5 minute read

Luisteren naar zij die geen stem krijgen

Binnenkort vertrekt ze naar Oekraïne om psychologen en psychiaters te volgen die getraumatiseerde oorlogsslachtoffers bijstaan. Eer het zo ver is, staat Lieve Blanquaert met het Tiburtina Ensemble op het

podium met Zie een vrouw. YANNICK DANGRE sprak met

Advertisement

haar. ‘Onze positie is heel fragiel.’

‘Wat heb je eraan om alleen maar keihard tegen iets te zijn zonder ooit te willen begrijpen waar het vandaan komt? Waarom is er zoveel feminicide. Waarom verkracht een mens een ander. Waarom bestaan kindhuwelijken? Die vragen interesseren me veel meer dan louter verslag uitbrengen van het feit dat die dingen gebeuren.’

In het Vooruit-café van haar thuisstad Gent is Lieve Blanquaert (Sint-Amandsberg, 1963) meteen duidelijk over wat haar drijft: de zoektocht naar inzicht in het menselijke gedrag. ‘Ik ben eigenlijk een soort amateur-antropoloog die de verhalen op een toegankelijke manier bij het publiek probeert te brengen, gewoon door te luisteren.’ Die zoektocht bracht de fotografe en journaliste naar Afrika, Azië en andere verre plekken om de verzwegen levens van vrouwen vast te leggen. ‘Ik denk dat het zaadje twintig jaar geleden geplant is in Afghanistan. Ik heb daar zulke ongelooflijke vrouwen ontmoet in schrijnende omstandigheden. Mooie, sterke vrouwen die geen enkele macht hadden of zelfs maar een plek om hun verhaal te brengen. Niemand luistert naar hen. Ik vond het mijn taak om dat wel te doen, en dat is nog steeds mijn drive vandaag: luisteren naar zij die geen stem krijgen. Ik probeer een doorgeefluik te zijn van hun woorden naar de mensen die wél de macht hebben om iets te veranderen.’ Over de vraag wat reportages en fotoboeken als Ontmoetingen (z)onder de boerka dan concreet bijbrengen, denkt Blancquaert lang na. ‘Dat is niet eenvoudig te beantwoorden, want je hebt altijd het gevoel dat je tekortschiet. Ik stel me voortdurend de vraag: welk verschil maak ik nu? Dat is ook de reden waarom ik voor televisie ben gaan werken, omdat je dan op een uur een miljoen mensen kan bereiken. Het geeft je ook naamsbekendheid die je toelaat om volgende groots opgezette projecten uit te werken. Als je met je hoofd op tv komt, luisteren mensen plots.’ Het antwoord op wat ze voor zichzelf in die projecten zoekt, vergt minder bedenktijd. ‘Het mooiste wat je kunt meemaken, is om je eigen perspectief ontmaskerd te zien worden. Een mens vertrekt altijd vanuit zichzelf, met al zijn meningen, aannames, vooroordelen, en als je dat kunt loslaten om vanuit een neutrale positie naar een fenomeen te kijken en het daardoor te begrijpen, is dat fantastisch. Dan besef je plots dat je er voordien eigenlijk niets van begrepen had, laat staan dat je er objectief in stond. Ik ervoer het bijvoorbeeld bij kinderen in Nepal, die soms op drie jaar al uitgehuwelijkt worden. Natuurlijk ben ik daar tegen, maar als je het hele achterliggende systeem ontdekt en inziet dat het vanuit hun standpunt een soort bescherming is van die meisjes omdat het outcasts zonder enige maatschappelijke kans worden als ze op hun achttiende nog alleen zijn, dan wordt dat plots begrijpelijk. Niet aanvaardbaar, maar wel begrijpelijk.’ Hoewel die grote projecten haar voortstuwen, begon Blancquaert er pas halverwege haar carrière aan. ‘In het begin ben je, zoals zovelen, je weg aan het zoeken en vooral financieel aan het overleven. Mijn grote droom als adolescente was om überhaupt van de fotografie te kunnen leven, dat zou al een wonder zijn. Dat is me gelukt, en met het ouder worden heb ik de ballast overboord gegooid. Dat is het grote voordeel eraan: je beseft dat je tijd bemeten is, dus cut the crap en concentreer je alleen nog op de projecten waar je denkt dat jij het verschil kan maken. Binnenkort trek ik naar Oekraïne om een groep psychologen en psychiaters te volgen die oorlogsslachtoffers helpen hun trauma’s te verwerken. Volgend jaar reis ik door alle EU-lidstaten om te onderzoeken wat ons tot al dan niet samenhorige Europeanen maakt. Door de oorlog is die vraag heel actueel geworden. Over dat soort dingen wil ik verhalen maken, dat zet me telkens weer in gang.’ Eer het zo ver is, staat ze in Antwerpen op het podium met de voorstelling Zie een vrouw die op het Laus Polyphoniae-festival in première gaat. Het wordt een avond in samenwerking met het Tiburtina-ensemble onder leiding van Barbora Kabátková. Het is niet haar muzikale vuurdoop; eerder deed ze dat met het Currendeensemble van Erik Van Nevel. ‘Bij de Eerste Wereldoorlog-herdenking werden mijn beelden geprojecteerd op een enorm altaar in een kerk in Loppem, begeleid door oude muziek. Dat was een magische ervaring; muziek is de kunstvorm die me emotioneel het sterkst kan raken. Toen ik dit voorstel kreeg, hoefde ik niet lang na te denken. Barbora Kabátková is een geweldige sopraan.’ Voor de voorstelling met het Tiburtina Ensemble monteerde Blancquaert een selectie van foto’s, maar ze zal ook zelf op het podium staan met persoonlijke verhalen die ze optekende tijdens haar reportages. ‘De vergankelijkheid, de verbinding tussen mensen, de dood zijn dingen waar ik in veel van mijn documentaires mee bezig ben. In Zie een vrouw wordt de eeuwenoude muziek verbonden met mijn hedendaagse journalistieke beelden. Dat soort combinaties prikkelen mijn verbeelding. Ik ben ook snel getriggerd voor samenwerkingen als ik er de meerwaarde van inzie. Zo maakte ik ooit een tentoonstelling in Museum M in Leuven, waar ik mijn foto’s plaatste tussen de collectie middeleeuwse kunst. Door die beelden van vandaag daar binnen te brengen, gaan mensen op een heel andere manier naar die schilderijen kijken. De geboorte van Jezus krijgt een heel andere lading als er een foto naast hangt van een baby die het levenslicht ziet in de sloppenwijken van Nairobi. En andersom natuurlijk. Dat soort nieuwe betekenissen genereren vind ik boeiend.’

Zoals in veel van haar werk staat ook in deze muzikale voorstelling de vrouw centraal. Over de genderstrijd zegt ze: ‘Gelukkig beweegt op dat vlak, eindelijk, heel veel. Maar als ik dan naar IJsland reis, het meest genderneutrale land ter wereld, zie ik dat wij nog een tandje kunnen bijsteken. Het gaat over hoe we jongens en meisjes opvoeden, welke verhalen en gedragspatronen we ze meegeven.’ Lachend: ‘Maar laat me duidelijk zijn: ik hou ook enorm van mannen. Ik betreur het mannelijke vijandsbeeld dat leeft bij sommige delen van de feministische beweging. Polarisatie helpt nooit, zeker omdat ik geloof dat we iedereen juist enorm

This article is from: