STUDIEGIDS
2016-2017
3
STUDIEGIDS CREATIVE WRITING 2016 - 2017 derde jaar
16 17
INHOUD 9
Inleiding
15
Studieonderdelen derde jaar
17
Vakomschrijvingen derde jaar
38
Studieleiding en docenten
40 Colofon
“Get everyone together.” “All these people.” “No more waiting.” “Means through mass.” “It’s criminal to pause.” “To wallow.” “To complain.” “We have to be happy.” “To not be happy would be difficult.” “We would have to try to not be happy.” “We have an obligation.” “We’ve had advantages.” “We have a platform from which to risk.” “A cushion to fall back on.” “This is abundance.” “A luxury of place and time.” “Something rare and wonderful.” “It’s almost historically unprecedented.” “We must do extraordinary things.” “We have to.” “It would be obscene not to.” “We will take what we’ve been given and unite people.” “And we’ll try not to sound so irritating.” “Right. From now on.”
I tell her how funny it is we’re talking about all this because as it so happens I’m already working to change all this, am currently in the middle of putting together something that will address all these issues, that will inspire millions to greatness, that with some high school vrends--Moodie and two others, Flagg and Marny-- we’re putting something together that will smash all these misconceptions about us, how it’ll help us all to throw off the shackles of our supposed obligations, our fruitless career tracks, how we will force, at least urge, millions to live more exceptional lives, to [standing up for effect] do extraordinary things, to travel the world, to help people and start things and end things and build things... “And how will you do this?” she wants to know. “A political party? A march? A revolution? A coup?”
Dave Eggers Uit A Heartbreaking Work of Staggering Genius
Inleiding Creative Writing 2016-2017 Creative Writing is een vierjarige afstudeerrichting van Vormgeving (Media & Graphic Design). De studenten worden voorbereid op een hybride beroepspraktijk van schrijver. Een hybride beroepspraktijk houdt in dat schrijvers zowel toegepast als scheppend hun talenten ontwikkelen en inzetten. De opleiding is enerzijds gericht op het leren autonoom literair werk te maken en anderzijds op het toepassen van deze vaardigheden op het terrein van non-fictie: reportage, essayistiek en documentaire. De studie Creative Writing stelt zich ten doel om open, interdisciplinair georiënteerde en onderzoekende schrijvers op te leiden. De opleiding gebruikt hiervoor een onderwijsmodel waarin gradueel de verantwoordelijkheid voor het leerproces aan de student wordt overgedragen. In de eerste twee jaar krijgt de student veel begeleiding. Er worden werk vormen, theorieën, opdrachten en samenwerkingsprojecten aangereikt. Dit allemaal om de studenten op een activerende en op de beroepspraktijk toegesneden manier te laten kennismaken met de competenties die ze nodig hebben in het werkveld. Hierbij wordt, om de volgtijdelijkheid van de vakken te garanderen, gebruik gemaakt van eerdere producten die worden herzien, persklaar gemaakt, of ingezet in interdisciplinaire producten. Vanaf het tweede jaar werken de studenten ook aan oriëntaties: verdiepende op drachten waarbij vanuit de interesse van de student onder begeleiding een uitgebreider creatief onderzoek wordt gedaan. In de laatste twee jaar van de studie ligt de studieregie meer bij de student zelf. Vanuit de eigen artistieke en professionele interesse initieert de student in het derde jaar projecten en gaat op stage. De vakken staan nu meer in dienst van de praktische beroepsuitoefening en positiebepaling binnen de literaire wereld. Ook werkt de student in het derde jaar toe naar het af studeerjaar, in de ‘Groenlichtprocedure’. Hierin laat de student zien dat hij
9
onderbouwde ideeĂŤn heeft voor de afstudeeropdrachten in het vierde jaar. In het vierde jaar studeert de student af na het behalen van de reguliere vakken, door middel van het doen van een onderzoek en het schrijven van een scriptie, en het schrijven of maken van een eindwerk. Hieraan wordt individueel en in intervisiesetting gewerkt. Omdat de literaire wereld continu in verandering is, heeft de opleiding een dynamisch curriculum, waarbij aan de ene kant de actuele literaire verdienmodellen centraal staan en aan de andere kant een door studieleiding en een team van kerndocenten ontwikkeld vaardighedencurriculum wordt gewaarborgd.
10
Naast de begeleiding in de vakken en projecten biedt de opleiding ook mogelijkheden voor de student om buiten het reguliere curriculum kennis en vaardigheden op te doen, zoals in de studievereniging K.I.K en het tijdschrift Perplex. Dit zijn initiatieven voor en door studenten waarin in onderlinge samenwerking activiteiten worden georganiseerd.
COMPETENTIES Voor Creative Writing gelden de onderstaande competenties als eindkwalificatie: Creërend vermogen De student kan authentieke concepten ontwikkelen en realiseren, concepten die voortkomen uit een eigen visie en artisticiteit, die zijn gevoed door onderzoek, met het doel betekenis te creëren die bijdraagt aan de vervulling van een persoonlijke ambitie en een maatschappelijke visie. Vermogen tot kritische reflectie De student kan het eigen werk en dat van anderen beschouwen, analyseren, duiden en beoordelen vanuit de eigen authenticiteit, het historisch perspectief waartoe ook het actuele discours behoort, en aan de hand van een zekere systematiek, zowel cultureel beschouwend als vaktheoretisch. Vermogen tot groei en vernieuwing De student kan het vakmanschap, de persoonlijke invulling van de beroeps situatie en zijn of haar artisticiteit verder ontwikkelen en verdiepen. Organiserend vermogen De student kan een inspirerende en functionele werksituatie voor zichzelf op zetten en in stand houden. Communicatief vermogen De student kan een opdracht verwerven en interpreteren, effectief het werk presenteren en toelichten en erover onderhandelen met opdrachtgevers en andere betrokkenen. Omgevingsgerichtheid De student is in staat om verbanden te leggen tussen het eigen werk en dat van anderen en tussen het eigen werk en het publiek. Vermogen tot samenwerken De student kan in een samenwerkingsverband een actieve bijdrage leveren aan de totstandkoming van een product of proces.
11
3
Vakomschrijvingen Creative Writing
Derde jaar 2016–2017
ArtEZ Arnhem © Frank Tazelaar, Monique Warnier
#
Studieonderdelen per leerlijn
CREATIVE WRITING LAB
integrale leerlijn
20,0
VERDIEPING: ORIËNTATIE
integrale leerlijn
10,0
CAPITA SELECTA
integrale leerlijn
1,0
DIDACTIEK
vaktechnische leerlijn
3,0
RECENSIES trainingsleerlijn 1,0 LEZEN & BESCHOUWEN trainingsleerlijn 3,0 STAGE 20,0 GROEN LICHT PROCEDURE
1,0
STUDIELOOPBAANBEGELEIDING
1,0
TOTAAL 60,0
15
{
{
Creative Writing Lab Docenten
Competenties
Opzet, werkvorm en begeleiding
Leerdoelen/ doelstellingen
Thema Korte omschrijving van de inhoud
Martijn Brugman, Maarten de Graaff, Frank Tazelaar, Maartje Smits, Tsead Bruinja, Dennis Gaens, Monique Warnier, Kim van Kaam, Bert van Beek, gastdocenten Creërend vermogen Vermogen tot kritische reflectie Vermogen tot groei en vernieuwing Organiserend vermogen Communicatief vermogen Omgevingsgerichtheid Vermogen tot samenwerken Intervisiebijeenkomsten Gastcolleges (Redactionele) begeleiding Eindopdracht Tussenopdrachten • De student is in staat om kennis te creëren op basis van eigen onderzoek en deze te delen. • De student is in staat om verantwoordelijkheid te nemen voor het vormgeven van de richting van het lab. • De student is in staat om methoden en kennis te ontwikkelen die hem of haar in staat stellen zich te ontwikkelen in zelf gekozen of collectief afgesproken doelen. • De student is in staat vragen te formuleren en ontwikkelen bij een casus. • De student toont de houding anderen te willen ondersteunen in het groeiproces. Het collectief. Het Creative Writing Lab is een plaats waar kennis wordt gecreëerd op basis van individueel en collectief artistiek onderzoek en intervisie, om vakoverstijgend en wederkerig afhankelijk te werken aan de competen-
17
ties van de participanten. De begeleiders werpen problemen op en stimuleren de student kwaliteitseisen te formuleren. Het onderzoek resulteert in twee producten: een bundel over het Thema ‘Het Collectief’ en een openbaar programma over het thema.
18
Einddoel
Beoordelingsvorm Beoordeling op
Literatuur Studiemateriaal
Centrale vragen: - Wat is de vorm van het collectief? - Wat zijn de codes van het collectief? - Wat is de taal van het collectief? Achterliggende vragen: - Wat heb ik van mijzelf en anderen nodig om te groeien in het doen van artistiek onderzoek? - Hoe kan ik voor mijn schrijverschap waardevolle kennis en methoden ontwikkelen? - Hoe kan ik mijn eigen ervaring gebruiken voor het doen van artistiek onderzoek en wat zijn hierbij mijn valkuilen? De studenten maken een bundel en een programma op basis van het door hen collectief en individueel uitgevoerde artistieke onderzoek. Beoordeling door de docenten van het lab. Participatie en attitude Samenwerken Technische vaardigheden Probleemoplossend vermogen Kwaliteit van samenwerking Ownership Kwaliteit van de eindtekst Presentatie Ontwikkeling bij de verwerking van opdrachten en op de ingeleverde opdrachten. Door participanten te bepalen. Door participanten te bepalen.
Relatie met andere studieonderdelen
Boeken uit het vak Bibliotheek kunnen behandeld worden in het lab. In het lab gebruiken studenten de doelen die zij hebben geformuleerd in het POP uit CW2.
19
Labonderdeel: Programma maken Docenten Competenties
Opzet, werkvorm en begeleiding Leerdoelen/ doelstellingen 20
Korte omschrijving van de inhoud
Kim van Kaam Monique Warnier CreĂŤrend vermogen Vermogen tot kritische reflectie Vermogen tot groei en vernieuwing Organiserend vermogen Communicatief vermogen Omgevingsgerichtheid Professioneel vermogen Vermogen tot samenwerken Werkcolleges 1. de studenten maken een (avondvullend) literair programma. 2. de studenten kunnen zelfstandig werken met behulp van gegeven randvoorwaarden. 3. de studenten weten het verschil tussen programmeren en programmamaken. 4. de studenten weten wat er nodig is om tot een (avondvullend) programma te komen en kunnen dat toepassen. 5. de studenten leren signaleren. 6. de studenten leren presenteren en verwijzen. 7. de studenten werken interdisciplinair. 8. de studenten benaderen een thema vanuit verschillende disciplines. 9. de studenten kunnen samenwerken. In de werkcolleges Programmamaken wordt gewerkt aan een avondvullend literair programma. De studenten krijgen een inleidende les waarin ze opnieuw kennis maken met het verschil tussen programmamaken en programmeren, met werken in een redactie en met de verschillende aspecten die
komen kijken bij het bedenken en uitvoeren van een programma. Vervolgens gaan de studenten zelfstandig aan de slag, aanvankelijk met de hele klas, maar in een latere fase werken de studenten in groepen (programmabegeleiding, productie en pr). De studenten werken aan een (avondvullend ) literair programma dat uitgevoerd wordt in de PoĂŤzieweek. De docenten stellen daarbij de randvoorwaarden ter beschikking: een zaal en een datum. De studenten gaan in de colleges (ingericht als redactievergaderingen) vervolgens zelfstandig aan de slag met het ten uitvoer brengen van het programma. Na afloop schrijven de studenten een evaluatie over het gevolgde traject, waarin gereflecteerd wordt op hun individuele ontwikkeling, leerdoelen en op de ontwikkeling van het geheel: het proces van programmamaken van idee tot uitvoering.
Beoordelingsvorm Beoordeling op
Er wordt uitgegaan van het idee dat een programma maken een artistieke vaardigheid is, waarbij keuzes in thema en verbanden die gelegd worden, een uitdrukking zijn van die vaardigheid. De studenten leren niet alleen de artistieke kant van het programmamaken kennen, maar krijgen les en oefening in het opzetten en regelen van de praktische zaken die komen kijken bij een programma. Plenaire eindevaluatie aan de hand van de schriftelijke evaluatie van de student. 1. aanwezigheid tijdens colleges (de student moet minimaal 80% van de lessen aanwezig zijn) 2. participatie en attitude tijdens de werkcolleges
21
Relatie met andere studieonderdelen Literatuur Studiemateriaal
22
3. participatie en attitude bij tot stand komen en uitvoering van programma. 4. kwaliteit eindresultaat Recensies kunsten, de bezochte voorstellingen en festivals kunnen als voorbeeld dienen n.v.t. n.v.t.
Labonderdeel: Tekst & Visuele cultuur Docent Competenties
Opzet, werkvorm en begeleiding Leerdoelen/ doelstellingen
Korte omschrijving van de inhoud
Martijn Brugman Competenties Creërend vermogen Vermogen tot kritische reflectie Vermogen tot groei en vernieuwing Organiserend vermogen Communicatief vermogen Omgevingsgerichtheid Vermogen tot samenwerken Werkcolleges Tekst & Visuele cultuur is gericht op verbreding van het schrijverschap en aansluiting bij ontwikkelingen in de schrijf- en beeldcultuur, waarin essayistiek, script, documentaire, journalistiek, fictie en beschouwing steeds meer mengen. Doelstelling is de studenten te introduceren in deze ontwikkelingen. Het onderzoeksveld Visuele Cultuur richt zich op de begrippen ‘beeld’ en ‘verbeelding’. Gedurende het semester werken we in de vorm van een onderzoeks laboratorium: een methode waarin we gezamenlijk onderzoek doen naar een, in overleg met de docent, vast te stellen thema. Het onderzoeksgebied is de visuele cultuur in de brede zin van het woord: van televisie, film en fotografie tot kunst, mode, design en architectuur. Het onderzoekslaboratorium biedt de kans om volop te experimenteren. We gaan ontdekken hoe en met welke literaire middelen je dieper in het te onderzoeken thema kunt doordringen. Het onderzoek mondt uit in een eindopdracht die een hybride vorm zal hebben. Met elementen uit literaire genres als het essay, reportage, column, opiniestuk, dagboek en brief ga je een literair onderzoeksverslag opbouwen.
23
Beoordelingsvorm Beoordeling op Literatuur Studiemateriaal
24
Beoordeling eindopdracht Participatie en product In overleg tussen docent en student In overleg tussen docent en student
Labonderdeel: Stem & Stijl Docent Competenties
Opzet, werkvorm en begeleiding Leerdoelen/ doelstellingen
Korte omschrijving van de inhoud
Dennis Gaens Creërend vermogen Vermogen tot kritische reflectie Vermogen tot groei en vernieuwing Organiserend vermogen Communicatief vermogen Omgevingsgerichtheid Vermogen tot samenwerken Werkcolleges Stem & Stijl staat in het teken van het ontwikkelen van een eigen stem binnen de poëzie. • Studenten hebben kennis van de begrippen toon, thematiek en stem. Ze weten deze van elkaar te onderscheiden en te herkennen in zowel poëzie van andere dichters als eigen werk. • Studenten kunnen zichzelf en hun werk plaatsen in een web van verwante kunstenaars. Ze kunnen aangeven in welke opzichten ze verschillen van deze kunstenaars en wat de gemeenschappelijkheden zijn. • Studenten kunnen de invloed van verwante kunstenaars op hun werk aanwijzen en verantwoorden. • Studenten kunnen bewust de thematiek, stem of toon van een werk of kunstenaar vertalen naar een eigen werk. • Studenten tonen een eerste aanzet tot een stem. Stem & Stijl is het derdejaars poëzievak. In het eerste jaar is vooral aan technische vaardigheden gewerkt, in het tweede aan performance en in het derde jaar staat het ontwikkelen van een eigen stem centraal. Studenten gaan hiervoor in kaart brengen wat hun thema’s
25
Beoordelingsvorm Beoordeling op
26
zijn, leggen een web aan van verwante kunstenaars en leren technieken, thematiek, toon en stem van deze te vertalen naar hun eigen werk. Eindpresentatie Deelname, ontwikkeling opdracht, beheersing van het verhaal, vorm en scherpte van de eindpresentatie
Labonderdeel: Filosofie Docent Competenties
Opzet, werkvorm en begeleiding Leerdoelen/ doelstellingen
Korte omschrijving van de inhoud
Beoordelingsvorm
Beoordeling op
Maarten van der Graaff Creërend vermogen Vermogen tot kritische reflectie Vermogen tot groei en vernieuwing Hoorcollege en werkcollege 1. Studenten maken kennis met werken uit de postmoderne filosofie en literatuur. 2. Studenten leggen verbanden tussen literatuur en (postmoderne) theorie. 3. Studenten brengen deze onderwerpen in verband met het eigen werk. 4. Studenten gebruiken de opgedane kennis bij het maken van nieuw werk. In dit vak staat de roman I Love Dick van de Amerikaanse auteur Chris Kraus centraal en zullen we verschillende filosofische en literaire teksten lezen als satellieten van dit werk. Deze teksten kunnen licht werpen op het intellectuele milieu waarin Kraus’ roman is ontstaan en dienen tevens als gereedschap om filosofische en politieke problemen die aan dit boek raken te ontleden. De terugkerende vraag is welke betekenis de werken van deze denkers en kunstenaars kunnen hebben voor de praktijk van de studenten. De eindopdracht bestaat uit een prozatekst waarin de stof uit de colleges wordt verwerkt en gebruikt voor eigen doeleinden. Actieve deelname zal worden meegewogen in de beoordeling. • aanwezigheid (de student is minimaal 80% van alle contacturen aanwezig) • actieve deelname tijdens colleges • ingeleverde opdrachten
27
Relatie met andere studieonderdelen/ onderzoek Literatuur
28
Het vak bouwt deels voort op andere vakken waarin filosofische teksten werden gelezen en besproken. Chris Kraus, IÂ Love Dick, Semiotext(e) Native Agents Series, 1997. De satellietteksten worden t.z.t. ter beschikking gesteld.
Labonderdeel: Proces & Onderzoek Docent Competenties
Opzet, werkvorm en begeleiding Leerdoelen/ doelstellingen Korte omschrijving van de inhoud
Bert van Beek Creërend vermogen Vermogen tot kritische reflectie Vermogen tot groei en vernieuwing Organiserend vermogen Communicatief vermogen Omgevingsgerichtheid Vermogen tot samenwerken Werkcolleges Het projectmatig werken aan de eigen groei en ontwikkeling staat in CW3 centraal. • De student activeert de kennis uit de vorige jaren en oefent ermee. • De student vormt een jargon om projectmatig te kunnen werken, kent in ieder geval de volgende termen: projectplan, wederkerigheid, GOKIT, activiteitentabel, volgtijdelijkheid, collen. • De student ontwerp een project, en let hierbij op het SMART zijn en het afbakenen. • De student vormt een oordeel over het al dan niet concreet en uitdagend zijn van de projecten van zijn jaargenoten en stemt over de doorgang. • De student onderzoekt of het eigen en andermans project binnen de competenties van de opleiding valt en voldoende uitdagend is. • De student ontwerpt de kwaliteitseisen voor het project en bespreekt deze. • De student voert een project uit en bewaakt hierbij de eigen voortgang en de doelen. • De student presenteert de resultaten van het project.
29
Korte omschrijving van de inhoud
30
Beoordelingsvorm
Beoordeling op
• De student kan in een samenwerkingsverband een actieve bijdrage leveren aan de totstandkoming van een product of proces. • De student toont initiatief in het mogelijkheidsvoorwaarden scheppen voor het eigen project. • De student kan het vakmanschap, de persoonlijke invulling van de beroepssituatie en zijn of haar artisticiteit verder ontwikkelen en verdiepen. • De student formuleert leervragen voor de schouw. In Proces & Onderzoek staat in het derde jaar het projectmatig werken aan de eigen groei en ontwikkeling centraal. De student ontwerpt een project op basis van de eigen ontwikkeldoelen of adviezen van het kerndocententeam en voert deze uit, evalueert en presenteert deze. Hierbij werkt de student samen met anderen en draagt hij zorg voor de kwaliteitseisen van het project. In de lessen werk je aan je project waarbij procesmatig onderzoek en intervisie centraal staan. Ook is er ruimte voor voordracht, presentatie en zijn er groepsgesprekken over diverse onderdelen van de studie. De studenten bepalen door middel van hun projecten en vragen mede de inhoud van het vak. Voor de eindopdracht maak je een projectverslag en een presentatie. Ook maak je een portfolio voor de schouw waarin je toont wat je aan het leren bent. 1. aanwezigheid tijdens ateliers (de student is minimaal 80% van de contacturen aanwezig) 2. participatie en attitude tijdens de lessen 3. ontwikkeling gemaakte opdrachten 4. eindopdrachten
Relatie met andere studieonderdelen
Literatuur
In het schrijfatelier wordt gewerkt aan opdrachten van andere vakken uit de trainingsleerlijn, integrale leerlijn of vaktechnische leerlijn. De schrijfbegeleider begeleidt de studenten bij het maken van deze opdrachten. Nader te bepalen
31
Capita Selecta Docenten Competenties
Opzet Leerdoelen/ doelstellingen Korte omschrijving van de inhoud
32
Beoordelingsvorm Beoordeling op Literatuur Studiemateriaal
Gastdocenten Vermogen tot kritische reflectie Organiserend vermogen Communicatief vermogen Omgevingsgerichtheid Gastcolleges door spraakmakende spelers in het vakgebied van Creative Writing. Kennisnemen van ontwikkelingen in het literair vak gebied. In een reeks van vier colleges wordt inzicht geboden in de actuele ontwikkelingen in het domein van het publiceren. De colleges zijn lesoverstijgend en hebben als doel de kennis van het vakgebied en het inzicht in de veranderingsprocessen te vergroten. Geen Aanwezigheid en participatie Literatuur Bepaald door gastdocenten.
Didactiek Docent Competenties
Leerdoelen/ doelstellingen
Bert van Beek Organiserend vermogen Communicatief vermogen Omgevingsgerichtheid Vermogen tot samenwerken • De student maakt zich de basisbeginselen van de didactiek eigen, kent in ieder geval de volgende termen en begrippenparen: beginsituatie, lesdoel, werkvorm, Roos van Leary, lesopzet, fasering, motiveren, begrijpen, integreren, toepassen, evalueren, principe van symmetrie, principe van spiegeling, GRIM, reproductie, construeren, activeren, lesscenario • De student kan de leerstijlen van Kolb benoemen en kan werkvormen benoemen die bij deze leerstijlen aansluiten. • De student kan het effect van verschillende soorten handelen n.a.v. de roos van Leary uitleggen en herkennen. • De student ontwerpt een onderwijsmodule en voert deze (deels) uit. • De student maakt een lesopzet die aan de gestelde criteria voldoet. • De student maakt een lesscenario dat aan de gestelde criteria voldoet. • De student kan uitleggen wat de verschillen tussen een lesopzet en een lesscenario zijn en waar ze voor dienen. • De student kan uitleggen dat bij het aanleren van kennis de meeste tijd zit in context opbouwen, daarna in schematiseren, daarna in repeteren • De student kan uitleggen dat bij het aanleren van vaardigheden de meeste tijd zit in inslijpen, daarna
33
Korte omschrijving van de inhoud
Beoordelingsvorm Beoordeling op 34
Literatuur
in experimenteren, daarna in het achterhalen van het stappenplan. • De student kan de verschillen tussen docent gecentreerde en activerende didactiek benoemen • De student kan uitleggen dat een probleem presenteren een goede ingang op activerend lesgeven is. Bij het vak didactiek leren de studenten zelf lesgeven. Ze ontwerpen, geven en evalueren lessen en grotere onderwijseenheden, waarbij de nadruk ligt op het professioneel jezelf zijn en activerende didactiek. In de lessen maak je je de basisbeginselen van de didactiek eigen en doe je ontwerpopdrachten, kijk je naar good/bad practices en geef je zelf les. Voor de eindopdracht maak je een onderwijsmodule die je (deels) doet en evalueert. • participatie en attitude tijdens de lessen • ontwikkeling gemaakte opdrachten • eindopdrachten Nader te bepalen
Stage Docent Competenties Opzet, werkvorm en begeleiding
Leerdoelen/ doelstellingen
Beoordelingsvorm
n.v.t. Afhankelijk van keuze, in elk geval professioneel en reflectief STAGE: • De student gaat stage lopen binnen het literaire bedrijf. Dat kan een stage zijn binnen Nederland maar ook in het buitenland. • De student schrijft een motivatie voor zijn stagekeuze. De motivatie moet worden goedgekeurd door de studieleiding. In de motivatie zijn heldere leerdoelen geformuleerd. • De stage wordt beoordeeld vanuit de opleiding, maar ook vanuit de stageplek. Wanneer de student toegelaten is tot de stageplek van zijn keuze, zal hij samen met de stagebegeleider van het bedrijf een leerdoelenoverzicht opstellen en dat voorleggen aan de stagebegeleider van de opleiding. Ook wordt er gelet op het aantal uren dat aan de stage besteed wordt en hoe die over de periode verdeeld worden. • Gedurende de stage houdt de student een logboek bij. Aan het eind van de stage levert de student een stageverslag in. 1. de student leert functioneren binnen een professionele omgeving 2. de student kan zijn professionele werkhouding inzetten 3. de student bouwt een netwerk op 4. de student kan samenwerken 5. de student kan zijn kennis toepassen 6. de student kan buiten zijn vertrouwde omgeving functioneren en leren Er wordt een afrondend gesprek gehouden met de student om te bepalen of de leerdoelen gehaald zijn.
35
Beoordeling op
36
Stage: - Logboek - Stageverslag - Beoordeling stagebegeleider bedrijf - Attitude en werkhouding - Eindgesprek
&
STUDIELEIDING Frank Tazelaar Hoofd opleiding f.tazelaar@artez.nl
Monique Warnier Coรถrdinator opleiding m.warnier@artez.nl
Lyzette Siepman Management assistent l.siepman@artez.nl creativewriting@artez.nl
Bert van Beek Mentor b.vanbeek@artez.nl
Telefoonnummer Creative Writing 026-3535804
38
DOCENTEN
39
Jan Willem Anker Tekst & Vorm j.anker@artez.nl Bert van Beek Studieloopbaanbegeleiding b.vanbeek@artez.nl Jeroen van den Berg Tekst & Podium j.vandenberg@artez.nl Fiep van Bodegom Filosofie f.vanbodegom@artez.nl Martijn Brugman Tekst & Media m.brugman@artez.nl Tsead Bruinja Tekst & Vorm t.bruinja@artez.nl Jeroen Dera Literatuurgeschiedenis j.dera@artez.nl Dennis Gaens Tekst & Media d.gaens@artez.nl Maarten van Gageldonk Literatuurgeschiedenis m.vangageldonk@artez.nl Maarten van der Graaff Filosofie en Verhaalanalyse m.vandergraaff@artez.nl Erik Jan Harmens Tekst & Stijl ej.harmens@artez.nl Jasper Henderson Tekst & Stijl j.henderson@artez.nl Hanneke Hendrix Tekst & Podium h.hendrix@artez.nl Alex van der Hulst Tekst & Wereld a.vanderhulst@artez.nl Kim van Kaam Programmamaken k.vankaam@artez.nl Jannah Loontjens Filosofie en Verhaalanalyse j.loontjens@artez.nl Alma Mathijsen Tekst & Stijl a.mathijsen@artez.nl Thomas Mรถhlmann Tekst & Vorm t.mohlmann@artez.nl Els Moors Tekst & Stijl e.moors@artez.nl Steffie van den Oord Tekst & Wereld: Non-fictie s.vandenoord@artez.nl Jochem Riesthuis Literatuurgeschiedenis j.riesthuis@artez.nl Maartje Smits Tekst & Beeld m.smits@artez.nl Henk van Straten Tekst & Wereld h.vanstraten@artez.nl Willem Sjoerd van Vliet Tekst & Beeld ws.vanvliet@artez.nl Nyk de Vries Tekst & Vorm n.devries@artez.nl Wout Waanders Tekstredactie w.waanders@artez.nl Rebecca Wilson Tekstredactie r.wilson@artez.nl
39
COLOFON Dit is een uitgave van Literair Productiehuis Wintertuin ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten
Samenstelling Ontwerp Redactie
Frank Tazelaar Monique Warnier Jos Lenkens Nine Hoog Antink
Š 2016 40
40
41
41
STUDIEGIDS
2016-2017 42