Zoek...
Home Hoe richt ik een BIZ op? Ondernemerfondsen F.a.q. Monitoring Initiatiefnemers Documenten Nieuws
Hoe richt ik een BIZ op? stappenplan
1. Plan De BIZ wordt gestart door ondernemers. Ondernemers bepalen of zij in hun gebied activiteiten willen uitvoeren om de aantrekkelijkheid en veiligheid van dat gebied te verbeteren. De initiatiefnemers bespreken hun plannen met overige ondernemers in het gebied. In deze eerste stap wordt de animo voor het instellen van een BIZ gepolst. Dit overleg leidt (bij gebleken animo) tot het verder uitwerken van de plannen. Het plan van de ondernemers lijkt veel op een normaal projectplan. Het is helemaal afhankelijk van de lokale situatie en de wens van de ondernemers wat er in dat plan komt te staan. Een aantal algemene, belangrijke zaken komen bij elk BIZ-traject naar voren: - wat willen de ondernemers bereiken met de BIZ; - welke activiteiten willen zij daartoe gaan ontplooien; - in welke periode willen zij dat bereiken (max. 5 jaar); - wat zijn de kosten; - hoe moeten deze kosten worden verdeeld; - hoe groot is het gebied van de BIZ en hoe wordt de zone afgebakend; - hoe wordt de organisatie geregeld. Ook een aantal meer gedetailleerde zaken moet worden geregeld, zoals: - wat gaat er gebeuren als er te weinig geld is, of juist te veel geld; - wat gebeurt er als een BIZ tussentijds wordt opgeheven. Ervaring van soortgelijke projecten in Nederland en in het buitenland leert dat deze eerste fase van het te lopen traject een van de allerbelangrijkste fases is. Deze kost ook het meeste tijd, met name het creĂŤren van draagvlak.
2. Overleg met gemeente Zodra de betrokken ondernemers een goed beeld hebben van wat ze willen, gaan ze overleggen met de gemeente.
De gemeente moet namelijk in later stadium de heffing uitvoeren en wil daarom graag weten wat de plannen van de ondernemers zijn. De ondernemers en de gemeente bekijken samen de plannen. Passen ze wel binnen de kaders van de wet? In hoeverre voert de gemeente al activiteiten uit? Is de gemeente bereid een deel extra bij te dragen? De stappen 1 en 2 lopen door elkaar heen. Eerst moeten ondernemers een goed beeld hebben van wat zij willen. Maar door in een vroeg stadium al met de gemeente te overleggen kunt u sneller tot een concreet eindplan komen en kunnen eventuele teleurstellingen worden voorkomen.
3. Oprichten vereniging of stichting Als duidelijk is dat bij de ondernemers een breed draagvlak is voor hun plan en de gemeente bereidheid heeft getoond hieraan mee te werken, richten de ondernemers een vereniging of stichting op. Het gaat om een vereniging of stichting die speciaal wordt opgericht om de activiteiten in de BI-zone uit te voeren (zie artikel 7 van de wet ). Om initiatiefnemers behulpzaam te zijn bij het opstellen van de statuten is een voorbeeld opgesteld die u hier ter informatie kunt downloaden. Voorbeeld vereniging Voor meer informatie over de verschillen tussen een vereniging of stichting en het oprichten ervan, kunt u onder andere op deze link terecht.
4. Overeenkomst / aanvraag subsidie De gemeente gaat straks heffen bij alle ondernemers in een bepaald gebied. Voordat de verordening kan worden vastgesteld moet er een uitvoeringsovereenkomst worden getekend tussen de vereniging/stichting en de gemeente. Deze overeenkomst bepaalt in ieder geval dat de vereniging of stichting de activiteiten zal uitvoeren en kan ook worden benut voor het regelen van andere aspecten. Zo wordt ook voorkomen dat de verordening straks een vereniging of stichting aanwijst die dat toch niet blijkt te willen. We spreken hier van subsidie omdat formeel gezien de opbrengst van de heffing als subsidie aan de ondernemers wordt uitgekeerd. De wet regelt dat de opbrengst van de heffing als subsidie uitgekeerd wordt aan de vereniging/stichting die de activiteiten namens de ondernemers in de zone uitvoert. In de uitvoeringsovereenkomst kunnen verschillende zaken geregeld worden. De meeste zaken kunnen direct overgenomen worden van het projectplan, zoals de doelstelling van BIZ, het tijdpad en dergelijk. In deze fase is er echter ook overeenstemming bereikt over een eventuele extra subsidie van de gemeente, afspraken over de verdeling van de perceptiekosten die de gemeente in rekening kan brengen, afspraken over het bestaande voorzieningen niveau (ook bekend onder de Engelse term “service level agreement� ofwel SLA). Omdat de overeenkomst maatwerk is, hebben we geen modelovereenkomst gemaakt. Wel kunt u hier een overzicht van mogelijke elementen voor een overeenkomst downloaden. Uitvoeringsovereenkomst bizones Bekijk hier concrete voorbeelden van gemeenten
5. Verordening / beslissing subsidie De gemeenteraad stelt een verordening vast waarin samen met de uitvoeringsovereenkomst de vruchten van het overleg met de ondernemers in tot uiting komen. De verordening bepaalt tenminste het beoogde gebied, de bijdrageplichtigen, het tarief, de activiteiten, de vereniging/stichting die de activiteiten uitvoert en daarvoor de opbrengst van de heffing krijgt. De VNG heeft een modelverordening gemaakt, die u hier kunt downloaden. Modelverordening VNG Bekijk hier concrete voorbeelden van gemeenten
6. Formele draagvlakmeting Nadat de verordening door de gemeenteraad is vastgesteld, vindt er een draagvlakmeting plaats onder de ondernemers in de zone. De verordening kan pas in werking treden indien gebleken is van voldoende draagvlak bij de beoogde bijdrageplichtige ondernemers in het gebied. De gemeente organiseert hiertoe een draagvlakmeting (zie artikel 4 van de wet.). Er worden 3 voorwaarden aan het draagvlak gesteld: 1. De respons bij de draagvlakmeting is minimaal 50%; 2. Van de respondenten is minimaal 2/3 voor; 3. én de voorstemmers vertegenwoordigen meer WOZ-waarde dan de tegenstemmers. Het criterium van de WOZ-waarde geldt niet als gekozen wordt voor een vast bedrag per ondernemer. Initiatiefnemers communiceren over “het totaalpakket” wat ze met de BIZ beogen, wat het kost, wat het oplevert en welke afspraken met de gemeente zijn gemaakt en creëren draagvlak onder de ondernemers (voorzover ze niet al in een eerder stadium steun gerealiseerd hebben, hetgeen uiteraard wel wenselijk al dan niet noodzakelijk is om de BIZ te laten slagen). Sommige gemeenten hebben een reglement of protocol op gesteld. Bekijk hier concrete voorbeelden.
7. Heffing en subsidie Indien er sprake is van voldoende draagvlak treedt de verordening in werking. De gemeente kan nu gaan beginnen met heffen. Omdat in de wet aangesloten is bij de WOZ en er sprake is van een zgn. tijdstipbelasting kan met de heffing pas worden begonnen op de 1e januari in het jaar nadat de verordening in werking is getreden. Het verdient daarom aanbeveling om er in de planning rekening mee te houden dat de verordening idealiter in het najaar in werking kan treden. Nadat de heffing heeft plaatsvonden en de gemeente het geld heeft ontvangen, kan de gemeente het geld aan de vereniging/stichting overdragen. In sommige gevallen kan er best een groot aantal maanden zitten tussen de inwerkingtreding en de inning. Bijvoorbeeld de verordening treedt in april van een jaar inwerking en de inning kan pas na
1 januari van het volgende jaar plaatsvinden. Om die tijd te overbruggen kan de gemeente overwegen een voorschot te verstrekken. Als de verordening in werking treedt is immers duidelijk dat het geld in de loop van het jaar binnen zal komen. Ondernemers kunnen dan direct aan de slag. Ondernemers zouden die periode ook kunnen laten voorfinancieren, bijv. door een bank of de gemeente.
8. Uitvoeren plan De vereniging of stichting heeft (een voorschot op) de subsidie ontvangen en kan nu aan de slag met de uitvoering van de plannen van de ondernemers. De vereniging of stichting is verplicht om jaarlijks rekening en verantwoording af te leggen aan de ondernemers in het gebied en aan de gemeente, zie artikel 8 van de wet. Op afgesproken momenten (meestal jaarlijks) controleert de gemeente of de vereniging of stichting nog steeds aan de subsidievoorwaarden voldoet. Dit zal het geval zijn als ondernemers hun afgesproken plan uitvoeren.
9. Einde BIZ De BIZ kan op 3 manieren eindigen. De eerste: de BIZ eindigt omdat ondernemers afgesproken hebben dat het op dat moment eindigt en omdat de verordening dit heeft vastgelegd, bijv. omdat het plan geheel is uitgevoerd. De maximale looptijd van een BIZ is 5 jaar (tenzij deze voor einde van de looptijd wordt verlengd). De tweede: de BIZ eindigt omdat gaande weg het draagvlak wegvalt. Ondernemers kunnen tussentijds verzoeken om een hernieuwde draagvlakmeting met als doel om de BIZ weer op te heffen, zij het niet binnen 茅茅n jaar na het inwerking treden van de BIZ of een eerdere meting, zie artikel 6 voor de details. De derde: de BIZ eindigt omdat de wet eindigt. De wet is namelijk een tijdelijke wet (de benaming is Experimentenwet bi-zones) die loopt tot 1 juli 2015. Voor 1 januari 2013 vindt een evaluatie plaats en wordt besloten over een eventueel vervolg en in welke vorm. Voor het instellen van de zones is een beperkte periode beschikbaar, namelijk van 1 mei 2009 tot 1 mei 2011. Er geldt evenwel geen beperking ten aanzien van het aantal experimenten. Het wetsvoorstel is zo vormgegeven dat de experimenten verlengd kunnen worden en naadloos aan kunnen sluiten op een eventuele definitieve wet. Mocht de evaluatie echter negatief uitvallen en er geen vervolg komen, dan houden de experimenten automatisch op te bestaan per 1 juli 2015.
10. Monitoring en evaluatie Zoals hierboven aangegeven, is dit een tijdelijke wet, die de wetgever gemaakt heeft voor ondernemers. V贸贸r 2013 zal het kabinet een beslissing moeten nemen of een wetsvoorstel voor een permanente wet wordt ingediend, al dan niet in aangepaste vorm. Om die beslissing te kunnen nemen is het belangrijk dat zoveel mogelijk informatie wordt verzameld over de kwaliteit van de wet. Waar
lopen ondernemers tegen aan, waar zitten knelpunten, waar gaat het juist goed etc. Het is daarom belangrijk dat ondernemers en gemeenten input geven voor de monitoring en evaluatie van de experimenten. De experimenten worden vanaf het begin af aan met belangstelling gevolgd. Meld u daarom aan voor de BIZ-monitor . Klik hier als u ons logo wilt gebruiken Top !