*cover ontwerp uit eigen hand
GEMÊLEERD
Brussel Bruxelles onkel ferme knaap gij reus robuust en bruisend Brel stads tweetalig tafereel melkkoe van Europa ’s ramp? bewind pleite met de wind petieterig Manneken Pis aan de Grote Markt rijst schuimend schoon groezelig en sluimer op terrassen Duvel blond ik wieg u in mijn keel jubel in het Jubelpark gelijk Johan Verminnen vanuit de goestingpoort kruip ik als gevangen prins voer afgemat voldaan terug over de kasseien mijn pittoreske Mokum aan Rembrandt’s Amstel waar ik ter wereld kwam.
Lul hij jurkt over haar japon dat ‘Ăe te laag is uitgesneden kraakt en kreukt maar als zij hem draagt over haar binnenkant heen wekt haar souplesse zijn interesse.
Verzinken vandaag wil ik graag proberen om mijn eigen hemel te creĂŤren stoei nog met omsluieren met indrukwekkende beelden waarin kleur de boventoon voert misschien kies ik een hemel zoals deze in werkelijkheid niet is maar stoei toch nog steeds voorbij meteorieten naar een hemel die niet van mij is maar wel overdonderd door het overweldigende blauw dat tevoorschijn komt door tegenkleuren
Saudade jij sleept me mee in al jouw triest naar de kade van weemoed waar het sterven steunt het o zo wankel gaan door en door getransponeerd naar mijn ziel die tussen de snaren hangt ik hoor je tonen drijven over de tranen van de Taag en tussen de voegen van Alfama waarin ik mijn eigen Fado huil
In het zorgcentrum zij knipoogde, komt u gezellig binnen? ik dacht ojee, wat een entree vooral toen ze vroeg wilt u op mijn canapé? het oudje vervolgde ik ga met u in zee en sta al in mijn negligé naast haar kamer wenkte moe, vandaag is het feest ze is vandaag al 100 morgen vertrekt ze naar benee de canapé mag met haar mee
Bah haiku een verstopte neus snoot rooie dooie vliegen die bleven steken
Zang gevogelte als de kippen vroeg op stok staan tokken zij: geile hanen als de hanen vroeg van stok gaan kraaien zij: kouwe kippen ja ze doen altijd zo raar gek tegen mekaar want als de kippen nu geen eieren meer leggen gaan de rare dingen zeggen en toch ja tokke tokke tok bezingen zij hun passie in vleugel poĂŤzie in eigen ren en melodie is allen overwonnen met zingen is de liefde begonnen
Gissen slapeloze nacht Klaas Vaak heeft de pest erin wat is de reden? waarschijnlijk de Efteling zowel zijn dag- en nachtwerk
Kenbaar het oude ontwerp oogt van meer geslachten niet eens verroest bezoekers vinden nummers logisch ook hetgeen erachter schuilt wij willen geen nummer zijn onze voornamen moeten er sierlijk bij op het nieuwe naamplaatje
Leven onder het witte turig is de koude wispel gisteren was hij milder dan vandaag in zijn vastgevroren natuur rondom zie ik krokussende kleintjes in het geel en paars gekleed wijsneuzerig boven hun witte mutsjes ze staan vriendschappelijk naast hun evenknietjes met pietepeuterige smoeltjes waaruit dove klokjes klingelen. als koude wispel de zin doorzet turen de kleintjes somber bang om ineens te verschrompelen
Armen van mijn beschutting onderbewustzijn wakkerde mij‌ er werden treinen gebombardeerd tussen Meppel en Zwolle, de tijd liep uit de hand, ze kwamen pas tegen spertijd aan bij het Amstelstation in Amsterdam angst bekroop mama en ik luisterde met grote ogen naar de afwisselende gang van haar zenuwslopende vlucht dicht langs de panden op weg naar huis wij werden door de politie aangehouden en mama vertelde over het drama de agent begeleidde ons in de donkerte naar huis waar papa huilend aan tafel zat mama omhelsde en kuste hem en ik sliep als een roos in zijn armen
Weet je nog van toen en nu ? eerst zo bleek het zand was daarna verblindde door de blije zon hoe sterk de afdruk van jouw pas huppelend het zilte nat in sprong het strand sierde gouden schelpen zoals alleen een meermin draagt zelfs Gustav Klimt wilde overstelpen geheel en ongevraagd Zephyr’s krullen van de wind strelen nu turquoise golven waar hij loom een rustplek vindt zelfs ik laat mij bedolven
Op reis met open ogen onderweg naar het eindpunt willens en wetens in de tram rondom de spits heel vredig ingedommeld
*Amsterdamse tram vervoert dode passagier. 23-01-2015
Omkeerbare wallenkant langs de spiegel hier drijf ik geheel mee weg sta even stil bij elke kavel ik bewonder de wallenkant die zich nadoet in het water telkens omdraait in hetzelfde beeld als de middagslaap mij overvalt lig ik uitgestrekt te dromen op het groene grasmatras
Cornwall verbeelde mij een jeugdtrip waarin ik beland was op klimhoogte doch had de kracht niet het te bestijgen heftig trokken de paden doch mijn benen werkten tegen mijn adem ging over in zuchten poriĂŤn braken open en lieten hun tranen Cornwall, St, Michaels Mount Tintagel en King Arthur zwaaiden wenkten hoog en laag en ik kroop onder de blauwe lucht naar Lands End als bejaard knarsend wrak bereikte ik, als een hijgend hert der jacht ontkomen, met mijn tong op de schoenen het eerste en het laatste huis
Soep van de dag snikheet op het overvolle terras waar ik tegenover haar zit ze betovert met haar glanzende rode haren ze kijkt niet op of om onder het slurpen van de goulashsoep boven de biggetjes in de jodel dirndl die op springen staan uit haar decolletĂŠ ze steken hun tongetjes al uit ik slik en ook de kelner die met grote ogen en open mond voorbij struikelt nogal wiedes om de biggetjes op te vangen!
In The Spirit Of Oscar Wilde allang beken ik een uitgesproken lul te zijn schuld en onschuld: god in Frankrijk te Parijs waar ik in het schone graf te Père-Lachaise mijn uiteindelijk verdiende rust hervond hoe vaak heeft men mij afgunstig nagewezen als enorme smeerlap die op mannen viel? heb de bourgeoisie en het gerecht onder geniep en hamerslag zien kwijlen rond mijn kruis dat ik mij allerlaatst tot het katholicisme bekeerde was een bewuste keuze dus vergeef mijn spot ik scheen aan twee kruisen niet genoeg te hebben mijn geaardheid en ik zijn niet klein gekregen
*Oscar Wilde schrijver/dichter Dublin 1854 – Parijs 1900
Onbevangen vraag als een nieuwsgierig joch vroeg ik mijn oude tante waarom ze nooit getrouwd was daar hoefde ze niet over na te denken streek mij over mijn bol en glimlachte: omdat ik nooit gevraagd ben
Uw lichaam mijn graf waar het mijne niet van weg kon komen omdat de liefde mij intens verbond bevlogen door de warmte van uw mond het moment alleen nog wilde dromen voelde de tijd verschanst in zomernacht vlogen de uren ons nimmer voorbij volkomen rust en stilte zij aan zij van verre zongen sterren fluisterzacht kleuren veranderden in vuurbloemen waar tonen streelden langs de horizon wonderlijk van klank niet te benoemen ten langen leste loomheid overwon mijn zaligheid nimmer zal verbloemen uw schoonheid liefdevol de maan rond spon
Zelfreflectie ik, ik, en mijzelf ik wil ook graag iets zeggen en zoek naar een opening in zijn lange adem maar krijg de kans niet probeer de rollen om te draaien projecteer wat is gezegd geheel op mijzelf in hetzelfde zinsverband was er al bang voor mij hierin tegen te komen en terug te halen te dwingen stil te staan ook naar een ander te luisteren
Poekelien zij heeft de naam van haar poes aangenomen hoe dan ook, het is duidelijk te zien onder haar snorharen: je weet wel destijds was er vliegend een vogel aangekomen toen heette ze ineens weer Vogelien broer Joekel heeft een kater die heet Dell die overmatig vrijt met Poekelien ongepland krijgt ze even later bovendien een nest met poesjes, wel een stuk of tien Dien, Pienelien, Philipien, Josefien, Annelien, Katrien Mousselien, Poezelien, Mieselien, Krabbelien,
Uit de geest van Mata Hari het uniform van rijke kerels in mijn ogen spiernaakte Adams: in en uit de mijne: het hemels paradijs waarin ik schaars gekleed met mijn exotisch schone lichaam danste over werelddelen als ‘het oog van de dage raad’ geruchten niet van de lucht: mijn hebzucht ontdeed mannen van hun kleed, letterlijk en figuurlijk heb ik mij gefortuneerd voorzien tijd zat mij niet mee en was de 1e wereldbrand der baatzucht ook de mijne met connecties welke men als spionage zag: zie, ik glimlach haalde mijn welgestelde wereld op de nek en bracht men mij voor het gerecht verweer kreeg er geen kans en sleepte men mij, ondanks tegenspel van mijn geboorteland, rechtstreek naar de plaats der executie
alreeds chique in rouw gekleed zonder blikken of blozen sliep ik in als stoffelijk overschot van een losbandig leven met het gelaat naar de hemel gericht op weg naar de sterren die mij als legende op het witte doek zullen vertolken!
Compassie als ik vermoeid met lede ogen het mistig zicht wil volgen waar achter de kim verzadigd zucht voel ik opgekomen mededogen voor een boompje door eenzaamheid verzwolgen vermist onder verdwaasde wolkenlucht de weide vlakte roept en wenkt mij dichterbij en smeekt om hulp er naast te gaan de eenling bij te staan het kleine ding beweegt of het zeggen wil laat mij maar wiegen in jouw eigen waan
Platina patina een knappe kop die de spiegel heeft bedacht waarin je een botsing kunt aangaan met jezelf maar dan zwijg ik overdenken doe ik wel hoe je reflectie kunt vastleggen gladschuren en opwrijven met boenwas water laten verharden in spiegelingen boven levend water wil ik spreken spiegel mij met al mijn fier willen zien hoe machtig patina kan zijn met een lichte spoor van platina
*aangedreven door Marion Spronk ‘Vleugel aan vleugel’
Kindje van de zon al winkelend oogcontact en wij vinden elkaar met een stralende lach een onvoorzien stralen van veel plezier via jouw Down Syndroom je handje in de mijne als ontroerende beroering van warm samengaan je reikt me van alles aan en plaatst het weer terug en zwaaien elkaar tot ziens
Hypocrisie overbruggingen belangenverstrengeling waar de olie stroomt mensenrecht verdoezeling onderdoor het glimlachen
Roedel der waanzin en dan creĂŤert de onmens zichzelf vanuit de angel van zijn bestaan de eeuwige dood is een metgezel die zijn ontvankelijke geest beheerst hij versleept en dumpt zijn medemens als lijk naar een opnieuw gedolven graf waar zijn roedel heer en meester is eigen zelf dood niet ontwijkt.
Vreemde basserolen je kunt ze mooi verzinnen in de groene Somszeeën het zijn de Snorrensicken ze bewegen zich voort zonder vinnen meestal met z’n tweeën één aan de linkerkant en de ander aan de rechterkant telkens hetzelfde patroon ze lijken veel op oude mannen die constant samenspannen met spierwitte spillebenen ze zijn o zo bang voor water het enige is pootjebaden met hele lange nageltenen ze houden nooit hun snater altijd met humor beladen.
Dag pa, ik leg het nu maar op papier vast. zoals U misschien al wist, begin ik al enige tijd te twijfelen of U nog een beetje achter ons staat. ik erger mij eraan dat, in naam van U, hele bevolkingsgroepen worden uitgemoord, en dat U dat zomaar toelaat? Toentertijd had U allang ingegrepen, als ik de geschriften moet geloven. ik schrijf u niet voor Jan Doedel omdat ik het gevoel krijg dat de liefde van één kant moet komen. Ondertussen worden er mensen afgeslacht? ik voel me niet aangetrokken tot het Atheïsme en de uitspraak ‘ik geloof dat er iets moet zijn’. ik stap ook niet meteen over van de ene krant op de andere, omdat ik destijds veel steun heb ondervonden.
ik neem persoonlijk nog steeds aan dat een vader zijn kinderen niet loslaat, andersom is dat wel het geval. Ik verwacht ook geen antwoord, maar zou het wel prettig vinden, iets van uw onvoorstelbare kracht te mogen ervaren. sorry, dat ik vaak, ook mondig, in de ik-vorm schrijf. Dat doe ik ten dele bewust omdat het mijn strikt persoonlijke mening betreft.
Ook weer zoiets wat ik nou niet begrijp dat ik een afspreek heb bij de schoonheidsspecialist om talg te verwijderen ik ben zo klaar, zegt ze en moet naar de achterkamer waar ik een kwartier wacht maar dat pik ik niet en stap op roep tussen een deur kier van de behandelkamer dat ik een nieuwe afspraak maak ze zegt, ik ben er zo klaar mee mijn antwoord is, ik ook!
Hai haiku de koe word jij het melken nooit moe? tis toch een gedoe zegt de boer soms koetje boe sluit jij maar je ogen toe? zelfs een boer heeft mij verteld spenen raken uitgeteld de uier aders barsten als je de koe laat barsten
Vanmorgen liep ik nog zwaar omheen het rode fietspad langs de gedwongen bocht die mij sterk liet voelen dat jij er nog steeds lag onder de zacht verlichtte bloemenzee waarop vele woorden dreven en de indruk wekte dat jijzelf niet bent gezwicht alhoewel ik met stomheid was geslagen dat samen met jou en gelijkgestemden in Parijs bijna de vrije meningsuiting werd vermoord loof nog steeds de lef en het verzet en plak geen pleister op mijn mond God zal Zijn oordeel vellen over duivels die Zijn naam misbruiken niet ĂŠĂŠn is aan Hem gelijkwaardig
IJsland in gebarentaal dansend door de dancing smolt ze, ik had haar denkelijk ietwat opgewarmd ze wiegelde wat schraal verviel overmatig in een swing en trok ze me de vriesgang in dat had ik foutief ingeschat hitte steeg haar naar het hoofd ze explodeerde: gelijk Eyjafjallajökull uit een gebroken Duitse roes: 'gefa mér ein kalte kuss' ik vernikkelde: 'eis brechen? aber nicht mit mir!’ ze spuwde vuur!
Het bewegende duister er draven massa’s merries door de nacht hun hoeven overstemmen lijkwitte kelken welke de akkers bedekken onder rode gloed van de huidig blijvende oorzaak het is alsof de paarden spreken: wij bewaken het gebeente van de rustende gestorvenen want onder de drukte heerst het meest stille der stilte witte kelken vangen het geluid van ons draven zodat er onder hen verlangende stilte heerst sowieso domineert er soms barstende onrust zodat de aarde breekt bezingen doden Shaffy’s krachtige doorgaan met het zweet op ons gelaat om alleen door te gaan, in een loopgraaf zonder licht, we zullen doorgaan, we zullen doorgaan tot we samen zijn
de stemmen zingen boven de witte kelken uit zodat hun gele hart meebeweegt naar de finale uiteindelijk hebben kelken het voor het zeggen: wij zullen doorgaan anders zijn wij overbodig!
Ode aan moeder de vrouw ze raakt niet uitgepraat en uitgejankt: kids vroeg op, in bad en broodjes smeren dan naar school daarna het huis door rossen, vaatwerk de automaat in knallen en de witwas laten hangen in het trapgat iets voor d’r zelf; een eigen job en af en toe een keer het werkhuis waar ze nog eens zwoegtdaarna weer thuis de ramen lappen en voor hemnaar Lidl waar het bier goedkoper is kids voor en achterop de fiets van school effies eten dan weer terug en straks ook nog een keertje blij retour omdat hij vanuit zijn werk draaft zonder vroegere bos bloemen languit moe is op de bank zijn pilsies ligt te zuipen en haar zo nodig zoenen wil omdat zij ‘t zo geweldig doet; wat eten we vandaag? hij zeikt over de andijvie; gehakt en toetje zij huilt omdat ze steeds weer vragen moet de kids in bad en bed te doen en hij om koffie blèrt, TV zijn wereld doordraait
zij ook ‘s aan d’r eigen leven denken moet afgepeigerd door haar cyclus en meteen daarna weer plat, geen hoofdpijn meer mag hebben, zonodig vindt dat ze met haar knietjes hoger kan hij zalig nar beneden glijdt om te gaan paffen ze doet de hele nacht geen oog meer dicht omdat haar kleintje zo verkouden is en hem niet wakker maken mag omdat ‘ie straks zo vroeg zijn nest uit moet wat kan het haar nou verdomme, ze besluit de hele rataplan te laten stikken, laat ‘m maar een ander zoeken als ‘íe d’r nog eentje krijgen kan want ze is het meer dan zat slavin te zijn als ie dan thuis komt na een superzware dag wat hem nog rest is een leeg nest en heeft ‘ie het helemaal voor hem alleen maar elk nadeel heeft z’n voordeel; het blijft een hele goeie lul ! over een paar maanden is het vadertijd dan moet ze ongepland een kindje krijgen kan hij wel tien keer ’s nachts zijn beddie uit dan is zij tenminste weer het sterke geslacht !
Onvoorspelbaar ik had verwacht dat het ijs zou breken maar niets was minder waar het werd juist krachtiger en klaar doordachter daar waar het poreuzer leek ogenschijnlijk zwak eerder een wrak dat zich toch herstelde door positieve bezigheden welke naar boven kwamen uit een ondenkbaar verleden
Rumoer middenin de nacht hoor ik beneden ongeduldig tikken en glijden gerol over de tafel het wakkert me de spanning neemt toe door het geritsel van papier ik laat me hartkloppend van de trapleuning glijden knal de kamerdeur open en ja hoor‌ het was mijn ongeduldige pen die niet wachten kon op mijn dwangneurose en nimmer aflatende inspiratie
Allang met pensioen met mijn blote voeten op de koude vloer juich ik vandaag schijnt weer oorverdovend de zon in mij en jubel ik mee: ik ben vrij vandaag, vrij, vrij, vrij met mijn mening en geliefden die ik omhels alsof ik ze jarenlang niet heb gezien, tjee wat blij Oh wat ben ik vrij vandaag, hartstikke vrij, vrij maar dat was ik toch al op zaterdag en zondag soms had ik de zondag niet zo lief als toen hield niet zo van die verplichte kerkzoen met een mond vol pepermuntjes onder de preek het was niet zo’n vrijheid en blijheid maar nu ben ik blij en vrij omdat ik het zelf bepaal, vrij ja als een vogel in de lucht maar niet met al dat dubbelzinnige vogelvrije nee, ik ben heel blij vrij blij waar ik totaal in gedij, o wat ben ik vrij en blij.
Zonet door liefde bewogen ik voel uw adem welke mij verdooft wakkert lieflijkheid welke parten speelt oneindigheid zo warm uw lichaam streelt geurt jasmijn waarin altijd is geloofd uw schrijden lijkt mij als zalig zweven waar zelfs het allerkleinste stof voor wijkt het zuchten van de wind aanbidding lijkt liefde strelend zwijmelt door het leven de wolken reiken hemelsluiers aan dromend langs de wimpers rond uw ogen heelal dijt magisch uit bij volle maan liefdevolle duiven zijn bevlogen zacht straalt het licht uit donkerte vandaan zie uw minnaar door liefde bewogen
Vespidae Interfectores
dan zijn er ineens die wespen die gif-overdragende steekklieren die zich hebben genesteld tussen stenen gevels en vensterlijsten zelfs in wintertijd bijna niemand heeft ze in de gaten maar zij zien jou wel als ze ook nog eens bijna geruisloos rond zoemen en op gegeven momenten binnendringen, is er reuring in de tent onverdraagbare pijn maakt zich meester wij weten waar en hoe diep de angel zit bijna ongrijpbaar, die moordenaars
Met gesloten ogen jouw lichte adem die langs de mijne strelen aftastend of mijn ogen jouw schoonheid reflecteren ja geliefde, dat is wat zij doen want mijn wimpers laten zich beroeren en sluiten zich uit pure liefde en houden stofjes buiten die zonder vragen willen doordringen in onze affectie wimpers vernieuwen en raken los maar wij zijn aan elkaar gehecht.
Mi gudu humor en lachen is mams aangeboren Regina is een schat wat wil je wat ze weet het ook nog goed te brengen hamert op haar dochter om eens lekker af te vallen kocht een vlot vermagerblad om haar uit de kluit gewassen voluptueuze kont sterk aan te strengen mams komt op een lumineus idee: ‘wat ik jou zegge dat is waar heel Suriname woont in jouw directoire?’
Warmte schors Als ik zo rondom je ga in gedachten terug naar jouw geboorte daar waar jij ontkiemde en traag ouder werd wij nu met elkaar optrekken is het niet alleen maar het teer betasten over jouw ruwe huid waaraan ik voel dat jij nog steeds voor ons leeft laat mij je omhelzen mijn geliefde jij die ons in leven houdt althans als jij niet sterft door ontbossing begrijp wel jouw tranen die langs de schors gaan naar daar waar jij geworteld bent
Buitenland zit er niet meer in ach, als je een tuin hebt kun je daar ook vertoeven of een balkon op het zuiden geen Frans balkonnetje daar is niet te zitten heb je niets om op te zitten en te bezitten, kun je nog altijd daar waar de vogels fluiten in het park en fluit je mee of naar Zandvoort aan zee en dan ’s avonds voor de TV met tussendoor reclame dat we moeten gaan besparen op energie en onderhand weer sparen, maar waarvan?
onderhand denk ik dan ineens weer terug aan mijn zuinige vader die voor moeder fl. 2,50,- per dag op tafel lag aan huishoudgeld met 5 kinderen en voor pap! de tering naar de nering zetten was zijn motto, en mijn tante in het Vlaamse land die zei dan: 'Stelt de tering naar de nering of uw nering krijgt de tering'.
Liefme lied fluisterzacht zing ik mijn lied langs jouw wimpers lief ik je ogen kus ik je mond terstond gaat de zon dan weer schijnen verdwijnen jouw tranen uit de morgenstond ‘k zweefje donzend vederlicht op wolken hemelje en tederje op de zomerwind deinje over liefde zeeën wij met z’n tweeen tot je met me zingt
Het lag op haar lippen voor de zoveelste keer moest ze het toch nog heel vluchtig zeggen je ziet er slecht uit! een groter plezier deed ze me er niet mee!
Heerlijkheid, o mechelen neen, mijn lichaam niet bestand en zwicht ik onder maagdelijk en omgeslagen kant geklost door eeuwen heen laat mij je lippen kussen langs de Dijle en sleep mij dromend over ijle draden van je lieflijk hart dan pas wil ik meten met verleden, heden en vooruitzicht, vrij zijn in geweten als ik verslingerd en gelijk eendrachtig vastgenageld ben met Rombouts en Margaretha sta mij toe, ik kniel
Op de na zessengracht hij houdt zo van het boerenleven de hooiberg en het stro en de dochter van boer Geert zaterdagavond trekt nog als toen gierende geuren rullen oneindig vlakland sloten breken het zicht stegen struinen riemende stad weerspiegelend rood de konen zoet broeiend weerkaatsen kasseien kom us efkus binnen m’n schat vage hazenlippen zuchtend rood pijpentwintig euro voor de kinkel torenklokken slaan de uren twaalf zacht hart voor hard dan wel apart lef laat de snelle trein wel wachten
Xie Qiuping getroond en gekroond zijt gij met uw onbeschrijflijk hoofdhaar als wensdroom gegroeid doch niet eerder als sluier welke u goddelijk omringd als Chinese godin der liefde als een dansende zes meter lange zwartharige sleep kom, laat uw stem neuriĂŤn galmen langs bergen en dalen deinend over de gele zee waar uw hoofdtooi golft als aangeboren schoonheid uitverkoren in het beminnen glanzende streling als bekorende kunst hoe lieflijk uw hart vlecht
gij zijt nu nog de gevangene van de maankoning doch wring u los en verhef u met al uw schoonheid
Tuin van rust daar waar spruiten zijn om te gedijen als groeiende bloemen in een tuin van rust onbevangen willen zingen en dansen zwevend uitlopen zichzelf kunnen zijn waaronder liefde orde en regel bevindt zonder te strakke heining van een internaat
Bellen blazen hu pfhuuuuuuuh hu pfhuuuuuuuh allemachtig prachtig ronde glazen bellen bollen kleuren van de regenboog rollen bollen zwevend als een sprookje hemelhoog lieve ronde bellen bollen wou dat ik zo zweven kon als een glazen blaasballon hu pfhuuuffffuuu hu pfhuuuffffuuu
Lange lente ’t wordt lente, ’t wordt lente, juichte tante bij het ramenlappen uit het raam sta op me kop, het lapt me op de zon is gratis: kost geen centen ben zo gek, zo idioot, zo lekker bloot een echte scheve trekkebek zelfs de boze buurman vloog ik van de week zomaar om zijn nek retteketet vlieg zomers uit me bed schreeuw me luid, met me hele borst vooruit moet je horen met je grote oren: de bollen komen uit, me bollen komen uit haha, haha laat alle knoppen springen laat alle bloemen zingen in de zon laat ze strijken op violen, als ik kon, ja als ik kon sloeg ik overal me supergrote lentetrom bombom, bombom ‘t wordt lente
van hier tot daar van tralalala want in de lente ga ik telkens uit me bol o wat een lol, o wat een lol ben een echte lentedrol doe lekker extra overdreven het is gewoon me passie om te overleven ik lenter, slenter kro, kro, kussend op jouw wangen lentegeel met paars en blauw. ’t wordt lente, ’t wordt lente, juichte tante zelfs de hanen slaan op hol ik schaar me achter lange lente polonaise van een Troubadour hou nou je kop maar, riep oom Tjedde met al dat gelente ouwehoer ik slaap ik liever in hunne bedde
Ik zag ze weer ze vlogen meteen op de kroppen af die nog steeds niet in bloei staan ondanks dat ze IJsbergsla heten de kou heeft ze nog steeds in zijn macht ook leggen de slavinken opgerold op hun nest, keurig naast elkaar in de vitrine en geven geen kick hun broertjes noemen ze blinde vinken die konden het niet aanzien dat familieleden werden ingepakt en afgebakken andere familieleden welke niet geregeld op visite komen, vlogen de tuin uit en vonden het maar niks zelf ben ik dol op zingende vinken als ze maar niet te vals worden want dan vind ik er geen zak meer aan
vaak zijn het dan ook doven en linke vinken je hebt ook een geile vink, die met zijn poten overal aanzit en waar geen krop sla veilig voor is dat is een onvervalste verslavink: tjiep, tjiep
Hoog boven het wad ...en ik begeef mij in een kleurrijke luchtbel traag weggeblazen uit een enkele zucht waarin ik gewichtloos zweef op de rimpeling van het licht sporend wegzinkend water om straks weer terug te keren hoog boven mijn wad waar ik blijf hangen daar waar de ondergaande zon schittering nalaat als fluisterend diamant: geniet ik op maagdelijk uitdagende klanken van vergezichten welke meeslepen op droomwolken van onweerstaanbare meditaties van totale rust en vrede.
Valentijnig hart je straalt een stortvloed van licht naar mijn ontvankelijk zicht overgevoelig voor warmte niet ĂŠĂŠn keer per jaar maar dagenlang achterelkaar mijn Valentijnig hart ontvangt en pijlt vlammig liefde toe door velen niet begeert dan nog blijft het rood kloppend lieflijk tonen in jouw handen dag in, week in, jaar uit voor eeuwig herkennend telkens heel puur op verbondenheid stuit.
Kleindochters dan toon ik de immense zee aan geliefde kleindochters welke innige aanhangsels zijn van mijn sensibel hart laat het omvangrijk water zien en maak ze duidelijk hoe machtig mijn liefde is hoeveel ze voor mij behelzen dat mijn houden van gelijk is aan getijde: eb en vloed dat wij ĂŠĂŠn zijn met de natuur in al onze verbondenheid
One Shade Of Red haar TapeDate werd een flinke deceptie door zijn bindingsangst
Zoektocht naakt is het toezien in het tranendal van de steengroeve waar van verre iets wuift de rand te hoog de plek te diep er is geen stem zodat spreken zwijgt er bestaat geen gids voor oude planten van afgesplitste loten met spruiten grind van de groeve is teveel in beweging zodat belopen te vroeg zou volgen na deze gewaarwording boven ons bewustzijn
Loes uit Goes op een weekend in France binnen Paris Ballet de Danse had ze eindelijk eens sjans die Fransman heette Frans Frans had een goeie smoes: savez-vous Irma La Douce petit et peu de rouge? je kan me wat! zei ze pardoes met z’n twee onder de douche? zoek maar een andere snoes ben niet zomaar voor de poes soignÊe monsieur Flamousse!
Sotchi 2014 splaakverwarking toch spreken veel anderstalligen iets van onze taal ik luister naar reacties ikke sien kanne nitdie kleedienk kloer von skaatsoers toe fel foel toe fel da eel fel oer anju e nokes oer anju pien ien ooch so pien mens mit vlak sfaai eele tiet anters da Roesiska flak mekaar door von kloer nit wiet bou root kloer flak ollan root wiet bou wappe eel tiet ikke wakke skut voksliet kenne uit hooft al wiel elmoesie von asauu ikke wust eel eg wust!
Affectie ze is het eens met de kunst van het loslaten iets wat haar maar niet lukt het is een dagelijkse handeling waar ze niet meer over nadenkt een extreme gewoonte ze vlecht linten van boeketten door haar lange haren omdat die zo mooi wit afsteken in het diep kastanje rood dat vond hij schitterend teksten van vaarwel zijn vervaagd
Overvloeiers als ik nou maar begrijp wat ik bedoel vanmorgen werd ik weer eens wakker los van god ver van mijn bed heel dicht in mijn geest met beelden overvloeiend naar de ramp van MH17 in de Guernica waar Picasso toen geen weet van had maar duidelijk laat zien hoe het er uit zag als ik nou maar begrijp wat ik bedoel ze dansen heus niet met elkaar rond het allang aangewakkerd vuur
Trepak laat zien hoe stoer hij is wat voor trucs hij heeft in huis om Hopak te bekoren buurmeisje wijst hem af door zijn lompheid en vechtlust kom maar terug als je bijzinnen bent maar tussen ons zal er geen band meer zijn, is haar slotzang als ik nou maar begrijp wat ik bedoel.
3D kind er was geen wolkje aan de lucht dat zag ik, ja dat zag ik door het strakke blauwe kon me niet voorstellen maar ergens, ja ergens moest ik nog zo’n kartonnen fokkie hebben met twee doorzichtige gekleurde glazen van papier maar maar het paste me niet meer en toch, en toch als ik mijn hoofd iets achterover hield lukte het, ja lukte het richting het strakke blauwe en toen ja, toen zag ik het, ja zag ik het met een diepe zucht er was geen wolkje aan de lucht!
Carnaval Do Brazil voel je het ritme? voel jij dat billengetril toe, doe het masker eens af dat alledaagse smoelwerk je aangemeten chagrijnige recessie- tronie hou je van meeslepen? dwepen met muziek de conga’s, cabulete, maracas paderola ganzå en tricabulete kom, dans met mij de salsa laat je heupen zien je trillende vlees zonder dat aangemeten botoxale getrokken je chagrijnige ponem en recessie- fieselemie conga bongo ba ba ba!
Arbeidvitaminen ach verledentijd als ik vrij was, want ik zat nog op de lagere school, luisterde ik ook graag naar de radio maar niet altijd dan kwam Doris Day binnen met By The Light Of The Silvery Moon en mocht ik haar zomaar omhelzen dan gaf ze me een ochtend zoen Ertha Kitt danste de ĂœskĂźdara tegelijktijdig stormde Frankie Laine naar binnen met High Noon, dat was meer paardje rijden in Rawhinde Johnny Ray die huilde Cry en later sloot Jo Stafford aan met Jambalaya en werd ze daarna door fans gebeld en zei ze: Thank You For calling
The Four Aces, Bing Crosby, Pia Beck, Frankie Blue Eyes, Dean Martin en Annie de Reuver, Sammy Davis en Eddy Christiani liepen de Polonaise af en toe sloot Heleentje van Capelle aan met haar pa en moe en gingen ze met ons naar de speeltuin toe waar veel zangers op de wip zaten Janny Bron schommelde heen en weer met de Ramblers en Rita Reys zong een heel Jazzy geaffecteerd Blue Moon Bobbejaan Schoepen duetteerde met Jo Leemans. Will Ferdy vond een Piaf straatmus in Parijs die Milord zong en La Vie En Rose werd gedanst op een bananennummer van Josephine Baker →
plots dook Rosemary Clooney op met Botsch A Me, Come On-A My House daarna kwam Mario Lanza met Granada Catharina Valente met On Note Samba gevolgd door Vera Lynn Auf Wiederseh’n Sweetheart The Time You Say Goodbay uiteindelijk zong tot slot Corry Brokken voor heel Europa, Net als Toen !
Zeg maar dag met je handje het kan ze niks verdommen overal zo’n extra barst als straks de grond onder hun kont wegzakt in de diepte van Groningen ~~~~ ~~~ ~~ ~ ((((de echo is al hoorbaar))))
Sophia van de tandarts na een dagelijkse fietstocht van Landsmeer naar Amsterdam wrijft Sophia de handen langs haar doktersjas: zalig buiten fiets al jaren: wilt u koffie? ben dol op wit en ook op mooie tanden in een gelijkmatige prothese chique: zegt ze het is een beetje grijs vandaag het moddert buiten waar je nat van wordt net als tranend vocht langs ruiten wilt u nog een kopje koffie? roken slecht? ik weet het niet mijn man raakte nooit een sigaret aan hij is aan longkanker gestorven ach, weet je wat het is je moet ergens dood aan gaan, ja toch?
zal even de rekening opmaken u kunt hier pinnen ze lacht: de koffie zit erbij! er belde eens een dame op of ze hier makkelijk haar auto kwijt kon ja hoor, zei ik: de Amstel is diep genoeg ze werd boos en is voorgoed vertrokken! weet u wat het is, ik ben nogal spontaan ben dol op taal daar ga ik altijd snel mee aan de haal wilt u nog koffie? weet niet altijd wat voor vlees ik in de kuip heb mijn man was slager en maakte echte pekelvlees het gaat weer vriezen buiten, wij schenken hier geen Bols hoor, wel altijd hete koffie! ~~ mijn lief was klaar met een mond vol tanden kwam ze→
uit de behandelkamer voorzichtig lachend liet ze haar gebitje zien Soof zegt: nou, ziet ze er niet mooi uit? zorgt u goed voor haar ze krijgt zeker een flinke bos bloemen? tot later maar weer, dan staat de koffie klaar
Vissen wat weten wij nou over hun brein van de in het water voortbewegende bevolking dat ze zich ook voortplanten zoals de mensheid dat doet maar wat speelt er zich af in hun brein? de zielige goudvis in de met water gevulde glazen pot zonder planten als een gek draait hij in het rond wij kijken er amper naar om hoor je het klagen en schreeuwen? laat mij niet verdrinken!
Eurovisie Songfestival 1963 en maar denken denken en nog eens denken nadenken, dubben, piekeren en prakkiseren misschien winnen we wel ik haal voor de gein de speeldoos nog een keertje uit de kast wat heb ik gelachen om dat piepkleine porseleinen herderinnetje uit de muzikale schaapskooi van ons onbenullige gedoe Dolf van der Linden moest opdraven helemaal naar Londen hij dirigeerde Annie Palmen naar de dertiende plaats Volgens mij heeft ze later haar speeldoos stuk geslagen omdat ze moest van Phonogram Denemarken won met ‘Dansevise’ van Grethe & Jørgen Ingmann
o, wat heb ik genoten en Nana ook Mouskouri lag in de vernieling tussen de coulissen
Afvragen verbaas mij over vloed van treurnis in poĂŤzie alsof levensvreugde is vergaan kan het soms niet rijmen of is poĂŤzie daaruit ontstaan? alhoewel mijn leven zich gekerfd heeft in de huid behoor ik soms tot de minderheid die zich met humor omarmen uit pure zelfbehoud?
Goh jochie in de lange broek een korte toonde zijn gebrek dan zag je meer de reden het kille spille linkse slepen zijn rechter deed het werk gelukkig maar naar buiten was het minder ongelukkig koud stil verdriet van binnen want hollen ging met moeite hij heeft het niet verstoten doch eerder nog geliefd met eigen warme handen strelen, kom je bent mij lief
God en Boeddah en zoveel meer ontwikkeling van de eigen geest ben er zo mee bezig geweest en nog steeds brengt het mij zoveel meer mijn blijheid is een feest mijn triestheid een farce ondanks het afzien is er bijna- niets te wensen behalve dan de utopie van vrijheid en vrede doch het wringt en wringt als een zandkorrel ben ik die zingt en blijft zweven wat wil ik nog meer noch hier noch daar onder allerlei kruipend stof
zuchtend vanuit alle windstreken is het makkelijk praten zolang wij in vrijheid leven als elders verderf duivels moorden uit godsnaam in mijn autodidactische gave staat God, in welke vorm dan ook als mijn inspiratiebron en klankbord en Boeddha leert mij mediteren voor het bereiken van verlichting vraagtekens zijn er niet voor niets vergeef mij als ik raaskal !
Stemmen die niet spreken ik blijf zoeken naar de verdwaalde stemmen van mijn moslimbroeders en zusters zonder lange tenen en hun zogenaamde ware geloof ik blijf zoeken naar hun humor naar ons ware menselijk eenheidsgevoel waar mijn religie als christen nimmer in de weg mag staan ik spreek voor mezelf omdat ik mijn eigen ware overbrugging alreeds in stand heb kunnen houden ik zoek niet naar nepgroeperingen die de naam moslim- hebben aangenomen zich diep in hun geest nestelen en doden uit naam van onze schepper
Ik zoek naar hen die willen overbruggen waarmee ik hand in hand kan staan als voorbeeld monument op de Dam in Amsterdam!
Koopziek op zondag door de kalverstraat lange rijen sjokken door een mierenhoop genomen binnenstad torsende rugzakken kids die van alles willen blèrend geld genoeg hollend naar Bart Smits kroegen bieren goed en wrijven opgesmukte kalken dotten schurend langs je kruis de regen gaat tekeer je kunt me wringen ik wil nu meteen terug naar huis hoor veel gesteun hou ik dat de hele dag loop niet zo zeiken lul blijf dan liever thuis!
Zweven kan ik ook als ik dan de koolmeesjes zie in mijn tuin en hoe druk ze zijn met hun lentevoorbereidingen ze vliegen af en aan ze draaien rondjes met elkaar van tak naar tak wat wil je als het mei gaat worden dan weet je ‘t wel een verre buurman ziet ze ook vliegen hij vliegt van vrouw naar vrouw voor hem maakt de maand niets uit hij vliegt al jaren achter elkaar persoonlijk ben ik meer voor zweven eerst klimmen en dan laat ik me gaan daar blijft het ook bij ik ben een zieke prostaatvogel geweest een paar jaar geleden en heb het overleefd!
Weer gaten vullen wie gaat er nu wel voor de lol naar de bekkentrekker? bij mijn gepensioneerde prutser kwam ik netjes twee keer per jaar voor controle ik had een paar jaar geen gaatjes totdat hij op rust tour ging er bleek al een nieuwe te zitten die een prognose maakte wat herstel mij zou gaan kosten komt ‘ie: twee duizend euro maar eerst naar de mondhygiĂŤniste ik heb u een tijd niet gezien, zei ze ik deed mijn klacht en ze zuchtte ja, hij was soms wat makkelijk. wat een lul, ik ben zijn slachtoffer Nu heb ik een ander genomen die mijn voor hetzelfde bedrag in de watten legt
Ode aan de vreugde in Wenen de tijd waarin de Fin De Siècle viel gehuld in vele kleuren voorbestemd onthult het Midasgoud zijn lange hemd spontaan opent de Weense Jugendstil Klimt bejubelt ode aan de vreugde in friezen drijven vrouwen langs de wand negende van Beethoven komt tot stand Secession waarin men zich verheugde hij laat er zijn gouden kus versieren schoon aftastend langs de Belvedère waar ooit hypocrisie wist te tieren hoeren ontpoppen uit hun derrière tonen er weldadig hun borstspieren feministen staan op de barrière
Laurens Windig 1943 Amsterdammer en Nederlandse dichter, laat zich er niet van weerhouden vooral humor een plaats te geven in zijn werk, maar vooral ook drama: wie mij leest en naar mij luistert, zal willen glimlachen en ook ontroering willen voelen. Bijzonder thuis voelt hij zich in de rij van Vlaamse dichters welke hij links en rechts ziet als zijn poĂŤtische balans. Vooral vrije poĂŤzie boeit hem uitermate. Windig gebruikt rijm wanneer het op de meest onvoorziene momenten opduikt. Hij voelt zich gedreven, zoals vele dichters, vooral de liefde in al haar vormen een grote plaats in zijn werk te geven. Hij is telkens opzoek naar het juiste, mooiste gevoel dat erin ons leven bestaat. Persoonlijke liefdevolle, maar vooral ook dramatische levenservaringen hebben hem tot het schrijven gebracht: invoelen is zijn motto.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schrijver. No part of this poetry may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means, without written permission from the writer: ŠŽ Laurens Windig Amsterdam 7 januari 2015 Homepage: http://members.chello.nl/l.windig/ YouTube kanaal: http://www.youtube.com/user/windigful E-books: http://issuu.com/windig