
1 minute read
12.3 Bodem
groupements de producteurs). Veel van deze coöperaties zijn lang gericht geweest op louter volume. De omslag naar kwaliteit blijkt moeilijk vanwege de organisatiestructuur van dit soort bedrijven. Zo hebben leden stemrecht en de meeste stemmen gelden, wat niet altijd goed uitpakt voor de beweging voorwaarts.
Een ander probleem van de Languedoc-Roussillon is dat de huidige herkomstbenamingen nog maar kort bestaan. En er komen steeds weer nieuwe herkomstbenamingen bij. De wirwar van namen geeft marketingproblemen. De overkoepelende AOP Languedoc, die sinds 2007 voor wijnen uit de Languedoc en de Roussillon geldt, zou het tij moeten keren. Niettemin valt van de Languedoc-Roussillon ook veel goeds te verwachten. Het feit dat een aantal Australische investeerders (waaronder bijvoorbeeld het gigantische BRL Hardy) in de Languedoc geïnteresseerd zijn, is een stimulans voor het gebied. Met moderne technologie en kennis worden met name van internationaal bekende variëteiten de laatste jaren goede, moderne wijnen gemaakt. Ook zijn veel wijngaarden in de vlakte, die decennia lang eenvoudige, lichte wijnen opleverden, verdwenen. Op betere bodems in hoger gelegen delen zijn nieuwe wijngaarden aangelegd.
Advertisement
12.3 Bodem
Het wijnbouwgebied Languedoc-Roussillon strekt zich uit over vier departementen. Van noordoost naar zuid zijn dat: (een deel van) de Gard, de Hérault, de Aude en de PyrénéesOrientales. Het begint ten westen van Nîmes en loopt helemaal door tot aan de Spaanse grens, onder Perpignan. Plaatselijk liggen de wijngaarden dicht aan zee, zoals in La Clape en bij Frontignan, maar ook tot 80 km landinwaarts, zoals in het geval van Malepère, ten westen van Carcassonne.
De wijnstreek Languedoc-Roussillon kent een vijftal verschillende landschappen: • de kuststrook, een smalle strook met soms duinen en ook étangs (ondiep binnenmeer) • de alluviale vlaktes, lager gelegen stroomgebieden van grotere rivieren als de Hérault, de Aude en de Têt. • de landschappen van garrigues op droge heuvels en plateaus (causses), vooral in het noordoosten van de Languedoc (ten noorden en noordoosten van Montpellier) • de uitlopers van gebergten (voetheuvels van de Cévennen, het Montagne Noire maar ook Corbières) • de bergen zelf (de Cévennen, Avants Monts, Montagne Noire en Pyreneeën). Behalve hogerop in de echte bergen zelf vindt overal wijnbouw plaats.
De bodems waarop de wijnbouw plaatsvindt, verschillen sterk, als gevolg van de geologie, hun ontstaanswijze en waar ze liggen. Grofweg vinden we landinwaarts tussen Nîmes en Montpellier vooral bodems op arme kalksteen uit het Krijt en het Jura (calcaires du Crétacé, calcaires