2 minute read

'Ik kan gewoon niet stilzitten'

De flat aan de Bokkelaren, zelfs de parkeerplaats en het vele groen; het ziet eruit om door een ringetje te halen. Er ligt nog geen papiertje op de grond. En iedereen weet aan wie dat te danken is. Aan Basir, in wiens dagen wel dubbele uren lijken te zitten.

Nog voor we zitten komt Basir aan met twee potten zelfgemaakte kruidenmixen: “Ruik eens, welke wil je?” Het wordt saffraanthee, echt Afghaans. Net als de doos koekjes die op tafel komt. Vier soorten en we móeten ze alle vier proeven. Basir rijdt er geregeld voor naar de Bazaar in Beverwijk. Want hoewel hij al 30 jaar in Nederland woont, en zich bovendien een echte Bosschenaar voelt, blijft de keuken van zijn thuisland favoriet. “De kruiden, hè.” Hij biedt de koekjes nog eens aan: “Ja, die vierde ook proeven!”

Duim omhoog

Na de thee leidt Basir ons rond. Over de onberispelijke galerij, het brandschone trappenhuis, ‘mensen gooien hier zelfs matrassen neer, die ruim ik dan maar op’. Hij wijst naar het dak van de entree, waar soms water op blijft liggen – ‘dat haal ik elke week weg met een trekker’. Hier een hand, daar een lach. ‘Goed bezig!’, klinkt het meermaals. Vanaf de galerij gaat een duim omhoog: ‘Basir ruimt echt álles op’. Breed lachend zwaait hij naar boven.

Poetsen met chloor

En dan de containerruimte. Twee keer per week (!) haalt Basir alle containers leeg, sorteert de spullen die er niet in horen en poetst de bakken met chloor, letterlijk tot op de bodem. Naast al het werk in en rondom de flat, werkt hij fulltime bij Willem II en is hij ook nog vrijwilliger bij de Klussendienst van Farent. “Ik help graag oudere mensen, bijvoorbeeld in de tuin of met verhuizen.” Waar hij de tijd vandaan haalt? “Ik kan gewoon niet stilzitten én ik kan heel hard werken.”

Basir was snel gewend in Nederland. Een goed land, zegt hij. En hij kan het weten, want als logistiek medewerker bij Artsen zonder Grenzen reisde hij de hele wereld over. “Ik heb alle landen gezien, maar ik hou echt van Nederland. Ik ga hier nooit meer weg.” Gelukkig maar, want mensen zoals Basir zijn goud waard!

This article is from: