Interview
Henk Rengelink, veertig jaar ervaring in bestuur en toezicht
De wijze doet nooit grote dingen Henk Rengelink nam op 31 december afscheid van de laatste in een lange reeks bestuurs- en toezichtfuncties in de zorg. Hij wil weg uit de bestuurlijke drukte, maar gaat zich “vast nog bemoeien” met de inhoud. CARINA VAN AARTSEN
H
enk Rengelink legt zijn lijfboek pontificaal op tafel: Winnen zonder strijd, gebaseerd op het gedachtegoed van Sun Tzu, een oude Chinese krijgsheer. Hij leest voor: ‘Doe grote dingen als ze nog klein zijn. Doe moeilijke dingen als ze nog gemakkelijk zijn. Omdat de wijze nooit grote dingen doet, brengt hij grote dingen tot stand.’ “Dat is toch prachtig!” Rengelink (70) heeft veertig jaar ervaring in tal van bestuurs- en toezichtfuncties in verpleeghuizen, ziekenhuizen en gehandicaptenzorg. Op 31 december nam hij afscheid van zijn laatste: voorzitter van de raad van toezicht van de ouderenzorgorganisatie Zonnehuisgroep in Amstelveen. Voorzitter was hij bijna altijd, want Rengelink kan er niet goed tegen géén voorzitter te zijn. Anders dan vroeger heeft hij de laatste jaren nooit meer dan in drie raden van toezicht tegelijk gezeten. Meer dan genoeg, zegt hij, want het kost eenvoudigweg steeds meer tijd om goed toezicht te houden en de eisen aan toezichthouders worden steeds strenger.
Meekijken met piloot In de loop der jaren heeft Rengelink het toezicht zien veranderen. “Vroeger had je een bestuur en een directeur. Het bestuur was de baas in een organisatie en de directeur was de operationeel manager.” Vanaf de jaren negentig verschoof de eindverantwoordelijkheid. Raden van toezicht kregen de taak zich alleen bezig te houden met hoofdlijnen. Rengelink is van mening dat sturen op hoofdlijnen alleen mogelijk is als je weet met welke kleine lijntjes de bestuurder te maken heeft. “Je kunt het ver8
ZVM_02_2010.indd 8
nummer 2 / februari 2010
voorbeeld, waarbij mensen in elk geval een gelijken met een piloot in een vliegtuig. Als eigen kamer houden.” ik over zijn schouder meekijk, wil ik weten in welke richting hij vliegt. Dat alleen is niet genoeg. Ik wil ook weten op welke meterDicht bij het bestuur tjes hij kijkt.” De stijl van Rengelink is kort samengevat: Slechts één keer heeft hij een toezichtfuncheel dicht bij het bestuur zitten maar zich tie geweigerd. “Ik werd gebeld met de beer desondanks niet mee bemoeien. Hoe doeling dat ik de voorzitter van de raad van doet hij dat? “Ik wil van de raad van bestuur toezicht zou opvolgen. Mijn vragen waren: weten welke dingen er spelen en welke ont‘hoe is de kwaliteit van het bestuur? Is de wikkelingen eraan zitten te komen. Waar financiële situatie gezond? Hoe is de verproblemen kunnen ontstaan. Zo’n relatie houding tussen raad van bestuur en raad heb ik hier in het Zonnehuis als toezichthouvan toezicht?’ Alles was he-le-maal perfect. der met de raad van bestuur bereikt.” Als er Toen heb ik gezegd: dan doe ik het niet.” daadwerkelijk iets fout dreigt te gaan, moet Het mag duidelijk zijn: Rengelink houdt de raad van toezicht een klankbord kunnen niet van gebaande zijn voor de raad van paden en van ‘sprinbestuur, vindt Ren‘We zouden juist gen op rijdende treigelink. “De hele raad nen die alleen maar van toezicht moet meer toezichthouders rechtuit gaan’, zoals zo’n nauwe relatie moeten ontslaan’ hij het zelf noemt. hebben met de raad De functie van voorvan bestuur dat die zitter van de raad van toezicht van de Zonop eigen initiatief vraagt: ik heb een pronehuisgroep was er een waar Rengelink zijn bleem, kunnen we daar eens over praten?” tanden in kon zetten. “Toen ik tien jaar geJuist te veel afstand houden, heeft sommileden aantrad, was er een ombouw gaande ge zorginstellingen aan de rand van de afvan het oude naar het nieuwe bestuursmogrond gebracht. Rengelink noemt de bedel, er waren vraagstukken rondom fukende voorbeelden: Meavita, Philadelphia, sies en er lagen geweldige, vernieuwende IJsselmeerziekenhuizen. “Wat zie je gebeubouwplannen.” ren? De raad van toezicht wordt pas geconDe traditionele ouderenzorg heeft in die fronteerd met problemen wanneer die enortien jaar plaatsgemaakt voor nieuwe ideeën, me proporties hebben aangenomen. Dan dat maakt het zo inspirerend, vindt hij. “Verroep ik altijd: te laat!” Rengelink vraagt zich zorgingshuizen zijn geen opslagruimtes zelfs af of directeuren niet te snel op straat van ouderen meer. Ouderen moeten zo worden gezet. “Mijn idee is: we zouden juist veel mogelijk thuis kunnen blijven wonen, meer toezichthouders moeten ontslaan.” met de nodige zorg. Soms lukt dat niet, Maar dat gaat zomaar niet. Raden van toemaar ook dan moeten we proberen menzicht zijn geweldig machtig. Ze kunnen besen zo veel mogelijk zelfstandig hun leven stuurders ontslaan, begrotingen afkeuren, te laten leiden. In kleinere woonvormen bijjaarplannen afwijzen en fusies beletten. www.zorgvisie.nl
1/22/2010 7:47:02 PM
HENK RENGELINK: DE RAAD VAN TOEZICHT WORDT PAS GECONFRONTEERD MET PROBLEMEN ALS DIE ENORME PROPORTIES HEBBEN AANGENOMEN. DAN ROEP IK ALTIJD: TE LAAT!
Foto’s: Reed/Diederik van der Laan
het onderwijs zitten en ook niet in de kunst. Het grote knelpunt is dat er niemand is om Dat laatste zou ik graag willen, maar ik heb de raden van toezicht te corrigeren. Ook de er geen verstand van.” minister van VWS heeft geen greep op de toezichthouders. Een logisch gevolg van de introductie van marktwerking, zegt RengeTegen winstoogmerk link. “Je kunt niet zeggen: ik laat meer aan Twee keer is Rengelink voortijdig afgetreden: marktpartijen over maar ik houd wel het als directeur van de GG en GD Amsterdam recht om in te grijpen.” Daarom moet mien als toezichthouder bij het Slotervaartzienister Klink het in versterking van het interkenhuis. Beide keren om dezelfde reden: de ne toezicht zoeken. commercialisering Alleen: hij kan dat van de organisatie. ‘Toezicht houden is geen niet afdwingen. OnRengelink is namelangs heeft de branwoensdagavondspelletje lijk principieel tegen che zelf een nieuwe het winstoogmerk meer’ zorgbrede goverbij zorginstellingen. nancecode opge“Het Slotervaartziesteld waarin hoge eisen worden gesteld kenhuis redde het niet. Reden genoeg voor aan deskundigheid van alle toezichthoumij om in de raad van toezicht te gaan zitten. ders. “Volkomen terecht,” vindt Rengelink, Op een gegeven moment moest het zieken“toezicht houden is geen woensdagavondhuis geld betalen aan de belastingen en dat spelletje meer.” geld was er niet. Toen de tijd ging dringen Essentieel voor een toezichthouder vindt heeft men ervoor gekozen het ziekenhuis te Rengelink kennis van de sector waarin de verkopen aan investeerder Meromi, waarorganisatie zich bevindt. Wie de gezondin ik geen vertrouwen had. Van begin af aan heidszorg niet kent, kan maar beter ergens was het duidelijk de bedoeling te zijner tijd anders toezichthouder worden. Voor hemrendement uit het ziekenhuis te halen. Dat zelf gaat dat ook op: “Als het gaat om verging een kant op die ik niet wilde. Een privapleging en verzorging dan kan ik rustig in te investeerder wil graag zes, zeven procent de raad van toezicht stappen, ook van ziewinst maken. Dat kan dus niet. Winst moet kenhuizen weet ik veel af. Maar ik beperk je investeren in patiënten en niet in aandeelmij tot de gezondheidszorg. Ik ga niet in houders.” www.zorgvisie.nl
ZVM_02_2010.indd 9
Zonder aandeelhouders en private investeerders kan het ook, vindt Rengelink. “Ik denk dat op het gebied van efficiency nog veel winst is te boeken. Eerst begin je met alle onzin eruit te halen. Je kijkt wat je op een verstandige manier anders kunt organiseren: logistieke processen, ruimte. Je pakt het ziekteverzuim aan, want dat kost goud geld. Wat je nooit moet doen, is bezuinigen op kwaliteit. Juist als het slecht gaat, moet je je professionals beter gaan betalen. Dat doe ik dus zelf als toezichthouder allemaal niet, maar ik weet verrekt goed hoe dat hier gebeurt.” De grote fusiegolf in de zorg loopt op zijn eind en daar is Rengelink niet rouwig om. “Fuseren is een vorm van bestuurlijke drukte. Een verkoopargument zijn de schaalvoordelen, maar in de praktijk komen die verwachtingen lang niet altijd uit. De kreet is altijd: je moet grootschalig zijn, maar je moet kleinschalig organiseren. Ik denk dan: waarom zou je niet kleinschalig zijn en kleinschalig organiseren? Lijkt mij veel eenvoudiger.” Het Zonnehuis besloot na de komst van Rengelink om niet meer mee te doen met de fusietrend. De huidige omvang is groot genoeg, zegt hij. “Een organisatie moet zo klein zijn, dat iedereen weet wie je bent. Dat geldt niet alleen voor de eerste managementlaag, maar ook voor de laag daar onder. Te grote organisaties kun » nummer 2 / februari 2010
9
1/22/2010 7:47:03 PM
Interview
je niet meer overzien en daar gaan dus dingen mis zonder dat je het merkt.”
Doet de rvt het goed? De raad van toezicht van de Zonnehuisgroep discussieert in haar vergaderingen over de exploitatie en andere financiële zaken, over aanstaande veranderingen in beleid en over maatschappelijke ontwikkelingen betreffende de plaats van de ouderenzorg. Ook kwaliteit is een speerpunt. De raad let op interne kwaliteitssystemen en op tevredenheidonderzoeken onder cliënten. Om de eigen kwaliteit hoog te houden, evalueert de raad jaarlijks haar eigen functioneren. “Daar trekken wij iemand voor aan. Dat bevalt ons erg goed. Je hebt de neiging om elkaar te ontzien. Je wilt elkaar niet uitveteren. Al die zelfevaluaties die we jaren deden, ademden een zeer grote mate van zelfgenoegzaamheid. Iemand van buiten kan naar de raad van bestuur stappen en vragen: hoe doet jullie raad van toezicht het? Als ik dat zou vragen, krijg ik een ander antwoord. Ik ben namelijk wel degene die de bestuurder kan ontslaan.” Nieuwe leden zoekt de raad, geheel conform de nieuwe governancecode, via een open sollicitatieprocedure. “Er wordt nog veel te vaak gezocht via het old-boys network”, vindt Rengelink, die overigens zelf nog nooit heeft moeten solliciteren. Aspirant-leden moeten over een behoorlijke kennis beschikken van de gezondheidszorg. Het is te weinig om er ‘wel eens een boekje over te hebben gelezen’. Enige kennis van management strekt
Uit het cv van Henk Rengelink 1966-1973 geriater/verpleeghuisarts 1970-1982 meerdere managementfuncties GG en GD Amsterdam 1982-1995 directeur GG en GD Amsterdam 1990-heden eigen adviespraktijk voor loopbaanbegeleiding 1995-2004 directeur public health projecten gemeente Amsterdam 1998-2004 bijzonder hoogleraar economie en organisatie Universiteit Tilburg 10
ZVM_02_2010.indd 10
nummer 2 / februari 2010
‘IK GA NIET IN EEN RAAD VAN TOEZICHT IN HET ONDERWIJS ZITTEN EN OOK NIET IN DE KUNST. DAT LAATSTE ZOU IK GRAAG WILLEN, MAAR IK HEB ER GEEN VERSTAND VAN.’
ook tot aanbeveling. Daar schort het nogal eens aan. “Je zit daar met een bestuurder, je moet weten met wat voor managementproblemen een bestuurder te maken heeft. Wat betekent het om een managementteam te leiden? En heeft dat managementteam enige invloed?” De vele veranderingen in de zorg maken dat raden van toezicht van veel meer markten thuis moeten zijn. Dat vraagt om veel meer differentiatie. Zo heeft de Zonnehuisgroep een advocaat in de raad die verstand heeft van vastgoedzaken. En iemand die veel weet van volkshuisvesting. Vijf keer per jaar komt de raad in vergadering bijeen, met daarnaast themabijeenkomsten. “Er zijn raden die denken dat ze met vier vergaderingen per jaar toe kunnen: kom nou toch! Het is zelfs de vraag of wij het met de nieuwe governancecode op deze manier redden. Moet het vaker? Intensiever? Of werken we via aparte auditcommissies die onderwerpen voorbereiden?” Het Zonnehuis heeft al jaren een auditcommissie van twee toezichthouders die uitgebreid de
jaarrekening en de begroting tot in detail doorspitten met de directeur financiën en de bestuurder. Rengelink adviseert om daar behoedzaam mee om te gaan. “We bespreken het oordeel van die commissie pas aan het eind van onze vergadering. Ik wil eerst vrijuit met de hele raad een mening kunnen vormen, want voor je het weet, delegeer je de verantwoordelijkheid aan de auditcommissie en dat mag dus niet.”
Meer inhoud Rengelink is er de man niet naar om vanaf 1 januari op zijn lauweren te gaan rusten. Maar hij wil wel weg uit de bestuurlijke drukte. Zijn interesse gaat nu meer uit naar de inhoud van toezicht. “De zorgbrede governancecode schrijft voor dat raden van toezicht ieder jaar een plan moeten maken waarin staat hoe zij hun deskundigheid gaan bevorderen. Zowel op het gebied van toezicht houden als op het gebied van het primaire proces. Dat vind ik wel leuk. Daar ga ik me vást mee bemoeien.”
•
www.zorgvisie.nl
1/22/2010 7:47:05 PM