7 minute read

Trentino-Alto Adige

Next Article
 Siracusa DOC

 Siracusa DOC

Tramin (Termeno), een bekend dorp langs de Südtiroler Weinstraße in Alto Adige

De herkomstbenaming Valtellina geldt voor rode wijnen van minimaal 90 procent nebbiolo (chiavennasca) en maximaal 10 procent andere blauwe druivenrassen. Het natuurlijke alcoholpercentage bedraagt minimaal 10 procent, lager dan dat van Valtellina Superiore DOCG. De rode wijnen moeten minimaal 6 maanden rijpen, al dan niet op hout. Als maximumrendement geldt 70 hl/ha. Valtellina is over het algemeen een iets eenvoudiger wijn dan Valtellina Superiore en minder geschikt als bewaarwijn. Valtellina Superiore en Sforzato (Sfursat) di Valtellina kregen een eigen DOCG in respectievelijk 1998 en 2003 (zie blz. 90).

Advertisement

Trentino-Alto Adige

Zoals de naam al aangeeft, bestaat deze autonome regio eigenlijk uit twee delen: Trentino en Alto Adige (waarbij Adige wordt uitgesproken met de klemtoon op de a en niet op de i). Beide zijn autonome provincies. Trentino is 6.200 km² in omvang, Alto Adige 7.400 km². Het gezamenlijke wijngaardareaal is ruim 15.000 ha, jaarlijks goed voor circa 1,1 miljoen hl wijn, waarvan 72 procent wit is. De 10.000 ha aan wijngaarden in Trentino levert jaarlijks ruim 800.000 hl wijn op, de 5.300 ha aan wijngaarden in Alto Adige bijna 350.000 hl. In totaal heeft bijna 80 procent van alle wijnen uit deze regio een DOC-status, wat uitzonderlijk veel is. Alto Adige (in het Duits: Südtirol) is genoemd naar de bovenloop van de rivier de Adige (in het Duits: Etsch), die in zuidoostelijke richting naar de Adriatische Zee stroomt. De provinciehoofdstad is Bolzano (Bozen). Bij Bolzano mondt de rivier Isarco (Eisach) uit in de Adige. Het gebied, dat wordt omgeven door de Dolomieten en de Alpen, telt veel valleien en wordt doorsneden door

talloze beken en rivieren. In de vruchtbare dalen vindt op grote schaal appelteelt plaats. Het district is overwegend Duitstalig. Heel vreemd is dat niet, want Alto Adige maakt pas sinds 1919 deel uit van Italië en was daarvoor een onderdeel van het Habsburgse Rijk (Oostenrijk). Naambordjes en etiketten van wijn-flessen zijn veelal tweetalig, met Duits in de hoofdrol, want Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland zijn belangrijke afnemers. De meeste van de circa vijfduizend wijnboeren brengen hun druiven naar coöperaties of grote wijnbedrijven. Coöperaties (cantine produttori) nemen ruim twee derde van de totale productie voor hun rekening. Veel coöperaties zijn overigens gericht op kwaliteit en hun wijnen zijn zeker de moeite waard. De rest van de productiebedrijven betreft vooral kleinschalige familiebedrijven.

Een groot deel van de bodem van Alto Adige bestaat uit morenen. Deze zijn ontstaan door rotsblokken en opeenhopingen van kleiner bergpuin, aangespoeld met bergstromen, waarachter nieuw, vruchtbaar gebied werd gevormd uit aangeslibd leem. Diepere bodemlagen bevatten kwartsporfier (een grauwe granietsoort met grote kristallen), kalksteen en kiezelleem. Zeker in de hoger gelegen wijngaarden is de toplaag vrij dun. In het dal is de toplaag dikker met meer klei, ijzeroxide en aluminium. Het klimaat in Alto Adige is een Alpenklimaat, dat zich kenmerkt door zeer koude winters en warme zomers. De Alpen beschermen Alto Adige tegen koude noordenwinden. In sommige delen is het klimaat submediterraan. De streek telt jaarlijks zeker 300 dagen met zonneschijn en de gemiddelde temperatuur in het groeiseizoen (tussen april en oktober) bedraagt rond Bolzano circa 18 °C. In de zomer kan het kwik overdag zelfs oplopen tot 38 °C, wat gecompenseerd wordt door koele nachten. Deze temperatuurwisselingen geven de druiven de gewenste complexiteit en spanning, mede door het trage rijpingsproces.

Van groot belang is de individuele ligging van de wijngaarden in Alto Adige. Voorheen lagen de wijngaarden veelal op de lagere hellingen in de valleien van de Adige, de Isarco en de kleinere riviertjes die daarin uitmonden. De laatste decennia is er een tendens waarneembaar om wijngaarden hoger op de hellingen aan te leggen, tot wel 1.000 meter boven de zeespiegel, mede onder invloed van klimaatveranderingen. Sommige terrassen liggen op steile hellingen en zijn lastig te bewerken. De verschillen in hoogte en de ligging van de valleien zorgen voor een grote variëteit aan microklimaten. De meer arbeidsintensieve wijnbouw hoger op de hellingen komt tot uitdrukking in een hogere gemiddelde kwaliteit van de wijnen. Frisse witte wijnen komen vaak van deze hoger gelegen wijngaarden, waar de temperatuurverschillen tussen dag en nacht groot zijn, terwijl de beste rode wijnen meestal uit lager gelegen, warmere delen van het dal afkomstig zijn, zoals Lago di Caldaro.

Bulkwijnen en wijnen in de laagste prijscategorieën zien we in Alto Adige weinig. In het midden van de twintigste eeuw bestond het grootste deel van de productie van Alto Adige uit simpele, lichte rode wijnen, gemaakt van gulle oogsten schiava grossa (vernatsch of trollinger in het Duits). Deze druif heeft een bescheiden zuurgraad en levert wijnen op met een lichte structuur en een fruitig karakter. Soms lijken wijnen van schiava meer op rosé dan op rode wijn. De laat-

Trentino

ste decennia zien we een verschuiving naar andere druivenrassen en ‘serieuzere’ wijnen. Ook de verschuiving van pergola-wijnbouw naar het werken met de Guyot-methode, die tot lagere opbrengsten leidt, is een verbetering geweest. Sommige wijnboeren, ook jongere, gebruiken voor oude inheemse rassen nog steeds wel de pergola-methode. Van de productie in Alto Adige is 58 procent wit en 42 procent rood. De belangrijkste druivenrassen zijn chardonnay, pinot bianco, pinot grigio en de al genoemde schiava. Andere veelgebruikte rassen zijn pinot nero, merlot, sauvignon blanc, kerner (een kruising van trollinger en riesling), sylvaner, müller-thurgau, (gewürz)traminer en de blauwe lagrein. Dit laatste druivenras, een nakomeling van teroldego, staat in grote hoeveelheden aangeplant, met name in de alluviale vlakten tussen Merano (Meran) en Bolzano (Bozen), waar de druiven een maximale blootstelling aan de zon genieten. Wijnen van lagrein hebben een relatief laag tanninegehalte en een vlezig, robuust karakter. Ze zijn te herkennen aan een intens donkere kleur, aroma’s van zure pruimen, bittere zwarte kersen en chocolade, aardse toetsen en kruidige accenten. In Trentino is lagrein vooral te vinden in de Campo Rotaliano. Rosé van lagrein wordt Kretzer genoemd.

Trentino ligt ten zuiden van Alto Adige. Het gebied heeft, in tegenstelling tot Alto Adige, een duidelijk Italiaans karakter. De hoofdstad Trento vormt de culturele grens tussen Trentino en Alto Adige. In het plaatsje San Michele all’Adige, in het noorden van Trentino, bevindt zich het beroemde Istituto Agragrio. Dit onderzoeksinstituut houdt zich intensief bezig met wijnbouw.

Traminer uit Tramin

De trots van Alto Adige is het druivenras traminer of gewürztraminer, die rond de plaats Tramin (Termeno) zijn oorsprong zou hebben. Wijnen van traminer uit de omgeving van Tramin kunnen inderdaad van zeer goede kwaliteit zijn en tonen aan dat de druif zich hier thuis voelt. Klimatologische veranderingen hebben de alcoholpercentages de laatste jaren echter doen toenemen en de balans tussen zoet en zuur, alcohol en fraîcheur onder druk gezet. Diverse producenten wijken uit naar hoger gelegen wijngaarden om de juiste balans te kunnen handhaven.

Er heerst in Trentino een mediterraan klimaat. De winters zijn hier wat minder koud dan in Alto Adige en ook in de zomer ligt de gemiddelde temperatuur hoger. Druivenrassen die wat meer rijpingstijd nodig hebben, doen het hier dan ook goed. Het noordelijke deel kent qua bodem grote overeen-komsten met Alto Adige. De beste wijngaarden liggen op de hellingen ten noorden van Trento. Ook hier vinden we rotsachtige bodems met porfier, kalksteen, leisteen en kalk. Het merendeel van de in totaal 10.000 ha aan wijngaarden ligt echter in het lage, vruchtbare dal van de Adige ten zuiden van Trento, dat vanwege de rijke kleibodems eerder geschikt is voor de teelt van appels en ander fruit dan voor druiven voor kwaliteitswijnen. Hier komen de meeste druiven vandaan voor de enorme hoeveel-heden Pinot Grigio die de coöperaties maken en die vooral hun weg vinden naar de Verenigde Staten. Trentino wordt vooral gekenmerkt door grote volumes massawijnen, coöperaties en négociants.

De belangrijkste witte variëteiten in Trentino zijn chardonnay en pinot grigio, gevolgd door andere internationale druivenrassen zoals müller-thurgau (vooral geteeld in Val di Cembra in het noordoosten), pinot bianco en sauvignon blanc. Ze worden ook vaak gebruikt voor de productie van mousserende wijnen. De afgelopen jaren zijn de kwaliteiten van de autochtone nosiola herontdekt, een wit druivenras dat verwant blijkt te zijn aan het witte druivenras rèze uit de Valais in Zwitserland. Aan het einde van de twintigste eeuw werkte vrijwel niemand meer met dit witte druivenras. Tegenwoordig is nosiola vooral te vinden op de kalkrijke kleibodems in de Valle dei Laghi, een zijdal van de Adige. Onder de blauwe druivenrassen vinden we in Trentino eveneens veel internationale

EccellenteMarzemino

Marzemino is na teroldego, waarvan hij afstamt, misschien wel het meest karakteristieke blauwe druivenras van Trentino. Hij staat vooral aangeplant in het zuiden van Trentino, rond Isera in het district Vallagarina. Ook in Lombardije, Friuli en Veneto is hij te vinden. Dit laatrijpende, veelzijdige ras geeft niet alleen lichte stille en mousserende wijnen maar ook rijke zoete. Een voorbeeld van een passito-wijn van marzemino is Colli di Conegliano Refrontolo Passito uit Veneto. Lorenzo del Ponte, de librettist van Mozart, roemde de druif al in de slotakte van zijn opera Don Giovanni: ‘Versa il vino! Eccellente Marzemino!’

This article is from: