02
TAAL IS TOEKOMST
“De kans bestaat dat het lidwoord ‘het’ verdwijnt” Op het moment dat de regels van het Standaardnederlands in de zeventiende eeuw worden vastgelegd, is het Nederlands een wereldtaal. Een taal van handel, wetenschap en vooruitgang. Gaat het intussen nog steeds goed met onze taal? En wat is de toekomst van het Nederlands? Professor Nicoline van der Sijs blikt terug én kijkt vooruit. “De kans bestaat dat er straks slechts één lidwoord overblijft.” Tekst: Dirk Remmerie – Foto: Jan Crab
Om de veelheid van variaties van het Nederlands te overstijgen en ervoor te zorgen dat er een taal is die zoveel mogelijk mensen begrijpen, maken taalliefhebbers in de zeventiende eeuw afspraken rond grammatica en spelling. Het is geen kwestie van ‘goed’ of ‘fout’, het zijn eerder toevallige keuzes, een selectie uit verschillende mogelijkheden, waarbij men graag verschillende betekenissen een eigen vorm geeft: vandaar dat men naar voor richting gaat gebruiken en na voor tijd, terwijl voordien naar en na beide kunnen betekenen. Zo ontstaat het Standaardnederlands. Nicoline Van der Sijs: “De eerste inspanningen om spellingregels en woordenschat te boek te stellen, vinden in de tweede helft van de 16de eeuw plaats. In 1550 publiceert Joost Lambrecht, een Gentenaar, de oudste spellinggids: De Néderlādsche Spellijnghe. Het oudste woordenboek (een Nederlands-Latijn woordenboek dat als doel heeft het Nederlands te
beschrijven) dateert van 1599 en is van de Antwerpenaar Cornelis Kiliaan.” Het Nederlands heeft in die jaren wereldwijd een grote status. “Van New York tot Azië en Zuid-Afrika spreken mensen Nederlands. Antoni van Leeuwenhoek, de Delftse uitvinder van de microscoop, correspondeert met het vermaarde Royal Society in Londen in het Nederlands. Dat hij Latijn noch Engels kent, is geen onoverkomelijke hinderpaal om zijn kennis te delen met de wetenschappelijke elite. Zelfs in Londen verschijnen in die tijd Nederlandstalige kranten, die een grote vrijheid hebben in hun berichtgeving – er is enkel censuur achteraf, en ook dat gebeurt zelden. Die Nederlandstalige kranten zijn erg geliefd en worden over de hele wereld verspreid en vertaald.” Intussen zijn we vierhonderd jaar verder. Gaat het het Nederlands nog steeds voor de wind? “Jazeker, want het wordt veel geschreven.
Nieuwkomers maken zich onze taal eigen om zich in het Nederlands te uiten, ook in literaire werken. Wat nog een goede zaak is voor onze taal, is dat we geïmporteerde tv-programma’s ondertitelen en niet nasynchroniseren. Voor een taal en haar gebruikers is het belangrijk andere talen toe te laten en te horen. Je mag je niet afzonderen van andere talen, integendeel, een gezonde taal evolueert en zoekt net die variatie op.” Het Engels laat zich wel steeds meer gelden in het hoger onderwijs. Dreigt daar geen kantelpunt waarbij we het Nederlands onrecht aandoen? “Meerdere talen vind ik op zich wel goed, maar niet het alleenrecht dat het Engels daarin krijgt. Daar zou volgens mij toch iets remmends op kunnen zitten. We moeten ons best blijven doen om ervoor te zorgen dat iedereen die afstudeert zijn vaktaal in het Nederlands kent. Onderzoek wijst uit dat negen op de tien universitair afgestudeerden een baan krijgt
waarin hij met Nederlandstaligen te maken heeft. Een arts krijgt Nederlandstalige patiënten op consultatie, een jurist moet aan Nederlandstalige jurisprudentie doen. Dat geldt voor de meeste studies. Bovendien is het belangrijk dat academici hun kennis kunnen delen met een breed (thuis)publiek. Het is dus wel handig dat je je vakken ook in het Nederlands krijgt.” Is het Nederlands meer dan ooit onderhevig aan invloeden van andere talen en andere culturen? En zo ja, is dat een bedreiging? “Over het fenomeen van de leenwoorden heb ik een boek geschreven, en weet dus: het is nooit anders geweest. Zo is er niet alleen in Vlaanderen, maar ook in Nederland een grote invloed van het Frans. Het gros van onze leenwoorden komt uit het Latijn of de taal van Molière. Intussen maken ze danig deel uit van onze woordenschat dat niemand het problematisch vindt als ik bijvoorbeeld ‘etalage’ zeg. Leenwoorden en invloeden uit andere talen zie ik als