PoĂŤtische Tegenpolen gedichten op gedichten van Arie van der Pijl
Arie van der Pijl & Laurens Windig
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schrijvers. No part of this poetry may be reproduced in any De form, by print, photo print, microfilm or any other means, without written permission from the writers. ©® Laurens Windig http://fly.to/laurens.nl ©® Arie van der Pijl ©® Enrico Lommerte PDF en dichter http://lommerte.wordpress.com/
Arie van der Pijl en Laurens Windig In samenspraak met Arie van der Pijl is overeengekomen onze gedichten „samenvoegenâ€&#x; in een speciaal jasje van deze minibundel waarvan de titel en cover genoeg zeggen. Mijn gedichten zijn ontstaan en samengesmolten onder het lezen van zijn reeds bestaande werk en werd de minibundel langzamerhand geboren. Laurens Windig Amsterdam, 20 november 2011
Arie van der Pijl Wie wat is Arie; een medemens met oog voor de dingen, mensen om hem heen die het kleine heeft leren waarderen op zijn dagelijkse fietstochten van en naar zijn werk. Met hier en daar een praatje tegen passanten. Frankrijk, Ierland en natuurlijk ook België en Nederland, vormen de inspiratiebron van mijn schrijfsels evenals talloze „toevallige‟ ontmoetingen. Verbinden schrijvers? Ja, vandaar deze combi met Laurens. Aktie en reactie maken het tot een bijzonder geheel. Een open deur? Kijk er eens achter..
Laurens Windig Amsterdammer die zich er niet van kan weerhouden humor een plaats te geven in zijn werk: serieus werk boeit hem evenzo. Vooral vrije poĂŤzie fascineert hem uitermate omdat er geen beperkingen zijn van een vast stramien en gebruikt hij rijm wanneer het op de meest onvoorziene momenten opduikt. Interacties met collegae zondagschrijvers kunnen extra bijzonder zijn zoals dit werk met Arie, die hem inspireert naar nieuw werk. Hun overeen komsten betreffende impressies die raken, alleen al met lanschap en mensen om hen heen. Laurens voorgevoel sprak dat hij hier in cursief lettertype moest schrijven door aandacht op zijn tegenpool te vestigen!
Mechelen
De dag nadert om u te betreden uw schoonheid te aanschouwen uwer warmte te delen een warm wederzien een stad die tijden overzag haar wijze blik die grenzen overwon opent armen om jou te omarmen voor een warm welkom
*29 maart 2003
Mechelen
Toen sliep ik in jouw oude schoot zong liedjes bij gitaar de snaren waren schone dagen mijn avond sloot zwevend op fadomuziek: Fernando Lameirinhas zong iets van terugkeer naar mijn hart maar de stad was woest opengebroken en ledig: zeg me dat het niet zo was wij zagen en voelden toentertijd en daarna onze kring verdween
*29 maart 2003
Wie ik ben
Slechts het zijn herinnering een druppel in de zee zo golf ik getijden, draagt de vloed me mee elke brandingruis ben ik elke schreeuw hoog in de lucht ben ik zweef als een meeuw Ik ben het leven Stiller dan de dood - draagt vanuit de schemering
Zoeken naar verandering
Het is mijn lichaam en geest die ik volg soms, tegen beter weten in wil ik tegenpolen kracht te vinden naar verandering ‘waar een wil is, is een weg’ makkelijk denken: mijn wil werkt tegen die geest zit in mij genesteld mijn alter ego fluistert vaak tweestrijd en zwicht ik in wie ik werkelijk ben omdat ik mij dan goed voel in mijn jonkheid was het anders en liep het soms uit de hand
Pa
Hoewel je er niet meer bent, ben je nog niet vergeten je zit opgeborgen in mijn hart diep in me de pijn die ik voelde is omgezet in berusting aanvaarden van… „je bent niet meer‟ ik heb het moeten leren… ‟ik heb geleerd‟ door vrienden op de chat ze leerden me te aanvaarden eindelijk, nu kan ik het
Pa
Orde en regel moest er eeuwig zijn Jouw omarmingen en warme handen hebben mij altijd getroost samen met mama: zoals het moest u volgde mij zoals ik het ook als vader zou doen het zit in onze genen u belde later, veel later…. toen onze kinderen nog klein waren ‘mijn kind zijn reeds lang voorbij was’ hoewel het nog steeds in mij leeft dat mama ineens was gestorven drie maanden later vloog u naar haar toe al zei de arts dat u thuis kwam drie maanden later brak ik gillend in de auto opweg naar mijn werk nu, na vele jaren mis ik jullie zo
De morgen‌..
Kwam al vroeg alsof het de klok was die vroeg sta op luilak, eruit het is tijd voor eten, je werk, vooruit! de morgen kwam al vroeg vroeger dan verwacht buiten nog donker zwart de nacht de morgen kwam al vroeg geurig de thee het brood ingepakt, die nam ik mee de morgen kwam al vroeg het is stil in huis de rust, die ik ervaar ik geniet, al is het even maar ik hou van die vroege morgen
De ochtend
Wekt mij vroeg al lig ik te wachten omdat het nog zo donker is te vroeg om op te staan nu vliegen er al teksten in mijn hoofd welke ik wil opslaan in de laptop die fluit; toe kom‌ poÍzie heeft mij in de greep als zovelen kwelen vogels in de ochtendstond leuk voor later denk ik dan als herinneringen voor nazaten
Verloren in de wind
Als ik om me heenkijk verdronken landerijen sloten tot de rand de pas geploegde akker vormt een triest contrast zwanger van het water allemaal overlast de wind belaagt de wolken scheurt ze wild uiteen het blauw komt tevoorschijn aarzelend pluizen wit vormen het beeld geschetst door de natuur alles vol van eenvoud sober, puur. ik zie contrasten als een film om me heen de hele polder rondom, is van mij alleen
Het inspireert
De dijk waaraan wij wonen: vijf meter boven onze ogen laten voorbijgaande fietsers zien die naar beneden kijken daar waar ooit het water gleed nu vier eeuwen ingepolderd de zon lacht; kom in de tuin waar alles heerlijk bloeit kleuren die mij laten geuren zoals God ze geschapen heeft zelfs in de winter als het sneeuwt tinten tintelen anders zijn zelfs als het regent tekent het beeld de wolken voorbij wij dromen gelukkig in dit huis dit is ons leven: ons thuis
Mijn chip verhip
Geheel spontaan ontwikkeld een beetje bruin; gespikkeld zag het licht (dacht ik) ...uit een doosje Ik loerde een poosje maar deed niks las z'n serailnummer was hoger dan nul shit, iemand me voor! dus ga ik maar door alleen 'dommer'
Mijn kloon is geen clown
Laurens is een chip Is plotseling gestopt met zijn dichten zoals doktoren het al wisten bleek een acuut infarct stekker uit het stopcontact er vlug weer ingedaan en deed ‘ie het niet meer!
Gewoon de kleine dingen
Tijd draagt geen wijzers meer op en onder gaat de zon zelfs het tij meandert als blauw en wit in vogelvlucht de lucht verstikt naar grijs stappen weerklinken ergens slaat een deur een hond blaft in de verte wandel jij aan je arm een tas winkel in winkel uit staat dit? Nee te klein gewoon dat; dat kleine er raast een trein langs mensen achter ruiten haast! „hetâ€&#x; werk wacht
Eindelijk rust
Te veel op de vork; men raast de gehele dag het haasthooi voorbij telkens terug als een boemerang er staan vangnetten voor als men niet verder kan uitgebrand op de knieĂŤn en het te laat is tijd loopt niet terug alleen als het om geld gaat munten alleen nog centen worden men er niets meer voor koopt een stap terug in de tijd lukt alleen hen die uit ervaring weten alles binnen de perken te houden dan pas is er eindelijk rust
Tijdloos
Zonder naam zo maar een dag we benoemen het niet meer straks gaat het uur eraan leven we tijdloos de zon komt op, gaat weer onder eindelijk, kalendervrij!!
Dubbelzinnigheid
Wat zegt men met ‘geen tijd vandaag’ druk, druk, druk of zijn ze met iets anders bezig wat moet ik geloven dat de tijd weg is en de klok stil staat?
Slechts de hemel kent de waarheid
Waar wij elkaar verloren sterren hadden gezien banden gesmeed eeuwig ja; vergaan is in een zucht draagt leemte jouw geur nog leegte, alsof je bent gevlucht slechts de hemel kent de waarheid wij hadden het aardse lief mijn lief; Ja toch?
Geen spijt
Nee, ik heb geen verloren lief een eeuwig in mijn hersens brief dat wij ons misgelopen hebben in herken geen wegebben en bestaat de traagheid niet van onderdrukte passie ook later heb ik niemand gezien die zonder woorden gebaarde mis jij me niet? maar zij, waar ik allang mee leef - met kussen en aaneengeklonken harten nestelt levenslang in mij
Stil zwijgen
Nooit was het zo stil de wereld klein gedeelde beelden voor en tegen stil zwijgen slechts spiegeling rimpelt
Zelfbehoud
Stil zwijgen; woorden zijn zoek in het stilzwijgen van spiegelingen soms loop ik de spiegel voorbij langs mijzelf heen dat ligt niet aan de reflectie maar geheel aan mij als mijn ego confrontatie tergt door zelfzuchtigheid die anderen in mij oproepen eerst een ander en dan ik is buiten de norm geplaatst ik draai het om uit puur zelfbehoud alleen al om te kunnen overleven toch denk ik sociaal te willen zijn zelfs bij rimpeling van wild water
Amsterdam
Soms staat de wereld stil ook in Amsterdam spiegelen grachten thuis brand de haard zelfs de wallen kleuren rood op blote huid 's nachts de slaap verdringen denkend verbeelden spiegels herinneringen voor nu en later
Amsterdam
Een keuze welke ik niet zou willen maken duikt toch af en toe op alwetend dat ‘ie nep is wanneer toeval wil mij slenterend opneemt door stille dorpjes toch zou ik niet willen ruilen omdat ons huis tegen mij zegt; wat moet je nou buiten? jij hebt jouw eigen dorp gevonden in Amsterdam achter struikgewas onderaan de dijk van een dijk! toe, blijf en ik doe het!
Mijn boek
Ieder blad is een verhaal, een beeld op zich. elke dag een fragment soms mistig, transparant, koel. elk beeld leidt eigen leven soms zijn de letters onbekend bestaat het beeld uit louter klanken vormen samen dan een prent mijn boek vult zich. zal nooit een „bestsellerâ€&#x; zijn maar het is wel mijn leven dit boek is deel van mij
Mijn boek
Lees ik op onverwachte momenten omdat mijn geest erom vraagt te weten dat alles vergankelijk is te weten of het zo was en niet zo was terugkeren heeft geen zin alhoewel zinnen het blijven zeggen: ik beheers die pijn ik beheers de vreugde het terugzien van jouw leven al is het wegsijpelen soms minder heftig dan voorheen maar mijn boek mijn beduimeld boek is herhaaldelijk uitgelezen van a tot z ik hoor de pagina’s omslaan of zij willen zeggen: kom, herlees me
Overspannen zijn
Door het gevoel, je te moeten bewijzen tegen beter weten in bewust gaan voor een ”topsalaris” maar, je zat geestelijk al aan je top steeds er maar zijn voor je werk daar kun je niet tegen op onbewust stak je, je kop in de strop materieel, daar ging je voor daardoor, ging je er bijna zelf onderdoor waardoor dat is me duidelijk jou, nog niet helaas je moet nog leren, maar, je bent nog jong ↓
↓
Hopelijk nog niet te laat, denk nu aan je eigen laat dat stomme geld, snel de rambam krijgen. gezondheid is niet te koop nog voor geen miljoen denk voor je iets doet durf nee te zeggen op z‟n tijd goed voor jezelf respect denk goed na, ”eer je straks verrekt”
Wegzinken
Bij mij lag het iets anders omdat er geen antwoord was op mijn hulpkreten naar ongeschikte leiders nog voel ik soms de pijn van mijn verantwoordelijkheid welke zij hebben veroorzaakt door te zwijgen ik bleef onbelangrijk koste geld als ondergeschikte het blok aan hun been werken geblazen tot je neervalt in het moeras dat wegzuigt maar er is nog wat kracht om te zoeken naar een redder die een hand uitsteekt na een halfjaar trok zij mij huilend uit het drijfzand en begon ik opnieuw als ego誰st die alleen aan zichzelf dacht dat was mijn eigen redding!
Verkilt leven
Prikkeling van lagen maakt leven schril contrasten groter, tegen menig wil Jennen, joelen loop maar lekker mee zijnde kuddedieren Verkilt leven daar is niemand blij is het hart gesloten schemering nabij -kan geen liefde groeien blijven wolken zwart zwijgen vogelstemmen bloedt een wenend hart
Opleven
En toch zijn loodzware deuren van het levend bloedend hart met geduld te openen - hoop, geloof en liefde men moet jongleren: de ronde bal is altijd op te vangen met warme handen willen creĂŤren vooral met de eigen wil geheel naar eigen zin en zie het ontstaat: liefde doet kilte smelten want wonderen zij de wereld nog lang niet uit
Thuis
Ik bagger voort snijdende wind sporen trekkend in witte vlakten kruinen kreunen buigen met gedragen last een ekster krijst - wit land zonder spiegels sompig grijs krabbelend, glijdend spoorvormend voort alsmaar voort - brrrrr Thuis brand de kachel - Dampt hete chocolademelk na -
Kom
Drink mij ik zal u verkwikken en doen herrijzen opnemen in het universum naar de zoete melkweg warm omringt door sterren die alleen maar stralen waar spiegelingen het licht verdubbelen dat men zo nodig heeft
Oogverblindend
Lang diep zwart glijdt onder me door omgeven door bomen met sloten als grens hel is het zonlicht laag aan de einder verkleurd wolken tot rood een spel van stilte, boeiende beelden levensecht geposteerd op hemels blauw bron van vreugde, ik laaf en wentel mij in beelden
Ik schreef het al eerder
Maar nu als tanka: na de regenval zon warm gevolgd wil worden koesteren is mooi als je het wilt omringen in alle overgave
Tastend
Tastend vullen woorden zinnen broos onzeker vol schreeuwende stilte zwart op wit lijnenspel vol klanken kleur wankel mineur stipje licht een gesloten bloem rank buigt de steel wind doet schommelend wiegen haar schaduw vooruit nog bleek ontluikt en kleurt ze in zonnelicht
Onbekend bezoek
De sfeer is anders dan met het vertrouwde ongemak zegt dat er geen stiltes mogen vallen in de zitting van de stoel slimheid zit ingenesteld geef je een draai aan eigen vertelsels ondertussen is het aftasten van reacties totdat het ijs gebroken is
Herfst haiku
Herfst stormen blazen de vroeg bruine bladeren tot grote hopen
Blazer of de veger
Die heksenbezem wachtend tegen de muur of de blazer op zolder toch kies ik voor de hekst omdat een machine zo tekeer gaat het is eigelijk kolder deze herfstrust weg te blazen
Natuur
Zoals jij je verstopte tussen takken en groen geposteerd naast bomen dood hout jouw domein rank jouw lichaam fier jouw kop al dan niet in kleuren geniet ik bij het zien volop soms alleen, soms in rijen of een mooie heksenkring zelfs een klein elfenbankje put ik uit mâ€&#x;n herinnering
Aan de sloot
Vanuit de verte denk ik wat doen die ouwe kerels op een rijtje vissen in het ijs? ze staan zo verstijfd in een soort van vries moet ik nou aan de bril? van dichtbij is het net echt beknot ik mij met kale wilgen
Spiraal
Hoe je ook gaat altijd naar beneden immer negatief, er is een weg hoe je ook gaat hoe je jezelf verliest niets goed lijkt, er is hoop jij kunt die spiraal doorbreken ook jij kunt weer omhoog vele handen reiken jou vele handen willen jou verlichten, je helpen de spiraal te zien als jouw weg terug omhoog het licht wacht jou net als de warmte het aardse is nabij het gif jou ooit ingegeven drijft nu sterk verdund voorbij zie, de hemel lacht kleurt vol warmte draagt jou, de kou voorbij
Ik zag ‘m
Eerst werd alles wazig om mij heen hoorde geknetter hij gaf licht en kronkelde vanuit mijn hoofd naar iemand waar ik mee verbonden werd die ik nauwelijks kende toen verdween de spiraal
Streelzacht
Gedragen in tijd deel ik jouw jaren in grijs gehuld in jonkheidkleed gezeten op „s riddersstoel gedragen op lucht van jouw adem oogstralend, diepblikkende prikkeling streelzacht het spel jouwer handen vol hunkerende zindering Als slaafs volg ik en deel, jou
Toch kies ik voor zwart
Omdat het chique staat pantalon zonder colbert maar wel een gilet geen pet dat gaat me te ver alhoewel Rembrandt? de zijne vaak op linnen heeft gezet en dan nog mijn schoenen ook altijd weer zwart omdat het overal bij staat verrek ik word grijs?
Wit en zwart
Turf zwart als kool eerst gestoken gedroogd opgetast in hopen de oven wacht wit en koud tot gevuld met krant en hout de turf wordt aangestoken
Als kind
Dan zong ik altijd nou ja, altijd? wel meer dan nu turf in je ransel pas later, veel later las ik in de krant en pluisde hem uit dat alles anders werd met wat meer durf in je ransel maar turf is ook goed!
Gedeelde warmte
Tijd na de tijd heelal omvattend oneindig in grootsheid gedeelde warmte het huis is leeg wint waait uit open ramen klanken en gezang liefdevol mooi zon belicht de schaduw die langgerekt naar einder reikt het spoor begroeid dempend mos takken wiegen ja, tijd is eindig gedeeld in warmte dageraad nog zover weg Ik wieg jou voor heel even
CV
Heb van alles gedaan en gehad: potkacheltje warme luchtkachel gaskachel oliekachel straalkachel badkachel radiatorkachel zwarte kat die altijd eten wilde behalve kolen die lustte ‘ie niet nu de cv waar mijn kleinkids hun lege schoen voor zetten en liedjes zingen zo deel je steeds weer warmte en toch mis ik de zwarte kat! die dol was op antraciet en niet op briketten
Ik loop met je mee
Nam je mee naar buiten liet je mooie dingen zien zelfs de vogels gingen fluiten het pad dat wij betraden modderig en zwaar omgewaaide bomen paddestoelen hier en daar de wind is schraal ja dat is waar maar, zie je die mooie luchten? het wolkenspel? zie hier dit elfenbankje op die omgevallen stam die heeft de wil te overleven het leven door te geven ook jij nu in de kracht des levens geeft het leven door al moet je nu de kracht weer vinden die je onverhoopt verloor
Incognito
Het cerebrum zou een dakraam kunnen zijn welk schuin openstaat er valt gebladerte dat invliegt venijn zit niet in de kleur doch in het depressieblad ieder naar de eigen aard de winter zorgt voor rust totdat de lente komt arm in arm met haar schrale broer herfst bloeit in vicieuze cirkels
Voltooid verledentijd
Wat eens rijk was vergaan, vervallen eens de trots het leefde in jou tijd heeft je ingehaald jou verkrot laten vergaan tot ru誰ne je bent niet meer slechts contouren een monument gevat in stilte een vage herinnering voltooid verledentijd
Geboortehuis
Als ik zomaar even langs reed door de straat waar het stond rees zij bouwvallig op omhelsde me: waar zat je zolang kon wel janken omdat die voltooid verledentijd niet weg te vagen is wilde een foto maken voor het huis; mijn kind op de oude vensterbank waar mijn slaapkamertje achter lag maar had geen toestel bij me het kiekje is nooit gemaakt want een trieste maand later was het zomaar ineens verdwenen
Hogere sfeer
Eens de dag zich lengde in warmte die kou verdreef stil ervoer jij liet je leiden hoger sferen brachten licht inwendig diep uitgesleten paden allen opwaarts de top nabij het woud kleurde zacht groen omgeven het gras, zacht, warm blootsvoets ervoer je zachte tintelingen strelingen: je lachte alleen de koude bleef achter
Lauw
Warmte en kou verschil trilt onbeschrijflijk omdat het precies benoemd wil worden er tussenin waadt en wel handgolvend te voelen is
Wanneer kleur jij
Waarmee spoel jij het zilte licht gebroken glas het bedauwde duister omringt door stilte het wreed afgesneden gestorven gras het gistte niet traag klom boven duinen de bloedrode reeds verdronken zon wanneer kleur jij de scherven die de lijst ontschoten zilte parels verdrogen in jouw ochtendzon
Onderwater
Koralen zingen deinend In turkooizenbaai waar paartjes met gekrulde staartjes zoenen neon tetras rijgen parels, golvend rond zalmkleurig waterbed van zeewier waar zij het bruisen hemelsbreed kunnen overzien amfibieĂŤn bellen blazen uit hun longen gehaaide algeneters boenen wrakken van vergane schepen waar kreeften scholen; samen scharen voor een lichtgezouten zeebanket want de meerminkoningin is jarig alles is weer grootscheeps opgezet ze krult een zeer eenvoudig watergolf en maakt zich mooi in de zilverspiegel van de zee; staat te trillen op haar staart verroert geen vin: stilte voor de storm voor de buren is zij nimmer karig vandaag wordt er helemaal niet op gelet kom, geef waternatte kussen op het zoete zilte voorhoofd waar lelies rondom zwieren aan Deensekant is een standbeeld opgezet!
Tijdgeest
Fier en strak jouw lijnen robuust, jong (nog) geen beleg de poort wijd open boeren burgers en buitenlui verdringen zich een plaats te werven circus in het fort de nar met zâ€&#x;n zotte streken man met luit en hond de magiĂŤr illusionist, in zijn vreemde pak de poort staat open het volk stroomt toe de klep wordt neergehaald zie de eenling die met een list de beurzen pikt wrak en sleets, de stenen brik vermolmt hout: drukte is niet meer overwoekert is de tuin geen schim van vroeger meer
Mijn schim
Van vroeger wil ik graag alleen maar horen zeggen dat hij zich meer gelukkig voelde dat hij later zou terugdenken dat hij later zich ook verplaatst had dat verplaatsing gelukkig kan zijn dat hij nu gelukkiger is van alles dat hij achter zich heeft gelaten
Morgengouden stralen
Gesteente verhaalde verleden, gestapeld; grimmig koud Hemelshoog â€&#x;t groen grillig blauw spiegelende vensters gesloten deuren, parels en zilt; sporentrekkend Het raam blinkt morgengouden stralen waar jij verhaalt en koffie schenkt
Niet de kei
Zo hard van steen maar vredelievend hef hem niet op naar anderen ondoordringbaar zoeken naar het hart sla door als een Neanderthaler het is een werktuig! splijt niet naar de oorsprong die niet te vinden is laat hem in zijn waarde hij is zachtaardig want een ieder loopt over hem heen
Het zomerde
De dag voorbij jou het stille zijn de leegte ik mis het goud zonnestralen het morgenrood en jou gras was immer groener fruitbomen droegen knop en ik rook jou je passeerde in je bonte rok
Onder de pijnboom
Je weet wel onze rug was groen door het schuren langs de schors we flitsten als een pijl omhoog en zweefden driftig als twee veders tussen nerven naar omlaag liggend op naalden heb ik ons hart nog in de boom gekerfd
Het scherpst van de snede
Verloren haast zo sprak jij zweeg jij letterwit vrijgevochten regels verloren: zo streed men Neen, de dood had geen naam het scherpst van de snede kliefde jou voor haar aangezicht
Letterwit
Valt niet te lezen en verstopt zich in spelonken van onzichtbaar schrift zodat de dood geen naam meer heeft hard tegen hard in het holst van de nacht vlijmscherp gaan zij hun afgang tegemoet! Wrijving van as laat soms hun letters zien
Terugblik
Omheind door kolossale muren het stadje diep verscholen een paradijs vol groen, meanderende paden, kleine stroompjes de brug naar het stadshart - iedereen schort zwetende lijven het gilde der smeden smeedde staal terwijl kersrode hitte witvonkend uit de ovens kwam gespierde armen hamerden vol brute kracht creĂŤerden als uit niets - paleishoge hekken wagenwielen; zwaarden beslag voor paarden en versierselen voor een wieg - statig zwemt een zwaan voorbij -
Vergoelijken
Veel is wreed en woest verroest in het verleden opzij schuiven moet men kan niet op terugzien allen het -vooruit kan redden maar hoe? liefdevol denken misschien? dat ook zij niet wisten waar de klepel hing bovendien kunnen buren ook bekvechten dat altijd beter is dan vermoorden terugblikken wat is aangericht liefde wijst de weg naar respect! wie zonder liefde leeft heeft geen leven
Vertoornt
De goden overstromen ons hun -zijn stormt geselend de aarde ruwt mijn ontwaken wijl Donar langs de hemel vliedt zijn donder roept en schatert: Boem!!! het vuur dooft Afrika wordt overspoelt brede stromen mensen spoelen mee.. Goden wreken zich
Donar
Hij troont en woont in willekeurig donkere hemels daar waar de maan overal vandaan te kijk staat zijn grimas voorbijdrijft als flinke wolk voor de -zon deze hete bliksem die kilte voor de voeten loopt maakt hem boosaardig vooral als warm en koud willen copuleren; vrijen belet hij en knalt zijn hamer luidruchtig in het rond; misslaan is er niet bij als Doon zijn bui losbreekt; is donderjagen niet van de lucht!!
Schapen grazen kou
Sloten tonen ijs waar nat moet overheersen groen is witgerijpt de lucht is stralend blauw schapen grazen kou blaten zelfs niet in stilte kilte overheerst zon toont kracht straalt warmte alom Koning Winters greep naar macht blaast kilte in hun vacht toch grazen zij
Wol
Laarzen aangeschaft met warme instap dank de schapen rol mij in hun dekenvacht als de schaapskooi wacht op gapen koude vloer bedekt met vel waar voeten smachten sla het geregeld van mij af zelfs in koude nachten het is geen wonder als een moment zegt dat ik schaapachtig kijk naar de heide laat mij herder zijn!
Als ik fiets
Zie ik de molens draaien eronder veel publiek ze spreken alle talen van Frans, Chinees tot Grieks Mensen dringen vergapen zich aan oude dingen een blik op toen Een ijsman schept, deelt zijn waar, voor Euro_ geld
BikeBlues 2007 ’s Avonds laat is het jankend trappen door de regen het water in de grachten weerspiegelt een trieste blues mijn achterwiel loopt op het ritme tegen jasbeschermers spatten tranen bij het zwarte Carré aan de Amstel kom ik niet over de brug schreeuw tegen de klok dat ‘ie net zoals ik even stil moet staan omdat mijn zwager langzaam is heengegaan ik wil naar huis
Stemmen
Hoor, stemmen stemmen in mijn hoofd leggen mij hun wil op ze maken deel van mij doen wat ik niet wil sturen mij willen niet verlaten krijg grip wil ze achterlaten voorgoed voorbij‌..
Nimmer rust en stilte
Gejaagde stemmen overheersen horen zichzelf graag overal bovenuit zijn bang dat wij ze niet herkennen gunnen geen rust erkennen nimmer de stilte
Meeuwen
Krijsende meeuwen vliegen driftig af en aan strijden om het voedsel dat vrij verkregen is Laat geen resten staan ze vechten de vetste staat vooraan tot die is voldaan De anderen rest slecht restjes
Gelijkenis
Treurende mensen stormen wit en mager op de voedselbank waar gratis eetwaar wordt verstrekt er zijn geen resten welke knokken om de maag die welgestelde vullen overvloedig smullen weten ze nog wel uit goede tijden
Je bent weer Aards
De dag dat jij verloor verleden herleefde gebroken glas dat scherven wiegde schimmig is de plas een kleine rimpeling daar, waar jij jezelf verloor maanlicht verdween de wind viel stil zelfs de uil verte had geen horizon nu stormt het golven beuken spoelen sporen uit het zand je nadert schelpen knisperend aan je voeten wier tussen je tenen je voelt het leven weer je bent weer Aards
Terugkeer
Naar het goede kan een verademing zijn tevens een weerzien in jezelf inzien ergens anders verblijven verkwikt om een besluit te nemen niet mee te laten slepen naar alleen gevoel hersens positief te volgen
Koffie
de dag voltrekt in stilte al stormt het rond het huis druppels stromen langs de ramen met een kletterend geluid de morgen kwam in heftig rood alsof de hemel scheurde middag brengt in schemering knussigheid in huis behaaglijke warmte zo kruip ik op de bank met onder handbereik geurend warme zwarte drank
Ochtend roept
Eerst een lekker bakkie op je gemakkie als de zitbank neemt wirwar in de haren zweemt; de kam wacht mijn leut blèrt en lacht neem mij, drink mij in bedaren sta op teug op leef op want de dag begint trouwens troost ‘m al jaren
Slecht mens
De nacht met al haar wegen die immer onbelicht jou leiden zie daar de Melkweg de kleine en de grote beer die naar men zegt naar het noorden wijst stil tuur ik soms uren lang verwonder mij de grootsheid het nietig zijn: slechts mens
Wie zegt mij
Dat gij slecht bent? Jezus zegt: wie werpt de eerste steen? moet even nadenken als ik -hem hef spreekt ik dan van slecht? of is het afwachten als ik ‘m van een ander krijg toegeworpen? als dat zo is wordt slecht dan goed als zelfverdediging? of benoem ik het anders?
Rietpolder
Toch is er nog polder wijdheid van het veld het riet een eiland waar geen boom nog wordt geveld hier draagt natuur haar sporen gevormd door mensenhand hij die het riet moet maaien doet het veelal met de hand zwaar materieel daarvoor is de grond te zompig het veld bestaat uit veen dus staat hij te maaien en dat doet hij daar alleen het riet droogt hij in bossen die legt men daarna op een dak dat men met de hand „dektâ€&#x; zwaar en fraai ook voor vogels die in het voorjaar menig strootje trekken
Duinen
Jullie leiden mij op weg waar het helmgras kromt door de wind die mij tegemoet komt van de zee zij neemt mij mee waarin ik verdwijnen kan naar de kim als poĂŤtisch man koestering naar eigen wil in mijn geest te blijven om te dromen: vooral te schrijven
Clown
De straat met al haar leven drukte en vertier vol mensen Het was jouw wens de grote stad ‟t publiek daar te bespelen Je was de bon vivant hielt van drama en de liefde de straat was jouw toneel jij was jouw enige geliefde het doek viel jij, je was niet snel genoeg toen de tram “schelde” de taxi je achteroversloeg en jij gelegen in het bloed verzuchtte; shit.. dit einde was niet goed
Voordracht
Er wiegt een forse vrouw naar voren die in mannenaarde heeft gestaan borsten dragen voor: flink uitgeboren laten deinend verder gaan ogen een meter naar de katheder haar stem gaat dieper dan een bas rolt dichterlijk op luisterkijkers neder iedereen is uitermate in hun sas onophoudelijk gaat ze declameren wakkert de hele boel maar aan lachsalvo’s zullen moeten accepteren buitenom haar grootsheidwaan eindelijk volgt beslissingsstrijd pruik en ballonnen knallen uit de maat gebulder over de aanwezigheid ontpopt de clown in vol ornaat
In Stilte
Omgeven door rust meanderende wegen, tussen velden en bosschages weiden op heuvels koeien en schapen gestapelde stenen omgeven hun grond een wandeling; oneindig vredig het leven staat stil
Mooi willen zijn
De spiegel is haar grote vriend neem sneeuwwitje nou bedoel haar stiefmoeder die zichzelf streelde in schoonheid tenminste: dat dacht ze ze deed er alles aan als schoonste van het land eten liet zij staan totdat de reflectie sprak en brak werd zij een mager heks die appels verkocht waarvan ze zelf niet at Het vergif zat in haar zelf!
Mag ik…
Ze stond aan de kassa en vroeg met paniek in haar stem: mag ik heel snel afrekenen? ze zeeg neer; daar lag ze.. krijtwit; helemaal van de wereld haar lang blond haar; volledig uitgespreid langzaam keerde ze weer hoe gaat het? hé? hoe gaat het? ja het gaat wel weer blijf maar even rustig zitten nee, ik hoef er geen ziekenwagen bij… langzaam stond ze op.. ja, het gaat wel… ↓
↓
ik heb de hele dag nog niet gegeten.. in de buitenlucht; knap ik wel verder op.. later liep ik haar voorbij haar waren ogen gesloten.. en? gaat het? ze knikte ja.. het woord -Anorexia kwam bij mij op..
De Ierse pub
Een pijpenla maar O zo warm vol harmonie en levenssfeer verwachtingsvolle blikken die zich richtten naar de deur waar na enige ogenblikken een groep mannen binnen kwam bepakt en bezakt met instrumenten gitaren banjoâ€&#x;s en nog meer bij voorbaat zorgden voor de sfeer weldra werd de toon gezet in harmonieuze klanken menig Iers levenslied steeg op van de planken menige pint, smeerde evenzoveel kelen die opgezweept door de muziek de oren trachtten strelen helaas aan alles komt een eind waarna ook het kwartet verdwijnt en stilte wederkeert met heimwee in mijn hart
Van de brug af gezien
Heimwee kan eeuwigdurend zijn naar landen die ik bezocht zoals Amerika: San Francisco waar ik drie keer eerder was Voelde me zo thuis het lijvt op Parijs Brazil waar ik danste en zong in Rio de Janeiro vele landen heb ik aangedaan Lamm im Lavantal: Oostenrijk twaalf keer bezocht zou bijna zeggen het is mijn geboorteplaats waar het wederkeren schreeuwt
Lost without you
The wonder and freedom I have seen In days I drove on roads between hills and woods through small towns and villages the people friendly, warm and nice I know, I should have stayed but something told me, I could not need to explore the country everything on my way the rivers , castles the coastline , the deep blue ocean always to far away
I create own Liberty
First stay somewhere where I can affected or something your home country Bols Jenever can be music - When you like it in own freedom or port in Portugal behind the Iron Curtain You could not feel well I was unhappy and flyed back home They were misleading? Please let me stay Were I belong Let me walk with windmills there on the rivers
Heimwee
Nu de poort zich sluiten gaat de weg terug zich toont blijf ik in gedachten stil denk ik heimweevol aan jou
Baile Átha Cliath
Wilt u iets drinken wat whisky’s misschien? daarna kunt u dansen op de punten van uw schoenen of naast elkaar in een lange rij van Amsterdam naar Dublin heen en weer en dan terug jaha, het is een soort vierdaagse wilt u d’r nog eentje? : vraagt ze!
Zomaar een Ierse dag
Wat nu, het stuur zit verkeerd ze rijden links HELP! bochtig en mooi glooit het land zâ€&#x;n groene kleuren trots ontvouwend vergezichten en warmte nimmer moe het leven bruist in oude gedichten en gezichten die verweerd zijn binnen speelt een fluit klapt zingt en danst men de dans der zwaarden voelbaar diep vioolgeluid
Een Ierse pub
Meneer pastoor zat in de dorpskroeg met meisjes eentje keek naar zijn kruis de anderen naar ijsjes een lieverdje vroeg misschien wilt u er ook wel eentje? Hij zei: dat zou lekker zijn hoor maar dan wacht ik tot een volgend keer op dit moment gaat het niet door nu is het weer genoeg!
Op de toekomst
Net onder de kurk waar in de fles rood lonkt Tijdloos na de plop het aroma glanzend gepoetste glazen blinkend voor het bord kaarsje voor de sfeer daarachter koketteer jij even staat de wereld stil die blik, jij prikt en keurt stijlvol we proosten; op de toekomst
Couvert
De nis in ons lievelingsrestaurant schemert zachter dan voorheen; knusser rode wijntjes helpen mee aan de sfeer; wij lachen om niets en zien elkaar voortdurend in de ogen dit is het juiste moment om jou te testen of je nog van me houdt zonder woorden speel je met het zilveren couvert; haasje-over dat je toedekt met een wit servet jouw tijdloze glimlach is voldoende fluisterend: onze liefde blijft een spel waar wij niet genoeg van krijgen onderdoor de tafel geef je knietjes boven de servetten kussen wij elkaar liefste, een hoopvol lieflijk nieuwjaar!