4 minute read

17.4 Klimaat

Next Article
20.1 Inleiding

20.1 Inleiding

zogenaamde grès des Vosges. Het gebergte heeft op veel plaatsen diepe valleien, waarbij geërodeerd bergpuin via stortbeken tot aan het begin van de vlakte is terechtgekomen. Wijngaarden op de lage hellingen van de Vogezen hebben een bodem van graniet, gneis, leisteen, vulkanisch gesteente en zandsteen. • De voetheuvels van de Vogezen, de ‘collines sous-vosgiennes’: Daarvan varieert de hoogte van 200 tot 400 meter. Zij vormen een meer of minder smalle band. Dit deel van het landschap is weggezakt, samen met de grote slenk. Door opwaartse bodembewegingen in latere geologische tijdperken zijn ze onregelmatig van vorm en hoogte. Ze worden van elkaar gescheiden door valleien, die soms breed en soms zeer smal zijn. • De alluviale vlakte: Deze vormt het centrum van de slenk op een hoogte van 120 tot 220 meter.

Het geringe hoogteverschil tussen de heuvels en de vlakte wordt verklaard door een groot tektonisch incident. Daardoor is het talud van de heuvels op de breuklijn van de slenk bedekt. De wijngaarden in de vlakte liggen op puinkegels die door rivieren vanuit de bergen zijn aangevoerd, maar ook op grote, door de wind aangevoerde lagen löss.

Advertisement

17.4 Klimaat

Klimatologisch is de Elzas, zeker gezien de noordelijke ligging, een verwend gebied. Er is sprake van een subcontinentaal klimaat met weinig neerslag en vaak prachtige, zonnige zomers en nazomers. Colmar is zelfs een van de plaatsen in Frankrijk waar de minste neerslag valt. De Vogezen zijn een te hoge barrière voor westenwinden, die kou en regen kunnen brengen. De Elzas ligt in de schaduw van de Vogezen, die met name in het zuidelijke deel tot 1.200 en soms zelfs tot ruim 1.400 meter hoogte reiken. De loefzijde, de westelijke kant van het Vogezengebergte, vangt het grootste deel van alle neerslag op, gemiddeld 2.300 mm per jaar. (Dit is de zogenaamde stijgingsregen, die uit het westen komt.) Aan de oostzijde, de lijzijde, valt daardoor aanmerkelijk minder neerslag. Op de voetheuvels aan de oostzijde van de Vogezen, waar de meeste wijngaarden liggen, valt 600 tot 650 mm neerslag per jaar. Rond de stad Colmar valt zelfs maar 500 mm. In het departement Bas-Rhin valt meer neerslag dan in Haut-Rhin.

Westenwind

Vogezen

Wijngaarden

Elzasser laagvlakte Rijn

De mooie, warme zomers en nazomers zijn ook in belangrijke mate te danken aan de Vogezen. De Vogezen zorgen ervoor dat tijdens de rijpingsperiode van de druiven een semicontinentaal klimaat heerst, waarop Atlantische winden weinig vat hebben. De Elzas heeft een opmerkelijk hoog aantal zonuren, namelijk 1.500 tot 1.800 per jaar. Vooral tussen april en september is het zeer zonnig. De zomers zijn erg warm. De gemiddelde temperatuur tijdens de maand juli ligt boven de 20 °C. Maar er kunnen zich in deze warme tijd ook hevige onweersbuien ontwikkelen. Van de totale jaarlijkse neerslag valt 50 procent tijdens dergelijke buien, niet zelden in de vorm van hagel. Zulke hagelbuien veroorzaken nogal wat erosie en vernielen soms zelfs de oogst. Deze buien zijn bijna altijd heel lokaal.

Ook tijdens het laatste rijpingsstadium van de druiven, in de maand oktober, laat de zon zich traditioneel veel zien. Dit is natuurlijk gunstig voor de rijping van de druiven en eventueel een Vendanges Tardives (wijn van late oogst). In oktober is de temperatuur over zijn hoogtepunt heen en geeft de zon nog maar gematigd warmte. Hierdoor rijpen de druiven geleidelijk, wat in hoge mate bijdraagt aandevormingvanverfijndearoma’s.

Er is over het algemeen weinig wind in de Elzas. Dat is nadelig voor de druiven als ze nat zijn, terwijl de omgevingstemperatuur redelijk hoog is. Op plaatsen waar een kloof of dal diep het Vogezengebergte in steekt, kan de wind dan een gunstige rol vervullen. Zo’n wind die door het dal waait, zorgt er namelijk voor dat rot weinig kans heeft. Dat geldt voor grijze rot, maar overigens ook voor edelrot. Bij Ribeauvillé bijvoorbeeld waait vaak een wind vanuit het hooggelegen Aubure, waardoor de wijngaarden extra gezond zijn. Als gevolg daarvan kunnen er in Ribeauvillé zelden druiven met edelrot worden geoogst om een Sélection de Grains Nobles van te maken.

Aangezien de meeste wijngaarden op de heuvels liggen, is de kans op schade door vorst aan de grond in het voorjaar beperkt. Als er vorstschade is, dan treedt die op onder aan de heuvels en vooral in de lager gelegen wijngaarden op de vlakte.

Bij zo’n langgerekt wijnbouwgebied als de Elzas is het onvermijdelijk dat er grote verschillen in mesoklimaat zijn. De temperatuurverschillen tussen bijvoorbeeld Marlenheim en Thann zijn aanzienlijk. In het zuidelijke deel van de Elzas, tussen de rivieren Fecht en Thur (met plaatsen zoals Wintzenheim, Eguisheim, Westhalten en Guebwiller), is het aanmerkelijk zachter dan in de dorpen ten noorden van het riviertje Giessen, bij Sélestat. Het blijkt dat de verschillende klimatologische omstandigheden van groot belang zijn bij de keuze van de aanplant van druivenrassen. Door de wijnbouwers in de Elzas is met klimatologische factoren van oudsher rekening gehouden. Als je naaralle(meso)klimatologischefactorenendetopografievandestreekkijkt,danisdeconclusie dat de wijngaardhellingen op het zuiden de gunstigste condities kennen en de naar het zuidwesten gekeerde wijngaarden iets beter af zijn dan de wijngaarden die op het zuidoosten liggen.

This article is from: