2 minute read

Nicoline van der Sijs over onze veranderende taal op

Taal verandert van dag tot dag

Nicoline van der Sijs

Advertisement

Naast Nederlandse historische taalkundige en etymologe is Nicoline ook hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen en onderzoekster aan het Instituut voor de Nederlandse Taal in Leiden. Ze schreef talloze werken rond herkomst en variëteiten van het Nederlands.

Op p. 32 ontdek je haar boek 15 eeuwen Nederlandse taal.

Onder de noemer Taal is Toekomst richt Davidsfonds continu de schijnwerpers op het belang van het Nederlands in al zijn dimensies. Literatuur laat ons genieten van de schoonheid van taal, de dialoog met de nieuwkomer verrijkt onze kennis van de wereld, de jongerentaal brengt ons nu en dan compleet in verwarring … En toch is het – in al zijn diverse uitingen – allemaal Nederlands. Ook vanuit historisch perspectief valt er heel wat te zeggen over de variaties van onze standaardtaal.

Als historisch taalkundige verdiept prof. Nicoline van der Sijs zich in de geschiedenis van het Nederlands en onderzoekt ze hoe onze taal veranderd is in de loop van de tijd en hoe het Standaardnederlands vorm heeft gekregen. “Als je kijkt naar het ontstaan van de standaardtaal in de zeventiende eeuw, dan zie je dat wat wij nu soms ervaren als iets dat in marmer gebeiteld is, toen heel toevallige keuzes waren. In die tijd zochten mensen met een oprechte liefde voor hun taal naar een gemeenschappelijke taal, omdat het onder andere wel handig is om lokale variaties te overstijgen als je bijvoorbeeld boeken publiceert en wil dat zoveel mogelijk mensen je begrijpen. Als je met die geschiedkundige bril naar het Nederlands kijkt, dan besef je: er was niet zoiets als ‘goed’ en ‘fout’. Dat is toch een andere insteek dan nu, waar we die afspraken rond spelling en grammatica vaak zien als een soort van wet. Als je nu leerlingen op school vertelt hoe ze moeten schrijven, zou het niet onaardig zijn dat je dat kadert in een meer historische context: ‘Ja, we hebben dat nu afgesproken, maar we hadden iets helemaal anders kunnen afspreken.’ Dan kun je er wat minder gespannen naar kijken. Natuurlijk is het zaak fouten te vermijden, maar het zijn ook geen halsmisdaden.”

Het ontstaan van het Standaardnederlands dateert van na de splitsing van de noordelijke en de zuidelijke Nederlanden in 1585. Hoe ‘Vlaams’ is ons Nederlands?

“Eigenlijk begon alles in Vlaanderen. De oudste spellinggids (De Néderlādsche Spellijnghe) dateert van 1550 en was van de Gentenaar Joost Lambrecht. Het oudste woordenboek (een Nederlands-Latijn woordenboek dat als doel had het Nederlands te beschrijven) dateert van 1477 en was van de Antwerpenaar Cornelis Kiliaan. Na de Val van Antwerpen is de rest van het Nederlands ontwikkeld in het noorden, met name in Amsterdam. In die handelsstad had je natuurlijk veel invloeden van lokale dialecten, maar ook het Engels en het Duits.”

Ook nu is de invloed van andere talen op het Nederlands groot. Een kans of een bedreiging?

“Ik heb een boek geschreven over leenwoorden en uit mijn onderzoek kwam duidelijk naar voor dat de invloed van andere talen van alle tijden is. Veruit de meeste leenwoorden in het Nederlands komen uit het Frans of het Latijn. Die maken intussen deel uit van onze woordenschat en niemand vindt het problematisch als ik bijvoorbeeld ‘etalage’ zeg.”

“Leenwoorden waren vroeger een verrijking en ook nu zijn ze dat nog. Als een nieuw leenwoord niet werkt, dan verdwijnt het gewoon. Taal verandert van dag tot dag, en dat maakt het leuk en levendig.”

This article is from: