
2 minute read
8.5 Druivenrassen
248 uur. Dat is tamelijk veel. De gemiddelde neerslag in juni, de bloeimaand, is lager dan in andere maanden. Deze omstandigheden zijn gunstig, want de meeste regen valt in de periode dat de plant in rust is. De bodem kan zo zijn waterniveau op peil brengen zonder dat de plant het water meteen opzuigt. Tijdens de ontwikkeling en de rijping van de druiven valt er weinig neerslag. De oogst vindt in de regel plaats tussen midden september en midden oktober. Vooral in de herfst is vaak sprake van ochtendnevels. Die zijn van harte welkom in de productiegebieden van liquoreuze witte wijnen, omdat de ochtendnevels de ontwikkeling bevorderen van pourriture noble.
De invloed van de opwarming van de aarde is ook in de Bordeaux merkbaar. Naar schatting is de temperatuur in het groeiseizoen de afgelopen vijftig jaar met 2 °C gestegen, wat invloed heeft op de rijping van de druiven en hun suikerwaarden. Hadden Bordeauxwijnen vroeger een gemiddeld alcoholpercentage van 12,5 procent, tegenwoordig zijn wijnen met 13,5 procent geen uitzondering meer. Waar in veel appellations in de Bordeaux vroeger een natuurlijk alcoholgehalte van minimaal 10 procent verplicht was, is dat nu minimaal 11,5 procent. De laatste jaren heeft het bovendien in de maanden januari tot september minder geregend dan decennia geleden. Druiven zijn ook rijper dan vroeger door beter wijngaardbeheer. Lagere opbrengsten, canopy management en gezondere stokken hebben de rijping van de druiven verbeterd. Laatrijpende rassen als cabernet sauvignon encabernetfrancprofiterenhiervan.Daarbijkomtookdatwijnbouwersdeafgelopenjarenopeen later moment zijn gaan oogsten, wat een hogere (fenolische) rijpheid oplevert. Chaptalisatie, in het verleden nog vrij gewoon, is de laatste jaren zelden nodig.
Advertisement
8.5 Druivenrassen
In de Bordeaux is in de loop van de twintigste eeuw sprake geweest van een sterke verschuiving in de productie van witte naar rode wijn. Dit weerspiegelt zich in de aanplant van de druivenrassen. De aanplant van witte druivenrassen is de afgelopen decennia niet afgenomen, maar de aanplant van blauwe rassen is enorm gegroeid. De blauwe rassen nemen van de huidige 110.000 ha zo’n 98.000 ha voor hun rekening, wat neerkomt op 89 procent van het wijngaardareaal. Vijftig jaar geleden bedroeg de aanplant van blauwe druivenrassen nog 38 procent.
In Bordeaux zijn, vanwege de klimatologische veranderingen, zes nieuwe druivenrassen toegelaten in het cahier des charges voor de productie van generieke AOP Bordeaux wijnen : vier blauwe en twee witte. De blauwe rassen zijn: arinarnoa (een kruising van tannat en cabernet sauvignon), castets (een vergeten ras uit de Gironde), marselan (een kruising van cabernet sauvignon en grenache) en touriga nacional (herkomst Portugal). De witte rassen zijn: alvarinho en liliorila (een kruising van baroque van chardonnay). Het druivenras petit manseng wacht nog op toelating.
In de negentiende eeuw waren er in de Bordeaux veel meer druivenrassen te vinden dan tegenwoordig. Er waren toen naar schatting meer dan zestig verschillende rassen aangeplant. In het