4 minute read

Bronsgroen Eikenhout

Limburg moet af van zijn Calimerocomplex

Advertisement

Toen Harry Loozen in 2000 terugkwam naar Limburg was dat niet uit heimwee, maar “een keuze om te vertrekken uit de Randstad”. Zijn omgeving hield hem voor dat hij na twee jaar weer weg zou zijn, maar Harry lijkt zijn ideale stek te hebben gevonden. Limburg blijft zijn uitvalsbasis.

Een druk baasje, noemt Harry Loozen zichzelf. Dat mag gerust als een understatement worden betiteld voor een 59-jarige, die bijna alle avonden in de week werkt en zichzelf alleen op zondag een vrije dag gunt. “Ik ben leergierig, geniet van mijn maatschappelijke rollen. Aan stoppen met werken denk ik niet, daarvoor vind ik het veel te leuk.”

MANAGEN

Harry ontvangt in het kantoor van Servatius, de Maastrichtse woningcorporatie waarvan hij sinds 1 april van dit jaar presidentcommissaris is. Met die benoeming is de cirkel bijna rond, zegt hij zelf. Ruim dertig jaar werkte hij onder meer in de Randstad en reisde de hele wereld over. Nu is hij weer veel in Maastricht, de stad waar zijn ouders vanuit Gulpen naar toe verhuisden toen hun enige kind Harry naar de middelbare school ging.

Omdat een oom jurist was, besloot Harry rechten te gaan studeren in Nijmegen. Nadat hij in 1983 zijn studie afrondde, lonkte een praktijk als advocaat. Hij werkte een aantal jaren onder een strenge, maar leerzame patroon in Tilburg en switchte in 1987 naar de meer bedrijfsgerichte praktijk Witlox Van den Boomen Advocaten in Eindhoven. Langzaam werd duidelijk dat zijn hart meer lag bij het managen van bedrijfsprocessen dan bij de advocatuur. Toen de mogelijkheid zich voordeed om als zijinstromer bij KPN te gaan werken, was de keuze dan ook gauw gemaakt. Vanaf toen kwam zijn carrière in een stroomversnelling. Harry: “Ik werd secretaris van de Raad van Bestuur bij het toenmalige PTT Post. Een mooie job. Ad Scheepbouwer stond destijds aan het roer, van zijn stijl van leidinggeven heb ik veel geleerd. Daarna werd ik hoofd International Relations, haalde mijn MBA in Michigan en reisde de hele wereld over.”

FILE

Inmiddels woonde de familie Loozen met drie kleine kinderen in Capelle aan den IJssel. “Op weg naar mijn werk in Hoofddorp stond ik bijna dagelijks in de le. En ik kwam in de situatie dat mijn kinderen zich afvroegen wie die man was die op zondag het vlees sneed.” Dat zette Harry aan het denken. Bovendien was hij toe aan een nieuwe stap in zijn carrière. “In plaats van een kleine baas in een grote organisatie wilde ik liever een grote baas in een kleine organisatie worden.”

Die kans deed zich voor bij de Kamer van Koophandel in Venlo, waar ze in 2000 een algemeen directeur zochten. Dat was het moment waarop het gezin Loozen weer naar Limburg kwam. “Ik heb in Venray een huis gebouwd en ben er niet meer weggegaan.” Ook niet toen hij als senior vice president overstapte naar Océ in Venlo en daar na vijf jaar in 2013 zijn vaste baan vaarwel zei om voor zichzelf te beginnen als interim-directeur en strategisch adviseur. Venray houdt het midden tussen een stad en een dorp, meent Harry. En in Eindhoven, Venlo, Düsseldorf of Amsterdam ben je zo. “Afstand is voor mij minder een punt dan vroeger. Maar ik vind het heerlijk dat ik nu nog nauwelijks in de le sta, want daar heb ik echt een hekel aan.”

EIGENHEID

Natuurlijk ziet de ondernemer verschillen tussen de Randstad en Limburg. Maar een waardeoordeel wil hij daar niet aan hechten. Elke gemeenschap hee immers zijn sterke kanten. Het is de kunst die optimaal te benutten. “Venlo loopt voorop in de (agro-)industrie en logistiek, Amsterdam concentreert zich op dienstverlening en Maastricht is de plek van het goede leven. Binnen die eigenheid moet elke stad zich proberen te ontwikkelen en te onderscheiden. Verschillen zijn er overal, ook binnen Limburg. Belangrijk is dat mensen zichzelf blijven en zich vanuit hun kracht ontwikkelen.”

Wel constateert Harry dat Limburg ten opzichte van de Randstad nog altijd gebukt gaat onder het Calimerocomplex. “Voor zware jobs halen we vaak mensen uit de Randstad. Dat is niet nodig, want we hebben eigen talent in huis. Ook zouden we de krachten moeten bundelen en meer moeten gaan samenwerken. In het westen is dat vanzelfsprekend. Daar werd de strijd tegen het water altijd al gezamenlijk gevoerd. Hier in Limburg is die bereidheid tot samenwerken er veel minder.”

< Harry Loozen

BRANDING

Om zich te kunnen ontworstelen aan het Calimerocomplex, moet Limburg zichzelf ook beter ‘branden’, meent Harry. “Niet met een obligate reclamecampagne, maar door mensen hier iets te laten meemaken dat hun verwachting overstijgt. Een goed voorbeeld is het stadskantoor Venlo, dat is gebouwd volgens het cradle to cradle principe. Alle materialen en producten in het gebouw kunnen worden hergebruikt. Deze innovatieve manier van bouwen hee al tot interessante spin-o geleid. Zo komen jaarlijks duizenden mensen uit de hele wereld kijken en is het aantal studenten bij Fontys Venlo sinds de bouw van het stadskantoor verder gegroeid.” De kinderen Loozen zijn Inmiddels het huis uit en wonen in Amsterdam en Leiden, maar Harry hee in Venray zijn plek gevonden. “Ik kom graag in de stad, maar hecht ook aan de tuin. Aan een tweede huis heb ik geen behoe e, ik wil het liefst zo veel mogelijk verschillende plekken zien. Voorlopig heb ik het nog druk met mijn interim werk, projecten en commissariaten. Dat bevalt me prima. Maar als de balans tussen werk en privé in de toekomst verschui , dan hoop ik veel te gaan reizen.” <<

This article is from: