Notarius magazine

TI JDSCHRIF T VOOR HE T NOTA RIA AT

P RI N T E M P S - É T É 2018

/

/

RE VUE POUR LE NOTA RIAT

L E N T E-ZO M E R 2018

FEDNOT

Voorzitterswissel Transfert de présidence

PHILIPPE BOSSELER reprend le flambeau de

neemt de fakkel over van

ERIK VAN TRICHT

Bureau de dépôt: 2099 Antwerpen X P501197 Rue de la Montagne 30-34, 1000 Bruxelles

9 / 14

60 / 64

54 / 57

84 / 87

38 / 42

32 / 35

68

70

SAMEN STERK

4

L’UNION FAIT LA FORCE

5

INKOMHAL VAN HET NOTARISHUIS IN BRUSSEL LICHT OP

6

NOTARIS.BE RIJMT OP TV

7

LE HALL DE RÉCEPTION DE LA MAISON DES NOTAIRES DE BRUXELLES S’ILLUMINE !

6

SEMAINE DE L’IMMOBILIER

7

NOUS DEVONS SANS CESSE NOUS RÉINVENTER

8

14

WE MOETEN ONSZELF STEEDS HERUITVINDEN WETGEVING IN OPMARS: FEDNOT WAAKT, BEGELEIDT EN INFORMEERT

25

NOTARIS MOET MEER MANAGER ZIJN

32

WE VERTREKKEN VANUIT DE NODEN VAN HET PUBLIEK

38

DIGITALE TRANSFORMATIE IN DE PRAKTIJK

47

BENT U ER KLAAR VOOR? DE ‘GDPR’ TREEDT OP 25 MEI IN WERKING!

50

EEN ASSOCIATIE VAN TITULARISSEN = (ASSOCIATIE)

53

IK BEN VOORSTANDER VAN DIALOOG

57

2

HET BELANG VAN NOTARIËLE BEMIDDELING OP EUROPEES NIVEAU

60

EEN EIGEN SITE VOOR UW KANTOOR?

67

WE MOETEN STOPPEN MET WONEN WAAR WE NIET THUISHOREN

68

STARTMYBUSINESS

72

LÉGISLATION EN MARCHE: FEDNOT VEILLE, ACCOMPAGNE ET INFORME

18

LE NOTAIRE DOIT AVOIR DAVANTAGE LA FIBRE MANAGÉRIALE

35

UNE RÉPONSE AUX BESOINS DU CITOYEN

42

LA TRANSFORMATION NUMÉRIQUE DANS LA PRATIQUE

46

NOTAIRES, À VOS AGENDAS… LE «GDPR» ENTRE EN APPLICATION LE 25 MAI !

48

UNE ASSOCIATION DE TITULAIRES = (ASSOCIATION)2

52

JE SUIS POUR LE DIALOGUE, LES SOLUTIONS CONSENSUELLES ET LES DÉCISIONS COMMUNES

54

DE L’IMPORTANCE DE LA MÉDIATION NOTARIALE AU NIVEAU EUROPÉEN

64

UN SITE INTERNET DÉDIÉ À VOTRE ÉTUDE ?

67

LES UTOPIES ÉTHIQUES DE L’ARCHITECTE

70

STARTMYBUSINESS

75

WAT NIET VERMEDEN KAN WORDEN, KAN NIET AFGESTRAFT WORDEN

79

CE QUI NE PEUT ÊTRE ÉVITÉ NE SAURAIT ÊTRE PUNI

78

LEGALISATIE GAAT DIGITAAL

81

LA LÉGALISATION SE NUMÉRISE

80

APP GEEFT TOEGANG TOT CENTRAAL ERFRECHTREGISTER

83

SOCIAAL RECHT: ADVIES OP MAAT

84

INFORMATIONS SUPPLÉMENTAIRES : LE NOUVEAU REGISTRE CER

82

NOTABENE

90

DES CONSEILS SUR MESURE EN MATIÈRE DE DROIT SOCIAL

87

MAGAZINE NOTABENE

91

4

NOTAR I US 2018 / W O O R D V A N D E V O O R Z I T T E R - M O T D U P R É S I D E N T

SAMEN STERK Het Belgisch Staatsblad brak in 2017 weer alle records met exact 117.002 gepubliceerde bladzijden. Geen mens die dat nog kan verwerken! Nochtans verwachten onze cliënten dit wel van ons en van al onze medewerkers: zelfs de onthaalmedewerkers krijgen vragen over het nieuwe erfrecht!

De stroom aan wetgeving moet op alle niveaus kunnen worden verwerkt om onze belangrijkste opdracht – onze cliënten passend informeren en bijstaan – naar behoren te kunnen blijven vervullen.

De vele wijzigingen en vernieuwingen hebben ook een weerslag op de dagelijkse werking van onze kantoren: modellen, maar ook bestaande procedures en werkmethodes moeten worden herzien en, zo nodig, aangepast.

Ook de ICT-toepassingen die Fednot aanbiedt moeten voortdurend worden aangepast, niet alleen aan de nieuwe regelgeving, maar ook i.f.v. de nieuwe ICT-mogelijkheden.

Het arsenaal aan toepassingen wordt trouwens nog uitgebreid: StartMyBusiness, MyBox, eDepot, Immo-platform met interactieve verkoping, vergelijkingspunten (VGP), Centraal register van erfrechtverklaringen (CER)… het stopt nooit.

En alsof dat alles nog niet genoeg is, worden we in de media ook nog eens aangepakt: op basis van enkele niet te verantwoorden excessen, worden de goed en hard werkende notaris en zijn medewerkers afgeschilderd als een duur copycenter.

Zucht… diepe zucht.

Op moeilijke momenten is het goed te beseffen dat u er niet alleen voor staat. Fednot is immers meer dan ‘een administratie in Brussel’, het is een vereniging van en voor notarissen die zich bewust is van de steeds toenemende druk op ieders schouders.

Daarom benadrukt Fednot meer dan ooit haar missie om u te helpen in het vervullen van uw opdracht. Elke dag staan de bijna 200 medewerkers van Fednot en van de andere notariële instellingen voor u klaar: de juristen van het Consultatiecentrum, de medewerkers van de ICT Service desk, de adviseurs van NKO, de vertalers van VTL, de collega’s van het Sociaal Secretariaat en van de Verzekeringen en zoveel anderen. Ze zijn er voor u, doe een beroep op hen!

Om de ICT-initiatieven van Fednot nog beter af te stemmen op uw noden hebben we de ‘Ambassadeurs’ in het leven geroepen. Meer dan 100 collega’s hebben de oproep beantwoord en deelgenomen aan de eerste workshops. Daar heb-

5

ben ze bijvoorbeeld een lijst opgesteld van verbeterpunten van de huidige ICT-toepassingen.

Niets blijft bij het oude, ook Notarius niet. In vorm en aanpak verschilt dit nummer toch wel van de vorige. Inhoudelijk spitst ‘het tijdschrift voor het notariaat’ zich nog meer toe op de dagelijkse praktijk van het notariskantoor, en op hoe Fednot u helpt diverse uitdagingen aan te pakken. Ook de vorm is opgefrist – met onder meer extra aandacht voor fotografie – zodat het lezen nog aangenamer wordt.

Tot slot wens ik de collega’s uitdrukkelijk te bedanken voor hun bereidheid om bij te dragen aan de veranderingen, en zo, onrechtstreeks maar wel actief, hun steun te betuigen aan alle medewerkers van Fednot en de notariële instellingen, en aan alle collega’s die op één of andere manier hun steentje bijdragen aan de dienstverlening van Fednot.

Wie zei ook weer: ‘Samen sterk’?

L’UNION FAIT LA FORCE En 2017, le Moniteur belge a de nouveau battu tous les records en publiant précisément 117 002 pages. Cela en fait du texte à digérer ! Nos clients comptent sur nous et sur l’ensemble de nos collaborateurs pour effectuer ce travail.

Même les personnes travaillant à l’accueil reçoivent des questions sur le nouveau droit successoral ! Le flot de législations doit pouvoir être traité à tous les niveaux afin que nous puissions continuer à accomplir dûment notre mission la plus importante, celle d’informer et d’assister nos clients de manière appropriée.

Les nombreuses modifications et innovations ont également des répercussions sur le fonctionnement quotidien de nos études : les modèles, mais aussi les procédures existantes et les méthodes de travail doivent être revus et, au besoin, adaptés.

Les applications ICT proposées par Fednot doivent également être sans cesse ajustées, non seulement à la nouvelle réglementation, mais aussi en fonction des nouvelles possibilités ICT. L’arsenal d’applications s’agrandit d’ailleurs encore : StartMyBusiness, MyBox, eDepot Modification, Immo Plateforme et ses ventes interactives, les points de comparaison (PCO), le registre central successoral (CER)...

Cela ne s’arrête jamais.

Et comme si tout cela ne suffisait pas, on est attaqué dans les médias : sur la base de certains excès non justifiés, le notaire assidu à sa tâche et ses collaborateurs sont dépeints comme un copy center coûteux.

Soupir... Profond soupir.

Dans les moments difficiles, il est bon de se rendre compte que l’on n’est pas tout seul. En effet, Fednot est plus qu’une « administration à Bruxelles ». Elle représente une fédération de notaires et pour les notaires, consciente de la pression sans cesse grandissante qui pèse sur les épaules de chacun.

Fednot met donc plus que jamais l’accent sur sa mission qui consiste à vous aider dans l’accomplissement de votre tâche.

Chaque jour, les presque 200 collaborateurs de Fednot et des autres institutions notariales sont à votre disposition : les juristes du Centre de consultation, les collaborateurs du Service Desk ICT, les conseillers NKO (Organisation des Études Notariales), les traducteurs de VTL, les collègues du Secrétariat Social et des Assurances, ainsi que beaucoup d’autres.

Ils sont là pour vous, n’hésitez donc pas à faire appel à eux !

Et pour encore mieux adapter les initiatives ICT de Fednot à vos besoins, nous avons créé les « Ambassadeurs ». Plus d’une centaine de collègues a répondu à l’appel et a participé aux premiers séminaires. Ils y ont par exemple établi une liste des points à améliorer concernant les applications ICT actuelles.

Tout évolue, le Notarius aussi. En matière de forme et d’approche, ce numéro diffère des précédents. Sur le fond, « la revue destinée au notariat » se concentre encore plus sur le quotidien de l’étude notariale et sur la manière dont Fednot vous aide à faire face aux différents défis. On a également donné un coup de neuf à la forme : une attention supplémentaire est, entre autres, portée aux photos afin que la lecture soit encore plus agréable.

Enfin, je voudrais tout particulièrement remercier mes collègues pour leur volonté à contribuer aux évolutions, et ce, de manière indirecte mais toutefois active, pour leur soutien à tous les collaborateurs de Fednot et aux institutions notariales, ainsi qu’à tous ceux qui, d’une manière ou d’une autre, contribuent aux services de Fednot.

Qui a dit : « L’union fait la force » ?

ERIK VAN TRICHT voorzitter Fednot - président Fednot

6

NOTAR I US 2018 / N I E U W T J E S - N O U V E L L E S

COLOFON / COLOPHON Redactie en administratie Rédaction et administration Fednot Bergstraat 30-34 rue de la Montagne 1000 Brussel / Bruxelles T. 02/505.08.19 Hoofdredacteur - Rédacteur en chef Christian Luyten

INKOMHAL VAN HET NOTARISHUIS IN BRUSSEL LICHT OP

Verantwoordelijke uitgever - Éditeur responsable

De inkomhal van het Notarishuis in de Bergstraat wordt druk bezocht door burgers voor openbare verkopingen. Maar ook notarissen en notariële medewerkers verzamelen er voor opleidingen en commissies. Het is dan ook de ideale plek om het imago van de notaris een extra dynamische en hedendaagse toets te geven.

Fednot Bergstraat 30-34 rue de la Montagne 1000 Brussel / Bruxelles Eindredactie en coördinatie Mise au point rédactionnelle et coordination Dirk Remmerie met steun van/avec le support de Bart Azare, Sofie Claes, Sandra Ichtertz, Morgane Vanwelde Redactionele bijdragen Contributions rédactionnelles Bart Azare, Gilda Benjamin, François Catinus, Nathalie d’Aout, Charles Debray, Sylviane Dragonetti, Koen Driessens, Renaud Gregoire, Sandra Ichtertz, Valerie Nuyttens, Véronique Plas, Dirk Remmerie, Romina Scarpone, Seema Teotia, Erik Van Tricht, Aurélie Van Der Perre, Els Verbelen, André Wallemacq, juridische adviseurs/juristes SU Legal, CF, VlaNot

Na de nieuwe logo’s en enkele kleine inrichtingsaanpassingen, hebben we meer licht gebracht in de hal door het plaatsen van een groot LED-fotopaneel waarop de kleuren van Notaris.be te zien zijn. Naast de indirecte verlichting, geeft dit fotopaneel ook diepte aan de ruimte. De foto kan worden aangepast in functie van de boodschap die we wensen te brengen.

Er werden ook 2 twee televisieschermen geïnstalleerd op de benedenverdieping. Daar valt heel wat informatie op te lezen, zoals een overzicht van de openbare verkopingen, verwelkomingen van bezoekers, aankomende evenementen maar ook promotie over de diensten die de notaris biedt.

Wenst u zelf ook een scherm in uw kantoor te plaatsen om uw cliënten te informeren en het imago van de notaris te versterken? Neem contact op met Sandra Ichtertz via mail ichtertz@fednot.be.

Foto’s - Photos Jan Crab, Emmanuel Crooÿ, Thomas De Boever

LE HALL DE RÉCEPTION DE LA MAISON DES NOTAIRES DE BRUXELLES S’ILLUMINE !

Ontwerp en lay-out - Mise en page

Le hall de réception de la Maison des notaires de la rue de la Montagne est foulé bon nombre de fois par les citoyens à l’occasion de ventes publiques. De nombreux notaires ainsi que les collaborateurs notariaux viennent également s’y réunir dans le cadre de formations et de commissions. C’est d’ailleurs l’endroit idéal pour donner à l’image du notaire une touche dynamique et moderne supplémentaire.

Peter Frison en Bart Luijten (Xpair Communication) Concept en realisatie - Concept et réalisation Xpair Communication Drukkerij - Imprimerie Drukkerij Hendrix Contact (opmerkingen en suggesties) Contact (avis et suggestions) notarius@fednot.be

Après de nouveaux logos et quelques aménagements épurés, nous avons donc opté pour l’illumination du hall grâce à un tout nouveau grand panneau photo LED arborant les couleurs de Notaire.be.

Outre le fait que ce panneau apporte une luminosité indirecte, il donne de la perspective à cet endroit. La photo pourra être adaptée en fonction du message que nous souhaitons transmettre.

Deux écrans TV ont également été installés au rez-de-chaussée. Ces écrans diffusent de nombreuses informations sur les ventes publiques, l’accueil des visiteurs, les événements prévus, mais également sur les services notariaux.

Vous souhaitez aussi avoir un écran dans votre étude afin d’informer vos clients et de renforcer l’image du notaire ? Contactez Sandra Ichtertz par mail : ichtertz@fednot.be.

7

SEMAINE DE L’IMMOBILIER Durant toute une semaine, du 18/02 au 23/02, les notaires de toutes les provinces francophones ont présenté à la presse l’évolution du marché immobilier 2017 province par province.

Cette année, une nouvelle approche a été adoptée. Grâce à une équipe Business Intelligence renforcée, à des outils et des techniques d’analyse plus pointus, les données disponibles ont été analysées sous différents angles et les résultats cartographiés.

Avec l’aide de cette nouvelle méthode de traitement des données et leur connaissance approfondie des marchés locaux, les notaires ont offert un aperçu plus large et des résultats plus précis sur les tendances et évolutions des prix du marché immobilier provincial et régional.

NOTARIS.BE RIJMT OP TV De .be van Notaris.be rijmt steeds meer op tv. De Notaristips die de Commissie Public Relations van VlaNot verzorgt, zijn zowat elke week te bekijken op verschillende televisiezenders.

Elk jaar delen we dertig weken lang – en dat elke weekdag – nuttige tips over het werkterrein van de notaris op alle Nederlandstalige regionale tv-zenders.

Résultats plus que positifs du côté des médias ! Entre le 18/02 et le 28/02, plus de 70 articles de presse ont été relevés, près de 40 interventions radio et plus de 10 reportages/interviews TV … Des relevés non exhaustifs !

Un boum dans la représentation de la profession et une image toujours plus professionnelle, pointue et plus que présente sur le marché immobilier.

Outre le fait que nous renforçons notre exclusivité à disposer de ces analyses, c’est une collaboration renforcée avec la presse qui nous permet d’asseoir notre expertise.

Nous remercions vivement les équipes (Business Intelligence, CF et Communication) de Fednot pour leur support ainsi que les notaires orateurs qui ont investi beaucoup d’énergie pour intégrer et analyser ces chiffres et qui, outre leurs impératifs professionnels, ont consacré du temps à la presse.

Daarnaast hebben we een samenwerking met Kanaal Z. We zenden er zowel videotips uit die we samen met de financiële zender maken, als regionale tips.

Notaris.be is sinds begin maart ook aanwezig op Eclips TV, een nieuwe zender die zich richt op 50-plussers. Het gaat om een vaste rubriek in de nieuwe talkshow van Margriet Hermans, Margriet tussen de mensen. Eclips TV zit in het basispakket van Telenet (kanaal 40, van 8 tot 20 uur) en Proximus TV (kanaal 109, de klok rond). Onderwerpen die er aan bod komen: het nieuwe erfrecht, de zorgvolmacht en tweede verblijven.

U vindt al onze video’s ook terug op Notaris.be en op ons YouTube-kanaal Notaris.be/youtube. Alleen al op YouTube werden de video’s ruim 500.000 keer bekeken.

Tekst/Texte : B A R T A Z A R E , S A N DR A ICH T E R T Z

8

NOTAR I US 2018 / F E D N O T

9

PHILIPPE BOSSELER reprend le flambeau de ERIK VAN TRICHT en tant que président de Fednot

NOUS DEVONS SANS CESSE NOUS RÉINVENTER texte: DIR K R E M M E R IE

Erik Van Tricht et Philippe Bosseler – respectivement président sortant et président entrant de Fednot – sont parfaitement alignés pour soulever que le notariat est un beau métier. Ils parlent également d’une voix lorsqu’ils évoquent le futur du notariat : « Le monde est en perpétuel changement, ce n’est un secret pour personne. Mais le monde ne va pas s’adapter à nous, c’est à nous qu’il appartient de nous réinventer. Une nouvelle fois, car nous œuvrons à la modernisation de notre profession depuis déjà plusieurs années. » Avec son équipe (« n’oublions pas de souligner qu’un président ne peut rien accomplir seul, c’est pourquoi je ne peux que remercier profondément les membres de notre Conseil d’administration et les collaborateurs »), Erik Van Tricht a élargi de nombreux horizons.

Toutefois, le travail n’est jamais fini. « C’est tout de même l’esprit tranquille que je quitterai mes fonctions en juin ; J’ai toute confiance en Philippe pour mener à bien cette présidence. »

/

photos: J A N CR A B

Sur la question si l’interview serait menée en néerlandais, en français ou une combinaison des deux, nous optons pour la combinaison. Les racines d’Erik Van Tricht se trouvent à Anvers, celles de Philippe Bosseler à Arlon. Même si elles sont proches d’un point de vue alphabétique, sur le plan géographique, elles sont distantes de 228 kilomètres (Philippe Bosseler à propos de cette distance : « Si je pars avant l’aube, je ne mets heureusement que deux heures pour arriver au siège principal à Bruxelles. »). Comme de tradition, la présidence de Fednot traverse la frontière linguistique après trois ans. « Personnellement, j’estime que le Conseil d’administration doit être présidé en français et en néerlandais », affirme Erik Van Tricht. « Au début de la présidence, le passage d’une langue vers l’autre est éprouvant. Mais cela en vaut la peine et il doit en être ainsi. » La présidence n’est pas sans sacrifices. Qu’est-ce qui influence l’acceptation de ce mandat de trois ans ?

Erik Van Tricht (EVT) : « Lorsque la question m’a été posée, j’ai accepté la présidence pour plusieurs raisons. D’abord, cela me paraissait être un beau défi. Et un honneur. Il va de soi que j’espérais en tout premier lieu pouvoir apporter une contribution à l’organisation. » « Quelles étaient les autres raisons ? J’estime que le notariat est une belle profession qui revêt une fonction importante au sein de notre société. Contribuer activement à donner une orientation à une telle organisation, qui a un impact sur

10

NOTAR I US 2018 / F E D N O T

la vie quotidienne d’autant de personnes, c’est une chose qui me parle. Car c’est bien de cela qu’il s’agit à mes yeux : l’objet de ma présidence était en premier lieu de fournir une contribution à la société, aux citoyens, par le biais de la fédération. » Philippe Bosseler (PB) : « Je rejoins mon confrère dans ce qu’il dit à propos de notre belle profession. La devise de la Belgique est L’union fait la force – Eendracht maakt macht. Cela s’applique par excellence au notariat. Fednot est une union de notaires et c’est là que réside sa plus grande force. Lorsque j’ai été nommé notaire, Karel Tobback était président. Cet homme m’a fait rêver. Il est parvenu à hisser notre fédération à un niveau largement supérieur à celui d’autres organisations professionnelles. Une performance qu’Erik a poursuivie avec succès. Dans sa constellation actuelle, Fednot est axée sur le futur et c’est une motivation de plus, en tant que nouveau président, de me retrousser les manches avec toute l’équipe. » Quelles lignes de conduite avez-vous définies durant votre présidence ?

EVT : « Mon prédécesseur, Lorette Rousseau, avait donné le coup d’envoi notamment de la réorganisation de notre département IT et de l’intégration de celui-ci au sein de Fednot. Ce serait un miracle si intégrer une activité ou une équipe de collaborateurs dans un groupe suffisait à en faire un projet abouti. Pareille transformation requiert des efforts et demande des changements à différents niveaux. Je pense effectivement que nous avons réussi à intensifier cette collaboration. » « Par ailleurs, la structure de Fednot a dû être adaptée et approfondie. Lors de ma nomination, il y avait quatre directeurs. Deux d’entre eux sont toujours actifs, mais à présent, ils sont au nombre de six. C’est non seulement le signe d’un ancrage plus important, mais également d’une professionnalisation plus poussée. En outre, j’ai toujours été un grand partisan de la collaboration avec un administrateur externe.

Dans les entreprises, c’est la chose la plus évidente au monde, mais pas dans le notariat. Il va de soi qu’en termes de contenu, nous savons exactement ce que nous avons à faire, notre expertise est incontestable, mais dans toute la Belgique, il n’y a pas un notaire qui ait les capacités – permettez-moi de formuler cela autrement : qui ait l’expérience – pour diriger une entreprise de deux cents personnes, et encore moins pour introduire de nouvelles idées dans une organisation de cette ampleur ou la faire changer de cap. » « Tout cela concourt à ce que les personnes faisant partie de cette organisation, revêtent une importance considérable.

Grosso modo, il s’agit de 1 200 études notariales, 1 500 notaires et quelque 8 000 collaborateurs. Si l’on veut qu’autant de personnes regardent plus ou moins tous dans la même direction, l’assistance de talents externes est plus que bienvenue. Je ne parle pas de talent notarial mais j’entends talents en termes de management. Cela restera nécessaire

pour garder Fednot en bonne forme dans le futur. Il s’agit là, en gros, des principales lignes que j’ai définies pour l’organisation interne. » « Il ne serait pas juste que je m’attribue tous les mérites pour ce que Fednot a pu réaliser sur le plan externe. Alors que j’ai parfois donné l’impulsion, la réalisation effective des différents projets tient à l’engagement de quelque deux cents collaborateurs. Je pense que je suis parvenu à montrer que ce qui se déroule à l’extérieur est plus impactant que ce qui se passe en interne. Autrefois, la réalité devait s’adapter aux idées que nous avions. À présent, les rôles sont inversés et c’est à nous de nous adapter au monde. Le monde merveilleux de la technologie de l’information, par exemple, avance à toute allure. Il appartient au notariat d’emboîter le pas. Pour certains collaborateurs, la reconversion n’a pas été évidente. » Quels ont été les points forts de la présidence de votre prédécesseur et quels accents comptez-vous certainement maintenir au cours de ces prochaines années ?

PB : « Avant de chanter les louanges de la présidence d’Erik, je tiens à le remercier pour l’opportunité qui m’a été offerte d’apprendre à connaître et d’analyser de près Fednot au cours de ma période de préparation de ces derniers mois.

Pour voir comment il met en place des projets, comment il prend les décisions… en termes de nouvelles technologies, d’intelligence artificielle (IA), de données volumineuses, etc., Erik a certainement mis en chantier des projets qui méritent une attention continue. Pour ma part, je me sens également très concerné par le droit européen. La problématique et la position de notre profession protégée – une idée qui fait régulièrement l’objet d’attaques, notamment du côté anglosaxon - me touchent profondément. Nous devons anticiper et développer une politique adéquate visant à nous permettre de réagir rapidement aux changements et allégations. Plus que jamais, nous devons montrer que nous œuvrons dans l’intérêt général, tant au bénéfice du bien commun qu’au bénéfice du consommateur, et que la meilleure manière pour nous de le faire est de disposer du statut de profession protégée. Il s’agit d’une tâche interne de Fednot, mais sur le plan national, nous devons également le faire en concertation avec le Ministre de la Justice. » Vous avez déjà fait allusion à l’importance de l’équipe au grand complet comme pilier de votre présidence. Tout de même, l’investissement personnel n’a pas dû être des moindres.

EVT : « C’est un travail à mi-temps qui s’ajoute à la gestion de ma propre étude. Si vous comparez les photos de moi d’il y a trois ans à celles d’aujourd’hui, vous constateriez par vous-même qu’il n’a pas toujours été simple de jouer sur tous les tableaux. (rire) La présidence exige un temps considérable. J’ai travaillé ici près de deux jours par semaine, mais à côté de cela, il y a le flux incessant de courriels. La

11

majorité de ceux-ci sont heureusement des messages qui me sont envoyés en copie pour me tenir informé, mais il va de soi que ceux qui requièrent une réponse ou une action immédiate sont également très nombreux. À cela s’ajoutent encore les missions pour lesquelles j’ai séjourné parfois plusieurs jours à l’étranger. Heureusement, j’ai pu compter sur deux femmes qui m’ont permis de continuer à assumer mes fonctions de président : mon épouse, et mon associée qui a continué à faire tourner l’étude. Sans elles, cela n’aurait incontestablement pas été possible. » Êtes-vous prêt pour trois années de gestion intensive de votre temps ?

PB : « Pour l’instant, je suis encore à l’aise. (rire) Jusqu’en juin, je suis les activités d’Erik. Ce n’est qu’après que le véritable travail commencera pour moi. Naturellement, je sais que ce n’est pas une mince affaire, mais pour l’instant, les décisions importantes sont encore confiées à Erik. Toutefois, votre question est pertinente et je suis pleinement conscient que les trois prochaines années exigeront beaucoup de ma part. Cependant, avec la compétence partagée des membres du Conseil d’Administration et des Directeurs, ainsi qu’avec les nombreuses qualités des différents collaborateurs de Fednot, je pense que l’on est prêt pour poursuivre le travail entamé par Erik et ses équipes. Si nous sommes bien structurés, si la stratégie et les objectifs définis par le CA sont

Contribuer activement à donner une orientation à une telle organisation, qui a un impact sur la vie quotidienne d’autant de personnes, c’est une chose qui me parle. (EVT)

bien communiqués et bien reçus par chacun des collaborateurs alors la gestion du temps devrait être supportable.

Pouvez-vous également compter sur un associé pour vous assister ?

PB : « Je ne suis pas associé, mais j’ai l’avantage de disposer d’une équipe fantastique. Sans mes collaborateurs, je n’aurais jamais pu assumer l’engagement que requiert la présidence. Mon étude compte deux candidats-notaires et des collaborateurs sur qui je peux m’appuyer. Mon épouse est également titulaire d’une licence en notariat. »

12

NOTAR I US 2018 / F E D N O T

2018 sera une année pleine de défis, notamment à la suite des nombreuses modifications de la réglementation. Quelle sera la réaction de Fednot par rapport à celles-ci et comment fournirez-vous les outils aux notaires afin de les accompagner et de les soutenir le mieux possible à cet égard ?

PB : « Les notaires auront plus que jamais besoin de Fednot et Fednot leur sera plus que jamais utile. Un notaire qui travaille tout seul, ce n’est plus possible en ces temps de grandes turbulences. La complexité des choses s’accroît, le rôle de la fédération ne fera donc que s’accroître également. » EVT : « Fednot n’assume pas seulement son rôle de banque d’expertise. Les impulsions à cette fin ont été données en interne et devront être élaborées de manière plus approfondie. Les besoins des notaires sont actuellement plus diversifiés qu’il y a quelques années. Il ne s’agit plus d’une seule question à laquelle le notariat est confronté. Fednot doit se concentrer sur les besoins à la fois des grandes, des moyennes et des petites études. Pour une grande étude, les efforts en matière de technologie de l’information sont d’un tout autre ordre que pour une petite étude, pour ne citer qu’un seul exemple. Il en va de même pour les soutiens en termes de personnel. » « Par le passé, le service était axé sur l’aspect juridique. Il va de soi que cet aspect demeurera important en raison des nombreuses législations (qui changent). À cela s’ajoute la technologie de l’information. C’est avant tout sur ce plan

que le notariat est confronté à de nouveaux défis et de nouvelles difficultés. Le piratage d’une étude de notaire était totalement impensable il y a trois ans, aujourd’hui c’est devenu une réalité. Attendu qu’un notaire individuel ne peut venir à bout, à lui seul, d’un tel phénomène, il appartient à Fednot de lui procurer les outils pour y arriver. » La technologie de l’information modifie radicalement le fonctionnement du notariat. La profession même se trouve face à des défis. Quel rôle Fednot peut-elle jouer dans le cadre de tous ces changements ?

EVT : « Notre pertinence sera encore plus grande à l’avenir.

La technologie de l’information et l’intelligence artificielle ne feront pas l’impasse sur la profession de notaire, bien au contraire. Le citoyen dispose d’un accès nettement plus important à l’information, mais le besoin relatif à la plus-value d’un notaire ne fera que croître. Même si quelqu’un obtient une information par le biais d’Internet, le besoin d’une confirmation de ladite information subsiste. Voici un exemple pour clarifier ce que j’entends par là. Celui qui, autrefois, voulait acheter une machine à laver, se rendait au magasin et se basait sur le conseil de l’expert. Aujourd’hui, vous recherchez sur Internet tout ce que vous voulez savoir, et vous vous rendez ensuite au magasin, muni de ce savoir.

L’expert ne doit plus vous fournir l’information de base, mais l’acheteur recherche tout de même une confirmation.

Le vendeur doit offrir une valeur ajoutée en offrant du conseil et des informations supplémentaires. C’est ce que nous voulons atteindre. »

13

L’image du notaire fait l’objet d’un travail acharné. Comment pensez-vous que la profession est perçue à présent ?

PB : « La fonction du notariat est basée sur la confiance. Le notaire se profile comme une personne de confiance. Les éléments qui renforcent cette position du notaire : notre déontologie, notre éthique, le soutien de la Sécurité notariale et le contrôle de la Chambre Nationale. Fednot aide en outre les notaires en leur fournissant les moyens d’améliorer la qualité et la rapidité de leurs services. En outre, Fednot a toujours développé des outils permettant d’améliorer la transmission des données entre l’administration et les notaires dans l’intérêt des citoyens et de l’état ou des régions et Fednot continue à investir pour permettre à ces outils d’évoluer en fonction des changements législatifs. » Cette plus-value offerte par Fednot est-elle suffisamment connue de tous les notaires ?

EVT : « En tant qu’association professionnelle, nous ne pouvons qu’offir le plus de services possible. Ainsi, il y a l’eNotariat, dont nous améliorons actuellement la fonction de recherche pour permettre aux notaires et à leurs collaborateurs de retrouver plus rapidement les informations adéquates. Nous disposons également à présent d’un directeur qui se concentre spécifiquement sur notre communication, à la fois interne et externe. » Quels sont les objectifs de votre présidence ? Quand estimerez-vous que votre présidence est un succès ?

PB : « Suivant le code de bonne gouvernance, le conseil d’administration a essentiellement une compétence en matière de stratégie générale et une compétence de contrôle. Il incombe dès lors aux membres du conseil d’administration de déterminer les valeurs et la stratégie de Fednot ainsi que le niveau de risque que Fednot est prête à prendre mais également d’évaluer les performances du management et de la réalisation de la stratégie. À ce jour, les objectifs n’ont pas encore été finalisés avec les membres du conseil d’administration. Je suis toutefois certain d’une chose : Fednot doit assister les notaires eu égard à tous les changements prévus. Il va de soi que Fednot doit également être ouverte au changement. Le président ainsi que les membres du conseil d’administration doivent d’une part, être attentif au fonctionnement de Fednot en tant qu’organisation à part entière et d’autre part, au rôle de Fednot dans le notariat. Quelles valeurs voulons-nous transmettre ? Où devons-nous mener le notariat dans dix, quinze ans ? Quelle est notre vision ?

Pour répondre aux changements qui nous entourent, je suis parfaitement conscient que nous devons réinventer notre profession. Tout cela aura un effet considérable sur notre manière de travailler. C’est là que réside la force de Fednot : pouvoir anticiper et veiller à ce que nous soyons préparés en groupe à ce qui nous attend. Comme je l’ai dit : nous disposons d’un système juridique qui est basé sur le droit romain et qui s’écarte nettementdu système anglosaxon.

C’est là que réside la force de Fednot : pouvoir anticiper et veiller à ce que nous soyons préparés en groupe à ce qui nous attend. (PB)

C’est la raison pour laquelle il est important d’affûter et de défendre nos valeurs dans le contexte européen. Dans notre système, l’accent est mis sur la sécurité. Dans le modèle anglosaxon, c’est la rapidité et le gain qui importent au risque d’un procès… Il s’agit là d’une distinction importante. Chez nous, la certification, le contrôle et la vérification sont au centre des préoccupations. C’est juste que cela demande du temps, mais il nous appartient de développer des outils qui nous permettront d’être plus rapides et plus proactifs, sans remettre en cause l’essence même de notre système : la sécurité juridique. C’est aussi la clé de la numérisation : allier performance et tradition. Car la fameuse blockchain n’est pas exempte d’erreurs : si les données saisies sont inexactes, la confirmation des données erronées se multipliera jusqu’au point où beaucoup penseront qu’elles sont tout de même exactes. Dans ce processus également, la certification par une personne de confiance, lors de l’introduction des données dans le système, restera importante. » En juin, le nouveau président reprendra le flambeau. Refermerez-vous la porte derrière vous ou serez-vous attentif depuis les coulisses ?

EVT : « Je n’ai pas l’intention de jouer la belle-mère. Il y a eu une longue période de rodage durant laquelle Philippe a eu le temps de s’adapter. Je suis persuadé que la préparation s’est bien déroulée et que Fednot est entre de bonnes mains.

C’est donc l’esprit tranquille que je refermerai la porte derrière moi. Mais cela ne signifie pas que je disparaîtrai de la surface de la terre. En cas de question, ou si l’on souhaite avoir mon avis, c’est volontiers que je m’exprimerai. » PB : « L’avantage d’une longue période d’adaptation est que la présidence ne me tombe pas dessus « soudainement ».

En juin, cela fera un an de préparation, la transition devrait donc se dérouler sans accrocs. En dehors d’Erik, j’ai également la chance de connaître différents anciens présidents que je peux toujours contacter. Un grand esprit de solidarité règne ici. » Vous n’êtes donc pas seul face à cette responsabilité?

PB : « En effet. » (rire)

14

NOTAR I US 2018 / F E D N O T

Dat het notariaat een mooi beroep is, daarover zijn Erik Van Tricht en Philippe Bosseler – respectievelijk de uittredende en de aantredende voorzitter van Fednot – het roerend eens.

Ze spreken ook als uit één mond wanneer ze het hebben over de toekomst van het notariaat: “De wereld is in verandering, dat is geen geheim. Maar de wereld zal zich niet aan ons aanpassen, wij zijn het die onszelf zullen moeten heruitvinden. Steeds opnieuw, want we werken al jaren aan de modernisering van ons beroep” Samen met zijn team (“vergeet niet te benadrukken dat een voorzitter alleen niets bereikt en daarom kan ik de andere leden van onze raad van bestuur en de medewerkers niet voldoende bedanken”) verzette Van Tricht heel wat bakens. Het werk is echter nooit af. “Toch trek ik in juni met een gerust gevoel de deur achter mij dicht. Ik heb alle vertrouwen in Philippe.”

PHILIPPE BOSSELER neemt fakkel over van ERIK VAN TRICHT als voorzitter Fednot

WE MOETEN ONSZELF STEEDS HERUITVINDEN tekst: DIR K R E M M E R IE

/

foto’s: J A N CR A B

Of de voertaal voor het interview Nederlands, Frans of une combinaison zal zijn? We kiezen voor de mix. De roots van Erik Van Tricht liggen in Antwerpen, die van Philippe Bosseler in Aarlen. Alfabetisch een kleine stap, geografisch 228 kilometer van elkaar verwijderd. (Bosseler over die afstand, ergens halverwege het dubbelinterview: “Als ik voor dag en dauw vertrek, doe ik er gelukkig maar een uur of twee over om op het hoofdkantoor in Brussel te geraken.”) Naar goede gewoonte steekt het voorzitterschap van Fednot na drie jaar de taalgrens over. “Persoonlijk vind ik dat de raad van bestuur moet worden voorgezeten in het Frans én in het Nederlands”, zegt Van Tricht. “In het begin van het voorzitterschap is dat omschakelen van de ene taal naar de andere vermoeiend. Maar het loont en het hoort zo.”

Het voorzitterschap komt niet zonder offers. Waarom begint iemand aan dat mandaat van drie jaar?

Erik Van Tricht (EVT): “Er waren verschillende redenen waarom ik het voorzitterschap wel op mij wou nemen toen mij de vraag werd gesteld. In de eerste plaats leek het mij een mooie uitdaging. Een hele eer ook. Ik hoopte natuurlijk om iets te kunnen bijdragen aan de organisatie.”

“Waarom nog? Omdat ik het notariaat niet alleen een heel mooi beroep vindt, maar bovendien een met een belangrijke functie binnen onze maatschappij. Actief mee richting geven aan een dergelijke organisatie die een impact heeft op het dagelijkse leven van zoveel mensen, dat zei me wel wat. Want dat is het wel, hé, in mijn ogen: het doel van mijn voorzitterschap was in de eerste plaats een bijdrage leveren

15

aan de maatschappij, aan de burgers, via de federatie.”

Philippe Bosseler (PB): “Ik treed mijn confrater bij in wat hij zegt over ons mooie beroep. In België kennen we het leitmotiv L’union fait la force – Eendracht maakt macht. Dat geldt bij uitstek voor het notariaat. De federatie is een unie van notarissen en dat is de grote sterkte. Toen ik notaris benoemd werd, was Karel Tobback voorzitter. Die man liet mij dromen. Hij had onze federatie al op een niveau getild dat dat van andere professionele organisaties ver oversteeg.

Een prestatie die Erik met succes heeft voortgezet. Fednot in zijn huidige constellatie opent de deur naar de toekomst en dat motiveert mij om er samen met de hele equipe nog meer de schouders onder te zetten als nieuwbakken voorzitter.”

Welke lijnen heeft u uitgezet tijdens uw voorzitterschap?

EVT: “Lorette Rousseau, mijn voorganger, had het startschot gegeven voor onder andere de reorganisatie van onze IT-afdeling en die te integreren in onze federatie. Het zou een wonder heten mocht een project gerealiseerd zijn enkel en alleen door een activiteit of een ploeg medewerkers te integreren in een groep. Zo’n transformatie vergt inspanningen en vraagt veranderingen op verschillende niveaus. Ik denk wel dat we erin geslaagd zijn om die samenwerking te intensifiëren.”

“Ook de structuur van Fednot moest worden aangepast en verdiept. Bij mijn benoeming waren er vier directeurs. Van hen zijn er nog steeds twee actief, maar in totaal zijn ze nu wel met zes. Dat duidt niet alleen op een grotere diepgang, maar ook op een grotere professionalisering. Waar ik ook altijd een grote voorstander van ben geweest, is het werken met een externe bestuurder. In vennootschappen is dat de gewoonste zaak van de wereld, maar niet in het notariaat. Het spreekt vanzelf dat wij inhoudelijk perfect weten waar we mee bezig zijn, onze deskundigheid staat buiten kijf, maar in heel België is er niet één notaris die de capaciteiten heeft – laat het me anders formuleren: de ervaring heeft – om een onderneming met tweehonderd man te leiden. Laat staan om in zo’n grote organisatie nieuwe ideeën te introduceren of de organisatie van koers te doen veranderen.”

“Dat alles maakt dat de mensen die deel uitmaken van die organisatie en ze vormen, enorm belangrijk zijn. Ruwweg gaat het om 1.200 notariskantoren, 1.500 notarissen en een 8.000 medewerkers. Als je de neuzen van zoveel personen min of meer in dezelfde richting wil krijgen, is de bijstand van extern talent meer dan welkom. Met dat extern talent bedoel ik niet: méér notaristalent, maar meer managementtalent. Dat zal ook in de toekomst nodig blijven om Fednot fit te houden. Dat zijn grosso modo de belangrijkste lijnen die ik heb uitgezet voor de interne organisatie.”

“Het zou niet fair zijn om alle pluimen op mijn hoed te steken voor wat Fednot extern heeft kunnen realiseren.

Waar ik soms de aanzet gaf, is de effectieve realisatie van

Waar ik soms de aanzet gaf, is de effectieve realisatie van de diverse projecten te danken aan de inzet van om en bij tweehonderd medewerkers. (EVT)

de diverse projecten te danken aan de inzet van om en bij tweehonderd medewerkers. Wel denk ik dat ik heb kunnen aangeven dat de realiteit die zich buiten afspeelt belangrijker is dan de interne realiteit. Vroeger paste de realiteit zich aan aan de ideeën die wij hadden. Tegenwoordig zijn de rollen omgekeerd en is het aan ons om ons aan te passen aan de wereld. De wondere wereld van de IT, bijvoorbeeld, stoomt volle kracht vooruit. Het is aan het notariaat om mee te kunnen. Voor sommige medewerkers was de omschakeling geen evidentie.”

Wat waren de sterke punten van het voorzitterschap van uw voorganger en welke accenten wil u zeker behouden de komende jaren?

PB: “Vooraleer ik de loftrompet steek over het voorzitterschap van Erik, wil ik hem bedanken voor de kans die ik krijg om tijdens mijn inloopperiode van de afgelopen maanden Fednot van dichtbij te leren kennen en te analyseren. Om te zien hoe hij projecten opzet, beslissingen neemt… Erik heeft zeker op het vlak van nieuwe technologieën, artificiële intelligentie (AI), big data… projecten in de steigers gezet die verder aandacht verdienen. Zelf ben ik ook heel erg begaan met Europees recht en de problematiek en de positie van ons beschermd beroep – een idee dat met de regelmaat van de klok onder vuur komt te liggen, met name vanuit Angelsaksische hoek. Wij moeten daarop anticiperen en de juiste politiek ontwikkelen zodat we snel kunnen inspelen op veranderingen en aantijgingen. We moeten meer dan ooit laten zien dat we zowel werken voor het algemeen belang als voor de consument, en dat we dat best doen vanuit het statuut van een beschermd beroep.

Dat is een taak voor Fednot, intern, maar dat moeten we op nationaal vlak ook doen in samenspraak met de minister van Justitie.”

U verwees al naar het belang van het voltallige team als steunpilaar van uw voorzitterschap. Toch moet ook de persoonlijke investering niet gering geweest zijn.

EVT: “Het is een halftijdse job die komt bovenop het runnen van mijn eigen kantoor. Als je foto’s van mij van drie jaar

16

NOTAR I US 2018 / F E D N O T

Heeft u ook een associé die u kan bijstaan?

PB: “Ik ben niet geassocieerd, maar weet me wel gezegend met een fantastisch team. Zonder mijn medewerkers zou ik nooit het engagement van het voorzitterschap kunnen aangaan. Ik heb twee kandidaat-notarissen vast in dienst en medewerkers op wie ik kan terugvallen. En ook mijn echtgenote heeft een licentiaat in het notariaat.”

geleden zou vergelijken met die van nu, dan zou je met je eigen ogen kunnen vaststellen dat het niet altijd gemakkelijk is geweest om al die bordjes in de lucht te houden. (lacht) Het voorzitterschap eist behoorlijk wat tijd op. Ik werkte hier bijna twee dagen per week, maar daarnaast is er de niet-aflatende stroom van e-mails. Het gros zijn gelukkig berichten waarbij ik in cc sta om mij op de hoogte te houden, maar er zijn er natuurlijk ook behoorlijk wat die onmiddellijk antwoord of actie vereisen. Daarbij komen dan nog de taken waarvoor ik soms meerdere dagen in het buitenland verbleef. Gelukkig kon ik rekenen op twee vrouwen die het mogelijk maakten dat ik mijn taak als voorzitter kon blijven doen: enerzijds mijn echtgenote, anderzijds mijn associé die het kantoor draaiende hield. Zonder hen was het ongetwijfeld niet gelukt.”

2018 wordt een jaar met vele uitdagingen, denk maar aan de vele wijzigingen in de regelgeving. Hoe zal Fednot daarop inspelen en hoe gaan jullie de tools aanreiken aan de notarissen om hen daarin zo goed mogelijk te begeleiden en ondersteunen?

PB: “Notarissen zullen meer dan ooit nood hebben aan en nut hebben van Fednot. Een notaris die helemaal alleen werkt, dat is in deze turbulente tijden niet langer mogelijk.

De complexiteit van de dingen is groter, dus zal ook de rol van Fednot groter worden.”

EVT: “Fednot neemt niet alleen de rol op van expertisebank.

De aanzetten daarvoor zijn intern gegeven en moeten verder worden uitgewerkt. De noden die notarissen hebben, zijn vandaag veel gediversifieerder dan een aantal jaren geleden. Er is niet langer die éne vraag waar hét notariaat mee worstelt. Fednot moet zich richten op wat zowel grote, middelgrote als kleine kantoren nodig hebben. Voor een groot kantoor zijn de IT-inspanningen van een heel andere orde dan voor een klein kantoor, om maar een voorbeeld te geven. Idem dito voor personeelsondersteuningen.”

“In het verleden was de dienstverlening toegespitst op het juridische. Dat zal uiteraard een belangrijk aspect blijven omwille van de vele (wijzigende) wetgevingen. Daarbovenop komt IT. Vooral op dat vlak wordt het notariaat geconfronteerd met nieuwe uitdagingen en moeilijkheden. Het hacken van een notariskantoor was drie jaar geleden totaal ondenkbaar, vandaag is het de realiteit. Aangezien een individuele notaris een dergelijk fenomeen niet alleen de baas kan, is het aan Fednot om daarvoor tools aan te reiken.”

Bent u klaar voor drie jaren intensief time-management?

PB: “Op dit moment is alles nog comfortabel. (lacht) Tot in juni volg ik mee met de werkzaamheden van Erik. Pas daarna begint het echte werk voor mij. Ik merk natuurlijk wel al dat er heel wat bij komt kijken, maar de grote beslissingen worden nog even aan Erik toevertrouwd. Maar uw vraag is terecht, ik ben me er terdege van bewust dat de komende drie jaren veel van mij zullen vergen. Ik voel me wel goed geruggensteund door de competenties van de bestuursleden, de directeurs en de vele talentvolle medewerkers van Fednot, waardoor ik denk dat we klaar zijn om het werk van Erik en zijn teams voort te zetten. Als we goed gestructureerd zijn, als de strategie en de doelstellingen die de raad van bestuur heeft gedefinieerd goed worden gecommuniceerd en goed worden ontvangen door elk van de medewerkers, dan zou het time-management ‘te doen’ moeten zijn.”

IT verandert ingrijpend de werking van het notariaat. Ook het beroep zelf staat voor uitdagingen. Welke rol kan Fednot spelen bij al die veranderingen?

EVT: “Onze relevantie zal nog groter worden in de toekomst.

IT en artificiële intelligentie zullen het notarisberoep niet opzijschuiven, integendeel. De burger heeft veel meer toegang tot informatie, maar toch zal de nood aan de meerwaarde van een notaris toenemen. Want ook al vergaart iemand informatie via het internet, toch blijft die de nood hebben om bevestigd te worden. Een voorbeeld om duidelijk te maken wat ik bedoel. Wie vroeger een wasmachine wilde kopen, ging naar de winkel en vertrouwde op het advies van de deskundige. Tegenwoordig zoek je alles wat je wil weten op het internet, waarna je met die kennis naar de winkel trekt.

De expert hoeft niet langer basisinformatie te verschaffen, maar de koper zoekt wel bevestiging. De verkoper moet een toegevoegde waarde blijven leveren door extra informatie en

17

advies aan te leveren. Dat is wat wij willen bereiken.”

Er wordt hard gewerkt aan het imago van de notaris. Hoe denkt u dat het beroep nu gepercipieerd wordt?

PB: “De functie van het notariaat is gebaseerd op vertrouwen. De notaris profileert zich als een vertrouwenspersoon.

Versterken die positie van de notaris: onze deontologie, onze ethiek en de Nationale Kamer. Bovendien helpt Fednot door de middelen aan te reiken waarmee ze de kwaliteit en de snelheid van hun service kunnen verbeteren. Bovendien heeft Fednot altijd de hulpmiddelen ontwikkeld om de overdracht van gegevens te verbeteren tussen de administratie en de notarissen, in het belang van de burgers en de staat. Fednot zal blijven investeren om ervoor te zorgen dat die hulpmiddelen kunnen evolueren en blijven inspelen op wetswijzigingen.”

Is die meerwaarde die Fednot biedt voldoende bekend bij alle notarissen?

EVT: “Als beroepsvereniging kunnen wij enkel zo veel mogelijk aanbieden. Zo is er het eNotariaat, waarvan we momenteel de zoekfunctie verbeteren, zodat notarissen en hun medewerkers sneller de juiste informatie kunnen terugvinden. We hebben nu ook een directeur die zich specifiek toelegt op onze communicatie, zowel intern als extern.”

Wat zijn de doelstellingen voor uw voorzitterschap? Wanneer zal u uw voorzitterschap geslaagd noemen?

PB: “Zoals de Code Goed Bestuur stipuleert, bestaat de kerntaak van de raad van bestuur in essentie uit de algemene strategie en de controlebevoegdheid. Het is daarom aan de leden van de raad van bestuur om de waarden en strategie van Fednot te bepalen, evenals het risiconiveau dat Fednot bereid is te nemen, maar ook om de prestaties van het management en de uitvoering van de strategie te beoordelen. Op dit moment zijn de doelstellingen nog niet gefinaliseerd. Wel ben ik van één ding zeker: Fednot moet de notarissen bijstaan bij alle veranderingen die op til zijn.

En natuurlijk moet de federatie zelf ook openstaan voor verandering. Een voorzitter moet, net als de leden van de raad van bestuur, oog hebben voor de rol en de werking van Fednot enerzijds en de rol van Fednot voor het notariaat anderzijds. Welke waarden willen we uitdragen? Waar moeten we het notariaat heen leiden over tien, vijftien jaar?

Welke missie hebben we? Om telkens weer antwoord te kunnen geven op de veranderingen om ons heen, ben ik ervan overtuigd dat we ons beroep moeten heruitvinden.

Artificiële intelligentie (AI) zal een enorm effect hebben op onze manier van werken. De kracht van Fednot is: kunnen anticiperen en ervoor zorgen dat we in groep voorbereid zijn op wat er op ons afkomt. Zoals ik daarnet zei: we hebben een juridisch rechtssysteem dat gebaseerd is op het Romeins recht en sterk afwijkt van het Angelsaksische systeem. Daarom is het belangrijk onze waarden in Europese

Fednot in zijn huidige constellatie opent de deur naar de toekomst en dat motiveert mij om er samen met de hele equipe de schouders onder te zetten (PB)

context scherp te stellen en te verdedigen. In ons systeem ligt de klemtoon op de zekerheid. In het Angelsaksische systeem op snelheid en jurisprudentie. Dat is een belangrijk onderscheid. Bij ons staan certificatie, controle en verificatie centraal. Het is juist dat dit tijdrovend is, maar het is onze taak om tools te ontwikkelen om sneller en meer proactief te zijn, zonder te raken aan de essentie: rechtszekerheid.

Dat is ook de clou van de digitalisering: performantie koppelen aan de traditie. Want ook het veelbesproken blockchain is niet vrij van fouten: als de input niet klopt, zal die fout zich vermenigvuldigen tot op het niveau dat velen zullen denken dat het toch juist is. Ook in dat proces blijft het correct invoeren van de gegevens en de certificatie door een vertrouwenspersoon belangrijk.”

In juni neemt de nieuwe voorzitter de fakkel van u over. Trekt u gewoon de deur achter u dicht of blijft u sturen vanuit de coulissen?

EVT: “Ik ben niet van plan schoonmoeder te spelen. Er was een lange inloopperiode tijdens dewelke Philippe zich heeft kunnen inwerken. Ik ben ervan overtuigd dat de voorbereiding goed is verlopen en dat de federatie in goede handen is. Ik zal in juni met een gerust hart de deur achter mij dichttrekken. Maar ik verdwijn ook niet van de aardbodem.

Als er vragen zijn, of men wil mijn mening, dan laat ik zeker nog van mij horen.”

PB: “Het voordeel van de lange inloopperiode is dat het voorzitterschap mij niet ‘plots’ overvalt. Ik heb me tegen juni een half jaar kunnen inwerken, dus de overgang zou vlotjes moeten verlopen. Ik heb ook het geluk behalve Erik verschillende voormalige voorzitters te kennen die ik altijd mag contacteren. Hier heerst een grote solidariteit.”

U staat er niet alleen voor?

PB: “Inderdaad.” (lacht)

18

NOTAR I US 2018 / L É G I S L A T I O N

texte: J U R I S T E S S U L E G A L- CF-V L A N O T

/

photos: E M M A N U E L CR OO Ÿ

LÉGISLATION EN MARCHE: FEDNOT VEILLE, ACCOMPAGNE ET INFORME Les études notariales sont confrontées journalièrement à une réglementation européenne, fédérale et régionale adaptée ou nouvelle. Et cela fait parfois grincer des dents, car tous ces changements sont sources de travail supplémentaire et de stress.

Toutefois, les changements représentent également des opportunités visant à renforcer la valeur ajoutée du notaire.

Le citoyen trouve, en la personne de son notaire, le conseiller personnel indispensable qui l’accompagne dans les moments-clés de sa vie. L’administration bénéficie d’un partenaire fidèle qui assume efficacement un grand nombre de tâches.

Il va de soi que ces modifications et nouveautés doivent être gérables dans l’étude de notaire à laquelle le citoyen s’adresse pour un conseil. C’est la raison pour laquelle le CINB et les équipes des Relations Externes de Fednot, CF & VlaNot entretiennent des contacts étroits avec les administrations et les acteurs politiques européens, fédéraux et régionaux. Cela exige un travail de réflexion, une préparation, des heures et des jours de groupes de travail et de réunions. Dans de nombreux cas, l’analyse de textes, la rédaction de notes, etc. Le tout en toute discrétion et dans le respect du rôle de chacun et de l’intérêt social. Car les intérêts et visions contradictoires de nombreuses parties doivent en permanence être conciliés.

Le nombre des réformes est conséquent. Il est temps pour un aperçu.

19

Les réformes suivantes sont suivies activement par SU Legal Fednot, CF et VlaNot

FÉDÉRAL Réforme du droit successoral En vertu de la loi du 31 juillet 2017, le droit successoral sera profondément réformé à partir du 1er septembre 2018.

Cette modification de loi découle des débats d’un groupe de travail sous l’égide du Cabinet du Ministre de la Justice qui ont également concerné, en plus du législateur, les professeurs des universités francophones et néerlandophones, ainsi que les ordres professionnels (barreau et notariat).

La loi assouplit notamment l’interdiction des pactes successoraux. Les pactes successoraux autorisés par la loi et conclus à partir de l’entrée en vigueur de la loi devront faire l’objet d’une inscription dans la source authentique du registre central des testaments vu leur impact sur la liquidation d’une succession. La « déclaration de maintien », que le donateur peut déjà faire afin de maintenir certaines « anciennes » règles, et ce jusqu’au 31 août 2018 au plus tard, doit également être inscrite au CRT. Un arrêté d’exécution sera établi à cet effet par le Cabinet de la Justice, en accord avec Fednot. L’application qui donne accès au CRT sera également modifiée dans ce sens.

Réforme du droit des régimes matrimoniaux En décembre 2017, une proposition de loi relative au droit des régimes matrimoniaux a été déposée au parlement.

Les débats parlementaires à ce sujet et un vote éventuel sont attendus au printemps 2018.

La proposition de loi relative au droit des régimes matrimoniaux a été discutée au sein du même groupe de travail qui a préparé la réforme du droit successoral.

La proposition de loi est articulée autour de trois objectifs principaux :

1. clarification des règles du régime légal 2. un meilleur encadrement légal du régime de la séparation de biens et des clauses que les époux peuvent y ajouter et 3. recherche de nouveaux équilibres concernant la position du conjoint survivant dans le droit des régimes matrimoniaux et dans le droit successoral.

Il en découlera également un nombre de conséquences fiscales éventuelles, en raison desquelles les diverses législations fiscales régionales devront être adaptées.

Sur la base de cette réforme, la source authentique du registre central des contrats de mariage (CRH) devra être complétée, le cas échéant, par de nouvelles données pertinentes.

Réforme de la cohabitation légale Au sein de ce même groupe de travail sous l’égide du Cabinet du Ministre de la Justice, la réforme de la cohabitation légale a été activement repensée. Cette réforme devrait plutôt être une réforme ponctuelle.

Droit de l’insolvabilité La loi dite « insolvabilité » (insertion d’un chapitre XX au sein du Code de droit économique) du 11 août 2017 a été publiée au Moniteur belge le 11 septembre 2017. Son entrée en vigueur est prévue pour le 1er mai 2018. Pour certains aspects, le législateur s’est inspiré des propositions faites par le notariat au cours du Congrès de Liège en 2015, principalement en matière de concours de procédure.

Les principes applicables en cas de concours entre une vente sur saisie et une procédure d’insolvabilité (réorganisation judiciaire, faillite ou règlement collectif de dettes) ont été remaniés et favorisent la poursuite de la vente sur saisie tout en garantissant aux parties le respect de leurs droits et l’esprit de la procédure d’insolvabilité dans laquelle elles se trouvent.

Vente Publique et VNI La loi dite « insolvabilité » publiée au Moniteur belge le 11 septembre 2017 a également modifié de manière substantielle la vente publique. Outre le fait d’avoir supprimé la faculté de surenchère, et introduit la possibilité de procéder à une vente publique sous la condition suspensive d’un financement, le législateur a également ancré au sein de la loi, la possibilité de procéder à une vente dématérialisée. Une plateforme de vente aux enchères en ligne est en cours de développement par Fednot grâce à laquelle le citoyen pourra procéder à la vente et à l’achat en ligne de biens immeubles.

La vente d’un bien immeuble situé en Flandre peut s’accompagner d’une notification d’un droit de préemption décrétal flamand. Vérifier si un tel droit de préemption existe sur un bien immeuble, communiquer l’endroit où se déroule une vente publique, notifier le droit de préemption, etc., s’effectue toujours par le biais du guichet électronique de préemption.

La création d’une vente publique dématérialisée nécessite une modification du guichet électronique de préemption et, par conséquent, du décret d’harmonisation, si on veut également pouvoir notifier dans ce cadre les droits de préemption décrétaux. VlaNot suit attentivement ce projet en collaboration avec la VLM et le cabinet.

Un remaniement des textes relatifs aux droits de préemption est également nécessaire en Région bruxelloise et en Région wallonne afin de rendre l’exercice desdits droits compatible avec le déroulement de la vente interactive. La Commission COBRA et le Conseil francophone ont entamé des réflexions à ce sujet et ont débuté des discussions avec les différents cabinets ministériels compétents en la matière.

Réforme du droit des entreprises Le projet de loi portant réforme du droit des entreprises poursuit plusieurs objec-

20

NOTAR I US 2018 / L É G I S L A T I O N

tifs : description cohérente de la notion d’entreprise, consécration du tribunal de l’entreprise remplaçant le tribunal de commerce, démantèlement de ce qu’il reste du Code de commerce et suppression de la distinction entre les affaires civiles et commerciales. Cela va de pair avec une modernisation du droit de la preuve et une modification du champ d’application de la Banque-Carrefour des Entreprises.

De l’avis des auteurs, la notion d’entreprise moderne a rendu superflu le livre XIV du Code de droit économique, concernant les pratiques du marché et la protection du consommateur relatives aux professions libérales. Par conséquent, ce livre est abrogé et les prestations des professions libérales qui tombaient dans son champ d’application, relèveront désormais du champ d’application du livre VI du Code de droit économique.

Fednot et la CNK ont veillé à ce que cette suppression du livre XIV aille de pair avec une adaptation du livre VI afin de tenir compte des spécificités de l’activité notariale, comme cela avait été fait dans le livre XIV. Le projet reprend ainsi les dérogations expresses contenues actuellement dans le livre XIV. Dans le cadre du projet de loi portant réforme du droit des entreprises ont été suggérés des amendements visant à apporter des modifications purement techniques aux nouvelles dispositions en matière d’insolvabilité et de vente publique.

Réforme du droit des sociétés Fednot suit activement la réforme du droit des sociétés. Les lignes directrices de celle-ci sont la simplification, la flexibilisation et l’accroissement de l’attractivité internationale. À cet effet, le nombre de formes juridiques existantes sera ramené à un nombre de formes de base, avec des variantes possibles. Les associations et les fondations seront intégrées dans le code et la SPRL devient une SRL sans capital sur mesure, où une

mission importante sera réservée aux notaires dans l’élaboration des statuts.

Les transferts transfrontaliers de siège de même que les transformations et scissions transfrontalières reçoivent leur propre procédure. L’entrée en vigueur va en principe se dérouler en plusieurs étapes, avec une entrée en vigueur rapide pour les nouvelles sociétés à constituer, et une entrée en vigueur postposée pour les sociétés existantes ainsi qu’une longue période transitoire pour adapter les statuts.

Des modèles d’actes de constitution et des commentaires juridiques seront préparés pour le jour de l’entrée en vigueur. Il est également analysé quelles adaptations devront s’effectuer au eDepot en raison des formes juridiques modifiées et de leurs modalités.

BCE+ Le projet « BCE+ » a été créé dans le but de renforcer les missions de la Banque-Carrefour des Entreprises (BCE) et d’améliorer la qualité afin que la BCE devienne la seule source authentique d’informations contenue par la BCE. Le projet a pour but de numériser entièrement le dépôt des actes de société, d’améliorer la qualité des données et de faciliter l’accès à des données plus nombreuses et plus correctes.

Dans ce cadre, Fednot œuvre à ce que l’application eDepot s’étende aux modifications authentiques de statuts.

Fednot développera également une banque de données de statuts coordonnés de sociétés avec une forme juridique tenue d’être constituée de manière authentique, d’une part accessible à des tiers depuis la BCE et d’autre part, accessible aux notaires chargés d’établir de nouveaux statuts coordonnés à la suite d’une modification de statuts et qui pourront de la sorte aller chercher la version précédente dans la banque de données. Pour assurer la qualité de cette banque de données, chaque dépôt électronique d’un acte de société devra obligatoirement être accompagné d’une version électronique des statuts coor-

donnés ou, en cas de création, d’une première version des statuts. À plus long terme, la soumission d’actes de société sous seing privé sera également possible par eDepot. De cette manière, un notaire pourra encore déposer par eDepôt, à la suite par exemple d’une vente ou d’une acquisition par une société, les nominations sous seing privé ou les démissions de gérants ou de directeurs qui n’étaient pas déposées.

Projet de loi portant dispositions diverses en matière de droit civil et portant modification du Code judiciaire en vue de promouvoir des formes alternatives de résolution des litiges Ce projet de loi prévoit, entre autres, une modification substantielle de la législation en matière de médiation et une adaptation ponctuelle du droit de copropriété forcée.

En ce qui concerne la médiation, les dispositions concernant les commissions de médiation et les procédures de médiation seront réformées, en ce sens que le champ d’application de la médiation sera étendu aux personnes juridiques morales de droit public et en ce sens que le juge peut imposer un recours à la médiation, dans le cadre d’une médiation judiciaire. La qualité des médiateurs agréés sera également validée par la protection de l’exercice de la fonction et du titre. La structure de la Commission fédérale de médiation sera modernisée et son rôle sera renforcé.

Le droit collaboratif aura également sa place dans le Code civil.

Ce projet de loi vise également à modifier les dispositions du Code civil en matière de copropriété forcée d’immeubles ou groupes d’immeubles. Ce projet de loi est principalement basé sur les recommandations politiques du groupe de travail copropriété établi au sein du Cabinet du Ministre de la Justice. Le notariat a été représenté dans ce groupe de travail.

Ce projet de loi vise également la modernisation, l’informatisation et la sim-

21

22

NOTAR I US 2018 / L É G I S L A T I O N

Réforme du droit réel Le Ministre de la Justice a organisé de début décembre 2017 à fin janvier 2018 une consultation publique relative à l’avant-projet de loi réformant le droit des biens, qui sera inséré comme Livre II « Droit des biens » dans le nouveau Code Civil. Le 30 janvier 2018, Fednot a transmis ses remarques et ses observations au législateur et continue bien évidemment à suivre ce dossier.

plification de l’état civil. Le projet prévoit à cet effet la création d’une banque de données centrale des actes d’état civil (BAEC).

Ce projet vise également la procédure d’ordonnance européenne de saisie conservatoire des comptes bancaires, destinée à faciliter le recouvrement transfrontière de créances en matière civile et commerciale.

Self service hypothèques Fednot œuvre avec le SPF Finances à un accès direct pour les notaires à la banque de données des bureaux des hypothèques. Ceci permet au notaire de disposer d’informations de manière numérique pour la période postérieure à 2001. Le certificat hypothécaire pour les informations demandées de la sorte par le notaire sera immédiatement préparé et remis de manière électronique.

Pour la période antérieure à 2001, un certificat hypothécaire appelé « remontant » pourra être demandé. Ce certificat supplémentaire pour la période anté-

rieure à 2001 devra encore être établi manuellement par les bureaux des hypothèques, mais pourra en principe être envoyé de manière électronique.

Dans une prochaine phase, il sera également œuvré à un self service dans l’autre sens. De cette manière, les notaires pourront introduire eux-mêmes les inscriptions hypothécaires et les radiations dans la banque de données des hypothèques (sans intervention manuelle des bureaux des hypothèques).

Réforme du droit de la preuve Dans le cadre de la réforme du droit de la preuve, les dispositions relatives à la preuve par écrit seront également modernisées. En ce qui concerne l’acte authentique, il s’agit surtout d’une formulation plus précise des principes existants et non d’une révolution. Le rapport entre l’acte authentique et les actes sous seing privé représente un aspect important.

Vous trouverez ci-après quelques lignes directrices dudit avant-projet de loi. Le principe du système fermé des droits réels est conservé. La copropriété est reprise en tant que droit réel individuel. Les droits d’usage et d’habitation sont supprimés. Les articles 1 à 4 de la Loi sur les hypothèques sont, hormis quelques modifications, repris dans le projet du Livre II « Droit des biens ». La durée maximale du droit de superficie s’élève à 99 ans et le droit de superficie peut être éternel dans certains cas. L’objet du droit de superficie est un volume, de sorte que le concept de « propriété par volume » est ancré légalement dans le droit belge. La durée minimale du droit d’emphytéose est réduite à 15 ans.

Réforme du droit des obligations Simultanément à la consultation publique relative à la réforme du droit réel, le Ministre de la Justice a tenu une consultation publique relative à l’avant-projet de loi réformant le droit des obligations, qui sera inséré comme Livre VI « Les obligations » dans le nouveau Code Civil. Le but est d’actualiser le droit des obligations. À cet effet, le Ministre propose, selon ses dires, de codifier la jurisprudence existante. Le législateur ne manque cependant pas non plus d’introduire des nouveautés.

L’avant-projet de loi prévoit, entre autres, l’adaptation du fonctionnement de la condition suspensive, laquelle n’aura, sauf clause contraire, plus d’effet rétroactif. En ce qui concerne cette réforme, Fednot a également transmis ses remarques et observations au législateur le 30 janvier 2018. Fednot suit également de plus près cette réforme.

23

RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE Réforme du Code bruxellois de l’aménagement du territoire L’ordonnance modifiant le CoBAT a été adoptée par le Parlement bruxellois, mais n’a pas encore été publiée au Moniteur belge. Un nombre d’arrêtés d’exécution doivent encore être promulgués. La Commission COBRA suit ce dossier.

Réforme du bail d’habitation L’ordonnance du 27 juillet 2017 visant la régionalisation du bail d’habitation a été publiée au Moniteur belge du 30 octobre 2017 et est entrée en vigueur le 1er janvier 2018. Un nombre d’arrêtés d’exécution doivent encore être promulgués, notamment l’arrêté portant sur l’établissement des modèles de baux et de l’annexe qui sera tenue d’être jointe à tous les nouveaux baux d’habitation conclus. Cela est également suivi plus amplement par la Commission COBRA. Adaptation de l’impôt de succession à la réforme du droit successoral Tout comme pour les deux autres Régions, le notariat suit de près l’impact de la réforme du droit successoral sur les impôts bruxellois d’enregistrement et de succession (voir ci-dessus).

RÉGION FLAMANDE Réforme du droit de vente Les différentes pistes qui ont été avancées par les diverses parties de la majorité ont été suivies de très près par la Commission Fiscalité flamande. Le notariat a expressément déclaré que relier le régime de faveur à la base imposable maximale peut avoir certains effets pervers. La réglementation annoncée par le gouvernement flamand s’est finalement transformée en compromis. À la suite des débats, le notariat a également abordé la complexité de la reportabilité et a même fait une proposition de simplification. Il a toutefois été décidé par le gouvernement flamand qu’une réforme de la reportabilité ne devrait

pas être soulevée dans les débats relatifs au droit de vente.

Réforme de l’impôt de succession La réforme du droit successoral annoncée en Région flamande a été également suivie de très près par Fednot. Ainsi, le notariat a été représenté, parmi d’autres instances, dans le groupe de réflexion qui a dû se pencher sur la réforme.

En plus de la réforme générale des tarifs le notariat est étroitement concerné par les débats concernant l’impact de la réforme du droit successoral sur les impôts flamands d’enregistrement et de succession.

Le passeport bâtiment Le passeport bâtiment, également appelé le pass habitation, est un passeport numérique d’informations pour le citoyen qui regroupera toutes les informations relatives à son habitation.

En outre, le citoyen pourra décider luimême s’il souhaite y ajouter des informations complémentaires, telles que des factures d’investissements, des certificats d’entretien, ... Les informations seront accessibles pour, entre autres, le propriétaire de l’habitation et pour les personnes munies d’une procuration.

Il est attendu qu’une première version light soit disponible au printemps 2018. Le pass habitation comprendra, à ce moment-là, l’attestation du sol, le certificat de prestation énergétique, les informations environnementales, ainsi que les données issues de Logement-Flandre.

VlaNot participe activement à la concertation avec les parties prenantes et fournit une contribution aux instances compétentes.

Le Parlement flamand doit encore se pencher sur le projet de décret concernant le passeport bâtiment.

Décret d’instruments Le Gouvernement flamand a une première fois approuvé l’avant-projet du

décret visant l’instrument axé vers la réalisation, appelé, « le décret d’instruments ». Le décret règle l’utilisation d’instruments liés au sol. Ces instruments sont évalués, adaptés et axés vers la réalisation en ce qui concerne l’aménagement du territoire.

Le but est d’harmoniser les instruments existants, ainsi que de mettre en place de nouveaux instruments, tels que le contrat d’activités et les conventions d’activité, les droits de développement négociables, l’indemnisation équitable, ...

VlaNot suit ces développements de près.

Habiter dans sa propre région La commission du Logement du Parlement flamand a organisé une audition sur la note conceptuelle relative à la nouvelle réglementation concernant « Wonen in Eigen Streek» (habiter dans sa propre région). En plus du Conseil flamand du Logement, le SARO (Conseil consultatif stratégique pour l’Aménagement du Territoire), Vlabinvest et l’association professionnelle du secteur immobilier, le notariat a également pris la parole.

Si le législateur décrétal flamand veut introduire une nouvelle réglementation relative à « Wonen in Eigen Streek », VlaNot contribuera à une réglementation pratique et applicable.

Patrimoine immobilier VlaNot a fourni sa contribution à l’Agence du patrimoine immobilier lors de l’exercice d’évaluation concernant le décret relatif au patrimoine immobilier et à l’arrêté du même nom. Aujourd’hui, la plupart des remarques des différents acteurs concernés sont intégrées dans « l’avant-projet de décret portant modification du décret relatif au patrimoine immobilier du 12 juillet 2013 à la suite de l’évaluation ex post ». Le texte du projet doit encore être discuté au Parlement flamand.

Bail et bail à ferme VlaNot reste attentif aux évolutions im-

24

NOTAR I US 2018 / L É G I S L A T I O N

minentes dans le cadre, d’une part, du bail d’habitation et d’autre part, dans la réglementation du bail à ferme.

RÉGION WALLONE Décret relatif à la gestion et à l’assainissement des sols Le décret relatif à la gestion et à l’assainissement des sols a été adopté en séance plénière du Parlement wallon le 28 février 2018.

Sur le plan notarial, l’on peut retenir que ce décret – appelé à remplacer le décret du 5 décembre 2008 relatif à la gestion des sols – supprime le principe selon lequel la cession immobilière constitue un élément déclencheur automatique du processus d’assainissement précédemment prévu par l’article 21 du décret du 5 décembre 2008 (article qui n’est toutefois jamais entré en vigueur).

Le nouveau texte opère néanmoins une articulation entre le processus d’assainissement et la cession immobilière, par le biais d’une consultation obligatoire de la banque de données de l’état des sols (BDES) et l’obtention d’un extrait conforme de ladite banque préalablement à toute cession, ainsi que par le biais d’un renforcement de l’obligation d’information du cessionnaire, notamment via l’insertion des déclarations et mentions obligatoires dans les conventions de cession.

L’entrée en vigueur du décret est – pour l’essentiel – prévue le 1er janvier 2019.

Ce projet a été suivi de près par la Commission « Législation régionale » du Conseil francophone.

Les contacts se poursuivent entre Fednot et la Région wallonne, afin notamment de permettre la consultation de la BDES et la commande d’extraits conformes de ladite banque via l’eNotariat.

Projet de décret relatif au bail d’habitation Le décret relatif au bail d’habitation a été adopté en séance plénière du Parlement wallon le 14 mars 2018.

Le texte opère la régionalisation de la matière et poursuit notamment les objectifs suivants : l’extension du champ d’application aux biens meubles afin de tenir compte des nouvelles formes d’habitat ; la généralisation du caractère obligatoire de l’écrit et des mentions minimales qu’il doit contenir ; l’obligation de réaliser un état des lieux d’entrée pour tous les baux ; l’interdiction de la sous-location et de la cession du bail sauf accord préalable du bailleur ; l’insertion d’un article organisant la résiliation ou la cession du bail en cas de décès du preneur ; l’harmonisation des délais de préavis dans le cadre du bail de résidence principale, la possibilité pour le preneur de résilier anticipativement un bail de résidence principale de courte durée ; l’intégration de deux régimes spécifiques pour le bail de colocation et pour le bail étudiant.

L’entrée en vigueur du décret est prévue pour le 1er septembre 2018.

Le Conseil francophone a suivi ce projet et a remis plusieurs notes d’observations.

Projet de décret relatif au bail commercial de courte durée et modifiant le Code civil Le décret relatif au bail commercial de courte durée et modifiant le Code civil a été adopté en séance plénière du Parlement wallon le 14 mars 2018.

Le texte vise à favoriser l’émergence de magasins éphémères en fixant un cadre législatif spécifique relatif au bail commercial de courte durée.

Le projet de décret modifie également les dispositions du Code civil relatives aux baux commerciaux en ce qu’il remplace le formalisme lié au passage d’un acte authentique ou d’une déclaration devant le juge par un simple enregistrement.

L’entrée en vigueur du décret est prévue le premier jour du deuxième mois qui suit la publication au Moniteur belge, sauf en ce qui concerne les dispositions modifiant le Code civil qui entreront en vigueur le dixième jour qui suit ladite publication.

Le Conseil francophone a remis une note d’observations sur l’avant-projet de décret.

Loi sur le bail à ferme Dans le cadre de la régionalisation de la loi sur le bail à ferme, le Parlement de Wallonie a procédé à l’audition de différentes institutions courant du mois de novembre 2017.

Le Conseil francophone a participé aux auditions du 13 novembre 2017 et suit les développements de près. À ce jour, le Ministre de l’Agriculture, Monsieur René Collin, poursuit les discussions afin d’aboutir à un avant-projet de décret.

Le Ministre a annoncé une entrée en vigueur du décret en 2020.

Modifications relatives aux droits d’enregistrement et de succession Les réformes concernant les droits d’enregistrement et de succession en Région wallonne sont également suivies de près.

Ainsi, une simplification des mesures de faveur lors de l’achat de son propre logement familial est préconisée et le projet de décret portant exonération du droit de partage, de donation et de succession en cas de cession de monuments est suivi.

Tout comme pour les deux autres Régions, le notariat est étroitement concerné par les débats relatifs à l’impact de la réforme du droit successoral sur les impôts wallons d’enregistrement et de succession (voir ci-dessus).

25

tekst: J U R IDI S CH E A D V I S E U R S S U L E G A L - CF - V L A N O T

/

foto’s: E M M A N U E L CR OO Ÿ

WETGEVING IN OPMARS: FEDNOT WAAKT, BEGELEIDT EN INFORMEERT Notariskantoren worden dagelijks geconfronteerd met aangepaste of nieuwe Europese, federale en regionale regelgeving. En dat leidt al eens tot tandengeknars want veranderingen veroorzaken extra werk en stress. Maar veranderingen zijn ook opportuniteiten om de toegevoegde waarde van de notaris te versterken. De burger vindt in zijn notaris de onmisbare persoonlijke adviseur die hem begeleidt op de sleutelmomenten in zijn leven. De overheid heeft een trouwe partner die heel wat taken efficiënt opneemt.

Deze wijzigingen en nieuwigheden moeten natuurlijk werkbaar zijn in het notariskantoor waar de burger te rade gaat. Daarom behouden de IRBN en de teams Externe Relaties van Fednot, CF & VlaNot nauwe contacten met respectievelijk de Europese, federale en regionale politieke actoren en administraties. Dit vergt denkwerk, voorbereiding, uren en dagen werkgroepen en vergaderingen en in vele gevallen het analyseren van teksten, nota’s schrijven, …. Dit alles in alle discretie en met respect voor ieders rol en het maatschappelijk belang, want steeds moeten de tegenstrijdige belangen en visies van vele partijen verzoend worden.

Het aantal hervormingen is groot. Tijd voor een overzicht.

26

NOTAR I US 2018 / W E T G E V I N G

De volgende hervormingen worden actief opgevolgd door SU Legal Fednot, CF en VlaNot

FEDERAAL Hervorming Erfrecht Met de wet van 31 juli 2017 wordt het erfrecht vanaf 1 september 2018 grondig hervormd.

Deze wetswijziging vloeit voort uit de besprekingen binnen een werkgroep onder de auspiciën van het kabinet van de minister van Justitie en waarbij, naast de wetgever, ook professoren van Frans- en Nederlandstalige universiteiten, de verschillende beroepsorden (balie en notariaat) betrokken werden.

De wet versoepelt onder meer het verbod op erfovereenkomsten. De door de wet toegelaten erfovereenkomsten gesloten vanaf de inwerkingtreding van de wet zullen het voorwerp moeten uitmaken van een inschrijving in de authentieke bron van het centraal register van testamenten gelet op hun impact op de vereffening van een nalatenschap.

Ook de “verklaring van behoud”, die de schenker momenteel reeds kan afleggen teneinde bepaalde “oude” regels te behouden en dit tot uiterlijk 31 augustus 2018, moet in het CRT worden ingeschreven. Een uitvoeringsbesluit wordt hiertoe opgesteld door het kabinet van Justitie, in overleg met Fednot. Ook de applicatie die toegang verleent tot het CRT wordt verder in die zin aangepast.

Hervorming Huwelijksvermogensrecht In het parlement werd in december 2017 een wetsvoorstel inzake huwelijksvermogensrecht ingediend. De parlementaire besprekingen hiervan en een mogelijke stemming worden verwacht in het voorjaar 2018.

Het wetsvoorstel inzake huwelijksvermogensrecht werd besproken binnen dezelfde werkgroep als deze die de hervorming van het erfrecht heeft voorbereid.

Het wetsvoorstel is opgebouwd rond drie hoofdoelstellingen: 1. de verfijning van de regels van het wettelijk stelsel 2. een betere wettelijke omkadering van het stelsel van scheiding van goederen en van de bedingen die de echtgenoten daaraan kunnen toevoegen en 3. de zoektocht naar nieuwe evenwichten inzake de positie van de langstlevende echtgenoot in het huwelijksvermogensrecht en het erfrecht.

Hieruit zullen mogelijkerwijze ook een aantal fiscale gevolgen voortvloeien, waardoor de diverse regionale fiscale wetgevingen moeten worden aangepast.

Op basis van deze hervorming zal in voorkomend geval de authentieke bron van het centraal register voor huwelijksovereenkomsten (CRH) moeten worden aangevuld met nieuwe relevante gegevens.

Hervorming Wettelijke samenwoning In dezelfde werkgroep onder de auspiciën van het Kabinet van de Minister van Justitie wordt actief nagedacht over de hervorming van de wettelijke samenwoning. Deze hervorming zou eerder een punctuele hervorming zijn.

Insolventierecht De insolventiewet (invoeging van een hoofdstuk XX in het Wetboek van economisch recht) van 11 augustus 2017 werd op 11 september 2017 bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. De inwerkingtreding is voorzien op 1 mei 2018. De wetgever heeft zich voor bepaalde aspecten gebaseerd op de voorstellen die het notariaat formuleerde op het Congres van Luik in 2015, in het bijzonder inzake samenloop van procedures.

De toepasselijke principes in geval van samenloop tussen een verkoop op beslag en een insolventieprocedure (gerechtelijke reorganisatie, faillissement of collectieve schuldenregeling) werden gewijzigd om de voortzetting van de

verkoop op beslag te bevorderen zonder daarbij afbreuk te doen aan de waarborg van de rechten van de partijen en de geest van de insolventieprocedure waarin de partijen zich bevinden.

Openbare Verkoop en VNI De insolventiewet die op 11 september 2017 in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt werd, bracht eveneens aanzienlijke wijzigingen met zich mee voor de openbare verkoop. Naast de afschaffing van het recht van hoger bod en de invoeging van de mogelijkheid om openbaar te verkopen onder opschortende voorwaarde van het verkrijgen van een financiering, heeft de wetgever binnen de wet eveneens de mogelijkheid verankerd van een gedematerialiseerde verkoop. Fednot werkt momenteel aan de ontwikkeling van een online biedingsplatform waardoor de burger onroerende goederen online zal kunnen kopen en verkopen.

De verkoop van een onroerend goed gelegen in Vlaanderen kan gepaard gaan met de aanbieding van een Vlaams decretaal voorkooprecht. De opzoeking of op een onroerend goed een dergelijk voorkooprecht rust, de kennisgeving van het plaatsvinden van een openbare verkoop, het aanbieden van het recht van voorkoop enz. gebeurt steeds via het e-voorkooploket.

De creatie van een gedematerialiseerde openbare verkoop vereist een wijziging van het e-voorkooploket én bijgevolg van het Harmoniseringsdecreet wil men de decretale voorkooprechten ook in dit kader kunnen aanbieden. VlaNot volgt dit project in samenwerking met de VLM en het bevoegde kabinet op de voet.

Ook in het Brussels Gewest en in het Waals Gewest zullen de teksten m.b.t. de voorkooprechten gewijzigd moeten worden om de uitoefening van deze rechten compatibel te maken met het verloop van de interactieve verkoop. De Cobra en de Conseil francophone hebben de reflectie opgestart en de bespre-

27

kingen met de verschillende bevoegde ministeriĂŤle kabinetten aangevat.

Hervorming ondernemingsrecht Het wetsontwerp houdende hervorming van het ondernemingsrecht streeft verschillende doelstellingen na: coherente omschrijving van het ondernemingsbegrip, bekrachtiging van de ondernemingsrechtbank die de rechtbank van koophandel vervangt, ontmanteling van het Wetboek van Koophandel en afschaffing van het onderscheid tussen handelszaken en burgerlijke zaken. Dit gaat gepaard met een modernisering van het bewijsrecht en een wijziging van het toepassingsgebied van de Kruispuntbank van Ondernemingen.

Volgens de auteurs zorgt het modern ondernemingsbegrip ervoor dat boek XIV van het Wetboek van economisch recht aangaande marktpraktijken en consumentenbescherming betreffende beoefenaars van een vrij beroep overbodig wordt. Bijgevolg wordt dit boek opgeheven en zullen de prestaties van

NKN en Fednot hebben erop toegezien dat deze opheffing van boek XIV gepaard ging met een aanpassing van boek VI teneinde rekening te houden met de specifieke kenmerken eigen aan het notarisambt, net zoals dit voor boek XIV gedaan werd. Het ontwerp herneemt bijgevolg de uitdrukkelijke afwijkingen die momenteel vervat zitten in boek XIV. In het kader van het wetsontwerp houdende hervorming van het ondernemingsrecht werden er amendementen voorgesteld die louter technische wijzigingen aan de nieuwe bepalingen inzake insolventie en openbare verkoop aanbrengen.

voudiging, een flexibilisering en een verhoging van de internationale aantrekkingskracht. Daarbij zal het aantal bestaande rechtsvormen worden herleid tot een aantal hoofdvormen, met mogelijke varianten. De verenigingen en stichtingen zullen worden geĂŻntegreerd in het wetboek en de BVBA wordt een kapitaalloze BV op maat, waar een belangrijke taak weggelegd zal zijn voor de notarissen bij de opmaak van de statuten. Grensoverschrijdende zetelverplaatsingen, omvormingen en splitsingen krijgen eigen procedures.

De inwerkingtreding zal in principe in verschillende stappen verlopen, met een snelle inwerkingtreding voor nieuw op te richten vennootschappen en een uitgestelde inwerkingtreding voor de bestaande vennootschappen en een lange overgangstermijn om de statuten aan te passen.

Hervorming Vennootschapsrecht Fednot volgt de hervorming van het vennootschapsrecht actief op. De krachtlijnen daarvan zijn een vereen-

Modellen van oprichtingsakten en juridische commentaren zullen worden voorbereid tegen de dag van de inwerkingtreding. Tevens wordt geanalyseerd

beoefenaars van vrije beroepen voortaan onder het toepassingsgebied van boek VI van het Wetboek van economisch recht vallen.

28

NOTAR I US 2018 / W E T G E V I N G

welke aanpassingen zullen dienen te gebeuren aan e-Depot ingevolge de gewijzigde rechtsvormen en hun modaliteiten.

KBO+ De ratio van het project “KBO+” is om de opdrachten van de Kruispuntbank van ondernemingen (KBO) te versterken en de kwaliteit te verbeteren zodat de KBO uitgroeit tot de enige authentieke bron van de informatie die de KBO bevat. Het project heeft tot doel om de neerlegging van vennootschapsakten volledig te digitaliseren, de kwaliteit van de gegevens de verbeteren en de toegankelijkheid tot meer en juistere gegevens te verhogen.

In dit kader werkt Fednot aan een uitbreiding van de applicatie e-Depot naar authentieke statutenwijzigingen. Tevens zal er binnen Fednot een databank gecoördineerde statuten van vennootschappen met een rechtsvorm die verplicht authentiek moet worden opgericht, worden opgericht die enerzijds toegankelijk is voor derden vanuit de KBO en

anderzijds toegankelijk voor notarissen die gelast zijn met de opmaak van nieuwe gecoördineerde statuten naar aanleiding van een statutenwijziging en die aldus de vorige versie kunnen ophalen in deze databank. Teneinde de kwaliteit van deze databank te verzekeren, zal elke elektronische neerlegging van een vennootschapsakte verplicht vergezeld moeten gaan van een elektronische versie van de gecoördineerde statuten of, in geval van oprichting, van een eerste versie van de statuten.

Op iets langere termijn wordt ook de aanbieding, via e-depot, van onderhandse vennootschapsakten mogelijk.

Zo zal een notaris, bijvoorbeeld naar aanleiding van een verkoop of aankoop door een vennootschap, de onderhandse benoemingen of ontslagen van zaakvoerders of bestuurders die niet werden neergelegd, alsnog, via e-depot, kunnen neerleggen.

Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en houdende wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op

de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing Dit wetsontwerp voorziet onder meer een grondige wijziging van de wetgeving inzake bemiddeling en een punctuele aanpassing van het recht inzake de gedwongen mede-eigendom.

Voor wat betreft de bemiddeling worden de bepalingen aangaande de bemiddelingscommissies en bemiddelingsprocedures hervormd, waarbij het toepassingsgebied van bemiddeling wordt uitgebreid naar de publiekrechtelijke rechtspersonen en de rechter in het kader van een gerechtelijke bemiddeling een beroep op bemiddeling kan opleggen. De kwaliteit van de erkende bemiddelaars wordt ook gevalideerd bij de bescherming van de uitoefening van het beroep en van de titel. De structuur van de Federale Bemiddelingscommissie wordt gemoderniseerd en haar rol wordt versterkt. Ook de collaboratieve onderhandeling krijgt een plaats in het Gerechtelijk Wetboek.

Dit wetsontwerp beoogt tevens de be-

29

palingen van het Burgerlijk wetboek inzake de gedwongen mede-eigendom van gebouwen of groepen van gebouwen te wijzigen. Dit wetsontwerp is hoofdzakelijk gebaseerd op de beleidsaanbevelingen van de werkgroep mede-eigendom opgericht in de schoot van het kabinet van de minister van Justitie.

Het notariaat was vertegenwoordigd in deze werkgroep. Dit ontwerp van wet heeft eveneens tot doel om onder meer een modernisering, informatisering en vereenvoudiging van de burgerlijke stand door te voeren. Het ontwerp voorziet hiertoe de creatie van een centrale Databank van Akten van de Burgerlijke Stand (DABS).

Dit ontwerp strekt tevens tot de procedure betreffende het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken.

Selfservice hypotheken Fednot werkt samen met FOD Financiën aan een rechtstreekse toegang voor de notarissen tot de databank van de hypotheekkantoren. Dit laat de notaris toe om digitaal over de informatie te beschikken voor de periode na 2001. Het hypothecair getuigschrift voor de door de notaris aldus opgevraagde informatie zal onmiddellijk elektronisch worden aangemaakt en afgeleverd. Voor de periode die dateert van vóór 2001, kan een zogenaamd “teruggaand” hypothecair getuigschrift gevraagd worden. Dit bijkomend getuigschrift voor de periode die dateert van vóór 2001 zal door de hypotheekkantoren nog steeds manueel opgemaakt moeten worden doch zou, in principe, wel elektronisch worden verzonden.

In een latere fase zal ook gewerkt worden aan een selfservice in de omgekeerde richting. Zo zullen de notarissen, door een aanpassing van de applicatie eRegistration, zelf rechtstreeks de hypothecaire inschrijvingen en de doorhalingen ingeven in de databank van de hypotheken (zonder manuele tussenkomst van de hypotheekkantoren).

Hervorming Bewijsrecht In het kader van de hervorming van het bewijsrecht worden ook de bepalingen aangaande het bewijs door geschrift gemoderniseerd. Voor wat de authentieke akte betreft gaat dit vooral om een preciezere formulering van de bestaande principes en geen revolutie. De verhouding tussen de authentieke akte en de onderhandse akten is een belangrijk gegeven.

Hervorming Zakenrecht De minister van Justitie organiseerde van begin december 2017 tot eind januari 2018 een publieke consultatie rond een voorontwerp van wet tot hervorming van het goederenrecht dat als Boek II “Goederenrecht” zal worden ingevoegd in het nieuw Burgerlijk Wetboek. Fednot heeft haar opmerkingen en bedenkingen aan de wetgever op 30 januari 2018 overgemaakt en volgt dit dossier vanzelfsprekend verder op.

Hierbij enkele krachtlijnen uit het voorontwerp. Het principe van het gesloten stelsel van zakelijke rechten wordt behouden waarbij mede-eigendom als een afzonderlijk zakelijk recht wordt opgenomen. De rechten van gebruik en bewoning worden afgeschaft. De artikelen 1 tot en met 4 van de hypotheekwet worden onder meer, mits een aantal wijzigingen, opgenomen in het ontworpen Boek II “Goederenrecht”. De maximum duurtijd van het opstalrecht wordt opgetrokken naar 99 jaar en kan in bepaalde gevallen eeuwigdurend zijn. Het voorwerp van het opstalrecht wordt een volume, waardoor het concept van volume-eigendom een wettelijke verankering krijgt in het Belgisch Recht. De minimum duurtijd van het erfpachtrecht wordt verlaagd naar 15 jaar.

Hervorming Verbintenissenrecht Gelijktijdig met de publieke consultatie rond de hervorming van het zakenrecht werd door de minister van Justitie een publieke consultatie gehouden rond een voorontwerp van wet tot hervorming van het verbintenissenrecht dat als Boek VI “De Verbintenissen” in het nieuw Burgerlijk Wetboek zal worden ingevoegd. Het is de bedoeling om

het verbintenissenrecht bij de tijd te brengen. Daartoe stelt de minister, naar eigen zeggen, voor om de bestaande rechtspraak te codificeren. Daarbij laat de wetgever echter niet na ook nieuwigheden te introduceren. Het voorontwerp voorziet onder meer in een aanpassing van de werking van een opschortende voorwaarde die voortaan, behoudens andersluidende bepaling, geen retroactieve werking zal hebben.

Ook wat deze hervorming betreft heeft Fednot haar opmerkingen en bedenkingen aan de wetgever op 30 januari 2018 overgemaakt. Fednot volgt ook deze hervorming nader op.

BRUSSEL HOOFDSTEDELIJK GEWEST Hervorming Brussels Wetboek Ruimtelijke Ordening De ordonnantie tot wijziging van het BWRO werd aangenomen door het Brussels Parlement maar werd nog niet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Er moeten nog een aantal uitvoeringsbesluiten worden uitgevaardigd. De COBRA volgt dit dossier op.

Hervorming Woninghuur De ordonnantie van 27 juli 2017 houdende regionalisering van de woninghuurovereenkomst werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 30 oktober 2017 en is in werking getreden op 1 januari 2018. Een aantal uitvoeringsbesluiten moeten nog worden uitgevaardigd, o.m. het besluit houdende vaststelling van de modelhuurovereenkomsten en van de bijlage die verplicht bij te voegen zal zijn bij alle nieuwe woninghuurovereenkomsten die worden afgesloten. Ook dit wordt verder opgevolgd door de COBRA. Aanpassing erfbelasting aan de hervorming van het erfrecht Net zoals in de twee andere gewesten, volgt het notariaat de impact van de hervorming van het erfrecht op de Brusselse registratie- en erfbelasting van dichtbij op (zie hierboven).

30

NOTAR I US 2018 / P O L I T I E K

Instrumentendecreet De Vlaamse Regering heeft een eerste maal zijn goedkeuring verleend aan het voorontwerp van decreet houdende het realisatiegericht instrumentarium, kortweg “Instrumentendecreet”. Het decreet regelt de afgewogen en afgestemde inzet van realisatiegerichte en grondgebonden instrumenten binnen de ruimtelijke ordening. Het is de bedoeling bestaande instrumenten te harmoniseren alsook nieuwe instrumenten zoals het activiteitencontract en -convenanten, verhandelbare ontwikkelingsrechten, billijke schadevergoeding, enz. in het leven te roepen.

VlaNot volgt de ontwikkelingen op de voet.

VLAAMS GEWEST Hervorming verkooprecht De verschillende pistes die door de diverse meerderheidspartijen naar voren werden geschoven, werden binnen de Commissie Vlaamse fiscaliteit van heel dichtbij opgevolgd. Het notariaat heeft uitdrukkelijk aangegeven dat het koppelen van een gunstregime aan een maximale belastbare basis een aantal perverse gevolgen kan hebben. De door de Vlaamse regering aangekondigde regeling is uiteindelijk een compromis geworden.

Naar aanleiding van de besprekingen, heeft het notariaat ook de complexiteit van de meeneembaarheid aangekaart en zelfs een voorstel van vereenvoudiging op tafel gelegd. Er werd door de Vlaamse regering echter beslist dat een hervorming van de meeneembaarheid niet zou worden meegenomen in de besprekingen rond het verkooprecht.

Hervorming erfbelasting Ook de aangekondigde hervorming van het erfrecht in het Vlaams Gewest werd door Fednot van heel dichtbij opgevolgd. Zo was o.a. het notariaat vertegenwoordigd in de reflectiegroep die zich moest buigen over de hervorming.

Naast de algemene hervorming van o.a. de tarieven, is het notariaat nauw betrokken bij de besprekingen omtrent de impact van de hervorming van het erfrecht op de Vlaamse registratie- en erfbelasting.

Gebouwenpas De gebouwenpas, ook wel woningpas genoemd, is een digitale informatiekluis voor de burger die alle informatie over zijn woning zal bundelen. Daarbij zal de burger zelf kunnen beslissen of hij er bijkomende informatie aan wenst toe te voegen, zoals facturen van investeringen, onderhoudsattesten, enz. De informatie zal toegankelijk zijn voor o.a. de eigenaar van de woning en voor personen met een volmacht.

Verwacht wordt dat een eerste lightversie in het voorjaar van 2018 beschikbaar zal zijn. De woningpas zal op dat moment het bodemattest, het EPC, omgevingsinformatie alsook gegevens vanuit Wonen-Vlaanderen bevatten.

VlaNot neemt actief deel aan het stakeholderoverleg en levert input aan de bevoegde instanties.

Het Vlaams parlement moet zich nog buigen over het ontwerp van decreet betreffende de gebouwenpas.

Wonen in Eigen Streek De commissie voor Wonen van het Vlaams parlement organiseerde een hoorzitting over de conceptnota voor nieuwe regelgeving betreffende Wonen in Eigen Streek. Naast De Vlaamse Woonraad, de SARO, Vlabinvest en de Beroepsvereniging van de vastgoedsector voerde ook het notariaat het woord.

Indien de Vlaamse decreetgever een nieuwe regeling rond Wonen in Eigen Streek wil invoeren, zal VlaNot meewerken aan een praktisch werkbare regelgeving.

Onroerend Erfgoed VlaNot leverde tijdens de evaluatieronde over het Onroerenderfgoeddecreet en -besluit input aan het Agentschap Onroerend Erfgoed. Op vandaag zijn de meeste opmerkingen van verschillende stakeholders verwerkt in het “voorontwerp van decreet houdende wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 naar aanleiding van de expost evaluatie”. De ontwerptekst dient nog besproken te worden in het Vlaams parlement.

Huur en pacht VlaNot blijft waakzaam voor de evoluties die in het kader van enerzijds de woninghuur en anderzijds de pachtregelgeving op til zijn.

31

WAALS GEWEST Decreet betreffende het bodembeheer en de bodemsanering Het decreet betreffende het bodembeheer en de bodemsanering werd op 28 februari 2018 in plenaire zitting van het Waals Parlement aangenomen.

Op notarieel vlak kunnen we onthouden dat dit decreet – dat het decreet van 5 december 2008 betreffende het bodembeheer zal vervangen – het principe opheft dat de onroerende overdracht een genererend element is dat automatisch het saneringsproces op gang brengt, principe dat voordien voorzien werd in artikel 21 van het decreet van 5 december 2008 (artikel dat evenwel nooit in werking is getreden).

De nieuwe tekst koppelt het saneringsproces en de onroerende overdracht echter wel aan elkaar, door middel van een verplichte raadpleging van de gegevensbank betreffende de bodemtoestand (BDES) en het verkrijgen van een eensluidend uittreksel uit deze gegevensbank voorafgaand aan elke overdracht, alsook door middel van een versterking van de informatieplicht van de verkrijger, met name via verplichte verklaringen en vermeldingen in de overeenkomsten van overdracht.

De inwerkingtreding is – voor het overgrote deel – voorzien voor 1 januari 2019.

Dit project werd van nabij opgevolgd door de Commissie “Regionale wetgeving” van de Conseil francophone.

Fednot zet haar contacten met het Waals Gewest verder om de raadpleging van de gegevensbank BDES en het aanvragen van eensluidende uittreksels uit deze databank via het e-notariaat mogelijk te maken.

Ontwerp van decreet betreffende woninghuur Het decreet betreffende woninghuur werd op 14 maart 2018 in plenaire zitting van het Waals Parlement aangenomen.

De tekst regionaliseert de woninghuur en streeft met name volgende doelstel-

lingen na: uitbreiding van het toepassingsgebied naar roerende goederen teneinde rekening te houden met de nieuwe woonvormen; veralgemening van het verplichte karakter van het geschrift en de vermeldingen die er minimaal in moeten worden opgenomen; verplichting om een plaatsbeschrijving bij aanvang van de huur op te maken voor alle huurovereenkomsten; verbod op onderverhuring en huuroverdracht behoudens voorafgaand akkoord van de verhuurder; invoeging van een artikel om de beëindiging of huuroverdracht te organiseren in geval van overlijden van de huurder; harmonisering van de opzegtermijnen in het kader van een huurovereenkomst met betrekking tot de hoofdverblijfplaats, mogelijkheid voor de huurder om een huurovereenkomst met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van korte duur voortijdig op te zeggen; invoering van twee specifieke huurstelsels voor medehuur en studentenverhuur.

De inwerkingtreding is voorzien voor 1 september 2018.

De Conseil francophone heeft dit ontwerp opgevolgd en heeft in verschillende nota’s opmerkingen over het ontwerp van decreet overgemaakt.

Ontwerp van decreet betreffende de handelshuurovereenkomst van korte duur en tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek Het decreet betreffende de handelshuurovereenkomst van korte duur en tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek werd op 14 maart 2018 in plenaire zitting van het Waals Parlement aangenomen.

De tekst beoogt de bevordering van pop-upwinkels door een specifiek wettelijk kader vast te leggen voor handelshuurovereenkomsten van korte duur.

Het ontwerp van decreet wijzigt eveneens de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake handelshuurovereenkomsten in die zin dat de vormvereisten verbonden aan een authentieke akte of een verklaring voor de rechter vervangen worden door een eenvoudige registratie.

De inwerkingtreding van het decreet is voorzien op de eerste dag van de tweede maand volgend op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, behalve voor de bepalingen tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek die de tiende dag na de bekendmaking in werking zullen treden.

De Conseil francophone heeft in een nota haar opmerkingen over het voorontwerp van decreet overgemaakt.

Pachtwet In het kader van de regionalisering van de pachtwet heeft het Waals Parlement in de loop van de maand november 2017 de verschillende instellingen gehoord. De Conseil francophone nam deel aan de hoorzitting van 13 november 2017 en volgt de ontwikkelingen op de voet.

De minister van Landbouw, René Collin, zet de besprekingen verder met het oog op de uitwerking van een voorontwerp van decreet.

De minister heeft aangekondigd dat het decreet in 2020 in werking zal treden.

Wijzigingen inzake registratie- en successierechten Ook in het Waals Gewest worden de hervormingen inzake registratie- en successierechten van dichtbij opgevolgd.

Zo wordt er gepleit voor een vereenvoudiging van de gunstmaatregelen bij aankoop van de enige gezinswoning en wordt het ontwerp van decreet tot vrijstelling van het verdeelrecht, schenkingsrecht en successierecht bij overdracht van monumenten opgevolgd.

Net zoals in de twee andere gewesten, is het notariaat nauw betrokken bij de besprekingen omtrent de impact van de hervorming van het erfrecht op de Waalse registratie- en erfbelasting (zie hierboven).

32

NOTAR I US 2018 / O M B U D S D I E N S T

33

Derde jaarverslag van ombudsdienst klopt op dezelfde nagel ANDRÉ MICHIELSENS en ILSE BANMEYER aan het woord

NOTARIS MOET MEER MANAGER ZIJN tekst: K O E N DR IE S S E N S

Met zijn derde jaarverslag wil de Ombudsdienst voor het notariaat de notarissen opnieuw attent maken op het belang van goede communicatie met hun cliënten. Op basis van de in 2017 ingediende dossiers bij de dienst bevelen André Michielsens en Ilse Banmeyer aan ‘vooreerst ons verslag te lezen’ en vooral de desorganisatie aan te pakken: ruim de helft van de vragen van cliënten betreft een slecht contact, en gebrekkige en onduidelijke informatie.

De ombudsman en -vrouw merken na drie jaar werking toch dat wat zij signaleren hier en daar al wordt opgepikt. ‘En dat is ook in het belang van een efficiëntere werking van het notariaat.’

Onlangs werd het mandaat van de Vlaamse ombudsman André Michielsens nog eens voor drie jaar verlengd, maar hij stopt ermee op zijn zeventigste, in 2020. Dankzij zijn lange ervaring met het notariaat kent Michielsens zijn pappenheimers: ‘In het algemeen wordt onze tussenkomst geapprecieerd, zowel door cliënten als notarissen. Ik stel wel vast dat een handvol notarissen niet van hun grote gelijk af te brengen zijn. Of ze negeren ons. Terwijl ze volgens onze deontologische code verplicht zijn tot loyaliteit en dus tot medewerking aan de dossiers van de ombudsdienst.’

‘Wij kunnen daar jammer genoeg niet veel tegen inbrengen. We hebben niet de bevoegdheid iemand ergens toe te verplichten – niet een notaris, maar ook niet een cliënt – en kunnen niemand sanctioneren. Dat frustreert sommige cliënten weleens, maar als het hen om de bestraffing

/

foto’s: J A N CR A B

van een notaris te doen is, moeten zij zich tot de Provinciale Kamer wenden. Wij kunnen enkel de Kamer wijzen op het gebrek aan medewerking.’ De Franstalige ombudsvrouw Ilse Banmeyer vult aan: ‘Dan wordt het een disciplinair probleem en kan de Provinciale Kamer de betrokkene dagvaarden en een tuchtstraf opleggen. Het gaat dan niet over de grond van de zaak, maar wij informeren de cliënt hierover, die dan eventueel zijn dossier aan een Provinciale Kamer voorlegt of naar een rechtbank stapt.’

WIN-WIN Bij de oprichting stonden sommige notarissen wat huiverachtig tegenover de ombudsdienst.

Banmeyer: ‘Terwijl we strikt onpartijdig en neutraal zijn. Het is belangrijk dat notarissen inzien dat we er niet zijn om hen te beoordelen of te veroordelen, dat we het niet eenzijdig opnemen voor de cliënt – ook al hebben ze soms die indruk. Maar we zijn er ook niet om de notaris het koste wat het kost tegen klachten van cliënten te beschermen of te verdedigen. We doen aan bemiddeling. We ontvangen vragen van cliënten, stellen ons op de hoogte en leiden beide partijen naar een oplossing, naar een schikking.’

Michielsens: ‘Als een notaris beseft dat onze tussenkomst in het kader van een bemiddeling gebeurt, dat hij geen sanctie riskeert, hoeft hij zich niet afzijdig te houden. Ik heb soms de indruk dat een notaris wel weet dat hem iets te verwijten valt, maar dit niet durft toe te geven uit angst omdat het tegen hem gebruikt zou kunnen worden. Niet dus. Sommigen kunnen we overtuigen, anderen niet. Je hebt er in alle sectoren die hardleers zijn.’

Banmeyer: ‘Eigenlijk is het ons niet te doen om wie waaraan schuld heeft. Ik let zelfs niet op de namen van de betrokke-

34

NOTAR I US 2018 / O M B U D S D I E N S T

nen. Ons gaat het om het bereiken van een oplossing voor het conflict.’

Michielsens: ‘En dat is enkel mogelijk als beide partijen daartoe bereid zijn. We botsen soms op een muur van onwil, bij notarissen en bij cliënten. Typisch is bijvoorbeeld hoe we de cliënt een compromis voorstellen, maar wanneer er geen sanctie aan verbonden is, reageert die opeens niet meer.

Sommige cliënten willen een zaak “winnen”, terwijl er niet altijd winnaars zijn in een conflict.’

‘Tenzij wij bemiddelen’, zegt Banmeyer. ‘Dan kan het een win-winsituatie worden voor iedereen. Een bemiddelde oplossing vermijdt een gerechtelijke procedure – wat de juridische werklast en kosten verlaagt – en verbetert uiteindelijk de dienstverlening. De taak van de ombudsdienst is immers tweeledig: individuele klachten behandelen en daaruit lessen trekken om de werking van het notariaat te verbeteren. Zo blijkt de kritiek van sommige notarissen – die zeggen: “wij betalen voor een dienst die ons niet verdedigt” – onterecht. Door hun bijdrage aan de ombudsdienst dragen zij net bij aan een efficiënter notariaat.’

COMMUNICATIE Dat de werking in nogal wat kantoren beter kan, blijkt uit de jaarverslagen. In alle landsdelen steken klachten over desorganisatie er bovenuit: notarissen die niet of laat antwoorden, of hun cliënten slecht informeren. Misverstanden, verkeerde afspraken of onduidelijke tarifering.

Michielsens: ‘We stellen vast dat niet alle notarissen managers zijn. Soms zie je dat in de leiding van hun kantoor, vaak in de communicatie naar buiten toe. Ze hebben niet de gewoonte hun dienstverlening te verantwoorden of toe te lichten. Niet omdat ze dat beneden hun waardigheid vinden, maar omdat ze niet hebben geleerd om te gaan met ontevreden klanten. Ze zijn opgeleid om diensten te verlenen, die zij als goede diensten zien, maar die niet altijd zo aangevoeld worden. Het is overigens niet omdat er eens eentje een fout maakt, dat alle notarissen fouten maken.’

Het jaarverslag van vorig jaar verwees er al naar: maak duidelijke afspraken met de cliënt, zeker over de tarieven.

Banmeyer: ‘Daar is zo vaak een grijze zone.’

Michielsens: ‘De cliënt verwacht iets van de notaris, de notaris weet niet wat de cliënt verwacht of vindt niet dat de cliënt een bepaalde verwachting mag hebben… Dat leidt tot onduidelijkheid. Bijkomende informatie op bijvoorbeeld de website van de notaris lost al veel op.’

En wat met de kostprijs?

‘Er zijn natuurlijk vastgelegde wettelijke tarieven, maar daarnaast zijn er moeilijk in te schatten of per gemeente verschillende bijkomende kosten die je niet in de hand hebt. Onduidelijkheden die heel moeilijk van tevoren in te schatten zijn. Dat de notaris dus niet altijd duidelijkheid kan geven, moet een cliënt ook begrijpen. Soms is de gele-

genheid er ook niet om het een en ander uit te leggen als er bijvoorbeeld een cliënt overmand is door emoties, bijvoorbeeld bij een overlijden.’

INVLOED Familiale of sociale bemiddeling zijn terreinen die tegenwoordig in de opleiding ingebakken zitten, maar vroeger onbestaande waren. ‘Bemiddeling is een bestaansreden voor de notaris’, vindt Ilse Banmeyer. ‘Maar het is geen sinecure’, vult Michielsens aan. ‘Als bij een boedelverdeling opeens een familievulkaan uitbarst, dan kan de notaris het ook niet oplossen. Vaak camoufleert een probleem een veel ouder en dieper liggend probleem. En dan is het gemakkelijk om het op de notaris te steken natuurlijk. Wat wij doen in de ombudsdienst is ook niet pure bemiddeling. We begeleiden vanop afstand de partijen, die zelf tot een oplossing moeten komen. We signaleren het probleem en wijzen de weg, maar besluiten altijd met: ons advies is niet bindend.’

‘Grote nieuwigheden bevat het nieuwste jaarverslag niet’, zegt Banmeyer, ‘maar we proberen enkele accenten te leggen. Als bijvoorbeeld iets regelmatig terugkeert, wijzen we er zeker op.’

Michielsens: ‘Zo leg ik er de nadruk op dat men soms andere gespecialiseerde ombudsdiensten zou moeten aanspreken.

Ook de banken- en verzekeringssector hebben hun eigen ombudsdiensten. Verder halen we de foute visie aan die er soms is op de vrije keuze van notarissen.’

Verwachten de ombudsman en -vrouw snel verbeteringen in de werking van het notariaat na hun jaarverslagen?

Michielsens: ‘Ik hoop in de eerste plaats dat onze verslagen gelezen worden.’

Banmeyer: ‘Daar zie ik toch enige evolutie. Ik heb al reacties opgevangen na bepaalde opmerkingen in een verslag, bijvoorbeeld in interne communicatie over het probleem van de legitimiteit van per mail verstuurde akten of in verband met internationale aspecten bij een nalatenschap. Langzaam maar zeker wint ons werk aan invloed.’

WWW.OMBUDSNOTARIS.BE

35

Le troisième rapport annuel du service de médiation enfonce le clou Interview avec ANDRÉ MICHIELSENS et ILSE BANMEYER

LE NOTAIRE DOIT AVOIR DAVANTAGE LA FIBRE MANAGÉRIALE texte: K O E N DR IE S S E N S

/

photos: J A N CR A B

Dans son troisième rapport annuel, le service de médiation pour le notariat entend attirer l’attention des notaires sur l’importance d’une bonne communication avec leurs clients. Sur la base des dossiers introduits en 2017 auprès du service, André Michielsens et Ilse Banmeyer recommandent avant tout de « lire notre rapport » et de s’atteler en priorité à une meilleure organisation: plus de la moitié des demandes de clients portent sur une absence de réponse de l’étude ou le non-suivi d’un dossier en cours.

Après trois ans de fonctionnement du service, les deux médiateurs remarquent cependant que petit à petit les notaires appliquent leurs recommandations. « Et cela va dans l’intérêt d’un fonctionnement plus efficace du notariat. »

Le mandat du médiateur flamand, André Michielsens, a été récemment reconduit pour trois ans, mais il arrêtera en 2020, à ses 70 ans. Grâce à sa grande expérience du monde notarial, André Michielsens connaît bien son public. « Nos interventions sont généralement appréciées, par les clients comme par les notaires. Je remarque cependant que quelques notaires ne veulent pas entendre raison ou qu’ils nous nient. Et ce, malgré leur code déontologique qui les oblige à faire preuve de loyauté et, par conséquent, à collaborer aux dossiers du service de médiation. » « Nous n’avons malheureusement pas toujours voix au chapitre. Nous ne sommes pas habilités à contraindre qui que ce soit – notaire ou client – à quoi que ce soit et ne pouvons sanctionner personne. Ce point se révèle frustrant pour certains clients, mais c’est à la Chambre provinciale qu’ils doivent s’adresser pour obtenir une sanction à l’encontre d’un notaire. La seule chose qui est en notre pouvoir est d’attirer l’attention de la Chambre provinciale sur le manque de coopération. » Et la médiatrice francophone, Ilse Banmeyer, d’ajouter : « C’en devient une question disciplinaire. La Chambre provinciale peut alors interpeller le notaire concerné et entamer à son encontre une procédure disciplinaire. Ce n’est pas le fond de l’affaire qui est en question, mais nous en informons le client qui déposera éventuellement son dossier à la Chambre provinciale ou saisira un tribunal. »

WIN-WIN Certains notaires se montraient relativement sceptiques lors de la création du service d’ombudsman.

Ilse Banmeyer : « Alors que nous faisons preuve d’une impartialité et d’une neutralité à toute épreuve. Il est essentiel que les notaires comprennent, même s’ils ont parfois cette impression, que notre but n’est pas de les évaluer ou de les juger et surtout que nous ne nous rallions pas d’office à la cause du client. Notre rôle n’est cependant pas non plus de protéger ou défendre coûte que coûte le notaire contre les plaintes des clients, mais d’agir en médiateurs. Les clients nous transmettent des questions, nous nous informons et tâchons d’amener les deux parties à une solution, à un arrangement. » André Michielsens : « Si le notaire comprend que notre intervention s’inscrit dans le cadre d’une médiation et qu’il ne risque aucune sanction, il n’a pas besoin de faire preuve de méfiance et de monter un dossier ‘défensif’. J’ai parfois l’impression que le notaire sait pertinemment qu’il y a eu un disfonctionnement notarial, mais n’ose pas l’avouer, de peur que l’on puisse retourner cet argument contre lui. Pourtant, ce n’est pas le cas : nous travaillons à la recherche d’une solution satisfaisante pour les deux parties. Nous parvenons à en convaincre certains, mais pas tous. Tous les secteurs ont leurs ‘moutons noirs’. » Banmeyer : « Ce n’est, en fait, pas à nous de déterminer qui est en tort ou pas. Pour tout vous dire, je ne prête même pas

36

NOTAR I US 2018 / S E R V I C E D E M É D I A T I O N

attention aux noms des personnes concernées. Ce qui nous importe, c’est de trouver une solution au conflit. » Michielsens : « Ce qui n’est possible qu’à condition que les deux parties le veuillent. Nous nous heurtons parfois à un mur de mauvaise volonté, tant de la part des notaires que de leurs clients. Prenons un exemple typique : nous proposons un compromis au client, mais il ne donne plus signe de vie dès qu’il se rend compte qu’aucune sanction n’y est liée.

Certains clients veulent “gagner” une affaire, alors qu’il n’y a pas toujours de gagnant dans un conflit. » « Nous faisons de la médiation », intervient Banmeyer, « pour que le conflit se mue en une situation dont tout le monde sort gagnant. Une solution amiable qui permet de contourner la procédure judiciaire, ce qui va de pair avec une réduction des frais et de la charge de travail pour la justice, pour finalement améliorer la qualité du service. Le rôle du service d’ombudsman est double : traiter les plaintes individuelles et en tirer les enseignements pour améliorer le fonctionnement du notariat. Certains notaires n’hésiteront pas à se fendre d’une critique : “Nous payons pour un service qui ne défend pas nos intérêts”, mais c’est faux. Par leur collaboration au service d’ombudsman, ils participent justement à un notariat plus efficace. »

COMMUNICATION Si l’on est en mesure d’affirmer que le fonctionnement de nombreuses études pourrait être amélioré, c’est grâce aux rapports annuels. Dans toutes les régions du pays, la désorganisation est le principal objet de plainte : des notaires qui omettent de répondre ou tardent à le faire ou qui informent mal leurs clients. Des malentendus, de mauvais accords ou encore une tarification obscure.

Michielsens : « Nous remarquons que tous les notaires n’ont pas l’âme de managers. Cela transparaît parfois dans la gestion de leur étude, mais plus souvent encore dans leur communication vers l’extérieur. Ils n’ont pas pour habitude d’expliquer ou de commenter leur service. Non pas parce qu’ils trouvent cela indigne d’eux, mais parce qu’ils n’ont pas appris à gérer leur clientèle. Ils ont été formés à offrir des services, qu’ils considèrent comme des services de qualité, mais qui ne sont pas toujours perçus comme tels. Il ne faut d’ailleurs pas généraliser : ce n’est pas parce qu’un notaire commet un jour une erreur que tous le font. » Le rapport annuel de l’an dernier l’avait déjà mis en évidence : passez des accords clairs avec vos clients, a fortiori sur la tarification.

Banmeyer : « Ce point reste encore trop souvent une zone floue. » Et Michielsens de poursuivre : « Le client nourrit des attentes envers son notaire, mais ce dernier ne les connaît pas toujours ou estime que le client ne peut avoir ce genre d’attentes… Résultat ? Une incompréhension qui peut aboutir sur un mécontentement. Une solution consisterait déjà, de la part du notaire, à fournir des informations supplémentaires. Sur son site web par exemple. »

Et le prix ? « Il y a bien évidemment les tarifs fixés par la loi. Auxquels s’ajoutent toutefois des frais supplémentaires, variables (par exemple en fonction de la commune) ou difficiles à évaluer et sur lesquels on n’a aucune prise. Des données très difficiles à chiffrer au préalable. Un client doit donc bien comprendre qu’un notaire n’est pas toujours en mesure de faire preuve de précision dès l’ouverture du dossier. Il arrive aussi que ce dernier n’ait tout simplement pas l’occasion de fournir toutes les informations matérielles requises, par exemple quand un client est submergé par l’émotion après un décès. »

INFLUENCE La médiation est un domaine désormais inhérent à la formation, mais ce n’a pas toujours été le cas. « La médiation a tout son sens dans le notariat», estime Ilse Banmeyer. « Mais c’est loin d’être une évidence », nuance Michielsens. « Le notaire n’est pas en mesure de maîtriser la tempête familiale susceptible de se déchaîner soudainement dans le cadre d’un partage de patrimoine. Souvent, un problème en dissimule un autre, bien plus ancien et enraciné. Dans ces circonstances, il est évidemment facile de rejeter la faute sur le notaire. La tâche de notre service ne relève pas exclusivement de la médiation. Nous accompagnons les parties à distance, qui doivent parvenir elles-mêmes à une solution.

Nous signalons le problème et indiquons la voie à suivre, mais nous concluons invariablement par cette phrase : notre avis n’est nullement contraignant. » « Le dernier rapport annuel ne présente pas de grande nouveauté », poursuit Banmeyer, « mais nous essayons de mettre plusieurs aspects en exergue. Si un problème est récurrent, nous n’hésitons pas à le souligner. » Michielsens : « Si besoin, je n’hésite pas, par exemple, à aiguiller les parties vers les autres services d’ombudsman compétents. Les secteurs des banques et des assurances possèdent leurs propres services de médiation. Nous pointons, en outre, certaines fausses idées à propos du libre choix de son propre notaire. » Les deux médiateurs s’attendent-ils à des changements imminents dans le fonctionnement du notariat après la publication de leurs rapports annuels ?

Michielsens : « J’espère avant tout que les notaires liront bel et bien ces rapports. » Banmeyer : « Je constate une légère évolution à ce niveau. Il m’est arrivé de relever certaines suites apportées aux observations parues dans un rapport annuel, par exemple la publication d’une communication interne sur le problème de la légitimité des actes envoyés par e-mail, ou sur la gestion des aspects internationaux dans le cadre d’une succession. Lentement mais sûrement, notre rôle gagne en influence. » WWW.OMBUDSNOTAIRE.BE

37

38

NOTAR I US 2018 / P R O J E C T

39

Online notariële verkoop

WE VERTREKKEN VANUIT DE NODEN VAN HET PUBLIEK tekst: DIR K R E M M E R IE

Als in juni het proefproject van biddit (online notariële verkoop) uit de startblokken schiet met een vijftigtal pilootpanden, zal dat de voorlopige kroon zijn op anderhalf jaar intensief werken. Sinds begin 2017 buigt een werkgroep zich over een digitaal en toekomstgericht transactieplatform voor vastgoed en betrekt daarbij alle mogelijke partners: notarissen in alle provincies, de juridische dienst, ICT, de raad van bestuur van Fednot... en niet in het minst: de burger. Want de strijd zal pas gewonnen zijn als de koper en de verkoper ervan overtuigd zijn dat het nieuwe systeem niet alleen gebruiksvriendelijk en gemakkelijk is, maar bovendien zeer betrouwbaar en transparant, wat de consument bij uitstek van zijn notaris verwacht.

Expertise en enthousiasme van heel veel betrokkenen en ambassadeurs binnen het notariaat en binnen de federatie zijn cruciale drijvende krachten voor een project dat zo baanbrekend is als de interactieve notariële verkoop. “Van bij het begin heb ik me kunnen omringen met een ongelofelijk team van notarissen en enthousiaste juristen en medewerkers binnen ICT, communicatie en financiën”, zegt projectleider Bénédicte Vanhalewyn. “Samen met de leden van de werkgroep luisterden we naar de noden van de notarissen in alle uithoeken van het land én naar de wensen van de consumenten. Elke maand verzamelden we alle informatie,

/

foto’s: T H O M A S DE B O E V E R

werkten we voorstellen uit en legden die voor aan de raad van bestuur.”

Eveline De Vlieger (notaris in Ichtegem) heeft als lid van de raad van bestuur dit project onder haar bevoegdheid: “Ik had het geluk om aan het roer te staan van een werkgroep met heel actieve leden.” Samen met Dirk Michiels (notaris in Aarschot) en Hugues Amory (notaris in Louveigné) – beiden lid van de werkgroep – wijzen de vrouwelijke voortrekkers op de kansen die de interactieve verkoop biedt. En op de dringende noodzaak van het initiatief.

Hugues Amory: “De manier waarop openbare verkopen worden georganiseerd, is al 200 jaar dezelfde: we plakken affiches, verkoper en potentiële kopers komen samen in een zaaltje of een café, de aanwezigen kunnen bieden en uiteindelijk volgt de toewijzing. Als mijn kinderen meekomen naar een openbare verkoop, denken ze dat ze naar een toneelstuk gaan kijken. Dat is echt niet meer van deze tijd.”

Een stuk traditie gaat verloren?

Bénédicte Vanhalewyn: “De wereld is veranderd. De verwachtingen van kopers en verkopers eveneens. Mensen getroosten zich nauwelijks nog de moeite om zich te verplaatsen en een dagje vakantie te nemen als ze de zekerheid niet hebben dat ze een pand ook effectief kunnen kopen.”

Dirk Michiels: “De cijfers liegen er niet om. Ik heb eens de rekening gemaakt voor mijn eigen kantoor en ik stel vast dat we in 20 jaar tijd 75 procent van het marktaandeel verloren zijn. In 1998 verkocht ik nog 24 procent openbaar, nu is dat nog 6 procent. Een enorm verschil. Er is geen reden om aan te nemen dat hetzelfde niet geldt voor andere kantoren.”

“Zoals Bénédicte het zegt: de fysieke openbare verkoop gaat er om verschillende redenen op achteruit. Het is duur,

40

NOTAR I US 2018 / P R O J E C T

‘BIDDIT’ ZET EEN BELANGRIJKE STAP RICHTING CONSUMENT De naam biddit vertrekt vanuit wat belangrijk is voor de consument, de ‘what’s in it for me’; ‘het bieden op’ of ‘bidd on it’. Het krachtige rood valt op en is een statement: ‘Op ons kan u rekenen, wij zijn er voor u.’

De ronde vormen zetten het toegankelijke, vriendelijke karakter van het platform in de verf. De splitscreen waarmee we doorheen de communicatie spelen symboliseert namelijk het ‘voor en na’ van een belangrijke stap in het leven van de consument: het aankopen van een ‘huis’ dat zijn ‘thuis’ wordt.

er is het recht van hoger bod, je moet er vrijaf voor nemen…

We stelden vast dat andere partijen het gat in de markt zagen en op die situatie inspeelden door zelf een soort veilingsite op te zetten. Het fameuze arrest van het Hof van Cassatie van 9 juni 2016 bepaalde dat dergelijke veilingwebsites in strijd zijn met de wet. De wet stipuleert namelijk dat enkel notarissen onroerende goederen openbaar kunnen verkopen. Andere partijen kunnen dat enkel doen om niet-bindende biedingen uit te lokken, om te zien wat de waarde van een goed is in de markt om nadien vrijwillig met bieders een verkoop af te sluiten. Dat arrest heeft ons wel wakker geschud.”

In welke zin wakker geschud?

DM: “Meer dan ooit was duidelijk dat de notaris van de wetgever de bevoegdheid heeft gekregen voor openbare verkopen omdat hij als openbaar ambtenaar de beste waarborgen kan geven om alles op een correcte, transparante en eerlijke manier te laten gebeuren. De fysieke verkopen boerden echter achteruit en we hadden niet de juiste digitale tool om daar een antwoord op te bieden. Het was dus zaak om een antwoord te bieden op de vraag van de markt en een middel te vinden om interactieve verkopen op een efficiënte, transparante en rechtszekere manier te organiseren.”

HA: “Dat was de aanleiding voor de opstart van het nieuwe

digitale platform. Op het Notarieel Congres in Luik hadden we in 2015 iets gelijkaardigs voorgesteld, een soort eBay voor onroerend goed. Iets waar ik van meet af aan grote voorstander van was.”

De ontwikkeling van zo’n platform moet wel heel complex zijn. Niet alleen qua technologie. De consument wil snelheid en eenvoud, de notaris streeft naar wat juridisch juist is en naar rechtszekerheid.

Eveline De Vlieger: “Dat klopt en is meteen ook de hoofdreden waarom wij voor dit project verder keken dan het notariskantoor. Doorgaans bouwen wij bij Fednot IT-applicaties die notarissen in hun kantoren ondersteunen. Het gebeurt niet vaak dat we apps maken die voor de buitenwereld bestemd zijn. De uitdaging bij de ontwikkeling van de tool voor interactieve verkoop was dat we niet iets moesten concipiëren voor en door notarissen, maar voor klanten – kopers en verkopers. Met daarbij uiteraard ook een duidelijke rol voor de notaris. We moesten extra kritisch zijn voor onszelf. Het zit er bij ons ingebakken dat we de focus leggen op het juridisch correcte. Daardoor hebben we de neiging alles snel stroever te maken, terwijl de burger vooral wil klikken, bieden en vooruitgaan.”

“Om op de juiste manier toch vooruitgang te boeken, hebben we heel veel workshops georganiseerd binnen het notariaat. Over het hele land hebben we diverse groepen bij het

41

project betrokken. We hebben ook werksessies gehouden met een publiek van kopers en verkopers om hun noden en wensen door en door te kennen. We hebben daarnaast ook enquêtes gehouden bij notarissen en consumenten. Telkens was de insteek van de buitenwereld erg inspirerend en hield die ons op het juiste spoor.”

En dat juiste spoor was: oog hebben voor de ‘user experience’, de gebruikerservaring.

EDV: “We trokken meer dan eens onze ogen open tijdens die workshops met kopers en verkopers. Notarissen zijn het gewoon om met gelijkgezinden binnen dezelfde beroepsgroep na te denken en te brainstormen. In alle workshops was ons vertrekpunt: het systeem moet gebruiksvriendelijk, transparant en gemakkelijk zijn. Meer dan eens waren we het na een halfuur weer complexer aan het maken en moesten we teruggrijpen naar ons uitgangspunt. Geen gemakkelijke evenwichtsoefening: het moet juridisch juist zijn en rechtszeker en voor de burger heel eenvoudig met zo weinig mogelijk klikken.”

BV: “Het is gemakkelijker om iets complex te maken dan het eenvoudig te houden. Het was dan ook vooral zaak om de fysieke openbare verkoop niet volledig te kopiëren in een online concept, dat houdt geen steek.”

EDV: “In die val zijn we bij onze eerste workshops wel eens getrapt.”

Terwijl je zou moeten vertrekken van een wit blad en alles herdenken?

HA: “Ik zou het anders formuleren: terwijl je moet vertrekken van de noden van het publiek, dat is het belangrijkste.

Je kan honderden systemen uitvinden en die mogen nog zó goed zijn, als het publiek zich daar niet in terugvindt…”

EDV: “Vertrekken van een blanco blad is heel moeilijk als je zo diep in de sector zit. Wat wel werkt, zijn de kopers en verkopers die je vertellen hoe zij het zien, hoe het systeem zou moeten werken, en ons met hun visie uit onze comfortzone halen. Heel verhelderend.”

Makelaars zitten ook niet stil. Hun digitale aanpak wordt ook steeds verleidelijker met onder andere 360°-beelden, portretten van de bewoners, een beschrijving van de omgeving… Het platform voor interactieve verkoop is er, maar het is aan de individuele notaris om daar op een gepaste manier mee om te gaan.

DM: “Het ligt in de bedoeling dat er maximale ondersteuning komt vanuit de federatie zodat het platform op een toffe en hedendaagse manier wordt geconcipieerd. Tegenwoordig noemen ze dat ‘sexy’.”

BV: “Ook het platform en het notariaat zullen evolueren in de richting die je schetst. De notaris zal bijvoorbeeld een video kunnen opladen en een virtueel bezoek mogelijk maken, specifieke elementen van een goed belichten…

EDV: “Het platform moet aantrekkelijk zijn en de notaris moet de tools krijgen en ondersteuning vanuit de federatie.

We zijn tenslotte notarissen en niet commercieel geschoold.

We moesten extra kritisch zijn voor onszelf. Het zit er bij ons ingebakken dat we de focus leggen op het juridisch correcte.

Onze eerste taak is zorgen voor rechtszekerheid. Wel gaan we de notarissen helpen de eerste stappen te zetten naar de interactieve verkoop. Wellicht zal niet alles van de eerste keer vlekkeloos verlopen, maar wij zijn ervan overtuigd dat als de resultaten positief zijn, het nieuwe systeem snel omarmd zal worden. Door de notaris én door de burger.”

Wat nieuw is wekt doorgaans scepsis en soms zelfs weerstand op.

HA: “De doorsnee notaris zal in het begin misschien zijn bedenkingen hebben, vooral omdat het beroep zelf heel veel belang hecht aan stabiliteit en conformiteit. Maar diezelfde notaris voelt de druk op zijn schouders en weet dat het zo niet verder kan. Status quo is geen optie meer. Er zal wellicht wat koudwatervrees zijn, maar het zal heel snel duidelijk worden dat dit een noodzakelijke stap is en dat iedereen mee moet.”

BV: “Bij de opstart waren er inderdaad heel wat vraagtekens. Dankzij de ambassadeurs die we rond de tafel hebben vanuit het notariaat, maar ook dankzij de studiedagen en vele andere initiatieven, durf ik nu te zeggen dat meer dan acht op de tien notarissen achter het project staan.”

EDV: “We merkten dat goed tijdens die workshops. Wie er voor de eerste keer bij betrokken werd, hield eerst een beetje de boot af, maar in korte tijd maakte die onwennigheid plaats voor enthousiasme.”

DM: “Digitalisering is het notariaat ook niet vreemd, hé. Al meer dan vijftien jaar werken we met diverse applicaties die de interne werking optimaliseren. Het grote verschil nu is dat dit een project is waarmee we naar de buitenwereld stappen. Moeten stappen, want de openbare verkoop haalt niet meer de resultaten die we verwachten, waardoor we het systeem niet meer durven te verdedigen en het zichzelf uiteindelijk vernietigt.”

HA: “En nu moet het omgekeerde gebeuren. Met de interactieve verkoop beantwoorden we aan de verwachtingen van het publiek. Dat is de grootste toegevoegde waarde. Als we de juiste middelen hebben om tegemoet te komen aan de vraag van de klant om zijn pand te verkopen, wendt die zich wel vanzelf tot zijn notaris.”

42

NOTAR I US 2018 / P R O J E C T

Nieuwe mogelijkheden DM: “Ons vertrekpunt was niet om nieuwe business te creëren, maar om een antwoord te bieden op een reële vraag vanuit de markt. Een vraag van zowel kopers als verkopers: regel de verkoop op een transparante en correcte manier, zodat we vertrouwen hebben in het hele systeem. Dat vertrouwen zullen we krijgen door het opzet van het platform, waarbij we verkopen vanaf een aantrekkelijke instelprijs en waarbij iedereen de kans zal krijgen online te bieden. Open en bloot voor iedereen. Het enige dat niemand zal zien, is wíe er biedt omwille van privacy. De notaris heeft controle over het hele proces, zodat de mensen de zekerheid hebben dat er niemand achter de schermen mee zit te bieden om de prijs op te drijven. Daarmee geven we een antwoord aan een behoefte in de markt. Nu al noteren we de eerste enthousiaste reacties van kopers en verkopers, terwijl we nog volop aan het testen zijn met pilootpanden. De echte start vindt in september plaats.”

HA: “Als er één markt moet worden teruggewonnen, is het die van het executierecht. Bij gedwongen verkoop heeft men het klassieke systeem van de openbare verkoop de rug toegekeerd omdat de resultaten te zwak waren. Daar hebben andere manieren van verkopen bij gewonnen. Ons nieuwe, transparante systeem moet die evolutie kenteren.”

DM: “Daarom ook is het belangrijk dat we goed communiceren naar de buitenwereld. Er is al veel gecommuniceerd naar de notarissen via studiedagen en –kringen waar we onszelf als groep al konden warm maken voor het product.

En ook nu nog zijn we vooral bezig om het platform op punt te stellen. Maar we gaan het systeem moeten uitleggen aan alle betrokken partijen: banken, bewindvoerders, advocaten, curatoren, vrederechters, beslagrechters… De wetgever heeft ons nu wel een goed instrument gegeven en er is al heel hard gewerkt met notarissen, informatici en user groups, maar de burger is nog niet op de hoogte van de wijzigingen en de impact ervan. We zullen het dus ook aan onze cliënten moeten aanprijzen, want anders komt het nooit van de grond. Ons werk zit er dus zeker nog niet op. Kan ook niet, want we zijn toch met iets tamelijk revolutionairs bezig, waarvan we nog niet de volle draagwijdte kunnen inschatten.”

HA: “Het mooie aan dit verhaal, vind ik: we brengen een nieuw product met een grote toegevoegde waarde naar een publiek dat dat van ons verwacht. Dat is wat zin geeft aan ons beroep.”

LEDEN VAN DE WERKGROEP: Notarissen Eveline De Vlieger, Lieselot Verdin, Bart Van de Keere, Vincent Lesseliers, Christian Van Belle, Tom Verbist, Frederik Vlaminck, Jean-Michel Bosmans, Dirk Michiels, Kathleen Pelgrims, Hugues Amory, Christine Wera, Denis Gregoire, David Remy, Augustin de Lovinfosse, Bernard Champion, Vincent Dumoulin, Vincent Collin, Denis Gilbeau, Jean Fonteyn, Pierre-Olivier Loix, Ivo Vrancken, Gaëtan Bleeckx.

La vente notariale en ligne

UNE RÉPONSE AUX BESOINS DU CITOYEN texte: DIR K R E M M E R IE

/

photos: T H O M A S DE B O E V E R

Le lancement, au mois de juin, du projet biddit (la vente notariale en ligne) avec, en pilote, une cinquantaine de biens mis en vente, sera le couronnement d’un an et demi de travail acharné.

Depuis les premiers mois de 2017, un groupe de travail a œuvré sans relâche à la création d’une plateforme numérique de transactions pour la vente immobilière. Tous les partenaires incontournables y ont participé : des notaires issus de toutes les provinces, le service juridique, le service ICT, le Conseil d’Administration de Fednot... sans oublier le maillon sans doute le plus important : le citoyen. Il ne sera en effet question de véritable victoire qu’au moment où vendeur et acheteur seront pleinement convaincus de la convivialité et de la facilité du nouveau système, mais aussi et surtout de sa fiabilité et de sa transparence. Des exigences, somme toute naturelles du citoyen envers son notaire.

L’expertise et l’enthousiasme manifestés par les nombreux intervenants et ambassadeurs au sein du notariat et Fednot sont les moteurs essentiels d’un projet aussi innovant que celui de la Vente Notariale Interactive. « Dès le départ, j’ai pu m’entourer d’une incroyable équipe de notaires, de juristes et collaborateurs passionnés dans les domaines de l’ICT, de la communication et des finances », explique Bénédicte Vanhalewyn, chef de projet. « Avec les membres du groupe de travail, nous avons prêté une oreille attentive aux besoins des notaires des quatre coins du pays, mais

43

aussi aux attentes des consommateurs. Nous avons collecté, chaque mois, toutes les informations, puis élaboré des propositions que nous avons ensuite présentées au Conseil d’Administration».

Ce projet relève de la compétence d’Eveline De Vlieger (notaire à Ichtegem), membre du Conseil d’Administration : « J’ai eu la chance d’être à la tête d’un groupe de travail composé de membres très actifs ! » Soutenues par Dirk Michiels (notaire à Aarschot) et Hugues Amory (notaire à Louveigné) – tous deux membres du groupe de travail –, les deux femmes chef de projet mettent en avant les opportunités qu’offre la vente interactive et insistent sur l’urgence de l’initiative.

Hugues Amory : « La façon dont sont organisées les ventes publiques n’a pas changé depuis deux siècles : nous collons des affiches, le vendeur et les acheteurs potentiels se réunissent dans une salle ou un café, les amateurs émettent leurs enchères, puis l’acheteur final est connu. Quand j’emmène mes enfants à une vente publique, ils ont l’impression d’assister à une pièce de théâtre. C’est désuet au possible. » Une tradition en perte de vitesse ?

Bénédicte Vanhalewyn : « Le monde a changé. Tout comme les attentes des acheteurs et des vendeurs. Les gens ne prennent quasiment plus la peine de se déplacer ou de prendre un jour de congé s’ils ne sont pas certains de pouvoir acheter effectivement le bien mis en vente. » Dirk Michiels : « Les chiffres parlent d’eux-mêmes. Je me suis amusé, un jour, à faire le calcul pour mon étude. Résultat ?

En 20 ans, nous avons perdu 75 % des parts de marché. En 1998, les ventes publiques représentaient encore 24 % de mes ventes. Aujourd’hui, ce chiffre s’est effondré à 6 %. Une différence colossale ! Et je n’ai aucune raison de croire qu’il en va autrement dans les autres études. » « Comme le dit Bénédicte, les ventes publiques physiques reculent pour plusieurs raisons. Le facteur fluctuant du prix, le règne du droit de la surenchère, le fait de devoir prendre congé pour s’y rendre... Comme évoqué précédemment, d’autres parties se sont emparées de cette niche du marché et en ont tiré profit en lançant des plateformes de vente aux enchères. L’arrêt de la Cour de Cassation du 9 juin 2016 qualifie ce type de sites de contraires à la législation. La loi sur le notariat stipule, en effet, que la vente publique de biens immobiliers est strictement réservée aux notaires. Les autres parties ne sont autorisées qu’à présenter des offres non contraignantes, afin de donner une idée de la valeur d’un bien sur le marché et de conclure ensuite une vente sans engagement avec les offrants. Cet arrêt fut, pour nous, une véritable prise de conscience. » Comment ça, une prise de conscience ?

DM : « Il ne fait aucun doute que Le notaire a reçu la compétence des ventes publiques du législateur parce qu’en tant qu’officier public, il est le mieux placé pour offrir les

meilleures garanties d’une procédure correcte, transparente et juste. En dépit de cette légitimité les ventes physiques étaient en plein déclin, et nous ne disposions pas du facteur adéquat pour inverser la tendance. Il fallait donc que nous puissions apporter une réponse à la demande du marché et trouver le moyen d’organiser des ventes de manière interactive, efficace, transparente et plus sûre d’un point de vue juridique. » HA : « Cette prise de conscience a amorcé la création d’une nouvelle plateforme numérique. Une proposition similaire avait déjà été faite lors du Congrès des Notaires à Liège en 2015. Une plateforme semblable à eBay, spécifiquement conçue pour la vente de biens immobiliers. » Le développement d’une plateforme comme celle-là doit être extrêmement complexe. Et pas seulement d’un point de vue technologique.

Le consommateur exige rapidité et simplicité, alors que le notaire requiert exactitude et sécurité d’un point de vue juridique.

Eveline De Vlieger : « C’est exact. Et c’est également la principale raison pour laquelle nous n’avons, cette fois, pas voulu nous cantonner aux études notariales dans le cadre de ce projet. Chez Fednot, nous avons pour habitude de développer des applications IT qui apportent un soutien au notaire au sein même de son étude. Pas d’imaginer des applications destinées au monde extérieur. La difficulté, dans le développement de cet outil de vente interactive, résidait dans le fait que nous ne devions pas concevoir un instrument pour et par les notaires, mais destiné aux clients, acheteurs et vendeurs. Tout en réservant, évidemment un rôle clé au notaire. Nous avons donc dû nous montrer doublement critiques à notre propre égard. Le sens du juridiquement correct est inscrit dans nos gènes. Conséquence : nous avons une propension naturelle à complexifier les choses, alors que le citoyen, lui, veut surtout pouvoir cliquer, proposer son offre et aller de l’avant. » « Afin de pouvoir avancer dans la bonne direction, nous avons organisé de très nombreux ateliers au sein du notariat et impliqué au projet divers groupes des quatre coins du pays. Nous avons, en outre, organisé des séances de travail face à un public d’acheteurs et de vendeurs afin d’en apprendre un maximum sur leurs besoins et leurs attentes.

Sans parler des enquêtes soumises aux notaires et consommateurs. Les contributions du monde extérieur ont été extrêmement révélatrices et nous ont permis de maintenir le cap. » L’objectif était donc de privilégier la « user experience », l’expérience utilisateur.

EDV : « Les ateliers qui réunissaient acheteurs et vendeurs nous ont ouvert les yeux à plus d’une reprise. Les notaires sont habitués à réfléchir et à brainstormer avec des personnes issues du même monde professionnel et partageant les mêmes idées. Notre point de départ était le même pour tous les ateliers : le système doit être convivial, transparent et

44

NOTAR I US 2018 / P R O J E T

Nous proposons un nouveau produit à forte valeur ajoutée à un public qui n’en attend pas moins de nous. C’est précisément ce qui rend notre profession si motivante. (HA)

‘BIDDIT’ REPRÉSENTE UN PAS IMPORTANT VERS LE CONSOMMATEUR. Le nom ‘biddit’ commence par ce qui est essentiel pour le consommateur, à savoir ‘ce qu’il y a dedans pour moi’ ; ‘enchérir sur le bien’ ou en anglais ‘bidd on it’. La couleur rouge exprime du dynamisme et constitue une déclaration forte: « Vous pouvez compter sur nous, nous sommes là pour vous. » Les formes arrondies soulignent le caractère accessible et convivial de la plateforme. Le visuel partagé en deux avec lequel nous jouons au sein de nos communications symbolise notamment l’ ‘avant et après’ de l’étape importante dans la vie d’un consommateur : l’achat d’une maison qui deviendra son chez lui.

facile. Plus d’une fois, nous nous sommes surpris à complexifier les choses après moins d’une demi-heure et à devoir revenir au point de départ ! Un exercice d’équilibriste loin d’être aisé pour tout le monde : il fallait que le produit soit valide d’un point de vue juridique, tout en étant simple d’utilisation pour le citoyen, avec un nombre de clics limité. » BV : « Il est plus facile de faire quelque chose de compliqué que de rester dans la simplicité. Nous devions ici à tout prix éviter de transposer complètement la vente publique physique en un concept en ligne. Ça n’aurait eu aucun sens. » EDV : « Un piège qui a été difficile à contourner lors de nos premiers ateliers. » Aurait-il fallu partir d’une page blanche et tout réinventer ?

HA : « Laissez-moi le formuler autrement : il fallait partir des besoins du citoyen. C’était le plus important. Vous aurez beau imaginer des centaines de systèmes, tous meilleurs les uns que les autres, ils ne rimeront à rien si les attentes du citoyen ne sont pas comblées. » EDV : « Partir d’une page blanche est extrêmement difficile quand on est à ce point plongé dans le secteur. Ce qui fonctionne, en revanche, c’est d’interroger les acheteurs et vendeurs. Ils nous expliquent comment ils voient les choses et nous décrivent comment le système devrait fonctionner.

Leur vision nous fait sortir de notre zone de confort. C’est extrêmement instructif ».

Du côté des agents immobiliers aussi, il y a du mouvement. Leur approche en ligne est de plus en plus séduisante : images à 360°, portraits des habitants, description de l’environnement… La plateforme de vente interactive existe, mais c’est au notaire d’en faire bon usage.

DM : « Notre objectif est que Fednot apporte un soutien maximal pour que la plateforme soit agréable à utiliser et ait un design attractif. Qu’elle soit “sexy”, comme on dit aujourd’hui… » BV : « La plateforme et le notariat évolueront dans cette direction. Le notaire pourra, par exemple, télécharger une

45

vidéo pour permettre une visite virtuelle, mettre en avant certaines caractéristiques d’un bien… » EDV : « La plateforme doit être attractive et l’étude notariale doit recevoir les outils et le support nécessaires de la part de Fednot. Il ne faut pas oublier que nous sommes des notaires, pas des commerciaux. Notre tâche première consiste à garantir la sécurité juridique. Nous accompagnerons néanmoins les notaires dans leurs premiers pas vers la vente interactive. Tout ne se passera pas sans encombre au début, mais nous sommes convaincus que le système, fort de résultats positifs, aura tôt fait de se faire accepter. Par le notaire et par le citoyen. » Pourtant, les nouveautés se heurtent souvent à la méfiance, voire à des résistances.

HA : « D’un naturel prudent, certains notaires émettront sans nul doute des réserves au début. Principalement parce que la profession accorde énormément d’importance à la stabilité et à la conformité. Mais, inévitablement, il sentira une pression peser sur lui. Il sait que le changement est indispensable pour aller de l’avant. Le statu quo n’est plus une option. Même si le fait de se jeter à l’eau lui fait peur, il se rendra rapidement compte qu’il n’a pas le choix et que tout le monde doit accepter le changement. » BV : « Les interrogations étaient, en effet, très nombreuses au départ. Mais j’ose désormais affirmer, grâce aux ambassadeurs du notariat qui nous ont rejoint et surtout grâce aux journées d’étude et aux diverses initiatives, que plus de huit notaires sur dix soutiennent pleinement le projet. » EDV : « C’est en effet ce qui est clairement apparu pendant les ateliers. Ceux qui s’impliquaient dans le projet pour la première fois se montraient d’abord réservés, mais il ne fallait jamais très longtemps pour que cette retenue se mue en enthousiasme ! » DM : « N’oublions pas que la digitalisation est déjà familière au notariat. Nous utilisons diverses applications d’optimisation de notre fonctionnement interne depuis plus de quinze ans déjà. La différence, désormais, c’est que ce projet nous fait sortir de notre cocon pour aborder le monde extérieur. Nous n’avons pas le choix : les ventes publiques physiques n’attirent plus, nous ne parvenons plus à défendre le système et il finira probablement par s’autodétruire si on ne fait rien. » HA : « Ce qu’il faut faire, maintenant, c’est inverser la tendance. Grâce à la vente interactive, nous répondons aux attentes du public. C’est la plus grande valeur ajoutée du projet. Si nous nous dotons des moyens adéquats pour répondre à la demande du propriétaire-vendeur, qui est de vendre son bien, il s’adressera de lui-même à son notaire. » Cela ouvre-t-il la voie à de nouvelles possibilités ?

DM : « Nous n’envisagions pas de créer un nouveau business. Nous voulions simplement répondre à une demande réelle du marché, qui émane à la fois des vendeurs et des

acheteurs : organiser la vente de manière équitable et transparente, et avoir confiance dans le système dans son ensemble. Une confiance que nous obtenons en affichant les biens sur la plateforme avec une mise à prix attractive et où tout le monde aura la chance de placer une offre en ligne.

Elle sera transparante et ouverte à tous. Pour une question de respect de la vie privée, personne n’aura accès à l’identité de l’offrant. Le notaire exercera le contrôle sur l’ensemble de la procédure pour que les intervenants aient la certitude que personne ne fait d’offre en coulisse, dans l’unique but de gonfler le prix. Nous répondrons ainsi à un besoin du marché. Alors que la phase pilote, avec quelques biens, bat toujours son plein, nous avons déjà enregistré les premières réactions enthousiastes de vendeurs et d’acheteurs. Le vrai coup d’envoi sera donné en septembre. » HA : « S’il y a bien un marché à reconquérir, c’est celui du droit d’exécution. Avec la vente forcée, on a tourné le dos au système classique de la vente publique parce que les résultats n’étaient pas à la hauteur des espérances, ce qui a profité à d’autres méthodes de vente. Notre nouveau système transparent devrait étouffer cette évolution. » DM : « C’est également la raison pour laquelle une bonne communication vers le monde extérieur est primordiale. Les notaires ont d’ores et déjà été extrêmement bien informés, lors de journées et de cercles d’études notamment. Autant de milieux dans lesquels nous avons pu, en tant que groupe, éveiller l’intérêt pour le produit. Notre principale occupation pour le moment consiste à mettre la plateforme au point.

Nous allons cependant devoir expliquer son fonctionnement à l’ensemble des acteurs impliqués : banques, liquidateurs, avocats, curateurs, juges de paix, juges des saisies… Le législateur, avec cette réforme de la vente publique, nous a fourni un superbe instrument et pas mal de chemin a déjà été parcouru avec les notaires, informaticiens et groupes d’utilisateurs, mais le citoyen n’est pas encore au fait des changements ni de leurs impacts. La prochaine étape sera donc d’expliquer les avantages de la vente interactive aux citoyens, sans quoi le produit ne décollera pas. Notre tâche est donc loin d’être terminée. Et ce projet, étant relativement révolutionnaire, ne nous permet pas d’en saisir toute la portée. » HA : « Le bon côté de cette aventure, selon moi, est que nous proposons un nouveau produit à forte valeur ajoutée à un public qui n’en attend pas moins de nous. C’est précisément ce qui rend notre profession si motivante. » Membres du groupe de travail : Les notaires Hugues Amory, Gaëtan Bleeckx, Jean-Michel Bosmans, Bernard Champion, Vincent Collin, Augustin de Lovinfosse, Eveline De Vlieger, Vincent Dumoulin, Jean Fonteyn, Denis Gilbeau, Denis Gregoire, Vincent Lesseliers, Pierre-Olivier Loix, Dirk Michiels, Kathleen Pelgrims, Christian Van Belle, Bart Van de Keere, Tom Verbist, Lieselot Verdin, Frederik Vlaminck, Ivo Vrancken, David Remy, Christine Wera.

46

NOTAR I US 2018 / I C T

Fednot ICT passe en mode cocréation avec les ‘ambassadeurs’

LA TRANSFORMATION NUMÉRIQUE DANS LA PRATIQUE Je suis très heureux de cette initiative de la création des Ambassadeurs, j’espère seulement qu’elle sera poursuivie d’effets et que les recommandations des notaires « de base » seront enfin réellement prises en compte.

Notaire Sébastien Maertens

Les nouveaux produits et services ICT de Fednot entraîneront un profond changement du notariat au cours de ces prochaines années. Outre les nouvelles applications annoncées, impliquant notamment les chaînes de blocs et l’intelligence artificielle, les applications existantes devront également devenir plus conviviales. Lors de la préparation, du développement et du déploiement de ces nouveaux services, une concertation structurelle est requise entre Fednot ICT et un groupe représentatif d’utilisateurs. Au travers de la nomination de Paul Danneels au poste de Chief Transformation Officer, Fednot apporte une nouvelle dynamique en termes d’innovations dans le notariat.

Afin de traduire les paroles en actes, Fednot ICT a appelé en décembre 2017 tous les notaires et leurs collaborateurs à faire partie du groupe d’‘ambassadeurs’. Qui sont ces ambassadeurs ?

Chaque notaire, candidat-notaire ou collaborateur souhaitant contribuer au développement des nouvelles applications ICT au service du notariat dans son ensemble, peut se sentir appelé. Les ambassadeurs représentent donc par définition l’intérêt général et non leurs besoins individuels. Ils peuvent participer à la réflexion sur les futurs services et l’optimalisation des applications existantes. Par ailleurs, la collaboration des ambassadeurs aux ateliers a également été approuvée et reconnue comme

Je voulais vous remercier pour la belle organisation de cette réunion ambassadeurs !Cette réunion était intéressante mais je trouve dommage de ne pas avoir pu approfondir les différents sujets…

Candidat-Notaire Rodolphe van der Vaeren

formation permanente pour les notaires et leurs collaborateurs.

Réunions d’introduction Plus de 100 candidats-ambassadeurs ont assisté à une réunion d’introduction, laquelle a eu lieu dans cinq localités dispersées à travers tout le pays et à diverses dates.

Au cours de ces réunions, les nouvelles initiatives en cours ont été expliquées, notamment la vente (publique) interactive et un calendrier de rendez-vous, ainsi que d’autres expériences en laboratoire.

Simultanément, les participants ont également été interrogés concernant les points à améliorer des applications existantes. Chaque participant a reçu trois autocollants à coller sur une phase du processus de fonctionnement d’une étude, ou sur une application concrète.

Ces résultats ont permis d’identifier les principaux points sensibles du fonctionnement actuel d’une étude.

TOP 5 DES POINTS SENSIBLES : 1. Préparation de l’acte : Recherches GOOD & PERSON > 14,6 % 2. Demander & traiter les états hypothécaires > 11,2 % 3. Régler/conclure des accords > 9, 5% 4. Modifications de statuts & Statuts coordonnés > 9,1 % 5. eEnregistrement & simplifier les activités post-acte > 8,8 %

Quelle est la suite des opérations ?

Les points à améliorer ont été regroupés sous différents thèmes. Des ateliers et des réunions seront à présent organisés par thème spécifique, dans le cadre desquels les notaires et leurs collaborateurs pourront participer à la définition et aux essais des nouveaux produits et améliorations avec les équipes de développeurs chargés de ceux-ci. Nous invitons par ailleurs les ambassadeurs deux fois par an à une réunion globale, car il est évident que ces thèmes continueront à évoluer. Cette réunion sera chaque fois organisée en un lieu différent pour permettre au plus grand nombre possible de personnes de donner leur avis et formuler des suggestions.

Vous avez des questions ou vous souhaitez vous porter candidat ?

N’hésitez pas à contacter Valerie Nuyttens (ambassadeurs@fednot.be).

texte : VA L E R IE N U Y T T E N S

Participants (121 notaires + 38 collaborateur): Brabant wallon 4 - Bruxelles 15 - Hainaut 12 - Liège : 19 - Luxembourg 5 - Namur 2

47

Fednot ICT gaat in co-creatie met ‘ambassadeurs’

DIGITALE TRANSFORMATIE IN DE PRAKTIJK Het was naar mijn aanvoelen een heel boeiende en nuttige bijeenkomst. Ik hoop dat dit ook voor jullie team nuttig was en dat we samen iets kunnen bereiken en wat bakens kunnen uitzetten voor het notariaat van de (heel nabije) toekomst.

Notaris Michaël Mertens

Nieuwe ICT-producten en -diensten van Fednot zullen de komende jaren het notariaat grondig veranderen.

Naast nieuwe toepassingen die eraan komen met blockchain en artificiële intelligentie zullen ook de bestaande toepassingen gebruiksvriendelijker moeten worden. Bij de voorbereiding, de ontwikkeling en de uitrol van deze nieuwe diensten is er structureel overleg nodig tussen Fednot ICT en een representatieve groep van gebruikers. Met de benoeming van Paul Danneels tot Chief Transformation Officer brengt Fednot een nieuwe dynamiek voor de vernieuwingen in het notariaat.

Om de daad bij het woord te voeren, riep Fednot ICT in december 2017 alle notarissen en hun medewerkers op om deel uit te maken van de groep van ‘ambassadeurs’.

Wie zijn die ambassadeurs? Elke notaris, kandidaat-notaris of medewerker die wil bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe ICT-toepassingen ten dienste van het hele notariaat, mag zich geroepen voelen. Ambassadeurs vertegenwoordigen dus per definitie het algemene belang en niet hun individuele noden. Ze kunnen mee nadenken over de toekomstige diensten en de optimalisatie van de bestaande toepassingen. Bovendien is de medewerking van de ambassadeurs aan de workshops ook goedgekeurd en

Het was een belachelijk eenvoudig maar bijzonder effectief middel om met een schema van de verschillende handelingen op een notariskantoor en bolletjes de pijnpunten te kunnen identificeren.

Het verbaast me dat niemand hier eerder op gekomen is.

Notaris Alvin Wittens

erkend als permanente vorming voor notarissen en medewerkers.

Introductievergaderingen Meer dan 100 kandidaat-ambassadeurs hebben de introductievergadering op één van de vijf locaties over het hele land bijgewoond.

Tijdens de vergaderingen werden de lopende nieuwe initiatieven toegelicht, zoals de interactieve (openbare) verkoop en een afsprakenkalender samen met andere labo-experimenten.

Terzelfdertijd werd er ook gepeild naar de verbeterpunten van de bestaande applicaties. Elke deelnemer kreeg drie stickertjes en kon die op een fase in het werkingsproces van een kantoor kleven of op een concrete toepassing.

Aan de hand van deze resultaten werden de voornaamste pijnpunten in de huidige werking van een kantoor geïdentificeerd.

TOP 5 VAN DE PIJNPUNTEN: 1. Voorbereiding Akte: Opzoekingen GOOD & PERSON > 14,6 % 2. Hypotheekstaten aanvragen & verwerken > 11,2 % 3. Afspraken regelen/maken > 9, 5% 4. Statutenwijzigingen & Gecoördineerde statuten > 9,1 % 5. eRegistratie & Post-akte activiteiten vereenvoudigen > 8,8 %

Hoe gaan we nu verder?

De verbeterpunten werden geclusterd in verschillende onderwerpen. Er volgen nu workshops en vergaderingen per specifiek onderwerp waar notarissen en medewerkers nieuwe producten en verbeteringen mee kunnen definiëren en uittesten samen met de ontwikkelteams die hiermee aan de slag gaan. Daarnaast nodigen we de ambassadeurs tweemaal per jaar samen uit voor een globale vergadering want uiteraard zullen deze thema’s verder evolueren. Die vergadering zal telkens op verschillende locaties georganiseerd worden om de input van zoveel mogelijk mensen te verzamelen.

Heeft u vragen of wenst u zich nog op te geven als kandidaat?

Dan kan u terecht bij Valerie Nuyttens (ambassadeurs@fednot.be).

tekst: VA L E R IE N U Y T T E N S

Deelnemers (121 notarissen + 38 medewerkers): Antwerpen 30 - Brussel 15 - Limburg 14 - Oost-Vlaanderen 19 - Vlaams-Brabant 19 - West-Vlaanderen 20

48

NOTAR I US 2018 / É T U D E

NOTAIRES, À VOS AGENDAS… LE « GDPR » ENTRE EN APPLICATION LE 25 MAI !

Comment répondre aux nouvelles obligations et éviter la mise en cause de votre responsabilité ?

C’est simple, il suffit de prouver que vous avez implémenté toutes les mesures de protection des données appropriées au sein de votre étude.

Le Data Protection Officer mutualisé du notariat, c’est l’assurance d’exercer votre métier sans vous soucier du GDPR !

Simplifiez-vous la vie et suivez les conseils de votre DPO.

LE « GDPR », C’EST QUOI ?

Le Règlement général sur la protection des données (EU) n° 2016/679 ou le « GDPR » entre en application le 25 mai 2018 et remplace la loi vie privée (loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l’égard des traitements de données à caractère personnel).

données, son service d’inspection, les amendes administratives – s’élevant jusqu’à 20.000.000 d’euros ou 4% du chiffre d’affaire annuel – sont autant d’éléments qui s’ajoutent à une responsabilité déjà lourde – pénale – qui pèse sur le notaire dans le cadre des traitements qu’il effectue sur les données à caractère personnel.

Les interrogations suscitées par le GDPR sont nombreuses : •• Comment garantir le respect du principe de responsabilité accrue du notaire et de ses fournisseurs informatiques ?

•• Par quels moyens démontrer que les mesures techniques et organisationnelles de protection des données à caractère personnel et de sécurité sont adéquates ?

•• Le notaire est-il concerné par le droit à l’oubli ?

•• Comment assurer pour le notaire le respect de son obligation de DPO ?

•• Comment disposer d’une documentation suffisante relative aux traitements de données à caractère personnel ?

•• Qu’est-ce que l’obligation de notification en cas de violation de données à caractère personnel ?

•• L’obligation de conservation des données implique-t-elle également une obligation de destruction ?

La nouvelle Autorité de protection des

DOIS-JE DÉSIGNER UN DPO ?

Le GDPR impose la désignation d’un DPO lorsque « le traitement est effectué par une autorité publique … ».

Tout comme la plupart des autres notaires européens, le notaire belge, en tant qu’autorité publique exerçant une parcelle de l’autorité publique, est soumis à l’obligation de désigner un DPO pour les traitements de données qu’il effectue dans le cadre de ses missions d’officier public.

tions, celles-ci ne doivent pas engendrer de conflit d’intérêts. Ainsi, le notaire ne peut pas être DPO de son étude. Il en est de même du responsable informatique.

Encore, le DPO est apte à conseiller et à informer l’étude dans toutes les matières liées à la protection des données.

Il contrôle le respect du GDPR pour l’étude et ses sous-traitants, le cas échéant en réalisant des audits. Il est chargé de répartir les responsabilités et joue le rôle de chef d’orchestre de la conformité.

Il coopère avec l’Autorité de protection des données. Il est le point de contact pour celle-ci et pour le citoyen en cas d’incidents au sein de l’étude, de contrôles, d’enquêtes ou de plaintes.

QUELLES SONT LES QUALIFICATIONS AUXQUELLES DOIT RÉPONDRE UN DPO ?

Le DPO doit disposer des connaissances spécialisées du droit et des pratiques en matière de protection des données.

QUI EST LE DPO MUTUALISÉ DU NOTARIAT ?

Depuis plusieurs années, les institutions notariales travaillent sur un modèle de centralisation et de mutualisation des efforts afin d’assurer la conformité de la profession aux préceptes en matière de protection des données à caractère personnel.

Il doit également exercer sa mission en toute indépendance. Ainsi, il est protégé contre le licenciement et ne peut recevoir d’instructions dans le cadre de sa mission. S’il exerce d’autres fonc-

Le système du DPO mutualisé est déjà en place pour les institutions notariales nationales et provinciales.

Dès lors que la plupart des études notariales ne disposent pas du personnel

49

interne ayant les qualifications exigées par le RGDP pour la fonction de DPO, le Secrétariat social des notaires a créé le service du DPO mutualisé !

Les compétences sont combinées dans le cadre d’un travail au sein d’une équipe pluridisciplinaire. Le service est chargé d’assurer les missions du GDPR pour les institutions notariales nationales et provinciales ainsi que pour les études, chaque responsable du traitement étant libre de décider de recourir ou non au service du DPO mutualisé.

Notons que le service du DPO mutualisé pour les études notariales françaises vient de fêter ses 10 ans !

LE DPO DOIT-IL ÊTRE DÉSIGNÉ AUPRÈS DE L’AUTORITÉ DE PROTECTION DES DONNÉES AVANT LE 25 MAI ?

Oui, vous devez désigner votre data protection officer auprès de l’Autorité de protection des données. Un formulaire sera prochainement mis en ligne sur le site de l’Autorité à cette fin.

Si vous décidez de faire appel au service du DPO mutualisé du notariat, nous vous informerons de la marche particulière à suivre.

AURÉLIE VAN DER PERRE Data protection & privacy officer Secrétariat social des notaires

LES AVANTAGES DU DPO MUTUALISÉ DU NOTARIAT ?

•• Limitation des risques de mise en cause de votre responsabilité •• Limitation des risques d’incidents et d’atteintes aux données à caractère personnel : perte, altération, vol, fuite de données, indiscrétion •• limitation des risques de plaintes, de piratage et de fraudes ; •• optimalisation du contrôle des sous-traitants informatiques ; •• Point de contact unique pour l’Autorité de protection des données •• Point de contact unique pour les demandes des citoyens •• Image de la profession : moderne, axée sur les nouvelles technologies, sécurité juridique & informatique •• Mise en place de processus harmonisés pour la profession •• Prise en charge centralisée des tâches à accomplir •• Coût partagé entre les études participantes MAIS AUSSI… •• Un suivi et un rapport annuel avec des recommandations •• Une vérification trisannuelle •• Des conseils et un service de support •• La garantie d’être informé des dernières nouveautés pour la profession •• La prise en charge des contacts avec le citoyen et l’Autorité de protection des données Le DPO mutualisé, c’est l’assurance d’exercer votre métier sans vous soucier du GDPR !

Vous voulez obtenir des informations supplémentaires sur les modalités du service ? Rendez-vous sur la page « My GDPR » du portail de l’eNotariat ou envoyez un mail à l’adresse privacy@notaire.be ! Vous serez recontacté dans les plus brefs délais.

50

NOTAR I US 2018 / K A N T O O R

BENT U ER KLAAR VOOR? DE ‘GDPR’ TREEDT OP 25 MEI IN WERKING! Hoe beantwoorden aan de nieuwe verplichtingen en aansprakelijkheid vermijden?

Heel eenvoudig. Het volstaat om aan te tonen dat u binnen uw kantoor alle gepaste maatregelen heeft genomen met het oog op gegevensbescherming.

Gemeenschappelijke Data Protection Officer (DPO) van het notariaat: de garantie dat u uw beroep kan uitoefenen zonder u zorgen te maken over de GDPR! Maak het u gemakkelijk en volg de adviezen van uw DPO.

WAT IS GDPR?

De Algemene Verordening Gegevensbescherming EU nr. 2016/679 of ‘GDPR’ treedt op 25 mei 2018 in werking en vervangt de privacywet (wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens).

De GDPR roept tal van vragen op: •• Hoe het principe van de verhoogde verantwoordelijkheid van de notaris en zijn IT-leveranciers garanderen?

•• Hoe aantonen dat de juiste technische en organisatorische maatregelen genomen werden met het oog op de bescherming en beveiliging van persoonsgegevens?

•• Is het recht op gegevenswissing ook van toepassing op de notaris?

•• Hoe de verplichting om een DPO aan te wijzen naleven?

•• Hoe de gegevensverwerkingen voldoende documenteren?

•• Wat betekent de verplichte melding in geval van inbreuk op persoonsgegevens?

•• Houdt de bewaarplicht eveneens een vernietigingsplicht in?

De nieuwe Gegevensbeschermingsautoriteit, haar inspectiedienst, administratieve boetes die kunnen oplopen tot 20.000.000 euro of 4% van de jaarlijkse omzet, allemaal elementen die de straf-

rechtelijke verantwoordelijkheid van de notaris in het kader van zijn gegevensverwerkingen – een verantwoordelijkheid die reeds hoog is en doorweegt – nog groter maken.

MOET IK EEN DPO AANWIJZEN?

De GDPR legt de verplichting om een DPO aan te wijzen op wanneer “de verwerking wordt verricht door een overheidsinstantie...”.

Net zoals de meeste andere Europese notarissen, wordt de Belgische notaris - als openbare overheid die een deel van het openbaar gezag uitoefent - onderworpen aan de verplichting om een DPO aan te wijzen voor de gegevensverwerkingen in het kader van zijn opdrachten als openbaar ambtenaar.

AAN WELKE KWALIFICATIES MOET EEN DPO BEANTWOORDEN?

De DPO moet over deskundigheid beschikken op het gebied van de wetgeving en de praktijk inzake gegevensbescherming.

Hij moet zijn opdracht ook in alle onafhankelijkheid uitoefenen. Hij is beschermd tegen ontslag en mag geen instructies ontvangen in het kader van zijn opdracht. Als hij andere functies uitoefent, mogen deze geen belangenconflict creëren. Zo mag een notaris geen DPO zijn binnen zijn eigen kan-

toor. Hetzelfde geldt voor de IT-verantwoordelijke van het kantoor.

Daarnaast informeert en adviseert de DPO het kantoor in alle aangelegenheden die verband houden met gegevensbescherming. Hij controleert de naleving van de GDPR voor het kantoor en zijn onderaannemers, desgevallend via audits. Hij verdeelt de verantwoordelijkheden en speelt de rol van orkestleider van de conformiteit.

Hij werkt samen met de Gegevensbeschermingsautoriteit. Hij is het aanspreekpunt voor de Gegevensbeschermingsautoriteit en de burger in geval van incidenten binnen het kantoor, controles, onderzoeken of klachten.

WIE IS DE GEMEENSCHAPPELIJKE DPO VAN HET NOTARIAAT?

De notariële instellingen werken sinds verschillende jaren aan een model om de inspanningen te centraliseren en onder elkaar te verdelen om het beroep conform te maken aan de voorschriften inzake gegevensbescherming.

Het systeem van een gemeenschappelijke DPO bestaat al voor de nationale en provinciale notariële instellingen.

Aangezien de meeste notariskantoren (in principe) geen intern personeel ter beschikking hebben dat over de door de GDPR vereiste kwalificaties beschikt

51

voor de functie van DPO, heeft het Sociaal Secretariaat der Notarissen een gemeenschappelijke DPO-dienst opgericht!

Deze dienst combineert de verschillende vereiste competenties binnen een pluridisciplinair team en vervult de opdrachten verbonden aan de GDPR voor de nationale en provinciale notariële instellingen. Iedere verwerkingsverantwoordelijke is vrij om te beslissen al dan niet van deze gemeenschappelijke DPO gebruik te maken.

Noteer dat de gemeenschappelijke DPO-dienst voor de Franse notariskantoren intussen tien jaar bestaat!

MOET DE DPO VÓÓR 25 MEI BIJ DE GEGEVENSBESCHERMINGSAUTORITEIT WORDEN AANGEWEZEN?

Ja, u moet uw Data Protection Officer bij de Gegevensbeschermingsautoriteit aanwijzen. Er zal hiervoor binnenkort op de site van de Autoriteit een formulier online worden gezet.

Als u beslist om gebruik te maken van de gemeenschappelijke DPO-dienst van het notariaat, zullen wij u laten weten wat u hiervoor moet doen.

AURÉLIE VAN DER PERRE Data protection & privacy officer Sociaal Secretariaat der Notarissen

DE VOORDELEN VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE DPO VOOR HET NOTARIAAT? •• Beperking van de aansprakelijkheidsrisico’s •• Beperking van de risico’s op incidenten en inbreuken op persoonsgegevens: verlies, wijziging, diefstal, gegevenslek, indiscretie •• Beperking van de risico’s op klachten, hacking en fraude •• Optimalisering van de controle van de IT-onderaannemers •• Uniek aanspreekpunt voor de Gegevensbeschermingsautoriteit •• Uniek aanspreekpunt voor aanvragen van burgers •• Imago van het beroep: modern, gericht op nieuwe technologieën, rechtszekerheid & informatieveiligheid •• Eenvormige processen voor het notariaat •• Gecentraliseerde aanpak voor de uit te voeren opdrachten •• Verdeling van de kosten tussen de verschillende deelnemende kantoren MAAR OOK...

•• Opvolging en een jaarlijks verslag met aanbevelingen •• Driejaarlijkse controle •• Advies en ondersteuning •• Garantie om op de hoogte te blijven van de laatste nieuwigheden voor het beroep •• Contact opnemen met de burger en de Gegevensbeschermingsautoriteit.

Gemeenschappelijke DPO: de garantie dat u uw beroep kan uitoefenen zonder u zorgen te maken over de GDPR! Meer informatie over deze dienst? Ga naar de pagina ‘My GDPR’ op het eNotariaat of stuur een mail naar privacy@notaris.be! We nemen zo snel mogelijk contact met u op.

52

NOTAR I US 2018 / P R O F E S S I O N - B E R O E P

Mieux vaut être bien préparé !

UNE ASSOCIATION DE TITULAIRES = (ASSOCIATION)² texte: S Y LV I A N E DR A GO N E T T I

S’associer n’est pas une mince affaire, d’autant plus lorsqu’il s’agit d’intégrer deux études existantes. Tout d’abord, les notaires doivent vérifier par eux-mêmes dans quelle mesure ils sont sur la même longueur d’onde. Partagent-ils une même vision de la profession et de l’avenir de leur étude (commune), défendent-ils les mêmes valeurs et leur opinion est-elle convergente quant au service qu’ils veulent offrir à l’avenir ?

Dans le cas d’une association de deux résidences, les collaborateurs et leurs tâches devront être déterminés : les différents profils dans les études devront parfois se voir attribuer un nouvel ensemble de tâches ou un ensemble de tâches adapté et toute la gamme des processus au sein de l’étude doit pouvoir être couverte par les collaborateurs.

Par ailleurs, il ne faut pas perdre de vue qu’une attention suffisante doit être accordée à la communication. La création d’un esprit d’équipe adéquat dans ce nouveau groupe de collègues représente un défi pour chaque association de titulaires.

Sur le plan du droit social, différents aspects doivent également être examinés et vérifiés. Il est inconcevable que les études distinctes mènent chacune des politiques du personnel différentes qui devront ensuite être coordonnées.

La rue de la Montagne dispose de toute l’expertise pour les notaires qui envisagent une association de titulaires, sous la forme d’une étude à résidences multiples (ERM) ou non.

Un nombre d’étude sans cesse croissant souhaitent s’unir, parfois au-delà des limites communales, et l’association constitue alors la réponse.

La Chambre nationale des notaires, le Secrétariat Social des Notaires et Fednot (les départements ‘Compensation & Benefits’ et ‘Organisation des Études Notariales’) vous informent volontiers sur les différentes formes d’association possibles, les règles juridiques qu’il convient de respecter, les aspects sociaux et l’approche organisationnelle.

EN SAVOIR PLUS ?

eNotariat > profession > association Ici vous trouvez la réglementation, les recommandations, le vade-mecum, la toolbox et les FAQ.

AVEZ-VOUS DES QUESTIONS ?

Contactez-nous via officemanagement@fednot.be

53

Beter goed voorbereid!

EEN ASSOCIATIE VAN TITULARISSEN = (ASSOCIATIE)² tekst: S Y LV I A N E DR A GO N E T T I

Associëren is geen evidente aangelegenheid, zeker niet wanneer men twee bestaande kantoren wenst te integreren. Vooreerst moeten de notarissen zelf aftoetsen of ze op dezelfde golflengte zitten. Hebben ze een zelfde visie op het beroep en de toekomst van hun (gemeenschappelijk) kantoor, staan ze voor dezelfde waarden en hebben ze een gelijklopende mening over hun toekomstige dienstverlening?

Bij een associatie van twee standplaatsen moeten de medewerkers en hun taken in kaart gebracht worden: de verschillende profielen in de kantoren moeten soms een nieuw of aangepast takenpakket krijgen en het hele scala van processen binnen het kantoor moet door de medewerkers kunnen afgedekt worden.

Voldoende aandacht voor communicatie mag daarbij niet uit het oog verloren worden. Het vormt voor elke associatie van titularissen een uitdaging om bij deze nieuwe groep van collega’s een echte teamgeest te creëren.

Ook op sociaalrechtelijk vlak dienen verschillende aspecten bekeken en afgetoetst te worden. Het is niet denkbeeldig dat in de afzonderlijke kantoren een verschillend personeelsbeleid gevoerd wordt dat op elkaar moet afgestemd worden.

De Bergstraat heeft alle expertise in huis voor de notarissen die een associatie van titularissen overwegen, al dan niet in de vorm van een MSK. Steeds meer kantoren willen zich verenigen, soms ook over de gemeentegrenzen heen en dan is associëren het antwoord.

De Nationale Kamer van notarissen, het Sociaal Secretariaat der notarissen en Fednot (departement Compensation & Benefits en Notariële Kantoororganisatie) informeren u graag over de verschillende associatievormen die mogelijk zijn, de juridische regels die u dient te respecteren, de sociaalrechtelijke aspecten en de organisatorische aanpak.

MEER WETEN?

eNotariaat > beroep > associatie Hier vindt u reglementering, aanbevelingen, vademecum, toolbox en FAQ’s.

HEBT U NOG VRAGEN?

Neem contact met ons op via officemanagement@fednot.be

54

NOTAR I US 2018 / C H A M B R E N A T I O N A L E

55

JE SUIS POUR LE DIALOGUE, LES SOLUTIONS CONSENSUELLES ET LES DÉCISIONS COMMUNES texte: GIL D A B E N J A MIN

Marc Bombeeck a pris la succession de Thierry Van Sinay à la présidence de la Chambre nationale des notaires en septembre 2017.

Notaire à Walhain, il ne s’attendait pas à une telle proposition. Pourtant, l’homme a le goût de rassembler, attentif à rester fidèle aux valeurs humaines qui lui sont chères.

Dans quel état d’esprit êtes-vous, 6 mois après avoir pris vos fonctions ?

Je suis serein, bien plus que je ne l’ai été en démarrant. Je m’estime chanceux, pour 3 raisons principales. Premièrement, mon prédécesseur m’a accueilli avec beaucoup d’ouverture et de bienveillance, tous les dossiers étaient à ma disposition pour une transition tout en souplesse. Ensuite, le comité de direction forme une équipe motivée qui fait du bon boulot. Enfin, j’ai pu compter d’emblée sur la collaboration parfaite de l’équipe de la Chambre nationale.

Vous situez-vous dans la continuité ?

Je ne suis pas arrivé avec l’idée préconçue de faire avancer tel ou tel dossier en particulier. La Chambre nationale est avant tout une machine à faire fonctionner. Mon prédécesseur m’a présenté une trentaine de dossiers en cours, il n’était pas question que je surenchérisse avec d’autres dossiers supplémentaires. Celui qui m’a occupé immédiatement concerne la réglementation à mettre en place suite à l’adoption de la Loi Pot-pourri V, dernier volet de modifications voulues par le ministre Koen Geens. Certaines priorités s’im-

/

photos: J A N CR A B

posent par ailleurs naturellement, en particulier le projet CNK Audit visant au contrôle automatisé des comptabilités dans lequel la Chambre nationale, comme Fednot, s’est déjà beaucoup investie. Ce projet requiert un suivi attentif et mobilisera encore beaucoup d’énergie dans les mois à venir.

On peut également citer la réforme du droit disciplinaire, nécessitant la réécriture de textes et une grande coordination avec le cabinet de la justice. Les dossiers importants s’avèrent nombreux.

Quels sont les liens entre la Chambre et Fédnot ?

Les compétences de la Chambre sont définies par la loi. Celles relevant de la défense de la profession ou d’assistance aux études ressortent de Fednot. Et là également, j’ai bénéficié du meilleur des accueils, en particulier de son président actuel. Je remarque une vraie coordination entre nos deux institutions et, pour tout ce qui concerne les décisions importantes intéressant la profession, nous nous consultons régulièrement.

Votre présidence vous semble-t-elle logique dans votre parcours ?

Y pensiez-vous ?

Honnêtement non ! Il est vrai que j’ai un parcours un peu atypique puisque j’ai obtenu un diplôme aux USA et ai travaillé pour deux cabinets d’avocats américains durant près de 5 ans, avant de bifurquer et de passer ma licence en notariat à 29 ans. J’ai toujours eu un intérêt pour les matières internationales, ma première passion s’étant portée sur le droit des transports. J’ai décidé de faire le notariat pour des raisons essentiellement familiales, optant pour un rythme de vie plus raisonnable. Après ma nomination

56

NOTAR I US 2018 / P O L I T I E K

Quelle que soit la fonction que vous exercez, ce sont toujours les valeurs humaines qui priment.

soient aussi représentés dans les plus hautes fonctions.

L’acceptation de ce poste demande bien sûr une part importante d’organisation afin de me partager entre mon étude, qui tourne sans moi 1 à 2 jours par semaine, et la Chambre. Encore aujourd’hui, je suis étonné de me retrouver en ces bureaux, un sentiment qui m’envahit souvent, et me motive aussi.

en 1999, je me suis intéressé au département européen de Fednot et de la Chambre nationale , ce qui m’a amené à dépasser les seuls dossiers de mon étude. Beaucoup plus tard, on m’a sollicité pour présider la Chambre du Brabant wallon. Je pouvais difficilement refuser. Les choses se sont enclenchées assez naturellement mais je pensais qu’elles s’arrêteraient là …

Qu’est-ce qui vous a le plus surpris depuis votre arrivée ?

L’importance des responsabilités du jour au lendemain.

L’équipe vient, très justement, avec une foule de questions et de décisions à prendre. Je me considère comme un notaire avec un mandat supplémentaire et ne conçois pas ma fonction en termes de pouvoir. Cette fonction, que je découvre jour après jour, se révèle passionnante. Je la vois comme un challenge, je me retrouve hors de ma zone de confort, ce qui comporte une part d’intérêt supplémentaire. Heureusement, mon comité de direction est là pour m’épauler. De toute façon, je ne peux pas fonctionner autrement que de façon collégiale. Je suis pour le dialogue, les solutions consensuelles et les décisions communes.

Quelle a été votre réaction quand on vous a proposé le poste ?

J’ai mis très longtemps à accepter car ce n’était pas mon ambition. Je ne sais pas quelles sont les qualités à avoir pour être un bon président de la Chambre nationale. N’ayant jamais exercé de responsabilités de cette importance, je me demandais si j’étais la bonne personne pour cette fonction. Cependant, tout a, je crois, très bien marché en tant que président de chambre provinciale et cela a influencé ma réponse positive. D’autre part, je ne suis pas associé et je considère qu’il est très important que les notaires « solo », qui aujourd’hui encore sont majoritaires,

Qu’est-ce qui vous séduit le plus ?

L’aspect juridique, très présent dans ma fonction, m’intéresse beaucoup. L’intérêt de la fonction réside aussi dans son aspect prospectif, le fait de s’intéresser à ce que la profession sera. Deux experts en notariat ont été désignés par le Ministre de la Justice, dont Thierry Van Sinay, avec un rapport à paraître prochainement. Il est très stimulant de se projeter dans l’avenir et d’étudier ce que deviendra la profession.

57

Justement, quelle sera, selon vous, son évolution ?

L’aspect sociologique doit être pris en compte : la fonction évolue avec la féminisation et l’arrivée de notaires plus jeunes. Cette génération Y a d’autres attentes de la vie et va influer sur la profession. La numérisation des tâches a aussi son importance. De nombreuses tâches effectuées encore aujourd’hui vont être automatisées, en particulier la production des documents, essence même du métier depuis des décennies. Notre rôle va être d’expliquer ce qui se trouve dans ces documents. Nous assisterons à un repositionnement du notariat dans ce contexte. Reste la fonction essentielle du tiers indépendant dans ce contexte sociologique et technologique renouvelé. Quelle sera-t-elle ? Je pense qu’elle est indispensable pour que les relations entre les gens soient aussi harmonieuses que possible.

Pour quelle raison êtes-vous devenu notaire ?

L’aspect humain me manquait quand j’étais avocat. Plus jeune, travailler dans le domaine des affaires m’a dopé considérablement. Progressivement, mes choix se sont dessinés.

La facilité a fait que j’ai repris l’étude notariale de mon père.

Choisir c’est renoncer. J’ai parfois la nostalgie d’une certaine excitation de mes débuts, quand je m’occupais de fusions et acquisitions de très grosses sociétés. Mais l’aspect humain, que je vis depuis plus de 20 ans dans le notariat, me touche beaucoup. Et prend encore une autre dimension avec mes nouvelles fonctions.

Vous êtes administrateur du CNUE (Conseil des Notariats de l’Union européenne) depuis janvier 2018. Encore plus de responsabilités ?

Je n’ai pas pu refuser ! Il y avait un mandat à occuper pour notre pays, et en tant que président de la Chambre nationale des notaires, on m’a logiquement demandé de l’exercer.

Le CNUE est l’organe officiel de représentation du notariat auprès de l’Union européenne, rassemblant tous les notariats de type latin. C’est à la fois important et passionnant. Ceci dit, quel que soit le niveau et la fonction que vous exercez, ce sont toujours les valeurs humaines qui priment. La qualité qui me semble primordiale dans les relations humaines est la bienveillance. Et en tant que président, avec le comité de direction et toute l’équipe de la Chambre nationale, mon souhait est que nous puissions remplir notre mission dans cet esprit de bienveillance vis-à-vis de tous ceux qui sont actifs dans le notariat, que ce soit les collaborateurs comme les notaires.

Que vous inspire votre nouveau bureau ?

Je regarde le chemin de mes prédécesseurs. La Chambre a été créée en 1999. Je pense souvent aux deux premiers présidents Pierre Van den Eynde et André Michielsens. Leur contribution a été exceptionnelle. Ils sont partis d’une page blanche : tout était à faire. Ceux qui leur ont succédé ont apporté énormément de crédibilité à cette institution où j’ai la chance de me trouver en tant qu’actuel président. Si je peux leur emboîter le pas, ce sera déjà formidable.

MARC BOMBEECK, voorzitter van de Nationale Kamer

IK BEN VOORSTANDER VAN DIALOOG tekst: GIL D A B E N J A MIN

/

foto’s: J A N CR A B

In september 2017 nam Marc Bombeeck de fakkel over van Thierry Van Sinay als voorzitter van de Nationale Kamer van notarissen.

Als notaris in Walhain had hij een dergelijk voorstel niet verwacht. Nochtans brengt de man graag mensen samen, en let hij erop trouw te blijven aan de menselijke waarden waar hij belang aan hecht.

Wat is uw mindset, zes maanden nadat u uw functies hebt opgenomen?

“Ik ben kalm, veel kalmer dan toen ik van start ging. Ik prijs me gelukkig, voornamelijk om drie redenen. Eerst en vooral heeft mijn voorganger mij ontvangen in een open geest en met veel welwillendheid, ik kreeg alle dossiers ter beschikking voor een soepele overgang. Verder vormt het directiecomité een gemotiveerde ploeg die goed werk levert. Ten slotte heb ik vanaf het begin kunnen rekenen op een perfecte samenwerking met de ploeg van de Nationale Kamer. “ Bent u de man van de continuïteit?

“Ik ben hier niet gekomen met het idee om een bepaald specifiek dossier extra prioritair te behandelen. De Nationale Kamer is vooral een machine die je draaiende moet houden. Mijn voorganger heeft me een dertigtal lopende dossiers uitgelegd. Het was niet de bedoeling dat ik daar

58

NOTAR I US 2018 / N A T I O N A L E K A M E R

nog bijkomende dossiers zou aan toevoegen. Een dossier dat mij direct heeft beziggehouden, was de reglementering die op poten gezet moest worden na de goedkeuring van de wet Potpouri V, het laatste luik van de veranderingen die minister Koen Geens wou doorvoeren. Er zijn uiteraard een aantal prioriteiten die voor zich spreken, zoals in het bijzonder het project CNK Audit dat een automatische controle van de boekhoudingen tot doel heeft. Zowel de Nationale Kamer als Fednot hebben hier al heel wat tijd ingestoken.

Dat project moet goed opgevolgd worden en zal nog heel wat energie vergen in de komende maanden. Ik denk ook aan de hervorming van het tuchtrecht. Hier moeten de teksten in nauwe samenwerking met het kabinet van Justitie herschreven worden. Er blijken heel wat belangrijke dossiers te zijn.”

Wat zijn de banden tussen de Nationale Kamer en Fednot?

“De bevoegdheden van de Nationale Kamer zijn bij wet bepaald. Bevoegdheden die te maken hebben met de verdediging van het beroep of met de ondersteuning van de kantoren, liggen bij Fednot. Ook daar ben ik trouwens uiterst hartelijk ontvangen, vooral door de huidige voorzitter. Ik merk een echte coördinatie tussen onze twee instellingen. Voor belangrijke beslissingen die fundamenteel zijn voor ons beroep, wisselen wij dan ook regelmatig van gedachten.”

Het interessante van de functie schuilt ook in het vooruitblikkende aspect

Lijkt uw voorzitterschap u een logische etappe in uw parcours? Denkt u daarover na?

“Eerlijk gezegd niet. Het klopt dat ik een ietwat atypisch parcours heb afgelegd aangezien ik mijn diploma heb behaald in de Verenigde Staten en gedurende vijf jaar heb gewerkt voor twee Amerikaanse advocatenkantoren voordat ik hiervan afstapte en op 29 mijn master in het notariaat behaalde. Ik heb altijd interesse gehad voor internationale zaken. Mijn eerste liefde was het transportrecht. Ik heb voornamelijk om familiale redenen voor het notariaat gekozen. Het biedt een beter levensritme. Na mijn benoeming in 1999 raakte ik geïnteresseerd in het Europees departement van de Federatie en de Nationale Kamer.

Daardoor ben ik veel verder gaan kijken dan de dossiers van mijn kantoor. Veel later heeft men mij gevraagd om de Waals-Brabantse Kamer voor te zitten. Dat kon ik maar moeilijk weigeren. De bal is op een vrij natuurlijke manier aan het rollen gegaan, maar ik had gedacht dat het op dat punt zou stoppen...”

Wat was uw reactie toen u de job aangeboden kreeg?

“Ik heb er heel lang over gedaan om het te aanvaarden, want ik koesterde die ambitie niet. Ik weet niet wat de kwaliteiten zijn waarover een goede voorzitter van de Nationale Kamer moet beschikken. Ik had nog nooit verantwoordelijkheden van die omvang gedragen en ik vroeg me dan ook af of ik wel de juiste man voor de job was. Maar ik

59

denk ook dat alles heel goed liep toen ik voorzitter was van de provinciale kamer en dat heeft ertoe geleid dat ik positief heb geantwoord. Ik werk niet in associatie en ik vind het heel belangrijk dat ‘solo’-notarissen – vandaag nog altijd de meerderheid – ook vertegenwoordigd zijn in de hoogste functies. De aanvaarding van deze functie vereist natuurlijk heel wat organisatie om mijn tijd te kunnen verdelen tussen mijn kantoor, dat één tot twee dagen per week zonder mij draait, en de Kamer. Het verbaast me vandaag nog steeds dat ik me in dit kantoor bevind. Het is een gevoel dat me vaak overvalt en dat me ook motiveert.”

Wat heeft u het meeste verrast sinds uw aanstelling?

“Het belang van de verantwoordelijkheden die ik opeens had. De ploeg komt – terecht – met een hele reeks vragen en beslissingen die genomen moeten worden. Ik beschouw mezelf als een notaris met een bijkomend mandaat en bekijk mijn voorzitterschap niet in termen van macht. Ik ontdek deze functie dag na dag een beetje meer en ze blijkt zeer boeiend. Ik beschouw het als een uitdaging. Ik bevind me buiten mijn comfortzone en dat maakt het extra interessant.

Gelukkig kan ik rekenen op de steun van mijn directiecomité. Ik kan in elk geval alleen maar op een collegiale manier functioneren. Ik ben een voorstander van dialoog, consensusoplossingen en gemeenschappelijke beslissingen.”

Wat charmeert u het meeste?

“Het juridische aspect, dat zeer sterk aanwezig is in mijn functie, vind ik zeer interessant. Het interessante van de functie schuilt ook in het vooruitblikkende aspect, het zich interesseren voor hoe de functie zal evolueren. Er zijn twee notarieel experten aangeduid, onder wie Thierry Van Sinay, en binnenkort verschijnt er een rapport. Het is erg stimulerend om een blik in de toekomst te werpen en te bestuderen hoe ons beroep zal evolueren.”

Inderdaad, hoe zal die evolutie er volgens u uitzien?

“We moeten hier rekening houden met het sociologische aspect: de functie evolueert met de vervrouwelijking en met de komst van jongere notarissen. Die generatie Y heeft andere verwachtingen van het leven en gaat invloed uitoefenen op het beroep. De digitalisering van heel wat taken is ook een belangrijk aspect. Veel taken die vandaag nog door mensen worden uitgevoerd, zullen worden geautomatiseerd. Dan heb ik het in het bijzonder over de productie van documenten, iets wat al decennialang de essentie van het beroep is. Onze rol zal erin bestaan uit te leggen wat er in die documenten geschreven staat. We zullen in die context getuige zijn van een herpositionering van het notariaat. In die nieuwe sociologische en technologische context blijft de essentiële functie van de onafhankelijke derde persoon over. Wat zal die functie inhouden? Ik denk dat ze in elk geval onmisbaar is voor zo harmonieus mogelijke relaties tussen mensen.”

Waarom bent u notaris geworden?

“Als advocaat miste ik het menselijke aspect. Als jongeman voelde ik me sterk aangetrokken tot het werk in de zakelijke wereld. Beetje bij beetje hebben mijn keuzes vorm gekregen. Ik heb het notariskantoor van mijn vader overgenomen. Maar kiezen is natuurlijk verliezen. Soms word ik wat nostalgisch als ik terugdenk aan de spanning die ik beleefde in mijn beginjaren, toen ik me bezighield met fusies en overnames van zeer grote bedrijven. Maar het menselijke aspect dat ik al meer dan twintig jaar beleef in het notariaat, ligt me zeer na aan het hart. En in mijn nieuwe functies krijgt dat nog een extra dimensie.”

U bent sinds begin januari 2018 bestuurder van de CNUE (Raad van de notariaten van de Europese Unie). Nog meer verantwoordelijkheden?

“Ik kon niet weigeren. Er stond een mandaat open voor ons land en als voorzitter van de Nationale Kamer van notarissen heeft men mij logischerwijze gevraagd om dat mandaat uit te oefenen. De CNUE is het officiële vertegenwoordigingsorgaan van het notariaat bij de Europese Unie. Het vertegenwoordigt alle notariaten van het Latijnse type. Het is tegelijk belangrijk en boeiend. Ongeacht het niveau en de functie die je uitoefent, staan de menselijke waarden altijd voorop. Welwillendheid is een kwaliteit die mij essentieel lijkt in menselijke relaties. Als voorzitter is het mijn wens om, samen met het directiecomité en de hele ploeg van de Nationale Kamer, onze taak te vervullen in diezelfde geest van welwillendheid ten opzichte van iedereen die actief is binnen het notariaat, zowel medewerkers als notarissen.”

Wat roept uw nieuwe kantoor bij u op?

“Ik kijk naar de weg van mijn voorgangers. De Kamer is opgericht in 1999. Ik denk vaak aan de eerste twee voorzitters: Pierre Van den Eynde en André Michielsens. Hun bijdrage was uitzonderlijk. Ze zijn gestart met een wit blad: alles moest nog gebeuren. Hun opvolgers hebben heel wat bijgedragen aan de geloofwaardigheid van deze instelling waarvan ik vandaag het geluk heb mezelf de huidige voorzitter te mogen noemen. Als ik me op gelijke hoogte kan plaatsen, zou dat al fantastisch zijn.”

60

NOTAR I US 2018 / B E R O E P

61

Yves Behets Wydemans

HET BELANG VAN NOTARIËLE BEMIDDELING OP EUROPEES NIVEAU tekst: GIL D A B E N J A MIN

De werkgroep Bemiddeling – die werkt rond notariële bemiddeling – kende in 2015 een groeispurt, onder andere dankzij een Europees cofinancieringsproject. Onder het voorzitterschap van meester Yves Behets Wydemans worden heel wat acties ondernomen om werk te maken van volgende drie speerpunten: de uitwerking van een praktische gids, het uitbouwen van een Europees netwerk van bemiddelaars en de bevordering van de praktijk.

Vijf grensoverschrijdende workshops inzake bemiddeling in burgerlijke en handelszaken vonden plaats in Spanje, Frankrijk, Slovenië, Italië en ten slotte op 19 maart in België.

Ieder land nodigde een gastland uit. België nodigde twee landen uit, namelijk Frankrijk en Nederland, rekening houdend met de Nederlandstalige en Franstalige gemeenschap in ons land. Het perfecte moment dus om de balans op te maken van een project dat al heel snel op veel interesse kon rekenen en waarvan de eerste resultaten al zichtbaar zijn.

Wat bracht u ertoe om deze werkgroep voor te zitten?

Yves Behets Wydemans: “Ik denk dat dat het eindresultaat is van een lang verhaal. Ik ben al 30 jaar notaris en 20 jaar bemiddelaar. Beide functies zijn tegelijk complementair en parallel. Ik heb er heel wat energie in gestoken: zo heb ik meegewerkt aan de oprichting van de nieuwe Federale Bemiddelingscommissie, was ik mee drijvende kracht achter de stichting van een opleidingsorgaan voor bemid-

/

foto’s: T H O M A S DE B O E V E R

delaars en ben ik actief bezig met de relaties tussen bemiddelaars, of die nu afkomstig zijn van de Balie, uit het notariaat of uit een andere hoek. Ik ben terechtgekomen bij de CNUE, de Raad van Notariaten van de EU, vanuit voormelde ervaring, maar ook door mijn resoluut internationale profiel. Na mijn studies in het Notariaat, kreeg ik een studiebeurs om Internationaal Recht te studeren in Den Haag. Anderzijds bevindt mijn kantoor zich in een zeer kosmopolitische omgeving, namelijk vlakbij de Europese instellingen. Voor een notaris is het essentieel om zich te blijven ontwikkelen op het vlak van luistervaardigheid, verzoening en verantwoordelijk en professioneel reageren op de conflicten waarmee men te maken kan krijgen. Een bemiddelingsproces leiden is echter nog wat specifieker.

Hier moet men namelijk in staat zijn om dezelfde kennis en vaardigheden toe te kunnen passen in een andere context en met andere doelstellingen.”

Hoe is de werkgroep die u voorzit tot stand gekomen?

“Het gaat echt om een aanzuigeffect vanuit de Europese instellingen. Voor het notariaat is dat een uitgelezen kans om hierop in te spelen. In de huidige tijdsgeest probeert men manieren te vinden om geschillen te beslechten zonder tussenkomst van een rechter. Tegelijk maakt de rol van de gesprekspartner en actief handelende partij in deze sociale evolutie deel uit van het DNA van het notariaat.”

“Het is belangrijk om raakpunten te vinden binnen het Europees notariaat opdat met één stem gesproken kan worden en opdat we als één front kunnen handelen ten opzichte van de Europese instellingen: het is perfect mogelijk om op dezelfde manier te bemiddelen in Frankrijk, Italië of Spanje, waarbij nog steeds rekening gehouden wordt met de verschillende lokale statuten. Een gemeen-

62

NOTAR I US 2018 / B E R O E P

ieder in eigen land. Dit spoorde ons ertoe aan een Europees grensoverschrijdend netwerk van notaris-bemiddelaars te ontwikkelen en een gemeenschappelijk praktisch kader inzake bemiddeling uit te tekenen. Voor de concrete uitwerking van dit project, hebben we de Europese Commissie dan ook om cofinanciering gevraagd.”

Welke grote lijnen hebt u uit de verschillende workshops kunnen filteren?

“We hebben zoveel mogelijk informatie opgevraagd bij de betrokken notariaten over het praktische en juridische kader in hun land om zo te komen tot een modus operandi, een gemeenschappelijk proces waarin ieders basisvereisten gerespecteerd worden.”

Het is belangrijk om de raakpunten te vinden binnen het Europees notariaat opdat met één stem gesproken kan worden en opdat we als één front kunnen handelen ten opzichte van de Europese instellingen.

schappelijke cultuur en praktische organisatie inzake bemiddeling met een grensoverschrijdend karakter is perfect mogelijk. Om die reden hebben we in 2015, na enkele raadplegingen van de Europese Commissie over een eventuele herziening van de Europese richtlijn inzake bemiddeling, de werkgroep nieuw leven ingeblazen. We hebben deelgenomen aan colloquia, voorstellen geformuleerd, overlegvergaderingen georganiseerd,... Het werd ons al snel duidelijk dat er meer nodig was dan alleen maar goede communicatie om een geloofwaardige gesprekspartner te kunnen zijn en om over voldoende legitimiteit in de materie te beschikken. We zouden ook moeten kunnen handelen. En om te kunnen handelen, was er nood aan een actieve deelname van notarissen actief in bemiddeling in de werkgroep. Er was grote interesse om te leren begrijpen hoe de notariële bemiddeling concreet beleefd wordt door

“We kunnen hier meerdere lessen uit trekken. De eerste les is die van de bewustwording. De getoonde oefeningen hebben het mogelijk gemaakt dat de verschillende deelnemers zich bewust konden worden van de specificiteit, de vereisten, maar ook de opportuniteiten die de workshops te bieden hadden. De praktische gids die we uitwerken heeft een concreet nut en beantwoordt aan een behoefte. Het is tegelijk aangenaam en veelbelovend. Tijdens de workshops was het niet enkel de bedoeling om ervaringen uit te wisselen maar ook om ze te ervaren. Het ging dus niet om vorming maar om beleving.

Het Frans notariaat heeft bijvoorbeeld het Pools notariaat uitgenodigd en een testcase gedaan met een geschil tussen twee ondernemingen, één uit elk van beide landen. Het principe bestond erin te starten van nul en te observeren hoe de zaken zich zouden ontwikkelen: praktische vragen, juridische kwesties... De bedoeling van de workshops was niet om naar huis te gaan met een kant-en-klare werkwijze voor dergelijke vraagstukken, maar juist om er vragen en suggesties uit te halen met betrekking tot de moeilijkheden waarmee men geconfronteerd werd. We hebben er lessen en opmerkingen uit getrokken waarmee we verder vooruit kunnen wat betreft de vormgeving van een gemeenschappelijk proceskader.”

Is de ontwikkeling van een praktische gids, bestemd voor alle notariaten en voor alle Europese bemiddelaars, een speerpunt van het project, en dus van deze cofinanciering?

“Inderdaad. Het moet een Gids worden waarin alle informatie over de verschillende regelgeving is geïncorporeerd. Maar er is nog een ander belangrijk punt in ons project dat we niet uit het oog mogen verliezen: de uitbouw van een Europees netwerk van notaris-bemiddelaars. In de Gids trachten we een overzicht te geven van de verschillende problematieken en hier oplossingen voor uit te werken.

Dat zal nuttig zijn om bij het begin van en tijdens een bemiddelingsproces duidelijkheid te scheppen omtrent bepaalde zaken. Maar gelet op de complexiteit van de

63

problematiek, zal de Gids niet altijd volstaan. En juist hier, waar bepaalde antwoorden schuldig zouden blijven, kan het netwerk nuttig zijn en kunnen er contactpunten opgezet worden voor concrete dossiers.”

EEN GOEDE BEMIDDELAAR: INITIATIEF EN PROFESSIONALISME Heeft het netwerk een dubbel doel?

“Het netwerk zal tegemoetkomen aan de noodzaak om een goede, bekwame notariële correspondent te vinden. Iemand die het kader kent, kan iedereen veel tijd en geld besparen.

Daarnaast is het echter ook de bedoeling dat het netwerk op langere termijn een uitwisselingsplatform wordt voor praktijken en informatie.”

En wat met de promotie van bemiddeling, een ander essentieel element uit het programma?

“Het is heel belangrijk om bemiddeling te promoten in omgevingen waar het nog niet echt bekend is. Dit is nog te vaak het geval in veel landen, soms zelfs in het notariële milieu zelf. Vandaar het belang van opleiding, communicatie en het aanbieden van kanalen die leiden naar bemiddeling. Zo zullen we ook voorstellen doen om bemiddelingsclausules in te voegen in contracten.”

Hoe is dit jaar van cofinanciering, dat over enkele maanden afloopt, verlopen?

“We hebben een kick-off meeting en vijf nationale workshops georganiseerd, verschillende nationale rapporten werden uitgewerkt en in oktober zal er in Brussel een slotconferentie gehouden worden waaraan vertegenwoordigers van de Commissie, Europarlementariërs en andere belanghebbende gesprekspartners zullen deelnemen. We zullen er de praktische gids voorstellen, alsook het ontwikkelde netwerk en de tools die we hebben uitgewerkt voor de ontwikkeling van een bemiddelingsproces. De belangrijkste doelstelling is om de boodschap over te brengen dat het notariaat op zich, en meer bepaald vanuit diens expertise inzake bemiddeling, een instrument is dat beantwoordt aan de noden van de Europese burger in de 21ste eeuw.”

Wat zijn de belangrijkste kwaliteiten van een goede bemiddelaar?

“Een bemiddelaar moet zich ervan bewust zijn dat hij een zeer specifieke functie uitoefent. Daarnaast moet hij zich gewoon professioneel gedragen. Er is geen plaats voor improvisatie. Zin voor initiatief is echter wel welkom: als bemiddelaar moet je ook durven. Het is van essentieel belang dat men de functie van bemiddelaar uitoefent met zoveel mogelijk bekwaamheden en dat men zich permanent bijschoolt. Om die reden willen we dan ook graag in samenwerking met collega’s uit andere landen een gemeenschappelijke opleiding uitwerken voor bemiddelaars die zich bezighouden met internationale kwesties. In dat kader

zouden we eventueel een nieuwe cofinancieringsaanvraag kunnen indienen.”

Welke boodschap zou u graag willen overbrengen?

“Onze toekomst wordt in grote lijnen op Europees niveau bepaald: het is een platform voor wederzijdse inspiratie tussen de verschillende landen en een plaats waar het nieuwe recht tot stand komt. Voor het notariaat is het van cruciaal belang zich voor te stellen als een partner van Europa met een hoge toegevoegde waarde, in dit geval als facilitator bij de buitengerechtelijke beslechting van geschillen die inherent zijn aan de transnationale relaties tussen burgers. Je moet erin geloven.”

WORKSHOP ‘MEDIATION FOR NOTARIES – NOTARIES FOR MEDIATION’ POSITIEF ONTHAALD Notariële bemiddeling in België, Frankrijk en Nederland: “Naar een gemeenschappelijke Europese cultuur inzake grensoverschrijdende notariële bemiddeling”

In het kader van voormeld Europees cofinancieringsproject inzake notariële bemiddeling, organiseerde het Belgisch notariaat op 19 maart 2018 een grensoverschrijdende workshop in Brussel in samenwerking met het Nederlands en het Frans notariaat. Een veertigtal (kandidaat-)notarissen, zowel bemiddelaars als niet-bemiddelaars, uit de drie betrokken landen nam hieraan deel.

Voor de erkende notaris-bemiddelaars was de workshop gericht op een meer praktische benadering van de bemiddelingspraktijken in de verschillende notariaten, en dit aan de hand van interactieve discussies omtrent concrete grensoverschrijdende casussen. Deelnemende notarissen die nog niet zijn erkend als notarieel bemiddelaar, werden daarnaast meer vertrouwd gemaakt met deze materie aan de hand van een introductieve vormingssessie, waarbij de toegevoegde waarde van de notaris werd onderlijnd. De workshop werd erg positief onthaald, gelet op het interactief en rechtsvergelijkend karakter. De conclusies van deze workshop zullen eveneens geïntegreerd worden in de praktische gids voor grensoverschrijdende notariële bemiddeling die in het najaar 2018 voorgesteld zal worden in de marge van de slotconferentie van het project met het oog op de uitbouw van een gemeenschappelijke Europese notariële bemiddelingscultuur. tekst: R O MIN A S C A R P O N E

64

NOTAR I US 2018 / P R O F E S S I O N

Le groupe de travail « Médiation », traitant de la médiation notariale, a connu un coup d’accélérateur en 2015 grâce à un projet de cofinancement européen. Présidé par Maître Yves Behets Wydemans, il multiplie les actions afin de dégager 3 axes fondamentaux en la matière : l’élaboration d’un Guide pratique, la mise en place d’un réseau européen de médiateurs et la promotion de la pratique.

5 ateliers transfrontaliers sur la médiation en matière civile et commerciale se sont déroulés en Espagne, en France, en Slovénie, en Italie et enfin en Belgique le 19 mars dernier.

Chaque pays invitait un pays hôte. La Belgique en a invité deux, la France et les Pays-Bas, présentant un intérêt pour les deux communautés francophone et néerlandophone de notre pays. L’occasion de faire le point sur un projet qui a vite trouvé ses marques et donne ses premiers résultats.

Yves Behets Wydemans

DE L’IMPORTANCE DE LA MÉDIATION NOTARIALE AU NIVEAU EUROPÉEN texte: GIL D A B E N J A MIN

/

photos: T H O M A S DE B O E V E R

Comment avez-vous été amené à diriger ce groupe de travail ?

Yves Behets Wydemans : Je pense qu’il s’agit de l’aboutissement d’une longue histoire. Cela fait 30 ans que je suis notaire et 20 ans que je suis médiateur, deux fonctions à la fois complémentaires et parallèles. Je me suis beaucoup investi, notamment lors de la mise en place de la nouvelle Commission fédérale de médiation, j’ai participé à la mise sur pied d’un organisme de formation pour médiateurs et je m’occupe activement des relations entre les médiateurs, qu’ils émanent du Barreau, du notariat et de tout autre horizon. Je suis arrivé au CNUE, le Conseil des Notariats de l’Union européenne, compte tenu de cette expérience mais aussi de mon profil résolument internationaliste. J’ai en effet obtenu, après mes études de notariat, une bourse d’études en Droit international à La Haye. D’autre part, mon étude se situe dans un milieu très cosmopolite, non loin du quartier de la Commission européenne. La fonction de notaire a tout à gagner à continuer à développer sa capacité d’écoute et de conciliation, de réaction responsable et professionnelle par rapport aux conflits auxquels il peut être confronté. Mais mener un processus de médiation est encore plus spécifique. Il nécessite la capacité de mettre en œuvre les mêmes savoirs et compétences dans un autre contexte et avec d’autres objectifs.

Comment le groupe de travail que vous présidez s’est-il constitué ?

Il s’agit d’un véritable appel d’air venant des institutions européennes, ce qui représente une belle opportunité pour le notariat. Il est dans l’air du temps d’essayer de trouver des modes de règlement des conflits sans juge. En même temps, il est dans l’ADN du notariat d’intervenir

65

comme interlocuteur et acteur dans cette évolution sociale.

Il est important de trouver les points de convergence au sein du notariat européen lui permettant de répondre d’une seule langue et d’agir d’un seul tenant envers les institutions européennes : on peut tout à fait médier de la même manière en France, en Italie ou en Espagne, tout en tenant compte des différences locales de statuts. Il peut exister une culture et une organisation pratique communes de la médiation, là où elle présente des caractères transfrontaliers. Pour ce faire, le groupe de travail s’est redynamisé en 2015, suite à l’organisation de consultations par la Commission sur une éventuelle révision de la Directive européenne en matière de médiation. Nous avons participé à des colloques, fait des propositions, obtenu des entretiens,… On s’est vite rendu compte que pour être un interlocuteur crédible, pour avoir une légitimité en la matière, il ne fallait pas seulement une bonne communication mais aussi pouvoir agir. Et agir nécessitait, dans le groupe de travail, la présence de notaires pratiquant la médiation. Appréhender la façon dont chacun vit la médiation notariale dans son pays, de façon concrète, a suscité beaucoup d’intérêt. Nous avons pensé à développer un réseau de notaires médiateurs transfrontalier européen et à établir un cadre de pratique commune de la médiation. Et avons dès lors demandé un cofinancement de la Commission européenne pour la mise en œuvre de ce projet.

Quelles sont les grandes lignes dégagées après ces différents ateliers ?

Nous avons rassemblé un maximum d’informations sollicitées auprès de chaque notariat quant au cadre juridique et pratique qui est le sien dans son pays afin de dégager un modus operandi, un mode processuel commun qui respecte tous les requis de base de chacun.

Nous pouvons dégager plusieurs leçons. La première étant une leçon de conscientisation. Les exercices démontrés ont permis à ceux qui s’y prêtaient de se rendre compte de la spécificité, des exigences mais aussi de l’opportunité de ces ateliers. L’outil que nous construisons a du sens et répond à une attente. C’est à la fois réjouissant et prometteur. Lors de ces ateliers, il ne s’agissait pas seulement de raconter des expériences mais aussi de les vivre. Ce n’était pas des ateliers de formation mais bien d’expérimentation.

Par exemple, le notariat français a invité le notariat polonais et testé une mise en situation avec un litige entre une entreprise de chaque pays. Le principe était de partir de zéro et d’observer le déroulement des choses : questions pratiques, juridiques… L’objectif des ateliers n’était pas d‘en repartir avec un mode d’emploi tout fait mais de dégager les interrogations et les suggestions par rapport aux difficultés rencontrées. On en tire des enseignements et des remarques et cela permet d’avancer dans la structuration du cadre processuel.

Trouver les points de convergence au sein du notariat européen lui permettant de répondre d’une seule langue et d’agir d’un seul tenant envers les institutions européennes.

L’un des points essentiels de ce projet, et donc de ce cofinancement, est-il l’élaboration d’un Guide pratique à destination de tous les notariats et de tous les médiateurs européens ?

En effet, un Guide qui se doit d’être accompagné de toutes les informations relatives aux législations. Mais sans oublier un autre point important de notre programme, la mise en place d’un réseau des notaires-médiateurs européens. Le Guide va essayer de lister les différentes problématiques, d’élaborer des solutions. Il sera bienvenu pour éclairer à l’aube et au cours d’une médiation. Mais il ne sera pas toujours évident de s’en contenter compte tenu de la complexité de la problématique. C’est là que le réseau a toute son importance et que des relais (« points de contact ») pourraient être mis en place.

UN BON MÉDIATEUR : INITIATIVE ET PROFESSIONNALISME Le réseau a-t-il un double objectif ?

S’il répondra au besoin de trouver le bon correspondant notarial compétent, initié aux cadres mis en place et permettant de gagner beaucoup de temps et d’argent à tout le monde, il vise aussi, à plus long terme, à devenir une plateforme d’échange de pratiques et d’informations.

Et qu’en est-il de la promotion de la médiation, autre point essentiel du programme ?

La promotion de la médiation dans les milieux où elle est mal connue, trop souvent encore dans de nombreux pays, parfois dans le milieu notarial lui-même, est très importante. D’où l’importance de former, de communiquer et d’offrir des passerelles vers une médiation. Ainsi, des propositions de clauses de médiation à insérer dans les contrats seront faites.

Comment s’est déroulée cette année de cofinancement qui se terminera dans quelques mois ?

Nous avons organisé une séance d’ouverture et 5 ateliers nationaux, différents rapports nationaux ont été rédigés et une conférence de clôture se tiendra en octobre à Bruxelles

66

NOTAR I US 2018 / P O L I T I E K

avec la participation de représentants de la Commission, des parlementaires européens et autres interlocuteurs cibles. Y seront présentés le Guide pratique, le réseau développé et les outils mis au point pour le développement de la médiation. L’importance sera de faire passer le message que le notariat en tant que tel, et plus particulièrement dans son expertise en médiation, est un instrument qui répond aux besoins du citoyen européen du XXIe siècle.

Quelles sont les qualités essentielles d’un bon médiateur ?

Un médiateur doit être conscient qu’il exerce une fonction très spécifique. Et il doit se montrer professionnel, tout simplement. Il n’y a pas de place pour l’improvisation.

Mais le sens de l’initiative est bienvenu : il faut oser en tant que médiateur. Il est essentiel d’exercer la fonction avec un maximum de compétences et de formations permanentes. D’où notre désir de développer une formation commune pour les médiateurs qui s’occupent de questions internationales avec des collègues d’autres pays.

Une nouvelle demande de cofinancement pourrait être demandée à ce sujet.

Quel message avez-vous envie de faire passer ?

Notre avenir se construit en grandes parties au niveau européen : comme plateforme d’inspirations nationales réciproques et comme lieu d’édification du droit nouveau. Il est vital pour le notariat de se faire reconnaître comme partenaire à haute valeur ajoutée, ici comme facilitateur du règlement extrajudiciaire des différends inhérents aux relations transnationales des citoyens. Il faut y croire.

ACCUEIL CHALEUREUX POUR L’ATELIER « MEDIATION FOR NOTARIES – NOTARIES FOR MEDIATION » Médiation notariale en Belgique, en France et aux Pays-Bas : « Vers une culture européenne commune en matière de médiation notariale transfrontalière ».

Dans le cadre de son projet de cofinancement européen relatif à la médiation notariale, le notariat belge a organisé, en partenariat avec les notariats néerlandais et français, un atelier transfrontalier à Bruxelles, le 19 mars dernier. Il a rassemblé une quarantaine de (candidats-) notaires, médiateurs ou non, issus des trois pays organisateurs. Pour les notaires médiateurs reconnus, l’atelier était axé sur une approche plus concrète des pratiques de médiation dans les différents notariats, prenant la forme de discussions interactives et de cas transfrontaliers concrets. Les participants encore non reconnus comme médiateurs notariaux ont eu, pour leur part, l’occasion de se familiariser avec ces matières par le biais d’une séance introductive soulignant la valeur ajoutée du notaire. Grâce à son caractère interactif et comparatif, cet atelier a été chaleureusement accueilli. Ses conclusions seront intégrées dans le guide pratique pour la médiation notariale transfrontalière, dont la présentation est prévue à l’automne 2018, en marge de la conférence de clôture du projet relatif au renforcement de la culture de médiation notariale commune au niveau européen. tekst: R O MIN A S C A R P O N E

67

UN SITE INTERNET DÉDIÉ À VOTRE ÉTUDE ?

CONTACTEZ LE CF - VLANOT !

La présence du notariat sur Internet, le CF s’y consacre constamment avec Notaire.be comme fer de lance. En 2017, le site a accueilli 2 830 129 visiteurs (soit quelque 5% de plus qu’en 2016) et comptait 4 228 813 visites (+7%).

Vous souhaitez également que votre étude soit présente sur Internet ?

Dans ce cas, commandez sans hésiter votre site SVEN. Un service gratuit du CF. SVEN est l’acronyme de ‘Site Virtuel d’une Étude Notariale’ et est dérivé du site mère Notaire.be. Toutes les mises à jour exécutées sur Notaire.be se font automatiquement sur votre site.

Vous pouvez personnaliser votre SVEN : outre les données standard (contact, plan d’accès, itinéraire, heures d’ouverture de l’étude, présentation de votre équipe, offres d’emploi éventuelles, etc.), il vous est également possible, dans la nouvelle version de SVEN, d’adapter les couleurs et les photos apparaissant sur votre site, de publier de courts messages, de prendre des rendez-vous en ligne, etc. Vous pouvez également mettre en avant vos offres immobilières et postes vacants. Vous souhaitez en savoir plus ou commander un site SVEN ? N’hésitez pas à contacter Nathalie d’Aout via daout@fednot.be texte : N AT H A L IE D ’A O U T

EEN EIGEN SITE VOOR UW KANTOOR? DAN MOET U BIJ VLANOT ZIJN! De aanwezigheid van het notariaat op het web, daar werkt VlaNot constant aan met Notaris.be als speerpunt. In 2017 was de site nog goed voor 3.168.162 bezoekers (zo’n 5% meer dan in 2016) en 5.367.745 bezoeken (+4%).

Wenst u met uw kantoor ook aanwezig te zijn op het web? Dan is het project SVEN van de Commissie IT van VlaNot iets voor u. Informaticakennis is niet vereist en de dienst wordt u gratis aangeboden.

SVEN staat voor Site Voor Elke Notaris en is een afgeleide van moedersite Notaris.be. Alle updates die op Notaris.be worden doorgevoerd, staan meteen op uw site.

Maar personaliseren is mogelijk: naast standaardgegevens (contact, wegbeschrijving, openingsuren, voorstelling van uw team…), kan u in de nieuwste versie van SVEN ook kleuren en foto’s aanpassen, korte boodschappen publiceren en een afspraak aanvragen. Daarnaast kan u uw vastgoedaanbod en vacatures in de kijker plaatsen.

Meer weten of een SVEN bestellen? Neem dan contact op met Seema Teotia, via teotia@fednot.be. tekst: S E E M A T E O T I A

68

NOTAR I US 2018 / P O L I T I E K

WE MOETEN STOPPEN MET WONEN WAAR WE NIET THUISHOREN “We moeten dringend met zijn allen kleiner gaan wonen om Vlaanderen leefbaar te houden.”

“De Vlaming niet klaar voor de betonstop? Kan mij niet schelen, de planeet is niet klaar voor de mens als die zo verder doet. Zowel op vlak van ruimtelijke ordening als qua C02-uitstoot is vrijstaand bouwen crimineel.”

“Batibouw is een beurs voor knutselaars. Voor individuele bouwers.

Zo geraken we nooit weg uit de ruimtelijke impasse met individuele kavels.”

Een graai soundbites uit de recente actualiteit maakt duidelijk dat je de Vlaamse Bouwmeester Leo Van Broeck er niet van kunt verdenken een blad voor de mond te nemen.

tekst: DIR K R E M M E R IE

/

foto’s: J A N CR A B

69

Drie kerntaken heeft de Vlaamse regering voor de Bouwmeester vastgelegd. Leo Van Broeck: “Samen met mijn team sta ik lokale besturen bij in hun rol als opdrachtgever van bouwprojecten. Zeker kleinere gemeenten zijn onvoldoende bestaft en hebben niet de nodige kennis in huis om projecten uit te schrijven en te evalueren. Om te kijken ook hoe ze de ontwikkeling aanpakken en financieren.”

“Ten tweede doen we aan visievorming, debat en maatschappelijke bewustwording rond stedenbouw en ruimtelijke ordening.” Op dat tweede front is het zeker niet windstil gebleven sedert Van Broeck zijn functie opnam op 1 september 2016. “In het eerste jaar heb ik meer dan 140 lezingen gegeven. Tot in de kleinste dorpen. Nu hebben we samen met Nic Balthazar mijn filosofie samengebald in een documentaire van 45 minuten, Plannen voor plaats. Notarissen zijn per definitie begaan met dit thema. Wie een mailtje stuurt naar bouwmeester@vlaanderen.be, krijgt van ons een link om de film gratis te downloaden.”

NUL KOMMA NUL “We sporen ook contradicties in de regelgeving op. Zo stellen we vast dat de woonbonus de woning duurder maakt.

Het is de simpele werking van de markt: met de woonbonus ga je meer lenen en dat duwt de prijzen de hoogte in, want zowel persoon X als Y krijgen de bonus en bieden tegen elkaar op. De prijs van de woning stijgt met exact de prijs van de bonus. Dat heeft dus nul komma nul netto-effect. De woonbonus is bovendien ook geen beleidsinstrument, want of je nu een fermette koopt op het platteland en daardoor je steentje bijdraagt aan nog langere files, of je iets koopt in de stad: de bonus blijft dezelfde. Dat is al te gek.

Die regelgeving moet je locatiegestuurd maken om effect te hebben. Een ander fenomeen dat wij opmerken is dat als je iets wil veranderen aan de open ruimte, je iets zal moeten veranderen aan de pachtwet. We voeren nu een studie uit om te weten te komen welke niet-stedebouwkundige regelgevingen toch een effect hebben op stedenbouw. Denk aan btw-tarieven op renovatie, fiscaliteit, regels rond mede-eigendom… die hebben vaak een nefast effect op waar we naar toe willen met onze ruimtelijke ordening.”

MISVERSTAND “Voor mij is de essentie van mijn bouwmeesterschap nog breder: de correctie van een hardnekkig misverstand rond duurzaamheid. We staren ons blind op energie en klimaatverandering, terwijl we woekeren met ruimte en grondstoffen alsof daar geen einde aan is. We vermalen onze planeet terwijl we denken dat we goed bezig zijn. We kopen vaatwasmachines met een groen AA+-label. Goed bezig? Vergeet het. Die machines zijn gemaakt om maar vijf jaar mee te gaan. De energie die je uitspaart in het verbruik is maar

een schijntje van de CO2 die het kost om die machine te maken. Alleen al de batterij van een Tesla maken kost evenveel CO2 als de eerste 100.000 kilometer die je rijdt met een kleine Japanse benzinewagen. Waar zijn wij in godsnaam mee bezig? In Duitsland krijg je nu subsidies om een perfect werkende wagen te vervangen door een elektrische of hybride wagen. Dan denk ik: zijn jullie op je kop gevallen?

Je gooit een gigantische hoeveelheid CO2 gewoon weg.”

AANTREKKELIJKE STAD Duidelijk is dat de Vlaamse Bouwmeester verder kijkt dan Vlaanderen en verder dan de bouw. Terug naar ons uitgangspunt: hoe moeten we wel omgaan met onze ruimtelijke ordening?

“We moeten stoppen met te verkavelen en te gaan wonen waar we niet thuishoren. De eindeloze files leveren dagelijks het bewijs dat we niet goed bezig zijn. Zeven op de tien Vlamingen wonen in een vrijstaande woning in the middle of nowhere. Omdat die slechte locaties decennialang werden gesubsidieerd. Woningen in het midden van nergens kosten de overheid twee tot tien keer zoveel. Als je een gasteller nodig hebt, volstaat in de stad een stukje leiding van twee meter. Voor een aansluiting van twee kilometer naar je villa op het platteland, betaal je evenveel, want de overheid past het verschil bij. En dus denken we: ‘Ik ga in een verkaveling wonen, want dat is goedkoper dan in de stad.’ Misschien klopt dat voor het verwerven van die woning, maar al de rest is duurder. Een gezin heeft twee auto’s nodig, want niets is bereikbaar zonder. ‘Gelukkig zijn het bedrijfswagens’, denken we dan. Wel, die salariswagens kosten de belastingbetaler 4 miljard euro per jaar. Opnieuw een subsidie voor wonen op een ongeschikte locatie. En dan zijn er nog de kosten voor de duizenden kilometers riolering, de wegen…”

“De stad moet dringend aantrekkelijker worden, met leuke en betaalbare woonbuurten – met performant openbaar vervoer. De stad van de toekomst is een stad waar alles op loopafstand ligt. Waar er diverse woonwensen gerealiseerd kunnen worden: van stil tot interactief, van groot tot klein.

Kwestie van de verschillende sociale klassen niet te isoleren maar te mengen tot de juiste mix. Er mag ook best meer aandacht komen voor coöperatief wonen. Nu moet je nog steeds 30 procent eigen middelen hebben als je iets wil kopen terwijl de prijzen stijgen.”

70

NOTAR I US 2018 / P O L I T I E K

PHILIPPE S A M Y N

LES UTOPIES ÉTHIQUES DE L’ARCHITECTE Europa, le magnifique édifice du Conseil européen et du Conseil de l’Union européenne à Bruxelles inauguré fin 2016, est l’œuvre de Philippe Samyn. L’architecte se montre à la fois rigoureux et inventif, que ce soit pour dessiner la prochaine Maison de la Culture à Namur ou imaginer des villes verticales aux allures futuristes.

texte: GIL D A B E N J A MIN

/

photos: J A N CR A B

71

Que ce soit un hôpital, des logements sociaux, une villa, un musée ou le siège d’une entreprise à Bruxelles, Namur, Courtrai ou Louvain, Philippe Samyn et ses nombreux collaborateurs se mettent au service d’un projet avec enthousiasme. Sous le ciel du plat pays, le soleil d’Italie ou des espaces à imaginer en Chine, il s’agit de penser à l’humain tout en respectant l’environnement. Et si notre planète avait encore de beaux jours devant elle ? L’architecte veut y croire et son pouvoir de réflexion l’apparente autant à un philosophe passionné qu’à un mathématicien doté d’un zeste de folie créatrice.

Comment considérez-vous votre métier d’architecte ? « Je pense qu’avoir un grain de folie, se situer légèrement à côté de ses pompes est une obligation éthique. Nous vivons dans un monde du paraître, qui ne laisse pas assez de place à l’être. Je suis profondément heureux d’avoir à porter la charge de mes obligations, car j’ai été choisi pour cela. On oublie trop souvent que la qualité de l’architecture est bien plus liée au commanditaire qu’à l’architecte. L’architecte peut élaborer des projets fantasmagoriques, des fictions, des utopies dans son coin : il fait œuvre d’artiste, pas d’architecte. Ce qui “fait” réellement l’architecte, c’est de se mettre au service d’un client qui doit bâtir une construction et qui s’adresse à lui parce qu’il se sent en phase. Une tâche pas si évidente. Je pense que ceux qui font appel à moi pour un projet ont déjà une certaine idée des valeurs qui m’animent.

Le grand dessein du commanditaire d’un projet est toujours la base de l’aventure. À moi de transformer ce grand rêve en une construction réelle, matérielle. Et j’en profite pour vous dire à quel point je suis ravi d’accorder cette interview pour une revue éditée par les notaires. J’ai pour eux le plus profond respect car ils jouent un rôle essentiel de régulateur. » Le travail de l’architecte est-il essentiellement fait de recherche ? « Je suis, il est vrai, toujours en recherche. Une simple remarque peut me pousser à travailler toute une journée pour affiner un calcul, un dessin, une formule… Je veille à donner le temps au temps, à prendre du recul sur ce qu’on fait… tout en étant rapide et efficace. On perd dans notre bureau des milliers d’heures par an sur des essais non transformés, comme des sportifs… et ce n’est pas grave ! » L’important est donc d’essayer ? « Quand le Roi m’a anobli, j’ai dû choisir une devise et un blason. Ma devise est « Reperire, invenire, creare » : découvrir, inventer et créer. Et mon blason représente un point d’interrogation percé par une flèche : la détermination dans l’interrogation. » Vous défendez la théorie des villes verticales. Serait-ce une solution envisageable pour repenser l’urbanisme du futur ? « Il faut penser aux réseaux de la ville ! Qu’est-ce qu’un

réseau urbain ? Les égouts, l’eau, le gaz, l’électricité, les rues, les trottoirs, les transports en commun, les tunnels…

Le volume des réseaux, donc aussi leur coût d’installation et d’exploitation, varient fortement selon la taille et la configuration de la ville. Plus les bâtiments sont élevés, moindre est l’impact des réseaux. Dans un de mes essais, j’ose un néologisme, « l’utopétique », l’utopie éthique. Je suis un passionné d’Histoire. Des villes verticales, il en existe.

Valparaiso au Chili. La maison de Pablo Neruda se trouve, en quelque sorte, au 100e étage de la falaise ! Cinque Terre en Italie. Taxco au Mexique. Oui, il existe des villes verticales qui sont vivables. Imaginons une rue qui monte en spirale, en pente douce, accessible à tous. Un volume creux central serait composé de dalles destinées à de grandes places les unes au-dessus des autres, avec des puits de lumière, des métros verticaux… On construit dans de l’air et plus sur des terrains. J’ai fait une proposition pour une ville de 30 000 habitants en Chine. Et pourquoi ne pas imaginer une ville nouvelle en Wallonie ? Nous nous devons de pousser la réflexion quant à la population mondiale qui augmente et à l’autonomie alimentaire. Est-ce utopique de rêver une ville en autonomie complète, y compris énergétique ? Il serait raisonnable et souhaitable d’oser le faire. » L’économie circulaire, défendant le recyclage mais aussi une économie plus respectueuse des gens, est-elle une valeur aujourd’hui incontournable ? « Je le pense. Prenez la fameuse Place « M’as-tu vu » au Zoute, dont on m’a confié la rénovation.

Elle va vraiment s’appeler comme ça et son revêtement de sol sera réalisé dans un béton très vertueux, absorbeur de CO2, à partir des déchets des industries sidérurgiques. Et nous proposons d’inviter tous les riches résidents de Knokke Le Zoute à donner leurs vieilles pièces de monnaie pour qu’elles soient incrustées dans les dalles. Un clin d’œil qui correspond bien à l’histoire de cette place. Il est important de créer une histoire. Penser au soleil comme énergie, renouer avec des matériaux naturels disponibles pour tous, considérer des matériaux de très haute technologie de plus en plus respectueux de notre environnement…

On y vient. On critique le béton et le métal. Mais entre un bâtiment soi-disant moche pour l’environnement qui dure 3 siècles et un bâtiment sympathique pour l’environnement qui dure 30 ans, quelle est la meilleure solution selon vous ?

L’idéal est d’arriver à un équilibre, en admettant qu’il n’existe pas une seule solution. Ce que je construis est toujours le reflet de la pensée de mon commanditaire, mais je suis un grand adepte du recyclage. La façade d’Europa est faite de vieux châssis ! »

72

NOTAR I US 2018 / D I E N S T V E R L E N I N G A A N D E B U R G E R

STARTMYBUSINESS De oprichting van een onderneming digitaliseren en de dienst valoriseren

tekst: N O TA R I S R E N A U D GR E GOIR E - N O TA R I S F R A N ÇOI S C AT IN U S

De maatschappij evolueert continu.

Zo ook moet de dienstverlening aan de burger beter, sneller en eenvoudiger verlopen.

Dat geldt ook voor het notariaat.

De informatisering van ons beroep is al een tiental jaar volop aan de gang, vooral binnen de organisatie van onze kantoren en in de interacties met de overheden. Nu breidt deze evolutie zich ook uit naar onze diensten aan de cliënten, zodat zij er rechtstreeks van kunnen genieten.

EEN INITIATIEF VOOR DE BURGER: EEN VERSNELLING VAN DE ADMINISTRATIEVE STAPPEN Vanuit een moderne optiek en in het licht van de hervorming van het Wetboek van Vennootschappen, waaraan momenteel wordt gewerkt, komt het logisch voor dat de nieuwe ondernemer quasi ogenblikkelijk zijn activiteit kan opstarten en kan communiceren met het notariële kantoor van zijn keuze.

StartMyBusiness, dat in zijn eerste versie in het najaar van 2017 werd opgestart, is een platform waar elke ondernemer de oprichting van zijn vennootschap kan voorbereiden aan de hand van een elektronisch formulier dat hij vindt op Notaris.be. Daar kan hij de gegevens invullen van de verschillende partners van zijn project (boekhouder, bankier, accountant, enz.), die een kopie van de informatie en van de ondernomen stappen ontvangen, en de procedure afronden door een notaris van zijn keuze aan te duiden.

Zodra het gekozen notariskantoor de ingevoerde gegevens

heeft ontvangen, kan het de cliënt verder begeleiden, tot en met de oprichting van de vennootschap.

Het project StartMyBusiness is gegroeid vanuit een tweeledige vaststelling: de nood aan administratieve vereenvoudiging en een streven naar het invullen van de ‘fast consuming’ gewoonten van een nieuwe, digitaal aangestuurde generatie die dit soort vrije toegang gewoon is. Kortom, het project wil inspelen op de drang om een en ander te vereenvoudigen in het leven van onze cliënten.

Meester François Catinus stond aan de wieg van het project en weet nog hoe het idee opborrelde: “Ik was aan het praten met een bevriende ondernemer over de oprichting van een bvba. Hij peilde bij mij naar de meerwaarde van de notaris in het beheer van dat soort dossiers. Voor de oprichting van zijn bvba werd alles geregeld via e-mail tussen de medewerkster van het notariaat en hemzelf. Hij kreeg een formulier toegestuurd, hij vulde het in en stuurde het terug naar de medewerkster. Een week later ontving hij de ontwerpakte. Ik antwoordde hem dat de notaris onder meer moet waken over de volledigheid van de overeenkomst en over de juridische veiligheid ervan. Toen hij me vroeg of een advocaat of een andere jurist ook niet in staat zou zijn om dit soort overeenkomst te maken, fronste ik de wenkbrauwen en dacht ik dat het hoog tijd was om te ageren, als we niet willen riskeren dat een van onze competenties zou worden overgeheveld. Want dat is nu helemaal in. Het project werd grondig doorgesproken met Fednot. Er werd beslist een platform tot stand te brengen dat is gestoeld op de idee van het participatieve notariskantoor en waarbij ELKE gebruiker de oprichting van zijn bvba kan voorbereiden. Het doel daarbij was dat de gebruiker elke stap van de oprichting van een onderneming goed begreep, onder meer aan de hand van tekstballonnen die elke stap van het formulier van informatie voorzien.”

73

“Kortom, de geest van StartMyBusiness bestaat erin de oprichter of de opdrachtgever op een didactische en intuïtieve manier mee te nemen in het verhaal. De notaris van zijn kant beschikt zo over het gros van de informatie die hij nodig heeft om zijn ontwerpakte op te stellen en hoeft niet langer e-mails uit te sturen om die informatie te krijgen.”

Dat betekent een heuse tijdswinst voor iedereen: de ondernemers, de cijferberoepen en de notarissen.

In een tweede versie is de procedure erop gericht een oprichtingsakte te genereren (voor de meest eenvoudige ontwerpen althans), het beheer ervan binnen het kantoor te verlichten en tegelijk de kosten voor de cliënt te drukken.

F.C.: “Dankzij het eindresultaat – de totstandkoming van een automatisch ontwerp van akte – kan de notaris fors besparen, niet alleen in termen van kosten, maar ook op het vlak van de tijdsinvulling van de medewerkers, die zich dan weer kunnen toeleggen op wat de cliënten van ons verwachten: juridische veiligheid.”

helemaal niet bedoeld is om de plaats van de cijferberoepen of de notarissen in te palmen. Integendeel, de tool wil het voorbereidende werk verlichten. Door via het platform de experts rechtstreeks aan te spreken en ze mee te nemen in het verhaal van een dossier, ontpopt de tool zich tot een “one-stop-shop” voor de burger die op één enkele plek de toegang tot verschillende expertises bundelt. Dat betekent dat hij zijn vennootschap snel en vlot kan oprichten.

ADVIES BLIJFT CRUCIAAL

BELANGRIJKE UITDAGINGEN VOOR HET BEROEP

Er zijn mensen die vrezen dat dit product de meerwaarde van het notariaat op de helling zet. Het spreekt voor zich dat de meerwaarde van een notariskantoor weinig te maken heeft met het invoeren van gegevens in een database.

Door de zuivere administratie aan de technologie toe te vertrouwen, kunnen de notarissen bijzondere aandacht besteden aan hun échte meerwaarde, nl. het professioneel en gepersonaliseerd advies omtrent de oprichting van de vennootschap, met elementen die ook op het privéleven een impact hebben.

Bovendien zien we ook andere actoren en initiatieven voor ondernemers opduiken, die een plekje ambiëren op dezelfde markt: de online creatie van hun vennootschap.

Het is belangrijk erop te wijzen dat de tool StartMyBusiness

Het menselijke aspect blijft essentieel. De notaris heeft een brede kijk op de context, beschikt over ervaring en expertise en zal een rol blijven spelen door de burger te helpen in onze complexe samenleving.

74

NOTAR I US 2018 / D I E N S T V E R L E N I N G A A N D E B U R G E R

Een groot deel van de bevolking is steeds vaker online en wil bij de oprichting van een vennootschap het liefst te werk gaan zoals bij een bankoverschrijving, het reserveren van een vliegtuigticket of een verzekeringsovereenkomst.

Telefonisch een afspraak maken, een kopie van een identiteitskaart per brief of per e-mail opsturen en verschillende tussenstations passeren om een vennootschap op te richten is niet meer van deze tijd, zeker als de persoon in kwestie een multi-ondernemer is.

Het notariaat moet zijn dienstverlening aanpassen aan zijn cliënteel: enerzijds moet het oog hebben voor wie het minder gemakkelijk heeft of geen toegang tot digitale tools, anderzijds moet het mee zijn met de technologie, zowel binnen het kantoor als in de relaties met de administraties en met de burger. Het is belangrijk voeling te hebben met de burger, met álle burgers, zij die nog werken op de ouderwetse manier, maar ook zij die intussen de digitale trein hebben genomen.

StartMyBusiness is een eerste stap die erin bestaat de burger toegang te verlenen tot zijn notariële dossiers, om hem mee te nemen in deze demarche, om de transparantie te bevorderen en om bij te dragen aan een participatieve wereld. En er zit nog meer in de pijplijn: de opmaak van de online aangifte van nalatenschap, de invoering van een database waar iedere burger zijn akten kan raadplegen, enz.

GEMAKKELIJKER VOOR DE CLIËNT ÉN VOOR ONS We praatten hierover met mevrouw Denis, medewerkster van het kantoor CAEYMAEX in Luik, die recentelijk meewerkte aan de oprichting van een vennootschap via de tool StartMyBusiness.

Hoe verliep de oprichting van die vennootschap met uw cliënt?

“Het ging om een cliënt van het kantoor die een afspraak had voor een totaal andere zaak. Tijdens zijn gesprek met de notaris opperde hij het verlangen om een vennootschap op te richten en verwees hij naar StartMyBusiness, waarover hij had horen spreken. De notaris lichtte de tool toe en ze besloten via dit formulier te werken om de procedure te versnellen.”

Wat was uw concrete rol?

“Die is vrij beperkt gebleven! De cliënt heeft bijna alles zelf gedaan. Zodra hij zijn formulier had ingevuld, kreeg ik alle informatie per e-mail en via dezelfde weg kon ik het ontwerp van akte aan de notaris meedelen.”

In welk opzicht heeft het gebruik van SMB door de cliënt uw werk verlicht?

“Het ging vlot: ik moest geen voorafgaande afspraak maken, ook niet vragen aan de klant dat hij mij een hoop

StartMyBusiness betekent een heuse tijdswinst voor iedereen: de ondernemers, de cijferberoepen en de notarissen

informatie meedeelde, vaak met een lange e-mailuitwisseling tot gevolg waarin er al eens informatie wordt vergeten.

En aangezien de cliënt aan zet is, is hij doorgaans nauwer betrokken. En omdat hij dat formulier kan invullen waar en wanneer hem dat uitkomt, is het ook voor hem veel gemakkelijker!”

Beschikte de cliënt, volgens u, over alle informatie die nodig was om zelf aan de slag te gaan?

“Vaak zijn de toekomstige ondernemers al cliënt van het kantoor, nemen ze telefonisch contact op en vragen ze hoe het verder moet. Een van de medewerkers licht dan de grote krachtlijnen toe, soms met informatie over de verschillende soorten vennootschappen en de eraan gekoppelde voorwaarden en beperkingen. We sturen hen een vragenformulier en adviseren hen om eerst te praten met hun boekhouder. Zijn ze geen cliënt van het kantoor, dan komt de vraag van de boekhouder zelf, die ons de nodige informatie bezorgt.”

“In dit praktische geval was de cliënt vrij goed geïnformeerd en ging het invullen van het formulier uiteindelijk zeer vlot. Dat invullen verliep intuïtief. De enige vraag die hij ons stelde had betrekking op het statuut van de statutaire zaakvoerder. We hebben alles haarfijn uitgelegd. En zelfs op het niveau van de kosten die op het einde van het parcours aan bod komen, was alles helder en overzichtelijk voor de klant.”

Heeft StartMyBusiness volgens u last van kinderziekten?

“Het is een tool die inspeelt op de vragen van de cliënt en die ons, medewerkers, het leven echt wel vergemakkelijkt.

Als er in die tool op het einde van het parcours nog ruimte zou worden gemaakt voor de opmaak van de ontwerpakte, zou dat prima zijn. Nu moeten we de gegevens kopiëren en ze verwerken in het programma dat de ontwerpakte genereert, en dat betekent toch een forse rem.”

75

STARTMYBUSINESS Digitaliser la création d’entreprise et valoriser le service

texte: N O TA IR E R E N A U D GR E GOIR E - N O TA IR E F R A N ÇOI S C AT IN U S

La société est en permanente évolution.

Le service au citoyen doit, à chaque instant, s’améliorer, s’accélérer, se simplifier.

Le notariat n’échappe pas à la règle.

Depuis une dizaine d’années, le développement informatique de notre profession n’a cessé de se développer, essentiellement dans l’organisation de nos études et dans les interactions avec les autorités. Cette évolution s’étend maintenant vers nos services proposés au client afin qu’il en bénéficie directement.

UNE INITIATIVE POUR LE CITOYEN : L’ACCÉLÉRATION DES DÉMARCHES ADMINISTRATIVES Dans cet esprit de modernisation et dans la perspective de la réforme du Code des sociétés actuellement en gestation, il paraissait logique de permettre aux néo-entrepreneurs de pouvoir, quasi instantanément, démarrer leur activité et communiquer avec l’étude de leur choix.

StartMyBusiness, dans sa première version lancée en automne 2017, est donc une plateforme permettant à tout entrepreneur de pré-créer sa société en complétant un formulaire électronique depuis notaire.be, d’y inscrire les coordonnées des différents partenaires de son projet (comptable, banquier, expert-comptable, …) - lesquels recevront copie des informations et démarches réalisées - et de finaliser la procédure en optant pour le notaire de son choix. Les données encodées alors transmises à l’étude choisie, le notaire prend en main l’accompagnement du client jusqu’à la création de la société.

Né d’un double constat - le besoin de simplification administrative et un souci de répondre aux habitudes de

‘fast consuming » d’une nouvelle génération habituée au digital et au libre accès - le projet StartMyBusiness vise à répondre à une des demandes de leurs clients : leur simplifier la vie.

Maître Francois Catinus, à l’initiative du projet, se souvient de l’émergence de l’idée : « Je discutais avec un ami entrepreneur sur les formalités de constitution de SPRL. Il m’exprimait son questionnement quant à la plus-value du notaire dans la gestion de ce type de dossier. Pour la constitution de sa SPRL, tout s’est réalisé par échange de mails entre la collaboratrice de son notaire et lui-même. Un formulaire lui a été envoyé, il l’a rempli et l’a renvoyé à la collaboratrice. Le projet d’acte lui est parvenu une semaine après. Je lui ai répondu que le notaire avait pour mission, entre autres, de veiller au caractère complet de la convention et à la sécurité juridique. C’est à la question « est-ce qu’un avocat ou un autre juriste ne serait pas également à même de rédiger ce type de contrat ? » que je me suis dit qu’il était temps d’agir car nous risquions de voir une de nos compétences nous être retirées. C’est dans l’air du temps. Le projet a été mûrement réfléchi avec Fednot. Il a été décidé de créer une plateforme basée sur l’esprit du notariat participatif permettant à TOUT utilisateur de pré-constituer sa SPRL. L’objectif était de faire comprendre à l’utilisateur tout le processus de constitution grâce, notamment, à l’insertion d’info-bulles apparaissant à chaque étape du formulaire.

En synthèse, l’esprit de StartMyBusiness est d’impliquer le fondateur ou le donneur d’ordre de manière didactique et intuitive. Le notaire bénéficie, quant à lui, de la plus grosse majorité des informations lui permettant de rédiger son projet d’acte en se dispensant du premier mail à envoyer pour les demandes d’informations.»

C’est donc un gain de temps considérable pour tous :

76

NOTAR I US 2018 / S E R V I C E A U C I T O Y E N

entrepreneurs, professionnels du chiffre et notaires.

L’aboutissement de la procédure est, dans une seconde version, de pouvoir générer un acte de constitution (en tout cas pour les projets les plus simples) et d’en faciliter la gestion pour l’étude tout en diminuant les coûts pour le client.

F.C. : « L’aboutissement que constituera la génération du projet d’acte automatique permettra au notaire de réaliser une économie réelle sur ses coûts en faisant gagner un temps certain à ses collaborateurs qui n’auront plus alors qu’à s’assurer de ce que les clients attendent de nous : la sécurité juridique.

DES ENJEUX IMPORTANTS POUR LA PROFESSION De plus en plus, nous voyons émerger d’autres acteurs, des initiatives adressées aux entrepreneurs tendant à se positionner sur le même marché : la création en ligne de leur société. Il est essentiel de rappeler que le produit StartMyBusiness n’a aucune ambition à se substituer aux professionnels du chiffre ni aux notaires, mais bien de leur faciliter également la tâche en leur allégeant le travail préparatoire. En sollicitant directement, depuis la plateforme, les experts et en les impliquant dans le processus,

c’est un « one-stop-shopping » pour le citoyen qui regroupe, depuis un seul endroit, l’accès à plusieurs expertises qui permettront de facilement et rapidement créer sa société.

LES CONSEILS DEMEURENT ESSENTIELS A ceux qui considèrent que ce produit remet en question la valeur ajoutée du notariat, il faut évidemment rappeler que la valeur ajoutée de l’étude ne se situe pas au niveau de l’encodage dans les bases de données.

En laissant la pure administration à la technologie, les notaires peuvent accorder une attention particulière à leur véritable valeur ajoutée, c’est-à-dire des conseils professionnels et personnalisés sur la constitution de société, avec les éléments qui impactent aussi leur vie privée.

L’aspect humain reste essentiel. Avec sa connaissance du contexte, de l’expérience et des compétences, le notaire continuera à jouer un rôle en aidant les citoyens dans notre société complexe.

A l’instar d’un virement bancaire, de la réservation d’un billet d’avion ou de la souscription d’un contrat d’assurance, une grande part de la population, de plus en plus connectée, rejette l’idée de devoir encore prendre rendez-vous par

77

téléphone, d’envoyer copie de sa carte d’identité par courrier/mail et de devoir passer par plusieurs intermédiaires pour créer sa société, qui plus est s’il s’agit d’un multi-entrepreneur.

Le notariat se doit donc de développer à la fois le service à la clientèle, en partie pour les plus démunis ou ceux qui n’ont pas accès aux outils numériques et, dans un même temps, être à la pointe des technologies ; que ce soit au sein de son étude, dans le rapport aux administrations mais aussi dans ses rapports avec le citoyen. Il est essentiel de rester en contact avec le citoyen, avec TOUS les citoyens ; que ce soit ceux, et ils sont encore nombreux, qui fonctionnent à l’ancienne ou ceux qui ne jurent que par le numérique.

StartMyBusiness est un gain de temps considérable pour tous : entrepreneurs, professionnels du chiffre et notaires

StartMyBusiness est une première étape consistant à donner accès aux citoyens à leurs dossiers notariaux, à les inclure dans cette démarche, à favoriser la transparence dans les processus et contribuer à un monde participatif.

Mais d’autres suivront comme l’établissement de la déclaration de succession en ligne, la mise en place d’une base de données où chaque citoyen pourra consulter les actes réalisés, …

UN OUTIL QUI NOUS FACILITE VRAIMENT LA VIE Nous avons interrogé Mme Denis, collaboratrice de l’étude CAEYMAEX à Liège qui a récemment collaboré à la création d’une société avec l’outil StartMyBusiness.

Comment s’est passée cette constitution de société avec votre client ?

Il s’agissait d’un client de l’étude qui avait eu un rendez-vous pour tout autre chose.

Lors de l’entretien avec le notaire, il a confirmé le désir de créer sa société et a évoqué StartMyBusiness dont il avait entendu parler. Le notaire lui a parlé du produit et ils ont décidé de passer par ce formulaire pour accélérer les démarches.

Concrètement, quel a été votre rôle ?

En fait, assez mince ! Le client a presque tout fait tout seul.

Une fois qu’il a eu complété son formulaire, j’ai reçu toutes les informations par mail et ai transmis la proposition d’acte au notaire.

Qu’est-ce que l’utilisation de SMB par le client a facilité pour vous ?

C’était simple : je n’ai pas eu à programmer un pré rendez-vous, ni à téléphoner au client pour qu’il m’envoie les informations, cela m’a évité un tas d’échanges de mails avec des informations oubliées. Dans la mesure où c’est le client qui est actif, il est généralement plus impliqué. Et comme il peut compléter ce formulaire où il veut et quand il veut, ça lui facilite aussi la vie !

Selon vous, le client disposait-il de toutes les informations nécessaires pour se lancer dans cette création ?

Souvent, les futurs entrepreneurs déjà clients de l’étude nous contactent par téléphone et demandent comment procéder. Un des collaborateurs lui explique les grandes lignes directrices, parfois les différents types de sociétés avec leurs avantages et contraintes. On leur envoie un formulaire de questions et leur conseille d’aller voir d’abord leur comptable. Quand ils ne sont pas clients de l’étude, la demande vient alors du comptable lui-même qui nous envoie les infos nécessaires.

Pour ce cas-ci, le client s’était déjà pas mal renseigné et compléter le formulaire a été finalement assez simple. Cela a été intuitif et la seule question qu’il nous a posée concernait le statut de gérant statutaire, ce qu’on a éclairci avec lui.

Même au niveau des frais évoqués en fin de parcours, c’était clair et complet pour le client.

StartMyBusiness souffre-t-il d’une maladie de jeunesse selon vous ?

C’est un outil qui répond à la demande des clients et nous facilite vraiment la vie en tant que collaborateur. Mais s’il pouvait intégrer l’établissement du projet d’acte en fin de parcours, ce serait encore mieux. Aujourd’hui, nous devons copier les données et les intégrer dans le programme générant le projet d’acte, ce qui reste encore contraignant.

78

NOTAR I US 2018 / R I S Q U E S D U M É T I E R - R I S I C O ’ S V A N H E T B E R O E P

« Ce qui ne peut être évité ne saurait être puni » (Anatole France ; Jean Marteau, 1904)

texte: N O TA IR E CH A R L E S DE B R AY - N O TA IR E H O N O R A IR E A N DR É WA L L E M A CQ

S’il est un trait de caractère particulièrement répandu dans la profession, c’est bien celui de médiateur. Le notaire n’est-il pas celui qui propose toujours une solution équilibrée pour sortir de l’impasse ?

Attention cependant à ne pas transformer l’or en plomb, notamment lorsque cette soif de conciliation nous pousse à endosser des responsabilités qui ne sont pas les nôtres, comme ce fût le cas dans l’exemple qui va suivre.

Proche de la cessation de paiement, un vendeur trouve in extremis acquéreur pour son bien et charge son notaire de préparer l’acte. Comme on l’imagine, de nombreux créanciers se poussent au portillon, dont un hypothécaire.

Une notification sociale parvient également au notaire via l’eNotariat, émanant de Securex qui dispose pour sa créance de 11.133,41 € d’un titre exécutoire.

Le prix ne permet pas le remboursement de cette somme car la créance hypothécaire absorbe tout le disponible ou presque.

Comme le temps presse pour le vendeur, l’acte est reçu et une explication circonstanciée est donnée au créancier hypothécaire, présent pour la circonstance et qui en l’occurrence n’est pas un professionnel de la matière, quant au mécanisme qui permet à Securex de prendre dans les 8 jours de l’acte une inscription légale, empêchant par ce fait la vente pour quitte et libre. Le notaire propose donc de rembourser intégralement Securex.

Fort de cette explication, le créancier hypothécaire qui craignait tout autant que le vendeur qu’un commandement préalable soit transcrit prochainement par des créanciers chirographaires, semble accepter « la situation », sans toutefois signer le décompte pour accord.

Securex est ensuite remboursée.

Quelques semaines plus tard, le créancier revoit semble-t-il sa position et son avocat réclame son dû. Il a raison en droit.

A défaut d’avoir un accord écrit du créancier hypothécaire, le notaire aurait dû convaincre Securex qu’il ne venait pas en ordre utile, l’inviter à donner mainlevée de sa notification et à dispenser le notaire de l’envoi de l’avis dans les 24 heures de l’acte ou à s’engager à ne pas prendre l’hypothèque légale.

Vous me direz que c’est bien joli mais qu’il est probable que Securex aurait refusé. Quid alors de l’urgence de signer ? Je vous répondrai qu’en effet nous nous serions alors trouvés devant une situation bloquée mais que ce blocage n’aurait pas été le fait du notaire et qu’aucune faute n’aurait pu lui être reprochée. Qu’au lieu de cela, il se retrouve avec une mise en cause bien justifiée, elle, de sa responsabilité. Il a certes voulu bien faire et il est sans doute exact que le temps était compté mais, parfois, on ne peut pas raisonnablement tout arranger.

Il restera aux assurances à postuler, sans grand espoir de succès, la non responsabilité du notaire en raison de l’accord verbal du créancier et à défaut, de solliciter le remboursement par Securex, démarche ici encore toute hypothétique car il n’y a pas à proprement parler de paiement indu. Quant à se faire rembourser par le vendeur…

VOTRE RUBRIQUE « LES RISQUES DU MÉTIER » SE RÉINVENTE SOUS FORME NUMÉRIQUE Désormais, retrouvez-nous aussi chaque mois dans les messages Flash qui vous parviendront dans votre boîte Belnot et resteront ensuite disponibles sur l’eNotariat (Institutions – Assurances du Notariat – Flash).

79

“Wat niet vermeden kan worden, kan niet afgestraft worden” (Anatole France; Jean Marteau, 1904)

tekst: N O TA R I S CH A R L E S DE B R AY - E R E N O TA R I S A N DR É WA L L E M A CQ

Als er één karaktertrek is die ons beroep typeert, dan is het wel die van bemiddelaar.

Is de notaris niet de persoon bij uitstek die altijd een evenwichtige oplossing zoekt om uit de impasse te geraken?

Het is nochtans opletten dat het goud niet in lood verandert, vooral wanneer dat streven naar verzoening ons pusht om verantwoordelijkheden op te nemen die de onze niet zijn, zoals in volgend voorbeeld.

De staking van betaling nabij, vindt een verkoper in extremis een koper voor zijn onroerend goed en gelast hij zijn notaris met de voorbereiding van de akte. Zoals verwacht, kloppen talrijke schuldeisers aan, waaronder een hypothecaire.

De notaris ontvangt ook een sociaal bericht via het e-notariaat, uitgaande van Securex die voor haar schuldvordering van 11.133,41 euro over een uitvoerbare titel beschikt.

De prijs volstaat niet om dit bedrag te betalen aangezien de hypothecaire schuld quasi het volledige beschikbare bedrag opslorpt.

Aangezien de tijd dringt voor de verkoper, wordt de akte verleden en wordt er een omstandige uitleg gegeven aan de hypothecaire schuldeiser, voor de gelegenheid aanwezig en in casu een leek in de materie, over het recht van Securex om binnen de 8 dagen na het verlijden van de akte een wettelijke inschrijving te nemen, waardoor de verkoop voor vrij en onbelast wordt verhinderd. De notaris stelt dus voor om Securex integraal terug te betalen.

Net zoals de verkoper, vreest de hypothecaire schuldeiser dat weldra één van de chirografaire schuldeisers een voorafgaand bevel zou laten overschrijven, en hij legt zich neer bij “de situatie”, zonder echter de afrekening voor akkoord te ondertekenen.

Securex wordt vervolgens volledig betaald.

Enkele weken later verandert de hypothecaire schuldeiser blijkbaar van gedachten en zijn advocaat vordert wat hem toekomt.

Bij gebrek aan een geschreven akkoord van de hypothecaire schuldeiser had de notaris Securex moeten overtuigen dat zij niet batig gerangschikt was, haar uitnodigen om handlichting te verlenen en de notaris vrij te stellen van verzending van het bericht binnen de 24 uur na de akte, of zich te verbinden om geen wettelijke hypotheek te nemen.

U zal zeggen: dat is allemaal goed en wel maar naar alle waarschijnlijkheid zou Securex geweigerd hebben. Quid dus met de dringende ondertekening? Ik zal u antwoorden dat wij inderdaad in een impasse waren terechtgekomen, maar niet door toedoen van de notaris en dat hem desgevallend geen enkele fout kon worden verweten. In plaats daarvan komt zijn aansprakelijkheid nu - terecht - wel in het gedrang. Hij had zeker het beste voor en er wás tijdnood, maar soms kunnen wij niet alles regelen.

Het zal nu aan de verzekeringen zijn om, met weinig kans op succes, de niet-aansprakelijkheid van de notaris aan te tonen gelet op het mondelinge akkoord van de hypothecaire schuldeiser en de terugbetaling door Securex te vorderen. Een hypothetische stap gezien er strikt genomen geen onverschuldigde betaling is. Om dan nog maar te zwijgen van een terugbetaling door de verkoper…

DE RUBRIEK “RISICO’S VAN HET BEROEP” GAAT DIGITAAL Voortaan vindt u onze rubriek ook elke maand in de FLASH-mail die u via uw belnot-adres zal worden toegestuurd. Daarna zal de tekst beschikbaar blijven op het eNotariaat (Instellingen – Verzekeringen van het Notariaat – Flash).

80

NOTAR I US 2018 / É T U D E - K A N T O O R

LA LÉGALISATION SE NUMÉRISE Le SPF Affaires Étrangères a lancé le 1er mars son application e-légalisation.

Désormais, vous pourrez donc déposer vos documents et les faire légaliser de manière électronique. La Belgique est le onzième pays à emprunter la voie de la légalisation numérique.

LA LÉGALISATION, C’EST QUOI ?

La légalisation est une procédure par laquelle on certifie l’authenticité de la signature d’un fonctionnaire public. Il existe deux procédures de légalisation : • La procédure de légalisation la plus connue est l’apostille. Elle constitue une forme de légalisation simplifiée et est valable entre tous les pays signataires de la Convention de La Haye du 5 octobre 1961 supprimant l’exigence de légalisation des actes publics étrangers (soit, la Convention de l’apostille).

• Pour les pays qui ne font pas partie de cette convention, la procédure de la grande légalisation s’applique ; lors de cette procédure, la légalisation du document s’effectue par deux instances : le SPF Affaires Étrangères, ainsi que l’ambassade du pays où le document sera finalement utilisé.

sera disponible que de manière électronique. En revanche, s’il est souhaité, les légalisations faisant partie de la grande légalisation seront encore délivrées sur papier, par exemple lorsque l’ambassade du pays de destination préfère quand même avoir recours à une légalisation physique. Dans ce cas, il faut encore se rendre au guichet. À partir du 1er mai 2018, le dépôt de votre signature s’effectuera également en ligne par le biais de ce système et ne s’effectuera plus en déposant un formulaire papier.

QUI Y A ACCÈS ?

Seuls les partenaires accrédités comme les institutions publiques, les notaires, les communes, ... disposeront d’un accès au système. En d’autres mots, les particuliers n’auront pas accès à l’application e-légalisation et devront encore se rendre au guichet, où il leur sera délivré une légalisation électronique.

PROCÉDURE ACTUELLE Pour l’instant, chaque légalisation est délivrée sur papier sous forme d’un autocollant muni d’un numéro de contrôle. Le SPF Affaires Étrangères vérifie la signature du signataire et place une légalisation physique sur papier, si toutes les conditions de légalisation ont été remplies.

QUELS DOCUMENTS ?

Via l’application, vous pourrez seulement faire légaliser des documents notariés de votre étude ou des documents sous seing privé légalisés par votre étude. Pour les autres documents, vous devez soit vous rendre au guichet ou vous pouvez bien entendu également passer par le Service Légalisation de Fednot qui dépose à votre place les documents au guichet. Pour de tels documents, la demande ne s’effectue donc pas via l’application, mais la légalisation ou l’apostille est délivrée numériquement, tout comme pour les documents déposés via l’application.

QU’EST-CE QUI CHANGE ?

Grâce à l’application e-légalisation, il vous est dorénavant possible, à partir du 1er mars, d’effectuer cette procédure de manière numérique via le site web suivant : https://elegalisation.diplomatie.be/. À partir du 1er mai, l’apostille ne

AVANTAGE L’application fournira un énorme gain de temps. Vous ne perdez plus de temps avec l’expédition de vos documents par la poste. Il n’est donc plus nécessaire de faire la file au guichet pour des documents notariés. Dès que

texte: E L S V E R B E L E N

le paiement est reçu, le document est automatiquement légalisé et la légalisation est disponible.

E-LÉGALISATION OU SERVICE FEDNOT Pour vos documents notariés et sous seing privé légalisés par le notaire, nous vous prions d’utiliser directement l’application e-légalisation du SPF Affaires Étrangères. Ce système vous fera gagner beaucoup de temps. Imaginez que vous ayez besoin d’une apostille sur une expédition d’un contrat de mariage pour l’Espagne. Il sera dès lors plus simple et plus efficace de passer par l’application e-légalisation. L’application sera accessible sur l’eNotariat via la nouvelle App eLEG, que vous pouvez retrouver sous le menu Étude > Applications. Vous y trouverez également un mode d’emploi relatif à l’utilisation de l’application.

Pour les dossiers plus complexes qui requièrent des étapes supplémentaires de légalisation et les documents non notariés, il est encore et toujours utile de faire appel à notre intervention et notre expertise. Sur la page d’informations de l’App eLEG de l’eNotariat, vous pouvez retrouver de plus amples informations sur les services de légalisation.

Cette application a été développée par le SPF Affaires Étrangères. Pour des questions sur l’utilisation de l’application même, veuillez prendre contact avec le SPF Affaires Étrangères via le lien suivant : elegalisation@diplobel.fed.be.

Pour des questions sur les services de Fednot, veuillez nous contacter par mail à l’adresse vtl@fednot.be ou par téléphone au numéro 02/505 08 11.

81

LEGALISATIE GAAT DIGITAAL De FOD Buitenlandse Zaken lanceerde op 1 maart 2018 haar applicatie e-legalisatie. Dit betekent dat u voortaan uw documenten elektronisch kan neerleggen en laten legaliseren. België is daarmee het elfde land dat op de digitale legalisatietrein springt.

WAT IS LEGALISATIE? Legalisatie is een procedure waarbij de echtheid van een handtekening van een openbaar ambtenaar bevestigd wordt.

Er bestaan twee legalisatieprocedures: • De meest bekende legalisatieprocedure is de apostille. Dat is een vereenvoudigde vorm van legalisatie die geldig is tussen alle landen die toegetreden zijn tot het Verdrag van Den Haag van 5 oktober 1961 tot afschaffing van de vereiste tot legalisatie van buitenlandse openbare akten (kortweg apostilleverdrag).

• Voor landen die geen lid zijn van dit verdrag, geldt de grote legalisatieprocedure en plaatst niet alleen FOD Buitenlandse Zaken een legalisatie, maar ook de ambassade van het land waar het document uiteindelijk gebruikt zal worden.

HUIDIGE WERKWIJZE Momenteel wordt iedere legalisatie op papier afgeleverd onder de vorm van een sticker met controlenummer. De FOD Buitenlandse Zaken verifieert de handtekening van de ondertekenaar en plaatst – als aan alle legalisatievoorwaarden werd voldaan – een fysieke legalisatie op papier.

WAT VERANDERT ER? Met de applicatie e-legalisatie kan een legalisatie voortaan digitaal aangevraagd worden via de website: https:// elegalisation.diplomatie.be/. Vanaf 1 mei zal de apostille enkel nog elektronisch beschikbaar zijn. Gewone legalisaties kunnen daarentegen, indien

gewenst, nog steeds op papier uitgereikt worden, bijvoorbeeld wanneer de ambassade van het land van bestemming een fysieke legalisatie verkiest. In dat geval moet men toch nog langs het loket gaan.

Ook de neerlegging van uw handtekening zal vanaf 1 mei 2018 online via dit systeem gebeuren en niet langer via het papieren formulier tot neerlegging.

WIE HEEFT TOEGANG? Enkel geaccrediteerde partners zoals overheidsinstellingen, notarissen, gemeenten… zullen in de toekomst over een toegang beschikken. Particulieren zullen met andere woorden geen toegang krijgen tot de applicatie e-legalisatie en moeten nog steeds naar het loket gaan, waar hen een elektronische legalisatie zal worden afgeleverd.

WELKE DOCUMENTEN? U zal via de applicatie enkel notariële documenten van uw kantoor of door uw kantoor gelegaliseerde onderhandse documenten kunnen laten legaliseren. Voor andere documenten moet u ofwel naar het loket gaan ofwel gebruikmaken van de dienstverlening van de Dienst Legalisaties van Fednot die in uw plaats de documenten aan het loket neerlegt. De aanvraag gebeurt voor dergelijke documenten dus niet via de applicatie, maar de legalisatie of apostille wordt, net zoals bij documenten die via de applicatie worden neergelegd, digitaal afgeleverd.

VOORDEEL De applicatie zal een enorme tijdswinst opleveren. U verliest geen tijd meer met de verzending van uw documenten per post. Aanschuiven aan het loket is voor notariële documenten niet langer nodig. Zodra de betaling ontvangen is, wordt het document automatisch gelegaliseerd en is de legalisatie beschikbaar.

tekst: E L S V E R B E L E N

E-LEGALISATIE OF DIENSTVERLENING FEDNOT Voor notariële documenten en gelegaliseerde onderhandse documenten van uw kantoor vragen wij u rechtstreeks gebruik te maken van de applicatie e-legalisatie van FOD Buitenlandse Zaken. Dat zal u heel wat tijdswinst opleveren.

Stel dat u een apostille nodig heeft op een afschrift van een huwelijkscontract bestemd voor Spanje, dan is het eenvoudiger en efficiënter om via de applicatie e-legalisatie te werken. De applicatie zal toegankelijk zijn via het eNotariaat via de nieuwe App eLEG, terug te vinden onder het menu Kantoor > Applicaties. U vindt er tevens een handleiding over het gebruik van de applicatie.

Voor complexere dossiers die meerdere legalisatiestappen vereisen en niet-notariële documenten, betekent onze tussenkomst en expertise nog steeds een meerwaarde. Meer informatie over de dienstverlening van de dienst Legalisaties van Fednot kan u terugvinden op het eNotariaat op de informatiepagina die hoort bij de App eLEG. Deze toepassing is een applicatie van FOD Buitenlandse Zaken.

Voor vragen over het gebruik van de applicatie zelf, neemt u contact op met FOD Buitenlandse Zaken via elegalisation@diplobel.fed.be.

Voor vragen over de dienstverlening van Fednot kan u ons bereiken via mail vtl@fednot.be of telefonisch 02/505 08 11.

82

NOTAR I US 2018 / S E R V I C E D ’ A P P U I B A S E S D E D O N N É E S - S T E U N D I E N S T D A T A B A N K E N

INFORMATIONS SUPPLÉMENTAIRES : LE NOUVEAU REGISTRE CER texte: V É R O NIQ U E P L A S

Un nouveau registre a fait son apparition depuis le 1er mars 2018 au sein de Fednot. Il s’agit du CER, le Registre Central Successoral.

Fednot est responsable de la gestion de celui-ci et a prévu une application spécifique sur l’eNotariat qui permet aux notaires et collaborateurs, d’avoir un accès direct, et en ligne, des données qui y sont reprises. Ces données permettent de vérifier expressément le patrimoine des bénéficiaires et de fournir également une indication du notaire en charge quant à l’héritage en question.

PETIT RAPPEL …

La loi Pot-pourri V (loi du 6 juillet 2017) prévoit la création et la gestion d’une nouvelle source authentique appelée le « Registre Central Successoral » (CER). La gestion en est confiée à Fednot. Les principes de la création et de la gestion de ce registre se trouvent dans un nouveau chapitre du Code civil.

Le Registre Central Successoral contient les métadonnées de différents actes établis après le décès d’une personne.

Il s’agit, d’une part, des données des déclarations d’acceptation sous bénéfice d’inventaire et des déclarations de renonciation, et d’autre part, des données des certificats et actes d’hérédité, dressés par un notaire, ainsi que des certificats successoraux européens.

Chacun a accès aux données du registre, de telle sorte qu’un point d’information central existera pour ces données relatives à la personne décédée.

VOTRE ACCÈS AU CER …

SE LOGUER SUR ENOTARIAT

RUBRIQUE FAMILLE

CER

Dans une version ultérieure, il est prévu d’ajouter un tableau de bord au sein de l’application « CER ».

En attendant, en cas de recherche d’un dossier de votre étude (ou d’une autre), vous pouvez effectuer cette recherche via le bouton « Consultation ».

Le bouton « Consultation » a deux rôles principaux : •• Rechercher un dossier d’une autre étude •• Filtrer vos propres dossiers Un « Quick Start Guide » CER a été créé afin de faciliter les premières manipulations.

Le Service d’appui Bases de données reste, évidemment, disponible pour toutes vos questions supplémentaires.

83

APP GEEFT TOEGANG TOT CENTRAAL ERFRECHTREGISTER tekst: V É R O NIQ U E P L A S

Sinds 1 maart 2018 beschikt Fednot over een nieuw register: het Centraal Erfrechtregister, afgekort CER. Fednot is verantwoordelijk voor het beheer van dit register en heeft een specifieke applicatie op het eNotariaat voorzien waardoor de notarissen en hun medewerkers rechtstreeks en online toegang hebben tot de gegevens die erin opgenomen zijn. Deze gegevens laten toe om na te gaan of de erfgerechtigden een uitdrukkelijke erfkeuze maakten en geven ook een aanwijzing van de notaris die gelast is met de vereffening van de nalatenschap.

TER HERINNERING De wet Potpourri V (wet van 6 juli 2017) voorziet in de oprichting en het beheer van een nieuwe authentieke bron, het Centraal Erfrechtregister (CER). Het beheer ervan is toevertrouwd aan Fednot. De principes van de oprichting en het beheer van dit register staan in een nieuw hoofdstuk van het Burgerlijk Wetboek.

Het Centraal Erfrechtregister bevat de metagegevens van verschillende akten die na het overlijden van een persoon worden opgemaakt. Het gaat enerzijds om verklaringen van aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving en verklaringen van verwerping, en anderzijds over gegevens van attesten en akten van erfopvolging, opgemaakt door een notaris, alsook Europese erfrechtverklaringen.

Iedereen heeft toegang tot de gegevens van het register, waardoor er een centraal aanspreekpunt zal ontstaan voor deze gegevens m.b.t. de overleden persoon.

ZO KRIJGT U TOEGANG TOT CER

INLOGGEN OP HET E-NOTARIAAT

MENU FAMILIE

CER

In een latere versie voorzien we in een dashboard in de applicatie CER. Als u in afwachting daarvan een dossier van uw kantoor (of een ander kantoor) wenst op te zoeken, moet u de knop “Consultatie” gebruiken.

De knop “Consultatie” heeft twee belangrijke functies: •• Opzoeken van een dossier van een ander kantoor •• Filteren van eigen dossiers We werkten een Quick Start CER (Handleiding CER op het eNotariaat) uit om de eerste kennismaking met de applicatie te vergemakkelijken. Voor alle bijkomende vragen kunt u zich natuurlijk wenden tot de Steundienst Databanken.

84

NOTAR I US 2018 / S O C I A A L S E C R E T A R I A A T D E R N O T A R I S S E N

85

U hebt vragen over tijdskrediet, ouderschapsverlof, thuiswerk ...

SOCIAAL RECHT: ADVIES OP MAAT tekst: DIR K R E M M E R IE

Het Sociaal Secretariaat der Notarissen (SSN) is een buitenbeentje in zijn genre wegens gespecialiseerd in alles wat paritair comité 216 aangaat. Wellicht ten overvloede: PC 216 bepaalt de loon- en arbeidsvoorwaarden voor wie werkt bij notarissen of ondersteunende organisaties voor notarissen (zoals Fednot).

SSN is goed bekend omwille van de berekening van de lonen. Minder bekend is dat SSN sinds kort een team juristen heeft dat advies geeft rond sociaal recht.

“Elke dag krijgen we tien tot vijftien vragen die te maken hebben met sociaal recht”, zegt Katarina Magerman (Teamleader Legal), “maar toch is onze dienstverlening nog te weinig bekend.”

“Vreemd is dat niet”, haakt Jean-Marie Doumont (Director Social Affairs & HR) in. “Het Sociaal Secretariaat der Notarissen bestaat sinds 1945; pas in 2015 versterkte Katarina als eerste juriste het SSN. Nu leidt ze een team van drie juristen die, net als zijzelf, ervaring opbouwden in grote advocatenkantoren en kunnen we onze klanten een extra troef aanbieden.”

/

foto’s: T H O M A S DE B O E V E R

Hoe komt het dat het notariaat een eigen sociaal secretariaat heeft?

J-MD: “De sociale secretariaten zagen het daglicht na de Tweede Wereldoorlog en werden opgericht door de patronaten, waardoor ze automatisch ook tot een bepaalde zuil behoorden. SD Worx, bijvoorbeeld, werd opgericht binnen het Vlaams Economisch Verbond (VEV), Group S hoorde bij de bouwsector… Fednot richtte in 1945 het SSN op, waardoor we onze focus bijna exclusief kunnen leggen op alles wat verband houdt met het notariaat.

“Ook al kan elke notaris zijn sociaal secretariaat vrij kiezen, de overgrote meerderheid is klant bij ons. En als er al eens iemand de stap zet naar een ander sociaal secretariaat, keert die meestal terug. Ze merken snel dat we meer doen dan loonberekeningen maken: unieke diensten aanbieden en ondersteuning bieden met deskundige dossierbeheerders die persoonlijk, professioneel en proactief optreden.”

Een van die unieke diensten is het juridisch advies rond sociaal recht.

J-MD: “Inderdaad. Notarissen mogen dan wel net zoals onze juristen masters in de rechten zijn, sociaal recht heeft weinig te maken met hun core business. Bovendien wordt de wetgeving met de jaren complexer.”

KM: “Als juridische dienst geven wij extern advies aan onze klanten, maar wenden wij onze kennis ook aan om de algemene dienstverlening van het sociaal secretariaat te verbeteren. Reden waarom wij de dossierbeheerders, die dagelijks in

86

NOTAR I US 2018 / S O C I A A L S E C R E T A R I A A T D E R N O T A R I S S E N

Als de vragen complexer zijn, komt de notaris bij ons terecht. (KM)

contact komen met de notaris, opleiden en op de hoogte brengen van alle veranderingen in de wetgeving. Zij zijn ten slotte het eerste aanspreekpunt van de notarissen. Als de vragen complexer zijn, komt de notaris bij ons terecht. Dat gebeurt steeds vaker, omdat we merken dat er mond-tot-mondreclame wordt gevoerd over onze dienstverlening.”

Met welke vragen kan de notaris bij de juridische dienst terecht? Vragen rond aanwerving en ontslag?

KM: “En alles wat daartussen zit. Dat kunnen vragen zijn over tijdskrediet of ouderschapsverlof. Of hoe je het het beste aanpakt als je drie dagen extra vakantie wil geven en daarrond toch iets op papier wil zetten. Over hoe je moet

omgaan met zieke werknemers krijgen we veruit de meeste vragen. We geven ook advies rond bijvoorbeeld motivering van ontslag, opzegtermijnen, specifieke clausules bij aanwerving, thuiswerk, het arbeidsreglement… Momenteel krijgen we heel veel vragen van notarissen die hun personeel bonussen willen toekennen.”

Dat laatste heeft alles te maken met de invoering van de winstpremie?

KM: “De mogelijkheid bestond al om werknemers collectief te belonen via CAO90, maar sinds 1 januari is er inderdaad ook de winstpremie om hen op een fiscaal vriendelijke manier een extra toe te stoppen. Velen zijn daarin geïnteresseerd, maar weten niet hoe ze het precies moeten aanpakken. Of wat de voor- en nadelen zijn van het ene systeem en het andere.”

“Als er zoveel vragen zijn over één onderwerp, organiseren we een webinar tussen de middag. In januari hielden we een eerste webinar rond arbeidsongeschiktheid, waarbij we de focus legden op de vijf meestgestelde vragen daarrond.

We kregen heel veel positieve reacties. En ook nóg meer vragen, maar die waren dan heel specifiek, zoals: ‘Hoe kan ik mijn medewerker re-integreren na een lange ziekte?’

Ons webinar van maart ging over de winstpremie waar we het net over hadden.”

87

Door informatie te geven, roep je extra vragen op.

KM: “En dat is goed, want onze bedoeling is dat notarissen zo weinig mogelijk fouten maken in hun personeelsbeleid.

Hoe beter onze klanten voorbereid zijn, hoe minder problemen nadien.”

Gebruik je nog andere communicatiekanalen om de klanten op de hoogte te houden?

KM: “We hebben nieuwsbrieven, maar die sturen we niet uit op vaste tijdstippen. Dat doen we enkel als er wetgeving verandert die een impact heeft op onze klanten. Daarmee maken wij het verschil met andere sociale secretariaten die over van alles en nog wat informeren. Wij hebben de luxe dat we op voorhand kunnen filteren per sector, zodat de klant niet verdrinkt in veel, maar voor hem of haar nutteloze informatie.”

“Soms sturen we nieuwsbrieven die niet gebonden zijn aan de actualiteit, maar een bepaald thema uitdiepen, zoals bijvoorbeeld studentenarbeid. Nieuws is dat niet, maar als we merken dat er veel vragen binnenkomen rond één onderwerp, frissen we de kennis van onze klanten op.”

J-MD: “Nieuwsbrieven zijn interessant en in heel wat gevallen ook het begin van een dialoog. Ook al zijn ze goed geschreven, volledig en correct, toch nemen heel wat klanten nadien nog even contact om advies op maat te vragen.

Twintig jaar geleden deden enkel grote bedrijven dat, nu wil haast iedereen een persoonlijke aanpak. Sinds een paar jaar hebben we dan ook meer mensen om dat klaar en duidelijk te doen. Onze klanten hoeven dus niet langer meteen aan te kloppen bij een advocatenkantoor, maar kunnen voor zeer veel vragen rechtstreeks bij het SSN terecht.”

Geeft het SSN ook advies rond loopbaanbegeleiding en andere facetten van HR? J-MD: “ In Human Resources spreken we doorgaans over hard en soft HR. Hard HR houdt zich bezig met alle verloningsvraagstukken, terwijl soft HR werving, training en evaluatie omvat. Dit is niet de taak van de juridische afdeling van het sociaal secretariaat, maar notarissen zijn hierin zeker geïnteresseerd. Een gemiddeld notariskantoor telt zes medewerkers en heeft daardoor bijvoorbeeld weinig of geen expertise op het vlak van rekrutering. Het departement Social Affairs van Fednot wil in de nabije toekomst een informaticatoepassing lanceren die kan helpen bij die rekrutering.”

“Andere diensten zijn in voorbereiding bij de dienst ‘Compensation and Benefits’ van Fednot, zoals bijvoorbeeld het onderhandelen van akkoorden op nationaal niveau met autoleasemaatschappijen. Op die manier zal een notaris gebruik kunnen maken van een sleutel-op-de-deur contract wanneer hij een bedrijfswagen wil geven aan één van zijn werknemers. Zoals u kan vaststellen willen we op diverse vlakken een toegevoegde waarde bieden.”

Vous avez des questions sur le crédit-temps, le congé parental, le télétravail...

DES CONSEILS SUR MESURE EN MATIÈRE DE DROIT SOCIAL texte: DIR K R E M M E R IE

/

photos: T H O M A S DE B O E V E R

La spécialisation du Secrétariat Social des Notaires (SSN) dans tout ce qui touche à la commission paritaire 216 fait de lui une instance unique en son genre. Petit complément d’information peut-être inutile : la CP 216 définit les salaires et conditions de travail de toute personne travaillant au service d’un notaire ou au sein d’une organisation de soutien aux études notariales (comme Fednot). Le SSN est bien connu pour le calcul des salaires. Mais on sait moins qu’il s’est récemment doté d’une équipe de juristes pour donner des conseils en matière de droit social aux notaires. « Nous enregistrons chaque jour pas moins de 10 à 15 demandes relatives au droit social », commente Katarina Magerman (Teamleader Legal), « mais notre service reste méconnu. » « Rien d’étonnant », intervient Jean-Marie Doumont (Director Social Affairs & HR). « Le Secrétariat Social des Notaires existe depuis 1945, mais Katarina, sa première juriste, n’a rejoint ses rangs qu’en 2015. Elle est à présent à la tête d’une équipe de trois juristes qui, tout comme elle, ont fait leurs armes dans de grands cabinets d’avocats. Ils représentent désormais un atout supplémentaire pour nos clients. » Pourquoi le notariat a-t-il son propre secrétariat social ?

J-MD : « Les secrétariats sociaux ont vu le jour après la Seconde Guerre mondiale. Leur création par le patronat leur a automatiquement collé une certaine étiquette. SD Worx, par exemple, a été créé au sein du Vlaams Economisch Verbond (VEV), tandis que Group S relevait du secteur de la

88

NOTAR I US 2018 /

SECRÉTARIAT SOCIAL DES NOTAIRES

construction… Fednot a créé le SSN en 1945, raison pour laquelle nous sommes en mesure de nous concentrer presque exclusivement sur tout ce qui a trait au notariat. » « Bien que chaque notaire puisse choisir librement son secrétariat social, la grande majorité d’entre eux sont clients chez nous. Et ceux qui décident de partir à la concurrence finissent généralement par revenir. Il ne leur faut en effet pas très longtemps pour se rendre compte que nous ne nous limitons pas aux calculs salariaux : ils peuvent, en effet, compter sur nos services uniques et l’accompagnement offert par nos gestionnaires de dossiers qualifiés, qui font preuve de professionnalisme et de proactivité, le tout de manière personnalisée. » Et l’un de ces services uniques est le conseil juridique en matière de droit social.

J-MD : « Exactement. Les notaires ont beau, à l’instar de nos juristes, être titulaires de master en droit, ils ne maîtrisent généralement pas le droit social à la perfection, car c’est un domaine très éloigné de leur cœur de métier. Sans parler de la législation qui se complexifie au fil du temps. » KM : « En notre qualité de service juridique, nous fournissons un avis externe à nos clients, mais nous mettons aussi nos connaissances à profit pour améliorer le service général

offert par le secrétariat social. C’est pourquoi nous formons les gestionnaires de dossiers, qui sont quotidiennement en contact avec les notaires. Nous les informons des changements législatifs. Ils sont, après tout, le premier point de contact des notaires. Si leur demande est plus complexe, ils s’adressent à nous. Ce qui est de plus en plus fréquent, car nous remarquons que le bouche-à-oreille sur notre service se porte bien. » Pour quel genre de questions le notaire peut-il s’adresser au service juridique ? Pour des questions relatives aux engagements et aux licenciements ?

KM : « Oui et tout ce qui s’y rapporte de près ou de loin.

Comme des questions sur le crédit-temps ou le congé parental. Ou sur la procédure à suivre pour accorder trois jours de congé supplémentaires en mettant tout par écrit. Les questions de loin les plus fréquentes concernent l’approche à adopter face à des travailleurs absents pour maladie. Nous fournissons par ailleurs des conseils sur les motivations à fournir dans le cadre de licenciements, les délais de préavis, les clauses spécifiques dans le cadre d’un engagement, le télétravail, le règlement de travail... Pour le moment, les questions qui ont la cote concernent des notaires qui souhaitent accorder un bonus à leur personnel. »

89

Ce qui est lié à l’introduction de la prime bénéficiaire ?

KM : « La CCT 90 permettait déjà de récompenser collectivement les travailleurs. La prime bénéficiaire est venue s’ajouter à ce dispositif depuis le 1er janvier. Elle permet d’accorder un petit extra, tout en étant fiscalement avantageuse.

L’intérêt est manifeste, mais beaucoup de notaires ne savent ni comment s’y prendre ni quels sont les avantages et inconvénients d’un système par rapport à l’autre. » « Quand nous recevons autant de questions sur une seule et même thématique, nous organisons un webinaire pendant un temps de midi. Le premier a été diffusé au mois de janvier et portait sur l’incapacité de travail. Il était axé sur les cinq questions les plus fréquentes sur le sujet. Les réactions positives ont ensuite fusé ! Sans parler des autres questions qui sont venues s’y ajouter, mais qui étaient plutôt spécifiques, par exemple : “Comment réintégrer mon collaborateur après une maladie de longue durée ?” Notre webinaire de mars a été consacré à la prime bénéficiaire, dont nous parlions à l’instant. »

Les newsletters sont très souvent le point de départ d’un dialogue. (J-MD)

Donner des informations fait naître d’autres questions.

KM : « Oui et c’est une bonne chose. Notre objectif est que les notaires commettent le moins d’erreurs possible dans leur politique du personnel. Plus nos clients sont préparés, moins ils rencontreront de problèmes par la suite. » Utilisez-vous d’autres canaux de communication pour informer vos clients ?

KM : « Nous avons nos newsletters, mais nous ne les envoyons pas à intervalle régulier ; uniquement quand la législation change et que ce changement a un impact pour nos clients. C’est à ce niveau-là que nous nous démarquons des autres secrétariats sociaux, qui informent leurs clients sur une multitude de sujets. Nous avons le luxe de pouvoir filtrer en fonction du secteur, pour ne pas noyer le client sous une tonne d’informations qui n’ont, parfois, aucune utilité à ses yeux. » « Il nous arrive d’envoyer des newsletters qui n’ont aucun lien avec l’actualité, mais qui visent à approfondir une thématique donnée, comme le travail étudiant. Ce ne sont donc pas des questions d’actualité, mais si nous recevons de nombreuses questions sur un sujet donné, nous estimons utile de rafraîchir les connaissances de nos clients. » J-MD : « Les newsletters sont non seulement intéressantes, mais aussi très souvent le point de départ d’un dialogue.

Même si elles sont bien rédigées, exhaustives et correctes, il est fréquent que nos clients nous contactent pour nous demander un conseil personnalisé. Il y a vingt ans, seules les grandes entreprises fonctionnaient comme ça. Aujourd’hui, qui ne veut pas d’une approche sur mesure ? Nous avons donc accueilli du personnel supplémentaire depuis quelques années pour offrir ce service. Plus besoin de devoir s’en remettre immédiatement à un cabinet d’avocats : nos

clients peuvent s’adresser directement au SSN pour de nombreuses questions. » Le SSN fournit-il aussi des conseils sur l’accompagnement de carrière et d’autres facettes des RH ?

J-MD : « En Human Resources, on parle généralement de hard et de soft HR. Le hard HR s’occupe de toutes les matières en rapport avec la rémunération tandis que le soft HR comprend le recrutement, la formation et les évaluations.

Ce n’est pas la tâche du service juridique du secrétariat social mais ce sont des matières qui intéressent au plus haut point le notariat. Une étude notariale moyenne comprend 6 collaborateurs et n’a donc pas, par exemple, d’expertise en matière de recrutement. » « Le Département des Affaires Sociales de la Fédération compte prochainement lancer, à l’aide d’une application informatique, un service d’aide au recrutement.

D’autres services sont en préparation au niveau Compensation et Benefits de la Fédération comme par exemple la négociation d’accords au niveau belge avec des sociétés de leasing de voitures qui permettront à un notaire d’avoir un contrat clé sur porte dans le cas où il souhaite mettre à disposition de certains collaborateurs une voiture de société.

Comme vous le constatez, nous travaillons sur plusieurs niveaux à notre plus-value. »

90

NOTAR I US 2018 / N O T A B E N E

texte: S A N DR A ICH T E R T Z Empo rt Parta ez-moi! gez-m oi!

2017 • n° 1

NOTABENE des histoires de citoyens, pour les citoyens.

De la plus-value de la profession au cours de tous les moments-clés de la vie du citoyen, on ne doit plus convaincre que les derniers récalcitrants. Mais rien n’est jamais acquis et nous devons continuer à rester proche du citoyen et à lui offrir la palette de nos services sur un plateau d’argent.

Nous devons donc permettre, entre autres, à la génération qui n’est pas familière avec l’informatique, avec les tablettes et autres outils de communications modernes, de se tenir au courant des évolutions qui agitent notre monde.

C’est pourquoi, en automne dernier, nous avons lancé le NotaBene, magazine de Notaire.be, reprenant notamment, des témoignages de citoyens pour les citoyens.

Nous croyons à ce noble media qu’est le magazine papier car il a l’avantage de se partager, de subsister, (de se lire par épisodes), de se recycler.

C’est aussi une belle présence visuelle dans les salles d’attente ! Plutôt que de feuilleter un magazine dépassé ou sans grand intérêt, les clients sont ainsi informés, d’une manière accessible et au travers d’expériences, de tous les conseils et de l’expertise de la profession dans leur chemin de vie.

Résultat : 11.000 exemplaires (6.500 NL et 4.500 FR) distribués dans toutes les salles d’attente et beaucoup d’échos très positifs. Nous pouvons donc nous atteler à faire encore mieux pour le second numéro.

Celui-ci sort au printemps et contient de nouveaux témoignages, des expériences de vie, des conseils et avis d’experts comme le témoignage d’une femme entrepreneur (eFarmz), des récits sur le mariage avec un étranger, des conseils pour une séparation réussie, le vécu des grands parents aujourd’hui et leurs souhaits quant à leur transmission, les

Brussels Beer Project

"On ne se définit pas comme une brasserie classique"

Pierre Kroll

Mes dessins sont souvent impertinents, voire ironiques mais jamais méchants

Le nouveau droit successoral en un clin d'œil • Acheter un logement : en combien de temps ? nota bene - Le magazine de Notaire.be

1

tendances immo avec les interviews d’architectes tendance … et bien d’autres articles encore.

Des exemplaires vous parviendront gratuitement. Nous vous encourageons à exposer visiblement ce magazine dans vos études et à rappeler qu’il peut être emporté. Pourquoi ne pas l’offrir à vos clients lors de vos rendez-vous ? Une belle opportunité pour évoquer les différents services de votre étude.

Votre stock est épuisé ? Tant mieux, c’est donc un succès ! Si vous souhaitez des exemplaires gratuits supplémentaires, ou si vous avez des suggestions, n’hésitez pas à nous en faire part : envoyez un email à notabene@fednot.be.

Et pour ce second numéro, le NotaBene ne sera pas seulement disponible dans les salles d’attente des études notariales, mais aussi chez des médecins, des dentistes, des hôtels, des restaurants, des garages ou des salons de coiffure!

Nous nous sommes attelés à faire encore mieux pour le second numéro.

N’oubliez pas, partagez aussi le NotaBene dans sa version digitale www.notabene-le-magazine.be

91 tekst: S A N DR A ICH T E R T Z

Vind je m leuk ij Neem ? mij mee!

2017 • nr. 1

MAGAZINE NOTABENE verhalen van burgers voor burgers De meerwaarde van het notariaat op alle sleutelmomenten van het leven van een burger staat als een paal boven water, hoewel de twijfel soms in een hoekje lonkt. Daarom mogen we niet op onze lauweren rusten en moeten we de vinger aan de pols houden bij de burger en hem onze diensten aanreiken op een zilveren dienblad.

Waar we in het bijzonder moeten op letten, is dat de generatie die niet is opgegroeid met informatica, tablets en andere technologische hoogstandjes, op de hoogte blijft van de evoluties die onze wereld in beweging houden.

Daarom lanceerden we in het voorbije najaar NotaBene, het magazine van notaris.be, waarin onder meer getuigenissen van burgers voor burgers aan bod komen.

We geloven in de nobele kracht van het papier en van een magazine dat we kunnen delen, dat blijft duren, dat we episodegewijs kunnen lezen en bovendien recycleerbaar is.

Het oogt bovendien zeer fraai in onze wachtkamers! Geen hopeloos achterhaald magazine waarvan de inhoud niemand beroert … de cliënten krijgen op een toegankelijke manier allerhande informatie en getuigenissen uit het echte leven, doorspekt met advies en expertise van de notaris op hun levenswandel.

Resultaat: 11.000 exemplaren (6.500 NL en 4.500 FR) die worden verdeeld in alle wachtzalen en veel positieve echo’s uitlokken. Alvast een mooie voorzet om het in het tweede nummer nog beter te doen.

Het tweede nummer van NotaBene komt uit in de lente en is opnieuw verrijkt met getuigenissen, verhalen die uit het leven zijn gegrepen, advies en aanbevelingen van experts, zoals het verhaal van een ondernemende vrouw (eFarmz), de lotgevallen van een burger die huwt met een buitenlandse partner, tips voor een geslaagde scheiding, de toekomst

Sepideh Sedaghatnia

“Ik wil de volgende generatie inspireren” Hans Bourlon

“Ondernemen is hard werken” Het nieuwe erfrecht in één oogopslag • Een woning kopen: watvankost het?1 nota bene - Het magazine Notaris.be

door de bril van grootouders (inclusief hun vermogensoverdracht), de immotrends waarin ook een hippe architect aan het woord komt … en zo veel meer.

U ontvangt de magazines kosteloos. We nodigen u uit om onze publicatie mooi zichtbaar in uw kantoor ter beschikking te leggen en uw cliënten erop attent te maken dat het een meeneemmagazine is. U kunt het natuurlijk ook overhandigen aan uw cliënt naar aanleiding van een afspraak. Het biedt u een schitterende kans om de verschillende diensten van uw kantoor te belichten!

Voorraad uitgeput? Dat is goed nieuws! Als u gratis extra exemplaren wenst of andere suggesties hebt, stuur dan gewoon een e-mail naar notabene@fednot.be.

En weet u … dit tweede nummer van NotaBene zoekt ruimere oorden op. Het wordt ook verdeeld in wachtkamers van (tand)artsen, in lobby’s van hotels, restaurants, garages en ook in kapsalons!

Waarom zouden andere wachtkamers deze rijke informatie niet verdienen … of hoe wachten een inspirerende bron van informatie kan zijn!

En denk eraan … NotaBene wordt ook digitaal verspreid www.notabene-magazine.be.