1
nr.
2020
Magazine voor cliĂŤnten, medewerkers en betrokkenen
Op zoek naar een
NIEUWE VORM VAN SAMENZIJN We zijn best streng op de regels De cijfers bevestigen dat dat goed is.
Door corona zijn we veel kwijtgeraakt Maar wat blijft, misschien zelfs sterker dan voorheen, is onze verbondenheid met elkaar.
ZORG VOOR ELKAAR ons magazine Nabij
‘Geen bezoek en niet van de kamer af, ik hoop dat zoiets nooit meer gebeurt’ Bea Kok, activiteitenbegeleider Pagina 34-35
WZU Veluwe › Zorg voor elkaar
INHOUD
Voorwoord
Verbonden
17
- Bestuurder WZU Veluwe Wim Martens -
We zijn door corona veel kwijtgeraakt. Zekerheid en onbevangenheid over de dag van morgen hebben we niet meer. Maar wat blijft, misschien zelfs sterker dan voorheen, is onze verbondenheid met elkaar. En hoop voor de toekomst.
‘Meer dan ooit hebben medewerkers het gevoel dat ze ertoe doen, dat zij met hun zorg en aandacht het verschil maken’ 4
ZORG VOOR ELKAAR
Ingrijpend. Tegenstrijdig. Pijnlijk. Drie woorden die mijn gevoel uitdrukken als ik denk aan de zware coronaperiode van de eerste helft van dit jaar. Ingrijpend was het besluit om onze deuren te sluiten. Zelfs een paar dagen eerder dan de aankondiging van het kabinet. Tegenstrijdig hoe we ons streven naar welbevinden voor cliënten soms los moesten laten omwille van de veiligheid. En intens pijnlijk vanwege de vele overlijdens van cliënten, een vrijwilliger en twee medewerkers. En nog is het virus onder ons en houdt ons zeer in de greep. Het gaat voorlopig niet weg, is bezig aan een nieuwe opmars. Daarmee is de dag van morgen onzeker geworden.
zij met hun zorg en aandacht het verschil maken. Dat zij zich door de steun van collega’s en de hartverwarmende acties uit de omgeving meer dan ooit verbonden voelen. Die verbondenheid geeft mij hoop. Hoop dat de Heer, onze trouwe Vader, ons beschermen zal, nu en in een ongewisse toekomst. Of zoals Psalm 62 luidt: ‘Ik wankel niet, want Hij staat vast: mijn toevlucht, als het water wast, mijn rots, mijn enige vertrouwen.’
42
‘Mooi hoe mensen nu weer genieten van bewegen’
De toekomst leek voorspelbaar, iets om onbevangen tegemoet te treden. Dat is niet meer zo. Toch durf ik vooruit te kijken. Want ik zie ook dat onze medewerkers zich met hart en ziel hebben ingezet voor cliënten. Dat zij meer dan ooit het gevoel hebben dat ze ertoe doen, dat
10
‘We hebben voor een onmogelijke opgave gestaan’ Locatiemanager Cor Laan
FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK
‘We hebben geprobeerd het zo draaglijk mogelijk te maken’
34
‘Het is een wonder dat we hier geen corona hebben gehad’
Inhoud
9 ‘Ik heb jullie zó gemist!’
26 Medewerkers vertellen hoe zij op afstand toch voor verbinding zorgden.
10 ‘We hebben voor een onmo gelijke opgave gestaan’
30 Op zoek naar een nieuwe vorm van samenzijn
12 Crisisteam worstelt met coronadilemma’s
32 Wat heeft corona met jou gedaan?
16 ‘ Blijf met liefde zorg geven’
38 Stage tijdens corona: Een emotionele achtbaan
22 ‘Het is heel bijzonder dat ik er nog ben’
40 Het gezicht van WZU Veluwe
24 Cliëntenraad: ‘Praat niet alleen over ons, praat ook mét ons’
43 De wilde bos haren er weer van af 44 ‘Ik heb me echt buiten gesloten gevoeld’ WZU VELUWE
5
Wapenveld
‘We hebben heel veel geluk gehad’ Midden in een van de brandhaarden van het coronavirus zaten de ouders van Williëlle Hofman maandenlang in hun appartement in Rehoboth. Als door een wonder raakten ze niet besmet. In grote spanning leefden hun dochter en de hele familie op afstand mee.
T
erugdenkend aan afgelopen voorjaar komen nog elke keer de tranen. Williëlle Hofman had het in die zware periode niet alleen moeilijk met het gemis van haar eigen ouders, die ze tot de sluiting van de verpleeghuizen vrijwel dagelijks zag. “Ik ben hier geboren en getogen en ken veel mensen. Ik hoorde zoveel verhalen uit de buurt. Ik las de rouwadvertenties in de Schaapskooi. Er was in de winkel geen condoleancekaart meer te koop. Wat moet er een paniek zijn geweest!” Lijkwagen Williëlles ouders merkten in eerste instantie weinig van de crisis om hen heen. “Ondanks alle hectiek wist het
‘Het moeilijkst was om alles uit handen te geven’ zorgpersoneel de rust te bewaren. Het teamverband was sterk en mijn ouders werden goed verzorgd. Ik denk dat iedereen alles heeft gegeven.” Toch drong na verloop van tijd de ernst van de situatie door. “Op een dag belde mijn vader. Er was weer een lijkwagen voorgereden. Dat is nu al de 22ste, zei hij. Toen kwam ook bij hem het besef.” Loslaten Met het sluiten van de deuren moest Williëlle haar ouders
6
ZORG VOOR ELKAAR
DOOR ANNET VAN DER LINDE / FOTOGRAFIE FAMILIE HOFMAN
loslaten. “Ik kon niet meer naar binnen om te observeren hoe ze zich voelden. Het moeilijkst was om alles uit handen te geven.” Het zorgdossier werd heel waardevol. “Ik stond elke dag om 7 uur op om te lezen hoe de nacht was geweest. ’s Avonds las ik hoe ze de dag hadden doorgebracht.” Toen haar moeder verhoging bleek te hebben, sloeg de schrik toe. “We voelden wanhoop, boosheid. Moesten we ze daar weghalen? Gelukkig werd ma niet ziek.” Beeldbellen bleek een uitkomst. “Met hulp van een zuster konden onze ouders ons zien en spreken. Dat was heel fijn. Ik voelde me gerustgesteld als ik ze weer even had gezien.” Zwaaien De vaste bezoekjes maakten plaats voor visite op afstand. “Elke middag om 13 uur zaten mijn ouders voor het raam van hun appartement. Ik stond dan buiten om naar hen te zwaaien.” Toen in Rehoboth praatka-
mers kwamen, was contact van dichtbij weer mogelijk. “De eerste keer hielden we de handen tegen elkaar, met alleen een raam ertussen. Het was lang geleden dat we zo dichtbij waren. Dat was heel emotioneel!” Het hoeft niet meer De laatste weken van de lockdown vielen het echtpaar zwaar. “Psychisch kreeg vooral mijn moeder het moeilijk. Ze had haar kinderen en kleinkinderen al zo lang niet gezien. Voor mij hoef het zo niet meer”, zei ze toen. Dat was heftig. “Kom op ma, zei ik dan. Je bent er bijna. Nog even doorzetten!”
strand, door de bossen. Na weken binnenzitten kon ze eindelijk de zomer ruiken.”
‘Pa wilde naar buiten, frisse lucht voelen’ Dat een virus zo hard kan toeslaan, maakte op Williëlle veel indruk. “Al die overlijdens. En steeds weer een erehaag van medewerkers.” Ook nu blijft het spannend. “We moeten waakzaam blijven, maar ik heb er vertrouwen in. Ik heb mijn ouders nog. We hebben heel veel geluk gehad.”
Frisse lucht Beide ouders mochten daarna na lange tijd voorzichtig weer naar buiten. “Pa verlangde vooral naar de buitenlucht. Ik wil frisse lucht voelen,” zei hij. Met haar moeder stapte Williëlle zodra het kon op de rolstoelfiets. “Ik nam haar mee voor een high tea, langs het Heerde-
WZU VELUWE
7
COLUMN
De Bunterhoek
Dag lieve Gré Een mooi mens, mevrouw Schurink. Puzzelen aan tafel, grappen maken, altijd een gevuld snoepblik met daarop Bartje en een eigen willetje. Ik zat naast haar bed, op mijn woorden reageerde ze niet meer. Ik voelde haar eenzaamheid. In mijn uniformjasje zat mijn mobiel. De Heer is mijn Herder liet ik als eerste horen. Haar ogen gingen voorzichtig open. Daarna klonk Wat de toekomst brengen moge. Haar lippen prevelden zachtjes mee en met het laken veegde ze een traan uit haar oog. Als laatste zette ik Vaste Rots van mijn behoud aan. Duidelijk hoorbaar zong ze nu mee. Na haar laatste zingende woord zei ze: ‘Wat lief dat je dit voor me doet.’ Toen ging ze slapen, ze was moe. De avond voor haar overlijden zat ik met een collega aan haar bed. Ik gaf een streling over haar gerimpelde wang, we hielden haar hand vast, gaven mooie woorden mee... dag mevrouw Schurink, dag lieve Gré.
8
ZORG VOOR ELKAAR
DOOR ALINA BRUIJNES / FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK
‘Ik heb jullie zó gemist!’ Met veel plezier en toewijding is Aartje Hofman al 24 jaar actief voor De Bunterhoek. Dit voorjaar moest ze dat vrijwilligerswerk abrupt op pauze zetten. De stille maanden vielen haar zwaar. Door woonwijken en langs weilanden gaat het. De wind in de haren. Cliënt en vrijwilliger genieten van hun ritje op de duofiets. Toch stond de fiets de afgelopen maanden vooral stil, weet Aartje Hofman. “Het is heerlijk dat dit nu weer kan!” Thuis zitten Aartje is een van de honderden trouwe vrijwilligers van WZU Veluwe. Vroeg in het voorjaar hield dat plotseling op. “De ene dag schonk ik nog koffie, de volgende dag kwam het bericht dat de deur dicht ging.” Hoewel Aartje het begreep, vond ze thuis zitten lastig. “Het idee dat je niks kan doen, niet voor bewoners en niet
DOOR ANNET VAN DER LINDE / FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK
voor medewerkers, terwijl zij het zo druk hebben. En al die overlijdensberichten in de krant, heel ingrijpend.” Kaartje in plaats van praatje Om haar medeleven te laten blijken, pakte Aartje de pen. “Ik ben iedereen kaarten gaan sturen, hoewel ik niet wist of de mensen nog leefden. Geen praatje maar een kaartje, schreef ik. En: ik hoop snel weer met u te kunnen fietsen. Ik ben elke dag in gedachten bij de mensen geweest.” Dat WZU Veluwe ook aan de vrijwilligers dacht deed haar goed. “Op een dag kwam er post: een kaart met ‘We missen u’. Dat raakte mij zo. Ik stond bij de brievenbus en riep hardop: ‘Ik mis jullie ook!’
‘De ene dag schonk ik nog koffie, de andere dag ging de deur dicht’ Samen genieten Nu de duofiets weer rijdt, merkt Aartje hoezeer bewoners het gemist hebben. “Mensen zijn blij om weer in de natuur te komen. Sommigen hebben dit voorjaar geen bloem zien groeien. Zij genieten nu extra. Die reacties en de verhalen maken het fietsen voor mij zo mooi.”
WZU VELUWE
9
Epe
T
ientallen posters sierden in maart de gangen en deuren van De Boskamp. ‘Welkom in het leukste huis van de Veluwe’ stond erop. Een hartverwarmende binnenkomst voor kersverse locatiemanager Cor Laan. Maar te midden van de feestelijkheden stond hij aan de vooravond van een moeilijke tijd. “Het was een heftige week om te starten. WZU Veluwe had net besloten om, eerder dan de regering verplichtte, de deuren van de woonzorglocaties te sluiten. Angst en schrik stonden in de ogen van de mensen.” Crisisoverleg Zo snel mogelijk wilde Cor wegwijs worden in de voor hem nieuwe wereld van de ouderenzorg. “Mijn werkkamer lag aan het eind van een gang waar een besmetting was. Daar
‘We hebben voor een onmogelijke opgave gestaan’ Hij was nog niet eens officieel begonnen als locatiemanager toen de deuren van De Boskamp sloten. Cor Laan stapte zonder zorgachtergrond de coronacrisis in en beleefde meteen een van de zwaarste periodes uit zijn werkzame leven. 10
ZORG VOOR ELKAAR
‘Angst en schrik stonden in de ogen van de mensen’ zitten was geen optie. Dus streek ik elke dag neer in het restaurant. Dat hielp mij enorm om mensen te leren kennen.” Intussen greep corona verder om zich heen. “Ik besloot elke ochtend crisisoverleg te houden. Van iedere discipline schoof een collega aan om kort de stand van zaken door te nemen. Zo konden we over afdelingen heen kijken. Waar was actie nodig? Hoe hielden we gezondheid en welbevinden in balans? Hoe gingen we te werk nu vrijwilligers en contactpersonen wegvielen? We stonden voor een onmogelijke opgave!” Onsterfelijk In de landelijke aanpak van het virus viel Cor op dat beleid vooral gericht
was op bescherming. “Alles straalde uit dat het leven onsterfelijk is. Maar dat is het niet. Onze cliënten zijn mensen in de avond van hun leven. Welbevinden moet je dan niet loslaten!” Ontmoetingspunt Op De Boskamp overheerste een gevoel van saamhorigheid, herinnert Cor zich. “Samen gaan we ervoor!” Het restaurant werd niet alleen de plek voor overleg, maar ook een ontmoetingspunt. “Hier kwamen collega’s stoom afblazen. Even koffie tappen en je hart luchten.” Naar mate de crisis vorderde, namen de zorgen toe. “Medewerkers werden zelf ziek en vroegen zich af wat hun aandeel was in de besmetting van cliënten. En hoe lang ging deze situatie nog duren?” Moeilijke gesprekken Bewoners zaten eveneens met vragen. “Zij mochten hun appartement niet verlaten en wisten niet hoe het ‘ met buren of maatjes ging. Bovendien zagen ze hun familieleden niet meer. Dat is een rol die de zorg niet
‘Het restaurant werd een ontmoetingspunt om stoom af te blazen’
iedereen helder. Met de stapsgewijze uitbreiding van de mogelijkheden kwamen ook de maatwerkverzoeken, het aandringen. Contactpersonen hadden wekenlang emotie en frustratie opgebouwd. Dat kwam er nu uit. Vooral de EVV’ers (eerst verantwoordelijke verzorgenden, AvdL) hebben het daar moeilijk mee gehad. Juist toen vloeiden de meeste tranen.” De emotie van familieleden kan Cor
‘Alles straalde uit: het leven is onsterfelijk. Maar dat is het niet.’ zich overigens levendig voorstellen. “Privé ben ik ook contactpersoon. Mijn schoonvader van 93 is ernstig ziek geweest. Ik ken het gevoel. Het zijn lastige keuzes. Gelukkig is deze locatie gezegend met een stevige ruggengraat aan zorg. Zeker de twee regieverpleegkundigen spelen een belangrijke rol. Ik ben trots op hen en heb bewondering voor alle medewerkers van De Boskamp. Ik ben blij dat ik dit heb meegemaakt. Het heeft mij geholpen de zorg snel van binnenuit te leren kennen en te waarderen.”
kan overnemen.” Beeldbellen bood weliswaar uitkomst, maar was ook lastig. “Normaal faciliteer je dit, nu zat een welzijnsmedewerker erbij als een cliënt contact had met familie. Ook bij moeilijke en emotionele gesprekken, zoals in de terminale fase.” Maatwerk De weg terug naar open deuren beschouwt Cor als de lastigste fase in de crisis. “Dicht is dicht, dat is voor
DOOR ANNET VAN DER LINDE / FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK
WZU VELUWE
11
Dilemma
Een medewerker met verkoudheidsklachten vraagt zich af of ze wel mag werken. Een collega uit de zorg wil overleggen over testen van een cliënt. Een familie stelt kritische vragen over het bezoekbeleid. Stuk voor stuk kwesties die om een helder, afgewogen antwoord vragen, maar die net zo vaak hoofdbrekens, twijfels en zorgen geven. Het crisisteam van WZU Veluwe, ingesteld vlak nadat het coronavirus Nederland bereikte, stond en staat voor een zware taak. Janny van de Werfhorst en Wendelina Bisschop, respectievelijk manager en adviseur Kwaliteit & Veiligheid, vertellen over dilemma’s.
Dilemma 1
Locaties sluiten of openhouden
Hebben we er goed aan gedaan de woonzorglocaties te sluiten? Hoe beschermen we onze medewerkers? Verliezen we het welbevinden van cliënten niet uit het oog? Keuzes maken in coronatijd was voor Wendelina Bisschop en Janny van de Werfhorst niet eenvoudig.
12
ZORG VOOR ELKAAR
Crisisteam worstelt met coronadilemma’s DOOR ANNET VAN DER LINDE / FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK
Janny: “Op woensdag 18 maart om 0.00 uur sloten we de deuren van onze woonzorglocaties. Het aantal cliënten dat in isolatie moest worden verpleegd en dus verdacht werd van een covid-besmetting liep snel op. Een echte keuze was er niet; twee dagen later zou het kabinet beslissen om in het hele land de verpleeghuizen te sluiten. Die betreffende woensdag informeerden we contactpersonen en medewerkers. Een mededeling die in slechts één zin stond geschreven, maar die verstrek-
aangaan met mantelzorgers of contactpersonen die zich afgesneden voelden. Terwijl ze diezelfde mensen ook niet konden missen bij de zorg en aandacht voor cliënten. Dat was een lastige spagaat.” Janny: “Wij zaten in onze bubbel op het bedrijfsbureau. Omdat we geen enkel risico wilden nemen om het virus te verspreiden, kwamen we zo min mogelijk op de locaties. Vanuit ons zorghart was dat moeilijk. In heftige omstandigheden zoals deze wil je
‘Het stond in één zin geschreven, maar het had enorme gevolgen’ kende gevolgen had. Wat ging dit betekenen voor cliënten, voor medewerkers, voor familie, voor andere betrokkenen?” Wendelina: “Medewerkers stonden maandenlang in de frontlinie. Zij voelden en zagen wat de sluiting deed met mensen. Hoe de eenzaamheid naar binnen sloop. Elke dag opnieuw moesten zij de discussie
er zijn voor cliënten en medewerkers. Je wilt de pijn en emotie samen delen. We probeerden de steeds wisselende informatie vanuit het RIVM zo goed mogelijk te vertalen naar helder beleid, maar we konden niet voorkomen dat de updates die we dagelijks publiceerden medewerkers overvielen.”
WZU VELUWE
13
Dilemma
Dilemma 3
Welbevinden of veiligheid Wendelina: “De keuze tussen veiligheid of welbevinden is de lastigste. Vanuit regelgeving is alles gericht op het beschermen van de gezondheid. Het gevaar is dat je welbevinden uit het oog verliest. Terwijl het daar ook
‘Natuurlijk wil je een arm om een cliënt heen kunnen slaan, maar het mag niet’
Dilemma 2
Individu of collectief Wendelina: “Gaandeweg het voorjaar kregen we het moeilijker. Er bleven cliënten ziek worden en er waren wekelijks veel overlijdens. Ook medewerkers vielen uit. De zorg vergde veel van iedereen. Samen met de teamcoaches probeerden we teams en collega’s te bemoedigen. We doen het met z’n allen, samen sterk tegen corona, zorg voor elkaar.” Janny: “Naar mate de sluiting langer duurde, werd het voor familie lastiger om zich aan de maatregelen te houden. Dat snappen we heel goed. Familie gaat voor het individu, hun naaste. Maar wij zijn er voor het collectief. Ons beleid is gebaseerd op wat het beste is voor een groep be-
14
ZORG VOOR ELKAAR
woners die met elkaar in een woonzorgcentrum woont. Dat kan botsen met wat familie voor hun dierbare wil. Dat veroorzaakt emotie en soms complexe situaties.” Wendelina: “In uitzonderlijke gevallen weken we af van het beleid. Bijvoorbeeld om mogelijk te maken dat iemand toch naar de begrafenis van zijn partner kon.”
‘Familie gaat voor het individu, wij zijn er voor het collectief’
DOOR ANNET VAN DER LINDE / FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK
om gaat in onze zorg. Natuurlijk wil je naast een cliënt zitten, een arm om hem of haar heen slaan of samen een lied zingen. Maar het mag niet. Natuurlijk wil je met je collega’s een teamui�tje organiseren. Juist nu heb je daar behoefte aan. Maar het mag niet.” Janny: “Sterker nog, van zorgprofessionals vragen we dat ze ook in hun privéleven oplettend en voorzichtig zijn.” Wendelina: “We zijn best streng op de regels. Elke keer geven de cijfers ons de bevestiging dat dat een goede keuze is.”
‘We zijn best streng op de regels en de cijfers bevestigen dat dat goed is’ Janny: “Voor de toekomst vraag ik me wel af hoe we het welbevinden ooit terugkrijgen. Want hoe ga je om met zingeving, weeksluitingen of samen eten in het restaurant als er zoveel beperkingen zijn? Het kan
nog wel een jaar duren voor dit weer mogelijk is.” Veilig werken Janny: “Ook het tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen en de onzekerheid rondom testen hebben ons zorgen gebaard. Gelukkig hebben we via eigen leveranciers steeds voldoende spullen kunnen krijgen. Dag in dag uit was het spannend: kan iedereen veilig en beschermd werken? Vanaf begin april zijn we bovendien zelf grootschalig gaan testen, zowel medewerkers als cliënten.” Wendelina: “Voor ons gevoel gingen we soms tegen alles in waar we als afdeling Kwaliteit & Veiligheid voor staan. Dat medewerkers hun mondkapje in een zakje moesten bewaren. Of dat we met ziekenhuis Sint Jansdal hebben geprobeerd schorten te desinfecteren, zodat ze hergebruikt konden worden. Waar zijn we mee bezig, dacht ik regelmatig.” Janny: “We hebben heel gekke dingen gedaan, dingen waarvan we nooit hadden gedacht dat we die moesten doen.” Diep gesprek Janny: “Juist omdat we zelf ook uit de zorg komen, begrijpen we de emoties van medewerkers en contactpersonen. Over alle keuzes hebben we diepgaande gesprekken gevoerd. Als we het gevoel hadden dat we er niet uit kwamen, begonnen we opnieuw. En weer opnieuw als dat nodig was.” Wendelina: “Je wilt het ook voor jezelf goed doorspreken. Toch blijven
er zaken die je met je hoofd wel besluit, maar die je niet in je hart kunt verantwoorden. Ook dan is het belangrijk om als één team naar buiten te treden. Dat is steeds ons streven geweest.” Onmacht Janny: “Wat me het meest is bijgebleven is de onmacht die je voelt bij de grootsheid van dit alles. Je voelt je machteloos bij het overlijden van cliënten en in het bijzonder bij het sterven van twee dierbare collega’s. Daar werd ik zelf ook opstandig van. Waarom gebeurt dit?”
‘Sommige zaken besluit je met je hoofd, maar kun je in je hart niet verantwoorden’ Wendelina: “Ook voor mij staat dat gevoel van onmacht voorop. Onmacht bij contactpersonen en medewerkers. Medewerkers die vanuit hun hart willen werken, maar die in hun hoofd weten dat nu niet alles kan. Dat gevoel is heel moeilijk. Als je dan een emotionele collega aan de telefoon krijgt, kruipt dat onder je huid.” Janny: “Er is in een paar maanden veel langsgekomen. Zoveel zaken waarover we hebben moeten beslissen. Ik voel me in een half jaar wel twintig jaar ouder geworden. Tegelijkertijd heb ik ook het gevoel dat we vleugels hebben gekregen om ons steentje bij te dragen, zodat medewerkers door konden werken. Daar ben ik heel dankbaar voor.”
WZU VELUWE
15
Nunspeet
‘We hebben geprobeerd het zo draaglijk mogelijk te maken’
I ‘Blijf met liefde zorg geven’
Ze waren geliefde gezichten in De Bunterhoek: meneer en mevrouw Duijzer. Helaas trof corona hen. Ondanks hun verdriet nodigden een zoon en schoondochter het zorgteam uit om hen te bedanken voor de liefdevolle zorg.
16
ZORG VOOR ELKAAR
DOOR ALINA BRUIJNES / FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK, DIRK DUIJZER
n korte tijd overleden op De Bunterhoek meneer en mevrouw Duijzer. Corona nam hen weg van hun kinderen, kleinkinderen en iedereen die hen liefhad. Het echtpaar was erg geliefd in De Bunterhoek. Mevrouw Duijzer deelde aan menig medewerker zelfgehaakte zakjes met snoep of lavendel uit. Het echtpaar had een groot geloof en een liefdevolle manier van leven, omschrijft medewerker Aline Meems.
In gesprek Terwijl de zoon vertelde over de historie van de boerderij maakte zijn vrouw een overheerlijke lunch voor het team van medewerkers. “Tijdens het eten zijn we met elkaar in gesprek gegaan over corona. Niet alleen over wat dit met ons als zorg deed, maar ook hoe zij deze pittige en verdrietige tijd beleefd hebben. Het was heel waardevol om zo met elkaar van gedachten te wisselen.”
Bijzondere uitnodiging Een zoon en schoondochter van het echtpaar overhandigden het zorgteam van afdeling De Waterkant persoonlijk een bijzondere uitnodiging. “Als de rust was teruggekeerd mochten we bij hen langskomen op Hofstede de Beug in Odijk”, vertelt afdelings assistente Alina Bruijnes. “Als
De familie nam de collega’s mee naar het naburige Wijk bij Duurstede. Ze bezochten Kasteel Duurstede en de Groote Johannes de Doperkerk. “Terug in Odijk mochten we pruimen plukken in de boomgaard en kregen we allerlei producten uit de moestuin om mee te nemen naar huis.”
Aline Meems, Verzorgende IG in De Bunterhoek heeft het echtpaar Duijzer leren kennen als zeer gelovig. Pure mensen met een liefdevolle manier van leven: zachtmoedig, eenvoudig, dankbaar.
‘Waardevol om met elkaar van gedachten te wisselen over deze verdrietige tijd’ dank voor alle goede zorgen én om als team even echt weg te zijn. Wat speciaal was dit!” Herinneringen Eind juli reisden de zorgmedewerkers naar de hofstede van de familie. “Op gepaste afstand boden we de zoon en zijn vrouw een pakket aan met streekproducten. Voor alle acht kinderen hadden we een door ons samengesteld herdenkingsboekje met foto’s en herinneringen aan hun ouders.”
Liefde Ter afsluiting zaten we in de tuin na te genieten van deze dag. “Wat een bijzondere dag was dit, echt hartverwarmend. Nadat we het echtpaar hadden bedankt voor alles, gaven zij ons nog een mooie boodschap mee: blijf zorg geven met net zoveel liefde als jullie bij onze ouders gedaan hebben.”
“Meneer Duijzer was de eerste op onze afdeling met corona. We wisten niet wat er precies met hem aan de hand was, toen kwam de klap van corona.” Aline voelde sterk dat ze hem wilde verzorgen, maar merkte dat haar hart niet op dezelfde lijn zat als haar hoofd. “Vanuit je hart wil je heel veel doen, maar de regels maken het lastig. Gevoel en verstand liggen mijlenver uit elkaar.” Meneer en mevrouw hadden een groot geloof en waren niet bang om te sterven, weet Aline. Ze wisten dat het goed zou komen. “Ondanks alles heb ik warme zorg mogen geven, samen met mijn collega’s. Het was een periode van intense zorg. We hebben geprobeerd het zo draaglijk mogelijk te maken.”
WZU VELUWE
17
Reportage
‘Eerst vond de GGD ons eigenwijs,
nu zien ze ons als voorbeeld’
- Gijsbertha Reiling en Daniëlle Verkerk, physician assistants -
Ze zijn coronamoe, net als vele anderen. Maar als physician assistant ouderengeneeskunde kunnen en willen Gijsbertha Reiling en Daniëlle Verkerk niet verzaken. Dus blijven ze hameren op het volgen van de regels. “Het gaat om de gezondheid van ons allemaal, niet alleen die van het individu.”
18
ZORG VOOR ELKAAR
A
ls het virus komt, wat is dan het beste om te doen? Nog voor physician assistants (PA) Gijsbertha Reiling en Daniëlle Verkerk samen met hun collega en specialist oude rengeneeskunde (SO) M. Willemse over die vraag konden nadenken, overspoelde de eerste coronagolf WZU Veluwe. Het aantal besmettingen liep razendsnel op. Heviger Het virus leek ongrijpbaar, constateert Gijsbertha. “Het was duidelijk geen normale situatie. Mensen werden heel erg ziek.” Daniëlle vult aan: “We zagen opvallend veel andere verschijnselen, zoals vallen of blaasontsteking, en blijvende schade.” Corona bleek heviger dan een gewoon virus. Dus namen de drie collega’s, deel
‘Hoe duidelijker de regels, hoe eerder we van het virus af zijn’ van de pas opgestarte Behandeldienst, het voortouw voor een strikte bestrijding. Daniëlle: “Onze specialist ouderengeneeskunde heeft veel ervaring met infectieziekten en kwam met een plan van aanpak. Samen met
DOOR ANNET VAN DER LINDE / FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK
de regieverpleegkundigen hebben we regels opgesteld.” Voorbeeld De maatregelen hadden betrekking op hygiëne, isolatieverpleging en persoonlijke beschermingsmiddelen. Al snel kwam daar een intensief testbeleid bij. Gijsbertha: “De GGD en het RIVM vonden ons eerst eigenwijs. Inmiddels zien ze ons als voorbeeld en krijgen we complimenten.” Daniëlle: “We zijn dankbaar dat het management ons hierin vanaf het begin steunt.” Volksgezondheid Medisch gaan de drie collega’s er vol voor. Hoe duidelijker de regels, hoe sneller we het virus onder controle krijgen, is hun motto. Gijsbertha: “Maatwerk klinkt mooi, maar maakt het een stuk lastiger. Het gaat om de volksgezondheid, niet alleen die van het individu. Daarom is het goed om strikt beleid te hebben.” Dat hoeft niet ten koste te gaan van welbe-
vinden, vindt ze. “Corona leert dat welzijn zoveel moois kan doen. Daar mag best meer aandacht en waardering voor zijn.” Eenzaam Ook privé houden de drie collega’s zich aan strikt de maatregelen, om te voorkomen dat een van hen ziek wordt. Dat leidt ertoe dat ze buiten werktijd soms eenzaam zijn. “Met mijn gezin ben ik bezig met terug-emigreren vanuit Oostenrijk”, vertelt Daniëlle. “Ik werkte en woonde hier al, mijn man bleef met onze kinderen daar. Dat was pittig.” Gijsbertha herkent het gevoel. “Iedereen verwacht dat je sterk blijft, maar ik heb ook last van corona. Ik mag mijn kinderen niet knuffelen en ga nu niet naar de kerk.” Weerstand Het is vooral de weerstand die het werk zwaar maakt, vinden ze. Familieleden die boos worden op medewerkers, bezoekers die niet
consequent hun mondkapje dragen, steeds moeten uitleggen waarom de regels zo streng zijn; het voelt soms als een moeizame strijd. “Daar kan ik boos om worden”, zegt Gijsbertha. “Ik ben wel eens huilend naar huis
‘Laten we met z’n allen ons best blijven doen, we zijn hier samen één’ gereden. Als medische dienst hebben wij de eindverantwoordelijkheid. Laat ons ons werk doen.” Niet verslappen Na de zomer is het houden aan de regels verzwakt, constateren de PA’s. Gijsbertha: “We moeten heel streng zijn, maar ook elkaar erop aanspreken.” Daniëlle: “We hebben een grote klap gehad. Dat willen we niet nog een keer. We zijn er nog niet. Dus laten we met z’n allen ons best blijven doen. We zijn hier samen één.”
WZU VELUWE
19
Saamhorigheid
FOTOGRAFIE WZU VELUWE
Elburg
Vijf weken lang was ze door corona heel ziek. Haar kinderen vreesden dat ze afscheid van hun moeder moesten nemen. Maar mevrouw Leusink uit Het Nieuwe Feithenhof kwam er weer bovenop. Daar is ze heel dankbaar voor. “Ik geniet nog echt van het leven!”
‘Het is heel bijzonder dat ik er nog ben’ Ze zit in een gemakkelijke stoel voor het raam. Op haar schoot ligt een roze gehaakt dekentje voor kinderen in Gambia, waaraan ze de laatste hand legt. Op de grond staat een doos met wol klaar voor nog meer haakwerk. Tablet en telefoon liggen binnen handbereik. Iedere medewerker die haar appartement binnenkomt krijgt een glimlach en een vriendelijk woord. Wie mevrouw Leusink zo ziet, zou niet verwachten dat ze een paar maanden geleden nog ernstig ziek was. Zo ziek zelfs dat haar familie – drie dochters, vier zoons, acht kleinkinderen en vijf achterkleinkinderen – dacht dat ze het niet zou halen. “Waar ik het virus heb opgelopen weet ik niet, maar het is vijf weken heel spannend geweest. Ik hoop zoiets nooit meer mee te maken.”
‘Ik moet er nog niet aan denken om de kinderen achter te laten’ Opknappen Meerdere keren dacht mevrouw dat ze afscheid zou moeten nemen. Steeds weerhield iets haar daarvan. “Ik voelde dat ik zou opknappen. En op een dag ging het beter.” Inmiddels hoeft ze niet meer in bed te liggen. “Ik kan gelukkig weer lopen. Elke ochtend sta ik om 7 uur op en
22
ZORG VOOR ELKAAR
maak bij het aanrecht een beschuit en een beker warme melk klaar. Daarna ga ik het liefst in mijn stoel bij het raam zitten.” Nog niet missen Vrijwel elke dag komt een zoon of dochter op bezoek. “Ik zie ze wekelijks en we bellen veel. Ze zijn allemaal heel gek met mij. Ze zijn hun vader vijftien jaar geleden kwijtgeraakt, mijn dochters Ans en Christien hebben hem tot het laatst verzorgd. Mij konden ze nog niet missen. Ik moet er ook niet aan denken om de kinderen achter te laten.” Afstand Het intensieve contact maakte de lange quarantaineperiode in het voorjaar lastig, herinnert mevrouw zich. “Vooral voor de kinderen was de plotselinge afstand moeilijk. Ze wilden zo graag langskomen, maar het mocht niet.” Het fietspad waarop het appartement van moeder Leusink uitkijkt werd een tijdelijke standplaats. “Daar gingen ze staan en belden me. Vanuit mijn stoel kon ik ze dan zien en met ze praten.” Elke dag genieten Sinds mevrouw Leusink weer op de been is, onderneemt ze van alles. “Het is heel bijzonder dat ik er nog ben. Ik geniet nog echt van
het leven.” Ze kocht nieuwe rokken, kleurrijke gebloemde blouses en ging met dochter Christien op pad voor een nieuwe bril. “Mijn 83ste verjaardag in juli hebben we gevierd met een ijsje aan de haven. Dat vond ik gezellig. En deze winter met een zonnetje en vorst nog even naar de stad, daar heb ik wel zin in.” Het liefst ging ze met de drie dochters nog één keer wat verder weg, vertelt ze met een stralende lach. “Naar Kootwijk om een lekkere pannenkoek te eten, zoals we vroeger deden.”
‘Deze winter in het zonnetje naar de stad, daar heb ik wel zin in’ Dankbaar Of ze nu alleen in haar appartement zit of met familie op stap gaat, bij alles wat mevrouw Leusink doet, speelt haar geloof een grote rol. Het geeft haar steun. “Heer, ai, maak mij Uwe wegen, door Uw woord en geest bekend. Dat is mijn lievelingspsalm. Daar gaat mijn hart naar uit.” Naar de dood verlangt ze nog niet. “Ik ben elke dag blij dat ik de ogen open mag doen. Iedere morgen dank ik God dat Hij me weer heeft bewaard die nacht.”
DOOR ANNET VAN DER LINDE / FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK
‘Iedere morgen dank ik God dat Hij me weer heeft bewaard’
Reportage
‘Praat niet alleen over ons,
praat ook mét ons’ - Chris van Os en Evert van ‘t Slot, Cliëntenraad -
Ze maken zich sterk voor de belangen van de cliënt, die dat vaak zelf niet meer kan. Dus dacht de Cliëntenraad van WZU Veluwe ook in coronatijd mee over keuzes en beleid. Een logische vorm van betrokkenheid, vinden Chris van Os en
H
et was een wereld van verschil. Mariposa in ‘t Harde, waarvoor Chris van Os in de Cliën tenraad zit, kreeg de afgelopen periode geen enkele coronabesmetting. Terwijl De Bunterhoek in Nunspeet, basis voor Evert van ‘t Slot, zwaar werd getroffen. “Een wonder dat Mariposa buiten schot bleef”, zegt Chris. “De impact van corona op verpleeghuizen heeft mij erg geraakt”, vertelt Evert. “Het verdriet, de zorgen, de ellende. Ik hoop dat zoiets nooit weer gebeurt!”
dat snel handelen noodzakelijk was. Maar na verloop van tijd klonken er geluiden vanuit de woonzorglocaties. Soms van bewoners zelf, maar ook van contactpersonen. Dus hebben we aangegeven: vergeet de stem van cliënten niet.” Evert vult aan: “We willen gekend worden, actief meedenken. Praat niet alleen over ons, praat ook mét ons.”
Vergeet cliënten niet Beide heren pleitten vanaf het begin voor een stevige betrokkenheid van de medezeggenschapsorganen Cliënt-
Luisterend oor De cliëntenraad stelde zich nog meer dan anders op als luisterend oor voor bewoners en hun familie. Evert: “Voor sommige bewoners was de verplichte quarantaine prettig, omdat er veel minder prikkels waren. Anderen hebben er erg onder geleden. Voor naasten was het echt akelig.” Chris: “We zijn met contactpersonen in gesprek gegaan over hun ervaringen. Zij voelden zich door ons
‘Welbevinden zou een maatpak moeten zijn’
Evert van ‘t Slot. “Het was goed dat wij erbij zaten.”
24
ZORG VOOR ELKAAR
participatieraad (CPR, voor elke gemeente) en Cliëntenraad (CR, overkoepelend voor WZU Veluwe). Chris: “We snappen goed dat het eerst ontzettend hectisch liep en
DOOR ANNET VAN DER LINDE / FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK
gehoord.” Evert: “Ook nauw contact met de locatiemanager hielp hierbij.” Schouders eronder Zowel Chris als Evert is lovend over de saamhorigheid die tijdens de crisis is ontstaan. Evert: “Het was echt samen de schouders eronder. De herdenkingsbijeenkomsten, hoe verdrietig ook, boden de mogelijkheid om samen het geloof te beleven. De crisis heeft ons dichter bij elkaar gebracht.” Chris prijst de proactieve aanpak: “Heel goed dat de bestuurder de publiciteit heeft gezocht over het tekort aan beschermingsmiddelen. En geweldig dat er een eigen teststraat is opgezet.” Maatwerk Voor de toekomst pleiten beiden voor meer maatwerk. Evert: “We hebben een kwetsbare groep cliën-
ten. En wat te denken van de medewerkers! Het is heel lastig. Ik hoop dat wij en WZU Veluwe voor iedereen de goede keuzes blijven maken.” Chris vult aan: “Laat niet alleen angst regeren, maar ook nuchter verstand. We moeten in ieder geval nabij in welbevinden niet vergeten. Welbevinden zou ook tijdens corona een maatpak moeten zijn.”
‘Laat niet alleen angst regeren, maar ook nuchter verstand’ Eensgezind gaan de CR-leden ervanuit dat zij de stem van de cliënt ook in de toekomst kunnen laten horen. “Onze betrokkenheid is groot. Wij ruiken, proeven en voelen vanuit de cliënt. En dat blijven we doen!”
WZU VELUWE
25
Thema
Medewerkers vertellen hoe zij op afstand toch voor verbinding zorgden.
Verbinding met elkaar ‘
Op afstand, maar toch verbonden 26
Everlien van Essen ZORG VOOR ELKAAR
Afstand is het devies in de strijd tegen corona. Met het oog op veiligheid een logische keuze. Maar hoe zit het met verbondenheid? Met alle beperkende maatregelen is dat niet eenvoudig.
DOOR ANNET VAN DER LINDE / FOTOGRAFIE WZU VELUWE
Het was 18 maart toen WZU Veluwe besloot geen bezoekers meer toe te laten in de woonzorglocaties. Cliënten moesten in hun appartement blijven, veel activiteiten stopten en eten in het restaurant mocht niet meer. Alles om de kwetsbare gezondheid van bewoners te beschermen.
D
e interne lockdown zou uiteindelijk elf weken duren. Elf weken waarin cliënten vrijwel niemand van dichtbij zagen, medewerkers uitgezonderd. De periode op hun kamer was voor cliënten erg eenzaam, weet adviseur zingeving Margriet Sprong. “Veel mensen kampten met gevoelens van verdriet, onrust en wanhoop. Oorlogstrauma’s kwamen boven. Sommige mensen wilden niet meer leven. Geestelijk welzijn is zó belangrijk.”
woners boden anderen troost.” Hartverwarmend was de stroom van medeleven vanuit de lokale gemeenschap. “Omliggende kerken maakten een speciale radio-uitzending, een dominee stuurde een filmpje
Bemoediging Toch gebeurde er in die periode ook veel moois. Allereerst tussen cliënten zelf, vertelt Margriet. Zij organiseerde toen dat in het begin nog kon voor groepjes bewoners van De Boskamp kleinschalige kerkdiensten. “In een ruime kring gingen we in gesprek. Het was mooi hoe mensen elkaar bemoedigden. Het verdriet mocht er zijn, medebe-
Dwarsfluit Ook muziek bracht verbondenheid. Kleinkinderen speelden dwarsfluit of viool onder het raam van opa en oma, pastoraal werkers zongen met mondkapje op in de gangen. Margriet herinnert zich het optreden van een zanger van Hollandse hits in de tuin van De Boskamp. “Een mevrouw die wat apatisch is, werd geraakt door het liedje ‘Heb je even >>
‘God zelf brengt verbondenheid naar de mensen’ met een persoonlijke boodschap. Voor bewoners was dat het teken: ze zijn mij niet vergeten.”
WZU VELUWE
27
Thema
Verbinding
Samen
ondersteunen
met elkaar
>>
voor mij’. Ze begon mee te deinen en te zwaaien. De zanger zag het en maakte bewust contact met haar. Zij werd daar vrolijk van: er is iemand die mij ziet. Als er geen woorden meer zijn, raakt muziek mensen in het hart.”
28
ZORG VOOR ELKAAR
Een bijzonder team startte in maart op de Herstelunit van WZU Veluwe. Ziekenhuis Sint Jansdal lag vol, wij boden covid-patiënten tijdelijk een afdeling om te herstellen. Met drie vrouwelijke artsen, ingevlogen poli-assistentes, VIG’ers en verpleegkundigen van her en der gingen we aan de slag. Er hing een sfeer van aanpakken en enthousiasme. Met elkaar was het zaak de boel snel draaiende te krijgen. We waren verrast hoe goed dat lukte. Heel bijzonder was het als patiënten zover opknapten dat ze herenigd konden worden met hun familie en naar huis mochten.
Mensen hun vrijheid ontnemen, de gevolgen van de corona-richtlijnen, schuurt met welbevinden. Dat was zowel voor cliënten als collega’s heel heftig, merkten we bij de VVAR. Wij zochten naar vormen van saamhorigheid voor medewerkers. Praktisch, bijvoorbeeld door in een app-groep tips rond zorg uit te wisselen. Maar ook op mentaal niveau is het belangrijk om verbinding te blijven zoeken. Steun en help elkaar. Je hebt niet in de hand dat je het moet doorstaan, maar wel hoe je er samen doorkomt.
Dorien Lekkerkerk en Trudeke Möller artsen Herstelunit
Lichtpuntjes Margriet spreekt haar bewondering uit voor de creativiteit van collega’s,
die er in moeilijke omstandigheden alles aan deden om bewoners het gevoel te geven dat ze werden gezien. “God zelf brengt verbondenheid naar en via de mensen. Ondanks alles houdt hij ons vast en laat hij ons kleine lichtpuntjes zien.”
Samen
aanpakken
Verzoekplaatjes Medewerkers welzijn van locatie Rehoboth beamen dat. Hoogtepunt voor hen was Bevrijdingsdag, toen zij getooid met oranje cape op elke gang het Wilhelmus zongen. Dit tot grote vreugde van bewoners. Ook draaiden ze verzoekplaatjes - van geestelijke liederen tot populaire muziek – aan elkaar gepraat door college Tony, die zich ontpopte tot discjockey. Mooi was ook de samenzang door familieleden van cliënten. Zij verzamelden zich op Pinkster ochtend in de tuin van Rehoboth om gezamenlijk te zingen.
‘Als er geen woorden meer zijn, raakt een lied mensen in het hart’
Samen
Samen
gedenken Op elke afdeling hebben we overleden bewoners herdacht. Met een lach en een traan vertelden collega’s over de mensen met wie we zoveel hebben opgetrokken.
Familie deelde herinneringen en nam afscheid van de harde werkers die voor hun geliefde gezorgd hebben. Rouwen gaat niet zomaar voorbij, maar wat was het goed om samen te gedenken en liefde en verbondenheid te ervaren. Erika Bossuyt pastoraal werker
zorgen
Het maakt ons trots deel te zijn van een organisatie met zulke geweldige collega’s. Als OR hebben we ons sterk gemaakt voor duidelijke protocollen, professionele (trauma)hulp en voldoende inzet van personeel. Ook hebben we meegedacht over een spoorboekje voor een tweede golf. Want corona is niet weg. Nog steeds wordt er veel gevraagd van cliënten, familie en personeel. Het gevoel van ondersteuning van en verbondenheid met elkaar blijft nodig. Genette van Olst OR
Marieke Eilander adviesraad van Verpleegkundigen en Verzorgenden (VVAR)
Samen
nabij zijn Ruimte bieden aan de frustratie van cliënten. Frustratie omdat ze al zo lang binnen zitten, hun vrijheid missen, zo niet willen leven. Oog hebben voor het verdriet van een bewoner. Verdriet omdat het de sterfdag is van iemand die haar dierbaar was. Samen met haar bidden om kracht en nabijheid van de Heer. Wandelen met een mevrouw die ernstig ziek is, maar het heerlijk vindt om even naar buiten te gaan. Zien hoe ze zichtbaar geniet. Samen muziek maken met een man die prachtig mondharmonica speelt. De mooiste gesprekken ontstaan wanneer je probeert te ontdekken wat iemand kan, waar iemand van geniet. Door samen te praten, te luisteren, te bidden kun je iemand echt nabij zijn. Erik van Loo pastoraal werker
Samen
in contact Snel nadat fysiek bezoek niet meer kon, kwam beeldbellen op gang. Met tablet of telefoon namen we bij cliënten contact op met familie, zodat ze elkaar toch konden zien of spreken. Dat gaf soms emotie; bewoners legden hun hand tegen het scherm, alsof ze hun zoon of dochter aan wilden raken. Mooie momenten waren er ook, zoals kleinkinderen die hele verhalen vertelden. Familie liep met de camera door huis of maakte een rondje door de tuin. Het is niet hetzelfde als echt samen zijn, maar het was een fijne manier van contact. Team Welzijn locatie Rehoboth
DOOR ANNET VAN DER LINDE / FOTOGRAFIE WZU VELUWE
WZU VELUWE
29
Doornspijk
Op zoek naar een nieuwe vorm van samenzijn - Anneliese Pothoven, vaste leidster van de dagbesteging -
Thuis een telefoontje of de warme maaltijd in plaats van dagbesteding. Voor cliënten van Hart van Thornspic was het wennen toen het wijkontmoetingscentrum zijn deuren sloot. Ook nu activiteiten weer mogen, is het zoeken naar ritme en veiligheid.
30
ZORG VOOR ELKAAR
A
nneliese Pothoven, een van de vaste leidsters van de dagbesteding in Doornspijk, weet het nog goed: vrijdag 13 maart vond in eigen setting vrijwilligersdag NL Doet plaats, de maandag erop moest ze deelnemers van de dagbesteding en de vrije inloop laten weten dat het wijkcentrum ging sluiten. “Voor de één kwam dat bericht als een donderslag bij heldere hemel, anderen waren met het oog op de veiligheid toch ook wel blij en opgelucht.” Bezoekje aan huis Van meerdere keren per week dagbesteding naar thuis zitten met helemaal niets was een grote overgang. Samen met collega’s Anita Krupe en Dieke Buitink maakte
‘De telefoontjes gaven mensen houvast’ Anneliese daarom meteen een alternatief plan. “We besloten de mensen te bellen op hun vaste bezoekdag van de dagbesteding. Ook de mensen van de inloop vergaten we niet. Die telefoontjes gaven de cliënten een enorme houvast, het werd als zeer positief ervaren.”
DOOR ALINA BRUIJNES / FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK
Onderling contact Bij wie dat wilde, kwamen de medewerkers in het begin thuis op bezoek. Lang kon dit niet, want de regels werden verder aangescherpt. “Bewoners belden elkaar ook regelmatig, nadat ze uiteraard eerst toestemming hadden gevraagd om nummers uit te wisselen. En wanneer daar behoefte aan was, brachten we de warme maaltijden aan huis.” Passen en meten Telde een groep bij de dagbesteding vóór corona ongeveer vijftien
mensen, nu is dit teruggebracht naar acht cliënten en twee leidinggevenden. “Om de 1,5 meter afstand te kunnen hanteren, is dat het maximum. Ook vanwege de loopruimte is het passen en meten, maar het lukt. Er zijn duidelijke looproutes aangegeven en ieder heeft zijn of haar vaste plek aan tafel.”
mondkapje op en de chauffeur zat achter een plastic scherm. Wat een contrast met hoe het eerder was!” Ook de verplichte afstandelijkheid naar elkaar toe, kostte best wat moeite. “In het begin hebben we er dan ook veel met elkaar over gepraat. En gelukkig waren deelnemers ook blij om weer aanwezig te kunnen zijn.”
Op termijn biedt het wijkontmoetingscentrum ook in de middag weer activiteiten. “Een koffie-uurtje, sjoelen, koersballen of voorzichtig weer een keer een maandelijkse bingo. Om de vrije inloop mogelijk te maken, duurt de dagbesteding nu tot half twee, zodat er daarna plek is voor deze groep.”
Samenzijn Anneliese is blij dat de deur weer open is, ondanks alle veranderingen. “Het is fijn en belangrijk om weer in het ritme mee te gaan en aan cliënten weer een veilig gevoel te mogen geven. De rit of het
Afstandelijk Voor de mensen was het best spannend om de eerste keer weer naar de dagbesteding te gaan, herinnert Anneliese zich. “Het vervoer ging anders. Er mochten nog maar twee cliënten in het busje, voorin zat een begeleider met een
‘Belangrijk om cliënten weer een veilig gevoel te mogen geven’ loopje naar het wijkontmoetingscentrum toe en het samenzijn met eten of een kopje koffie. Heerlijk om de verhalen van buiten weer naar binnen te horen komen!”
WZU VELUWE
31
Medewerkers
‘Praten helpt, deel je verhaal.’ Met die oproep moedigt WZU Veluwe medewerkers aan hun ervaringen en emoties rond corona te delen. Teamcoaches Monique Buijs en Ines Kornmann vertellen over die waardevolle gesprekken.
Wat heeft corona met jou gedaan?
V
erdriet, boosheid, angst, machteloosheid. Om de beurt of allemaal tegelijk hebben deze gevoelens medewerkers in de coronacrisis parten gespeeld. Tijd om erover te praten was er in de hectiek van de eerste maanden nauwelijks, weten teamcoaches Monique Buijs en Ines Kornmann. Monique: “Iedereen is in de actiemodus geschoten. Collega’s hadden daardoor nauwelijks tijd voor elkaars emoties.” Koffieautomaat In normale situaties zouden Ines, Monique en collega-teamcoaches Geja Brink en Anne-Marie Elings direct met medewerkers in gesprek gaan. Maar de omstandigheden waren verre van normaal. Wie geen zorg aan cliënten hoefde te verlenen, was in principe niet welkom op de woonzorglocaties. Ines: “Bij de
32
ZORG VOOR ELKAAR
koffieautomaat kun je terloops vragen hoe het gaat.” Monique: “En als
‘Het is een soort rouwproces dat je met z’n allen meemaakt’ je een collega in de gang tegenkomt, zie je vaak al hoe hij of zij zich voelt.” Nu kon dat niet en was de vraag: hoe bereiken we elkaar? De telefoon werd een belangrijk hulpmiddel. Monique: “Toen we zelf medewerkers gingen bellen, kwamen de gesprekken op gang.” Intens verdriet De behoefte om zich te uiten was groot. Medewerkers worstelden met heftige emoties. Ines: “Die hadden vooral te maken met: ik heb geen tijd om bij een cliënt naast het bed
DOOR ANNET VAN DER LINDE / FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK
Nazorg voor collega en cliënt te zitten, ik heb geen afscheid kunnen nemen van bewoners, we hebben voor overleden cliënten geen erehaag kunnen vormen. En er was de schuldvraag: heb ik ervoor gezorgd dat iemand besmet is geraakt?” Monique: “Er was ook boosheid over de regels, hoewel de meesten die wel snapten. Maar collega’s hadden vooral intens verdriet. Dat was voor ons persoonlijk het moeilijkst.”
‘Het is niet gek dat ik mijn balans kwijtraak’ Balans Het is niet gek dat ik mijn balans kwijtraak. Bij veel collega’s probeerden de teamcoaches dat besef te laten doordringen. Dat werd makkelijker toen op de locaties weer kleine groepjes samen mochten komen.
Ines: “Toen konden we daar gericht hulp in bieden. We spraken over vitaliteit, werkdruk en stelden vragen als ‘Hoe is jouw energiebalans?’ of ‘Wat is nodig te blijven voelen dat je zinvol werk verricht?’. Monique: “Het was voor teams heel fijn om weer bij elkaar te komen.” Verbondenheid Met de blik op de toekomst gericht zien de teamcoaches vooral de grote veerkracht van medewerkers. Ines: “Het zijn doeners. De meesten kijken vooruit.” De bijeenkomsten hebben hier zeker aan bijgedragen. Ines: “Het is een soort rouwproces dat je met z’n allen meemaakt.” Monique: “Juist doordat je dit samen hebt meegemaakt, kom je erachter dat je nauw verbonden bent met je collega’s. De onderlinge band is intenser geworden. We zijn veel dichter bij elkaar gekomen.”
Zowel voor medewerkers als bewoners zijn er verschillende mogelijkheden om over hun gevoelens te praten. Voor cliënten staat het pastoraal team van WZU Veluwe klaar. De pastoraal werkers zijn dagelijks aanwezig op de woonzorglocaties en kunnen op uw verzoek bij u langskomen voor een gesprek of gebed. Vraag ernaar bij uw contactverzorgende. Medewerkers kunnen kiezen voor gezamenlijke gesprekken via de teamcoaches of voor een individueel traject met bijvoorbeeld een professionele hulpverlener. Kies wat het best bij jou past en overleg met je leidinggevende.
WZU VELUWE
33
‘t Harde
E ‘Het is een wonder dat we hier geen corona hebben gehad’ Als enige van de vijf woonzorglocaties bleef Mariposa vrij van besmettingen. Niettemin hadden de voorzorgsmaatregelen ook hier veel impact. Bea Kok en haar welzijnscollega’s probeerden het voor cliënten zo prettig mogelijk te houden.
34
ZORG VOOR ELKAAR
DOOR ANNET VAN DER LINDE / FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK
en groep bewoners zit in een wijde kring in de grote open hal van Mariposa in ‘t Harde. In hun midden staat activiteitenbegeleider Bea Kok. Armen gaan omhoog en omlaag, vingers spreiden, benen strekken. Gelach klinkt als de groep met foambuizen een rode ballon probeert hoog te houden.
geloof, over angsten en emoties. Dan bouw je een hechte band op met elkaar.”
Behoefte cliënt Het is de eerste keer sinds maanden dat Bea weer gym geeft. Tijdens de coronaperiode lagen veel activiteiten stil. “Vrijwilligers vielen weg. Het was zoeken naar wat kon en mocht. En belangrijker: waar hadden cliënten behoefte aan? Die vraag stond centraal. We wilden het voor bewoners ondanks alle beperkingen zo fijn mogelijk maken.”
Wonder Besmettingen kwamen er niet in Mariposa. Gelukkig, verzucht Bea. “De open vorm van dit gebouw maakt afsluiten erg lastig. Het is een wonder dat we hier geen corona hebben gehad.” Toch hadden de voorzorgsmaatregelen veel impact. “Geen bezoek en niet van de kamer af. Ik hoop echt dat zoiets nooit meer gebeurt. Het heeft zowel geestelijk als lichamelijk veel gekost.”
Diepe gesprekken Vlak voor de deuren van de verpleeghuizen sloten, startte Bea als invaller in Mariposa, nadat ze jarenlang op Het Nieuwe Feithenhof had gewerkt. Juist die dichte deuren hielpen bij het leren kennen van bewoners. “Vanaf het begin trokken we met een kar met boeken en tijdschriften door de gangen. Iedereen die wilde, brachten we iets te lezen. De praatjes die ik bij die individuele bezoeken maakte, werden snel persoonlijk. Met cliënten voerde ik diepe gesprekken over het
‘Geen bezoek en niet van de kamer af, ik hoop dat zoiets nooit meer gebeurt’
Ook de oorlog kwam vaak aan bod. “Het gevoel van opgesloten zitten bracht herinneringen aan de bezetting naar boven. Toen had je geen regie over je eigen leven, mocht je niets zelf beslissen. Dat voelden cliënten nu weer.”
Weerzien Het weerzien met elkaar was een bijzonder moment. “Toen activiteiten in de zaal weer mochten was iedereen enthousiast. ‘Ja, natuurlijk, ik kom!’ En ‘Wat fijn dat het weer kan’. Die blijdschap en die vrijheidsbeleving, dat was prachtig.”
Eindelijk weer die hartelijke begroeting bij binnenkomst Coördinator welzijn Margo Leusink stapte in de nasleep van corona over naar De Boskamp. Bij binnenkomst wachtte haar een mooie verrassing. “Toen ik voor de eerste keer door de sluis kwam, zag ik tot mijn blijde verbazing in de hal een aantal bewoners zitten. Ze begroetten mij hartelijk. Wat fijn om daar weer mensen te zien!” Inmiddels wordt het normale leven weer opgepakt. “Bewoners mogen bezoek ontvangen, eten in de brasserie en doen weer mee met activiteiten. Het is een onbeschrijflijk gevoel om cliënten te zien zwaaien en meezingen als een artiest komt optreden. De vrijwilligers zijn er gelukkig ook weer om ons te ondersteunen als poortwachter of koffieschenker. Je merkt dat iedereen de schouders eronder zet na een bewogen periode.”
WZU VELUWE
35
Saamhorigheid
Hartverwarmend
36
ZORG VOOR ELKAAR
FOTOGRAFIE WZU VELUWE
WZU VELUWE
37
Leerafdeling
Ineens waren de kamers leeg Het is pijnlijk als iemand met wie je een band hebt opge bouwd overlijdt, merkte stagiaire Elselyn Roukens. “Het is niet niks geweest.”
Stage tijdens corona:
Een emotionele achtbaan
Toen Elselyn Roukens, 17 jaar, op het nieuws over corona hoorde, dacht ze: hier is het nog niet. Maar toen trof het virus ook De Bunterhoek, waar ze stageliep op de leerafdeling. “Ineens was het er wel. Wat nu?”
- Werkbegeleidster Inge Vinke -
Geen tijd voor verdriet Met het lezen van de rapportages kwam voor Elselyn steeds het besef dat iemand overleden was. “Er was geen afscheid, ineens was de kamer leeg.” Moeilijk was het ook om zo vaak een kist weg te zien gaan. “Je krijgt een band met bewoners, dat maakt het pijnlijk. Je laat dan tranen, maar gaat ook weer verder. Je geeft jezelf geen tijd om te rouwen of om verdrietig te zijn.”
Wat begon als een gewone stage veranderde plotsklaps toen corona de zorg bepaalde. Werken op de leerafdeling van De Bunter hoek kreeg een heel andere invulling. Met mooie en droevige kanten.
38
ZORG VOOR ELKAAR
Z
e kenden elkaar nog niet goed, de medewerkers en stagiairs van de leerafdeling. In januari was een nieuwe groep gestart met wat toen nog een gewone stageperiode leek. Toen het coronavirus opdook, werd alles anders, herinnert werkbegeleidster Inge Vinke zich. “We zijn in rap tempo een hecht team geworden. Omzien naar elkaar was juist toen belangrijk.”
Afstand Afdelingen gingen op slot en de beschermende kleding ging aan. “Dat was best lastig, het gaf afstand naar de zieke bewoner. Waar de ene cliënt reageerde met ‘weg ermee’ deed een ander lacherig. Maar niemand zei: wat zie je er leuk uit. Toch maakte de dankbaarheid het zorgen mooi.”
Extra aandacht aan cliënt De aanwezigheid van de stagiaires maakte het mogelijk om cliënten meer aandacht te geven. “De studenten konden bij een bewoner aan het bed zitten of een spelletje doen. Het was fijn om die ruimte te hebben.” Geen normale zorg De Bunterhoek maakte een periode door met veel overlijdens, van bewoners en van twee collega’s. Dat
DOOR ALINA BRUIJNES / FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK
vroeg om verwerking, zegt Inge. “Het voelde als een emotionele achtbaan. Niemand wist hoe hard het zou gaan en hoe we eruit kwamen.” De werkbegeleiders spraken met de stagiairs over hun ervaringen. “De een praat makkelijk, bij een ander moest je dit vragenderwijs doen. We probeerden te benadrukken dat dit ons overkwam en dat dit niet de normale terminale zorg was.”
Goed afsluiten Aan het eind van de stage volgde weer een evaluatie. “De leerlingen gaven aan dat het team voelde als een plek waar je jezelf kon zijn. We hopen dat ze straks een nieuwe start kunnen maken en deze nare periode goed kunnen afsluiten.”
Niet niks Het zijn ook de bewoners die elkaar verliezen, erkent de stagiaire. “De één rookte samen met de ander, weer anderen dronken samen koffie of deden een spelletje.” Terugkijkend noemt Elselyn haar stage leerzaam en het team fijn. “Maar bij het zien van de gedenktafel dacht ik: het is niet niks geweest.”
WZU VELUWE
39
Werkgever
Het gezicht van WZU Veluwe
H
ij is al sinds 2001 met veel plezier werkzaam bij WZU Veluwe. Begonnen als kok in De Bunterhoek in Nunspeet, tegenwoordig Helpende in Het Nieuwe Feithenhof in Elburg. Toen WZU Veluwe onlangs medewerkers opriep om ambassadeur van de organisatie te worden, reageerde Gerrit van den Hardenberg meteen. “De vraag was: wie wil het gezicht zijn van WZU Veluwe, wie is trots op de organisatie en wie kan het werken in de zorg van harte bij anderen aanbevelen? Dat leek me echt iets voor mij!”
Zinvol bezig zijn, iets betekenen voor een ander. Wie wil werken
Goud waard Gerrit omschrijft zichzelf als een praktijkmens en een doener. “Laat mij maar gewoon lekker mijn werk doen.” Hij combineert zijn baan als helpende met diverse andere werkzaamheden. “Wekelijks houd ik de voorraden bij en bestel ik nieuwe materialen, zodat we op onze locatie
in zorg en welzijn kan op veel manieren voor mensen van waarde zijn.
‘De vriendelijkheid, spontaniteit en waardering van cliënten zijn goud waard’
Ambassadeur van WZU Veluwe Gerrit van den Hardenberg vertelt waar-
altijd voldoende spullen hebben. De diversiteit in mijn werk zorgt ervoor dat ik me helemaal op mijn plek voel. En de vriendelijkheid, spontaniteit en waardering van de cliënten zijn voor mij goud waard.”
om hij zich helemaal op zijn plek voelt.
Werkgever Gerrit is tevreden over WZU Veluwe als werkgever en blij met zijn collega’s. “We werken samen in een eerlijke en open sfeer. Ik probeer altijd dicht bij mezelf te blijven en te doen waar ik blij van word. Dat kan op deze plek.” Echte verhaal Mark Smidt, recruiter van WZU Veluwe, is enthousiast over het verhaal van Gerrit. “Wie anders dan onze eigen medewerkers kunnen het best aangeven hoe het is om bij WZU Veluwe te werken, wat het werk zo speciaal maakt? Onze tien ambassadeurs vertellen het echte verhaal.”
40
ZORG VOOR ELKAAR
DOOR MARIAN DAMM / FOTOGRAFIE CHRISTIEN BRANDWIJK
Op zoek naar talent via
vernieuwde website Het is in een krappe arbeidsmarkt een flinke uitdaging: nieuw talent verbinden aan je organisatie. Voor het aantrekken van die getalenteerde en enthousiaste nieuwe medewerkers is een goede website van groot belang, weet communicatieadviseur Marian Damm. Met een klein team werkte zij
aan de nieuwe website Werken bij WZU Veluwe, die begin december live gaat. “De website geeft een duidelijk beeld van WZU Veluwe als organisatie en als werkgever. Met verhalen van ambassadeurs, herkenbare beelden en een gestroomlijnd sollicitatieproces hopen we nieuw talent te vinden.”
> Ook benieuwd of WZU Veluwe bij jou past? Kijk dan op www.werkenbijwzuveluwe.nl.
Onderzoek:
medewerker WZU Veluwe voelt zich van betekenis Medewerkers van WZU Veluwe vinden dat ze tijdens de afgelopen coronaperiode écht van betekenis zijn geweest voor cliënten en collega’s. Ook vinden ze dat zij zinvol bezig zijn geweest in hun werk. Voor WZU Veluwe stelde de MonitorGroep medewerkers vragen over de coronaperiode. Op medewerkerstevredenheid behaalde de organisatie een mooi cijfer: een 7! Twee jaar geleden was dat nog een 6,7. Op de vraag ‘In welke mate ben je zinvol bezig in je werk voor cliënten, mantelzorgers en je collega’s?’ is het gemiddelde cijfer een 7,7. Ook een 7,7 scoort WZU Veluwe bij de vraag: ‘In welke mate draag je met je werk bij aan iets goeds of belangrijks voor de samenleving?’ 45 % van de medewerkers geeft aan het gevoel te hebben in de coronacrisis écht van betekenis te zijn geweest voor cliënten en collega’s.
WZU VELUWE
41
DE KAPPER
De wilde bos haren er weer van af - Fysiotherapeut Carolien Brinksma -
‘Mooi hoe mensen nu weer genieten van bewegen’
F
ysiek hebben ze flink ingeleverd, cliënten die corona hebben doorgemaakt. Ook van wie gespaard bleef is de conditie achteruitgegaan. Fysiotherapeut Carolien Brinksma is dankbaar dat ze bewoners weer vooruit kan helpen. Als fysiotherapeut heeft Carolien direct contact met mensen. “Aanraken hoort bij mijn werk. Afstand houden was erg moeilijk. Ook mentaal, want ik ben een echt mensenmens.” Tijdens corona kon ze alleen noodzakelijke behandelingen geven. “Zoals oefeningen met cliënten bij wie door het vele liggen spieren zijn verkort.” Bij bewoners zag ze eenzaamheid en verdriet. “Als mens heb je aanraking nodig, juist van familie en helemaal in moeilijke tijden.” Zelfredzaam Met adviezen hielp ze collega’s van zorg en welzijn om cliënten in beweging te houden. Toch is bij veel
42
ZORG VOOR ELKAAR
bewoners het fysiek functioneren verslechterd. “Dat heeft impact op hun zelfredzaamheid”, constateert Carolien. “Gelukkig kunnen cliënten nu weer conditie opbouwen. Dankzij een sponsoractie van manager Behandeldienst Pieter Bos konden we trapfietsjes aanschaffen. Daarmee kan een cliënt zelf aan de slag.” Ook familie kan helpen. “We hebben een beweegposter uitgedeeld met eenvoudige oefeningen. U kunt deze samen doen. Of neem uw naaste mee naar buiten voor een wandeling. Beweging kan iemands leven zoveel meer betekenis geven.” Vrijheid Wanneer cliënten zelf meer kunnen, vergroot dit hun vrijheid, weet Carolien. “Ik behandel een mevrouw die heel ziek is geweest. Inmiddels kan zij weer haar beker vasthouden. Het lijkt iets kleins, maar het betekent dat je zelf kunt bepalen wanneer je drinkt. Dat doet haar goed. Ze heeft
zich nu voorgenomen weer te leren staan. Ze verheugt zich er enorm op om daarvoor te oefenen.” Wiebelen Nog waardevoller wordt het als bewoners elkaar motiveren. “Dat gebeurt bijvoorbeeld met de Moofie-
‘Beweging kan iemands leven zoveel meer betekenis geven’ stick, een stok met licht, muziek en beweegopdrachten. In hun enthousiasme trekken cliënten medebewoners hierin mee. Dan zie je anderen meewiegen of met de voeten wiebelen. Mooi om te zien hoe mensen nu weer genieten van bewegen.” U vindt de beweegposter ook op onze website.
DOOR ANNET VAN DER LINDE / FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK
Maandenlang bleven de kapsalons in woonzorgcentra gesloten. Dus toen mevrouw Boerman uit De Bunterhoek weer naar kapster Alie Spronk mocht, was dat heerlijk. “Eindelijk jezelf weer in de watten laten leggen.” Vanwege een opnamestop in de coronaperiode verhuisde mevrouw Boerman, 95 jaar, vanuit huis via het hospice naar De Bunterhoek. Daar werd ze ondanks haar zwakke gezondheid gelukkig negatief getest. “Ik ben erlangs gelopen.” Corona bracht ook met zich mee dat een bezoek aan huiskapster Alie Spronk er lange tijd niet in zat.
Nóg mooier Naar de kapper gaan vindt mevrouw Boerman leuk omdat ze er nóg mooier van wordt. “Helaas wordt mijn haar dunner en groeit het niet meer zo hard, al zou groene zeep wél kunnen helpen”, zegt ze lachend. In de coronatijd zag ze zichzelf ook met een wilde bos haren als ze in de spiegel keek. “Nee, ik hoef geen krul meer en laat het mooi recht groeien.”
‘De eerste keer weer naar de kapper voelde echt als een uitstapje’ Twee lange vlechten Als jong meisje had mevrouw het haar in twee lange vlechten. Een paardenstaart was toen echt geen mode. Van haar vader mocht kort haar niet, dus stiekem knipte ze zelf één vlecht af. De tweede? “Dat durfde ik niet. Daarom liet ik mijn zusje die afknippen, met als gevolg dat ook de band van mijn overgooier ingeknipt werd.”
Wilde bos De eerste keer weer naar de kapper voelde echt als een uitstapje. “Eindelijk weer de kamer af en jezelf lekker in de watten laten leggen. Het voelde zo goed toen die wilde bos er weer af was.”
DOOR ALINA BRUIJNES / FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK
WZU VELUWE
43
Reportage
Onderzoek naar erva ringen
Ze is al ruim 25 jaar mantelzorger voor haar moeder en bezoekt haar minimaal drie keer per week. Dus toen de deuren van De Boskamp sloten, voelde Wilma Lubbinge zich machteloos. “Niemand kent mama zo goed als ik.”
‘Ik heb me echt buitengesloten gevoeld’
Z
e voelt nóg boosheid als ze denkt aan het bericht dat alle woonzorglocaties van WZU Veluwe op slot gingen. Niet omdat ze de noodzaak niet begreep, ook zij wilde dat het virus gestopt werd. Wat Wilma Lubbinge, dochter van Jo van den Belt-Tiemens, vooral stak, was het feit dat anderen voor haar moeder bepaalden dat ze geen familiebezoek mocht ontvangen. “Mama kan door haar ziekte niet onder woorden brengen wat zij voelt of vindt. Nu was ik er niet om dat voor haar te doen. Contact met de zorg was er nauwelijks. Ik heb me echt buitengesloten gevoeld.” Loslaten Tien jaar na het overlijden van haar man verhuisde mevrouw Van den Belt van hun huis buiten het dorp naar een kleine seniorenwoning in Oene, op een steenworp afstand van haar dochter. Vanwege beginnende alzheimer en een bekkenfractuur
44
ZORG VOOR ELKAAR
hield dat na 22 jaar op haar 92ste noodgedwongen op. Mevrouw vond een plekje in De Boskamp. Dat was zowel voor moeder als dochter wennen. “In het begin gingen er dingen mis en kreeg ze veel verschillende mensen over de vloer. Iedereen had goede bedoelingen, maar het overzicht ontbrak. Daardoor was het moeilijk om na al die jaren de zorg los te laten. Ik ben een deel van haar bestaan en verzorging.” Vakantie Toen ging de deur op slot en mocht Wilma niet meer naar binnen. Ze
‘Ik ben heel blij dat ik mama nog in de armen kan sluiten’ probeerde er het beste van te maken en het haar moeder zo goed en zo kwaad als dat ging uit te leggen. “Ze
DOOR ANNET VAN DER LINDE / FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK
begreep het niet goed en het duurde zo lang! Telkens als we mochten beeldbellen, vroeg ze: ‘Ach deerne, ben je op vakantie?’ We lieten het maar zo, maar mijn hart brak.” Machteloos Ze moet daar weg, dacht Wilma, vooral toen het aantal zieken en overlijdens toenam. “Ze zat voor mijn gevoel opgesloten in het hol van de leeuw, met alleen maar zieken om zich heen. Ik zat hier thuis en voelde me zo machteloos! Ik ga wel met haar in een vakantiehuisje zitten, zei ik tegen mijn man.” Samen beter Na elf weken quarantaine met weinig informatie over de situatie in De Boskamp was Wilma het zat. In een brief schreef ze haar frustratie van zich af. “Niet alleen om op te komen voor mijn moeder, ook voor wie niet zelf aan de bel kan trekken.” Blijf het samen doen, is de boodschap die ze wil afgeven. “Wees open, houd
familie betrokken, ook als er dingen niet goed gaan. Geef verzorging daar ook ruimte voor.” Ze hoopt bij een
‘Ze zat voor mijn gevoel opgesloten in het hol van de leeuw, met alleen maar zieken’ tweede golf op meer aandacht voor verbinding en welzijn. “Wees creatief, laat per cliënt een vaste mantelzorger toe. Laat mensen lekker naar buiten gaan, desnoods met hekken om de tuin. Ik ben ervan overtuigd dat het samen beter kan!” Wilma’s moeder woont inmiddels op een afdeling Kleinschalig wonen van De Boskamp. “Ze doet mee met sjoelen, zit te borduren. Ik zie haar weer genieten! Het is fijn dat de verzorging dat ook met ons deelt. En ik ben heel blij dat ik mama nog in de armen kan sluiten.”
Onderzoek naar ervaringen Studente Toegepaste Psychologie Femke Hoekert gaat voor haar afstudeeronderzoek in gesprek met mantelzorgers van cliënten van WZU Veluwe. “Ik wil graag horen hoe zij de lockdown in de verpleeghuizen hebben ervaren. Wat ging er goed en wat hadden zij graag anders gezien? Ook ga ik kijken naar mogelijkheden om meer te kunnen communiceren.”
WZU VELUWE
45
Reportage
Puzzel
Geen mondkapjes, nauwelijks schorten of handschoenen. Het grote tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen bepaalde tijdens de corona-
Woordzoeker: een prijspuzzel
Puzzel mee en win! S V A L B L O E M E N G
ACTIE
V E A H E M E K N E N A
AFSTAND
crisis de werkdagen van Ant
R I F O Z V E I I I M F
Stremmelaar. “Ik heb er
I L S O J R E T K N U S
’s nachts wakker van gelegen.”
E I C P P W C N M E Z T N G H S S A E T E O I A
‘Hoeveel mensen hadden nog geleefd als er meer bescherming was geweest?’
H
aar auto volgeladen met dozen. Schorten voor De Boskamp, handschoenen naar Elburg. ‘Wacht, Mariposa wil mondkapjes. Dan moeten ze een maat kleiner nemen, de rest is op.’ En weg rijdt ze. Adviseur kwaliteit en veiligheid Ant Stremmelaar coördineerde niet alleen de verspreiding van persoonlijke beschermingsmiddelen, waar nodig bracht ze ze zelf naar de locaties.
Achter in de rij En nodig waren deze PBM. Meer dan er aan voorraad was. Wat de ene dag geleverd werd in het bedrijfsbureau van WZU Veluwe, dat fungeerde als opslag- en distributiecentrum, was de volgende dag weer op. “Al bij de eerste uitbraken was duidelijk dat er voor verpleeghuizen te weinig spullen waren. En voor testen gold hetzelfde. We stonden achter in de rij.” Onderhandelen Samen met inkoopmanager Johan van Brussel probeerde Ant de voorraden op peil te houden. “Gelukkig hebben we nooit zonder gezeten, maar we konden medewerkers niet altijd geven wat ze nodig hadden.” Dat was voor Ant het ergste. “Collega’s moesten heel hard werken, draaiden overuren, verloren cliënten. En dan moest ik onderhandelen of ze met wat minder toe konden. Het heeft me ontzettend veel pijn gedaan.”
46
ZORG VOOR ELKAAR
Oneerlijk Landelijk klonk de boodschap dat het in de ouderenzorg niet nodig was om mondkapjes te dragen. “Eigenlijk werd de discussie geleid door krapte. Dan is zeggen dat het niet hoeft oneerlijk. Dat neem ik de regering heel erg kwalijk. Hoeveel mensen hadden nog geleefd als er meer bescherming was geweest?”
AFSCHEID BEELDBELLEN BLOEMEN GESPREK HERDENKING HOOP LEVEN
D B E E L D B E L L E N
MOED
S G I T R O O S T R K D
TROOST
MUZIEK
C K D E Z O R G Z A A M
VEILIG
H E H V E R B O N D E N
VERTROUWEN
A R V E R T R O U W E N P W E L B E V I N D E N
VERBONDEN VRIENDSCHAP WELBEVINDEN ZORGZAAM
U kunt uw oplossing tot en met donderdag 24 december inleveren bij de receptie van de dichtsbijzijnde woonzorglocatie, meegeven met uw verzorgende of afgeven bij de dagbestedingsmedewerker. De winnaars ontvangen persoonlijk bericht. ANTWOORD:
‘Met medewerkers onderhandelen over mondkapjes, het heeft me ontzettend veel pijn gedaan’
DOOR ANNET VAN DER LINDE / FOTOGRAFIE HENRI VAN DER BEEK
De woorden zitten zowel horizontaal, verticaal als diagonaal verborgen. De puzzel is bedoeld voor jong en oud, voor cliënten, vrijwilligers en medewerkers. Puzzel allemaal gezellig mee!
WZU VELUWE
47
Overdenking
Het noemen van de namen - Door pastoraal werker Bert Lammers -
D ‘
it hebben deze mensen toch niet verdiend.’ Nog zie ik het verdriet van een collega toen weer een bewoner, kort na zijn overlijden, De Bunterhoek verliet.
Wij hebben als mensen een sterke behoefte om stil te staan bij een geliefde die overleden is. Zorg besteden aan het lichaam, herinneringen delen met elkaar, het is kostbaar en helpt om te rouwen. Heel pijnlijk en verdrietig is het dat dit in de afgelopen periode nauwelijks mogelijk was.
Johannes 20 ‘Maria.’ Ze denkt dat Hij de tuinman is. Maar die stem? Híj is het: Jezus. Mijn Redder. Mijn Verlosser. Hij leeft! In het noemen van haar naam ontmoet de opgestane Jezus Maria in haar hopeloosheid.
Ik vind het bijzonder dat dit verlangen ook in de Bijbel aanwezig is. In Johannes 19 lezen we dat de mensen rondom Jezus een sterke behoefte voelen om Jezus’ lichaam na zijn dood te verzorgen. Ook willen ze Hem een waardige begrafenis geven. Je proeft de eerbied en het respect dat er voor Hem is. Wat heeft Hij een grote plaats in hun leven ingenomen. Wat hebben ze veel aan Hem te danken. Helaas is het niet zondermeer mogelijk om respect te tonen. Jozef van Arimathea moet toestemming vragen aan de autoritei ten ‘om het lichaam van Jezus te mogen wegnemen’ (Johannes 19:38).
We lazen tijdens de herdenkingsbijeenkomsten nog verder in het Johannes-evangelie. Over Maria. Stuk van verdriet loopt ze in de graftuin. Het lichaam van Jezus is weg. Zorg verlenen gaat niet meer. En dan ineens die stem die haar naam noemt. ‘Maria.’ Ze denkt dat Hij de tuinman is. Maar die stem? Híj is het: Jezus. Mijn Redder. Mijn Verlosser. Hij leeft! In het noemen van haar naam ontmoet de opgestane Jezus Maria in haar hopeloosheid. Zo noemden we tijdens de herdenkingsbijeenkomsten de namen van hen die ons ontvallen zijn. In alle verbijstering, gemis en verdriet komt Hij bij ons. In ons noemen van de namen horen we Zijn noemen van onze naam. In onze verlorenheid en verwarring opent Hij ons bestaan naar een nieuwe werkelijkheid. Zijn Koninkrijk!
We lazen dit gedeelte tijdens de herdenkings bijeenkomsten voor overleden bewoners eerder dit jaar in Nunspeet. Herkenbaar. Ook wij hebben te maken met maatregelen van de ‘autoriteiten’. Ze zijn noodzakelijk maar belemmeren ons ook om uiting te geven aan onze emoties. WZU VELUWE
49
Dienstverlening
Zorg of ondersteuning nodig? Zorg en ondersteuning bij u thuis
Wonen in of bij een woonzorglocatie
Bedankt
Een zinvolle dagbesteding
Wilt u blijven wonen op de u vertrouwde plek? Wij helpen u! Jong en oud kunnen rekenen op ondersteuning passend bij de eigen gewoonten.
Als zelfstandig wonen niet veilig voelt, bent u welkom in een woonzorglocatie of zorgwoning. Ook logeren na bijvoorbeeld een ziekenhuisopname is mogelijk.
▷ Hulp bij uw huishouding ▷ Personenalarmering ▷ Maaltijden ▷ Verzorging en verpleging bij u thuis ▷ Nachtzorg ▷ Gespecialiseerde zorg ▷ Palliatieve zorg begeleiding en ondersteuning bij een ongeneeslijke ziekte ▷ Casemanagement persoonlijke begeleiding
▷ Zorgwoningen zelfstandig wonen dichtbij woonzorglocatie(s) met zorg en ondersteuning. ▷ Kortdurend verblijf bij herstel na ziekenhuisopname of bij respijtzorg ▷ Kleinschalig wonen in woonzorglocatie(s) voor mensen met dementie ▷ Woonzorglocatie(s) te vinden in: Elburg, Epe, ‘t Harde, Nunspeet (2x) en Wapenveld
Behoefte aan dagstructuur of op zoek naar gezelligheid? Ook als u zelfstandig woont ontmoeten wij u graag als gast in één van onze dagbestedingslocaties of wijkontmoetingscentra. ▷ Doornspijk Hart van Thornspic ▷ Elburg Het Nieuwe Feithenhof ▷ Epe De Schakel, De Eijk ▷ ’t Harde Jeanne d’Arc ▷ Oene Keizershof ▷ Nunspeet De Clockenslach ▷ Wapenveld Berkenhof
Uw steun en medeleven in de afgelopen periode zijn voor onze cliënten en medewerkers van grote waarde geweest. Wij hebben ons gesterkt gevoeld door alle hartverwarmende initiatieven van particulieren en bedrijven uit de regio.
Samen sterk, samen tegen corona
U kunt bij ons terecht in de plaatsen:
Heeft u een zorgvraag? Wij zoeken samen met u naar een passende oplossing.
Bel: (0578) 76 37 08 mail: clientservicepunt@wzuveluwe.nl of kijk op: www.wzuveluwe.nl
Meer weten over de dienstverlening van WZU Veluwe? Kijk op www.wzuveluwe.nl of neem contact op met onze cliëntadviseurs. Bereikbaar via het telefoonnummer (0578) 76 37 08 (bij voorkeur tussen 08.30 - 17.00 uur) of via het e-mailadres clientservicepunt@wzuveluwe.nl.
50
ZORG VOOR ELKAAR
Elburg Doornspijk
Hattem Oldebroek Wezep ‘t Harde
Wapenveld
Nunspeet Heerde
Epe
Oene
Colofon Dit magazine is een uitgave van WZU Veluwe Hoofdredactie: Annet van der Linde Redactie: Jolanda ter Agter, Francina Beugeling, Alina Bruijnes, Meike Montizaan, Coreina Pleizier en Jenneke Veldman Ontwerp: Jaager Hattemerbroek
Reacties en opmerkingen kunt u sturen aan: Afdeling communicatie: Stationsstraat 27, 8161 CP Epe, communicatie@wzuveluwe.nl (0578) 56 90 46 Druk- en zetfouten voorbehouden
www.wzuveluwe.nl twitter.com/wzuveluwe facebook.com/wzuveluwe linkedin.com/company/wzuveluwe
Is dit blad onjuist geadresseerd? Dit kunt u melden via het e-mailadres info@wzuveluwe.nl
WZU VELUWE
51
Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand, moedig sla ik dus de ogen, naar het onbekende land. Leer mij volgen zonder vragen, Vader wat Gij doet is goed. Leer mij slechts het heden dragen, met een rustig, kalme moed. Heer ik wil Uw liefde loven, al begrijpt mijn ziel U niet. Zalig Hij die durft geloven, ook wanneer het oog niet ziet. Schijnen mij Uw wegen duister, zie ik vraag U niet: waarom? Eenmaal zie ik al Uw luister, als ik in Uw hemel kom. Waar de weg mij brengen moge, aan des Vaders trouwe hand, loop ik met gesloten ogen, Gedicht: Jacqueline E. van der Waals | Ontwerp: Jaager
naar het onbekende land.