GEÏNTEGREERD
WERK MAKEN VAN KWALITEIT
Dit jaarverslag is een uitgave van Stichting Wellant. Met zorg samengesteld. Een warm woord van dank aan alle mensen die hieraan hebben meegewerkt. Colofon Ontwerp en DTP: ZIGT Studio Fotografie: Willem Jan Ritman, Ahmet Polat, Hein van den Heuvel, Hollandse Hoogte en Geert Bruins. Eindredactie: Stichting Wellant 2
INHOUD
Voorwoord college van bestuur
5
Inleiding en leeswijzer
6
Bestuursverslag 9 Hoofdstuk 1 Bestuur en organisatie 1.1 Missie en ambitie 1.2 Organisatiestructuur 1.3 Bestuur en governance 1.4 Inrichting medezeggenschap 1.5 Structurele samenwerking 1.6 Klachten- en klokkenluidersregeling
10 11 12 12 13 13 15
Hoofdstuk 2 Onderwijs algemeen 2.1 Strategie 2.2 Instellingsplan en kritieke succesfactoren 2.3 Kwaliteitsbeleid 2.4 Cursussen & trainingen
16 17 17 17 18
Hoofdstuk 3 Wellant vmbo 3.1 Voldoende onderwijskwaliteit (KSF 1) 3.2 Innovatie (KSF 2) 3.3 Versterking regionale samenwerking (KSF 3) 3.4 Internationalisering (KSF 4) 3.5 Informatie op locatieniveau
20 21 26 27 28 28
Hoofdstuk 4 Wellant mbo 4.1 Voldoende onderwijskwaliteit (KSF 1) 4.2 Innovatie (KSF 2) 4.3 Versterken regionale samenwerking (KSF 3) 4.4 Internationalisering (KSF 4)
30 31 37 39 39
Hoofdstuk 5 Wellantcollege breed 42 5.1 Professionalisering (KSF 5) 43 5.2 Medewerkers 45 5.3 Duurzaamheid (KSF 6) 46 5.4 Efficiëntere en effectievere bedrijfsvoering (KSF 7) 46 Hoofdstuk 6 Financiën 6.1 Financieel resultaat 6.2 Balans per 31-12-2016 6.3 Financiële ratio’s 31-12-2016 6.4 Treasurybeleid 6.5 Notitie helderheid
48 49 51 52 53 54
Hoofdstuk 7 Continuïteitsparagraaf
56
Hoofdstuk 8 Bericht van de raad van toezicht 2016 68 Hoofdstuk 9 Jaarrekening 2016
72
Hoofdstuk 10 Bijlagen
98 3
VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR
4
VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR
Het jaar 2016 stond binnen Wellantcollege in het teken van werken aan kwaliteit. Zoals u in dit jaarverslag kunt lezen zijn op diverse kritische succesfactoren uit het Instellingsplan de nodige verbeteringen bereikt. Natuurlijk is er ook een aantal onderdelen waarin verbetering mogelijk is, maar wij mogen trots zijn op wat inmiddels is bereikt. In dit voorwoord willen wij daarom vooral stilstaan bij de behaalde successen. De afgelopen jaren is in het vmbo hard ingezet op de basiskwaliteit van het onderwijs. Dit heeft er in 2016 in geresulteerd dat alle leerwegen in het vmbo een basisarrangement van de onderwijsinspectie hebben gekregen. Een prachtig resultaat! Docenten, teamleiders, directeuren en ondersteunend personeel hebben hier hard voor gewerkt. Langs deze weg willen wij daarvoor onze dank en waardering uitspreken. In het mbo stond 2016 vooral in het teken van de uitwerking van toekomstplannen. Plannen rondom de inrichting van de opleidingen en de invoering van de herziening van de kwalificatiestructuur. Maar ook plannen rondom de Kenniscentra en de locaties. De onderbekostiging van het mbo maakt het niet makkelijk om tot een uitvoerbaar en betaalbaar perspectief te komen. Dankzij de creativiteit en betrokkenheid van onze mbomedewerkers, kon echter voor de korte termijn tot een toekomstbestendige uitwerking worden gekomen. Ook hiervoor onze dank en waardering.
Door bovenstaande profileert Wellantcollege zich in toenemende mate als kwaliteitsaanbieder van groen onderwijs. Juist het ‘groene’ maakt dat Wellantcollege zich kan onderscheiden in een krimpende markt. In de verstedelijkte Randstad winnen thema’s als voedsel, water, recreatie, groene ruimte, gezondheid en duurzaamheid in toenemende mate aan belang. Wellantcollege kan daaraan een bijdrage leveren door jongeren vanuit een groen perspectief, op te leiden voor de toekomst. Zoals in onze missie staat: werken aan een gezonde en leefbare toekomst door uit te blinken in groen onderwijs. Daar stonden wij in 2016 voor en zullen we ook de komende jaren voor blijven staan. Annemarie Moons en Hans Jansen college van bestuur
5
INLEIDING EN LEESWIJZER Voor u ligt het geĂŻntegreerd jaarverslag 2016 van de Stichting Wellant. Dit jaarverslag bestaat uit een toelichting op de belangrijkste ontwikkelingen en behaalde resultaten in 2016. 6
INLEIDING EN LEESWIJZER
Wellantcollege beschikt over een aantal (financieel) strategische documenten zoals de meerjarenbegroting, het strategisch huisvestingplan, het financieringsplan en het instellingsplan. Deze documenten samen bevatten de beleidsrijke onderbouwing van de te behalen resultaten en de daarvoor noodzakelijke middelen voor de komende jaren. Het instellingsplan bevat de innovatie- en verbeteragenda voor een periode van vijf jaar. Op basis van de strategie van Wellantcollege, het instellingsplan en een analyse van de interne en externe ontwikkelingen zijn de speerpunten bepaald. De speerpunten voor 2016, met een doorkijk naar 2017, worden in dit jaarverslag verantwoord. Het thema van dit jaarverslag is “werk maken van kwaliteit”. Onderwijskwaliteit is het fundament onder de ambities van Wellantcollege. Het gaat daarbij om het brengen en borgen van kwaliteit van het onderwijs en het onderwijzend personeel op een erkend hoog niveau. Wellantcollege zet nadrukkelijk in op verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Docenten helpen de leerlingen en de studenten in hun ontwikkeling en dagen hen uit. Het lesprogramma helpt op een natuurlijke en resultaatgerichte manier toe te groeien naar kennis, vaardigheden en vertrouwen die nodig zijn in de vervolgopleiding of in het eerste beroep. Natuurlijk is niet alles
gerealiseerd van hetgeen Wellantcollege zich voor 2016 had voorgenomen. Echter, deze onderwerpen zijn in 2017 in het kader van de PDCA-cyclus opnieuw geagendeerd in de kaderbrief en als activiteiten opgenomen in de locatieplannen vmbo en de teamplannen mbo. Dit jaarverslag is conform de wettelijke eisen en de Richtlijnen van de Raad van de Jaarverslaggeving opgesteld. In de continuïteitsparagraaf beschrijft Wellantcollege het beleid dat is gerelateerd aan verwachte ontwikkelingen op belangrijke beleidsterreinen voor de komende jaren. Dit gebeurt conform het format dat is opgesteld door de MBO Raad en landelijk wordt gevolgd. Veel van onze stakeholders zijn zeker ook geïnteresseerd in relevante ontwikkelingen per locatie of per regio. Voor iedere afzonderlijke vmbo-locatie is op ‘Vensters VO’ (www.scholenopdekaart.nl) informatie te vinden over de locatie zelf, studieresultaten en samenwerking met de omgeving. De uitgebreide financiële jaarrekening met de financiële verantwoording voor de bekostigende ministeries is in een apart hoofdstuk gepresenteerd. 7
BESTUURS VERSLAG
9
BESTUUR EN ORGA NISATIE
10
1.1 Missie en ambitie De missie van Wellantcollege is “werken aan een gezonde en leefbare toekomst door uit te blinken in groen onderwijs”. De groene sector is cruciaal. Thema’s als voedselzekerheid, water, gezondheid en duurzaamheid zijn van toenemend belang, in een wereld waarin gebrek aan ruimte en grondstoffen een gegeven is. De agrarische sector levert een aanzienlijk deel van de export van Nederland. Nederland is de tweede exporteur in de wereld. De groene leefomgeving en de groene technologie staan daardoor steeds meer in de belangstelling. De groene sector vormt bovendien een belangrijke pijler voor de Nederlandse economie. De herwaardering van de kennisintensieve maakindustrie en de agrosector heeft impact op het groene onderwijs en de tijd van alleen “donkergroen” onderwijs is voorbij. De groene sector integreert meer en meer met andere sectoren. Succesvol groen onderwijs sluit hierop aan. Wellantcollege vervult een maatschappelijke functie door het aanbieden van groen onderwijs, cursussen en functiegerichte trainingen aan twaalf- tot zevenenzestigjarigen. Met kleinschalig, veilig en op het individu afgestemd onderwijs en onderwijsondersteuning voorziet Wellantcollege in een behoefte van leerlingen, studenten, cursisten, ouders, bedrijfsleven en instellingen. Wellantcollege begeleidt mensen
in het optimaal ontwikkelen van hun talenten. In aansluiting op de missie heeft Wellantcollege als grote groene onderwijsaanbieder de volgende ambitie geformuleerd: “Wellantcollege heeft in 2020 een koppositie in de groene sector in de Randstad door het aanbieden van modern groen onderwijs van erkend hoge kwaliteit, ondersteund met een goed werkende ICT-infrastructuur, in een veilige omgeving waarin onze leerlingen maximaal hun talenten ontwikkelen.” In 2016 heeft Wellantcollege voluit doorgewerkt aan de implementatie van de Strategie 2015 - 2020. Verreweg het merendeel van de doelstellingen is opgepakt en de meest belangrijke zijn gerealiseerd. Het nieuwe beroepsgerichte programma in het vmbo en de herziene kwalificatiestructuur in het mbo zijn ingevoerd. Alle leerwegen in het vmbo zijn door de onderwijsinspectie gewaardeerd met basisarrangement. Ter verdieping en verbreding van de strategie zijn bijeenkomsten op diverse niveaus georganiseerd met thema’s als kwaliteit, duurzaamheid, aansluiting vmbo/mbo, regioleren en digitalisering van het onderwijs. Een belangrijk element uit de Wellantstrategie is het in hun kracht zetten van de onderwijsteams. In het mbo is daartoe gestart met het ontwikkelen van een “selfie”.
Organogram Wellantcollege 2015 - 2016 RAAD VAN TOEZICHT (RVT) • ONDERNEMINGSRAAD • OUDERRAAD • STUDENTENRAAD
COLLEGE VAN BESTUUR (CVB)
BESTUURSSECRETARIAAT
DIRECTEUR STRATEGIE
CONCERN CONTROL
ONDERSTEUNENDE DIENSTEN
UNIT BDO HRM
DIRECTIE MBO
LOCATIES MBO
UNIT BEDRIJFSVOERING
DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING IN DE REGIO
BEDRIJFSVOERING MBO
BEDRIJFSVOERING VMBO
DIRECTIE VMBO
LOCATIES VMBO
11
1 BESTUUR EN ORGANISATIE
Met het invullen van deze selfie krijgt ieder teamlid de gelegenheid om een oordeel te geven over hoe op een bepaald moment de prestaties van het team zijn ten opzichte van: • de specifieke ambities van het onderwijsteam; • de kwaliteitsdoelstellingen van Wellantcollege mbo; • het waarderingskader van de inspectie. Jaarlijks zal de selfie worden ingevuld als onderdeel van de kwaliteitscyclus binnen Wellantcollege. Het resultaat van de teamselfie dient o.a. als input voor het teamplan van het eerstvolgende schooljaar. In het vmbo is de locatie de organisatorische eenheid die verantwoordelijk is voor de realisering van een zo hoog mogelijke onderwijskwaliteit. Een vmbo-locatie moet aantoonbare bijdragen kunnen leveren aan de strategie van Wellant, dat wil zeggen: • het bieden van modern groen onderwijs; • fungeren als aanvoerweg voor Wellant-mbo; • bijdragen aan het in stand houden van mboonderwijs en Wellantcollege door het creëren van massa ten behoeve van risicospreiding en ontwikkelen innovatiekracht.
Ook in de overlegstructuur zijn geen veranderingen doorgevoerd. In het zogeheten Strategisch Beraad overlegt het college van bestuur met de voltallige directies over onderwerpen van strategische aard. Zo wordt de verbinding in stand gehouden tussen de beide onderwijssectoren en de ondersteuning. In de directie-overleggen mbo en vmbo komen de sectorspecifieke zaken aan de orde op basis van de beleidsagenda (Kaderbrief) en actuele interne en externe ontwikkelingen.
1.2 Organisatiestructuur
1.3 Bestuur en governance
De in 2015 gevormde directie mbo en directie vmbo (voorheen regiodirectie) hebben hun werkwijze volgens de principes van het collegiale directiemodel in 2016 verder uitgewerkt. Op basis van portefeuilleverdeling wordt in samenwerking met de Ondersteunende Diensten beleidsontwikkeling geïnitieerd en geïntroduceerd in de directie-overleggen. Daarnaast stuurt iedere directeur een cluster van locaties aan en is leidinggevende van de daar werkzame teamleiders onderwijs. In 2016 is invulling gegeven aan de positie ambulant regiodirecteur/teamleider waarmee snelle opvang mogelijk wordt bij uitval op deze functies vanwege ziekte of vertrek. Tevens vindt hiermee substantiële reductie plaats van dure, externe inhuur.
De stichting Wellant kent een raad van toezicht die de leden van het college van bestuur benoemt en toezicht houdt op de werkzaamheden van het college. Het college van bestuur bestond in 2016 uit twee personen: • mw. drs. J.M.P. Moons (voorzitter) • dhr. drs. H.W.M. Jansen (lid)
Verder zijn in de organisatiestructuur in 2016 geen wijzigingen aangebracht, ook niet in de omvang van het aantal directieleden. Op teamleidersniveau in zowel mbo als vmbo is wel sprake van enige reductie van aantallen. Dit is mogelijk, omdat in het vmbo steeds meer over locaties heen wordt samengewerkt. In het mbo zijn thematische werkgroepen gevormd waarin onder leiding van de directieleden, de teamleiders na advisering van de ondersteunende diensten zorgdragen voor uitwerking en implementatie van beleid. 12
In het vmbo sturen de regiodirecteuren via de locatieen of cluster-managementteams (combinatie van een beperkt aantal locaties) de teamleiders aan. Dit gebeurt door vastlegging van voorgenomen resultaten in de locatieplannen. In het mbo wordt in toenemende mate met de gehele groep teamleiders in collectief verband afgestemd over de verwerking van het beleid op locatieniveau. De (Wellantbrede) vakgroepen in het mbo vormen in toenemende mate platform voor de docenten om hun zeggenschap in het kader van het Professioneel Statuur te realiseren. Dit naast het verband van het team op de locaties.
Het college van bestuur volgt bij de uitoefening van zijn werkzaamheden de branchecode voor goed bestuur in het mbo. Nevenfuncties college van bestuur Mw. drs. J.M.P. Moons • Lid van Raad van toezicht woningcorporatie Huis en Erf te Schijndel • Voorzitter Stichting Climate Adaptation Services • Lid raad van commissarissen Leisurelands • Lid raad van commissarissen Logistieke Hotspot Rivierenland De heer Jansen heeft geen relevante nevenfuncties.
1.4 Inrichting medezeggenschap Conform de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) heeft Wellantcollege een centrale ouderraad, een ondernemingsraad en een centrale studentenraad. Medezeggenschap ouders Iedere vmbo-locatie heeft een lokale ouderraad. Deze lokale ouderraden vaardigen elk jaarlijks tenminste één ouder af naar de centrale ouderraad. Het college van bestuur voert tenminste vier keer per jaar overleg met de centrale ouderraad. In 2016 is onder andere het volgende met de centrale ouderraad besproken: het Instellingsplan, passend onderwijs en de zorg voor leerlingen. De leden van de centrale ouderraad wisselen iedere vergadering voorbeelden van ouderparticipatie uit. Eind 2016 heeft de centrale ouderraad zich beraden op de invulling van de bijeenkomsten met het college van bestuur en de eigen rol daarin. De uitkomst daarvan was dat er behoefte is aan meer duidelijkheid omtrent de taken en rol van zowel de centrale als de lokale ouderraden. Ook is er interesse in bijeenkomsten rond specifieke thema’s, waarin Wellant-beleid en ervaringen van ouders kunnen worden uitgewisseld. De bevoegdheden van de centrale ouderraad en lokale ouderraden zijn vastgelegd in interne reglementen. Medezeggenschap leerlingen en studenten Vrijwel iedere vmbo-locatie heeft een leerlingenraad. De leerlingenraad heeft regelmatig overleg met het management van de locatie. De leerlingen van het vmbo worden op centraal niveau vertegenwoordigd door hun ouders in de centrale ouderraad. Iedere mbo-locatie heeft een decentrale studentenraad. Vanuit deze decentrale studentenraden worden per locatie 1 á 2 studenten afgevaardigd in de centrale studentenraad. De centrale studentenraad vergadert tenminste drie keer per jaar met het college van bestuur. In 2016 is onder andere gesproken over: het Instellingsplan, het opleidingsportfolio en interne macrodoelmatigheid, verbetering van de BPV, de HKS en internationalisering. De rechten en plichten van alle leerlingen en studenten binnen Wellantcollege zijn vastgelegd in een Leerlingstatuut. De bevoegdheden van de studentenraden in het mbo zijn vastgelegd in de wet en in interne reglementen.
Medezeggenschap personeel Wellantcollege heeft een Ondernemingsraad (OR) met in totaal vijf leden. Begin 2012 is een aantal afspraken omtrent de onderlinge werkwijze tussen OR en college van bestuur schriftelijk vastgelegd. De kern daarvan is een open en transparante onderlinge werkwijze, die soms verder gaat dan alleen de onderwerpen die in de Wet op de Ondernemingsraden en het Professioneel Statuut zijn vastgelegd.
1.5 Structurele samenwerking Wellantcollege versterkt de regionale samenwerking door te participeren in de ontwikkelagenda van de regio. Opleidingen worden in samenwerking met de regio ontwikkeld en uitgevoerd. De participatie in de regio wordt mede vormgegeven door het uitvoeren van projecten door studenten en docenten in samenwerking met het hbo. Met onderstaande organisaties is een structurele samenwerking aangegaan. Inholland Wellantcollege en Hogeschool Inholland werken in de Randstad al geruime tijd, in diverse contexten, met elkaar samen. In de Foodacademy in Amsterdam wordt een doorlopende leerlijn mbo-hbo gerealiseerd. Het Centre of Expertise Biobased Economy levert input voor de ontwikkelingen rond biobased binnen Wellant. Inholland levert een bijdrage aan de realisatie van het Kenniscentrum teelt, handel en techniek in Aalsmeer. Daarbij zal Inholland, bij toekenning, ook een bijdrage leveren aan de te vormen publiek private samenwerking (PPS) op basis van een aanvraag Regionaal Investeringsfonds (RIF). De opleiding Greentec van Wellant is gehuisvest in het gebouw van Inholland Delft. In toenemende mate wordt er op opleidingsniveau, binnen projecten samengewerkt. Ten behoeve van de doorlopende leerlijn mbo-hbo zijn kaders ontwikkeld voor de realisatie van randvoorwaarden om het studiesucces van de gediplomeerde mbo student in het hbo te vergroten. Hogeschool Inholland levert ook een bijdrage binnen de publiek private samenwerking Waterroute. In 2016 is hebben Wellantcollege en Inholland naar elkaar uitgesproken de samenwerking binnen de Groene Hart Academy te versterken. Inholland en Wellantcollege participeren beide in Borderless Network. Ten aanzien van kennisvragen in een internationale context op de scheidslijn mbo-hbo acteren beide instellingen als preferred partner. De eerste stappen zijn gezet 13
1 BESTUUR EN ORGANISATIE
om ook in het kader van een Leven Lang Leren nauwer samen te gaan werken. Kennisdeling en gezamenlijke deelname aan projecten maken ook onderdeel uit van de samenwerking. Da Vinci College Sinds 2012 zijn Da Vinci College en Wellantcollege mbo Gorinchem gezamenlijk gehuisvest in het gebouw aan de Mollenburgseweg. Naast de samenwerking op facilitair gebied wordt er door Wellantcollege en Da Vinci College ook gewerkt aan het verbinden van de opleidingsactiviteiten. Op studentniveau wordt er gewerkt aan opdrachten uit de regio waarbij van de verschillende opleidingen een bijdrage wordt geleverd. Rivor In 2015 zijn gesprekken gestart met Rivor in het kader van de samenwerking groen - grijs. Dit heeft in 2016 geresulteerd in de uitvoering van studentprojecten als onderdeel van het curriculum. Deze vanuit de regio gedefinieerde projecten vroegen een integrale aanpak. Hierbij is samengewerkt tussen docenten en studenten vanuit het groene en grijze domein. Van Hall Larenstein De samenwerking met Hogeschool Van Hall Larenstein richt zich met name op het thema water. Er wordt daarbij gewerkt aan een doorlopende leerlijn mbo - hbo. Centraal daarbij staan de inhoudelijke afstemming en het invulling geven aan randvoorwaardelijke elementen om het studiesucces van de gediplomeerde mbo-er in het hbo te vergroten. Daarnaast is de samenwerking aangegaan in het kader van kennisdoorstroom door aan te sluiten bij de activiteiten van de lectorenkring water/ duurzaam waterbeheer. ROC Mondriaan Op de TU campus in Delft (locatie Hogeschool Inholland) bieden Welllantcollege en Mondriaan respectievelijk de opleidingen Greentec en Mechatronica aan. De opleidingen zijn gestart in 2014. Tussen beide instellingen wordt nauw samengewerkt in de uitvoering van de opleidingen. Ook participeert Hogeschool Inholland in de samenwerking. Stichting OVO Gorinchem In 2015 zijn de onderwijsactiviteiten van Wellantcollege vmbo in Gorinchem aan de IJsbaan beëindigd. Met de Stichting OVO is een duurzame samenwerking gerealiseerd op basis waarvan de onderwijsactiviteiten zijn ondergebracht in het gebouw van Merewade. Vmbo 14
Merewade en Wellantcollege vmbo Gorinchem voeren hun activiteiten uit onder de naam Omnia College. Next Education Group De Next Education Group is een onderdeel van de Roadmap Next Economy (RNE) binnen de metropool-regio Rotterdam Den Haag. Twaalf mbo- en hbo-instellingen in het zuidelijke deel van de provincie Zuid-Holland vormen de Next Education Group (Inholland, Zadkine, Albeda, Idcollege/ROC Leiden ROC, Mondriaan, Haagse Hogeschool, Hogeschool Rotterdam, Scheepvaart en Transport College, Lentiz onderwijsgroep, Da Vinci College, Techniek College Rotterdam, Wellantcollege). Deze samenwerking is de basis voor de vormgeving van meer flexibel onderwijs dat midden in de samenleving staat, bijdraagt aan oplossingen van complexe maatschappelijke problemen en de mensen aflevert waar bedrijven om vragen. De onderwijsinstellingen in de RNE werken samen aan drie belangrijke veranderpaden (transitiepaden): • innovatie van het onderwijs, nieuwe manieren van leren, talentontwikkeling en onderwijsvernieuwing • het neerzetten van het onderwijs als maatschappelijk partner, leven lang leren, wijk- en praktijkleren (maakonderwijs in de wijk) • samenwerken met het bedrijfsleven, samen innoveren en ontwikkelen, studenten ondersteunen om te gaan ondernemen, delen van faciliteiten voor onderzoek en productontwikkeling (fieldlabs) Groene Metropool De vier Randstedelijke onderwijsinstellingen Wellantcollege, Prinsentuin College, Edudelta onderwijsgroep en Lentiz onderwijsgroep vormen samen de ´Groene Metropool´. De Groene Metropool vormt een groen onderwijscluster in de regio Zuidwest Nederland, waarbij de partners, op basis van een in 2016 ondertekende intentieverklaring samenwerken vanuit een gedeelde ambitie. De belangrijkste gedeelde opgave van de Groene Metropool is de herpositionering van de vier AOC’s om in gezamenlijkheid de regio te kunnen bedienen. De drie pijlers daarbij zijn: kwaliteit, innovatie en een doelmatig onderwijsportfolio. Leidraad bij de te ontwikkelingen activiteiten is de ontwikkelagenda Groen onderwijs 2016-2025 Aeres In 2016 zijn verkennende gesprekken gestart met de Aeres Groep ter zake nauwere inhoudelijke en bestuurlijke samenwerking.
1.6 Klachten- en klokkenluidersregeling Algemene klachtenregeling ouders en studenten Wellantcollege kent een Algemene Klachtenregeling, opgenomen in het Leerlingstatuut. Deze klachtenregeling is van toepassing op alle (ex)leerlingen en studenten van Wellantcollege, inclusief cursisten, dan wel hun wettelijke vertegenwoordigers. Ook bedrijven en andere bij Wellantcollege betrokken personen kunnen op grond van deze regeling een klacht indienen. Het college van bestuur heeft in 2016 vier klachten ontvangen en afgehandeld conform de Algemene Klachtenregeling: drie van ouders en één van een bedrijf. De laatste jaren wenden ouders met een klacht zich steeds sneller rechtstreeks tot het college van bestuur. Het bestuur verwijst deze klachten ter afhandeling terug naar de betreffende directeur. Daarbij wordt gemonitord of de klacht ook daadwerkelijk wordt afgehandeld. Deze klachten zijn niet opgenomen in bovenstaande telling. Wellantcollege is aangesloten bij de Stichting Onderwijsgeschillen. Belanghebbenden kunnen hun klacht ook rechtstreeks daar voorleggen. In 2016 betrof dit twee klachten. Eén bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs en één bij de Geschillencommissie Passend Onderwijs. De klacht die via de Landelijke Klachtencommissie binnenkwam kon intern worden afgehandeld. De klacht die via de Geschillencommissie Passend Onderwijs is gemeld is door de geschillencommissie in behandeling genomen en ongegrond verklaard.
Klachten kunnen ook gemeld worden bij de Ombudslijn mbo. In 2016 zijn daar twee klachten aangemeld. Beide konden naar tevredenheid worden opgelost. Klachtenregeling ongewenst gedrag Naast de Algemene Klachtenregeling kent Wellantcollege een Klachtenregeling Ongewenst gedrag. Het college van bestuur heeft in 2016 conform deze regeling geen klachten ontvangen. Algemene klachtenregeling personeel en Interne geschillencommissie toepassing cao Klachten van medewerkers over de toepassing van de cao worden afgehandeld door de Interne geschillencommissie cao. Er zijn in 2016 geen klachten op grond van deze regeling ontvangen. Wanneer een medewerker niet tevreden is over de afhandeling van een klacht door de Interne geschillencommissie cao kan hij in beroep gaan bij de Commissie van Beroep BVE. Deze commissie wordt in stand gehouden door de Stichting Onderwijsgeschillen. Klachten van medewerkers die niet gerelateerd zijn aan de cao worden afgehandeld volgens de Algemene Klachtenregeling Personeel. Het college van bestuur heeft op grond van de Algemene Klachtenregeling één klacht van een oud-personeelslid ontvangen. Klokkenluidersregeling De stichting Wellant kent sinds 2007 een Klokkenluidersregeling. Deze regeling is in 2014 bijgesteld met instemming van de Ondernemingsraad en met goedkeuring van de raad van toezicht. In 2016 zijn geen misstanden conform deze regeling gemeld.
Wellantcollege is in 2020 de belangrijkste groene opleider in de Randstad. De maatschappelijke waarde van de groene sector is van groot belang. Kwalitatief goed groen onderwijs speelt daarbij een essentiële rol. 15
ONDERWIJS ALGEMEEN
16
2.1 Strategie De strategie 2015-2020 van Wellantcollege is ook in 2016 richtinggevend geweest bij de uitvoering van de onderwijsactiviteiten. De belangrijkste onderwerpen hierin betreffen de keuze voor profilering en specialisering in het mbo via de kenniscentra, de aansluiting daarop via de keuzedelen in de nieuwe programmastructuur van het vmbo en de organisatorische scheiding van mbo en vmbo. Tevens zijn de voorlopersrol op het gebied van ICT in het onderwijs en de integratie van duurzaamheid in onderwijs en bedrijfsvoering belangrijke wijzigingen ten opzichte van de vorige strategie. Internationalisering heeft als strategisch thema meer verdieping gekregen. De strategische keuzes richten zich op een zevental thema’s die vertaald zijn in kritieke succesfactoren van de organisatie. Het accent ligt hierbij op de verbetering van de onderwijskwaliteit. In het instellingsplan zijn de zeven thema’s nader uitgewerkt en van een prioritering voorzien.
2.2 Instellingsplan en kritieke succesfactoren In het instellingsplan 2015-2020 geeft Wellantcollege een concretisering van de strategie. Voor elk onderdeel in de strategie is een vertaalslag gemaakt naar doelen en middelen inclusief een tijdspad. Voorafgaand aan de planvorming is eerst ingegaan op de implementatie en veranderstrategie met krachtige teams in de basis. Vervolgens zijn de ambities van Wellant mbo en Wellant vmbo vertaald in doelen en activiteiten per kritieke succesfactor (KSF). Hierbij is gekozen voor een verdeling van de KSF-en in drie delen: een mbo-, een vmbo- en een Wellantbreed gedeelte. Het schoolplan vmbo en het kwaliteitsplan mbo maken deel uit van het instellingsplan. Overzicht kritieke succesfactoren (KSF) 2015-2020: • KSF1 Voldoende onderwijskwaliteit vmbo en mbo afzonderlijk • KSF2 Innovatie vmbo en mbo afzonderlijk • KSF3 Versterken regionale samenwerking vmbo en mbo afzonderlijk • KSF4 Internationalisering vmbo en mbo afzonderlijk • KSF5 Professionele organisatie Wellantbreed
• KSF6 Duurzaamheid Wellantbreed • KSF7 Gezonde bedrijfsvoering Wellantbreed Het instellingsplan is voor college van bestuur, de mbo-, vmbo- en unitdirecteuren en de teamleiders leidraad om de invulling van de strategie in de praktijk vorm te geven. Teamleiders hebben samen met hun teams de uitwerking voor de locatie opgepakt in respectievelijk teamplannen mbo en locatieplannen vmbo en hebben hier uitvoering aan gegeven.
2.3 Kwaliteitsbeleid De implementatie van strategie en instellingsplan vindt in hoge mate plaats via de bestaande organisatie- en overlegstructuur van Wellantcollege. Een essentieel onderdeel hierbij is de Wellant kwaliteitszorgcyclus. De kwaliteitszorgcyclus is het geheel van maatregelen dat ervoor zorgt dat de doelstellingen van Wellantcollege op een effectieve en efficiënte wijze leiden tot de gewenste resultaten. Het instellingsplan wordt jaarlijks vertaald naar een kaderbrief. De kaderbrief levert input voor de team-/locatie-/unitplannen. De voortgang van de plannen wordt meerdere malen per jaar besproken en resulteert in teamrapportages aan de vmbo- en mbo-directies en termijnrapportages door vmbo-, mbo- en unitdirecties aan het college van bestuur. De vraag of de goede dingen worden gedaan en of dit ook goed gedaan wordt, wordt gecheckt via audits, inspectierapporten, tevredenheidsmetingen en gesprekken met ouders, medewerkers, studenten/ leerlingen en bedrijven. Op basis van de uitkomsten worden doelen en/of resultaten geanalyseerd en, indien nodig, bijgesteld in de volgende kaderbrief. In 2016 is de eerste versie van de locatieschouw gepubliceerd. In de locatieschouw wordt iedere vmbo-locatie gescoord op de prestaties van een aantal indicatoren. De vertaling van de kaderbrief in het team is tevens de input voor het werkverdelingsbeleid en ook voor het persoonlijk ontwikkelplan (POP). In de teams vindt prioritering van doelstellingen plaats op basis van in- en externe analyse en beschikbare competenties en middelen.
17
2 ONDERWIJS ALGEMEEN
2.4 Cursussen & trainingen Wellantcollege In 2016 heeft Wellantcollege leven lang leren verder doorontwikkeld door de backoffice te professionaliseren ten aanzien van het proces van werving tot en met realisatie. Daarnaast zijn de ambities geformuleerd ten aanzien van de transitie “van cursuswinkel naar kenniscentrum”. Binnen de strategie van Wellantcollege is het de ambitie om een aantal kenniscentra in te richten rond een cluster van opleidingen. Drie kenniscentra hebben de afgelopen jaren vorm gekregen op basis van initiatieven vanuit het meerjarig investeringsprogramma (MIP). Een essentieel onderdeel van een kenniscentrum is, naast de initiële activiteiten, Leven Lang Leren. Vanuit een duurzame samenwerking in de triple helix binnen de kenniscentra wordt de transitie “van cursuswinkel naar kenniscentrum” vormgegeven. De eerste stappen zijn gezet om dit te borgen en de activiteiten Leven Lang Leren verder uit te bouwen. Ook is gewerkt aan het verbreden van het cursusaanbod. Dit ter voorbereiding op de activiteiten in 2017 waarbij Wellantcollege niet langer is gebonden aan een concurrentiebeding met IPC Groene Ruimte. Met de gezamenlijke AOC’s is vormgegeven aan een aantal cursussen onder de vlag van het AOC-keurmerk (gedragscode Flora & Fauna). Tevens is in 2016 een start gemaakt met de ontwikkeling van een online aanbod gewasbescherming. Met het beperkte aanbod cursussen en trainingen in 2016 en als herintreder op de markt heeft Wellantcollege 1000 deelnemers gerealiseerd. Met het verbrede aanbod, de ambitie rondom kenniscentra en de opmaat voor een doelgericht marketing en communicatieplan is de verwachting dat Wellantcollege de groene sector beter kan bereiken en bedienen. Hieronder een beknopt overzicht van de activiteiten die zijn uitgevoerd. • Assistent hovenier, aankomend hovenier, vakbekwaam hovenier • Aankomend Projectleider • Bloemwerk voor beginners, Nederlands bloemwerk DFA 1 en 2, bloemstylist, gespecialiseerd bloemwerk • Topopleiding Melkveehouderij • T-rijbewijs theorie en praktijk • Anesthesiologie paraveterinair, beeldvormdende technieken paraveterinair, gedrag paraveterinair • Biologie op de kwekerij • Gewasbescherming – kennisbijeenkomsten en licentie A
18
ONDERWIJS KWALITEIT • Een historisch en feestelijk moment: alle Wellant vmbo-locaties en Wellant mavolocaties hebben het basisarrangement gekregen. Gefeliciteerd Aalsmeer (Westplas Mavo en de Groenstrook), Alphen a/d Rijn, Amersfoort, Amsterdam (Linnaeus en Sloten), Brielle, Boskoop, Ottoland, Dordrecht (vmbo en Mavo Stek), Gorinchem, Gouda, Houten, Klaaswaal, Den Haag (Madestein en Westvliet), Montfoort, Naarden, Oegstgeest, Rijnsburg, Rotterdam en Utrecht!
• Wellantcollege de Groenstrook heeft de themaweek ‘Respect’ georganiseerd en daarvoor de Iedere dag veilig onderwijs award ‘People help the People’ ontvangen van de Stichting Veilig Onderwijs. Deze award is in 2013 in het leven geroepen door de ouders van Livia. Zij is op school zodanig gepest dat zij zelfmoord heeft gepleegd. De award is door de ouders op school uitgereikt.
• Sven Krebaum wist zich te onderscheiden tijdens zijn studie watermanagement in Gorinchem en werd als Wellant mbo uitblinker genomineerd voor de landelijke ‘MBO Uitblinkers Finale’.
• De gezamenlijke Wellant mbo open dag was een groot succes. Ruim 1.100 aankomende studenten hebben zich online aangemeld bij een van de Wellant mbo’s in Aalsmeer, Amsterdam (locatie de Rode Pieper en locatie Linnaeus), Delft, Dordrecht, Gorinchem, Gouda, Houten, Rijnsburg, Rijswijk of Rotterdam. Extra aandacht was voor de interne doorstroom vmbo-mbo.
• De succesvolle debatclub van Wellantcollege Mavo Stek heeft op het hoogste niveau gestreden om de landstitel en heeft deze ook veroverd (en niet voor het eerst!).
19
WELLANT VMBO
20
Wellant vmbo zet zich nadrukkelijk in op verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het gaat daarbij om uitdagend onderwijs en brede basisvorming voor alle leerlingen in het vmbo. De primaire focus in de onderwijsuitvoering ligt op het ontdekken en ontwikkelen van talenten. Docenten helpen leerlingen in de ontwikkeling en dagen hen uit. Het lesprogramma helpt om op een resultaatgerichte manier toe te groeien naar kennis en vertrouwen die nodig zijn in de vervolgopleiding. Ieder jaar kijken de locaties middels een zelfevaluatie terug op hetgeen bereikt is. De examenopbrengsten worden hierbij betrokken. Op basis van deze evaluatie wordt het locatieplan voor het nieuwe schooljaar ontwikkeld. Hierin worden de centrale, voor geheel Wellantcollege geldende kaders en richtlijnen verwerkt. Het college van bestuur heeft het besluit genomen om vanaf schooljaar 2017-2018 geen vmbo-onderwijs meer aan te bieden aan de Bosdreef in Rotterdam. Aanleiding daarvoor was het besluit om geen grote verbouwingen of nieuwbouw meer te doen voor het pand aan de Bosdreef. Het pand is te groot, te duur en te oud geworden. Onderzoek naar nieuwe huisvestingsmogelijkheden van het groene vmboonderwijs in Rotterdam heeft niet tot uitvoerbare resultaten geleid. Ook zijn alle mogelijkheden onderzocht om het groene vmbo-onderwijs onder te brengen op een andere plaats bij een andere school in Rotterdam. Helaas bleek ook dit niet mogelijk. Het vmbo-onderwijs op deze locatie stopt uiterlijk op
1 augustus 2018. De leerlingen uit de bovenbouw kunnen daardoor de schoolloopbaan in Rotterdam afronden. De leerlingen uit de onderbouw worden begeleid bij het vinden van een andere school.
3.1 Voldoende onderwijskwaliteit (KSF 1) Aantal leerlingen vmbo De instroom van nieuwe vmbo-leerlingen neemt vanaf 2013 jaarlijks af. Er zijn echter grote verschillen tussen locaties. Wellantcollege voorziet dat deze afnemende tendens de komende jaren zal doorzetten, vanwege demografische ontwikkelingen en veranderingen in keuzeprocessen bij ouders en leerlingen. Tevredenheid leerlingen De tevredenheid van alle vmbo-leerlingen van Wellantcollege wordt ieder jaar door middel van een enquĂŞte gemeten.
aantal leerlingen
Instroom nieuwe leerlingen vmbo Wellantcollege (alle leerjaren) 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 â– Totaal
2012-2013 2472
2013-2014
2014-2015
2015-2016
2016-2017
2701
2609
2478
2399
21
3 WELLANT VMBO
Aantal vmbo-leerlingen 2012-2016 12000
Totaal 8288
Totaal 8756
Totaal 9157
Totaal 9288
Totaal 9263
aantal leerlingen
10000 8000 6000 4000 2000 0 ■ Theoretische leerweg/MAVO ■ Gemengde leerweg ■ Kader-beroepsgerichte leerweg ■ Basis-beroepsgerichte leerweg ■ Basisvorming (basis-beroeps-, kaderberoeps en gemengde leerweg) ■ Praktijkonderwijs ■ Vavo
2012-2013
2013-2014
2014-2015
2015-2016
2016-2017
399 694
380 752
433 833
447 914
409 918
1296
1399
1467
1484
1617
1521
1431
1417
1574
1641
4177
4579
4767
4614
4412
175 26
202 13
220 20
247 8
249 17
Gemiddelde cijfer alle vragen alle leerjaren
Leerlingtevredenheid vmbo-Wellantcollege 2012-2016 8 7 6 5 4 3 2 1 0
■ Leerlingtevredenheid
2012-2013
2013-2014
2014-2015
2015-2016
6,76
6,67
6,74
6,50
De gemiddelde tevredenheidscores 2016 (berekend over alle vragen) zijn Wellantbreed lager dan die van 2015: 6,50 om 6,74. Hierbij dient wel de kanttekening gemaakt te worden dat de vragenlijst van de leerlingenenquête vernieuwd is, waardoor de scores zich niet simpelweg laten vergelijken met voorgaande jaren. Uitgesplitst naar leerlingtevredenheid, schoolklimaat en veiligheid zien we de volgende gemiddelden: leerlingtevredenheid 5,92, schoolklimaat 6,25 en veiligheid 9,23. Wat betreft de leerlingtevredenheid blijken de landelijke cijfers gemiddeld ca. 0,4 punt lager te zijn dan in 22
voorgaande jaren. En dat terwijl in voorgaande jaren alleen de resultaten van de meest kritische leerlingen, de derdejaars, werden getoond. De nieuwe vragenlijst levert dus inderdaad lagere scores op. Echter, de scores van Wellantcollege blijken daar nog ruim een halve punt onder te liggen (0,54). Leerlingen scoren hoog op de vraag over ‘het niet online gepest worden’ en zijn zeer tevreden over de sociale veiligheid. De vraag over ‘de aansluiting van de lessen bij gebeurtenissen uit het nieuws’ scoort laag. Het onderwerp ‘pesten’ scoort hoog, terwijl de vraag over ‘wat
Tevredenheid Wellant vmbo leerlingen Eindtotaal Wellant
Vensters Landelijk
Verschil
2014 (oude vragenlijst: alleen 3 jaars)
6,67
6,80
-0,13
2015 (oude vragenlijst: alleen 3e jaars)
6,74
6,90
-0,16
2016 (nieuwe vragenlijst: alle leerjaren)
5,92
6,46
-0,54
e
de school tegen pesten doet’ maar net een voldoende scoort. Leerlingen zijn in het algemeen tevreden over de mentor.
Status toezichtarrangementen Wellantcollege per 01-12-2016 BB
KL
GL
Tevredenheidscores ouders De tevredenheidscore 2016 van de ouders is Wellantbreed voor de derde achtereenvolgende keer min of meer identiek: 7,19. De enquête bestond uit 17 vragen; 16 vragen die vanuit Vensters voor Verantwoording zijn aangereikt en een aanvullende open vraag. De respons lag op 40,9%; ongeveer een procent hoger dan de respons in 2015. De ouders zijn gemiddeld genomen meer tevreden dan hun kinderen: 7,19 om 6,50, maar in 2016 had de leerlingenquête een nieuwe vragenlijst, waardoor het verschil groter was dan voorheen. Bijna 34% van de responderende ouders heeft gereageerd op de open vraag. Lesuitval blijft een veel genoemd thema, hoewel dat wel per locatie verschilt. De hoogste gemiddelde vraagscore is bij de vraag over de veiligheidsbeleving en de laagste score is bij de vraag over de begeleiding bij keuzemomenten. De enquêtes over leerlingtevredenheid en oudertevredenheid worden onder centrale regie voor alle locaties uitgevoerd en de gegevens worden centraal verwerkt. Het resultaat wordt beschikbaar gesteld aan de locaties die dit o.a. nader analyseren binnen de teams en in gesprek met leerlingen en ouderraad. Op basis hiervan worden de jaarlijkse locatieplannen bijgesteld. De gesprekken met leerlingen(raden) worden geïntensiveerd om beter te weten wat leerlingen zoal bezighoudt. De betrokkenheid van leerlingen bij het schoolgebeuren wordt verstevigd en de ouderparticipatie wordt gestimuleerd. Leerlingen worden beter voorbereid op de vraagstelling in de enquêtes. Met de invoering van gepersonaliseerd leren wordt meer rekening gehouden met de individuele wensen van leerlingen en is maatwerk mogelijk. Onderwijsrendementen vmbo Uit de tabel hiernaast blijkt dat eind 2016 alle opleidingen op alle locaties voldeden aan het waarderingskader van de onderwijsinspectie. Wellantcollege haalde daarmee met alle leerwegen op alle locaties een basisarrangement.
TL +
Aalsmeer Westplas Aalsmeer Groenstrook
+
+
+
Alphen aan de Rijn
+
+
+
Amersfoort
+
+
+
Amsterdam Linnaeus
+
+
Amsterdam Linnaeus PRO
+
Amsterdam Sloten
+
+
+
Boskoop
+
+
+
Brielle
+
+
+
Den Haag Madestein
+
+
+
Den Haag Westvliet
+
+
+
Dordrecht vmbo
+
+
+
Gorinchem
+
+
+
Gouda
+
+
+
Houten
+
+
+
Klaaswaal
+
+
+
Montfoort
+
+
+
Naarden
+
+
+
Oegstgeest
+
+
+
Ottoland
+
+
+
Rijnsburg
+
+
+
Rotterdam
+
+
+
+
+
Dordrecht mavo
Utrecht
+
+
+
Aantal leerwegen
22
21
20
3
Waarvan aangepast toezicht
0
0
0
0
% Basisarrangement
100%
100%
100%
100%
+ = Basisarrangement
De voorlopige onderwijsresultaten 2017 zijn doorgerekend en bekeken is of voldaan wordt aan de normen. Enkele locaties hebben één van de vier indicatoren op rood staan. Vaak is dit het gemiddelde centraal examencijfer voor de gemengde en/of kaderberoepsgerichte leerweg. De verwachting is dat ook in 2017 alle locaties een voldoende halen voor de onderwijsrendementen. 23
3 WELLANT VMBO
Bij de locatie Den Haag Madestein was besloten om vanaf 1 augustus 2015 geen leerlingen meer te laten starten in de gemengde leerweg (GL). De gemengde leerweg is “slapend” gemaakt en de focus is gelegd op de stabilisering van de onderwijskwaliteit van de basisberoepsgerichte leerweg (BB) en de kaderberoepsgerichte leerweg (KB). Inmiddels heeft dit tot goede resultaten geleid, zodat vanaf augustus 2017 ook voor de gemengde leerweg leerlingen weer kunnen worden toegelaten. Examinering vmbo Het schooljaar 2015-2016 is gewerkt aan het voorbereiden en het plannen van activiteiten om de examens goed te laten verlopen. Daarbij is er ook extra aandacht besteed aan de digitale faciliteiten en de bijbehorende processen. Aan de locaties is op verzoek ondersteuning gegeven bij vragen over het invoeren van programma's voor toetsing en afsluiting (PTA's) in trajectplanner. De invoering van Facet als software voor alle digitale BB- en KB-examens en de rekentoets is voorbereid en uitgevoerd. De actuele thema’s waren: 1. Afnemen van digitale examens met Facet; 2. Vernieuwing van het beroepsgericht programma; 3. Controle inspectie bij centrale schriftelijke en praktische examens (cspe’s).
Ter voorbereiding op de inspectie-onderzoeken over het cspe is er intensiever gekeken naar de werkwijze bij de uitvoering van deze examens. De meeste onderzoeken hebben geleid tot een positief oordeel. Alleen Gorinchem en Oegstgeest moesten op basis van de bevindingen enkele verbeteracties melden aan de inspectie. De examenresultaten zijn sinds schooljaar 2015-2016 voor directeuren en teamleiders direct zichtbaar in het programma Dashboard. Daarnaast levert de examencommissie op basis van de examenresultaten een samenvatting van de scores waarbij de verschillen tussen Schoolexamen (SE) en Centraal examen (CE) zichtbaar worden. Naar aanleiding van deze rapportage initiëren directeuren waar nodig vervolgacties en verbeterplannen. Bijna alle locaties hebben voor BB en KB flexibel digitale examens aangeboden met het programma Facet. Resultaten taal en rekenen De aandacht voor taal en rekenen blijft onverminderd groot op onze vmbo-locaties. Dit is van belang omdat taal en rekenen cruciaal zijn voor succes tijdens school en in het latere werk en de maatschappij.
Definitieve examencijfers volgens Vensters VO – VMBO 2016 Beroepsgerichte leerweg
Kaderberoepsgerichte leerweg
Gemengde (theoretische) leerweg
Landelijke norm centraal examen cijfer
6,50
6,23
6,19
Landelijk gemiddelde centraal examen cijfer
6,68
6,35
6,40
Wellant gemiddelde centraal examen cijfer
6,68
6,28
6,22
48
29
14
-0,17
0,12
0,34
682
704
655
Percentiel CE Verschil SE - CE 2016 Aantal deelnemers Percentiel slaag - %
50
39
14
Wellant% geslaagd (2016)
98,5
95,3
90,5
Landelijk gemiddelde% geslaagd
97,8
95,8
94
Rekentoets Wellant vmbo 2015-2016 volgens Vensters VO in relatie tot het landelijk gemiddelde Leerweg
BB
KB
GL
TL
Resultaat rekentoets 2015
5,56
5,86
6,60
5,67
Resultaat rekentoets 2016
6,07
6,03
7,30
7,13
Verschil 2015-2016
0,51
0,17
0,70
1,46
Landelijk gemiddelde 2016
5,87
6,05
7,01
7,01
65
52
75
58
691
707
432
235
65
56
5
3
Percentielscore 2016 Aantal examenkandidaten Aantal 2016 cijfers < 5
24
aantal VSV
Absoluut aantal VSV’ers Wellantcollege vmbo
400 350 300 250 200 150 100
VSV’ers per jaar DUO-norm
50 0 2012-2013
2013-2014
2014-2015
2015-2016 (voorlopig)
Naar verwachting gaat binnen enkele jaren de rekentoets meetellen in de slaag/zak-regel. Omdat de rekentoets relatief nieuw is, ging veel aandacht uit naar verbetering van het rekenonderwijs. Ook besteedde Wellant tijd aan het afstemmen op en communiceren van de – steeds wijzigende – regelgeving rond de rekentoets. De resultaten op de rekentoets zijn in 2016 vooruitgegaan. Wellant scoort nu conform het landelijk gemiddelde. De tabel laat een forse stijging van het aantal geslaagden voor de rekentoets zien ten opzichte van 2015, met name bij de GL/TL. In 2016 zijn er nog maar 2 locaties (Groenstrook en Rotterdam) die de norm van 95% slagen niet hebben behaald. Bij alle andere locaties is dit wel het geval. Wellantbreed is nu GL/TL 99% van de leerlingen geslaagd t.o.v. 2015 86%. Bij KB is er ook een stijging gerealiseerd, zij het beduidend minder groot. Het slagingspercentage zit nu op 92%, dus nog niet helemaal op het gewenste niveau. In 2015 was dit nog 85%. Het geven van rekenonderwijs door middel van maatwerk zal worden voortgezet. Investeringen in het rekenbeleid leveren succes op. Bij BB is er ook een forse slag gemaakt. Als de ‘slagingsregel’ zou zijn toegepast, dan is nu 92% geslaagd, tegen 75% een jaar eerder. De taalvaardigheid (Nederlands) wordt eveneens gemonitord. In de onderbouw worden CITO-volgtoetsen afgenomen (spelling, leesvaardigheid en woordenschat). In de bovenbouw zijn er de centrale examens. Om recht te doen aan verschillen tussen leerlingen, is ook in 2016 geïnvesteerd in het werken met zogenoemde groepsoverzichten in het volgsysteem
Trajectplanner. Het groepsoverzicht geeft docenten per klas zicht op het taal- en rekenniveau van individuele leerlingen (vanuit CITO-volgtoetsen). In de leerlingbespreking wordt afgesproken hoe om te gaan met achterstanden en hoge scores. Deze handelingsadviezen kunnen ook in het genoemde groepsoverzicht worden opgenomen, waarmee het reken- en taalbeleid in principe in elke les gestalte kan krijgen. Daarnaast kan met deze groepsoverzichten talentontwikkeling beter worden vormgegeven. De kwaliteit van het onderwijs zet daardoor stappen vooruit. Voortijdig Schoolverlaters (VSV) Voor het vmbo geldt voor 2015-2016 nog steeds een dalende trend in de aantallen VSV ten opzichte van 2014-2015. Wellantcollege scoort steeds verder onder de landelijke DUO-norm. Deze landelijke norm (in procenten) wordt jaarlijks vastgesteld. Niettemin blijft VSV, met name in de bovenbouw, een belangrijk aandachtspunt in het kader van een zo passend mogelijk onderwijsaanbod voor elke leerling. Interne doorstroom vmbo-mbo Er zijn per september 2016 282 leerlingen van Wellant vmbo doorgestroomd naar Wellant mbo. Dit levert twee verschillende percentages over interne doorstroom op: 18,9% van de instroom in het mbo is afkomstig van de vmbo-locaties van Wellantcollege. 13,9% van de uitstroom uit het vmbo stroomt in in het mbo van Wellantcollege. Dit verschil in percentages heeft te maken met het feit dat het aantal uitstromers van Wellant vmbo aanzienlijk groter is dan het aantal instromers van Wellant mbo. 25
3 WELLANT VMBO
3.2 Innovatie (KSF2)
Gepersonaliseerd leren Gepersonaliseerd leren is het afstemmen van het onderwijs op de leerbehoeftes en leerstrategie van de individuele leerling. In het vmbo is de visie op gepersonaliseerd leren vastgesteld. Vervolgens is deze omgezet naar een praatplaat voor de dialoog met de teams. Op basis van deze visie hebben 8 van de 9 voorloopscholen een plan gemaakt welke stappen in schooljaar 16-17 genomen moeten worden. In het vmbo is een innovatieplatform ingericht waar voorlopers uit de locaties in participeren. Vanuit dit innovatieplatform is in 2016 gestart met de rol van iCoach. De iCoach is enerzijds bezig met het experimenteren en piloten van verschillende digitools en platformen in de eigen lespraktijk. Anderzijds hebben de iCoaches een coach-rol naar collega’s. Op verschillende voorloopscholen bestaat ‘appie-hour’ en er zijn verschillende workshops gehouden over hoe ICT op een didactisch waardevolle manier kan worden ingezet.
De ambitie van Wellantcollege is om in 2020 een koppositie in de groene sector in de Randstad te hebben door het aanbieden van modern groen onderwijs van erkend hoge kwaliteit, ondersteund met een goed werkende ICT- infrastructuur en in een veilige omgeving waarin leerlingen maximaal hun talenten kunnen ontwikkelen. Innovatie is een belangrijke kritieke succesfactor om deze ambitie waar te maken.
In 2016 heeft de besluitvorming over de uitrol van de iPads voor leerlingen en de financiering hiervan plaatsgevonden. De negen pilotscholen (Boskoop, Aalsmeer Westplas, Alphen a/d Rijn, Dordrecht Stek, Gouda, Naarden, Brielle, Ottoland, Rijnsburg) hebben de status van voorloopschool gekregen. Op deze scholen zijn vanaf de start van het schooljaar 2016 - 2017 de iCoach en Innovator met behulp van de teamleider aan
Per september 2015 waren de percentages 18,4% respectievelijk 12,5%. Er is dus sprake van een lichte stijging. Nu op alle vmbo-locaties loopbaanoriëntatie en burgerschap (LOB) krachtiger wordt ingezet en de contacten tussen vmbo en mbo intensiever worden, is de verwachting dat de interne doorstroom in 2017 verder stijgt richting 20% respectievelijk 15%. In de locatieplannen zijn activiteiten opgenomen ter bevordering van de interne doorstroom vmbo-mbo. Zo is er bij de businessklas van de Westplas Mavo een doorlopende leerlijn ontwikkeld naar de mbo-opleidingen, waarbij aantoonbare leer- en tijdwinst voor de leerlingen wordt geboekt. Mbo-lessen economie zijn in het curriculum van de businessklas opgenomen.
26
de slag gegaan om op basis van een plan van aanpak toe te werken naar de visie op gepersonaliseerd leren. Daarnaast vervullen de iCoach en Innovator een rol binnen het innovatieplatform door met verschillende (onderwijskundige en technologische) innovaties kleinschalig te experimenteren in de klas. Ook zijn er in 2016 stappen gezet om de zogenoemde niet-voorloopscholen in het vmbo aan te haken bij de ontwikkelingen binnen het programma Digitaal Onderwijs in de voorloopscholen. Er is een start gemaakt met het uitvoeren van een nulmeting op deze scholen en ook is een beleid- en een implementatieplanning opgeleverd voor hoe Wellant
leerlingen opgezet, waarbij leerlingen hun opdrachten digitaal kunnen inleveren. Met betrekking tot het loopbaanoriëntatie en burgerschap (LOB) zijn er grote stappen gemaakt. Op alle scholen zijn LOB coördinatoren (LOB-coördinatoren) aangesteld en wordt er aandacht besteed aan professionalisering. Het programma Explore heeft alle aspecten die de invoering van vernieuwing beroepsgericht onderwijs raken, bijeengebracht. De stuurgroep heeft het proces ingezet om te komen tot een hernieuwd portfolio met zowel groene als grijze keuzevakken. De financiële uitwerking in een businessplan is eind 2016 verder geconcretiseerd en zal worden gecombineerd met de onderbouwingen van het portfolio 2017-2019. De behoefte vanuit het vmbo voor een profiel D&P (dienstverlening & producten) is ingevuld door in 2017 grijze keuzevakken mogelijk te maken. Een werkgroep zal in 2017 uitwerken of het profiel D&P op langere termijn een mogelijkheid is voor Wellant.
Informatie over iedere Wellant vmbo school staat op www.scholenopdekaart.nl betaalbaar en organiseerbaar in de volle breedte leerlingen kan voorzien van een device in het onderwijs. Vijf voorloopscholen (Aalsmeer Westplas, Rijnsburg vmbo, Dordrecht Stek, Alphen a/d Rijn en Boskoop) zullen met het gehele eerste leerjaar starten met Ipads. Op de andere locaties zal gestart worden met minimaal één iPadklas in het eerste jaar. Modernisering groen onderwijs (Explore) Door veranderde regelgeving kregen de scholen de ruimte om de invoering van het vernieuwde beroepsgerichte programma een jaar uit te stellen en te starten in augustus 2017. Binnen Wellantcollege zijn 15 van de 21 locaties per augustus 2016 gestart met het nieuwe beroepsgerichte examenprogramma van profiel Groen. De overige zes locaties hebben ervoor gekozen om in augustus 2017 te starten. Met behulp van een invul-beslisdocument en op basis van de kaderstelling hebben locaties het portfolio van keuzevakken opgesteld. Hierbij is onder andere rekening gehouden met leerlingpopulatie, aansluiting op kenniscentra, ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en doorstroom naar het mbo van Wellantcollege. In het nieuw ontwikkelde lesmateriaal van de keuzevakken zijn producteisen zoals ‘licht groen’ onderwijs, techniek/technologie, ICT en duurzaamheid meegenomen. Gezien de krappe tijdsmarge is het onvoldoende gelukt dit in het lesmateriaal terug te laten komen. Hierin is nog een verdiepingsslag te maken. Het lesmateriaal van profiel groen is zowel digitaal als in folio beschikbaar. Er is een elektronische leeromgeving voor docenten en
3.3 Versterken regionale samenwerking (KSF 3) Scholen voor primair (po) en voortgezet onderwijs (vo) hebben met de invoering van ‘Passend Onderwijs’ een zorgplicht. Dat betekent dat ze ervoor verantwoordelijk zijn om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een plek te bieden. Om aan de zorgplicht te voldoen moeten scholen samenwerken in regionaal ingedeelde samenwerkingsverbanden po en vo. In het samenwerkingsverband worden onder meer afspraken gemaakt over welke (extra) onderwijsondersteuning in de reguliere scholen kan worden geboden, welke kinderen geplaatst kunnen worden in het voortgezet onderwijs en over de verdeling van de ondersteuningsmiddelen. Zowel voortgezet als (voortgezet) speciaal onderwijs in een regio zijn bij het samenwerkingsverband vo aangesloten.
27
3 WELLANT VMBO
Wellantcollege participeert in vijftien regionale samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs (zie het overzicht in bijlage 1). Iedere vmbo-locatie is aangesloten bij één van de vijftien samenwerkingsverbanden vo. In de besturen van de samenwerkingsverbanden wordt Wellantcollege vertegenwoordigd door een directeur vmbo of een lid van het cvb. In diverse samenwerkingsverbanden is code 'goed bestuur' een belangrijk thema. Per 1 januari 2016 zijn de samenwerkingsverbanden verantwoordelijk voor de toewijzing en ondersteuningsbudgetten van lwoo en pro. De regionale verwijzingscommissies zijn opgeheven. De ondersteuningstoewijzing voor lwoo en pro wordt aangevraagd bij het samenwerkingsverband. De samenwerkingsverbanden hanteren daarbij de landelijke criteria voor indicering. Vooruitlopend op het loslaten van de landelijke criteria en duur van lwoo-licenties (voorzien op 1 augustus 2018), kunnen samenwerkingsverbanden per 1 januari 2016 kiezen voor een eigen procedure voor lwoo. De samenwerkingsverbanden passen hun ondersteuningsplannen hierop aan. Wellantcollege heeft een groot aandeel lwoo in het vmbo. Gezien dit grote aandeel lwoo en de grotere beleidsvrijheid van de samenwerkingsverbanden bij de besteding van de lwoo-middelen is er op dit punt sprake van meer bestuurlijk risico voor Wellantcollege.
3.4 Internationalisering vmbo (KSF 4) Wellantcollege heeft vanaf 2013 ingezet op internationalisering, onder meer met het meerjarig investeringsprogramma (MIP). En met succes: ook in het vmbo is het portfolio aantoonbaar internationaler geworden. Internationale oriëntatie is op steeds meer vmbo-locaties ingebed in het onderwijscurriculum, bijvoorbeeld in de carrousel waarbij leerlingen aan de hand van thema’s iedere zes weken een roulerend aanbod krijgen in het kader van beroepenoriëntatie. Een aantal locaties is gestart met de voorbereidingen om in 2018 een deel van het onderwijscurriculum voor de leerwegen KL, GL en TL in het Engels te geven. Vanuit de ondersteunende diensten is een instrument ontwikkeld om de voortgang ten aanzien van internationalisering in het vmbo te monitoren. Ook speelt regelmatige strategische afstemming met directie een belangrijke rol in de realisatie van de kritieke succesfactoren voor internationalisering.
3.5 Informatie op locatieniveau Actuele informatie over iedere Wellant vmbo-locatie is te raadplegen op de website www.scholenopdekaart.nl (Vensters VO, Vensters voor verantwoording). Op deze website is informatie te vinden over alle middelbare scholen in Nederland. Deze informatie dient ook als publieke verantwoording. Primaire doelgroepen zijn ouders, leerlingen en andere belangstellenden van de school. Wellantcollege gebruikt ‘Vensters VO’ ook intern voor het maken van managementrapportages en het samenstellen van locatierapporten. De website www.scholenopdekaart.nl ondersteunt tevens leerlingen van groep 8 en hun ouders bij het maken van de schoolkeuze. Daarnaast bevat de eigen website van Wellantcollege veel informatie over de afzonderlijke vmbo-locaties. Zie hiervoor: www.wellant.nl/wellant-vmbo
28
DUURZAAMHEID
• De eerste felbegeerde Groene Eco-Schools vlaggen zijn behaald door Wellant mbo in Rijswijk en Wellant Westplas Mavo in Aalsmeer.
• Duurzaamheid is onlosmakelijk aan groen onderwijs verbonden en daarmee aan Wellantcollege. Ter inspiratie is de poster ‘circulaire school’ ontwikkeld.
• Wellantcollege de Bossekamp in Ottoland heeft 'No waste Wednesday' in het leven geroepen: groente inzamelen bij de groenteboer, daar lekkere quiches en maaltijdsoepen van maken en die weer verkopen via het streekcentrum.
• Topprestatie Boskoop: Bronzen én Zilveren Eco-Schools vlag in één keer behaald. In totaal nemen 8 Wellant vmbo’s (Houten, Klaaswaal, Ottoland, Brielle en Madestein Den Haag, Aalsmeer, Rijnsburg, Boskoop), 1 Wellant mavo (Westplas Mavo Aalsmeer) en 1 Wellant mbo (Rijswijk) deel aan Eco-Schools.
29
WELLANT MBO
30
Wellant mbo wil toonaangevend zijn in het onderwijs, zowel met het beroepsgerichte deel als met de algemeen vormende vakken. Door in te zetten op maximale talentontwikkeling in een groene, veilige omgeving met veel persoonlijke begeleiding wil Wellantcollege studenten zo goed mogelijk voorbereiden op de arbeidsmarkt of het vervolgonderwijs. De samenwerking met de regio moet daartoe versterkt worden, zodat het onderwijs beter aansluit op de arbeidsmarkt en de interesse van studenten.
De ontwikkeling van mbo-locaties van Wellantcollege naar kenniscentra krijgt prioriteit. Binnen de beroepspraktijkvorming ziet Wellantcollege de bedrijven als medeopleider. Door intensief samen te werken met het bedrijfsleven kan adequaat worden ingespeeld op veranderingen in de arbeidsmarkt. In dit hoofdstuk wordt ook de stand van zaken gerapporteerd van de behaalde resultaten kwaliteitsplan 2016 Wellant mbo.
4.1 Voldoende onderwijskwaliteit (KSF 1) Aantal mbo-studenten Wellantcollege Het aantal mbo-studenten is in 2016 gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar. Daarmee is een einde gekomen aan de dalende trend van de afgelopen jaren. Deze daling is met name in 2014-2015 fors geweest vanwege het stoppen met een aantal BBL-opleidingen op niveau 1. De stijging in 2016 is te wijten aan zowel een toename van het aantal BOL- als een toename van het aantal BBL-studenten. Het aantal studenten niveau 4 is het afgelopen jaar sterk toegenomen.
aantal deelnemers
Aantal mbo-studenten 2012-2016 5000
Totaal 4273
Totaal 4132
Totaal 3726
Totaal 3588
Totaal 3686
2012-2013
2013-2014
2014-2015
2015-2016
2016-2017
1420 1540 860 453
1500 1344 884 404
1536 1299 814 77
1464 1304 729 91
1590 1284 717 95
4000
3000
2000
1000
0 ■ ■ ■ ■
Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Niveau 1
31
4 WELLANT MBO
aantal deelnemers per 1 oktober
Aantal deelnemers BOL - BBL periode 2012 - 2016
BBL BOL Totaal
5000 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 2012-2013
2013-2014
2012-2013 BBL
2014-2015
2013-2014
2015-2016
2014-2015
2016-2017
2015-2016
1852
1645
BOL
2421
2485
2618
2582
2625
Totaal
4273
4130
3726
3584
3685
Zie voor een overzicht van het aantal studenten per opleiding en per locatie bijlage 2.
Tevredenheidspercentages per cluster:
Wellant 2014
1108
2016-2017
1002
1060
Resultaten JOB monitor 2016 De studententevredenheid wordt om de twee jaar gemeten met behulp van de JOB monitor.
Wellant 2016
Landelijk 2014
Landelijk 2016
Verschil Wellant 14-16
Verschil Landelijk 14-16
%
%
%
%
%
%
Informatie
44
49
51
53
5
2
Lessen
48
49
52
54
1
2
Toetsing en examinering
63
63
66
67
0
1
Studiebegeleiding
49
52
57
58
3
1
Onderwijsfaciliteiten
52
60
55
62
8
7
Stage (BOL)
51
54
57
58
3
1
Werkplek (BBL)
64
66
66
67
2
1
(Studie)loopbaan begeleiding
37
39
46
48
2
2
Rechten en plichten
38
40
44
47
2
3
Veiligheid en sfeer
66
62
66
65
-4
-1
Algemeen oordeel
42
44
49
52
Competenties (2014)
54
Vaardigheid en motivatie (2016) Totaal verschil
32
61 46
51
2
3
nvt
nvt
nvt
nvt
24
22
Vergelijking JOB monitor: Landelijk 2016 - Wellant 2016
Percentage
80 70 60 50 40 30 20 10
■ Wellant 2016 ■ Landelijk 2016
0
)
)
el
) 4) 16 01 20 ( e ie f c g n ag pl ti e am b e g id at In fa en St be ee rk ex e n o ti v ij s he n e e t i n m e g n w e i t W e il p aa m ud der ge ch m St Ve Al ng pb en Re Co On t si d oo i l e ) e e To gh di di tu ar (S a V m or
at
ie
Le
sse
n
e in
rin
g
e el
id
in
g
te ili
i te
n
B e(
OL
B k(
BL
e el
id
in
g
ic pl
ht
en
en
s fe
er
r oo
de
2 s(
Vergelijking JOB monitor: Wellant 2014 - Wellant 2016 80 Percentage
70 60 50 40 30 20 10
■ Wellant 2014 ■ Wellant 2016
0 In
r fo
m
e To
at
t si
ie
ng
Le en
sse
ex
n
am
S
in
d tu
er
ie
in
be
On
g
l ge
d
ei
w er
di
ij s
ng
fa
i c il
g el L) L) 4) 6) e n fe e r in 01 de (201 BB ht BO s id (2 or li c n k( le s o e e e p e i l g n a ti e at id en kp St be ee e n o ti v he n er et an te W li g l g e m p i m a h c b m Ve A en Re op Co id )lo e e h g di di tu ar (S Va
te
i te
n
( ge
Enkele opmerkingen bij deze resultaten: • De landelijke scores 2016 zijn t.o.v. 2014 gestegen. De Wellantscores 2016 zijn een fractie meer gestegen. • Op het gebied van onderwijsfaciliteiten lijkt sprake van een inhaalslag, zowel bij Wellant als landelijk. • Bij veiligheid en sfeer zijn de tevredenheidscijfers juist gedaald; bij Wellant nog wat meer dan landelijk. • Wellant zit bij alle clusters nog (fors) onder het landelijk gemiddelde en het totale verschil is nauwelijks afgenomen: informatie, lessen, loopbaanbegeleiding, rechten en plichten en algemeen oordeel: < 50% tevredenheid.
Als we de JOB-scores van 2014 en 2016 met elkaar vergelijken, dan blijkt dat het landelijk mbo in de ogen van de studenten steeds iets beter wordt. Voor Wellantcollege als geheel geldt min of meer hetzelfde. De achterstand op het landelijk gemiddelde wordt echter niet ingelopen. Na analyse van de cijfers is gebleken dat er centraal geen actie nodig is, maar per opleidingsteam worden op onderdelen verbeteracties uitgevoerd. Vakgroepen Tijdens Wellantbrede vakgroepdagen wordt werk gemaakt van de professionalisering van de vakgroepleden. De inhoud van de professionalisering wordt door de leden van 33
4 WELLANT MBO
de kerngroep bepaald. Vakgroepen betrekken externe en interne deskundigen bij de inhoud van dit programma. Intensivering taal en rekenen Wellantcollege vindt het van belang dat alle studenten bij het afronden van de opleiding een goede basis hebben op het gebied van taal en rekenen. Het gaat hierbij zowel om de algemene reken- en taalvaardigheden als om de vakspecifieke vaardigheden. Dit jaar is er een basis gelegd in de manier waarop alle locaties de taalen rekenvorderingen volgen. In oktober is er een nulmeting uitgevoerd bij alle studenten, daarnaast worden regelmatig metingen gedaan om de voortgang van studenten te volgen. Deze resultaten worden vastgelegd in trajectplanner. Inventarisatie van de taal- en rekenresultaten vindt plaats op locatieniveau. Iedere locatie maakt eigen analyses en plant interventies. Indien nodig zijn additionele onderwijsactiviteiten aangeboden. Er is niet alleen gewerkt aan het volgen van studenten. Er is ook geïnvesteerd in de professionaliteit van onze docenten. Alle docenten die rekenen en Nederlands geven hebben een scholingstraject gevolgd. Samen met de vakgroepen is hier vorm aan gegeven.
Terugdringen voortijdig schoolverlaten (VSV) Wellantcollege mbo scoort de laatste jaren rond de landelijke DUO-norm. De afgelopen jaren er iets onder; in 2015-2016 er iets boven. Deze landelijke norm (in procenten) wordt jaarlijks vastgesteld. Wellantcollege rekent de norm om in aantallen. Omdat de studentenaantallen jaarlijks variëren, verandert de norm per jaar. Het aantal VSV-ers is gestegen, zowel ten opzichte van 2014-2015 als ten opzichte de norm. Wel moet hier benoemd worden dat deze stijging vooral niveau 3 en 4 betreft. Niveau 2 scoort wel onder de landelijke norm en daarmee voldoet Wellantcollege voor dit niveau aan de prestatienorm. Uit de analyse blijkt echter ook dat de stijging voor een deel te wijten is aan de vertraagde diplomering van examendeelnemers na 1 januari. Wanneer deze datum wordt overschreden tellen de deelnemers als VSV-ers, terwijl een deel hiervan nog wel een diploma gaat halen. De VSV-cijfers over 2015-2016 zijn nog voorlopig. In voorgaande jaren is gebleken dat een aantal VSV-ers op een later moment toch weer een opleiding gaat volgen en daarmee niet langer VSV-er is. Hopelijk gaat dat in de toekomst ook gelden voor een deel van de VSV-ers 2015-2016, zodat onze voorlopige cijfers nog gaan dalen. Niettemin: het voorkomen van
aantal VSV
Absoluut aantal VSV’ers Wellantcollege mbo 250 200 150 100 50
VSV’ers per jaar DUO-norm
0 2012-2013
2013-2014
2014-2015
2015-2016 (voorlopig)
aantal VSV
Absoluut aantal VSV’ers Wellantcollege totaal 450 400 350 300 VSV’ers per jaar DUO-norm
250 200 150 2012-2013
2013-2014
2014-2015
2015-2016 (voorlopig)
34
VSV door middel van tijdige signalering, opvolging van structureel verzuim en het handhaven van de zorgplicht tot en met de inschrijving bij de vervolgopleiding, blijft een belangrijk aandachts- en verbeterpunt. Verbeteren kwaliteit beroepspraktijkvorming (BPV) en praktijkleren. Om een goede beroepsopleiding vorm te geven heeft Wellant het bedrijfsleven nodig. In gezamenlijkheid kan ervoor worden gezorgd dat onderwijs en praktijk naadloos op elkaar aansluiten en studenten zo goed mogelijk worden begeleid zowel op school als in het bedrijfsleven. In alle teams is gewerkt aan de verbetering van BPV. Er is maatwerk toegepast. Afhankelijk van de opleiding en het beroepenveld is gekeken waar verbetering noodzakelijk is. De verschillende acties zijn opgenomen in de teamplannen. Voor sommige opleidingen geldt dat er ook afspraken gemaakt zijn met de brancheorganisatie om de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven te verbeteren. Belangrijke initiatieven die een BPV- kwaliteitsslag maken, zijn: • Project met de VHG (hoveniersbranche) – Excellente bedrijven, excellente scholen • Samenwerkingsovereenkomst AOC’s VBW: Bloemisten Academie Afgelopen jaar heeft ook een aantal concrete resultaten opgeleverd. Er is een start gemaakt met de scholing van alle docenten als het gaat om de BPV. Er is een BPV-verbeterplan geschreven dat de ambities voor de komende jaren verder vormgeeft. Samenhang tussen theorie en praktijk is in de BPV-opdrachten nauw verbonden. Leertaken en leereenheden zijn voor de BPV uitgewerkt en verwerkt in de STOERen. (STudiegids Onderwijs en ExamenRegeling) Stimuleren excellentie Wellantcollege heeft de ambitie het beste uit de studenten te halen. De focus ligt hierbij op talentontwikkeling, excelleren en activerend leren. Wellantcollege zet excellentie op de kaart en geeft dit vorm op alle niveaus van de organisatie. Van kwaliteitsverbetering is hier dus duidelijk sprake en het relatief nieuwe thema, stimuleren van excellentie, is in 2016 volop gestart. Studenten worden uitgedaagd om te excelleren in het vak en de teams om te excelleren in de uitvoering van opleidingen. Excellentie bij docenten wordt gestimuleerd. Daarnaast speelt excellentie in het buitenland. Steeds meer studenten lopen in het buitenland stage. In 2016 gingen alle
studenten uit Delft en Amsterdam (Boelelaan) op buitenland stage. Bij mbo Houten gaat inmiddels 60% van het totale aantal niveau 4 studenten naar het buitenland. Hierbij een beknopt overzicht van de belangrijkste activiteiten: • Deelname met verschillende opleidingen aan Skills Heroes: • Met zowel de opleiding stedelijk groen als de opleiding bloem is deelgenomen. Bij bloem is tijdens de landelijke finale de derde plaats gehaald. Naast deze twee opleidingen is ook gestart met de ontwikkeling van wedstrijden voor melkveehouderij en groen, grond en infra. • Ontwikkeling van verschillende onderdelen in curricula ter verdieping en verbreding van de programma’s. Op bescheiden niveau heeft Wellantcollege in 2016 keuzedelen ingevoerd. Meer studenten hebben een internationale stage gedaan en extra vakken zijn aangeboden ter voorbereiding op het hbo. • Vormgeving van verschillende mhbo-trajecten/ opleidingen. In samenwerking met Hogeschool InHolland en Aeres Hogeschool zijn afspraken gemaakt over het ontwikkelen van een associate degree en is gekeken hoe opleidingen beter op elkaar kunnen aansluiten. Met name rond de opleidingen food, watermanagement, urban green en melkveehouderij krijgt deze samenwerking vorm. • Bij melkveehouderij is in de samenwerking met het bedrijvennetwerk en LTO een programma ontwikkeld voor melkveehouders die na het behalen van hun niveau 4 diploma behoefte hebben aan extra verdieping. • Om een goede basis te leggen voor internationalisering is een breed en stevig netwerk van groot belang. Via onze Engelstalige website is inmiddels te zien welke partners zijn aangesloten: http://wellant.nl/wellant-international/ partners-and-network/partner-schools. • Er is ook geïnvesteerd in de scholing van medewerkers. Twee keer is een studiereis naar Malta georganiseerd waarin docenten geschoold zijn op de beheersing van de Engelse taal in relatie tot het ‘vak’. Verbeteren studiesucces Wellantcollege zet nadrukkelijk in op verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Daarbij streeft zij naar optimale percentages studiesucces. Het diplomaresultaat en jaarresultaat van Wellant mbo is goed. Er wordt boven het landelijk gemiddelde gescoord, maar, gezien het streven naar excellentie, is dit nog niet voldoende. 35
4 WELLANT MBO
Jaarresultaat Wellant mbo Percentage
78 76 74 72 70 68 66 64 62 60 58 56
2012-2013
2013-2014
2014-2015
2015-2016
■ Landelijk (groen onderwijs)
74,7%
74,6%
77,2%
76,9%
■ Wellantcollege
73,7%
75,6%
76,7%
76,1%
Diplomaresultaat Wellant mbo Percentage
80 78 76 74 72 70 68 66 64 62 60 58 56
2012-2013
2013-2014
■ Landelijk (groen onderwijs)
75,4%
75,5%
2014-2015 78,1%
2015-2016 76,6%
■ Wellantcollege
75,1%
77,6%
78,7%
75,8%
Jaarresultaat
Het aantal gediplomeerden in een bepaald jaar (instellingsverlaters met diploma plus gediplomeerde doorstromers binnen de instelling) als percentage van hetzelfde aantal gediplomeerden plus de gediplomeerde instellingsverlaters in hetzelfde jaar.
Diplomaresultaat
Het aantal gediplomeerden instellingsverlaters in een jaar als percentage van alle instellingsverlaters in hetzelfde jaar.
Examinering mbo Naar aanleiding van geconstateerde knelpunten m.b.t. de audit examinering & beroepspraktijkvorming is een vragenlijst ontwikkeld ten behoeve van het bezoeken van proeven van bekwaamheid door leden van examencommissies. Ook voor het bezoeken van examens talen en rekenen is er zo’n lijst gemaakt. Alle assessoren onderwijs en bedrijfsleven zijn gecertificeerd. 36
De driejaarlijkse opfriscursus voor assessoren blijkt door een hoog percentage van de opgeroepen assessoren vrijwillig en tot tevredenheid te zijn gevolgd. Uitgaand van een nulmeting is door de examencommissies aandacht besteed aan een gespreide inzet van de beschikbare assessoren. De eerste proeven van Groene Norm ten behoeve van de herziene kwalificatiestructuur zijn vastgesteld. Eén daarvan is ter inzage binnen
Wellantcollege beschikbaar gesteld. Door de centrale examencommissie (CEC) is omschreven onder welke voorwaarden het afnemen van een proeve in het buitenland kan plaatsvinden. Alle instellingsexamens voor talen en rekenen hebben een update ondergaan. Aan de vakgroepvoorzitters van Nederlands en moderne vreemde talen is om advies gevraagd m.b.t. het inkopen van instellingsexamens. Er wordt gezocht naar wegen om de jaarlijkse examenresultaten van Nederlands, moderne vreemde talen en rekenen te kunnen vaststellen en te spiegelen aan het landelijk gemiddelde. Naar aanleiding van een voorgenomen wetswijziging zal de CEC kritisch kijken naar de structuur, de bemensing, het functioneren en de professionaliteit van de examencommissies. Voor het schooljaar 2016-2017 is een audit gepland, waarin het functioneren van de examencommissies onder de loep worden genomen. Dit zal gebeuren door een externe auditor samen met één van de leden van de centrale examencommissie. De herkansingsregeling voor de instellingsexamens talen, rekenen en beroepsgericht en de centrale examens talen en rekenen is nog verder vereenvoudigd en opnieuw vastgesteld. Het examenreglement is herzien en opnieuw vastgesteld. In het schooljaar 2016-2017 zal één geïntegreerde examenregeling voor zowel beroepsgericht examens als examens voor talen en rekenen worden gemaakt.
4.2 Innovatie (KSF 2) Meerjarig investeringsprogramma (MIP) Wellantcollege beoogt met het meerjarig investeringsprogramma (MIP) een versnelling te geven aan de realisatie van de strategische visie en de daarop gebaseerde ambities. Het Ministerie van Economische Zaken heeft middelen ter beschikking gesteld om het programma te realiseren. Het programma bestaat uit een veertigtal deelprojecten die in 2014 zijn gestart. Zoals was voorzien, is een aantal projecten in 2016 afgerond. Een aantal deelprojecten loopt door in 2017 waarna deze medio augustus zullen worden afgerond. Vanuit dit programma hebben de kenniscentra in toenemende mate vorm gekregen. Naast inhoudelijke componenten is er gewerkt aan het realiseren van netwerken in het kader van duurzame samenwerking in de regio. Een samenwerking die wordt vormgegeven binnen de triple helix en die zich met name richt op de realisatie van de regionale kennis- en innovatieagenda.
Vanuit de kenniscentra zal het leren in een contextrijke omgeving voor studenten in toenemende mate worden vormgegeven. Doelstelling daarbij is dat de mbostudenten leren in en met de regio en daarmee een bijdrage leveren aan kennis- en innovatieagenda van de regio. Een veranderende economie resulteert in het verdwijnen van beroepen, het ontstaan van nieuwe beroepen en heeft tot gevolg dat beroepen aan verandering onderhevig zijn. Ook hierop wil Wellantcollege anticiperen en geeft derhalve vorm en inhoud aan regioleren vanuit de kenniscentra. Er komen 7 kenniscentra, verdeeld over verschillende locaties: • Kenniscentrum teelt en techniek (Aalsmeer) • Kenniscentrum handel en logistiek (Aalsmeer) • Kenniscentrum paard (Dordrecht) • Kenniscentrum water (Dordrecht) • Kenniscentrum leefomgeving (Houten) • Kenniscentrum diermanagement (Houten) • Kenniscentrum stedelijke vraagstukken (Rotterdam/Rijswijk/Amsterdam). In 2016 zijn kenniscentra doorontwikkeld en hebben verder vorm gekregen. • Aalsmeer: teelt en techniek, handel en logistiek Het kenniscentrum in Aalsmeer positioneert zich in de regio als het centrum waar teelt, techniek, handel en logistiek centraal staan. Samen met de Amsterdam Economic Board, de Greenport, Inholland en het regionale bedrijfsleven wordt een versterking van de positie van het tuinbouwonderwijs gerealiseerd. In toenemende mate gaan de activiteiten van de Wellantlocatie in Rijnsburg, als onderdeel van de regio, deel uitmaken van het kenniscentrum. Het meetingpoint van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Tuinbouw en Uitgangsmaterialen is onderdeel van het kenniscentrum. • Stadsas Rotterdam - Amsterdam: voeding en gezondheid Het kenniscentrum voeding en gezondheid stond gepositioneerd als de Food Academy in Amsterdam. De ontwikkelingen en initiatieven in de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag hebben ertoe geleid dat de regierol op het thema voeding en gezondheid onderdeel zal gaan uitmaken van het kenniscentrum stedelijke vraagstukken in de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. De samenwerking tussen Wellantcollege en Inholland met de opleidingen food en food commerce en technology maakt daar dan ook onderdeel vanuit. 37
4 WELLANT MBO
• Metropoolregio Rotterdam-Den Haag: stedelijke vraagstukken (voeding en gezondheid, urban green, klimaat en circulaire economie) In de Metropoolregio (locaties Rotterdam, Rijswijk) wordt het kenniscentrum Stedelijke vraagstukken ontwikkeld. In deze regio werken de gemeenten samen, onder aanvoering van Rotterdam en Den Haag, aan de ontwikkeling en de uitvoering van de Roadmap Next Economy. • Houten: leefomgeving (inclusief bloem) en diermanagement In Houten is in 2015 gestart met de realisatie van het kenniscentrum op basis van de expertisegebieden leefomgeving en diermanagement. Dit kenniscentrum ontwikkelt zich als regiopartner met de focus op de groene leefomgeving (incl. bloem), melkveehouderij en paraveterinair. In 2016 is verder vormgegeven aan het kenniscentrum met de focus op groene leefomgeving en melkveehouderij. In toenemende mate participeren studenten in projecten waarbij authentieke leersituaties centraal staan. • Dordrecht: water en paard (aparte kenniscentra) In de regio Rotterdam (locaties Rotterdam, Dordrecht, Gorinchem) was een kenniscentrum voorzien met thema’s water, urban green en klimaat, vormgegeven op basis van de pilot regioleren. Besloten is het kenniscentrum water te positioneren in Dordrecht waarbij Gorinchem fungeert als uitvoeringslocatie. De thema’s urban green en klimaat worden ondergebracht bij het kenniscentrum stedelijke vraagstukken in de Metropoolregio. Met name vanuit de locatie Gorinchem in relatie met de regio Alblasserwaard – Vijfheerenlanden is de basis gelegd voor het leren door studenten in en met de regio. • Delft: teelt en techniek De activiteiten in Delft met betrekking tot de opleiding Greentec krijgen steeds meer een relatie met de activiteiten van het kenniscentrum in Aalsmeer. Inmiddels is de opleiding voor het derde jaar gestart. De onderwijsactiviteiten vinden deels plaats in samenwerking met Inholland en Mondriaan College. Op de locatie Westvliet (Wellant vmbo) worden leerlingen met passie voor groene techniek door middel van de Tecklas voorbereid op de mboopleiding Greentec. Uiteraard wordt het bedrijfsleven betrokken bij de ontwikkeling en de uitvoering van de opleiding. Bij het vormgeven van de kenniscentra en het realiseren van andere Wellant-ambities spelen thema’s als 38
internationalisering, ICT-toepassingen in het onderwijs, duurzaamheid, onderwijsontwikkeling en professionalisering een belangrijke rol. Deze thema’s worden binnen het MIP opgepakt door middel van een groot aantal deelprojecten in een samenwerking tussen de locaties in de regio en de ondersteunende diensten. Waar mogelijk wordt ook de vertaling naar het vmbo gemaakt. In 2016 zijn de volgende thema’s verder vormgegeven: • Internationalisering • ICT-toepassingen in het onderwijs • Duurzaamheid • Onderwijsontwikkeling • Professionalisering Opleidingsportfolio Vanaf 2014 is de vernieuwing van het opleidingsportfolio ingezet vanuit het oogpunt van interne doelmatigheid, waarbij gekeken is naar strategie en innovatie aan de ene kant en efficiëntie en concentratie van aantallen studenten (financierbaarheid - organiseerbaarheid) aan de andere kant. Er zijn scenario’s ontwikkeld voor een opleidingsportfolio 2020. In 2016 is er een keuze gemaakt voor één scenario. Dit scenario richt zich enerzijds op het Groene hart en anderzijds op de Randstadas Rotterdam–Amsterdam waardoor onderscheid wordt gemaakt tussen de Randstedelijke context en het landelijke gebied. De realisatie van kenniscentra in relatie tot relevante thema’s en clusters van opleidingen en uitvoeringslocaties vormen de basis van het toekomstige portfolio. Daarnaast zijn er mogelijkheden benoemd voor het aanpassen van het portfolio in de stedelijke omgeving. Een meer urbane invulling van curricula, het ontwikkelen van nieuwe opleidingen dan wel het ontwikkelen van cross-overs op basis van de regionale opleidingsbehoefte, maken daarvan onderdeel uit. Waar wenselijk en mogelijk wordt de samenwerking gezocht binnen de groene kolom in de Randstad. Ten aanzien van de herziene kwalificatiestructuur (HKS) heeft in 2016 de nadruk gelegen op het koppelen van leereenheden aan de Wellantbrede leertaken. Er is gezocht naar harmonisatie en dit is binnen de diverse opleidingenclusters gelukt. De structuur van de HKS staat. De onderwijs- en examenregelingen (OER), inclusief verantwoordingsmatrix met koppeling BPV en keuzedelen, is opgeleverd en verwerkt in de studiegids. Deze is goedgekeurd door de CEC, waarmee het mbo voldoet aan de wettelijke verplichtingen ten aanzien van de invoering van de HKS. De vervolgstap is het doorvoeren van een kwaliteitsslag op microniveau
en het opnemen van Wellantbrede thema’s zoals duurzaamheid. Onderwijs en ICT Wellantcollege kiest ervoor een school te zijn waar de mogelijkheden van ICT optimaal worden ingezet om het leren te ondersteunen. Op deze wijze worden ICTskills aangeleerd die nodig zijn in beroepen van de 21ste eeuw. Studenten worden voorbereid op een leven lang leren en werken in de moderne netwerksamenleving. Door het onderwijsaanbod af te stemmen op het leerproces van de student, krijgt maatwerk in de praktijk vorm. Binnen het MIP-thema “ICT-toepassingen in het onderwijs”, is de electronische leeromgeving (ELO) in 2016 verder doorontwikkeld. In het mbo is gewerkt aan de verdere uitrol van de ELO. De opleidingen bloem, groene ruimte, melkveehouderij, food, greentec en paraveterinair zijn gestart met de implementatie van de basisopzet en de inrichting van de eerste leerjaren.
4.3 Versterken regionale samenwerking (KSF 3) In de beleidsnota van de minister aangaande de wet macrodoelmatigheid in het beroepsonderwijs, wordt aangegeven dat mbo-instellingen een zorgplicht hebben ten aanzien van perspectief op arbeid en tevens werk dienen te maken van macrodoelmatigheid. Opleidingen moeten effectief en efficiënt worden georganiseerd en uitgevoerd. De nota onderstreept nogmaals het belang van goede samenwerking met het bedrijfsleven in de regio. In 2016 zijn de eerste stappen gezet om de macrodoelmatigheidsvraag om te zetten naar een kwaliteitsimpuls voor het mbo-onderwijs van Wellantcollege. Hierbij is gekeken naar het portfolio en hoe Wellantcollege zich wil verhouden tot en positioneren in de verschillende regio’s.
• groen onderwijs op deze thema’s te voorzien van actuele content en van moderne leeromgevingen aansluitend op de behoefte van de samenleving • de samenwerking met het werkveld en andere partners te intensiveren • de groei van het aantal studenten te bevorderen • en daarmee de positie van Wellantcollege in de Randstad te versterken De transitie wordt in 2017 afgerond. De stand van zaken tot en met 2016 is al in hoofdstuk 4.2 bij het meerjarig investeringsprogramma behandeld.
4.4 Internationalisering (KSF 4) Wellantcollege heeft vanaf 2013 ingezet op internationalisering, onder meer met het Meerjarig Investeringsprogramma (MIP). En met succes: het portfolio is aantoonbaar internationaler geworden. De organisatie participeert in meer transnationale projecten en partnerschappen dan ooit tevoren, vaak in tripartiete samenwerking met het bedrijfsleven en overheid. Niet alleen in Europa, ook verder weg. Docenten die het professionaliseringstraject moderne vreemde talen succesvol hebben doorlopen, hebben hun expertise ingezet voor internationale projecten en trainingen/workshops, onder meer in Rwanda en India. In 2016 zijn 120 studenten op internationale beroepspraktijkvorming (ibpv; stage in het buitenland) geweest. Ruim 50 medewerkers zijn naar het buitenland geweest voor een stage of studiereis. Dat ligt in lijn met de groei die in voorgaande jaren is ingezet.
Wellantcollege richt zich onder andere op het vormen van kenniscentra. Dit heeft impact op het opleidingsportfolio voor het mbo omdat dit mede richting gevend is waar en hoe welke opleidingen binnen Wellantcollege worden gepositioneerd. Het gaat dan om vaststellen van locaties, onderbrengen in een kenniscluster, bundelen van opleidingen en het vormgeven van excellente opleidingen. Het kenniscentrum heeft vanuit een voortrekkersrol tot taak met name toepassingsgerichte kennis over specifieke groene thema’s te ontwikkelen, te beheren en beschikbaar te stellen met als doel:
39
4 WELLANT MBO
Studenten maken in toenemende mate gebruik van formeel erkende leerbedrijven in het buitenland, mede dankzij afstemming met Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). En vice versa; studenten van buitenlandse partnerscholen doen hun ibpv in toenemende mate bij preferente bedrijven in Nederland. Wellant maakt ook werk van kwaliteit als het gaat om erkenning en validatie van leeruitkomsten die in het buitenland behaald zijn. Concreet voorbeeld is het Erasmus+ project LOASA (Learning Outcomes in Accordance with the Skills Agenda) dat in 2016 is gestart. Bedrijfsleven en onderwijs werken hier gezamenlijk aan manieren om buitenlandse leeruitkomsten in eigen land te laten meetellen voor het diploma. LOASA is tevens het allereerste project in Europa waarin de New Skills Agenda expliciet wordt meegenomen.
INNOVATIE • De eerste 3D printer is geïnstalleerd in het innovatielab van Wellant mbo in Dordrecht.
Er is gestart met aanbieden van een aantoonbaar verzwaard onderwijsprogramma met internationale vaardigheden voor excellente studenten, onder meer via internationale vakwedstrijden. Op een flower competition in Slowakije maakten onze studenten indruk met een gedurfd design en vernieuwende composities. De vakgroep paard gaat de mogelijkheid van een volledig tweetalige opleiding verkennen. Strategische partnerschappen en internationale netwerken als The Dutch Alliance en EUROPEA zorgen voor im- en export van kennis. Wellantcollege wordt in toenemende mate gevraagd als kennispartner in een internationale context. Dat kan ook dichter bij huis zijn. Een mooi voorbeeld hiervan is de realisatie van een internationaal Aquaponics Trainings Centre in Rotterdam. Hiermee draagt Wellantcollege bij aan de internationale ontwikkeling van duurzame voedselproductie en voedselveiligheid. Aquaponics is een circulair systeem waar aquacultuur (viskweek) en hydroponics (plantenteelt op water) samenkomen in een innovatief, milieuvriendelijk en duurzaam systeem om voedsel te verbouwen. De waarde van het groene beroepsonderwijs in Nederland komt ook tot uiting in de volgende twee voorbeelden van kennisexport. In 2016 gingen twee publiek-private samenwerkingsverbanden van start waarin Wellant fungeert als kennispartner. De eerste is het Dutch Hortifruit Partnership, gericht op kwaliteitsverbetering van de totale fruitketen in Noord-India. De tweede, Sri Lankan Dutch Dairy Solutions, beoogt een bijdrage te leveren aan een gezonde en zelfvoorzienende zuivelsector in Sri Lanka. 40
• Digitaal onderwijs en kennisdelen: de eerste 7 i-coaches zijn daarmee aan de slag gegaan. tinyurl.com/onzeiCoaches
• Wellant mbo in Houten zet drone in voor het onderwijs in de groene sector.
• Groen Onderwijs-centrum heeft een serie drukbezochte netwerkbijeenkomsten georganiseerd onder de naam Go Café.
• Wellantcollege is als kennispartner (vanuit kenniscentrum diermanagement) verbonden geweest aan de serie ‘Boerderij de opvolger’. De finale heeft plaatsgevonden bij Wellant mbo in Houten.
• Gepersonaliseerd leren met behulp van de iPad: de Wellant vmbo’s in Ottoland, Alphen a/d Rijn, Gouda, Rijnsburg, Naarden, Brielle, Boskoop en de Wellant mavo’s in Aalsmeer en Dordrecht zijn daarmee gestart. Team ICT heeft daarvoor in de zomermaanden 440 iPads gebruiksklaar gemaakt en op de 9 locaties uitgereikt.
41
WELLANT COLLEGE BREED
42
5.1 Professionalisering (KSF 5) Om elke dag opnieuw hoge kwaliteit te kunnen leveren en een koppositie te verkrijgen in modern groen onderwijs van erkend hoge kwaliteit, is professionalisering van de medewerkers een belangrijk issue. Dit wordt nog versterkt door enerzijds de verwachte krapte op de arbeidsmarkt vooral bij schaarstevakken en anderzijds de vergrijzing van het personeelsbestand. De ingezette lijn van professionalisering is in 2016 gecontinueerd door het stimuleren van leiderschap op alle niveaus. De gesprekkencyclus is een van de basiselementen voor de individuele ontwikkeling, de inzet en het voeren van de professionele dialoog tussen leidinggevende en medewerker. Het team, de teamontwikkeling en de professionele dialoog in het team vormen de basis voor het optimaliseren van de onderwijsresultaten en het onderwijsproces. Human resource development (HRD) is een instrument dat onder meer gericht is op de afstemming van de strategie en doelen van de organisatie met die van de individuele medewerker. Leren en ontwikkelen van individuen, teams en de organisatie komt steeds meer centraal te staan in het gehele personeelsbeleid (HRM). HRD heeft betrekking op de professionele ontwikkeling in werksituaties, waarbij taakuitvoering, motivatie en gedragsverandering belangrijke aspecten zijn. Eind 2016 is gestart met het ontwikkelen van programma KSF 5 Professionalisering. Onderdeel van dit programma is de transitie van HRM naar HRD. Wellantcollege bevindt zich momenteel in een overgangsfase van HRM naar HRD. De HRM-afdeling komt steeds meer in positie en de eerste stappen zijn gezet naar strategisch HRD-beleid. Denk daarbij aan strategische personeelsplanning, de ontwikkeling en implementatie van het traineeship teamleider onderwijs en een inwerkprogramma nieuwe medewerkers mbo. Versterken van competentieniveau onderwijspersoneel Gesprekkencyclus en bekwaamheidsdossier De 2e fase van het bekwaamheidsdossier is in 2016 op alle locaties geïmplementeerd. De beleidsinstrumenten 360° feedback, peerreview en lesobservatie zijn geïntroduceerd in de teams. Alle docenten kunnen hier actief mee werken en vanaf 2016 vormt dit een integraal onderdeel van de gesprekkencyclus. De herijking van de twee jarige gesprekkencyclus is voltooid en bestaat
uit twee functioneringsgesprekken (één functioneringsgesprek planning en één functioneringsgesprek voortgang) en een beoordelingsgesprek. Lerarenregister Inschrijving in het lerarenregister is in 2016, in afwachting van de wet- en regelgeving niet expliciet gestimuleerd. Scholingsplan Scholing en trainingsactiviteiten leveren een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de medewerkers. Zij hebben tot doel dat de medewerker meer ‘waardevol’ is of wordt, zowel voor de organisatie als voor zichzelf. Deze scholing en trainingsactiviteiten worden vastgelegd in het scholingsplan. In 2016 is een herziene versie scholingsplan opgesteld. Dit plan sluit aan bij de locatie- en teamplannen. Iedere locatie en/ of team heeft in 2016 een scholingsplan opgesteld. Scholingsbudget Een gedeelte van het totale professionaliseringsbudget is gereserveerd voor de collectieve Wellantbrede professionalisering. Daarnaast is er door de directies voor gekozen om een gedeelte van het totale vmbo- en mbo-budget te reserveren voor collectieve professionalisering vmbo en mbo. Het resterende budget is verdeeld over de locaties/teams. Inwerkprogramma nieuwe medewerkers Startende docenten hebben baat bij een goede start, het legt tevens de basis voor verdere professionalisering. In schooljaar 2015–2016 heeft er op initiatief van de directie mbo een pilot “Inwerkprogramma voor nieuwe docenten mbo” plaatsgevonden. De ervaringen opgedaan in de pilot hebben input geleverd voor het introductieprogramma voor nieuwe docenten mbo. Het introductieprogramma voor nieuwe docenten mbo is per schooljaar 2016 -2017 van start gegaan. In het vmbo is besloten om naar aanleiding van de ervaringen in het mbo, naast de lopende introductie- en begeleidingsactiviteiten, eveneens een pilot “introductieprogramma voor nieuwe docenten vmbo” uit te voeren in schooljaar 2017-2018. Versterken van de teams Gespreksvoering professionele cultuur Met de introductie van de selfie in het mbo is het gesprek binnen de onderwijsteams over de professionele cultuur gestart. Ook de ontwikkelingen binnen de 43
5 WELLANTCOLLEGE BREED
Wellantbrede vakgroepen leveren hier een bijdrage aan. De activiteiten dragen bij aan het verder professionaliseren van alle medewerkers. Exellente docenten Docenten hebben een belangrijke invloed op de leerresultaten van vmbo leerlingen en mbo studenten. Docenten excelleren door uitdagende, betekenisvolle kwaliteitsprogramma’s aan te bieden in hun vak en/ of door hun pedagogisch- didactisch handelen. In het kader van excellentie moet daarom aandacht worden besteed aan de professionalisering van docenten. Het op peil houden en verbeteren van de professionele deskundigheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer. Het betreft de wet op de beroepen in het onderwijs (BIO) en het Professioneel Statuut. Een docent moet kunnen aantonen dat zijn kennis en vaardigheden op peil blijven. Ontwikkeltraject potential LC- en LD-docenten De in- en doorstroom van LC- en LD-docenten, mogelijk door de externe middelen Salarismix (zie ook 5.2), wordt nog steeds ondersteund door de zogeheten “ontwikkeltrajecten potentials”. De programma’s ondersteunen de betreffende docenten om op het hogere functieniveau te participeren in innovatieve en veranderkundige trajecten. Docentenstage Een eerste aanzet en realisatie van de docentstage is ingebed in de professionalisering van het docententeam. Een opzet van een plan van aanpak excellente docenten is opgesteld en zal in 2017 uitgewerkt worden. Wellantcollege heeft twee ambassadeurs namens de beroepsvereniging opleiders mbo aangesteld. De opdracht aan hen is onder meer om docentstage telkens op de agenda te zetten bij hun bezoeken aan de locaties. Versterken van het competentieniveau van de leidinggevende Management development trajecten (MD-trajecten) Wellantcollege vindt het belangrijk dat de leidinggevenden met en van elkaar blijven leren en daarom zijn er diverse management development trajecten: • Teamleider AFO (administratieve en facilitaire ondersteuning) In 2016 is vervolg gegeven aan een eerder gestart MD-traject. Onderwerpen van dit traject zijn o.a. 44
samenwerking & teamvorming, positionering en taakafbakening AFO-werkzaamheden en het ontwikkelen van leiderschapsvaardigheden. • Teamleiders onderwijs Het MD-traject is afgerond. Collectief blijven leren vindt plaats op de Wellant studiedagen. In 2016 hebben de teamleiders onderwijs vmbo vervolg gegeven aan het MD-traject middels twee gezamenlijke centrale workshopdagen. • (Regio)directeuren en college van bestuur Het MD-traject is afgerond. Men heeft vastgesteld dat het MD-traject vervolg of onderhoud behoeft. Deels vindt dit plaats middels het Strategisch Beraad. Verder worden themabijeenkomsten georganiseerd. Traineeship teamleider onderwijs De afgelopen jaren heeft Wellantcollege regelmatig te maken gehad met vacatures voor de functie van teamleider onderwijs. Bij de werving en selectie van nieuwe teamleiders onderwijs is gebleken dat: • een promotie vanuit de functie van docent naar de functie van teamleider onderwijs zonder dat daar een voorbereidend traject aan vooraf is gegaan, een (te) grote stap is. • er regelmatig externen worden ingehuurd om vacatures te vervullen, wat hoge kosten met zich meebrengt. Om hier adequaat op in te springen is Wellantcollege gestart met het Wellant-teamleider onderwijs Traineeship. Er zijn 7 trainees geselecteerd voor dit programma. Het programma duurt 17 maanden. Naast gezamenlijke onderdelen (leiderschapstrainingen, voorlichting vanuit de Ondersteunende Dienst en intervisie), lopen de trainees individueel stage bij een werkbegeleider op verschillende locaties van Wellantcollege. Bovendien worden de trainees gedurende dit traject over meerdere locaties ingezet met als doel dat zij verschillende leiderschapsstijlen in de praktijk kunnen observeren en ervaren. De trainingsdagen en stages vinden plaats op één vaste dag per week. De overige dagen behoudt de medewerker zijn of haar huidige werkplek. 360 feedback. In het kader van de doelstellingen uit het instellingsplan 2015-2020 met betrekking tot bekwaam management is in 2016 het beleidsinstrument 360° feedback geïntroduceerd bij teamleiders en (regio)directeuren. Alle teamleiders en directeuren kunnen hier actief mee werken en vanaf 2016 vormt dit een integraal onderdeel van de gesprekkencyclus.
5.2 Medewerkers Strategische personeelsplanning In april 2015 is Wellantcollege, mede gezien de krapte op de arbeidsmarkt, gestart met de methodiek Strategische Personeelsplanning (SPP). In de vorm van een drietal workshops wordt getracht per locatie zicht te krijgen op knelpunten op het gebied van personele bezetting, waarna leidinggevenden in staat zijn om op een effectieve en gerichte manier te sturen op de optimale bezetting van een organisatie, afdeling of team. De workshops zijn specifiek ingericht op de Wellantorganisatie, waarbij de focus wordt gelegd op de strategie van Wellant. Als output van de workshops wordt gestuurd op een actieplan, dat opgenomen kan worden in de locatieplannen van de diverse locaties. In 2016 heeft verdere uitrol van dit proces plaatsgevonden. Met uitzondering van een zestal locaties, zijn meerdere managementteams aan de slag gegaan met dit proces. Dit heeft geleid tot inzicht in sterke en zwakke aspecten van de locatie. Daarnaast is te concluderen dat locaties tegen dezelfde knelpunten aanlopen. Het vormgeven aan concrete actieplannen blijkt lastig te zijn. Binnen de reeds lopende HR-processen als gesprekkencyclus, formatieproces, scholing, werving en selectie worden de uitkomsten van de workshops wel zo veel mogelijk vertaald. Daardoor kunnen binnen deze processen stappen gezet worden naar het plaatsen van de juiste persoon op de juiste plaats (nu maar ook richting de toekomst). In 2017 zullen naar verwachting de workshops op de laatste locaties afgerond worden. Tevens zal getracht worden de rode draad uit de opbrengsten van dit proces te halen, zodat waar mogelijk Wellantbreed beleid op een aantal punten ontwikkeld kan worden. Tot slot zal gewerkt worden aan een SPP-terugkomdag, met als doel actieplannen waar nodig te herijken. Salarismix (actieplan leerkracht) Met de komst van de Salarismixregeling zijn er meer mogelijkheden ontstaan om docenten een loopbaan in het docentschap - met bijbehorende waardering - te bieden. Om gebruik te kunnen maken van deze regeling dient een vereist aantal LC- en LD-posities beschikbaar/ ingevuld te zijn. In overleg met de Ondernemingsraad zijn in 2016 opnieuw procedure-afspraken gemaakt om tot besteding van de salarismixgelden te komen. Voor de komende jaren is de afspraak gemaakt om de salarismixmiddelen op een andere manier via de kwaliteitszorgcyclus, maar wel voor hetzelfde doel, namelijk het op peil houden van het aantal LC- en LD-functies, aan te
wenden. Door de inbedding van dit ‘doorstroombeleid voor docenten’ in de gesprekkencyclus en toepassing van de daartoe beschikbare HR-instrumenten wordt docenten een perspectief op doorgroei geboden. Na het doorlopen van de procedure was de verdeling LB-LC en LD per 31 december 2016 als volgt: Functieschaal
Aantal
%
LB
534
66%
LC
253
31%
LD
25
3%
812
100%
Totaal
Aantallen medewerkers per 31 december 2016 en medewerkers per 31 december 2015 Aantallen medewerkers per 31 december 2016 Categorie
Aantal
%
20 t/m 29
196
13%
30 t/m 39
326
22%
40 t/m 49
334
22%
50 t/m 59
425
29%
60 t/m AOW
206
14%
1487
100%
Totaal
In 2015 was het aantal medewerkers 1475. Het aantal is in 2016 licht gestegen naar 1487. Ten opzichte van 2015 is een lichte stijging waar te nemen in de leeftijdscategorie 20-29 jarigen (in 2015 was dit aantal 176) en in de leeftijdscategorie 30-39 jarigen (in 2015 was dit aantal 309). In de overige klassen in er sprake van een gelijkblijvend aantal of een lichte daling. Ziekteverzuim personeel Het totale ziekteverzuimpercentage bedroeg 5,09%. Dit is een stijging ten opzichte van 2015 (4,79%). De doelstelling is een verzuimpercentage te bereiken van maximaal 4,5% en in ieder geval de verzuimcijfers binnen de sectorale benchmark (<5,29%) te handhaven. De visie op ziekteverzuim binnen Wellantcollege is dat de direct leidinggevende de regie voert op en de verantwoordelijkheid draagt voor de aanpak en uitvoering van het verzuim- en re-integratiebeleid, evenals voor de beheersing van de kosten dat verzuim met zich meebrengt. De leidinggevende werkt hierin samen met een onafhankelijke bedrijfsarts en wordt ondersteund door de interne verzuimmedewerker. Daarnaast worden leidinggevenden Wellantbreed geadviseerd door één HR adviseur, gespecialiseerd in het begeleiden en vooral voorkomen van ziekteverzuim. 45
5 WELLANTCOLLEGE BREED
Ziekteverzuim personeel Ziekteverzuim
2016
Lang >365 dagen
0,72%
Lang middel 43-366 dagen
2,24%
Kort middel 8-43 dagen
0,87%
Kort 0-8 dagen
1,26%
5.3 Duurzaamheid (KSF 6) In het programmaplan ‘Wellant Verduurzaamt’ 2016 – 2020 is vastgesteld dat verduurzaming de kern van de organisatie raakt en ingrijpt op het verzorgen van onderwijs. Het doel en de ambitie om duurzaamheid te integreren binnen het onderwijs loopt parallel aan de toegenomen focus op de integratie van duurzaamheid binnen alle aspecten van de organisatie. In het instellingsplan is duurzaamheid gepresenteerd als een strategisch speerpunt (kritische succesfactor) alsook een fundamenteel beginsel van Wellantcollege. Het thema duurzaamheid is vanuit het programma, gefaseerd ingebed. In fase één en fase twee van het programma lag de focus op een twee sporenbeleid, bestaande uit het ontwikkelen van een visie en parallel daaraan de initiatieven die ontstaan een podium geven. Het jaar 2016 stond in het teken van verbinden van het tweesporenbeleid, waardoor het thema duurzaamheid een integraal podium krijgt. Hiertoe zijn twee duurzaamheidsambassadeurs geïntroduceerd en gepositioneerd. Beiden hebben een trekkersrol om Wellantcollege naar buiten toe sterk te profileren als een duurzame groene onderwijsinstelling en naar binnen toe een voorbeeldfunctie te laten vervullen om iedereen mee te nemen in het proces naar duurzaam denken en handelen. Naast de duurzaamheidsambassadeurs hebben alle locaties nu ook een locatieambassadeur.
€ 1000,-, om aan een nieuw duurzaamheidsinitiatief te besteden. In het afgelopen jaar is vanuit Bedrijfsvoering de focus gelegd op drie punten, te weten: energie, materialen & afval, voeding & drinken. De doelstellingen die benoemd zijn voor deze punten zijn succesvol gerealiseerd met een kleine achterstand op energie. Hiervoor is een aantal energiemaatregelen benoemd waarbij bewustwording in gedrag een belangrijk element is. Om deze maatregelen te realiseren zijn er verbanden gelegd tussen de programmaonderdelen Bedrijfsvoering en Onderwijs. Zowel binnen het vmbo-onderwijsprogramma als het mbo-onderwijsprogramma is gekeken naar mogelijkheden om duurzaamheid te integreren in het curriculum. Voor Wellant mbo zijn de duurzame stagebedrijven in beeld gebracht en is er een nulmeting uitgevoerd door een externe partij aangaande kennis en vaardigheden die nodig is om Duurzaamheid en Biobase te borgen in het curriculum. In Rotterdam is het internationale Aquaponics Training Centre geopend. Voor Wellant vmbo is het programma van de carrousel aangevuld met duurzaamheid als thema, daarnaast zal eenzelfde nulmeting uitgevoerd worden voor het beroepsgerichte programma.
5.4 Gezonde bedrijfsvoering (KSF 7)
De Wellant-managementconferentie van 17 november 2016 heeft in het teken van duurzaamheid gestaan. De praatplaat ‘De Circulaire School’ is tijdens de conferentie voor het eerst gepresenteerd binnen Wellantcollege. De praatplaat is ontwikkeld als communicatiemiddel om alle programmaonderdelen van het programma Wellant Verduurzaamt binnen en buiten de organisatie ‘zichtbaar te maken’.
Huisvesting In 2016 is een nieuw Strategisch Huisvestingsplan (SHP) en Strategisch Investeringsplan Huisvesting (SIPH) 20162026 opgesteld en vastgesteld. Het SHP richt zich ten principale op het niveau van portfoliomanagement en geeft locatie-overstijgende beleidskeuzes weer. Het SIPH is voor Wellantcollege het platform om op locatieniveau richtinggevende uitspraken te doen over de koers die beoogd wordt vanuit vastgoedperspectief (assetmanagement). Het SIPH bevat definities van planlocaties en een vertaling naar investeringsvereisten. De implementatie van het SHP is een continu proces, waarbij in 2016 is gestart met de nieuwbouw van de locatie Utrecht en de uitbreiding en verbouw van de locatie Montfoort. De planvoorbereiding van nieuwbouwontwikkelingen in Naarden en Dordrecht zijn in volle gang. In 2017 wordt in Houten een nieuw dierenverblijf gerealiseerd en bij het mbo Rijnsburg vindt een technische en functionele opwaardering plaats van het schoolgebouw.
Zowel in het vmbo als in het mbo is de Groene EcoSchoolsvlag behaald (hoogste onderscheiding). Dit is gevierd en beloond met een cheque ter waarde van
Naast de implementatie van het SHP zijn aan de hand van het Meer Jaren Onderhoudsplan (MJOP) en de ICTinvesteringsbegroting in 2016 beheer en onderhoud
46
uitgevoerd op de Wellant-locaties. In de afgelopen jaren is de achterstand op het onderhoud grotendeels ingelopen, waardoor dit op dit moment weer op schema ligt. Dit met uitzondering van de locaties waarvan in het SHP is vastgelegd dat op korte termijn investeringen zijn gepland. In 2017 wordt er in het kader van bezuinigingen, substantieel minder uitgegeven aan groot bouwkundig onderhoud. Dit geldt niet voor het installatietechnisch onderhoud. Programma Medverka Medverka levert een bijdrage aan een duurzaam gezonde, professionele bedrijfsvoering waarbij de interne beheersing op orde is en blijft. En is daarmee een randvoorwaarde voor het bieden van kwalitatief goed groen onderwijs. De aanleiding om met dit programma te starten is dat diverse administratieve werkzaamheden nu te gefragmenteerd worden uitgevoerd wat tot inefficiëntie leidt. Door een centraliseringsslag te maken, kunnen de financiële middelen maximaal voor het primaire proces worden ingezet. Voor de zomervakantie van 2016 is het kaderdocument door het cvb vastgesteld. Na de zomer is het programma uitgewerkt in vier projecten die in samenhang worden uitgevoerd. Medverka staat voor samenwerking en verbinding binnen en tussen locaties en ondersteunende diensten van Wellant, ondanks de fysieke afstand tot elkaar. In Medverka wordt gewerkt in multidisciplinaire teams waar medewerkers elkaar ontmoeten en samen resultaten realiseren. Er is bij het realiseren van de producten en mijlpalen gericht aandacht voor deskundigheidsbevordering, professionalisering en teamontwikkeling. De verandering om te komen tot een gezonde bedrijfsvoering vindt plaats op vijf verschillende terreinen: Het uniformeren van de bestaande processen (1); de aanpassing van de besturing/structuur (2); ICT en middelen (3); mens en gedrag (4) en tenslotte kennis en deskundigheidsbevordering (5). Het programma besteedt specifieke aandacht aan de veranderstrategie en communicatie om de verandering ook daadwerkelijk te implementeren door zichtbaar ander gedrag.
• Er is gestart met het (her)contracteren of Europees aanbesteden van drie productgroepen: schoonmaak, inhuur derden en busvervoer. • De scenario’s zijn in concept uitgewerkt voor een mobiliteitsdesk in samenwerking met het team HRM. • Procesbeschrijvingen voor accounting, debiteuren en crediteuren zijn volgens plan gereed. De resultaten die in 2016 zijn gerealiseerd zijn later opgeleverd dan in het kaderdocument voor de zomer 2016 was afgegeven. Voornaamste reden is dat de planvorming van de vier projectonderdelen, inrichting en de bemensing van interne projectleiders en de bemensing van de projectmedewerkers meer tijd heeft gekost dan was voorzien. Het programma Medverka heeft een doorlooptijd van 1,5 jaar en de overige resultaten worden in 2017 gerealiseerd. ICT-ontwikkelingen De focus van ICT richt zich op het aanbieden en beheren van ICT-voorzieningen die optimaal het primaire proces ondersteunen. Dit gebeurt op een wijze waarbij de locaties alle aandacht kunnen richten op het primaire proces. In aansluiting op de ambities van Wellantcollege waarbij de focus ligt op samenwerken, internationalisering, 21th century skills, gepersonaliseerd leren en voorloper zijn op gebied van ICT heeft team ICT een aantal zaken gerealiseerd. Het betreft hier onder andere: bring your own device (byod) voor mobiele telefoons, technische voorbereiding van de invoering van office 365 en de migratie naar windows 10, het uitrusten van klaslokalen met digitale presentatiemiddelen zoals smartboards of touchscreens. Ook zijn er in 2016 verbeteringen gerealiseerd in het draadloze netwerk op gebied van stabiliteit, snelheid en beschikbaarheid.
In 2016 zijn o.a. de volgende resultaten bereikt: • Uniform proces voor het mbo is opgeleverd inclusief organogram en verdeling werkzaamheden front- en backoffice. De locatiekeuze voor een backoffice deelnemersadministratie is geselecteerd. • Aanpassing van het ICT-systeem Trajectplanner heeft plaatsgevonden zowel voor vmbo en mbo. • Het ontwerp van managementrapportages is gereed. 47
FINANCIÃ&#x2039;N
48
Wellantcollege sluit het boekjaar 2016 positief af. Het resultaat bedraagt € 0,2 miljoen positief bij een begroot resultaat van € 0,9 miljoen positief. Het resultaat van de reguliere onderwijsactiviteiten bedroeg € 146K en het resultaat van ‘Leven Lang Leren’ bedroeg € 65K bij een omzet van € 443K. 6.1 Financieel resultaat (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2016
Begroting 2016
Realisatie 2015
Baten Rijksbijdragen
120.514
119.649
118.474
Overige overheidsbijdragen
485
365
425
Baten werk in opdracht van derden
443
612
313
Overige baten
4.663
4.565
3.897
Totaal baten
126.105
125.191
123.109
91.751
89.452
86.740
8.130
8.500
10.412
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestigingslasten
8.846
8.688
8.523
Overige baten
16.344
16.759
15.830
Totaal lasten
125.071
123.399
121.505
1.034
1.792
1.604
-823
-847
-852
211
945
752
-
-
-
211
945
752
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat Belastingen Resultaat na belastingen
Hieronder volgt een nadere toelichting op de exploitatie en de balans op hoofdlijnen. Hogere baten De totale baten waren € 0,9 miljoen hoger dan begroot. De normatieve rijksbijdrage komt nagenoeg conform begroting uit. Dit betreft een positief verschil van loonen prijscompensatie van € 0,8 miljoen, minder bekostigde VO-leerlingen van € 0,2 miljoen en een negatief resultaat voor wat betreft uitbesteed onderwijs van € 0,5 miljoen.
De additionele Rijksbijdragen vallen hoger uit als gevolg van hogere inkomsten uit de kwaliteitsafspraken mbo. De post “Doorbetalingen Rijksbijdrage SWV” betreft doorbetaalde rijksbijdrage vanuit de vijftien samenwerkingsverbanden en was bewust voorzichtig begroot. Baten werk in opdracht van derden vielen € 0,2 miljoen lager uit. Met het beperkte aanbod cursussen en trainingen in 2016, en als herintreder op de markt heeft Wellantcollege ongeveer 1.000 deelnemers gerealiseerd. De gerealiseerde omzet in 2016 is lager dan begroot. De verwachting was dat er, naast de locatie Houten, in Aalsmeer en Rotterdam een aanbod in de markt kon 49
6 FINANCIËN
Baten in € 1.000
Realisatie 2016
Begroting 2016
Verschil
Normatieve Rijksbijdrage
105.891
105.806
85
Additionele Rijksbijdrage
13.454
13.091
363
1.169
600
569
Overige overheidsbijdragen
485
517
-32
Baten werk in opdracht van derden
443
612
-169
Doorbetalingen Rijksbijdrage SWV
Deelnemerbijdragen
1.836
1.986
-150
Overige baten
2.827
2.579
248
Totaal baten
126.105
125.191
914
Lasten in € 1.000
Realisatie 2016
Personeelslasten
Begroting 2016
Verschil
91.751
89.452
2.299
Afschrijvingen
8.130
8.500
-370
Huisvestingslasten
8.846
8.688
158
Overige lasten
16.344
16.759
-415
Totaal lasten
125.071
123.399
1.672
worden gezet waardoor er meer omzet zou worden gerealiseerd dan feitelijk mogelijk bleek te zijn. De ruimte binnen de mogelijkheden van het concurrentiebeding met IPC Groene Ruimte en het verwerven van naamsbekendheid als hernieuwde aanbieder van cursussen en trainingen blijkt meer tijd te vergen. Het resultaat van deze private activiteiten m.b.t. cursussen en trainingen in 2016 bedraagt € 65K positief (2015: € 2K). De deelnemersbijdragen komen € 0,2 miljoen onder de begroting uit. Vanaf het huidige schooljaar worden bepaalde kosten niet meer gefactureerd aan leerlingen/ deelnemers. Hier was bij het opstellen van de begroting geen rekening mee gehouden. Onder Overige baten vallen met name de opbrengsten uit detachering, verhuur en kantine. De detacheringsopbrengsten zijn hoger uitgevallen dan begroot. Verder is in 2016 onder deze post een boekwinst begroot op de verkoop van twee percelen. Hogere lasten De totale lasten waren € 1,7 miljoen hoger dan begroot. De hogere personeelskosten van € 2,3 miljoen worden met name veroorzaakt door hogere
Bestemming van het resultaat in € toevoeging aan de private bestemmingsreserve
inhuurkosten als gevolg van ziektevervanging, vermijden van WW-risico en het moeilijk regulier kunnen invullen van tekortvakken. De lagere afschrijvingskosten van € 0,4 miljoen hebben betrekking op gebouwen. Er is € 7 miljoen minder geïnvesteerd in huisvesting met als gevolg lagere afschrijvingskosten voor het lopende boekjaar. Op de huisvestingsportefeuille is mede in het kader van de jaarrekening een impairment analyse uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat er geen aanwijzingen zijn voor bijzondere afwaarderingen, met als gevolg lagere afschrijvingslasten van € 0,3 miljoen. De overige lasten zijn € 0,4 miljoen lager uitgevallen dan begroot. De voornaamste oorzaken zijn een overschrijding van de leer- en hulpmiddelen (€ 0,7 miljoen) als gevolg van een te lage begroting en lagere out of pocketkosten met betrekking tot de kwaliteitsafspraken mbo (€ 0,6 miljoen) en het sectorakkoord vo (€ 0,5 miljoen). Resultaatbestemming Stichting Wellant Het college van bestuur heeft in overleg met de raad van toezicht besloten het resultaat 2016 als volgt te verwerken:
64.756
toevoeging aan de algemene reserves
146.034
Totaal
210.790
50
6.2 Balans per 31-12-2016 Balans per 31 december 2016. Bedragen x € 1.000 Activa 31 DECEMBER 2016
31 DECEMBER 2015
Vaste activa Materiële vaste activa
100.920
Financiële vaste activa
1
Totaal vaste activa
96.809 1 100.921
96.810
Vlottende activa Voorraden
2
1
Vorderingen
3.245
2.515
Liquide middelen
2.108
Totaal vlottende activa
7.372 5.355
9.888
106.276
106.698
31 DECEMBER 2016
31 DECEMBER 2015
Totaal activa Passiva
Eigen vermogen
58.012
57.802
2.217
1.649
Langlopende schulden
22.500
23.400
Kortlopende schulden
23.547
23.847
Voorzieningen
Totaal passiva
De materiele vaste activa namen toe met € 4,1 miljoen doordat de investeringen hoger waren dan de afschrijvingen. Er werd geïnvesteerd in de locaties Utrecht, Montfoort, Naarden, Dordrecht en Houten. De twee percelen Amersfoort en Oegstgeest werden verkocht. Een impairment analyse heeft niet geleid tot waardeaanpassingen van panden. De vorderingen namen toe met € 0,5 miljoen als gevolg van een hoger debiteurensaldo. De liquide middelen namen af met € 5,3 miljoen. Het saldo is voldoende om in de liquiditeitsbehoefte te voorzien tot en met het vierde kwartaal 2017 (voor verdere informatie zie de treasuryparagraaf onder 6.4. Het eigen vermogen is toegenomen met € 0,2 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door het positieve resultaat 2016 van Wellantcollege. Dit is inclusief het resultaat op het private bedrijfsonderdeel “Leven Lang Leren’.
106.276
106.698
De voorzieningen namen toe met € 0,6 miljoen. Met ingang van boekjaar 2016 zijn twee nieuwe voorzieningen gevormd, zijnde een voorziening voor Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) en Ziektewet (ZW) en een voorziening seniorenverlof. De langlopende schulden namen met € 0,9 miljoen af als gevolg van een aflossing op de lening van € 27 miljoen bij het ministerie van Financiën. De kortlopende schulden zijn met € 0,3 miljoen gedaald. Dit wordt vooral verklaard door een lagere voorfinanciering van subsidies verstrekt door OCW/EZ. Hiertegenover staat een hoger crediteurensaldo.
51
6 FINANCIËN
6.3 Financiële ratio’s 31 december 2016 De Stichting Wellant hanteert twee financiële ratio’s, met de volgende definities en minimum en maximum streefwaarden. De cijfers in de jaarrekening 2016 geven de volgende stand van zaken voor de Stichting Wellant. Tabel: financiële ratio’s. Rentabiliteit Uit bovenstaande tabel blijkt een rentabiliteit van 0,2%, de begrote rentabiliteit was 0,8%. Hiermee sluit Wellantcollege het boekjaar 2016, evenals de boekjaren 2013 t/m 2015, positief af. De afwijkingen tussen de realisatie en begroting over het boekjaar 2016 zijn nader toegelicht in paragraaf 6.1. De rentabiliteit ligt binnen de minimum- en maximum-streefwaarden en ligt iets boven de signaleringsgrens van OCW van 0%. Solvabiliteit Door het positieve resultaat van de Stichting Wellant bij een lichte daling (0,6%) van het balanstotaal is de solvabiliteit gestegen van 54,2% ultimo 2015 naar 54,6% ultimo 2016. De oorzaken van de daling van het balanstotaal zijn beschreven in paragraaf 6.2. De solvabiliteit ligt binnen de minimum en maximum streefwaarden, en ligt ruim boven de signaleringsgrens van OCW van 30%. Hiermee blijft de financiële positie gezond. Deze gezonde solvabiliteit is van belang omdat Wellantcollege de komende jaren verder wil investeren in kwaliteit van onderwijs, gebouwen en digitalisering. Door deze investeringen en financiering hiervan, zal de solvabiliteit in de periode 2017-2019 dalen van 54% naar 43%.
Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming aan haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen. De liquiditeit van Wellantcollege wordt bewust laag gehouden om onnodige rentekosten te vermijden. Dit is mogelijk door het afgesproken financieringsarrangement met het ministerie van Financiën. Er is ruimte voor een negatieve rekening courant stand van maximaal € 10 miljoen. In de praktijk maken we geen gebruik van deze kredietfaciliteit. Voorts kan de liquiditeit per ultimo boekjaar ook laag zijn, omdat instellingen weten dat ze in het eerste halfjaar daaropvolgend worden voorgefinancierd door de ministeries van OCW/EZ; in het eerste halfjaar wordt namelijk 59,2% van de normatieve rijksbijdrage (op jaarbasis) betaald. Wellantcollege hanteert een financiële doelstelling van de minimaal benodigde kaspositie (inclusief ruimte onder de kredietfaciliteit). Deze is gesteld op tweemaal het maandsalaris inclusief afdrachten. Dit is een bedrag van plm. € 10 miljoen. Deze is gelijk aan de kredietfaciliteit. Pas in het laatste kwartaal van 2017 ontstaat er een externe vermogensbehoefte en zal Wellantcollege vreemd vermogen aantrekken om het investeringsprogramma te financieren. Dit door Wellantcollege gekozen beleid resulteert in een current ratio van 0,23 per ultimo 2016, wat onder de signaleringsgrens is van OCW (tussen 0,5 en 1,5).
Financiële ratio’s 31 december 2016
Minimum
Solvabiliteit
Percentage eigen vermogen van het totaal vermogen
Rentabiliteit
Genormaliseerd resultaat uit gewone bedrijfsvoering gedeeld door totale baten uit gewone bedrijfsvoering
0%
Cijfers op basis van jaarrekening 2015
60%
Per jaar vast te stellen
Leidraad die hierbij gehanteerd wordt
Financiële ratio’s
Maximum 35%
Cijfers op basis van jaarrekening 2016
+3%
Cijfers op basis van begroting 2016
Solvabiliteit
54,2%
54,6%
54,3%
Rentabiliteit
0,6%
0,2%
0,8%
52
6.4 Treasurybeleid Vernieuwd treasurystatuut In het najaar van 2016 is een nieuw treasurystatuut vastgesteld door het college van bestuur. Dit treasurystatuut betreft een update van het oude statuut uit juni 2010. Redenen om te komen tot een update van het statuut zijn de volgende: • de geldigheid van het oude statuut was vijf jaar; • de regelgeving vanuit het Ministerie is verder aangescherpt en uitgewerkt in de “Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016”. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de oude regeling “Beleggen en belenen 2010” zijn het verplicht stellen van een treasurystatuut en het beperken van de soorten derivaten. Risicomijdend beleggen en lenen In de ‘Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016’ wordt voorgeschreven dat tijdelijk overtollige liquiditeiten beheerd dienen te worden op een wijze die garandeert dat de hoofdsom intact blijft. De periode van de belegging is eindig en er mag niet worden belegd in achtergestelde spaarrekeningen, achtergestelde deposito’s en aandelen. De in 2016 tijdelijk overtollige liquiditeiten zijn risicoloos aangehouden bij het Ministerie van Financiën en bij de huisbankier ING. De regeling stelt tevens strenge eisen met betrekking tot het afsluiten van leningen en het afsluiten van derivaten. In 2016 zijn geen nieuwe leningen aangetrokken. Wellantcollege heeft geen derivaten uitstaan. Geïntegreerd middelenbeheer Vanaf juni 2010 is Wellantcollege overgegaan op schatkistbankieren bij het ministerie van Financiën. Dagelijks worden drie aangewezen rekeningen bij de ING bij- dan wel afgeroomd ten laste respectievelijk ten gunste van de rekening-courant met het ministerie. De kredietfaciliteit bij het ministerie bedraagt 10% van de Rijksbijdrage (€ 10 miljoen), met als voorwaarde dat er minimaal één dag in een jaar een positief saldo op de rekeningcourant positie bestaat. De rente is gebaseerd op de dagrente Eonia fixing; bij debetstand verhoogd met 25 basispunten. De kredietfaciliteit is in 2016 niet gebruikt. Geldlening bij het ministerie van Financiën In juni 2010 is een financieringsarrangement getekend met het ministerie van Financiën voor het huisvestingsplan van Wellantcollege. De totale lening bedraagt € 27 miljoen, ontvangen tussen maart 2011 en september 2012. Het rentetarief bedraagt 3,43%, 30 jaar vast.
Aflossing vindt lineair plaats in 30 jaar, voor het eerst in 2013 ad € 0,9 miljoen. Voor de lening is zekerheid verstrekt voor € 27 miljoen voor een vijftal panden met percelen grond. In 2016 is € 833.000 aan rente betaald (2015: € 864.000). De lening bedraagt ultimo 2016 € 23,4 miljoen. Treasurycommissie Binnen Wellantcollege is op basis van het treasurystatuut een treasury commissie werkzaam. De samenstelling van deze commissie bestaat uit het lid college van bestuur (cvb) met de portefeuille financiën, de concerncontroller en de treasurer. De commissie doet schriftelijk verslag van dit treasury-overleg aan het cvb. De commissie komt drie maal per jaar bijeen. Standaard komen de volgende onderwerpen aan de orde: a. Externe ontwikkeling voor zover van belang voor de treasury van Wellant; b. Voldoet Wellant nog steeds aan de relevante wet- en regelgeving; c. Jaarplanning liquiditeiten op maandbasis; d. Financieringskosten; e. Relatiemanagement (geldverstrekkers/bankiers). Enkele belangrijke onderwerpen die in de overleggen zijn behandeld: • Financiële haalbaarheid van het strategisch investeringsprogramma huisvesting over de periode 2017-2025 in relatie tot de eisen en voorwaarden aan financiering vanuit de diverse ministeries; • Financieringsplan 2017-2025 (november 2016 vastgesteld in cvb); • Eisen en voorwaarden verwoord in het Financieel toetsingsdocument van de ministeries van Financiën/ OCW/EZ voor het aangaan van een tweede financieringsarrangement. In april 2016 is aanvraag ingediend bij de Ministeries. In februari 2017 is garantieverklaring afgegeven door het Ministerie van EZ. Eind maart 2017 is verzoek gedaan aan het rijksvastgoedbedrijf om de als zekerheid in te brengen panden te taxeren; • Problemen bij (onderwijs)instellingen om voldoende financiering te krijgen bij de overheid op tot zekerheid te verschaffen onderpand. Ondanks het feit dat de overheid zo veel mogelijk wil dat de instellingen via de schatkist worden gefinancierd, blijkt de realiteit anders. In juni 2016 is hiertoe het IBO rapport “Risicobeheer en risicobeheersing schatkistbankieren OCW” uitgebracht en in november 2016 de reactie hierop door het Ministerie van OCW;
53
6 FINANCIËN
• In kaart brengen van de mogelijkheden om buiten de overheid bij andere financiële instellingen te lenen, al dan niet via borgstelling bij het waarborgfonds, dan wel mogelijkheden van alternatieve financieringsconstructies (bijv. via pensioeninstellingen); • Bepalen van de kosten van het aflossen van de huidige lening tegen marktwaarde en het herfinancieren hiervan in een nieuw financieringsarrangement. Voorts de effecten hiervan op de toekomstige rentelasten; • In kaart brengen van risico’s van beslissing tot go/no go van separate investeringsprojecten, zonder dat de financiering voor de komende jaren via een tweede financieringsarrangement is verzekerd; • Het updaten van het treasurystatuut; • Richtlijnen vanuit het ministerie van Financiën om met hypotheek belaste panden te kunnen verhuren, dan wel verbouwen.
6.5 Notitie Helderheid De notitie helderheid kent 8 thema’s: 1. Uitbesteding; 2. Investeringen van publieke middelen in private activiteiten; 3. Het verlenen van vrijstellingen; 4. Les- en cursusgeld niet betaald door de student zelf; 5. In- en uitschrijving en inschrijving van studenten in meer dan een opleiding tegelijk; 6. De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven; 7. Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven; 8. Buitenlandse studenten. In het kader van deze notitie geeft Wellantcollege de volgende toelichting, waarbij opgemerkt wordt dat thema’s die hieronder niet worden toegelicht, niet spelen binnen Wellantcollege: • Er is geen rijksbijdrage gemoeid met investeringen in private activiteiten. Het jaar 2016 is het tweede jaar dat cursussen en trainingen voor de leven lang leren markt volledig worden verzorgd vanuit Wellantcollege. Eerder gebeurde dit in samenwerking met IPC Groene Ruimte. Nu Wellantcollege zelfstandig activiteiten op de Leven Lang Leren markt ontwikkelt en verzorgt, is een eigen organisatorische eenheid “Cursussen & Trainingen” binnen Wellantcollege ingericht. Het administratieve 54
•
•
• •
•
proces is verder aangescherpt, doorontwikkeld en vormgegeven binnen een separaat administratief bedrijf in het kader van het scheiden van publieke en private bekostiging, doorbelasting van kosten vindt plaats tegen een integraal kostendekkend tarief. Naast trainingen voor de hoveniers en bloemisten, die in eerdere jaren ook al succesvol waren, is in 2015 gestart met een aantal nieuwe cursussen. Het resultaat in 2016 m.b.t. Leven Lang Leren bedroeg € 65.000 (2015: € 2.500) bij een omzet van € 443.000 (2015: € 313.000). Binnen Wellantcollege is het volume met betrekking tot contractactiviteiten (Leven lang leren) nog beperkt. De risico’s op dit moment zijn gelet op de omvang beperkt en daarom is dit onderdeel meegenomen in het instellingsbrede risicobeheersingssysteem. Het belang van leven lang leren in de toekomst is benoemd en naar verwachting kan dit onderdeel in de toekomst gaan groeien, waardoor het daarbij behorende risicobeheersing systeem zal meegroeien. Er worden geen cursusgelden betaald door Wellantcollege ten behoeve van BBLdeelnemers. Het komt wel voor dat derden het cursusgeld voor BBLdeelnemers betalen, echter alleen als de deelnemer die derde daarvoor schriftelijk heeft gemachtigd; Wellantcollege heeft geen opleidingen waarin minder uren zijn geprogrammeerd dan de wettelijk voorgeschreven begeleide onderwijstijd; Wellantcollege heeft geen buitenlandse studenten ingeschreven; In het jaar 2010 is een afspraak gemaakt tussen Wellantcollege en ROC Leiden over de gezamenlijke opleiding BBL ’Handel en Logistiek‘. Afhankelijk van de opleidingsrichting worden de studenten ingeschreven bij één van de onderwijsinstellingen. Voor het schooljaar 2015-2016 betreft het 70 studenten, allen ingeschreven bij Wellantcollege (schooljaar 2014-2015: 83 studenten, allen ingeschreven bij Wellantcollege). Er zijn afspraken gemaakt over de verrekening van de bekostiging. Deze overeenkomst is medio 2016 afgelopen en niet verlengd. Het schooljaar 2015-2016 is derhalve het laatste schooljaar geweest; Het aantal ingeschreven studenten BOL en BBL per 1 oktober 2016 bedraagt respectievelijk 2.588 en 1.042. Bij de tweede teldatum op 1 februari 2017 waren dit er 2.518 voor de BOL en 1.020 voor de BBL. In de tussenliggende periode hebben 139 BOLstudenten en 78 BBL studenten de instelling verlaten, terwijl 69 BOL studenten en 56 BBL-studenten zijn ingestroomd;
• Wellantcollege heeft geen BOL- en BBL-studenten ingeschreven staan bij twee of meer opleidingen ten behoeve van het ontvangen van dubbele input-bekostiging; • Wellantcollege heeft geen BOL- en BBL-studenten die voor een dubbele output bekostiging twee of meer diploma’s hebben ontvangen; • Wellantcollege verzorgt in 2016-2017 voor Flora Holland - in Aalsmeer en Naaldwijk maatwerktrajecten. Het gaat hierbij om 55 (20152016: 32) BBL-deelnemers voor de opleiding groothandel en logistiek. Het niveau van de opleiding is een combi van niveau 2 en 3. • Daarnaast verzorgt Wellantcollege in 2016-2017 voor Omnigroen uit de Haeghe groep maatwerktrajecten. Het gaat hierbij om 26 BBL-deelnemers.
• Wellantcollege heeft, net als in voorgaande jaren, ook in 2016 een deel van het onderwijsprogramma uitbesteed aan andere instellingen en organisaties, waaronder aan IPC Groene Ruimte B.V. Bij IPC is er sprake van twee soorten activiteiten, namelijk activiteiten op basis van praktijkleergelden en het uitvoeren van (delen van) het onderwijs van een specifiek crebo. Daarbij komen ook theorie componenten aan bod. Het gaat hierbij om een totaalbedrag van € 1.035.000 (2015: € 1.199.000,=). Dit bedrag is besteed bij: -- PTC+/IPC plant-dier ad € 54.000 (2015: € 216.000); -- IPC Groene Ruimte te Arnhem ad € 619.000 (2015: € 463.000); -- Overige ad € 362.000 (2015: € 520.000).
55
CON TINUÏTEITS PARAGRAAF
56
Ontwikkeling leerlingenaantallen De leerlingaantallen per 1 oktober 2016 in het vmbo zijn nagenoeg gelijk gebleven aan die van het schooljaar 2015/2016. Voor het mbo zijn de percentages als volgt: BOL stijgt bij Wellant met 1,9%, en bij BBL is sprake van een stijging van 13,6%. Vmbo Wellantcollege gaat uit van een daling van het aantal leerlingen in het vmbo van 1,8% in 2017/2018 en vervolgens een daling van 2,6% in 2018/2019. De prognose voor de komende jaren in deze begroting voor het vmbo is gebaseerd op een prognosemodel van DUO. Deze prognoses betreffen ramingen van het potentiele leerlingenaantal van een instelling, gebaseerd op haar marktaandeel in het voedingsgebied en de doorstroom naar opeenvolgende jaren van de laatste vijf schooljaren. In een aantal regio’s zijn de eerste tekenen van een demografische krimp zichtbaar en de effecten van een gemiddeld hoger schooladvies met name in de grote steden. Mbo Voor de komende 2 jaar gaat Wellant uit van een stijging van het aantal deelnemers in het mbo BOL van respectievelijk 2,3% in 2017/2018 en 0,9% in 2018/2019. Over twee jaar een stijging van 3,2%. Voor de ontwikkeling van het aantal deelnemers in het mbo BBL zijn de verwachtingen als volgt: Een stijging van 1,3% in 2017/2018 en een voortgezette stijging in 2018/2019 van 0,2%. Over twee jaar een stijging van 1,5%. Personeel De reguliere formatie van de locaties is bepaald aan de hand van de leerlingenaantallen. Op basis van de daling van de leerlingenaantallen bij het vmbo zal de personele bezetting de komende jaren naar rato moeten afnemen.
Formatie in FTE bestuur/management
In de reguliere formatie is voorts rekening gehouden met het effect op de formatie naar aanleiding van de meerjarige taakstellingen uit de begroting EZ vanaf 2017, waaronder met name de post “minder opleidingen en macrodoelmatigheid mbo”. In de formatieruimte is formatie opgenomen met betrekking tot de sectorakkoorden vo en mbo. In de begroting 2016 was naast formatie ook een bedrag ad € 1 miljoen out-of-pocketkosten opgenomen met betrekking tot de sectorakkoorden. Vanaf de begroting 2017 is dit bedrag toegevoegd aan de formatieruimte. De formatieruimte neemt tevens toe als gevolg van de stijgende bekostiging met betrekking tot het sectorakkoord vo. Financieel Algemeen Zowel de politiek als de AOC’s hebben in 2015 een onderzoek gedaan naar het onderwijs bekostigd door OCW en het onderwijs bekostigd door EZ; Uit het onderzoek blijkt dat er een significant bekostigingsverschil is in het mbo tussen OCW en EZ bekostigde instellingen. In de Tweede Kamer is een motie aangenomen waarin wordt uitgesproken dat het groene onderwijs overgeheveld moet worden naar het Ministerie van OCW. Vervolgens heeft een interdepartementale projectgroep van EZ, OCW en Financiën een onderzoek uitgevoerd, als voorbereiding op besluitvorming van een volgend kabinet. Naar aanleiding van dit rapport heeft Wellantcollege gemeend om in haar meerjarenbegroting een voorwaardelijke vordering in te boeken (€ 2,5 miljoen) vanaf boekjaar 2019. In het rapport wordt onderbekostiging van het groene onderwijs expliciet erkend. Zonder een reparatie van de onderbekostiging groen onderwijs is het niet mogelijk om een sluitende begroting op te leveren. De uitkomst van de onderzoeken is thans reden voor een politieke discussie waarvan de uitslag nog onbekend is.
2015
2016
2017
2018
2019
89
86
82
80
79
personeel primair proces
804
814
808
789
777
indirect onderwijsondersteunend personeel
222
223
226
224
220
80
84
87
85
84
1.195
1.207
1.203
1.178
1.160
direct onderwijsondersteunend personeel Totale personele bezetting
57
7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF
Baten Normatieve rijksbijdrage
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
begroting
2015
2016
2017
2018
2019
105.538
105.891
106.511
105.413
106.023
12.936
14.623
14.167
13.127
12.356
Overige overheidsbijdragen
425
485
283
150
150
Baten werk in opdracht van derden
313
443
462
510
560
Deelnemersbijdragen
2.128
1.836
1.809
1.789
1.766
Overige baten
1.769
2.827
1.458
990
896
Totaal
123.109
126.105
124.690
121.979
121.751
Lasten
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
begroting
2015
2016
2017
2018
2019
Overige rijksbijdrage
Personeelskosten
86.740
91.751
90.597
88.088
87.037
Lasten m.b.t. huisvesting*
17.207
15.054
15.531
16.349
16.134
Overige afschrijvingen Materiele lasten Totaal
2.580
2.745
3.016
3.015
3.027
15.830
16.344
16.206
15.867
15.467
122.357
125.894
125.350
123.319
121.665
*Inclusief rentelasten en afschrijvingslasten
Om excellent groen onderwijs te kunnen verzorgen is een professionele ondersteuning een voorwaarde. Hiertoe is het programma Medverka ingericht. Er is gekozen voor een geïntegreerde aanpak voor de verschillende processen, zoals de financiële administratie, deelnemersadministratie, inkoop en verzuim van leerlingen. De investering in het programma is in de begroting 2017 verwerkt. Vanaf boekjaar 2017 worden de concrete resultaten van het project verwacht. Op basis van de ambities, verwoord in de strategie en het instellingsplan, zal een aantal mbo-locaties van Wellantcollege zich ontwikkelen van school naar kenniscentrum. Deze locaties zullen LevenLangLerenactiviteiten realiseren vanuit de expertise van het kenniscentrum en daarnaast in de breedte op basis van de behoefte in de regio. Naast een aanbod zullen in toenemende mate, op basis van vraagsturing, activiteiten worden gerealiseerd vanuit de samenwerking onderwijs, bedrijfsleven en overheden. Dit zal leiden tot een toename van de omzet van leven lang leren in de komende jaren.
58
Innovatie blijft een belangrijk speerpunt. Het betreft projecten op het gebied van duurzaamheid, digitalisering, leerlingvolgsysteem en diverse andere innovatieprojecten. Om de kwaliteit van ons onderwijs te kunnen waarborgen zal Wellantcollege blijven innoveren. Daarom is vanaf 2017 voor meerdere jaren budget vrijgemaakt voor diverse projecten op het gebied van innovatie. Wellantcollege blijft de komende jaren flink investeren in huisvesting. Naar aanleiding van het strategisch huisvestingsplan is het voornemen om in de periode 2017-2019 nieuwbouwprojecten af te ronden dan wel te starten op de locaties Utrecht, Montfoort, Naarden en Dordrecht (vmbo en mbo) voor een totaalbedrag van € 34 miljoen. Deze investeringen zijn van belang voor de kwaliteit van het onderwijs en voor de uitstraling die goede gebouwen hebben op te werven deelnemers en leerlingen. In de begroting is een toename van de pensioenlasten voorzien (van 19,1% naar 24%) die niet volledig wordt vergoed in de jaarlijkse loonbijstelling van de rijksbijdrage. Dit leidt ertoe dat het resultaat jaarlijks met 0,6 miljoen verslechtert.
In € 1.000
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
begroting
2015
2016
2017
2018
2019
Totaal baten
123.109
126.105
124.690
121.979
121.751
Totaal lasten
-121.505
-125.071
-124.529
-122.365
-120.565
1.604
1.034
161
-386
1.186
-852
-823
-821
-954
-1.100
752
211
-660
-1.340
86
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat Wellantcollege
* Vanaf het jaar 2016 zijn hier tevens onder opgenomen de baten en lasten m.b.t. kwaliteitsverbetering onderwijs (instellingsplan). Deze worden gefinancierd via de sectorakkoorden in het vo en mbo.
Baten De onderbekostiging van het mbo ontstaan in 2016 is een grote zorg. Om de continuïteit van het onderwijs te kunnen handhaven is ervoor gekozen tijdelijk te werken met een negatieve begroting. Dit in de verwachting dat de onderbekostiging door de overheid op termijn zal worden hersteld. Mocht dit niet het geval blijken dan zullen ingrijpende maatregelen nodig zijn en zal het opleidingsaanbod aanzienlijk moeten worden beperkt. Deze maatregelen zijn ten nadele van zowel studenten als bedrijfsleven. De belangrijkste wijzigingen in de baten, zijn: • Een stijging in het vmbo van € 1,2 miljoen veroorzaakt door een verwachte loonbijstelling, in de jaren erna dalen de rijksbijdragen vanwege de verwachte daling van leerlingen. • Een daling in het mbo van € 0,6 miljoen vanwege een lager aantal leerlingen en een lager tarief, als gevolg van kortingen. In de jaren erna nemen de baten toe als gevolg van stijging van leerlingenaantallen die de voortgezette kortingen overtreffen. • De overige rijksbijdrage daalt vanaf 2017 als gevolg van het feit dat vanaf het jaar 2016 de specifieke subsidies voor groen onderwijs door EZ zijn beëindigd (met name subsidie praktijkleren). Hiertegenover staan hogere opbrengsten uit sectorakkoorden in het vo en mbo. • De post baten werk in opdracht van derden betreft de verwachte opbrengsten inzake “Leven Lang Leren”. • De deelnemersbijdragen nemen af als gevolg van de begrote daling van de deelnemers-/leerlingaantallen en als gevolg van een besluit om posten onder een bepaald bedrag niet meer te factureren. • Onder de post “overige baten” is in 2016 een boekwinst verantwoord van € 0,9 miljoen met betrekking tot de verkoop van twee percelen grond.
Lasten • De personeelskosten dalen in 2017 per saldo door een lagere formatie, een hogere gemiddelde personeelslast (eenmalige uitkering en pensioenlastenstijging) en lagere kosten personeel niet in loondienst; Vanaf 2018 dalen de personeelskosten verder - ondanks een stijging van de gemiddelde personeelslast door gestegen pensioenlasten - door een lagere formatie; • Onder de lasten met betrekking tot huisvesting zijn in 2015 bijzondere waardeverminderingen verantwoord ad € 2,3 miljoen. Deze hebben een rechtstreeks verband met de nieuwbouwactiviteiten volgens het strategisch huisvestingsplan; • De lasten m.b.t. huisvesting stijgen door hogere afschrijvings- en financieringskosten als gevolg van de nieuwbouwactiviteiten volgend uit het strategisch huisvestingsplan; • De overige afschrijvingen stijgen door hogere investeringen in ICT-middelen als gevolg van het digitaliseren van ons onderwijs, met investeringen in smart tv’s in de klas en tablets voor docenten; • Vanaf 2016 stelt het Ministerie van EZ geen groene subsidies meer beschikbaar waaronder die voor praktijkleren. Tot en met het schooljaar 2018/2019 heeft Wellantcollege nog eigen middelen beschikbaar om de kosten praktijkleren te kunnen bekostigen. Vanaf het schooljaar 2019/2020 worden geen kosten meer begroot met betrekking tot praktijkleren. Dit is de voornaamste reden voor de daling van de materiele lasten in 2019.
59
7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF
Kasstroomoverzicht Beginstand liquide middelen
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
begroting
2015
2016
2017
2018
2019
3.474
7.372
2.108
886
1.080
12.485
6.986
8.206
7.495
9.308
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-7.687
-11.350
-13.528
-19.401
-21.000
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-900
-900
4.100
12.100
11.100
7.372
2.108
886
1.080
488
Kasstroom uit operationele activiteiten
Eindstand liquide middelen
Investeringsbehoefte als % totale omzet Investeringen Totale omzet * percentage
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
begroting
2015
2016
2017
2018
2019
7.687
11.350
13.528
19.401
21.000
123.109
125.775
124.690
121.979
121.751
6,2%
9,0%
10,8%
15,9%
17,2%
*Inclusief projectbaten
Financieringsbehoefte als % totale omzet nieuwe leningen aflossingen op leningen mutatie percentage van de omzet
Loan to value
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
begroting
2015
2016
2017
2018
2019
0
0
5.000
13.000
12.000
-900
-900
-900
-900
-900
-900
-900
4.100
12.100
11.100
-0,7%
-0,7%
3,3%
9,9%
9,1%
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
begroting
2015
2016
2017
2018
2019
in % van de boekwaarde
27%
25%
28%
37%
43%
In % van de OZB waarde
22%
22%
Kasstroomoverzicht Vanaf 2013 wordt jaarlijks € 0,9 miljoen afgelost op de lening van het Ministerie van Financiën. In 2017 -2019 bestaat er, als gevolg van een kasstroom uit operatie (€ 25 miljoen) die niet voldoende is om de investeringskastroom (€ 54 miljoen) te financieren en herfinanciering van de bestaande lening (€ 3 miljoen), een financieringsbehoefte van € 30 miljoen. Hierbij neemt het saldo liquide middelen af met € 2 miljoen. Voor de komende drie jaar (2017-2019) is de ratio investeringen ten opzichte van de baten 14,6%. Voor de komende vijf jaar (2017-2021) is dit percentage 14,1%. Volgens nieuwe regelgeving dient de continuïteitsparagraaf een horizon te hebben van vijf jaar indien de investeringen meer dan 15% van de baten bedragen. Aangezien Wellant hier onder zit, is de horizon van deze continuïteitsparagraaf drie jaar.
60
De loan to value ratio geeft aan in hoeverre het vastgoed is gefinancierd via lang vreemd vermogen. Bij een ratio van 1 is het vastgoed geheel gefinancierd via lang vreemd vermogen. Balans In de geprognosticeerde balans is zichtbaar dat de komende jaren door de investeringen in huisvesting de vaste activa toenemen. Deze investeringen worden gefinancierd door eigen vermogen en vreemd vermogen. In de kredietbehoefte tot het vierde kwartaal van 2017 is al geheel voorzien door een lening van € 22,5 miljoen bij het ministerie van Financiën. Huisvesting Voor de periode 2017-2019 zijn investeringen gepland in huisvesting ad € 45 miljoen. Het betreft groot onderhoud op nagenoeg alle locaties ad € 11 miljoen en investeringen vanuit het strategisch huisvestingsplan ad € 34 miljoen.
Activa
31-dec-15
31-dec-16
31-dec-17
31-dec-18
31-dec-19
Vaste activa Gebouwen en terreinen
85.298
88.887
93.897
104.474
116.113
Inventaris en apparatuur
11.422
11.967
11.482
11.391
11.450
89
66
66
66
66
96.809
100.920
105.445
115.931
127.629
1
1
1
1
1
96.810
100.921
105.446
115.932
127.630
1
2
2
2
2
Vorderingen
2.515
3.245
2.983
2.983
2.983
Liquide middelen
7.372
2.108
886
1.080
488
Totaal vlottende activa
9.888
5.093
3.871
4.065
3.473
106.698
106.276
109.317
119.997
131.103
31-dec-15
31-dec-16
31-dec-17
31-dec-18
31-dec-19
Overige materiële vaste activa Materiële vaste activa: Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden
Totaal activa Passiva
52.048
53.306
53.659
53.332
54.431
5.702
4.667
3.667
2.667
1.667
52
39
26
13
-
57.802
58.012
57.352
56.012
56.098
1.649
2.217
2.080
2.000
1.920
Langlopende schulden
23.400
22.500
26.600
38.700
49.800
Kortlopende schulden
23.847
23.547
23.285
23.285
23.285
106.698
106.276
109.317
119.997
131.103
Algemene reserve Bestemmingsreserve Overige reserves en fondsen Eigen vermogen Voorzieningen
Totaal passiva
Gebouwoppervlakte (m² bruto vloeroppervlakte) Eigendom Huur Bruikleen Totaal
mbo
15.687
mbo/ vmbo
29.191
2.310 18.417
totaal
3.897
146.511
1.016
9.041 420
29.191
opp. / leerling overige opstallen totaal
Gebouwoppervlakte per leerlingen per m² (gewogen)
totaal
6.967
ondersteunende diensten
420
opp. / leerling hoofdgebouw
opp. / leerling overige opstallen
90.768
mavo
5.716
Gebouwoppervlakte per leerlingen per m² (ongewogen)
opp. / leerling hoofdgebouw
vmbo
96.484
6.967
4.913
155.972
VMBO
BOL + BBL
10,12
6,97
2,65
2,26
12,77
9,23
VMBO
BOL + BBL
10,12
8,57
2,65
2,77
12,84
11,34
61
7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF
Dit betreft tijdelijke en permanente uitbreiding in Montfoort en nieuwbouwprojecten in Utrecht, Dordrecht en Naarden. Uitgedrukt in een percentage van de baten komen de investeringen in huisvesting voor de komende 3 jaar uit op 12,3% (de afschrijvingen huisvesting bedragen 5,0% van de baten). De tabel gebouwoppervlakte geeft een beeld van het totaal aan gebouwoppervlakte in eigendom, huur dan wel bruikleen. Tot slot is onderstaand weergegeven hoe de gebouwoppervlakte per onderwijssoort zich in tabel gebouwoppervlakte per leerling per m2 verhoudt tot het gewogen (met BBL factor van 0,35) en ongewogen leerlingaantal.
Liquiditeit De liquiditeit van Wellantcollege wordt bewust laag gehouden om onnodige rentekosten te vermijden. Dit is mogelijk door het afgesproken financieringsarrangement met het ministerie van Financiën. Er is ruimte voor een negatieve rekening courant stand van maximaal € 10 miljoen. In de praktijk maakt Wellantcollege geen gebruik van deze kredietfaciliteit. Wellantcollege hanteert een financiële doelstelling van de minimaal benodigde kaspositie (inclusief ruimte onder de kredietfaciliteit). Deze is gesteld op tweemaal het maandsalaris inclusief afdrachten. Dit is een bedrag van plm. € 10 miljoen. Deze is gelijk aan de kredietfaciliteit.
Kengetallen Wellantcollege
Pas in het laatste kwartaal van 2017 bestaat er een externe financieringsbehoefte en zal Wellantcollege vreemd vermogen aantrekken om het investeringsprogramma te financieren. Dit gekozen beleid resulteert erin dat qua liquiditeit Wellantcollege (met een current ratio van 0,23 ultimo 2016) onder de signaleringsgrenzen van OCW (tussen 0,5 en 1,5) zit.
Solvabiliteit De ratio voor de solvabiliteit daalt van 54% naar 43% per ultimo 2019, en blijft hiermee binnen de streefwaardes vastgesteld door de raad van toezicht. Deze daling van de solvabiliteit in de periode 2016-2019 is te verklaren door een stijging van het vreemd vermogen als gevolg van financiering van de investeringsactiviteiten, een daling van het eigen vermogen als gevolg van begrote negatieve resultaten in de jaren 2017 en 2018 en een stijging van het balanstotaal door investeringen in huisvesting.
Debt service coverage ratio De debt service coverage ratio wordt gebruikt om een beeld te krijgen van de betalingscapaciteit (“debt service”) van een instelling in verhouding tot de financiële verplichtingen (betalingscapaciteit/financiële verplichtingen). De betalingscapaciteit betreft de vrije geldstroom binnen de instelling: het resultaat na belastingen gecorrigeerd voor de afschrijvingen en rentelasten. De financiële verplichtingen betreffen het totaal aan rente en aflossingen.
Rentabiliteit Vanaf het jaar 2013 tot het jaar 2017 is de rentabiliteit van Wellantcollege positief. Voor de jaren 2017 en 2018 is negatief begroot. Vanaf het jaar 2019 kan naar verwachting kostendekkend worden begroot, onder voorbehoud van de reparatie van de onder-bekostiging van het groene onderwijs.
Risicomanagement binnen Wellantcollege
De gemiddelde huisvestingskosten exclusief personeel bedragen in 2016 € 96 (2015: € 110) per vierkant meter bruto vloeroppervlak. Gecorrigeerd voor bijzondere waardeverminderingen is dit € 96 (2015: € 95).
Financiële kengetallen Solvabiliteit per ultimo Rentabiliteit Liquiditeit (current ratio) Debt service coverage ratio
62
Interne risicobeheersings- en controlesysteem Risicomanagement levert een wezenlijke bijdrage aan het in control zijn van een organisatie. Het betreft het continu en systematisch doorlopen van de organisatie en zijn activiteiten op risico’s om op basis hiervan bewust risico’s te nemen, de kans op risico’s te
werkelijk
werkelijk
begroting
begroting
begroting
2015
2016
2017
2018
2019
54,2%
54,6%
52,5%
46,7%
42,8%
0,6%
0,2%
-0,5%
-1,1%
0,1%
0,41
0,23
0,17
0,17
0,15
6,9
5,3
5,3
4,6
5,2
Figuur 1: Kwaliteitszorgcycles Wellantcollege DOORLOPEND WERKOVERLEG
ZELFEVALUATIE
JAN DEC
NOV
OKT
INSTELLINGSPLAN / KADERBRIEF
FEB
MRT
CONTEXT EN PLANNING KWALITEITSZORGCYCLES
BEOORDELINGSGESPREK
START VMBO PLAN EN MBO PLAN
APR
LOCATIETEAMPLAN
SEP OM HET JAAR: • PLANNINGSGESPREK • FUNCTIONERINGSGESPREK / VOORTGANG
MEI
AUG
JUN
WERKVERDELINGSBELEID
JUL
verkleinen of de gevolgen ervan te beperken. Door structureel aandacht te hebben voor in- en externe omstandigheden kunnen risico’s vroegtijdig worden gesignaleerd en beoordeeld, zodat vervolgens mitigerende maatregelen kunnen worden genomen. Binnen het onderwijs zijn diverse terreinen waarop onderwijsinstellingen risico’s kunnen lopen, denk daarbij aan strategische, financiële, operationele en compliance risico’s. Dergelijke risico’s kunnen worden beheerst door middel van een intern risicobeheersings- en controlesysteem. Een aantal belangrijke instrumenten die Wellant binnen dit systeem hanteert zijn: • Planning & Control cyclus; inclusief verantwoordingsen stuurinformatie en bijbehorende kengetallen. • Kwaliteitszorgcyclus; op basis van het instellingsplan worden locatie- en teamplannen opgesteld. Daaronder ligt een monitoringsysteem van periodieke zelfevaluatie.
SCHOLINGSPLAN
• Instellingsplan; gebaseerd op de strategie van Wellant: Strategie 2015-2020. • Strategische personeelsplanning; • Strategisch huisvestingsplan; • Interne audits;
Figuur 1: Kwaliteitszorgcyclus Wellantcollege • Integrale jaarkalender; deze kalender bevat de tijdlijnen voor de planning & control cyclus, de verantwoordingscyclus, kwaliteitszorgcyclus en de gesprekkencyclus. • Meerjarenbegroting; bevat scenario’s op basis van leerling- en studentprognoses. 63
7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF
Gerealiseerde verbeteringen in het risicobeheersings- en controlesysteem Wellant is voortdurend bezig met het verbeteren van de sturing van de organisatie en het vergroten van de kwaliteit van het risicobeheersings- en controlesysteem. In het afgelopen kalenderjaar zijn in dit kader ook weer verschillende verbeteringen gerealiseerd, waaronder: • Verbeteren van de kwaliteit van de begrotingscyclus; onder andere door middel van het gebruik van begrotingssoftware en een gedetailleerde opbouw van de begroting voor kalenderjaar 2017 is de kwaliteit van de begroting, als stuurmiddel voor de organisatie, verder toegenomen. • Integreren verschillende PDCA-cycli; binnen Wellant werd gebruik gemaakt van verschillende PDCA-cycli die los van elkaar werkten (o.a. financieel en kwaliteitszorg), maar wel invloed op elkaar hadden. Omdat deze cycli elkaar kunnen versterken mits goed ingezet, is ervoor gekozen om een aangepaste, integrale PDCA-cyclus op te zetten. • Opstellen van Wellant integrale jaarkalender; in het verlengde van het integreren van de PDCAcycli heeft Wellant ook een integrale jaarkalender gecreëerd, om zo als organisatie een beter inzicht te hebben in de verschillende producten, deadlines en momenten van formele besluitvorming. En om zo deze cycli beter op elkaar af te kunnen stemmen. • Verbeteren (management)informatievoorziening; In het afgelopen jaar heeft Wellant Business intelligence software in gebruik genomen, genaamd Wellant Dashboard. Met behulp van dit Dashboard zijn al grote stappen gemaakt om (stuur)informatie te ontsluiten voor de organisatie. Denk hierbij onder andere aan informatie op het gebied van: financiën, formatie, leerlingaantallen, bekostigingsdossiers, De beschikbaarheid van deze informatie is cruciaal voor het beter en ‘korter’ kunnen (aan)sturen van de organisatie. • Creëren onafhankelijke Concern Control functie; Om de rol van de afdeling Concern Control meer ‘gewicht’ te geven en duidelijker te positioneren binnen de organisatie is ervoor gekozen om een scherpere functionele scheiding aan te brengen tussen Concern Control en de afdeling Financiën (binnen Bedrijfsvoering). Daarbij is Concern Control als in de organisatie direct onder het college van bestuur geplaatst, als onafhankelijk en kritisch advies voor het college van bestuur.
64
Voorgenomen verbeteringen voor de komende periode Ook voor het komende kalenderjaar zal Wellant inzetten op het doorvoeren van verdere verbeteringen aan het risicobeheersings- en controlesysteem. Een aantal thema’s die daarbij de aandacht zullen krijgen zijn de volgende: • Opzetten en implementeren van een systematische aanpak en proces voor (strategische) risicoinventarisatie en –analyse. Denk hierbij aan het gebruik van periodieke risico workshops voor het expliciet identificeren van risico’s. Daaropvolgend zal periodieke monitoring van deze risico’s in de PDCAcyclus moeten worden ingebed. • Evalueren en aanscherpen van het huidige systeem van interne audits. • Verder vormgeven van het proces van strategische personeelsplanning. • Opzetten van een robuuste systematiek voor leerlingen deelnemersprognoses. Daarbij maximaal gebruik makend van de reeds beschikbare tools, zoals bijvoorbeeld de VOION prognose. • Verder verbeteren van de (management) informatievoorziening, in de vorm van Wellant Dashboard. Dit betreft het verbeteren van de kwaliteit van de huidige rapportage mogelijkheden en het verder ontsluiten van additionele informatie. Overzicht belangrijkste risico’s Hieronder geven we een overzicht van de belangrijkste risico’s die het behalen van de strategische en financiële doelstellingen van Wellantcollege kunnen beïnvloeden. Daaraan gekoppeld zijn de mogelijke oorzaken en gevolgen van de benoemde risico gebeurtenissen. Figuur 2: B elangrijkste risico’s (incl. oorzaken en gevolgen) Tevens is een inschatting gemaakt van de potentiele impact en worden de belangrijkste beheersmaatregelen, bedoeld om de kans en/of impact van het risico te beperken, uiteengezet. Figuur 3: B elangrijkste risico’s (incl. impact en maatregelen) Rapportage toezichthoudend orgaan Zie hoofdstuk 8 van het jaarverslag 2016. Bericht raad van toezicht."
VERSTERKEN REGIONALE SAMENWERKING • Regioleren, kennisdelen, duurzaam en de samenwerking tussen overheid– onderwijs–bedrijfsleven: het kwam allemaal samen tijdens het BlauwZaam symposium VI, bij Wellantcollege in Gorinchem.
• Leerlingen klas 2 (Wellant vmbo, Alphen a/d Rijn) lopen tijdens hun projectweek stage op verschillende afdelingen bij Avifauna. Ze volgen een gastvrijheidstraining en maken opdrachten in het kader van Natuur-en Milieueducatie en recreatie.
• Studenten van de Wellant mbo’s Amsterdam Linnaeus, Aalsmeer en Rijnsburg hebben op het museumplein een reusachtig labyrint van 125.000 zonnebloemen gemaakt voor de opening van het vernieuwde Van Gogh museum in Amsterdam.
65
7 CONTINUÏTEITS PARAGRAAF
Nr
Categorie
Risico
Mogelijke oorzaken
1
Strategisch
Strategie 2015-2020 onvoldoende gerealiseerd
-- Geen integrale werkwijze locaties Wellant -- Gebrek aan draagvlak en eigenaarschap -- Onvoldoende eenduidige strategie/visie
2
Strategisch
Dalende leerlingen/studenten aantallen
-- Demografische ontwikkeling -- Concurrentie -- Opleidingsaanbod sluit onvoldoende aan op arbeidsmarkt -- Negatieve berichtgeving rondom Wellant
3
Strategisch
Afnemende kwaliteit onderwijs
-- Onvoldoende kwalitatief goed personeel -- Portfolio opleidingen sluit onvoldoende aan op arbeidsmarkt
4
Financieel
Druk op financiële huishouding
-- Dalende leerlingen/studenten aantallen -- Bezuiningen in reguliere bekostiging -- Teruglopende subsidieinkomsten -- Gewijzigde financieringssystematiek LWOO -- Ontwikkeling pensioenlasten -- Onderbekostiging groen onderwijs
5
Financieel
Beperkte mogelijkheden externe financiering via Schatkist
-- Gewijzigde waarderingsgrondslagen Schatkistbankieren
6
Operationeel
Cybersecurity en privacy
-- Privacywetgeving en gegevensbescherming (AVG) -- Ontbrekende visie op cybersecurity -- Ontbreken van back-up en recoveryplan
7
Operationeel
Onvoldoende kwalitatief goed personeel
-- Vergrijzing van het personeelsbestand -- Krapte op de arbeidsmarkt (schaarstevakken) -- Toenemend ziekteverzuim en verloop -- Onvoldoende aandacht voor de professionele ontwikkeling van het personeel
In maart 2017 is er een intentieverklaring getekend door de besturen van Aeres en Wellantcollege. Het bestuur is zich er van bewust dat op langere termijn en bij doorgang van een fusie dit impact gaat hebben op het realiseren van de strategie 2015-2020 en de interne organisatie. Gelet op de fase waarin het voornemen tot een fusie zich bevindt, voorziet het bestuur hier op dit moment nog geen specifieke risico’s, maar heeft het bestuur hier wel de aandacht voor.
66
Mogelijke gevolgen
Impact
Maatregelen
-- Gebrek aan samenhang en synergie -- Onvrede onder medewerkers -- Kwaliteit onderwijs loopt terug
Middel
-- Periodieke monitoring op verschillende KSF’en in de PDCA-cylcus -- Directievorming op vmbo en mbo -- Uniformeren van processen binnen Wellant
-- Teruglopende inkomsten -- Dreigende overcapaciteit op het gebied van huisvesting en personeel
Hoog
-- Uitwerken scenario’s en deze periodiek herijken -- Tijdig starten van het formatieplanningsproces (jaarlijks) -- Optimaliseren afstemming vacatureruimte en overformatie -- Flexibele schil in stand houden
-- Imagoschade -- Onvrede onder leerlingen -- Dalende leerlingen/ studenten aantallen
Hoog
-- Hanteren kwaliteitszorgcyclus (PDCA-systematiek) -- Gebruik maken van periodieke zelfevaluaties binnen teams en organisatieonderdelen -- Gericht inzetten van professionaliseringsprogramma’s
-- Investeringsmogelijkheden lopen terug -- Financiele stabiliteit neemt mogelijk af -- Lange termijn personeelsverplichtingen nemen toe
Middel
-- Locatiebenchmarks en kostenonderzoek -- Intensiveren monitoring en sturing op begroting en forecast -- Versterken positie in de regio (samenwerking gemeente en bedrijfsleven) -- Verder verbeteren management informatie -- Gesprek voeren met stakeholders en directies om problematiek op de agenda te houden -- Business case denken bevorderen bij investeringsbeslissingen
-- Benodigde investeringen in huisvesting kunnen niet worden gedaan -- Kwaliteit onderwijs loopt terug
Middel
-- Wellant verkent de mogelijkheden bij meerdere financiers
-- Cybercrime: boetes en imagoschade -- Verlies van cruciale bedrijfsgegevens -- Verstoring van onderwijs- en ondersteunende processen
Hoog
-- Structurele aandacht voor deze thema’s in het Strategisch Informatie Overleg (SIO) -- Traject rond Informatiebeveiliging en privacy (IBP); nul-meting en verdere verbetering, borging en verhogen bewustzijn binnen Wellant
-- Toenemende werkdruk -- Onvrede onder medewerkers en leerlingen -- Innovatiekracht wordt beperkt -- Kwaliteit onderwijs komt onder druk -- Imagoschade
Hoog
-- Periodieke HRM gesprekkencyclus binnen Wellant -- Strategische personeelsplanning als instrument verder ontwikkelen -- Verbeteren tijdigheid/kwaliteit van het formatieplanningsproces -- Scholings- en professionaliseringsplannen
67
BERICHT RAAD VAN TOEZICHT 2016 68
Vergaderingen en bijeenkomsten De raad van toezicht kwam in 2016 zes keer plenair bijeen met het college van bestuur. Naast plenaire bijeenkomsten waren er tevens bijeenkomsten in commissieverband. Deze stonden in het teken van de voorbereiding van de vergaderingen van de raad van toezicht en boden tevens gelegenheid om dieper op een aantal zaken in te gaan. De raad van toezicht is voorts eenmaal zonder het college bijeengekomen. Toezicht en advies De raad van toezicht besprak de in de statuten vastgelegde onderwerpen en stelde zich daarnaast op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen en aangelegenheden binnen Wellantcollege en het groene onderwijs in het algemeen. In dit kader is, in het bijzijn van de accountant, het Geïntegreerd Jaarverslag 2015 en het Accountantsverslag 2015 besproken. Tevens zijn aan de orde geweest de Meerjarenbegroting 2017-2019 en in samenhang daarmee het Financieringsplan 20172025 en het Strategisch Huisvestingsplan 2016-2026. De raad van toezicht heeft de financiële ontwikkelingen binnen Wellantcollege gevolgd aan de hand van financiële tertiaalrapportages. In 2016 is voorts het Treasury Statuut opnieuw vastgesteld.
De positionering van het vmbo kwam aan de orde in het kader van de locatieschouw vmbo. De raad van toezicht was verheugd dat alle leerwegen op alle vmbolocaties dit jaar een basisarrangement van de onderwijsinspectie toegewezen hebben gekregen. Er was dit jaar bijzondere aandacht voor het vmbo Rotterdam, waarvoor het ingrijpende besluit tot sluiting is genomen. De raad van toezicht heeft toegezien op zorgvuldige afweging en besluitvorming door het college van bestuur en volgt de afwikkeling van de sluiting nauwgezet. Tot slot is, met name ook vanuit de auditcommissie, uitgebreid aandacht besteed aan de noodzaak tot verbetering van de administratieve bedrijfsvoering. Het programma dat hiervoor is ingericht geeft de raad van toezicht het vertrouwen dat de beoogde verbeteringen ook daadwerkelijk zullen worden bereikt. Naast bovenstaande onderwerpen is er in 2016 ook aandacht geweest voor de voortgang met betrekking tot het Instellingsplan, de managementletter van de accountant, diverse samenwerkingsovereenkomsten en diverse huisvestingszaken.
De onderbekostiging van het mbo blijft een zorgpunt. Om de continuïteit van het onderwijs te kunnen handhaven is ervoor gekozen tijdelijk te werken met een negatieve begroting. Dit in de verwachting dat de onderbekostiging door de overheid op termijn zal worden hersteld. Mocht dit niet het geval blijken dan zullen ingrijpende maatregelen nodig zijn en zal het opleidingsaanbod aanzienlijk moeten worden beperkt. Deze maatregelen zijn ten nadele van zowel studenten als bedrijfsleven.
Werkgeversrol De remuneratiecommissie van de raad van toezicht heeft met beide leden van de het college van bestuur remuneratiegesprekken gevoerd. In deze gesprekken is onder andere aandacht besteed aan de teruggang van drie naar twee cvb-leden en de gevolgen hiervan voor de werkwijze binnen en ondersteuning van het college van bestuur. Uit de gesprekken kwamen geen bijzonderheden naar voren die aanleiding gaven tot specifieke acties of aandachtspunten.
In 2016 is diverse malen gesproken over de samenwerking met andere onderwijsinstellingen. Allereerst in het kader van de Groene Metropool, waarin wordt samengewerkt met Edudelta, Lentiz en Prinsentuin. En voorts ook over het voornemen om nauw te gaan samenwerken met Aeres Groep. Door intensieve samenwerking met betrekking tot het opleidingsaanbod, waarbij krachten worden gebundeld, kan het groene onderwijs zich beter positioneren en zo het bedrijfsleven en de studenten beter bedienen.
In november 2013 is door het Platform Raden van Toezicht een nieuwe beloningscode voor bestuurders in het mbo vastgesteld. Op basis van de code, waarin wordt uitgegaan van het aantal mbo-studenten, zou de bezoldiging van het college moeten vallen onder klasse A. Dit doet echter onvoldoende recht aan zowel de omvang (in totaal zo’n 12.000 leerlingen en studenten) als de complexiteit van de instelling (28 locaties, diverse brancheorganisaties en vallend onder twee ministeries). Deze complexiteit vraagt bijzondere vaardigheden van het bestuur. Derhalve heeft de raad van toezicht destijds besloten tot honorering van het college van bestuur conform klasse B. In 2016 is dit beloningsniveau gehandhaafd. De beloning is conform de Wet Normering Topinkomens.
In het kader van de uitwerking van de strategie is een aantal malen uitgebreid aandacht besteed aan de positionering van het mbo en interne macrodoelmatigheid.
69
8 BERICHT RAAD VAN TOEZICHT 2016
Overzicht hoofd- en relevante nevenfuncties Raad van Toezicht ultimo 2016 dhr. prof. dr. M.J.M. Vermeulen hoofdfunctie • TIAS School for Business and Society -- Academic director Strategy, Innovation and Governance -- Academic director Master Public Management nevenfuncties • hoogleraar onderwijssociologie Tilburg University en Open Universiteit Nederland • buitengewoon hoogleraar Universiteit Stellenbosch, Zuid-Afrika • DGA V-square BV • Vicevoorzitter raad van commissarissen Zayaz, woningbouwcorporatie in Den Bosch • Voorzitter stuurgroep Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek • Lid Commissie Macrodoelmatigheid MBO • Voorzitter Onderwijscuratorium IFV (Brandweeropleidingen) • Voorzitter Zuidelijke Rekenkamer • Lid Raad van Toezicht Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) • Voorzitter bestuur Stichting Alexander Amsterdam • Voorzitter bestuur Koningstheateracademie mw. dr. H.H.M. Scholtes hoofdfunctie • Senior adviseur Twijnstra Gudde Adviseurs en Managers nevenfuncties • Docent TiasNimbas Master of management in education • Gastdocent Inspectieacademie • Voorzitter vakjury Orde van Organisatie Adviseurs • Lid Cliëntenraad St. Antonius Nieuwegein/Utrecht/Woerden dhr. J. Bogerd MBA hoofdfunctie • Voorzitter college van Bestuur Hogeschool Utrecht nevenfuncties • Voorzitter stichting Studielink • Lid ledenraad Coöperatie Surf UA • Lid bestuur EigenWijkseEnergieCoöperatie • Lid raad van toezicht Stichting Utrecht Science Park
70
mw. mr. R.M. Bergkamp hoofdfunctie • Secretaris en algemeen directeur provincie Noord-Holland nevenfuncties • Lid Adviesraad Animal Science Groep (WUR) • Lid Audit Committee ministerie van Financiën • Lid Raad van Commissarissen van Royal Reesink N.V. • Lid Raad van Toezicht van Het Voedingscentrum dhr. ir. G.T.M. Kok hoofdfunctie • Royal FloraHolland: director Corporate Affairs and Sustainability; concernmanager Externe Betrekkingen nevenfuncties namens FloraHolland • Bestuurslid Greenport Holland • Voorzitter stuurgroep Human Capital Agenda T&U • Bestuur Dutch Horticultural Trade Board • Bestuurslid Topconsortia Kennis en Innovatie • Bestuurslid MPS ( duurzaamheid in de sierteelt) • Bestuurslid Fair Flowers Fair Plants • Bestuurslid Floriculture Sustainability Initiative • Bestuurslid SvS ( tuinbouw vakbladen) • Bestuurslid Greenport Aalsmeer • voorzitter Greenport Westland Oostland • DB-lid Greenport HortiCampus • Bestuurslid Duits-Nederlandse Kamer van Koophandel • Bestuurslid VNO/NCW landelijk; regionaal VNO/ NCW West; KvK Zuid West mw. drs. H.K. Sluiter MEM hoofdfunctie • Directeur Stichting Technasium nevenfuncties • Eigenaar B&B, advies op het gebied van onderwijsontwikkeling, Bètaontwikkeling, HRMontwikkeling en duurzaam strategisch beleid in het funderend onderwijs. • Kwartiermaker Connectief van Lerende Scholen • Vicevoorzitter raad van toezicht Coenecoop College • Voorzitter experts Landelijk Versterkingsprogramma Lerarenopleiding en Scholen • Lid Expertteam Leren Loont Rotterdam
Contact met de organisatie In het toezichtkader is vastgelegd hoe de raad van toezicht zich wil verhouden tot de medezeggenschap. Een van de activiteiten die jaarlijks zal gaan plaatsvinden is een medezeggenschapsconferentie waarvoor alle centrale medezeggenschapsorganen van Wellantcollege en het college van bestuur worden uitgenodigd. De conferentie zal zodanig van opzet zijn, dat er naast een formeel programma ook ruimte is voor informele gesprekken. In april 2017 heeft de eerste medezeggenschapsconferentie plaatsgehad. Voorts zijn met de Ondernemingsraad nieuwe afspraken gemaakt over de verhouding tussen de raad van toezicht en de OR. Daarbij is afgesproken dat de raad van toezicht eenmaal per jaar aanwezig is bij een overlegvergadering. Het tweede wettelijk voorgeschreven contactmoment is tijdens de jaarlijkse medezeggenschapsconferentie. Analoog daaraan zijn tenminste twee leden van de raad van toezicht jaarlijks aanwezig bij een overleg van de centrale studentenraad en de centrale ouderraad. In februari was de raad van toezicht te gast in een vergadering van de centrale ouderraad. Tijdens deze vergadering is uitgebreid aandacht besteed aan het Instellingsplan. Een directeur vmbo heeft tijdens deze bijeenkomst de plannen met betrekking tot het vmbo toegelicht. Bij gelegenheid waren bij vergaderingen van de raad van toezicht en de commissies naast het college van bestuur ook leden van het management van Wellantcollege aanwezig. De raad van toezicht kreeg zo een breder beeld van wat er in de organisatie leeft en hoe het management daarop reageert en stuurt. Interne evaluatie en toezichtkader In een aparte bijeenkomst heeft de raad van toezicht een interne evaluatie gehouden. Een belangrijk gesprekspunt was de samenstelling en werkwijze raad van toezicht. In dit kader is een ‘geschiktheidsmatrix’ opgesteld, waarin de competenties en expertisegebieden van de afzonderlijke rvt-leden in kaart zijn gebracht. Hierdoor is meer inzicht verkregen in het expertiseniveau van de raad van toezicht als geheel. Voorts is tijdens de interne evaluatie aandacht besteed aan de relatie met het college van bestuur en organisatieontwikkeling, zowel in- als extern.
In april 2016 heeft de raad van toezicht een intern toezichtkader vastgesteld. In dit toezichtkader ligt de visie op toezicht vast en de wijze waarop de raad van toezicht zijn verschillende taken uitoefent. Een nieuw element is een jaarlijks vertrouwelijk gesprek met de accountant, gekoppeld aan de bespreking van de jaarrekening. Dit gesprek heeft in juni 2016 voor het eerst plaatsgehad. Het toezichtkader is in te zien via de website van Wellantcollege. Samenstelling raad van toezicht De samenstelling van de raad van toezicht is gedurende 2016 ongewijzigd gebleven. Governance De raad van toezicht volgt bij de uitoefening van zijn taken de Branchecode goed bestuur in het mbo. Platform raden van toezicht Vanuit de MBO Raad wordt het Platform raden van toezicht georganiseerd. De raad van toezicht volgt de ontwikkelingen binnen het Platform en is zo mogelijk bij bijeenkomsten aanwezig. Tot slot Graag spreken wij via deze weg onze waardering uit voor alle betrokkenen bij Wellantcollege, zowel docenten als ondersteunend personeel alsook leerlingen en studenten. Wij danken iedereen voor zijn inzet en inspanningen in 2016. De raad van toezicht, • dhr. prof. dr. M.J.M. Vermeulen (voorzitter) • mw. mr. R.M. Bergkamp (vicevoorzitter) • mw. dr. H.H.M. Scholtes • mw. drs. H.K. Sluiter MEM • dhr. J. Bogerd MBA (lid tot 21 februari 2017) • dhr. ir. G.T.M. Kok (lid tot 8 februari 2017) • mw. drs. J.A. van Wijngaarden (lid per 20 april 2017)
71
JAAR REKENING 2016
72
Balans per 31 december 2016 (na bestemming van het resultaat over 2016) 1
Activa (alle bedragen x € 1.000)
31-12-2016
31-12-2015
Vaste activa 1.2
Materiële vaste activa
100.920
96.809
1.3
Financiële vaste activa
1
1
100.921
96.810
Totaal vaste activa Vlottende activa 1.4
Voorraden
2
1
1.5
Vorderingen
3.245
2.515
1.7
Liquide middelen
2.108
7.372
Totaal vlottende activa Totaal activa 2
Passiva 2.1
Eigen vermogen
2.2
Voorzieningen
2.3
Langlopende schulden
2.4
Kortlopende schulden
5.355
9.888
106.276
106.698
31-12-2016
31-12-2015
58.012
57.802
2.217
1.649
22.500
23.400
23.547
23.847
106.276
106.698
realisatie
begroting
realisatie
2016
2016
2015
Totaal passiva
Staat van baten en lasten over 2016 3
Baten 3.1
Rijksbijdragen
120.514
119.649
118.474
3.2
Overige overheidsbijdragen
485
365
425
3.4
Baten werk in opdracht van derden
443
612
313
3.5
Overige baten
4.663
4.565
3.897
Totaal baten
126.105
125.191
123.109
realisatie
begroting
realisatie
2016
2016
2015
4
Lasten 4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
4.4
Overige lasten Totaal Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten Resultaat
6
Belastingen Resultaat na belastingen
91.751
89.452
86.740
8.130
8.500
10.412
8.846
8.688
8.523
16.344
16.759
15.830
125.071
123.399
121.505
1.034
1.792
1.604
-823
-847
-852
211
945
752
-
-
-
211
945
752
73
9 JAARREKENING 2016
Kasstroomoverzicht over 2016 (alle bedragen x € 1.000) Saldo baten en lasten
2016
2015
1.034
1.604
8.130
10.412
Gecorrigeerd voor: * Afschrijvingen * Boekwinst * Mutatie voorzieningen
-892 568
-592
8.840
11.424
-1
-
Mutaties werkkapitaal * Voorraden * Vorderingen
-730
489
* Kortlopende schulden
-290
1.435
-1.021
1.924
7.819
13.348
-
1
-833
-864
-
-
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen intrest Betaalde intrest Belastingen Kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen materiële vaste activa Desïnvesteringen materiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen
-833
-863
6.986
12.485
-12.415
-7.687
1.065
-
-11.350
-7.687
-
-
Aflossing langlopende schulden
-900
-900
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-900
-900
Mutatie liquide middelen
-5.264
3.898
Beginstand liquide middelen
7.372
3.474
Mutatie liquide middelen
-5.264
3.898
2.108
7.372
Eindstand liquide middelen
74
Waarderingsgrondslagen Onderstaande waarderingsgrondslagen zijn van toepassing op de jaarrekening. Algemeen De activiteiten van het agragrisch opleidingencentrum Stichting Wellant zijn gericht op het geven van onderwijs aan leerlingen in een groene leeromgeving door kennis te delen en toe te passen. Ons doel is leerlingen goed voor te bereiden op het leven en werken in onze maatschappij. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de “regeling Jaarverslaggeving Onderwijs”. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving ( in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerdop historische kosten. Schattingswijziging In de jaarrekening 2015 zijn de volgende verplichtingen opgenomen onder de “Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen”: • verplichtingen inzake eigen risico dragerschap voor de Ziektewet (ZW); • verplichtingen inzake eigen risico dragerschap voor de Wet Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA): • verplichtingen gebaseerd op de regeling seniorenverlof uit de regeling duurzame inzetbaarheid in de cao MBO. Op basis van nieuwe inzichten is besloten om in de onderliggende jaarrekening 2016 voor deze drie regelingen een voorziening te treffen. De schattingswijziging heeft voor een bedrag ad € 330.000 betrekking op het jaar 2015, maar is verantwoord in het boekjaar 2016. Dit bedrag wordt veroorzaakt door een initiële vorming per 1 januari 2016 van een voorziening ZW ad € 50.000, een voorziening WGA ad € 200.000 en een voorziening seniorenverlof ad € 80.000.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. In deze jaarrekening worden de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht gepresenteerd in euro’s * 1.000. De toelichting op posten binnen deze opstellingen worden gepresenteerd in euro’s. De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Materiële vaste activa De gebouwen en terreinen, inventaris en apparatuur, andere vaste bedrijfsmiddelen, vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen hierop worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de verwachte economische levensduur. Op terreinen (met uitzondering van geactiveerde erfpacht), materiele vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen hierop wordt niet afgeschreven.
75
9 JAARREKENING 2016
De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn als volgt:
Gebouwen
6,12,18,24 en 30 jaar op basis van de componentenmethode:
Casco
30 jaar
dakbedekking, plafonds, dekvloeren
24 jaar
werktuigbouwkundige installaties
18-30 jaar
liftinstallaties
18 jaar
elektrische installaties
24-30 jaar
binnenwerk
12 jaar
glas- en schilderwerk
6 jaar
Verbouwingen (van voor 2008)
10 jaar
Inventaris en apparatuur
tusen 3 en 20 jaar
Andere vaste bedrijfsmiddelen
5 jaar
Onderhoudsuitgaven worden geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. Investeringen > € 1.000,- komen in aanmerking voor activering (voor fungibele investeringen ligt de grens bij € 450,-). De grond en gebouwen overgedragen door de overheid in het kader van de OKF-operatie zijn per 1 januari 1997 geactiveerd tegen de waarde zoals vastgesteld door het ministerie van EZ. Indien voor een materieel vast actief sprake is van kosten die samenhangen met verplichtingen inzake de ontmanteling en verwijdering van het actief en het herstel van het terrein waar het actief zich bevindt (herstelkosten), en deze verplichting wordt veroorzaakt door het neerzetten van het actief, worden de kosten noodzakelijk voor de afwikkeling van de verplichting verwerkt als onderdeel van de boekwaarde van het actief. Investeringssubsidies worden vanaf 1 januari 2008 zichtbaar in mindering gebracht op de materiele vaste activa. (netto methode) Financiële vaste activa De overige financiele vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde.
waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de toekomstige nettokasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte toekomstige kasstroom, wordt een bedrag voor impairment ten laste van het resultaat geboekt voor het verschil tussen de boekwaarde en de actuele waarde van het actief. Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere actuele waarde, onder aftrek van verkoopkosten. Voorraden De voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, eventueel onder aftrek van een voorziening voor incourantie. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten bij Stichting Wellant vorderingen, liquide middelen en langlopende en kortlopende schulden. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, inclusief direct toerekenbare transactiekosten. Na de eerste opname worden financiële instrumenten gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien er geen sprake is van agio of disagio en direct toerekenbare transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde. Op vorderingen wordt een noodzakelijke geachte voorziening getroffen voor risico van oninbaarheid. Vorderingen Voor de waardering van vorderingen wordt verwezen naar de paragraaf inzake financiële instrumenten.
Verbonden partijen Er is geen sprake van verbonden partijen. Wellantcolege neemt deel in diverse samenwerkingsverbanden. In geen enkel samenwerkingsverband is sprake van beslissende zeggenschap.
Liquide middelen De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Liquide middelen die niet ter directe beschikking staan worden verwerkt onder de vorderingen. Liquide middelen die gedurende langer dan 12 maanden niet ter directe beschikking staan van de groep worden verwerkt onder de financiële vaste activa.
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Van vaste activa met een lange levensduur wordt periodiek beoordeeld of sprake is van mogelijke bijzondere
Eigen vermogen Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves, de bestemmingsreserves en de bestemmingsfondsen gepresenteerd. De algemene reserve bestaat uit de
76
reserves die ter vrije beschikking staan van het College van Bestuur. Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid door de organisatie is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. Indien de beperktere bestedingsmogelijkheid door derden is aangebracht, dan wordt dit deel aangemerkt als bestemmingsfonds. Voorts is binnen het eigen vermogen een onderscheid gemaakt naar publieke en private middelen. Voorzieningen Een voorziening in verband met verplichtingen als bedoeld in artikel 2:374 lid 1, eerste volzin BW wordt uitsluitend opgenomen indien op de balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. de rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk); b. het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is; en c. er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting. Onder de voorzieningen worden de personele voorzieningen gepresenteerd. Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat van baten en lasten. Uitgaven vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorzieningen. De voorzieningen reorganisatie en Ziektewet zijn opgenomen tegen de nominale waarde. De voorzieningen wachtgeld, onderwijsjubileum, WGA en seniorenregeling zijn opgenomen tegen contante waarde.
passiva betreffen vooruitontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen terzake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding. Personeelsbeloningen/pensioenen Voor de medewerkers van de organisatie is een pensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegde pensioenregeling. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP) en wordt -overeenkomstig de in de RJ aangereikte vereenvoudiging - in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrage-regeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. De risico’s van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risicio’s komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening. Informatie over eventuele tekorten en de gevolgen hiervan voor de pensioenpremies in de toekomstige jaren is niet beschikbaar. De dekkingsgraad van het pensioenfonds per 31 december 2016 bedraagt 97% (ultimo 2015: 97%).
Langlopende schulden Schulden met een resterende looptijd van meer dan een jaar worden aangeduid als langlopend. Het aflossingsbedrag van het lopende jaar wordt onder de kortlopende schulden opgenomen. Voor de waardering van langlopende schulden wordt verwezen naar de paragraaf inzake financiële instrumenten. Kortlopende schulden Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste een jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa, indien hiertoe geen contractueel recht en geen voornemen tot saldering bestaat. Voor de waardering van kortlopende schulden wordt verwezen naar de paragraaf inzake financiële instrumenten. Overlopende 77
9 JAARREKENING 2016
Resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben.Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten.Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord. Het niet bestede gedeelte wordt op de balans gepassiveerd. Belastingen Belastingen omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. De belastingen worden in de staat van baten en lasten opgenomen. De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar, berekend aan de hand van belastingÂtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum,
78
dan wel waartoe materieel al op verslagdatum is besloten, en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting. Voor latente belastingen wordt een voorziening getroffen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiĂŤle verslaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten. Er wordt uitsluitend een actieve belastinglatentie opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van het tijdelijke verschil kunnen worden aangewend. Actieve belastinglatenties worden per iedere verslagÂdatum herzien en verlaagd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
Toelichting behorende tot de jaarrekening over 2016 1
Activa
1.2.1
1.2.2
1.2.3
1.2.4
Totaal
Vaste activa 1.2
Gebouwen en terreinen
Inventaris en apparatuur
Andere vaste bedrijfsmiddelen
In uitvoering en vooruitbetalingen
185.204.790
31.344.659
495.638
1.282.070
218.327.157
-6.835.114
-680.939
-
-
-7.516.053
Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen
-94.353.727
-19.241.565
-407.070
-
-114.002.362
Boekwaarde
84.015.949
11.422.155
88.568
1.282.070
96.808.742
-
-
-
12.415.208
12.415.208
3.326.254
3.258.734
19.500
-6.604.488
0
-162.688
-9.124
-1.250
0
-173.062
Afschrijvingen
-5.385.272
-2.704.198
-40.946
-
-8.130.416
Saldo
-2.221.706
545.412
-22.696
5.810.720
4.111.730
188.368.356
34.586.445
507.138
7.092.790
230.554.729
Materiële vaste activa
Stand per 1 januari 2016: Aanschafprijs Investeringsubsidies
Mutaties in de boekwaarde: Investeringen Ingebruikname Desinvesteringen
Stand per 31 december 2016: Aanschafprijs
-6.835.114
-680.939
-
-
-7.516.053
Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen
Investeringsubsidies
-99.739.000
-21.937.939
-441.265
-
-122.118.204
Boekwaarde
81.794.242
11.967.567
65.872
7.092.790
100.920.472
De egalisatierekening investeringsubsidies is vanaf 1 januari 2008 als negatieve post geclassificeerd onder de materiële vaste activa. In 2016 zijn voor een bedrag ad € 3,3 miljoen investeringen in gebruik genomen met betrekking tot huisvesting. Het betreft met name groot onderhoud waar op vijf locaties meer dan € 100.000 is geactiveerd. Tevens is in Houten een investering gereed gekomen m.b.t. een uitbreiding van een kas en een aantal lokalen ad € 565K. Voor een viertal nieuwbouwprojecten zijn onder de post 1.2.4 investeringen in uitvoering opgenomen. Het betreft Utrecht ad € 5.222K (totaal project is € 9,0 miljoen), Montfoort ad € 694K (totaal project is € 5,7 miljoen), Naarden ad € 283K (totaal project is € 8,0 miljoen) en Dordrecht ad € 37K (totaal project is € 19,5 miljoen).
Onder de afschrijvingen is in 2015 een bedrag opgenomen ad € 2.297.000 aan bijzondere waardeverminderingen van activa (2016: nihil). Het betreft bijzondere waardeverminderingen op de locaties Dordrecht en Naarden in verband met sloop en vervangende nieuwbouw in de jaren 2016-2019. Het besluit is genomen bij het vaststellen van het strategische huisvestingsplan 2016-2025 in november 2015. In 2016 zijn er geen bijzondere waardeverminderingen geweest. Tot zekerheid voor de voldoening van de geldlening van het Ministerie van Financien, is het recht van eerste hypotheek verleend tot een bedrag van € 27 miljoen, per ultimo 2016 groot € 23,4 miljoen, op een aantal percelen grond met opstallen en verder toebehoren. Het betreft de locaties Aalsmeer (Linnaeuslaan, 1e JC Mensinglaan en Zwarteweg) , Dordrecht (Chico Mendesring en Groenezoom), Den Haag Westvliet, Montfoort en Brielle. De OZB-waarde van de gebouwen en terreinen is € 100.773.000 (peildatum 1 januari 2015). 79
9 JAARREKENING 2016
1.3
1.3.2
Financiële vaste activa
Boekwaarde 01-01-2016
Andere deelneming
Ontvangen uitkeringen 2016
Desinvesteringen 2016
Resultaat 2016
Boekwaarde 31-12-2016
1.165
-
-
-
1.165
1.165
-
-
-
1.165
Het bedrag onder 1.3.2. bestaat uit een ledenkapitaal in Cooperatieve Bloemenveiling FloraHolland U.A ad € 1.165. In 2016 hebben geen bijschrijvingen plaatsgevonden."
Vlottende activa 1.4
Voorraden
1.4.1
Gebruiksgoederen
31-12-2016 2.235
31-12-2015 1.458
Het bedrag onder 1.4.1 bestaat uit PR-artikelen die centraal worden ingekocht en opgeslagen. Vestigingen kunnen naar behoefte PR- artikelen bestellen bij de “Ondersteunende Dienst”. 1.5
Vorderingen
1.5.1
Debiteuren
1.5.5 1.5.6
1.147.105
634.008
Deelnemers/cursisten
676.157
674.410
Overige overheden
164.762
86.073
1.5.8
Overlopende activa
1.465.651
1.338.147
1.5.9
Af: voorzieningen wegens oninbaarheid
-208.959
-218.261
3.244.716
2.514.377
1.101.272
913.346
17.898
46.409
1.5.8.1
Vooruitbetaalde kosten / vooruitontvangen facturen
1.5.8.2
Verstrekte voorschotten
1.5.8.3
Overige overlopende activa
1.5.8
Overlopende activa
346.481
378.392
1.465.651
1.338.147
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt: 1.5.9.1
Stand per 1 januari
218.261
168.097
1.5.9.2
Onttrekking
-36.390
-8.400
1.5.9.3
Dotatie
1.5.9
Stand per 31 december
27.088
58.564
208.959
218.261
Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan een jaar. Onder de post “deelnemers/cursisten” (1.5.5) zijn de nog openstaande vorderingen per balansdatum op de ouders/leerlingen opgenomen. Het betreft vooral vorderingen die hun oorsprong vinden in het schooljaar 2016/2017. De voorziening wegens oninbaarheid heeft betrekking op de posten debiteuren, deelnemers/cursisten en overige overheden. 1.7
Liquide middelen
1.7.1
Kasmiddelen
1.7.2.1
Tegoeden op bank- en girorekeningen
1.7.2.2
Rekening-courant Ministerie van Financien
31-12-2016 13.414
31-12-2015 29.236
586.135
660.475
1.508.507
6.682.587
2.108.056
7.372.298
Het saldo van de liquide middelen is vrij opvraagbaar. In september 2010 is Wellantcollege overgegaan op geintegreerd middelenbeheer bij het Ministerie van Financien (schatkistbankieren). De kredietfaciliteit bij het Ministerie bedraagt 10% van de Rijksbijdrage, met als voorwaarde dat er minimaal 1 dag in een jaar een positief saldo op de rekening-courant positie bestaat. 80
2
Passiva
2.1
Eigen vermogen
2.1.1
Algemene reserve
2.1.2
Bestemmingsreserve (publiek) Reserve m.b.t. BAPO
2.1.3
Resultaat 2016
Overige mutaties 2016
52.047.569
146.034
1.112.197
53.305.800
-1.100.000
4.200.000
5.300.000
Bestemmingsreserve (privaat) “Leven Lang Leren”
2.1.5
Saldo 31-12-2016
Saldo 31-12-2015
402.473
64.756
467.229
Bestemmingsfonds (privaat) Bestemming uit liquidatie “Stichting Contractactiviteiten Groene Delta” Totaal
51.667 57.801.709
De voorziening BAPO is per 1 januari 2010 als gevolg van een stelselwijziging vrijgevallen ten gunste van het eigen vermogen. Wellantcollege heeft ervoor gekozen om deze reserve binnen het eigen vermogen op te nemen als publieke bestemmingsreserve. De Minister van OCW heeft besloten om de verwerking van de BAPO lasten op te laten nemen in de periodekosten, waarbij jaarlijks de lasten als “out of pocket” kosten worden geboekt binnen het bestek van de reguliere bedrijfsvoering. Onder voorwaarden kan het personeel vanaf de leeftijdsgrens van 55 jaar gebruik maken van de regeling. Bevordering ArbeidsParticipatie Ouderen (BAPO). In 2013 zijn er een aantal wijzigingen geweest met betrekking tot deze regeling. De belangrijkste daarvan zijn dat werknemers onder de 55 jaar (in 2013) geen recht meer hebben op toekomstige BAPO, en dat werknemers met “kleine” BAPO” (vanaf 55 jaar) geen recht meer hebben op toekomstige “grote” BAPO (vanaf 59 jaar). De huidige populatie medewerkers in de BAPO regeling is per ultimo 2016 57 jaar of ouder. Bij de bepaling van de reserve is rekening gehouden met eigen ervaringscijfers zoals blijf- en sterftekans. Bij de bepaling van de reserve is vanaf 2013 tevens rekening gehouden met de gestegen pensioengerechtigde leeftijd van 65 naar 67 jaar. De reserve is
2.2
Voorzieningen
210.790
-12.197
39.470
0
58.012.499
opgenomen tegen de contante waarde, waarbij een disconteringsvoet van 3% is gehanteerd. In 2016 is € 1,1 mijoen van deze publieke bestemmingsreserve vrijgevallen ten gunste van de algemenen reserve. Het bestuur van de geliquideerde Stichting Contractactiviteiten Groene Delta heeft bepaald dat het eigen vermogen van de Stichting, bestaande uit een vordering ad € 149.140 op de Stichting Wellant, in zijn geheel uit te keren aan de Stichting Wellant, onder de last dit aan te wenden ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de door de Stichting Wellant uit te voeren activiteiten op het gebied van cursussen en trainingen. In het verslagjaar is € 12.197 (2015: € nihil) besteed aan activiteiten op dit gebied. Het resultaat over 2016 ad € 210.790 bestaat uit het resultaat op de reguliere onderwijsactiviteiten (€ 146.034) en uit het resultaat op de bedrijfsactiviteiten m.b.t. “Leven Lang Leren” (€ 64.756). Het resultaat op de reguliere onderwijsactiviteiten is toegevoegd aan de algemene reserve. Het resultaat op het bedrijfsonderdeel “Leven Lang Leren” is toegevoegd aan de private bestemmingsreserve.
Saldo 31-12-2015
Dotaties 2016
Onttrekking 2016
Saldo 31-12-2016
Het verloop van de voorzieningen kan als volgt worden weergegeven: 2.2.1
Voorzieningen personeel Voorziening reorganisatie
699.204
5.490
-207.510
497.184
Voorziening onderwijsjubileum
650.000
93.996
-93.996
650.000
Voorziening wachtgeld
300.000
759.588
-609.588
450.000
Voorziening wga/zw
-
522.937
-102.937
420.000
Voorziening seniorenverlof
-
226.190
-26.190
200.000
1.649.204
1.608.201
-1.040.221
2.217.184
Totaal Voorzieningen
81
9 JAARREKENING 2016
In 2010 is een voorziening reorganisatie getroffen als gevolg van de ingezette regionalisering. Per ultimo 2016 bedraagt deze voorziening € 435K voor een zevental werknemers. Eind 2013 en begin 2014 zijn met de vakbonden afspraken gemaakt voor een sociaal plan om te komen tot een reductie in de formatie van ondersteunend personeel. Hiertoe is indertijd een voorziening getroffen van € 800.000. Deze voorziening is onderbouwd op werknemerniveau. Ultimo 2016 bedraagt deze voorziening nog € 62.000 voor een drietal werknemers. De voorziening onderwijsjubileum is vanaf het jaar 2012 onderbouwd op werknemerniveau. Bij de inschatting van de blijfkansen is uitgegaan van een gemiddeld personeelsverloop van 10% per jaar. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde, waarbij een disconteringsvoet is gehanteerd van 3%. De hoogte van de voorziening per ultimo 2016 is gelijk gebleven aan die per ultimo 2015. Vanaf het jaar 2013 wordt een voorziening getroffen voor wachtgeldverplichtingen. Het betreft een voorziening voor te betalen WW uitkeringen en bovenwettelijke uitkeringen voor ex-werknemers. Bij de bepaling van de voorziening is rekening gehouden met een over 2011 t/m 2016 bepaald percentage van 70% dat de ex-werknemer gemiddeld nodig heeft ten opzichte van het maximale recht om tot een nieuwe baan te komen (Over 2011 t/m 2015 was het percentage 67%). De voorziening is opgenomen tegen contante waarde, waarbij een disconteringsvoet is gehanteerd van 3%. Ten opzichte van 2015 is de voorziening gestegen met € 150.000 als gevolg van een hoger aantal ex-werknemers (22 per ultimo 2016, 18 per ultimo 2015) én als gevolg van een hoger percentage (70% per ultimo 2016, 67% per ultimo 2015). Wellantcollege is eigen risico drager voor de Ziektewet (ZW) en de Wet Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Per ultimo 2016 werden er voor 6 werknemers WGA uitkeringen doorbelast (ultimo 2015: 4 werknemers) en voor 4 werknemers werden ZW uitkeringen doorbelast (ultimo 2015: 4 werknemers). De maximale looptijd in de WGA is 10 jaar of indien eerder tot aan pensioendatum. De voorziening is bepaald op basis van een landelijke gemiddelde verwachting van 7 jaar, dan wel indien eerder tot aan pensioendatum. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde waarbij een disconteringsvoet is gehanteerd van 3%. 82
De maximale looptijd in de ZW is 2 jaar na de eerste ziektedag. De voorziening betreft personeel met een arbeidscontract voor bepaalde tiijd, die ziek zijn ten tijde van het bereiken van het einde van de looptijd van het contract. De voorziening is opgenomen tegen een gemiddelde duur duur van 70% van de looptijd per balansdatum. De voorziening is gewaardeerd tegen nominale waarde. De voorziening wga bedraagt per ultimo 2016 € 360.000. De voorziening zw bedraagt per ultimo 2016 € 60.000. De voorziening seniorenverlof is gebaseerd op de regeling seniorenverlof van de regeling duurzame inzetbaarheid in de cao MBO. Werknemers ouder dan 57 jaar (en vijf jaar in dienst) met een werktijdfactor van ten minste 0,4 die meedoen aan de regeling hebben bij een normbetrekking recht op 170 uur verlof per cursusjaar. De werknemer betaalt een eigen bijdrage van 30%, dan wel 45% bij een carrierepatroon van 9 of hoger. Voor die werknemers die meedoen aan de regeling is een voorziening getroffen. Bij de inschatting van de blijfkansen is uitgegaan van een gemiddeld personeelsverloop van 10% per jaar. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde, waarbij een disconteringsvoet is gehanteerd van 3%. Het aantal medewerkers dat meedoet aan de regeling is 17 (per ultimo 2015: 6 werknemers) Bij de bepaling van de voorziening is geen inschatting gemaakt voor de medewerkers die niet meedoen, maar in de toekomst hier mogelijk wel gebruik van kunnen maken. Van de voorzieningen worden de volgende bedragen naar verwachting na meer dan 5 jaar afgewikkeld: reorganisatie € 93.000, onderwijsjubileum € 175.000 en wga € 29.000. De schuld aan kredietinstellingen (2.4.1) betreft de aflossingsverplichting voor het komend boekjaar van de langlopende schuld aan het Ministerie van Financien. De schuld aan spaarverlof onder 2.4.9 bedraagt € 190.000 voor 20 medewerkers (€ 2015: € 236.000 voor 22 medewerkers). Onder "Leerlingen/cursisten" zijn de bedragen opgenomen die reeds gefactureerd zijn voor het schooljaar 2016/2017, maar die worden toegerekend aan het boekjaar 2017. De toelichting op de post "vooruitontvangen subsidies OCW/EZ geoormerkt" (2.4.10.2) wordt weergegeven op pagina 86 en 87.
In het onderstaande overzicht zijn de voorzieningen verder gespecificeerd: 31-12-2016
31-12-2015
Voorziening reorganisatie kortlopend
124.020
187.460
langlopend
373.164
511.744
Subtotaal
497.184
699.204
kortlopend
95.000
90.000
langlopend
555.000
560.000
Subtotaal
650.000
650.000
292.000
216.000
Voorziening onderwijsjubileum
Voorziening wachtgeld kortlopend langlopend
158.000
84.000
Subtotaal
450.000
300.000
Voorziening wga/zw kortlopend
163.000
-
langlopend
257.000
-
Subtotaal
420.000
-
kortlopend
47.000
-
langlopend
153.000
-
Voorziening seniorenverlof
Subtotaal Totaal
2.3
2.3.5
Langlopende schulden
Bedrag lening 31-12-2015
Aangegaan 2016
Aflossingen 2016
Aflossingen 2017
200.000
-
2.217.184
1.649.204
Bedrag lening
Overige langlopende schulden Ministerie van Financien
24.300.000
-
-900.000
-900.000
22.500.000
Overige langlopende schulden
24.300.000
-
-900.000
-900.000
22.500.000
In 2010 is er een financieringsarrangement overeengekomen met het Ministerie van Financien voor een totaal bedrag van â&#x201A;Ź 27 miljoen. Aflossing vindt lineair plaats in 30 jaar, voor het eerst in 2013. Van bovengenoemde schuld heeft een bedrag ad â&#x201A;Ź 18.900.000 een resterende looptijd langer dan 5 jaar.
Rente
3,43
Er zijn hypothecaire zekerheden verstrekt (zie onder 1.2). De rente bedraagt 3,43%, 30 jaar vast.
83
9 JAARREKENING 2016
2.4
Kortlopende schulden
31-12-2016
31-12-2015
2.4.1
Kredietinstellingen
900.000
900.000
2.4.3
Crediteuren
7.157.733
5.577.513
2.4.4
OCW/EZ
79.092
121.356
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
3.686.819
3.666.502
2.4.8
Schulden terzake van pensioenen
872.373
894.991
2.4.9
Schulden inzake spaarverlof
2.4.10
Overlopende passiva
2.4.7.1
Loonbelasting en sociale verzekeringen
2.4.7.2
Omzetbelasting
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.10.1
Leerlingen/cursisten
2.4.10.2
Vooruitontvangen subsidies OCW/EZ geoormerkt
2.4.10.3
Vooruitontvangen subsidies OCW/EZ niet geoormerkt
2.4.10.5
Vakantiegeld
2.4.10.8
Overige
2.4.10
Overlopende passiva
189.699
236.354
10.661.253
12.450.419
23.546.969
12.450.419
3.724.552
3.541.379
-37.733
125.123
3.686.819
3.666.502
780.938
786.395
3.291.506
4.510.323
551.305
1.843.245
2.904.231
2.791.394
3.133.273
2.519.062
10.661.253
12.450.419
Schoolmaatschappelijk werk MBO 2013 OCW
-
41.737
Schoolmaatschappelijk werk MBO 2014 OCW
-
43.839
Schoolmaatschappelijk werk MBO 2015 OCW
43.312
-
De schuld aan OCW/EZ (2.4.4) wordt hieronder nader gespecificeerd :
Groene impuls professionalisering 2009 EZ
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Claims Er zijn geen claims ingediend tegen de Stichting Wellant die niet in de balans zijn gewaardeerd. Meerjarige financiële verplichtingen Korter dan 1 jaar Langer dan 1 jaar
31-12-2016 771.000
31-12-2015 1.071.000
2.002.000
3.240.000
2.773.000
4.311.000
Er zijn langlopende onvoorwaardelijke verplichtingen aangegaan ad € 2,8 miljoen ter zake van huur en operationele leasing. Het bedrag aan meerjarige financiele verplichtingen langer dan vijf jaar bedraagt € 487.000. Per ultimo 2016 zijn er verpichtingen aangegaan inzake het huisvestingsplan en het groot onderhoudsplan ad € 7.930.000 (ultimo 2015: € 8.999.000). 84
35.780
35.780
79.092
121.356
Bon Houdstermaatschappij B.V. te Maarssen heeft recht van eerste koop op het terrein op de locatie Naarden op het moment dat de Stichting Wellant deze locatie verlaat dan wel haar onderwijsactiviteiten op de locatie staakt. De Stichting Wellant is evenals alle andere mbo instellingen aangesloten bij de Stichting Waarborgfonds MBO. Er geldt een voorwaardelijke verplichting dat indien het waarborgdepot van de Stichting Waarborgfonds MBO onder het startkapitaal van € 9,9 miljoen mocht dalen, de scholen verplicht zijn dit aan te vullen naar evenredigheid van de verstrekte rijksbijdrage tot een maximum van 2% daarvan op jaarbasis. Stichting Wellant en IPC Groene Ruimte B.V. vormden een fiscale eenheid voor de omzetbelasting tot en met 23 december 2014. Er is in januari 2015 ontheffing gevraagd aan de belastingdienst. Op 19 maart 2015 is de ontbinding per 23 december 2014 door de belastingdienst bevestigd. In de verkoopovereenkomst met IPC is overeengekomen dat Wellant IPC vrijwaart voor alle verplichtingen in het kader van de omzetbelasting voortkomend uit mogelijk onjuiste aangiften in de tijdvakken 2009 tot en met 2014.
INTER NATIONALISERING AQUAPONICS T R A ININ G
F O R
S U S TA IN A BL E
F O O D
P R O D U C T I O N
• Bij Wellant mbo in Rotterdam is het internationale Aquaponics Training Centre geopend. Aquaponics is een gesloten systeem om voedsel te verbouwen, waarbij het kweken van vissen en schaaldieren de benodigde voedingsstoffen opleveren voor het kweken van groenten. Een duurzame en innovatieve manier van voedselproductie dus. Samen met scholen uit andere landen zet Wellant een netwerk van meerdere trainingscentra op.
ENG/NL
208876 WT_Aquaponics_Flyer-B_A5.indd 1
06-12-16 14:24
• 15% van de Wellant mbo-studenten heeft stage gelopen in het buitenland. Dat is ruim boven het landelijke mbo gemiddelde van 3%.
• Een groepje leerlingen en twee docenten van Wellantcollege de Bossekamp in Ottoland hebben een koepelkas in Roemenië gebouwd, in samenwerking met de school ter plaatse.
• Wellantcollege werkt mee aan het LOASA project; zodat onderdelen van de opleiding die studenten straks in het buitenland volgen, straks ook in eigen land meetellen voor het diploma. Extra bijzonder: de opleidingsonderdelen worden gelijk in lijn gebracht met de New Skills Agenda for Europe. Dit project is daarmee het allereerste in Europa.
85
9 JAARREKENING 2016
Overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW en EZ (Model G) Projectomschrijving
Beschikking
Datum
G1: subsidies zonder verrekeningsclausule Praktijkleren groene plus 2011 Professionalisering
OCW
BEK-2010/82044 M
21/10/10
Praktijkleren groene plus 2012 kennisverspreiding
OCW
399935-1
19/12/11
Praktijkleren groene plus 2012 Professionalisering
OCW
399935-1
19/12/11
Praktijkleren groene plus 2012 internationalisering
OCW
399935-1
19/12/11
Praktijkleren box 1 2014
OCW
573702-1
20/10/13
Praktijkleren box 1 2015
OCW
655769-3
20/03/15
Professionalisering MBO 2013
OCW
493110-1
18/12/12
Professionalisering MBO 2014
OCW
590514-1
18/12/13
Lerarenbeurs 2013
OCW
5496997-1
22/07/13
Lerarenbeurs 2013 BVE
OCW
548637-1
20/08/13
Lerarenbeurs 2014 VO
OCW
601900-1
20/01/14
Lerarenbeurs 2014 BVE
OCW
601921-1
20/10/14
Lerarenbeurs 2015 BVE
OCW
674246-1
20/01/15
Lerarenbeurs 2015 VO
OCW
707192-1
21/09/15
Leraenbeurs 2016 VO
OCW
740841-1
20/01/16
Leraenbeurs 2016 BVE
OCW
772024-2
21/06/16
Subsidie zij instroom
OCW
709857-1
20/10/15
Subsidie zij-instroom 2016
OCW
781272-1
22/11/16
Praktijkleren groene plus 2015
OCW
655769-3
20/03/15
Pilot Registerleraar.nl
OCW
OND/ODB-13/56320U
27/11/13
Lentescholen
LENZO16135
Zomerscholen
OCW
702229-1
20/05/15
Voorz. leermidd. minimagezinnen 2016
OCW
786389-1
20/12/16
666465-1
20/01/15
592032-2
18/12/13
G2-A subsidies met verrekeningsclausule aflopend per ultimo 2016 Schoolmaatsch. werk 2015 (1)
OCW
G2-B subsidies met verrekeningsclausule doorlopend per ultimo 2016 Aanvullende bekostiging Taal en Rekenen 2014
OCW
RIF PPS Waterroute
OCW
704911-1
29/05/15
RIF GO2
OCW
RIF16029/1088278
20/10/16
Schoolmaatsch. werk 2016
OCW
733697-1
20/01/16 Totaal
Totaal Naar 2.4.4 Schuld aan Ministerie (ad 1)
86
Saldo 31-12-2016
afgerond
85.675
85.675
nee
346.917
84.933
84.933
nee
83.260
83.260
83.260
nee
Toegewezen bedrag 2010-2016
Saldo 31-12-2015
86.100
Ontvangen 2016
Besteding expl 2016
Overige mutaties 2016
62.445
35.095
18.500
16.595
nee
1.369.360
383.625
383.625
0
ja
1.401.928
1.401.928
441.473
960.455
nee
289.517
34.185
34.185
0
ja
283.218
283.218
43.305
239.913
nee
110.979
54.643
54.643
nee
138.186
76.441
76.441
nee
10.767
5.956
5.956
nee
143.351
10.014
10.014
nee
84.080
62.034
45.356
16.679
nee
214.823
132.476
115.287
17.189
nee
176.167
0
176.167
58.186
117.981
nee
42.187
17.462
42.187 40.000
40.000
20.000
20.000
1.276.513
1.124.927
12.000
12.000
85.800
0
45.500
9.690
34.512 6.357.609
556.177 85.800
162.226
162.226
162.226
162.226
399.200
138.006
828.548
289.992
1.103.002
nee nee
20.000
nee
568.750
nee
12.000
nee
53.604
32.196
nee
2.830
6.860
nee
34.512
nee
34.512 3.920.100
24.724 40.000
358.665
1.769.990
0
2.508.776
0
118.914
43.312
0
118.914
43.312
0 138.006
165.710
207.914
247.788
275.751
275.751
0
121.186
121.186
2.451.936
427.997
562.646
207.914
0
782.730
8.971.771
4.510.323
921.311
2.096.817
43.312
3.291.506
121.186
43.312
87
9 JAARREKENING 2016
3
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdrage OCW en EZ
3.1.2.1
Geoormerkte subsidies OCW
3.1.2.2
Niet geoormerkte subsidies OCW
3.1.2.3
Geoormerkte subsididies EZ
3.1.3
Doorbetalingen rijksbijdrage SWV Totaal
2016
2015
105.890.957
105.537.663
2.096.817
1.813.638
11.356.577
9.886.361
-
89.660
1.169.358
1.146.430
120.513.709
118.473.752
De post 3.1.1. is opgebouwd uit de normatieve subsidies op basis van leerlingaantallen en gerealiseerde diploma’s binnen Wellantcollege. De geoormerkte subsidies onder 3.1.2.1 en 3.1.2.3 worden nader toegelicht onder de kortlopende schulden. De post onder 3.1.3 betreft doorbetalingen van rijksbijdrage vanuit de samenwerkingsverbanden met betrekking tot passend onderwijs. Wellantcollege neemt deel in vijftien samenwerkingsverbanden passend onderwijs. In de jaarrekening 2015 werd deze post verantwoord onder de post 3.2 overige overheidsbijdragen. De aanpassing van de indeling naar deze rubriek is door OCW gewijzigd. De vergelijkende cijfers zijn hiertoe aangepast. 3.2
Overige overheidsbijdragen
3.2.1
Gemeentelijke bijdragen
3.2.2
Overige
203.819
197.820
Totaal
485.566
425.347
443.266
312.939
3.4
Baten werk in opdracht van derden
3.4.1
Contractonderwijs
281.747
227.527
Tot en met schooljaar 2013/2014 zijn de activiteiten m.b.t. contractonderwijs uitgevoerd via IPC Groene Ruimte B.V. Wellantcollege heeft in 2015 en 2016 een start gemaakt met het herpositioneren van de Leven Lang Leren activiteiten. Er is een start gemaakt met een beperkt aanbod aan cursussen verzorgd vanuit Houten en Aalsmeer. De beperking vloeit voort uit het concurrentiebeding op grond van de afspraken met IPC Groene Ruimte. Per 1 januari 2017 komt het concurrentiebeding te vervallen en wordt het aanbod uitgebreid. 3.5
Overige baten
3.5.1
Verhuur
193.811
188.510
3.5.2
Detachering personeel
904.967
683.339
3.5.5
Deelnemerbijdragen
1.836.338
2.128.215
3.5.6
Overige
1.727.801
896.803
Totaal
4.662.917
3.896.867
Belangrijk onderdeel van de overige baten is de post deelnemerbijdragen. Dit zijn ontvangsten van ouders/leerlingen voor producten/diensten die Wellantcollege aanbiedt. De gepresenteerde baten worden verantwoord op basis van de gemaakte (door te belasten) kosten leer- en hulpmiddelen (matchingprincipe). Uiteraard zijn deze gemaximeerd op het totaal van de gefactureerde bedragen per schoooljaar 2015/2016 en 2016/2017. Deze baten zijn ten opzichte van 2015 gedaald als gevolg van het feit dat vanaf het schooljaar 2016/2017 geen kosten meer worden gefactureerd tot aan een bedrag van € 30 per leerling/ deelnemer. Onder post 3.5.6. is opgenomen de boekwinst op de verkoop van twee percelen grond tegen een verkoopopbrengst van € 1.065.000 en een boekwaarde van € 163.000. Tevens zijn onder deze post verantwoord opbrengsten uit projecten (niet zijnde EZ, OCW of gemeentes) ad € 463.000 (2015: € 514.000).
88
4 4.1
Lasten
2016
2015
Personeelslasten
4.1.1.1
Brutolonen en salarissen
67.685.078
65.034.729
4.1.1.2
Sociale lasten
4.094.470
3.539.135
4.1.1.3
Pensioenpremies
7.637.381
7.718.223
4.1.1
Lonen en salarissen
79.416.929
76.292.087
4.1.2.1
Dotaties personele voorzieningen
1.608.201
302.773
4.1.2.2
Personeel niet in loondienst
8.298.574
7.618.677
4.1.2.3
Overige
4.1.2
Overige personele lasten
4.1.3
Af: Uitkeringen UWV Totaal
3.072.354
2.865.566
12.979.129
10.787.016
-644.915
-339.243
91.751.143
86.739.860
De post bruto lonen en salarissen is gestegen met 4,1% als gevolg van een stijging van het gemiddeld aantal werknemers met 1,0%, en een contractloonstijging per 1 janauri 2016 met 3,0%. De sociale lasten zijn vooral gestegen door een hogere premie WAO/WIA. De pensioenlasten zijn ondanks een stijging van het aantal werknemers licht gedaald door een lager afdrachtpercentage OP/NP. Voor een toelichting van de dotaties aan de personele voorzieningen wordt verwezen naar de post 2.2.1. De kosten personeel niet in loondienst zijn gestegen door vacatureruimte die flexibel wordt ingezet omdat moeilijk aan personeel is te komen. Tevens is er het effect om “ww/bw” -riscico te mitigeren, personeel in te huren in plaats van zelf personeel in (tijdelijke) dienst te nemen. Als laatste kan genoemd worden hogere kosten inzake ziektevervanging. De post “overige” bestaat voornamelijk uit de uitgaven in het kader van scholing, werving van personeel en personeelsactiviteiten. Gedurende het boekjaar 2016 bedroeg het gemiddeld aantal werknemers bij de organisatie, omgerekend naar volledige mensjaren:
College van Bestuur Onderwijzend personeel Onderwijs ondersteunend personeel
2016
2016
2015
2015
FTE
%
FTE
%
2
0,2%
3
0,3%
814
67,4%
804
67,3%
391
32,4%
388
32,5%
1.207
100,0%
1.195
100,0%
Vanaf het jaar 2014 is er een absolute en relatieve stijging van het onderwijzend personeel zichtbaar. Dit wordt veroorzaakt door de effecten van de reorganisatie en de effecten op de formatie van de gerealiseerde leerlingenstijging.
89
9 JAARREKENING 2016
2016 4.2
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
2015
2016
2015
8.130.416
10.411.677
Onder deze post is in 2015 een bedrag opgenomen ad € 2.297.000 aan bijzondere waardeverminderingen van activa. In 2016 hebben geen bijzondere waardeverminderingen plaatsgevonden. 4.3
Huisvestingslasten
4.3.1
Huur
4.3.2 4.3.3
1.039.524
820.273
Verzekeringen
136.820
230.356
Onderhoud
994.292
1.017.049
4.3.4
Energie en water
1.812.518
1.841.015
4.3.5
Schoonmaakkosten
2.186.359
2.179.828
4.3.6
Heffingen
476.248
504.876
4.3.7
Overige huisvestingslasten
2.200.347
1.929.510
Totaal
8.846.108
8.522.907
De hogere huurlasten zijn veroorzaakt door verantwoorde huurlasten 2015 en eerder in boekjaar 2016. Tevens worden huurlasten verantwoord in Gorinchem vanaf schooljaar 2015/2016. De post verzekeringen was in 2015 eenmalig hoog als gevolg van uitgevoerde taxaties ten behoeve van de verzekering van gebouwen." Onder de overige huisvestingslasten zijn exploitatiekosten verantwoord met betrekking tot het strategisch investeringsprogramma huisvesting ad € 609.000 (2015: € 123.000). Het betreft met name sloopkosten en vervangende huurkosten. 4.4
Overige lasten
4.4.1
Administratie en beheerslasten
5.664.174
5.377.879
4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
7.950.010
8.084.049
4.4.4
Overige Totaal
2.729.617
2.368.419
16.343.801
15.830.347
Onder de administratie en beheerslasten worden o.a. verantwoord kosten telecommunicatie, advieskosten, drukwerkkosten, kosten kantoorartikelen, pr-kosten, contributies en abonnementen en reis- en verblijfkosten. Deze kosten zijn met name gestegen als gevolg van hogere advieskosten op het gebied van ICT en organisatie. Onder 4.4.2 zijn opgenomen kosten leermiddelen ad € 6.768.000 (2015: € 6.731.000). Onder 4.4.2 zijn opgenomen kosten praktijkleren ad € 1.063.000 (2015: € 1.266.000). Onder 4.4.4. zijn opgenomen kosten ICT ad € 1.920.000 (2015: € 1.802.000). Onder 4.4.4 zijn voorts opgenomen de out- of pocketkosten van innovatieprojecten inzake het instellingsplan ad € 726.000) (2015: € 465.000). Honoraria van de accountant De volgende honoraria van Deloitte zijn ten laste gebracht van de organisatie, een en ander bedoeld in artikel 2: 382a BW. Onderzoek van de jaarrekening inclusief bekostigingsgegevens Andere controleopdrachten Adviesdiensten op fiscaal terrein Andere niet controlediensten Totaal
120.296
98.082
24.985
12.989
-
-
719
932
146.000
112.003
5
Financiële baten en lasten
5.1
Rentebaten
-
689
5.5
Rentelasten
-823.200
-853.281
Saldo financiële baten en lasten
-823.200
-852.592
90
Bestemming van het resultaat na belastingen 2016
2016
Het voorstel tot verwerking van het resultaat na belastingen over 2016 ad â&#x201A;Ź 210.790 is als volgt: toevoeging aan de private bestemmingsreserve toevoeging aan de algemene reserves
64.756 146.034 210.790
Het voorstel tot verwerking van het resultaat is vooruitlopend op het besluit hiervan verwerkt in de balans. Gebeurtenissen na balansdatum De besturen van Aeres en Wellantcollege verkennen de mogelijkheden voor een bestuurlijke samenwerking. Vergroting van de strategische slagkracht ten behoeve van het groene onderwijs is het doel. Door samen te werken denken beide organisaties beter in staat te zijn te innoveren en een bijdrage aan maatschappelijke vraagstukken te leveren. Op 6 maart 2017 is de intentieverklaring ondertekend. Aeres en Wellantcollege blijven in eerste instantie naast elkaar bestaan. Nu de intentieverklaring is getekend worden de ambities verder verkend en ingevuld, samen met de medezeggenschap (medewerkers, ouders/leerlingen en studenten), bedrijfsleven en overheden. Het streven is om te komen tot een samenwerkingsovereenkomst in 2017. Als beoogde datum voor een bestuurlijke fusie noemen de colleges van bestuur 1 januari 2018.
91
9 JAARREKENING 2016
WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector 4.1 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld
Bestuurders Functiegegevens Aanvang en einde functievervulling in 2016
op basis van de op Stichting Wellant van toepassing zijnde regelgeving. Het bezoldigingsmaximum in 2016 voor Stichting Wellant is â&#x201A;Ź 164.000. Dit geldt naar rato van de duur en/of omvang van het dienstverband. Het WNT maximum is gebaseerd op het onderwijs, klasse F en 16 complexiteitspunten. Dit aantal van 16 complexiteitspunten is bepaald op 8 punten voor de gemiddelde totale baten, 4 punten voor het gemiddeld aantal leerlingen en deelnemers en 4 punten voor het gewogen aantal onderwijssoorten.
drs. J.M.P.
drs. H.W.M.
P.
Moons
Jansen
van der Poel
lid
lid
Voorzitter 01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
Omvang dienstverband (in fte)
1,0
1,0
Gewezen topfunctionaris?
nee
nee
(Fictieve) dienstbetrekking?
ja
ja
Individueel WNT-maximum
164.000
164.000
Beloning
143.890
144.953
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
15.664
15.336
159.554
160.289
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
01/01 - 31/12
1,0
1,0
1,0
142.860
140.551
118.057
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
16.474
15.797
15.595
159.334
156.348
133.652
Totaal bezoldiging 2016 Gegevens 2015 Aanvang en einde functievervulling in 2015 Omvang dienstverband 2015 (in fte) Beloning
Totaal bezoldiging 2015
92
Er zijn geen uitkeringen verstrekt wegens beëindiging van het dienstverband. Toezichthouders Naam Functiegegevens
prof. dr. M.J.M.
dr.H.H.M.
J. Bogers
ir. G.T.M.
mr. R.M.
drs. H.K.
Vermeulen
Scholtes
MBA
Kok
Bergkamp
Sluiter MEM
Voorzitter
lid
lid
lid
lid
lid
Aanvang en einde functievervulling in 2016
01/01 31/12
01/01 31/12
01/01 31/12
01/01 31/12
01/01 31/12
01/01 31/12
Individueel WNTmaximum
24.600
16.400
16.400
16.400
16.400
16.400
Beloning
13.000
7.934
7.934
7.934
9.934
7.934
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
-
-
-
13.000
7.934
7.934
7.934
9.934
7.934
Aanvang en einde functievervulling in 2015
01/01 31/12
01/01 31/12
01/01 31/12
01/01 31/12
01/01 31/12
01/01 31/12
Beloning
13.000
7.934
7.934
7.934
9.934
7.934
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
-
-
-
13.000
7.934
7.934
7.934
9.934
7.934
Totaal bezoldiging 2016 Gegevens 2015
Totaal bezoldiging 2015
De beloningen aan de toezichthouders betreffen bedragen exclusief de in rekening gebrachte BTW. 4.2 Vermelding gegevens van eenieder van wie de bezoldiging de toepasselijke norm te boven gaat Er zijn geen werknemers die een bezoldiging hebben ontvangen waarvan de bezoldiging de norm te boven is gegaan.
Goedgekeurd op 27 juni 2017, De raad van toezicht van Stichting Wellant te Houten, • prof. dr. M.J.M. Vermeulen, voorzitter • dr. H.H.M. Scholtes • mr. R.M Bergkamp • drs. H.K. Sluiter MEM • drs. J.A. van Wijngaarden
Vastgesteld op 22 mei 2017, Het college van bestuur van Stichting Wellant te Houten, • drs. J.M.P. Moons, voorzitter • drs. H.W.M. Jansen
93
9 JAARREKENING 2016
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan de raad van toezicht van Stichting Wellant te Houten Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2016 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Stichting Wellant te Houten gecontroleerd. Naar ons oordeel: • Geeft de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Wellant op 31 december 2016 en van het resultaat over 2016 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. • Zijn de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2016 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand gekomen in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in paragraaf 2.3.1 Referentiekader van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2016. De jaarrekening bestaat uit: 4. De balans per 31 december 2016. 5. De staat van baten en lasten over 2016. 6. D e toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2016 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’. Wij zijn onafhankelijk van Stichting Wellant, zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). 94
Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit: • het bestuursverslag; • de overige gegevens, zijnde de bijlagen in hoofdstuk 10; • Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie: • met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat; • alle informatie bevat die op grond van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3 Bestuursverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2016 is vereist. Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, paragraaf 2.2.3 Bestuursverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2016 en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de overige OCW wet- en regelgeving. Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening Verantwoordelijkheden van het bestuur en de raad van toezicht voor de jaarrekening Het college van bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het college van bestuur is ook verantwoordelijk voor het rechtmatig tot stand komen van de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties, in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen.
In dit kader is het bestuur tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.
Utrecht, 27 juni 2017 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: drs. C.L. Willems RA
Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de onderwijsinstelling in staat is om haar activiteiten in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsel moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de onderwijsinstelling te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten toelichten in de jaarrekening. De raad van toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de onderwijsinstelling. Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht, dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fouten of fraude en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij onze controleverklaring.
95
9 JAARREKENING 2016
Bijlage bij de controleverklaring: Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2016, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit: • het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, dan wel het niet rechtmatig tot stand komen van baten en lasten alsmede de balansmutaties, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing; • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de onderwijsinstelling; • het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan; • het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controleinformatie die verkregen is tot de datum van onze 96
controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een instelling haar continuïteit niet langer kan handhaven; • het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en • het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen en of de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen. Wij communiceren met de raad van toezicht onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.
Bijlage: instellingsgegevens Statutaire naam: Stichting Wellant Statutaire zetel: Houten Bestuursnummer: 41100 Bezoekadres: Randhoeve 2 3992 XH Houten Postadres: Postbus 177 3990 DD Houten Telefoon: 030-6345100 E-mail: info@Wellant.nl Oprichtingsdatum: 1 januari 1999 Leden op 31 december 2016: De raad van toezicht, • dhr. prof. dr. M.J.M. Vermeulen (voorzitter) • mw. mr. R.M. Bergkamp (vicevoorzitter) • mw. dr. H.H.M. Scholtes • mw. drs. H.K. Sluiter MEM • dhr. J. Bogerd MBA • dhr. ir. G.T.M. Kok cvb • drs. J.M.P. Moons, voorzitter • drs. H.W.M. Jansen Instelling: Wellantcollege brinnummer: 01OE BVE Totaal aantal leerlingen en deelnemers per 1 oktober 2016: 12.870
97
BIJLAGEN
98
Bijlage 1 De samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs waarin Wellantcollege vmbo participeert: • Stichting Regionaal S.W.V. VO-SVO Eemland, waarin VMBO Amersfoort participeert. • SWV Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht, waarin VMBO Utrecht participeert. • Samenwerkingsverband VO Amsterdam-Diemen, waarin VMBO Sloten en Linnaeus participeren. • S.W.V. Amstelland en de Meerlanden, waarin MAVO Westplas en VMBO de Groenstrook participeren. • S.W.V. Passend Onderwijs 28.01, waarin VMBO Oegstgeest participeert. • Qinas (Coöperatie samenwerkende schoolbesturen in het Gooi), waarin VMBO Naarden participeert. • S.W.V. V(S)O Duin- en Bollenstreek, waarin VMBO Rijnsburg participeert. • S.W.V. VO Regio Utrecht West, waarin VMBO Montfoort participeert. • S.W.V. VO/VSO Midden-Holland & Rijnstreek, waarin VMBO Gouda, VMBO Boskoop en VMBO Alphen aan den Rijn participeren. • S.W.V. Zuid-Holland West, waarin VMBO Madestein en VMBO Westvliet participeren. • S.W.V. VO Voorne-Putten-Rozenburg, waarin VMBO Anna Hoeve Brielle participeert. • S.W.V. Passend Onderwijs Dordrecht, waarin VMBO Dordrecht en MAVO Stek Dordrecht participeren. • S.W.V. VO 28.14 Passend Onderwijs Gorinchem e.o., waarin VMBO Merewade en VMBO de Bossekamp Ottoland participeren. • S.W.V. Voortgezet Onderwijs Zuid-Utrecht, waarin VMBO Houten participeert. • S.W.V. Voortgezet Onderwijs in de regio Rotterdam (Koers VO), waarin VMBO Rotterdam en VMBO Klaaswaal participeren.
99
10 BIJLAGEN
Bijlage 2: Overzicht aantal studenten per opleiding per locatie (2016-2017) Locatie Aalsmeer
Opleidingsnaam Wellant 17-18 Bloem & Design
BBL
BOL
9
33
42
67
67
137
137
Dierenartsassistent Paraveterinair Dierverzorging Green Production Boom Green Production Business
10 9
11
Green Production Plant
18
11
29
Groothandel & Logistiek
67
24
91
Hovenier
35
22
57
36
36
Stedelijk Groen
Totaal Aalsmeer
Amsterdam Boelelaan
15
15
354
495
Food - Foodacademy
44
44
International Green Business
16
16
141
Natuurlijk Design Urban Green
Totaal Amsterdam Boelelaan Amsterdam Linnaeus
Entree - assistent logistiek
8
8
12
12
80
80
3
3
6
22
2
2
11
104
33
33
33
33
12
33
45
114
114
102
122
Entree - assistent plant of (groene) leefomgeving
6
6
Entree - assistent verkoop/retail
3
3
10
32
3
3
Entree - assistent plant of (groene) leefomgeving
16
Entree - assistent verkoop/retail
10
2
Paardensport & -houderij
Totaal
Hovenier
Totaal Amsterdam Linnaeus
77 93
Delft
Greentec
Totaal Delft
Dordrecht
Bloem & Design Dierenartsassistent Paraveterinair Dierverzorging
Hovenier
20
22
Indoor Design Mens, Natuur & Gezondheid Paardensport & -houderij
77
6
20
26
16
67
83
Stedelijk Groen
Totaal Dordrecht
77
358
435
Gorinchem
Hovenier
64
9
73
Natuur, water & recreatie
49
4
53
50
50
1
Sportvissen Stedelijk Groen
Watermanagement
Totaal Gorinchem
100
1
7
5
12
36
23
59
156
91
247
Locatie
Opleidingsnaam Wellant 17-18
Gouda
Dierenartsassistent Paraveterinair
99
99
Dierverzorging
99
99
21
61
17
17
236
276
Hovenier
BBL
40
Stedelijk Groen
Totaal Gouda
40
Houten
Bloem & Design
41
Dierenartsassistent Paraveterinair Dierenartsassistent Paraveterinair MBO+ Dierverzorging Entree - assistent plant of (groene) leefomgeving
Hovenier
Paardensport & -houderij
Watermanagement
Rijnsburg
Bloem & Design Entree - assistent plant of (groene) leefomgeving
142 134
41
41
121
121 16 4
72
52
124
111
68
179
11
11
43
158
201
4
94
98
34
34
Stedelijk Groen Totaal Houten
101
4
Indoor Design Melkveehouderij
Totaal
134
16
Entree - assistent verkoop/retail Groen, Grond & Infra
BOL
7
7
287
825
1112
6
32
38
39
39
Green Production Business
1
3
4
Green Production Plant
9
19
28
Groothandel & Logistiek
40
76
116
Hovenier
69
11
80
7
7
148
312
Indoor Design
Totaal Rijnsburg
Rijswijk
Bloem & Design
164 3
Dierverzorging Food Hovenier
51
Indoor Design
63
66
108
108
50
50
19
70
10
10
Outdoor Design
9
9
Stedelijk Groen
16
16
Totaal Rijswijk
54
275
329
Rotterdam
Bloem & Design
6
13
19
121
121
20
12
32
7
16
23
12
12
Dierverzorging Hovenier Stedelijk Groen
Urban Green
Totaal Rotterdam
33
174
207
Eindtotaal
1045
2585
3630 101
10 BIJLAGEN
Bijlage 3: Inhoudelijke verantwoording Meerjarig Investeringsprogramma (MIP) resultaten 2016 Actielijnen a.1.1
Doelen Regio Noordzeelant a.1.1 Start MBO4 opleiding GreenTec op de Technologische InnovatieCampus in Delft, in samenwerking en geïntegreerd met de opleiding MKE van ROC Mondriaan en onderdeel van een groen en techniekroute vmbo-mbohbo(-wo) in Delft (kenniscentrum, groene techniek).
102
Activiteiten beschreven in het MIP a.1.1 -- Verandering opleiding Green Production Plant in technische opleiding GreenTec. -- Integreren van de in het CIV T&U ontwikkelde modules techniek en Biobased. -- Doorstroomafspraken met opleiding Greenport, Business Retail van Inholland Delft. -- Samenwerking Delfts vmbo (drie scholengroepen) en mbo tbv doorstroom van vmbo Tl-leerlingen met profiel techniek. Dit wordt uitgewerkt in doorstroomprogramma’s, inhoudelijke bijdrage van het mbo aan het curriculum van het vmbo en gezamenlijke introductie- en wervingsactiviteiten. -- Integreren opleidingen GreenTec en Middenkader Engineering van partner ROC Mondriaan. -- Inhuizen opleidingen bij Inholland in Delft, gebruik van technische voorzieningen Bètafactory en Haagse Hogeschool Delft. -- Vermarkten opleidingenaanbod in Delft met praktijkmiddagen voor Delfts vmbo.
Resultaten 2016 -- Opleiding Green Tec is in 2014 gestart met 17 deelnemers. De opleiding is gevormd op kwalificatiedossier Green Production Plant dossiernummer 97682, nu 25534 -- De CIV module “technische installaties in de glastuinbouw” en Biobased zijn integraal onderdeel van de opleiding. Het practicum biobased wordt in het lab van Inholland uitgevoerd. -- Deelnemers GreenTec werken samen met deelnemers Inholland aan projecten. Van de deelnemers die komend jaar examen doen gaat 18 % door naar hbo bij Inholland. -- Met de Delftse VMBO’s zijn doorstroomprogramma’s. Met CLD en ISW MAVO is een doorstroom convenant getekend. Met CLD/Grotius VMBO Delfland zijn opdrachten Groen/techniek gemaakt. -- De opleidingen Greentec en mechatronica zijn niet geïntegreerd. Er wordt wel nauw samengewerkt. Docenten en kennis worden wel uitgewisseld -- De inhuizing bij alle genoemde instellingen , Inholland HTC (bétafactory) en HHS Delft is gerealiseerd. -- Er zijn 4 á 5 zogenaamde “Doemiddagen” georganiseerd voor VMBO leerlingen uit regio.
a.1.2
Regio Amstellant a.1.2 Start MBO4 opleiding Internationale handel als onderdeel van het Groen Onderwijscentrum, een kenniscentrum met Inholland, KvK, Rabobank en Greenport Aalsmeer (kenniscentrum Tuinbouw), met als doel dat 25 jongeren extra jaarlijks voor een mbo of hbo opleiding in de tuinbouw kiezen.
a.1.2 -- Ontwikkeling opleiding Internationale handel. -- Uitbreiding van het in 2013 gestarte Groen Onderwijscentrum AmsterdamAalsmeer. Het GOC is een fysiek centrum in een locatie van Wellantcollege en voert de agenda van de HCA Flowers van de Amsterdam Economic Board uit. Het meetingpoint CIV T&U vormt de basis. -- Ontwikkeling businessclass vmbo.
-- Opleiding International Green Business is vorm gegeven. Vervolgactie betreft het blijven realiseren van voldoende instroom. -- Groen onderwijscentrum ontwikkelt een paraplufunctie als promotor in kennis en vakmanschap voor de (sier-) teeltsector. Vervolgactie betreft verduurzaming inclusief passende governance en financial enginering -- Businessclass vmbo gerealiseerd. Afstemming programma vmbo businessclass - mbo international green business is opgepakt om te komen tot een doorlopende leerlijn.
a.1.3
a.1.3 Vernieuwing Foodopleidingen met gebruik van toegepaste onderzoek Wageningen UR, DLO LEI (kenniscentrum FoodAcademy Amsterdam).
a.1.3 -- Integratie lessencycli Voedsel in de stad en voeding en gezondheid (LEI). -- Professionalisering docenten op bovenstaande themaâ&#x20AC;&#x2122;s.
-- De lessen cycli zijn omgebouwd voor het mbo en worden deels ingezet en aangevuld in het curriculum. -- Docenten ontwikkelingen zich in het kader van het project mbo-hbo en het project voedselveiligheid en â&#x20AC;&#x201C; verspilling. -- Werving van studenten via Facebook en de social media campagne.
103
10 BIJLAGEN a.1.4
Regio Maaslant a.1.4 Integratie opleidingenaanbod water, sportvisserij en ruimtelijke inrichting, onderdeel van de delta-agenda van Wellantcollege (kenniscentrum Leven in een delta), te starten in Gorinchem (watercollege), continuering bestaande samenwerking met ROC Da Vinci. Dit ontwikkelt zich tot een internationaal georiënteerd, innovatief kenniscentrum door samenwerking met de gouden driehoek op basis van een gedeelde kennisagenda en projecten in Rotterdam (meerjarenperspectief).
a.1.4 -- Uitvoeren demonstratieproject Leven in een delta. -- Draaiboek ontwikkelen met tools om proces in te richten en te implementeren samen met kenniswerkplaats Terracollege (‘peat valley’), i.h.k.v. regioleren. -- Aanvraag Europees partnership met essentiële partner-regio´s. -- Samenwerking in regio West (randstad): ‘lessons learned’ delen. -- Ondersteunen bij bouwen netwerk en opstellen instrument. -- Ondersteunen bij bouwen internationale alliantie en bijbehorend instrument. -- Ondersteunen bij bouwen internationale kennisagenda en opstellen guideline. -- Ondersteunen bij fondswerving en opstellen bidbook. -- Master classes gerelateerd aan het toelichten van fondswerving verzorgen en opstellen stroomschema en guideline II. -- Ontwikkelen transnationale agenda met buitenlandse partijen: realiseren van transnationale alliantie, opstellen van een transnationale visie en kennisagenda, benoemen thema´s en vraagstukken. -- Plan opstellen voor het aanvragen van EU fondsen gericht op Delta, Stad en Water. -- Businesscase nieuwe locatie geïntegreerd aanbod sportvissen, watermanagement en Urban Green Development.
-- RegioLeren is onderdeel van de strategie en opgenomen in het instellingsplan. Uitvoering van de doelstellingen is onderdeel van de transitie naar 1 MBO -- MIP subsidie opgevolgd door RIF-subsidie opdat project voortgezet kan worden -- BDO Wellant is ondersteunend aan implementatie RegioLeren. -- ‘Wellant een actor in de regio’ is belangrijk initiatiedocument voor het transitieproces RegioLeren. -- Kenniscentra Wellant zijn gepositioneerd en krijgen belangrijke rol in de aansluiting van het onderwijs met de Regio. -- Vanuit de monitoringstool is de evaluatie RegioLeren opgeleverd, die vorm geeft aan het verdere transitiepad binnen Wellantcollege. Regiodirectie en teamleiders geven vorm en inhoud aan het tranistiepad. -- PPS ‘Waterroute’ Alblasserwaard 5HL wordt uitgevoerd. Er is een gebiedscoöperatie opgericht. Er is een meerjarenprogramma opgesteld met een subsidiestroom vanuit de provincie Zuid-Holland. Projecten zijn en worden succesvol uitgevoerd door het onderwijsteam Gorinchem, DaVinci en InHolland met regionale opdrachtgevers vanuit de methodiek RegioLeren. -- Binnen MBO Gorinchem wordt vorm gegeven aan een geïntegreerd aanbod sportvissen, watermanagement en Urban Green development. Samenwerking vindt plaats met ROC Infra-en logistiek en ICT en HBO InHolland LEM Relaties met bedrijven, overheids- en onderwijsinstellingen zijn aangegaan. De Onderwijskolom heeft zich stevig gepositioneerd vanuit de PPS waterroute in de regio. -- Binnen metropool Rotterdam/Den Haag werken onderwijsinstellingen (incl. Wellant) intensief samen met overheidsinstellingen en bedrijfsleven aan de doelstellingen van het project ‘Next Economy. Op dit moment vooral op strategisch- en tactisch niveau. -- Het ontwikkelen van een transnationale agenda met buitenlandse partijen krijgt voorzichtig vorm. In Rotterdam worden hier passende stappen gezet.
a.1.5
Wellantcollege a.1.5 Innovatie bestaande opleidingen, vb toegepaste biologie, i.r.t. meetingpoint CIV Tuinbouw en uitgangsmaterialen. Technologieroute, incl. vmbo businessklas Rijnsburg.
a.1.5 -- Verkenning nieuwe opleidingen of modernisering bestaande opleidingen o.m. verkenning toegevoegde waarde en uitvoerbaarheid opleiding toegepaste biologie, waar mogelijk i.s.m. CIV T&U partner AOC’s. -- Ontwikkeling technologieroute.
-- Notitie technologieroute aan vmbo en mbo opgeleverd. No go afgegeven op basis van rendementen GL/TL en betaalbaarheid leerroute. Alternatief in beeld gebracht: voorstel kaderdocument interne doorlopende leerroute (aansluitend op kaderdocument MHBO) -- Haalbaarheidsonderzoek doorlopende leerroutes opgestart ism informatiemanagement & M&C -- Ondersteuning geleverd aan PPS Waterroute. -- Rapport veredeling is gereed en wordt overgedragen aan GO2. BDO ondersteunt verdere uitwerking die zal plaatsvinden op basis van de activiteiten binnen het RIF. De scope veredeling zal worden verbreed op basis van vergaarde input vanuit het bedrijfsleven.
104
a.3.1
Regio Amstellant a.3.1 Groen onderwijscentrum dat bijdraagt aan stijging aantallen studenten dat kiest voor opleidingen Tuinbouw.
a.3.1 -- Starten van een ‘Businessclub Groen Onderwijs’ waarbij een lidmaatschap van het Groene Onderwijscentrum Aalsmeer wordt verworven door het inzetten van kennis en expertise. -- Opzetten en uitvoeren van twee mbo innovatieklassen per jaar. -- Organisatie van ten minste drie excursies per jaar voor het VO bij bedrijven ten behoeve van kennismaking met de sector. -- Stage-portaal realiseren gericht op het bij elkaar brengen van vraag en aanbod met als doel het realiseren van hoogwaardige stages en authentiek leren. -- Georganiseerd authentiek leren zodat tijdens de opleiding wordt gewerkt met bedrijfsopdrachten i.s.m. het hbo. -- Tenminste vier docenten volgen een docentstage. -- Ontwikkeling van één gezamenlijke cursuskalender voor innovatief cursorisch onderwijs vanuit mbo en hbo (en lectoraat). -- Periodiek organiseren van kennisevents voor docenten, praktijkopleiders en overige betrokkenen op aangeven van het bedrijfsleven. -- Inrichten portaal (‘single point of contact/front office’) dat vragen van het bedrijfsleven afhandelt (ook vragen die geen betrekking hebben op de eigen instelling). -- Jaarlijks twee proefopstellingen verwerven voor het Groen Onderwijscentrum. Een voorbeeld is de klimaatcomputer in de kas van het Groen Onderwijs waarmee opdrachten in het onderwijs worden gedaan (mede mogelijk gemaakt door een partnerbedrijf).
-- Een aanvraag in het kader van RIF is toegekend. -- Go partners omvat momenteel 70 partners. Zij hebben allen een samenwerkingsovereenkomst getekend waarin inzet wordt toegezegd. Er zijn ook 21 scholen VO die een intentieverklaring hebben getekend die inhoud dat zij in hun programma LOB aandacht besteden aan de groene sector. -- Innovatieklassen: er worden projecten gerealiseerd aan de hand van bedrijfsvraagstukken. Vervolg is doorontwikkeling naar regioleren en projecten met mbo en hbo studenten samen met als gevolg toename doorstroom naar hbo -- Green unplugged 1.0 en Green unplugged Boskoop zijn evenementen waarbij in totaal 500 leerlingen VO diverse excursies bij het bedrijfsleven hebben gedaan tbv kennismaking met de sector. Daarnaast vinden ook lokaal georganiseerde excursies plaats. Vervolg is excursies voor decanen, mentoren en docenten ten einde betere voorlichting op de VO-scholen te bewerkstelligen. -- Stageportaal is gerealiseerd, evenals single point office. Vervolgacties dienen ingezet te worden op gebruik er van -- Maandelijks worden kennisevents georganiseerd vanuit Groen onderwijscentrum (Go cafés) en in samenwerking met Green innovation cluster, kenniscafé ’s Boskoop, Flower science cafés Duin & Bollenstreek. -- Proefopstelling: telen onder LED gerealiseerd, aquaponics in uitvoering.
a.3.2
Regio Heemlant/ Groenlant a.3.2 Geïntegreerd profiel Heemlant/Groenlant ‘achtertuin van de Randstad’ door gericht te participeren in activiteiten die partners uitvoeren om het zogenaamde contextrijke leren vorm te geven.
a.3.2 -- Studenten inzetten bij activiteiten die onderwijspartners uitvoeren. Het biedt studenten een contextrijke leeromgeving waar zij concrete leeropdrachten uitvoeren die passend zijn bij hun opleidingsniveau en -richting maar ook bijdragen aan het verbeteren van de leefomgeving in de regio. Organisatie en directe begeleiding door docenten.
-- Toetsingskader is ontwikkeld en gecommuniceerd met teamleiders en docenten die daarop hun input hebben kunnen geven. -- Projectbureau is opgericht. -- Structureel projectonderwijs voor de afdeling groen en alle niveau 4 studenten in project ondernemerschap. Overige afdelingen zitten in ontwikkeling maar hebben een start gemaakt. -- Voor de afdeling groen en het project ondernemerschap heeft een inbedding in het curriculum en rooster plaatsgevonden. Overige afdelingen zijn nog in ontwikkeling. -- Project ondernemerschap is afgerond met 80 studenten. -- Kenniscentrum begeleidt docenten in het toepassen van peertutoring in projecten.
105
10 BIJLAGEN a.3.3
a.3.3 Ontwikkeld aanbod van twee branchediploma’s in samenwerking met VHG en Cumela die enerzijds kunnen bijdragen aan het vergroten van vakkennis van reguliere studenten en anderzijds werknemers uit de branche (verder ) opleiden en bijscholen.
a.3.3 -- Ontwikkeling en aanbieding van twee branchediploma’s met VHG.
-- Kennisevent melkveehouderij heeft plaats gevonden in samenwerking met de sector en ‘de boerderij’ (Reed Business) rondom het project ‘de opvolger’ wat op internet te volgen is geweest. -- Structurele kennisdeling heeft plaats gevonden, ROC’s en HBO’s. Diverse platforms zijn daarvoor gebruikt. Een aantal gezamenlijke projecten hebben plaats gevonden. Voorbeeld 1: Floriade 2022 en event ‘Green’ in de aanloop naar de floriade. Voorbeeld 2: ‘project het Blok Nieuwegein’ waarin HBO en MBO studenten samenwerken aan de inrichting van een terrein. -- Groene studieclub is in samenwerking met de sector gerealiseerd.
a.3.4
Regio Noordzeelant a.3.4 Netwerk van tenminste vijf technische bedrijven die een bijdrage leveren aan de opleiding GreenTec.
a.3.4 -- Convenanten sluiten met tenminste vijf technische bedrijven in de regio Delft. Inbreng van middelen en materialen in Delfts initiatief Bètafactory (regie Haagse Hogeschool Delft)
-- Er zijn vijf techniek bedrijven die een convenant afgesloten hebben, Priva, Certhon, BergHortimitive, Festo, Gavita, Bosman van Zaal, Enthoven elektra en Aweta. -- Er is vanuit Wellant inbreng in het HTC (Bétafactory),. Wellant heeft een samenwerkingsverband getekend. De derde jaars deelnemers voeren projecten uit in HTC.
b.1.1
Regio Noordzeelant b.1.1 Samenwerkingsverband techniek Delft (binnen samenwerking Delftse techniekagenda).
b.1.1 -- Zie a1.1 -- Convenant vmbo-mbo Delft sluiten.
-- Er zijn verschillende samenwerkingsverbanden binnen de Techniekagenda Haaglanden waar Wellant GreenTec bij betrokken is. Zie a.1.1 ISWMAVO en CLD MAVO hebben met Mondriaan en Wellant Delft een convenant afgesloten voor een doorlopende verkorte leerlijn.
b.1.2
Regio Amstellant b.1.2 Samenwerkingsverband Groen onderwijs Aalsmeer/ Amsterdam met aantoonbare verbetering in de samenwerking tussen VO, mbo en hbo in de MRA, inclusief de cross over tussen groen en nietgroen.
b.1.2 -- Convenant Wellantcollege, Inholland, KvK Amsterdam, Greenport Aalsmeer en Rabobank sluiten. -- Opzetten van een docentennetwerk VO-mbo-hbo.
-- Samenwerkingsverband omvat 70 partners met vertegenwoordiging in de stuurgroep van de stakeholders. Uitbreiding met Greenports Boskoop en Duin & Bollenstreek is gerealiseerd. -- Verbinding op thema onderwijs en arbeidsmarkt binnen de Greenports, op thema leven lang leren met metropoolregio Amsterdam. Rabobank ondersteund het realiseren van proefopstellingen. -- Docentennetwerk vmbo-mbo-hbo vanuit de partners. Vervolgactie: connectie in de crossovers realiseren door samenwerking met ROC’s, Aeres en andere onderwijspartijen in de regio.
106
b.1.3
b.1.3 Samenwerkingsverband FoodAcademy gericht op het realiseren van toegevoegde waarde aan binnenstedelijke Amsterdamse voedselvraagstukken en de arbeidsmarkt in de Metropoolregio Amsterdam.
b.1.3 -- Uitvoering activiteiten in het kader van CIV Agro en Food (doorlopende leerlijn Food van Wellantcollege naar Inholland Amsterdam, authentieke vragen van Amsterdamse bedrijven, integratie toegepast onderzoek) -- Uitwerken samenwerking met CIVpartner Clusius College gericht op uitwisseling kennis en het gezamenlijk maken van een macrodoelmatig aanbod in de regio.
-- De CIV activiteiten hebben in zijn oorspronkelijke opzet geen gevolg gekregen. Authentieke vragen vanuit het bedrijfsleven worden vormgegeven door hbo en mbo studenten in het project mbo-hbo Green Juniors (Inholland). -- Uitvoering met opdrachten vanuit het bedrijfsleven, workshops, masterclasses, presentaties en netwerksessies met het bedrijfsleven. -- FICA is opgericht door het bedrijfsleven vanwege de behoefte van jonge innovatieve onderzoekers. FICA staat voor Food Innovation Community Amsterdam. Wellant participeert in FICA.
b.1.4
Regio Maaslant b.1.4 Doorlopende leerlijn Inholland opleiding ‘Groene Ruimte’.
b.1.4 -- Doorstroomafspraken maken met Inholland opleiding Landscape & Environment Management.
-- Wellantcollege en Inholland hebben gezamenlijk de uitgangspunten voor MHBO-trajecten geformuleerd. De netwerkgroep doorstroom MHBO is geïnstitutionaliseerd. -- Uitgangpunten vertaald naar een kaderdocument (en gepubliceerd) -- Via NRO (Kennisrotonde) is vanuit literatuuronderzoek in beeld gebracht wat doorstroom problematiek is -- Input NRO bevat informatie om MHBO-programma optimaal af te stemmen op de kenmerken van de mbostudent die wil doorstromen naar het hbo. -- Actieplan vanuit PPS waterroute vormgegeven met als onderlegger kaderdocument doorlopende leerlijn MHBO Wellantcollege -- Momenteel samenwerking PPS-Waterroute om doorlopende leerroute UGD – LEM vorm te geven.
b.1.5
Wellantcollege b.1.5 Verbeterde aansluiting vmbombo binnen en buiten Wellantcollege.
b.1.5 -- Aanvalsplan aansluiting vmbo-mbo groen en niet-groen.
-- In lijn met de strategische keuzes rond LOB en kaderdocument LOB, zijn LOB-activiteiten gevolgd en ondersteund. -- On Stage Naarden is met kenniscentra Wellant een lijst met bedrijven rondom het Gooi aangeleverd die benaderd moeten worden bij beroepenfeest (modern groen onder aandacht brengen). -- Film on stage met groene inkleuring opgeleverd. -- Carrousel reflectiemap ontwikkeld en uitgereikt aan vmbo-locaties (onderdeel van LOB programma vmbo).
b.2.1
Regio Noordzeelant b.2.1 Samenwerkingsverband techniek Delft heeft een onderling uitwisselbare pool van docenten en materialen.
b.2.1 -- Onderlinge afstemming vmbo-mbohbo m.b.t. bijscholing docenten. Experimenten starten met onderlinge bijscholing. -- Uitwisseling docenten bij onderwijs Middenkader Engineering ROC Mondriaan en GreenTec van Wellantcollege, gericht op de cross over groen-niet groen (verdienmodel).
-- Regelmatig gezamenlijke bijscholingen WellantMondriaan. De door Wellant aangeschafte Lucas Nulle practicum materialen worden door beide instellingen. Gezamenlijke training in Duitsland door Lucas Nulle. Docenten van Mondriaan geven mechatronicalessen aan Wellantstudenten. Wellant verzogt AVO lessen bij Mondriaan (uitwisseling expertise).
107
10 BIJLAGEN b.2.2
Regio Amstellant b.2.2 Kennis docenten mbo-hbo verhogen op het gebied van voedselvraagstukken (binnenstedelijk, voeding en gezondheid).
b.2.2 -- Verwerking lessencycli voeding in de stad en voeding en gezondheid in curricula hbo en mbo.
-- De lessencycli is zoveel mogelijk vertaald en aangevuld naar mbo studenten. -- Samenwerkingsproject met de VU voedselveiligheid en – verspilling.
b.2.3
Wellantcollege b.2.3 Professionalisering bij tuinbouwdocenten. Professionalisering docenten Wellantcollege vmbo en mbo.
b.2.3 -- Deelname aan professionaliseringscyclus BEJO zaden. -- Deelname aan vakgroepen mbo en scholing kernteams mbo-vmbo.
-- Vanuit de verbinding met CIV T&U vindt professionalisering tuinbouwdocenten plaats. -- Professionaliseringstraject vakgroepen is naar tevredenheid afgerond. -- Professionalisering op inhoud dmv studieprogramma duurzaamheid en biobase + -- innovatieve toepassingen in curricula (keuzedelen) -- Op directieniveau en teamleidersniveau gesprekken gevoerd over de wijze waarop invulling gegeven moet worden aan de professionele ruimte van vmbo-docenten.
c.1.1
Amstellant c.1.1 Realisatie van een real life demonstratieomgeving in het Groen Onderwijscentrum.
c.1.1 -- Realiseren van een videoverbinding met een innovatief bedrijf waar ‘real time’ innovatieve activiteiten gefilmd worden en worden uitgezonden in het Groen Onderwijscentrum, op de thema’s teelt en logistiek. Een voorbeeld is een demonstratie die informatie geeft over de microbiologische aspecten van teelt en de gevaren van het onvoldoende naleven van hygiëneregels in de groothandel (extreem voorbeeld: EHEC). Het Groen Onderwijscentrum benut dit naar deelnemers en studenten en naar partners, bijv. door er de innovatieklassen en gastcolleges aan te koppelen. -- Jaarlijkse verkiezing van het innovatiefste bedrijf van de regio.
-- Gerealiseerd is de intensivering van bedrijfsbezoeken én filmpjes/video’s met betrekking tot actuele thema’s. -- Een real life videoverbinding wordt wellicht op den duur gerealiseerd maar niet eerder dan dat bedrijfsleven en docenten daar de mogelijkheid toe zien en gebruik gegarandeerd is. -- Verkiezing innovatiefste bedrijf heeft niet plaatsgevonden.
c.1.2
Wellantcollege c.1.2 Elke docent heeft de mogelijkheid om een docentstage te volgen.
c.1.2 -- Ontwikkeling aanpak docentstages. -- Aanstelling coördinator docentstages. -- Uitvoering docentstages.
-- Realisatie van 11 concrete docentenstages. -- Ambassadeurs BVMBO zijn betrokken bij het plan van aanpak excellente docenten. -- Evaluatie docentenstage met collega scholen heeft plaatsgevonden. -- Coördinator heeft vakgroepvoorzitters betrokken bij de ambitie docentstages te institutionaliseren.
c.2.1
Regio Noordzeelant c.2.1 Technische invulling en uitvoering opleiding GreenTec.
c.2.1 -- Inhuur technische kennis en capaciteit onderwijsontwikkeling Mechatronica, Meet- en regeltechniek, Elektriciteit en energietechniek en Biobased technieken.
-- Mondriaan verzorgt technieklessen voor Wellant daarbij wordt gebruik gemaakt van de faciliteiten van Mondriaan. Kennisdoorstroom Mondriaan-Wellant vindt plaats. -- Biobased technieken worden verzorgd in het lab van Inholland en in samenwerking met Inholland. Kennisdoorstroom Inholland-Wellant vindt plaats.
108
c.2.2
Wellantcollege c.2.2 Verduurzaming praktijkleren na 2015.
c.2.2 -- Ontwikkeling aanpak verduurzaming praktijkleren na 2015.
-- Het besluit over de wijze van verduurzamen praktijkleren is genomen. -- Plan van aanpak tbv het duurzaam inrichten alternatieven praktijkleren is nog niet afgerond -- De implicaties van nieuwe wetgeving, invoering herziene kwalificatiestructuur en regeling groene certificaten zijn in kaart gebracht. -- Er is een aanzet gemaakt met het in kaart brengen van de financiële consequenties.
d.1.1
Wellantcollege d.1.1 Voortzetten uitvoering project Wellant verduurzaamt, het project van Wellantcollege in het kader van het landelijk programma Voorop in de vergroening.
d.1.1 -- Realisatie tenminste 10 ECO school certificeringen vmbo en mbo. -- Uitvoering landelijk programma Voorop in vergroening (atlas, deelname pilots).
-- Realisatie van 6 ECO school certificeringen (2 groene vlag, 2 bronzen en 2 zilveren). -- Uitvoering landelijk programma Voorop in vergroening is in 2015 afgerond en is nu ingebed en gecontinueerd in het netwerk de “Groene Groei”.
d.1.2
d.1.2 Gezamenlijk ontwikkeld en gebruikt leermateriaal biobased Economy van Hogeschool Inholland en Wellantcollege o.l.v. Projectmanager Center of Expertise Biobased Inholland.
d.1.2 -- Ontwikkeling leermateriaal biobased economy laatste leerjaar mbo en eerste leerjaar hbo.
-- Interviews bij leden werkgroepen mbo2016 afgenomen om bekendheid met duurzaamheid en biobase te bepalen -- Gap-analyse (resultaten interview met ambities tav duurzaamheid) opgeleverd aan programma verduurzaamt) -- Analyse van 6 Kwalificatiedossiers (via database HKS): in beeld gebracht waar expliciet aandacht moet uitgaan naar duurzaamheid en biobase. -- Koppelingen duurzaamheid en biobase zichtbaar gemaakt in database (HKS). Database bevat vanuit KD de inhoudelijke onderbouwing van al onze mboopleidingen. -- Inhoudelijke advies opgeleverd per cluster (KD) op welke wijze duurzaamheid en biobase een rol speelt -- Voorbereiding: professionaliseringsprogramma (wordt aangeboden in 2017
d.1.3
Regio Maaslant d.1.3 In internationaal verband realiseren van afspraken over toekomstbestendig klimaatbeleid en water.
d.1.3 -- Uitvoeren rol observator in project met acht kennisinstellingen en hun netwerk in acht regio’s in zes landen (rond Noordzee en Baltische Zee, passend binnen EU en internationaliseringbeleid Noord-Nederland -- Vastleggen en uitvoeren van hieruit te kiezen partnerlanden met een havengebied voor een opmaat naar Interreg 5.
-- In 2016 is een KA2 aanvraag Food Chain Network ingediend. Helaas geen goedkeuring op ontvangen. Het samenwerkingsverband Gemeente Rotterdam, Inholland, Wellant en Lentiz is uitgebreid met Zadkine, Albeda, Hogeschool Rotterdam, Mondriaan, Erasmus Universiteit. -- Er is een onderzoeksagenda opgesteld die wordt uitgewerkt. Een deel van de participanten heeft een nieuwe KA2-aanvraag in voorbereiding. -- Het kenniscentrum Aquaponics is gerealiseerd incl. een demo-omgeving mede op basis van een KA2 toekenning. Met internationale partners wordt kennis gedeeld en demo-omgevingen in de EU gerealiseerd.
109
10 BIJLAGEN d.2.1
110
Wellantcollege d.2.1 Wellantcollege is een mbo zijn met een onderscheidend internationaal profiel.
d.2.1 -- Ontwikkelen Wellantbrede en gedragen visie op internationalisering en internationale samenwerking. -- Inrichten Bureau Internationalisering dat zorgt voor de contacten met bedrijven voor het schrijven van ingewikkelde projectplannen ter ondersteuning van de doelstellingen (binnen de topsectoren T&U en Food). -- Uitvoeren van minimaal 3 pilots ECVETunits met partnerscholen in buitenland. -- Professionaliseren van 20 docenten per jaar in een Moderne Vreemde Taal. -- Tot stand brengen regionale samenwerking om internationale ideeën te delen met onderwijs, overheid en bedrijven (vgl delta agenda, zie a.1.4). -- Onderhouden en uitbreiden partnerschoolcarrousel met scholen en bedrijven uit Duits- en Spaanssprekende landen. -- Verkennen mogelijkheden buiten Europa, focus op Afrika (thema’s waterveiligheid, waterkwaliteit en verzilting, zie a.1.4). -- Inbedding en verankering en onderhouden digitale omgeving voor lesstof voor internationalisering binnen het vmbo i.s.m. Ontwikkelcentrum (vgl c.1.2). -- Onderhouden Engelstalige website. -- Deelname aan internationale netwerken zoals TDA en EUROPEA. Minimaal drie samenwerkingsverbanden worden gerealiseerd om kennis im- en export te garanderen, onder andere op het gebied van Watermanagement, Biobased economie, Tuinbouw en uitgangsmaterialen, Urban Green en Veeteelt. -- Partner worden in Europese projecten, mobiliteit, partnerschap, transfer of innovation etc. in het nieuwe Europese programma Erasmus4all waarin leven lang leren en het gebruik van Europese instrumenten om internationaal beter aan te sluiten bij Europa.
-- Portfolio is aantoonbaar internationaler geworden tov periode voor de start van het MIP. -- In Wellant mbo is de vakgroep Paard gestart met het onderzoeken hoe een volledig tweetalige opleiding gerealiseerd kan worden. -- Wellant participeert in meer transnationale projecten en partnerschappen dan ooit tevoren, vaak in tripartiete samenwerking met het bedrijfsleven en overheid. Niet alleen in Europa, ook verder weg. -- MBO-docenten die het professionaliseringstraject modern vreemde talen succesvol hebben doorlopen, hebben hun expertise ingezet voor internationale projecten en tbv scholingsvragen, onder meer in Rwanda en India. -- Wellant is kennispartner in het Dutch Hortifruit Partnership, met een consortium van bedrijven en de RVO als overheidspartner. Doel is kwaliteitsverbetering van de totale fruitketen in Noord-India. -- Daarnaast coördineert Wellant een soortgelijk programma gericht op de zuivelsector: Sri Lankan Dutch Dairy Solutions. -- Implementatie van de ontwikkelde ECVET-units of learning outcomes is gestart en wordt in 2017 verder geoptimaliseerd en uitgebreid. -- Met de realisatie van internationale Aquaponics Trainings Centres, waaronder één in Rotterdam, hoopt Wellantcollege z’n steentje bij te dragen aan de uitdagingen op het gebied van duurzame voedselproductie en voedselveiligheid. -- Internationale competenties zijn opgenomen in curriculum in de vorm van het keuzedeel ‘Werken op de internationale arbeidsmarkt, dat in 2016 is goedgekeurd. -- In 2016 zijn 120 studenten op internationale stage (ibpv) gegaan. Ruim 50 medewerkers zijn naar het buitenland geweest voor een stage of studiereis. Dat ligt in lijn met de groei die in voorgaande jaren is ingezet. -- Daarnaast is de focus op kwaliteit van docenten- en studentenstages toegenomen, met oa meer aandacht voor erkenning en validatie van leeruitkomsten die in het buitenland behaald zijn. Concreet voorbeeld is Erasmus+ project LOASA (Learning Outcomes in Accordance with the Skills Agenda) dat in 2016 is gestart. -- Studenten maken in toenemende mate gebruik van formeel erkende leerbedrijven in het buitenland, mede dankzij afstemming met S-BB. En vice versa: studenten van de buitenlandse partnerscholen doen hun ibpv in toenemende mate bij erkende bedrijven in Nederland. -- Excellente studenten hebben meegedaan aan internationale vakwedstrijden, o.a. een flower competition in Slowakije.
d.2.2
d.2.2 een in de gouden driehoek geaccepteerd meerjarig programma: borderless agri food academy: een cross-sectoraal publiek private consortium dat de komende jaren werkt aan vragen van het bedrijfsleven en zorgt voor interne verankering bij de onderwijsinstellingen zodat het agri beroepsonderwijs partner wordt van het internationale bedrijfsleven.
d.2.2 -- Verbinden van ideeën en uitwerken van concept programma met werkwijze. -- Workshop met de gouden driehoek. -- Ontwikkelen van de sector programma’s -- Uitwerken definitief programma met werkmethodiek. -- Deelname aan 2-3 sectorconsortia.
-- Wellant participeerde in meerdere tripartiete samenwerkingsverbanden (de ‘gouden driehoek’ tussen bedrijfsleven, overheid en onderwijs) om complexe kennisvraagstukken op te pakken in o.a. Rwanda, India en Sri Lanka. Dit zijn vrijwel altijd meerjarige programma’s die ook in 2017 zullen doorlopen.
d.2.3
d.2.3 Realiseren ‘Wellant digitaal’ Met behulp van digitale middelen ondersteunen van onderwijs binnen Wellant zodat er (op een betaalbare en organiseerbare wijze) innovatief, dynamisch onderwijs verzorgd kan worden. De medewerkers van Wellant zijn in toenemende mate in staat om met ondersteuning van digitale middelen innovatief, dynamisch onderwijs te verzorgen De deelnemer en medewerkers van Wellant leren en werken in een moderne omgeving. Integratie GEOGPS in verschillende opleidingen.
d.2.3 -- het ontwikkelen van een aanpak en het maken van keuzes t.a.v. faciliteiten op basis waarvan docenten in staat zijn om ICT op een didactische en inhoudelijk betekenisvolle wijze te integreren in het onderwijsproces, zodat ICT een bijdrage levert aan modern, innovatief groen onderwijs. -- Uitvoering van een pilot waarin pilotdeelnemers werken aan onderwijsontwikkeling i.r.t. ICT, waarbij door de gekozen aanpak het HRM-aspect (SBL-competenties) van organisatieontwikkeling wordt meegenomen. -- Organiseren van een omgeving waarin de thema’s ‘ICT-inzet’ en ‘organisatieontwikkeling’ binnen het focusgebied ‘digitale onderwijs’ verkend worden met en voor Wellantcollege. Uitkomsten worden meegenomen in de pilot. -- De uitkomsten van de pilot (werken aan onderwijsontwikkeling) vertalen naar uitgangspunten t.a.v. de ICT-inzet, organisatieontwikkeling binnen de kaders van uitvoerbaarheid en betaalbaarheid. -- Opnemen GEO-GPS in verschillende opleidingen.
-- Alle geformuleerde resultaten zijn behaald. Er is een aanpak ontwikkeld op basis waarvan in 2016 de ELO binnen Wellant verder is uitgerold. Omdat de eerste stappen van dit proces/werkwijze is om draagvlak te creëren binnen het team en eenduidigheid binnen de vakgroep over het curriculum (HKS) vraagt de opstart enige (doorloop)tijd. In 2016 is op alle locaties en binnen elke vakgroep het gesprek gestart over deze eerste 2 stappen. Elke locatie kent een zogenoemde superuser die de teams kan ondersteunen bij het vullen van de ELO en het werken in de klas met de ELO. Op enkele locaties en met enkele opleidingen staat de een deel op de opleiding in de ELO werken de studenten in de ELO. Op andere locaties en binnen andere vakgroepen zijn we nog bezig met creëren van draagvlak en/of is er binnen de vakgroep geen consensus over de basisstructuur
111
10 BIJLAGEN d.2.4
d.2.4 Realiseren introductietraject ‘Toepassen Gepersonaliseerd Digitaal Leren’ voor 5 vmbo vestigingen voor de kernvakken: Nederlands, Engels, wiskunde, rekenen.
d.2.4 -- Inrichten digitaal platform. -- Opstellen business case. -- Opleiden docenten. -- Begeleiden docenten en leerlingen.
-- In 2016 is de eigenaar van het platform waarmee Wellant gepersonaliseerd leren vorm gaf (PulseOn) gestopt met het verder ontwikkelen. Dit betekenende dat er nagedacht moest worden over hoe er binnen Wellant vorm kon worden gegeven aan gepersonaliseerd leren met ondersteuning van ICT. De volgende resultaten zijn behaald: -- Pilot gepersonaliseerd leren mbv PulseOn is afgerond. -- Visie op gepersonaliseerd leren is ontwikkeld en vastgesteld -- Veranderstrategie en meerjarenplan is opgesteld hoe Wellant wil toewerken naar de visie op gepersonaliseerd leren. -- Het innovatieplatform Gepersonaliseerd en gedigitaliseerd leren is opgezet. Binnen het innovatieplatform hebben per voorloopschool (hiervoor pilotlocaties) met een iCoach (innovatie, onderwijs & ICT) en een Innovator (innovatie, onderwijs &gepersonaliseerd leren) gewerkt aan innovatieve leervragen, experimenten, pilots. -- Daarnaast is op de 9 voorloopscholen een PvA opgesteld hoe elke locatie stappen kan zetten in het vormgeven van gepersonaliseerd leren. -- De eerste plannen voor het opzetten van een e-Lab zijn gemaakt. Dit e-Lab willen we inzetten om binnen Wellant te werken aan de 21st century skills. -- Tenslotte zijn op de niet-voorloopscholen in 2016 gestart met het uitvoeren van nulmetingen (lesbezoeken) waarbij gekeken is hoe ver een school is ten aanzien van gepersonaliseerd leren ondersteund met ICT en een advies uitgebracht over hoe elke school hier stappen in kan zetten.
d.3.1
Noordzeelant d.3.1 zie a.1.1
d.3.1 zie a.1.1
-- d.3.1 zie a.1.1
d.3.2
d.3.2 Gestarte Tecklas in vmbo locatie Westvliet specifiek voor de leerlingen met profiel GL met aantoonbare doorstroom naar Greentec of aanpalende opleiding.
d.3.2 -- Starten Tecklas Westvliet. -- Ontwikkelen doorstroomprogramma GreenTec Delft
-- De Tecklas is gecontinueerd. Binnen het vernieuwede VMBO heeft de Tecklas een plaats gekregen. Meerdere locaties van Wellant (techniekdocenten) hebben kennisgenomen van / zich georiënteerd op de Tecklas en de doorlopende leerlijn GreenTec.
d.3.3
d.3.3 Lidmaatschap ‘Toptechniek in bedrijf Haaglanden’ is omgezet in een actieve samenwerking met technische vmbo’s in de regio Haaglanden.
d.3.3 -- Ontwikkelen groen lesmateriaal voor ‘grijze’ technische vmbo’s die lid zijn van Toptechniek in bedrijf Haaglanden t.b.v. kennismaking van vmbo-leerlingen met de groene sector. Wellantcollege zet in op GreenTec, Loonwerk en Groene Ruimte.
-- Er is lesmateriaal ontwikkeld in samenwerking met Delflandcollege (CLD en Grotius samen) waarbij opdrachten voor het VMBO gemaakt zijn in samenwerking met groene (techniek) bedrijven uit de regio. Bedrijfsbezoeken vormen daarvan een onderdeel van. Ook met ISW en CLD zijn opdrachten gemaakt voor de groene sector en in samenwerking met bedrijven uit die sector.
112
STICHTING WELLANT POSTBUS 177 3990 DD HOUTEN