
3 minute read
Aantasting van de positie van Frankrijk
raakt door ziekten en economische tegenslag. Een treffend voorbeeld is de Médoc, waar vóór de komst van de phylloxera 25.000 ha uit wijngaarden bestond en in 1960 nog maar 5.000 ha. Pas na 1960, toen er weer aandacht kwam voor ‘grote’ wijnen, nam de aanplant weer toe. In 1990 bedroeg het wijngaardoppervlak in de Médoc al weer 13.000 ha. Momenteel is het oppervlak dat tot de Médoc behoort circa 16.000 ha.
In de periode 1960-1990 werd ook het wijngaardareaal gesaneerd dat bestemd was voor de consommation courante, vooral voor de zogenaamde vins de table. Op de markt verloren deze eenvoudige wijnen namelijk gestaag terrein ten gunste van kwaliteitswijnen, de VQPRD (Vins de Qualité Produits dans des Régions Déterminées). Er werd op de binnenlandse markt en op de exportmarkten niet alleen meer Franse wijn gedronken, maar ook steeds betere. Door de geweldige welvaartsgroei én door de groeiende populariteit van het product wijn nam de wijnconsumptie in heel Noordwest-Europa binnen twintig jaar stormachtig toe. De Verenigde Staten werden in de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw ook een steeds interessantere markt voor Franse wijnen. Daarna sloot ook Zuidoost-Azië zich aan als een potentiële groeimarkt.
Advertisement
Aantasting van de positie van Frankrijk
OndankszijnsterkepositieenverbeterdevinificatietechniekenkwamFrankrijkindejarentachtig van de vorige eeuw onder druk te staan door toenemende concurrentie van binnen en buiten Europa. Er kwamen andere Europese wijnbouwlanden op, die hun wijnexport steeds beter organiseerden en steeds sterkere posities innamen. Vanaf de jaren negentig hebben ook de zogenaamde Nieuwe Wereldlanden de Franse wijnbouw een gevoelige slag toegebracht. Deze landen maken in prijs concurrerende, toegankelijke, moderne wijnen en gebruiken daarbij simpele etikettering.
Het ‘Oordeel van Parijs’
Het beeld dat Frankrijk in kwalitatief opzicht door niemand te evenaren is, viel eigenlijk al in mei 1976 in duigen. Toen vond in Parijs het beroemde ‘duel’ Frankrijk-Californië plaats. Een Engelse wijnhandelaar organiseerde een blindproeverij van een aantal rode crus classés uit Bordeaux naast Californische Cabernets en een aantal grote witte Bourgognes naast Californische Chardonnays. De jury van dit ‘Oordeel van Parijs’ bestond uit een panel internationaal bekende en ervaren proevers. De uitkomst was voor iedere klassiek denkende geest, vooral voor klassiek denkende Franse geesten, onthutsend. De (overwegend Franse) experts riepen een Californische Cabernet Sauvignon en een Californische Chardonnay als winnaar uit, in de stille overtuiging dat het Franse wijnen waren. Het nieuws ging de hele wereld over. Deze proeverij bleek het begin van de internationale opmars van wijnen uit de ‘Nieuwe Wereld’.
Frankrijk is niet goed bestand gebleken tegen de harde concurrentie. Niet alleen in het goedkopere segment van de markt is er concurrentie ontstaan. Het afgelopen decennium is de export na een eerdere daling licht gestegen tot een volume van 14,6 miljoen hl in 2021. Daarmee is Frankrijk, na
Spanje en Italië het derde exportland in de wereld. Circa 2 miljoen hl betreft mousserende wijn, ruim 5 miljoen hl AOP wijn en zo’n 7 miljoen betreft overige wijnen. In waarde neemt Frankrijk als exportland met 11 miljard euro de eerste plaats in. Belangrijkste exportmarkt is de VS, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Nederland importeert de laatste jaren zo’n 1 miljoen hl per jaar.
Het probleem van de Franse wijnbouw en het groeiende wijnoverschot ligt voor een belangrijk deel ook op de binnenlandse markt. De wijnconsumptie in Frankrijk zelf is de laatste decennia drastisch gedaald. De levensstijl van de Fransen is veranderd en daarmee ook hun consumptiegedrag. Wijn en eten zijn in de Franse cultuur nog steeds onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar veel jongeren keren zich af van de levensstijl van oudere generaties en in het verlengde daarvan is het drinken van wijn niet meer vanzelfsprekend. Wijn is, kortom, niet meer zo diep verankerd in het Franse levenspatroon als vroeger. Bovendien hebben toenemende restricties op advertenties voor alcohol en strengere anti-alcoholwetten (op Europees niveau) ook in Frankrijk hun effect gehad. In 1975 was de gemiddelde jaarlijkse wijnconsumptie per hoofd van de bevolking nog 104 liter, maar in 2019 was dat nog ‘slechts’ 40 liter.
Wijngaard Clos Montmartre op de heuvel van Montmartre in Parijs