Nota Bene - Dominique Persoone

Page 1

Vind je m leuk? ij Neem mi mee! j

2018 • nr. 3

Chocolatier Dominique Persoone

“De kunst is om kind te blijven. En niet bang te zijn”

De Smurfen 60 jaar jong

Online op zoek naar een partner • Vijf misverstanden over het kopen van een huis


SAMENWONEN / TROUWEN

Van een like op Facebook tot gelukkig gezin

12

10

38

ERVEN / SCHENKEN

De vele rollen van de notaris bij een rouwproces

24

5

34

“Ik vertrouw op mijn oerinstinct”

51

KOPEN EN VERKOPEN

Koop eens een huis online

66

72

DE NOTARIS

Notaris is steeds vaker een vrouw

68


HET DUO

SAMENWONEN / TROUWEN Op zoek naar een partner via het internet

Goed doel ste minder succe

• Relatiedeskundige Mieke Mievis doet de test: “Na 150 dates een partner” 5

• Hicham en Shaymaa: van een like op Facebook tot gelukkig gezin 10 • Amayllis en Serge: de ware gevonden via een datingsite 12 • Rechten en plichten van (groot)ouders en kinderen 14

E R V E N / S C H E N K E N Afscheid nemen van het leven

GEEN duo-leg

Wanneer Olivia erft van Jane betaalt O

Hetzelfde geldt voor nichtjes/neefjes/ testament of de wet erven. Het bedrag

Hoe kunnen we dit vermi

• Rouwtherapeut Johan Maes: “Wie vastloopt na het verlies van een geliefde, heeft een goede opvang nodig” 16 •De familiale begrafenisonderneming: “Soms moet je de mensen eerst eens goed laten uithuilen” 20 • De vele rollen van de notaris bij een rouwproces 24

• Het nieuwe erfrecht: wat kan (niet)? 27

• Feiten en fabels over nieuwe manieren van afscheid nemen 29 • Hoeveel kost een begrafenis? 32 • De tijdscapsule van Dominique Persoone 34

O N D E R N E M E N

JANE Tante van Olivia

• Véronique Culliford, dochter van Peyo, viert 60ste verjaardag van de Smurfen 38 De wijde wereld als werkplek 46 • Van lavendelboerderij naar vastgoedkantoor 47 • Juwelen op Mexicaanse bodem 48 • Out of Africa en jaren 20-stijl in Marrakesh 49 • Overal stress, maar in Kaapverdië toch iets minder 50 Opnieuw starten na een faillissement • Notaris Christophe Blindeman: “Elke ondernemer verdient een tweede kans” 51 • Adrien Roose (eerst Take That Easy, nu Cowboy): “Niet bij de pakken blijven zitten” 54 • Jeroen De Wit (CEO Teamleader): “Klanten zijn altijd verbaasd als ik hen persoonlijk Het opbel als testament voorziet twee leg ze een vraag hebben” 58 vzw/liefdadigheidsinstelling/inst anderzijds Olivia als begunstigd • 2019 in het teken van de hervorming van het vennootschapsrecht 63

MET een duo-legaa

K O P E N / V E R K O P E N • Vijf misverstanden over het kopen van een huis 64 • Koop eens een huis online 66

D E N O TA R I S

De bedoeling is dubbel: Jane ge betaalt geen successierechten é

Hoe werkt een duo-le

De instelling/vzw erft onder de betaalt, ook deze op het deel da

Notaris is steeds vaker een vrouw 68 Resultaat? Olivia houdt er net helpt er een goed doel mee! • Ann-Sophie Willems: “Ik het weekend ben ik fulltime mama” 69 • Sophie Maquet: “De menselijke kant van het beroep raakt me” 71 • Priscilla Claeys: “Het stond in de sterren geschreven dat ik met mijn zus zou associëren” 72 • Anne Wuilquot: “Ik voel me hier thuis” 74 • De notaris in mijn leven 76 • Cartoon 79


COLOFON Redactie en administratie Fednot Bergstraat 30-34 1000 Brussel Tel. 02/505.08.38 Hoofdredacteur Dirk Remmerie (Xpair Communication) Verantwoordelijke uitgever Christian Van Belle – Bergstraat 30-34 – 1000 Brussel Coördinatie en eindredactie Bart Azare, Gilda Benjamin, Sandra Ichtertz, Dirk Remmerie Redactiecomité Bart Azare, Gilda Benjamin, Margaux Dewitte, Lore Halbardier, Sandra Ichtertz, Dirk Remmerie, Maud Vanmeerhaeghe Redactionele bijdragen Gilles Bechet Gilda Benjamin, Bo Bogaert, Élodie Devillers, Margaux Dewitte, Koen Driessens, Lore Halbardier, Dirk Remmerie, Eva Van den Eynde, Maud Vanmeerhaeghe, Jeroen Verelst Foto’s Lies Engelen, Jan Crab, Thomas De Boever, Cia Jansen Ontwerp en lay-out Peter Frison, Bart Luijten Concept en realisatie Xpair Communication Drukkerij Hendrix Xperience Contact (opmerkingen en suggesties) notabene@fednot.be

Check onze blog NotaBene is het magazine dat je nu vasthoudt, maar NotaBene is ook een blog. Met de regelmaat van de klok verschijnen er extra bijdragen die aansluiten bij de inhoud van het magazine. Zo vind je er tips en informatie op mensenmaat en gesprekken met bekende en minder bekende landgenoten, telkens naar aanleiding van een levensmoment waarbij ook de notaris een rol kan spelen. www.notabene-magazine.be

4

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Virtuele gesprekspartner voor vragen over huwelijksstelsel De Belgische notarissen lanceren een chatbot, zeg maar een virtuele gesprekspartner om (aanstaande) echtgenoten te sensibiliseren over de voordelen van goede afspraken over hun vermogen. Ben je van plan om in het huwelijksbootje te stappen en weet je niet of je een huwelijkscontract moet sluiten? Of wil je meer uitleg over de bestaande huwelijksstelsels? Geen nood! De Belgische notarissen lanceren een chatbot, een virtuele vraag- en antwoorddienst. Het concept is eenvoudig: je beantwoordt online een reeks vragen waarna de chatbot je meteen informeert over de mogelijkheden om de vermogensrechtelijke aspecten van jouw huwelijk te regelen. Het volstaat naar de website www.notaris.be te surfen en daar de rubriek ‘huwen en samenwonen’ aan te klikken om bij deze virtuele assistent terecht te komen. De chatbot is altijd actueel. Op 1 september 2018 zijn het huwelijksvermogensrecht en het erfrecht ingrijpend gewijzigd. De virtuele gesprekspartner is precies in het licht van deze belangrijke hervormingen ontwikkeld.

Start je onderneming zonder rompslomp Dankzij StartMyBusiness, een tool die je vindt op www.notaris.be, kunnen ondernemers de formaliteiten voor de oprichting van een vennootschap snel afhandelen. Het enige wat je als ondernemer of via jouw fiscaal raadgever moet doen, is surfen naar de website www.notaris.be en daar op het tabblad ‘ondernemen’ klikken. Zo kom je terecht op het platform StartMyBusiness en kun je de gegevens invullen die de notaris toelaten een oprichtingsakte op te stellen. Voor de ondernemer betekent de tool een enorme tijdsbesparing. Zo ben je niet langer verplicht om bijvoorbeeld eerst een kopie van je identiteitskaart of andere gegevens via opeenvolgende brieven of e-mails, aan de notaris over te maken. De notaris krijgt alle noodzakelijk gegevens via één online formulier. Dankzij die vereenvoudiging kan de notaris zich meer concentreren op zijn adviserende rol. Dat advies is meer dan ooit aangewezen. Volgend jaar treedt een nieuw wetboek in werking en wordt het aantal mogelijke vennootschapsvormen drastisch beperkt. De besloten vennootschap wordt de vennootschapsvorm bij uitstek. Om zo’n vennootschap op te richten, hoef je geen minimumkapitaal meer te storten. Daar zijn dan wel weer risico’s aan verbonden waarover je notaris meer uitleg kan geven.


tekst Eva Van den Eynde

foto's Thomas De Boever

PAS NA 150 AFSPRAAKJES VOND RELATIE-EXPERT MIEKE MIEVIS EEN PARTNER

“Vandaag is online daten geen taboe meer” Eén smachtende blik, ze verdronken in mekaars ogen en leefden nog lang en gelukkig. Ging het zo bij jou? Prijs jezelf dan gelukkig. Voor 1,7 miljoen Belgen loopt de zoektocht naar een geschikte partner net iets minder vlot. Want ook in tijden van Tinder slaat de vlam niet vanzelfsprekend in de pan.

nota bene - Het magazine van Notaris.be

5


SAMENWONEN / TROUWEN

Happy singles? Ze bestaan, maar het gros van de 1,7 miljoen Belgische singles wil maar wat graag een relatie. 80 procent van de alleenstaande mannen en 75 procent van de alleenstaande vrouwen doet verwoede pogingen om een partner aan de haak te slaan. Hoe ze dat doen? Door online hun kans te wagen, datingapps uit te proberen en sociale media af te schuimen. Maar ze blijven heus niet allemaal schuchter achter hun scherm(pje) schuilen. Ook op afterworkparty’s en singlefuiven wordt duchtig gedatet.

D

at het hard werken is, een nieuw lief vinden, daar weet Mieke Mievis, relatietherapeute en tot voor kort zelf single, alles van. Een jaar lang ging ze op zoek naar een geschikte man en daarbij ging ze geen enkele methode uit de weg. Ze liep over de wei van Werchter met een T-shirt waarop stond dat ze single was, deed ongegeneerd aan fileflirten, liet zich verleiden tot vrijwilligerswerk en swipete dat het een lieve lust was. Haar ervaringen schreef ze samen met Hilde Martinez neer in een boek, Hart gezocht. Een emotionele rollercoaster was het. “Ik heb me geweldig geamuseerd, ben op plaatsen geweest waar ik anders nooit zou komen en ik heb uit elke ontmoeting wel iets geleerd. Maar eerlijk, ik heb ook meer dan een keer gehuild. Alle emoties zijn de revue gepasseerd.” 150 dates in een jaar tijd, dat klinkt als een tijdrovende bezigheid. “Absoluut. Af en toe moest ik even een pauze inlassen, want al dat daten doet wat met je emoties. In het begin vertelde ik uitgebreid over wie ik was en waar ik naar op zoek was, maar naar het einde toe viel ik gewoon met de deur in huis en begon ik met een willekeurig zinnetje over wat ik die dag had gedaan.” “Ik werd er ook steeds beter in. Bij de eerste dates durfde ik mijn buikgevoel nog niet te volgen. Dan zag ik al meteen dat het niets zou worden maar wou ik het toch

6

nota bene - Het magazine van Notaris.be

een kans geven, want ‘het zou misschien wel groeien’. Niet dus. Als de eerste date geen schot in de roos is, dan weet je het wel.” “Ik werd ook steeds directer en koppelde aan elke date een voordeel. Wou ik gaan lopen, dan sprak ik af met een date om samen te lopen. Wou ik een film zien, dan nam ik een date mee. Ik ben zelfs met iemand naar de Ikea gegaan omdat ik nieuwe spullen nodig had. Ik vond het ook leuker om iets te doen samen dan om ongemakkelijk naar elkaar te staren op café.” Zoeken singles massaal hun toevlucht in datingsites en -apps? “Er zitten heel veel mensen op Tinder, er zoeken veel alleenstaanden online naar een partner. Maar evengoed gaan ze bijvoorbeeld naar singlefuiven. Ik schrok ervan hoeveel mensen single zijn en actief op zoek gaan naar een partner. Meestal zoeken ze via verschillende kanalen: ze staan op een datingsite, swipen op Tinder, doen eens aan speeddaten, gaan naar afterworks. Het gebeurde dus soms dat ik dezelfde mensen tegenkwam.” Was het geen drempel om je telkens weer kwetsbaar op te stellen? “Ik had niet het gevoel dat ik me kwetsbaar opstelde. Er was wel één manier waarbij ik echt een schroom moest overwinnen, en dat was toen ik op Facebook een oproep plaatste naar mijn vrienden met de vraag of ze niemand kenden die bij mij zou kunnen passen. Ik vond het echt moeilijk, zeker als relatietherapeute, om die vraag zo expliciet te stellen. Maar er kwamen enkel positieve reacties op. Mensen vonden het een moedige stap van mij.” “Makkelijker vond ik het om naar single-events gaan. Je weet dat iedereen daar met dezelfde bedoeling is en je wordt er ook snel aangesproken. Het viel me op hoe lief iedereen is op die events. De eerste keer ben ik met een vriendin gegaan, maar de tweede keer had ik genoeg zelfvertrouwen om er alleen binnen te stappen. Ik haalde diep adem, ging aan een tafeltje staan en in een mum van tijd had ik een gesprekspartner.” Dat klinkt voor introvertere types waarschijnlijk als een nachtmerrie... “Ja, dat begrijp ik. Voor hen is online daten zeker min-


“Bij mijn eerste dates zag ik meteen dat het niets zou worden, maar dacht ik dat het misschien zou groeien. Niet dus�

nota bene - Het magazine van Notaris.be

7


der beangstigend. Nu was ik zelf ook niet altijd even zelfverzekerd hoor. Wat ik erg moeilijk vond, was toen ik met een T-shirt over de wei van Werchter liep met het opschrift ‘Single. Jij ook? Interesse? Tik hier.’ En ja, je trekt er vreemde vogels mee aan, maar evengoed waren er sympathieke kerels die oprecht interesse toonden.” “Maar ik probeerde ook minder angstaanjagende manieren uit. Ik schreef me in bij Singles, een organisatie die activiteiten voor alleenstaanden organiseert, zoals museumbezoeken of wandelingen. Het voordeel daar is dat je dingen doet met andere singles zonder dat het de bedoeling is dat je er een partner vindt. Natuurlijk is het mooi meegenomen als dat wel gebeurt, maar de druk is er minder groot.” Op de 150 dates is het 149 keer niets geworden. Je hebt dus vaak mannen moeten afwijzen en je bent zelf ook afgewezen. Hoe ging je daar mee om? “Als je zo lang aan het daten bent, word je zelf zo vaak afgewezen dat je daar steeds sneller overheen bent. Je ego krijgt een deuk als je afgewezen wordt, maar je moet gewoon weer opstaan en doorgaan. Je merkt het ook snel of iemand je ziet zitten vind ik, dus meestal is het geen verrassing. Eén keer heb ik me vergist. Ik had gedatet met een duiker, we hadden een leuke babbel en ik dacht echt dat er meer in zat. Maar dat bleek niet het geval, hij vond me te mager...” “Als ik zelf iemand moest afwijzen, deed ik dat telkens op een vriendelijke manier. Ik maakte het subtiel duidelijk aan het einde van de date dat er geen tweede zou volgen en die boodschap kwam meestal wel aan.” In vergelijking met het tijdperk vóór het online daten is er veel veranderd. Heb je dat ondervonden? “Ik heb om te beginnen gemerkt dat er boven de veertig een categorie mannen is van wie het niet verwonderlijk is dat ze single zijn: mannen met persoonlijkheidsstoornissen, verslavingen, bindingsangst, ik heb ze allemaal zien passeren en ben er met een grote boog omheen gelopen. Al dat daten heeft me in elk geval geholpen om af te bakenen wat ik wou en ook wat ik niet wou. Zo weet ik nu op welke man ik val, bij wie ik moet wegblijven en welk type man ik nodig heb.” “Wat ook heel duidelijk is: vandaag is online daten totaal geen taboe meer, in geen enkele leeftijdscategorie. Waar mensen vroeger nog een verhaaltje verzonnen over hoe ze mekaar hadden ontmoet, komen ze er nu openlijk voor uit dat ze elkaar hebben leren kennen

8

nota bene - Het magazine van Notaris.be

via een datingapp. Er zijn zeker nog mensen die een lief vinden in de sportclub, bij hun hobby of aan de schoolpoort, maar het is een minderheid.” “Online daten heeft het voordeel van de duidelijkheid, want je weet dat de ander ook op zoek is. Als je op gewone evenementen komt, kan je wel iemand ontmoeten die je ziet zitten, maar dan weet je nog niet of die wel beschikbaar is.” Komen die single-events dan niet wat geforceerd over? “Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik opgejaagd wild was. Dat had ik op Tinder wel, daar gaan mensen echt over de schreef. Hoeveel foto’s van penissen ik heb gekregen... niet te tellen. Of ze bleven aandringen voor seks, wat heel vervelend is. Gelukkig kan je bij Tinder ook gewoon niet meer reageren.” Wat werkte voor jou echt niet? “Speeddaten. Dat was echt niet mijn ding. Je komt binnen, ziet tien mannen en bij de eerste blik weet je dat zeven van hen je type niet zijn.” Oordeel je dan niet te snel? “Goh, het uiterlijk is toch niet onbelangrijk. En waar je als prille twintiger nog kneedbaar bent, kan je een man van 42 niet meer veranderen als die opdraaft in een short met witte sportsokken eronder. Nu, het gaat om meer dan kledingstijl. Ook de houding speelt mee: of iemand zelfverzekerdheid uitstraalt of de schouders laat hangen is ook doorslaggevend. Maar dat is belangrijk voor mìj. Gelukkig zijn we niet allemaal op zoek naar dezelfde man.” Vroeger was er de jaarlijkse kermis in het dorp waar je een lief vond, nu is onze vijver om in te vissen eindeloos. Verandert dat onze kijk op relaties? “Bindingsangst is zeker een realiteit. Je komt iemand tegen met wie het wel klikt, maar wie zegt dat er niet veel betere vissen in de vijver zitten? Is deze partner wel goed genoeg? Nu, ik kan na 150 dates zeggen: maak je niet te veel illusies. Zoveel geschikte matches vind je niet. Als je iemand vindt met wie het klikt, prijs je dan vooral gelukkig en stop met zoeken. Ik weet dat zowel mannen als vrouwen vaak met meerdere mensen


tegelijk daten en dat is op zich oké, maar zelf kon ik me maar op één iemand tegelijk focussen.” “En gooi die checklist ook maar weg. Zoveel mensen slaan aan het daten met een hele waslijst aan eisen, maar zo maak je het jezelf alleen maar moeilijk. Het belangrijkste is dat er chemie is tussen twee mensen. Met praktische hindernissen is het anders. Ik ging niet daten met mannen uit West-Vlaanderen, want dat was praktisch niet haalbaar. Zeker als je kinderen hebt, is er een realiteit waarmee je nu eenmaal beter rekening houdt.” De manier waarop we een partner vinden is drastisch veranderd, maar zijn onze relaties inhoudelijk ook anders geworden? “Nee, we hechten nog steeds belang aan dezelfde waarden als twintig jaar geleden. En er wordt nog steeds even vaak vreemdgegaan. Wat wel anders is, is dat we harder moeten werken aan onze relaties. Zeker bij nieuw samengestelde gezinnen is dat zo. Elk heeft zijn bagage en zijn gewoonten. Ik pleit dus voor duidelijke afspraken. Welke regels gelden in welk huis? Hoe lossen we conflicten op? Als je die dingen uitspreekt, vermijd je veel problemen.” Hebben je 150 dates je uiteindelijk naar Prince Charming geleid? “Wel, ik heb sinds zes maanden een geweldig lief. En dat was niet een van de 150 dates... Ik zag hem op de voorstelling van mijn boek. Hij bracht me aan het lachen en er was meteen chemie. Ondanks het feit dat hij een volledig fout knalrood T-shirt droeg, ben ik toch voor hem gevallen, op een moment dat ik het het minst verwachtte. En dat rode T-shirt hebben we intussen ritueel verbrand.” (lacht) Hart gezocht van Mieke Mievis en Hilde Martinez werd uitgegeven bij Houtekiet.

nota bene - Het magazine van Notaris.be

9


tekst Gilles Bechet

Het internet als digitale Cupido

“Van Facebook-like naar gelukkig gezin” Hicham en Shaymaa leerden elkaar per toeval kennen via sociale media. Zij woonde in Brussel, hij in Sofia. Intussen zijn ze getrouwd en wonen ze allebei in Brussel, samen met hun dochtertje Raizanne.

H

et begon allemaal met een like op een Facebookpagina. “Ik kende hem niet,” verduidelijkt Shaymaa. “Ik vond hem leuk, hij zag er goed uit met zijn dokterschort, zijn stethoscoop en zijn mooie glimlach.” Dat was in 2013. Shaymaa J. Raji voelt zich een beetje eenzaam in Brussel. De jonge vrouw is rechtstreeks vanuit Bagdad aangekomen als kandidaat-vluchtelinge. Hicham Hamdan van zijn kant woont in Bulgarije. Hij werkt er als huisarts nadat hij er zijn studies, die hij in Libanon was gestart, heeft afgerond. “Ik zag dat iemand die ik niet kende mijn foto geliket had. Al snel begonnen we met elkaar te praten via Messenger en we zijn dezelfde dag nog vrienden geworden. Daarna schakelden we over naar WhatsApp. Dan konden we elkaar ook horen.” Wat begint als een eenvoudige klik zonder bijbedoelingen, wordt een verbondenheid tussen twee eenzame harten die dezelfde taal spraken. De verbondenheid wordt een vriendschap en vrienden, echte vrienden - niet zoals op sociale media - moeten

10

nota bene - Het magazine van Notaris.be

elkaar kunnen zien. Na een aantal maanden nodigt Hicham Shaymaa dus uit om hem te komen opzoeken in Sofia. Eén keer, twee keer, dan nog een derde keer. En de vriendschap verandert in liefde. “Hij was dokter en had een goede job, dus ik overwoog om bij hem in Bulgarije te gaan wonen”, vertelt Shaymaa verder. Maar in 2015 komt Hicham bij haar op bezoek in Brussel en beetje bij beetje groeit het idee om naar Brussel te komen en er te werken. “Mijn Bulgaarse diploma geneeskunde werd in België erkend. Voor mij was er vooral een taalbarrière.” Hij begint dus Frans te leren, zoals Shaymaa dat een paar jaar daarvoor heeft gedaan. “Tegelijk begon ik volop te zoeken naar werk en zo kwam ik bij een polikliniek in Laken die op zoek was naar personeel. Ik heb er zes maanden stage gelopen en aan het einde van mijn stage kreeg ik een contract.” Het beroep is hetzelfde, maar het werk is helemaal anders dan in Sofia. “De bevolking in Brussel is een heel stuk diverser. Ik zie ongeveer 35 patiënten per dag en praat vaak vier verschillende talen: Frans, Arabisch, Bulgaars en Engels. In Sofia sprak ik bijna enkel Bulgaars.”


Shaymaa is nog op zoek naar werk. “Ik heb gestudeerd voor burgerlijk ingenieur. In Bagdad werkte ik in een groot bedrijf dat renovaties deed van openbare gebouwen: scholen en ziekenhuizen. Maar in België wordt mijn diploma helaas niet erkend.” In 2017 heeft Shaymaa de Belgische nationaliteit verkregen. Voor haar was dat een opluchting. Ze heeft dit land leren kennen en is er fier op geworden. Toen hij in België aankwam, ging Hicham bij Shaymaa wonen in haar appartement bij Brussel-Zuid. Intussen hebben ze een ruimer appartement gevonden. Dat is ideaal voor de komst van de kleine Raizanne, die zes maanden geleden is geboren. Zodra Raizanne groot genoeg is om naar de kleuterschool te gaan, wil Shaymaa graag terug gaan studeren. Misschien binnenhuisarchitectuur. Tegenwoordig is de jonge vrouw veel minder actief op sociale media, maar het blijft een opluchting dat ze kan communiceren met haar ouders en drie zussen die in Irak zijn gebleven.

“Aangezien we Facebook niet meer nodig hebben om met elkaar te communiceren, heeft ze er gebruik van gemaakt om met de grove borstel door mijn vrienden te gaan. En ik mis het niet,” lacht Hicham. Zonder de magie van het internet en het toeval, hadden Hicham en Shaymaa elkaar waarschijnlijk nooit ontmoet. Al zullen anderen zeggen dat ze voorbestemd waren om elkaar te vinden en dat ze enkel een vonkje nodig hadden. Al was het dan digitaal.

“Nu we Facebook niet meer nodig hebben om met elkaar te communiceren, ben ik met de grove borstel door mijn vrienden gegaan” nota bene - Het magazine van Notaris.be

11


tekst Eva Van den Eynde

foto's Thomas De Boever

Amaryllis en Serge ontmoetten elkaar via een datingsite

Virtuele vlinders

12

nota bene - Het magazine van Notaris.be


Amaryllis Temmerman had al enkele teleurstellingen in de liefde opgelopen toen ze besloot om haar geluk online te zoeken. Ze zocht en vond en heeft sinds drie jaar een gelukkige relatie met Serge Van Limbergen.

AMARYLLIS “Ik was veertig en in de liefde wilde het niet zo lukken”, vertelt Amaryllis Temmerman. “Toen ik op een dag Chris Verlinden van de datingsite Parship moest interviewen voor het werk (Amaryllis is presentatrice en zangeres, red.), raakten we aan de praat. Online daten, daar had ik nog niet over nagedacht. Ik vond het niet echt mijn ding. Ik behoor tot de kantelgeneratie, merk ik: mensen die net iets jonger zijn vinden online daten de normaalste zaak van de wereld, maar voor mij was het toch een drempel.” Amaryllis besloot haar kans te wagen. “Ik viel steeds voor foute mannen. Door het voorzichtiger aan te pakken en via het internet iemand te leren kennen, hoopte ik een man te vinden die echt bij mij zou passen. De persoonlijkheidstest die ik moest afleggen was echt een eyeopener. Je krijgt een spiegel voor je en dat is best confronterend. Vooral omdat ik me op dat moment niet bepaald goed in mijn vel voelde. Ik zag in aan welke punten ik moest werken: ik moest beter voor mezelf opkomen, me niet meer wegcijferen voor mijn partner.” Na enkele weken kwam Amaryllis in contact met Serge. “Ik had tot dan wel wat gechat, maar nog niet met iemand afgesproken. Serge sprak me aan met een grappige opener en wekte meteen mijn interesse, ook al konden we mekaars foto eerst nog niet zien. We merkten dat we best wel veel gemeenschappelijk hadden. Ik was bang om te snel verliefd te worden, dus wilde ik niet te vlug afspreken. Maar toen hij voor het werk naar het buitenland moest, wou hij me graag eerst eens ontmoeten.”

“Die eerste date verliep heel vlot. Je vormt je natuurlijk al een beeld en je bent bang dat je verwachtingen misschien niet zullen uitkomen, maar ik was meteen gerustgesteld. Alleen zijn stem was anders dan ik me had voorgesteld. Ik had een goed gevoel, dit kon misschien wel iets worden, maar ik wilde het rustig aan doen. Toen hij terug was uit het buitenland, hebben we opnieuw afgesproken en de vibe was er nog steeds. Intussen zijn we drie jaar samen en hebben we een huis gekocht. Ik had nooit verwacht dat het zo snel zou gaan, maar het voelt heel natuurlijk aan. Er is een stevige basis. Serge was voor mij de juiste persoon op het juiste moment.” SERGE “Vanaf een bepaalde leeftijd ontmoet je niet veel nieuwe mensen meer op een spontane manier”, zegt Serge Van Limbergen. “Je vriendenkring is gevormd en je werkt met een min of meer vast team van collega’s. Ik was toe aan een stabiele relatie, maar zag niet meteen een manier waarop ik een partner kon leren kennen. Ik ben niet het type dat elke avond op café gaat hangen. Online daten leek me dus wel iets. Na wat vergelijkend onderzoek heb ik me bij Parship ingeschreven. Dat is niet de goedkoopste site en er is een grondige test, dus ik dacht dat dat de kans op een serieuze kandidate wel zou verhogen. Ik ben er eventjes actief op geweest, maar zag al snel in dat het te kort na mijn vorige relatie was.” “Na een paar maanden heb ik het opnieuw een kans gegeven en raakte ik aan de praat met Amaryllis. Er waren veel raakvlakken, ik was meteen gecharmeerd. Toen ik voor het werk naar het buitenland moest, heb ik gevraagd om haar eerst eens te mogen ontmoeten. Ik was bang dat ik haar in de tussentijd kwijt zou raken. Het beeld dat ik van haar had viel helemaal samen met hoe ze in het echt was. Ik vind online daten een uitstekende manier om iemand te ontmoeten. Dat je elkaar niet spontaan hebt ontmoet doet niets af van de vlinders die je daarna voelt. En op de eerste date ben je net zo zenuwachtig.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

13


tekst Maud Vanmeerhaeghe

Over gaatjes prikken, drie diploma’s en nestverlaters Familiebanden met een wettelijk staartje

Kinderen, ouders, grootouders. Familiebanden zijn vaak een bron van vermaak, maar aan alles hangt een wettelijk staartje. Welke rechten hebben ouders als het op hun kinderen aankomt? Wat met hun plichten? En welke rol spelen de grootouders daarin?

Mijn zoon wil taal- en letterkunde studeren, ik wil dat hij dokter wordt. Ben ik verplicht om zijn studies te betalen? Officieel hebben jongeren recht op hogere studies na het middelbaar onderwijs. Tenzij ze in het bezit zijn van een beroepsdiploma, wordt aangenomen dat ze te weinig kansen hebben op de arbeidsmarkt wanneer hun opleiding beperkt blijft tot de humaniora. Aangezien jongeren op dat moment financieel meestal nog niet op eigen benen staan, wordt verwacht dat de ouders de studies van zoon of dochter bekostigen. Ook wanneer je als ouder niet akkoord gaat met de studiekeuze, als je kind een jaar moet overdoen of als het een sabbatjaar invoert

14

nota bene - Het magazine van Notaris.be

voor de aanvang van hogere studies, blijft het recht gelden. Vragen om een financiële bijdrage, wanneer de kosten van de studie te hoog zijn bijvoorbeeld, mag dan weer wel, maar hou rekening met enkele factoren. Een studentenjob moet beperkt blijven en van een spaarrekening mogen enkel de interesten – niet het kapitaal zelf – gebruikt worden. Alleen wanneer jouw kind tijdens zijn studies trouwt met een financieel vermogend iemand of wanneer het zijn tweede/derde... diploma of doctoraat wil behalen, kan je als ouder vrijgesteld worden van betaling. Mijn 17-jarige dochter woont sinds kort alleen. Ontvangt zij nu in mijn plaats kinderbijslag? Zolang je zoon of dochter nog thuis woont, in je als ouder zelf de kinderbijslag. Vanaf 16 jaar kan je kind er wel voor kiezen om apart te wonen, en kan het zelf de kinderbijslag ontvangen. Wanneer jouw kind alleen woont, ligt dat bedrag wel een stuk lager dan wanneer het nog thuis zou wonen. Bij een goede verstandhouding is het dus aangewezen om als ouder het bedrag te ontvangen en nadien door te storten naar je kind.


Mijn dochter is onlangs gescheiden. Mag ik mijn kleinkind nu nog zien? Enkel wanneer de ouders kunnen aantonen dat het contact met de grootouder(s) nadelig is voor het kind, kan het omgangsrecht ook officieel afgenomen worden. Als bemiddeling niet volstaat, kunnen grootouders via de familierechtbank het omgangsrecht opeisen door het belang van de band met het kleinkind te bewijzen. Aangezien het dat recht aan iedereen toegekend kan worden, kunnen grootouders op dezelfde manier ook weer in contact komen met hun ex-stiefkleinkinderen. Mijn zoon begint aan zijn laatste jaar rechten. Ontvang ik nog steeds kinderbijslag? Ja, maar ook hier gelden enkele voorwaarden. Zo moet je student voor 1 december van het betreffende academiejaar voor ten minste 27 studiepunten ingeschreven zijn. Die vereiste valt weg als het om een thesis gaat, maar die moet dan binnen het kalenderjaar ingediend en positief gequoteerd worden. Daarnaast mag je kind tijdens het academiejaar niet meer dan 240 uren per kwartaal werken om het kindergeld voor dat kwartaal te behouden. Werkt het te veel in het tweede kwartaal, dan loop je zelfs de toelage voor het tweede ĂŠn derde kwartaal mis. Bijklussen tijdens de zomermaanden juli, augustus en september kan dan weer onbeperkt zonder

dat aan het kindergeld geraakt wordt. Is je zoon of dochter student af en werkzoekend, dan geniet je nog 360 kalenderdagen van de kinderbijslag. Mocht hij/zij toch al werken, dan mag het brutoloon niet meer dan â‚Ź541,09 per maand bedragen. Mijn kleindochter wil gaatjes laten prikken. Mag ik met haar naar de juwelier? In principe maken enkel de ouders van het kind de opvoedkundige keuzes. Voor beslissingen als inschrijven voor naschoolse activiteiten of een lentefeest is de toestemming van de ouders nodig. Ook voor activiteiten als een kerkbezoek of gaatjes laten prikken voor oorringen is het akkoord van de ouders nodig. Dat grootouders na het overlijden van een van de ouders 50% van het ouderlijk gezag erven, is een fabeltje. Nemen ze een andere functie op, zoals pleeg- of adoptieouder, dan krijgen zij uiteraard wel het volledige ouderlijk gezag.

nota bene - Het magazine van Notaris.be

15


tekst Dirk Remmerie

foto's Thomas De Boever

ERVEN / SCHENKEN

“Soms houdt rouwen niet op” Er was eens… een tijd waarin rouwen een periode was waarin je het verlies van een dierbare zo snel mogelijk moest verwerken om nadien de draad weer op te pikken. Nu betekent rouwen dat verlies deel laten uitmaken van wie je bent. Een op de tien slaagt daar niet in en raakt gevangen in een gecompliceerde rouw. Zij kunnen terecht bij een rouwtherapeut zoals Johan Maes, die mee zoekt naar een uitweg.

I

n 2017 overleden 109.629 personen in België, oftewel 9,7 per duizend landgenoten. Iedereen moet ooit afscheid nemen van wie hem of haar na aan het hart ligt. Rouwen hoort bij het leven. Het is geen ziekte. Als het geen ziekte is, waarom bestaan er dan toch rouwtherapeuten? Johan Maes: “Rouw is absoluut geen ziekte, dat klopt. ‘Rouw’ en ‘therapie’ horen op zich niet samen. Ik zou zelfs zeggen: therapeuten, blijf weg van rouw, want het is een natuurlijk proces dat bij het leven hoort. Door het te vroeg te therapeutiseren maken mensen geen gebruik van hun eigen veerkracht en strategieën om ermee om te gaan. Uit onderzoek weten we dat negen op de tien mensen die een verlies meemaken normaal rouwen. Bij erg traumatische ervaringen, zoals het plotse verlies van een kind of een zelfdoding, liggen die cijfers wat lager.” “Een op de tien komt dus wel echt in de problemen en wordt geconfronteerd met wat wij een ‘gecompliceerde rouwstoornis’ noemen. Tussen haakjes: in de volgende editie van de DSM (de Diagnostic and Statistic Manual of

16

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Mental Disorders, zeg maar: de bijbel voor psychologen en therapeuten waarin alle diagnoses en hun behandeling staan) wordt die opgenomen als een aparte stoornis. Toen ik begon, noemde ik mezelf geen rouwtherapeut. Ik dacht: wie ben ik om mij zo te profileren? Maar ik merkte steevast dat rouwende mensen met serieuze problemen konden kampen, waar ik in alle eerlijkheid niet goed weg mee wist. Daarom ben ik mij beginnen specialiseren. Zo merkte ik dat veel mensen met gecompliceerde rouw niet de juiste behandeling kregen. De hulpverlening was nog altijd gebaseerd op de oude visie op rouw.” De oude visie op rouw? “Rouw werd lange tijd herleid tot het verwerken van een aantal vervelende symptomen na verlies. Het was zaak om die hinderlijke mentale, emotionele, lichamelijke… reacties zo vlug mogelijk te ‘verwerken’, achter je te laten. Maar wat betekent dat, ‘een verlies verwerken’?


nota bene - Het magazine van Notaris.be

17


Als je twintig jaar na de dood van je vader daar nog eens om moet wenen, heb je het dan nog niet verwerkt? Moet je dan naar de therapeut? Dat is lang niet zeker. Vroeger stond in de literatuur: als je erover kunt spreken zonder te wenen, dan heb je het verwerkt. Grote onzin. Sommigen wenen nooit en hebben een verlies niet verwerkt, anderen wenen veel en hebben het niet verwerkt. Tranen zijn geen criterium.” Hoe kijken we nu naar rouw? “Als iets wat nooit stopt en geen eindpunt heeft. Niet als iets wat je moet verwerken, maar als iets wat je in je leven verweeft, dat deel uitmaakt van wie je bent. Een belangrijke betekenisvolle persoon blijft deel uitmaken van je leven. Waar rouw vroeger iets negatiefs was om zo vlug mogelijk achter je te laten, kijken we er nu naar als het antwoord op het verlies van iemand met wie je een betekenisvolle relatie had – dat kan je beste vriendin zijn, maar evengoed een verre tante of een huisdier. Niemand bepaalt voor jou wat een betekenisvolle relatie is. Dat antwoord maakt dus deel uit van je leven en komt nu en dan weer op de voorgrond. Als de tranen opwellen als je denkt aan je vader die 20 jaar geleden stierf, kan dat dus geen kwaad.” Gecompliceerde rouw is van een andere orde. “Dat is een zware problematiek. Mensen zien daar echt van af, want gecompliceerde rouw heeft een heel hoge lijdensdruk. Het gaat om echt lijden, lijden dat muurvast zit en schadelijk is op alle andere terreinen van het leven. Wie gebukt gaat onder gecompliceerde rouw heeft een goede opvang nodig.” “Een belangrijk criterium voor de diagnose is dat de rouw – ook na vele jaren – acuut blijft. Het kan zich uiten via lichamelijke klachten waarvoor niet meteen een medische verklaring bestaat, zoals psychologische klachten, relationele problemen, apathie op het werk… Op allerlei manieren kan het systeem crashen.” Hoe kom je in die situatie terecht. En vooral: hoe geraak je er weer uit? “Om met stress, trauma, verlies… om te gaan, bestaan er twee basisstrategieën: confrontatie en vermijding. Beide zitten in ons ingebakken en allebei zijn het gezonde strategieën. Gezond rouwen is heen en weer kunnen gaan tussen die twee strategieën. Het is goed

18

nota bene - Het magazine van Notaris.be

om soms naar iets toe te gaan, erover te praten en boos of verdrietig te worden (confrontatie) en het is goed om je blik eens elders te werpen, nieuwe doelen te stellen, een nieuwe liefde te ontdekken (vermijden). Vroeger moest je de confrontatie aangaan tot ‘het over was’ en dan verder gaan met het leven. Alsof rouwen een lineair proces is. Dat is een mythe.” “Een stoornis ontstaat als iemand die heen-en-weerbeweging niet kan maken en in de confrontatie blijft vastzitten. Ze zijn in niets of niemand geïnteresseerd, niets heeft nog betekenis zonder de overleden geliefde… In hun brein valt de plaat altijd in dezelfde groef. Hun leven is gestopt. Maar ook de constante vermijders komen in de problemen, omdat ze niet de realiteit durven aan te gaan van het verlies. Soms volstaan enkele gesprekken die inzicht geven om alles te deblokkeren. Sommigen geraken er nooit meer uit.” Dat moet ook voor een rouwtherapeut erg zwaar wegen? “Het went niet, kan ik je verzekeren. De machteloosheid en de angst die ik vroeger voelde als ik geconfronteerd werd met bijvoorbeeld een moeder die een kind had verloren, daar heb ik nu minder last van. Hoe verschrikkelijk het verhaal ook en hoe onbeschrijfelijk het lijden, ik kan ermee werken. En toch besmet het mij. Ik merk dat ik door dit werk angstiger in het leven sta, omdat ik weet wat er allemaal kan gebeuren. Ik kan de verhalen niet meer loskoppelen van mijn omgeving: een trein die passeert doet me denken aan een jongetje dat werd meegesleurd… en ik zet een stap achteruit. Maar ik vind het waardevol werk omdat ik mensen echt wel verder kan helpen. Veel hulpverleners in de rouw komen in de problemen omdat ze opgeleid zijn om iets op te lossen. Maar fundamenteel kan een rouwtherapeut niets oplossen. Ik kan dat kind niet teruggeven. Sommige rouwenden komen soms bijna met dat appèl: los het op. Vanuit het magische idee dat het kind terug zal komen. Wat ik kan proberen te doen is om de betekenisvolle persoon te symboliseren en de transfer te maken van de concrete afwezigheid naar de symbolische aanwezigheid. Ik wind daar geen doekjes om en zeg letterlijk: de persoon sterft fysiek onherroepelijk en definitief, maar de liefde, de relatie, sterft nooit.”


“Vroeger moest je de confrontatie aangaan tot ‘het over was’ en dan verder gaan met het leven. Alsof rouwen een lineair proces is. Dat is een mythe”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

19


“Al aan de telefoon storten nabestaanden hun hart uitâ€?Â

De begrafenisonderneming: een zaak van families en familiariteit tekst Koen Driessens

20

nota bene - Het magazine van Notaris.be

foto's Jan Crab


“Nabestaanden die aanwezig willen zijn bij de kisting, die de kist willen dragen, die willen meehelpen bij het wassen of zelfs permanent bij hun dierbare willen zijn in het funerarium… We komen hen zoveel mogelijk tegemoet. Als dat hen helpt het verlies te verwerken… Dan duurt de verzorging van de overledene maar wat langer.” Dat een begrafenisonderneming niet alleen vaak een zaak van families is, maar ook van familiariteit, vertrouwelijkheid en huiselijkheid is te merken bij Witters & Baers, waar van vader op schoonzoon op dochters de begraving naast een zakelijke dienstverlening steeds meer een vorm van eerstelijnszorg is. “Soms moet je de mensen eerst eens goed laten uithuilen.”

N

et zoals het notarisambt vaak in de familie blijft, is het niet ongewoon dat uitvaartondernemingen op twee, drie tot vier generaties ervaring bogen. “Niet dat het vak zo aantrekkelijk is dat de kinderen per se ook in de zaak willen stappen”, vertelt Anke Baers, de oudste van de drie dochters die de derde generatie begrafenisondernemers uitmaakt, “maar omdat het niet gemakkelijk is personeel te vinden dat dit wil doen. Het is best een zwaar beroep, vooral emotioneel. Zeker bij ongevallen. Of als er kinderen bij betrokken zijn.” Steeds met de dood en verdriet geconfronteerd worden, gaat niet in je koude ceremoniekleren zitten. ‘Als kind liepen mijn zussen en ik altijd met onze handen voor onze ogen door de werkplaats. Evi en ik, we waren vastbesloten nooit hetzelfde te gaan doen.’ Anke werd bejaardenhelpster, Evi schoonheidsspecialiste en Steffie kapster. Vandaag runnen ze met hun ouders een zaak met vestigingen in Heusden, Zolder en Houthalen en bedienen ze heel West- en Midden-Limburg. Met hun personeel kunnen ze gelijktijdig drie begrafenisdiensten aan. “Ook ik had gezworen nooit in de zaak van mijn vader te stappen”, vertelt hun moeder, Elly Witters. Haar vader – een kleermaker – begon een begrafenisonderneming, vandaag in de handen van haar broer Danny en diens zoon Kristof, met filialen in Eksel, Meeuwen en Lommel. Haar echtgenoot Alex, eigenlijk automechanicien, kreeg echter via zijn schoonvader de smaak te pakken. ‘Maar ik raak nog steeds geen stoffelijk overschot aan!’ verzekert Elly.

Enkel Steffie, de jongste, “zei als kind al dat ik de zaak ooit zou overnemen. Het enige wat ik vervelend vond, was als ik op school moest vertellen wat het beroep van mijn ouders was.” “Dat is toch al verbeterd”, vult haar moeder aan. “Vandaag zijn de mensen minder ongemakkelijk als je over je vak vertelt. Toen ik jong was, rustte er nog een echt taboe op.” Een allergie voor haarproducten dreef Steffie uiteindelijk ook naar de zaak, waar haar zussen inmiddels aan de slag waren gegaan, op vraag van hun vader. Hun partners houden zich er ver buiten. Steffie: “Die van mij wordt lijkbleek als hij een overledene ziet.” De begrafenisondernemer sluit nooit Hebben ze, als familieleden, veel steun aan elkaar? Anke: “Ja, maar het is ook niet altijd gemakkelijk om met familie te werken: we hebben soms onze eigen mening en zijn niet beschroomd om die rechtuit te zeggen. En dat botst soms. Een personeelslid zal in zo’n geval veeleer knikken en zijn werk doen.” “Het voordeel van familie is dat we meteen klaarstaan voor elkaar. Zo springen we bij, als het nodig is, bij nonkel Danny of andersom. Of we wisselen weekenddiensten, spreiden ons verlof… In de zomer gaan we na elkaar met vakantie.” “Nu kunnen we wel niet meer allemaal samen met verlof”, zegt Elly. “Vroeger toch ook niet echt, hé mama”, zegt Steffie. “We gingen wel met vakantie, naar de zee’, vertelt Anke, ‘maar papa reed dan op en af om de zaak draaiende te houden. Een begrafenisondernemer die sluit? Dat is héél zeldzaam.’ Uiteraard, want de dood wacht niet. En hoewel nabestaanden voor hun dierbare overledene – of die laatste soms zelf ook, korte of lange tijd voor zijn overlijden – steeds meer gaan ‘shoppen’, op zoek naar de begrafenisonderneming die hen het meest te bieden heeft, wil een ware begrafenisondernemer altijd paraat zijn voor zijn klanten. Zo zou vader Alex ook bij dit gesprek aanwezig zijn, maar een plots overlijden besliste er anders over. Anke: ‘De mensen verwachten van je dat je meteen beschikbaar bent. En ze mogen ons inderdaad ook altijd bellen, zelfs ’s nachts. Liever niet voor hun keuze van de grafsteen, natuurlijk. Als het overlijden thuis plaatsvond, zijn we binnen het uur ter plaatse. De eerste contacten zijn essentieel. Het is voor de mensen belangrijk dat ze geholpen worden, en dat er naar hen geluisterd wordt. Vaak hebben ze nood aan een babbel. Die kan al eens uitlopen, want soms verliezen we de tijd uit het oog.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

21


Een luisterend oor Bij het eerste contact polst de begrafenisondernemer naar de wensen van de nabestaanden, of van de overledene: een dienst in de kerk of in de aula, begrafenis of crematie, columbarium, urnenveld of uitstrooiing... “Het is de laatste jaren een trend dat mensen voor hun overlijden al langskomen – zowel palliatieve patiënten als mensen die nog jaren te leven hebben – om zelf hun uitvaart te regelen. Meestal is dat omdat ze geen kinderen hebben, of om geruzie onder de kinderen te vermijden.” De klant kan op zijn beurt ook alles aan de begrafenisondernemer vragen, “zolang het menswaardig blijft”. Dat gaat van vragen over concessies tot verzoeken om bij de overledene te blijven, ook al ligt die niet thuis opgebaard, maar in het funerarium. “Ze krijgen dan met een sleutel toegang. Het thuis opbaren is zeldzaam geworden, enkel nog in landelijke gebieden komt dat voor. Het liefst besteden de mensen alles uit.” Hoewel ze er niet voor opgeleid zijn, zijn begrafenisondernemers vaak een soort slachtofferhulp. “Meestal is het voldoende om de mensen eens goed te laten uithuilen, een luisterend oor te bieden. Ook al ken je die mensen niet, en zij ons niet. Er is tegenwoordig veel oog voor nazorg: bij ongevallen biedt de politie de bijstand aan van de dienst slachtofferhulp, bij zelfmoord ook, zelfs voor weduwen en weduwnaars bestaan er praatgroepen.” Maar de begrafenisondernemer is vaak de eerste, buiten de eigen familie of dokter, die de nabestaanden bijstaat. “Al aan de telefoon hoor je of de mensen nood hebben om hun hart eens uit te storten.” “Dat bestond vroeger allemaal niet”, getuigt Elly. “Een begrafenisondernemer was een vreemde die gewoon zijn werk kwam doen. In die tijd werden emoties ook niet zo geuit. Bovendien gebeurde alles thuis en kwam er geen funerarium aan te pas, dus er was automatisch ook minder contact met de begrafenisondernemer.” Iets intiems Het was de tijd dat de begrafenisondernemer zijn handen vol had aan het eigenhandig timmeren van de doodskisten – nogal wat uitvaartzaken ontstonden bij timmerlui. ‘Of aan het maken van bloemstukken’, zegt Elly, die zich dat nog levendig herinnert. Vandaag worden al die taken uitbesteed, en concentreert de begrafenisondernemer zich op de dienstverlening rond het overlijden: het ophalen en verzorgen van het lichaam, de organisatie van begroetingen, aankondigingen en (kerk)dienst.

22

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Het grote verschil met vroeger was allicht de rol van de kerk: “Alles ging via de kerk,” vertelt Elly, “wat toch minder persoonlijker was. Vandaag daarentegen willen de mensen van de begrafenis iets intiems maken, in besloten kring vaak.” En om hen een persoonlijke, huiselijke beleving te kunnen geven, heb je ruimte nodig. Vandaar dat begrafenisondernemers steeds meer moeten investeren in vieringen met teksten en muziek, en in eigen aula’s. “We zouden onze nieuwbouw echter nooit gezet hebben als onze dochters niet in de zaak waren gekomen. Ja, de mensen zijn veeleisender geworden.” Om tegemoet te komen aan de uiteenlopende wensen van de nabestaanden is een typische aula zo neutraal mogelijk. Anke: “Sereen, met enkele sfeeraccenten – decoratie, schilderijen of achtergronden – die gewisseld kunnen worden. En liefst zo licht mogelijk, de gelegenheid is al doods genoeg.” De pijn slijt, maar blijft Het is niet omdat de drie dochters Baers vrouwen zijn, dat die eerstelijnszorg hen makkelijker afgaat. “Als de mensen een jonge vrouw voor hun deur zien staan, bekijken ze je eens raar. Alsof ze liever een grijze, wijze man verwachten. Het gekke is dat als onze papa hen precies hetzelfde vertelt, ze het wél meteen van hem aannemen.” Met het onthaal van nabestaanden en de verzorging van de overledene is Anke enkele jaren geleden voorlopig gestopt. Na de dood van haar eigen zoontje concentreerde ze zich liever op de administratie. Begrafenisondernemer een emotioneel zwaar beroep? In zulke omstandigheden al helemaal. Door haar vreselijke ervaring is ze nog eerlijker geworden in haar contacten met nabestaanden: “Ik kan niemand zeggen dat het verdriet wel zal weggaan, want dat doet het niet. Het slijt wel, maar de eerste maanden zit je in een rollercoaster van slechte en goede dagen, met eerst veel en later steeds minder slechte dagen. Soms denk ik weleens bij nabestaanden die enorm emotioneel doen bij het overlijden van een ouder: treur toch niet zo, hij of zij was mooi op leeftijd, wees liever dankbaar dat je zo lang bij elkaar bent geweest. Ik snap het wel: als een band sterk was, is het verdriet ook groot, zelfs bij een ouder iemand. Dat is normaal, maar wees realistisch, alsjeblieft. Mensen merken soms wel aan me dat ik het ook heb meegemaakt. Daar lijken ze wel wat aan te hebben, en vragen ze al eens advies, maar het blijft moeilijk voor mij. Vooral die eerste verjaardagen en feestdagen zijn zware momenten. Het is voor iedereen anders. Ikzelf moest elke dag naar dat kerkhof. Een ander verwerkt een verlies op zijn manier.”


Veel show en een nummer

“Als de rouwenden een jonge vrouw voor hun deur zien staan, bekijken ze je soms raar. Alsof ze liever een grijze, wijze man verwachten”

Een zwaar, emotioneel beroep, het blijkt. Maar toch ook een beroep dat grote voldoening schenkt “als mensen waardig afscheid hebben kunnen nemen en ons dan uitvoerig bedanken voor onze professionele én familiale begeleiding. Vooral bij Italiaanse families. Er komen grote emoties en veel show bij kijken, maar ze tonen zich erg dankbaar. Het zijn vaak grote families, waar we al eens middenin zitten bij familieruzies. Dat is voor ons ook niet gemakkelijk: de ene wil het zus, de andere zo. Of dan moet je de verschillende klieken uit elkaars haren houden bij de begroeting…” Het hoort erbij. Maar het doet toch deugd te horen dat hun aanpak geapprecieerd wordt. ‘Nederlandse klanten vertelden ons eens dat ze die huiselijke sfeer zo fijn vonden. “Bij ons in Nederland ben je bij een begrafenis maar een nummer”, zeiden ze. Dat gevoel hadden ze hier niet.’

nota bene - Het magazine van Notaris.be

23


tekst Élodie Devillers

Adviseren, anticiperen en ondersteunen

De vele rollen van de notaris bij een rouwproces Welke formaliteiten komen kijken bij een overlijden? Is het belangrijk om een notaris te raadplegen voor ondersteuning en welke zijn de stappen die men kan verwachten, zowel voor de erflater als voor zijn erfgenamen? George Lochet, notaris te Fauvillers, beantwoordt onze vragen.

Wat is de rol van een notaris bij een overlijden? ”De rol van de notaris bestaat erin te bepalen wie erft. Daarvoor moet hij allerlei informatie verzamelen, zoals de burgerlijke staat van de overledene: was die getrouwd of niet - al dan niet met huwelijkscontract -, was hij/zij wettelijk samenwonend, had hij of zij een testament? De notaris heeft een adviserende functie, meer bepaald in het kader van de erfmogelijkheden. Dat is vooral belangrijk bij een verlieslatende erfenis, wanneer de overledene schulden had. Erfgenamen hebben de mogelijkheid om afstand te doen van de erfenis. Tegenwoordig gebeuren die formaliteiten bij de notaris, niet meer voor de Rechtbank van Eerste Aanleg. In het geval van een verlieslatende erfenis is de procedure om afstand te nemen gratis wanneer de activa niet meer dan 5000 euro bedragen (opgelet: ‘gratis’ slaat enkel op de registratierechten en het honorarium van de notaris. Dat

24

nota bene - Het magazine van Notaris.be

geldt niet voor de bijkomende noodzakelijke stappen die er kunnen zijn afhankelijk van het dossier). Er zijn uiteraard situaties waarin niet alles meteen duidelijk is. Dan kunnen de erfgenamen de erfenis aanvaarden onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Ze zijn dan slechts verantwoordelijk voor de schulden ter grootte van wat ze ontvangen uit de erfenis. In zo’n geval heeft de notaris een belangrijke adviserende rol, want er is sprake van fiscale gevolgen. De notaris treedt ook op bij de verdeling van goederen. Meestal gebeurt dat in den minne tussen de erfgenamen. Wanneer er moeilijkheden zijn, is de notaris altijd beschikbaar om te helpen, advies te geven en om de partijen te verzoenen. Maar als het dossier vastloopt, moeten de erfgenamen met hun zaak naar de rechtbank.” Moet iemand die een testament wil opmaken, dat laten registreren bij de notaris? ”Iemand die een testament wil opmaken, is niet verplicht om dat te laten registreren bij een notaris. Toch is het sterk aangeraden om een notaris te raadplegen. Die kan helpen bij het schrijven van het testament en geeft je de nodige informatie over de toepassing ervan op het moment van overlijden. Ook over de fiscale gevolgen kan de notaris je meer uitleg bezorgen. De notaris kan een testament voorstellen dat met de hand is geschreven door de erflater, of kan opteren voor een authentiek testament. Dat schrijft hij in het bijzijn


van getuigen en dat wordt ingeschreven in een speciale gegevensbank - het centraal testamentenregister. Het is voor elke erflater aan te raden om een handgeschreven testament te laten controleren door een notaris en dat af te geven in het notariaat. Zo ben je zeker dat het wordt bewaard en dat het ingeschreven wordt in het register.” Wat voorziet de wet op vlak van successierechten? ”Sinds 1 januari 2018 heeft het Waalse Gewest zich aangepast aan het Vlaamse en het Brusselse Gewest: de overlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner betaalt geen successierechten meer wanneer hij een deel van de gezinswoning erft. In Wallonië geldt voor de andere erfgenamen in directe lijn een verlaagd tarief voor de gezinswoning. Voor de andere goederen is de eerste schijf van 12.500 euro belastingvrij in het Waalse Gewest. De volgende schijf tot 25.000 euro is dat ook, zolang het totale ontvangen bedrag niet hoger is dan 125.000 euro. De schijf daarboven, van 25.000 tot 50.000 euro, wordt belast aan 5%. De rechten worden berekend per schijf op het deel van de erfenis (netto activa) dat de erfgenaam of legataris ontvangt, en variëren in functie van de bestaande verwantschap tussen de erfgenaam of legataris en de overledene. Ben je echter alleenstaand en wil je je goed legateren aan je buurman met wie je geen enkele verwantschap hebt, dan kan die tot 80% belast worden. In Brussel bestaat voor de overlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner een vrijstelling op de gezinswoning. De belastingvoet in directe lijn is daar 8% voor de schijf van 50.000 tot 100.000 euro, en 9% voor de volgende schijf tot 175.000 euro. Vlaanderen gaat nog een stapje verder wat betreft de vrijstelling van de gezinswoning: je betaalt als feitelijke samenwonende partner geen successierechten op de gezinswoning als je minstens drie jaar ononderbroken een gemeenschappelijke huishouding hebt. Sinds 1 september 2018 heeft Vlaanderen ook werk gemaakt van de forse successietarieven voor niet-familieleden of verre familieleden. De tarieven werden verlaagd en er gelden nieuwe vrijstellen. Zo geniet de langstlevende echtgenoot of samenwonende partner een nieuwe voetvrijstelling op maximaal de eerste 50.000 euro van de netto-verkrijging van roerende goederen(bankbiljetten, titels aan toonder, schilderijen, auto's, juwelen...).

Hoe kan je je erfenis goed plannen? ”De notaris kan verschillende adviezen geven om je erfenis te plannen: je huwelijksstelsel aanpassen, een schenking doen, een erfovereenkomst opstellen, een testament opmaken. Zo kan je anticiperen op bepaalde problemen. Zonder specifieke bepalingen in het voordeel van de overlevende echtgenoot zou het bijvoorbeeld kunnen dat die laatste enkel het vruchtgebruik van de gezinswoning erft. In dat geval kan hij of zij het huis niet verkopen zonder het akkoord van de kinderen. Een ander voorbeeld: onder specifieke bepalingen erft de wettelijk samenwonende partner het vruchtgebruik van de gezinswoning, maar niet van de bankrekeningen of van de auto.” Welke zijn de voorwaarden voor een schenking? ”Als we het hebben over een schenking van geregistreerd vermogen (geld, aandelen, juwelen, onroerende goederen), is de belastingvoet in het Waalse Gewest 3,3% in directe lijn en partners 5,5% voor andere personen. In Brussel is dat respectievelijk 3% en 7%. In Vlaanderen bedraagt het vlak tarief 3% in directe lijn en partners en 7% voor anderen. Die goederen worden dan definitief uit de erfenis gehaald, zelfs wanneer de schenker kort na de gift overlijdt. In het geval van een niet-geregistreerde schenking (zonder dat er belastingen betaald werden), moet er om erfbelasting te vermijden drie jaar zitten tussen de schenking en het overlijden. Op vlak van onroerende schenkingen zijn in het Waalse Gewest sinds september de belastingsschijven herzien. De belastingvoet is nu in directe lijn 3% voor vermogens tot 150.000 euro (10% voor alle andere personen), 9% van 150.000 tot 250.000 euro (20% voor alle andere personen) en 18% voor de volgende schijf tot 450.000 euro (30% voor alle andere personen). De onroerende schenktarieven lopen voor de drie gewesten dus sinds dit jaar gelijk. De rechten worden berekend per schijf op het deel dat door elke notaris werd ontvangen. Deze voorbeelden tonen het belang aan van een goede successieplanning. Een dergelijke planning zorgt voor een zekere gemoedsrust bij de overlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner, zorgt voor besparingen op belastingen te besparen en vermijdt toekomstige conflicten tussen erfgenamen.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

25


MIJN VERMOGEN BEHEREN, VERDELEN EN MET ZORG OVERDRAGEN Het testament HEEFT UITWERKING...

De verklaring van voorkeur van voogdij

Bij overlijden

Bij een echtscheiding

Via een testament een voogd aanduiden voor het geval ik en de overblijvende ouder van mijn minderjarig kind zouden sterven

De globale erfovereenkomst

Hoe mijn schenkingen het erfrecht van mijn kinderen zullen beĂŻnvloeden

De punctuele erfovereenkomst

Welke afspraken of beslissingen ik neem over de waarde of de impact van een schenking

Tijdens het leven De schenking De akte van onbeslagbaarheid van de gezinswoning De zorgvolmacht Bij wilsonbekwaamheid

SUCCESSIE

Hoe mijn vermogen verdeeld zal worden na mijn overlijden

Het huwelijkscontract

Bij risico op beslag

infofiche

De verklaring van voorkeur

Welke invloed mijn huwelijk heeft op mijn vermogen en dat van mijn huwelijkspartner

Om een deel van mijn vermogen fiscaalvriendelijk over te dragen

Om mijn gezinswoning te beschermen als zelfstandige

Om het beheer van mijn vermogen op voorhand te regelen voor het geval ik er later niet meer toe in staat ben

Om de persoon te kiezen die mijn bewindvoerder zal zijn indien ik ooit onder bewind word geplaatst

Niemand kan de toekomst voorspellen, maar wat er met je vermogen gebeurt, dat beslis je zelf...

26

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Vraag advies aan uw notariskantoor of bezoek www.notaris.be


tekst Notaris.be

Nieuwe wet, nieuwe voorwaarden

Erfovereenkomsten: wat kan (niet)? VOORBEELD

Familiepacten en punctuele erfovereenkomsten. Dat zijn slechts twee van de aanpassingen die doorgevoerd werden in het nieuwe erfrecht dat op 1 september van start ging. Maar zelfs erfovereenkomsten kennen hun beperkingen. Waar draaien erfovereenkomsten nu eigenlijk echt om?

Familiaal pact Bij een familiaal pact of globale erfovereenkomst kunnen één of beide ouders met hun kinderen (en eventueel kleinen stiefkinderen) in rechte lijn reflecteren over hun toekomstige nalatenschap. Zo zoek je als ouder samen met je toekomstige erfgenamen naar een “fair” evenwicht tussen de kinderen. Een familiepact is een soort van globaal “akkoord” over de latere behandeling van de nalatenschap, de schenkingen en voordelen die je kinderen hebben ontvangen. Door te anticiperen op problemen die zich kunnen voordoen bij de verdeling van de nalatenschap, vermijd je latere conflicten en discussies tussen je kinderen. Tijdens de zoektocht naar dat evenwicht wordt de situatie van je kinderen met elkaar vergeleken en kan je rekening houden met eerder gedane schenkingen, genoten voordelen en/of hun persoonlijke situatie.

Marie genoot van dure studies in het buitenland. Pieter daarentegen kreeg een schenking. Het financiële voordeel dat Marie uit haar studies haalt, wordt niet verrekend bij het overlijden van de ouders. Dat is enkel zo voor schenkingen in strikte zin. Pieter voelt de invloed van zijn schenking wél wanneer hij erft, want de schenking zorgt ervoor dat hij een deel minder ontvangt als erfenis. Daarom kan Pieter zich benadeeld voelen op het moment van de verdeling van de nalatenschap. Met een globale erfovereenkomst is het voor ouders en kinderen mogelijk om af te spreken dat de schenking en de dure studies elkaar “compenseren”. Door het op voorhand eens te zijn over een evenwicht tussen de kinderen, wordt discussie over verrekeningen vermeden op het moment van de verdeling van de nalatenschap. Noch het voordeel dat voortvloeit uit de financiering van de studies, noch de schenking moet zo vereffend worden tussen de kinderen in het kader van de nalatenschap.

Punctuele erfovereenkomst Naast de globale erfovereenkomsten zijn nu ook bepaalde “punctuele” erfovereenkomsten van kracht. Die maken het mogelijk voor toekomstige erfgenamen om afspraken te maken of beslissingen te nemen over specifieke aspecten van een schenking of erfenis.

nota bene - Het magazine van Notaris.be

27


Als erfgenamen kan je bijvoorbeeld samen de waarde van een bepaalde schenking vastleggen. Die waarde is van belang bij successieplanning, aangezien ze in principe aangerekend wordt op het erfdeel van het kind dat door de schenking begunstigd is. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de waarde van schenkingen voor veel discussie zorgt. Dankzij een punctuele erfovereenkomst kunnen broers en zussen, op voorhand en onder elkaar, duidelijkheid scheppen zodat ze achteraf niet voor verrassingen komen te staan. Punctuele erfovereenkomsten hebben ook nut in een andere context. Ieder kind heeft recht op een minimum erfdeel, de zogenaamde reserve. Wordt een reserve door een schenking aangetast, dan kan het benadeelde kind de inkorting vorderen. De schenking wordt dan gekortwiekt of verrekend ten belope van het overschreven deel. Het zou kunnen dat een kind op voorhand aanvaardt dat zijn minimum deel wordt aangetast. Dat ‘op voorhand aanvaarden’ kan aan de hand van een punctuele erfovereenkomst. VOORBEELD Jan heeft drie kinderen. Tom en Julie hebben mooie studies achter de rug, hebben stabiel werk en een mooi gezin. Kortom, ze komen niets tekort. Voor Céline zijn de zaken wat ingewikkelder. Ze heeft een fysieke handicap, waardoor haar toekomst op de arbeidsmarkt onzeker is. Jan is niet overtuigd dat Céline ooit zelf in haar levensonderhoud zal kunnen voorzien. Hij ziet zijn drie kinderen uiteraard even graag, maar het hele gezin beseft dat Céline ondersteuning nodig heeft. Ook op financieel vlak. Daarom wil Jan een groot deel bij leven schenken aan Céline. Op die manier is hij zeker dat zijn dochter een appeltje voor de dorst heeft. Tom en Julie hebben veel begrip voor de situatie en aanvaarden dat hun vader zo’n schenking wenst te doen aan Céline, zelfs als die hun “reserve” zou aantasten...

Grote gevolgen = grote nood aan bescherming Een erfovereenkomst sluiten kan grote gevolgen hebben voor het vermogen van je erfgenamen. Hou daar rekening mee bij het opstellen. Je neemt immers belangrijke beslissingen op basis van hoe de zaken en de relaties tussen familieleden er op dat moment uitzien. Niemand weet natuurlijk hoe die verstandhoudingen zullen evolueren…

28

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Voor de wetgever is het dan ook cruciaal dat je de gevolgen van je beslissingen goed inschat en begrijpt. Daarom voorziet de nieuwe wet de verplichte tussenkomst van de notaris. De notaris is een neutrale, onpartijdige derde die jou informeert en adviseert over de gevolgen van je keuzes. Bovendien gelden bij het opstellen van een erfovereenkomst strenge formaliteiten, zoals de wachttermijn: je krijgt eerst een ontwerp van de erfovereenkomst en pas na één maand mag je de erfovereenkomst ondertekenen. Die termijn laat ouders en kinderen toe om op doordachte en serene wijze afspraken te maken. En een testament dan? Via een testament kan je beslissingen nemen over de verdeling van je goederen. Maar… een testament is géén erfovereenkomst. Bij een erfovereenkomst bedeel je geen goederen toe aan je erfgenamen; je stelt enkel bepaalde schenkingen “veilig”. Een testament opstellen is bovendien een strikt eenzijdige en persoonlijke handeling, waarbij de erflater zonder beïnvloeding aangeeft hoe hij (een deel van) zijn vermogen wil laten verdelen als hij er niet meer is. Daarom mag een testament slechts door één iemand opgesteld en ondertekend worden. Afspraken maken in een testament kan dus niet. Sinds 1 september krijgen families meer ruimte om na te denken over hun successieplanning. Wil je meer informatie? Aarzel dan niet om de notaris aan te spreken. Hij geeft je meer informatie over het nut van erfovereenkomsten.


tekst Maud Vanmeerhaeghe

Over (nieuwe) manieren van afscheid nemen

Feiten en fabels We staan er liever niet te lang bij stil, maar jammer genoeg is het part of life: vroeg of laat moeten we allemaal afscheid nemen. Maar op welke manieren kan dat precies in België? En hoe snel moet dat na het overlijden? NotaBene zet enkele fabels en feiten over afscheid nemen op een rij, mét tekst en uitleg.

Na een overlijden heb je de keuze tussen cremeren of begraven Cremeren en begraven zijn vandaag inderdaad nog steeds de vaakst gekozen mogelijkheden na een overlijden, maar de opties zijn niet daartoe beperkt. Je kan er namelijk ook voor kiezen om je lichaam af te staan aan de wetenschap, of je kan orgaandonor worden. In het eerste geval stelt je je lichaam ter beschikking aan het onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Bij orgaandonatie worden gezonde organen en/of weefsel geïmplanteerd bij iemand die dat nodig heeft. Ook een combinatie van orgaandonatie en lichaamsafstand is mogelijk. In principe is iedereen bij wet orgaandonor na zijn overlijden. Vroeger moest de overledene daar voor zijn dood toestemming voor geven, tegenwoordig worden organen enkel níet afgestaan bij expliciete weigering door de nabestaanden of door de overledene voor zijn dood. Sta je je volledige lichaam aan de wetenschap af, aan de andere kant, dan zijn daar enkele voorwaarden aan verbonden. Het lichaam moet bijvoorbeeld binnen 72 uur na het overlijden worden overgebracht. Zo is het toch

mogelijk om de overledene kort na zijn dood een laatste groet te brengen. Bij een overlijden in het buitenland of na een verkeersongeval, bij sommige infecties (zoals hiv) of na een autopsie, volgt ook een weigering. Na het gebruik voor medisch en wetenschappelijk onderzoek wordt het lichaam alsnog vrijgegeven voor crematie of begrafenis.

FABEL

Niet overal worden overledenen even snel begraven De gemeente waarin de overledene voor zijn dood woonde, bepaalt de termijn waarbinnen de overledene begraven of gecremeerd moet worden. In Wallonië ligt die periode op vier à vijf dagen, maar in Vlaanderen is die periode zo’n twee tot drie dagen langer. Waar een overledene wordt begraven, kiest hij in principe zelf, maar de gemeente is niet verplicht om op die wens in te gaan. Bovendien zijn extra kosten verbonden aan een begrafenis of urneconcessie in een gemeente waarin de overledene voor zijn dood niet woonachtig was.

FEIT

nota bene - Het magazine van Notaris.be

29


30

nota bene - Het magazine van Notaris.be


Nieuwe technieken verwijzen begraven en cremeren binnenkort naar de geschiedenisboekjes Recent is onderzoek gedaan naar alternatieve technieken. Bij een hydrolyse, of ‘resomeren’, bijvoorbeeld, ligt het lichaam net als bij een crematie in een soort oven, maar hier komt geen vuur aan te pas. Water en kaliumhydroxide zorgen ervoor dat de stoffelijke resten oplossen, zodat uiteindelijk enkel beenderen overblijven. Die worden vermalen tot as die ongeveer 3% van het oorspronkelijke lichaamsgewicht bedraagt. Net als bij een traditionele crematie kan je dus de stoffelijke resten thuis, of in een urnenveld, bewaren. Een hydrolyse neemt evenveel tijd in beslag als een crematie, maar is milieuvriendelijker, plaatsbesparender, energiezuiniger en duurzamer. Bij cryomeren, yofilisatie of simpelweg vriesdrogen wordt het lichaam bewerkt door vloeibare stikstof. Eerst wordt de overledene in tien dagen gekoeld tot -18°C, waarna een bad met vloeibare stikstof (-196°C) het lichaam afbreekt. Door het dan bloot te stellen aan trillingen, gaat het lichaam over tot ontbinding. Met behulp van magneten worden (restanten van) chirurgische metalen verwijderd. Na de vriesdroging is het lichaam gereduceerd tot 25 à 30 kilogram as, die in een kist of urne wordt bewaard. Meestal wordt die kist ondiep begraven, want na zes tot twaalf maanden kan de as dienstdoen als compost. Zo kan je het overlijden een nieuwe betekenis geven door bijvoorbeeld een boom te planten.

FABEL FEIT

In België worden die nieuwe manieren van bezorging echter nog niet toegelaten wegens ethische bezwaren. De Vlaamse Uitvaartunie hoopt alleszins op een mentaliteitswijziging de komende jaren.

een oplossing. Wanneer iemand thuis wordt opgebaard, is het op elk moment mogelijk om afscheid te nemen. De drempel om een laatste groet te brengen kan ook lager zijn, doordat de omgeving al gekend is. Hou wel rekening met de keuze van de ruimte: de woonkamer is niet ideaal wanneer bezoek enkel de nabestaanden wil condoleren zonder het lichaam te groeten. Vaak wordt dan ook de slaapkamer, of een andere ruimte waar de overledene veel was, gebruikt als opbaarruimte.

FABEL

Met de as van je geliefde mag je een tatoeage laten zetten Een sierurne speelt nog steeds een belangrijke rol voor de nabestaanden, maar meer en meer zoeken ze naar alternatieven om een dierbare (nog) dichter bij zich te houden. Zo zijn rouwjuwelen de laatste jaren enorm populair. Rouwringen, -armbanden en -kettingen bevatten een kleine ruimte, een ‘asschuif’, waarin een deeltje van de as van de overledene kan worden bewaard. In Wallonië is het nog maar sinds een jaar of tien mogelijk om as mee naar huis te nemen, waardoor sierurnen en rouwjuwelen daar nu pas min of meer ingeburgerd raken. Daarnaast kiezen sommigen ervoor om een tatoeage te laten zetten. De inkt die dan gebruikt wordt, is een samenstelling van tattoo-inkt en de as van de overledene. Een rouwtattoo is dus enkel mogelijk bij een crematie. Aangezien tattoo-inkt 100% steriel moet zijn en as dat in se niet is, wordt die eerst verhit. Door de risico’s op infecties wordt een rouwtattoo vaak afgeraden.

FEIT

Alleen bij de begrafenisondernemer kan je de overledene groeten Het is inderdaad zo dat de meesten na een overlijden hun dierbare onderbrengen bij een begrafenisondernemer. Maar welke invulling dat gegeven krijgt, verschilt, aangezien Vlaanderen en Wallonië er verschillende gewoontes op nahouden. Zo ligt de overledene in Vlaanderen vaak op een tafel, terwijl in Wallonië een kist nog steeds een belangrijke positie heeft. De nabestaanden bepalen zelf of die kist open of gesloten blijft. Als je begrafenisondernemers en mortuaria te afstandelijk vindt, dan is thuis opbaren, een relatief ‘oud’ fenomeen dat recent weer aan terrein wint, misschien wel nota bene - Het magazine van Notaris.be

31


tekst Maud Vanmeerhaeghe

Begrafeniskosten in beeld “Een begrafenis kost al snel rond de 5.000 euro”, lees je wel vaker. Afhankelijk van bepaalde keuzes kunnen die uitgaven soms zelf oplopen tot 10.000 euro en meer. Maar hoeveel kost een begrafenis nu echt? En welke keuzes zorgen voor de grootste hap uit je budget? Nota bene geeft een indicatie van de te verwachten kosten. wat

inhoud

prijs

Dokter

Overlijden vaststellen

Prijs dokter

Overlijdensakte

Op te halen in gemeentehuis

gratis

Basiskosten

Ophaling, verzorging en opbaring van de overledene

€1000 - €2000

Administratieve formaliteiten geregeld door de begrafenisondernemer zelf Organisatie van de begroeting van de overledene De ‘basiskosten’ bij een overlijden schommelen tussen 1000 en 2000 euro. Daarbij horen de ophaling, verzorging en opbaring van de overledene door de begrafenisondernemer. Ook de administratieve formaliteiten, zoals de aangifte van het overlijden bij de burgerlijke stand van de gemeente, zijn taken van de begrafenisondernemer. Onder het ‘basispakket’ valt ten slotte ook de organisatie van de begroeting van de overledene. Let wel: het gaat hier om een indicatie. Afhankelijk van de begrafenisondernemer kunnen prijzen verschillen. Rouwdrukwerk

Rouwbrieven en rouwkaartjes: afhankelijk van aantal stuks, kleur, soort papier...

€450 (100 brieven en 250 kaartjes)

Rouw-advertentie

Keuze tussen regionale krant of landelijke krant + prijsverschil weekdag < weekend

regionaal €300-500 landelijk €1200-2000

Papiersoort, zwart-wit of kleur, formaat, oplage... Heel wat factoren hebben een invloed op de kostprijs van het rouwdrukwerk, en die prijs kan al gauw oplopen. Heb je behoorlijk wat mensen op de hoogte te brengen van het overlijden, dan is het soms aangewezen om een rouwadvertentie te verkiezen boven rouwbrieven. Uiteraard krijgt de naaste familie en/of vriendenkring een persoonlijke brief, maar verdere vrienden, kennissen of, bij een eigen bedrijf, klanten kan je gemakkelijk op de hoogte brengen via de krant. Afhankelijk van het netwerk dat je wil bereiken, kies je voor een advertentie in een huis-aanhuisblad, de regionale krant of landelijke krant.

32

nota bene - Het magazine van Notaris.be


wat

inhoud

prijs

Crematie/ begrafenis

Crematie (afhankelijk van crematorium)

€500 - €1300

Asverstrooiing (verschil bij crematorium vs. bv aan zee)

€90-€450

Kist / lijkwade

€400-€2500 / €275-€1200

Urne

€40-€2000

Concessie: urnenkelder/urne in volle grond (afhankelijk van woonplaats en aantal jaar)

€500-€975 / €190-€650

Wist je dat… een begrafenis in Vlaanderen al gauw 700 euro meer kost dan in Wallonië?

Begrafenis Kist / lijkwade Grafsteen (prijs kan oplopen) Grafconcessie: grafkelder / begrafenis in volle grond / columbarium (afhankelijk van woonplaats en aantal jaar)

€2000 €400-€2500 / €275-1200 €1250-5000 €500-€6500 / €500-€650 / €500-€650

Niet alleen tussen een crematie en een begrafenis bestaat een prijsverschil, ook in Vlaanderen en Wallonië verschillen de prijzen. Zo betaal je in Wallonië rond de €4100 voor een crematie, terwijl je daarvoor in Vlaanderen €5400 neertelt. Het prijsverschil bij een begrafenis is minder groot: gemiddeld €5100 in Wallonië tegenover zo’n €5400 in Vlaanderen. Prijzen variëren zowel bij een begrafenis als een crematie enorm, afhankelijk van je woonplaats en het aantal concessiejaren. De kist is zowel bij een crematie als bij een begrafenis de prijsbepalende factor. Bedragen schommelen tussen de €400 en €2500. Voor een milieuvriendelijke of massief mahonie kist betaal je al snel meer, kisten van eiken fineer zijn een goedkoper alternatief. Een andere mogelijkheid dan een kist is een lijkwade, maar ook hier is de prijs recht evenredig met de materiaalsoort. Uitvaart-ceremonie

Begeleiding ceremoniemeesters en dragers

€700

Locatie: eigen tuin vs. zaal vs. kasteel

€1000-2500

Rouwvervoer: rouwfiets vs. lijkwagen (€200-€620) vs. paard en kar Bloemen: geen vs. één vs. luxe (€40-€250) Livemuziek

€450

Opname op CD/DVD

€40

Foto- of filmreportage

€500

De kostprijs voor een uitvaartceremonie varieert tussen 1000 en 2500 euro. Die prijs wordt grotendeels bepaald door de locatie en het rouwvervoer. Een uitvaart op een eigen locatie kent een andere prijs dan een dienst in een ceremoniezaal of kasteel. Een lijkwagen is standaard zwart, voor een andere kleur of soort auto wordt een meerprijs gerekend. Bij de ceremoniekosten zijn de ceremoniemeesters en kistdragers inbegrepen. Hou rekening met een meerprijs als je de dienst een persoonlijke toets wil geven. Livemuziek kan bijvoorbeeld tot €450 kosten. Opname van de dienst op CD of DVD draait rond de €40, een film- of fotoreportage kost je gemiddeld €500. Koffietafel

Afhankelijk van: • Locatie • Soort: koffie + taart, lunch... • Aantal personen

€10-€28/p.

Na de uitvaartceremonie wordt veelal tijd gemaakt om na te kaarten of herinneringen op te halen met een koffie of een broodje. Afhankelijk van hoe je dat moment inricht, wordt de prijs per genodigde bepaald. De locatie is voor een groot deel doorslaggevend, net als de voorziene catering. Voor een koffietafel met koffie en gebak reken je op een tien euro per persoon. Een uitgebreidere maaltijd met broodjes, beleg en koffie kan al voor 14 euro per persoon. Ook hier ga je zo uitgebreid als je zelf wil: voor een receptie-met-maaltijdvorm kunnen de kosten oplopen tot 28 euro per persoon. nota bene - Het magazine van Notaris.be Bronnen: dela.be, Nationale Federatie van Begrafenisondernemers, mefirst.be, begrafenis-uitvaart.net

33


34

nota bene - Het magazine van Notaris.be


Wat wil je doorgeven aan wie na je komt? Welke objecten zijn van onschatbare betekenis of waarde en zou je willen vrijwaren van de vergetelheid? Welke voorwerpen definiëren wie je bent? Nota Bene vroeg Dominique Persoone welke objecten hij in een tijdcapsule zou stoppen voor de volgende generatie.

“Ik vind het machtig dat collega's me imiteren” tekst Dirk Remmerie

foto's Jan Crab

IDENTIKIT Zijn levensverhaal laat zich lezen op zijn lichaam. Kantelpunten worden tekeningen worden tattoos. Het lijf van Dominique Persoone (50) is een open boek en vertelt vooral over de liefde: voor zijn zoon Julius (rechteronderarm), zijn echtgenote en zakenpartner Fabienne (verbeeld als de María de Guadelupe op zijn linkerzij) en – hoe kan het ook anders – chocolade (zowat overal). In zijn dooie eentje zorgt de wereldvermaarde chocolatier uit Brugge er al een kwarteeuw voor dat ‘praline’ niet langer rijmt op ‘pépé’ en ‘mémé’. Sterker nog, hij strooide er een flinke snuif rock-‘n-roll over. Vraag dat laatste maar aan de Rolling Stones die vol lof waren over de ‘Chocolate Shooter’ – een chocoladesnuifmachine –, een stoned idee van Dominique waarmee hij furore maakte op het verjaardagsfeestje van Ron Wood en Charlie Watts in Brussel. “Mick Jagger die gratis mijn pr verzorgde. Machtig, hé!” Waar je Persoone nog van moet kennen? Van zijn The Chocolate Line-winkels in Brugge en Antwerpen. Van zijn tv-optredens. Van zijn boek Cacao: de chocolade route, dat verkozen werd tot het beste chocoladeboek ter wereld (Gourmand Cookbook Award). Van zijn vermelding in de Michelingids. Van zijn cacaoplantage in Mexico. Van zijn chocoladelippenstift. Van zijn… Een meer dan bezige bij, die Dominique. Over bijen gesproken: hij is ook imker en peter van de Week van de Bij.

The Chocolate Line aan het Simon Stevinplein in Brugge lijkt een bedevaartsoord voor zoetekauwen uit alle hoeken van de wereld. “Je zou het niet zeggen, maar in het prille begin was hoon en spot mijn deel. Wie experimenteerde met ingrediënten als chilipepers, spek of rode biet kon toch niet anders dan een ‘klare zot’ zijn?”

D

at chocolade nu fun en sexy is, heeft zo niet alles dan toch veel te maken met de visie en de daadkracht van die ‘klare zot’. “Daar ben ik best wel trots op”, zegt Dominique – breed glimlachend terwijl de zoveelste Oosterse klant een selfie met de Shock-o-latier neemt. De transformatie van duffe praline – ooit het populaire cadeau bij een bezoek aan een bestofte tante of nonkel – naar culinaire chocoladecreatie, dát vindt Dominique veruit zijn grootste verwezenlijking. “Steek dat maar in mijn tijdscapsule. Ik heb lang nagedacht over wat ik zou willen bewaren voor latere generaties of wat iets over mij persoonlijk zegt, maar eerlijk: ik vind dat behoorlijk egocentrisch. Het is alsof je zegt ‘Kijk eens hoe goed ik ben.’ En tezelfdertijd denk ik aan dat Braziliaanse gezegde: dat een echte man een boek moet schrijven, een zoon moet krijgen en een boom moet planten. Ik heb het geluk dat ik dat allemaal al op mijn nota bene - Het magazine van Notaris.be

35


conto mag schrijven. (lacht) Zo’n boek, bijvoorbeeld, vind ik best wel tof, maar kippenvel krijg ik daar toch ook niet van.” Maar dat je je criticasters van het eerste uur een neus kunt zetten, dat geeft je wel een kick. “Dat is meer emotioneel dan egocentrisch. Toen ik mij meer dan 25 jaar geleden toelegde op chocolade, was alles megaklassiek: praliné, marsepein, karamel en daarmee was de kous af. Niets mis mee, maar saai. Met mijn koksopleiding en ervaring in tal van befaamde sterrenrestaurants keek ik er anders naar. Vergelijk het met Frankrijk dat altijd gezien werd als het land van de gastronomie, maar op een bepaald moment voorbijgestoken wordt door Spanje (El Bulli, met Ferran Andrià), de Scandinavische landen (Noma, met René Redzepi) en zelfs Engeland (The Fat Duck, met Heston Blumenthal), omdat het zichzelf vastrijdt in steeds hetzelfde, klassieke stramien. Ik begon dus te experimenteren: chocolade met wasabi, met tomaten, gefruite ui, ansjovis… De chocolatiers die toen het mooie weer maakten, verklaarden me gek. Ze lachten me uit en weigerden zelfs mijn creaties nog maar te proeven. Ik zette door. Net zoals de Franse keuken kraakte van de klassieke benadering, had ook het imago van de wereldberoemde Belgische chocolade stof verzameld. Hoog tijd om een moderne toets te geven aan ons chocoladeverhaal. Mijn mentor Ferran Adrià (El Bulli) steunde me daarin en zei: ‘Dominique, je moet eerlijk zijn met jezelf. Als je pralines met asperges echt lekker vindt, dan moet je ze in je etalage leggen. Maar je moet ze er niet leggen om koste wat het kost te tonen dat je ‘een speciale’ bent.” Die experimenten hesen je in de Michelingids. “Als een van de vier chocolatiers wereldwijd, ja. En meteen verdween de tegenwind en leverde ik aan de allerbeste restaurants in binnen- en buitenland. Ook in de hotelscholen kunnen ze niet meer volgen met de opleiding chocolade, ze noemen het het Dominique Persoone-effect. Nu zijn er heel veel chocolade speciaalzaken en soms zeggen ze me dat die mij imiteren, maar ik vind dat machtig. Nogmaals, het kan me niet veel schelen om fysiek iets achter te laten, maar dat ik de gangmaker ben van een nieuwe mentaliteit stemt me wel tevreden.”

36

nota bene - Het magazine van Notaris.be

De chocolatier van een kwarteeuw geleden is nu een ondernemer van een bedrijf met 43 medewerkers. Was dat het plan? “Ik geloof niet in grote plannen. Ik vertrouw des te meer op mijn oerinstinct. Volg wat je buik je influistert, want meestal is wat je aanvoelt ook juist. Toen ik de eerste keer het Paleis op de Meir binnenstapte, was ik overdonderd door zoveel geschiedenis en schoonheid. Voor ik het goed en wel besefte, had ik de gigantische sleutel van het pand in handen en openden we onze tweede winkel. Veel businessplan kwam daar in alle eerlijkheid niet aan te pas. Je moet durven.” Verraadt die houding dat je een zondagskind bent? Geboren voor het geluk? “Je moet vooral niet bang zijn om te falen. We zijn allemaal veel te bang. Die schrik wordt ons al van in de kleuterklas aangepraat. Het is de kunst om kind te blijven en je spontaniteit niet te verliezen. Wellicht loop je nu en dan tegen de muur, maar je zal veel meer bereiken.” Heb je Julius, je zoon, in die filosofie opgevoed? “In het begin heb ik geprobeerd hem in een bepaalde richting te sturen, maar dat was dom van mij. Ik leidde hem naar de gitaar en naar de scouts, maar hij had er een hekel aan. Nu besef ik dat je je kinderen zelf verliefd moet laten worden op dingen. Wat ik hem wel wil meegeven zijn enkele waarden die ik essentieel vind: eerlijkheid, beleefdheid en vriendschap.”


IN DE TIJDSCAPSULE Machete “Veertig of vijftig moet ik er intussen hebben, maar de eerste blijft toch altijd bijzonder. Ik heb het over mijn machetes. Telkens als ik op expeditie ga in Midden- of Zuid-Amerika, op zoek naar de beste cacaobonen en nieuwe verhalen, koop ik er een. Nooit ga ik de jungle van Mexico, Belize, Panama of Brazilië in zonder gigantisch kapmes. Het geeft me een veilig gevoel, want zo’n expeditie is geen zondagse walk in the park. Elke machete doet me terugdenken aan een bepaalde expeditie. Ik doe er zo’n twee per jaar, want ik ben ervan overtuigd dat reizen goed is voor de hersenen. Hoe meer je reist, hoe ruimer je geest.” Grond “Hoe onooglijk kan het lijken: aarde in een gedeukte plastic fles. Het is grond van mijn cacaoplantage in Yucatán (Mexico) – de thuis van de beste cacaoboon op aarde, de criollo. In een van de duizenden cenotes (diepe putten of kloven vol water die volgens de Maya’s toegangspoorten waren tot de onderwereld) vonden we de pure boon, waarmee we nu kweken. Samen met mijn compagnon de route, de Luxemburgse chocolatier en wereldreiziger Mathieu Brees, beslisten we in de tijd van een paar tequila’s dat een eigen plantage een goed idee zou zijn. En zo geschiedde. Opnieuw dat buikgevoel, he.” Bibendum “Het Michelin-mannetje draagt zichtbaar sporen van een bewogen verleden, maar dat maakt hem alleen maar sympathieker. Ik kreeg de Bibendum (zo heet dat bandenventje) van mijn team toen we een plekje veroverden in de Michelingids. Ik wist niet eens dat dé culinaire bijbel aandacht had voor chocolatiers. Blijkt dat er wereldwijd vier een vermelding krijgen. Zo’n eerbetoon is voor mij altijd top geweest, niet omwille van de poeha die er rond de sterren verkocht wordt, wel omdat het symbool staat voor hard werk en tomeloze passie. Het mannetje hing heel lang in mijn atelier. Telkens als ik ernaar keek, spoorde het mij aan om nog beter te doen.” Maria de Guadelupe “Deze gouden amulet van Onze-Lieve-Vrouw van Guadalupe (María de Guadelupe), is het symbool van mijn liefde voor mijn vrouw Fabie(nne). De verering van deze Maria – ze is de beschermvrouw van Latijns-Amerika – in de kathedraal van Mexico-Stad grenst aan het ongelofelijke. Wie haar wil groeten, moet op een lopende band staan. Ik vind het een megamachtige Maria die symbool staat voor kracht. Niet dat ik zo gelovig ben, maar ik vind deze Onze-Lieve-Vrouw veel toffer dan die van Lourdes. (lacht) Mijn vrouw draagt haar beeltenis meestal rond haar nek, ik heb haar laten tatoeëren in mijn zij. Fabie en ik, wij hebben haar en elkaar altijd dicht bij ons.” Mariabeeldje “Ik heb lang getwijfeld of ik dit Mariabeeldje zou meepakken, maar de emotionele waarde is zó groot. Ik heb het van mijn grootmoeder, en zij op haar beurt van haar grootmoeder. Financieel is het van nul en generlei waarde – mocht ik het in een winkel zien, ik zou er geen eurocent voor betalen –, maar dit beeldje stond altijd in de kruidenierswinkel van mijn grootouders. Als symbool van energie en vrede. Mij is het te doen om het verhaal, om de geschiedenis en om het bewijs dat ondernemen ons in de genen zit. Het heeft geen enkele religieuze betekenis. Eigenlijk zou ik het hier in de winkel moeten zetten, maar dat is er nog niet van gekomen. Misschien moet ik er nu maar eens werk van maken.”

nota bene bene -- Het Het magazine magazine van van Notaris.be Notaris.be nota

37


tekst Gilda Benjamin

foto Jan Crab

ONDERNEMEN

Véronique Culliford: de hoedster van het dorp

De Smurfen vieren hun 60ste verjaardag Wie had dat gedacht: grappige, kleine wit-metblauwe figuurtjes die in een paddenstoelendorp wonen. Een zeer onwaarschijnlijk scenario, maar intussen vieren die mannetjes al hun 60ste verjaardag. En de hele wereld is nog steeds gek op de Smurfen, het product van de verbeelding van Peyo. Zijn dochter, Véronique Culliford, zet het patrimonium dat uniek is in de wereld, voort.

grappige taaltje, dat iedereen begrijpt, is het resultaat van een vriendschappelijke discussie tussen Peyo en Franquin. Intussen zijn er 35 miljoen albums verkocht, die allemaal ook in tientallen talen verschenen, zijn er drie themaparken gebouwd en kwamen er nog andere striptekeningen bij. Maar het bedrijf blijft tot de verbeelding spreken. Dat is allemaal te danken aan zijn kinderen Véronique en Thierry, die er alles aan doen om de herinnering aan Peyo, die ons te snel heeft verlaten, in ere te houden. Sapperdesmurf! Beschouw je je bedrijf IMPS als een familieverhaal?

H

et Smurfenavontuur, waarbij je helemaal wordt ondergedompeld in de wereld van onze sympathieke helden, draait nog steeds op volle toeren in Brussels Expo. Tot januari blijven ze daar, daarna vertrekken ze op wereldtournee. Want 60 jaar, dat verdient een feestje. We zien Smurfen verschijnen op een vliegtuig van Brussels Airlines, op een fresco in het centrum van de stad, op het openbaar vervoer... Met duizenden zijn ze, in boeken, films en op tal van afgeleide producten. Maar laat ons vooral niet vergeten dat ze zijn geboren op 23 oktober 1958 in het album ”De fluit met de zes Smurfen” van Peyo. Het was niet de bedoeling dat ze permanent zouden blijven. Maar het publiek was zo enthousiast dat de auteur nog andere avonturen bedacht en dat hij zich verplicht zag om zijn andere helden naar het achterplan te schuiven. Het bekende

38

nota bene - Het magazine van Notaris.be

”Inderdaad. Mijn vader begon alleen met dit verhaal, daarna hebben we er samen aan verder gewerkt, en in 1984 ben ik op eigen benen verder gegaan. Ik zet het verhaal voort. Ik moest onafhankelijk kunnen zijn en om die reden heb ik mijn eigen bedrijf IMPS opgericht. Door die beslissing kon ik verder werken met mijn vader en kon ik de licenties voor de Smurfen verder verkopen zoals ik daarvoor deed, maar had ik meer vrijheid. Toen hij stierf, hadden we uiteraard extra kosten, maar we hebben alles logisch afgehandeld. Mijn vader en ik hebben daar eigenlijk nooit discussie over gehad. Hij vond het perfect normaal dat zijn verhalen zouden voortbestaan, in tegenstelling tot Hergé, die op papier had laten zetten dat hij wenste dat zijn personage samen met hem zou verdwijnen. Aangezien mijn broer en ik al een tijdje met onze vader samenwerkten, wou hij


nota bene - Het magazine van Notaris.be

39


dat we zijn werk zouden voortzetten. Hij had dat zelfs gezegd in meerdere interviews. Mijn vader is vroeg heengegaan. Hij was 64, ik was 34. De structuur van het bedrijf is sindsdien uiteraard sterk veranderd. Toen mijn vader nog leefde, waren we met vijf à zes personen plus de studiotekenaars. Intussen werken we met een ploeg van 40 mensen.”

nomen. Mijn vader was daar dol op. Daarna is hij ook verder gegaan met de Smurfen. De verhalen worden uitgewerkt door gespecialiseerde scenaristen maar Thierry is er om de boel in gang te zetten en om ervoor te zorgen dat dat wereldje een bepaalde geest behoudt.”

Hoe hebben jij en jouw broer de taken verdeeld toen jullie besloten om samen te werken met jullie vader?

”En hoe! Men noemt mij vaak de hoedster van de tempel. We hebben een patrimonium dat gerespecteerd moet worden en dat moet blijven bestaan. En we willen ook het Belgische en familiale karakter behouden. Dat moeten we altijd voor ogen houden, en tegelijk staan we open voor de wereld om ons heen. Het bedrijfsleven is sterk geëvolueerd, net als de maatschappij en de smaak van de mensen. We moeten veel dingen weigeren en anderzijds accepteren die we twintig jaar geleden ondenkbaar hadden geacht. Het klopt dat mijn vader altijd heeft geweigerd om de Smurfen deel te laten uitmaken van de echte wereld. Je kan je dus wel voorstellen dat hij de Smurfen in New York maar niks had gevonden. Maar als hij erover zou nadenken, had hij zich zeker laten verleiden door het idee om een langspeelfilm te maken die zich daar afspeelt, zoals we hebben gedaan in 2011. Ons motto is: laten we openstaan voor hedendaagse projecten, maar laten we smurfig blijven! We willen absoluut de rode draad die mijn vader heeft bedacht behouden, net als de omgeving en de waarden van de personages, want dat zijn de dingen die zorgen voor hun wereldwijde succes.”

”Dat ging heel natuurlijk. Ik heb mij het bureau van mijn vader min of meer toegeëigend, want ik vond dat het slecht beheerd werd. Overal lagen stapels papier. Ik heb gebruik gemaakt van een moment toen mijn ouders op reis waren om alles op orde te brengen. Ik denk dat hij uiteindelijk niet meer zonder mij kon. Alles wat ik vandaag weet, heb ik al doende geleerd. Daarna heb ik mij omringd met bijzonder competente mensen in wie ik het volste vertrouwen had. De grote kwaliteit van een bedrijfsleider is om je eigen zwakheden te erkennen, om dan anderen met de juiste kwaliteiten aan te spreken. Je kan niet alles zelf doen. Dan loop je het risico dat je er al heel snel vandoor gaat of dat je niet kan groeien. De Smurfen mogen dan klein zijn, het huis moet groot zijn, zodat we de hele wereld aan het lachen kunnen brengen. Gisteren, vandaag en morgen.” ”Mijn broer Thierry is dan weer een zeer creatieve geest en hij heeft van mijn vader zijn zin voor humor en scenario’s geërfd. Hij is dus als vanzelf aan de scenario’s van de Smurfen beginnen werken. Eerst samen met mijn vader en daarna om het werk voort te zetten. Hij heeft eerst de avonturen van Johan en Pirrewiet overge-

Moet je een patrimonium verdedigen?

Je wordt geconfronteerd met een overvloed aan aanvragen van alle types. Hoe zorg je ervoor dat je de Smurfenfilosofie geen oneer aandoet en dat je trouw blijft aan je rode draad? ”Voor elk voorstel, elk product en elke ondertekende licentie denken we uitgebreid na: aanvaarden of niet, uitwerken, opvolgen... Zomaar alles aanvaarden, daar is geen sprake van. De kwaliteit is het belangrijkste. We krijgen regelmatig te maken met ongelofelijke, gekke projecten, maar die zijn ook erg opwindend. Een vliegtuig met Smurfen op om hun 60ste verjaardag te vieren leek ons echt ondenkbaar, maar kijk. En ik kan je verzekeren dat onze trukendoos nog niet leeg is. Binnenkort vliegt een kleine Smurf de ruimte in. Een Canadese astronaut die fan is van onze personages, gaat altijd wandelen met de Ruimtesmurf. Zijn vrouw heeft ons gecontacteerd en ik weet nog niet in welke vorm, maar er zal een klein figuurtje worden losgelaten in de stratosfeer! Het is heel eenvoudig, de Smurfen komen

40

nota bene - Het magazine van Notaris.be


steeds dichter bij mijn papa... Ik krijg er rillingen van. Mijn werk is echt fantastisch. Mijn leven wordt zo sterk doorweven met magische momenten dat het beheer van zo’n bedrijf op geen enkele manier zwaar aanvoelt.”

”Laten we openstaan voor hedendaagse projecten maar laten we smurfig blijven!”

vandaag van bewust wie hun grootvader was. Toen ze klein waren, speelden ze met de producten die ik meebracht naar huis. Nu zijn ze zich bewust van het uitzonderlijke werk dat hij verricht heeft en zijn ze fier om te zien dat zijn werk wordt voortgezet. Zelfs als ze beslissen om niet in het bedrijf te werken, zullen ze op een dag zelf ook een patrimonium moeten beschermen. De bescherming van het auteursrecht zal het belangrijkste zijn.” De vraag over de auteursrechten is inderdaad één van de belangrijke vragen voor het bedrijf. ”Wij zijn een kleine kmo die meespeelt met de grote jongens, in de hele wereld en in een waaier van verschillende projecten: de uitgeverij, de licenties, het audiovisuele, de attractieparken, onze deelname aan liefdadigheidsprojecten...” Wat is het meest opwindend aan jouw beroep?

Moet het dromerige overal aanwezig zijn om het publiek te kunnen raken? ”Ik denk van wel. Ik heb trouwens nog altijd een kinderlijke, vrolijke kant. Mijn mama en papa hadden dat ook. Dat is de geest waarin ik ben opgevoed en ik hoop dat ik mijn ouders nooit teleurstel. Zij spoorden ons altijd aan om onze dromen waar te maken maar tegelijk nederig te blijven. Ik ben mij daar sterk van bewust: ik moet een erfenis en waarden doorgeven, maar ik mag niet vergeten mezelf te blijven. Ik denk constant aan mijn vader. Door mijn werk is hij inderdaad overal, maar ik heb ook zijn foto op mijn bureau staan. Bij elke beslissing die ik neem, vraag ik me af hoe hij erover gedacht zou hebben.” Hoe blijft zijn herinnering voortleven? ”Ik praat daar vaak over rondom mij, met mijn kinderen en kleinkinderen. Dan haal ik alle mooie momenten op die we samen hebben beleefd, ook al is hij te vroeg gegaan. Ik heb volwassen kinderen en een tiener thuis. Ze zijn er zich

”Elke dag het enthousiasme zien branden in de ogen van mijn medewerkers. We wisselen regelmatig van gedachten over de leuke projecten die lopen. De mensen die voor ons werken, doen dat trouwens al lang. De harde kern is na al die jaren nog steeds dezelfde. Je moet een evenwicht vinden tussen de ”oude garde”, de ”wijzen” van het eerste uur, en de jongeren die helpen om ons klaar te stomen voor de toekomst. We zijn bezig met de ontwikkeling van een nieuwe stripreeks voor 2021 en werken dus ook samen met jonge grafici. Het hele team werkt eraan mee. Ikzelf lees en herlees synopsissen en scenario’s en evalueer samen met hen of dit of een ander personage nodig is voor het verhaal. Ik ben in feite constant bezig met de lectuur van alle projecten, tot het kleinste toe. Ook al word ik omringd door zeer competente mensen, dan nog ben ik op de hoogte van alles. Er bestaat een ”Bijbel” van het huis, een soort gebruiksaanwijzing waarin staat wat je wel of niet mag doen met de Smurfen. Het zijn precieze details over bijvoorbeeld het gebruik, de codes en de maten van de persona-


ges. Op basis daarvan kan er gecreëerd worden. Ik ben dus zeer nauw betrokken bij de opstart van elk project. Daarna loopt alles vanzelf. Het feit dat ik elke dag aanwezig ben, kan antwoorden op vragen en kan samenleven met mijn team, is een voordeel voor iedereen. Je bent even oud als de Smurfen. Wat heeft dit ongelofelijke professionele en menselijke avontuur je over jezelf geleerd? ”Het heeft me uiteraard geleerd om mezelf te overtreffen. Maar ook dat ik van elke dag die het leven biedt, moet profiteren, want het gaat zo snel. Ik was 19 jaar toen ik begon op het bureau van mijn vader. Ik sta dus al 40 jaar ten dienste van de Smurfen en ik heb me nog geen dag verveeld. De dag dat ik geen zin meer heb om naar het werk te vertrekken, ga ik met pensioen. Dat zit er nog niet aan te komen.” ”Ik heb bij de opstart van het bedrijf twee idioot drukke periodes meegemaakt, maar ik heb geleerd om die te voorzien. Elke vier jaar is er een nieuwe generatie kinderen, bepaalde productlicenties slaan niet meer aan, je moet vernieuwen, innoveren, andere landen en streken benaderen... En je moet de wereld zin geven om van de Smurfen te blijven houden. De marketingdienst, die tien jaar geleden niet bestond, heeft zich dus sterk ontwikkeld. Dat is cruciaal gebleken dit jaar van de 60ste verjaardag, in het licht van tal van evenementen en een hele rist projecten die zijn opgestart in België, Frankrijk en in de buurlanden. Die projecten kunnen vervolgens geëxporteerd worden. Het Smurfenavontuur gaat op reis: er zijn ook andere tentoonstellingen die zo ongeveer overal georganiseerd worden, we hebben samenwerkingen opgestart met treinen, trams...”

“Ik sta al 40 jaar ten dienste van de smurfen en ik heb me nog geen dag verveeld”

Blijven strips belangrijk in deze tijd van schermen en het internet? ”Elk jaar moet er een nieuwe strip komen. Dat hebben we contractueel vastgelegd met de uitgeverij. Er moet dus een scenario ontwikkeld worden. Strips zijn onze wortels en daar zijn we erg aan gehecht. We bestaan dankzij het stripverhaal en we zullen nooit vergeten waar we vandaan komen. Het is belangrijk dat kinde-

42

nota bene - Het magazine van Notaris.be


nota bene - Het magazine van Notaris.be

43


ren blijven lezen. Elke strip van de Smurfen heeft een dubbel lezerspubliek: kinderen en volwassenen. Op die manier kunnen we een verband leggen tussen de ouders en de rest van de familie. Zelfs als er ook boeken zijn speciaal voor kleine kinderen. Of het nu gaat om de Smurfen, Johan en Pirrewiet of Steven Sterk, één van de grote kwaliteiten van de strips van mijn vader is dat je ze kunt begrijpen zonder alle tekstballonnetjes te lezen. De tekeningen en klanknabootsingen zijn zo expliciet dat ze bijna voldoende zijn op zichzelf. Dat is een principe dat hij zijn team heeft ingepeperd en dat vandaag de dag nog altijd geldt. Als je een tentoonstelling ziet met tekeningen van mijn vader, dan zie je vanzelf hoe expressief zijn stijl is. Een tekening is een theatervoorstelling op zich.” Welke zijn de scherpste herinneringen met je vader? ”Mijn vader werkte thuis. Onder het dak hadden mijn broer en ik een enorme speelzaal waar we veel lawaai maakten, riddertje speelden, naar muziek luisterden op het hoogste volume... De studio van mijn vader zat daar vlak onder, maar hij heeft daar nooit tegen geprotesteerd. Nochtans werkte hij heel veel en waren zijn uren bijzonder onregelmatig. Hij stond ‘s nachts op om te tekenen. We zagen papa voornamelijk bij het middageten. Maar wanneer we thuiskwamen van school, gingen we hem altijd dag zeggen. Ik vond het als kind ook geweldig om samen met hem te tekenen terwijl ik op zijn schoot zat. Door met hem samen te werken, hebben we die band nog versterkt. Mijn moeder vroeg dan ook om tijdens het eten op zondag over iets anders dan Smurfen te praten.” Op welke Smurf lijk je het meest? ”Dat hangt af van het moment van de dag. Moppersmurf steekt ‘s morgens de kop op (lacht). Maar Smurfin is de hele dag bij me. Het is een koppige vrouw, een ijzeren hand in een fluwelen handschoen... Een blauwe, uiteraard. Haar boodschap is duidelijk: ook als je grote verantwoordelijkheden hebt, kan je vrouwelijk blijven. ‘s Avonds voel ik me dan weer geïnspireerd door Lolsmurf. Ik ben een echte sfeermaker!” www.smurfexperience.be

44

nota bene - Het magazine van Notaris.be


“Als je een tentoonstelling ziet met tekeningen van mijn vader, dan zie je vanzelf hoe expressief zijn stijl is. Elke tekening is een theatervoorstelling op zich�

nota bene - Het magazine van Notaris.be

45


tekst Maud Vanmeerhaeghe (blz.47 en 50) Élodie Devillers (blz.48 en 49)

De wijde wereld als werkplek Elke dag vestigen zich gemiddeld ongeveer honderd landgenoten in het buitenland. De grote meerderheid zoekt het niet al te ver en trekt naar een van onze buurlanden. In volgorde van attractiviteit: Frankrijk, Luxemburg, Nederland en Duitsland. Sommigen zoeken het iets verder. NotaBene zocht vier landgenoten op die hun drang naar avontuur en hun ondernemerszin wisten te combineren in een nieuw thuisland. Wat hen dreef? “Het slechte weer in België.” “Een dringende nood aan een nieuwe levensstijl.” “Een droom sinds de kindertijd.” “Liefde voor exotisme.”

Catharina Gielis Guanajuato, Mexico “Ik denk dat ik overal had kunnen aarden” blz. 48

Philip Gardin Mindelo, Kaapverdië “Toen ik veertig werd, dacht ik: het is nu of nooit” blz. 50

46

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Nicolas Dewulf en Natascha Merana, Italië “We begonnen in Zuid-Piemonte met het minst originele plan ooit: een toeristische activiteit opzetten” blz. 47

Delphine Mottet Marrakesh, Marokko ”Iemand die niet flexibel is, wordt hier al snel gek. Je moet een tikje bohemien zijn” blz. 49


NICOLAS DEWULF EN ZIJN VRIENDIN NATASCHA Geboortedatum: Nicolas: 19 augustus 1968 - Natascha: 6 december 1974 Geboorteplaats: Nicolas: Gent Natascha: Blankenberge Woonplaats vóór verhuizing: Gent Woonplaats nu: Merana, Piemonte, Italië Verhuisdatum: 2008

Van lavendelboerderij naar vastgoedkantoor Nicolas en Natascha woonden als advocaat en psychologe in Gent, maar werden verliefd op Italië. in 2010 ging hun lavendelboederij open, vier jaar later volgde een vastgoedkantoor. Vandaag zijn ze nog steeds blij dat ze de stap zetten naar hun Italiaanse droom. Wanneer en hoe leerde je de plek kennen waar je nu woont? Wat trok je over de streep om te verhuizen? “Natascha droomde al tijdens haar kindertijd van Italië, maar je wordt volwassen en denkt realistisch te moeten zijn, dus kinderdromen verdwijnen achter in de kast. Toen mijn ex in 2000 met de kinderen naar Zuid-Frankrijk verhuisde, combineerden we een bezoek met onze vakanties in Italië. Tijdens een van die reizen begon het plots te kriebelen: hier wonen, dat is toch echt een droom?” “De lokroep van Italië werd steeds luider, en meer en meer deden we aan immo-toerisme. Toen we in België een aantal professionele beslissingen moesten nemen – we werkten ondertussen allebei als zelfstandige – besloten we het erop te wagen. We zouden opnieuw beginnen in Zuid-Piemonte met het minst originele plan ooit: een toeristische activiteit opzetten.” Welk soort bedrijf startte je op? “In eerste instantie runden we enkel Agriturismo, dat bestond uit een lavendelboerderij en vier vakantieappartementen. Na een tijd merkten we echter dat we minder zen-talent hadden dan gedacht – de winters op onze berg waren echt heel rustig –, dus schoolden we ons om tot makelaars. Zo konden we zelf buitenlanders helpen met hun Italiaanse droom. De Piemontese heuvels en Ligurische kust afstruinen op zoek naar de mooiste huizen leek ons een droomjob.”

“Eerst was Advitalia, ons nieuwe bedrijf, een klassiek Italiaans vastgoedkantoor, maar de manier van werken lag ons niet. In Italië worden makelaars gezien als bemiddelaar tussen koper en verkoper, waardoor je nooit zeker bent van exclusiviteit. Gelukkig vonden we een oplossing waarbij zowel onze cliënten als wij zich goed voelen. Advitalia is nu geen vastgoedkantoor meer, maar een bureau waarin wij werken als aankoopmakelaar en consulent. Zo weten onze cliënten dat enkel wij hen vertegenwoordigen én krijgen wij financiële zekerheid van in het begin. Een win-winsituatie voor beide partijen dus.” Tegen welke hindernissen liep je aan bij het opstarten van je eigen bedrijf? “De grootste hindernis was toch wel de Italiaanse bureaucratie. Die is niet voor niets een legendarische ramp. Wil je hier een zaak beginnen, bereid je dan voor op een hindernissenparcours, zeker als je een innovatief idee hebt in de toeristische sector. Wanneer jouw idee niet helemaal strookt met de bestaande lijstjes, is een vergunning krijgen vaak een werk van lange adem. Volhouders merken dat het uiteindelijk vaak goed komt, maar velen geven op ergens onderweg. Nu, tien jaar later, zijn we nog elke dag blij dat we de stap hebben gezet.” Welke tips kan je geven aan ondernemers in het buitenland? “Een goede voorbereiding is belangrijk, maar durf ook te springen. Wacht dus niet op 100% zekerheid, maar ga ervoor zodra je weet dat je met je plannen geen risico loopt op uithongering (lacht). Wees ook flexibel. Beter een beetje water in je droomwijn dan ter plaatse blijven trappelen. Word je echter steeds meer rigide in je wensen en wordt je eisenpakket groter, dan ben je er nog niet klaar voor. Laat het even los en pak je droom later weer vast.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

47


CATHERINA GIELIS Geboortedatum: 5 oktober 1961 Geboorteplaats: Luik Woonplaats vóór verhuizing: Brussel Huidige woonplaats: Guanajuato, Mexico Verhuisdatum: mei 2001

Juwelen op Mexicaanse bodem Catherine Gielis woont al 17 jaar in Mexico. De Belgische artieste is zo doordrongen van de lokale cultuur dat het gesprek doorweven wordt met kleine Spaanse woordjes, zangerige klanken die haar gedachten lijken aan te vullen. Als juwelier kiest ze voor een ethische toeleveringsketen en is ze een toonbeeld van interculturaliteit. Wanneer en hoe besloot je om te vertrekken? Wat trok je over de streep om te verhuizen? “Mijn ex-man en ik wilden ons allebei in het buitenland vestigen. Dat idee was al lang aan het rijpen. We wilden weg uit België, weg van het slechte weer. Voor mijn vertrek werkte ik in de toeristische sector. Door veel te reizen voor mijn job leerde ik dat ik op verschillende plaatsen kan aarden. Ik hou ervan om nieuwe horizonten te verkennen, nieuwe culturen te ontdekken. Ik denk dat ik overal wel had kunnen aarden. Waarom dan Guanajuato, hier in Mexico? Omdat het een universiteitsstad is met veel cultuur, er gebeurt hier altijd wel iets. Bovendien is Guanajuato een zeer mooie historische stad uit de tijd van het Spaanse kolonialisme en ligt ze in een natuurlijke bergachtige streek, op 2000 meter hoogte in het centrum van het land.” Heb je altijd willen ondernemen in het buitenland of had je ook een zaak kunnen starten in België? “Mijn beroep is overal mogelijk. Ik was al juwelier in België, maar ik heb die activiteit pas echt ontwikkeld in Mexico. Ik word uiteraard beïnvloed door de omgeving waar ik woon. Mijn creaties zijn zeer organisch, geïnspireerd door de natuur. Ik ben destijds verhuisd met mijn man en ons dochtertje van vier. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik hier warm

48

nota bene - Het magazine van Notaris.be

werd onthaald. Mexico is een melting pot, het is het resultaat van een lange geschiedenis van uitwisseling en de mensen zijn nieuwsgierig om anderen te leren kennen. Toen ik hier tien jaar woonde, heb ik trouwens de Mexicaanse nationaliteit aangevraagd. Ik voelde mij hier goed, dus ik wilde mij engageren, integreren, stemmen.” Welk soort bedrijf startte je op? “Een juwelenatelier voor artiesten. Ik werk alleen en heb een tentoonstellingsruimte waar ik mijn eigen werk voorstel, maar ook dat van lokale artiesten. Voor mijn juwelen werk ik met gerecycleerd zilver van bijzonder goede kwaliteit. Dat zilver wordt geleverd door een familie die recycleert op basis van röntgenstralen van ziekenhuizen en van fotomateriaal. Ik vind het zeer belangrijk om ethisch te kunnen werken. Er zijn heel wat juweliers die via die weg werken, het is een mooie kans. Er zijn wel een aantal lokale mijnen, maar die worden uitgebaat door Canada en zijn een bron van economische en sociale problemen.” Tegen welke hindernissen liep je aan bij het opstarten van je bedrijf? “Ikzelf heb eigenlijk geen obstakels moeten overwinnen. Bij de opstart moest ik de nodige documenten invullen en, zoals overal, betaal ik belastingen. Niets bijzonders dus. Ondernemen hier lijkt me eenvoudiger dan in Europa.” Wat is de gouden tip voor ondernemen in het buitenland? “Als je een passie hebt, zet dan door! Bewaar een open geest en wees flexibel en geduldig. Zorg ook dat je de taal beheerst, want anders kom je niet ver.” Zou je het buitenlandse avontuur opnieuw aangaan? “Alles is mogelijk. Zelfs al voel ik mij hier goed, je weet nooit wat er morgen kan gebeuren.”


DELPHINE MOTTET Geboortedatum: 2 juni 1972 Geboorteplaats: Brussel Woonplaats vóór verhuizing: Brussel Huidige woonplaats: Marrakesh, Marokko Verhuisdatum: januari 2002

Out of Africa en jaren 20-stijl in Marrakesh Of het nu gaat om de renovatie en smaakvolle inrichting van een riad in Marrakesh, of de opening van een winkel die zich toespitst op de koloniale sfeer van de jaren 20, Delphine Mottet leidt haar bedrijfje vanuit haar buikgevoel. Ze is een grotere avonturier dan ze durft toegeven, maar deze liefhebster van mooie dingen weet waar ze naartoe wil. Wanneer en hoe leerde je de plek kennen waar je nu woont? Wat trok je over de streep om te verhuizen? “Ik werkte in de reclamewereld, mijn partner Jean-François was geluidstechnicus. Geen van beiden wilden we verder met onze carrière en allebei wilden we onze levensstijl veranderen. Mijn moeder baatte in Brussel een winkel uit voor Afrikaanse artefacten en ik ging regelmatig naar Marokko om nieuwe items aan te kopen. Tijdens die reizen raakte ik verslingerd aan de riads, die oude huizen in de medina’s. We vertrokken met het idee om een riad te renoveren, verhuisden naar Marrakesh en kregen vervolgens twee kinderen. Ons onthaal was heel warm. Belgen hebben namelijk een goede reputatie, want we zijn discreet.” Welk soort bedrijf startte je op? “Na de geboorte van mijn kinderen ontwikkelde ik een kleine kledinglijn. Toen ik mijn atelier opende, kocht een medewerker van Marc Jacobs alles op. Maar ik was nog groen achter mijn oren. Een dergelijke verkoop streelt je ego, maar geeft je geen idee van de markt. En dat project werd vervolgens een grote flop. Het verven en de productnormen voor kinderkleding zijn heel ingewikkeld. Alles in dat project liep een beetje in het honderd en dat heeft ervoor gezorgd dat ik een klik heb gemaakt. Tien jaar na het project van de riad, keerden we terug bij onze bankier in België en gingen we een nieuwe lening aan. Ik had begrepen dat kleine ateliers in achterkamertjes niet werken in Marrakesh, maar dat je het groots moet zien. Het is tenslotte een belangrijke stad in Marokko. En zo opende

ik in 2011 het Magasin Général, dat helemaal is toegewijd aan de koloniale stijl. De inspiratie haal ik uit mijn lievelingsfilm Out of Africa, maar ook uit de stijl van de jaren 1920. Intussen werken er vijf mensen voor mijn bedrijf.” Tegen welke hindernissen liep je aan bij het opstarten? “2002 was de beginperiode van de renovatiegolf in de riads. We kwamen dus aan op het goede moment en hebben niet echt moeilijkheden gekend. Marokko heeft sinds een aantal jaren de administratieve formaliteiten om een bedrijf op te richten vereenvoudigd, en sinds kort is er ook een nieuwe wet die het statuut van zelfstandige stimuleert om zwartwerk tegen te gaan. In ons huidige bedrijf ondervinden we vooral moeilijkheden met de inklaring van de objecten die ik importeer. Ik heb die formaliteiten daarom uitbesteed aan een gespecialiseerd bedrijf in Marokko.” Wat is het grootste verschil met ondernemen in België? “Ik denk dat het verschil zich op het niveau van de regels bevindt. Die zijn niet altijd heel duidelijk. Iemand die niet flexibel is, wordt hier al snel gek. Je moet een tikje bohemien zijn.” Wat is de gouden tip voor ondernemen in het buitenland? “Ik zou zeggen: vertrek met een bepaalde naïviteit... Als je op voorhand zou weten wat er allemaal je pad zal kruisen, zou dat zeer beangstigend zijn. Ik heb altijd gewerkt vanuit mijn gevoel, maar ook vanuit een zekere onwetendheid om me niet te veel vast te pinnen.” Zou je het buitenlandse avontuur opnieuw aangaan? “Je weet nooit. We hebben in de Cévennes een oude herdershoeve gekocht die we aan het opknappen zijn. Ik zou niet meteen weten welke activiteit we daar zouden kunnen uitbouwen, behalve dan misschien geitenkaas, maar wie zal het zeggen?”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

49


PHILIP GARDIN Geboortedatum: 17 december 1966 Woonplaats vóór verhuizing: Diksmuide Woonplaats nu: Mindelo, São Vicente, Cabo Verde Verhuisdatum: september 2007

Overal is er stress, maar hier toch iets minder Vanuit zijn liefde voor het buitenland vertrok Philip Gardin in 2007 richting Kaapverdië. Hij richtte er verschillende vennootschappen op en leidt er een bureau om buitenlandse ondernemers te ondersteunen. “Werken moet je toch overal. Dan doe ik het liever op een aangename plaats.”

Hoe leerde je de plek kennen waar je nu woont? “Ik droomde er altijd al van om in het buitenland te wonen. Een gunstig klimaat, tropische temperaturen... Dat zijn zaken die ik in België miste. Toen mijn neef me eind 2006 vertelde over zijn reis naar Kaapverdië, was ik meteen voor het land gewonnen. Daarvoor had ik eigenlijk nooit van Kaapverdië gehoord (lacht). Ik was in België al ondernemer, dus waarom zou dat in het buitenland niet lukken? Toch is mijn buitenlandse onderneming het gevolg van mijn liefde voor het buitenland, en niet omgekeerd.” Welk soort bedrijf startte je op? “In de eerste plaats richtte ik verschillende vennootschappen op. Een daarvan, Cabo Impex, importeert Europese luxeproducten en verkoopt aan winkels in de dranken-, juwelen-, en cosmeticasector. Van twee winkels ben ik zelf eigenaar. Maar de importtaksen in Kaapverdië lopen op tot wel 200%. Zo is mijn business geleidelijk aan gedraaid: nu importeer ik niet alleen meer, maar produceer ik ook ter plaatse en ben ik de exportmarkt aan het verkennen. Die export is nu bijna belangrijker dan de import.” Tegen welke hindernissen liep je aan bij het opstarten van je bedrijf? “Toen ik daar aankwam, was de situatie helemaal anders. Nu start je in 24 uur een bedrijf op, toen deed ik er anderhalf jaar over om alle nodige papieren in orde te krijgen. Door die praktische rompslomp besloot ik in 2011 mijn

50

nota bene - Het magazine van Notaris.be

kantoor Cabo Invest op te richten. In dat kantoor heb ik een boekhouder, accountant en fiscalist in dienst die, voornamelijk Europese, ondernemers bijstaan in hun buitenlands traject. Die ondernemers krijgen de ondersteuning die ik tien jaar geleden zelf ook graag had gehad.” Wat is het grootste verschil met ondernemen in België? “Toen ik in Kaapverdië aankwam elf jaar geleden, was ik ervan overtuigd dat onze Belgische manier van werken de juiste was. Ik zou alles veranderen en sneller doen gaan, maar nu begin ik te twijfelen aan mijn gelijk. Ik zeg niet dat de buitenlandse manier van werken de juiste is, maar een combinatie van beide zou ideaal zijn. Ondernemen brengt overal stress met zich mee, maar die is op Kaapverdië toch iets minder. Uiteindelijk zijn er voor alle problemen oplossingen, alleen moet je hier wat meer geduld hebben.” Wat is de gouden tip voor ondernemen in het buitenland? “Neem berekende risico’s. Aan ondernemen zijn nu eenmaal risico’s verbonden, maar als de politiek en de munteenheid van het land stabiel zijn, ben je al een eind ver. Daarnaast moet je je aanpassen. Aan de cultuur, de mentaliteit, de manier van werken. Zo geraak je het snelst vooruit.” Zou je het buitenlandse avontuur opnieuw aangaan? “Ja, maar ik zou tien jaar vroeger vertrekken. Naar het buitenland trekken was een van mijn vroege dromen. Toen ik veertig werd, besefte ik dat het nu of nooit was. Dus ben ik vertrokken. Pas op, het was niet simpel in het begin. Maar je werkt, leert mensen kennen en voelt je meer en meer thuis. Soms denk ik: “Was ik hier al tien jaar eerder geweest, dan stond ik nu veel verder.” Maar aan de andere kant: had ik de stap toen niet gezet, dan stond ik nu nog nergens.”


tekst Bo Bogaert foto Thomas De Boever

Notaris Christophe Blindeman

Elke ondernemer verdient een tweede kans Op 1 mei 2018 trad de nieuwe insolventiewet in werking. Deze wetgeving bevat onder meer de regeling van het faillissement en omvat enkele krachtlijnen die de doorstart van een onderneming vergemakkelijken. “De tijd dat een gefailleerde levenslang achtervolgd werd door zijn schulden is voorbij”, zegt notaris Christophe Blindeman. “Iedereen kan pech hebben en verdient een tweede kans.”

“Vorige week had ik nog een cliënt op kantoor die in het verleden een faillissement heeft opgelopen. Die man kan in persoonlijke naam niets meer verdienen. Alles wat hij ontvangt, moet hij meteen weer afgeven aan schuldeisers die hun vorderingen blijven verhalen. Zo’n mensen zijn gedoemd om te leven op de kosten van hun partner of kinderen. Om die toestanden te vermijden heeft de wetgever de nieuwe insolventiewet in het leven geroepen: iedereen die niet frauduleus failliet is gegaan, krijgt een tweede kans.” Vooraleer notaris Blindeman de nieuwe wetgeving toelicht, vestigt hij de aandacht erop dat deze enkel geldt voor natuurlijke personen en niet voor vennootschappen. “Wanneer iemand bij ons langskomt wiens vennootschap failliet is gegaan en die een doorstart wil maken met een andere of gelijkaardige activiteit, dan moeten we eerst nagaan of hij ten volle bekwaam is om de hoedanigheid van aandeelhouder, vennoot nota bene - Het magazine van Notaris.be

51


52

nota bene - Het magazine van Notaris.be


of bestuurder waar te nemen. Wat het aandeelhouderschap betreft, daar speelt het faillissement geen enkele rol. In principe kan de persoon ook een bestuursmandaat opnemen, op voorwaarde dat hij daartoe geen rechterlijk verbod heeft gekregen. Op basis van de wet kunnen gefailleerden het verbod opgelegd krijgen om bepaalde ambten, beroepen en werkzaamheden uit te oefenen, wanneer zij intentioneel fouten gemaakt hebben met een correctionele connotatie, bijvoorbeeld fraude of valsheid in geschrifte. Is dat het geval, dan kan de gefailleerde niet langer bestuurder zijn van een vennootschap.” “Voor natuurlijke personen, iemand met een eenmanszaak, geldt sinds 1 mei de nieuwe insolventiewet. Onder het oude regime kon een natuurlijk persoon die failliet ging enkel een doorstart maken wanneer het faillissement verschoond was. Daarmee werd bedoeld dat hij of zij geen schuld trof aan het faillissement door grove fouten. Het werd hem of haar als het ware vergeven. Die verschoonbaarheid liet de persoon dan wel toe om opnieuw te starten, maar hij of zij bleef wel verantwoordelijk voor de terugbetaling van alle schulden. In de praktijk gebeurde een doorstart dus niet, want alle nieuwe inkomsten werden meteen aangeslagen door de schuldeisers.” “In de nieuwe wet vinden we niets meer terug van die verschoonbaarheid. Vandaag is een ander principe van toepassing: een natuurlijk persoon krijgt na faillissement bijna vanzelfsprekend een kwijtschelding van alle schulden. Hij of zij is onherroepelijk en definitief bevrijd van alle schuldvorderingen die door derden gesteld zijn of nog gesteld kunnen worden. Daardoor valt er niet alleen een enorme financiële last van de gefailleerde zijn of haar schouders, ook psychologisch is dat een opluchting. Vroeger bracht de schuldenberg mensen vaak in een uitzichtloze situatie, terwijl ondernemers nu sneller opnieuw kunnen beginnen aan een nieuw project of een nieuwe zaak.” “De kwijtschelding van de schulden gebeurt nog net niet automatisch. De gefailleerde moet de kwijtschelding aan de rechtbank vragen én hij of zij mag geen intentionele fout hebben aan het faillissement, bijvoorbeeld door manifeste nalatigheid of onverantwoorde investeringen. Om ook de schuldeisers te beschermen, kunnen zij binnen drie maanden na de publicatie van het vonnis van de kwijtschelding, verzet aantekenen. Het is dan aan de rechter om te oordelen of de kwijtschelding wordt aangehouden of niet.”

“Om een snelle doorstart mogelijk te maken, kunnen gefailleerden de kwijtschelding zelfs al vragen vóór het faillissement is uitgesproken. Nog een voordeel van de kwijtschelding is dat de schulden beperkt worden tot de persoonlijke schulden van de gefailleerde. Zijn of haar partner staat dus niet langer in voor de afbetaling van de schulden.” Notaris Blindeman geeft aan dat het niet vaak gebeurt dat mensen hun notaris opzoeken na een faillissement. “Het is niet zo dat elke gefailleerde meteen naar zijn notaris loopt. Nochtans kunnen wij een belangrijke rol spelen in de stap naar een nieuwe professionele toekomst. Wanneer de gefailleerde een nieuwe activiteit wil starten dan kunnen we hem daarin juridisch begeleiden. Bij het kiezen van de vennootschapsvorm bijvoorbeeld, maar bij nog veel meer. Een gefailleerde heeft vaak heel wat capaciteiten en belangrijke knowhow opgebouwd waardoor hij een gegeerde zakenpartner is. Het gevaar bestaat dat anderen daar misbruik van maken. De notaris moet dan als neutrale persoon de belangen van alle spelers behartigen en zorgen dat er geen onevenwichtig contract tot stand komt. De belangen van de gefailleerde moeten bewaakt worden: hij mag niet het vijfde wiel aan de wagen zijn. Omgekeerd moeten ook de belangen van zijn zakenpartners beschermd worden, aangezien ze toch in zee gaan met iemand die problemen heeft gehad. Tot slot bekijken we ook de privésituatie van onze cliënt om zijn of haar partner en kinderen te beschermen. Moeten we bijvoorbeeld een verklaring van onbeslagbaarheid van de gezinswoning voorzien? Zit onze cliënt wel in de het juiste huwelijkscontract? Waar het op neer komt is dat we een samenwerkingsovereenkomst op maat uitwerken waarin ieders belangen beschermd worden.”

“Niet iedereen die failliet gaat, raadpleegt zijn notaris. Nochtans kunnen wij een belangrijke rol spelen voor een nieuwe professionele toekomst”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

53


54

nota bene - Het magazine van Notaris.be


“Ik heb meer ervaring, ik heb een groter netwerk en ik ken de valkuilen. Ik zou zot geweest zijn om géén nieuwe onderneming te beginnen”

Na Take That Easy begon Adrien Roose met Cowboy, een nieuwe start-up “Herstarten na het faillissement ging vlotter”

De drie oprichters van Cowboy: (vlnr) Karim Slaoui, Adrien Roose en Tanguy Goretti.

Met Take Eat Easy wilde Adrien Roose thuisleveringen naar een hoger niveau tillen. Het bedrijf groeide razendsnel, naar 20 steden, 160 medewerkers en 1 miljoen bestellingen. Maar in een markt waar the winner takes it all bleek dat niet genoeg. Nog geen half jaar na dat faillissement stampte Adrien Roose met Cowboy – elektrische stadsfietsen – een nieuwe start-up uit de grond. Eind oktober kreeg Cowboy een kapitaalsinjectie van 10 miljoen euro om uit te breiden in het buitenland. “De stekker uit Take Eat Easy trekken was de moeilijkste beslissing van mijn leven. Maar ik heb letterlijk geen seconde gedacht aan een andere optie dan een nieuwe onderneming.”

Cowboy bouwt naar eigen zeggen een nieuwe generatie elektrische stadsfietsen. Vergeet de logge elektrische fiets zoals je die kent. Bij Cowboy wil het oog ook wat: helemaal zwart, strak en aerodynamisch, met lichtjes en een batterijdisplay dat ingewerkt is in het frame. De van oorsprong Brusselse start-up wil de elektrische stadsfiets – de urban bike – een klein beetje heruitvinden. Die missie heeft Adrien Roose alvast gemeen met zijn vorige onderneming, Take Eat Easy. Die wilde de home delivery-markt grondig door elkaar schudden, en slaagde daar ook in. Maar de concurrentie was bijzonder groot en de marges bijzonder klein, en hoe hard Take Eat Easy ook groeide, in 2016 bleek een faillissement onafwendbaar. Dat was voor Adrien Roose geen reden om het ondernemerschap vaarwel te zeggen. Wel integendeel. nota bene - Het magazine van Notaris.be

55


“Take Eat Easy was een rollercoaster, maar ik heb op korte tijd waanzinnig veel geleerd en ik heb een heel groot netwerk opgebouwd. Sommige mensen zullen me wel gek verklaard hebben – ik heb ze niet gehoord, maar ze zullen het me vermoedelijk ook niet zijn komen zeggen – maar eigenlijk zou het geweldig dom zijn om met al die opgedane ervaring géén nieuwe onderneming te starten. Ik kwam bij Cowboy veel beter gewapend aan de start dan bij Take Eat Easy.” Van 2 naar 20 steden, van 30.000 naar 350.000 gebruikers Toen Take Eat Easy uit de startblokken schoot in 2012, waren thuisleveringen min of meer een synoniem voor pizzakoeriers. De Brusselse start-up gooide het over een andere boeg en ging met de betere, kwaliteitsvolle restaurants in de stad samenwerken, om ook hun gerechten tot bij de klant aan de deur te brengen. Nu lijkt dat evident, maar grote concurrent Deliveroo bestond in 2012 nog niet eens. Take Eat Easy nam een hoge vlucht. Van Brussel naar Parijs, en later zelfs naar Madrid en Barcelona en Londen en nog een stuk of vijftien andere steden in België, Frankrijk en Spanje. Van tien medewerkers naar 160 medewerkers. Van 400 restaurants naar meer dan 3.000 restaurants. Van 30.000 gebruikers naar 350.000 gebruikers. Maar hoe snel Take Eat Easy ook groeide, het was nog altijd niet snel genoeg, blikt oprichter Adrien Roose terug. “Ons businessmodel was relatief eenvoudig. Wij namen een marge op de prijs die de restaurants aanrekenden, en we rekenden de consumenten een vergoeding aan voor de thuislevering. Met dat geld moesten we ons digitaal platform uitbouwen en draaiende houden, en moesten we vooral onze koeriers betalen. De marges waren te klein, de inkomsten volstonden niet om onze kosten te dekken.” Miljoenste bestelling, en toch failliet “Die nieuwe platformeconomie is waanzinnig competitief. Het netwerkeffect speelt enorm. Hoe groter je wordt, hoe gemakkelijker het is om nog groter te worden. Je moet niet gewoon groeien, je moet de grootste worden. En snel. Want the winner takes it all. Als je puur naar groei kijkt, was Take Eat Easy een echt succesverhaal. Maar de rendabiliteit bleef achter. Dat is niet eens uitzonderlijk, een bedrijf als Uber maakt nog altijd geen winst. Maar dat konden wij ons niet meer permitteren.”

56

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Take Eat Easy had al twee geslaagde kapitaalrondes achter de rug, een derde ronde met vers geld was de enige overlevingskans. “We hebben bij 114 investeringsfondsen aangeklopt. Uiteindelijk was een Franse logistieke groep bereid om 30 miljoen euro te investeren, maar na drie maanden onderhandelen besliste de raad van bestuur om het aanbod in te trekken. We hadden die groep exclusiviteit moeten beloven, we hadden geen plan B, niets meer in de handen of de zakken.” Uiteindelijk bleek een faillissement onafwendbaar. Ironisch genoeg legde Take Eat Easy de boeken neer een paar dagen nadat het zijn miljoenste levering noteerde. “Beslissen om de stekker er definitief uit te trekken, dat was de moeilijkste beslissing van mijn leven”, zegt Adrien Roose. “Onze 160 medewerkers vertellen dat ze allemaal op straat stonden, dat was echt een pikzwarte dag. Als je samen van nul begint en zo snel groeit, dan ben je een echte familie geworden. Gelukkig zagen al die mensen ook dat we als leeuwen hadden gevochten om Take Eat Easy overeind te houden.” Niet bij de pakken blijven zitten Hoe zwaar het faillissement van Take Eat Easy ook aankwam, Adrien Roose heeft er na die mokerslag nooit aan getwijfeld om een nieuwe start-up op te richten. “Na zo’n faillissement ben je even verdwaasd. Pas na een tijdje komt het besef dat je als oprichter zelf natuurlijk ook werkloos bent. Wat ging ik nu doen? Ik kan me voorstellen dat mensen na zo’n avontuur aangetrokken worden door een vaste, zekere job bij een groot, stabiel bedrijf. Maar ik heb er eigenlijk nooit aan getwijfeld dat ik een nieuwe start-up zou begonnen. Geen seconde.” “Ik ben zeker geen geboren ondernemer. Ik ben niet het type dat als kind al zelfgemaakte limonade ging verkopen. Ik ben een ondernemer geworden. En nu kan ik me niet voorstellen dat ik ooit nog iets anders zal doen. Officieel zaten er zes maanden tussen het faillissement van Take Eat Easy en de oprichting van Cowboy. Maar achter de schermen ben ik al vroeger gestart. Ik ben niet lang bij de pakken blijven zitten.” Andere sector, ander businessmodel, ander risico Met Cowboy koos Adrien Roose bewust voor een andere markt en een andere sector. Hoogstens in de doelgroep zitten misschien parallellen – een stedelijk publiek – maar het product en ook het businessmodel is totaal anders dan bij Take Eat Easy. “Cowboy hanteert


“Het voelt goed dat we nu ons eigen groeitempo kunnen volgen en niet voortdurend worden opgejaagd”

een klassieker businessmodel. We maken zelf een product en verkopen dat rechtstreeks aan de klant. Eén-op-één. We maken een modern product en we gebruiken natuurlijk moderne digitale kanalen voor onze verkoop, maar ons businessmodel is redelijk eenvoudig en traditioneel.” “Ik wil nog altijd groeien. Ik wil de allerbeste urban electric bike maken. En als we en cours de route de grootste kunnen worden, zal ik die kans niet laten liggen. Maar het moét niet. De schaalvoordelen spelen bij Cowboy veel minder, dus we kunnen rustiger groeien. En we kunnen veel sneller rendabel worden. Elke fiets die we verkopen, heeft een marge. Natuurlijk voel ik druk, maar het risico is veel kleiner. Dat voelt wel goed, dat we nu ons eigen groeitempo kunnen volgen en niet meer voortdurend worden opgejaagd.” Ervaring en netwerk Herstarten na een faillissement kan moeilijk zijn. Maar Adrien Roose ondervond net het tegenovergestelde. “Eigenlijk ging de start de tweede keer net vlotter. Ergens is dat ook logisch. Je hebt al een onderneming opgestart, je kent de weg in dat administratieve kluwen. Een tweede keer kost dat minder tijd, je weet waar je moet zijn voor welke formaliteiten. Je komt ook beter voorbereid aan de start. Bij Take Eat Easy moesten we alles al doende leren, samen met een heel jong team. Ik heb ondertussen ervaring als ondernemer. Ik ken de valkuilen, ik zie ze beter liggen en kan er dus ook in een brede boog omheen lopen. En tegelijkertijd zal ik ook de opportuniteiten sneller herkennen.”

“Maar het allergrootste voordeel vind ik dat ik de voorbije jaren een netwerk opgebouwd heb. Ik ken mijn weg een beetje in het investeerderslandschap. Ik hoor en lees wel eens dat ondernemers na een faillissement op gesloten deuren botsen. Voor mij gingen de deuren net sneller en vlotter open na het faillissement. De mensen in het wereldje hebben mijn verhaal met Take Eat Easy een beetje gevolgd, ze kennen de marktomstandigheden en de uitdagingen en ze hebben daar begrip voor. Misschien is het moeilijker voor starters in andere sectoren, die afhankelijk zijn van bankleningen. Grote financiële instellingen hanteren vooral veel voorschriften en regeltjes. Wij hadden die banken gelukkig niet nodig. Start-ups trekken eerder naar investeerders, en daar is een faillissement veel minder een issue dan bij de traditionele financiers.” Is België stilaan aan het opschuiven naar het Amerikaanse model, waar een faillissement helemaal geen issue is? Waar het zelfs eerder een troef is – een bewijs dat je het klappen van de zweep al kent – dan een handicap? “Eerlijk waar, ik weet het niet”, reageert Adrien Roose. “Ik hoor dat ook, dat er hier in België een stigma kleeft aan een faillissement. Maar ik heb daar nooit iets van gemerkt. De mensen die aan mij twijfelen of met mij lachen, zullen dat niet in mijn gezicht doen, daar ben ik me natuurlijk ook van bewust. Maar ik heb nooit het gevoel gehad dat ik als ondernemer anders bekeken wordt. Voor of na het faillissement, ik zie geen verschil.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

57


tekst Eva Van den Eynde

foto Thomas De Boever

Jeroen De Wit, CEO van Teamleader, over ondernemen in een razendsnel tempo

“Groei vereist verandering” Een pingpongtafel om stoom af te blazen, een zithoek met loungy zetels om te brainstormen, een gezellige keuken met dagelijks verse gerechten… Wie bij een softwarebedrijf meteen denkt aan suffe kantoortjes, is nog niet bij Teamleader geweest. De kantoren in de Gentse havenbuurt zijn een creatieve speeltuin waar millennials in hun nopjes zijn. En waar hard gewerkt wordt aan de groei van een jong bedrijf dat zich in volle expansiefase bevindt.

58

nota bene - Het magazine van Notaris.be



Teamleader, dat eind 2017 door Deloitte werd uitgeroepen tot snelst groeiend technologisch bedrijf, biedt softwarepakketten aan die de administratie van kmo’s vereenvoudigt en automatiseert. Aan het hoofd staat Jeroen De Wit, een jonge Gentenaar met een blik naar de toekomst en beide voeten stevig op de grond.

De weg die je met Teamleader hebt afgelegd is indrukwekkend, en dat terwijl jullie nog maar zes jaar geleden zijn gestart. Hoe blik je op die periode terug? “Ik stel vast dat we drie fases van telkens ongeveer twee jaar hebben doorgemaakt. Er was de beginfase, toen we met een groepje vrienden van start gingen. Die eerste jaren focusten we op de ontwikkeling van ons product en testten we het in de markt om te checken of we effectief inspeelden op een bestaande behoefte. In die eerste jaren zijn we gegroeid van drie naar acht medewerkers en hadden we een driehonderdtal klanten. Daarna kwam de fase waarin we naar de markt gingen en ons concentreerden op België en Nederland. Zo bewezen we dat we effectief in staat waren om ons product aan te bieden aan de markt. En in de derde fase gingen we internationaal en zetten we in op de schaalvergroting. We groeiden van twee naar zes landen en hebben nu meer dan 10.000 klanten. Vandaag heeft Teamleader 180 medewerkers in dienst.” Welke fase vond je het interessantst? “Elke fase had boeiende aspecten. Ik moest ook telkens een heel andere rol opnemen: van productmanager over business development manager tot ceo vandaag. In elke fase heb ik veel geleerd.” Jullie hebben in zes jaar een parcours afgelegd waarover andere bedrijven snel een decennium doen. Hoe verklaar je dat? “Wij hadden het geluk dat we een gat in de markt vonden. De software die wij aanbieden kon je toen wel al vinden, maar was voor grote bedrijven ontwikkeld. Wij hebben die tool naar de schaal van kmo’s vertaald. Dat was een unieke propositie.

60

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Wat het ritme ook heeft opgedreven is dat wij met Teamleader altijd dicht bij onze klant blijven. We hechten veel belang aan interactie en ontwikkelen onze tool samen met de klant zodat die helemaal is afgestemd op zijn behoefte. Dat was van bij het begin zo en dat geldt vandaag nog steeds.” Zijn er momenten waarop je dacht ‘waar zijn we aan begonnen’? “O ja, voortdurend. Als je in een snel groeiende omgeving werkt zoals wij, dan loop je elk kwartaal wel eens tegen de muur. Een aanpak die tot dan perfect werkte, doet het plots niet meer. Dat komt omdat je aan het groeien bent, en groei vereist verandering. Dat geldt voor de organisatie, maar ook voor de applicaties zelf. Een tool ontwikkelen voor 1.000 gebruikers is iets helemaal anders dan diezelfde tool aanbieden aan 50.000 gebruikers. Soms moet je terug naar de bron om het bij de basis anders aan te pakken.” Hoe ga je om met tegenslagen? “Voorlopig hebben we – hout vasthouden – geen grote tegenslagen gehad. Maar we gaan in elk geval een probleem niet uit de weg en reageren meteen. Daarbij betrekken we de organisatie ook zo nauw mogelijk. We visualiseren, stellen een actieplan op en voeren dat uit.” Jullie werken niet in een klassieke, hiërarchische structuur. Bepaalt die organisatie mee het succes van Teamleader? “Ik geloof heel sterk in de manier waarop we Teamleader organiseren. Het is een vlakke structuur waarin iedereen makkelijk benaderbaar is. Dat maakt dat zowel goed als slecht nieuws snel bespreekbaar wordt. De snelheid waarmee informatie doorstroomt ligt gewoon veel hoger, waardoor we korter op de bal kunnen spelen. Ik ben ervan overtuigd dat in bedrijven veel problemen ontstaan omdat er zoveel tussenschakels zijn. Wij waken erover dat de connectie met de klant zo kort mogelijk is. Klanten zijn altijd verbaasd als ik hen persoonlijk opbel als er een probleem is.” Je begon met Teamleader meteen nadat je afgestudeerd was. Hoe verklaar je dat je eerste avontuur als ondernemer gelijk een schot in de roos was? “Tijdens onze studies hadden we een bedrijfje in webdesign opgericht. Dat was natuurlijk niet te vergelijken


Was het geen risico om met vrienden een bedrijf te starten? “Ja, dat is zo. De eerste 10-15 collega’s die je in dienst neemt, zijn mensen die je kent. Dat brengt wel risico’s met zich mee, maar we zijn vrij snel ook andere mensen beginnen aantrekken en dat kwam de situatie ten goede. Het is vooral delicaat wanneer je groeit en het noodzakelijk is dat alle neuzen in dezelfde richting wijzen. Het is onvermijdelijk dat je soms afscheid moet nemen van mensen. Als dat iemand is die je persoonlijk kent, dan valt dat extra zwaar, daar ga ik niet flauw over doen. Nu, ik hou werk en privé zo veel mogelijk gescheiden en ik merk dat dat ook wel geapprecieerd wordt.” Zijn er valkuilen waarvoor je wil waarschuwen? “In een snelgroeiende omgeving kom je in de verleiding om op een bepaald moment te veel naar binnen te kijken. Je bent zo bezig met je product, de medewerkers, de processen of de organisatiestructuur dat je intussen vergeet naar buiten te kijken. Je moet erover waken dat je de voeling met de concurrentie en de klanten niet verliest. Een ander struikelblok zijn de enorme verwachtingen als je zoals Teamleader snel groeit. Je wordt opgehemeld en dat is mooi, maar je staat wel steeds in de spotlight. Daardoor bestaat het gevaar dat mensen je gaan overschatten.” Wat geeft je energie in het ondernemen? “Klanten en collega’s helpen, geeft mij een goed gevoel. Daarnaast ben ik wel een winnaarstype: dat we succesvol zijn en de concurrentie inhalen is natuurlijk mooi. Maar wat me nog het meest voldoening geeft is de erkenning. Niet zozeer in de vorm van media-aandacht of awards, maar vooral dat we in staat zijn om mensen met veel expertise te overtuigen om in Teamleader te geloven en om mee na te denken over onze groei.” met Teamleader, maar we konden er wel in de luwte proeven van het ondernemen. Je leert hoe je je boekhouding moet bijhouden, je maakt je eerste factuur, leert onderhandelen. Heel veel zaken kom je voor de eerste keer tegen en die ervaring kan je later gebruiken, ook al is het op een andere schaal. Het was een heel leerrijke periode. Maar bij ondernemen komt ook veel geluk kijken. Waar anderen meestal een paar dingen moeten opstarten voor iets echt van de grond komt, was het bij ons meteen raak, maar we beseffen dat dat van veel factoren afhangt. We beginnen zeker niet te zweven.”

Wat voor manager ben jij? “Ik ben toegankelijk en aanwezig. Veeleisend ook, en nieuwsgierig. Ik kan goed om met feedback, al vind ik het soms moeilijk om zelf feedback te geven. Daarin ben ik echt moeten groeien. Verder hou ik van de samenwerking tussen het management en de investeerders, aan wie we om de twee maanden moeten rapporteren. Dat is voor mij telkens een moment van reflectie. De interactie tussen die twee organen vind ik boeiend.” nota bene - Het magazine van Notaris.be

61


Kan iedereen ondernemer worden? “Er zijn natuurlijk veel types ondernemers, en je kan het ene bedrijf niet vergelijken met het andere. Als je een snelgroeiend bedrijf wil leiden, moet je in elk geval stressbestendig zijn en moet je kunnen relativeren. Elke dag staat er wel iets in brand. Op het einde van de dag moet je dat kunnen loslaten. Wat peoplemanagementskills zijn ook altijd mooi meegenomen en – belangrijk je moet willen en kunnen delegeren. Als je alles zelf wil doen, begin je te micromanagen. Dat is niet houdbaar voor jezelf en niet werkbaar voor je medewerkers.” “Nu, dat kon ik zelf ook niet allemaal vanaf dag één natuurlijk. Je groeit daarin. Ik denk veel na over waar ik naartoe wil, ik lees boeken, blogs, ga naar conferenties. Ik daag mezelf constant uit. De Jeroen die hier zes jaar geleden zat, was een andere Jeroen dan die die je vandaag voor je hebt.” Jullie zijn in zes landen actief. Wat willen jullie nog meer bereiken met Teamleader? “In eerste instantie komt het er nu op aan relevanter te worden in de landen waar we momenteel actief zijn. Daarna willen we doorgroeien en Europees marktleider worden. We hebben dus nog een aantal landen te gaan. Wat interessant is, is dat het lijkt dat die drie fases zich herhalen. Na zes jaar merk ik dat we nu terug focussen op het product en de technologie, want die verandert zeer snel. Waarschijnlijk zal dat weer uitmonden in een beter inzicht in de markt, zullen we ons vernieuwde product weer moeten testen en dan kunnen we weer opschalen. Al klinkt dat natuurlijk veel makkelijker dan het in werkelijkheid is.”

Wat is Teamleader? Teamleader brengt CRM, projectmanagement en facturering samen in één handige software voor kmo’s die hun administratie willen vereenvoudigen. Het bedrijf met hoofdzetel in Gent werd opgericht in 2012 door CEO Jeroen De Wit, Willem Delbare en Mathias De Loore. Teamleader is actief in België, Nederland, Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje. Momenteel heeft Teamleader 180 medewerkers in dienst.

62

nota bene - Het magazine van Notaris.be


2019 wordt het jaar van de ‘corporate mobility’ 2019 staat in het teken van de hervorming van het vennootschapsrecht. Het ondernemingslandschap wordt drastisch gewijzigd en gemoderniseerd. Eén van deze belangrijke wijzigingen betreft de invoering van ‘statutaire zetelleer’ of de ‘incorporatieleer’. Say what?

Een vennootschap is een rechtspersoon, en zoals alle rechtspersonen heeft een vennootschap een eigen nationaliteit. De nationaliteit van je vennootschap bepalen is van belang, want het is de nationaliteit van de vennootschap die de op jouw onderneming toepasselijke vennootschapsregels zal bepalen. Tot de hervorming van het vennootschapsrecht hanteert België de ‘werkelijke zetelleer’. Bij deze leer kijkt men voor het bepalen van de regels naar waar de werkelijke zetel van de vennootschap ligt. Vanaf de hervorming zal echter de ‘statutaire zetelleer’ gelden: de nationaliteit (en dus de toepasselijke vennootschapsregels) wordt dan bepaald door wat in de statuten staat, zelfs als de hele operationele activiteiten van de vennootschap ergens anders liggen. Resultaat? Morgen zullen ondernemers die hun vennootschap buiten de landsgrenzen willen brengen meer vrijheid hebben. Ze kunnen perfect kiezen om de Belgische vennootschapsregels toe te passen, zelfs als ze bv. hun activiteiten in een ander land wensen uit te oefenen. Omgekeerd wordt België met zijn nieuwe ‘statutaire’ zetelleer aantrekkelijker voor buitenlandse vennootschappen: ondernemingen die een vestiging hebben in België en hier activiteiten uitoefenen hoeven niet meer perse onder het Belgisch recht te vallen. Elke vennootschap met economisch zwaartepunt in België zal vrij mogen kiezen welk vennootschapsrecht op haar van toepassing is. Door die grotere keuzevrijheid wint België aan aantrekkingskracht voor buitenlandse ondernemingen.

nota bene - Het magazine van Notaris.be

63


tekst Notaris.be

KOPEN EN VERKOPEN

Vijf misverstanden over het kopen van een huis Het is zover: je gaat een huis kopen. Maar hoe zit dat precies met dat voorschot? En wat is het verschil tussen een verkoopovereenkomst en een authentieke akte? NotaBene ontkracht vijf misverstanden over het kopen van een huis.

MISVERSTAND 1

MISVERSTAND 2

“Een verkoopovereenkomst geeft mij geen zekerheid. Enkel de authentieke akte zorgt ervoor dat de verkoop definitief is.” Je hoort wel vaker dat mensen de term ‘voorlopige’ verkoopovereenkomst gebruiken. Dat begrip is misleidend. Een verkoopovereenkomst, onderhandse overeenkomst of ‘compromis’, is allesbehalve voorlopig. Zodra een koper een akkoord heeft gesloten met de verkoper over het onroerend goed en de prijs ervan, ontstaan verbintenissen tussen hen. Zelfs als er nog niets op papier staat. Voorzichtigheid is dus aangewezen als je mondelinge afspraken maakt of afspreekt via sms met de verkoper.

“Van het voorschot dat ik betaal, wordt enkel de verkoper beter.” Het is in ons land zeer gebruikelijk dat de verkoper een voorschot vraagt aan de koper. Dat bedrag schommelt meestal rond de 10%. Je zou kunnen denken dat een voorschot enkel voordelig is voor de verkoper, die op die manier zeker is van een stukje van zijn geld, maar dat klopt niet helemaal.

De voorlopige verkoopovereenkomst vormt de basis voor de authentieke akte. Zo staan in de verkoopovereenkomst al bepaalde clausules, bijvoorbeeld rond stedenbouw of bodemreglementering. Laat je dan ook al in die fase van de verkoop bijstaan door een deskundige. Sta je op het punt om een verkoopovereenkomst te tekenen? Laat die dan zeker nalezen door je notaris. Dat hoort bij zijn dienstverlening in de aanloop naar de authentieke akte.

64

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Een voorschot kan ook voor de koper belangrijk zijn. Bij een aankoopdossier verricht jouw notariskantoor namelijk tal van opzoekingen om zeker te zijn van een veilige en rechtsgeldige aankoop. Zolang dat niet zeker is, wordt het voorschot van de koper niet doorgestort naar de verkoper. Het geld staat ‘geparkeerd’ op een beschermde derdenrekening. Die rekening wordt beheerd door het notariskantoor, maar de gelden behoren hem niet toe. Aangezien het voorschot nog niet aan de verkoper wordt bezorgd, kunnen zijn eventuele schuldeisers zich evenmin op dat bedrag verhalen. Als een aankoopprocedure om de een of andere reden toch niet door kan gaan, los van de wil van jou als koper, dan ben je zeker dat je je voorschot terugkrijgt. Omgekeerd geldt de regel ook voor de verkoper. De derdenrekening van de notaris beschermt dus beide partijen.


MISVERSTAND 3 “Het grootste deel van wat ik betaal, komt bij het notariskantoor terecht.” De verschuldigde belastingen – vooral de registratierechten dan – vormen het grootste aandeel in de totale aankoopkosten. Sinds 1 juni 2018 bedragen die voor gezinswoningen in Vlaanderen in principe 7% en in Brussel 12,5% van de totale aankoopprijs. Een serieuze hap dus. Bij de aankoop van je woning stort je die bijdragen niet zelf door naar de fiscus. Het notariskantoor int de totaliteit en stort die door naar de belastingontvanger. De koper kan dus de indruk hebben dat hij een enorm bedrag stort aan zijn notariskantoor, terwijl het grootste deel belastingen en kosten zijn. Het notariskantoor heeft wel recht op een ereloon voor de geleverde diensten. Dat loon is wettelijk vastgesteld.

MISVERSTAND 4 “Ik heb geen hypothecaire lening, dus ook geen hypotheekkosten.” Aan iedere aankoop van onroerend goed zijn bepaalde ‘hypotheekkosten’ verbonden. De naam doet misschien het omgekeerde vermoeden, maar die kosten hebben op zich niets te maken met het aangaan van een hypothecaire lening. Als je een woning koopt na een erfenis of een schenking van een som geld, zal je dus ook die kosten moeten betalen. Waarom? Een koop ontstaat bij het akkoord tussen de partijen. Daardoor heeft de koop enkel gevolgen tussen de verkoper en de koper. Om zeker te zijn dat de buitenwereld ook kennis krijgt van de verkoop van het onroerend goed, is een bepaalde publiciteit nodig. Die publiciteit gebeurt in de vorm van een overschrijving van de authentieke akte op het hypotheekkantoor. Door die overschrijving hoort iedereen te weten dat het onroerend goed nu eigendom is van de nieuwe koper. De overeenkomst wordt ‘tegenwerpelijk’, wat betekent dat derden nu rekening moeten houden met het bestaan van de overeenkomst. Dat heeft zeer belangrijke gevolgen: schuldeisers van de vroegere eigenaar of een andere koper die misschien eerder werd aangesproken, kunnen géén beslag meer leggen op het goed. Dat is een essentiële stap in de aankoopprocedure, maar ook aan die stap zijn kosten verbonden.

MISVERSTAND 5 “Mijn notariskantoor bepaalt hoe snel mijn aankoopdossier afgehandeld wordt.” Een woning kopen is méér dan het ondertekenen van een document. Een aankoopdossier verloopt volgens specifieke stappen. De notaris en zijn medewerkers voeren van A tot Z tientallen opzoekingen uit om uiteindelijk tot een authentieke akte te komen. Zo gaan ze na wie de vorige eigenaars waren, doen ze kadastrale opzoekingen en sociale en fiscale opzoekingen en verrichtingen, vragen ze attesten op… Om dat te doen heeft je notariskantoor inlichtingen nodig van de gemeente, het hypotheekkantoor, de fiscus, de administraties, eventueel de syndicus van een appartementsgebouw en ga zo maar door. Die zijn allemaal betrokken bij een bepaalde stap in het aankoopdossier en op hun beurt gebonden aan bepaalde termijnen, die verschillende weken in beslag kunnen nemen. Het notariskantoor zal het mogelijke doen om een aankoopdossier af te ronden binnen een redelijke termijn, maar het vlot verloop van een aankoopdossier hangt af van verschillende factoren waarop het kantoor niet altijd een invloed heeft.

nota bene - Het magazine van Notaris.be

65


tekst Maud Vanmeerhaeghe

Met Biddit.be springt Fednot mee op de digitale kar

Koop eens een huis online Online kleren shoppen doen we tegenwoordig allemaal, maar wat als je nu ook je huis via internet kocht? Met Biddit.be, een initiatief van de Federatie van het Notariaat (Fednot), koop en verkoop je sinds kort vastgoed online.

Mee op de digitale kar Met Biddit koppelt Fednot het gebruiksgemak van een website aan de vastgoedexpertise en vertrouwensfunctie van de notaris die de verkoop organiseert. Als (ver) koper informeer je vooraf bij je notaris om met een gerust hart aan de bieding te beginnen. Net als bij een offline verkoop is een goeie voorbereiding essentieel: bezoek het pand op voorhand - de bezoekdagen en -uren vind je terug op de detailpagina van het pand -, ken de limieten van je beschikbare budget en neem contact op met je bank over een eventuele lening. Veiligheid troef Bij elk aanbod staat een startprijs vermeld, dus je weet meteen in welke prijscategorie een woning valt. Een bod breng je uit via je laptop met je eID-kaart, of via Itsme, de app waarmee je je op een (be)veilig(d)e manier identificeert op je smartphone. Bieden kan manueel, of automatisch tot een vooraf bepaald maximum-

66

nota bene - Het magazine van Notaris.be

bedrag dat alleen jij kent. Je bod verhoogt dan met het minimumbedrag dat de notaris vastlegde. Let wel: ook andere bieders kunnen die tool gebruiken, waardoor de biedingen elkaar soms snel opvolgen tot iemands hoogste bod is bereikt. Transparant en snel De online verkoop is bijzonder transparant: elk bod dat wordt uitgebracht, is zichtbaar voor iedereen die Biddit. be bezoekt, maar persoonsgegevens vind je er niet terug. De periode waarin je effectief kan bieden bedraagt acht dagen. Denk goed na over je bod: elk bod is namelijk bindend en de notaris kan elke bieder achterhalen. Loopt de biedingstermijn af, dan weet je meteen of je het pand hebt bemachtigd. De notaris zal contact met je opnemen om de verkoop te finaliseren. Eigenaar in 1, 2, 3 Tussen de publicatie van de vastgoedaanbieding en het einde van de biedperiode zitten zo’n vier à vijf weken. Zo kan je je in alle rust voorbereiden op je bod. Na de bieding gaat het sneller. Terwijl je bij een klassieke verkoop al snel drie maanden moet wachten op de verkoopovereenkomst, word je bij een online verkoop in een paar weken tijd eigenaar van je woning. De notaris voert namelijk alle controles uit vooraf, waardoor je als koper en verkoper meteen weet waar je aan toe bent. Net als bij een offline verkoop blijven bij Biddit.be het persoonlijke advies, het zorgen voor vertrouwen en het verlenen van zekerheid door de notaris in elk stadium belangrijk.


Drie snelle redenen om voor Biddit te kiezen

Zandlopereffect

1. Je krijgt de panden in jouw regio te zien. Die zijn al gecheckt door de notaris, dus je koopt geen kat in een zak.

Je plaatste al eerder een bod, maar wordt overboden op drie minuten voor het einduur van de bieding? Dan krijg je een zandloper te zien die de biedperiode verlengt met vijf minuten. Worden tijdens die verlenging nog een of meerdere biedingen gedaan, dan start de zandloper telkens opnieuw. Enkel bieders die tijdens de normale biedingsperiode hebben geboden, kunnen nog bieden tijdens de zandloperperiode.

2. Vind je wat je zoekt, dan kan je onmiddellijk een bindend bod uitbrengen. Een klok toont jou hoeveel tijd je nog hebt om je kans te wagen. 3. Hoogste bieder? Proficiat! Je kan rekenen op de notaris voor een snelle, correcte en professionele afhandeling van je aankoop.

Meer info over online vastgoed kopen en verkopen? Die vind je op www.biddit.be.

nota bene - Het magazine van Notaris.be

67


D E N O TA R I S

Ann-Sophie Willems “Ik vind het een eer dat ik de mensen mag bijstaan tijdens de belangrijke momenten in hun leven. Als notaris kun je echt iets betekenen” blz. 69

Sophie Maquet “De digitalisering zal net een positief effect hebben op de menselijke kant van ons beroep. Een bemiddelaar zal meer dan ooit een grote hulp zijn” blz.71

Priscilla Claeys “Het verzoenende aspect van het notariaat, met z’n allen aan hetzelfde zeel trekken, is echt iets voor mij” blz. 72

Anne Wuilquot “De band met de cliënten is zeer sterk. Er zijn dagen dat er zoveel mensen zijn in de praktijk dat we het ‘de markt van Boussu’ noemen” blz. 74

68

nota bene - Het magazine van Notaris.be

“De notaris is steeds vaker een vrouw” Twee op de drie startende notarissen is een vrouw. 67,44 procent in 2017 om exact te zijn. Daarmee voert het notariaat een trend aan. Vorig jaar was net iets meer dan de helft van alle starters in een vrij beroep een vrouw. In totaal is nu een op de drie notarissen een dame. Wat maakt het beroep zo aantrekkelijk? Wat dreef hen om die keuze te maken? En komt de realiteit overeen met het beeld dat ze voordien hadden? Sophie Maquet, Anne Wuilquot, Ann-Sophie Willems en Priscilla Claeys delen hun visie en ervaring.


“In het weekend ben ik fulltime mama” tekst Bo Bogaert

Ann-Sophie Willems Anne-Sophie Willems combineert het drievoudige moederschap enthousiast met notaris zijn. Een goede associé, in een gelijkaardige situatie, blijkt daarbij de sleutel tot succes. “Ik heb veel geluk dat het zo goed klikt met mijn associé Ann. Uiteindelijk is een associatie bijna een tweede huwelijk.” Hoe bent u in het notariaat terechtgekomen? “Na mijn studies had ik nog niet onmiddellijk zin om te gaan werken, dus besloot ik om de master-na-masteropleiding notariaat aan de KU Leuven te volgen. Daar heeft professor Luc Weyts me zijn passie voor het notariaat doorgegeven. Voor mijn studiestage kon ik bij notaris Marc Sobrie in Zwalm terecht en toen was ik helemaal overtuigd! Marc was een hele aangename stagemeester met wie het zeer goed klikte. Uiteindelijk heb ik ook daar mijn notariële stage gedaan en vanaf dan was het doel duidelijk: notaris worden en met hem associëren. En zo is het ook gebeurd. Ik heb veel geluk gehad, want het moet echt klikken met je associé. Een associatie is bijna een tweede huwelijk (lacht). In 2014 associeerde Marc eerst met notaris Ann De Smet en in 2015 kwam ik erbij. Toen Marc zag dat alles vlot draaide, is hij er in 2017 mee gestopt. Vandaag runnen Ann en ik samen het kantoor.” Zou u ook alleen een notariskantoor willen runnen? “Die keuze is nooit echt aan de orde geweest, maar ik betwijfel het sterk. Als je nog een leven wilt naast notaris zijn, dan is het bijna onmogelijk om een kantoor van deze grootte te combineren met een gezin met drie kinderen. Een associatie biedt dan de ideale uitkomst.” “Met Ann verloopt alles heel vlot. Het is prettig werken

op deze manier. Het grote voordeel is dat Ann en ik in exact dezelfde situatie zitten. We hebben alletwee net ons derde kindje gekregen en hebben beiden een man die veel uren klopt. We begrijpen elkaar dus heel goed en gunnen elkaar om de beurt een beetje extra tijd. We hebben bijvoorbeeld elk 10 weken zwangerschapsverlof genomen. Afwisselend stonden we er die tijd als notaris alleen voor. Dat is gelukt, maar het is zoveel aangenamer om het werk met twee te doen. En dan heb ik het niet alleen over de werkdruk, het is gewoon leuk om af te stemmen met elkaar, om van elkaar te leren, om de verantwoordelijkheid te delen…” Hoe ziet een gemiddelde werkweek eruit voor u? “Onze werkagenda is vrij druk. Van maandag tot vrijdag hebben we afspraken van negen tot zes en pas daarna is er tijd om aan dossiers te werken. Twee keer per week hebben we ook avondafspraken. Ik breng mijn kinderen eerst naar school en werk dan ’s avonds later door. Dat vind ik niet zo erg, want dat liggen ze toch al in bed. Ann en ik hebben ook wekelijks een halve vrije dag om bij ons gezin te zijn. Dat is de theorie, in de praktijk lukt dat uiteraard niet altijd (lacht veelbetekenend). Maar het idee dat het kán, geeft al veel gemoedsrust. We gunnen elkaar echt veel. Laatst kreeg ik ’s avonds een telefoontje van mijn babysit die vertelde dat ze ons dochtertje echt niet stil kreeg, ze huilde onophoudelijk. Ann is dan de eerste die zegt dat ik naar huis moet gaan en dat ze mijn late afspraken zal overnemen.” “In het weekend probeer ik niet te werken. Als het echt moet, dan kan het niet anders, maar ik wil er geen gewoonte van maken. Ik moet tenslotte ook mijn man nog tevreden houden (lacht). Van vrijdag- tot zondagavond wil ik fulltime mama zijn.” nota bene - Het magazine van Notaris.be

69


Zijn er dingen die u moet laten omwille van uw job? “Ja toch wel. Me-time bijvoorbeeld, dat zit er niet in. Ook voor sporten hebben noch Ann, noch ik, tijd. Maar dat hebben we nu opgelost door een personal coach in te schakelen die ons binnenkort tijdens de middagpauze zal trainen. Ook onze medewerkers mogen meedoen als ze zin hebben. In ons nieuwe kantoor is er een douche voorzien, dus geen excuses meer (lacht)!” “Het feit dat ik zo weinig tijd heb voor mezelf, maakt me niet ongelukkig. Mijn werk boeit me zodanig dat ik die beperkte vrije tijd niet zie als een opoffering. Doordat ik geassocieerd ben, heb ik ook de flexibiliteit om mijn eigen agenda te beheren. Als er zaken zijn die ik echt belangrijk vind, of waar ik echt wil bijzijn, dan blokkeer ik mijn agenda.”

70

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Mocht u uw carrière opnieuw kunnen beginnen, kiest u dan terug voor notaris? “Absoluut! Ik vind het een eer dat ik de mensen mag bijstaan tijdens de belangrijke momenten in hun leven. Als notaris kun je echt iets betekenen. Soms liggen mensen wakker van hele kleine dingen, zaken die voor ons een evidentie zijn. Ik zeg hen dat ze altijd mogen bellen, dat we met een heel team klaarstaan om hun vragen te beantwoorden. Wij zorgen dat ze met een gerust hart kunnen slapen en het is die gemoedsrust die mij voldoening geeft.” Hoe ziet u de toekomst? “Ik koester de illusie dat eens mijn kinderen groter zullen zijn, ik wat meer tijd zal hebben. Ik gebruik met opzet de woorden ‘koesteren’ en ‘illusie’ want ik heb wel nog een eindje te gaan; mijn kinderen zijn nog erg klein: 5 jaar, 3 jaar en 4 maanden (lacht). Maar eens ze groter zijn, hebben ze je niet meer 24 op 24 nodig. Dan is het de bedoeling om het kantoor, samen met Ann, verder uit te bouwen.”


“De menselijke kant van het beroep raakt me” tekst Gilda Benjamin

Sophie Maquet Sophie Maquet volgde haar moeder op in haar praktijk in Brussel en is notaris sinds 2002. Voor deze jongedame, die op korte tijd de warme kanten van het beroep ontdekte, was de keuze niet evident. Waarom koos je ervoor om notaris te worden? “Het pad was geëffend, want mijn moeder was notaris. Rechten studeren sprak voor zich, maar toch heb ik getwijfeld. Tijdens mijn stage in een kleine praktijk was ik ook assistente aan de universiteit. Toen er een concours werd georganiseerd, koos ik voor het notariaat. Na mijn benoeming raakte ik er na zes maanden van overtuigd dat ik de juiste keuze had gemaakt. De menselijke kant van het beroep raakte me.” Je ging van start in de praktijk bij je moeder. Was dat een uitdaging? “Wanneer je één van je ouders opvolgt, verwacht die dat je je schikt naar zijn of haar manier van werken. Toen ik er eenmaal alleen voor stond, kon ik de zaken organiseren zoals ik dat zelf wou. Iedereen oefent dit beroep uit op zijn eigen manier. Iedereen reageert anders op de emoties rond de tafel en dat bepaalt de manier van werken.” In je praktijk ben je geassocieerd met notaris Stijn Joye en werken er een vijftiental medewerkers. Hoe leid je die kleine kmo? “We hebben voor mijn vennoot die jonger is en Nederlandstalig, en voor mezelf als vrouw, een procedure uitgetekend om de gegevens op dezelfde manier te behandelen. En dat werkt vrij goed. We kozen er ook voor om ons te laten coachen in ons personeelsbeleid.

Iedereen heeft de neiging om te klagen bij de baas, dat is normaal. De coach is de baas voor mijn vennoot en voor mij, en we voelen echt het verschil in de werksfeer.” Ik kan me voorstellen dat in dit beroep geen enkele dag dezelfde is. “Ik heb er een gewoonte van gemaakt om wanneer ik aankom in de praktijk, eerst iedereen te begroeten. Het is één van mijn favoriete momenten. Vervolgens bekijk ik het overzicht van de cliënten, maar ik weet nooit helemaal wat de dag voor mij in petto heeft. Dagen met openbare verkopen kunnen alle mogelijke richtingen uitgaan.” Hoe ga je om met de overdosis aan emoties? Heb je een methode om te herbronnen? “Notaris is een beroep waarin we de trauma’s van anderen moeten verwerken. Zelfs wanneer je in teamverband werkt, sta je alleen tegenover zulke zaken, en moet je een manier vinden om de gevoelens die naar boven komen te ventileren. Ik herbron graag met een wandeling of een tocht door de bergen. Ook de woestijn fascineert me. Ik heb al twee keer deelgenomen aan de Rallye des Gazelles. Erg vermoeiend, maar perfect om het hoofd leeg te maken!” Hoe zie je de toekomst van het notariaat? “Het beroep zal op twee manieren evolueren. De digitalisering kan dan wel koud en ontmenselijkt lijken, maar tegelijk zal de menselijke kant zich verder ontwikkelen met meer bemiddeling en verzoening in families. Er zal altijd gepraat moeten worden. Een bemiddelaar zal meer dan ooit een grote hulp zijn.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

71


“Het stond in de sterren geschreven dat ik met mijn zus zou associëren” tekst Bo Bogaert

Priscilla Claeys Eind dit jaar zal Priscilla Claeys vijf jaar notaris zijn en bijna even lang geassocieerd met haar zus Saskia. Jarenlang werkten ze keihard aan hun droom: samen een kantoor runnen in Brussel. Nu de zwaarste periode voorbij is, is er wat meer tijd voor een privéleven. Waarom hebt u gekozen om notaris te worden? “Ik wist al vrij vroeg dat ik rechten wou studeren, net zoals mijn zus Saskia. Tijdens mijn studies, heb ik even getwijfeld over de advocatuur, maar ik merkte al snel dat pleiten niet mijn ding zou zijn. Dat conflictueuze kantje, met aanvallen en verdedigen, dat ligt mij niet. Dan is het verzoenende aspect van het notariaat, met z’n allen aan hetzelfde zeel trekken, meer iets voor mij.” Twee zussen die samen associëren, dat is speciaal? “Ja! En dat idee leefde al sinds onze studies. Dat was onze droom: samen een kantoor runnen in Brussel. Omdat we geen notaris in de familie hebben, hebben we zelf veel moeten uitzoeken. Om zoveel mogelijk ervaring op te doen, hebben we bewust alle twee op verschillende kantoren gewerkt. Zo konden we ontdekken wat ons lag en wat niet. Op het einde van de rit wisten we heel goed wat we wilden: een middelgroot kantoor in Brussel met een internationaal cliënteel. Daarmee maakten we het onszelf niet gemakkelijk. Door ons kantoor in Brussel te houden, moeten we de wetgeving van de 3 gewesten beheersen en moeten we ook alles in het Frans communiceren. Dat vraagt wel een extra inspanning.” “Het internationale cliënteel vinden we dan weer zeer verrijkend. We ontmoeten mensen van over de hele wereld. Zij vertellen ons hoe het er in hun land aan

72

nota bene - Het magazine van Notaris.be

toegaat en waarom ze toch voor België kiezen. Naast de buitenlandse cliënten is er ook de samenwerking met de buitenlandse notarissen. Die extra dimensie maakt het soms vermoeiend, maar wel uiterst boeiend.” Zou u ook notaris geworden zijn mocht u niet geassocieerd zijn met uw zus? “Goh, dat is een moeilijke vraag. Ik heb daar nooit over nagedacht omdat het gewoon in de sterren geschreven stond dat ik met Saskia zou associëren. Ik zeg niet dat ik het niet zou gedaan hebben; ik zou er alleen twee keer zo lang over nagedacht hebben. Want ja, het is toch wel een zware job. En dan heb ik het niet alleen over de vele werkuren, maar ook over de zware eindverantwoordelijkheid. Als medewerker sta je garant voor je eigen dossiers, maar als notaris moet je wel ondertekenen. Dan is het aangenaam als je de dingen bij iemand anders kunt aftoetsen.” U spreekt van een zware job, hoe zit het met de werkdruk? “De eerste jaren waren écht heel zwaar. De overname van het kantoor en de associatie hebben veel tijd en energie gevraagd. We hebben toen zéér veel gewerkt. Maar dat kon bijna niet anders als beginnende notarissen. Ik heb het gevoel dat ik nu stilaan meer controle krijg over mijn agenda. In de week probeer ik niet langer dan half acht ’s avonds te werken en in het weekend beperk ik het tot een voormiddag. Het is nog niet optimaal, maar het betert dus wel. Alles heeft ook te maken met je plek vinden, loslaten, de juiste mensen op de juiste plaats hebben, vertrouwen in je equipe en dat zijn dingen die tijd vragen.” “Saskia bevindt zich in een andere situatie dan ik. Zij is vorig jaar bevallen van haar eerste kindje. Voor haar was het


een zeer moeilijke evenwichtsoefening tussen mama zijn en notaris zijn. Uiteindelijk is haar man wat minder gaan werken. Mijn zus begint dan wel later met werken en stopt vroeger dan ik, maar zodra haar zoontje in bed ligt, begint ze opnieuw te werken. Iedere avond opnieuw.” Schrikt u dat af? “Ja, eerlijk gezegd toch wel. Ik heb een tamelijk druk sociaal leven. Ik ga graag met vrienden in Brussel op stap. Als ik zie dat Saskia, naast haar gezin en job, amper tijd voor zichzelf heeft, dan vraag ik me af: Hoe ga ik dat aanpakken?! (lacht) Waarschijnlijk ligt de sleutel in nog meer taken delegeren naar onze medewerkers.” “Sinds dit jaar heb ik ook een partner, iemand die totaal niets met de juridische wereld te maken heeft. Dat was bijna een vereiste in mijn zoektocht (lacht). Nee, maar ik vond het wel een pluspunt om iemand te ontmoeten die geen overvolle werkagenda heeft. Dat werkt voor mij verademend.” Hebt u het gevoel dat u opofferingen moet maken omwille van uw job? “Notaris worden was een bewuste keuze. Door die stages wist ik wat voor een leven me te wachten stond. En zolang je voldoening haalt uit je job, neem je die vele uren erbij. Ik doe mijn job erg graag. Mensen komen met vragen en issues naar ons toe die een grote impact hebben op hun leven. Het is heel fijn dat we bij die

belangrijke en leuke levensmomenten mogen aanwezig zijn: een eerste aankoop, een huwelijkscontract, de oprichting van een vennootschap... Als notaris kun je het gekregen vertrouwen vervullen door het juiste advies te geven. Als cliënten met een gerust hart naar huis gaan, dan geeft dat veel voldoening. Ik zie mijn job dus niet als een opoffering. Natuurlijk, wanneer het een keer tegengaat, privé of professioneel, dan denk ik soms wel: waarom zit ik hier op een zaterdag te werken terwijl anderen met hun gezin bezig zijn? Dan vloek ik wel eens, maar dat gebeurt niet vaak (lacht).” Hebt u nog voldoende vrije tijd? “Doordat ik op kantoor zo veel moet organiseren, doe ik dat ook heel hard met mijn vrije tijd. Ik probeer zo veel mogelijk te sporten. Als ik twee keer per week kan lopen of aan yoga kan doen, dan ben ik tevreden. Daarnaast zijn er in Brussel zoveel opportuniteiten! Ik ga graag met vrienden op café, naar de bioscoop, naar het museum, op reis… Voor die zaken maak ik bewust tijd omdat ik gemerkt heb dat het niet vol te houden is, zoveel werken als in het begin. Ik heb zuurstof nodig van buitenaf om mijn job met evenveel plezier te kunnen blijven doen.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

73


“Ik voel me hier thuis” tekst Gilda Benjamin

Anne Wuilquot Anne Wuilquot, 45 jaar en oud-voorzitster van de Franstalige Raad van het Belgische Notariaat, is vooral zeer gehecht aan haar familiale praktijk en aan haar gemeente Dour, waar iedereen - of toch bijna - elkaar kent. Wat heeft je ertoe gedreven om notaris te worden? Zoals veel kinderen van, zei ik altijd “Ik word nooit notaris. Daarna zei ik dat ik nooit met mijn vader zou samenwerken en zelfs dat ik nooit in Dour notaris zou worden. Toch deed ik net het tegenovergestelde. Ik droomde ervan om sportjournalist te worden. Mijn ouders, heel slim van hen, stelden me voor om rechten te volgen en dan zouden we wel zien met de journalistiek. Alles verliep zo goed dat ik mijn licentiaat heb afgewerkt en daarna nog notariaat heb gevolgd. En ik hou echt van mijn beroep, het is helemaal mijn ding. Ik hou van mijn cliënten, mijn team, mijn gemeente. Ik voel me hier thuis.” Wat heeft dit beroep je over jezelf geleerd? “Heel wat. Dat ik veel meer empathie heb dan ik dacht, bijvoorbeeld. Ik ontdekte dat ik heel goed kan luisteren. Ik heb in onze familiepraktijk altijd gezien dat mijn ouders heel goed luisterden naar de mensen, maar achtte mezelf daar niet toe in staat. Toch is het mijn drijfveer geworden. Cliënten ontmoeten, samen zoeken naar een oplossing, af en toe eens samen lachen... Het zijn allemaal zaken die het gevoel versterken dat ik de juiste keuze heb gemaakt.”

74

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Wat is het grote voordeel wanneer je een familiepraktijk overneemt? “Ik heb een gezond huis overgenomen. Over heel wat zaken moest ik dus niet meer nadenken, want die waren al in orde. Daartegenover staat wel dat ik, in een praktijk waar iedereen mij al kent van bij mijn geboorte, erin moet slagen om een eigen identiteit te creëren. Ik ben mij ervan bewust dat ik geluk heb gehad dat ik 13 jaar kon samenwerken met mijn papa. Dat is onbetaalbaar. Hij leerde me mijn beroep, maar liet me ook veel vrijheid. In 2014 nam ik de praktijk over.” Met hoeveel mensen werk je in de praktijk? “Ik heb tien medewerksters en een geassocieerde notaris. Het team bestaat uit een boekhoudster, administratieve bediendes aan het onthaal, sommige medewerksters zijn gespecialiseerd in vastgoed, andere in erfopvolging... En uiteraard mogen we mijn mama, die soms nog bijspringt, niet vergeten. De praktijk bevindt zich namelijk in ons huis. Mijn dada zijn familiezaken: huwelijkscontracten, testamenten, rondetafelgesprekken om ruzies te vermijden... Ik hou ervan om mensen te helpen. Dus ja, mijn praktijk ligt in een klein provinciestadje en na een paar jaar in Brussel te hebben gewerkt, vind ik dat echt helemaal anders werken dan in een grote stad. De band met de cliënten is zeer sterk. Ze komen met al hun vragen bij ons en twijfelen niet om binnen te springen. Er zijn dagen dat er zoveel mensen zijn in de praktijk dat we het ‘de markt van Boussu’ noemen.”


Wat is de boeiendste kant van jouw beroep? “Een dossier kunnen afsluiten. En de cliënten kunnen begeleiden en ze zien groeien. We volgen velen van hen tijdens verschillende fasen van hun leven: de mooie momenten, maar ook de droevige. Het is heel motiverend om in een bepaalde situatie het antwoord te vinden dat het beste past bij een cliënt. Soms volstaat een komma of een andere paragraaf, of een telefoontje, om tot de beste oplossing te komen. Je moet je aanpassen, want er zijn niet voor elke cliënt pasklare oplossingen. Mijn opzoekingen doen dus een beroep op het recht. Zowel op de juridische als de technische kant ervan, maar ook op de menselijke kant.”

te werk te gaan. Ook moet je zeer objectief blijven. In juridische dossiers is er geen sprake van empathie: het recht is wat telt. Sommige beslissingen kunnen zeer delicaat liggen.”

En wat is het moeilijkst te beheersen? “Ongetwijfeld je eigen emoties. Uiteraard is het niet eenvoudig om een structuur als de mijne te leiden en zijn er veeleisende klanten, maar ik word zeer goed bijgestaan. Wanneer je te maken krijgt met mensen die zeer ingewikkelde gebeurtenissen doormaken, moet je de zaken zeer duidelijk stellen om niet overhaast

Hoe herbron je? “Ik kijk veel sport op tv, vooral voetbal. Ik volgde heel graag de Wereldbeker, die heeft zoveel vreugde teweeggebracht. Die vurigheid heeft ons tonnen energie gegeven. Verder lees ik ook veel. En uiteraard woon ik in een mooie streek. Ik wandel dus ook in de natuur met mijn hond.”

Welke tips heb je voor jonge notarissen? “Hou van de mensen. Die liefde krijg je voor een groot stuk terug. En luister niet naar vooroordelen: het notariaat is een archaïsch beroep, stoffig... Helemaal niet. Vandaag is het meer dan ooit mogelijk om het leven als notaris op een zeer moderne manier in te vullen. Er zal altijd nood zijn aan menselijk contact en redenering, zelfs met alle beschikbare technologie en het internet.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

75


tekst Dirk Remmerie Infografiek Peter Frison

De notaris in mijn leven 0 jaar Papa en mama zijn niet getrouwd, maar mijn papa heeft mij al drie maanden voor mijn geboorte erkend. Waarom mijn ouders dat gedaan hebben? Omdat, als er iets zou mislopen met mij in de buik, met mijn papa of mijn mama het één groot juridisch kluwen zou worden. Mijn papa wou zijn vaderschapsband al voor de geboorte formeel vastleggen. Samen met mijn mama heeft hij mij erkend bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Ze zijn dan wel nog naar de notaris gegaan om een aantal afspraken rond het samenwonen en de financiële kant van mijn opvoeding vast te leggen in een samenlevingsovereenkomst.

76

25 jaar Diploma op zak en dus sla ik de deur van het ouderlijke huis achter mij dicht. Eindelijk op eigen benen! Ik heb een mooi huurhuisje op het oog, maar de verhuurder liet me verstaan dat hij eraan denkt het te verkopen. Het huisje is alles wat ik zocht in een woning en het staat te koop tegen een zeer scherpe prijs. Mijn ouders moedigen mij aan: zo’n kans kan ik niet laten liggen. Ze willen mij zelfs een duwtje in de rug geven. Of ja ‘geven’… ze stellen voor om naar de notaris te gaan om een leningsovereenkomst op te stellen. Ze willen mij immers helpen, maar ze willen ook zeker zijn dat mijn zus zich niet benadeeld voelt door de lening.

18 jaar Opa en oma willen me een financieel duwtje in de rug geven. Nu zijn ze nog gezond, gelukkig, maar ze weten dat ik later mijn eigen zaak wil opstarten en willen hun steentje bijdragen, ook als ze er dan niet meer zouden zijn. Ze lieten daarom een notariële schenkingsakte opstellen waar duidelijk in staat dat het geld enkel daarvoor dient. Ik moet opa en oma de wereld niet leren kennen: ze weten dat een jonge student als ik het geld anders ook een minder deugdzame bestemming zou durven te geven.

nota bene - Het magazine van Notaris.be

27 jaar Zij is de liefde van mijn leven. Enfin, dat denk ik toch. Trouwen staat nog niet meteen in ons woordenboek, maar we willen toch wat meer en dichter bij elkaar zijn. We hebben ervoor gekozen om wettelijk samen te wonen en passeerden toch maar eens bij de notaris zodat alles op papier staat. Vooral met betrekking tot het huis. De notaris legt mij uit dat mijn vriendin kan blijven wonen in mijn huis als er iets onverwacht met mij zou gebeuren. Ondertussen heeft zij toch al serieus geïnvesteerd in de verbouwing van ‘mijn’ huisje. We beloofden elkaar ook om voor elkaar te zorgen, als dat nodig zou zijn.

30 jaar Ik heb hem ten huwelijk gevraagd en hij heeft ‘ja’ gezegd! Wel dringt zijn pa erop aan dat we een huwelijkscontract opstellen. Dat begrijp ik wel, want ik wil binnenkort mijn eigen zaak opstarten en daar komen ongetwijfeld grote investeringen bij kijken. En mijn toekomstige wil zelf zijn inkomsten behouden. Hij werkt er ook hard voor. Natuurlijk waakt mijn toekomstige schoonvader erover dat zijn zoon niet met lege handen komt te staan, mocht ons huwelijk op de klippen lopen. Trouwen met scheiding van goederen vormt voor mij geen probleem. Durven te praten over ons vermogen en onze toekomst is een teken dat mijn relatie goed zit.

32 jaar Al lang droom ik van mijn eigen zaak. Mijn grootouders zaliger moedigden mijn ondernemende geest aan en zetten wat centen opzij om mij te helpen de stap te zetten toen ik 18 jaar was. Nu is het eindelijk zover. Mijn notaris hielp mij de meest geschikte ondernemingsvorm te kiezen en begeleidde me bij de oprichting van mijn bvba.


34 jaar Ondertussen ben ik al twee jaar zaakvoerder van mijn eigen kleine onderneming. Het is een droom. Het kost mij bloed, zweet en tranen maar ik ben gepassioneerd. Het ondernemen is vallen, opstaan en durven te investeren. Dat laatste baart me soms zorgen. Wat als het ooit helemaal misloopt? Wat als ik met schulden zit die ik financieel niet aan kan? Mijn notaris vermeldde het al twee jaar geleden: een akte van onbeslagbaarheid van de gezinswoning beschermt mijn gezinswoning tegen beslag van professionele schuldeisers. Toen dacht ik er nog niet aan, maar deze gemoedsrust wil ik nu wel hebben.

42 jaar Voor mij kwam het als een donderslag bij heldere hemel. Mijn echtgenoot wil van mij scheiden. Toch wil ik niet dat ons huwelijk van 12 jaar eindigt in een vechtscheiding. We zijn het erover eens dat we een objectieve gids nodig hebben die ons helpt met de materiële en juridische aspecten van onze scheiding. Hoe fout het tussen ons ook gelopen is, dit willen we correct doen. Zeker ook voor onze kinderen. Onze notaris staat ons gelukkig bij met raad en daad.

46 jaar Mijn twee dochters vinden het oké. Haar zoon en dochter zien het ook wel zitten. En dus gaan mijn vriendin en ik bij elkaar wonen en vormen we met z’n zessen een nieuw samengesteld gezin. Uit onze eerdere relaties hebben we wel geleerd dat je je in goede dagen moet voorbereiden op de minder goede. Ik wil niet meer trouwen en mij financieel niet meer binden aan iemand. Voor een samenlevingsovereenkomst gaan we wel opnieuw bij de notaris. Haar kinderen zijn jong en er moeten toch wat afspraken gemaakt worden over de maandelijkse bijdragen. Zij wil zekerheid en financiële stabiliteit en ik snap dat ergens wel. Binnen een aantal jaar wil ik gerust overwegen om een testament op te stellen. We zien wel waar het leven ons brengt.

69 jaar Nu mijn moeder dement is en wij al haar zaken moeten regelen, besef ik dat ik best een en ander regel wanneer ik nog in staat ben om dat zelf te doen. Een ongeval, een ziekte, geheugenverlies… het kan ons allemaal overkomen. Ik was toch van plan om naar de notaris te gaan. Ik kan hem evengoed vragen om een zorgvolmacht op te stellen. Zo bepaal ik vandaag wie van mijn kinderen wat zal beheren wanneer ik wilsonbekwaam wordt. Het is een zekerheid en bescherming voor mijn hele gezin.

93 jaar Morgen ben ik er niet meer. Ik ben een beetje bang, maar toch erg gelukkig omdat ik mag terugkijken op een mooi leven en een pracht van een familie. Mijn erfenis kwam niet te laat voor mijn kinderen en kleinkinderen – ik kon ze financieel steunen op het juiste (lees: duurste) moment in hun leven. Toen ik met pensioen ging, verdiepte ik mij met de hulp van mijn notaris in alle aspecten van successieplanning om zo fiscaal vriendelijk mogelijk mijn vermogen door te geven.

nota bene - Het magazine van Notaris.be

77


infofiche

HET HUWELIJKCONTRACT

SAMENWONEN EN HUWEN

Gaan we voor een huwelijkcontract? Stelsel van de algehele gemeenschap

Stelsel van scheiding van goederen

Verfijning van het wettelijk stelsel Gemeenschappelijk vermogen

Geen gemeenschappelijk vermogen! Één vermogen

ALLES GESCHEIDEN

ALLES GEMEENSCHAPPELIJK

GEFINETUNED GEMEENSCHAPPELIJK VERMOGEN

JA! NEE! Automatisch!

Het wettelijk stelsel Goederen die zijn aangekocht tijdens het huwelijk Goederen die samen zijn aangekocht

Eigen vermogen

Gemeenschappelijk vermogen

Eigen goederen van vóór het huwelijk Schenkingen en erfenissen Eigen schulden

78

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Eigen vermogen Eigen goederen van vóór het huwelijk

Gemeenschappelijke schulden Beroepsinkomsten

Schenkingen en erfenissen Eigen schulden


Koop eens een huis online

Waar mag ik het zetten?

Is die tattoo gemaakt met de as van je overleden man? Die heette toch Roger!

Jawel. Maar hij was nogal klein van gestalte en de as was op!

nota bene - Het magazine van Notaris.be

79



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.