
2 minute read
Perceelkeuze en bodemanalyse
Binnen de biologische landbouw neemt de wijnbouw een specifieke plaats in. De EU-richtlijn met betrekking tot biologische landbouw spreekt over het nemen van preventieve maatregelen, zoals het regelmatig veranderen van gewassen op hetzelfde perceel en de keuze voor planten die resistent zijn tegen ziekten. Wijngaarden zijn echter niet te verplaatsen en de aanplant mag niet in alle Europese landen vervangen worden door schimmeltolerante rassen. In Frankrijk bijvoorbeeld zijn nieuwe, schimmeltolerante rassen verboden voor kwaliteitswijnen, terwijl deze in Duitsland en Italië wél zijn toegestaan. Een ander probleem dat specifiek voor wijnbouw geldt, is de monocultuur. Grote wijnbouwgebieden bestaan uit zeer veel hectaren aaneengesloten wijngaarden. Ziekten verspreiden zich daarin gemakkelijk. Daarnaast is biologisch werken lastig als de buurman dat niet óók doet. Er zijn geen richtlijnen voor een ‘bufferzone’ rondom een wijngaard, die voorkomt dat bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen overwaaien van een niet-biologisch perceel naar een naastgelegen biologisch perceel.
Een wijnboer kan om diverse redenen voor niet-conventionele wijnbouw kiezen. Belangrijke overwegingen zijn milieu- en natuurzorg, gezondheidsaspecten, energieneutraal werken, sociale aspecten, smaak en ambachtelijkheid. Ook kan het een marketingstrategie zijn, nu steeds meer consumenten vragen om biologische producten.
Advertisement
Binnen alle vormen van biologische wijnbouw zijn nuances aan te brengen in hoe ‘biologisch’ een wijnboer nu daadwerkelijk is. Afhankelijk van de motivatie van de wijnboer om te kiezen voor een bepaalde vorm van biologische wijnbouw en afhankelijk van de keuzes die hij daarbinnen maakt, kan een (natuurlijk) duurzame wijnboer uiteindelijk biologischer en met meer aandacht voor het milieu werken dan een officieel biologische wijnboer die zich aan de wet houdt. Biologische wijnbouw kan bovendien ongunstige effecten hebben: • Sommige biologische insecticiden doden ook nuttige insecten en vervuilen het grondwater. • In een biologische wijngaard moet de wijnboer vaker voor behandelingen met de tractor door de wijngaard. Hierdoor is er meer CO2-uitstoot. Ook kan de ondergrond te compact worden, met als gevolg dat de toegepaste producten te snel wegspoelen en korter effectief zijn. • Een ‘natuurlijk’ middel als kopersulfaat (Bordeauxse pap) is ook binnen de biologische wijnbouw toegestaan (in onder andere Frankrijk, Australië en Chili). Koper is een giftig metaal, dat lang in de grond blijft zitten en voor veel organismen dodelijk is. Een alternatief voor kopersulfaat kan kaliumfosfiet zijn. In Nederland zijn kopersulfaat en kaliumfosfiet niet toegestaan.
Perceelkeuze en bodemanalyse
Een biologische wijnboer streeft naar het behoud en de bevordering van leven in de bodem, naar een natuurlijke vruchtbaarheid van de grond en naar biodiversiteit in de ondergrond, waarbij hij t evens waakt voor het te veel inklinken van de ondergrond en erosie van de bodem. Tegelijk streeft hij ernaar de planten te voeden door middel van een natuurlijk ecosysteem.
Biodiversiteit in de wijngaard zorgt voor een natuurlijk evenwicht, welke biologische methode de wijnboer ook toepast. Wanneer de juiste afwegingen worden gemaakt, verbetert biologische wijnbouw in het algemeen de vruchtbaarheid van de bodem. Per saldo geeft biologische wijnbouw echter wel een lagere opbrengst dan conventionele wijnbouw. Daardoor is biologische wijn iets duurder. Maar een lagere opbrengst per druivenplant leidt in de regel ook tot een betere kwaliteit. Doordat wormen,