3 minute read
Column: Cees van Kempen
Elke editie schrijft een natuurliefhebber over wat hem of haar bezighoudt op het gebied van natuur en milieu. Deze keer: filmmaker Cees van Kempen
Beeld: Cees van Kempen
Jarenlang mocht ik werken aan een film over de wolf. Het was mijn bescheiden aandeel in het verspreiden van kennis over het belang van een gezonde natuur. En over de belangrijke functie die een toppredator als de wolf daarin vervult.
Het nadeel van een film is dat je geen direct contact hebt met degenen die ernaar kijken. De talloze bioscoopgangers en tv-kijkers vinden er wat van, genieten er hopelijk van, maar daar krijg je als filmmaker weinig van mee. Met een boek is het niet anders. Ik ben er trots op hoor, dat ik een fotoboek bij de film mocht maken. Maar de ah’s, de oh’s en de o-zit-datzo’s van lezers – die hoor ik zelden.
Hoe anders is dat als je op de planken staat. Ik ben het verhaal over de wolf en de natuur gaan vertellen in het theater. Het is een geweldige ervaring om de successen en bloopers die je als filmmaker beleeft met anderen te delen en direct respons te krijgen uit de zaal. Ik heb gemerkt dat mensen een van mijn verhalen als wel heel bijzonder ervaren. Dat verhaal gaat over een jager – een groot wolvenliefhebber – die appels voert aan de wilde zwijnen. Hij ontdekt dat niet alleen zwijnen, maar ook wolven graag een appeltje komen halen. Dat is niet zo vreemd, want het is bekend dat carnivoren tussendoor graag rijp fruit eten. Bosbessen of bramen bijvoorbeeld. Of een appel, als die er toch ligt. Dat wil ik natuurlijk filmen.
Ik houd mijn adem in. Zal de wolf een appel gaan eten?
Vlak bij de zwijnenvoerplek van de jager verschuil ik me in een camouflagetent. Al snel komt een wild zwijn scharrelen. Een enorme zeug, de oerversie van haar vele soortgenoten in onze megastallen. Op de tweede dag gebeurt er lange tijd niets, maar plots komt een jonge wolf aandrentelen. Ik houd mijn adem in. Zal hij een appel gaan eten? Dan zie ik iets dat ik niet had kunnen verzinnen: de wolf gaat spelen met een appel, zoals een hond speelt met een tennisbal. Omdat de wolf geen baasje heeft, gooit hij de appel zelf in de lucht om er vrolijk achteraan te rennen. Waanzinnig, dit heeft nog nooit iemand gezien. Laat staan gefilmd. Daar breng je een zaal dus mee in vervoering. Wat een feest!
Het is een van de voorbeelden waardoor ik tijdens het filmen steeds weer besef dat onze hond en de wolf allebei canis lupus zijn. En dat het plezier dat wij beleven aan onze honden voortkomt uit de natuur. Net als het profijt dat wij trekken uit de domesticatie van het wilde varken. Zo heeft elk dier dat wij ten faveure van onszelf hebben ‘doorontwikkeld’ een oervariant. Hetzelfde geldt voor alle planten die wij als gewas benutten. Want we hebben tarwe echt niet zelf uitgevonden. Nee, ons hele bestaan is opgebouwd uit wat de natuur heeft voortgebracht. Al filmend, schrijvend en spelend op het podium dringt het besef dieper en dieper tot me door. Ik word er steeds nederiger van.
Meer info over de theatervoorstelling: wolftheater.nl.