholing verloopt vlotter dan het uitgezette tijdspad, door dat collega’s op locaties van de tweede en derde tranche vragen naar een eerdere start, die gehonoreerd wordt. Docententeams zijn positief over de ontwikkelingen. Ook zien we al duidelijk effecten op de waarderingen in de tevredenheidsmetingen.
3.3 V ersterken regionale samenwerking (KSF 3) De Regionale Educatieve Agenda van gemeenten wordt steeds belangrijker. Elke vmbo-directeur houdt zicht op de ontwikkelingen binnen de regio. Op locaties vinden regelmatig in samenwerking met het bedrijfsleven, activiteiten plaats. Deze samenwerking is veelal op basis van de persoonlijke relaties van management en docenten van de betreffende locaties. Wellantcollege participeert in vijftien regionale samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs (zie het overzicht in bijlage 1). Iedere vmbo-locatie is aangesloten bij een van de vijftien samenwerkingsverbanden in het kader van passend onderwijs. In de besturen van de samenwerkingsverbanden wordt Wellantcollege vertegenwoordigd door een vmbo-directeur. De regio Hoeksche Waard heeft zich per 16 augustus 2017 afgesplitst van het samenwerkingsverband Koers VO en is zelfstandig als Stichting Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Hoeksche Waard gestart. Voor Wellantcollege betreft dit de locatie Klaaswaal. De locatie VMBO Rotterdam wordt afgebouwd. In schooljaar 2017/2018 is er alleen nog een examenjaar. Dat betekent dat de participatie in het Samenwerkingsverband Koers VO ophoudt. Op het niveau van de samenwerkingsverbanden spelen twee belangrijke thema’s namelijk de verantwoording en (her)verdeling van gelden voor leerwegondersteunend onderwijs over de scholen binnen het samenwerkingsverband en de governance-ontwikkeling, waarbij in de organisatiestructuur van het samenwerkingsverband meer onderscheid gemaakt wordt tussen besturen en toezicht houden. De vmbo-locaties hebben in samenspraak met het samenwerkingsverband het schoolondersteuningsprofiel (SOP) opgesteld of bijgesteld.
27
3 WELLANT VMBO
3.4 I nternationalisering vmbo (KSF 4) Internationalisering is een instrument om het onderwijs verder te ontwikkelen en de kwaliteit ervan te verbeteren, aantrekkelijker te maken en om beter aan te sluiten op
3.5 I nformatie op locatieniveau Actuele informatie over iedere Wellant vmbo-school in de vorm van cijfers, vergelijking met andere scholen en een toelichting door de school zelf is te raadplegen op de website www.scholenopdekaart.nl. Op deze website is informatie te vinden over alle middelbare scholen in Nederland. Deze informatie dient ook als publieke verantwoording. Primaire doelgroepen zijn ouders, leerlingen en andere belangstellenden van de school. Wellantcollege gebruikt ‘Vensters VO’ ook intern voor het maken van managementrapportages en het samenstellen van locatierapporten. De website www.scholenopdekaart.nl ondersteunt tevens leerlingen van groep 8 en hun ouders bij het maken van de schoolkeuze. Daarnaast bevat de eigen website van Wellantcollege veel informatie over de afzonderlijke vmbo-locaties. Zie hiervoor: https://wellant.nl/vmbo.
Informatie over iedere Wellant vmbo school staat op www.scholenopdekaart.nl maatschappelijke ontwikkelingen en de arbeidsmarkt. Voor Wellant gaat internationalisering in het vmbo vooral om maatschappelijke vorming: bewustwording van de internationale verwevenheid van onze maatschappij en economie en begrip krijgen voor andere culturen. Die internationale bewustwording vindt plaats in een geïntegreerde setting en dient als voorbereiding op het mbo. De nadruk ligt daarbij op ‘internationalisation at home’; activiteiten in en rondom de eigen omgeving die Wellant organiseert, zodat leerlingen internationale competenties ontwikkelen. Denk hierbij aan het koppelen van het reguliere onderwijsprogramma met een internationale dimensie. Zo rouleren vmbo-leerlingen iedere zes weken in een carrousel in het kader van beroepenoriëntatie. Internationalisering is een van de thema’s die ze aantoonbaar in hun portfolio vastleggen. In beperkte mate vindt uitwisseling plaats met leerlingen van buitenlandse scholen. Er is een monitoringinstrument in gebruik genomen waarmee internationalisering vanaf schooljaar 2017-2018 is opgenomen in de kwaliteitscyclus van de onderwijsteams op de locaties.
28
29
WELLANT MBO
30
Wellant mbo wil toonaangevend zijn in het onderwijs en niet alleen op het beroepsgedeelte. Dit betekent dat ook taal en rekenen toonaangevend moeten zijn. Voor een duurzame ontwikkeling van de student is het niveau van taal en rekenen van groot belang. Door in te zetten op een maximale talentontwikkeling wil Wellantcollege studenten zo goed mogelijk voorbereiden op de arbeidsmarkt of het vervolgonderwijs. Binnen de
beroepspraktijkvorming ziet Wellantcollege de bedrijven als medeopleider. Door intensief samen te werken met overheid en bedrijfsleven spelen we adequaat in op sociaal maatschappelijke vraagstukken en veranderingen op de arbeidsmarkt. Het groene onderwijs is daarmee van grote economische- en sociaalmaatschappelijke waarde.
aantal deelnemers
Aantal mbo-studenten 2013-2017 5000
Totaal 4046
Totaal 3628
Totaal 3513
Totaal 3617
Totaal 3570
2013-2014
2014-2015
2015-2016
2016-2017
2017-2018
1478 1311 857 400
1514 1255 784 75
1443 1274 714 82
1565 1252 705 95
1519 1273 713 65
4000
3000
2000
1000
0 ■ ■ ■ ■
Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1
aantal deelnemers per 1 oktober
Aantal deelnemers BOL - BBL periode 2013 - 2017
BBL BOL Totaal
5000 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 2013-2014
2014-2015
2013-2014
2015-2016
2014-2015
2016-2017
2015-2016
2017-2018
2016-2017
2017-2018
BBL
1645
1108
1002
1032
1081
BOL
2485
2618
2582
2585
2489
Totaal
4130
3726
3584
3617
3570
In 2017 is het aantal studenten licht gedaald ten opzichte van het jaar ervoor. Dit is met name terug te zien in een afname van het aantal BOL-studenten. Ook is te zien dat er in 2017 minder studenten ingeschreven stonden op Entree-niveau en niveau 4. 31
4 WELLANT MBO
Instroom in Wellant mbo van Wellant vmbo september 2017 Totale instroom 1e leerjaar
Instroom vanuit Wellant vmbo
% Wellant instroom van totale instroom
Aalsmeer MBO
208
44
21,2%
A’dam Boelelaan
25
2
8,0%
A’dam Linnaeus
74
0
0,0%
12
1
8,3%
Dordrecht MBO
Delft MBO
155
36
23,2%
Gorinchem MBO
34
8
23,5%
Gouda MBO
99
26
26,3%
Houten MBO
424
81
19,1%
Rijnsburg MBO
100
12
12,0%
Rijswijk MBO
145
33
22,8%
50
3
6,0%
1326
246
18,6%
Rotterdam MBO
Van de totale instroom 2017 in Wellant mbo is 18,6% afkomstig van Wellant vmbo. Dit percentage schommelt de afgelopen zes jaren rond de 18 á 19%.
Het aantal Wellant mbo-studenten is de afgelopen 4 jaar stabiel met gelijkblijvende verwachting voor 2018/2019. Wel is het marktaandeel van groen mbo-onderwijs sinds 2013 gedaald van 5,72% naar 5,01%. Vanaf 2013 staat het thema macrodoelmatigheid op de agenda van Wellantcollege. Jaarlijks wordt het portfolio geanalyseerd tot op het niveau van leerlingenaantallen per locatie/cohort/opleiding/ niveau/leerweg. De uitkomst hiervan levert een aangepast portfolio op voor het volgende schooljaar. De uitwerking van het aangepaste portfolio in het mbo-masterplan vereist een zeer zorgvuldige planvoering, waarbij geleidelijkheid, anticiperen op studentbelangen en behoud van regionaal groen onderwijs richtinggevend zijn.
4.1 Voldoende onderwijskwaliteit (KSF 1) Intensivering taal en rekenen In 2017 intensiveerde Wellantcollege het onderwijs in taal en rekenen. Er is geïnvesteerd in activiteiten die het curriculum ondersteunen met als doel op alle gebieden kwalitatief goede werknemers af te leveren aan de arbeidsmarkt. Op twee onderdelen is een extra impuls gegeven aan het onderwijs: 1. De leerwinsten van studenten zijn in kaart gebracht om vervolgens maatwerktrajecten aan te kunnen bieden. 32
2. Docenten zijn extra geschoold in taal en rekenen ten behoeve van een hogere onderwijskwaliteit. Docenten Nederlands, Engels en rekenen zijn geschoold in het uniform omgaan met het proces rond de toetsen. De training betreft o.a. het interpreteren, opvolgen en begeleiden van voortgangstoetsen. Terugdringen voortijdig schoolverlaters (VSV) Wellant mbo scoort de laatste jaren rond de landelijke DUO-norm. De afgelopen jaren er iets boven. Deze landelijke norm (in procenten) wordt jaarlijks vastgesteld. Wellantcollege rekent de norm om in aantallen. Omdat de studentenaantallen jaarlijks variëren, verandert de norm per jaar. Het aantal VSV-ers is in 2016-2017 gestegen, zowel ten opzichte van 2015-2016 als ten opzichte de norm. Deze stijging betreft de niveaus 1, 3 en 4. Niveau 2 scoort onder de landelijke norm en voldoet daarmee aan de prestatienorm. Ten opzichte van 20152016 is niveau 2 echter wel gestegen. De VSV-cijfers over 2016-2017 zijn nog voorlopig. In voorgaande jaren is gebleken dat een aantal VSV-ers op een later moment toch weer een opleiding gaat volgen en daarmee niet langer VSV-er is. Hopelijk gaat dat in de toekomst ook gelden voor een deel van de VSVers 2016-2017, zodat onze voorlopige cijfers nog gaan dalen. Niettemin: het voorkomen van VSV door middel van tijdige signalering, opvolging van structureel verzuim en het handhaven van de zorgplicht tot en met de
norm 2014-2015 niveau 1
22,50%
niveau 2 niveau 3 niveau 4
vsv 2014-2015
norm 2015-2016
vsv 2015-2016
28,57%
22,50%
25,93%
10,00%
8,12%
10,00%
2,75%
2,87%
2,75%
2,75%
2,36%
2,75%
norm 2016-2017
vsv 2016-2017
27,50%
37,78%
6,39%
9,50%
6,76%
4,77%
3,60%
4,12%
3,49%
2,75%
3,16%
mbo VSV percentage werkelijk vs. norm per niveau 40 35 30 25 20 15 10 5 0
onderbouw
bovenbouw
■ norm 2014-2015 ■ vsv 2014-2015 ■ norm 2015-2016 ■ vsv 2015-2016 ■ norm 2016-2017 ■ vsv 2016-2017
inschrijving bij de vervolgopleiding, blijft een belangrijk aandachts- en verbeterpunt en heeft nu hoge prioriteit. Ten behoeve van alle mbo-locaties is er een centrale backoffice ingericht om studenten tijdens hun schoolloopbaan administratief goed te kunnen volgen en tijdig te kunnen signaleren en ingrijpen. Verbeteren kwaliteit beroepspraktijkvorming (BPV) en praktijkleren In het kader van het BPV-verbeterplan is gedurende het jaar een aantal acties uitgevoerd. Voor iedere opleiding zijn de leertaken in het kader van de Herziene Kwalificatiestructuur (HKS) uitgewerkt met betrekking tot de BPV en is de relatie met de theorie gemaakt. Dit komt tot uiting in de studiegidsen. Elke locatie heeft
een verbeterplan opgesteld met daarin elementen uit het BPV-verbeterplan. Veelal betrof het de voorbereiding van de BPV, de interactie tussen school en bedrijf en of uit de resultaten van de tevredenheidsmeting bleek dat de beoogde doelstellingen met de BPV behaald werden. Daarnaast is succesvol gewerkt aan een verdere inbedding van de Skills en de Skills Heroes vakwedstrijden in de schoolorganisatie. Verbeteren studiesucces De instellingsrapportage over het studiesucces betreft de periode 2015-2016. Deze benchmark is samengesteld in opdracht en onder regie van de MBO Raad. De resultaten hieruit staan in onderstaande tabel.
Benchmark mbo 2016, bouwstenen studiesucces Wellant%
Gemiddeld mbo %
Gemiddeld aoc %
Jaarresultaat
Indicator
76,1
73,4
76,9
Diplomaresultaat
75,8
74,3
76,6
Succes eerstejaars
83,1
84,5
85,1
Diploma na 4 jaar
74,1
69,8
72,6
85,7
90,5
89,7
Kwalificatiewinst
80,3
85,6
84,6
Opstroom na diploma
18,3
35,0
26,3
Doorstroom mbo-hbo
21,8
36,2
31,6
Diploma binnen nominale studieduur
33
4 WELLANT MBO
Kwaliteitsonderzoek inspectie mbo In juni 2017 heeft een inspectieonderzoek plaatsgevonden bij de mbo-locaties Amsterdam Boelelaan, Houten, Rijnsburg en Rijswijk. In november verscheen de definitieve rapportage. Tijdens het inspectieonderzoek is een aantal kwaliteitsgebieden van het waarderingskader mbo onderzocht. Het kwaliteitsgebied “onderwijsproces” was op drie van de vier locaties voldoende. Alleen op één locatie werd de standaard “didactisch handelen” als onderdeel van het “onderwijsproces” met een onvoldoende beoordeeld. De kwaliteitsgebieden “ontwikkeling en begeleiding” en “schoolklimaat” zijn wel onderzocht, maar niet beoordeeld. Het kwaliteitsgebied “examinering en diplomering” is bij alle locaties met een onvoldoende gewaardeerd. Het kwaliteitsgebied “onderwijsresultaten” is overal voldoende. Het kwaliteitsgebied “kwaliteitszorg en ambitie” is op drie locaties met een onvoldoende en op één locatie met een voldoende beoordeeld. Na ontvangst van de definitieve inspectierapportage is een plan van aanpak gemaakt om de examinering in het mbo te verbeteren. Dit plan is direct in werking gesteld. Tevens is op locatieniveau de uitvoering van de kwaliteitszorgcyclus aangescherpt. Examinering mbo Examinering mbo heeft veel aandacht gehad. Onderstaande onderwerpen zijn onder andere aan de orde geweest: • Er zijn proeven van bekwaamheid en examens talen en rekenen bezocht door leden van examencommissies. De beoordelingscriteria zijn afgeleid van de in de laatste audit benoemde risicopunten. • De assessoren onderwijs en bedrijfsleven zijn opnieuw opgeleid en gecertificeerd. • De proeven van Groene Norm ten behoeve van de HKS zijn, met name bij de entree-opleidingen, afgenomen. • Een aantal ingekochte examens voor de keuzedelen binnen de HKS is door de CEC vastgesteld.
Opleidingen
• De vakgroepvoorzitters van Nederlands en moderne vreemde talen hebben, na een oriëntatieperiode, een advies m.b.t. het inkopen van instellingsexamens uitgebracht aan de CEC. Deze examens zijn aangeschaft en worden in het schooljaar 2017-2018 ingezet. • Taaldocenten worden ten behoeve van de examinering bijgeschoold tot taalassessor. • In het voorjaar van 2017 is een audit uitgevoerd, waarin het functioneren van de examencommissies onder de loep is genomen. Dit is gebeurd door een externe auditor samen met een van de leden van de centrale examencommissie. De conclusie op hoofdlijnen is, dat de examencommissies naar behoren functioneren. • Alle betrokkenen binnen de examenorganisatie zijn geïnformeerd over het kwaliteitszorgsysteem ten behoeve van het borgen van de examenkwaliteit. • De examenregeling voor alle opleidingen is één geïntegreerd geheel geworden voor zowel beroepsgerichte examens als examens voor talen en rekenen. De ‘StOER’, een mix van Studiegids en Onderwijs- en Examenregeling, is voor 2017-2018 door de centrale examencommissie vastgesteld. Vakgroepen De vakgroepen hebben afgelopen jaar de focus gelegd op de verdere implementatie van de HKS en daarbinnen het vraagstuk over de ontwikkeling en de implementatie van de (configuraties van) keuzedelen. Iedere vakgroep heeft een kerngroep en een vakgroepvoorzitter. In 2018 gaan er wisselingen plaatsvinden in de kerngroep en de groep van vakgroepvoorzitters. Om kennis en expertise te borgen, is het rooster van aftreden ingevoerd. Op basis van de aard en omvang van de wisselingen wordt bekeken hoe nieuwe kerngroepleden en vakgroepvoorzitters geschoold worden om hun rol op te kunnen pakken.
Leerweg, niveau, locatie
97541, Voedingsmanagement (voedingsspecialist) 25463, Vakexpert voeding en technologie
Leerweg BOL, niveau 4, locatie Boelelaan 1109 Amsterdam
97480, Natuur en vormgeving (vakbekwaam medewerker natuur en vormgeving) 25444, Vakbekwaam medewerker bloem, groen en styling
Leerweg BOL, niveau 3, locatie Huis te Landelaan 2 Rijswijk
97730, Recreatiedieren (ondernemer/manager recreatiedieren) 25539, Bedrijfsleider dierverzorging 25468, Bedrijfsleider paardensport en -houderij
Leerweg BOL, niveau 4, locatie Randhoeve 2 Houten
97799, Assistent plant of (groene) leefomgeving 25258, Assistent plant of (groene) leefomgeving
Leerweg BBL, niveau 1, locatie Nachtegaallaan 41-43 Leiden
34
4.2 Innovatie (KSF 2) Meerjarig investeringsprogramma Wellantcollege heeft de afgelopen jaren door middel van het meerjarig investeringsprogramma (MIP) een versnelling gegeven aan de realisatie van de strategische visie en de daarop gebaseerde ambities. Het programma bestond uit een veertigtal deelprojecten die in 2014 zijn gestart. In 2017 zijn alle projecten afgerond en daarmee is het programma beëindigd.Het merendeel van de resultaten en de ingezette ontwikkelingen met betrekking tot onderwijsontwikkeling, portfoliovernieuwing, professionalisering, tripartite samenwerking, internationalisering, duurzaamheid en digitalisering zijn en worden verduurzaamd en maken onderdeel uit van de staande organisatie. Van school naar kenniscentrum De ontwikkeling “van school naar kenniscentrum” is vanuit het MIP geïnitieerd. Op drie van de vier geplande locaties zijn de kenniscentra gerealiseerd en worden doorontwikkeld. Binnen de kenniscentra wordt o.a. expertise verzameld en geborgd, vindt co-creatie plaats met het bedrijfsleven en wordt leven lang ontwikkelen (LLO) vormgegeven. Netwerken zijn opgebouwd en in toenemende mate is sprake van structurele samenwerking in de regio. Leidend bij de samenwerking is de bijdrage aan de regionale kennis- en innovatieagenda. Vanuit de structurele samenwerking zal het leren in een contextrijke omgeving voor studenten in toenemende mate worden vormgegeven. Doelstelling daarbij is dat studenten leren in en met de regio en daarmee een bijdrage leveren aan de kennis- en innovatieagenda van de regio. Naast het initieel onderwijs krijgt ook het post initieel onderwijs vorm onder regie van de kenniscentra. Een onderdeel dat in belang toeneemt in een veranderende economie waarbij beroepen verdwijnen en nieuwe beroepen ontstaan met als gevolg een continue verandering van beroepen. Vanuit de kenniscentra wordt invulling gegeven aan de drie publieke waarden vanuit een per locatie eigen profilering en positionering op thema’s • Aalsmeer: Teelt & Techniek, Handel & Logistiek Het kenniscentrum in Aalsmeer positioneert zich in de regio als het centrum waar teelt, techniek, handel en logistiek centraal staan. Samen met de opleiding Greentec in Delft, Amsterdam Economic Board, de Greenport, Inholland en het regionale bedrijfsleven wordt een versterking van de positie van het tuinbouwonderwijs gerealiseerd. Het
organiseren van evenementen en wervingsactiviteiten, kennisbijeenkomsten, projecten voor studenten in authentieke leeromgevingen, samenwerking mbo-hbo en het opzetten van een ‘leven lang leren’ leveren daaraan een bijdrage. In toenemende mate zullen de activiteiten van de Wellantlocatie in Rijnsburg, als onderdeel van de regio, deel gaan uitmaken van het kenniscentrum.Het meetingpoint van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Tuinbouw en Uitgangsmaterialen was, samen met de andere activiteiten van het CIV, onderdeel van het kenniscentrum. Eind 2017 is de additionele bekostiging van het CIV beëindigd. Onderzocht wordt op welke wijze de activiteiten kunnen worden voortgezet vanuit de staande organisatie dan wel op basis van andere financieringsbronnen. Uiteraard fungeert het kenniscentrum als ontmoetingsplaats. In 2017 zijn activiteiten gestart in het kader van een toekenning vanuit het Regionaal Investeringsfonds. De activiteiten ondersteunen, verbreden en intensiveren de activiteiten van het kenniscentrum. Uiteindelijk zal dit resulteren in het vergroten van de instroom van deelnemers en een uitstroom van aspirant medewerkers voor de tuinbouwsector die zijn toegerust voor de beroepen van vandaag en morgen. Het onderdeel leven lang ontwikkelen had al meer vorm moeten krijgen dan nu gerealiseerd. Daarmee is niet geheel voldaan aan de verwachtingen. Komend jaar zal hier een versnelling moeten komen. • Houten: Leefomgeving (inclusief bloem) en Diermanagement Dit kenniscentrum op basis van de expertisegebieden Leefomgeving en Diermanagement, ontwikkelt zich als regiopartner met de focus op de groene leefomgeving (incl. bloem), melkveehouderij en paraveterinair. Er is gewerkt aan de uitbreiding en de intensivering van de (duurzame) regionale samenwerking binnen de triple helix. Steeds meer projecten en activiteiten worden uitgevoerd door studenten binnen het curriculum, zo mogelijk op basis van de regionale kennis- en innovatieagenda. In de projecten staan de authentieke leersituaties centraal. Het kenniscentrum in Houten heeft als eerste kenniscentrum een leven lang ontwikkelen vormgegeven ten aanzien van de organisatieinrichting en het uitbreiden van een aanbod cursussen en trainingen. Vanuit Diermanagement zal een breder aanbod moeten worden gerealiseerd. Vanuit Leefomgeving zal een slag moeten worden gemaakt van een traditioneel aanbod naar een 35
4 WELLANT MBO
actueel en innovatief aanbod. Vanuit de Vereniging van Hoveniers en Groenvoorziening, betrokken groenbedrijven, Wellantcollege en ondersteuning vanuit de realisatie van de ontwikkelagenda groen onderwijs, is een project voorbereid om tot intensievere samenwerking te komen. Onderwijs als leven lang leren voor de arbeidsmarkt van morgen. De ‘Hotspot’ wordt een community waarbij ontwikkelingen en vragen in de sector samenkomen, innovaties ontstaan en direct worden vertaald naar onderwijs en bedrijfsleven. De ‘Hotspot’ is gelieerd aan Wellantcollege (kenniscentrum leefomgeving). Kernwoorden zijn duurzaam, klimaat en sociaal, verbinden is het toverwoord; de school moet voelen als “thuishonk” voor de community rondom de groene leefomgeving. Een tastbare en virtuele plek voor studenten, medewerkers, bedrijfsleven, alumni enz. • Dordrecht: Water en Paard De opleidingen in relatie tot water zijn in Gorinchem gepositioneerd. In 2017 is besloten deze opleidingen onder te brengen in Dordrecht. Een besluit dat invulling geeft aan de positionering van het kenniscentrum water in Dordrecht. De regio Alblasserwaard – Vijfheerenlanden zal dan ook worden bediend vanuit Dordrecht. Vanuit de locatie Gorinchem in relatie met de regio Alblasserwaard – Vijfheerenlanden, is de afgelopen jaren vanuit een pilot de basis gelegd voor het leren in en met de regio door studenten. Projecten vanuit de samenwerking onderwijs, overheid en bedrijfsleven (Triple Helix) op basis van de kennis- en innovatieagenda van de regio zijn onderdeel van de curricula. Hiermee heeft de locatie een voorlopersrol en wordt een impuls gegeven aan het leren op basis van authentieke leersituaties en het flexibiliseren van het onderwijs binnen Wellantcollege. Een systeeminnovatie die ook binnen de andere kenniscentra verder vorm krijgt. Ter ondersteuning, verbreding en intensivering van de activiteiten van het kenniscentrum is de publiek private samenwerking (PPS) Waterroute van belang. De PPS heeft een duidelijke positie in de regio en is voor Wellantcollege van belang om invulling te geven aan het onderwijs in samenwerking met het bedrijfsleven en daarmee een bijdrage leverend aan de kennis- en innovatieagenda van de regio. Het kenniscentrum rond het thema Paard zal op een later moment invulling krijgen. Wel is het initiatief genomen om een tweetalige opleiding in 2018 te kunnen starten; Equine Sports & Management. 36
• Metropoolregio Rotterdam-Den Haag: Voeding en Gezondheid, Urban green, Klimaat, Circulaire economie (stedelijke vraagstukken) In de Metropoolregio (locaties Rotterdam en Rijswijk) wordt het kenniscentrum Stedelijke vraagstukken ontwikkeld. In deze regio werken de gemeenten samen, onder aanvoering van Rotterdam en Den Haag, aan de ontwikkeling en de uitvoering van de Roadmap Next Economy. Dit spoorboekje op weg naar de toekomstige economie van 2030 geeft aan op welke wijze nu en in de nabije toekomst dient te worden geanticipeerd op economische en maatschappelijke veranderingen. Dat geldt niet alleen voor het bedrijfsleven en overheden, maar ook voor het onderwijs (Next Education). Wellantcollege maakt onderdeel uit van de Next Education Group (Beroepsonderwijs hbo en mbo). Op basis van de samenwerking overheid, bedrijfsleven en onderwijs zal vorm en inhoud worden gegeven aan de geformuleerde transitiepaden en het programma van de Next Education Group. De activiteiten zullen voor het merendeel onderdeel gaan uitmaken van het kenniscentrum stedelijke vraagstukken. In 2017 is een groot aantal projecten gedefinieerd door het samenwerkingsverband om tot uitvoering te brengen in 2018 met ondersteunende middelen van de Europese investeringsbank. Het betreft: -- Continueren, verbreden en intensiveren van de samenwerking binnen de Roadmap Next Education Group -- Campusvorming door participanten op basis van thema’s -- Solutionlabs, oplossingsrichtingen ontwikkelen voor wicked problems in de regio. -- Projecten van participerende instellingen, individueel dan wel in clusters die een bijdrage leveren aan de transitiepaden van de Roadmap (www.rne.nl). Binnen Wellantcollege is het project Metropoolregio Rotterdam - Den Haag vormgegeven om de participatie m.b.t. uitvoeringsactiviteiten binnen de Roadmap Next Education te borgen. Gekozen is om de locaties Rotterdam en Rijswijk in de uitvoering van onderwijsactiviteiten meer met elkaar te verbinden als bediener van de regio. Daarbij ligt de focus op food for the future, greening and feeding the cities, dierverzorging in een urbane omgeving, entrepreneurial region, een stedelijk opleidingsprofiel en crossovers.
Herziene Kwalificatiestructuur (HKS) De procedures rondom de keuzedelen zijn ontwikkeld, vastgesteld en gecommuniceerd. Vanuit deze procedures is er helderheid gekomen over de wijze waarop Wellant omgaat met de keuzedelen, van de inhoudelijke tot aan de administratieve zaken. Voor wat betreft de inhoudelijke zaken is in 2017 een ontwikkeltraject in gang gezet voor de beroepsgerichte keuzedelen. De focus bij de administratieve zaken lag op het technisch inregelen van de keuzedelen. Ook alle zaken die van impact zijn op het keuzeproces van de studenten, van informatiedocumenten over de inhoud van de keuzedelen (dus wat kan ik kiezen) tot aan werkinstructies (hoe kan ik kiezen). Communicatie is een belangrijk punt binnen de HKS. Met alle onderwijsontwikkelingen die er gaande zijn, is ervoor gekozen om eens per kwartaal een nieuwsbrief uit te brengen voor alle medewerkers in het mbo. Hierop wordt positief gereageerd.
Digitaal onderwijs/gepersonaliseerd leren Wellantcollege heeft in de strategie 2015-2020 de ambitie geformuleerd dat we een school willen zijn waar de mogelijkheden van ICT optimaal worden ingezet om het leren van leerlingen en studenten te ondersteunen. Hiertoe is een meerjarig programma ingericht. Wellantcollege heeft de ambitie om het onderwijs te laten aansluiten op de belevingswereld van de leerlingen en de technologie van morgen. Er gaat geen week voorbij of het nieuws meldt iets over technologische ontwikkelingen of de effecten daarvan. Drones, robots, virtual en augmented reality, 3D-printen, etc. Het programma beoogt daarom ook docenten en leerlingen kennis te laten maken met moderne technologie en daarmee bewust te maken van de invloed en mogelijkheden ervan op ons leven en werk. Wellantcollege heeft ook de keuze gemaakt om ICT in te zetten bij het vormgeven van leren. In het mbo ligt de focus op de verdere implementatie van de elektronische leeromgeving (harmonisatie, draagvlak, professionalisering docenten, onderwijsstructuur t.b.v. digitale omgeving enz.) en daarmee het gebruik hiervan door docenten en studenten.
37
4 WELLANT MBO
4.3 Versterken regionale samenwerking (KSF 3) Afgelopen jaar heeft Wellantcollege sterk ingezet op de belangrijke pijler: het versterken van de samenwerking met partners in de regio. Mbo-instellingen hebben de taak en plicht om een doelmatig opleidingsaanbod aan te bieden. Op alle locaties in het mbo zijn initiatieven ondernomen om de regionale samenwerking uit te breiden en te versterken. Door studenten individueel en in groepsverband is gewerkt aan opdrachten voorkomend uit het bedrijfsleven, vaak aansluitend op maatschappelijke vraagstukken. Mooie voorbeelden zijn: de aankleding van de Bavokerk in Haarlem, de bloemententoonstelling Hip & Duurzaam bij Makeblijde in Houten, de bouw en het onderhoud van de toren de Enkele Wiericke in Driebruggen door de locatie Houten, de Green Days in Rijswijk en tal van andere mooie initiatieven. Naast een variĂŤteit aan projecten is de publiek-private samenwerking verstevigd. De ontwikkeling en vormgeving van de kenniscentra draagt hieraan bij. Zie hiervoor bij hoofdstuk 4.2.
4.4 Internationalisering (KSF 4) In het mbo is internationalisering een speerpunt. Het resultaat is een portfolio met een internationaler profiel dan ooit tevoren. Daarmee sluit Wellantcollege aan bij zowel het bedrijfsleven als de Nederlandse en Europese overheid die internationalisering in het onderwijs van essentieel belang achten. Mbo-studenten krijgen met name in de beroepscontext met internationalisering te maken. Het aantal studenten dat in 2017 naar het buitenland ging voor internationale beroepspraktijkvorming (ibpv; stage in het buitenland) ligt in lijn met voorgaande jaren, al is de groei dit jaar minder sterk dan beoogd. Voor excellente studenten biedt Wellant een verzwaard onderwijsprogramma met internationale vaardigheden, onder meer via vakwedstrijden. Twee van onze studenten Melkveehouderij behaalden respectievelijk goud en brons op de nationale finale van de mbo-vakwedstrijd Skills Heroes. Twee andere Skills Heroes van Wellantcollege haalden zilver in de finale voor hoveniers. Alle medaillewinnaars kwalificeerden zich daarmee voor het EK. We zijn er meestal bescheiden over, maar ons land staat in de hippische wereld zeer hoog aangeschreven. Nederlandse paarden, ruiters en verzorgers 38
zijn internationaal enorm in trek. Wereldwijd vertegenwoordigt de sport een economische waarde van ruim 300 miljard euro. Daarom werkte de vakgroep Paard in 2017 hard aan een unieke tweetalige opleiding die per 2018-2019 gaat starten. Equine Sports & Management is de eerste groene mbo-opleiding die tweetalig wordt aangeboden in Nederland en is de internationale versie van de paardensport en –houderij opleiding. Een primeur. Strategische partnerschappen en internationale netwerken als The Dutch Alliance en Europea zorgen voor im- en export van kennis. Daarnaast blijft Wellant investeren in internationaal competente medewerkers. Hierdoor wordt Wellantcollege steeds vaker gevraagd als kennispartner in een internationale context. Met het project LOASA (Learning Outcomes in Accordance with the Skills Agenda) werkt Wellant aan een kwaliteitsslag ten aanzien van de erkenning en validatie van leeruitkomsten die in het buitenland behaald zijn. In dit project werken bedrijfsleven en onderwijs met steun van Erasmus+ samen aan manieren om buitenlandse leeruitkomsten in eigen land te laten meetellen voor het diploma. Twee internationale projecten Aquaponics - New Novelty In Education- en Yebisu Empowers Employees, zijn in 2017 succesvol afgerond. In het laatstgenoemde project hebben bedrijven, mboinstellingen en brancheorganisaties een gemeenschappelijke aanpak ontwikkeld voor het bevorderen van ondernemerschap en hiervoor instrumenten ontwikkeld.
39
WELLANT COLLEGE BREED
40
5.1 Professionalisering (KSF 5) Professionalisering bij Wellantcollege bouwt voort op het ingezette beleid, toegespitst op de strategie en de daarbij geformuleerde strategische doelen. De professionalisering kent een viertal issues: • Versterken van het competentieniveau van onderwijspersoneel. • Versterken van de teams. • Versterken van het competentieniveau van de leidinggevenden. • Versterken van de HR-functie. Versterken het van competentieniveau onderwijspersoneel Doorstroombeleid: salarismix In januari 2017 is het voorstel met de uitgangspunten, aanpak en processtappen die moeten worden genomen voor het operationaliseren van het doorstroombeleid in relatie tot de komende salarismix-middelen door de directeuren voor akkoord bevonden. Vanaf februari 2017 is op alle locaties met directeuren en teamleiders een start gemaakt met het operationaliseren van dit doorstroombeleid. Er is voor gekozen dit te combineren met het formatieplanningsproces; immers vóór 1 maart 2017 is de formatieruimte voor de salarismix bekend en teamleiders voeren in het voorjaar de beoordelingsgesprekken met hun teamleden. HRM heeft de rol als procesbegeleider en ondersteunt locatiemanagement bij het uitvoeren van de processtappen van het doorstroombeleid. In 2017 zijn er op basis van de beschikbare salarismixgelden binnen het mbo 12 docenten en binnen het vmbo 2 docenten benoemd van docent LBnaar een docent LC-functie. Gesprekkencyclus en bekwaamheidsdossier De intensivering van de samenwerking in relatie tot de gesprekkencyclus, het bekwaamheidsdossier en de plannen van aanpak vanuit strategische personeelsplanning om effectiviteit en kwaliteit te verhogen krijgt een plek in het programma “Wellantcollege op weg van HRM naar HRD”. Met de HRM-adviseurs is begin 2017 een verkennende fase gestart. Het HRD-programma is geaccordeerd door het college van bestuur. Tijdens de Wellant- conferentie zijn directeuren en teamleiders geïnformeerd over het HRD-programma. De adviesplannen t.b.v. de kwaliteitszorg: de gesprekkencyclus, het bekwaamheidsdossier en het lerarenregister zijn opgesteld. Er is een start gemaakt met de uitvoering hiervan.
Scholingsplan De strategische keuzes van Wellantcollege doen een verdergaand beroep op de kwalificaties en competenties van alle medewerkers. Scholing en trainingsactiviteiten leveren een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de medewerkers. Zij hebben tot doel dat de medewerker meer ‘waardevol’ wordt, zowel voor de organisatie als voor zichzelf. Deze scholing en trainingsactiviteiten worden vastgelegd in het scholingsplan. Voor schooljaar 2016 - 2017 en 2017-2018 zijn aparte scholingsplannen opgesteld. Vanuit kwaliteitsoogpunt en efficiëntie is de wens om in schooljaar 2018 - 2019 het scholingsplan volledig te integreren in het locatie- en teamplan. Scholingsbudget Een gedeelte van het professionaliseringsbudget is gereserveerd voor collectieve professionalisering Wellantbreed. Daarnaast is ervoor gekozen om een gedeelte van het totale vmbo en gedeelte van het totale mbobudget te reserveren voor collectieve professionalisering vmbo of mbo. Zowel in het mbo als in het vmbo zijn de thema’s voor collectieve professionalisering vastgesteld en gebudgetteerd. Het resterende budget is verdeeld over de locaties. Inwerkprogramma nieuwe medewerkers Voor iedereen die begint in een nieuwe organisatie, is het prettig als er in de beginperiode de nodige begeleiding en aandacht is. Startende docenten hebben baat bij een goede start, het legt tevens de basis voor verdere professionalisering. In het mbo is in 2017 uitvoering gegeven aan het “introductieprogramma voor nieuwe docenten mbo”. Het programma bestaat onder andere uit Diner Pensant, bedrijfsbezoeken en een tweedaagse trainingsbijeenkomst. In het vmbo is, naar aanleiding van de ervaringen in het mbo, naast de lopende introductie en begeleidingsactiviteiten, eveneens een pilot “introductieprogramma voor nieuwe docenten vmbo” uitgevoerd in het schooljaar 2017-2018. Versterken van de teams Gespreksvoering professionele cultuur Met de introductie van de selfie als evaluatie-instrument is de gespreksvoering op gang gekomen. Ook de voortgang in de ontwikkeling van de vakgroepen draagt daaraan positief bij. In het programma ‘Wellantcollege op weg van HRM naar HRD’ worden diverse inspanningen omschreven. Die inspanningen dragen bij aan het vergroten van die cultuur en daarmee het verder 41
5 WELLANTCOLLEGE BREED
professionaliseren van alle medewerkers. Ook dragen ze bij aan het verkleinen van het hierboven genoemde verschil tussen de teams. In 2018 wordt hier verder vervolg aan gegeven. Werving en selectie Professionalisering van het wervings- en selectieproces is noodzakelijk, zodat Wellant in de toekomst ook gegarandeerd is van kwalitatief en kwantitatief goed personeel. In dit kader is de Wellant Werving en Selectie desk (WWS) opgezet en medio september 2017 van start gegaan. Vooraf is door middel van een Europese aanbesteding met drie partijen een raamovereenkomst met betrekking tot de inhuur van derden (tijdelijk personeel) overeengekomen. Deze geldt zowel voor onderwijzend als ondersteunend personeel als voor kort- en langdurende vacatures. De aanbesteding had betrekking op de reguliere inhuurconstructie van zowel detachering als uitzenden. Het doel van de Werving en Selectie desk is om slagvaardig, efficiënt, proactief en eigentijds te opereren in een bewegende arbeidsmarkt. Voor de toekomst betekent dit dat er niet alleen actief geworven wordt via websites maar dat ook sociale media meer zullen worden ingezet. Versterken van het competentieniveau van de leidinggevende Wellantcollege vindt het belangrijk dat de leidinggevenden, ook op centraal niveau, met en van elkaar blijven leren en daarom zijn er diverse management development trajecten. • Teamleider AFO (Administratieve en Facilitaire Ondersteuning) In het voorjaar van 2017 is het vervolg MD-traject voor de teamleiders AFO afgerond. • Na evaluatie is besloten om dit vervolgtraject opnieuw een vervolg te gegeven. Het traject is in december van start gegaan. Onderwerpen van dit traject zijn o.a. ontwikkeling van (persoonlijk) leiderschap, professioneel handelen en gespreksvaardigheden. • Teamleiders onderwijs Het MD-traject is afgerond. Het op centraal niveau blijven leren vindt deels plaats op de Wellant conferentie. Verder wordt er ook vervolg gegeven aan het MD-traject middels individuele trajecten. De directie mbo heeft een aanpak geformuleerd om het vervolg MD-teamleider Onderwijs mbo centraal vorm te geven. In mei en oktober heeft de uitvoering plaatsgevonden. In het vmbo heeft er geen centraal 42
• • • •
MD-traject plaatsgevonden. Teamleider Ondersteunende Dienst Het programma is in verband met de vele mutaties in het team van teamleiders in 2017 tijdelijk stopgezet. Traineeship teamleider onderwijs De afgelopen jaren heeft Wellantcollege regelmatig te maken gehad met vacatures voor de functie van teamleider Onderwijs. Bij de werving en selectie van nieuwe teamleiders Onderwijs is gebleken dat: -- Een promotie vanuit de functie van docent naar de functie van teamleider Onderwijs, zonder dat daar een voorbereidend traject aan vooraf is gegaan, een (te) grote stap is. Dit kan leiden tot teleurstellende ervaringen; -- Er regelmatig externen worden ingehuurd om vacatures te vervullen, wat hoge kosten met zich brengt. Om hier adequaat op in te springen is Wellantcollege gestart met het Wellant teamleider Onderwijs Traineeship. Er zijn zes trainees geselecteerd voor dit programma. Het programma duurt 17 maanden. Naast gezamenlijke onderdelen (leiderschapstrainingen, voorlichting vanuit de ondersteunende dienst en intervisie), lopen de trainees individueel stage op verschillende locaties van Wellantcollege. Bovendien vindt er gedurende dit traject roulatie plaats, zodat de trainees in de praktijk met verschillende leiderschapsstijlen te maken krijgen. De trainingsdagen en stages vinden plaats op woensdag (0,2 fte). De overige dagen behoudt de medewerker zijn of haar huidige werk. In 2017 is het programma volgens planning uitgevoerd. In 2018 ronden we het programma af en wordt het geëvalueerd.
Versterken van de HR-functie Het programma ‘Wellantcollege op weg van HRM naar HRD’ Wellantcollege herkent het belang van een krachtige en hoogwaardige professionalisering. Daarom zijn inmiddels veel processen rondom professionalisering ingeregeld. Zo werken we onder andere met scholingsplannen, bestaat de gesprekkencyclus en het bekwaamheidsdossier en hebben bijna alle locaties een start gemaakt met de strategische personeelsplanning. Wellantcollege kan echter nog grotere stappen maken. Dit door het vergroten van de professionele cultuur en het professionaliseren van het ‘Human Capital’. Het programma ‘Wellantcollege op weg van HRM
naar HRD’ is in de zomer van 2017 vastgesteld. In het programma is een planmatige aanpak ontwikkeld van alle professionaliseringsvraagstukken vanuit het instellingsplan, waarmee ook de transitie van human resource management (HRM) naar human resource development (HRD) wordt gerealiseerd. Met als resultaat: vergroting van de professionele cultuur en verdere professionalisering van het ‘Human Capital’. De directeuren en teamleiders zijn over het programma geïnformeerd tijdens de Wellant-conferentie. In de tweede helft van 2017 is HRM begonnen met de opstellen van een plan van aanpak voor de realisatie van de eindproducten opgenomen in het programma ‘Wellantcollege op weg van HRM naar HRD’. Eind 2017 is een start gemaakt met het uitvoeren van het plan van aanpak.
verzuimpreventie. De werkwijze op ziekteverzuim binnen Wellantcollege is dat de direct leidinggevende de regie voert op en de verantwoordelijkheid draagt voor de aanpak en uitvoering van het verzuim- en re-integratiebeleid, evenals voor de beheersing van de kosten die verzuim met zich meebrengt. De leidinggevende werkt hierin samen met een onafhankelijke bedrijfsarts en wordt ondersteund door de interne verzuimmedewerker. Daarnaast worden leidinggevenden geadviseerd door één HR-adviseur, gespecialiseerd in het begeleiden en vooral voorkomen van ziekteverzuim. Aangezien reintegratietrajecten doorgaans enkele weken tot maanden duren, is het verzuimpercentage in de categorie middellang verzuim iets hoger. Ziekteverzuim
5.2 Medewerkers Strategische personeelsplanning In april 2015 is Wellantcollege gestart met de methodiek Strategische Personeelsplanning (SPP). In de vorm van een drietal workshops wordt getracht zicht te krijgen op knelpunten op het gebied van personele bezetting, waarna leidinggevenden in staat zijn om op een effectieve en gerichte manier te sturen op de optimale bezetting van een organisatie, afdeling of team. De workshops zijn specifiek gericht op de Wellant-organisatie, waarbij de focus wordt gelegd op de strategie van Wellant. Als output van de workshops wordt gestuurd op een actieplan, dat opgenomen kan worden in het plan van de locatie. Daarnaast heeft de afdeling HRM zich gericht op de vervolgstappen SPP. De uitkomsten verkregen uit de verschillende workshops zijn hierbij leidend. Door het opstellen van een Wellantbreed meerjarig personeelsplan komt er een concreter actieplan om zodoende het gewenste en benodigde personeelsbestand te kunnen realiseren. Hiervoor heeft toolontwikkeling plaatsgevonden en is het proces vormgegeven om tot een Meerjarig Personeelsplan te komen. De pilot hiervoor zal begin 2018 van start gaan, waarna verdere uitrol binnen de organisatie plaats kan vinden. Ziekteverzuim personeel 2017 Het totale ziekteverzuimpercentage in 2017 bedroeg 5,67%. Dit is een stijging ten opzichte van 2016 (5,09%). De doelstelling is een verzuimpercentage te bereiken van maximaal 4,5% en in ieder geval binnen de verzuimcijfers van de sectorale benchmark (BVE-sector 2016 is 5,3%) te blijven. Inmiddels wordt gewerkt aan een aantal maatregelen in het kader van
Lang >365 dagen
1,09%
Lang middel 43-366 dagen
2,47%
Kort middel 8-43 dagen
0,95%
Kort 0-8 dagen
1,16%
5.3 Duurzaamheid (KSF 6) In het instellingsplan zijn er twee doelstellingen benoemd die de komende jaren extra aandacht of sturing nodig hebben: • Duurzaamheid verankeren in de gehele organisatie (focus ligt nu nog bij bedrijfsvoering). • Ontwikkeling van duurzaamheid in projectvorm naar duurzaamheid geïntegreerd in alle aspecten van de organisatie. De twee hoofddoelstellingen zijn vertaald naar een programmaplan Duurzaamheid van waaruit gewerkt wordt om duurzaamheid gefaseerd in te bedden in de gehele organisatie. In het programmaplan zijn er doelen gedefinieerd (bedrijfsvoering, professionalisering, curriculumontwikkeling en communicatie) die de gehele schoolorganisatie representeren. In het verlengde van de systeem georiënteerde aanpak zijn in 2017 de volgende activiteiten opgepakt: • Opnemen van het thema ‘duurzaamheid’ binnen de curricula mbo. • Ontwikkelen van het thema ‘duurzaamheid’ binnen de curricula vmbo. • Verdere ontwikkeling eco-schools vmbo en mbo. • Begeleiden en aansturen van de duurzaamheidsambassadeurs op locatie. 43
5 WELLANTCOLLEGE BREED
In 2017 is de visie op duurzaam onderwijs vastgesteld. De visie op duurzaam onderwijs is een uiteenzetting van de wijze waarop Wellantcollege tegen duurzaamheid aankijkt en met name de borging ervan in het onderwijs. In 2017 zijn er twee duurzaamheidsbijeenkomsten georganiseerd. De visie is tijdens de Wellantbrede duurzaamheidsbijeenkomst in november gepresenteerd in BlueCity te Rotterdam. De eco-schools certificeringen vormen een belangrijke middel binnen het programma voor het realiseren van de doelstellingen. De stand van zaken in 2017: • 9 vmbo-locaties zijn bezig met de eco-schools certificering (3 groene vlaggen, 1 zilver en 2 brons). • 4 mbo-locaties zijn bezig met de eco-schools certificering (1 groene vlag). Wat betreft bedrijfsvoering zijn in 2017 de onderstaande duurzaamheidsdoelstellingen gerealiseerd: • Duurzaamheid is integraal verwerkt in huisvestingsprojecten. • Thema duurzaamheid is een vast onderdeel in een aanbesteding. • 40% van de energiereductie is op basis van de bezuinigingsdoelstelling (30% in 2020 op basis van verbruik in 2012) gerealiseerd. Door middel van het aanscherpen en actualiseren van de standaardprogramma’s van eisen (zowel technisch als functioneel) ligt er een nadrukkelijke focus op duurzaamheid bij nieuwbouw en verbouwprojecten. In aanbestedingstrajecten van uitvoerende partijen (aannemers en ontwerpende partijen) wordt middels de programma’s van eisen expliciet geselecteerd op partijen en ontwerpen die direct de Wellant duurzaamheidsdoelstellingen ondersteunen. Begin 2017 is het energie-reductieplan 2017-2020 opgesteld. De afgelopen jaren zijn er diverse bouwtechnische maatregelen genomen die bijgedragen hebben aan het behalen van de doelstelling van Wellant op het gebied van energiereductie. Het energie reductieplan gaat specifiek in op het terugdringen van het energieverbruik door het energiebewustzijn binnen de organisatie te vergroten.
5.4 Gezonde bedrijfsvoering (KSF 7) Huisvesting 2017 was een jaar waarin een aantal majeure huisvestingsprojecten gestart, doorlopen of afgerond zijn: Nieuwbouw VMBO Utrecht. In maart 2017 heeft de aannemer de nieuwbouw opgeleverd en heeft Wellant het gebouw aanvaard. De nieuwe huisvesting is gerealiseerd op het schoolperceel waar tot voor kort de oude Wellant-school stond. Naast dat de nieuwbouw zich op functioneel, esthetisch en technisch vlak mag meten met de beste vmboscholen is de mate en wijze waarop het thema duurzaamheid in het gebouw is vervlochten zeer noemenswaardig! Het is na ingebruikname bekroond met het in Nederland eerste uitgebrachte label A++++. Een label dat verdiend is door de vele zichtbare en niet zichtbare maatregelen die getroffen zijn ten bate van het milieu, de energiezuinigheid en het bewust omspringen met de leefomgeving. Het pand is energieneutraal (EPC=0), wat wil zeggen dat het zo is ontworpen dat alle gebouwgebonden installaties niet meer energie verbruiken dan dat het gebouw aan energie oplevert. In het licht van het totale vastgoedbestand van Wellant zorgt de nieuwbouw Utrecht voor ca 1,5% energiereductie. Een mooie prestatie aangezien het gebouw in Utrecht relatief een klein onderdeel van het totale vastgoedbestand is. Verbouw en uitbouw VMBO Montfoort. Eind 2017 is de uitbouw en verbouw van locatie Montfoort opgeleverd en in gebruik genomen. Na een lange periode van verbouwen is het project succesvol afgerond. Noemenswaardig bij dit project was dat, naast de aanbouw ook in het bestaande gebouwdeel veel is gewijzigd. Dat vond plaats terwijl het onderwijs ook gewoon doorging. Zowel de aannemer als het onderwijs hebben zich hierdoor niet van de wijs gebracht. Aanleiding van het huisvestingsproject was een capaciteitstekort door leerlingengroei. Uiteindelijk is niet alleen het aantal lokalen uitgebreid maar is het hele schoolgebouw en terrein aangepakt en is de school weer bij de tijd op vele fronten. Nieuwbouw VMBO Naarden. In 2017 is besloten tot nieuwbouw van een school. Vervolgens is een uitvoerende partij geselecteerd die het ontwerp, de sloop van oude opstallen en de realisatie van de nieuwbouw op zich neemt. Ook vond in 2017 aankoop en verkoop van percelen plaats. De start van de nieuwbouw is maart 2018.
44
Verbouw MBO Rijnsburg. In 2017 vond een beperkte aanbouw en interne verbouw van de huidige locatie plaats. Dierenverblijf VMBO en MBO Houten. Zomer 2017 zijn de bestaande kassen gesloopt waarna eind 2017 een nieuw dierenverblijf is opgeleverd en in gebruik genomen. Inkoop in 2017 In 2017 is een aantal Europese Aanbestedingsprocedures (EA) succesvol doorlopen: • Schoonmaakcontracten zijn met twee jaar verlengd. • EA Kantoormeubilair is afgerond. • EA Busvervoer is afgerond. • Aanbesteding uitvoering groenvoorziening is in drie percelen aanbesteed. • EA Inhuur Derden met contracteren van drie firma’s is gerealiseerd. Naast contracteren van deze leveranciers zijn het inhuurproces en de organisatie binnen Wellant geoptimaliseerd. • Aanbesteding inkoop ingrediënten is afgerond met twee contractanten. ICT In 2017 heeft ICT een belangrijke bijdrage geleverd aan de doelstellingen van het programma digitaal onderwijs. Digitalisering van het onderwijs bij Wellantcollege is onder andere gericht op de inzet van digitale leermiddelen (tablets, digitale content) in het onderwijs. ICT heeft in 2017 een contract afgesloten t.b.v. het bestellen en leveren van iPads direct aan ouders en leerlingen. Verdere stabilisering en verbetering van de performance van het draadloos netwerk is gerealiseerd, waardoor het wifinetwerk sterker is en betere verbindingen realiseert tussen devices van leerlingen en medewerkers en de accesspoints van het netwerk. De grote toename van het aantal devices van docenten en leerlingen die voortvloeit uit de doelstellingen en aanpak van het programma digitaal onderwijs is hiermee ondersteund. Er is geïnvesteerd in extra AppleTV aansluitingen gekoppeld aan digiborden. De groei van iPad-klassen binnen onderwijs vraagt meer lokalen die voorzien zijn van AppleTV. Daarmee kan de docent zijn of haar iPad verbinden met de digitale presentatievoorziening in de klas.
ICT heeft bijgedragen aan de KSF-en “Samenwerking” en “Onderwijskwaliteit”. Office 365 is in de jaarwisseling 2016- 2017 gerealiseerd. Middels locatiebezoeken, training en vragenuurtjes heeft in 2017 adoptie vorm gekregen en vraaggestuurde adoptie is gestimuleerd. Middels gebruik van OneNote, OneDrive en mail in ‘the cloud’ is het delen van bestanden, samen gelijktijdig werken aan een document en werken op afstand op elk apparaat nu eenvoudig mogelijk. Door de invoering van skype for business is het eenvoudig om op afstand met elkaar te vergaderen. De inzet van ‘iBabs”-app maakt het papierloos vergaderen mogelijk. Ook heeft ICT bijgedragen aan de KSF “Gezonde Bedrijfsvoering” en “Medverka”. Windows 10 is gerealiseerd op alle Wellant-computers. De ICT-werkplek omgeving is hiermee up-to-date. In navolging van de regio Maaslant waar in 2016 Cloud/ IP-telefonie is gerealiseerd, is dit jaar Cloud telefonie gerealiseerd voor de locaties Montfoort, Boskoop en Alphen. De upgrade van Exact is gerealiseerd, waardoor het project Upp gefaciliteerd is in het doorvoeren van procesverbeteringen. Veel aandacht is uitgegaan naar het verhogen van de klanttevredenheid, met name in 2017 door te focussen op de 1e lijn contacten. Programma Medverka Medverka levert een bijdrage aan een duurzaam gezonde, professionele bedrijfsvoering waarbij de interne beheersing op orde is en blijft. En is daarmee een randvoorwaarde voor het bieden van kwalitatief goed onderwijs. De aanleiding om met dit programma te starten, medio 2016, is dat diverse administratieve werkzaamheden nu te gefragmenteerd worden uitgevoerd wat tot inefficiëntie leidt. Medverka staat voor samenwerking en verbinding binnen en tussen locaties en ondersteunende diensten van Wellant, ondanks de fysieke afstand tot elkaar. In Medverka wordt gewerkt in multidisciplinaire teams waar medewerkers elkaar ontmoeten en samen resultaten realiseren. Het programma besteedt specifieke aandacht aan de veranderstrategie en communicatie om de verandering ook daadwerkelijk te implementeren door zichtbaar ander gedrag. Er is bij het realiseren van de producten en mijlpalen gericht aandacht voor deskundigheidsbevordering, professionalisering en teamontwikkeling.
45
5 WELLANTCOLLEGE BREED
De volgende resultaten zijn gerealiseerd: • In juni 2017 is er een nieuwe centrale backoffice geopend voor de deelnemersadministratie van het mbo. Dit heeft geleid tot uniform werken ten aanzien van de bekostigingsdossiers. En controles vinden gepland en consistent plaats. • In het najaar is er gestart met de voorbereidingen voor de deelnemersadministratie voor het vmbo. De verwachting is dat ook bij het vmbo bepaalde taken worden gecentraliseerd waarbij ook uniform werken en in control blijven de twee belangrijkste doelen zijn. • Ten aanzien van de verzuimregistratie van deelnemers en leerlingen is een aanpassing doorgevoerd in Trajectplanner waardoor docenten minder tijd kwijt zijn aan deze registratie. Betrokken medewerkers zijn voorgelicht en geschoold in de nieuwe werkwijze. • In het najaar zijn managementrapportages voor de verzuimregistratie opgeleverd. • Het nieuwe operationele inkoopproces in Esize is op 75% van de locaties geïmplementeerd, waardoor er meer inzicht is gekomen in de verplichtingenadministratie. • Er zijn met leveranciers door middel van (her) contracteren en of Europees aanbesteden nieuwe afspraken gemaakt waardoor Wellant als organisatie besparingen realiseert. • Er is tevens een overstap gemaakt van de pinpas naar de prepaid creditcard waardoor veel administratieve handelingen zijn teruggedrongen. • Er is een nieuwe Werving & Selectiedesk geopend bij de unit BDO/HRM waar de inhuur van derden wordt gemonitord en contractafspraken zijn geborgd. • Bij de afdeling Financiën inclusief de personeels- en salarisadministratie zijn de belangrijkste processen beschreven inclusief de interne controles. • Er heeft een update van Exact plaatsgevonden. • De maandelijkse financiële managementrapportages zijn kwalitatief verbeterd. • Er is specifieke aandacht vanuit de adviseurs van het team Accounting ten aanzien van de projectadministratie. • Voor het gehele team Financiën heeft er een verdere professionaliseringsslag plaatsgevonden: Vergroten resultaatgericht en klantgericht werken. Het programma Medverka heeft een doorlooptijd tot en met juni 2018. Daarna zal borging van de nieuwe werkprocessen plaatsvinden.
46
• Met een hart voor de wereld en een passie voor koken, heeft duurzaamheidsambassadeur Susan Schuddeboom samen met haar vmbo-leerlingen en Gorinchemse ondernemers een speciaal buitendiner georganiseerd: ‘de duurzame stadstafel’. Samen eten is samen praten. Over hoe je duurzaamheid in praktijk kunt brengen. Dat begint vaak heel eenvoudig. Zo werd bij de duurzame stadstafel gevraagd zelf je bord, bestek en glas mee te nemen. De leerlingen zorgden voor aangeklede tafels en gevulde borden. Er werd met duurzame producten gekookt.
• Veilige dijken, droge voeten, schoon en voldoende water: studenten van Groen, Grond & Infra hebben samen met het Waterschap de Enkele Wiericke (het kanaal dat het overtollige water van de Oude Rijn op de Hollandse IJssel loost) versterkt. Duurzaam, want een deel van de bagger is gebruikt voor een nieuwe natuurvriendelijke oever. Mooie uitzichten: de studenten hebben ook meegeholpen met het bouwen van een nieuwe uitkijktoren. Zij gaan deze toren onderhouden en de komende jaren ook het beheer van de toren en omgeving monitoren.
SAMENWERKEN IN DE REGIO • Geen tak de streek uit! Ik hoor je al denken ‘wat heeft dat nu met energie te maken’? Alles. De takken van lokale knotwilgen worden versnipperd en gebruikt voor het verwarmen van lokale bedrijfspanden en huizen. Een initiatief waarin Wellant mbo-studenten samenwerken met het regionale bedrijfsleven. In totaal heeft deze actie gezorgd voor een besparing op fossiele brandstof van zo’n 30.000 kuub aardgas! En daarbovenop een geslaagde proeve van bekwaamheid voor onze niveau 4 student Niels Koetsier.
• Veel, heel veel plastic, maar ook gekke dingen als een badslipper, een flesje deo en zelfs ongeopende blikjes frisdrank. Van alles kwam er tevoorschijn bij de grote opruimactie die leerlingen van Wellant vmbo in het Alphense Weteringpark hielden. Het was mooi om te zien dat zo'n actie bewustwording creëert. Leerlingen merkten bijvoorbeeld op dat ze zelf ook wel eens wat weggooiden. Nu zagen ze wat dat veroorzaakt.
• Wellantcollege werkt actief mee aan het reddingsplan voor 257 verschillende soorten wilde bijen. De bij sterft uit, dus komt er een nationaal reddingsplan voor 's lands belangrijkste bestuiver en Wellantcollege werkt daar actief aan mee. We leiden vakmensen op die weten wat ze moeten doen om een bij-vriendelijke omgeving te creëren en beheren.
47
FINANCIËN
48
Na vier jaren van positieve resultaten sluit Wellantcollege het boekjaar 2017 af met een negatief resultaat. Het resultaat bedraagt € 1,9 miljoen negatief bij een begroot resultaat van € 0,7 miljoen negatief. Het negatieve resultaat wordt veroorzaakt door eenmalige lasten (€ 1,5M ten opzichte van de begroting) en heeft geen effect op de liquiditeit. Het resultaat van 'Leven Lang Leren' bedroeg € 131K positief bij een omzet van € 471K. 6.1 Financieel resultaat (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2017
Begroting 2017
Realisatie 2016
Baten Rijksbijdragen
122.421
120.719
120.514
411
279
485
Overige overheidsbijdragen Baten werk in opdracht van derden
471
462
443
Overige baten
3.478
3.230
4.663
Totaal baten
126.781
124.690
126.105
93.683
90.550
91.751
Afschrijvingen
9.996
9.003
8.130
Huisvestigingslasten
8.610
8.723
8.846
Overige baten
15.539
16.253
16.344
Totaal lasten
127.828
124.529
125.071
-1.047
161
1.034
-835
-821
-823
-1.882
-660
211
-
-
-
-1.882
-660
211
Lasten Personeelslasten
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat Belastingen Resultaat na belastingen
Hieronder volgt een nadere toelichting op de exploitatie en de balans op hoofdlijnen. Hogere baten De totale baten waren € 2,1 miljoen hoger dan begroot. De normatieve rijksbijdrage is € 0,8 miljoen hoger dan begroot. Dit betreft een positief verschil van loon- en prijscompensatie van € 1,2 miljoen, minder bekostigde VO-leerlingen van € 0,1 miljoen en een negatief resultaat voor wat betreft uitbesteed onderwijs van € 0,3 miljoen.
De additionele rijksbijdrage komt nagenoeg conform begroting uit. Hieronder zijn opgenomen bekostiging met betrekking tot wachtgeld, prestatiebox vo, kwaliteitsafspraken mbo, salarismix, leerplus, praktijkleren en projectbaten. Tegenover hoger bekostiging wachtgeld staat voor eenzelfde bedrag lagere projectbaten. De post “Doorbetalingen Rijksbijdrage SWV” betreft doorbetaalde rijksbijdrage vanuit de vijftien samenwerkingsverbanden en was bewust voorzichtig begroot. Baten werk in opdracht van derden komt nagenoeg conform begroting uit. Onder Overige baten vallen met name de opbrengsten uit deelnemersbijdragen, detachering, 49
6 FINANCIËN
Baten in € 1.000
Realisatie 2017
Begroting 2017
Verschil
Normatieve Rijksbijdrage
107.323
106.511
Additionele Rijksbijdrage
12.998
13.053
-55
2.100
1.155
945
411
279
132
Doorbetalingen Rijksbijdrage SWV Overige overheidsbijdragen Baten werk in opdracht van derden
812
471
462
9
Overige baten
3.478
3.230
248
Totaal baten
126.781
124.690
2.091
Lasten in € 1.000
Realisatie 2017
Personeelslasten
Begroting 2017
Verschil
93.683
90.550
Afschrijvingen
9.996
9.003
993
Huisvestingslasten
8.610
8.723
-113
Overige lasten
15.539
16.253
-714
Totaal lasten
127.828
124.529
3.299
verhuur, kantine en projecten. De baten uit detachering, verhuur en projecten zijn hoger dan begroot. Door de gemeente Amsterdam is een ESF subsidie voor de jaren 2015 en 2016 aangevraagd en verkregen ten behoeve van een aantal onderwijsinstellingen waaronder Wellant. Het betreft een bedrag van € 150K dat niet is begroot. Tegenover deze hoger overige baten dan begroot staan lagere deelnemersbijdragen van 4% (€ 75K). Hogere lasten De totale lasten waren 3,3 miljoen hoger dan begroot, veroorzaakt door € 3,1 miljoen hogere personeelslasten en € 0,2 miljoen hogere materiele lasten. De lonen en salarissen zijn € 1,0 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt voor een bedrag van plm. € 0,7 miljoen verklaard door het niet realiseren van een taakstelling in het mbo. Het gemiddeld aantal werknemers in 2017 bedroeg 1.226 fte. De formatie in de begroting 2017 was 1.203 fte. De hogere loonkosten van € 1,0 miljoen worden daarmee verklaard door een hogere bezetting van 23 fte (€ 1,5 miljoen) en een lagere gpl (gemiddelde personeelslasten) dan begroot van 0,6% (€ 0,5 miljoen). De dotatie aan de personele voorzieningen is € 0,85 miljoen hoger dan begroot, als volgt: • Seniorenregeling met een stijging van € 375K als gevolg van een toename van het aantal deelnemers
3.133
aan deze regeling van 17 naar 28. Tevens is in afwijking met 2016 in 2017 rekening gehouden met een voorziening voor potentiele deelnemers in de leeftijdscategorie 52-56 jaar (275k is eenmalig); • Hogere dotatie aan de voorziening Wachtgeld van € 125K; • WGA/ZW met een stijging van € 300K als gevolg van een toename van het aantal “WGA-ers”. Hierbij is rekening gehouden met de voorgenomen maatregel uit het regeerakkoord waarin is opgenomen dat de periode waarvoor de werkgever verantwoordelijk is voor de uitkering wordt verkort van 10 naar 5 jaar. Dit bewerkstelligt een beperking van de periode waarover door werkgevers risico wordt gelopen als een werknemer arbeidsongeschikt wordt. In de voorziening per ultimo 2016 was rekening gehouden met een verwachte gemiddelde looptijd van zeven jaar of eerdere pensioendatum. De kosten personeel niet in loondienst zijn € 1,0 miljoen hoger dan begroot waarvan € 0,55 miljoen door hogere inzet op projecten. Voorts is er 5 fte meer ingezet dan begroot op reguliere formatie als gevolg van ziektevervanging en het moeilijk regulier kunnen invullen van tekortvakken. De hogere overige personele lasten worden vooral verklaard door het voor het eerst opnemen van een reservering voor vakantiedagen per ultimo 2017 ad 300K. In 2016 werden deze dagen niet
Bestemming van het resultaat in € toevoeging aan de private bestemmingsreserve
130.877
toevoeging aan de algemene reserves
-2.013.283
Totaal
-1.882.406
50
6.2 Balans per 31 december 2017 Balans per 31 december 2016. Bedragen x € 1.000 Activa 31 DECEMBER 2017
31 DECEMBER 2016
Vaste activa Materiële vaste activa
103.397
Financiële vaste activa
1
Totaal vaste activa
100.920 1 103.398
100.921
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen
1
2
2.984
3.245
12.025
Totaal vlottende activa
2.108 15.010
5.355
118.408
106.276
31 DECEMBER 2017
31 DECEMBER 2016
Totaal activa Passiva
Eigen vermogen
56.130
58.012
2.991
2.217
Langlopende schulden
37.600
22.500
Kortlopende schulden
21.687
23.547
Voorzieningen
Totaal passiva
gewaardeerd. Hiertegenover staan lagere kosten aan scholing, lagere wervingskosten en hogere uitkeringen van het UWV. De afschrijvingen zijn 1 miljoen hoger dan begroot, nagenoeg geheel verklaard door een bijzondere waardevermindering op de locatie Amersfoort ad 1,2 miljoen In de begroting was voor € 0,3 miljoen opgenomen voor ongespecificeerde impairments. Wegens met name onvoldoende herstel van de leerlingaantallen op de locatie Amersfoort zou zonder de genomen waardevermindering geen duurzame bezetting van het pand en de exploitatie mogelijk zijn. In augustus is met terugwerkende kracht tot mei de nieuwbouw Utrecht geactiveerd voor een bedrag ad € 7,9 miljoen en voor € 0,3 miljoen in de exploitatiekosten. De huisvestingslasten zijn nagenoeg gelijk aan begroting. Dit wordt met name veroorzaakt door lagere huurkosten, lagere kosten klein onderhoud en lagere schoonmaakkosten. Hiertegenover
118.408
106.276
staan hogere kosten onderhoud apparatuur en installaties, hogere kosten afvalverwerking en hogere exploitatiekosten m.b.t. het SIPH. De post overige materiele lasten is € 0,7 miljoen lager dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt doordat in de begroting voorzichtigheidshalve een post “onvoorzien” was opgenomen ad € 0,5 miljoen. Intern is deze post “gebruikt” als dekking voor de hogere dotatie aan de personele voorzieningen. Voorts zijn de advieskosten, kosten automatisering en PR kosten lager dan begroot. Resultaatbestemming Stichting Wellant Het college van bestuur heeft in overleg met de raad van toezicht besloten het resultaat 2017 als volgt te verwerken:
51
6 FINANCIËN
De materiele vaste activa namen toe met € 3,4 miljoen als gevolg van investeringen van € 12,5 miljoen en afschrijvingen van € 9,1 miljoen. M.b.t. grote huisvestingsprojecten werd in 2017 geïnvesteerd op de locaties Montfoort (€ 4,5 miljoen), Naarden (€ 1,2 miljoen) en Utrecht (€ 3,0 miljoen). Een uitgevoerde impairment analyse heeft geleid tot waarde aanpassingen van gebouweneen waardevermindering op de locatie Amersfoort ad 1,2 miljoen. De vorderingen namen voornamelijk af door een lager debiteurensaldo. De liquide middelen namen toe met € 9,9 miljoen als gevolg van een positieve kasstroom uit operatie van € 8,4 miljoen, een investeringskasstroom van -/-€ 13,6 miljoen, een nieuw aangetrokken lening van € 16 miljoen en een aflossing op een bestaande lening van -/-€ 0,9 miljoen (voor verdere informatie zie de treasuryparagraaf onder 6.4). Het eigen vermogen is afgenomen met € 1,9 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door het negatieve resultaat 2017 van Wellantcollege. Dit is inclusief het resultaat op het private bedrijfsonderdeel ‘leven lang ontwikkelen’. De voorzieningen namen toe met € 0,8 miljoen als gevolg van een toename van de voorzieningen met betrekking tot wachtgeld, Wet Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (wga) en de seniorenregeling. Zie hiertoe de toelichting onder 6.1. De langlopende schulden namen toe als gevolg van een aangetrokken lening van € 16 miljoen en een aflossing op een bestaande lening van € 0,9 miljoen. De kortlopende schulden zijn met € 2,3 miljoen gedaald. Dit wordt vooral verklaard door een lagere voorfinanciering van subsidies verstrekt door OCW/EZ en een lager crediteurensaldo.
6.3 Financiële ratio’s 31 december 2017 De Stichting Wellant hanteert twee financiële ratio’s, met de volgende definities en minimum en maximum streefwaarden De cijfers in de jaarrekening 2017 geven de volgende stand van zaken voor de Stichting Wellant. Rentabiliteit Uit bovenstaande tabel blijkt dat de rentabiliteit van -/-1,5% onder begroting (-/-0,5%) is uitgekomen. Hiermee sluit Wellantcollege het boekjaar 2017 in lijn met de begroting negatief af. De afwijkingen tussen de realisatie en begroting over het boekjaar 2017 zijn nader toegelicht in paragraaf 6.1. De rentabiliteit blijft binnen 2-jaars signaleringsgrens van OCW van --5%. Solvabiliteit Door het negatieve resultaat van de Stichting Wellant bij een stijging (12%) van het balanstotaal is de solvabiliteit gedaald van 56,7 ultimo 2016 naar 49,9% ultimo 2017. De oorzaken van de stijging van het balanstotaal zijn beschreven in paragraaf 6.2 ’Balans per 31 december 2017’. De solvabiliteit ligt ruim boven de signaleringsgrens van OCW van 30%. Hiermee blijft de financiële positie gezond. Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming aan haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen. Wellantcollege hanteert een financiële doelstelling van de minimaal benodigde kaspositie (inclusief ruimte onder de kredietfaciliteit). Deze is gesteld op tweemaal
Financiële ratio’s 31 december 2017
Minimum
Solvabiliteit
Percentage eigen vermogen van het totaal vermogen
Rentabiliteit
Genormaliseerd resultaat uit gewone bedrijfsvoering gedeeld door totale baten uit gewone bedrijfsvoering
Liquiditeit
Vlottende activa gedeeld door kort vreemd vermogen
Financiële ratio’s
Cijfers op basis van jaarrekening 2016
Maximum
> 30% 3-jarig , > 0% 2-jarig , >-5% 1-jarig , >-10% , > 0,5 Cijfers op basis van jaarrekening 2017
Cijfers op basis van begroting 2017
Rentabiliteit
0,2%
-/- 1,5%
-/-0,5%
Solvabiliteit 2
56,7%
49,9%
54,4%
0,23
0,69
Liquiditeit 52
het maandsalaris inclusief afdrachten. Dit is een bedrag van plm. € 10 miljoen. Deze is gelijk aan de kredietfaciliteit. De liquiditeit in het boekjaar 2017 is gestegen van 0,23 per ultimo 2016 naar 0,69 per ultimo 2017. De voornaamste reden hiervan is de stijging van de liquide middelen met € 9,9 miljoen met name veroorzaakt door een nieuw aangetrokken lening van € 16 miljoen. De liquiditeitsratio valt daarmee binnen de signaleringsgrenzen van OCW (<0,5).
6.4 Treasurybeleid Treasurystatuut In het najaar van 2016 is een nieuwe treasurystatuut vastgesteld door het college van bestuur. Dit treasurystatuut betreft een update van het oude statuut uit juni 2010. Redenen om te komen tot een update van het statuut zijn de volgende: • De geldigheid van het oude statuut was vijf jaar; • De regelgeving vanuit het Ministerie is verder aangescherpt en uitgewerkt in de “Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016”. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de oude regeling “Beleggen en belenen 2010” zijn het verplicht stellen van een treasurystatuut en het beperken van de soorten derivaten. In de toelichting op de nieuwe regeling wordt gesteld: “Het Ministerie stelt zich vanwege de bestedingsvrijheid m.b.t. de lumpsumgedachte terughoudend op. De vrijheid gaat echter niet zover dat in het geheel geen voorwaarden aan de wijze van besteding kunnen worden gesteld. Juist waar het gaat om het uitzetten van gelden, het aangaan van geldleningen en het aangaan van verbintenissen voor financiële producten, zijn de risico’s van onrechtmatige en ondoelmatige besteding van publieke middelen groot”. Risicomijdend beleggen en lenen In de ‘Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016’ wordt voorgeschreven dat tijdelijk overtollige liquiditeiten beheerd dienen te worden op een wijze die garandeert dat de hoofdsom intact blijft. De periode van de belegging is eindig en er mag niet worden belegd in achtergestelde spaarrekeningen, achtergestelde deposito’s en aandelen. De in 2017 tijdelijk overtollige liquiditeiten zijn risicoloos aangehouden bij het Ministerie van Financiën en bij de huisbankier ING. De regeling stelt tevens strenge eisen met betrekking tot het afsluiten van leningen en het afsluiten van derivaten. In 2017 is een nieuwe lening aangetrokken. Hierbij is
rekening gehouden met de eisen vanuit de regeling en vanuit het treasurystatuut. Wellantcollege heeft geen derivaten uitstaan. Geïntegreerd middelenbeheer Vanaf juni 2010 is Wellantcollege overgegaan op schatkistbankieren bij het ministerie van Financiën. Dagelijks worden drie aangewezen rekeningen bij de ING bij- dan wel afgeroomd ten laste respectievelijk ten gunste van de rekening-courant met het ministerie. De kredietfaciliteit bij het ministerie bedraagt 10% van de Rijksbijdrage (€ 10 miljoen), met als voorwaarde dat er minimaal één dag in een jaar een positief saldo op de rekeningcourant positie bestaat. De rente is gebaseerd op de dagrente Eonia fixing; bij debetstand verhoogd met 25 basispunten. Geldlening bij het ministerie van Financiën In september 2017 is een tweede financieringsarrangement getekend met het ministerie van Financiën voor het huisvestingsplan van Wellantcollege. De totale lening bedraagt € 26 miljoen, te ontvangen in drie tranches tussen oktober 2017 en oktober 2019. In het verslagjaar is € 16 miljoen ontvangen, in 2018 en 2019 volgt nog tweemaal € 5 miljoen. Het rentetarief bedraagt 1,06%, 30 jaar vast. Aflossing vindt lineair plaats in 30 jaar, voor het eerst in 2020 ad € 867.000. Het eerste financieringsarrangement uit juni 2010 bedraagt € 27 miljoen. Het rentetarief bedraagt 3,43%, 30 jaar vast. Aflossing vindt lineair plaats in 30 jaar, voor het eerst in 2013 ad € 0,9 miljoen. Voor de twee leningen is zekerheid verstrekt voor € 53 miljoen op veertien percelen grond met opstallen en verder toebehoren. In 2017 is € 803.000 aan rente betaald (2016: € 833.000). De hoogte van lening 1 bedraagt ultimo 2017 € 22,5 miljoen, en van lening 2 € 16 miljoen. Treasurycommissie Binnen Wellantcollege is op basis van het treasurystatuut een treasury commissie werkzaam. De samenstelling van deze commissie bestaat uit het lid college van bestuur (cvb) met de portefeuille financiën, de concerncontroller en de treasurer. De commissie doet schriftelijk verslag van dit treasury-overleg aan het cvb. De commissie komt driemaal per jaar bijeen.
53
6 FINANCIËN
Standaard komen de volgende onderwerpen aan de orde: a. Externe ontwikkeling voor zover van belang voor de treasury van Wellant; b. Voldoet Wellant nog steeds aan wet- en regelgeving m.b.t. treasury; c. Jaarplanning liquiditeiten op maandbasis; d. Financieringskosten; e. Relatiemanagement (geldverstrekkers/bankiers). Enkele belangrijke onderwerpen die in de overleggen zijn behandeld: • Financiële haalbaarheid van het strategisch investeringsprogramma huisvesting over de periode 2017-2025 in relatie tot de eisen en voorwaarden aan financiering vanuit de diverse ministeries; • Tweede financieringsarrangement bij het Ministerie van Financiën; • Problemen bij (onderwijs)instellingen om voldoende financiering te krijgen bij de overheid op tot zekerheid te verschaffen onderpand. Ondanks het feit dat de overheid zo veel mogelijk wil dat de instellingen via de schatkist worden gefinancierd, blijkt de realiteit anders. In juni 2016 is hiertoe het IBO-rapport “Risicobeheer en risicobeheersing schatkistbankieren OCW” uitgebracht en in november 2016 de reactie hierop door het Ministerie van OCW; • In kaart brengen van de mogelijkheden om buiten de overheid bij andere financiële instellingen te lenen al dan niet via borgstelling bij het waarborgfonds, dan wel mogelijkheden van alternatieve financieringsconstructies (bijv. via pensioeninstellingen); • Nut en noodzaak van een eventueel derde financieringsarrangement in de toekomst; • Formuleren uitgangspunten ten behoeve van het bepalen van de investeringsruimte tot en met 2050. Confrontatie investeringsruimte versus investeringsbehoefte t/m 2050; • In kaart brengen risico’s van beslissing tot go/no go van separate investeringsprojecten zonder dat de financiering voor de komende jaren via een tweede financieringsarrangement is verzekerd.
54
6.5 Notitie Helderheid De notitie helderheid kent acht thema’s: 1. Uitbesteding; 2. Investeringen van publieke middelen in private activiteiten; 3. Het verlenen van vrijstellingen; 4. Les- en cursusgeld niet betaald door de student zelf; 5. In- en uitschrijving en inschrijving van studenten in meer dan een opleiding tegelijk; 6. De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven; 7. Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven; 8. Buitenlandse studenten. In het kader van deze notitie geeft Wellantcollege de volgende toelichting, waarbij opgemerkt wordt dat thema’s die hieronder niet worden toegelicht, niet spelen binnen Wellantcollege: • Er is geen rijksbijdrage gemoeid met investeringen in private activiteiten. Het jaar 2017 is het derde jaar dat cursussen en trainingen voor de leven lang leren markt volledig worden verzorgd vanuit Wellantcollege. Eerder gebeurde dit in samenwerking met IPC Groene Ruimte. Nu Wellantcollege zelfstandig activiteiten op de Leven Lang Leren markt ontwikkelt en verzorgt, is een eigen organisatorische eenheid “Cursussen & Trainingen” binnen Wellantcollege ingericht. Het administratieve proces is verder aangescherpt, doorontwikkeld en vormgegeven binnen een separaat administratief bedrijf in het kader van het scheiden van publieke en private bekostiging, doorbelasting van kosten vindt plaats tegen een integraal kostendekkend tarief. Naast trainingen voor de hoveniers en bloemisten, die in eerdere jaren ook al succesvol waren, is in 2017 gestart met een aantal nieuwe cursussen. Het resultaat in 2017 m.b.t. Leven Lang Leren bedroeg € 131.000 (2016: € 65.000) bij een omzet van € 471.000 (2016: € 443.000). Binnen Wellantcollege is het volume met betrekking tot contractactiviteiten (Leven lang leren) nog beperkt. De risico’s op dit moment zijn gelet op de omvang beperkt en daarom is dit onderdeel meegenomen in het instellingsbrede risicobeheersingssysteem. Het belang van leven lang leren in de toekomst is benoemd en naar verwachting kan dit onderdeel in de toekomst gaan groeien, waardoor het daarbij behorende risicobeheersing systeem zal meegroeien.
• Er worden geen cursusgelden betaald door Wellantcollege ten behoeve van BBL-deelnemers. Het komt wel voor dat derden het cursusgeld voor BBLdeelnemers betalen, echter alleen als de deelnemer die derde daarvoor schriftelijk heeft gemachtigd; • Wellantcollege heeft geen opleidingen waarin minder uren zijn geprogrammeerd dan de wettelijk voorgeschreven begeleide onderwijstijd; • Wellantcollege heeft in 2017 en 2016 geen buitenlandse studenten ingeschreven; • In het jaar 2010 is een afspraak gemaakt tussen Wellantcollege en ROC Leiden over de gezamenlijke opleiding Beroeps Begeleidende Leerweg ’Handel en Logistiek ‘. Afhankelijk van de opleidingsrichting worden de studenten ingeschreven bij een van de onderwijsinstellingen. Er zijn afspraken gemaakt over de verrekening van de bekostiging. Voor het schooljaar 2015-2016 betreft het 70 studenten, allen ingeschreven bij Wellantcollege. Deze overeenkomst is medio 2016 afgelopen en niet verlengd. Het schooljaar 2015-2016 is derhalve het laatste schooljaar geweest. • Het aantal ingeschreven studenten bol/bbl per 1 oktober 2017 bedraagt respectievelijk 2.519 en 1.094. Bij de tweede teldatum op 1 februari 2018 waren dit er 2.455 voor bol en 1.023 voor bbl. In de tussenliggende periode hebben 69 bol-studenten en 84 bbl-studenten de instelling verlaten, terwijl 11 bol-studenten en 7 bbl-studenten zijn ingestroomd; Daarnaast zijn 6 bol-deelnemers een bbl-opleiding gaan volgen.
• Wellantcollege heeft geen bol- en bbl-studenten ingeschreven staan bij twee of meer opleidingen ten behoeve van het ontvangen van dubbele input bekostiging; • Wellantcollege heeft geen bol- en bbl-studenten die voor een dubbele output bekostiging twee of meer diploma’s hebben ontvangen; • Wellantcollege verzorgt in 2017-2018 voor Flora Holland - in Aalsmeer en Naaldwijk maatwerktrajecten. Het gaat hierbij om 48 (20162017: 55) bbl-deelnemers voor de opleiding groothandel en logistiek. Het niveau van de opleiding is een combi van niveau 2, 3 en 4. • Wellantcollege heeft, net als in voorgaande jaren, ook in 2017 een deel van het onderwijsprogramma uitbesteed aan andere instellingen en organisaties, waaronder aan IPC Groene Ruimte B.V. Bij IPC is er sprake van twee soorten activiteiten, namelijk activiteiten op basis van praktijkleergelden en het uitvoeren van (delen van) het onderwijs van een specifiek crebo. Daarbij komen ook theorie componenten aan bod. Het gaat hierbij om een totaalbedrag van € 420.000 (2016: € 1.035.000, =). Dit bedrag is besteed bij: -- IPC Groene Ruimte te Arnhem ad € 147.000 (2016: € 619.000); -- Stichting Hippisch educatie centrum ad € 149.000 (2016: € 125.000); -- PTC+/IPC plant-dier te Ede ad € nihil (2016: € 54.000); -- Overige ad € 124.000 (2016: € 237.000).
55
CON TINUÏTEITS PARAGRAAF
56
Ontwikkeling leerlingenaantallen De leerlingaantallen per 1 oktober 2017 in het vmbo zijn met 4,1% gedaald ten opzichte van het schooljaar 2016/2017. Voor het mbo zijn de percentages als volgt: BOL daalt bij Wellant met 3,7% en bij BBL is sprake van een stijging van 4,7%. Vmbo Wellantcollege gaat in de begroting uit van een daling van het aantal leerlingen in het vmbo van 3,7% in 2018/2019 en vervolgens een daling van 3,5% in 2019/2020. De prognose voor de komende jaren in deze begroting voor het vmbo is gebaseerd op inschattingen van de directies op locatieniveau, waarbij rekening is gehouden met het aantal leerlingen per cohort. Op basis van de daling van het aantal leerlingen van voorgaand jaar is onderzocht wat de oorzaak is. De conclusie was niet eenduidig en is vaak erg locatie gebonden. Een analyse van het voedingsgebied van Wellantcollege heeft inzicht gegeven dat de demografische krimp relatief beperkt is in het voedingsgebied van Wellantcollege maar dat er een opwaartse trend zit in de afgegeven schooladviezen, waardoor leerlingen sneller kiezen voor een brede scholengemeenschap. Op enkele locaties is er sprake van een daling van de belangstelling voor het vmbo van Wellantcollege vaak als gevolg van externe ontwikkelingen van omliggende schoolbesturen. Het college van bestuur is in 2017 gestart met het opstellen van een meerjarenperspectief voor alle vmbo-locaties. De uitkomsten zullen in het voorjaar van 2018 bekend zijn. De verwachting is dat door de te verwachten structurele krimp op een aantal locaties daadkrachtig ingegrepen dient te worden. De aard van de maatregelen zal verschillen en afhankelijk zijn van het meerjarenperspectief.
Categorie LWOO MAVO
2016-2017 3.490
Mbo Voor de komende 2 jaar gaat Wellant uit van een daling van het aantal deelnemers in het mbo BOL van respectievelijk 2,9% in 2018/2019 en 1,0% in 2019/2020. Over twee jaar een daling van 3,9%. Voor de ontwikkeling van het aantal deelnemers in het mbo BBL zijn de verwachtingen als volgt: een daling van 1,9% in 2018/2019 en een daling in 2019/2020 van 3,8%. Over twee jaar een daling van 5,6%. De prognoses van het mbo zijn deels gebaseerd op de prognosetool van DUO/mbo-raad. Hiermee zijn de leerlingenprognoses voor de komende jaren voorzichtig ingeschat. Op dit moment wordt er gekeken naar de gemiddelde omvang van een opleiding en het aantal locaties waarop een opleiding wordt gegeven. In 2017 is reeds gestopt met het laten instromen op een aantal opleidingen. Daarnaast wordt naar het huidige portfolio van het mbo gekeken, waarbij rekening wordt gehouden met de aspecten macrodoelmatigheid, arbeidsmarktrelevantie en betaalbaarheid. Het college van bestuur is in 2017 gestart met het opstellen van een masterplan mbo naar aanleiding van het meerjarenperspectief en de verwachte ontwikkeling van de studentaantallen. Het masterplan moet medio 2018 gereed zijn. Het masterplan mbo moet zorgen door doelmatige locaties, die financieel duurzaam zijn. Kritisch wordt gekeken naar doelmatigheid van onze locaties, opleidingen en waar we wat aanbieden. De financiĂŤn moeten op orde komen en onze capaciteit en kwaliteit van het personeel moet passend zijn bij de omvang van het mbo. Personeel De personele bezetting is bepaald aan de hand van de leerlingenaantallen. Op basis van de verwachte daling van de leerlingenaantallen bij zowel het vmbo als het
2017-2018 3.335
2018-2019 3.218
2019-2020 3.106
2020-2021 3.029
626
573
582
562
548
Regulier
5.142
4.973
4.755
4.589
4.476
Totaal vmbo
9.258
8.881
8.555
8.257
8.053
2016-2017
2017-2018
2018-2019
2019-2020
2020-2021
BOL entree
24
14
14
13
13
BBL entree
71
51
50
48
47
2.561
2.475
2.402
2.379
2.302
BOL nivo 2-4 BBL nivo 2-4
961
1.030
1.010
972
958
Totaal mbo
3.617
3.570
3.476
3.412
3.320 57
7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF
Formatie in FTE Bestuur / management
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
begroting
2016
2017
2018
2019
2020
86
83
85
79
75
Personeel primair proces
814
814
786
745
710
Indirect onderwijsondersteunend personeel
223
237
229
217
207
Direct onderwijsondersteunend personeel Totale personele bezetting
In € 1.000
84
93
90
85
81
1.207
1.226
1.190
1.126
1.073
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
2016
2017
2018
2019
begroting 2020
Totaal baten
126.105
126.781
121.694
120.660
116.742
Totaal lasten
-125.071
-127.828
-122.360
-117.800
-113.709
1.034
-1.047
-666
2.860
3.033
-823
-835
-944
-1.100
-1.100
211
-1.882
-1.610
1.760
1.933
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat Wellantcollege
Financieel
de verschillende processen, zoals de financiële administratie, deelnemersadministratie, inkoop, en verzuim van leerlingen. Vanaf 2017 zijn er concrete resultaten geboekt. Zo is de deelnemersadministratie mbo gecentraliseerd. Dit zorgt ervoor dat er op een eenduidiger wijze over de locaties heen gewerkt wordt en dat vervanging van werkzaamheden en hiermee de continuïteit geborgd is. In 2018 zal dit ook voor het vmbo ingevoerd gaan worden. Binnen Wellantcollege wordt momenteel nadrukkelijk gekeken naar de profilering van de organisatie en de locaties door middel van evaluatie van opleidingen in combinatie met locatie-omvang. In 2018 zullen keuzes gemaakt worden om de organisatie toekomstbestendig te maken.
Algemeen In 2017 was er nog altijd sprake van een fors bekostigingsverschil in het mbo tussen OCW en EZ bekostigde instellingen. Zonder een reparatie van deze onderbekostiging is het niet mogelijk om een sluitende begroting op te leveren. Het nieuwe kabinet Rutte III heeft besloten dat het groene onderwijs overgeheveld moet worden naar het Ministerie van OCW. Op basis van genoemde maatregelen vanuit het regeerakkoord zijn er inschattingen gemaakt met betrekking tot de hoogte van de reparatie onderbekostiging, zijnde respectievelijk 2,3 mln. en 2,2 mln. voor de jaren 2019 en 2020. Voor reparatie van opgelegde taakstellingen is rekening gehouden met respectievelijk 1,1 mln. en 1,3 mln. voor 2019 en 2020. Om excellent groen onderwijs te kunnen verzorgen vereist Wellantcollege dat de administratieve ondersteuning op orde is. Hiertoe werd het programma Medverka ingericht. Er is gekozen voor een geïntegreerde aanpak voor
Wellantcollege blijft de komende jaren heel gericht investeren in huisvesting en innovatie. Wel is er gekozen voor temporisering van het investeringsprogramma, zodat de kosten voor huisvesting niet stijgen de komende jaren, maar mee dalen met de ontwikkeling van het verwachte aantal studenten. Het strategisch huisvestingsplan wordt in het voorjaar van 2018 hierop aangepast. In de planningsperiode 2018 tot en met 2020 worden nieuwbouwprojecten afgerond op de locaties Naarden en Dordrecht (vmbo en mbo) voor een totaalbedrag van € 18 miljoen. Investeringen in nieuwbouw op andere locaties zijn vooralsnog uitgesteld. Daarnaast wordt er nog voor € 7 miljoen aan huisvestingsuitgaven gedaan in het kader van onderhoud, veiligheid, gebouwaanpassingen en duurzaamheid. Het college van bestuur heeft in 2017 een aantal besluiten genomen die passen in het gedegen beschouwen van het aantal kleine locaties. De vmbo-locatie Rotterdam
mbo zal de personele bezetting de naar rato afnemen. De flexibele schil binnen Wellantcollege is gemiddeld genomen groot genoeg om deze op te vangen. Het formatiemanagement binnen Wellantcollege is het afgelopen jaar sterk geïntensiveerd, met als gevolg een sterke daling van de externe inhuur. Het bestuur heeft een aantal efficiency doelstellingen opgenomen voor de ondersteunende functies voor 2019 en 2020 die moeten bijdragen aan relatief meer formatie voor het primaire proces ten opzichte van de totale formatie. In 2018 worden plannen uitgewerkt hoe dit voor 2019 en 2010 kan worden gerealiseerd.
58
Baten Rijksbijdragen
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
begroting
2016
2017
2018
2019
2020
120.514
122.421
117.949
116.944
113.032
Overige overheidsbijdragen
485
411
183
150
150
Baten werk in opdracht van derden
443
471
485
550
600
4.663
3.478
3.077
3.016
2.960
Totaal
Overige baten
126.105
126.781
121.694
120.660
116.742
Lasten
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
begroting
2016
2017
2018
2019
2020
Personeelskosten
91.751
93.683
89.368
85.384
82.206
Lasten m.b.t. huisvesting*
8.130
9.996
9.050
8.944
8.795
Overige afschrijvingen
8.846
8.610
8.507
7.502
7.119
Materiele lasten
16.344
15.539
15.435
15.970
15.589
Totaal
125.071
127.828
122.360
117.800
113.709
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
begroting
2016
2017
2018
2019
2020
Lasten m.b.t. huisvesting Afschrijving
5.385
6.959
5.950
6.053
Huisvestingslasten
8.846
8.610
8.507
7.502
7.119
Rentelasten
828
835
944
1.100
1.100
Totaal
15.054
16.404
15.401
14.655
14.190
zal per 1 augustus 2018 gesloten worden en mbo Rotterdam gaat per 1 januari 2019 naar een andere locatie. De locatie vmbo Gorinchem gaat per 1 augustus 2020 stoppen en de locatie mbo Gorinchem gaat met ingang van 1 augustus 2018 over naar de locatie mbo Dordrecht, zodat in Dordrecht een verdere concentratie van het mbo zal plaatsvinden. Baten De totale rijksbijdragen 2018-2020 dalen in genoemde periode met € 4,9 miljoen, bestaande uit: • De normatieve rijksbijdragen dalen in de periode 20182020 met 7,3 mln. met name als gevolg van dalende leerlingenaantallen. Verder is rekening gehouden met de eerdergenoemde reparatie van de onderbekostiging en de opgelegde taakstellingen, uiteindelijk een baten van 2,2 mln. en 1,3 mln. in 2020; • De overige rijksbijdrage daalt vanaf 2018 met 1,0 mln., met name als gevolg van het wegvallen van een aantal subsidies voor praktijkleren Box 1, salarisfunctiemix en additionele projecten. Deze wordt enigszins gecompenseerd door meer baten voor passend onderwijs. • De overige baten nemen af als gevolg van de verwachte daling van de leerlingaantallen, maar zullen op termijn stabiliseren.
5.971
Lasten • De personeelskosten dalen in 2018 per saldo door een lagere formatie, een hogere gpl (pensioenlastenstijging) en lagere kosten personeel niet in loondienst; Vanaf 2019 dalen de personeelskosten verder door een lagere formatie en efficiencymaatregelen in de ondersteunde processen en het mbo. • De huisvestingslasten in 2019 en 2020 moeten sterk gaan dalen door de aanpassing van het strategisch huisvestingplan en door het uitstellen en temporiseren van huisvestingsinvesteringen. De huisvestingslasten dalen ook door het aantal locaties te verminderen. • Wellantcollege blijft investeren in ICT en in een moderne leeromgeving, wel wordt er nadrukkelijk gekeken naar het tempo en de omvang van de investeringen om de hiermee verbonden kosten relatief niet te laten stijgen. Er wordt de komende jaren geïnvesteerd in ICT-middelen ten behoeve van gepersonaliseerd leren, investeringen in digiborden en smart tv’s in de klas en in een robuuste ICTinfrastructuur op de locaties.
59
7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF
Kasstroomoverzicht
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
begroting
2016
2017
2018
2019
2020
Beginstand liquide middelen
7.372
2.108
12.025
8.486
12.511
Kasstroom uit operationele activiteiten
6.987
8.361
6.361
9.625
9.648
-11.351
-13.544
-14.000
-9.700
-9.700
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Eindstand liquide middelen
Investeringsbehoefte als % totale omzet Investeringen Totale omzet * percentage
-900
15.100
4.100
4.100
-1.767
2.108
12.025
8.486
12.511
10.692
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
begroting
2016
2017
2018
2019
2020
10.154
13.544
14.000
9.700
9.700
126.105
126.781
121.694
120.660
116.742
8,1%
10,7%
11,5%
8,0%
8,3%
*Inclusief projectbaten
Financieringsbehoefte als % totale omzet nieuwe leningen
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
begroting
2016
2017
2018
2019
2020
0
16.000
5.000
5.000
0
aflossingen op leningen
-900
-900
-900
-900
-1.767
mutatie
-900
15.100
4.100
4.100
-1.767
-0,7%
11,9%
3,4%
3,4%
-1.5%
percentage van de omzet
Loan to value
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
begroting
2016
2017
2018
2019
2020
in % van de boekwaarde
25%
41%
43%
46%
44%
In % van de OZB waarde
22%
37%
Kasstroomoverzicht De komende drie jaar blijft Wellantcollege heel gericht investeren in huisvesting, maar alleen op die plaatsen waarvan op lange termijn een duurzame demografische populatie aanwezig is. Een aantal huisvestingsplannen zijn uitgesteld waardoor de noodzaak voor extra financiering na 2020 wordt geminimaliseerd. De financiering hiervan geschiedt door interne en externe financiering (verhouding 72%/28%), waarvan een gedeelte gebruikt wordt voor herfinanciering van aflossingen. Hiermee daalt het saldo liquide middelen met € 1 miljoen ultimo 2020 ten opzichte van 2017. De externe financiering loopt tot en met 2020 en is aangegaan bij het ministerie van Financiën. Na deze periode staat geen nieuwe externe financiering gepland. De positieve liquiditeit dient vooral ter dekking van lopende verplichtingen. Voor de komende drie jaar (2018-2020) is de ratio investeringen ten opzichte van de baten 9,3%. Voor de komende vijf jaar (2018-2022) ligt dit
60
percentage ruim onder de 15%. Volgens regelgeving dient de continuïteitsparagraaf een horizon te hebben van vijf jaar indien de investeringen meer dan 15% van de baten bedragen. Aangezien Wellant hier onder zit, is de horizon van deze continuïteitsparagraaf drie jaar. De loan to value ratio geeft aan in hoeverre het vastgoed is gefinancierd via lang vreemd vermogen. Bij een ratio van 1 is het vastgoed geheel gefinancierd via lang vreemd vermogen. Balans In de geprognosticeerde balans is zichtbaar dat de komende jaren door de investeringen in huisvesting de vaste activa toenemen. Deze investeringen worden gefinancierd door eigen vermogen en vreemd vermogen. In de kredietbehoefte tot en met 2020 is al geheel voorzien door een tweede financieringsarrangement bij het ministerie van Financiën.
Activa
31-dec-16
31-dec-17
31-dec-18
31-dec-19
31-dec-20
Vaste activa Materiële vaste activa: Gebouwen en terreinen
88.887
92.279
97.029
98.176
99.305
Inventaris en apparatuur
11.967
11.019
11.218
10.826
10.602
Overige materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa
66
99
99
99
99
100.920
103.397
108.346
109.101
110.006
1
1
1
1
1
100.921
103.398
108.347
109.102
110.007
Vlottende activa 2
1
1
1
1
Vorderingen
Voorraden
3.245
2.984
2.984
2.984
2.984
Liquide middelen
2.108
12.025
8.486
12.511
10.692
Totaal vlottende activa Totaal activa Passiva
5.355
15.010
11.471
15.496
13.677
106.276
118.408
119.818
124.598
123.684
31-dec-16
31-dec-17
31-dec-18
31-dec-19
31-dec-20
Eigen vermogen Algemene reserve
53.306
52.097
51.207
53.682
56.315
4.200
3.400
2.600
1.800
1.000
467
598
698
798
898
39
35
15
0
0
58.012
56.130
54.520
56.280
58.213
2.217
2.991
2.911
2.831
2.751
Langlopende schulden
22.500
37.600
41.700
45.800
44.033
Kortlopende schulden
23.547
21.687
20.687
19.687
18.687
106.276
118.408
119.818
124.598
123.684
Publieke bestemmingsreserve Privatie bestemmingsreserve Privaat bestemmingsfonds Eigen vermogen Voorzieningen
Totaal passiva Gebouwoppervlakte (m² bruto vloeroppervlakte) Eigendom Huur Bruikleen Totaal
mbo
15.863
mbo/ vmbo
28.783
2.388
totaal
3.897
152.399
1.016
5.541
4.913
158.360
VMBO
BOL + BBL
420 28.783
opp. / leerling overige opstallen totaal Gebouwoppervlakte per leerlingen per m² (gewogen)
totaal
6.967
ondersteunende diensten
420 18.671
opp. / leerling hoofdgebouw
opp. / leerling hoofdgebouw
96.888
mavo
2.137
Gebouwoppervlakte per leerlingen per m² (ongewogen)
opp. / leerling overige opstallen
vmbo
99.025
6.967
10,89
7,13
2,64
2,12
13,53
9,25
VMBO
BOL + BBL
10,89
8,88
2,64
2,64
13,53
11,52
61
7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF
Huisvesting Voor de periode 2018-2020 zijn investeringen gepland in huisvesting ad € 25 miljoen. Het betreffen investeringen vanuit het strategisch investeringsplan huisvesting ad € 18 miljoen. Dit betreft nieuwbouwprojecten in Dordrecht en Naarden en overige huisvestingsuitgaven op nagenoeg alle locaties ad € 7 miljoen. Uitgedrukt in een percentage van de baten komen de investeringen in huisvesting voor de komende 3 jaar uit op 7,0% (de afschrijvingen huisvesting bedragen 5,0% van de baten). Onderstaand overzicht geeft een beeld van het totaal aan gebouwoppervlakte in eigendom, huur dan wel bruikleen: Tot slot is onderstaand weergegeven hoe de gebouwoppervlakte per onderwijssoort zich verhoudt tot het gewogen (met BBL factor van 0,35) en ongewogen leerlingaantal: De gemiddelde huisvestingskosten exclusief personeel bedragen in 2017 € 98 (2016: € 96) per vierkante meter. Kengetallen Wellantcollege Solvabiliteit De ratio voor de solvabiliteit 2 (inclusief voorzieningen) daalt van 57% naar 50% en 48% per ultimo 2018 en 47% ultimo 2019, en komt per ultimo 2020 weer op 49% uit. De solvabiliteit 2 blijft hierbij binnen de signaleringsgrenzen van de Inspectie van het Onderwijs. De lichte schommeling in de solvabiliteit 2 wordt verklaard door de stijging van het balanstotaal als gevolg van de investeringen. Rentabiliteit Voor het jaar 2018 is negatief begroot, vanaf het jaar 2019 kan naar verwachting met een positief resultaat worden begroot. • In de begroting wordt vanaf het jaar 2019 rekening gehouden met een reparatie van de onderbekostiging en terugdraaien van taakstellingen van het groene onderwijs; • Er is gekozen voor een temporisering van het investeringsprogramma, zodat de kosten voor huisvesting niet stijgen de komende jaren, maar mee
Financiële kengetallen Solvabiliteit 2 per ultimo Rentabiliteit Liquiditeit (current ratio) Debt service coverage ratio
62
dalen met de ontwikkeling van het verwachte aantal studenten; • Binnen Wellantcollege wordt momenteel gekeken naar profilering van de organisatie door middel van evaluatie van opleidingen in combinatie met locatieomvang. In 2018 zullen keuzes gemaakt worden om de organisatie toekomstbestendig te maken; • Het college van bestuur heeft in 2017 een aantal besluiten genomen die passen in het aandachtig beschouwen van het aantal kleine locaties. Liquiditeit De liquiditeitsratio blijft binnen de signaleringsgrenzen van de Inspectie van het Onderwijs (>0,5). Debt service coverage ratio De debt service coverage ratio wordt gebruikt om een beeld te krijgen van de betalingscapaciteit (“debt service”) van een instelling in verhouding tot de financiële verplichtingen (betalingscapaciteit/financiële verplichtingen). De betalingscapaciteit betreft de vrije geldstroom binnen de instelling: het resultaat na belastingen gecorrigeerd voor de afschrijvingen en rentelasten. De financiële verplichtingen betreffen het totaal aan rente en aflossingen. Risicomanagement binnen Wellantcollege Interne risicobeheersings- en controlesysteem Risicomanagement levert een wezenlijke bijdrage aan het in control zijn en blijven van een organisatie. Het betreft het continu en systematisch doorlopen van de organisatie en zijn activiteiten op risico’s om op basis hiervan bewust risico’s te nemen, de kans op risico’s te verkleinen of de gevolgen ervan te beperken. Door structureel aandacht te hebben voor in- en externe omstandigheden kunnen risico’s vroegtijdig worden gesignaleerd en beoordeeld, zodat vervolgens mitigerende maatregelen kunnen worden genomen. Binnen het onderwijs zijn diverse terreinen waarop onderwijsinstellingen risico’s kunnen lopen, denk daarbij aan strategische, financiële, operationele en compliance risico’s.
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
begroting
2016
2017
2018
2019
2020
56,7%
49,9%
47,9%
47,4%
49,3%
0,2%
-1,5%
-1,3%
1,5%
1,7%
0,23
0,69
0,55
0,79
0,73
5,3
5,2
4,5
5,9
4,1
Figuur 1: Kwaliteitszorgcycles Wellantcollege Doorlopend werkoverleg
Meerjarenbegroting Zelfevaluatie locatie/team
jan dec
Budget
feb
nov
T-gesprek
Om het jaar: · Planningsgesprek · Functioneringsgesprek
okt
T-gesprek
mrt
Planning & control kwaliteitszorgcyclus
sep
Kaderbrief / Financiële formatiekaders Beoordelingsplan Externe verantwoording
apr
mei
Locatie- teamplan + scholingsplan
Financiële budgetkaders Werkverdelingsbeleid
aug
jun jul
T-gesprek
Geïntegreerd jaardocument
Dergelijke risico’s kunnen worden beheerst door middel van een intern risicobeheersings- en controlesysteem. Een aantal belangrijke instrumenten die Wellant binnen dit systeem hanteert zijn: • Planning & Control cyclus; inclusief verantwoordingsen stuurinformatie en bijbehorende kengetallen. • Kwaliteitszorgcyclus; op basis van het instellingsplan worden locatie- en teamplannen opgesteld. Daaronder ligt een monitoringsysteem van periodieke zelfevaluatie.
Overzicht belangrijkste risico’s Hieronder geven we een overzicht van de belangrijkste risico’s die het behalen van de strategische en financiële doelstellingen van Wellantcollege kunnen beïnvloeden. Daaraan gekoppeld zijn de mogelijke oorzaken en gevolgen van de benoemde risico gebeurtenissen. Tevens is een inschatting gemaakt van de potentiele impact en worden de belangrijkste beheersmaatregelen, bedoeld om de kans en/of impact van het risico te beperken, uiteengezet.
Figuur 1: Kwaliteitszorgcyclus Wellantcollege • Integrale jaarkalender; deze kalender bevat de tijdlijnen voor de planning & control cyclus, de verantwoordingscyclus, kwaliteitszorgcyclus en de gesprekkencyclus. • Instellingsplan; gebaseerd op de strategie van Wellant: Strategie 2015-2020. • Meerjarenbegroting; gebaseerd op de vastgestelde jaarbudget • Strategische personeelsplanning; • Strategisch huisvestingsplan; • Interne audits;
63
7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF
Gerealiseerde verbeteringen in het risicobeheersings- en controlesysteem Wellant is voortdurend bezig met het verbeteren van de sturing van de organisatie en het vergroten van de kwaliteit van het risicobeheersings- en controlesysteem. In het afgelopen kalenderjaar zijn in dit kader ook weer verschillende verbeteringen gerealiseerd, waaronder: • Verbeteren van de kwaliteit van de begrotingscyclus; onder andere door middel van het verder optimaliseren van begrotingssoftware en een gedetailleerde opbouw van de begroting voor kalenderjaar 2018 is de kwaliteit van de begroting, als stuurmiddel voor de organisatie, verder toegenomen. Tevens heeft er vooraf en tijdens het begrotingsproces betere horizontale en verticale afstemming plaatsgevonden over uitgangspunten van de begroting en uitkomsten van ingediende begrotingen. Tevens hebben de processen van de begroting en de meerjarenbegroting voor het eerst niet tegelijkertijd, maar achter elkaar plaatsgevonden. Dit maakt dat er in de meerjarenbegroting gebruik wordt gemaakt van een vastgestelde jaarbegroting en dat bevordert de kwaliteit van de twee volgende jaren uit de meerjarenbegroting. • Verbeteren (management)informatievoorziening; In het afgelopen jaar heeft Wellant veel tijd gestoken in het verder optimaliseren van informatievoorziening. Met behulp van het Wellant Dashboard zijn al grote stappen gemaakt om (stuur)informatie te ontsluiten voor de organisatie. Er is in 2017 met name veel energie gestoken in het betrouwbaarder maken van periodecijfers. De beschikbaarheid van deze informatie is cruciaal voor het beter en ‘korter’ kunnen (aan)sturen van de organisatie. • Kwetsbaarheden en risico’s IT-omgevingen: er heeft een assessment plaatsgevonden en er zullen maatregelen getroffen worden op de bevindingen. • Informatiebeveiliging en Privacy: In 2017 is onderzoek gedaan naar de status van informatiebeveiliging en privacy binnen Wellantcollege. Uit het onderzoek is gebleken dat IBP op dit moment nog niet voldoende zichtbaar is voor de medewerkers van Wellantcollege. Een ander aandachtspunt is de organisatorische borging en toezicht en handhaving. Binnen het CvB, de directie en de medewerkers is wel voldoende voedingsbodem voor IBP. Mensen zien het belang van IBP voor Wellantcollege.
Voorgenomen verbeteringen voor de komende periode Ook voor het komende kalenderjaar zal Wellant inzetten op het doorvoeren van verdere verbeteringen aan het risicobeheersings- en controlesysteem. Een aantal thema’s die daarbij de aandacht zullen krijgen zijn de volgende: • Opzetten en implementeren van een systematische aanpak en proces voor (strategische) risicoinventarisatie en –analyse. Denk hierbij aan het gebruik van periodieke risico workshops voor het expliciet identificeren van risico’s. Daaropvolgend zal periodieke monitoring van deze risico’s in de PDCAcyclus moeten worden ingebed. • Aanscherpen van het huidige systeem van interne audits, zowel inhoudelijk als financieel. • De reeds in 2017 ingevoerde integratie van verschillende PDCA-cycli wordt in 2018 verder doorgevoerd, met name ten aanzien van de integrale aanpak (Directie, HRM en financiën) voor formatieplanning en –sturing. • Verder opzetten van leerling- en deelnemersprognoses met specifieke aandacht voor de opbouw in leerjaren. Daarbij maximaal gebruik makend van de reeds beschikbare tools, zoals bijvoorbeeld de VOION-prognose en de mbo-prognosetool. • Verder verbeteren van de (management) informatievoorziening. Dit betreft het verbeteren van de kwaliteit van de huidige rapportage mogelijkheden en het verder ontsluiten van additionele informatie. Het is hierbij van belang om nog meer informatie vanuit diverse systemen aan elkaar te koppelen zodat betere verbanden gelegd kunnen worden. • Ten aanzien van informatiebeveiliging en Privacy heeft het College van Bestuur op basis van de uitkomsten uit het onderzoek in 2017 ingestemd met een vervolg van het project waarin aandacht besteed wordt aan bewustwording onder medewerkers en het aanpakken van de top 10 risico’s voor Wellantcollege. • Als onderdeel van de jaarrekeningcontrole 2017 zal een IT Audit uitgevoerd worden. Deze audit richt zich met name op de aanwezige applicaties, waarbij met name de beheersmaatregelen zoals ingericht in applicaties getest worden. Rapportage toezichthoudend orgaan Zie hoofdstuk 8 van het jaarverslag 2017.
64
SUCCESSEN VIEREN • Wellant vmbo in Utrecht heeft als eerste school het energielabel A++++ gehaald. Het hoogst haalbare niveau op dit moment. De school voldoet aan de norm Frisse Scholen, heeft beperkte onderhouds- en exploitatiekosten en het is een energieneutraal gebouw (met een EPC van 0, zoals dat in vaktermen heet). Het meest zichtbaar zijn de 465 zonnepanelen en 6 zonnecollectoren op het dak.
• 7x goud, 2x zilver en 1x brons voor onze Wellant-studenten tijdens de Skills Heroes finales! De landelijke vakwedstrijden voor het mbo.
• Leerlingen van Wellant vmbo Madestein winnen de finale “Duurzame Masterchefs Den Haag 2017”, een kookwedstrijd voor en door leerlingen van diverse Haagse scholen.
• In Montfoort staat de snelst groeiende Wellant vmbo-school (van 500 naar 800 leerlingen). Tijdens de opening van het vernieuwde pand reikte wedhouder Langerak ‘de knoop van Montfoort’ uit, een kunstwerk dat symbool staat voor de stad Montfoort. Vroeger werd Montfoort de stad van knopendraaiers genoemd. Hiermee wordt bevestigd dat Wellantcollege in de gemeente Montfoort van grote betekenis is.
• Jaarlijks presenteert weekblad Elsevier een overzicht van de beste scholen van Nederland. Wellant vmbo in Amersfoort was in de provincie Utrecht de beste in de basisberoepsgerichte leerweg.
65
7 CONTINUĂ?TEITS PARAGRAAF
Nr
Categorie
Risico
Mogelijke oorzaken
1
Strategisch
Strategie 2015-2020 onvoldoende gerealiseerd
-- Geen integrale werkwijze locaties Wellant -- Gebrek aan draagvlak en eigenaarschap -- Onvoldoende eenduidige strategie/visie
2
Strategisch
Dalende leerlingen/studenten aantallen
-- Demografische ontwikkeling -- Concurrentie -- Opleidingsaanbod sluit onvoldoende aan op arbeidsmarkt -- Negatieve berichtgeving rondom Wellant
3
Strategisch
Afnemende kwaliteit onderwijs
-- Onvoldoende kwalitatief goed personeel -- Portfolio opleidingen sluit onvoldoende aan op arbeidsmarkt
4
Financieel
Druk op financiĂŤle huishouding
-- Dalende leerlingen/studenten aantallen -- Bezuiningen in reguliere bekostiging -- Teruglopende subsidieinkomsten -- Gewijzigde financieringssystematiek LWOO -- Ontwikkeling pensioenlasten -- Onderbekostiging groen onderwijs
5
Financieel
Beperkte mogelijkheden externe financiering via Schatkist
-- Gewijzigde waarderingsgrondslagen Schatkistbankieren
6
Operationeel
Cybersecurity en privacy
-- Privacywetgeving en gegevensbescherming (AVG) -- Ontbrekende visie op cybersecurity -- Ontbreken van back-up en recoveryplan
7
Operationeel
Onvoldoende kwalitatief goed personeel
-- Vergrijzing van het personeelsbestand -- Krapte op de arbeidsmarkt (schaarstevakken) -- Toenemend ziekteverzuim en verloop -- Onvoldoende aandacht voor de professionele ontwikkeling van het personeel
66
Mogelijke gevolgen
Impact
Maatregelen
-- Gebrek aan samenhang en synergie -- Onvrede onder medewerkers -- Kwaliteit onderwijs loopt terug
Middel
-- Periodieke monitoring op verschillende KSF’en in de PDCA-cylcus -- Directievorming op vmbo en mbo -- Verder uniformeren van processen binnen Wellant
-- Teruglopende inkomsten -- Dreigende overcapaciteit op het gebied van huisvesting en personeel
Hoog
-- Uitwerken scenario’s en deze periodiek herijken -- Herijking profilering Wellant door middel herschikking van opleidingsaanbod en locatiekeuzes -- Tijdig straten van het formatieplanningsproces (jaarlijks) -- Inrichting integrale overlegstructuur ten aanzien van formatieplanning en sturing ten behoeve van optimaliseren afstemming vactureruimte en overformatie. -- Flexibele schil in stand houden
-- Imagoschade -- Onvrede onder leerlingen -- Dalende leerlingen/ studenten aantallen
Hoog
-- Hanteren kwaliteitszorgcyclus (PDCA-systematiek) -- Gebruik maken van periodieke zelfevaluaties binnen teams en organisatieonderdelen -- Gericht inzetten van professionaliseringsprogramma’s
-- Investeringsmogelijkheden lopen terug -- Financiele stabiliteit neemt mogelijk af -- Lange termijn personeelsverplichtingen nemen toe
Middel
-- Locatiebenchmarks en kostenonderzoek -- Intensiveren monitoring en sturing op begroting en forecast -- Versterken positie in de regio (samenwerking gemeente en bedrijfsleven) -- Verder verbeteren management informatie -- Gesprek voeren met stakeholders en directies om problematiek op de agenda te houden -- Business case denken bevorderen bij investeringsbeslissingen
-- Benodigde investeringen in huisvesting kunnen niet worden gedaan -- Kwaliteit onderwijs loopt terug
Middel
-- Wellant verkent de mogelijkheden bij meerdere financiers
-- Cybercrime: boetes en imagoschade -- Verlies van cruciale bedrijfsgegevens -- Verstoring van onderwijs- en ondersteunende processen
Hoog
-- Structurele aandacht voor deze thema’s in het Strategisch Informatie Overleg (SIO) -- Traject rond Informatiebeveiliging en privacy (IBP); nul-meting en verdere verbetering, borging en verhogen bewustzijn binnen Wellant -- Uitvoeren van IT audit op applicaties om beheersmaatregelem te testen
-- Toenemende werkdruk -- Onvrede onder medewerkers en leerlingen -- Concurrentie op arbeidsvoorwaarden tussen instellingen -- Innovatiekracht wordt beperkt -- Kwaliteit onderwijs komt onder druk -- Imagoschade
Hoog
-- Periodieke HRM gesprekkencyclus binnen Wellant -- Strategische personeelsplanning als instrument verder ontwikkelen -- Verbeteren tijdigheid/kwaliteit van het formatieplanningsproces -- Scholings- en professionaliseringsplannen -- Aandacht voor preventie van ziektenverzuim
67
BERICHT RAAD VAN TOEZICHT
68
Vergaderingen en bijeenkomsten De raad van toezicht kwam in 2017 acht keer plenair bijeen met het college van bestuur. Naast plenaire bijeenkomsten waren er tevens bijeenkomsten in commissieverband. Deze stonden in het teken van de voorbereiding van de vergaderingen van de raad van toezicht en boden tevens gelegenheid om dieper op een aantal zaken in te gaan. Toezicht en advies De raad van toezicht besprak de in de statuten vastgelegde onderwerpen en stelde zich daarnaast op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen en aangelegenheden binnen Wellantcollege en het groene onderwijs in het algemeen. In dit kader is, in het bijzijn van de accountant, het Geïntegreerd Jaarverslag 2016 en het Accountantsverslag 2016 besproken. Tevens is aan de orde geweest de Begroting 2018. De raad van toezicht heeft de financiële ontwikkelingen binnen Wellantcollege gevolgd aan de hand van financiële tertiaalrapportages. De raad van toezicht heeft in 2017 goedkeuring gegeven aan wijziging van de statuten, onder andere vanwege het behoud van de ANBI-status. In 2017 is diverse malen uitgebreid gesproken over de verkenning van een nauwe samenwerking met Aeres Groep. In dit kader hebben onder andere twee bijeenkomsten met de raad van toezicht van Aeres Groep plaatsgehad. Uiteindelijk is na zorgvuldige afweging en overleg besloten deze verkenning te beëindigen. De verschillen in cultuur en besturing tussen beide organisaties bleken op dit moment te groot om een succesvolle samenwerking te kunnen realiseren. In het kader van de uitwerking van de strategie is aandacht besteed aan de positionering van het mbo, interne macrodoelmatigheid, het opleidingsportfolio en de evaluatie van het Instellingsplan. De uitkomsten van het inspectieonderzoek in het mbo maken duidelijk dat sturing op en realisatie van de doelen in het Instellingsplan van belang zijn voor versterking van de onderwijskwaliteit en de onderwijsprocessen in het mbo. De raad van toezicht was verheugd dat het vmbo in alle leerwegen en op alle locaties het basisarrangement heeft behouden. Met betrekking tot financiën en bedrijfsvoering heeft de raad van toezicht en de auditcommissie in het bijzonder, de voortgang van het programma Medverka gevolgd. Ook met de accountant is hierover gesproken. Een goede financiële beheersing is van belang, mede in het
licht van de onderbekostiging van het mbo, waarvan in 2017 voor het tweede achtereenvolgende jaar sprake was. Maar ook de afnemende leerlingaantallen en het daarmee gepaard gaande afnemende middelenperspectief maken een goede financiële beheersing en efficiënte bedrijfsvoering van belang. Huisvestingszaken waren regelmatig onderwerp van gesprek. Dit betrof met name de afbouw van de vmbolocatie in Rotterdam, het vinden van een nieuwe locatie voor het mbo in Rotterdam en de huisvestingssituatie van Amsterdam Linnaeus. De raad van toezicht heeft goedkeuring gegeven aan nieuwbouw op de locatie Dordrecht. In het kader van de realisatie van het Strategisch Huisvestingsplan is goedkeuring gegeven aan een financieringsarrangement bij de Schatkist. Naast bovenstaande onderwerpen is er in 2017 ook aandacht geweest voor uitkomsten van het jaarlijks onderzoek onder medewerkers en leerlingen, de managementletter van de accountant, de toekomst van de dierenkliniek in Houten en de beëindiging van de samenwerking met Omnia College Gorinchem. Werkgeversrol De remuneratiecommissie van de raad van toezicht heeft met beide leden van de het college van bestuur remuneratiegesprekken gevoerd. In de loop van 2017 is een situatie van langdurige uitval van een van de leden van het college van bestuur ontstaan. Om de continuïteit van de instelling niet in gevaar te brengen heeft de raad van toezicht een interim lid in het college van bestuur benoemd. Inmiddels is besloten dat op initiatief van de raad van toezicht het betreffende lid van het college van bestuur na zijn ziekteperiode zijn bestuurlijke taken niet meer zal hervatten en per 1 juli 2018 Wellant zal verlaten. De werving van een nieuwe bestuurder is gestart. De raad van toezicht volgt bij de beloning van het college van bestuur de Wet Normering Topinkomens. Contact met de organisatie In het toezichtkader is vastgelegd hoe de raad van toezicht zich wil verhouden tot de medezeggenschap. Een van de activiteiten die jaarlijks plaatsvindt is een medezeggenschapsconferentie waarvoor alle centrale medezeggenschapsorganen van Wellantcollege en het college van bestuur worden uitgenodigd. De conferentie moet naast een formeel programma ook ruimte bieden voor informele gesprekken. In april 2017 heeft de eerste medezeggenschapsconferentie plaatsgehad met als thema doorstroom van vmbo naar mbo. 69
8 BERICHT RAAD VAN TOEZICHT 2016
Overzicht hoofd- en relevante nevenfuncties Raad van Toezicht ultimo 2017 dhr. prof. dr. M.J.M. Vermeulen Hoofdfunctie: • TIAS School for Business and Society -- Academic director Strategy, Innovation and Governance -- Academic director Master Public Management Nevenfuncties: • Hoogleraar onderwijssociologie Tilburg University en Open Universiteit Nederland • Buitengewoon hoogleraar Universiteit Stellenbosch, Zuid-Afrika • DGA V-square bv • Vicevoorzitter raad van commissarissen Zayaz, woningbouwcorporatie in Den Bosch • Voorzitter stuurgroep Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek • Lid Commissie Macrodoelmatigheid MBO • Voorzitter Onderwijscuratorium IFV (Brandweeropleidingen) • Voorzitter Zuidelijke Rekenkamer • Lid Raad van Toezicht Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) • Voorzitter bestuur Stichting Alexander Amsterdam • Voorzitter bestuur Koningstheateracademie • Voorzitter wetenschappelijk adviesraad Fontys Hogeschool Kind&Educatie • Lid Raad van Advies Novadic-Kentron • Lid Raad van Advies MBO Sint Lucas. mw. dr. H.H.M. Scholtes Hoofdfunctie • Senior adviseur Twijnstra Gudde Adviseurs en Managers Nevenfuncties: • Docent TiasNimbas Master of management in education • Voorzitter vakjury Orde van Organisatie Adviseurs • Lid Cliëntenraad St. Antonius Nieuwegein/Utrecht/ Woerden
70
mw. mr. R.M. Bergkamp Hoofdfunctie: • Algemeen Directeur/Provinciesecretaris Noord-Holland Nevenfuncties: • Lid Adviesraad Animal Science Groep (WUR) • Lid van het bestuur van de Dutch Milk Foundation • Lid Raad van Commissarissen van Royal Reesink B.V. • Voorzitter Raad van Toezicht van Het Voedingscentrum Mw. drs. H.K. Sluiter MEM Hoofdfunctie • Directeur Stichting Technasium Nevenfuncties • Eigenaar B&B, advies op het gebied van onderwijsontwikkeling, Bètaontwikkeling, HRMontwikkeling en duurzaam strategisch beleid in het funderend onderwijs. • Kwartiermaker Connectief van Lerende Scholen • Vicevoorzitter raad van toezicht Coenecoop College • Voorzitter experts Landelijk Versterkingsprogramma Lerarenopleiding en Scholen • Lid Expertteam Leren Loont Rotterdam Mw. drs. J. van Wijngaarden Hoofdfunctie • CFO Fundis Holding B.V. Nevenfuncties • Lid raad van toezicht Franciscus Vlietland Ziekenhuis • Lid Investeringscommissie BOM Capital • Gastdocent leiderschapstrainingen Tias Business School
Hiervoor was een interactief programma voorbereid met veel inbreng van studenten. Alle deelnemers waren na afloop enthousiast over deze conferentie. Voorts is de raad van toezicht aanwezig geweest bij vergaderingen van de Ondernemingsraad, de centrale ouderraad en de centrale studentenraad. Bij gelegenheid waren bij vergaderingen van de raad van toezicht en de commissies naast het college van bestuur, ook leden van het management van Wellantcollege aanwezig. De raad van toezicht kreeg zo een breder beeld van wat er in de organisatie leeft en hoe het management daarop reageert en stuurt. Interne evaluatie en toezichtkader De raad van toezicht heeft in een van zijn vergaderingen en in aanwezigheid van het college van bestuur een korte interne evaluatie gehouden. Hierbij is vooral gekeken naar de invulling van twee openstaande vacatures in de raad van toezicht. Ook de relatie college van bestuur-raad van toezicht is besproken. De raad van toezicht heeft in 2016 een eigen toezichtkader opgesteld. Dit toezichtkader is in te zien via de website van Wellantcollege.
docenten als ondersteunend personeel alsook leerlingen en studenten. Wij danken iedereen voor zijn inzet en inspanningen in 2017. De raad van toezicht, • dhr. prof. dr. M.J.M. Vermeulen (voorzitter, afgetreden per 1-1-2018) • mw. mr. R.M. Bergkamp (vicevoorzitter) • mw. dr. H.H.M. Scholtes • mw. drs. H.K. Sluiter MEM • dhr. J. Bogerd MBA (afgetreden per 21 februari 2017) • dhr. ir. G.T.M. Kok (afgetreden per 8 februari 2017) • mw. drs. J.A. van Wijngaarden (lid per 20 april 2017) • dhr. prof. dr. A. Klamer (voorzitter, aangetreden per 1 april 2018) • dhr. drs. ing. D.C.A. Oosthoek MGM (lid per 1 april 2018) • dhr. drs. W. Smink (lid per 1 april 2018)
Samenstelling raad van toezicht De samenstelling van de raad van toezicht heeft gedurende 2017 diverse wijzigingen ondergaan. Afgetreden zijn: de heer Kok, de heer Bogerd en de heer Vermeulen. Aangetreden is mevrouw Van Wijngaarden. Governance De raad van toezicht volgt bij de uitoefening van zijn taken de Branchecode goed bestuur in het mbo. Platform raden van toezicht Vanuit de MBO Raad wordt het Platform raden van toezicht georganiseerd. De raad van toezicht volgt de ontwikkelingen binnen het Platform en is zo mogelijk bij bijeenkomsten aanwezig. Tot slot Graag spreken wij via deze weg onze waardering uit voor alle betrokkenen bij Wellantcollege, zowel
71
JAAR REKENING 2017
72
Balans per 31 december 2017 (na bestemming van het resultaat over 2017) 1
Activa (alle bedragen x € 1.000)
31-12-2017
31-12-2016
Vaste activa 1.2
Materiële vaste activa
103.397
100.920
1.3
Financiële vaste activa
1
1
103.398
100.921
1
2
2.984
3.245
Totaal vaste activa Vlottende activa 1.4
Voorraden
1.5
Vorderingen
1.7
Liquide middelen
12.025
2.108
Totaal vlottende activa
15.010
5.355
118.408
106.276
Totaal activa 2
Passiva
31-12-2017 56.130
31-12-2016
2.1
Eigen vermogen
2.2
Voorzieningen
2.991
2.217
2.3
Langlopende schulden
37.600
22.500
2.4
Kortlopende schulden
21.687
23.547
118.408
106.276
realisatie
begroting
realisatie
2017
2017
2016
Totaal passiva
58.012
Staat van baten en lasten over 2017 3
Baten 3.1
Rijksbijdragen
122.421
120.719
120.514
3.2
Overige overheidsbijdragen
411
279
485
3.4
Baten werk in opdracht van derden
471
462
443
3.5
4
Overige baten
3.478
3.230
4.663
Totaal baten
126.781
124.690
126.105
realisatie
begroting
realisatie
2017
2017
2016
Lasten 4.1
Personeelslasten
93.683
90.550
4.2 4.3 4.4
Overige lasten
Afschrijvingen
9.996
9.003
8.130
Huisvestingslasten
8.610
8.723
8.846
15.539
16.253
16.344
127.828
124.529
125.071
-1.047
161
1.034
Totaal Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten Resultaat
6
Belastingen Resultaat na belastingen
91.751
-835
-821
-823
-1.882
-660
211
-
-
-
-1.882
-660
211
73
9 JAAR REKENING 2017
Kasstroomoverzicht over 2017 (alle bedragen x € 1.000) Saldo baten en lasten
2017
2016
-1.047
1.034
9.996
8.130
-
-892
Gecorrigeerd voor: * Afschrijvingen * Boekwinst * Mutatie voorzieningen
774
568
9.723
8.840
1
-1
261
-730
Mutaties werkkapitaal * Voorraden * Vorderingen * Kortlopende schulden Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen intrest Betaalde intrest Belastingen Kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen materiële vaste activa Desïnvesteringen materiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden
-821
-1.486
-559
-2.217
9.164
6.623
-
-
-803
-833
-
-
-803
-833
8.361
5.790
-13.544
-11.219
0
1.065
-13.544
-10.154
16.000
-
-900
-900
15.100
-900
Mutatie liquide middelen
9.917
-5.264
Beginstand liquide middelen
2.108
7.372
9.917
-5.264
12.025
2.108
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Mutatie liquide middelen Eindstand liquide middelen
74
Waarderingsgrondslagen Onderstaande waarderingsgrondslagen zijn van toepassing op de jaarrekening. Algemeen De activiteiten van het agragrisch opleidingencentrum Stichting Wellant zijn gericht op het geven van onderwijs aan leerlingen in een groene leeromgeving door kennis te delen en toe te passen. Ons doel is leerlingen goed voor te bereiden op het leven en werken in onze maatschappij. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de "regeling Jaarverslaggeving Onderwijs". In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving ( in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. In deze jaarrekening worden de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht gepresenteerd in euro's * 1.000. De toelichting op posten binnen deze opstellingen wordt gepresenteerd in euro's. De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende
veronderstellingen worden periodiek beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. MateriĂŤle vaste activa De gebouwen en terreinen, inventaris en apparatuur, andere vaste bedrijfsmiddelen, vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen hierop worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de verwachte economische levensduur. Op terreinen (met uitzondering van geactiveerde erfpacht), materiele vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen hierop wordt niet afgeschreven. De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn als volgt:
Gebouwen
6,12,18,24 en 30 jaar op basis van de componentenmethode:
Casco
30 jaar
dakbedekking, plafonds, dekvloeren
24 jaar
werktuigbouwkundige installaties
18-30 jaar
liftinstallaties
18 jaar
elektrische installaties
24-30 jaar
binnenwerk
12 jaar
glas- en schilderwerk
6 jaar
Verbouwingen (van voor 2008)
10 jaar
Inventaris en apparatuur
tusen 3 en 20 jaar
Andere vaste bedrijfsmiddelen
5 jaar
Onderhoudsuitgaven worden geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het component verlengen. Investeringen > â&#x201A;Ź 1.000,- komen in aanmerking voor activering (voor fungibele investeringen ligt de grens bij â&#x201A;Ź450,-). Indien voor een materieel vast actief sprake is van kosten die samenhangen met verplichtingen inzake de ontmanteling en verwijdering van het actief en het herstel van het terrein waar het actief zich bevindt (herstelkosten), en deze verplichting wordt veroorzaakt door het neerzetten van het actief, worden de kosten noodzakelijk voor de afwikkeling van de verplichting verwerkt als onderdeel van de boekwaarde van het actief. Investeringssubsidies worden zichtbaar in mindering gebracht op de materiele vaste activa (netto methode). 75
9 JAAR REKENING 2017
Financiële vaste activa De overige financiele vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde.
Vorderingen Voor de waardering van vorderingen wordt verwezen naar de paragraaf inzake financiële instrumenten.
Verbonden partijen Er is geen sprake van verbonden partijen. Wellantcolege neemt deel in diverse samenwerkingsverbanden. In geen enkel samenwerkingsverband is sprake van beslissende zeggenschap.
Liquide middelen De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Liquide middelen die niet ter directe beschikking staan worden verwerkt onder de vorderingen. Liquide middelen die gedurende langer dan 12 maanden niet ter directe beschikking staan van de groep worden verwerkt onder de financiële vaste activa.
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Van vaste activa met een lange levensduur wordt periodiek beoordeeld of sprake is van mogelijke bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de toekomstige nettokasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte toekomstige kasstroom, wordt een bedrag voor impairment ten laste van het resultaat geboekt voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde van het actief. Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere actuele waarde, onder aftrek van verkoopkosten. Voorraden De voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, eventueel onder aftrek van een voorziening voor incourantie. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten bij Stichting Wellant vorderingen, liquide middelen en langlopende en kortlopende schulden. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, inclusief direct toerekenbare transactiekosten. Na de eerste opname worden financiële instrumenten gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien er geen sprake is van agio of disagio en direct toerekenbare transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde. Op vorderingen wordt een noodzakelijke geachte voorziening getroffen voor risico van oninbaarheid.
76
Eigen vermogen Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves, de bestemmingsreserves en de bestemmingsfondsen gepresenteerd. De algemene reserve bestaat uit de reserves die ter vrije beschikking staan van het College van Bestuur. Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid door de organisatie is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. Indien de beperktere bestedingsmogelijkheid door derden is aangebracht, dan wordt dit deel aangemerkt als bestemmingsfonds. Voorts is binnen het eigen vermogen een onderscheid gemaakt naar publieke en private middelen. Voorzieningen Een voorziening in verband met verplichtingen als bedoeld in artikel 2:374 lid 1, eerste volzin BW wordt uitsluitend opgenomen indien op de balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. d e rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk); b. h et is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is; en c. e r kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting. Onder de voorzieningen worden de personele voorzieningen gepresenteerd. Toevoegingen en vrijvallen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat van baten en lasten. Uitgaven vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorzieningen. De voorzieningen reorganisatie en Ziektewet zijn opgenomen tegen de nominale waarde. De voorzieningen wachtgeld, onderwijsjubileum, WGA en seniorenregeling zijn opgenomen tegen contante waarde.
Langlopende schulden Schulden met een resterende looptijd van meer dan een jaar worden aangeduid als langlopend. Het aflossingsbedrag van het eerstvolgende kalenderjaar wordt onder de kortlopende schulden opgenomen. Voor de waardering van langlopende schulden wordt verwezen naar de paragraaf inzake financiĂŤle instrumenten. Kortlopende schulden Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste een jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa, indien hiertoe geen contractueel recht en geen voornemen tot saldering bestaat. Voor de waardering van kortlopende schulden wordt verwezen naar de paragraaf inzake financiĂŤle instrumenten. Overlopende passiva betreffen vooruitontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen terzake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegerekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Subsidievrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding van de subsidie..
Resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord. Het niet bestede gedeelte wordt op de balans gepassiveerd. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
Personeelsbeloningen/pensioenen Voor de medewerkers van de organisatie is een pensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegde pensioenregeling. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP) en wordt - overeenkomstig de in de RJ aangereikte vereenvoudiging - in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrage- regeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. De risico's van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risicio's komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening. Informatie over eventuele tekorten en de gevolgen hiervan voor de pensioenpremies in de toekomstige jaren is niet beschikbaar. De dekkingsgraad van het pensioenfonds per 31 december 2017 bedraagt 104% (ultimo 2016: 97%).
77
9 JAAR REKENING 2017
Toelichting behorende tot de jaarrekening over 2017 1
Activa
1.2.1
1.2.2
1.2.3
1.2.4
Totaal
Vaste activa 1.2
Gebouwen en terreinen
Inventaris en apparatuur
Andere vaste bedrijfsmiddelen
In uitvoering en vooruitbetalingen
188.368.356
34.586.445
507.138
7.092.790
230.554.729
-6.835.114
-680.939
-
-
-7.516.053
Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen
-99.739.000
-21.937.939
-441.265
-
-122.118.204
Boekwaarde
81.794.242
11.967.567
65.872
7.092.790
100.920.472
-
-
1.210
12.471.441
12.472.651
10.445.159
2.055.792
65.372
-12.566.322
0
Materiële vaste activa
Stand per 1 januari 2017: Aanschafprijs Investeringsubsidies
Mutaties in de boekwaarde: Investeringen Ingebruikname
-
-
-
-
0
Afschrijvingen
Desinvesteringen
-5.385.272
-3.003.893
-33.282
-
-8.795.944
Bijzondere waardeverminderingen
-1.200.000
-
-
-
-1.200.000
Saldo
-2.221.706
-948.101
33.299
-94.882
2.476.707
198.813.515
36.642.237
553.719
6.997.909
243.007.380
-6.835.114
-680.939
-
-
-7.516.053
-106.697.769
-24.941.832
-454.547
0
-132.094.149
85.280.632
11.019.466
99.172
6.997.909
103.397.179
Stand per 31 december 2017: Aanschafprijs Investeringsubsidies Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde
De egalisatierekening investeringsubsidies is als negatieve post geclassificeerd onder de materiële vaste activa. In 2017 zijn voor een bedrag ad €10,4 miljoen investeringen in gebruik genomen met betrekking tot huisvesting. Het betreft met name de oplevering van de nieuwbouw op de locatie Utrecht ad €7,5 miljoen. Voorts is er voor een bedrag ad €2,3 miljoen groot onderhoud geactiveerd. Voor een drietal nieuwbouwprojecten zijn onder de post 1.2.4 investeringen in uitvoering opgenomen. Het betreft Montfoort ad €5,0 miljoen (totaal project is €5,4 miljoen), Naarden ad €1,4 miljoen (totaal project is €7,8 miljoen) en Dordrecht ad €63K (totaal project is €22,4 miljoen). In 2017 is een bedrag opgenomen ad €1,2 miljoen aan bijzondere waardeverminderingen van activa (2016: nihil). Het betreft een bijzondere waardevermindering op de locatie Amersfoort. Wegens met name onvoldoende herstel van leerlingaantallen op deze locatie zou zonder de 78
genomen waardevermindering geen duurzame bezetting van het pand en de exploitatie mogelijk zijn. Het pand is gewaardeerd tegen bedrijfswaarde met een disconteringsvoet van 3,5%. Tot zekerheid voor de voldoening van de geldlening van het Ministerie van Financiën, is het recht van eerste hypotheek verleend tot een bedrag van €53 miljoen, per ultimo 2017 groot €38,5 miljoen, op een aantal percelen grond met opstallen en verder toebehoren. Het betreft de locaties Aalsmeer (Linnaeuslaan, 1e JC Mensinglaan en Zwarteweg) , Alphen aan den Rijn, Amersfoort, Amsterdam Sloten, Boskoop, Den Haag Westvliet, Den Haag Madestein, Montfoort, Oegstgeest, Rijnsburg, Rijswijk en Utrecht.. De OZB-waarde van de gebouwen en terreinen is €102.095.000 (peildatum 1 januari 2016).
1.3
1.3.2
FinanciĂŤle vaste activa Andere deelneming
Boekwaarde 01-01-2017
Ontvangen uitkeringen 2017
Desinvesteringen 2017
Resultaat 2017
Boekwaarde 31-12-2017
1.165
-
-
-
1.165
1.165
-
-
-
1.165
Het bedrag onder 1.3.2. bestaat uit een ledenkapitaal in Cooperatieve Bloemenveiling FloraHolland U.A ad â&#x201A;Ź 1.165. In 2017 hebben geen bijschrijvingen plaatsgevonden.
79
9 JAAR REKENING 2017
Vlottende activa 1.4
Voorraden
1.4.1
Gebruiksgoederen
31-12-2017 1.158
31-12-2016 2.235
Het bedrag onder 1.4.1 bestaat uit PR-artikelen die centraal worden ingekocht en opgeslagen. Vestigingen kunnen naar behoefte PR- artikelen bestellen bij de "Ondersteunende Dienst". 1.5
Vorderingen
1.5.1
Debiteuren
1.5.5
Deelnemers/cursisten
552.148
676.157
1.5.6
Overige overheden
35.637
164.762
1.5.7
Overige vorderingen
203.006
-
1.240.365
1.465.651
-149.340
-208.959
2.983.949
3.244.716
894.146
1.101.272
5.700
17.898
1.5.8
Overlopende activa
1.5.9
Af: voorzieningen wegens oninbaarheid
1.5.8.1
Vooruitbetaalde kosten / vooruitontvangen facturen
1.5.8.2
Verstrekte voorschotten
1.5.8.3
Overige overlopende activa
1.5.8
Overlopende activa
1.102.133
1.147.105
340.519
346.481
1.240.365
1.465.651
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt: 1.5.9.1
Stand per 1 januari
208.959
218.261
1.5.9.2
Onttrekking
-143.372
-36.390
1.5.9.3
Dotatie
83.753
27.088
1.5.9
Stand per 31 december
149.340
208.959
Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan een jaar, met uitzondering van de post "1.5.7 overige vorderingen". Onder de post "deelnemers/cursisten" (1.5.5) zijn de nog openstaande vorderingen per balansdatum op de ouders/leerlingen opgenomen. Het betreft vooral vorderingen die hun oorsprong vinden in het schooljaar 2017/2018. Onder de overige vorderingen (1.5.7) zijn opgenomen in 2017 betaalde transitievergoedingen aan zes langdurig zieke werknemers die na twee jaar loondoorbetaling zijn ontslagen. In het Regeerakkoord van het huidige kabinet is een wetsvoorstel overgenomen waarin werkgevers door het UWV gecompenseerd worden voor de betaalde transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Naar verwachting zal het UWV deze regeling eerst in 2020 kunnen uitvoeren. 1.7
Liquide middelen
1.7.1
Kasmiddelen
1.7.2.1
Tegoeden op bank- en girorekeningen
1.7.2.2
Rekening-courant Ministerie van Financien
31-12-2017
31-12-2016
18.482
13.414
672.270
586.135
11.333.845
1.508.507
12.024.597
2.108.056
Het saldo van de liquide middelen is vrij opvraagbaar. In september 2010 is Wellantcollege overgegaan op geintegreerd middelenbeheer bij het Ministerie van Financien (schatkistbankieren). De kredietfaciliteit bij het Ministerie bedraagt 10% van de Rijksbijdrage (â&#x201A;Ź10 miljoen), met als voorwaarde dat er minimaal 1 dag in een jaar een poitief saldo op de rekening-courant positie bestaat.
80
2
2.1
Passiva
2.1.1
Algemene reserve Bestemmingsreserve (publiek) Reserve m.b.t. BAPO
Saldo 31-12-2017
-2.013.283
804.401
52.096.918
-
-
-
-
4.200.000
-
-800.000
3.400.000
Bestemmingsreserve (privaat)
-
-
-
-
467.229
130.877
-
598.106
-
-
-
-
Bestemmingsfonds (privaat) Bestemming uit liquidatie “Stichting
-
-
-
-
39.470
-
-4.401
35.069
58.012.499
-1.882.406
0
56.130.093
Contractactiviteiten Groene Delta” Totaal
De voorziening BAPO is per 1 januari 2010 als gevolg van een stelselwijziging vrijgevallen ten gunste van het eigen vermogen. Wellantcollege heeft ervoor gekozen om deze reserve binnen het eigen vermogen op te nemen als publieke bestemmingsreserve. De Minister van OCW heeft besloten om de verwerking van de BAPO lasten op te laten nemen in de periodekosten, waarbij jaarlijks de lasten als "out of pocket" kosten worden geboekt binnen het bestek van de reguliere bedrijfsvoering. Onder voorwaarden kan het personeel vanaf de leeftijdsgrens van 55 jaar gebruik maken van de regeling Bevordering ArbeidsParticipatie Ouderen (BAPO). In 2013 zijn er een aantal wijzigingen geweest met betrekking tot deze regeling. De belangrijkste daarvan zijn dat werknemers onder de 55 jaar (in 2013) geen recht meer hebben op toekomstige BAPO, en dat werknemers met "kleine" BAPO" (vanaf 55 jaar) geen recht meer hebben op toekomstige "grote" BAPO (vanaf 59 jaar). De huidige populatie medewerkers in de BAPO regeling is per ultimo 2017 58 jaar of ouder. Bij de bepaling van de reserve is rekening gehouden met eigen ervaringscijfers zoals blijfen sterftekans. Bij de bepaling van de reserve is vanaf 2013 tevens rekening gehouden met de gestegen pensioengerechtigde leeftijd van 65 naar 67 jaar. 2.2
Overige mutaties 2017
53.305.800
“Leven Lang Leren” 2.1.5
Resultaat 2017
Eigen vermogen
2.1.2 2.1.3
Saldo 31-12-1016
Voorzieningen
De reserve is opgenomen tegen de contante waarde, waarbij een disconteringsvoet van 3% is gehanteerd. In 2017 is €0,8 mijoen van deze publieke bestemmingsreserve vrijgevallen ten gunste van de algemene reserve. Het bestuur van de geliquideerde Stichting Contractactiviteiten Groene Delta heeft bepaald dat het eigen vermogen van de Stichting, bestaande uit een vordering ad € 149.140 op de Stichting Wellant, in zijn geheel uit te keren aan de Stichting Wellant, onder de last dit aan te wenden ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de door de Stichting Wellant uit te voeren activiteiten op het gebied van cursussen en trainingen. In het verslagjaar is €4.401 (2016: €12.197) besteed aan activiteiten op dit gebied. Het resultaat over 2017 ad -/-€1.882.406 bestaat uit het resultaat op de reguliere onderwijsactiviteiten (-/€2.013.283) en uit het resultaat op de bedrijfsactiviteiten m.b.t. "Leven Lang Leren" (€130.877). Het resultaat op de reguliere onderwijsactiviteiten is onttrokken aan de algemene reserve. Het resultaat op het bedrijfsonderdeel "Leven Lang Leren" is toegevoegd aan de private bestemmingsreserve.
Saldo 31-12-2016
Dotaties 2017
Onttrekking 2017
Saldo 31-12-2017
Het verloop van de voorzieningen kan als volgt worden weergegeven: 2.2.1
Voorzieningen personeel Voorziening reorganisatie
497.184
90.171
-124.203
463.152
Voorziening onderwijsjubileum
650.000
119.264
-119.264
650.000
Voorziening wachtgeld
450.000
882.887
-757.887
575.000
Voorziening wga/zw
420.000
651.009
-343.009
728.000
Voorziening seniorenverlof Totaal Voorzieningen
200.000
428.699
-53.699
575.000
2.217.184
2.172.030
-1.398.062
2.991.152 81
9 JAAR REKENING 2017
In 2010 is een voorziening reorganisatie getroffen als gevolg van de ingezette regionalisering. Per ultimo 2017 bedraagt deze voorziening €356K voor een zestal werknemers. Voorts is onder de voorziening reorganisatie opgenomen een voorziening sociaal plan van €107.000 voor een drietal werknemers. De voorziening onderwijsjubileum is onderbouwd op werknemerniveau. Bij de inschatting van de blijfkansen is uitgegaan van een gemiddeld personeelsverloop van 10% per jaar. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde, waarbij een disconteringsvoet is gehanteerd van 3%. De hoogte van de voorziening per ultimo 2017 is gelijk gebleven aan die per ultimo 2016. Vanaf het jaar 2013 wordt een voorziening getroffen voor wachtgeldverplichtingen. Het betreft een voorziening voor te betalen WW uitkeringen en bovenwettelijke uitkeringen voor ex-werknemers. Bij de bepaling van de voorziening is rekening gehouden met een over 2011 t/m 2017 bepaald percentage van 69% dat de exwerknemer gemiddeld nodig heeft ten opzichte van het maximale recht om tot een nieuwe baan te komen (0ver 2011 t/m 2016 was het percentage 70%). De voorziening is opgenomen tegen contante waarde, waarbij een disconteringsvoet is gehanteerd van 3%. Ten opzichte van 2016 is de voorziening gestegen met €125.000, ondanks een lager aantal ex-werknemers (19 per ultimo 2017, 22 per ultimo 2016) in de WW én ondanks een lager percentage gebruik. (69% per ultimo 2017, 70% per ultimo 2016). De reden hiervoor is gelegen in het feit dat de bovenwettelijke uitkeringen hoger zijn gewaardeerd door bepaalde afspraken met een drietal werknemrs zonder sollicitatieverplichting. Overigens hebben deze werknemers afgezien van WW. Wellantcollege is eigen risico drager voor de Ziektewet (ZW) en de Wet Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Per ultimo 2017 werden er voor 10 werknemers WGA uitkeringen doorbelast (ultimo 2016: 6 werknemers) en voor 3 werknemers werden ZW uitkeringen doorbelast (ultimo 2016: 4 werknemers). De maximale looptijd in de WGA is 10 jaar of indien eerder tot aan pensioendatum. De voorziening is per ultimo 2016 bepaald op basis van een landelijke gemiddelde verwachting van 7 jaar, dan wel indien eerder tot aan pensioendatum. In het regeerakkoord is opgenomen dat de periode waarvoor je verantwoordelijk bent voor de uitkering wordt verkort van 10 naar 5 jaar. Dit bewerkstelligt een beperking van de periode waarover door werkgevers risico wordt gelopen als een werknemer 82
arbeidsongeschikt wordt. De voorziening is derhalve opgenomen tegen een looptijd van vijf jaar, dan wel eerdere pensioendatum. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde waarbij een disconteringsvoet is gehanteerd van 3%. De maximale looptijd in de ZW is 2 jaar na de eerste ziektedag. De voorziening betreft personeel met een arbeidscontract voor bepaalde tiijd, die ziek zijn ten tijde van het bereiken van het einde van de looptijd van het contract. De voorziening is opgenomen tegen een gemiddelde duur duur van 70% van de looptijd per balansdatum. De voorziening is gewaardeerd tegen nominale waarde. De voorziening wga bedraagt per ultimo 2017 €700.000. De voorziening zw bedraagt per ultimo 2017 €28.000. De voorziening seniorenverlof is gebaseerd op de regeling seniorenverlof van de regeling duurzame inzetbaarheid in de cao MBO. Werknemers ouder dan 57 jaar (en vijf jaar in dienst) met een werktijdfactor van ten minste 0,4 die meedoen aan de regeling hebben bij een normbetrekking recht op 170 uur verlof per cursusjaar. De werknemer betaalt een eigen bijdrage van 30%, dan wel 45% bij een carrierepatroon van 9 of hoger. Voor die werknemers die meedoen aan de regeling is een voorziening getroffen. Bij de inschatting van de blijfkansen is uitgegaan van een gemiddeld personeelsverloop van 10% per jaar. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde, waarbij een disconteringsvoet is gehanteerd van 3%. Het aantal medewerkers dat meedoet aan de regeling is 28 (per ultimo 2016: 17 werknemers). Bij de bepaling van de voorziening is tevens een inschatting gemaakt voor de medewerkers die niet meedoen, maar in de toekomst hier mogelijk wel gebruik van kunnen maken. Het betreft de populatie 52-56 jarigen. Gebaseerd op een verwachte deelname van 16% is het bedrag €275K. Per ultimo 2016 was geen voorziening getroffen voor 52-56 jarigen.
In het onderstaande overzicht zijn de voorzieningen verder gespecificeerd: 31-12-2017
31-12-2016
Voorziening reorganisatie kortlopend
146.568
124.020
langlopend
316.584
373.164
Subtotaal
463.152
497.184
120.000
95.000
Voorziening onderwijsjubileum kortlopend langlopend
530.000
555.000
Subtotaal
650.000
650.000
kortlopend
248.000
292.000
langlopend
327.000
158.000
Subtotaal
575.000
450.000
kortlopend
286.000
163.000
langlopend
442.000
257.000
Subtotaal
728.000
420.000
85.000
47.000
Voorziening wachtgeld
Voorziening wga/zw
Voorziening seniorenverlof kortlopend langlopend
490.000
153.000
Subtotaal
575.000
200.000
2.991.152
2.217.184
Totaal
Van de voorzieningen worden de volgende bedragen naar verwachting na meer dan 5 jaar afgewikkeld: reorganisatie €103.000, onderwijsjubileum €50.000, wachtgfeld €67.000 en seniorenverlof €192.000.
2.3
2.3.5
Langlopende schulden
Ministerie van Financiën lening uit 2010 Ministerie van Financiën lening uit 2017 Overige langlopende schulden
Bedrag lening 31-12-2016
Aangegaan 2017
Aflossingen 2017
Aflossingen 2018
Bedrag lening
Rente (%)
23.400.000
-
-900.000
-900.000
21.600.000
3,43
-
16.000.000
-
-
16.000.000
1,06
24.300.000
16.000.000
-900.000
-900.000
37.600.000
-
83
9 JAAR REKENING 2017
In 2010 is er een financieringsarrangement overeengekomen met het Ministerie van Financien voor een totaal bedrag van €27 miljoen. Aflossing vindt lineair plaats in 30 jaar, voor het eerst in 2013. De rente bedraagt 3,43%, 30 jaar vast. Van de lening uit 2010 heeft een bedrag ad €18.000.000 een resterende looptijd langer dan 5 jaar.
totaal bedrag van €26 miljoen. In 2017 is €16 miljoen ontvangen. In 2018 en 2019 wordt nog jaarlijks €5 miljoen ontvangen. Aflossing vindt lineair plaats in 30 jaar, voor het eerst in 2020. De rente bedraagt 1,06%, 30 jaar vast. Van het ontvangen bedrag in 2017 van de lening uit 2017 heeft een bedrag ad €14.400.000 een resterende looptijd langer dan 5 jaar.
In 2017 is er een tweede financieringsarrangement overeengekomen met het Ministerie van Financien voor een
Voor beide leningen zijn hypothecaire zekerheden verstrekt (zie onder 1.2).
2.4
Kortlopende schulden
31-12-2017
31-12-2016
900.000
900.000
5.897.045
7.157.733
66.356
79.092 3.686.819
2.4.1
Kredietinstellingen
2.4.3
Crediteuren
2.4.4
OCW/EZ
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
3.799.220
2.4.8
Schulden terzake van pensioenen
1.035.700
872.373
2.4.9
Schulden inzake spaarverlof
186.363
189.699
2.4.10
Overlopende passiva
9.802.128
10.661.253
21.686.812
23.546.969
3.829.981
3.724.552
2.4.7.1
Loonbelasting en sociale verzekeringen
2.4.7.2
Omzetbelasting
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.10.1
Leerlingen/cursisten
2.4.10.2
Vooruitontvangen subsidies OCW/EZ geoormerkt
2.4.10.3
Vooruitontvangen subsidies OCW/EZ niet geoormerkt
2.4.10.5 2.4.10.8 2.4.10
-30.761
-37.733
3.799.220
3.686.819
920.138
780.938
2.484.608
3.291.506
364.335
551.305
Vakantiegeld
3.195.204
2.904.231
Overige
2.837.843
3.133.273
Overlopende passiva
9.802.128
10.661.253
De schuld aan OCW/EZ (2.4.4) wordt hieronder nader gespecificeerd : Schoolmaatschappelijk werk MBO 2015
OCW
-
43.312
Schoolmaatschappelijk werk MBO 2016
OCW
5.576
-
Subsidie zij instroom 2015
OCW
20.000
-
Korte opleidingstrajecten vmbo leraren 2017
OCW
Groene impuls professionalisering 2009
EZ
5.000
-
35.780
35.780
66.356
79.092
De schuld aan kredietinstellingen (2.4.1) betreft de aflossingsverplichting voor het komend boekjaar van de langlopende schuld aan het Ministerie van Financiën. De schuld aan spaarverlof onder 2.4.9 bedraagt €186.000 voor 19 medewerkers (€2016: €190.000 voor 20 medewerkers). Onder "Leerlingen/cursisten" zijn de bedragen opgenomen die reeds gefactureerd zijn voor het schooljaar 2017/2018, maar die worden toegerekend aan het boekjaar 2018. De toelichting op de post "vooruitontvangen subsidies OCW/EZ geoormerkt" (2.4.10.2) wordt weergegeven op pagina 15. Onder de post 2.4.10.5 heeft per ultimo 2017 een eerste opname plaatsgevonden van een reservering m.b.t. te betalen vakantiedagen ad €300K.
84
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Claims Er zijn geen claims ingediend tegen de Stichting Wellant die niet in de balans zijn gewaardeerd. Meerjarige financiele verplichtingen 31-12-2017
31-12-2017
31-12-1016
Korter dan 1 jaar
680.000
771.000
Langer dan 1 jaar
2.802.000
2.002.000
3.482.000
2.773.000
Er zijn langlopende onvoorwaardelijke verplichtingen aangegaan ad €3,5 miljoen ter zake van huur en operationele leasing. Het bedrag aan meerjarige financiele verplichtingen langer dan vijf jaar bedraagt €1,4 miljoen.
Bon Houdstermaatschappij B.V. te Maarssen heeft recht van eerste koop op het terrein op de locatie Naarden op het moment dat de Stichting Wellant deze locatie verlaat dan wel haar onderwijsactiviteiten op de locatie staakt. De Stichting Wellant is evenals alle andere mbo instellingen aangesloten bij de Stichting Waarborgfonds MBO. Er geldt een voorwaardelijke verplichting dat indien het waarborgdepot van de Stichting Waarborgfonds MBO onder het startkapitaal van €9,9 miljoen mocht dalen, de scholen verplicht zijn dit aan te vullen naar evenredigheid van de verstrekte rijksbijdrage tot een maximum van 2% daarvan op jaarbasis. Stichting Wellant en IPC Groene Ruimte B.V. vormden een fiscale eenheid voor de omzetbelasting tot en met 23 december 2014. In de verkoopovereenkomst met IPC is overeengekomen dat Wellant IPC vrijwaart voor alle verplichtingen in het kader van de omzetbelasting voortkomend uit mogelijk onjuiste aangiften in de tijdvakken 2009 tot en met 2014.
Per ultimo 2017 zijn er verpichtingen aangegaan inzake het huisvestingsplan en het groot onderhoudsplan ad €7.539.000 (ultimo 2016: €7.930.000).
85
9 JAAR REKENING 2017
Overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW en EZ (Model G) Projectomschrijving
Beschikking
Datum
G1: subsidies zonder verrekeningsclausule Praktijkleren groene plus 2011 Professionalisering
OCW
BEK-2010/82044 M
21-10-10
Praktijkleren groene plus 2012 kennisverspreiding
OCW
399935-1
19-12-11
Praktijkleren groene plus 2012 Professionalisering
OCW
399935-1
19-12-11
Praktijkleren groene plus 2012 internationalisering
OCW
399935-1
19-12-11
Praktijkleren box 1 2015
OCW
655769-3
20-03-15
Professionalisering MBO 2014
OCW
590514-1
18-12-13
Lerarenbeurs 2013
OCW
5496997-1
22-07-13
Lerarenbeurs 2013 BVE
OCW
548637-1
20-08-13
Lerarenbeurs 2014 VO
OCW
601900-1
20-01-14
Lerarenbeurs 2014 BVE
OCW
601921-1
20-10-14
Lerarenbeurs 2015 BVE
OCW
674246-1
20-01-15
Lerarenbeurs 2015 VO
OCW
707192-1
21-09-15
Lerarenbeurs 2016 VO
OCW
740841-1
20-01-16
Lerarenbeurs 2016 BVE
OCW
772024-2
21-06-16
Lerarenbeurs 2017 VO
OCW
852022-1
20-09-17
Lerarenbeurs 2017 BVE
OCW
852013-1
20-09-17
Korte opleidingstrajecten vmbo leraren 2017 (1)
OCW
KOVL17182
05-09-17
Subsidie zij instroom 2015 (1)
OCW
709857-1
20-10-15
Subsidie zij-instroom 2016
OCW
781272-1
22-11-16
Voorz. leermidd. minimagezinnen 2016
OCW
786389-1
20-12-16
Voorz. leermidd. minimagezinnen 2017
OCW
849889-1
22-08-17
Praktijkleren groene plus 2015
OCW
655769-3
20-03-15
Pilot Registerleraar.nl Lentescholen
OCW
OND/ODB-13/56320 U
27-11-13
OCW
LENZO16135
23-05-16
Zomerscholen
OCW
702229-1
20-05-15
Lente/zomerscholen 2017
OCW
LENZO17168/1185776
09-05-17
733697-1
20-01-16
G2-A subsidies met verrekeningsclausule aflopend per ultimo 2017 Schoolmaatsch. werk 2016 (1)
OCW
G2-B subsidies met verrekeningsclausule doorlopend per ultimo 2017 Aanvullende bekostiging Taal en Rekenen 2014
OCW
592032-2
18-12-13
RIF PPS Waterroute
OCW
704911-1
29-05-15
RIF GO2
OCW
RIF16029/1088278
20-10-16
Schoolmaatsch. werk 2017
OCW
804613-1
20-01-17 Totaal
Totaal Naar 2.4.4 Schuld aan Ministerie (ad 1)
86
Ontvangen 2017
Besteding expl 2017
Overige mutaties 2017
Saldo 31-12-2017
afgerond
85.675
nee
57.762
nee
83.260
nee
10.579
nee
609.066
nee
Toegewezen bedrag 2010-2017
Saldo 31-12-2016
86.100
85.675
346.917
84.933
83.260
83.260
62.445
16.595
6.016
1.401.928
960.455
351.389
283.218
239.913
239.913
nee
110.979
54.643
54.643
nee
138.186
76.441
76.441
nee
27.171
10.767
5.956
5.956
nee
143.351
10.014
10.014
nee
84.080
16.679
16.679
nee
214.823
17.189
17.189
nee
176.167
117.981
81.460
36.521
nee
42.187
24.724
24.447
277
nee
49.358
49.358
17.628
31.730
nee
125.237
125.237
48.727
76.510
nee
50.000
50.000
38.400
5.000
6.600
nee
20.000
20.000
40.000
40.000
0
ja
20.000
20.000
20.000
nee
34.512
34.512
34.512
nee
66.262
66.262
1.276.513
568.750
12.000
12.000
85.800
32.196
45.500
6.860
142.000 5.131.589
2.508.776
121.186
121.186
121.186
121.186
395.804 2.000 142.000
119.392
432.857
1.132.434
0
66.262
nee
172.946
nee
12.000
nee
30.196
nee
6.860
nee
22.608
nee
25.000
1.784.199
115.610
5.576
0
115.610
5.576
0
399.200
138.006
57.616
80.390
828.548
247.788
165.710
170.523
242.974
1.103.002
275.751
220.600
241.557
254.794
2.453.001
661.544
508.561
469.696
0
700.409
7.705.776
3.291.506
941.418
1.717.740
30.576
2.484.608
122.251
122.251
122.251
30.576 De bedragen in de kolom "Saldo 31-12-2017" zijn gebaseerd op het kasstelsel. Een minbedrag in deze kolom betekent dat er meer besteed is aan de betreffende subsidie dan dat erop is ontvangen. Een plusbedrag betekent dat er meer ontvangen is dan dat er besteed is op de betreffende subsidie. Subsidies worden in tranches uitbetaald, en kunnen derhalve nog niet geheel ontvangen zijn. 87
9 JAAR REKENING 2017
3 3.1
Baten
2017
2016
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdrage OCW en EZ
3.1.2.1
Geoormerkte subsidies OCW
3.1.2.2
Niet geoormerkte subsidies OCW
3.1.2.3
Geoormerkte subsididies EZ
3.1.3
Doorbetalingen rijksbijdrage SWV Totaal
107.323.427
105.890.957
1.717.740
2.096.817
11.280.486
11.356.577
-
-
2.099.794
1.169.358
122.421.447
120.513.709
De post 3.1.1. is opgebouwd uit de normatieve subsidies op basis van leerlingaantallen en gerealiseerde diploma's binnen Wellantcollege. De geoormerkte subsidies onder 3.1.2.1 en 3.1.2.3 worden nader toegelicht onder de kortlopende schulden. De post onder 3.1.3 betreft doorbetalingen van rijksbijdrage vanuit de samenwerkingsverbanden met betrekking tot passend onderwijs. Wellantcollege neemt deel in vijftien samenwerkingsverbanden passend onderwijs. 3.2
Overige overheidsbijdragen
3.2.1
Gemeentelijke bijdragen
245.843
281.747
3.2.2
Overige
165.234
203.819
Totaal
411.077
485.566
470.481
443.266
3.4
Baten werk in opdracht van derden
3.4.1
Contractonderwijs
Tot en met schooljaar 2013/2014 zijn de activiteiten m.b.t. contractonderwijs uitgevoerd via IPC Groene Ruimte B.V. Wellantcollege heeft vanaf 2015 een start gemaakt met het herpositioneren van de Leven Lang Leren activiteiten. Er is een start gemaakt met een beperkt aanbod aan cursussen verzorgd vanuit Houten en Aalsmeer. De beperking vloeit voort uit het concurrentiebeding op grond van de afspraken met IPC Groene Ruimte. Per 1 januari 2017 is het concurrentiebeding vervallen en wordt het aanbod uitgebreid. 3.5
Overige baten
3.5.1
Verhuur
215.601
193.811
3.5.2
Detachering personeel
519.427
904.967
3.5.5
Deelnemerbijdragen
1.734.321
1.836.338
3.5.6
Overige
1.008.410
1.727.801
Totaal
3.477.759
4.662.917
Belangrijk onderdeel van de overige baten is de post deelnemerbijdragen. Dit zijn ontvangsten van ouders/leerlingen voor producten/diensten die Wellantcollege aanbiedt. De gepresenteerde baten worden verantwoord op basis van de gemaakte (door te belasten) kosten leer- en hulpmiddelen (matchingprincipe). Uiteraard zijn deze gemaximeerd op het totaal van de gefactureerde bedragen per schoooljaar 2016/2017 en 2017/2018. Onder post 3.5.6. is in 2016 opgenomen de boekwinst op de verkoop van twee percelen grond tegen een verkoopopbrengst van €1.065.000 en een boekwaarde van €163.000. Tevens zijn onder deze post verantwoord opbrengsten uit projecten (niet zijnde EZ, OCW of gemeentes) ad €619.000 (2016: €463.000).
88
4 4.1
Lasten
2017
2016
Personeelslasten
4.1.1.1
Brutolonen en salarissen
4.1.1.2
Sociale lasten
65.063.063
63.500.603
8.338.296
8.278.945
4.1.1.3
Pensioenpremies
9.271.118
7.637.381
4.1.1
Lonen en salarissen
82.672.477
79.416.929
4.1.2.1
Dotaties personele voorzieningen
2.172.030
1.608.201
4.1.2.2 4.1.2.3
Personeel niet in loondienst
6.374.323
8.298.574
Overige
3.004.333
3.072.354
4.1.2
Overige personele lasten
11.550.686
12.979.129
4.1.3
Af: Uitkeringen UWV
-540.266
-644.915
93.682.897
91.751.143
Totaal
De post bruto lonen en salarissen is gestegen met 2,5% als gevolg van een stijging van het gemiddeld aantal werknemers met 1,5%, en een eenmalige uitkering van â&#x201A;Ź500 per fte in april. De sociale lasten zijn vooral gestegen door een hogere premie WAO/WIA. De pensioenlasten zijn met name gestegen door een hoger afdrachtpercentage OP/NP van 14% ten opzichte van 2016. Voor een toelichting van de dotaties aan de personele voorzieningen wordt verwezen naar de post 2.2.1. De kosten personeel niet in loondienst zijn gedaald als gevolg van bewust beleid om meer personeel (al dan niet tijdelijk) in loondienst te nemen. De post "overige" bestaat voornamelijk uit de uitgaven in het kader van scholing, werving van personeel en personeelsactiviteiten. Tevens is hieronder opgenomen een eerste opname m.b.t. reservering vakantiedagen per ultimo 2017 ad â&#x201A;Ź300K. Gedurende het boekjaar 2017 bedroeg het gemiddeld aantal werknemers bij de organisatie, omgerekend naar volledige mensjaren:
2017
2017
2016
2016
FTE
%
FTE
%
83
6,8%
86
7,1%
Personeel primair proces
814
66,4%
814
67,4%
Indirect onderwijsondersteunend personeel
237
19,3%
223
18,5%
92
7,5%
84
7,0%
1.226
100,0%
1.207
100,0%
Bestuur/management
Direct onderwijsondersteunend personeel
89
9 JAAR REKENING 2017
2017 4.2
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
2016
2017
2016
9.995.944
8.130.416
Onder deze post is in 2017 een bedrag opgenomen ad €1,2 miljoen aan bijzondere waardeverminderingen van activa. In 2016 hebben geen bijzondere waardeverminderingen plaatsgevonden. 4.3
Huisvestingslasten
4.3.1
Huur
884.944
4.3.2
Verzekeringen
162.956
136.820
4.3.3
Onderhoud
756.147
994.292
4.3.4
Energie en water
1.809.142
1.812.518
4.3.5
Schoonmaakkosten
1.998.705
2.186.359
4.3.6
Heffingen
534.304
476.248
4.3.7
Overige huisvestingslasten
2.463.518
2.200.347
Totaal
8.609.716
8.846.108
1.039.524
De lagere huurlasten zijn vooral veroorzaakt doordat de huurlasten m.b.t. de samenwerkingsovereenkomst met de Stichting OVO in Gorinchem niet meer onder deze post worden verantwoord. In 2016 was het bedrag 125K. De onderhoudskosten zijn lager dan in 2016 als gevolg van uitstel van onderhoudsactiviteiten. Onder de overige huisvestingslasten zijn exploitatiekosten verantwoord met betrekking tot het strategisch investeringsprogramma huisvesting ad €633.000 (2016: €609.000). Het betreft met name sloopkosten en vervangende huurkosten. Tevens zijn onder deze post verantwoord onderhoud apparatuur en installaties ad €1.140.000 (2016: €830.000). 4.4
Overige lasten
4.4.1
Administratie en beheerslasten
4.4.2 4.4.4
5.792.112
5.664.174
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
7.070.734
7.950.010
Overige
2.676.448
2.729.617
Totaal
15.539.294
16.343.801
Onder de administratie en beheerslasten worden o.a. verantwoord kosten telecommunicatie, advieskosten, drukwerkkosten, kosten kantoorartikelen, pr-kosten, contributies en abonnementen en reis- en verblijfkosten. Onder 4.4.2 zijn opgenomen kosten leermiddelen ad €6.586.000 (2016: €6.768.000). Onder 4.4.2 zijn opgenomen kosten praktijkleren ad €428.000 (2016: €1.063.000). Onder 4.4.4. zijn opgenomen kosten ICT ad €1.631.000 (2016: €1.920.000). Onder 4.4.4 zijn voorts opgenomen de out- of pocketkosten van innovatieprojecten inzake het instellingsplan ad €975.000) (2016: €726.000). Honoraria van de accountant De volgende honoraria van Deloitte zijn ten laste gebracht van de organisatie, een en ander bedoeld in artikel 2: 382a BW. Onderzoek van de jaarrekening inclusief bekostigingsgegevens Andere controleopdrachten Adviesdiensten op fiscaal terrein Andere niet controlediensten Totaal
110.836
120.296
9.904
24.985
-
-
720
719
121.460
146.000
5
Financiële baten en lasten
5.1
Rentebaten
-
-
5.5
Rentelasten
-835.319
-823.200
Saldo financiële baten en lasten
-835.319
-823.200
90
Bestemming van het resultaat na belastingen
2017
Het voorstel tot verwerking van het resultaat na belastingen over 2017 ad -/- â&#x201A;Ź 1.882.406 is als volgt: toevoeging aan de private bestemmingsreserve toevoeging aan de algemene reserves
130.877 -2.013.283 -1.882.406
Het voorstel tot verwerking van het resultaat is vooruitlopend op het besluit hiervan verwerkt in de balans. Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan, zodanig dat deze voor een juist inzicht in de onderliggende jaarstukken 2017, onder deze post vermeld zouden moeten worden.
91
9 JAAR REKENING 2017
WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector 4.1 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld
op basis van de op Stichting Wellant van toepassing zijnde regelgeving. Het bezoldigingsmaximum in 2017 voor Stichting Wellant is â&#x201A;Ź165.000. Dit geldt naar rato van de duur en/of omvang van het dienstverband. Het WNT maximum is gebaseerd op het onderwijs, klasse F en 16 complexiteitspunten. Dit aantal van 16 complexiteitspunten is bepaald op 8 punten voor de gemiddelde totale baten, 4 punten voor het gemiddeld aantal leerlingen en deelnemers en 4 punten voor het gewogen aantal onderwijssoorten.
Bestuurders Functiegegevens Aanvang en einde functievervulling in 2017
drs. J.M.P.
drs. H.W.M.
Moons
Jansen
Voorzitter
lid
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
Deeltijdfactor in fte
1,0
1,0
Gewezen topfunctionaris?
nee
nee
ja
ja
144.108
143.912
18.049
17.818
Totale bezoldiging 2017
162.157
161.730
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum
165.000
165.000
n.v.t.
n.v.t.
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
1,0
1,0
143.890
144.953
(Fictieve) dienstbetrekking? Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan Gegevens 2016 Aanvang en einde functievervulling in 2016 Deeltijdfactor 2016 in fte Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totale bezoldiging 2016
15.664
15.336
159.554
160.289
Er zijn geen uitkeringen verstrekt wegens beĂŤindiging van het dienstverband. Bestuurder zonder dienstbetrekking in de periode kalendermaand 1 t/m 12 Naam Functiegegevens Kalenderjaar Periode functievervulling in het kalenderjaar
ir. K.J. van Ast lid 2017 04/10 - 31/12
Gewezen topfunctionaris?
nee
Maximum uurtarief in 2017
176
Individueel toepasselijk maximum
73.500
Bezoldiging Werkelijk uurtarief lager dan het maximum tarief Bezoldiging in 2017 (exclusief BTW) Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan 92
ja 46.035 n.v.t.
Toezichthouders Naam Functiegegevens Aanvang en einde functievervulling in 2017
prof. dr. M.J.M.
dr.H.H.M.
J. Bogers
ir. G.T.M.
Vermeulen
Scholtes
MBA
Kok
Voorzitter
lid
lid
lid
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
01/01 - 20/02
01/01 - 07/02
Bezoldiging 2017
15.000
10.000
1.429
1.042
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum
24.750
16.500
2.260
1.673
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Aanvang en einde functievervulling in 2016
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen
13.000
7.934
7.934
7.934
-
-
-
-
13.000
7.934
7.934
7.934
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan Gegevens 2016
Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging 2016
Toezichthouders Naam Functiegegevens Aanvang en einde functievervulling in 2017
mr. R.M.
drs. H.K.
drs. J.A. van
Bergkamp
Sluiter MEM
Wijngaarden
lid
lid
lid
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
20/04 - 31/12
Bezoldiging 2017
12.000
10.000
6.923
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum
16.500
16.500
11.573
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Aanvang en einde functievervulling in 2016
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen
9.934
7.934
-
-
9.934
7.934
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan Gegevens 2016
Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging 2016
De beloningen aan de toezichthouders betreffen bedragen exclusief de in rekening gebrachte BTW.
4.2 Vermelding gegevens van eenieder van wie de bezoldiging de toepasselijke norm te boven gaat Er zijn geen werknemers die een bezoldiging hebben ontvangen waarvan de bezoldiging de norm te boven is gegaan. Vastgesteld op 4 juni 2018, Het college van bestuur van Stichting Wellant te Houten, • drs. J.M.P. Moons, voorzitter • ir. K.J. van Ast
Goedgekeurd op 18 juni 2018, De raad van toezicht van Stichting Wellant te Houten, • Prof. dr. A. Klamer, voorzitter • dr. H.H.M. Scholtes • mr. R.M Bergkamp • drs. H.K. Sluiter MEM • drs. J.A. van Wijngaarden • drs. W. Smink • ing. D.C.A. Oosthoek MGM
93
9 JAAR REKENING 2017
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan de raad van toezicht van Stichting Wellant te Houten Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2017 van Stichting Wellant te Houten gecontroleerd. Naar ons oordeel: • Geeft de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Wellant op 31 december 2017 en van het resultaat over 2017 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. • Zijn de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2017 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand gekomen in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in paragraaf 2.3.1 Referentiekader van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2017. De jaarrekening bestaat uit: 1. De balans per 31 december 2017. 2. De staat van baten en lasten over 2017. 3. D e toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2017 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’. Wij zijn onafhankelijk van Stichting Wellant, zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). 94
Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit: • het bestuursverslag; • de overige gegevens, zijnde de bijlagen in hoofdstuk 10; Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie: • met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat; • alle informatie bevat die op grond van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.2 Bestuursverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2017 is vereist. Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, paragraaf 2.2.2 Bestuursverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2017 en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de overige OCW wet- en regelgeving. Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening Verantwoordelijkheden van het bestuur en de raad van toezicht voor de jaarrekening Het college van bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het college van bestuur is ook verantwoordelijk voor het rechtmatig tot stand komen van de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties, in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen.
In dit kader is het bestuur tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.
Utrecht, 19 juni 2018 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: drs. C.L. Willems RA
Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de onderwijsinstelling in staat is om haar activiteiten in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsel moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de onderwijsinstelling te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten toelichten in de jaarrekening. De raad van toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de onderwijsinstelling. Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht, dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fouten of fraude en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij onze controleverklaring.
95
9 JAAR REKENING 2017
Bijlage bij de controleverklaring: Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2017, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit: • het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, dan wel het niet rechtmatig tot stand komen van baten en lasten alsmede de balansmutaties, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing; • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de onderwijsinstelling; • het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan; • het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controleinformatie die verkregen is tot de datum van onze 96
controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een instelling haar continuïteit niet langer kan handhaven; • het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en • het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen en of de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen. Wij communiceren met de raad van toezicht onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.
Bijlage: instellingsgegevens Statutaire naam: Stichting Wellant Statutaire zetel: Houten Bestuursnummer: 41100 Bezoekadres: Randhoeve 2 3992 XH Houten Postadres: Postbus 177 3990 DD Houten Telefoon: 030-6345100 E-mail: info@Wellant.nl Oprichtingsdatum: 1 januari 1999 Leden op 31 december 2017: De raad van toezicht, • prof. dr. M.J.M. Vermeulen, voorzitter • dr. H.H.M. Scholtes • mr. R.M Bergkamp • drs. H.K. Sluiter MEM • drs. J.A. van Wijngaarden cvb • drs. J.M.P. Moons, voorzitter • ir. K.J. van Ast Instelling: Wellantcollege brinnummer: 01OE BVE Totaal aantal leerlingen en deelnemers per 1 oktober 2017: 12.473
97
BIJLAGEN
98
Bijlage 1: De samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs waarin Wellantcollege vmbo participeert: • Stichting Regionaal S.W.V. VO-SVO Eemland, waarin VMBO Amersfoort participeert. • SWV Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht, waarin VMBO Utrecht participeert. • Samenwerkingsverband VO Amsterdam-Diemen, waarin VMBO Sloten en Linnaeus participeren. • S.W.V. Amstelland en de Meerlanden, waarin MAVO Westplas en VMBO de Groenstrook participeren. • S.W.V. Passend Onderwijs 28.01, waarin VMBO Oegstgeest participeert. • Qinas (Vereniging samenwerkende schoolbesturen in het Gooi), waarin VMBO Naarden participeert. • S.W.V. V(S)O Duin- en Bollenstreek, waarin VMBO Rijnsburg participeert. • S.W.V. VO Regio Utrecht West, waarin VMBO Montfoort participeert. • S.W.V. VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek, waarin VMBO Gouda, VMBO Boskoop en VMBO Alphen aan den Rijn participeren. • S.W.V. Zuid-Holland West, waarin VMBO Madestein en VMBO Westvliet participeren. • S.W.V. VO Voorne-Putten-Rozenburg, waarin VMBO Anna Hoeve Brielle participeert. • Vereniging S.W.V. Passend Voortgezet Onderwijs Dordrecht, waarin VMBO Dordrecht en MAVO Stek Dordrecht participeren. • S.W.V. PasVOrm Gorinchem e.o., waarin VMBO Merewade en VMBO de Bossekamp Ottoland participeren. • S.W.V. Voortgezet Onderwijs Zuid-Utrecht, waarin VMBO Houten participeert. • S.W.V. Voortgezet Onderwijs in de regio Rotterdam (Koers VO), waarin VMBO Rotterdam en VMBO Klaaswaal participeren. Met ingang van 16-08-2017 maakt de locatie Klaaswaal onderdeel uit van de Stichting Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Hoeksche Waard.
99
10 BIJLAGEN
Bijlage 2: Meerjaren Investeringsprogramma, resultaten 2017. Actielijnen
Doelen
Activiteiten beschreven in het MIP
a.1.1
Regio Noordzeelant a.1.1 S tart MBO4 opleiding GreenTec op de Technologische InnovatieCampus in Delft, in samenwerking en geïntegreerd met de opleiding MKE van ROC Mondriaan en onderdeel van een groen en techniekroute vmbo-mbo-hbo(-wo) in Delft (kenniscentrum, groene techniek).
1.1 · Verandering opleiding Green Production Plant in technische opleiding GreenTec. · Integreren van de in het CIV T&U ontwikkelde modules techniek en Biobased. · Doorstroomafspraken met opleiding Greenport, Business Retail van Inholland Delft. · Samenwerking Delfts vmbo (drie scholengroepen) en mbo tbv doorstroom van vmbo Tl-leerlingen met profiel techniek. Dit wordt uitgewerkt in doorstroomprogramma’s, inhoudelijke bijdrage van het mbo aan het curriculum van het vmbo en gezamenlijke introductie- en wervingsactiviteiten. · Integreren opleidingen GreenTec en Middenkader Engineering van partner ROC Mondriaan. · Inhuizen opleidingen bij Inholland in Delft, gebruik van technische voorzieningen Bètafactory en Haagse Hogeschool Delft. · Vermarkten opleidingenaanbod in Delft met praktijkmiddagen voor Delfts vmbo.
a.1.2
Regio Amstellant a.1.2 S tart MBO4 opleiding Internationale handel als onderdeel van het Groen Onderwijscentrum, een kenniscentrum met Inholland, KvK, Rabobank en Greenport Aalsmeer (kenniscentrum Tuinbouw), met als doel dat 25 jongeren extra jaarlijks voor een mbo of hbo opleiding in de tuinbouw kiezen.
a.1.2 · Ontwikkeling opleiding Internationale handel. · Uitbreiding van het in 2013 gestarte Groen Onderwijscentrum Amsterdam-Aalsmeer. Het GOC is een fysiek centrum in een locatie van Wellantcollege en voert de agenda van de HCA Flowers van de Amsterdam Economic Board uit. Het meetingpoint CIV T&U vormt de basis. · Ontwikkeling businessclass vmbo.
a.1.3
a.1.3 V ernieuwing Foodopleidingen met gebruik van toegepaste onderzoek Wageningen UR, DLO LEI (kenniscentrum FoodAcademy Amsterdam).
a.1.3 · Integratie lessencycli Voedsel in de stad en voeding en gezondheid (LEI). · Professionalisering docenten op bovenstaande thema’s.
a.1.4
Regio Maaslant a.1.4 I ntegratie opleidingenaanbod water, sportvisserij en ruimtelijke inrichting, onderdeel van de delta-agenda van Wellantcollege (kenniscentrum Leven in een delta), te starten in Gorinchem (watercollege), continuering bestaande samenwerking met ROC Da Vinci. Dit ontwikkelt zich tot een internationaal georiënteerd, innovatief kenniscentrum door samenwerking met de gouden driehoek op basis van een gedeelde kennisagenda en projecten in Rotterdam (meerjarenperspectief).
a.1.4 · Uitvoeren demonstratieproject Leven in een delta. · Draaiboek ontwikkelen met tools om proces in te richten en te implementeren samen met kenniswerkplaats Terracollege (‘peat valley’), i.h.k.v. regioleren. · Aanvraag Europees partnership met essentiële partner-regio´s. · Samenwerking in regio West (randstad): ‘lessons learned’ delen. · Ondersteunen bij bouwen netwerk en opstellen instrument. · Ondersteunen bij bouwen internationale alliantie en bijbehorend instrument. · Ondersteunen bij bouwen internationale kennisagenda en opstellen guideline. · Ondersteunen bij fondswerving en opstellen bidbook. · Master classes gerelateerd aan het toelichten van fondswerving verzorgen en opstellen stroomschema en guideline II. · Ontwikkelen transnationale agenda met buitenlandse partijen: realiseren van transnationale alliantie, opstellen van een transnationale visie en kennisagenda, benoemen thema´s en vraagstukken. · Plan opstellen voor het aanvragen van EU fondsen gericht op Delta, Stad en Water. · Businesscase nieuwe locatie geïntegreerd aanbod sportvissen, watermanagement en Urban Green Development.
100
Resultaten 2017 Eerste 11 studenten hebben in 2017 hun diploma behaald. Practicum materialen van Lucas Nulle zijn aangeschaft en worden door zowel Mondriaan als Wellant leerlingen gebruikt. Een Mondriaan docent verzorgt de lessen aan beide opleidingen met gebruik van LN materialen. Derde jaars leerlingen werken aan een project in de betafactory in samenwerking met Mondriaan leerlingen onder leiding van zowel een Wellant techniek docent als Mondriaan techniek docenten. In samenwerking met Inholland wordt er gewerkt aan een Project Tata eiland, over energie transitie en de circulaire economie. Ook in 2017 is er weer een samenwerking met Inholland tot stand gekomen op gebied van Bio based. Studenten hebben in het Inholland LAB plastics gemaakt en in het composieten lab een composiet gemaakt en natuurlijke materialen als versterking gebruik. Projectfase is afgesloten.
Doorlopende leerlijn vmbo businessclass naar mbo International Green Business is vorm gegeven, doorontwikkeling naar mbo Green Production business.PPS GO2 (RIF) is in ontwikkeling Kenniscentrum Plant, Handel, Techniek& technologie wordt vorm gegeven. Wervings- en kennismakingscampagne ontwikkelt oa in samenwerking met bedrijfsleven en branchorganisaties. Scholen VO betrokken op LOB groen. Go natuurtalenten ontwikkelt door naar structurele aanpak nieuwe doelgroepen benadering onder regie van PPS-partners. Projectfase is afgesloten.
Doelstelling is bereikt: Integratie van de lessencylcus Voedsel in de stad en voeding en gezondheid is structureel ingevoerd. Docent(en) zijn geprofessionaliseerd op dit gebied. Hetprofiel voorlichting en kwaliteit van de Food opleiding draagt hiertoe bij. Projectfase is afgesloten.
PPS Waterroute (RIF) speelt belangrijke rol in verbinding regio en kenniscentra (AOC/ROC/Hogeschool). Intensieve Samenwerking ROC DaVinci (infra) en Wellantcollege (Water/ Groen) en de regio (vanuit RIF waterroute) leidt tot tripartite uitvoering van regionale projecten met studenten, die een meerwaarde opleveren voor de regio. Opschalingen opleidingen Water en Groen door samenvoeging locaties Gorinchem en Dordrecht. Kenniscentrum Water is gepositioneerd in Wellant Dordrecht. Projectfase is afgesloten.
101
10 BIJLAGEN a.1.5
Wellantcollege a.1.5 I nnovatie bestaande opleidingen, vb toegepaste biologie, i.r.t. meetingpoint CIV Tuinbouw en uitgangsmaterialen. Technologieroute, incl. vmbo businessklas Rijnsburg.
1.5 · Verkenning nieuwe opleidingen of modernisering bestaande opleidingen o.m. verkenning toegevoegde waarde en uitvoerbaarheid opleiding toegepaste biologie, waar mogelijk i.s.m. CIV T&U partner AOC’s. · Ontwikkeling technologieroute.
a.3.1
Regio Amstellant a.3.1 G roen onderwijscentrum dat bijdraagt aan stijging aantallen studenten dat kiest voor opleidingen Tuinbouw.
a.3.1. · Starten van een ‘Businessclub Groen Onderwijs’ waarbij een lidmaatschap van het Groene Onderwijscentrum Aalsmeer wordt verworven door het inzetten van kennis en expertise. · Opzetten en uitvoeren van twee mbo innovatieklassen per jaar. · Organisatie van ten minste drie excursies per jaar voor het VO bij bedrijven ten behoeve van kennismaking met de sector. · Stage-portaal realiseren gericht op het bij elkaar brengen van vraag en aanbod met als doel het realiseren van hoogwaardige stages en authentiek leren. · Georganiseerd authentiek leren zodat tijdens de opleiding wordt gewerkt met bedrijfsopdrachten i.s.m. het hbo. · Tenminste vier docenten volgen een docentstage. · Ontwikkeling van één gezamenlijke cursuskalender voor innovatief cursorisch onderwijs vanuit mbo en hbo (en lectoraat). · Periodiek organiseren van kennisevents voor docenten, praktijkopleiders en overige betrokkenen op aangeven van het bedrijfsleven. · Inrichten portaal (‘single point of contact/front office’) dat vragen van het bedrijfsleven afhandelt (ook vragen die geen betrekking hebben op de eigen instelling). · Jaarlijks twee proefopstellingen verwerven voor het Groen Onderwijscentrum. Een voorbeeld is de klimaatcomputer in de kas van het Groen Onderwijs waarmee opdrachten in het onderwijs worden gedaan (mede mogelijk gemaakt door een partnerbedrijf).
102
Ter ondersteuning van het ontwikkelen van interne doorlopende leerroutes vmbo-mbo zijn in 2017 2 bijeenkomsten georganiseerd in opdracht van de PPS-Waterroute. Teamleiders en docenten hebben met elkaar verkend hoe de samenwerking versterkt kan worden en hebben geĂŤxperimenteerd hiermee. Verbeteracties gaan over: - Voorlichting leerlingen - Begeleiding bij de overstap - Vergroten vertrouwen leerlingen - Inhoudelijke aansluiting programma vmbo-mbo. Er is samenwerking gezocht met project Windroos. Deze samenwerking wordt na de MIP verder gecontinueerd en uitgebreid. In de PPS Waterroute wordt verkend welke studentactiviteiten ontwikkeld moeten worden voor een succesvolle overstap van mbo naar het hbo. In 2018 zal buiten de MIP voorbereiding gedaan worden voor een dream-project met middelen voor doorstroom mbo-hbo. De producten voor veredeling zijn gedeeld en toegelicht met het programma-team GO2. De producten geven input voor het ontwikkelen van een innovatieve opleiding op het vlak van teelt, groene technologie en logistiek. Er is meegedacht hoe innovatieve bedrijven die onderdeel uitmaken van het Groene Onderwijscentrum informatie kunnen geven over het beroepsprofiel van een toekomstige vak-expert medewerker teelt en groene technologie. In de periode maart 2017 â&#x20AC;&#x201C; december 2017 is met interne en externe experts (docenten, auteurs, beeldverwervers, innovatieve bedrijven en ontwikkelaars van digitale leermiddelen) gewerkt aan het ontwikkelen van 12 webquests voor keuzedelen mbo en separate readers voor de opleidingen dierverzorging. De innovatie zit m in de wijze waarop de webquest zijn opgebouwd (integrale beroepsopdrachten) waarin 21th century skills zijn verwerkt. Voor studenten zijn de opdrachten, filmpjes en bronnen digitaal beschikbaar. De projectfase is afgerond. Een aantal doelstellingen is volledig behaald, aan anderen wordt nog gewerkt. Verduurzaming vindt plaats dmv GO2 (RIF) . De projectfase is afgerond.
103
10 BIJLAGEN a.3.2
Regio Heemlant/Groenlant a.3.2 G eïntegreerd profiel Heemlant/ Groenlant ‘achtertuin van de Randstad’ door gericht te participeren in activiteiten die partners uitvoeren om het zogenaamde contextrijke leren vorm te geven.
a.3.2 · Studenten inzetten bij activiteiten die onderwijspartners uitvoeren. Het biedt studenten een contextrijke leeromgeving waar zij concrete leeropdrachten uitvoeren die passend zijn bij hun opleidingsniveau en -richting maar ook bijdragen aan het verbeteren van de leefomgeving in de regio. Organisatie en directe begeleiding door docenten.
a.3.3
a.3.3 O ntwikkeld aanbod van twee branchediploma’s in samenwerking met VHG en Cumela die enerzijds kunnen bijdragen aan het vergroten van vakkennis van reguliere studenten en anderzijds werknemers uit de branche (verder ) opleiden en bijscholen.
a.3.3 · Ontwikkeling en aanbieding van twee branchediploma’s met VHG.
a.3.4
Regio Noordzeelant a.3.4 Netwerk van tenminste vijf technische bedrijven die een bijdrage leveren aan de opleiding GreenTec.
a.3.4 · Convenanten sluiten met tenminste vijf technische bedrijven in de regio Delft. Inbreng van middelen en materialen in Delfts initiatief Bètafactory (regie Haagse Hogeschool Delft)
b.1.1
Regio Noordzeelant b.1.1 Samenwerkingsverband techniek Delft (binnen samenwerking Delftse techniekagenda).
b.1.1 Zie a1.1 · Convenant vmbo-mbo Delft sluiten.
b.1.2
Regio Amstellant b.1.2 Samenwerkingsverband Groen onderwijs Aalsmeer/Amsterdam met aantoonbare verbetering in de samenwerking tussen VO, mbo en hbo in de MRA, inclusief de cross over tussen groen en niet-groen.
b.1.2 · Convenant Wellantcollege, Inholland, KvK Amsterdam, Greenport Aalsmeer en Rabobank sluiten. · Opzetten van een docentennetwerk VO-mbo-hbo.
104
Bij de flexibilisering van het onderwijs zijn teamleiders en teams cruciaal. De ruimte die wordt geboden aan teams en de veranderkracht van teams is verschillend. Derhalve zijn de stappen die worden gemaakt per team in de groei naar het concept regioleren verschillend. Concrete resultaten zijn: “Projectbureau” hanteert toetsingskader voor projecten, verzamelt projecten en zet projecten uit. Er is structureel projectonderwijs voor de afdeling groen, dier en alle niveau 4 studenten in project ondernemerschap gerealiseerd. Dat is dit jaar ook geborgd omdat er een projectdag is voor alle klassen. Projectonderwijs en inbedding in de curricula van alle opleidingen. Afdeling groen is daarmee het meest ver. Project ondernemerschap is afgerond met 70 studenten Monitoring van diverse projecten vindt plaats door middel van intervisie en supervisie. Dat is gedaan in samenwerking met studenten van diverse lerarenopleidingen. Innovatie rondom biodiversiteit en de sector is van de grond gekomen in het samenwerkingsproject ‘Nederland Zoemt’. 38 docenten hebben hierbij een train de trainerstraject gevolgd onder leiding van lector bijvriendelijk beheer Arie Koster. Dit onderdeel is ingebed in de groene currricula. Projectfase is afgesloten. De diverse branches werken graag samen met het Kenniscentrum Leefomgeving i.o van Wellantcollege en er is een solide basis gelegd voor gezamenlijke kennisdeling in de toekomst (voorbeeld: groene sector en VHG, melkveehouderij en paravetrinair). Concrete resultaten zijn: Diverse kennisevents en symposia en hebben plaats gevonden binnen de groene leefomgeving in samenwerking met het bedrijfsleven. Twee voorbeelden hiervan zijn: De wilde bijendag i.s.m. Natuur&Milieu VHG en vereniging van Nederlandse Gemeenten. Hieruit vloeide een aanbod aan cursussen voor de leven, lang leren markt. Daarbij hebben deelgenomen: 40 deelnemers grootschalig groen en 38 deelnemers hoveniers/ontwerpers. Cursus is verzorgd door lector Arie Koster Structurele kennisdeling heeft plaats gevonden tussen andere AOC’s, ROC’s en HBO’s. Diverse platforms zijn daarvoor gebruikt. Een aantal gezamenlijke projecten hebben er plaats gevonden. Voorbeeld 1: Floriade 2022, project groene etalages. Voorbeeld 2: project gemeenschappelijke en toekomstgerichte plantenlijst met diverse AOC’s en HBO’s, zowel Nederland als België. De projectfase is afgerond. Alle doelen zijn behaald. Projectfase is afgerond.
In 2017 is het convenant door de 4 partijen, ISW Naaldwijk, CLD Delft, Mondriaan en Wellant getekend. De eerste leerlingen hebben zich bij Mondriaan voor de verkorte route gemeld. In 2017 / 18 worden de laatste opdrachten afgemaakt. Het is de bedoeling dat er in 20182019 een vervolgproject via de techniekagenda Haaglanden gerealiseerd wordt om het project te monitoren en te verbeteren. De projectfase in het kader van het MIP is afgesloten. Uitbreiding netwerk is gecontinueerd Binnen de PPS vorming wordt getoetst welke partners nodig zijn om de ambities te verwezenlijken. In de regio versterking samenwerking MBO-VMBO en MBO-MBO (crossovers). De projectfase is afgesloten.
105
10 BIJLAGEN
b.1.3
b.1.3 Samenwerkingsverband FoodAcademy gericht op het realiseren van toegevoegde waarde aan binnenstedelijke Amsterdamse voedselvraagstukken en de arbeidsmarkt in de Metropoolregio Amsterdam.
b.1.3 · Uitvoering activiteiten in het kader van CIV Agro en Food (doorlopende leerlijn Food van Wellantcollege naar Inholland Amsterdam, authentieke vragen van Amsterdamse bedrijven, integratie toegepast onderzoek) · Uitwerken samenwerking met CIV-partner Clusius College gericht op uitwisseling kennis en het gezamenlijk maken van een macrodoelmatig aanbod in de regio.
b.1.4
Regio Maaslant b.1.4 Doorlopende leerlijn Inholland opleiding ‘Ruimte’.
b.1.4 · Doorstroomafspraken maken met Inholland opleiding Landscape & Environment Management.
b.1.5
Wellantcollege b.1.5 Verbeterde aansluiting vmbo-mbo binnen en buiten Wellantcollege.
b.1.5 · Aanvalsplan aansluiting vmbo-mbo groen en niet-groen.
b.2.1
Regio Noordzeelant b.2.1 Samenwerkingsverband techniek Delft heeft een onderling uitwisselbare pool van docenten en materialen.
b.2.1 · Onderlinge afstemming vmbo-mbo-hbo m.b.t. bijscholing docenten. Experimenten starten met onderlinge bijscholing. · Uitwisseling docenten bij onderwijs Middenkader Engineering ROC Mondriaan en GreenTec van Wellantcollege, gericht op de cross over groen-niet groen (verdienmodel).
b.2.2
Regio Amstellant b.2.2 Kennis docenten mbo-hbo verhogen op het gebied van voedselvraagstukken (binnenstedelijk, voeding en gezondheid).
b.2.2 · Verwerking lessencycli voeding in de stad en voeding en gezondheid in curricula hbo en mbo.
106
Doelstelling is bereikt via de start van de innovatieklas in samenwerking met bedrijven binnen de opzet van FICA (Food Innovatie Community Amsterdam). De samenwerking tussen mbo en hbo is daadwerkelijk gegroeid samen met het uitvoeren van het mbo-hbo traject. Waarbij studenten van het hbo en mbo in gemengde groepen aan bedrijfsopdrachten werken. Waarbij diverse elementen aan de orde komen als: Peercoaching, masterclasses, workshops, presentaties, netwerksessies. De kwaliteitsborging wordt hier jaarlijks op uitgevoerd en leidt tot een steeds betere s amenwerking tussen bedrijfsleven, studenten hbo en mbo. Succesfactor is dat docenten en studenten eigenaar zijn van dit traject en dat onder aanvoering van de lectuur het bedrijfsleven zich bindt aan FICA en hen ook verder helpt bij de ideeën van de jongeren hbo- en mbo-ers. De projectfase is afgesloten. In samenwerking met Inholland LEM is verkend hoe samenwerking kan plaatsvinden in regionale projecten. Daarnaast is (en wordt) verkend hoe het LOB-programma op elkaar afgestemd kan worden. In dit kader zal in 2018 (na de MIP) verder nagedacht worden over het uitwerken en uitvoeren van een dreamproject (te bevordering doorstroom mbo-hbo) Warme samenwerking op tactisch niveau om doorlopende leerlijn mbo Groen/ hbo LEM verder vorm te geven door samenwerking in projecten. Studenten HBO participeren o.a. in PPS waterrouteprojecten. Voortzetting geborgd door proces en product doorlopende leerlijn te plaatsen in nieuw project. Keuzedeel ‘doorstroom HBO’ is vastgesteld en is onderdeel van doorstroomprofiel. De projectfase is afgesloten. Vmbo-locaties die deelnemen aan programma On-Stage hebben afstemming met elkaar gehad over de uitvoering van dit programma in hun eigen regio. Er is een concept kaderdocument uitgewerkt L&B/LOB mbo dat is afgestemd op LOB in het vmbo. Het kaderdocument geeft aan welke uitgangspunten leidend zijn voor de uitvoering van een betekenisvol LOB-programma voor mbo-studenten. Het concept –document zal in 2018 worden afgerond naar een definitief kader. Ter ondersteuning en inspiratie van docenten LOB op de MBO-locaties is in november een masterclass LOB verzorgd door professor Marinka Kuipers. Hieruit zijn duidelijke actiepunten naar voren gekomen om doorstroom (en de invulling van LOB) te optimaliseren. Om op een andere manier het gesprek te voeren met studenten is er als hulpmiddel voor elke mbo-locatie 3 “lobbel-sets” beschikbaar gesteld. Vanuit de PPS Waterroute zijn regionale bijeenkomsten belegd om teamleiders en docenten te helpen bij het komen tot afspraken over samenwerking vmbo-mbo. Tevens zijn de locaties tussentijds bezocht en bevraagd om voortgang en ondersteuningsbehoeften in kaart te brengen. Duidelijk is dat vmbo en mbo locaties ondersteuningsbehoefte hebben bij het omzetten van voornemens naar concrete acties en resultaten om de doorstroom te verbeteren. Bij een bijeenkomst over doorstroom (en doorlopende leerroutes) in regio 5 Heerenlanden is actief nagedacht hoe samenwerking gezocht kan worden met project Windroos (Da Vinci). Dit project geeft kansen om de mogelijkheden in modern groen onderwijs bij aankomende mbo-studenten onder te aandacht te brengen. De projectfase is afgesloten. Docenten worden uitgewisseld en materialen gedeeld. De doelstellingen zijn behaald. De projectfase is afgesloten.
Doelstelling is gehaald; voedselvraagstukken in de stad en voeding en gezondheid zijn ingevoerd in het curricula en wordt uitgevoerd. De projectfase is afgesloten.
107
10 BIJLAGEN b.2.3
Wellantcollege b.2.3 · Professionalisering bij tuinbouwdocenten. · Professionalisering docenten Wellantcollege vmbo en mbo.
b.2.3 · Deelname aan professionaliseringscyclus BEJO zaden. · Deelname aan vakgroepen mbo en scholing kernteams mbo-vmbo.
c.1.1
Amstellant c.1.1 R ealisatie van een real life demonstratieomgeving in het Groen Onderwijscentrum.
c.1.1 · Realiseren van een videoverbinding met een innovatief bedrijf waar ‘real time’ innovatieve activiteiten gefilmd worden en worden uitgezonden in het Groen Onderwijscentrum, op de thema’s teelt en logistiek. Een voorbeeld is een demonstratie die informatie geeft over de microbiologische aspecten van teelt en de gevaren van het onvoldoende naleven van hygiëneregels in de groothandel (extreem voorbeeld: EHEC). Het Groen Onderwijscentrum benut dit naar deelnemers en studenten en naar partners, bijv. door er de innovatieklassen en gastcolleges aan te koppelen. · Jaarlijkse verkiezing van het innovatiefste bedrijf van de regio.
c.1.2
Wellantcollege c.1.2 E lke docent heeft de mogelijkheid om een docentstage te volgen.
c.1.2 · Ontwikkeling aanpak docentstages. · Aanstelling coördinator docentstages. · Uitvoering docentstages.
c.2.1
Regio Noordzeelant c.2.1 T echnische invulling en uitvoering opleiding GreenTec.
c.2.1 · Inhuur technische kennis en capaciteit onderwijsontwikkeling Mechatronica, Meet- en regeltechniek, Elektriciteit en energietechniek en Biobased technieken.
c.2.2
Wellantcollege c.2.2 V erduurzaming praktijkleren na 2015.
c.2.2 · Ontwikkeling aanpak verduurzaming praktijkleren na 2015.
d.1.1
Wellantcollege d.1.1 Voortzetten uitvoering project Wellant verduurzaamt, het project van Wellantcollege in het kader van het landelijk programma Voorop in de vergroening.
d.1.1 · Realisatie tenminste 10 ECO school certificeringen vmbo en mbo. · Uitvoering landelijk programma Voorop in vergroening (atlas, deelname pilots).
108
Voorzitters van de vakgroepen hebben in een werkbijeenkomst gereflecteerd op hun functioneren. Zij hebben aangegeven wat goed gaat (gecontinueerd moet worden) en wat niet werkt (en verbeterd moet worden). Hierin is de ook de behoefte aan scholing verwerkt. De samenvatting van deze sessie zal na bespreking in het voorzittersoverleg, gedeeld worden met de werkgroep curriculum, directie mbo en teamleiders. Voorzitters van de vakgroep hebben op verzoek van werkgroep professionalisering input gegeven op scholingswensen voor de leden van de vakgroep. De input is verwerkt tot een concreet professionaliseringsplan. EIn de periode maart- juni zijn leden van de vakgroepen betrokken bij een intensief ontwikkeltraject om te komen tot beroepsgerichte keuzedelen die innovatief zijn qua inhoud en vorm. Deelnemers aan dit ontwikkeltraject hebben een masterclass 21th skills gevolgd om inzicht te krijgen in de ontwerpprincipes. Tevens zijn ontwikkelaars uit de vakgroepen intensief begeleid bij de analyse van het keuzedeel (SBB) gebruikmakend van een systeem van learningmatters en van intern ontwikkelde ontwerptools. Er is vervolgens vanuit de vakgroep met interne en externe experts (adviseurs BDO, auteurs, beeldverwervers, innovatieve bedrijven en ontwikkelaars van digitale leermiddelen) gewerkt aan het ontwikkelen van 12 webquests voor keuzedelen mbo en separate readers voor dieropleidingen. De innovatie zit m in de wijze waarop de webquest zijn opgebouwd (integrale beroepsopdrachten) waarin 21th century skills zijn verwerkt. De opdrachten, filmpjes en bronnen zijn digitaal beschikbaar. De projectfase is afgesloten. Realisatie proefopstellingen aquaponics en vertical farming (showmodellen), Led verlichting, voorbereiding proefopstelling eiwit uit alg, voortzetting resultaten 2016. De projectfase is afgesloten.
Het initiĂŤren en ondersteunen van het realiseren van docentstage is afgerond. Docentstage maakt onderdeel uit van de bedrijfsvoering en is onderdeel van de gesprekkencyclus met medewerkers. De projectfase is afgesloten.
Mondriaan docenten verzorgen specifieke technische onderdelen als Mechatronica en elektrotechniek. Docenten Wellant verzorgen lessen voor Mondriaan. Deelnemers Mondriaan werken regelmatig aan opdrachten die tuinbouw gerelateerd zijn en op dat moment geven teelt docenten van Wellant ondersteuning op teelt-technisch gebied. Er is een gezamenlijk project visteelt met Inholland, Mondriaan en Wellant leerlingen onder leiding van een Wellant docent. De projectfase is afgesloten. Praktijkleren heeft een plaats gekregen binnen de curricula en binnen de transitie naar contextrijk leren / leren in authentieke situaties (regioleren). De projectfade is afgerond.
De MIP doelstellingen zijn onderdeel geworden en verduurzaamd dmv een meerjaren duurzaamheidsprogramma met een scope van onderwijs tm bedrijfsvoering. Duurzaamheidsambassadeurs ondersteunen het proces. De projectfase in het kader van het MIP is afgesloten.
109
10 BIJLAGEN
d.1.2
d.1.2 Gezamenlijk ontwikkeld en gebruikt leermateriaal biobased Economy van Hogeschool Inholland en Wellantcollege o.l.v. Projectmanager Center of Expertise Biobased Inholland.
d.1.2 · Ontwikkeling leermateriaal biobased economy laatste leerjaar mbo en eerste leerjaar hbo.
d.1.3
Regio Maaslant d.1.3 In internationaal verband realiseren van afspraken over toekomstbestendig klimaatbeleid en water.
d.1.3 · Uitvoeren rol observator in project met acht kennisinstellingen en hun netwerk in acht regio’s in zes landen (rond Noordzee en Baltische Zee, passend binnen EU en internationaliseringbeleid Noord-Nederland · Vastleggen en uitvoeren van hieruit te kiezen partnerlanden met een havengebied voor een opmaat naar Interreg 5.
d.2.1
Wellantcollege d.2.1 Wellantcollege is een mbo zijn met een onderscheidend internationaal profiel.
2.1 · Ontwikkelen Wellantbrede en gedragen visie op internationalisering en internationale samenwerking. · Inrichten Bureau Internationalisering dat zorgt voor de contacten met bedrijven voor het schrijven van ingewikkelde projectplannen ter ondersteuning van de doelstellingen (binnen de topsectoren T&U en Food). · Uitvoeren van minimaal 3 pilots ECVETunits met partnerscholen in buitenland. · Professionaliseren van 20 docenten per jaar in een Moderne Vreemde Taal. · Tot stand brengen regionale samenwerking om internationale ideeën te delen met onderwijs, overheid en bedrijven (vgl delta agenda, zie a.1.4). · Onderhouden en uitbreiden partnerschoolcarrousel met scholen en bedrijven uit Duits- en Spaanssprekende landen. · Verkennen mogelijkheden buiten Europa, focus op Afrika (thema’s waterveiligheid, waterkwaliteit en verzilting, zie a.1.4). · Inbedding en verankering en onderhouden digitale omgeving voor lesstof voor internationalisering binnen het vmbo i.s.m. Ontwikkelcentrum (vgl c.1.2). · Onderhouden Engelstalige website. · Deelname aan internationale netwerken zoals TDA en EUROPEA. Minimaal drie samenwerkingsverbanden worden gerealiseerd om kennis im- en export te garanderen, onder andere op het gebied van Watermanagement, Biobased economie, Tuinbouw en uitgangsmaterialen, Urban Green en Veeteelt. · Partner worden in Europese projecten, mobiliteit, partnerschap, transfer of innovation etc. in het nieuwe Europese programma Erasmus4all waarin leven lang leren en het gebruik van Europese instrumenten om internationaal beter aan te sluiten bij Europa.
d.2.2
d.2.2 Een in de gouden driehoek geaccepteerd meerjarig programma: borderless agri food academy: een cross-sectoraal publiek private consortium dat de komende jaren werkt aan vragen van het bedrijfsleven en zorgt voor interne verankering bij de onderwijsinstellingen zodat het agri beroepsonderwijs partner wordt van het internationale bedrijfsleven.
d.2.2 · Verbinden van ideeën en uitwerken van concept programma met werkwijze. · Workshop met de gouden driehoek. · Ontwikkelen van de sector programma’s · Uitwerken definitief programma met werkmethodiek. · Deelname aan 2-3 sectorconsortia.
110
In 2017 is centrale studiedag georganiseerd over duurzaamheid en biobased in het mbo van Wellantcollege. Naast bedrijfsbezoeken, waren er sprekers en begeleiders van thematafels. Met medewerking directie mbo, en de experts van de studiedag duurzaamheid en biobased mbo een 4-tal films gemaakt die beschikbaar zijn op het interne youtube kanaal van Wellantcollege. Doel is kennis en inzichten verder te brengen dan de deelnemers aan de studiedag van en duurzaamheid en biobased te integreren in de opleidingen die Wellantcollege aanbiedt. Resultaten en producten zijn gedeeld met programma duurzaamheid Wellantcollege. De mappen duurzaamheid en biobased worden als onderlegger gebruikt bij het uitwerken van het curriculum van de (v)mbo opleidingen. De projectfase is afgesloten. Het kenniscentrum Aquaponics is doorontwikkeld. Het KA2 project is uitgevoerd. Met internationale partners is kennis gedeeld zijn demo-omgevingen in de EU gerealiseerd. In Dordrecht is het kenniscentrum Water in voorbereiding. De projectfase in het kader van het MIP is afgerond.
Het portfolio van Wellant heeft een onderscheidend internationaal profiel gekregen, met onder meer: · een aantoonbare stijging van het aantal internationale projecten en partnerschappen; · een Engelstalige opleiding (Equine Sports & Management); · verbetering van de kwaliteit van leeruitkomsten die studenten in het buitenland kunnen behalen plus het assessen, valideren en erkennen daarvan. Door beleidsdoelen van Wellant te koppelen aan Europese programma’s en lijnen zoals de New Skills Agenda for Europe, zijn additionele middelen gerealiseerd waarmee o.a. toenemende mobiliteit van studenten en medewerkers mogelijk blijft. Het Bureau Internationalisering stimuleert en faciliteert het opdoen van buitenlandse ervaring. Actieve participatie in de carrousel van buitenlandse partnerscholen en deelname aan internationale netwerken zoals The Dutch Alliance, en EUROPEA, dragen bij aan kennisimport en -export, betere aansluiting bij de internationaliseringsagenda van Europa, en het vergroten van de impact van internationale projecten. In 2017 rondde Wellant de succesvolle implementatie af van een internationaal netwerk van Aquaponics Training Centres. Tevens werd het YEBISU-project afgerond en door het Europese subsidieprogramma Erasmus+ uitgeroepen als ‘good practice’. In dit project hebben mbo-instellingen, bedrijven en brancheorganisaties een gemeenschappelijke aanpak ontwikkeld voor het bevorderen van ondernemend gedrag van medewerkers en studenten. Ook buiten de EU is Wellant actief. Bijvoorbeeld in in Noord-India, als onderdeel van het Dutch Hortifruit Partnership, en in Sri Lanka, als penvoerder van het samenwerkingsverband Sri Lankan Dutch Dairy Solutions. Wellant-docenten worden gevraagd voor workshops en trainingen, en onderwijskundige vraagstukken. Excellente studenten hebben de gelegenheid om een extra uitdagende internationale stage (ibpv) te volgen, en doen mee aan internationale vakwedstrijden. De projectfase is afgesloten. Wellantcollege werkt in toenemende mate in publiek-private consortia en vaak cross-sectoraal aan actuele Life Science-vraagstukken. Enkele voorbeelden hiervan zijn PPS Waterroute, het Rotterdam Food Cluster, het Dutch Hortifruit Partnership en Sri Lankan Dutch Dairy Solutions. De projectfase is afgesloten.
111
10 BIJLAGEN d.2.3
d.2.3 Realiseren ‘Wellant digitaal’ · Met behulp van digitale middelen ondersteunen van onderwijs binnen Wellant zodat er (op een betaalbare en organiseerbare wijze) innovatief, dynamisch onderwijs verzorgd kan worden. · De medewerkers van Wellant zijn in toenemende mate in staat om met ondersteuning van digitale middelen innovatief, dynamisch onderwijs te verzorgen · De deelnemer en medewerkers van Wellant leren en werken in een moderne omgeving. · Integratie GEO-GPS in verschillende opleidingen.
d.2.3 · het ontwikkelen van een aanpak en het maken van keuzes t.a.v. faciliteiten op basis waarvan docenten in staat zijn om ICT op een didactische en inhoudelijk betekenisvolle wijze te integreren in het onderwijsproces, zodat ICT een bijdrage levert aan modern, innovatief groen onderwijs. · Uitvoering van een pilot waarin pilotdeelnemers werken aan onderwijsontwikkeling i.r.t. ICT, waarbij door de gekozen aanpak het HRM-aspect (SBL-competenties) van organisatieontwikkeling wordt meegenomen. · Organiseren van een omgeving waarin de thema’s ‘ICT-inzet’ en ‘organisatieontwikkeling’ binnen het focusgebied ‘digitale onderwijs’ verkend worden met en voor Wellantcollege. Uitkomsten worden meegenomen in de pilot. · De uitkomsten van de pilot (werken aan onderwijsontwikkeling) vertalen naar uitgangspunten t.a.v. de ICT-inzet, organisatieontwikkeling binnen de kaders van uitvoerbaarheid en betaalbaarheid. · Opnemen GEO-GPS in verschillende opleidingen.
d.2.4
d.2.4 Realiseren introductietraject ‘Toepassen Gepersonaliseerd Digitaal Leren’ voor 5 vmbo vestigingen voor de kernvakken: Nederlands, Engels, wiskunde, rekenen.
d.2.4 · Inrichten digitaal platform. · Opstellen business case. · Opleiden docenten. · Begeleiden docenten en leerlingen.
d.3.1
Noordzeelant d.3.1 zie a.1.1
d.3.1 zie a.1.1
d.3.2
d.3.2 Gestarte Tecklas in vmbo locatie Westvliet specifiek voor de leerlingen met profiel GL met aantoonbare doorstroom naar Greentec of aanpalende opleiding.
d.3.2 · Starten Tecklas Westvliet. · Ontwikkelen doorstroomprogramma GreenTec Delft
d.3.3
d.3.3 Lidmaatschap ‘Toptechniek in bedrijf Haaglanden’ is omgezet in een actieve samenwerking met technische vmbo’s in de regio Haaglanden.
d.3.3 · Ontwikkelen groen lesmateriaal voor ‘grijze’ technische vmbo’s die lid zijn van Toptechniek in bedrijf Haaglanden t.b.v. kennismaking van vmbo-leerlingen met de groene sector. Wellantcollege zet in op GreenTec, Loonwerk en Groene Ruimte.
112
De inzet van de ELO verbreedt zich naar meer opleidingen dan genoemd in de doelstelling (de opleidingen Groen, Bloem en Styling, en Food) Daarnaast wordt op de locatie Houten de internationale stages gefaciliteerd door de ELO Voor 9 keuzedelen is (concept)lesmateriaal via de ELO beschikbaar gesteld.
N.a.v. het cvb-besluit in 2017 om met ingang van 2018-2019 op alle vmbo-locaties met het gehele eerste leerjaar te starten met gepersonaliseerd leren met behulp van de iPad, zijn alle processen t.a.v. bestellen, administratie, organisatie, etc afgestemd en vastgesteld. Op 16 van de 21 vmbo-locaties is een nulmeting gehouden. Tussen de locaties bestaan grote verschillen t.a.v. activerende werkvormen en inzet digitale middelen. Vrijwel alle vmbo-locaties zijn de urgentie t.a.v. invoering iPads gaan voelen, maar gepersonaliseerd leren en 21st century skills zijn nog een (verre) stip op de horizon. Op enkele locaties wordt gewerkt aan essentiĂŤle basisvoorwaarden zoals goed klassenmanagement en wifi-bandbreedte. Om de medewerkers van Wellant in staat te stellen om met ondersteuning van digitale middelen innovatief, dynamisch onderwijs te verzorgen, is samen met HRD een basistraining voorbereid voor nieuwe docenten (onderdompeldagen) en een vervolgtraining met focus op didactiek. Communicatie rondom de implementatie van iPads met alle stakeholders, met name locatiemedewerkers en ouders, verloopt conform planning. Projectmedewerkers blijven hierin actieve ondersteuning bieden. Er is een start gemaakt met de voorbereiding van een docuserie over gepersonaliseerd leren bij Wellant. Er is een start gemaakt met de voorbereiding van een docuserie over gepersonaliseerd leren bij Wellant. De projectfase in het kader van het MIP is afgesloten. De activiteiten worden voortgezet binnen een Wellantbreed programma in het kader van innovatie.
Continuering van de Tecklas die aansluit op Greentec. De projectfase is afgesloten.
In samenwerking met Delflandcollege zijn lesmaterialen gemaakt voor VMBO leerlingen om kennis te maken maken met de groene sector. Green tec leerlingen werken 2 uur per week in het Delfland gebouw aan techniek en voeren daar projecten uit voor het VMBO. De projectfase is afgesloten.
113
114
STICHTING WELLANT POSTBUS 177 3990 DD HOUTEN