Hofleverancier boek

Page 1

HofLev-boek-omslag 25-11-13 10:26 Pagina 1

Dit recht van de vorst is niet iets van deze tijd, doch is gestoeld op een gebruik en werd in 1813 geprofessoneerd door zijn oudgrootouder Willem I, die deze gewoonte van zijn voorganger Lodewijk Napoleon had overgenomen. Ondanks dat in de loop de tijd de regels en richtlijnen steeds werden aangepast aan de eisen van de tijd en de wensen van de regerende monarch, is toch één ding grotendeels door die jaren heen gelijk gebleven en dat is de weg van aanvraag. In dit boekwerk wordt de historische ontwikkeling van de afgelopen 200 jaar onder de Oranjes, alsmede de huidige situatie uitgebreid beschreven. Bovendien schetsen tientallen, met het predikaat “Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier” onderscheiden ondernemingen, hun eigen profiel en geven ze weer op welke gronden en prestaties zij zich nu vorstelijk mogen presenteren. Familietrots, doorzettingsvermogen, aanpassing aan de zich snel wijzigende omstandigheden, zorg voor kwaliteit en verbondenheid met ons Vorstenhuis vormen hiervan de ingrediënten.

Stichting Hofleveranciers in Nederland / 141% Salessupport

Stichting Hofleveranciers in Nederland / 141% Salessupport

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Z.M. Koning Willem Alexander heeft het prerogatief ondernemingen te onderscheiden. Afhankelijk van aard, omvang en betekenis kan een onderneming het predikaat “Hofleverancier” verleend worden.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 1


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 2

colofon Verantwoording M.R. van der Krogt Algemene redactie M.R. van der Krogt, A.J.M. Koenhein, P. Brederoo en J.W.J. Klein Lettertype Tisa OT Vormgeving FOTON visuele communicatie Druk Zalsman, Zwolle Oplage 3.000 exemplaren Verschijningsdatum December 2013

ISBN 978-90-821142-0-1 © 2013 Stichting Hofleveranciers in Nederland Postbus 158 2270 AD Voorburg Tel.: 070 387 65 28 e-mail: info@hofleverancier.nu www.hofleverancier.nu © 2013 141% Salessupport Eewal 51a+b 8911 GR Leeuwarden Tel.: 058 303 09 40 e-mail: info@141procent.nl www.141procent.nl

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de copyrighthebbende.

2 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 3

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje Stichting Hofleveranciers in Nederland / 141% Salessupport


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 4

Inhoud Woord vooraf

7

Van stadhouder naar Koning (inleiding)

8

1. Koninkrijk Holland en Lodewijk Napoleon

10

Manufacturier du Roi, Orfèvre de la Couronne, Bottier de la Maison Royale en andere titels

13

Regels ter verkrijging van de titel

15

Titels en brevet

16

Het wapen van Lodewijk Napoleon

18

Koningin Hortense

19

Napoleon Louis en Charles Louis Napoleon

20

Van pracht en praal tot ellende

20

2. De Oranjes en het Hofleverancierschap

26

Het predikaat Hofleverancier in de Noordelijke Nederlanden

28

Het predikaat Hofleverancier in de Zuidelijke Nederlanden

30

Het predikaat Koninklijk

31

Octrooi

32

Het predikaat Hofleverancier ten tijde van koning Willem I

33

De Hofleverancier en de Hofcommissie 1840-1849

33

De opschoning van de hofleveranciers door koning Willem III

37

Vorstelijk keurmerk

39

Opmerkelijke verleningen

40

Niet alleen de koning

41

Het charmeoffensief van koningin Emma

43

Het roer gaat om

43

Hofleverancier na 1945

44

Het systeem gaat op de schop

45

3. Het heeft de Majesteit behaagd

48

De Hofcommissie

48

De toekenning

50

Koning Willem III

52

Koningin Weduwe Emma

54

Koningin Wilhelmina: Het moet en gaat voortaan anders

55

Koningin Juliana: Wederom discussie

64

Koningin Beatrix: Strengere voorwaarden

66

Koning Willem Alexander

68

4. De Majesteit heeft beschikt

70

Van ‘Koninklijk Besluit’ naar ‘Koninklijke Beschikking’ (1815-1849)

71

Ruimere regels en een nieuw predikaat (1850-1898)

72

Een nieuw wapen, een nieuw predikaat (1907-...)

76

4 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 5

5. Het wapen des Konings

80

Wapengekletter en leeuwengebrul

81

Het voeren van het wapenbord

82

Hofleveranciersborden

83

Een leeuw van het mannelijke geslacht

84

Ieder zijn eigen wapenborden

88

Koningin Sophie 1849-1877

88

Koningin Emma 1879-1934

89

Koningin Wilhelmina 1898-1948

89

Prins Hendrik 1901-1934

90

Koningin Juliana 1948-1980

91

Prins Bernhard 1937-1980

92

Prins Claus 1966-2002

92

Koningin Beatrix 1980-2013

92

Koning Willem Alexander 2013-

93

IJzergieterijen en het wapen

94

Wapenborden van ijzer

95

Het model van Werz

97

Een nieuw wapenbord voor Hofleveranciers

98

Het kleuren van de wapens

102

Blazoeneren

102

Alles heeft zijn eigen kleur

103

6. Onrechtmatig gebruik van het predikaat Hofleverancier

107

Het predikaat in reclame en handelscorrespondentie

113

Het wapen en de verkoop

115

7. Hofleveranciers buitenslands

122

Hofleveranciers van buitenlandse hoven

126

Gedragscodes en wetmatigheden

127

Koning, Keizer, Prins-Gemaal, brevetten verleenden z’allemaal

127

Sterk geworteld

129

Bibliografie

131

Lijst van Ondernemingen met de titel “Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier”

133

Stichting Hofleveranciers in Nederland

138

Presentaties Hofleveranciers in Nederland

141

141% Salessupport

143

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 5


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 6

Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima, april 2013 © RVD; foto: Koos Breukel.

6 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 7

Woord vooraf Met “200 jaar Hofleveranciers onder de Oranjes” wil de Stichting Hofleveranciers in Nederland, als allen die onderscheiden zijn met bijzondere recht, stil staan bij het 200 jarig jubileum van het Koninkrijk der Nederlanden.

H

et jaar 2013 is voor velen ondanks een schaduwrand, een “koninklijk” jaar geworden, niet enkel door het feit dat zij behoren tot de exclusieve groep gerechtigden met het predicaat “bij Koninklijk Beschikking Hofleverancier”, maar ook om het feit dat H.M. de Koningin na 33 jaar heeft besloten, nadat zij het land op voortreffelijke wijze bestuurd en geleid heeft, haar taak over te dagen aan haar zoon, de huidige Koning Willem Alexander, wiens inhuldiging heeft plaats gevonden op 30 april van dit jaar. Daarnaast wordt op 30 november van dit jaar het startsein gegeven voor de viering van het 200 jarig bestaan van het koninkrijk der Nederlanden onder de Oranjes, waarvan de festiviteiten duren tot en met 2015. In dat kader en mede op vele verzoeken van de onderscheiden ondernemingen met het predicaat “Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier” is besloten om ter gelegenheid van dit 200 jarig jubileum deze uitgave samen te stellen. Het was Koning Willem I, die in 1813 het begrip Koopman des Konings of wel Marchand de la Cour van zijn voorganger Lodewijk Napoleon Bonaparte, die van 1806-1810 koning van Holland was, overnam. Hij legde de basis voor het predicaat “Hofleverancier”, welke richtlijnen deels nu nog steeds gelden zoals wij die kennen. Echter bij deze overname ontbrak het voor 1813 aan vaste regels voor deze onderscheiding, zodat het een zekere wildgroei in de gebezigde onderscheiding tot gevolg had. Daarom was het de taak van Koning Willem I een aantal richtlijnen op te stellen voor deze titel, waarvoor hij de Hofcommissie in het leven riep die zich hiermee zou bezig gaan houden alsook de Koning kon adviseren bij het toekennen hiervan. Hierbij werd nog geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen het predikaat Koninklijk en het predikaat Hofleverancier. Dit verschil zou geleidelijk ontstaan tijdens de regering van koning Willem III. Na diens overlijden in 1890 trad koningin Emma op als regentes voor haar minderjarige dochter Wilhelmina. Zij scherpte de regels voor het predikaat Hofleverancier aan. De titel Koninklijk werd door haar niet verleend, omdat deze was voorbehouden aan haar dochter. Pas een eeuw

na de verlening van het eerste predikaat Hofleverancier stelde koningin Wilhelmina in 1907 duidelijke regels op. Het predikaat Koninklijk zou voortaan gelden voor ondernemingen van enige omvang en het predikaat Hofleverancier zou voorbehouden blijven aan kleinere bedrijven. Vanaf 1813 hebben meer dan 4200 ondernemers en ondernemingen de onderscheiding "Hofleverancier" van de regerend vorst of van andere leden van het Koninklijk Huis mogen ontvangen. Sinds haar inauguratie in 1980 heeft koningin Beatrix tot haar abdicatie het predicaat 559 maal verleend. Zij heeft bovendien de puntjes op de i gezet met betrekking tot de regelgeving. Na 30 april 2013 heeft Koning Willem Alexander dit recht tot nu toe aan 14 ondernemingen verleend in dat jaar. Altijd heeft het predikaat gestaan voor kwaliteit, soliditeit, continuïteit en integriteit van de onderneming. Het bijbehorende koninklijk wapenschild dat sinds 1986 is voorzien van de tekst "Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier" benadrukt het vakmanschap en wekt vertrouwen bij het publiek. Dat is in tweehonderd jaar niet veranderd. De Stichting Hofleveranciers in Nederland dankt Koningin Beatrix voor het verlenen van toestemming in de jaren 2000-2013 tot het doen van onderzoek in het Koninklijk Huisarchief. Bronnenmateriaal aanwezig in dit archief en in het Nationaal Archief bleek een schat aan informatie te bevatten over de geschiedenis van het predikaat en de gebrevetteerden. Voor het boek is verder gebruik gemaakt van het archief en de verzameling van de Stichting en er is voortgebouwd op eerdere publicaties van deze organisatie. Dank gaat uit naar iedereen die heeft meegewerkt aan de totstandkoming van dit boek in het bijzondere naar de medewerkers van het Koninklijk Huisarchief en het Nationaal Archief, beide in Den Haag. Geen moeite was hen teveel om vragen te beantwoorden, puzzels op te lossen en materiaal aan te dragen. Daarnaast aan mevr. A.J. M. Koenhein, die binnen de genoemde archieven vele stukken wist te ontcijferen alsook te vertalen.

Voorburg, 11-12-‘13 MarcusRudolf van der Krogt Stichting Hofleveranciers in Nederland

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 7


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 8

Van Stadhouder naar Koning

D

e overgang van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden naar het Koninkrijk der Nederlanden in 1815 is niet zonder slag of stoot verlopen, zowel nationaal als internationaal. Sinds de zeventiende eeuw maakten regenten, voortgekomen uit de rijke koopmansstand, de dienst uit in de Republiek. Aan het eind van de achttiende eeuw vormden ze een gesloten groep die elkaar allerlei baantjes toeschoven, wat leidde tot misbruik, corruptie en onrust onder het volk. De roep om bestuurlijke vernieuwing was groot. De gegoede burgerij verlangde dat de macht van de regenten zou worden beperkt en de misbruiken aangepakt. In mei 1747 werd de Friese stadhouder Willem IV uitgeroepen tot stadhouder in alle gewesten. In december daaropvolgende werd hij erfstadhouder, waardoor hij meer macht kreeg dan al zijn voorgangers.

Zijn zoon, stadhouder Willem V, die hem in 1751 opvolgde, zou er ook niet in slagen de misbruiken aan te pakken noch het bestuur te democratiseren. De ontwikkelde burgerij keerde zich daarop van de stadhouder af. Op economisch gebied verloor de Republiek steeds meer terrein aan Frankrijk en Engeland. De Vierde Engelse oorlog (1780-1784) berokkende de handel grote schade. De patriotten gaven de stadhouder en de Oranjepartij hiervan de schuld. Zij eisten deelname van de gegoede burgerij aan de regering. In 1787 leidden opstootjes en provocaties tot een grote chaos zodat de stadhouder zich gedwongen zag zijn koffers te pakken en de residentie te verlaten, richting Nijmegen. Door de tussenkomst van troepen, gestuurd door zijn zwager, de koning van Pruisen, werd de revolutie in 1787 neergeslagen en Willem V weer in zijn gezag hersteld. Het mocht niet baten. De partijen stonden nog steeds lijnrecht tegenover elkaar. De aristocraten stonden een regentendictatuur voor, de democraten wilden een staatsbestel volgens het principe ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’. Prinses Wilhelmina van Pruisen, echtgenote van prins Willem V, schatte in 1792 de situatie goed in toen zij in 1792 schreef ‘Het zou me niets verwonderen als de Fransen deze ongeregeldheden aangrijpen als excuus om ons een bezoekje te brengen’ schreef zij aan haar familie in Duitsland. Het ‘ancien régime’ zou uiteindelijk ten onder gaan. De legers van de Franse Republiek veroverden de volgende jaren grote delen van Europa. In 1795 trok Pichegru over bevroren rivieren de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden binnen waarna de partijen die het bestuur en de inrichting van de Hollandse samenleving radicaal wilden vernieuwen hun kans kregen. Stadhouder Willem V vluchtte naar Engeland. Hij nam eerst zijn intrek in Kew en later in Hampton Court waar hij plannen maakte om terug te keren naar zijn vaderland.

8 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

1. Stadhouder Willem V. van Oranje- Nassau. Benjamin Samuel Bolomey, 1772 . Collectie Haags Historisch Museum, Den Haag.


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 9

De verdreven stadhouder vormde een Oranje-brigade die gelegerd werd op het eiland Wight. Toen Napoleon Bonaparte in 1801 de touwtjes op het continent definitief in handen leek te krijgen, legde Willem zich bij de situatie neer. Hij ontsloeg zijn ambtenaren in de vroegere Republiek van hun eed van trouw aan Oranje en vertrok naar Duitsland waar hij zijn intrek nam op slot Oranienstein bij Dietz. Hij overleed in 1806 tijdens een bezoek aan zijn dochter Louise in Brunswijk. Zijn zoon, Willem Frederik, Prins van Oranje-Nassau, de latere koning Willem I, had inmiddels in 1801 zijn erfelijke rechten op het stadhouderschap van de Nederlanden verkocht aan Napoleon. Ter compensatie ontving hij ondermeer het vorstendom Fulda en Dortmund. Daar Frankrijk de ‘bevrijde’ republiek niet annexeerde, maar er een satellietstaat van maakte, konden de patriotten in januari 1795 de Bataafse Republiek uitroepen. Op deze manier creëerden de Fransen aan hun noordgrens een welvarende zusterrepubliek zonder de kosten van een bezettingsmacht. Officieel bleef het land onafhankelijk. Het was echter Frankrijk dat de voorwaarden van deze onafhankelijkheid bepaalde. In het Haags Verdrag van 16 mei 1795, een vredesverdrag tussen Frankrijk en de Republiek, sloten beide staten ondermeer een offensief en defensief verdrag en ontving Frankrijk honderd miljoen gulden schadeloosstelling voor de ‘bevrijding’ van de Republiek. Tegenstellingen tussen aristocraten en democraten leidden de volgende jaren niet tot een beter landsbestuur. De overzeese handel liep door de afsluiting van de handelswegen nog verder terug. Wat nog restte aan nering, nijverheid en stapelmarkt, eertijds de grondslagen van Hollands welvaren, dreigde ten onder te gaan. Hoewel de Bataafse Republiek officieel onafhankelijk was streefde Napoleon vanaf 1800 naar een bestuurshervorming van de Republiek. In 1805 leidde dit tot de invoering van een eenhoofdig gezag onder de door Napoleon benoemde raadpensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck en een Wetgevend Lichaam van 19 leden, dat door de raadpensionaris werd benoemd. In verband met de invoering van het Continentale Stelsel moest Schimmelpenninck na een jaar het veld ruimen. Protest bleef niet uit. Zo circuleerde onder andere in Leiden en Amsterdam een pamflet getiteld ‘Oproeping aan het Bataafsche Volk’ waar Maria Aletta Hulshoff, dochter van een doopsgezinde predikant, er in felle bewoordingen op aandrong de vertrouwde republikeinse instellingen en normen te handhaven en in verzet te komen tegen de Franse overheersing. ‘Republikeinen doet uw plicht, Gij kunt het vaderland nog redden’. Ondanks de kritieken benoemde Napoleon, inmiddels keizer van Frankrijk, op 4 juni 1806 zijn broer Lodewijk Napoleon tot koning van het Koninkrijk Holland. Al gauw zal blijken dat deze nieuwe vorst die eigenlijk de Franse belangen moest dienen steeds meer de kant koos van de Hollandse, hetgeen hem in 1910 de troon koste.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 9


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 10

1 Koninkrijk Holland en Lodewijk Napoleon L

odewijk Napoleon was aanvankelijk niet erg enthousiast over de taak die zijn broer hem had toebedeeld. Hij was vooraf ook niet gekend in dit besluit. Zelf was de 27-jarige koning liever een belangrijk schrijver geworden. En als hij dan per se koning moest worden, waarom dan niet van Genua of Piemonte. Het koude en kille Holland stond hem tegen, alleen al vanwege het klimaat dat zijn reuma zou kunnen verergeren. Ondanks zijn protesten hield Napoleon voet bij stuk. De belangen van het keizerrijk gingen voor. Hij gaf zijn broer als raad nog mee ‘Wees een goed Hollander, maar vergeet niet dat je een geboren Fransman bent’. Later zou blijken dat Lodewijk zich eigenlijk alleen nog maar het eerste deel van dit advies kon herinneren.

Lodewijk werd met zijn vrouw Hortense en hun twee kinderen verrassend hartelijk ontvangen in Den Haag waar zij ondermeer Huis ten Bosch toegewezen hadden gekregen. De nieuwe vorst realiseerde zich maar al te goed dat zijn nieuwe onderdanen niet om zijn komst hadden gevraagd. Vanaf het begin zette hij zich in voor de belangen van de natie en voelde hij zich betrokken bij het Nederlandse volk. Hij handhaafde de Nederlandse taal in het landsbestuur en aan het hof en deed zijn uiterste best het Nederlands onder de knie te krijgen wat, zo wordt gezegd, leidde tot hilarische uitspraken als ‘iek ben konijn van Olland’. Om zijn onderdanen beter te leren kennen reisde hij door het land waarbij hij van tijd tot tijd uit zijn karos stapte om een praatje te maken met de lokale bevolking. Tijdens een bezoek aan Deventer in 1809 wilde hij eens zien hoe bij bakkerij G. van der Toorn de beroemde Deventer Koek werd gebakken. Hij ging op zijn gemak op een omgekeerde baktrog zitten, liet zich alles haarfijn uitleggen en proefde met zeer veel smaak de hem aangeboden lekkernijen. Na zijn bestellingen gedaan te hebben wilde hij weer in zijn wachtende koets stappen. Maar ‘juffrouw van der Toorn’, de echtgenote van de toenmalige koekenbakker, trok de koning aan zijn arm en stamelde: ‘M’neer ef vergeten um te betalen!’ Lodewijk die het Nederlands nog niet zo goed onder de knie had, begreep heel goed dat het om een geldkwestie ging. Hij gaf zijn kamerheer een wenk om het verzuim te herstellen. Een handdruk met florijnen verdreef de zorg van de verlegen koekenbakkersvrouw, waarop de koning hard lachend vertrok. Door zijn reizen kreeg hij een goed inzicht van de problemen waarmee het land te maken had. Zijn ideeën over noodzakelijke verbeteringen voor landbouw, handel, hygiëne, dijkbouw en waterwegen legde hij schriftelijk vast. Hij liet zich goed informeren over de zeden en gewoonten van zijn land en trachtte zich hieraan aan te passen. Bij noodlottige gebeurtenissen in zijn rijk stelde Lodewijk zich vaak persoonlijk op de hoogte, betuigde hij persoonlijk zijn medeleven aan de getroffenen en schroomde hij niet direct adequate hulp te bieden. Zo liet hij in

10 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

2. Lodewijk Napoleon, Koning van Holland 1806-1810 door Charles H. Hodges. Rijksmuseum Amsterdam.


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 11

3. Lodewijk Napoleon, op een gouden dukaat uit 1810. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

1807 na de ontploffing van een kruitschip in Leiden, waarbij een groot deel van de stad in puin kwam te liggen, zijn soldaten zoeken naar overlevenden en regelde hij voedsel en medische zorg. Ter ondersteuning van de wederopbouw richtte hij het eerste nationale rampenfonds op. Toen twee jaar later de rivieren in de Betuwe overstroomden, trok Lodewijk door het gebied en verleende hij financiële hulp aan de slachtoffers. Door zijn manier van optreden nam zijn populariteit toe. Bestuurlijk gezien bouwde hij voort op de verworvenheden van de oude Bataafse Republiek. In korte tijd slaagde Lodewijk Napoleon erin een groot aantal wijzigingen op allerlei terrein door te voeren. De republikeinse grondwet van 1805 werd omgebogen tot een grondwet van een monarchie en de republiek getransformeerd tot een koninkrijk. Hij voerde een uniforme munt in, wat het innen van belastingen vergemakkelijkte en liet een voor die tijd zeer humane versie van het Wetboek van Strafrecht samenstellen. Daarnaast zette hij zich in voor verbetering van de gezondheidszorg en het onderwijs. Naar Frans voorbeeld nam hij ondermeer op het terrein van kunsten en wetenschappen het initiatief tot de oprichting van een aantal nationale instellingen zoals een bibliotheek en een museum. Zo werd op 15 september 1809 het Koninklijk Museum in het Amsterdamse Paleis op de Dam geopend.1 De collectie bestond voor een deel uit achtergelaten goederen van stadhouder Willem V. Lodewijk Napoleon ontpopte zich als een ware mecenas en kocht binnen korte tijd enkele vermaarde collecties aan. De eigentijdse kunst stimuleerde hij door het organiseren van exposities van levende meesters en het toekennen van prijzen. En om de grote verscheidenheid aan genootschappen op dit gebied te coördineren werd bij Koninklijk Decreet van 4 mei 1808 in Amsterdam het Koninklijk Instituut van Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten opgericht. Hij deed zijn uiterste best om de handel en nijverheid van het koninkrijk te stimuleren. Hof en hofhouding werden geacht producten van Hollandse makelij te betrekken.2 Ook zijn paleizen en andere verblijven werden, voor zover dat mogelijk was, ingericht door Hollandse ondernemers en met Hollands fabrikaat. Als bepaalde objecten, bijvoorbeeld meubelen in empirestijl, hier niet konden worden gemaakt, liet hij voorbeelden uit Frankrijk komen zodat Hollandse meubelmakers ze konden namaken. Op deze manier ontwikkelde zich, vrij kort na zijn komst in Holland, naar Frans voorbeeld de Hollandse empirestijl. De koning spande zich ook persoonlijk in om de nijverheid te stimuleren zoals bijvoorbeeld voor Dommer & Comp. makers van het zogenaamde Amstelporselein, genoemd naar hun fabriek aan de Buiten Amstel. Op 21 februari 1808 hadden George Dommer & Comp, een offerte ingediend voor levering van serviesgoed.3 Het ging vermoedelijk om een 998-delig servies voor ongeveer 100 personen. Het was bestemd voor het paleis in Amsterdam dat de koning in april 1808 zou betrekken. Er was dus haast bij. Met de levering werd echter niet direct

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 11


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 12

begonnen daar de koning niet gelukkig was met de ouderwetse vormgeving van de producten van deze fabriek. Daar hij evenwel, naar Frans voorbeeld, een dergelijk toonaangevende industrie ook in zijn koninkrijk wilde hebben, nam hij het initiatief om daarin verbetering te brengen. Na een bezoek op 16 mei 1808 nam hij de fabriek onder zijn hoede en vaardigde hij dezelfde dag een decreet uit waarin Dommer & Comp. zich ‘Manufacture Royale’ mochten noemen. Tevens gaf hij opdracht om vanuit de Franse hoofdstad porseleinmonsters, fraaie objecten en zelfs gipsen modellen van ondermeer de keizerlijke porseleinfabriek uit Sèvres te laten overkomen, alles in empirestijl. Bovendien zag hij erop toe dat de fabriek zou kunnen beschikken over de chemische toebereidingen van het paté en het juiste gebruik van de oven. Lodewijk verlangde van Dommer niet alleen een verbetering van de vormgeving van het porselein maar ook een moderne exploitatie van het bedrijf. Dommer & Comp. lieten er geen gras over groeien en maakten al spoedig serviezen volgens de nieuwe stijl waarbij ze ook aan de koning leverden. Van het bijna 1000-delig servies zijn ongeveer veertig stukken overgebleven. Ter bevordering van de handel en nijverheid stelde Lodewijk Napoleon voor nijverheidstentoonstellingen te organiseren waarbij de bevolking kennis kon maken met inheemse producten. De eerste Algemene Openbare Tentoonstelling van de Voortbrengselen der Volksvlijt werd van 19 april tot 2 mei 1808 in Utrecht gehouden. Helaas waren de resultaten bedroevend wat voor de vorst een reden temeer was om de nijverheid mede door middel van dergelijke tentoonstellingen te stimuleren. Lodewijk Napoleons inspanningen voor zijn volk stonden op gespannen voet met de politiek van zijn keizerlijke broer. Lodewijk zag niets in de invoering van het Continentale Stelsel waarbij alle Europese havens gesloten werden voor goederen uit Engeland. Naar zijn mening zou deze maatregel de Hollandse economie grote schade berokkenen terwijl hij deze juist tot bloei wilde brengen. Hij achtte deze maatregel ook onuitvoerbaar vanwege de uitgebreide Hollandse kustlijn. Weliswaar voerde hij deze maatregel in maar liet zijn ambtenaren af en toe een oogje dicht knijpen. Ten aanzien van de tiërcering van de staatsschuld toonde hij zich weinig plooibaar en hij weigerde halsstarrig de inschrijving of loting voor de militaire dienst (de conscriptie) af te kondigen. Inmiddels was hij zo vergroeid geraakt met zijn onderdanen dat, toen Napoleon hem in 1808 Spanje aanbood omdat het klimaat daar beter zou zijn voor zijn gezondheid, hij dit aanbod afwees omdat hij trouw had beloofd aan de Nederlanders. Hoe populairder Lodewijk in Holland werd des te meer irritatie hij opriep in Parijs dat niets wilde weten van de naar zelfstandigheid strevende en steeds meer verhollandste vorst. Uiteindelijk leidde dit tot een ernstig conflict tussen beide broers. Het was Lodewijk inmiddels wel duidelijk geworden dat hij het onderspit zou delven. Wijselijk besloot hij de eer aan zichzelf te houden. Met de woorden ‘Hollanders! Nimmer zal ik een goed en deugdzaam volk zoals u vergeten. Mijn laatste gedachte en mijn laatste zucht zullen voor uw geluk zijn’ trad de eerste koning van Nederland, de Fransman Louis Bonaparte, op 1 juli 1810 af. Negen dagen later bestond het Koninkrijk Holland niet meer en was het ingelijfd bij het Franse Keizerrijk.

12 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

4. Schematische kaart van de departementen van het Koninkrijk Holland. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 13

Manufacturier du Roi, Orfèvre de la Couronne, Bottier de la Maison Royale en andere titels Zoals hiervoor al opgemerkt kopieerde Lodewijk Napoleon veel naar voorbeeld van het Franse keizerrijk. Kort na zijn aankomst in Holland werden een aantal instellingen van Staat bij decreet Koninklijk. Met dit besluit werd zowel de status van de instelling als ook die van de staat benadrukt. De verheffing tot koninkrijk werd hiermee kenbaar gemaakt aan de buitenwereld. Zo ontstonden ondermeer in 1806 de Koninklijke Courant (10 juni), de Koninklijke Drukkerij (20 juni), de Koninklijke Maatschappij van Kunsten en Wetenschappen (4 augustus), de Koninklijke Munt (17 september), de Koninklijke Bibliotheek (20 november) en de Koninklijke Hollandsche Loterij (22 november) 1806. Ook werden in dat jaar verschillende onderdelen van de krijgsmacht koninklijk: Het Koninklijke Corps der Marine (24 juni), de Koninklijke Garde (4 juli) de Koninklijke Grenadiers der Marine (14 augustus), de Koninklijke Legeronderdelen (landmacht) en de Koninklijke Militaire Kadettenschool op 17 september.4 Daarnaast werden er titels als ‘Fournisseur de la Cour’, ‘Manufacturier de sa Majesté’, ‘Orfèvre de la Couronne’, in het Nederlands vertaald als ‘Leverancier aan het Hof’, ‘Fabrikant van zijn Majesteit’ en ‘Edelsmid van de Kroon’, kortweg ‘Hofleverancier’ verleend. Helaas bestaan er geen registers van ondernemers en ondernemingen die door Lodewijk Napoleon en zijn familie met dit predikaat zijn onderscheiden. Soms werden zij vermeld in de Koninklijke Courant, een Hofalmanak of in het Alfabetisch register op de decreten van Zijne Majesteit.5 Men is vooral aangewezen op de archieven van Lodewijk Napoleon in Nationaal Archief en het Koninklijk Huisarchief, beiden in Den Haag, en in de Archives Nationales in Parijs.6 5. Briefhoofd van de firma Biennais te Parijs uit juni 1806 met de vermelding “Hofleverancier van Lodewijk Napoleon”. Nationaal Archief Den Haag.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 13


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 14

Toen Lodewijk Napoleon op 18 juni 1806 met zijn vrouw Hortense en hun twee peuters na een vermoeiende reis van drie dagen in de avond bij Huis ten Bosch in Den Haag aankwamen, was het paleis door de Grootmeester enigszins bewoonbaar gemaakt. Vele goederen waren al vanuit Frankrijk naar Holland overgebracht. Een van de leveranciers was de firma Biennais uit Parijs. Deze firma toonde al op een nota van 10 juni 1806 dat zij, naast ‘Orfèvre de leurs M.M. Impériales et Royales’, ook ‘Orfèvre de sa Majesté le Roi de Hollande’ was.7 De firma Desoureches voerde eveneens al een titel.8 Kortom, al voordat Lodewijk een voet op Hollandse bodem had gezet, werden er door hem leveranciers begunstigd met bepaalde rechten en titels. Al in het eerste regeringsjaar van Lodewijk Napoleon (juni1806- mei 1807) meldde zich direct allerhande Hollandse kooplieden, fabrikanten en winkeliers met verzoeken aan het Hof om te mogen leveren. Van begin af aan waren er verschillende categorieën hofleverancier. Zo waren er kooplieden en winkeliers die daadwerkelijk zaken deden met de koning, het hof of de paleizen. Deze leveranciers zagen dit na verloop van tijd graag bevestigd met een acte of brevet waarin dit verband bekrachtigd werd en waarbij men dan tevens een bijpassende titel als ‘Chapellier du Roi’, ‘Horloger de sa Majesté’, ‘Manufacturier de la Maison du Roi’ mocht voeren. Veelal vroeg men deze titel niet alleen om hun band met het koningshuis aan de buitenwereld te tonen maar ook om hun onderneming onder de aandacht van een groter publiek te brengen om op die manier de omzet te verhogen. Daarnaast waren er ondernemers en firma’s die zowel aan koning en hof als aan instellingen van Staat leverden. Veelal vervaardigden zij bijzondere producten op het gebied van kunst en nijverheid. Boekhandelaren, drukkers, graveurs en kunsthandelaren als de Haagse Gebroeders van Cleef mochten zich ‘Boekhandelaars van Zijne Majesteit en de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag’ noemen, Johannes Altheer uit Utrecht was ‘Libraire du Roi’, J.S. van Esveldt Holtrop uit Amsterdam ‘Libraire de sa Majesté’ en E. Maaskamp ‘Koninklijk Kunstenaar voor Plaat en Graveerkunst’. Ciovino & Frères Truffino, die naast juwelen en andere goederen, ook de versierselen van de Orde van de Unie leverden, waren ‘Juwelier van Zijne Majesteit en de Kroon’. 6. Ster Orde van de Unie, gemaakt door de firma Ciovino & Fréres Truffino te Amsterdam. Particulieren verzameling Den Haag.

En dan was er nog een groep die wel de protectie van Lodewijk verkreeg maar alleen in eerste instantie aan een instelling van Staat of van nationaal belang leverde zoals de firma J.M. Kleman en Zoon uit Amsterdam die zich Koninklijke Instrumentenmakers en leveranciers voor de dienst ter Zee (Marine) mocht noemen.9

Tussen 1806-1810 bestonden er dus verschillende vormen van ‘Hofleverancierschap’. De gebruikte titulatuur gaf nogal eens aanleiding tot verwarring omdat besluiten en decreten meestal in het Frans waren opgesteld. De besluiten en decreten werden vervolgens in het Nederlands vertaald waarbij het begrip ‘du Roi’ of ‘sa Majesté’ werd vertaald in ‘Koninklijk’. Hierdoor ontstonden er twee verschillende titels voor hetzelfde begrip. De samenstellers van de eerder genoemde gepubliceerde lijsten en het Hof rangschikten ze echter allemaal onder de noemer ‘Fournisseur de la Cour’ ofwel ‘Leverancier van het Hof’, kortweg ‘Hofleverancier’. De meeste onderscheidingen werden verleend in 1808 en 1809 en vooral aan ondernemingen in Den Haag en Amsterdam.

14 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

7. Hollandse Cirkel landmeetkundig instrument, gemaakt door J.M. Kleman te Amsterdam. Universiteitsmuseum Utrecht.


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 15

Na het vertrek van Lodewijk Napoleon werd het koninkrijk Holland ingelijfd bij het Franse Keizerrijk. Charles Ferdinand Lebrun, hertog van Plaisance, nam voortaan als stadhouder van Napoleon de honneurs waar. Tussen de tweede helft van 1810 en november 1813 (als de Franse troepen zich gaan terugtrekken uit Nederland) zullen de door Lodewijk Napoleon onderscheiden kooplieden, fabrikanten en winkeliers wat minder uitbundig met hun koninklijke gunst aan de weg hebben getimmerd. Overigens maakte Lebrun maar al te graag gebruik van vaklieden die al onder Lodewijk hadden gewerkt en geleverd, in het bijzonder voor het onderhoud van de paleizen, omdat zij nu eenmaal over de benodigde vakkennis beschikten. Willem I zou later eveneens van hun diensten gebruik maken, ook al hadden zij gewerkt of geleverd aan Lodewijk Napoleon. Sommige ondernemers poogden de titel van Lodewijk Napoleon te vervangen door een titel van keizer Napoleon zelf zoals de firma G. Doorens en Zoon, spiegelmakers in Amsterdam.10 Hieruit blijkt duidelijk dat menig ondernemer zich snel aan de nieuwe situatie aanpaste, want handel blijft ten slotte handel.

Regels ter verkrijging van de titel Voor zover nu bekend bestond er geen eenduidige regelgeving voor de titel van ‘Fournisseur du Roi’ van Lodewijk Napoleon. Het is zelfs de vraag of er regels waren. Waarschijnlijk zijn ze al doende ontstaan. Veelal kwamen de aanvragen van ondernemingen die daadwerkelijk zaken deden met het Hof en dit graag bevestigd zagen met een titel om zich op die manier te onderscheiden van hun branchegenoten. Duidelijker is de weg die bewandeld moest worden alvorens men toestemming kreeg om zich hofleverancier te mogen noemen. De hofhouding van de koning bestond in principe uit verschillende departementen, waarvan vier onder leiding van een grootofficier (Grootmaarschalk, Grootkamerheer, Grootstalmeester en Grootjager). Daarnaast was er een Raad van het Koninklijk Huis met de kanselier van de koning als voorzitter. In de meeste gevallen diende een aspiranthofleverancier een verzoek in bij de koning of de kanselier van het Koninklijk Huis. Daarnaast werden er aanvragen ingeleverd bij de diverse departementshoofden of architecten. Het verzoek werd vervolgens ter beoordeling doorgestuurd aan de persoon van het Departement waar de desbetreffende levering onder viel of voor bestemd was. Op zijn beurt won de desbetreffende grootofficier weer inlichtingen elders in, waarna hij verslag uitbracht aan de koning die uiteindelijk besliste wie er met het privilege van hofleverancier begunstigd werd. Zo verzocht Simon Pieter Valette, cadet aan de school van de Koninklijke Marine in een brief aan de koning, gedateerd 6 juli 1808, om bestendiging van het brevet van zijn vader Jean Valette, hoedenmaker in Amsterdam. De zaak in Amsterdam bestond al 25 jaar en had vrijwel direct na zijn komst in Holland aan de koning geleverd. Na de komst van de koning in Holland had zijn vader tevens een depot geopend in Den Haag. Al op 20 december 1806 had zijn vader een verzoek ingediend ter verkrijging van de eervolle titel ’Chapellier de la Maison du Roi’. De koning was duidelijk gecharmeerd van dit verzoek en stuurde de aanvraag op 10 januari 1807 ter beoordeling aan zijn eerste aalmoezenier.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 15


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 16

Hierop ontving de koning op de 13de een gunstig rapport zodat de Grootmeester de heer Valette kon meedelen hij op 19 januari 1807 door de koning was onderscheiden. Valette mocht de titel ‘Chapellier de la Maison du Roi’ aannemen en ‘…décorer son enseigne des armes de Sa Majesté’ ofwel zijn uithangbord versieren met het wapen van de koning.11

Kortom, al onder Lodewijk Napoleon werd, alvorens de titel werd verleend, een grondig onderzoek ingesteld naar de sollicitant en, indien de rapporten gunstig waren, kreeg men de gevraagde titel met het recht tot het voeren van ‘s Konings wapen. Dit systeem zou later door Willem I worden overgenomen.

Titels en brevet 8. Briefhoofd van hoedenmaker J. Valette te Amsterdam, 1808.

Uit de verschillende titels die Lodewijk Napoleon heeft verleend blijkt dat er onderscheid werd gemaakt tussen fabrikanten en leveranciers/ambachtslieden. Fabrikanten ontvingen veelal de titel ‘Manufacturier de sa Majesté’ of ‘Manufacturier Royale’. Zo stuurde staatsraad J.P. van Wickevoort Crommelin op 5 april 1809 een rapport aan de koning betreffende het verzoek van de heer Van Lennep Coster, een fabrikant van zijden stoffen en velours, om de titel ‘Royale’ voor zijn nieuw op te richten fabriek. De fabrikant hoopte tevens artikelen te mogen leveren aan Zijne Majesteit. Uit het rapport blijkt dat hij ongeveer 70 tot 80 man personeel in dienst had die in Amsterdam en Naarden werkten. Als ondernemer was hij naar Parijs gereisd om zich op de hoogte te stellen van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van machines. Van Lennep Coster wilde al zijn personeel dat nu nog thuis werkte graag in één fabriek onderbrengen. Dit paste volgens Wickevoort Crommelin geheel in de plannen van de koning om de nationale industrie te bevorderen. Hij stelde de koning dan ook voor de heer Van Lennep Coster te vereren met de titel ‘Royale’ en hem levering van artikelen toe te staan waaraan zijne majesteit behoefte zou hebben, op voorwaarde dat Van Lennep Coster geen bezwaar zou maken tegen afspraken over kwaliteit en prijs.12 De titels aan grotere bedrijven werden, zeker in het begin, verleend bij decreet van de koning. De kleine leveranciers en ambachtslieden ontvingen de bevestiging van hun titel veelal via een schrijven van de Grootmaarschalk. Van een deugdelijke oorkonde was in het begin nog geen sprake. Officiële brevetten zouden pas in 1808 worden uitgereikt. Dat er behoefte bestond aan een dergelijk document blijkt wel uit een brief van 6 juli 1808 van de Haagse klokkenmaker P. Reeder en Zoon aan de koning. Hierin gaf de zoon te kennen dat zijn vader al klokkenen horlogemaker van de Prins van Oranje was geweest. Na de troonsbestijging van de koning had zijn vader opnieuw naar deze titel gesolliciteerd. Al in januari 1807 had hij een brief ontvangen van de Grootmeester van het Huis waarbij hij werd onderscheiden als hofleverancier met de bijbehorende titel ‘Horlogemaker van het Huis van Zijne Majesteit’. Hoewel hij zijn werk deed zoals een dergelijke belangrijke titel vereiste, was hij sindsdien niet betaald noch had hij een provisorisch brevet gekregen. Nu had hij vernomen dat er inmiddels brevetten

16 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Nationaal Archief, Den Haag.


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 17

werden uitgereikt aan de titularissen en dus hij had gereclameerd bij de Grootmaarschalk. Maar omdat deze Reeder te verstaan had gegeven dat hij een dergelijk brevet niet aan hem kon uitreiken, zag hij zich helaas genoodzaakt zich persoonlijk tot de koning te richten. Zijn belangrijkste argument was dat hij bang was, als hij het brevet niet kreeg, zowel zijn krediet als goede reputatie te verliezen wat zou kunnen resulteren in een algehele ondergang van zijn bedrijf en familie.13 Overigens was men aan het Hof wel degelijk op de hoogte van de titel van Reeder want de Intendant Generaal schreef de koning op 4 november 1808, naar aanleiding van een verzoek van Henri Sandoz klokkenmaker te Amsterdam om de titel ‘Horlogemaker van Zijne Majesteit’, dat deze titel al vergeven was aan Gijswijt & Zoon in Amsterdam, op 29 juni 1807, voor het uurwerk in de toren van het Paleis op den Dam, en aan Reeder & Zoon in januari 1807. 14

9. Aanhef van een voorbedrukt brevet door de Grootkamerheer van de Koning uitgereikt aan de begunstigde leverancier. Nationaal Archief Den Haag.

Hoewel de koning tweetaligheid van officiële stukken nastreefde, zijn er tot nu toe alleen gedrukte Franstalige brevetten gevonden en een aantal vertalingen van deze brevetten in handschrift.15 De Nederlandse vertalingen van het brevet van de kanselier kende meerdere uitvoeringen en werden waarschijnlijk bij het Franstalige brevet toegevoegd. De brevetten werden uitgereikt uit naam van de koning en ondertekend door de kanselier of een ander lid van de hofhouding. Zo ontving Johannes Steven van Esveldt Holtrop, boekhandelaar in de Kalverstraat, naast de rooms-katholieke kerk ‘De Papegaai’ in Amsterdam, in april 1808 van de Grootkamerheer het volgende brevet.16

MAISON DU ROI SERVICE DU GRAND CHAMBELLAN DE LA COURONNE. Nous Gerard Brantsen, Grand Chambellan de la Couronne; Chevalier, Grand-Croix de l’Ordre Royal de L’UNION, ainsi que de l’Ordre de St HUBERT, et décoré du Grand-Aigle de la Légion d’Honneur. En vertu des attributions de la dignité de Grand Officier de la Couronne, dont nous sommes revêtus, et d’après les ordres du ROI, avons nommé et nommons Le Sieur Johannes Steven van Esveldt Holtrop à Amsterdam, Libraire de Sa Majesté Fait à Utrecht le 12. Avril Mil-huit-cent-huit

Le grand Chambellan de la Couronne (signé) J. Brantsen

Vertaling Huis van de Koning Dienst van de opperkamerheer van de Kroon Wij Gerard Brantsen, Opperkamerheer van de Kroon, Ridder, Grootkruis van de Koninklijke Orde van de Unie, alsook van de Orde van St. Hubert en gedecoreerd met de Groot Adelaar van het Legioen d’Honneur. Uit hoofde van de waardigheid van Groot Officier van de Kroon, waarmee wij zijn bekleed en op bevel van de koning, hebben wij benoemd en benoemen wij de heer Johannes Steven van Esveldt Holtrop, Amsterdam tot Boekhandelaar van Zijne Majesteit Gedaan te Utrecht 12 april 1808

de Groot Kamerheer van de Kroon (was getekend) J. Brantsen

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 17


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 18

Op 8 november 1808 kreeg hij vervolgens toestemming om het wapen van de koning te gebruiken. In de kantlijn van dat briefje staat geschreven: ‘den heere Esvelt Holtrop, Koninklijk-Boekhandelaar’. Op de secretarie vertaalde men de titel ‘Libraire de Sa Majesté’ dus met ‘Koninklijk’. Ook de gebrevetteerden vertaalden titels als ‘Maison du Roi’, ‘de Couronne’ of ‘Sa Majesté’ vrijelijk met ‘koninklijk’. Titels als ‘Huis van de Koning’, ‘van de Kroon’ of ‘Zijne Majesteit’ werden dus allemaal onder de noemer ‘Koninklijk’ gebracht. Het begrip ‘Koninklijk’ voor ondernemingen en ondernemers moet dan ook worden uitgelegd als ‘leverancier van de Koning of diens huis’.17 Waarschijnlijkheid werd er geen register van hofleveranciers bijgehouden want op 11 juni 1809 verzocht de Kanselier van het Koninklijk Huis de Grootmaarschalk van het Paleis, naar aanleiding van een decreet van de koning van 10 juni 1809, om een lijst van alle brevetten die sinds de troonsbestijging van de koning via de verschillende Departementen aan de verschillende handelaren en handwerkslieden waren uitgereikt. De departementen leverden daarop enkele lijsten in die waarschijnlijk verre van compleet waren.18 Waarschijnlijk heeft Lodewijk Napoleon ongeveer 60 brevetten verleend.19

Het wapen van Lodewijk Napoleon Bij een nieuwe koning en diens koningrijk hoort ook een wapen. Zo werd bij wet van 7 augustus 1806 bepaald dat ‘de Koninklijke Wapens zullen zijn de oude Wapenen van den Staat, gecarteleerd met den Franschen Keizerlijken Adelaar en gekroond met de Koninklijken Kroon’. Daarnaast werd dit wapen voorzien van een groot aantal pronkstukken die de afhankelijk van Frankrijk zouden illustreren. Nederlands zijn het schild, dat een gekroonde generaliteitsleeuw op de ereplaats in het wapen kwartileert met de Franse Adelaar, de scepter en de hand van gerechtigheid, de geopende helm en de koningskroon die als helmteken dient. Naar Frankrijk verwijzen de gouden bijen op de mantel, de handen die zwaarden vasthouden, de rangonderscheidingstekens van een Grand Connétable van het Keizerrijk en het grote lint van het Franse Legioen van eer dat met het initiaal ‘N’ werd versierd.20 Lodewijk Napoleon keurde overigens de tekeningen van het wapen pas op 20 mei 1807 goed.

Hoewel leveranciers het koninklijke wapen mocht aanbrengen op hun uithangbord, zodat een aanstaande klant kon zien dat deze onderneming of ondernemer door Lodewijk Napoleon was onderscheiden, is er nog maar één exemplaar bekend. Het is een ovalen reclamebord van de firma Dommer & Cie te Amsterdam. Het is ongeveer 50 cm hoog, 75 cm lang en 5 cm dik. Het is een achter glas geschilderde voorstelling van het koninklijk wapen dat wordt omlijst met de verkregen titel, aard van het bedrijf en de firmanaam. Het bord behoort thans tot de collectie van het Rijksmuseum te Amsterdam. Helaas zijn er ook geen ontwerpen, prenten of tekeningen van dergelijke borden overgeleverd. Vanzelfsprekend was een ondernemer vereerd als hij aan de koning of diens huis mocht leveren en gebrevetteerd was en was hem er veel aangelegen dit aan het grote publiek kenbaar maken. In de officiële oorkonde werd echter niet vermeld dat men als teken van deze

18 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

10. Het wapen van het Koninkrijk Holland.


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 19

onderscheiding het wapen van de koning mocht voeren terwijl juist een uithangbord, met daarop het wapen van de koning, voor een hofleverancier erg belangrijk was. Dus richtte de hiervoor genoemde Johannes Steven van Esveldt Holtrop op 21 oktober 1808 een brief aan de koning waarin hij hem toestemming vroeg om het koninklijke wapen voor zijn zaak te mogen plaatsen. De koning beschikte gunstig zoals blijkt uit een schrijven van de Kanselarij van 8 november van dat jaar.21 Of hij daadwerkelijk het wapen op een bord bij zijn winkel heeft geplaatst, is helaas niet bekend. Wel lieten de onderscheiden bedrijven het wapen van de koning op hun briefpapier, rekeningen en andere zaken drukken. Op die manier adverteerden zij hun ‘vorstelijk’ status, aangevuld met de bijbehorende titels als ‘Kleermaker van de Koning’ of ‘Hoedenmaker van ‘s Konings Huis’. 11. Reclamebord van de firma Dommer & Comp. Te Amsterdam. Rijksmuseum Amsterdam.

Koningin Hortense Naast de koning kon men ook onderscheiden worden door zijn echtgenote, koningin Hortense, of de kleine prinsen. Hortense heeft betrekkelijk weinig tijd in Holland doorgebracht. Zij was voortdurend op reis, woonde in Parijs of verbleef bij haar moeder, keizerin Josephine, op Malmaison. Dit kwam niet alleen door haar slechte huwelijk maar ook omdat zij niet kon aarden in Holland. Zij brevetteerde onder andere Madame Hubert, een handelaarster in modeartikelen. Dit moet gebeurd zijn vóór 1 december 1809. 22

In hetzelfde jaar benoemde koningin Hortense, die zeer muzikaal was en zelf componeerde, ook de gebroeders Meyer uit Amsterdam tot hofleverancier.23 De gebroeders Meyer waren pianobouwers. Meincke Meyer, die het vak in London had geleerd bij Broadwood, had zich in 1779 met zijn broer Pieter als zelfstandig fortopianobouwer gevestigd op het Rokin in Amsterdam. In 1808 kregen ze opdracht drie fortepiano’s te bouwen: twee voor het Amsterdamse paleis en een voor het paleis te Soestdijk. De tafelpiano’s van Meyer, naar Engels voorbeeld gebouwd, waren soberder uitgevoerd dan de fraaie empirevleugels uit die tijd. De Koninklijke Courant van 18 november 1808 meldde: ‘De gebroeders Meyer, piano-forte-makers, hebben voor het paleis een piano-forte van zes octaven, van de volmaakste schoonheid, en dat voor geen piano-forte uit de beste fabrijken behoeft te wijken, vervaardigd. Daar Z.M. over deze fabrijk zeer te vreden is, heeft Hoogstdezelve, aan gemelde broeders Meyer, de titel van Koninklijke piano-forte-makers toegestaan.’ 24 Zij mochten zich voortaan ‘Pianoforte Fabrikeurs van Hunne Majesteiten’ noemen.

12. Koningin Hortense de Beauharnais door Franqois Gerard.

Hieruit blijkt opnieuw dat men moeite had met het Franse begrip ‘Sa Majesté’.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 19


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 20

Napoleon Louis en Charles Louis Napoleon Een opmerkelijke gebrevetteerde was Engelbertus Koedijk. Deze beste brave burger, die een nering dreef in mechanische, optische, physische en andere speelgoederen in de Kalverstraat bij de Begijnensteeg Amsterdam, had ondermeer in oktober en november 1808 aan de koning een dertigtal stukken speelgoed geleverd zoals 25 Een groot mechanische stuk, verbeeldende een leger, land en haven gezicht Een doos met Willem Tells optocht Wagentje met 2 bokjes Doos met veemarkt Een middelgroot mechanische stuk, zijnde een illuminatie ter eren van de Koninklijke Familie Mode poppen Chineesche dubbelende duikelaar Rijtuig op koperen uurwerk Hollandsch wachtparade Optica spiegel met 24 prenten Doos met Indiaansche wildernis Het speelgoed zal bestemd zijn geweest voor de kinderen van Lodewijk en Hortense, Louis Napoleon (1804-1831) en Charles Louis Napoleon (1808-1873). Blijkbaar vielen deze objecten zeer in de smaak want, op voordracht van de kanselier mr. Jan Pieter van Wickevoort Crommelin, werd Engelbertus Koedijk ‘ingevolge de bevelen van Zijne Majesteit’ op 19 december 1808 benoemd tot ‘Leverancier van Hunne Koninklijke Hoogheden de Prinsen. Koedijk is waarschijnlijk één van de weinige geweest die zich ‘Leverancier van de Prinsen’ mocht noemen. Nadien leverde hij meerdere malen speelgoed aan de koning zoals een mechanische Chinesche schaarslijper, een grote boerenwagen, een haren paard, een windmolentje en fijne ratels. 26

Van pracht en praal tot ellende Ondanks een salaris van anderhalf miljoen florijnen per jaar leefde Lodewijk Napoleon ver boven zijn stand. Hij vond dat ‘de nieuwe regeringsvorm’ met passende luister en waardigheid omkleed diende te worden. Hiermee imiteerde hij het Parijse hofleven dat met veel decorum en ongekende grandeur was omgeven. Lodewijk wilde als koning van Holland niet onder doen voor zijn keizerlijke broer Napoleon. Al voordat Lodewijk Napoleon naar Nederland kwam was bepaald over welke behuizingen hij zou kunnen beschikken. Naast het voormalige Stadhouderlijke kwartier ‘Het Binnenhof’ dat voortaan ‘Palais Royal’ zou heten, kon hij beschikken over Huis ten Bosch en Paleis Soestdijk. Hieraan zouden later ondermeer Paleis ‘t Loo en de Abdij van Middelburg worden toegevoegd. Naast deze onderkomens, die de status kregen van kroondomein omdat de staat eigenaar bleef, kocht Lodewijk als privé persoon nog tal van andere gebouwen verspreid over het land. Zo bezat hij o.m. het huis Oud Amelisweerd bij Utrecht, Paviljoen Welgelegen in Haarlem, het kasteel van Jever, het kasteel van Aurich in Oost-Friesland en omvangrijke bossen bij Borculo. Natuurlijk moesten als deze paleizen en huizen worden ingericht, gerenoveerd en gemeubileerd. Wat dat laatste betreft veelal in de toen geldende empirestijl

20 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

13. De Prinsen Napoleon Louis (1804-1831) en Charles Louis (1808-1831), toegeschreven aan Francois Gérard.


HofLev-boek 25-11-13 16:13 Pagina 21

14. Brevet van Engelbertus Koedijk, 'Hofleverancier' van de koninklijke prinsen, uitgereikt op 19 december 1808 door de kanselier van 's Konings Huis. Nationaal Archief, Den Haag.

van het Franse keizerrijk. Deze modieuze empirestijl, geënt op de klassiek-Romeinse kunst, straalde grandeur uit. De koning liet voorbeelden en tekeningen uit Parijs overkomen, zodat Hollandse meubelmakers deze konden kopiëren. De meubelen in de belangrijkste vertrekken waren veelal verguld of van kostbaar mahoniehout en verrijkt met verguld bronzen ornamenten. De wanden werden bedekt met zijden behangsels of gordijnen van geborduurde mousseline. Kortom, met zorg en tegen hoge kosten werden de huizen ingericht. Aan een overdaad van pracht en praal was dus geen gebrek. In deze verzameling van residenties en behuizingen ging Lodewijk Napoleon eigenlijk een stap verder dan zijn broer de keizer in zijn pogingen het decorum en grandeur van zijn monarchie te verhogen. Het vervelende was echter dat Lodewijk bij de inrichting van al deze huizen voortdurend van gedachten veranderde zodat veel meubilair en de bestemming van ruimten vaak wisselden. Hierbij werd vrijwel geen rekening gehouden met de beschikbare fondsen. Lodewijk was nogal wispelturig van aard en kon niet besluiten waar hij zich blijvend zou vestigen. Zijn verblijf in Den Haag was van korte duur. Nadat er aan de Drift en de Wittevrouwenstraat in Utrecht een reeks panden was aangekocht die tot paleis werden verbouwd, verhuisde hij met zijn hofhouding daarheen. In de winter van 1807/1808 besloot Lodewijk, die niet bijster tevreden bleek te zijn met een paleis dat nog steeds in aan- en verbouw was, naar Amsterdam te verhuizen. De stad werd aangewezen tot hoofdstad en koninklijke residentie. Het sprak vanzelf dat er maar één pand als paleis in aanmerking zou kunnen komen en wel het Stadhuis op de Dam. Dit ‘achtste wereldwonder’ werd dan ook door het stadsbestuur in bruikleen aan hem aangeboden. Al-

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 21


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 22

vorens hij daar zijn intrek kon nemen moest het nog wel even inwendig worden verbouwd en ingericht, een koning waardig. Dit betekende dat de boedel van de huizen waar hij inmiddels op uitgekeken was, moest worden overgebracht. Een deel ging naar Amsterdam, de rest naar andere verblijven die zijn voorkeur hadden. Voor de verhuizingen werden veelal dezelfde leveranciers ingeschakeld. Hierbij gold steeds dat de verhuizingen, verbouwingen en stoffering, indien mogelijk, door Hollandse ambachtslieden en leveranciers moesten worden gedaan. Een aardig voorbeeld is de gang van zaken rondom de verlichting van het paleis op de Dam. De grote ruimte van de burgerzaal, de centrale ontvangstzaal, vroeg met zijn bijna dertig meter hoogte om een betere lichtvoorziening dan de voorheen toegepaste kaarsen die, in simpele houders op de kroonlijst, deze zaal ‘s avonds moesten verlichten. In eerste instantie werden er 48 olielampen aangebracht, maar deze gaven nog steeds onvoldoende licht. Daarop vroeg Jean Thomas Thibault, architect van Lodewijk Napoleon, offertes aan voor twee soorten kroonluchters bij de ‘bronzier – doreur’ A. Ravrio in Parijs. Deze maakte waarschijnlijk een eigen ontwerp van kroonluchters die drie en halve meter hoog en bijna twee meter in doorsnee waren. Echter de voorwaarde die Lodewijk gesteld had betreffende de uitvoering door Hollandse bedrijven vormde voor de architect en de intendant van de paleizen een groot probleem. In Holland bleek geen firma in staat dergelijke kronen in zijn geheel te construeren. Om toch aan de eis van de koning tegemoet te kunnen komen, werd besloten om zes grote en twee kleine kronen uit apart geleverde onderdelen te laten samenstellen. Meestersmid Jan Jonker uit Amsterdam maakte de ijzeren karkassen, blikslager Hendrik Bosch, eveneens uit Amsterdam, voorzag ze van versiering van verguld blik en leverde ook het kristal en twaalf olielampen per luchter.

Joseph Cuel, die ook bij de inrichting was betrokken, leverde voor iedere luchter een das (hoes) van blauw zijde met gele franje waarmee de kettingen naar het plafond werden omwikkeld. Men was met de ƒ 5.063,- die hiermee in totaal gemoeid was, een schijntje kwijt vergeleken met de offerte uit Parijs. Voor de zes kroonluchters berekende Ravrio voor de goedkoopste, ƒ 39.000,- en voor de duurste ƒ 63.000,- . De kroonluchters van Jonker en Bosch waren uiterst simpel uitgevoerd. Zes kettingen, doorvlochten met kristal, zorgden voor de verbinding tussen de blauwe bol en de grote met eenvoudige bladmotieven versierde ronde band. Vergeleken met de meeste Franse luchters in de overige paleisvertrekken waren deze luchters slechts spaarzaam versierd met kristal. De bij de kronen behorende olielampen hadden aan weerzijden van het oliereservoir een brander. Hierdoor beschikte men over een dubbele hoeveelheid licht. De lampen waren gemaakt van geslagen blik, goudkleurig gelakt en beschilderd met zwarte motieven.27 Ondermeer vanwege deze opdracht alsook voor wat hij al eerder had gedaan in de andere behuizingen van Lodewijk Napoleon, diende Henderik Bosch, blikslager uit Amsterdam, een verzoek in om gebrevetteerd te worden met de titel ‘Blikslager en Decorateur van de illuminatie van het Paleis’.28 Hetzelfde deed Jan Jonker op 21 mei 1808. Hij vroeg om de titel ‘Meestersmid van het Koninklijk Paleis’.29 Beide heren ontvingen deze gunst op 14 september 1808, evenals een groot

22 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

15. Olielampje nr. 24, vervaardigd door de blikslager Hendrik Bosch in 1808. Dit was een van de vele lampen die werden opgehangen aan de grote kroonluchters in de grote zaal van het Paleis op de Dam om 's avonds meer licht in de zaal te kunnen verkrijgen. Stichting Koninklijk Paleis, Amsterdam.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 23

aantal andere ambachtslieden die werkzaamheden hadden verricht aan de inrichting van het Paleis op de Dam. Het spreekt vanzelf dat al deze grootscheepse verhuizingen en de daar bijbehorende inrichtingen van steeds nieuwe paleizen en huizen sommen geld kostten. Sprak het gewone volk er soms luid schande van, anderen verdiende hier een goede boterham aan. Dit gold helaas niet voor iedereen want de tol die soms betaald moest worden voor de vele werkzaamheden in opdracht van de koning, was hoog. Door het vele werk kon men andere klanten niet bedienen, het veroorzaakte de nodige stress en nogal wat problemen. In een brief van de eerder genoemde Haagse klokkenmaker P. Reeder en Zoon, van 6 juli 1808 komt dit duidelijk naar voren.

16. Pendule 'De eed der Horaties' door Lodewijk Napoleon omstreeks 1808/09 aangekocht voor circa fl 2.260,- via de firma Reeder uit Den Haag voor het Paleis op de Dam. Koninklijke Verzameling, Den Haag.

Reeder had sinds zijn benoeming tot klokkenmaker veel montagewerk aan de klokken in de stad moeten afstoten vanwege de dagelijkse bezoeken die hij moest afleggen aan de pendules van het paleis. Bovendien had de Grootmeester hem in december 1807 gelast de meubels, die uit Parijs zouden komen voor het paleis in Den Haag, te gaan zoeken en op te halen. Na het vertrek van de koning uit Den Haag moest hij de pendules naar Utrecht transporteren, ze plaatsen en daar blijven om ze te verzorgen, waardoor hij aan zijn andere werk niet toekwam. Toen eind maart het paleis op Dam in orde moest worden gemaakt, bestelde de Grootmaarschalk de nodige pendules, lusters, kandelaars, girandoles die echter in Holland niet voorradig waren. Hij gaf Reeder slechts de tijd tot 19 april en liet hem bovendien een schuldbekentenis tekenen van ƒ 6.000,-. Reeder schrijft dat hij zich gevleid voelde en door alle beambten gesteund in zijn keuze voor de objecten. Daarom had hij ook gemeend zich in Amsterdam te kunnen vestigen. Om alles op tijd voor elkaar te krijgen waren er vele arbeiders en leveranciers nodig geweest. Reeder benadrukte dat hij niets anders dan zijn plicht had gedaan maar dat de offers en het plichtsbesef hem inmiddels wel een longziekte hadden bezorgd en zijn vader een breuk vanwege het grote en zware werk in het Amsterdamse paleis.30 Hoewel vader en zoon Reeder alles in het werk hadden gesteld om de koning en zijn functionarissen tevreden te stellen, moet er toch iets zijn misgegaan. Uiteindelijk werden de handelsbetrekkingen tussen beide partijen verbroken en de titel ‘Horlogemaker van de Koning’ niet werd bestendigd. Kostelijk en inderdaad kostbaar was ’s Konings nieuwe woning die hij na zijn intocht op 9 april 1808 in Amsterdam betrok. De andere favoriete behuizingen van Lodewijk, zoals Paleis Soestdijk en Het Loo in Apeldoorn deden hier overigens niet voor onder. Helaas waren de beschikbare fondsen niet toereikend om alle verhuizingen te bekostigen. Uit de vele verzoekschriften om betaling aan Lodewijk Napoleon blijkt dat er van het begin af aan problemen waren met het voldoen van rekeningen. Herhaaldelijk verzochten kooplieden, leveranciers en ambachtslieden met klem om voldoening van hun rekeningen voor de geleverde goederen of uitgevoerde werkzaamheden. Zo stuurden de ambachtslieden Nicolaas van Soomeren, meestermetselaar, G. Janssen en Nicolaas de Rijk, timmerlieden, Henderik Geerling en Jan Vos, schilders en glazenmakers, Jan Jonker, meestersmid en H. Lateur, stukadoor, op 14 september 1808 gezamenlijk een brief aan de koning. Zij

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 23


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 24

betoogden dat ze allemaal door de koning waren gebrevetteerd en veel en goed werk hadden geleverd ten behoeve van het paleis op de Dam in de periode van13 februari tot en met 23 mei 1808. Hoewel zij al enige tijd geleden hun rekeningen hadden ingediend, waren deze nog steeds niet voldaan zodat ze de koning nogmaals dringend verzochten hiervoor zorg te dragen.31 Hoewel Lodewijk Napoleon in 1809 zijn intendanten duidelijk instrueerde in geval van bezuinigingen personeel en leveranciers eerst te betalen, stond tegen die tijd een aantal leveranciers al het water tot de lippen. Zo ook Etienne Weenink, kamerbehanger van Konings huis, gevestigd in de Kalverstraat te Amsterdam. Hij verwoordde het op 6 juni 1809 in een brief aan de koning aldus: 17. Briefhoofd, D.Spiegelberg te Amsterdam, Botlier Du Roy.

‘ Dat al gedurende enige tijd aanzienlijke leveranties door hem zijn gedaan aan ’s Konings Paleizen te Soestdijk, Utrecht en te Amsterdam als elders. Dat de betalingen zouden worden gedaan en nu die steeds achterwegen blijven, ziet hij zich genoodzaakt, op grond van de nog te vorderen betalingen zich te vervoegen bij het Nationale Gerechtshof van dit Koningrijk, ten einden de surseance van betaling te verlangen. Daar hij zich bewust is dat deze stap hem in minder gunstig daglicht zou stellen, is hij van mening Zijne Majesteit hiervan op de hoogte te brengen omtrent zijn nog te vorderen arbeidsloon en leveranties in en aan Zijne Majesteit Paleizen gedaan hebbende. En daar deze steeds uitblijven, dat men hem niet kwalijk kan nemen dat hij op die gronde surseance heeft aangevraagd om te voorkomen dat hij geruïneerd raakt. Hij verzoekt dan ook aan Zijne Majesteit of men binnen 12 dagen 50.000,- florijnen wilt betalen van de totaal nog openstaande schuld van 100.000,- florijn. Gezien deze ontstane situatie, hij op gronde op dit verzoek zich heeft gevoegd bij het Hoge Nationale Gerechtshof om surseance van betaling voor de tijd van twaalf maanden te verkrijgen.’ 32 Dat hij niet de enige was blijkt ook uit een brief van de eerder genoemde Jan Jonker, gebrevetteerd meestersmid. Op 28 augustus 1809 verzocht hij opnieuw om betaling omdat hij in grote financiële problemen was geraakt. De openstaande rekening van zijne majesteit bedroeg inmiddels 24.000 florijnen. Hij verzocht de koning op zijn minst de helft hiervan te mogen ontvangen. Door het achterwege blijven van de betaling van de koning had hij al de helft van zijn personeel moeten ontslaan. Bovendien kon hij zijn crediteuren niet betalen zodat zijn credit steeds minder werd en algehele sluiting van zijn bedrijf aanstaande was. Desondanks beval hij zijn fabriek opnieuw bij de koning aan en sprak hij de hoop uit dat zijn verzoek om betaling niet tot gevolg zou hebben dat zijn bedrijf verstoken zou blijven van nieuwe opdrachten.33 Wat voor een aantal hofleveranciers een opstapje leek naar welvaart, voorspoed en aanzien, eindigde voor anderen in een drama. Dit bleek vooral na het gedwongen vertrek van Lodewijk Napoleon in juli 1810 toen duidelijk werd hoeveel hij nog schuldig was aan gebrevetteerde en ongebrevetteerde leveranciers. Hen bleef niets anders over dan hun openstaande rekeningen aan te bieden aan de nieuwe machthebbers.

24 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 25

Referenties 1

Dit museum is de voorganger van het huidige Rijksmuseum dat in 1815 werd opgericht. 2

Nationaal Archief (NA) Den Haag: Toegang 2.01.25: Inventaris van archieven betreffende het Kroondomein en de hofhouding van koning Lodewijk Napoleon en de Franse keizer omschreven in de lijsten no. 14 tot 18 behorende bij het proces-verbaal van overname van 22 juli 1861, 9/70: Decreet van Lodewijk Napoleon van 17 december 1806.

3

NA 2.01.01.07: inv.nr. 502.

4

Idem, inv.nr. 1, no. 6: Staats-Courant; inv.nr. 1, no. 7: Staatsdrukkerij; inv.nr. 2, no. 2: Kunsten en Wetenschappen; inv.nr. 7, no. 19: Munt; KB, inv.nrs. 89, no.13; inv.nr. 10, no. 23:Loterij; inv.nr. 87, no. 3: Marine; inv.nr. 87, no’s. 2 en 3: Garde; inv. nr. 87, no. 2: Grenadiers en inv.nr. 7, no. 19: Kadettenschool. 5

19

NA 2.01.25: inv.nrs. 8, 23, 24, 31, 58, 158, 336, 339, 357, 379; NA 2.01.07: inv.nrs. 16, 31, 46, KHA G4: Fragementarchief Lodewijk Napoleon: B13, 4; Allart, Alfabetisch Register. 20

www.wikipedia.org: ‘Het rijkswapen van het Koninkrijk Holland.’

21

NA 2.01.25: Kroondomein, inv.nr. 24.

22

Idem.

23

Ibidem.

24

Schretlen, H., ‘Muziek en muzikanten aan het Hof van Lodewijk Napoleon’ in: Lodewijk Napoleon. Aan het Hof van onze eerste koning 18061810 (Zutphen 2006) 100.

25 NA 2.01.25: Kroondomein, inv.nr. 377: Rekeningen van 16 oktober en 17 november 1808 van levering van een dertig stukken speelgoed.

Maaskamp, E., Almanac de la Cour pour l’année 1809 (Amsterdam 1808); Allart, J., Alphabetisch register op de decreten van zijne Majesteit den Koning van Holland, mitsgaders op de notificatien van hoogstdezelfs ministers: bevattende den zakelijken inhoud van al het merkwaardige, ’t welk daar bij is besloten en vastgesteld 8 (31 oktober-31 december 1808), (Amsterdam 1809) 132-134; Dainville-Barbiche, S. de, Archives du cabinet de Louis Bonaparte, Roi de Hollande (1806-1810): Inventaire des Articles AF IV 1719 à 1832 (Paris 1984) 10-14.

26

6

Idem, rekening van 16 april 1810.

27

Huisken, J.E., Het Koninklijk Paleis op den Dam historisch gezien (Zutphen 1989) 74-75.

28

KHA G4: Fragmentarchief Lodewijk Napoleon, inv.nr. B-13, 4.

29

Idem.

30

Ibidem.

Dainville 14-17.

31

NA 2.01.25: Kroondomein 58, no. 7.

7

NA 2.01.25: Kroondomein, inv.nr. 336.

32

NA 2.01.25: Kroondomein 58, no. 38.

8

Idem.

33

NA 2.01.25: Kroondomein 58, no.23.

9

NA 2.01.01.07: Staatssecretarie Lodewijk Napoleon, inv.nr. 46: Besluit 1 juni 1808.

10

Gotteri, N., Maison de l’empereur domaine étranger: Italie, Belgique, Hollande. Inventaire des articles O² 940 à 1122. (Paris Archives Nationales 1989). 67: O2 1090. 11 KHA G4: Fragmentarchief Lodewijk Napoleon, B. Service du Grand-maréchal 13: Requesten, gericht tot of gerenvoyeerd aan den grootmaarschalk.1808. 12

NA 2.01.25: Kroondomein, inv.nr. 24: Régistre de la correspondance du chancelier 24 novembre 1807- 6 avril 1809, map 8: Brief van J.P. van Wickevoort Crommelin van 5 april 1809 aan Lodewijk Napoleon.

13

KHA G4: Fragmentarchief Lodewijk Napoleon, B-13.

14

NA 2.01.25: Kroondomein, inv.nr. 58: no. 34.

15

NA 2.01.25: Kroondomein, inv.nr. 31: KHA G4-15: Nederlandse vertalingen van brevetten en een gedrukt exemplaar van het brevet van kanselier Du Broc.

16

NA 2.01.25: Kroondomein, inv.nr. 28. Dit afschrift komt grotendeels overeen met latere gedrukte versies. 17

NA 2.01.25: Kroondomein, inv.nr. 24.

18

KHA G4 Fragmentarchief Lodewijk Napoleon, B-4: Ingekomen brieven, 1806-1809. Hierin Frans briefje van 11 juni 1809 gericht aan de Grand Chambellan. Zie ook de ingeleverde lijsten in: NA 2.01.25: Kroondomein 24.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 25


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 26

18. Landing Willem I te Scheveningen op 30 november 1813, gravure Jan Kamphuijsen, Collectie Gemeente Den Haag.

2 De Oranjes en het Hofleverancierschap N

a de verdrijving van Napoleons troepen in 1813 vormden de vroegere raadpensionaris Gijsbert Karel van Hoogendorp en Adam François Jules Armand van der Duyn van Maasdam op 21 november een voorlopig Algemeen Bestuur. Zij riepen prins Willem Frederik van Oranje uit tot ‘Hooge Overheid’ en verzochten hem uit Engeland over te komen. De wachtende menigte op het strand van Scheveningen ontving Willem Frederik in de late namiddag van 30 november 1813 met veel gejuich. Over zijn ontvangst schreef de prins aan zijn moeder: ‘U heeft geen idee van de ontvangst die mij hier ten deel valt en van de blijd-

26 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 27

schap die het volk toont over haar bevrijding en mijn terugkeer’. 'Vox populi, vox Dei' ... 'De stem van het volk, is Gods stem'. Overigens verkeerde de prins nog in volslagen onzekerheid over de hem toebedachte rol. Op 2 december daaropvolgend werd hij in Amsterdam uitgeroepen tot soeverein vorst van de Verenigde Nederlanden. Voorlopig beperkte deze soevereiniteit zich uitsluitend tot het gebied van de oude republiek. Terwijl de kersverse soevereine vorst binnen de 'enge' grenzen van zijn gebied met veel energie orde op zaken begon te stellen, werd achter de schermen op het Congres van Wenen (1814-1815) nog druk overlegd hoe Europa na het vertrek van Napoleon zou worden heringericht. Om de Franse expansiedrift in toom te houden wensten de grote mogendheden een buffer aan de noordgrens van Frankrijk. Zij besloten in 1814 tot samenvoeging van de Noordelijke- en Zuidelijke Nederlanden. De prins streefde echter naar een veel groter aaneengesloten grondgebied dat behalve de Nederlanden ook zijn Nassause landen, de linker Rijnoever en Luxemburg zou moeten omvatten. Voor de realisering van dit plan was hij afhankelijk van de steun van de grote mogendheden, die echter anders besloten. In ruil voor de Nassause goederen, die naar Pruisen gingen, kreeg Willem Luxemburg toegewezen. Bovendien werden de koloniën teruggegeven met uitzondering van Ceylon, de Kaapkolonie en West-Guyana die in Engelse handen bleven. Met instemming van de Europese mogendheden en na Napoleons terugkeer van Elba, werd prins Willem Frederik op 16 maart 1815 uitroepen tot Koning Willem I der Verenigde Nederlanden. Het Koninkrijk der Nederlanden was een feit. De ongebruikelijke titel van 'Soevereine Vorst' werd in de nieuwe grondwet van 21 september 1815 vervangen door de titel 'Koning der Nederlanden'. De Belgen waren niet zo ingenomen met de samenvoeging en staken dat niet onder stoelen of banken. Deze houding was ook wel begrijpelijk. Het noorden telde twee miljoen inwoners en had een staatschuld van 250 miljoen gulden, het zuiden vier miljoen inwoners en een staatschuld van 26 miljoen. Het totaal van de schuld werd echter hoofdelijk omgeslagen, wat voor het zuiden een enorme lastenverzwaring betekende. Ook de algehele godsdienstvrijheid, die in de nieuwe grondwet was vastgelegd, speelde een rol bij de toenemende onrust. Om de Belgen gunstig te stemmen vond de kroning in Brussel plaats. Daarmee waren de reserves in het Zuiden tegen de opgelegde vereniging niet weggenomen. Nee, ‘het rijk van Willem I is met een ongeluk begonnen en het zal ook wel met een ongeluk eindigen’, heette het in België. De wens zal ook hier wel de vader van de gedachte zijn geweest. Uiteindelijk zouden alle pogingen om noord en zuid te laten samensmelten spaak lopen. Willem nam een verstandig besluit door het Franse bestuurssysteem te handhaven. De 'Kleinstaaterei' van de zeven onderling rivaliserende provincies en de hegemonie van de Hollandse, met name Amsterdamse, regentenfamilies had zichzelf overleefd. De voordelen van centrale gezagsuitoefening op staatkundig, administratief en financieel gebied dat de Fransen aan de weerbarstige stedelijke en provinciale potentaten had opgelegd, waren overduidelijk gebleken. De koning nam bovendien de autoritaire manieren van Lodewijk Napoleon en zijn broer over wat zijn moeder, Wilhelmina van Pruisen, de opmerking ontlokte ‘Willem joue au petit Bonaparte’. (Willem speelt Bonapartje).

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 27


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 28

Het predikaat Hofleverancier in de Noordelijke Nederlanden Direct na het aantreden van prins Willem Frederik als ‘Soeverein Vorst der Verenigde Nederlanden’ kwamen er in 1814 alleen al uit de Noordelijke Nederlanden vele verzoeken binnen om financiële ondersteuning, een baantje aan de verschillende hoven of verzoeken om levering van goederen of diensten aan de koning en de diverse hofhoudingen. Uit de correspondentie blijkt dat veel onderdanen het staatshoofd zagen als een soort vader die over hen moest waken en voor hen moest zorgen. Schrijvers refereerden regelmatig naar een vroegere dienstbetrekking die zijzelf of hun voorouders aan het stadhouderlijke hof hadden vervuld, terwijl handelaars verwezen naar eerdere leveringen aan het hof. Uit de brieven komt ook naar voren dat vele aanvragers vreselijk onder de Franse bezetting hadden geleden. Zo verzocht Martinus van Brussel, die vroeger als bleker voor het Oranjehuis had gewerkt, om eerherstel van zijn diensten aan het hof. Als belangrijkste reden voor dit eerherstel voerde hij aan dat hij ten tijde van de omwenteling tijdens de uitoefening van zijn beroep ernstig verbrand was geraakt.1 Een ander voorbeeld is het verzoek van J. Swanino en J. Andreoli, mr. Schoorsteenvegers en Rookverdrijvers in Den Haag. Zij waren respectievelijk sinds 1775 en 1789 werkzaam geweest aan het hof van stadhouder Willem V. Zij verzochten om hervatting van werk daar zij in 1795 direct hun werkzaamheden hadden beëindigd omdat ‘zij zeer verkleefd waren aan het doorluchtige Huis van Oranje’. Bovendien was J. Andreoli ook nog eens met de Oranjegarde naar Woerden getrokken, waar hij zeer geleden had en waarvan hij nog altijd niet was hersteld.2

19. Koning Willem I der Nederlanden 1813-1840, door Joseph Paelinck 1819. Rijksmuseum Amsterdam.

Onder de vele verzoeken tot levering aan het hof was een aantal ondernemers dat de koning vergunning vroeg ‘om het wapen van Zijne Majesteit te mogen voeren’. Velen zagen dat graag aangevuld met een titel als ‘Marchand du Roi’, ‘Koopman des Konings’, ‘Fournisseur de la Couronne’, ‘Hofzadelmaker’, ‘Laarzenmaker van Z.M.’, ‘Koninklijk Instrumentenmaker’ ofwel ‘Hofleverancier’. In een aantal gevallen was de titel hen eerder verleend door Lodewijk Napoleon als Koning van Holland of nog eerder door het stadhouderlijk hof. Zij hoopten dan ook dat Willem dit recht zou willen continueren. Daar het voor de nieuwe vorst onmogelijk was alle verzoeken persoonlijk te beoordelen en te beantwoorden stelde hij op 3 januari 1814 de Hofcommissie in die ondermeer met de behandeling van deze aanvragen werd belast. De commissie bestond uit de hoofden van de verschillende departementen van het hof. Haar belangrijkste taak bestond eruit het kaf van het koren te scheiden en erop toe te zien dat de vergunning tot het voeren van het koninklijk wapen slechts zou worden toegestaan aan één, hooguit twee ondernemers uit de verschillende branches van handel en nijverheid. Bovendien zou deze onderscheiding alleen worden verleend in de plaatsen waar de vorst resideerde zoals Amsterdam en Den Haag. Uit de beschikking, ook wel aangeduid als het brevet, wordt duidelijk dat de begunstigde in principe wel een product of dienst aan het zou moeten kunnen leveren maar niet als enige het recht kreeg tot het doen van levering aan het hof. Ofwel het ‘voeren van het Wapen van Zijne Majesteit’ en het begrip Hofleverancier waren eretitels waaraan geen preferentie van levering was verbonden. Uit onderzoek is echter gebleken dat er in de meeste gevallen wel degelijk een bepaalde handelsrela-

28 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 29

tie met het hof bestond maar dat er van exclusieve levering geen sprake was.3 Een van de eerste leveranciers die de koning om een brevet verzocht, was de firma Weygand in Den Haag. Francois Joseph Weygand, geboren op 17 oktober 1771 te Rheinau in de Elzas, begon zijn loopbaan als plaatsnijder. In maart 1804 kwam hij naar Den Haag waar hij op 20 januari 1805 trouwde met Maria Hendrika Lafebre. Op 1 februari 1805 begon hij een eigen zaak. Blijkbaar gingen de zaken goed want in een advertentie van 5 oktober 1808 in de ‘s Gravenhaagse Courant’ afficheerde hij zich als handelaar in bladmuziek en beval hij zijn winkel als volgt aan: ‘Au Parnasse, muziekhandel op vocaal en instrumentaal gebied te Den Haag, Korte Poten no. 406 bij F.J. Weygand. We zullen een groot assortiment Franse en Duitse muziek ontvangen, het best gesorteerd en het allernieuwste; en elk 15 dagen ontvangen wij alle nieuwe muziekstukken, zowel het ‘chanson’ als instrumentaal. Voor genoemde beveelt zich aan bij de heren liefhebbers.’

Al snel breidde Weygand zijn zaak uit en drukte hij portretten, landschappen en visitekaartjes. Na het vertrek van de Fransen nam zijn zaak een hoge vlucht zoals blijkt uit diverse advertenties in de ’s-Gravenhaagsche Courant van 1814.4 Maar Weygand wilde meer. Op 27 april 1814 kwam er bij de Hofcommissie een schrijven binnen van B. Siebrecht procureur in Den Haag die optrad in opdracht van de heer F.J. Weygand, muziekhandelaar aldaar.

20. Portret van Franqois Joseph Weygand (1771-1837) door A.J. Helant.

‘Aan Zijne Koninklijke Hoogheid den Heere Prince van Oranje-Nassau, Soevereine Vorst der Nederlanden, Geeft allereerbiedigste te kennen F.J. Weygand, woonende alhier in ’s Gravenhage. Dat hij suppliant sedert enige jaren alhier heeft geëxecuteerd de muziekkunde en handel gedreven heeft in muziek en muziekinstrumenten, prenten, tekeningen en rariteiten en ten dieneinde altoos heeft getracht zich de nodige correspondentie te bezorgen. Dat thans bij de gelukkige omkeer van zaken hij suppliant in gelegenheid gekomen is om zijn correspondentie in Engeland uit te breiden, waarin hij ook zoo verre geslaagd is dat zijn assortiment van alles wat zijn magazijn betreft, vergroot is geworden, en hij zich alzoo in staat bevind aan de bij hem gevorderde leverancien te kunnen voldoen. Dat hij suppliant het genoegen heeft van door Hare Koninklijk Hoogheid Mevrouw de Douairière Princesse van Orange met Hoogst Deszelfs gunst te worden vereerd, en dat het hem ook hoogst aangenaam zoude wezen van door uwe Koninklijke Hoogheid met hoogst Deszelfs gunst vereerd te worden. Weshalve de suppliant de vrijheid neemt zich te keren tot Uwe Koninklijke Hoogheid, eerbiedig verzoekende dat het Uwe Koninklijke Hoogheid behagen mogen hem suppliant met Hoogst deszelfs gunste te vereeren en hem te begunstigen met het Brevet om te mogen gebruiken van de wapens van uwe Koninklijke Hoogheid’.5

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 29


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 30

Na beoordeelding door de Hofcommissie verleende Willem I de firma Weygand als eerste de gevraagde gunst, op 7 juli 1814.6 Het spreekt vanzelf dat de trotse François Joseph Weygand dit aan zijn clientèle en andere belangstellenden kenbaar wilde maken en dus plaatste hij een advertentie in de ’s Gravenhaagsche Courant van 8 augustus 1814. Hierin noemt hij zich: ‘F.J. Weygand, Koopman in Muziek, Muziekinstrumenten, Landkaarten, Prenten enz. van Zijne Koninklijke Hoogheid den prins van Oranje Nassau, Soevereine vorst der Vereenigde Nederlanden’. Kort daarop, op 19 juli 1814, kregen J.M. en B. Kleman te Amsterdam de titel ‘Instrumentmakers van Zijne Koninklijk Hoogheid voor de dienst ter Zee en te Lande’, ontving B.H. Perel in Amsterdam, de titel Hofpedicure op 30 december 1814 en werd Jacob du Mee in Den Haag op 9 januari 1815 Hofboekbinder.7

Het predikaat Hofleverancier in de Zuidelijke Nederlanden Nadat in 1815 de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden waren verenigd, resideerde Willem I afwisselend in Den Haag op het Paleis Noordeinde, dat vanaf 1817 zijn winterresidentie zou zijn, in Amsterdam of in Brussel op het Paleis te Laken. Daarnaast beschikte hij in Brussel over een werkpaleis in de binnenstad. Volgens de nieuwe grondwet kon de koning zijn Huis naar eigen goedvinden inrichten. Willem I wilde een hofhouding die paste bij de status van zijn koningschap. Hij stelde de plechtigheden en gebruiken in die hij nodig achtte voor instandhouding van de koninklijke waardigheid. De organisatievorm ontleende hij aan het Pruisische hof van de familie van moederskant en die van zijn vrouw. Weliswaar omringde hij zich minder met hoge militairen maar wel met alle pracht en praal. Typerend voor de sfeer was het ‘algemene gehoor’ op woensdag. De koning, die voor zijn volk vooral een vader wilde zijn, was dan voor iedereen te spreken. Dergelijke audiënties begonnen om elf uur in de morgen en duurde tot zeven uur in de avond. Staande hoorde de vorst dan geduldig zijn onderdanen aan en gaf hij zijn secretaris opdracht hun grieven en wensen te noteren.8

21. Briefhoofd van Meeus Vanderborcht te Brussel uit 1816. In plaats van het koninklijke wapen is het wapen van de soevereine vorst gebruikt. Koninklijk Huisarchief, Den Haag.

De Belgen dienden hun verzoeken om een brevet in bij de in 1815 ingestelde Hofcommissie in Brussel. De richtlijnen en behandeling van de aanvraag gebeurde op dezelfde manier als in Den Haag. Het tijdens de soevereiniteit gehanteerde begrip ‘Marchand du Roi’ ofwel 'Koopman des Konings’ werd veranderd in de algemenere titel ‘Hofleverancier’ of ‘Fournisseur de la Cour’, hoewel ondernemers ook titels als ‘Hofschoenmaker’ of ‘Zadelmaker van Z.M. de Koning’ bleven voeren. De meeste vergunningen werden verleend aan ondernemers in Brussel, in een enkel geval aan ondernemingen in Brugge, Gent of Antwerpen. Op 3 mei 1815 kreeg Henri Joseph Meeus-Vanderborcht als eerste het recht tot het voeren van het wapen van de koning met de titel ‘Fabriquant et livrarier de dentelles de sa Cour à Bruxelles’ (Fabrikant van kant van het Hof te Brussel) met de bepaling dat andere leveranciers niet van levering waren uitgesloten.9 Binnen twee en halfjaar ontvingen alleen al in Brussel 55 personen het predikaat. Naar de reden kan men gissen. Opvallend is wel dat de meeste hofleveranciers daadwerk-

30 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 31

lijk aan het Brusselse hof leverden. Na 1817 nam het aantal verleningen in België af om het aantal gehonoreerden in Noord en Zuid wat meer in evenwicht te brengen. Daarnaast kwam er een aantal verzoeken binnen om het wapen te mogen voeren met de titel ‘Koninklijk’ en aanvragen om het wapen te mogen voeren naar aanleiding van een verkregen ‘Octrooi’.

Het predikaat Koninklijk Als de Nederlanden in maart 1815 een koninkrijk worden met Willem I als eerste koning kunnen vanaf dat moment, net als bij zijn voorganger Lodewijk Napoleon, instellingen van Nationaal belang en fabrikanten eventueel worden begunstigd met de titel Koninklijk. Naast de verlening van deze titel aan instellingen van staat, zoals Koninklijke Marine of instellingen van wetenschappelijk en nationaal belang zoals het Koninklijk Instituut voor Kunst en Wetenschappen en de Koninklijke Bibliotheek, werd de titel Koninklijk bij hoge uitzondering ook verleend aan fabrikanten.

22. Briefhoofd van de Koninklijke Fabrijk van Smyrnache en andere Tapijten uit 1839. Koninklijk Huisarchief, Den Haag .

De titel Koninklijk voor verenigingen en organisaties van maatschappelijk belang zou pas onder Willem II zijn intrede doen. De richtlijnen en procedure waren voor fabrikanten in principe dezelfde als die voor het Hofleverancierschap. Ook hier gold de bepaling dat er geen privileges aan de onderscheiding waren verbonden. Verder werd er in de negentiende eeuw geen onderscheid gemaakt tussen het predikaat Hofleverancier en Koninklijk. Beide categorieën waren gerechtigd tot het voeren van het koninklijke wapen. Opmerkelijk is wel dat men in de tweede helft van de negentiende eeuw als Hofleverancier een verzoek kon indienen om deze titel te mogen vervangen door de titel Koninklijk waarbij de eerste titel werd ingetrokken. Men bleef echter in de letterlijke zin van het woord hofleverancier. Desondanks gebeurde het nogal eens dat men de beide titels voerde, wat niet correct was en tot terechtwijzingen van het hof kon leiden. Pas onder koningin Wilhelmina zou er een duidelijker onderscheid komen tussen beide titels. De titel Hofleverancier was bedoeld voor belangrijke nationaal opererende ondernemingen, de titel Koninklijk voor ondernemingen die zich bij-

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 31


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 32

zonder verdienstelijk hadden gemaakt op het gebied van de internationale handel, nijverheid en export.10 Aan de titel Hofleverancier verbond zij het exclusieve recht tot het voeren van het koninklijke wapen terwijl een Koninklijke onderneming eventueel gebruik kon maken van de koninklijke kroon om aan te geven dat men was onderscheiden.

Octrooi Een octrooi of patent is een van overheidswege verstrekt monopolie op een bepaald stuk techniek of product. Wie een octrooi heeft op een uitvinding kan een ander verbieden die uitvinding na te maken. Het octrooi geldt steeds voor een bepaald land of voor een aantal landen en voor een beperkte tijd. Daarna is de techniek vrij te gebruiken voor iedereen. In Nederland werd op 25 januari 1817 de eerste wet op octrooien ingevoerd. De wet was bedoeld om de voortgang van de techniek te stimuleren. Nederlandse ondernemingen maakten hiervan echter weinig gebruik. Buitenlandse bedrijven daarentegen trachtten door middel van invoer-octrooien hun concurrentie positie in Nederland veilig te stellen. Om de concurrentiepositie van Nederlandse ondernemingen te bevorderen was het mogelijk om bij de koning een verzoek in te dienen om het koninklijke wapen of rijkswapen te mogen voeren. In 1821 vroeg F.J.W. Schröder, geoctrooieerd distillateur van ‘Keulsen’ jenever in Den Haag vergunning ‘om ’s Rijks wapen voor zijne fabriek en op de voorwerpen van zijn octrooi te mogen plaatsen’. Na gunstige rapporten van de Minister voor het Publiek Onderwijs de Nationale Nijverheid en Koloniën en het rapport van de Hoge Raad van Adel gaf Willem I bij Koninklijke Besluit van 6 juli 1822 hieraan zijn goedkeuring.11 Hij bepaalde tevens dat ‘Het recht tot het bezigen van ’s Rijkswapen wapen, voor fabrieken of op geoctrooieerde voorwerpen niet dan in bijzondere gevallen door ons zal worden toegestaan, wanneer de geoctrooieerde door het belang het welk de nationale nijverheid voorwerpen heeft deze onderscheiding verdienen.’ 12 Net als zijn voorganger Lodewijk Napoleon verleende Willem I dit recht bij hoge uitzondering en alleen als stimulans voor de nationale handel en nijverheid op geoctrooieerde uitvindingen en producten. Er werd dus een onderscheid gemaakt tussen ‘geoctrooieerd zijn’ en ‘geoctrooieerd zijn met vergunning tot het voeren van het koninklijke wapen’. De geoctrooieerde ondernemers evenwel legden de octrooibrief op verschillende manieren uit. Een aantal dacht dat zij automatisch het wapen mocht voeren en hofleverancier was geworden. Dat de ondernemer zelf niet altijd wist welke onderscheiding hij nu precies had ontvangen werd duidelijk toen Willem III in 1849 een inventarisatie in gang zette om inzicht te krijgen welke ondernemingen in het verleden door zijn voorgangers waren onderscheiden. Deze inventarisatie had tot gevolg dat de octrooihouders door Willem III niet vanzelfsprekend werden bestendigd wat voor menig ondernemer een tegenvaller was.13 De Haagse lithograaf E. Spanier, graveur en lithograaf liet het er niet bij zitten. Hij beklaagde zich bij de koning dat door het aflopen van zijn octrooi en het wegvallen van het recht tot het voeren van het rijkswapen zijn zaak ernstige schade was toegebracht. Ter compensatie verzocht hij om de titel Hofleverancier. Blijkbaar was Willem III gevoelig

32 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 33

voor deze argumenten want op 18 juli 1851 deelde de Hofcommissie Spanier mee dat hij voortaan het wapen van Zijne Majesteit mocht voeren met de titel Hofleverancier.14

Het predikaat Hofleverancier ten tijde van koning Willem I De titel hofleverancier was zowel een persoonlijke onderscheiding van de koning als een middel om handel, nijverheid en welzijn van het land te stimuleren. Dit was geen overbodige luxe. De Fransen hadden het land al plunderend verlaten en er heerste grote armoede en honger. Werk was er nauwelijks voorhanden. De 42-jarige koning stond voor een welhaast onmogelijke taak om zijn land uit deze belabberde situatie te halen. Helaas waren delegeren en besluitvorming niet zijn sterkste punten. ‘Le Roi décide’ heeft hij eens aan zijn opvolger geschreven. Naast grote projecten als de invoering van stoommachines en oprichting van fabrieken steunde hij ook de kleine ondernemers bijvoorbeeld door het uitreiken van een brevet.

23. Klephoorn uit de fabriek van Charles Joseph Sax te Brussel, omstreeks 1830 met bijhorende koffer. Nationaal Music Museum, University of South Dakota.

De betekenis van het brevet voor een ondernemer werd prachtig verwoord in het verzoek van Charles Joseph Sax die in Brussel een fabriek voor blaasinstrumenten dreef. Sax verzocht op 27 november 1816 begunstigd te worden met het koninklijke wapen en de titel ‘Facteur d’instruments du musique de la cour’. In zijn verzoek schreef hij dat men een dergelijke titel terecht ziet als een ereteken dat de reputatie van de aanvrager bevestigt en erop gericht is deze reputatie ook aan anderen kenbaar te maken. ‘Men weet in het gehele Koninkrijk dat uwe Majesteit de talenten van meest uiteenlopende aard naar waarde weet te schatten en vooral hen aanmoedigt die dit verdienen en het anderen onthoudt’.15 Begin1817 werd hij dan ook gebrevetteerd. Willem I benoemde hem tot zijn muziekinstrumentenmaker. De onderscheiding legde hem geen windeieren. Hij kreeg veel overheidsopdrachten zoals de levering van muziekinstrumenten voor het leger van het nieuwe koninkrijk.16

Tijdens zijn regeringsperiode heeft Willem I in Nederland plusminus 145 ondernemingen en tot 1830 in België ongeveer 95 ondernemingen de titel Hofleverancier verleend op basis van kwaliteit, soliditeit en continuïteit. Het brevet symboliseerde het respect, de waardering en het vertrouwen van de vorst ten opzichte van de begunstigde. Daarnaast weerspiegelden de uitgereikte brevetten de levensstijl en de interesse van de koning en zijn familie.

De Hofleverancier en de Hofcommissie 1840-1849 Tegenstellingen op politiek, economisch en godsdienstig gebied tussen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden leidden in 1830 tot de Belgische opstand. In 1839 viel het doek over de Verenigde Nederlanden en werd België een zelfstandig koninkrijk. Op 7 oktober 1840 deed koning Willem I, in het bijzijn van zijn zonen en kleinzonen, afstand van de troon.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 33


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 34

Zijn zoon Willem Frederik George Lodewijk, prins van Oranje, volgde hem op als koning Willem II der Nederlanden. Ondanks zijn aftreden behield Willem zijn koningstitel, al zou hij zich voortaan ‘graaf van Nassau’ noemen. Daar er nu twee personen waren die de titel ‘Koning’ voerden, had men een probleem met de titels die in het verleden aan diverse ondernemingen waren verleend. In principe zouden de titels van Willem I komen te vervallen en opnieuw moeten worden aangevraagd. 24. Koning Willem II der Nederlanden 1840-1849, J.A. Kruseman. Rijksmuseum Amsterdam.

34 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 35

25. Advertentie van 8 mei 1841 in de Staatscourant 1841 no 110. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

“ Ten gevolge der bevelen van Zijne Majesteit en Koning, brengt de ondergetekende ter kennis van alle fabrikanten, kooplieden of winkeliers, aan welke in der tijd door Koning

Willem II loste dit als volgt op. Op 8 mei 1841 plaatste J.W. Huijssen van Kattendijke, Hofmaarschalk des Konings, in de Staatscourant en diverse grote kranten in het land een advertentie waarin hij meedeelde dat alle fabrikanten, kooplieden of winkeliers, die van koning Willem I de titel ‘Hofleverancier’ of ‘vergunning tot het voeren van het koninklijke wapen’ hadden ontvangen, deze vergunning behielden en niet opnieuw behoefden aan te vragen.

Willem I den titel van Hofleverancier is verleend, met vergunning het Koninklijk Wapen voor hunne woningen te plaatsen, dat zij in even genoemde betrekking bevestigd blijven, zonder dat er vereischt worde zich dienaangaande op nieuwe tot den regerende Koning te wenden. ’s Gravenhage den 8 sten mei 1841. De Hofmaarschalk des Konings J.W. Huijssen van Kattendijke.

De belangrijkste verandering onder Willem II betrof de opheffing van de Hofcommissie. In het vervolg werden de verzoeken afgehandeld door de Adjudant der Koninklijke Paleizen die tevens belast werd met de functie van Hofmaarschalk. In de loop der tijd werden opengevallen plaatsen in diverse bedrijfstakken vergund aan nieuwkomers en zonodig uitgebreid. Daarnaast verleende Willem II de titel Koninklijk aan verenigingen en instellingen op cultureel, maatschappelijk en wetenschappelijk gebied. Veelal werden deze onderscheiding uitgereikt naar aanleiding van een werkbezoek van de koning aan een stad of in de provincie of tijdens een werkbezoek aan een instituut of instelling. Deze onderscheiding, waarvoor geen richtlijnen waren vastgesteld, laat zich het best omschrijven als een vorm van beschermheerschap. De aanvraag en verlening verliepen meestal via de secretarie van de koning en - in tegenstelling tot de hofleverancier - bestond er ook geen handels- of leveringsrelatie met het hof. In de eerste helft van de negentiende eeuw veranderde de structuur van de Nederlandse economie eeuw nauwelijks. Een probleem waarmee de Nederlandse industrie al sinds de tweede helft van de achttiende eeuw te kampen had, was de voorkeur van de consument voor buitenlandse producten. Zo vond het Engelse aardewerk dat in grote partijen werd ingevoerd meer aftrek dan bijvoorbeeld het Delfts faience. Dit zou tot de ondergang van de Delftse plateelbakkerijen leiden. De situatie was op een gegeven moment zelfs zo erg dat men een invoerverbod op bepaalde goederen instelde zoals het invoerverbod in Amsterdam van 1771 op populaire Franse meubelen om de plaatselijke meubelmakers te beschermen.17 De keuze voor buitenlandse waar boven producten uit eigen land ging in de negentiende eeuw onverminderd door ondanks alle beschermende maatregelen. Daardoor kwam de industrialisatie in vergelijk met de ons omringende landen maar langzaam opgang, mede door de invoerrechten op machines die

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 35


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 36

veelal uit het buitenland kwamen. In een poging aan deze situatie iets te veranderen werd in een brochure, die naar aanleiding van de Haarlemse Nijverheidstentoonstelling van 1825 verscheen, bepleit dat de Nederlandse fabrikant in de gelegenheid zou moeten worden gesteld een groter publiek kennis te laten maken met Nederlandse producten.18 Er werd impliciet gewezen op het belang van het houden van Nationale Nijverheidstentoonstellingen waarbij de regering premies zou moeten uitloven aan die winkeliers die hun best deden Nederlands fabrikaat te exporteren waardoor de roem van de inlandse goederen werd verbreid.19 De groei van de Nederlandse export zou echter nog even op zich laten wachten. De kentering kwam pas rond 1850 toen er internationaal een lange periode van economische groei aanbrak waarvan ook Nederland zou profiteren. Na opheffing van de meeste handelsbeperkingen met het buitenland en door het toenemende gebruik van stoom verrezen er steeds meer fabrieken.Toen in 1849 de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel in Arnhem plannen ontvouwde om een nationale nijverheidstentoonstelling te organiseren, gaf de zojuist aangetreden koning Willem III hieraan direct zijn goedkeuring. Vervolgens kon de consument in juli en augustus 1852 kennis maken met een groot aantal producten van eigen bodem. Deze producten deden niet onder voor buitenlandse waardoor er minder geïmporteerd behoefde te worden. De tentoonstelling was een succes. Tussen 1852 en 1876 zouden er nog veertien van dergelijk tentoonstellingen in Nederland worden gehouden, naast de internationale tentoonstellingen in het buitenland.20 Veranderingen op vervoersgebied boden meerdere mogelijkheden om zich sneller te verplaatsen. In Nederland ontstond er langzamerhand een spoorwegnet door het gehele land. Tevens werd het wegennet uitgebouwd waardoor er betere verbindingen ontstonden. Bovendien werd met de opening van het Suezkanaal in1869 de verbinding met Indië aanmerkelijk verkort. Dit alles leidde tot meer werk en welvaart. Meer werk leidde tot minder armoede waardoor de bevolking meer te besteden kreeg. Dit leidde tot een toename van het aantal ondernemingen, winkels en producten. In de periode 1849-1890 zou de bevolking zelfs met ongeveer 60 % toenemen.21

26. Bronzen medaille waarmee men bekroond werd op de Algemene Nationale Tentoonstelling van Nijverheid 1861 te Haarlem. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

36 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 37

De opschoning van de hofleveranciers door koning Willem III Toen koning Willem II op 17 maart 1849 plotseling overleed, werd hij opgevolgd door zijn zoon Willem Alexander Paul Frederik Lodewijk. Al snel regende het verzoeken om bestendigd of begunstigd te worden met het recht tot het voeren van Majesteits Wapen en de titel Hofleverancier, om nog maar niet te spreken van de lopende verzoeken aan zijn vader. Om de toeloop te stoppen verscheen op 5 mei 1849 de volgende advertentie in de Staatscourant.

Ten gevolge der bevelen van Zijne Majesteit den Koning, brengt de ondergetekende ter kennis van alle fabrikanten, kooplieden of winkeliers, aan welke in der tijd door wijlen Zijne Majesteit Koning Willem II en Zijne Koninklijke Hoogheid den prins van Oranje de titel van Hofleverancier is verleend, met vergunning Hoogstdezelve Wapen voor hunne woningen te plaatsen, dat zij in de betrekking van Hofleverancier van Zijne Majesteit bevestigd blijven, zonder dat er vereischt worde zich dienaangaande op nieuw tot den Koning te wenden.

27. Koning Willem III der Nederlanden 1849-1890, door N. Pieneman.

’s Gravenhage, den 3den mei 1849 De fungerende Hofmaarschalk, L. van Bylandt.

Rijksmuseum Amsterdam.

In eerste instantie bleef alles bij het oude. Het werd echter snel duidelijk dat Willem III het anders wilde. Hij wilde allereerst een onderzoek om vast te stellen wie er eerder waren onderscheiden. Ten tweede wilde hij een aanpassing of zonodig een herziening van de gedrags- en richtlijnen. De uitvoering hiervan werd opgedragen aan de door Willem III weer in ere herstelde Hofcommissie. Een jaar later verscheen in de Staatscourant van 17 september en 16 november 1850, evenals in diverse dagbladen van 18 september 1850, de volgende advertentie. De Fabrikanten, Winkeliers of andere Personen, geregtigd tot het voeren van het Koninklijk Wapen, worden bij deze uitgenoodigd, hunne bewijzen als zoodanig, vòòr den 15 den November aanstaande, met opgave hunner woonplaats, aan de Hof-Commissie op te zenden, 's Gravenhage, den 17den September 1850 De Voorzitter der Hof-commissie Jhr. Klerck Deze oproep was noodzakelijk omdat een sluitend register van hofleveranciers ontbrak. Weliswaar had men de verleningen bijgehouden, maar nogal gebrekkig, zodat men in 1850 niet precies wist wie nu wel en wie niet officieel gerechtigd was. De gevolgde procedure in 1840 was hier mede schuld aan. Daarnaast was gebleken dat er met brevetten werd gehandeld en ondernemingen de titel voerden zonder gerechtigd te zijn. Naar aanleiding van deze advertentie meldden zich ongeveer 180 ondernemingen bij de Hofcommissie. Aan de hand van ontvangen brevetten en andere bewijzen werden lijsten gemaakt die vervolgens ter beoordeling aan de burgemeesters werden gestuurd met het verzoek om deze op juistheid te controleren. In een begeleidend schrijven

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 37


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 38

gaf de president van de Hofcommissie de volgende aanwijzingen. Personen die in het verleden dit recht hadden gehad en nog werkzaam waren in hun vak mochten hun brevet behouden. Hadden zij hun zaak inmiddels aan hun kinderen of andere personen overgedaan, en waren die net zo goed als de gebrevetteerde, dan zou de Hofcommissie niet al te veel bezwaar maken om hen het koninklijke wapen te gunnen. Maar om een goed oordeel te kunnen vellen, wilde de Hofcommissie wel precies weten wie deze personen en hun voorgangers waren. Daarnaast benadrukte de Hofcommissie dat de vergunning persoonlijk was en dus niet zonder nieuwe beschikking aan een andere overgedaan mocht worden. De burgemeester werd geacht handelend op te treden om verder misbruik van het wapen te voorkomen.22 De opgestelde lijsten geven een goed overzicht van het aantal ondernemingen, soort bedrijven en welk beroep men uitoefende. De variatie is groot: verschillende hoeden- en kleermakers, kappers, laarzen- en zadelmakers, broodbakkers, poeliers, tandmeesters, apothekers, slotenmakers en smeden, juweliers, lapidaristen (edelsteenbewerkers), steenkolenhandelaren, ameublementmakers, glaciers, rookverdrijvers en schoorsteenvegers, bierstekers, handelaren in verfwaren, in kaarsen, in oesters, in tabak & sigaren, in brillen, in borstels en matrassen etc. Deze ondernemingen konden, indien gewenst, inderdaad diensten leveren aan de koning en zijn familie. Aan de hand van de binnengekomen informatie werd opnieuw bekeken wie er bestendigd kon worden. Degenen die eerder door de prins van Oranje, nu koning Willem III, waren gebrevetteerd, werden met enige voorrang behandeld. Met een missive van 23 april 1851 aan de burgemeesters kwamen alle oude brevetten die in het verleden waren afgegeven door Willem I en Willem II, en de prins van Oranje (nu dus Willem III) te vervallen. 28. Briefhoofd van de firma Hamburger te Utrecht met de onderscheidingen behaald op diverse nationale en internationale tentoonstellingen en de vermelding dat de firma in 1874 door Willem III is onderscheiden met het predikaat Hofleverancier, tweede helft van de negentiende eeuw . Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Hiervoor in de plaats kwam een nieuw ontworpen brevet dat vanaf maart 1851 werd uitgereikt.23

38 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 39

29. Reclameafbeelding van de firma P.J.A. Savalle te Voorburg, waarin hij

Vorstelijk keurmerk

zijn "Royale" parfum aanprijsde. Coll. Stichting Hofleveranciers in Nederland te Voorburg.

De belangrijkste reden voor deze opschoning waren de nieuw geformuleerde regels om gebrevetteerd te kunnen worden. Om de productie en verkoop van binnenlandse producten te stimuleren bepaalde Willem III in 1850 dat een dergelijke vergunning alleen verleend zou worden aan belangrijke en betrouwbare ondernemers. Het mogen voeren van het koninklijke wapen was derhalve een beloning voor hun bijdragen in de vooruitgang van handel en nijverheid. Maar het wapen mocht echter ‘tot geen bedrieglijke lokaas strekken voor het publiek, daar waar nog geen genoegzame waarborgen van deugdelijkheid bestaan.’ 24 De nadruk kwam dus meer te liggen op de handel en nijverheid en minder op een eventuele handelsrelatie met het hof. Dit betekende ook dat men niet langer gebonden was aan de regel dat slechts één persoon in elke bedrijfstak in de residenties kon worden onderscheiden. In principe kon nu iedereen hiervoor in aanmerking komen en kreeg de onderscheiding alle kenmerken van een vorstelijk keurmerk. Door de sterke groei van de handel en nijverheid nam het aantal onderscheiden ondernemingen sterk toe. Het behalen van prijzen en medailles op de Nationale Nijverheid tentoonstellingen kon een pré zijn om versneld in aanmerking te kunnen komen voor het voeren van het koninklijk wapen met de titel Hofleverancier. Speciale aandacht was er voor nieuwe producten of ontwikkelingen zoals de fotografie. Daarnaast was de toename aan toekenningen mede gebaseerd op gevoel van rechtvaardigheid zodat bij voorkeur gelijktijdig vergunning werden verleend aan verschillende vertegenwoordigers uit dezelfde bedrijfstak. De nieuwe regels leidde tot een toename van het aantal hofleveranciers. Onder koning Willem III hebben gedurende zijn 41-jarige regeringsperiode meer dan 700 verleningen plaats gevonden, wat de exclusiviteit van deze onderscheiding niet ten goede zou komen.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 39


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 40

Opmerkelijke verleningen De verleningen tussen 1851 en 1890 zijn vrij divers en sommige daarvan zijn opmerkelijk. In 1853 nam de uit Frankrijk afkomstige Robert Adolphe Savalle de 'affaire in Parfumerieën en Toilet Zeepen' van de firma M. Keyzer & Cie. in Voorburg over. Deze onderneming genoot enige bekendheid met een ‘Eau de Cologne’ dat onder de naam ‘Eau de Voorburg’ op de markt was gebracht en in de hoge kringen een gewilde opfrisser was. Ondanks alle inspanningen en uitbreiding van artikelen wilde het bedrijf echter maar niet groeien daar de mare rondging dat er niets beter was dan wat uit Parijs kwam. Om hieraan een einde aan te maken verzocht de heer Savalle bij schrijven van 31 augustus 1855 aan de koning hem het voorrecht toe te staan de titel te voeren van ‘Leverancier van Zijne Majesteit’ voor zijn fabriek van zeep en parfumerieën. Naast het feit dat hij aangaf dat het om een industrie ging die in Nederland nogal onbekend was, vroeg hij de bescherming van de koning voor zijn onfeilbaar middel. Door zijn verzoek in te willigen zou de koning het vooroordeel wegnemen dat er niets boven het buitenlandse product zou gaan.25 Blijkbaar vond de koning dat ook, want op 23 oktober 1855 werd de aanvraag gehonoreerd omdat het 'een nijverheid [betrof] die voorheen uitsluitend in den vreemde werd bearbeid'. Dat door deze zinsnede het predikaat ook als lokkertje naar een groter publiek kon worden gebruikt, valt niet te ontkennen. Sindsdien prijkte het koninklijke wapen op tal van producten van deze firma en afficheerde de firma zich als 'Koninklijk’ in plaats van Hofleverancier. Een ander opmerkelijk geval waarbij men zich kan afvragen of het de sollicitant om de eer ging of dat het brevet als lokaas voor klanten moest dienen, betrof W. Pauwels, hoedenmaker in Den Haag. Hij vroeg op 21 november 1870 een duplicaat te mogen ontvangen van het op 4 mei 1844 verleende brevet en de op 23 april 1851 vernieuwde vergunning tot het voeren van het koninklijke wapen. Helaas ontbrak het bewijs daarvoor omdat het brevet bij het overlijden van zijn vader, die medefirmant was, in het ongerede was geraakt. De Hofcommissie reageerde adequaat. In hun antwoord van 30 november 1870 gaf zij aan geen reden te zien om een dergelijk duplicaat te verschaffen daar de persoon aan wie het was verleend was overleden. Derhalve werd het verzoek niet gehonoreerd.26 Dat het aanvragen van een dergelijke vergunning niet aan leeftijd was gebonden en het ook wel eens een laatste wens kon zijn, bewijst het volgende voorbeeld.

Op 19 september 1870 richtte de inmiddels 72-jarige Hendrik Grauwlambert, meesterkok en pasteibakker, handelaar in wild en pluimvee in Breda, zich in een schrijven tot de koning. Op kostelijke wijze beschrijft hij hoe zijn levensloop parallel heeft gelopen aan de geschiedenis van de koninklijke familie. Het verhaal begint in 1826 met de bereiding van een dejeuner voor koning Willem I tijdens diens bezoek aan Breda. Vervolgens vertelt hij dat hij in1830 tijdens het bombardement van Antwerpen gedurende 27 maanden onder veel lijden en zware omstandigheden zijn kookkunsten bleef uitoefenen en dat hij uiteindelijk als krijgsgevangene naar Frankrijk was gevoerd. Doch bij terugkeer in het vaderland had hij opnieuw het voorrecht moge sma-

40 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

30. Visitekaartje van H. Grauwlambert, Cuisinier, Patissier te Brede, tweede helft 19de eeuw. Koninklijk Huisarchief, Den Haag.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 41

ken om voor de prins van Oranje (later Willem II) en diens gevolg een groot diner te mogen bereiden. Dat hij hetzelfde destijds ook had mogen doen voor prins Hendrik en prins Alexander der Nederlanden en hun gevolg en dat hij in 1835 binnen Breda een groot en allerprachtigst diner voor koning Willem II en de grootvorst van Rusland en gevolg had verzorgd. Omstreeks 1836 had hij, eveneens binnen Breda, een sierlijk dejeuner bereid aan tafel van prinses Marianne der Nederlanden en later in hetzelfde jaar nogmaals tijdens een bezoek van Willem III, toen nog prins van Oranje. Een zelfde eer was hem van 9 tot 14 september 1870 weer vergund tijdens een bezoek van Willem III en zijn gevolg aan de gemeente Oosterhout. Terugkijkend schrijft hij dat hij menig koninklijke en prinselijke tong heeft mogen beroeren met zijn kookkunst, doch buiten deze hoge eer en bediening heeft hij op zijn bejaarden leeftijd geen andere of hogere wens dan vergunning te krijgen om het koninklijke wapen voor zijn woning te mogen plaatsen met de titel van Hofleverancier. Na zo’n schitterende opsomming van verdiensten aan het Koninklijk Huis kon Willem III, die misschien nog de smaak op de tong had van het laatst genoten diner verzorgd door de heer H. Grauwlambert, hem de titel hofleverancier op diens leeftijd niet weigeren zodat hem op 23 september 1870 de titel werd verleend.27

Niet alleen de koning Het recht tot het verlenen van het wapen en de titel Hofleverancier was vroeger niet alleen voorbehouden aan de regerende monarch. Ook andere familieleden konden brevetten uitreiken. Het ging hierbij veelal om blijken van persoonlijke waardering en weerspiegelde hun persoonlijke levenstijl en interesses. Door heel het land kon men hofleveranciers van de diverse leden van het Koninklijk Huis aantreffen. Bij de dames waren de hoeden- en kledingmagazijnen en leveranciers van porselein en bijouterieën favoriet. Maar ook eenvoudige zaken in schrijfgerei, naai- en borduurgarens, boeken of muziek werden onderscheiden. Een aantal ondernemingen werd door meerdere koninklijke familieleden onderscheiden zoals firma J. Andreoli en Zoon. Deze rookverdrijvers en schoorsteenvegers uit Den Haag viel in de negentiende eeuw maar liefst achtmaal dit geluk ten deel. Wilhelmina, ( 1774-1837) de eerst echtgenoot van Koning Willem I, verleende bij zeer hoge uitzondering dit recht. Zo werden in Brussel ondermeer de heer Delport, schoenmaker, en Mevrouw Peron, handelaarster in modeartikelen Hofleverancier. In Den Haag benoemde zij bijvoorbeeld S. de Chateau, een handelaar in strohoeden, en in Amsterdam de juwelier Joseph Truffino.

31. Briefhoofd uit 1836 van de firma Charles Maclaren in Handschoenen uit Den Haag met de wapens van Anna Paulowna en prinses Marianne. Koninklijk Huisarchief, Den Haag.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 41


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 42

Anna Paulowna, (1795-1865) de echtgenote van koning Willem II, reikte in Brussel een brevet uit aan de firma Courtois, Coiffeur & Parfumier. Haar bekendste hofleverancier was de Haagse meubelfabriek van de Gebroeders Horrix. Deze onderneming had herhaaldelijk verschillende ameublementen voor haar gemaakt. Blijkbaar was de firma zo verguld met deze koninklijke klandizie dat zij als eerbetoon hun nieuwe ‘Meubelfabriek’ naar haar vernoemde. Daarnaast gaf zij in Den Haag ondermeer brevetten aan ondernemingen in modeartikelen en aan de weduwe J. Hoek en Zoon en A.C. Legel, die in vis, oesters en kreeften handelden. In Amsterdam begunstigde zij bijvoorbeeld Johannes Burgers, een fabrikant in kunst & lakwerken. Prinses Marianne (1810-1883) die onder meer een buiten in Voorburg had, benoemde onder andere de firma A.J. de Bruijn, handelaar in comestibles en de Haagse kleermaaksters Louise en Marie Burnier, die ook al kleding voor haar moeder koningin Wilhelmina van Pruisen hadden vervaardigd, tot hofleverancier. In Brussel begunstigde zij vóór 1830 de tailleuse Madame Nina Dees en de kleermaakster Rosalie Pierars, geboren Bontez. Prins Frederik (1791-1881), broer van Willem II, verleende het recht onder meer aan de Boschse firma J.A. de Booij jr. handelend in militaire en linnen goederen, de firma Landré & Glinderman in Amsterdam, bakkerij ‘ De Dubbele Arend’ in Utrecht en de firma Hanel, in kristal en glaswerk. In Den Haag onderscheidde hij onder andere de metaalgieterij P. Mansveldt en Zoon, de firma J.J.A. Andreoli, schoorsteenvegers en rookverdrijvers en de fabrikant in springveermatrassen Simons.

De halfbroer van koningin Wilhelmina, de nogal teruggetrokken levende prins Alexander (1851-1884), gaf zijn brevet aan onder meer de slager De Haas, de firma A. van Gulik in kinderspeelgoed, de fotografen De Lavieter en Co. en de firma Leydenroth en Zoon in hoeden, allen in Den Haag.

42 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

32. Briefhoofd van de firma Leijdenroth en Zoon uit Den Haag met de vermelding dat zij Hofleveranciers zijn van de koning, prins Alexander, prins Henderik, prins Frederik der Nederlanden, tweede heft 19de eeuw. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 43

Het charmeoffensief van koningin Emma Zoals te verwachten dienden vele hofleveranciers na het overlijden van Willem III in 1890 opnieuw een verzoek in tot bestendiging. De koningin-weduwe zette zoveel mogelijk de lijn van haar man Willem III voort. Zij had al vanaf 1879 tot 8 december 1890 zowel als koningin maar ook samen met haar echtgenoot een bescheiden aantal ondernemingen gebrevetteerd. Koningin Emma die van 8 december 1890 tot 31 augustus 1898 zou optreden als regentes voor haar minderjarige dochter Wilhelmina, bepaalde in 1891 dat degenen die door Willem III waren gebrevetteerd hun titel moesten wijzigen in ‘Hofleverancier van Hare Majesteit de Koningin Weduwe’.28 Titels als Hofleverancier van H.M. de Koningin of Koningin Regentes waren uit den boze.

33. Koningin Emma 1879-1934, Gravure naar schilderij Willy Martens. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Het koningshuis had in die dagen nogal aan populariteit ingeboet. Dit was gedeeltelijk te wijten aan de grilligheid van de koning. De laatste jaren van zijn leven trad hij bovendien steeds minder naar buiten. Koningin Emma startte dan ook vrij snel na haar aantreden als regentes een charmeoffensief. Zij bracht een groot aantal werkbezoeken door het hele land met, als het even kon, de jonge Wilhelmina aan haar zijde. Het zal voor de dertigjarige koningin-weduwe een loodzware taak geweest zijn. Naast de bestuurlijke taken en de opvoeding van haar dochter moest zij ook nog eens de sympathie voor het koningshuis trachtten te vergroten. Het gezegde ‘Heren we zijn er ook nog’ bewees dat het in die tijd voor een vrouw, ook al had zij nog zo’n hoge functie, niet altijd gemakkelijk was. Zij is hierin voor 100% geslaagd. Waarschijnlijk heeft zij het brevet ingezet als middel om de bevolking aan het Oranjehuis te binden. Zij reikte niet minder dan 720 brevetten uit waarbij een onderneming haar koninklijk wapen, met de daarbij horende titel Hofleverancier van Hare Majesteit de Koningin Weduwe ontving. Een flink aantal ondernemingen hielden een brevet over aan een bezoek van koningin Emma aan de provincie en stad. Hoewel ze getracht heeft de brevetten zo goed mogelijk over het land te spreiden, bleef Den Haag koploper met ongeveer 185 hofleveranciers. Meestal gebeurde de verlening na advies van de hofcommissie, die regelmatig aandrong wat minder brevetten uit te reiken omdat het totale aantal gerechtigden explosief steeg.

Het roer gaat om Bij de troonsaanvaarding van de jonge Koningin Wilhelmina in 1898 kwam een vloed van aanvragen om het hofleverancierschap binnen zoals onder meer blijkt uit een berichtje van 22 oktober 1898 in de Scheveningsche Courant Het grote aantal verleningen door haar ouders in het verleden was haar eigenlijk een doorn in het oog. Zij scherpte de gedrags- en richtlijnen opnieuw aan. Er werd duidelijk onderscheid gemaakt tussen ‘gerechtigden tot het voeren van het koninklijke wapen met het predikaat Hofleverancier’ en het begrip ‘Koninklijk’. Men kan stellen dat het predikaat ‘Koninklijk voor ondernemingen’ tot stand is gekomen onder koningin Wilhelmina.

34. Koningin Wilhelmina der Nederlanden 1898-1948, foto Guy de Coral Amsterdam. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 43


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 44

Hoewel de verleningen in eerste instantie rond haar verjaardag plaatsvonden, was ze niet ongenegen in bijzondere gevallen hierop een uitzondering te maken. Het gebeurde nog wel eens dat zij een onderneming het brevet uitreikte naar aanleiding van een werkbezoek in de provincie. In tegenstelling tot haar moeder verleende zij tussen 1898-1934 het predikaat slechts 63 maal in Amsterdam en 106 keer in Den Haag. De hofleveranciers leverden of produceerden de meest uiteenlopende producten: van schaatsen tot kinderwagens, van kruidenierswaren en mosterdsoorten van banket tot visspecialiteiten, van kleding tot modeartikelen, tafellinnen, glaswerk , bloem- en boomkwekerijen. Tot het voorjaar van 1940 zou de vorstin het hofleverancierschap weloverwogen verlenen waarbij het aantal tijdens de crisisjaren sterk terugliep. Na haar terugkeer op 13 maart 1945 in Nederland zou zij, tot haar troonsafstand op 4 september 1948, in principe geen brevet meer uitreiken.

Prins Hendrik 1901-1934 In tegenstelling tot zijn echtgenote hadden de verleningen van prins Hendrik in een groot aantal gevallen puur met zijn persoonlijke levensstijl te maken. Per jaar reikte hij meestal een achttal brevetten uit. Veelal ging het om rijtuigmakers, automobielfabrikanten, biljart- en sigarenfabrikanten, leveranciers van kleding, schoenen en hoeden, bierbrouwerijen en wijnhandelaren. De meeste brevetten werden door hem verleend op 19 april, zijn verjaardag.

Hofleverancier na 1945

35. Prins Hendrik 1901-1934, foto J.H. Wentzel te Amersfoort. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Men zou verwachten dat de Nederlandse ondernemer, gezien de slechte toestand van de economie na afloop van de Tweede Wereldoorlog, wel iets anders te doen had dan zich bezig houden met het aanvragen van het hofleverancierschap. Het tegendeel was waar. Vrijwel direct kwamen er aanvragen binnen om bestendiging van bestaande predikaten alsook nieuwe aanvragen. Tussen 1945 en 1948 vond er nader onderzoek plaats naar de houding van de hofleveranciers tijdens de Duitse bezetting. Koningin Wilhelmina gaf bij hoge uitzondering een enkele vergunning af maar daar bleef het dan ook bij. Toen prinses Juliana in september 1948 haar moeder opvolgde, was de zuivering grotendeels voltooid. Koningin Juliana had andere ideeën over de invulling van het hofleverancierschap. Zij wilde zo min mogelijk de ene onderneming boven de andere bevoordelen en vond dan ook dat de invulling van het predikaat Hofleverancier anders moest. Onder koningin Wilhelmina hinkte de toekenning nog op twee gedachten. Naast de puur persoonlijke verlening, veelal naar aanleiding van feitelijke levering aan de koningin en hof, werden er ook predikaten verleend aan ondernemers of ondernemingen die geen directe handelsrelatie hadden met het hof.

Onder koningin Juliana zou de feitelijke levering als voorwaarde voor het hofleverancierschap verdwijnen. Werd er toch geleverd, dan was dit puur toeval. Voortaan moest een onderneming minstens 100 jaar hebben bestaan en werd het predikaat als regel alleen bij een bijzondere

44 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

36. Koningin Juliana der Nederlanden, 1948-1980. Foto Max Koot. Stichting Hoflevernciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 45

gebeurtenis of bij een bijzonder jubileum in een bedrijf of onderneming verleend. Hiermee verschoof de ‘Hofleverancier’ in de letterlijke zin van het woord naar de figuurlijke zin van het woord. Het predikaat Hofleverancier werd een bedrijfsonderscheiding vergelijkbaar met een ‘lintje’. Overigens hield dit niet in dat de koningin in bepaalde gevallen geen uitzondering kon maken. Het was tenslotte haar persoonlijk recht. Een aardig voorbeeld is de aanvraag door de ‘Voetbalverening Paleis Soestdijk’ in maart 1974 voor Drukkerij G.J. de Vries uit Sneek. De voetbalvereniging zag deze firma graag tot hofleverancier benoemd omdat de drukkerij al enige jaren kosteloos programma’s drukte voor de feestavonden van die vereniging. De koningin kon zich in deze reden wel vinden zodat op 28 juni 1974 op paleis Soestdijk de vergunning werd uitgereikt aan de directie van Drukkerij G.J. de Vries door de particulier secretaris van H.M. de Koningin mr. J. van der Hoeven.29 Opgemerkt moet worden dat de verleningen van prins Bernhard gebaseerd bleven op de oorspronkelijke doelstelling, namelijk een onderscheiding van persoonlijke aard. Net als zijn schoonvader, prins Hendrik, gaf hij brevetten aan ondernemingen die een aardig kijkje geven in zijn persoonlijk leven. Hij benoemde ondermeer leveranciers in alcoholische dranken, kleermakers en juweliers tot hofleverancier. Hij gaf ongeveer 65 brevetten af waarvan circa 35 aan Nederlandse ondernemers en de rest aan buitenlandse ondernemingen. Ondanks de zorgvuldigheid waarmee men in de volgende jaren te werk ging, kon niet worden voorkomen dat er opnieuw een uitholling van het begrip Hofleverancier plaats vond. Als gevolg van de grote maatschappelijke veranderingen in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw liep de belangstelling voor onderscheidingen als het hofleverancierschap terug. Het verschijnsel Hofleverancier werd een wat achterhaald begrip. Daarnaast had het Hof grote moeite de eerder vastgestelde regels te handhaven. Als de hofleverancier zich niet aan de regels hield was daar weinig tegen te doen omdat het predikaat Hofleverancier niet bij wet was geregeld. Het predikaat was ook niet wettelijk beschermd. Bovendien waren er tal van ondernemingen die zich bleven afficheren met al lang verlopen brevetten die zij in een ver verleden van leden van het Koninklijk Huis hadden ontvangen. Het was dus de hoogste tijd voor een herziening van het bestaande stelsel. Koningin Beatrix was van mening dat als dit stelsel van onderscheidingen gehandhaafd zou blijven, het een eigentijdse invulling moest krijgen met strengere regels. Hoewel hier al tijdens de regering van koningin Juliana over werd gesproken, zou het pas onder haar opvolgster vaste vorm krijgen.

Het systeem gaat op de schop Het was duidelijk dat koningin Beatrix een modern koningschap wilde. Naast een reorganisatie van de hofhouding werden ook de persoonlijke koninklijke onderscheidingen onder de loep genomen. Zij stelde daartoe in 1980 een commissie in met de opdracht na te gaan in hoeverre onderscheidingen als ‘Koninklijke’ en ‘Hofleverancier’ nog pasten in een modern koningschap. Dit leverde pittige discussies op tussen voor

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 45


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 46

en tegenstanders van het predikaat Hofleverancier. De commissie adviseerde uiteindelijk het predikaat te handhaven en het vooral aan strengere voorwaarden te onderwerpen. Dit alles leidde in 1987 tot nieuwe duidelijk omlijnde regels en een betere registratie om een eind te maken aan ongewenste situaties waardoor de belangen van het hof en bonafide Hofleveranciers werden geschaad. Het begrip ‘Hofleverancier’ werd vervangen door de term ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’. De nieuwe bepalingen waren niet alleen van toepassing op toekomstige hofleveranciers maar golden ook voor de bestaande onderscheiden ondernemingen, de zogenaamde ‘Hofleveranciers oude Stijl’ die voor eventuele bestendiging in aanmerking kwamen. Alle in het verleden afgegeven brevetten werden definitief ingetrokken. Iedereen die dacht deze koninklijke onderscheiding te hebben ontvangen en hier nog aanspraak op kon maken, moest zich melden. Het hof stuurde een formulier dat voor november 1987 moest worden teruggestuurd om in aanmerking te kunnen komen voor een eventuele herbestendiging. Aan de hand van de nieuwe regels werd er vervolgens een onderzoek gedaan of de onderneming hiervoor in aanmerking kwam. Met de invoering van dit nieuwe stelsel vervielen niet alleen de oude hofleverancierschappen maar ook de oude wapenschilden. Een uitzondering hierop vormde het wapen van haar vader, prins Bernhard. De door hem onderscheiden ondernemingen mochten dit schild blijven voeren zolang de prins leefde. Hij reikte echter geen nieuwe brevetten meer uit. Bij zijn overlijden op 1 december 2004 vervielen alle door hem afgeven vergunningen. De Nederlandse ondernemingen echter die door hem in het verleden waren begunstigd, konden eventueel in aanmerking komen voor een hofleverancierschap van koningin Beatrix. Voor het publiek is het nieuwe wapenschild en het devies ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ het zichtbare bewijs dat de betreffende onderneming door koningin Beatrix is onderscheiden. Tot de sanering in 1980 waren er ongeveer 327 ondernemingen die zich hofleverancier mochten noemen. Na de sanering is men opnieuw gaan tellen. Wie denkt dat het begrip ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ niet meer van deze tijd is, heeft het mis. Ook al kwamen de aanvragen in het begin maar mondjes- maat op gang, won het langzaam weer aan populariteit. Het zijn nog altijd emotionele momenten voor een directie, personeel, familieleden en anderen als deze onderscheiding wordt uitgereikt. Net als in het verleden treft men onder de hofleveranciers een diversiteit van verschillende branches aan. Detaillisten in brood en banket, lunchrooms en patisserieën, boekhandels, drukkerijen, wijnhandels, brouwerijen en slijterijen, juweliers en horlogerieën, dames- en herenmode zijn goed vertegenwoordigd. Zeker niet minder belangrijk zijn ondernemingen in bijvoorbeeld kaarsen, postzegels, visproducten, vuurwerk, wasserijen, dierbenodigdheden, orgelbouwers of een molenmaker als vertegenwoordigers van bedrijfstakken die zelden worden onderscheiden. Ten tijde van haar regeertermijn heeft Koningin Beatrix zo’n 559 maal dit recht toegekend aan de meest uiteenlopende ondernemingen. Geografische gezien lag de spreiding hiervan in april 2013 als volgt;

Friesland 4% Overijssel 4% Noord-Holland 17¾% Noord-Brabant 16½%

Groningen 3¼% Gelderland 14% Zuid-Holland 19¾% Limburg 8½%

46 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Drenthe 2% Utrecht 7% Zeeland 2¼% Flevoland 1%

37. Koningin Beatrix der Nederlanden 1980-2013, januari 2013 © RVD, foto Frank van Beek.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 47

Om te voorkomen dat er misschien een stormloop zou ontstaan van aanvragen na de troonswisseling op 30 april 2013, heeft de toekomstige Koning Willem Alexander al reeds voor die tijd kenbaar gemaakt dat er in principe niets zou veranderen omtrent de verleningen “Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier”. De toekenningen welke door zijn moeder waren verleend blijven gehandhaafd. Ook het stelsel van richtlijnen – gedragsregels welke door haar waren opgesteld en bepaald, blijven vooralsnog hetzelfde. Temeer omdat deze bewezen hebben nog goed aan te sluiten op deze tijd en passen in het moderne Koningschap zoals de huidige Koning deze voor ogen heeft en daar invulling aan geeft. Was een hofleverancier in het verleden een persoon die vaak daadwerkelijk zaken deed met het Hof en daarom het recht verkreeg om het Koninklijk Wapen te mogen voeren als erkenning voor geleverde diensten, vandaag de dag is dit niet langer het geval. De onderscheiding staat voor bewezen kwaliteit, soliditeit en continuïteit van de onderneming en symboliseert het respect, de waardering en het vertrouwen van de vorst tegenover de begunstigde. Het is daadwerkelijk een ‘Koninklijk Gebaar’ van de regerende monarch.

38. Koning Willem Alexander der Nederlanden, 2013 © RVD, foto: Frank van Beek.

Referenties 1

KHA E1a-IIb-18: Hofcommissie: Rekwesten december 1813- december 1814. KHA E1a-IIb-21: Hofcommissie: Rekwesten 1815-1829, no.16c. 3 Zie voor uitvoerige beschrijving hoofdstuk 5 van dit boek. 4 Krogt, M.R. van., Hofleveranciers in Nederland (Amsterdam 1985) 17-18. 5 KHA E1a-IIb-18: Hofcommissie: Rekwesten december 1813-1814 december, verzoeken om leveranties, ondersteuning, betrekkingen etc. no. 33. 6 KHA E1a-I-38: Hofcommissie: Registers van Koninklijke Besluiten en Authorisatiën en Kabinetsdispositiën 1835-1837. 7 KHA E1a-I-38: Hofcommissie: Idem Kleman en Perel; KHA E1a-I-40: Hofcommissie Koninklijke Besluiten en Authorisatiën en Kabinetsdispositiën 1815-1816: Jacob du Mee. 8 In naam van Oranje. Vijf eeuwen de Oranjes (Zwolle 1994) 303/304. 9 KHA E1d-II-8: Hofcommissie Brussel: Minuten van de Hofcommissie te Brussel, uitgegane brieven, april 1815-december 1817, no. 4. 10 E1b-IIb-93: Hofcommissie: Ingekomen stukken, 12 oktober 1898. 11 Rapporten van de Minister voor het Publiek Onderwijs de Nationale Nijverheid en de Koloniën van 10 oktober 1821, no. 717 en 14 mei no. 379 en de Hoge Raad van Adel, van 15 juni no. 804/315. 12 KHA E1b-IVa-1: Hofcommissie: Enige lijsten, circulaires, diploma’s en andere stukken naar aanleiding van de in 1850 gedane oproep. 13 Idem. 14 KHA E1b-IVa-2: Hofcommissie: Stukken ontvangen naar aanleiding van de in 1850 gedane oproepen 1850-1851: 18 juli 1851. 15 KHA: E1d-II-19: Hofcommissie: Requêtes au Roi, no 138B. 16 Zijn zoon Adolphe Sax was de uitvinder van de welbekende saxofoon uit. Zie ook www.wikipedia.org/Charles Joseph Sax. 17 Baarsen R.J., ‘Andries Bongen (ca.1732-1792) en de Franse invloed op de Amsterdamse kastenmakerij in de tweede helft van de achttiende eeuw’ in: Oud Holland (1988) 1, 24-25. 2

18

Over de bemoediging van den volksgeest der Nederlanders. Bij gelegenheid van de tentoonstelling der Voorwerpen van Nijverheid, te Haarlem in de maand juli 1825. (Amsterdam 1825). 19 Eliëns, T.M., Kunst, Nijverheid, kunstnijverheid: de nationale nijverheidstentoonstellingen als spiegel van de kunstnijverheid in de negentiende eeuw (Zwolle 1990) 54. 20 Zie de artikelen 4 en 14 van het tentoonstellingsprogramma in de Catalogus der voorwerpen ingezonden op de Tentoonstelling van voortbrengselen der Nationale Nijverheid van Nederland en zijne overzeesche Bezittingen te Arnhem in Juli en Augustus 1852 ( Arnhem 1852) IV en V. 21 Boer, D.E.H. en J. de Vries, Wij samen onder de Oranjes: 150 jaar Nederlandse samenleving (Amsterdam 1963) 163. 22 KHA E1b-IVa-1: Hofcommissie: Enige lijsten, circulaires, diploma’s en andere stukken naar aanleiding van de in 1850 gedane oproep. 23 Zie Hoofdstuk 5. Bij Koninklijke Beschikking. 24 Gemeente Archief Amsterdam: Archief Burgemeester: Brief aan de burgemeesters van o.m. Den Haag en Amsterdam van de Hofcommissie van 12 februari 1850. 25 KHA E1b-IIb-17: Hofcommissie: Ingekomen en minuten van uitgegane stukken 1855. 26 KHA E1b-IIb-4: Hofcommissie: Ingekomen en uitgegane stukken 1870, no. 159. 27 KHA E1b-IIb-40: Hofcommissie: Ingekomen en uitgegane stukken 1870, no 128, 1870. 28 KHA E1b-I-5: Hofcommissie: Notulen van de vergadering van de Hofcommissie 1891-1900. 29 KHA A52: Archief koningin Juliana. Kaartbestand: ‘Toegekend Predikaat ‘Hofleverancier’.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 47


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 48

3 Het heeft de Majesteit behaagd De Hofcommissie Lodewijk Napoleon en zijn opvolgers hadden een goed werkende administratie achtergelaten die koning Willem I overnam. Het aantal verzoeken om ondersteuning, baantjes of hofleverancierschap was echter zo groot dat de soevereine vorst bij besluit van 3 januari 1814 een hofcommissie instelde om allerlei aangelegenheden tussen de diverse departementen te coördineren.1 Deze ‘Hofcommisie’ was samengesteld uit leden van de verschillende hofdepartementen. In 1815 bestond de Hofcommissie in Den Haag uit de volgende leden: H.W. baron van Aylva, Groot Hofmaarschalk van het Hof, baron van Boetzelaer, Opper kamerheer, graaf T.C. Heerdt tot Eversberg, Opper Stalmeester, graaf van, Reede, Hofmaarschalk, de heer H.C. Haberling, secretaris van de Commissie en de heer F.Ligtenberg als gewoon commissielid. Ook de architect B. Ziesenis maakte deel uit van deze commissie.2 Na de samenvoeging van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden in 1815 werd er ook een Hofcommissie voor het Brusselse hof ingesteld.3 Al snel werd binnen de hofcommissies gediscussieerd over het belang van duidelijke gedrags- en richtlijnen voor zowel het hof als de hofleverancier. Dit leidde tot de volgende regels. • in principe werden buiten de hofstad en de residenties de titel Hofleverancier niet verleend • per residentie of hofstad werden niet meer dan één, hoogstens twee brevetten binnen hetzelfde vakgebied/bedrijfstak uitgereikt • de verlening van het voeren van Zijne Majesteitswapen en de toegevoegde eretitel Hofleverancier hield niet in dat een gebrevetteerde een monopolie kreeg op leveranties aan het hof4 • leveranciers van buiten het koninkrijk kwamen niet in aanmerking voor het hofleverancierschap5 • de rekwestrant moest zeer bekwaam zijn in het vak wat moet blijken uit zijn producten en de periode van zijn beroepsuitoefening • het recht kwam te vervallen bij het overlijden van de rekwestrant en was niet zondermeer overdraagbaar op derden. Het recht kon overgaan op een familielid in rechte lijn, een weduwe die het bedrijf voortzette of een opvolger in de zaak. Indien het bedrijf niet werd voortgezet, kon een andere onderneming uit dezelfde bedrijfstak in dezelfde stad hiervoor in aanmerking komen • Het recht verviel bij overlijden van de koning of bij een troonswisseling

48 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

40. Verzoekschrift van de Wed. G. Dorens en Zoon, Spiegelverkopers en Vergulders te Amsterdam aan koning Willem I om de titel Spiegelverkopers en Vergulders van Konings Huis te mogen voeren, 18 maart 1815. Koninklijk Huisarchief Den Haag.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 49

Voor fabrieken met octrooien gold bovendien ‘Dat het recht tot het voeren van ’s Rijkswapen voor fabrieken of op geoctrooieerde voorwerpen niet dan in bijzondere gevallen zal worden toegestaan, wanneer de geoctrooieerde, door het belang, hetwelk de nationale nijverheid bij het door hen nieuw uitgevonden voorwerp heeft, deze onderscheiding verdienen.’6 Het blijft de vraag of deze regels tijdens Willem I en later door zijn opvolger Willem II strikt werden gehanteerd. Het kon een pré zijn als de sollicitant al voor 1795 een betrekking of handelsrelatie met het hof van stadhouder Willem V had gehad. Hetzelfde gold als hij al in 1813 en 1814 aan het hof had geleverd. Naast de residenties Amsterdam en Den Haag werden bij hoge uitzondering ook elders in het land brevetten uitgereikt. In de Zuidelijke Nederlanden werden tot 1830 vooral in Brussel hofleveranciers benoemd. De andere leden van het vorstenhuis hanteerden in principe dezelfde regels. Zij waren hier niet aan gehouden omdat hun onderscheiding een persoonlijke onderscheiding was. De koning daarentegen reikte deze onderscheiding zowel op privé gronden als op verzoek van zijn hofhouding uit. De Hofcommissie werd jaarlijks benoemd en vergaderde bijna wekelijks. Met ingang van 1 april 1829 werd besloten beide commissies samen te voegen. De wekelijkse vergaderingen zouden plaats vinden daar waar de koning zich op dat moment bevond en de commissie zou bestaan uit die leden van de Hofcommissie die op dat moment daar aanwezig waren.7 Zij beoordeelde het verzoek van de sollicitant, vroeg inlichtingen over de sollicitant en adviseerde tot slot de koning om al dan niet akkoord te gaan met de gevraagde titel. Door het ontbreken van duidelijke aanwijzingen hoe een dergelijke onderscheiding aan te vragen, verliep de aanvraag en de verwerking hiervan in het begin nogal rommelig. Iedere sollicitant hoopte natuurlijk op levering aan koning of hof en zou dat bovendien graag bevestigd zien met een of andere titel. Naast titels als ‘Leverancier van Z.M. de Koning, ‘Timmerman van den Kroon’,’Hofschilder van Z.M, ‘Mechanicus van Z.M’ of gewoon Hofleverancier vroeg een aantal of zij het woord ‘Koninklijk’ aan hun firmanaam mocht toevoegen en het wapen van de koning mocht voeren. Kortom, iedereen gaf een eigen invulling aan het begrip ‘Koopman of leverancier des Konings’ ofwel ‘Hofleverancier. Ter ondersteuning van hun verzoek stuurde een groot aantal sollicitanten producten of proeven van bekwaamheid mee die meestal direct retour werden gestuurd. Aanvaardde de koning een geschenk dan werd hiervoor een betaling gedaan om iedere schijn van beïnvloeding te vermijden. Vanzelfsprekend waren de meeste verzoeken gericht aan de koning of andere leden van het koninklijk huis maar er werden ook verzoeken ingediend bij hoge functionarissen van Binnenlandse en Buitenlandse Zaken, de Secretaris van Staat of de Hofcommissie. 41. De Kalverstraat gezien vanaf de Gapersteeg naar de Dam, rechts de winkel van Frans Buffa & zoon, 1825, aquatint door A.Lutz naar A. Toselli. Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum Amsterdam.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 49


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 50

De toekenning Aan de hand van een drietal voorbeelden zal worden geschetst hoe de weg van de toekenning tot hofleverancier in zijn werk ging. Het eerste voorbeeld betreft François Buffa. Deze gepatenteerd koopman in prenten in Amsterdam richtte op 2 mei 1816 met een schrijven tot koning Willem I. Hij gaf hierin te kennen dat hij net als zijn vader artikelen had mogen leveren aan de koninklijke familie en aan het Koninklijk Kabinet. In zijn brief sprak hij de hoop uit dat de koning hem met de titel ‘Prenten & Kunstleverancier van Zijne Majesteit’ zou willen vereren. Voor een antwoord op dit verzoek vroeg de koning de Hofcommissie om een onderzoek in te stellen. Deze won op haar beurt weer inlichtingen in bij de Commissaris Generaal voor het Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Repelaer van Driel, die op zijn beurt de Hofcommissie meedeelde dat de zaak van de heer Buffa een van de oudste in Amsterdam was en dat er een ruime keus van goede kwaliteit voorhanden was. In zijn rapport raadde hij de directeur van het Koninklijk Prentkabinet zelfs aan zich in de toekomst eerst tot deze zaak te wenden ‘om het beste te verkrijgen tegen de minsten prijzen’. De Hofcommissie stuurde op haar beurt een gunstig advies aan de koning zodat bij Koninklijk Besluit van 3 juli 1816 Francois Buffa de titel ‘Hofleverancier van Prent en Kunstwerken’ werd verleend.8 Het tweede voorbeeld gaat over Jan Jacob Roskamp uit Amsterdam. Op zijn verzoek werd in oktober van 1822 een aanvraag ingediend bij de koning. Roskam was namelijk blind. Hij was organist en muziekmeester en woonde in het Diaconie Weeshuis van de Hervormde Gemeente aldaar. Vanwege zijn handicap wilde hij graag in aanmerking komen voor de titel ‘Stemmer van Zijne Majesteits Fortepiano’s. In zijn brief benadrukte hij dat een dergelijk positie in Brussel en Den Haag al was vergeven maar nog niet in Amsterdam. Alvorens op dit verzoek in te gaan won de Hofcommissie advies in bij de Adjudant der Koninklijke Paleizen in Amsterdam, Hoyink van Papendrecht. Deze antwoordde de Hofcommissie op 25 oktober 1822 dat de sollicitant inderdaad een heel braaf en ijverig mens was en ondanks zijn blindheid hulp en recommandatie verdiende. Hij vroeg zich echter zich af of hier wel iemand voor moest worden aangesteld daar er maar drie fortepiano’s op het Paleis waren. Eén fortepiano bevond zich in het appartement van de koningin en een andere in de vertrekken van prinses Marianne. Bij hun komst werden ze altijd door een klaviermaker gestemd die daar loon voor ontving. Naar aanleiding van dit rapport adviseerde de Hofcommissie de koning op 31 oktober het verzoek te difficulteren, ofwel van de hand te wijzen.9 42. Besluit op het verzoek van Jan Jacob Roskamp van 8 november 1822 waarin de secretaris van het Kabinet des Konings aan de Hofcommissie

Het laatste voorbeeld is het verzoek dat W. Hart, eveneens uit Amsterdam, in 1830 indiende. Hij verzocht om de titel ‘Leverancier van Z.M. de Koning in schoensmeer en inkt’. Hij liet zijn verzoek vergezeld gaan van een kistje met zes potjes schoensmeer en een kruikje inkt. De Hofcommissie adviseerde de koning, na lezing van de rapporten van de minister voor de Nationale Nijverheid en de Koloniën en de Stedelijke Regering van Amsterdam, dit verzoek van de hand te wijzen. Als reden gaf zij ondermeer op dat de sollicitant een vreemdeling was. Door hem als buitenlander deze gunst te verlenen zou men schade toebrengen aan ‘inlandsen fabrikanten van dezelfde voorwerpen’. Overigens wer-

50 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

meedeelt dat de koning zich kan verenigen met het besluit van de Hofcommissie. Koninklijk Huisarchief, Den Haag.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 51

den de potjes schoensmeer en kruikje inkt keurig retour gezonden aan de afgewezen sollicitant.10 Uit deze voorbeelden blijkt dat iedere sollicitant door de Hofcommissie aan een nader onderzoek werd onderworpen en dat men daarbij niet over een nacht ijs ging. Uit andere aanvragen is bekend dat er ook inlichtingen werden gevraagd bij de gouverneurs van de provincies of burgemeester van de woonplaats van de betrokkene. De burgemeester op zijn beurt kon, indien hij dat nodig achtte, de stadsdirecteur van Politie inschakelen. Veelal betrof het informatie over de reputatie van de aanvrager, of zijn gedrag wel onberispelijk was, de ligging van het bedrijfspand en het gevoerde assortiment. Vervolgens werd aan de hand van de ingewonnen informatie door de Hofcommissie een advies opgesteld waarbij ook werd gekeken of het recht in deze bedrijfstak en woonplaats van de aanvrager al was verleend. Betrof de aanvraag de opvolging van een overleden hofleverancier dan onderzocht de Hofcommissie welke sollicitant als opvolger kon worden voorgedragen. Aan de hand van de ingekomen rapporten stuurde de Hofcommissie tenslotte een negatief of positief advies aan de koning. Overigens betekende een gunstig advies niet automatisch dat de gevraagde titel werd verleend. Het verzoek kon worden aangehouden, op voorspraak van de Hofcommissie veranderd of door de koning alsnog worden afgewezen. Een mooi voorbeeld is de kwestie van de Haagse koopman in waren uit Neurenberg en kinderspeelgoed Adam Monchen. Hij verzocht in het voorjaar van 1820 om het koninklijke wapen en de titel ‘Koninklijke leverancier’. Hij schreef dat hij al enige jaren de eer had genoten om zowel aan het hof als aan de ander koninklijke hoven te hebben mogen leveren.11 Hoewel de titel in zijn bedrijfstak nog niet was vergeven hield de Hofcommissie het verzoek aan. Blijkbaar duurde het Monchen te lang want voordat de Hofcommissie tot een besluit was gekomen, richtte hij zich opnieuw tot de koning. Pas in de vergadering van 12 december 1826 kwam de zaak opnieuw ter tafel en bleek dat de koning gunstig had beschikt op zijn verzoek.12 De Hofcommissie was niet evenwel niet gelukkig met dit besluit gezien een rapport van 30 november 1827. Zij waren het er over eens dat A. Monchen, koopman in kinderspeelgoed, de beste speelgoedhandelaar in Den Haag was en dat er eigenlijk geen belemmeringen bestonden om zijn verzoek om de titel ‘Hofleverancier van Zijne Majesteit’ af te wijzen. De Hofcommissie was echter huiverig hem de titel ‘Koninklijk leverancier’ te geven omdat deze titel te expliciet naar de koning verwees. Zij verzocht de koning dan ook het besluit in heroverweging te nemen en Monchen de titel ‘Hofleverancier in Kinderspeelgoed voor de Koninklijk Kleinkinderen’ te verlenen onder de gebruikelijke bepalingen.13 Naar de reden van deze verandering kan men enkel gissen want in de verslagen worden geen argumenten voor deze wijziging aangevoerd. Wilde de Hofcommissie misschien voorkomen dat de indruk gewekt zou kunnen worden dat de koning zelf met speelgoed speelde? Dit voorbeeld maakt wel duidelijk dat de Hofcommissie in wezen bepaalde wie het koninklijk wapen mocht voeren en met welke titel.

43. Detail van het advies van de Hofcommissie aan de koning over de verlening van de titel aan de speelgoedhandelaar A. Monchen 30

Er werden niet alleen brevetten verleend aan ondernemers maar ook aan personen die op een andere manier een persoonlijke band hadden

november 1827. Koninklijk Huisarchief, Den Haag.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 51


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 52

met het koninklijk huis of hof. Veelal waren dit muzikanten of kunstenaars die hun reputatie opvijzelden door hun banden met het hof te benadrukken met een titel. Het volgende verzoek is een fraai voorbeeld hoe de Hofcommissie en informanten het lot van een aspirant hofleverancier konden bepalen. In 1818 verzocht de actrice Van den Bergh Dángerville om gebrevetteerd te mogen worden. Ze schreef dat ze binnenkort naar de koloniën zou vertrekken waar zij concerten zal gaan geven. Zij verwachtte dat zij zich als chanteuse daar beter kon ontwikkelen en zou zeer gebaat zou zijn met een onderscheiding. De Hofcommissie ging te rade bij de Commissie van Oppertoezicht van het Franse Theater in Den Haag. Deze besliste op 31 oktober 1818 afwijzend omdat het brevet als zodanig in het verzoek niet werd genoemd. Mocht de genoemde chanteuse voor de Koninklijk Haagsche Fransche Schouwburg behouden kunnen worden dan zou de Commissie van Oppertoezicht daarop gaarne gunstig adviseren.14 Hoe het met de carrière van actrice Van den Bergh Dángerville is aflopen verhaalt de geschiedenis niet. Bij zijn troonsbestijging in 1840 werd de Hofcommissie door koning Willem II van haar taken ontheven en werd de Adjudant der Koninklijke Paleizen hier mee belast. Het onderzoek naar de sollicitanten gebeurde op dezelfde wijze als ten tijde van Willem I. Betrof het een verzoek om een brevet van een van de koninklijke familieleden dan werd de aanvraag gericht aan de persoon zelf. Deze aanvraag werd vervolgens afgehandeld door hun particulier secretaris.

Koning Willem III Na het overlijden van zijn vader in 1849 herstelde koning Willem III de Hofcommissie weer in ere en werd er een Reglement voor de Hofcommissie vastgesteld. Artikel 6 stelde ‘dat deze Commissie kennis neemt en oordeelt over alle administratieve geschillen de huishouding betreffende. Zij neemt als algemeen beginsel aan, dat bij leveranciën en werkzaamheden of andere beloonde diensten, die personen welke vroeger voor Z.K.H. den prins van Oranje hebben bediend, op een onberispelijke wijze, bij voorkeur in aanmerking komen. En dat de Commissie voldoet door het bovenstaande aan een op de billijkheid gegrond verlangen van Zijne Majesteit’.15 Ook deze commissie handhaafde de gebruikelijke methode tot het inwinnen van inlichtingen. Onder Willem III werd een begin gemaakt met de richtlijnen. In een brief van 12 februari 1850 schreef de Hofcommissie aan de burgemeesters van onder andere Amsterdam en 's- Gravenhage het volgende.16 ‘Z.M. heeft tot grondbeginsel aangegeven dergelijke vergunningen alleen toe te staan aan hen die door de soliditeit en belangwekking hunner onderneming bijzonder uitmunten. Het voeren van het Koninklijk wapen strekt derhalve tot beloning van bewezen diensten en vooruitgang in het fabriekwezen enz. en mag tot geen bedriegelijke lokaas strekken voor het publiek, daar waar nog geen genoegzame waarborgen van deugdelijkheid bestaan.’

52 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 53

Daarnaast werd bepaald dat ‘… ene vergunning tot het voeren van een Koninklijk wapen geldig is voor alle plaatsen, waar de belangstellende hun vestiging of depots hebben of wilde vestigen en dat de rekwestranten een vooraanstaande plaats innemen bij de stad van vesting ook ten opzichte van branche genoten en dat deze onderscheiding geen recht gaf tot leveranties ten hove.’ 17

Het stond nu iedere firma vrij een verzoek om de titel Hofleverancier in te dienen omdat een directe handelsrelatie met het hof niet langer noodzakelijk was. Bovendien kon de titel worden uitgereikt aan ondernemingen buiten de residenties en dan vooral aan ondernemingen die met kop en schouders uitstaken boven hun concurrenten. In de volgende jaren zou een groot aantal nieuwe sollicitanten zich melden en vele hofleveranciers om bestendiging vragen zoals in 1864 de Haagse rookverdrijver en schoorsteenveger J.J.A. Andreoli. Hij verzocht om het in 1851 uitgereikte predikaat van zijn vader op zijn naam over te zetten. De Hofcommissie had geen bedenkingen zodat hij op 18 april 1864 zelf werd gebrevetteerd.18 44. Aanhef van de Nieuwjaars Heil en Zegenwens van de schoorsteenvegers en knechten van de firma J.M. Andreoli te Den Haag bij de aanvang van het jaar 1859. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Het grote aantal aanvragen noopte de Hofcommissie bij voortduring de regels aan te scherpen waarbij de vragen die de Hofcommissie aan diverse instanties stelden nogal eens twijfel deed reizen omtrent de meerwaarde van deze onderscheiding. Zo stuurde de Hofcommissie op 19 januari 1870 naar aanleiding van het verzoek van Th.I. Jansen, magazijnhouder van fijne galanterieën, pendules en wat dies meer zij uit ’s-Hertogenbosch, een brief aan de burgemeester van deze stad. De Commissie vroeg ondermeer of de firma als ‘vooraanstaand’ zou kunnen worden gekenschetst. Bovendien wilde zij weten of de sollicitant vanwege het steeds groeide aantal aanvragen niet alleen in zijn woonplaats maar ‘in het algemeen boven andere leveranciers’ een dergelijk onderscheiding verdiende. De burgemeester antwoordde dat de heer Th. I. Jansen een groot en breed assortiment in huis had en evenveel patentbelasting betaalde als iedere andere winkelier. Of Jansen zich met commissiehandel bezig hield, kon hij niet zeggen want daar liepen de meningen over uiteen. Op de vraag waar de onderneming zich van andere onderscheidde, merkte hij op: ‘Indien de gevraagde onderscheiding alleen kan worden toegekend aan hen die boven anderen excelleren, dan mag het verlenen dezelve wel eens in bedenking genomen worden.19 Uiteindelijk werd dit verzoek niet gehonoreerd. Daar het zowel voor de Hofcommissie als burgemeesters vaak onmogelijk was een afgewogen oordeel te vellen welke ondernemingen in aanmerking zouden kunnen komen om benoemd te worden tot hofleverancier, besloot de Hofcommissie in de vergadering van 15 juli 1876 ‘ Lettende op het toenemend aantal aanvragen om het Koninklijk Wapen te mogen voeren, acht zij het nodig, een tabel te doen opmaken, aanwijzende, de daartoe gerechtigden in de verschillende steden des lands, om daaruit te zien, in hoever, het wenselijk te achten is, het getal der bevoordeelden te vermeerderen. Terwijl de Hofcommissie zich voor behoudt slechts dan ene voordracht aan Z.M. den Koning aan te bieden wanneer zij ene keus zal kunnen doen uit een genoegzaam aantal ingekomen adressen’.20

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 53


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 54

Het kwam er dus op neer dat de Hofcommissie aan de hand van een tabel en de ingewonnen informatie een keuze maakte welke sollicitant in hun ogen de beste was. Indien mogelijk werden alle brevetten uitgereikt op 19 februari, de verjaardag van Willem III. Het brevet en bescheiden werden vervolgens afgegeven aan de burgemeester van de gemeente van de nieuwe hofleverancier met het verzoek dit aan hem te overhandigen en een bevestiging van ontvangst retour te zenden aan het hof.

Koningin Weduwe Emma Na het overlijden van koning Willem III op 23 november 1890 was het koningschap overgegaan op de tienjarige prinses Wilhelmina. Gezien haar leeftijd nam haar moeder, koningin Emma, als regentes de regeringstaken waar. Gedurende dit regentschap zouden de richtlijnen voor het predikaat Hofleverancier niet veranderen. Het brevet echter kreeg wel een ander uiterlijk. Op 7 april 1891 zond de president van de Hofcommissie, Graaf Schimmelpenninck van Nijenburg, aan alle hofleveranciers de volgende brief. ‘In gevolge de bevelen van Hare Majesteit de Koningin Regentes, brengt de Hofcommissie bij dezen ter kennis van alle personen, aan wie vóór het overlijden van Zijne Majesteit den Koning vergunning werd verleend om het Wapen van Hare Majesteit de Koningin te mogen voeren, met de titel van Hofleverancier van Hare Majesteit, dat zij voortaan, met wijziging van het desbetreffende predikaat den titel zullen moeten voeren van 'Hofleverancier van Hare Majesteit de Koningin Weduwe.’ 21 Vanaf 1891 moest dit vernieuwde wapenmodel, waarop in heraldische accentueringen de kleuren waren aangeven, worden gevoerd door alle tot dan toe onderscheiden ondernemingen. De brevetten die zij eerder had uitgereikt, bleven gewoon van kracht. (Zie hoofdstuk 4). Daarnaast introduceerde Emma in 1891 een standaardlijst met vragen over de sollicitant. In deze lijst, die aan de burgemeesters werd gestuurd, wenste de Hofcommissie antwoord op de volgende vragen.22 1. Omvang der zaak 2. Soliditeit der zaak 3. Wie zijn de tegenwoordige firmanten en sedert wanneer staan zij aan het hoofd der zaak 4. Sedert wanneer heeft de zaak onder vroegere firmanten bestaan 5. Uiterlijk voorkomen van de zaak en of dezelve op een gunstig gelegen stand in de gemeente gedreven wordt 6. Kerkgenootschap tot hetwelk de adressant behoort 7. Advies. Met deze maatregel hoopte de Commissie een beter inzicht te krijgen in de aanvragen om vervolgens een goede voordracht aan de regentes te kunnen voorleggen. Tijdens de vergadering van de Hofcommissie op 15 augustus 1891 was er nog een fikse discussie of het brevet nu op naam van leden van de firma, een directeur van een maatschappij, de firma of aan de maatschappij moest worden afgegeven. Uiteindelijk

54 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

45. Koningin Emma 1890-1898, Fotokaart Ziegler A.R.P.S Den HaagZwolle. Stichting Hofleveranciers in Nederland, te Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 55

koos men voor een brevet op naam van leden van de firma omdat het een persoonlijke onderscheiding betrof. Daarnaast was het de wens van koningin Emma dat de aanvragen vóór 15 mei van het jaar ingediend moesten worden zodat de toegekende predikaten grotendeels werden verleend op haar verjaardag, 2 augustus. Tevens bevestigde zij nog eens dat de vergunning tot het voeren van Hare Majesteits wapen een algemene vergunning was. De vergunning gaf de begunstiger het recht deze te voeren waar hem dat wenselijk voorkwam.23 Dit betekende dat een onderscheiden onderneming het wapen zowel mocht gebruiken op of voor zijn hoofdvestiging als op de nevenvestigingen, zowel in Nederland als daar buiten, mits het dezelfde branche betrof waarvoor men was onderscheiden. De titel Koninklijk werd onder het regentschap van koningin Emma niet verleend omdat zij geen regerend koningin was doch slechts als regentes optrad. Het koninklijk prerogatief was voorbehouden aan haar dochter Wilhelmina, de toekomstige koningin. Daar het ook de gewoonte was om tijdens werkbezoeken ondernemingen te begunstigen, verzocht de president van de Hofcommissie koningin Emma op 26 juli 1892 dit slechts bij hoge uitzondering te doen en alleen als de betreffende onderneming ook daadwerkelijk als Hofleverancier zou kunnen worden aangemerkt.24

Koningin Wilhelmina: Het moet en gaat voortaan anders Vrijwel direct na de troonsbestijging van Wilhelmina in 1898 ontstond er een hausse in aanvragen om Hare Majesteits wapen c.q. de titel Hofleverancier te mogen voeren. Tevens werden nu ook weer verzoeken om de titel Koninklijk in behandeling genomen. De aanvragen ‘Koninklijk’ voor verenigingen bleven in handen van de Particulier Secretaris van de Koningin. Het grote aantal aanvragen en een aantal gevallen van misbruik waren Wilhelmina blijkbaar een gruwel want zij besloot tot een grondige hervorming van het stelsel ‘Hofleverancier’ en ‘Koninklijk’. De volgende aanvraag gaf misschien wel de doorslag. Op 17 oktober 1898 behandelde de Hofcommissie een verzoek van de Koninklijke Stoomfabriek Sanders en Co. uit Leiden.25 Graaf Du Monceau, voorzitter van de Hofcommissie had op 15 oktober een brief ontvangen van de Secretaris van H.M. de koningin A. van der Staal om ‘voortaan de aanvragen tot het voeren van de naam Koninklijke van fabrieken, firma’s enz. in behandeling te nemen. Hare Majesteit draagt mij tevens op U met spoed te doen toekomen een verzoekschrift van den Heer A.P.W. Sanders, zeepfabrikant te Leiden, waarin hij verzoekt de nieuw op te richten vennootschap te blijven noemen Koninklijk. Sedert 30 jaar heeft de fabriek zich genoemd “Koninklijke Stoomzeepfabriek Sanders en Co” maar naar ik verneem ten onrechte, vergunning daartoe schijnt nooit gegeven te zijn.’ Sanders had al eerder een verzoek ingediend bij de Koningin Regentes. Naast een aanbevelingsbrief van de burgemeester van Leiden was er een brief van 6 oktober 1898 van A.P.W.Sanders bijgevoegd waarin hij uitlegde dat hij zich bezig hield met de fabricage van Eau de cologne en parfums en dat hij zijn zaak wenste uit te breiden tot een N.V. met een kapitaal van f. 500.000.- met hem als directeur.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 55


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 56

‘dat reeds gedurende eertijds verloop van meer dan 30 jaren de zaak is gedreven onder de naam van Koninklijke Stoomzeepfabriek Sanders & Co, en adressant, even als zijn voorgangers, dien naam heeft gecontinueerd, ter goeder trouw vermeenende, dat daar voor geene Koninklijke goedkeuring was vereischt. ’Dat de thans op te richten Naamlooze Vennootschap, in aansluiting aan den sinds zoovele jaren bestaanden toestand, voert den naam van Koninklijke stoom-zeep, Eau de cologne en parfumerienfabriek voorheen Sanders & Co, doch thans vanwege het Departement van Justitie, met het oog op de verzochte Koninklijke goedkeuring der statuten, wordt verlangd overlegging van een schriftelijk bewijs der goedkeuring van uwer Majesteit, tot het voeren van dien naam, waartoe de oprichters der vennootschap niet in staat zijn. Dat eene wijziging van dien naam, die tegenover aandeelhouders in het prospectus is genoemd, tot groote bezwaren aanleiding zou kunnen geven. Redenen waarom adressant zich tot Uwe Majesteit wendt, met het eerbiedige en onderdanige verzoek, te willen toestaan, dat de op te richten vennootschap zich blijft noemen, gelijk reeds zoo langen tijd door adressant en zijne voorgangers is geschied.’ De Hofcommissie antwoordde Hare Majesteit op 18 oktober dat de firma Sanders in 1866 had verzocht het koninklijk wapen te mogen voeren maar dat het verzoek toen door de koning was afgewezen. Ook een tweede verzoek, ingediend in 1874, om het wapen te mogen voeren en tevens om de fabriek ‘Koninklijk’ te mogen noemen, werd afgewezen. 46. Briefhoofd van de Stoom Zeep Eau de Cologne en Parfumerieën Fabriek v/h Sanders & Co te Leiden rond 1900. Regionaal Archief Leiden.

56 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 57

Eindelijk werd in 1875 een derde verzoek door Willem III ingewilligd maar uitsluitend tot het voeren van het koninklijk wapen. Gezien de brief van Sanders was het de Hofcommissie duidelijk ‘dat de fabriek reeds meer dan 30 jaren den naam voert van Koninklijke Stoomzeepfabriek, hetgeen door de burgemeester van Leiden wordt bevestigd. De Hofcommissie kan moeilijk aannemen dat de heer Sanders hierbij geheel te goeder trouw te werk is gegaan, want indien hij werklijk gemeend had, zonder vergunning het recht te hebben zijne fabriek Koninklijke te noemen, zou hij het rekest van 1874, waarin hij om dit recht verzocht, achterwege hebben gelaten. Eindelijk zij hier nog vermeld, dat de firma Sanders & Co in 1880 heeft verzocht insgelijks het wapen van hare Majesteit de Koningin te mogen voeren, en dit verzoek, na ingewonnen inlichtingen bij den Burgemeester van Leiden, door Hare Majesteit is afgewezen. Op al deze gronden en daar de Hof Commissie van oordeel is, dat slechts bij groote uitzondering aan eene fabriek het voorrecht moet worden verleend zich Koninklijke te noemen, heeft zij de eer Uwer Majesteit eerbiedig in overweging te geven, op het adres van de Heer Sanders afwijzend te beschikken.’ Op 24 oktober 1898 volgde de koningin het voorstel van de Hofcommissie.26 Maar Sanders gaf niet op. Op 9 november schreef hij opnieuw een brief aan de president van de Hofcommissie, Baron du Tour van Bellichave, waarin hij zijn verzoek herhaalde en benadrukte dat hij niet wist dat er toestemming nodig was om ‘Koninklijke’ te mogen voeren. Hij had zijn aanvraag al eerder ingediend bij de koningin weduwe, maar aangezien zij het predikaat Koninklijk niet verleende, moest hij opnieuw een verzoek indienen als Wilhelmina koningin zou zijn. Uit de brief bleek ook dat hij nogal in zijn maag zat met de etiketten die hij al had laten drukken en dat door de afwijzing de indruk zou kunnen worden gewekt dat hij aandeelhouders onder valse voorwendselen zou hebben binnengelokt. Hij vroeg dus alsnog toestemming om de titel Koninklijk.27 Sanders bleef echter hofleverancier. Hij onderving de afwijzing door zijn firma in het vervolg te noemen: ‘Stoom Zeep Eau de cologne en Parfumeriën Fabriek v/h Sanders & Co. Koninklijke Zeepfabriek’.28

47. Reclameplaat van de firma Sanders en Co te Leiden uit 1898. Koninklijk Huisarchief, Den Haag.

In 1948 bereidde Sanders en Co. een statutenwijziging voor. Sinds 1940 voerde de vennootschap de naam N.V. Zeep-, Eau de cologne- en Parfumerieënfabriek voorheen Sanders en Co. Zij vroegen de naam van de vennootschap te mogen wijzigen in ‘Koninklijke Zeep- Eau de Cologneen Parfumerieënfabriek v/h Sanders & Co., N.V.’ Bij monde van mr. J.C. Baud werd meegedeeld dat er tegen deze naamswijziging geen bezwaar bestond hoewel men geen documenten had aangetroffen waaruit bleek dat Sanders ooit het predikaat Koninklijk had ontvangen.29 In 1952 vond er weer een statutenwijziging plaats. Krachtens voorschriften van de toenmalig optredende Commissaris-Generaal van Bestuur en Justitie moesten de woorden ‘Koninklijke Stoom Zeepfabriek’ komen te vervallen. De directie van Sanders stelde het echter zeer op prijs het predikaat ‘Koninklijke’ dat sedert 1875 in de naam van de vennootschap werd genoemd terug te krijgen, wat ook geschiedde.30

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 57


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 58

Om in 1898 het stelsel te kunnen hervormen vroeg de Hofcommissie in oktober van dat jaar advies aan de burgemeester van Rotterdam, F.B. ‘s Jacobs en B. Reiger, burgemeester van Utrecht. Het bleek dat beide burgemeesters het aantal vergunningen aanzienlijk wilden beperken door het predikaat uitsluitend te verlenen aan ondernemingen die zich verdienstelijk hadden gemaakt voor Nederlandse handel en nijverheid. Daarnaast vonden zij dat er minder beoordeeld moest worden op het uiterlijke voorkomen van de onderneming maar er meer gelet moest worden op het aantal jaren dat het bedrijf bestond. Er werd geopperd deze leeftijd te verhogen naar minimaal 20 jaar. Ook stelden zij voor de aanvragen niet meer rechtstreeks aan Hare Majesteit de Koningin te laten zenden maar aan de burgemeesters of de commissarissen der Koningin. Dit voorstel werd evenwel afgewezen omdat het de vrije keuze van de vorstin zou kunnen beperken en de indruk gewekt zou kunnen worden dat zij de beslissing aan anderen zou overlaten. Een ander punt van discussie was de vraag of burgemeesters wel de geschikte personen waren om voorlopige adviezen uit te brengen omdat er een groot verschil bestond ‘in hun opvattingen. De ene zal zeer streng in hun oordeel zijn, anderen milder. Vooral omdat het onmogelijk is hiervoor vaste regels en voorschriften op te stellen, die voldoende waarborgen in deze konden geven. Maar wat misschijn voor de honderden Burgemeesters onmogelijk schijnt, zou wellicht wel te bereiken zijn voor de elf Commissarissen der Koningin in de Provinciën. Ook al zou een dergelijk opdracht bezwarend en tijdrovend voor de Heren Commissarissen zijn, zou men hen hiermee kunnen verlichten door het aantal aanvragen sterk te beperken. Zo zou men ook ieder jaar aan Hare Majesteit de Koningin kunnen vragen hoeveel vergunningen zij wenst te verlenen per Provincie. Echter dit stuitte op nog wat problemen indien het toebedeelde getal geschikte ondernemingen niet in de provincie aanwezig waren. Beter zou het zijn de voordrachten aan de Commissarissen over te laten, alsmede hun ook de vrijheid te geven tot voordrachten tot het voeren van het Koninklijk wapen te mogen doen in bijzondere gevallen indien men daar ook prijs op stelt. Door het beperken van het aantal toezeggingen zal ook de waarde er van weder verhoogd kunnen worden alsmede de prestige van de ondernemingen met een Koninklijk Wapen kunnen herstellen. Alsmede zou misbruik hiervan ook eerder ontdekt als bestreden kunnen worden.’ Alle partijen vonden het wenselijk dat alle aanvragen eens per jaar gezamenlijk behandeld zouden worden rond 1 juli en dat 31 augustus, de verjaardag van de koningin, het meest geschikt was voor de uitreiking van de onderscheiding. De burgemeester van Utrecht kwam nog met een aanvullend voorstel. Gezien de veronderstelde welstand suggereerde hij om degenen die het recht hadden tot het voeren van het koninklijk wapen een ‘Armenbelasting’ op te leggen. Zijn collega van Rotterdam wees dit van de hand omdat deze maatregel de indruk zou kunnen wekken dat men het recht zou kunnen kopen. Daar de vragenlijst voortaan aan de commissarissen van de Koningin ter beantwoording zouden worden voorgelegd, werd deze op aanraden van de burgemeester gewijzigd en uitgebreid met de volgende vragen.

58 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

48. F.B. s’Jacob, burgemeester van Rotterdam van 1893-1906. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 59

1 In welk opzicht munt de zaak uit boven andere van dezelfde soort? 2 Hoe staat de adressant bekend ook met het oog op de behandeling zijner werklieden? 3 Verdere bijzonderheden die op de te nemen beslissing van invloed kunnen zijn. 4 Wordt het verzoek door den Burgemeester voor inwilliging al- dan niet aanbevolen. 5 Oordeel van den Commissaris der Koningin.31 Aan de hand van deze en andere adviezen werd op 28 februari 1899 aan de commissarissen van de Koningin de volgende brief gestuurd.

'In gevolge de bevelen van Hare Majesteit de Koningin heeft de Hofcommissie de eer het volgende onder de aandacht van U Hoogwelgeboren te brengen. Tot nu toe heeft steeds de regel gegolden, dat alle aanvragen die in den loop van het jaar bij Hare Majesteit de Koningin Regentes waren ingekomen om Hoogstdezelve Wapen als Hofleverancier te mogen voeren, in de maand Juni door de Hofcommissie aan de verschillende Burgemeesters der gemeenten alwaar de aanvragers woonden, werden toegezonden, met opgaven ener reeks vragen omtrent de betrokken firma's waarop antwoord verzocht werd, en een verzoek om advies omtrent het al of niet toestaan der aanvragen. Al deze antwoorden werden met een gemotiveerd advies der Hofcommissie aan Hare Majesteit de Koningin Regentes ingezonden die daarop Hoogstdezelven beslissing nam, welke op 2 augustus aan de aanvrager werd medegedeeld. De ondervinding heeft geleerd dat deze werkwijze van behandeling een groot nadeel oplevert, gelegen in de uiteenlopende opvattingen der verschillende Burgemeesters, waardoor het onmogelijk werd een vasten maatstaf voor de verlening te verkrijgen. Enige Burgemeesters toch waren zeer streng in hun oordeel, anderen maakten daarentegen den indruk alsof zij niet gaarne de gevraagde gunst hunner gemeentenaren wensten te onthouden, enigen gaven zich blijkbaar veel moeite bij de beantwoording der gestelde vragen, anderen schenen de zaak van minder gewicht te achten. Dit nadeel was bezwaarlijk op te heffen, daar het niet was gelegen in den aard der gestelde vragen, maar veeleer in het karakter en de opvatting der verschillende Burgemeesters. Deze overweging heeft Hare Majesteit de Koningin aanleiding gegeven ene nieuwe wijze van handeling dezer aanvragen in te voeren, namelijk om niet langer zoals vroeger de adviezen aan de Burgemeesters maar aan de Heren Commissarissen der Koningin in de Provinciën te vragen, met verzoek hun advies door bemiddeling der Hofcommissie aan Hoogstdezelve mede te delen. Ingevolge derhalve de eer aan U Hoogwelgeboren en de overige Heren Commissarissen der Koningin het verzoek te richten U voortaan wel met het daarop betrekkelijk onderzoek te willen belasten. Dientengevolge is het Hare Majesteits voornemen ieder jaar omstreeks 1 juni de aanvragen die sinds 1 juni van het vorig jaar bij Hoogstdezelve uit Uwe provincie zullen zijn ingekomen, door de Hofcommissie aan U Hoogwelgeboren te doen zenden, met beleefd verzoek door bemiddeling der Hofcommissie een gemotiveerd rapport aan Hare Majesteit te willen inzenden, waarin de aanvragen die U voor inwilliging vatbaar toeschijnen in de volgorde zullen voorkomen, waarin zij door U hiervoor in aanmerking worden gebracht. Ten einde als leidraad te kunnen dienen voor de vereisten waaraan de aanvragen moeten voldoen wordt U Hoogwelgeboren een lijst van vragen ter kennismaking aangeboden. Het behoeft geen betoog dat het wenselijk zal zijn dat het oordeel der Heren Burgemeesters door U Hoogwelgeboren worden ingeroepen. Maar de Hofcommissie vleit zich dat Uw bekendheid met het karakter der firma's die zullen aanvragen het Koninklijk wapen te voeren, U beter in staat zal stellen dan tot nu toe deze Hofcommissie mogelijk was, een degelijke voordracht aan Hare Majesteit te doen...'

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 59


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 60

Wilhelmina volgde dus het advies van de burgemeesters van Utrecht en Rotterdam. Daar de oordelen van de honderden burgemeesters zo verschilden, was het onmogelijk hen op een lijn te krijgen. Voortaan moesten de aanvragen worden ingediend bij de elf commissarissen van de Koningin die niet alleen eerder geneigd zouden zijn één lijn te trekken maar ook beter waren toegerust voor deze taak. De commissarissen op hun beurt zouden dan weer advies inwinnen bij de burgemeesters. Tegelijkertijd werd de vragenlijst om inlichtingen en advies betreffende het verzoek om het Wapen van Hare Majesteit de Koningin te mogen voeren aangepast en uitgebreid. Ten slotte zouden de predikaten worden uitgereikt door de commissaris der Koningin. Indien dit op enig moment onmogelijk was, werd het predikaat door het Kabinet van de commissaris der Koningin doorgezonden aan de burgemeester van de woonplaats van de nieuwe hofleverancier.32 Het was koningin Wilhelmina ernst met de hervorming van het prerogatief. Zij besloot dat

'Hare Majesteit deze gunst slechts bij zeer grote uitzondering wenst te verlenen, en in het algemeen, ook het toestaan tot het voeren van Haar wapen, veel minder vrijgevig dan tot nu toe wenst te zijn. Zij verlangt namelijk dat niet alleen gelet zal worden op de belangrijkheid en uitgebreidheid der zaak, maar ook zal overwogen worden of de aanvrager als mens en als burger de gunst waardig is, zich humaan voor zijne ondergeschikten betoont, voor hunner toekomst zorgt en zich verdienstelijk maakt voor onze nationale handel en nijverheid'. 33

De door haar moeder ingevoerde morele en sociale paragraaf bleef gehandhaafd. Het begrip ‘als beloning voor bewezen diensten - leverantie ten Hove - ‘ werd niet meer specifiek genoemd maar bleef wel bestaan. Er werd een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de onderscheiding Koninklijk en Hofleverancier. Koninklijk zou alleen en in uitzonderlijke gevallen worden uitgereikt aan grote bedrijven. Alle onderscheidingen zouden voortaan alleen worden verleend door de koningin zelf of op voordracht van de Commissaris der Koningin. De verzoeken aan haar man prins Hendrik verliepen sinds 1901 via zijn particulier secretaris. Daar de belangstelling voor de titel Koninklijk en Hofleverancier steeds groter werd, achtte de Hofcommissie het wenselijk wederom enige wijzigingen aan te brengen in de vragenlijst. Zij polsten daarom in 1905 eerst de commissarissen der Koningin alvorens de koningin te informeren. De heren achtten het wenselijk dat voortaan ook de Inspecteurs van de Arbeid gevraagd zou worden of de sollicitant voor de onderscheiding in aanmerking kwam. Daarnaast wilde men de vraag aan de Burgemeester waar de sollicitant gevestigd was veranderd zien in ‘voor inwilliging aanbevolen? ‘, waarop deze met ja of nee kon worden beantwoord.34 Dat er wel eens wat mis kon gaan met een aanvraag of toekenning, blijkt uit het volgende. In 1905 vroeg Huibrecht van ’t Westeinde uit ’s Heerenhoek de titel Hofleverancier aan. Hij had sinds 1886 een stoom-, brood- en beschuitenbakkerij en was gespecialiseerd in suikerwerken en chocolade. Met deze specialiteiten had hij zilveren medailles gewonnen op tentoonstellingen in Gent, Dordrecht en Amsterdam in de jaren 1896-1897 zodat hij een verzoek richtte om het wapen van Hare Majesteit de Ko-

60 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 61

ningin te mogen voeren. De toenmalige Hofcommissie vroeg daarop de commissaris van de Koningin in de provincie Zeeland, mr. A.J. Roest, om inlichtingen. Roest wendde zich op zijn beurt ondermeer tot de burgemeester van ’s Heerenhoek. De burgervader benadrukte dat het wel heel bijzonder was dat een bakker op een dorpje met ongeveer 1100 zielen de ijver kon opbrengen om op tentoonstellingen te wedijveren met de groten in zijn branche en daarbij kennelijk ook nog succes boekte. Hij schreef dat Van ’t Westeinde zich als mens en burger zeer verdienstelijk opstelde en het verdiende om beloond te worden met een predikaat. De Inspecteur van den Arbeid oordeelde evenwel anders. Hij stelde dat de werkplaats van de bakker door zijn geringe hoogte en spaarzame verlichting ver achter bleef bij andere bakkerijen en zag niet in waarom juist Van ’t Westeinde een onderscheiding zou moeten krijgen. Zijn advies was voor de commissaris van de Koningin reden om negatief te adviseren aan de secretaris van de Hofcommissie, jhr. W.J.P. van den Bosch zodat koningin Wilhelmina uiteindelijk afwijzend beschikte. Groot was dan ook de verbazing toen begin september 1905 in de dagbladen de lijst met hofleveranciers werd gepubliceerd. Tot de gelukkigen die Hare Majesteits wapen mochten voeren, behoorde ook H. van ’t Westeinde Beschuitfabriek te ’s Heerenhoek. Deze melding zorgde voor enige paniek bij de secretaris van de Hofcommissie terwijl bij de heer H. van ’t Westeinde, bij wijze van spreken, de slingers al uit de kast werden gehaald. Kortom, men had een probleem. De secretaris van Hofcommissie gaf toe dat er een fout was gemaakt met het opstellen van de lijsten. Hij zat duidelijk met deze kwestie in zijn maag en stuurde persoonlijk een brief aan de commissaris van de Koningin in Zeeland om hem hiervan op de hoogte te stellen en te vragen hoe men uit deze penibele situatie kon komen. De commissaris van de Koningin schoof de zaak op zijn beurt door naar de burgemeester van ’s Heerenhoek. Deze kreeg de taak om Van ’t Westeinde te vertellen dat hij helaas niet tot hofleverancier was benoemd maar als hij zijn zaak zou verbeteren hiervoor alsnog in aanmerking zou komen. Het jaar erop ontving H. van ’t Westeinde op 31 augustus 1906 alsnog het predikaat van koningin Wilhelmina.35

49. Briefhoofd van het verzoek om de titel hofleverancier door de heer H. van ’t Westeinde te ’s Heerenhoek,1905. Zeeuws Archief, Middelburg.

Ondanks de doorgevoerde veranderingen verliep de procedure via de commissarissen der Koningin toch niet geheel vlekkeloos zoals blijkt uit een brief die de Hofcommissie hen stuurde op 13 december 1906. 'Ingevolge de bevelen van Hare Majesteit de Koningin heeft de Hofcommissie de eer U Hoogwelgeboren te berichten dat naar aanleiding van gebleken misbruiken welke hebben plaats gevonden bij het doen van aanvragen om vergunning te verkrijgen tot het voeren van het Koninklijk wapen met den titel van Hofleverancier door Hare Majesteit werd bepaald dat dergelijke aanvragen niet meer zullen worden in behandeling genomen. Hare Majesteit de Koningin behoudt zich voor om bovengemelde onderscheiding uitsluitend aan die personen of firma's te verlenen welke het hoogst dezelve zal kunnen behagen daarmee, zonder voorafgaande aanvrage hunnerzijds, te willen begiftigen, terwijl Hare Majesteit tevens U Hooggeboren doet uitnodigen om zo daartoe bepaalde aanleiding mocht bestaan, voordrachten aan Hoogstdezelve in te dienen tot het verlenen van bedoelde onderscheidingen, aan personen of ondernemingen welke volgens de mening van U Hoogwelgeboren daartoe in het bijzonder zouden

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 61


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 62

kunnen worden in aanmerking gebracht, aangezien zij in hun bedrijf uitmunten boven anderen, doch met uitdrukkelijke bepaling dat nimmer een persoon of firma zal kunnen worden voorgedragen, welke om die gunst hetzij rechtstreeks hetzij zijdelings zouden hebben gevraagd.' 36 Ondanks alle genomen maatregelen om het aantal verleningen te beperken en wederrechtelijke misbruik tegen te gaan was voor koningin Wilhelmina eind 1906 de maat vol, hoewel zij op 31 augustus van dat jaar nog 51 ondernemingen had onderscheiden waaronder drie buitenlandse firma’s en wel de firma Ohlenschagen en Rieman, juweliers in Frankfort am Main, Heinrich Rose, juwelier te Schwerin en de fotografen Soublette et fils op Curaçao. Een groot deel van de 51 ondernemingen zal naar alle waarschijnlijkheid opnieuw bevestigd zijn. Bij herhaling was gebleken dat de onderscheiding Koninklijk of Hofleverancier die ooit aan een onderneming verleend, was komen te vervallen bijvoorbeeld door overlijden van de begunstigde of door opheffing van de firma zonder dat dit gemeld was aan het hof. Ook kwam het voor dat een opvolger, vaak te goeder trouw, het brevet bleef voeren of op een nieuwe onderneming overbracht zonder dat hiertoe een verzoek was gedaan en een vergunning was verleend. Deze gevallen werden als ‘wederrechtelijk gevoerde onderscheiden’ gezien omdat ze waren verleend aan een bepaald persoon of rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam en waren vervallen bij overlijden of beëindiging van de onderneming. Daarnaast kwam het voor dat een ‘Hofleverancier’ die was gepromoveerd tot ‘Koninklijk’, beide titels bleef voeren, hoewel de eerst verleende titel veelal was komen te vervallen. Hierdoor waren de registers niet meer up-to-date.37 50. Koningin Wilhelmina 1898-1948, fotograaf: Franz Ziegler.

Koningin Wilhelmina verlangde een onderzoek om uit te maken wie recht had op de titel. Op verzoek van de koningin maakte de Hofcommissie een tweetal lijsten op. Eén lijst met de namen van de begunstigden sinds het tijdstip waarop Wilhelmina de regering had aanvaard en één met de namen van hen die waren begunstigden door haar voorgangers. De lijsten werden naar de commissarissen der Koningin gestuurd met het verzoek te controleren wie daadwerkelijk was onderscheiden. Wie niet gerechtigd was, zou vervolgens juridisch kunnen worden aangepakt. Dit laatste bleek echter niet zo eenvoudig omdat men dan moest bewijzen dat de aangeklaagde wist dat hij niet gerechtigd was tot het voeren van het wapen. Om misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan werd opnieuw benadrukt dat de vergunningen strikt persoonlijk waren. De gebrevetteerde moest een verklaring ondertekenen waarin hij verklaarde dat ‘ondertekenaar’ zowel het persoonlijke karakter als de opzegbaarheid van de onderscheiding bekend is, alsook de verplichting tot teruggave van het diploma bij opheffing van de zaak of vennootschap, bij naamsverandering en bij verandering van vennoten als het een vennootschap onder firma betrof. Mocht blijken dat er toch sprake van misbruik was, zou er kunnen worden overgegaan tot strafvervolging. Voor de uitvoering hiervan hoopte de Hofcommissie op medewerking van de politie.38 Tevens werd in 1907 bij Koninklijk Besluit van 10 juni 1907 een nieuw koninklijk wapen vastgesteld. Vanaf 1908 werden er weer mondjesmaat predikaten uitgereikt, uiteraard met inachtneming van de verbeterde regels en richtlijnen. Men

62 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 63

hoopte hiermee de zaak onder controle te hebben maar dat bleek al snel een illusie. Debet was het grote aantal verleningen dat in de loop der jaren opnieuw werd uitgegeven ondanks de betrachte matiging. In principe werd het predikaat Koninklijk nooit in eerste instantie verleend. Een brevet Hofleverancier werd wat makkelijker uitgereikt ook door de koningin zelf zoals blijkt uit een verlening van het wapen aan de paardenhandelaar A.A. Heuff te Kerk Avezaath in 1911. 39 Een verzoek kon bijvoorbeeld ook uitgaan van de hofmaarschalk, stalmeester of intendant voor de dienst van H.M. Het was echter de koningin die besliste wie werd onderscheiden. Het aantal aanvragen bleef onveranderd hoog. Vele ondernemers verzochten om een titel om hiermee reclame te kunnen maken. Rond 1930 waren er weer zoveel hofleveranciers en koninklijke fabrieken dat deze kwestie in 1934 opnieuw aan de orde kwam. De Commissie tot het verlenen van de predikaten Koninklijk en Hofleverancier, opvolger van de in 1919 opgeheven Hofcommissie, trachtte hier verandering in te brengen. De commissie bestond uit drie leden van de Koninklijke Hofhouding en de Particulier Secretaris van Hare Majesteit de Koningin die tevens met secretariaat van de commissie was belast. Opnieuw probeerde de commissie de stroom aanvragen in te dammen en misbruik de kop in te drukken. Op 21 september 1939 richtte zij een schrijven aan de commissarissen der Koningin. ‘Waar het aantal zaken, door wie thans een der bovengenoemde Koninklijke Onderscheidingen worden gevoerd, thans zeer aanzienlijk is, en het aantal binnenkomende verzoeken om toekenning daarvan - waaronder zaken met zeer uitgebreide zakenrelaties - jaarlijks groter wordt, werd mede in verband met de huidige tijdsomstandigheden, intertijd door Hare Majesteit de Koningin bepaald, dat het teneinde te voorkomen dat de grote betekenis verbonden aan het bezit daarvan niet aan waarde verliest, naar een beperking van het recht behoort te worden gestreefd, behalve in den vervolg alleen de verzoeken in behandeling mogen te worden gestreefd, die om zeer bijzondere redenen of bij hoge jubilea, daarvoor in aanmerking komen.’ 40 Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden er geen predikaten uitgereikt. Na de bevrijding werd de Commissie tot het verlenen van de predikaten Koninklijk en Hofleverancier niet in functie hersteld maar werd de Grootofficier in Speciale Dienst hiermee belast. Bij de troonsaanvaarding door koningin Juliana, september 1948, bleef de Grootofficier in Speciale Dienst belast met de afhandeling van de aanvragen. Dit zou zo blijven tot juni 1963 waarna de behandeling werd opgedragen aan de particulier secretaris van H.M. de Koningin.41

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 63


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 64

Koningin Juliana: Wederom discussie Inmiddels was de zuivering in 1948 nagenoeg afgehandeld en konden de lopende aanvragen, die tot een aanzienlijk aantal waren opgelopen, in behandeling worden genomen. Eventuele nieuwe aanvragen zouden dan ook moeten wachten tenzij er dringende redenen waren om het niet te doen. In 1948 vroeg de commissaris van de Koningin in Noord-Brabant, dr. Jan E. de Quay, aan mr. J.C. Baron Baud, particulier secretaris van H.M. de Koningin inlichtingen over eventuele aanvragen voor het predikaat Koninklijk en Hofleverancier en het recht tot het voeren van het Koninklijk Wapen. Hij wilde weten hoe de predikaten waren ingesteld, of er algemene richtlijnen golden, of er een hiërarchische volgorde in de onderscheidingen bestond, of er aan de predikaten bepaalde faciliteiten waren verbonden en of de predikaten eventueel konden samenvallen.42 Baud antwoordde dat de richtlijnen die onder koningin Wilhelmina hadden gegolden, gehandhaafd bleven. 1 Het predikaat Hofleverancier gaat altijd samen met het recht tot het voeren van het Koninklijk wapen. 2 Het predikaat Koninklijk is een hogere onderscheiding dan de eerder genoemde. 3 Aan deze predikaten zijn geen faciliteiten verbonden. Met nadruk wordt er steeds op gewezen dat het predikaat Hofleverancier geen recht geeft tot levering aan het Hof. 4 Het predikaat Koninklijk kan niet samenvallen met dat van Hofleverancier. 5 Hoe deze predikaten zijn ingesteld is niet bekend. 6 Het predikaat Koninklijk wordt verleend aan een Vereniging of Firma die gedurende geruime tijd bestaat, een respectabele staat van dienst heeft en van landelijk of regionaal belang is. 7 Het predikaat Hofleverancier wordt verleend aan een onderneming die gekend wordt als een van de eerste in zijn branche in een dorp of gemeente.43 Ondanks de voorgenomen matiging in verleningen nam het aantal gerechtigden in alle categorieën gestaag toe. Door de toename in de aanvragen en het grote aantal toekenningen dreigde het predikaat steeds minder waard te worden. Inflatie van deze onderscheiding voor uitzonderlijk verdienstelijke bedrijven moest worden voorkomen. Dat vonden ook de commissarissen van de Koningin. Zij belegden daarom op 12 mei 1954 in Utrecht een vergadering om het probleem te bespreken en met een voorstel te komen over de richtlijnen, het aantal verleningen en de wijze van aanvraag van een predikaat. Dit zou vervolgens aan de koningin worden voorgelegd.44 Zij stelden de volgende nieuwe richtlijnen voor. • Een Vereniging krijgt niet langer een predikaat Koninklijk bij een 50 jarig jubileum maar moet minstens 75 jaar bestaan • Commerciële ondernemingen krijgen het predikaat Koninklijk als regel slechts bij een 100-jarig bestaan en dan alleen in bijzondere

64 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

51. Koningin Juliana 1948-1980, fotograaf Marius C. Meijboom. Prentbriefkaart. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 65

gevallen. Er worden geen predikaten verleend aan bedrijven of instellingen in de dienstverlenende sectoren zoals banken en verzekeringsmaatschappijen • De uitreiking van predikaat/diploma zal als regel geschieden door de Commissaris der Koningin in de Provincie • Het predikaat Hofleveranciers, een lagere onderscheiding dan het predikaat Koninklijk, wordt verleend als een firma minstens een 75 jaar bestaat • In alle gevallen moet men voldoen aan eisen van aard, omvang en soliditeit Tevens vond men dat er gestreefd moest worden naar een beperking van het aantal. Er werd nog met de gedachte gespeeld om per provincie een jaarlijks contingent vast te stellen maar dat werd van tafel geveegd omdat het niet reëel was daar er in Noord- en Zuid-Holland een groot aantal landelijke instellingen was gevestigd. Ook het feit dat deze provincies naar verhouding het grootste aantal grote bedrijven telde, was hiervoor een hinderpaal. Bovendien was al tijdens de regering van koningin Wilhelmina de onuitvoerbaarheid van deze maatregel gebleken.45 Volgens een schatting van mr. J.C. baron Baud waren er in 1955 ongeveer 400 à 450 firma’s gerechtigd tot het voeren van het koninklijke wapen, waaronder enkele buitenlandse. Sinds het einde van de oorlog waren er ongeveer 50 predikaten verleend. De meeste ondernemingen waren dus door koningin Wilhelmina onderscheiden. De volgende jaren veranderde er nauwelijks iets in de praktijk van de verleningen.46 Bij de bespreking van de Commissie ter Advisering van de regering van het Koninkrijk over het decoratiestelsel met ministers en staatssecretarissen begin jaren zestig kwamen de begrippen Koninklijk en Hofleverancier opnieuw ter sprake vanwege de devaluatie van dit begrip. De commissie stelde dat matiging moest worden nagestreefd en dat er duidelijker en strakkere richtlijnen moesten komen. Tevens stelde de commissie dat het begrip Koninklijk, voor ondernemingen en verenigingen, en het voeren van het Koninklijk Wapen met de titel van Hofleverancier, het prerogatief waren van H.M. de Koningin. Dit in tegenstelling tot instellingen van Staat die ook met Koninklijk werden aangeduid zoals de verschillende legeronderdelen. Deze vielen altijd onder de ministeriële verantwoordelijkheid. Kortom, iedereen was van mening dat de gedrags- en richtlijnen opnieuw aangescherpt dienden te worden. Op 29 maart 1965 maakte mr. J. van der Hoeven, de nieuwe secretaris van H.M. de Koningin de nieuwe voorwaarden ter verkrijging van een predikaat bekend. 'Het bedrijf of onderneming zal ten minste honderd jaar moeten hebben bestaan. Het predikaat zal bovendien als regel alleen bij een bijzondere gebeurtenis of bij een bijzonder jubileum in een bedrijf of de onderneming worden verleend. Het bedrijf of de onderneming moet binnen de provincie of in ieder geval de streek van zijn vestiging in zijn branche een volstrekt vooraanstaande of althans uitzonderlijke positie innemen. Het bedrijf of de onderneming moet wat betreft aard, omvang en soliditeit aanzien hebben. De bedrijfsvoering dient, ook in sociaal op zich, onberispelijk te zijn. Zowel het bedrijf of de onderneming als de eigenaars, firmanten, vennoten of directie-

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 65


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 66

leden moeten te goeder naam en faam bekend staan en van onbesproken gedrag zijn. Deze voorwaarden zullen als regel gelden, waar het verlenen van de predikaten een prerogatief van Hare Majesteit is; er kan Harerzijds uiteraard steeds, wanneer daartoe in een bepaald geval naar Haar mening aanleiding bestaat, van deze voorwaarden worden afgeweken of kunnen andere voorwaarden worden gesteld.' 47 Het verzoek moest in het vervolg worden ingediend bij de burgemeester of bij de commissaris der Koningin waar de rekwestrant was gevestigd die op zijn beurt het verzoek indiende bij de particulier secretaris van H.M. de Koningin die voortaan met het beheer van het predikaat was belast. Het indienen van het verzoek kon zowel door een bedrijf zelf maar ook door een buitenstaander ten gunste van het bedrijf worden gedaan. Vervolgens werd er door het Kabinet van de commissaris van de Koningin informatie ingewonnen bij diverse instanties waarna het verzoek, voorzien van een advies, naar het hof werd gezonden waar de uiteindelijke beslissing werd genomen. Titels als Hoffotograaf of Hofjuwelier werden niet verleend omdat dit geen erkende titels waren.48

Koningin Beatrix: Strengere voorwaarden Het was bekend dat koningin Beatrix het koningsschap wilde moderniseren. Na haar troonsaanvaarding in 1980 heeft zij ernstig overwogen het predikaat Hofleverancier af te schaffen. Na ampele overwegingen en advies van een hiertoe ingestelde commissie besloot zij het predikaat te handhaven, nieuwe richt- en gedragslijnen uit te vaardigen en een nieuw wapenschild in te voeren. Om verwarringen met eerder verleende Predikaten te voorkomen, kwamen deze allemaal te vervallen. De nieuwe richt- en gedragslijnen, gepubliceerd in de Staatscourant van 2 april 1987, werden op 1 mei van dat jaar van kracht. De belangrijkste wijzigingen waren:

• Het recht wordt niet meer toegekend aan een persoon, doch aan een onderneming en wordt toegekend voor een periode van ten hoogste 25 jaar. Na die periode moet de gerechtigde onderneming bestendiging aanvragen. • Om voor toekenning van het recht in aanmerking te komen, dient de onderneming minimaal 100 jaar te bestaan, bij voorkeur onder dezelfde naam. In haar bedrijfstak dient de onderneming tenminste in de regio rond de plaats van vestiging een eerste of duidelijk vooraanstaande plaats in te nemen. • Een onderneming waaraan dit recht is toegekend, moet de Nederlandse nationaliteit hebben en dient zich te houden aan enkele uitvoerings-bepalingen, waaronder een meldingsplicht van wijzigingen in de feitelijke of juridische structuur van de onderneming. Onder bepaalde omstandigheden moet in zo'n geval bestendiging van het recht worden aangevraagd. • De benaming van het recht luidt nu: het recht tot het voeren van het Koninklijk Wapen met de toevoeging ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’. Varianten hierop of andere aanduidingen mogen niet worden gebruikt. • De toekenning van het recht blijft voorbehouden aan de Regerend Vorst of Vorstin. Andere Leden van het Koninklijk Huis zullen dit recht niet meer verlenen.

66 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 67

Het betreft hier algemene richt- en gedragslijnen. De eis van minimaal 100-jarig bestaan, moet worden gelezen als 100, 125, 150 etc. De viering van bijvoorbeeld het 105 of 120 jarig bestaan vormt geen aanleiding om gebrevetteerd te worden.

52. Met trost tonen de familieleden Tol met zijn allen het wapenbord dat Slagerij B. Tol te Hilligersberg sedert 12 mei 2012 mag voeren. Slagerij B. Tol, Hilligersberg.

Hoewel er enige overeenkomsten zijn met de richt- en gedragslijnen uit de tijd van koningin Juliana heeft koningin Beatrix gestreefd naar richtlijnen die slechts voor één uitleg vatbaar zijn. De onderscheiding ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ zal voortaan uitsluitend door de regerende vorst worden verleend en niet meer door andere leden van het vorstenhuis. In de regelgeving ontbreekt de omschrijving ‘dat de onderscheiding geen recht geeft op leveranties ten Hove’. Indien dit wel gebeurt, is dat louter toeval want Hare Majesteit de Koningin behoudt in alle gevallen het recht hiervan af te wijken indien dit haar behaagt. De aanvraag gaat het heden ten dage net als vroeger. Men moet een degelijk onderbouwd verzoek schriftelijk indienen bij de burgemeester in de stad waar de onderneming is gevestigd. Deze zendt op zijn beurt het rekest door naar de commissaris van de Koningin in de provincie waaronder de gemeente valt. Indien men rechtstreeks een verzoek zendt aan de particulier secretaris van de Koningin, zal deze op zijn beurt dit weer doorzenden naar de commissaris van de Koningin om advies. Om een gedegen advies te kunnen geven over de aanvrager en diens onderneming kan de commissaris der Koningin op haar/zijn beurt inlichtingen inwinnen bij allerlei personen en instanties zoals de burgemeester, de politie, de Kamer van Koophandel, de Arbeidsinspectie, het ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Financiën of het ministerie waaronder zijn branche valt alsook andere instanties en organisaties. Kortom de onderneming van rekwestrant wordt uiterst voorzichtig doorgelicht hetgeen nogal wat tijd in beslag neemt. Heeft alles tot een positief resultaat geleid en het Hare Majesteit behaagd het recht toe te kennen, dan zal de Particulier Secretaris de commissaris van de Koningin hiervan op de hoogte stellen. Deze neemt op zijn beurt weer contact op met de burgemeester van de plaats waar de verzoeker is gevestigd, waarna de uitreiking geschiedt door de commissaris der Koningin of op diens verzoek door de burgemeester. Bij een negatief advies wordt de verzoeker hiervan op de hoogte gesteld. Inzage in de gevraagde en ontvangen adviezen wordt niet gegeven. In feite is de commissaris van de Koningin met zijn afdeling Kabinet de spil waar alles om draait. In de 33 jaar van haar regeertermijn heeft zij gemiddeld 17 onderneming per jaar begunstigd met het recht : “Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier”. Dit in verhouding tot haar voorgangsters kan men spreken van zeer matig en overwogen. Ook al hebben deze richtlijnen c.q. gedragsregels niet kunnen voorkomen dat er hier en daar toch nog misbruik van wordt gemaakt, door bij veranderingen geen her-bestendiging aan te vragen. Maar ondanks dat heeft de betekenis van deze 200 jaar oude onderscheiding niets aan betekenis ingeboet in deze moderne tijd. Ook al vinden critici dat een dergelijk onderscheiding niet meer van deze tijd is, mede gezien hun kijk op de monarchie, zijn het toch de vele ondernemingen die een verzoek hiertoe hebben indienen,

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 67


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 68

waaruit mag blijken dat deze Koninklijke waardering nog zeer op prijs wordt gesteld en waar men hoge waarden aan hecht. Dit niet enkel vanwege de band met het Koningshuis, doch ook voor de generatie ervoor, door wiens inspanning en doorzettingsvermogen, ook in moeilijke tijden, het er steeds voor hebben gehad, dat de onderneming van generatie op generatie is overgegaan.

Koning Willem Alexander Dat deze nieuwe richtlijnen – gedragsregels zijn effectiviteit hebben bewezen, in het aantal aanvragen en verleningen alsmede misbruiken hiervan, mag duidelijk wezen. Dit zal naar we mogen aannemen de reden zijn dat Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander de weg tot het toekennen van deze onderscheiding zal blijven volgen zoals die door zijn moeder is aangegeven, zodat alles zoals het er nu uit ziet bij het oude zal blijven. Het is echter Zijne Majesteit de Koning die uiteindelijk beslist. Het is zijn "Koninklijk prerogatief".

53 Dat men het steeds een grote eer vindt om zowel de titel als het wapenbord “Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier” te mogen voeren, blijkt wel uit het enthousiasme waarmee de onderscheiden ondernemingen dit in de afgelopen jaren hebben gevierd.

68 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 69

Referenties 1

KHA E1a: Hofcommissie ’s Gravenhage 1814-1840.

2

Hof-almanak voor het schrikkeljaar 1816. (Den Haag: Gosse en Comp.).

3

KHA E1d: Hofcommissie Brussel 1815-1829. De Hofcommissie in Brussel bestond in de periode 1815-1829 uit de volgende leden: Hertog van Beaufort, Opper Hofmaarschalk 1816-1817 Prins de Gavre, Opper Hofmaarschalk 1818-1829 Graaf van Mercy Argenteau, Groot Kamerheer 1816-1829 Graaf T.C. van Heerdt tot Eversberg, Opper Stalmeester en kamerheer 18161829 Graaf van Liedekerke Beaufort, Hofmaarschalk 1816-1829 W.F. Graaf van Reede, Opper Intendant van de Koninklijke Paleizen 18261829 J.B. Bosquet, Secretaris van de Hofcommissie 1816-1829 E. Bosquet, Commies bij de Hofcommissie 1816-1829.

27

KHA E1b-IIb-92: Uitgaande stukken 1898.Nr. 137: Den Haag 29 oktober 1898: De Hofcommissie deelt Sanders te Leiden mee dat er afwijzend op zijn verzoek is beschikt.

28 Regionaal Archief Leiden: Toegang 1315: Archief van de Koninklijke Zeepfabriek Sanders B.V., 1899-1973. 29 30

KHA A52-XXC-57: Archief koningin Juliana. Correspondentie over statutenwijziging Sanders en het predikaat Koninklijk. Brief notaris W.S. Jongsma uit Leiden van 9 september 1948.

31

KHA E1b-IV-b-16: Hofcommissie: Generale lijsten, brieven, notitiën en minuten der consideratiën en adviezen omtrent aanvragen tot het voeren van het wapen van de koningin-regentes 1892-1898.

32

KHA E1b-IIb-93: Hofcommissie: Ingekomen stukken 1899.

33

Zeeuws Archief: Provinciaal Bestuur Zeeland 1851-1910 inv.nr. 3903/40.

4

KHA E1d-II-9: Hofcommissie Brussel: Minuten van de Hofcommissie te Brussel: Uitgegane brieven, april 1818-december 31: no. 596 bis. 5

KHA E1a-I-18: Hofcommissie: Voordrachten en Rapporten van de Hofcommissie te ‘s-Gravenhage 1818: no 33, 1818

34

6

35

Koninklijke Beschikking 6 juli 1822 no. 123.

Idem, brief van mr. J.C. Baud aan W.S. Jongsma van 6 december 1948.

KHA E1b-I-6: Hofcommissie: Notulen van de vergadering van de Hofcommissie 1905. Zeeuws Archief: Provinciaal Bestuur Zeeland 1851-1910 inv.nr. 3910/115.

7

KHA E1a-I-46: Hofcommissie: Koninklijke Besluiten en Authorisatiën en Kabinetsdispositiën 1829.

36 Zeeuws Archief: Archief Provinciaal Bestuur Zeeland 1851-1910 Inv. Nr. 3911, Agenda 269 bis en 298.

8

37

9

38 KHA A47-X-341: Archief koningin Emma: Enige correspondentie van de Rechtskundig Adviseur van het Huis van H.M. de koningin, jhr. mr. W.M. de Brauw en de Particulier secretaris van H.M. de Koningin-Moeder inzake wederrechtelijk voeren van het Koninklijk Wapen en predikaat Koninklijke 1907-1948.

KHA E1a-I-40: Hofcommissie: Koninklijke Besluiten en Authorisatiën en Kabinetsdispositiën 1815-1816. Zie ook: J.F. Heijbroek ‘Van eenvoudige prentenkoopman tot gerenommeerd kunsthandelaar: Frans Buffa & Zonen in Amsterdam (ca. 1785-1951)’ in: De Boekenwereld Tijdschrift voor boek en prent 23 (2) december 2006: 50-66.

KHA E1a-I-43: Hofcommissie: Koninklijke Besluiten en Authorisatiën en Kabinetsdispositiën 1821-1822.

10 KHA E1a-I-26: Hofcommissie: Voordrachten en Rapporten van de Hofcommissie te ‘s-Gravenhage 1830-1832. 11 KHA E1a-I- 42: Hofcommissie: Koninklijke Besluiten en Authorisatiën en Kabinetsdispositiën 1819-1820.

KHA E20-45: Grootofficier in speciale Dienst van H.M. de Koningin: Brief van 17 maart 1953 waarin wordt vermeld dat ten tijde van koningin Wilhelmina beide onderscheidingen aan één onderneming werden verleend.

39 KHA E1b-IIb-129 en 130: Hofcommissie: Ingekomen en uitgegane stukken 1911. 40

12

KHA E1a-1-3: Hofcommissie: Notulen van de vergaderingen van de Hofcommissie te ‘s-Gravenhage 1824-1829.

41

13

42

KHA E1a-I-24: Hofcommissie: Voordrachten en Rapporten van de Hofcomissie te ‘s-Gravenhage 1825-1826.

14

KHA E1a-I-18: Hofcommissie: Voordrachten en besluiten 1818, no. 58; KHA E1a-I- 42: Hofcommissie: Koninklijke Besluiten en Authorisatiën en Kabinetsdispositiën 1819-1820.

15

KHA Reglement van orde voor de Hofcommissie ingesteld bij Koninklijk Besluit van 10 juli 1849 no. 65.

16

Gemeentearchief Amsterdam: Toegang 5168: Archief Kabinet van de burgemeester. 17

Idem.

18

KHA E1b-IIb-34: Hofcommissie: Ingekomen en uitgegane stukken, no. 74.

19

Zeeuws Archief: Provinciaal Bestuur Zeeland 1851-1910 inv.nr. 3913/258.

KHA E20-63: Archief Grootofficier in speciale Dienst van H.M. de Koningin: Algemene Correspondentie, Inlichten Adviezen etc. Idem, Brief van 5 augustus 1958.

43

Ibidem, Antwoord van de secretaris van de koningin van 21 augustus 1948 aan mr. J.C. baron Baud.

44

Ibidem, 63.

45

Ibidem.

46

Ibidem: Brief van Baud aan de redactie van Panorama in Haarlem 10 november 1955. 47

KHA A 52: Archief koningin Juliana: XXc-do.288: Predikaat 1965.

48

KHA E 20-62: Archief Grootofficier in Speciale Dienst van H.M. de Koningin.

KHA E1b-IIb-40: Hofcommissie: Ingekomen en uitgegane stukken, no. 9.

20

KHA E1b-I-3: Hofcommissie: Notulen van de vergadering van de Hofcommissie 1871-1880.

21

Idem.

22

KHA E1b-I-5: Hofcommissie: Notulen vergadering 15 juli 1891.

23

KHA E1b-IIb-78: Hofcommissie: Ingekomen en uitgegane stukken 1891.

24

KHA E1b-I-4: Hofcommissie Notulen Hofcommissie 1881-1890 no. 94.

25

KHA E1b-I- 5: Hofcommissie: Notulen 1891 -1900.

26

KHA E1b-IIb-91: Hofcommissie: Ingekomen stukken 1898.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 69


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 70

4 Het heeft de Majesteit beschikt A

ls een onderneming de weg van de toekenning met succes heeft doorlopen, wordt de verlening bekrachtigd met een document waarin staat dat het bedrijf ís gerechtigd tot het voeren van het Koninklijk Wapen met de toevoeging ‘bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’. Veelal wordt dit document, net als in het verleden, keurig ingelijst waarna het trots op een prominente plaats in de zaak of het kantoor van de directie wordt opgehangen De hofleverancier wordt dus onderscheiden met een PREDIKAAT en BREVET. Het Groot woordenboek der Nederlandse Taal 'Van Dale’ geeft de volgende omschrijvingen: - predikaat benaming, attribuut; loffelijk bij voeging: eretitel.1 - brevet akte, getuigschrift, diploma door het bevoegde gezag uitgegeven en houdende verlening van een rang met de daaraan verbonden rechten of vergunning tot het uitoefenen van enige functie. De instelling van het hofleverancierschap komt koning Lodewijk Napoleon toe. Hij voerde tevens een officieel brevet in. In het Nationaal Archief in Den Haag werden zowel een handgeschreven als een gedrukte versie van een brevet voor hofleverancier aangetroffen.2 Beide versies beginnen met de woorden ‘ Maison Du Roi, Service du grand Chambellan de la Couronne’ (Huis van de Koning, Dienst van de Opperkamerheer van de Kroon) en zijn getooid met het wapen van het Koninkrijk Holland. In het document wordt vervolgens vermeld welk bureau het brevet heeft uitgegeven, de datum, de naam van de ontvanger en zijn beroep, onderneming of uitvinding. Of er strikte regels voor het uiterlijk van het brevet golden, is niet bekend. Na zijn terugkomst in 1813 handhaafde de Prins van Oranje het instituut hofleverancier. Hij nam tevens de benaming brevet over. In eerste instantie werden de brevetten alleen verleend door de regerende vorst. Maar al vrij snel kon men ook door andere leden van de koninklijke familie tot hofleverancier worden benoemd met een bijbehorend brevet. De geschiedenis van de verlening van het brevet onder de Oranjes kan ruwweg in vijf perioden worden verdeeld: 1815-1849, 1850-1907, 19071948, 1948-1980 en van 1987 tot heden en loopt grotendeels parallel aan de regeringsperioden van de Oranjevorsten en -vorstinnen.

70 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 71

Van ‘Koninklijk Besluit’ naar ‘Koninklijke Beschikking’(1815-1849) Zoals in het vorige hoofdstuk uiteengezet, werd men bij Koninklijk Besluit hofleverancier. Onder Willem I en Willem II was een ‘Koninklijk Besluit’ ook daadwerkelijk een koninklijk besluit en werd er geen onderscheid gemaakt tussen staatsaangelegenheden of persoonlijke zaken. In het algemeen werden beslissingen over persoonlijke zaken niet afgedrukt in de Staats-Courant, het officiële orgaan van het Rijk. Met de grondwetherziening van 1848, waarbij de koning onschendbaar en de ministers verantwoordelijk werden, kwam een duidelijke scheiding tot stand tussen staatszaken en de privé-aangelegenheden van de koning. Het Koninklijk Besluit begon met de volgende voorgedrukte tekst: Wij Willem, bij de Gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje Nassau, Groothertog van Luxemburg etc.

54. Een Koninklijke Besluit van 31 augustus 1815 waarbij Willem I het recht van Hofleverancier verleent aan Peter Frederik Gosse, boekverkoper te Den Haag. Koninklijk Huisarchief, Den Haag.

Daarna volgde in handschrift de naam van de sollicitant, zijn beroep, woonplaats en de hem toegekende titel. De titel ‘Hofleverancier’ kende vele variaties. Zo werd men benoemd tot Hofjuwelier, Laarzenmaker van Zijne Majesteit de Koning, Spiegelkopers van Hof, Mechanicus van Z.M. of gewoon Hofleverancier. De nieuwe hofleverancier kreeg in de meeste gevallen ook het recht om het koninklijk wapen voor zijn zaak te plaatsen of aan de gevel te hangen. Het brevet zelf was een afschrift van het Koninklijk Besluit. Dit werd met een begeleidend schrijven van de Hof-Commissie, of in bijzondere gevallen van de Opper Intendant der Koninklijke Paleizen, aan de adressant gestuurd. In het besluit werd nadrukkelijk vermeld dat het brevet geen recht gaf op levering aan het hof of uitsluiting van andere ondernemers. Onder koning Willem II was de Adjudant der Koninklijke Paleizen de boodschapper van het goede nieuws. Hij berichtte de nieuwe hofleverancier dat het Zijne Majesteit had behaagd hem de gevraagde titel te verlenen. In enkele gevallen deed de koning dit samen met zijn echtgenote, koningin Anna Paulowna. Ook kwam het voor dat de nieuwe gebrevetteerde een document ontving dat de Koning zelf had ondertekend en gezegeld. De predikaten van de andere leden van het koningshuis werden door hun particulier secretaris, grootmeester of hofmaarschalk uitgereikt. Op een handgeschreven brevet stond de naam van de hofleverancier, de datum en door welk lid van de familie hij of zij was benoemd. Het geheel werd bezegeld met het persoonlijk wapen van dit lid van het Koninklijk Huis. Ging het aanvankelijk nog om eenvoudige verklaringen of toestemmingen tot het voeren van het koninklijk wapen, hierin zou verandering komen bij de troonsbestijging van Willem III in 1849.

55. Verlening van 4 oktober 1845 aan J. Unger, Wijnhandelaar te Den Haag, door Willem II persoonlijk was ondertekent. Koninklijk Huisarchief, Den Haag.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 71


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 72

Ruimere regels en een nieuw predikaat (1850-1898) In 1849 stelde Willem III de Hof-Commissie opnieuw in met als eerste opdracht de oude predikaathouders opnieuw te inventariseren. Tot die tijd zouden er slechts sporadisch nieuwe brevetten worden uitgereikt. Overigens weerhield dit vele ondernemers er niet van om direct na de dood van Willem II op 17 maart 1849 een aanvraag tot herbestendiging in te dienen of een verzoek in te dienen. Tussen 24 maart en 24 april 1849 waren al 112 aanvragen binnengekomen.3 Zoals in het vorige hoofdstuk uiteengezet werd er in 1850 begonnen met een grootscheepse opschoning van het hofleverancierbestand. Dit was echter niet de enige verandering. Willem III besloot de onderscheiding een officieel tintje te geven door de handgeschreven Koninklijke Besluiten te vervangen door een gedrukte oorkonde of diploma, ook wel brevet genoemd. Als voorbeeld hebben waarschijnlijk diploma’s en oorkondes gediend die op de diverse nationale en internationale handels- en nijverheidstentoonstellingen werden uitgereikt. Het brevet was een voorgedrukte verklaring van circa 32x48 cm waarop men alleen de naam van de persoon of onderneming, de vestigingsplaats en eventuele aanvullingen hoefde in te vullen. De voorbedrukte teksten werden in verschillende lettertypes weergegeven. Het is aannemelijk dat Willem III, die een groot liefhebber was van de lithografie, hier zelf een sturende hand in heeft gehad. Gezien het grote aantal brevetten dat men in 1851 nodig had, waren de grote oplage en de snelheid van drukken een bijkomend voordeel. In 1851 moesten beide groepen in een korte tijd op de hoogte worden gebracht dat men door Willem III was begunstigd. Uit een notitie van de hofmaarschalk blijkt dat er twee verschillende soorten predikaten vervaardigd moesten worden, 200 exemplaren voor de oude hofleveranciers en 150 voor de nieuwe begunstigden.4 De tekst van brevet van de oude hofleveranciers luidde als volgt:

De Hofcommissie Gezien hebbende een brief van D.L. Bamberg te Amsterdam d.d. 8 October 1850, geleidende eene aan schrijving der Hofcommissie van wijlen Zijne Majesteit Koning Willem I, d.d. ’s Gravenhage 29 Januari 1834 no. 227 waarbij aan D.L. Bamberg, als Mechanieke Kunstenaar van het Hof van Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden de vergunning wordt verleend tot het voeren van het Koninklijk Wapen. Brengt bij deze ter kennisse van den belanghebbende dat het regt tot het voeren van het Koninklijk Wapen aan hem personeel door de Commissie voornoemd wordt erkend, en daarvan aanteekening zal worden gehouden in het deswege bij dezelve aangelegde naamregister. ’s Gravenhage, den 31 maart 1851 Van wege de Hofcommissie Jhr. Klerk

56. Brevet Hofleverancier voor de firma D.L. Bamberg, Mechanieke Kunstenaar te Amsterdam, van 31 maart 1851. Koninklijk Huisarchief Den Haag.

72 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 73

Voor degenen die voor het eerst in aanmerking kwamen luidde de tekst:

De Hofcommissie brengt, ingevolge 's Konings magtiging ter kennisse van J.M. Andreoli, Rookverdrijver en Schoorsteenveger, te ’s Gravenhage dat aan hem de personele vergunning wordt verleend tot het voeren van het Koninklijk Wapen, met bepaling echter, dat het geen regt geeft tot het doen van leveranciën ten Hove. 's Gravenhage den 31 maart 1851 Van wege de Hofcommissie. Jhr. Klerk

57. Brevet van Hofleverancier voor de firma J.M. Andreoli, Rookverdijver en schoorsteenveger, te Den Haag van 31 maart 1851. Koninklijk Huisarchief Den Haag.

In het laatste brevet wordt uitdrukkelijk bepaald dat de onderscheiding geen recht tot levering aan het hof geeft. Blijft de vraag of men vergeten heeft deze passage ook op te nemen in het brevet voor de bestaande hofleveranciers of dat het hof het onnodig vond deze passage op te nemen omdat het brevet een bestendiging was van een al bestaande vertrouwensrelatie tussen hof en hofleverancier. Overigens hadden hof en koning op de een of andere manier al kennis gemaakt met de ondernemingen, diensten of producten zoals blijkt uit de diverse rekeningen van hofleveranciers.5 Van het predikaat van Willem III zijn verschillende uitvoeringen bekend. Als men door de oude voorraad voorgedrukte exemplaren heen was werd er een nieuwe opdracht gegeven en paste men tegelijkertijd het brevet aan. Die aanpassing betroffen kleine tekstwijzigingen, de afbeelding van het koninklijk wapen, de stijl en andere eisen van de tijd. Niet alle leden van het vorstenhuis gingen over op voorgedrukte brevetten. Zowel koningin Sophie (1849-1877) als prins Hendrik (18201879) hielden vast aan een geschreven stuk, voorzien van een zegel met hun wapen. Daarentegen vervingen zowel prins Frederik (1797-1881)

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 73


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 74

als prins Alexander (1851-1884) in de loop der tijd hun handgeschreven predikaten door lithografisch vervaardigde exemplaren.6 58. Aanhef van het brevet dat door Prins Alexander der Nederlanden, Prins van Oranje, in de negentiende eeuw werd afgegeven. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Geschiedde de verleningen van Willem III en zijn eerste echtgenoot Sophia Frederika Mathilde, prinses van Württemberg, gescheiden van elkaar, hierin kwam verandering door zijn tweede huwelijk in 1879 met Adelheid Emma Wilhelmina Theresia, prinses van Waldeck en Pyrmont (1858-1934).

Direct na haar komst in 1879 kwamen er bij de Hofcommissie vele verzoeken binnen ‘om het wapen van Hare Majesteit de Koningin te mogen voeren’ of de beide wapens van het echtpaar.7 Het brevet werd aangepast en vanaf die tijd werden er brevetten afgegeven waarbij men ‘ingevolge machtiging van Hunne Majesteiten Den KONING en De KONINGIN’ gerechtigd werd tot het voeren van ‘Hunner Majesteits Wapen’. Bovenaan prijkte een alliantiewapen bestaande uit de samengevoegde wapens van koning Willem III en koningin Emma. In de periode 1879-1890 was haar wapen op een ovaal schild geplaatst. Daarnaast werden er ook door de koning en koningin afzonderlijke brevetten verleend.

Na het overlijden van Willem III in 1890 werd koningin Emma op 8 december 1890 als koningin-weduwe tot regentes beëdigd. Dit betekende dat het brevet ook moest worden veranderd. zoals blijkt uit een antwoord op een verzoek om het hofleverancierschap van Hare Majesteit de Koningin door de firma L. Sacré, handelaar in kantwerken te Brussel.8 Hieraan kon geen gehoor worden gegeven omdat de regentes eerst gevraagd moest worden , welke veranderingen zij wenste aan te brengen in het brevet. In de vergadering van de Hofcommissievan 15 januari 1891 besloten zij de regentes te vragen haar goedkeuring te hechten aan het volgende voorstel: ‘…In het brevet van Hare Majesteit als Koningin,

74 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

59. Aanhef van het brevet van Koningin Emma in de periode 1879-1890. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

60. Aanhef van het gezamenlijke brevet van de Koning Willem III en de Koningin Emma. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 75

61. Aanhef van het brevet dat koningin weduwe Emma sinds

gene andere verandering te brengen, dan het devies “Je Maintiendrai” in den band onder het wapenschild te doen drukken en wijders in plaats van de woorden “hare Majesteit de Koningin” te doen drukken de woorden “hare Majesteit de Koningin Regentes.”9 Op 16 februari liet koningin Emma de Hofcommissie weten dat brevetten alleen zullen worden afgegeven met machtiging van Hare Majesteit de Koningin Weduwe. Tevens moet er een nieuw wapen komen bestaande uit een ‘dubbel schild met dubbel devies, gedekt door den Koninklijken mantel’. De tekening van dit nieuwe wapen moet bovendien aan haar ter goedkeurig moet worden voorgelegd.10

1891 uitreikte aan Hofleveranciers. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Bij Koninklijk Besluit no. 69 van 7 april 1891 werd bepaald dat haar wapen zou bestaan uit twee schilden met dubbel devies geplaatst op een mantel gevoerd met hermelijn, geboord van koorden en tot dekking de koninklijke kroon (1891-1898). Aldus vastgesteld werd een brevet vervaardigd met dit wapen en waarin de aanhef Hare Majesteit de Koningin werd vervangen door Hare Majesteit de Koningin Weduwe.11

62. De afgekeurde ontwerptekening voor het wapen van het brevet van de jonge koningin Wilhelmina in 1899.

Bij haar aantreden in 1898 handhaafde koningin Wilhelmina in eerste instantie op de brevetten de oude tekst en het wapen van haar vader dat echter niet meer vrij op het brevet stond maar, in navolging van haar moeder, was geplaatst op een mantel met dekking van de koninklijke kroon. Blijkbaar vond de jonge koningin het door haar mannelijke voorgangers gevoerde wapen wat te robuust voor een vrouw want op de vergadering van de Hofcommissie van 19 augustus 1899 wordt het nieuwe ontwerp van haar wapen besproken. Dit was op aanraden van Jhr. Victor de Stuers werd de heraldicus J.W.H. van Berden in Den Haag opdracht gegeven een passender wapen voor haar de ontwerpen. Naast andere voorbeelden diende het wapen van haar moeder als inspiratie. Berden plaatste het wapen in een ruit. In de heraldiek is de ruit het symbool van de ongehuwde staat van de vrouw. De Hofcommissie kon zich evenwel niet helemaal in dit ontwerp vinden en wees het af.

Koninklijk Huisarchief, Den Haag.

Zij prefereerde een accoladeschild omdat het wapen op het brevet moest benadrukken dat het diploma door het Hoofd van de Staat werd uitgereikt. Deze op- en aanmerking werden vervolgens aan de koningin voorgelegd.12 Op 21 augustus 1899 antwoordde de particulier secretaris van H.M. de Koningin, dhr. A. van Staal aan de Hofcommissie.: ‘Ingevolge de bevelen van Hare Majesteit de Koningin, heb ik de eer de Hofcommissie beleefdelijk uit te nodigen een nieuw ontwerp te doen vervaardigen van het wapen voor de brevetten waarbij de vergunning tot het voeren van Hare Majesteits wapen wordt verleend’13

63. Het verbeterde ontwerp van het wapen van koningin

Het nieuwe ontwerp van Berden werd vervolgens door alle partijen goedgekeurd en vervolgens met spoed gedrukt want het eerste nieuwe brevet werd al op 31 augustus 1899 uitgereikt. Het brevet is duidelijk geënt op het model van haar moeder. Het door haar vader gevoerde wapen werd verfijnd en geplaatst op een mantel met dekking van de koninklijke kroon. De tekst van het brevet bleef in de periode 18981906 ongewijzigd.

Wilhelmina uit 1899 door J.W.H. Van Berden. Koninklijk Huisarchief, Den Haag.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 75


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 76

64. Het wapen op het nieuwe brevet van Wilhelmina dat werd uitgereikt in de periode 18991907. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Een nieuw wapen, een nieuw predikaat (1907- ...) Op 10 juli 1907 werd het koninklijk wapen van 24 augustus 1815 bij Koninklijk Besluit gewijzigd. Dit betekende dat ook het wapen op de brevetten veranderd moest worden. De brevetten met het nieuwe wapen verschenen echter pas in de loop van 1908 zodat tot die tijd de oude brevetten nog werden uitgereikt. Deze chromolitho maakte het brevet tot een lust voor het oog. Ook het brevet van prins Hendrik (1876-1934) was op deze wijze gedrukt.

65. Brevet verleend door prins Hendrik op 19 april 1923 aan de firma W.A. Kelder, kleermakers te Den Haag. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Jammer genoeg zijn deze brevetten maar kort uitgegeven want al snel ging men weer over op brevetten in zwart-wit. Ten gevolge van de opheffing van de Hofcommissie in 1919 veranderde de aanhef van de predikaten ‘De Commissie inzake het verlenen van het predikaat “Koninklijk” en het “Koninklijk wapen”. Daardoor kon dezelfde oorkonde zowel gebruikt worden voor het predikaat Koninklijk als voor het predikaat Hofleverancier. Ook nu werden eerst de oude brevetten opgemaakt. Het woord Hofcommissie werd doorgehaald en de nieuwe benaming er boven geschreven wat een zeer rommelig beeld gaf. Hollandse zuinigheid ten top! 66. Brevet van Hofleverancier afgegeven door Koningin Wilhelmina op 21 januari 1920 aan H.S. Wolff, kapper te Zwolle. Op het brevet is het woord ‘Hofcommissie’ doorgehaald en in handschrift vervangen door ‘De Commissie inzake het verlenen van het predikaat “Koninklijk” en het “Koninklijk wapen”. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Met de troonsbestijging van koningin Juliana in 1948 werden zowel het uiterlijk als de tekst van het brevet ingrijpend gewijzigd. De tijd van grote oorkondes en diploma’s met uitbundige versieringen was voorbij. Het formaat werd kleiner en de tekst kort en zakelijk. De zinsnede 'met bepaling dat deze onderscheiding geen recht geeft tot het doen van leveringen ten Hove' werd geschrapt. Ook de vormgeving werd aangepast. Weliswaar werd er gestreefd naar een strakker uitgevoerd brevet met een klein zwart-wit wapen maar door het geheel in een kader van kleurige oranjebloesem te plaatsen had het wel een erg lieflijk karakter.

76 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 77

67. Brevet van koningin Juliana 9 september 1950 voor de N.V. Amsterdamse Likeurstokerij ’t Loostjes’ erven Lucas Bols te Amsterdam. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 77


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 78

Daarentegen was het brevet van prins Bernhard vrij sober. Het geheel was uitgevoerd in zwart/wit op een crèmekleurige achtergrond. 68. Brevet van prins Bernhard van 29 juni 1960 voor de N.V. Distilleerderij v/h Simon Rijnbende & Zonen te Amsterdam. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

In de uitvoering van beide brevetten zijn de naoorlogse stijlinvloeden zoals de indeling en opzet van teksten en vormen op grafisch gebied duidelijk herkenbaar. Het zwierige schuine schoolschrift heeft plaats gemaakt voor strakke en zakelijke blokletters. Tot juli 1963 ondertekende de Groot Officier in Speciale Dienst het brevet van koningin Juliana, daarna nam haar Particulier Secretaris deze taak op zich. De oorkondes van prins Bernhard werden eveneens ondertekend door zijn Particulier Secretaris. Vanaf 1815 was het recht verleend bij 'Koninklijk Besluit'. Sinds 1987 gebeurt dit bij ‘Koninklijke Beschikking’. Aan het predikaat werd zowel een nieuw wapenschild als een nieuwe oorkonde verbonden. Het nieuwe wapen, naar ontwerp van R.D.E. Oxenaar en J.J. Kruit, wordt in reliëfdruk weergegeven bovenaan het predikaat. Koningin Beatrix houdt de tekst kort. ‘Hare Majesteit de Koningin heeft bij haar beschikking van....’, ‘het recht tot het voeren van het Koninklijk wapen met de toevoeging BIJ KONINKLIJKE BESCHIKKING HOFLEVERANCIER verleend aan…’. De oorkonde wordt namens de koningin ondertekend door de Grootmeester van het Huis van Hare Majesteit de Koningin. Met deze bewoordingen keert koningin Beatrix terug naar de tekst van haar voorvader Willem I, die de hofleverancier bij Koninklijk Besluit het recht gaf tot het voeren van het Koninklijk Wapen. 69. Brevet van Koningin Beatrix van 13 augustus 1990, voor Modemagazijn H.Hendriksen BV. Te Arnhem. Collectie Hendriksen, Arnhem.

78 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 79

In principe zal onder Koning Willem Alexander hierin weinig veranderen; zij het dat men de tekst van het predicaat aanpast in: Zijne Majesteit de Koning heeft bij zijn beschikking van etc. etc. en ook hier wordt de oorkonde dan ondertekend door de Grootmeester van het Huis van Zijne Majesteit de Koning. Voor de rest zal qua formaat alsook de uitvoering hetzelfde zijn als dat van zijn moeder toen der tijd. 69A. Brevet van Koning Willem Alexander van 24 juni 2013, voor Luijtgaarden Handelsonderneming B.V. te Standdaarbuiten.

Referenties 1

Van Dale. Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, 2241. (Utrecht/Antwerpen

1984). 1

Van Dale. Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, 447. (Utrecht/Antwerpen 1984). 2

N.A.2.01.025: Kroondomein 31.

3

KHA E-10a-1a-4: Archief Departement Hofmaarschalk: Brievenboek 1839-1849.

4

KHA E-1b-IVa-1: Hofcommissie: Allerlei verzoeken.

5

KHA E-10a-1a-4: Departement Hofmaarschalk. Drietal stukken bevattende ingekomen aanvragen om het hofleverancierschap.

6

Prins Frederik ging hier toe over in de tweede helft van de 19e eeuw.

7

KHA E-1b-IIb-52: Hofcommissie: Ingekomen en uitgegane stukken 1880.

8

KHA.E1-1b-I-5: Hofcommissie: Notulen van de vergadering van de Hofcommissie 1901-1907.

9

KHA E-1b-I-5: Hofcommissie: Notulen van de vergadering van de Hofcommissie 1901-1907.

10

Idem.

11

Ibidem.

12

KHA E-1b-IIb-78: Hofcommissie: Uitgegane stukken 1891.

13

KHA E-1b-I5: Hofcommissie: Notulen 1891-1898 no.138 en 144.

14

KHA E-1b-IIb-93: Hofcommissie: Ingekomen stukken 1899.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 79


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 80

5 Het wapen des Konings In 2004 stond het koninklijk wapen en het rijkswapen korte tijd ter discussie toen bleek dat de gemiddelde Nederlander nauwelijks een idee had hoe dit wapen eruit zag. Op zich was dit niet zo verwonderlijk omdat men het koninklijk wapen tegenwoordig zelden tegenkomt in de openbare ruimte. Hier en daar is een oud overheids- of postgebouw nog getooid met een prachtig uitgevoerd wapen. Daarnaast is er een groep bedrijven dat een schild voert bestaande uit het koninklijk wapen waaraan de tekst ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ is toegevoegd om aan te geven dat zij dit predikaat van koningin Beatrix hebben ontvangen. De belangrijkste reden van de onbekendheid van het rijkswapen moet gezocht worden in de invoering van een eigen huisstijl en logo door vele overheidsdiensten en instellingen waardoor de Nederlandse Leeuw, symbool van het Koninkrijk der Nederlanden, langzamerhand uit de Nederlandse cultuur verdwijnt. Dit vormde eind 2003 aanleiding om enkele tientallen jonge ontwerpers, in opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag, te vragen een nieuw, hedendaags ontwerp te maken van het rijkswapen ofwel een nieuw beeldmerk voor Nederland. De ontwerpers gaven veelal op zeer ludieke wijze invulling aan de opdracht door bijvoorbeeld de leeuw te verruilen voor een kikker vanwege de bijnaam kikkerlandje. In de meeste gevallen bleef van het oorspronkelijke wapen weinig tot niets over.1 In tegenstelling tot andere instellingen die gerechtigd waren tot het voeren van het koninklijk wapen zoals de Dienst der Douane, de Koninklijke Marechaussee en vroeger de Posterijen, is de geschiedenis van het wapenbord van de hofleveranciers nogal gecompliceerd. Het voeren van ‘s Konings-Wapen’ was vanaf het begin nauw verbonden met het begrip ‘Leverancier aan het Hof’ ofwel ‘Hofleverancier’. Het wapen werkte niet alleen statusverhogend voor de ondernemer maar het kon ook worden gezien als een uiting van vertrouwen van de vorstelijke cliëntèle in het product van de onderneming. In dit hoofdstuk zal nader worden ingegaan op de wapenborden die ondernemingen voor hun winkel mochten plaatsen of aan de gevel bevestigen als teken dat de onderneming gerechtigd was tot het voeren van ‘Zijne Majesteits Wapen, de fabricage van deze borden en de wijze van kleuring.

80 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

70.Detail van een ontwerpschets voor een nieuw Nederlands symbool in 2003. Tekening Michiel van der Most van Spijk, Den Haag.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 81

Wapengekletter en leeuwengebrul De oorsprong van het wapenbord of wapenschild stamt uit de vroege middeleeuwen.2 In dat tijdperk begonnen edellieden zichzelf te voorzien van onderscheidingstekens omdat het harnas iedere herkenning onmogelijk maakte. Ook schildknapen en strijdknechten werden met de herkenningstekens getooid zodat men wist wie bij wie hoorde. Op deze wijze ontstond er een grote variatie van wapens die in eerste instantie waren voorbehouden aan adellijke families. In de loop der tijd werden de genoemde tekens persoonlijke kenmerken die op banieren, schilden of helmen werden aangebracht. Wat aanvankelijk een krijgsschild was, ontwikkelde zich op den duur tot een decoratief schild.3 Het Nederlandse wapen werd op verzoek van koning Willem I ontworpen. Het wapen werd in 1815 vastgesteld.2 Het wapenschild is zowel het wapen van de vorst als het wapen van het land. Daarom spreekt men over het Rijks- en Koninklijk wapen. Heraldisch gezien is het wapen vrij recent. Het is samengesteld uit verschillende onderdelen van oude wapens die nauw met de geschiedenis van Nederland zijn verweven. Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst zou de leeuw als embleem hoogstwaarschijnlijk zijn ontstaan ten tijde van de kruistochten. Het verhaal gaat dat vele vorsten en heren uit de westelijke Duitse streken, die oorspronkelijk kruisen in verschillende kleuren droegen ter onderscheiding van andere kruisvaarders, dit kruis op een gegeven moment vervingen door de 'overwinnende leeuw van Juda'. De Hollandse graven kozen voor een rode leeuw op een gouden veld en de graven van Vlaanderen voor een zwarte leeuw op een gouden veld. Het Duitse grafelijke geslacht Nassau voerde een gouden leeuw op een blauw veld bezaaid met gouden blokjes. Het precieze aantal blokjes is nooit bepaald. Deze leeuw zou in 1815 de ‘Nederlandse leeuw’ worden.

71. Rembrandt laat op dit detail van ‘De eendracht van ’t Lant’ duidelijk zien dat de leeuw met zijn linker voorpoot de pijlen onder zich houd, Rembrandt van Rijn ca. 1642.

Ook de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden koos in 1579 als heraldisch motief een leeuw. Het alom gerespecteerde wapen van Holland, een rode leeuw op een gouden veld, werd aangevuld met een zwaard, een pijlenbundel en een kroon. Deze pijlenbundel symboliseert de eendracht waaraan deze gewesten zo’n behoefte hadden.

Museum Boijmans- Van Beuningen, Rotterdam.

Het verhaal van het ontstaan van dit symbool gaat terug tot de oudheid, toen een zekere Scilurius, koning der Scythen, op zijn sterfbed zijn 80 zonen een bundel pijlen gaf met het verzoek deze te breken. Toen bleek dat geen van de zonen hiertoe in staat was, maakte de koning de bundel los en brak de pijlen één voor één om hiermee tot uitdrukking brengen dat 'eendracht macht maakt'. Deze spreuk sierde dan ook het wapen van de republiek. Later werd de spreuk ‘Eendragt maeckt magt’, die tegenwoordig het wapen van België siert, vervangen door een Latijns equivalent 'Concordia res parvae crescunt' . Klaarblijkelijk werden de vaak kibbelende provincies liever niet in al te duidelijk Nederlands aan dit symbool herinnerd.

72. Het wapen der verenigde Nederlanden, schild en schildhouders gedekt met vorstenkronen, met de wapenspreuk ’ Concordia resparvac crescunt’ (Eendracht maakt macht).

Het wapen van het Koninkrijk der Nederlanden is een eenvoudig wapen dat gezien kan worden als een herinneringswapen, want op zijn eerste koninklijke verjaardag plaatste Willem I een koninklijke kroon

Heraldisch Atelier Bultsma / Paleis Het Loo Nationaal Museum.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 81


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 82

op de kop van de Nassause leeuw en werd het Nassause huis verheven tot koninklijke waardigheid. In de klauwen van de leeuw werden de attributen van de aloude statenleeuw, het zwaard van gerechtigheid en de pijlenbundel, aangebracht. Onder het wapen werd het devies van Willem van Oranje 'JE MAINTIENDRAI' toegevoegd. De versieringen buiten het schild, zoals de schildhouders, bleven vrijwel gelijk aan de wapens van stadhouder Willem IV en Willem V, het wapen van Fulda en het wapen van de soevereine vorst, dat bij besluit van 14 januari 1814 was vastgesteld. Het wapen was dus samengesteld uit een groot aantal symbolen.5

De hoofdrol is weggelegd voor de leeuw. Ook al is de leeuw hier nooit inheems geweest, hij heeft zich hier altijd goed thuis gevoeld. De leeuw figureert niet alleen in het rijks- en koninklijk wapen maar ook in veel stads- en provinciewapens en logo's van allerlei Nederlandse instellingen. Niet ten onrechte stond op een gedenkpenning, in 1872 geslagen ter gelegenheid van de herdenking van de inname van Den Briel: ‘Het was de leeuw uit Juda's stam, die in Den Briel zijn intrek nam'. Er is geen populairder dier in Nederland dan de Koning der dieren ook wel eens schertsend 'ons nationale beest’ genoemd.

73. Het wapen van de soevereine vorst der Verenigde Nederlanden prins Willem Frederik de latere koning Willem I, zoals bij besluit van 14 januari 1814 nr.113 vastgelegd. Heraldisch Atelier Bultsma / Paleis Het Loo Nationaal Museum.

Het voeren van het wapenbord Vrijwel direct nadat Willem I op 30 november 1813 voet op Nederlandse bodem had gezet, verzochten allerlei lieden te mogen leveren aan koning en hof. Een aantal daarvan vroegen, net als ten tijde van Lodewijk Napoleon, bovendien of zij hofleverancier mochten worden en Zijne Majesteits Wapen’ mochten voeren. ‘Om gerechtigd te worden tot het voeren van Zijne Majesteits Wapen’ zijn de belangrijkste woorden uit alle verzoeken naast titels als ‘ Schoenmaker van Zijne Koninklijke Hoogheid’, ‘Leverancier van Zijne Majesteit’ of ‘Hofjuwelier’. Met deze uitingsvorm toonde de ondernemer de wereld welke eer hem was vergund. Bovendien benadrukte het wapenbord dat zijn ‘product’ beter was dan dat van zijn concurrenten. Uit de ingediende aanvragen blijkt dat het Hofleverancierschap ook elders in Europa werd verleend en dat dit fenomeen bij sommige Nederlandse ondernemers bekend was. Zo schreef de Haagse procureur B. Sliebrecht, in opdracht van de heer F.J. Weygand, handelaar in muziek en prenten in Den Haag, in april 1814 het volgende: Deshalve de suppliant de vrijheid neemt zich te keeren tot Uwe Koninklijke Hoogheid, eerbiedig verzoekende dat het Uwe Koninklijke Hoogheid behagen moge hem suppliant met Hoogst Deszelfs gunste te vereeren en hem te begunstigen met het brevet om te mogen gebruik maken van wapens van uwe Koninglijke Hoogheid om dit te plaatsen en uit te steken aan zijne deur, zoo als in Engeland plaats heeft.6

Ook zijn plaatsgenoot, de horlogemaker Pieter Reeder, die al onder Lodewijk Napoleon was gebrevetteerd, diende maart 1815 een verzoek in bij de nieuwe koning om een bord voor zijn deur te mogen plaatsen met het wapen van Zijne Majesteit. Hij verzocht ook om daaronder de titel ‘Horlogiemaker van Zijne Koninklijke Hoogheid’

82 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

74. Afbeelding van het huis van de firma Weygand & Beuster in de Nieuwstraat te den Haag, met boven de winkeldeur een wapenbord. Of dit wapen ook werkelijk geplaats was op een mantel, is onbekend, mogelijk heeft de fantasie hier de tekenaar parten gespeeld. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 83

te mogen aanbrengen. Zijn verzoek werd op 9 april 1815 door de Koning ingewilligd.7

Hofleveranciersborden Er zijn nauwelijks bronnen bewaard gebleven die een antwoord kunnen geven op de vraag hoe deze borden er uitzagen. Ongetwijfeld verschilden ze van de huidige borden. Waarschijnlijk borduurde men tussen 1813 en 1815, de periode van de Soevereine Staat, voort op het bestaande wapen naar Frans voorbeeld. Weliswaar wordt in de stukken van de Hofcommissie gesproken over het voeren van 's Konings Wapen maar niets vermeld over de vorm of uitvoering van het wapen. Voor de voorstelling kon men zich echter baseren op het Koninklijk Besluit van 25 augustus 1815 waarbij het Koninklijk en Rijkswapen werd vastgesteld, met intrekking van het eerdere besluit uit 1814. In de artikelen 1, 7 en 8 wordt het wapen als volgt omschreven: Artikel 1. Het wapen van het Koninkrijk der Nederlanden, zowel als dat van Ons en Onze Successeuren, Koningen der Nederlanden, zal bestaan in Ons aangeboren Geslachtswapen van Nassau, zijnde een klimmende leeuw van goud, getongd van rood, op een veld van azuur, bezaaid met gouden blokken, welk wapen wij als nu vermeerderen door te bepalen dat de leeuw zal zijn gekroond met ene Koninklijke Kroon en dat hij in den rechter voorklauw een opgestoken zwaard houden zal en in den linker een bundel pijlen met gouden punten, de punten omhoog en de pijlen met een gouden lint tezamen. Artikel 7. Alle Onze wettige Descendenten, zo vrouwelijk als mannelijk, zullen tot dekking hunner wapenschild, de Koninklijke Kroon en tot schildhouders of tenants twee gekroonde leeuwen voeren. Artikel 8. Wij behouden voor Ons en Onze mannelijke Descendenten het devies 'Je Maintiendrai' en het aloude Nassausche Helmteken of Cimier, zijnde twee uit een gouden kroon zich verheffende olifantstrompen van azuur, met gouden blokken bezaaid tussen welke de ongekroonde leeuw zit. De andere artikelen geven een beschrijving van de wapens die de kinderen van de Vorst moeten voeren.8 Uit het voorgaande blijkt dat men in plaats van de koninklijke kroon ook het oude Nassause helmteken kon gebruiken. Hierdoor was het niet duidelijk welk wapen van de koning de gerechtigde moest voeren: Het wapen met de kroon als ‘Staatshoofd’ of de kroon met helmteken als ‘Persoon’ noch in welke hoedanigheid men het recht verkreeg. Als men het Koninklijk Besluit van 1815 goed leest, stuit men op de volgende bijzonderheden: a. Het wapen van de Vorst en Rijk is hetzelfde, wat elders in Europa nauwelijks voorkwam. b. Er blijkt uit dat dit wapen, dat ogenschijnlijk niet veel afwijkt van het wapen van de vroegere Staten-Generaal volgens de bewoordingen van het Koninklijk Besluit en de kleuren, te beschouwen is als het Nassause wapen waaraan het zwaard en de pijlen uit het generali-

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 83


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 84

teitswapen zijn toegevoegd. Nog sterker wordt dit geaccentueerd door het feit dat dit wapen als spreuk draagt ‘Je maintiendrai’. Dat wordt eigenlijk niet met zoveel woorden in art. 1. gezegd. In art. 8 staat alleen, dat – ‘wij voor ons en onze mannelijke nakomelingen’ dit devies voorbehouden. Men heeft het echter altijd zo verstaan, dat ook het ‘Nederlandse’ wapen dit devies droeg. In het besluit was ook, wat de versieringen betreft, niet duidelijk weergegeven of er een verschil bestond tussen het koninklijke en het rijkswapen. Later zou uit het Koninklijk Besluit van 10 juli 1907 blijken dat het devies en de versieringen ook gelden voor het rijkswapen en er dus geen verschil bestaat. Deze vaagheden werden nog eens versterkt door de afbeelding van het wapen dat bij de publicatie van het Koninklijk Besluit in het Staatsblad was geplaatst. 75. Tekening van het Rijkswapen en Koninklijk Wapen, door A.G. Zurcher, bijgevoegd bij het Koninklijk Besluit van 25 augustus 1815. Hoge Raad van Adel, Den Haag.

Een leeuw van het mannelijke geslacht Al snel bleek dat de tekening van het wapen, gemaakt door A.G. Zurcher, tekenaar van de Hoge Raad van Adel in 1815, onnauwkeurigheden bevatte waardoor het wapen moest worden herzien. De belangrijkste oorzaak was een aantal vage bepalingen en onjuistheden op het gebied van de heraldiek en het niet in acht nemen van de juiste regels. Bovendien kon de beschrijving van het wapen op verschillende manieren worden uitgelegd zoals bleek uit een brief van heer L. de Bart, graveur te Gent. Hij schreef op 7 november 1815 aan een zekere heer J. Waller in Den Haag. ‘…Verscheiden administraties zowel burgerlijke als militair hebben mij belast met het graveren van hun zegels die de wapens bevatten van het koninkrijk, ik heb hulp aan het besluit van zijne majesteit van 24 augustus lestleden dat mij als gids dient voor de uitvoering van deze verschillende objecten. Mijnheer de gouverneur van Oost-Vlaanderen heeft mij eveneens belast met de gravure van zijn zegel/stempel, ik maakte op zijn verzoek een schets conform de wapens die ik al eerder had gegraveerd en volgens het voorzegde besluit. Waarop hij mij een gravure van de voorzegde wapens overhandigde dat niet-conform was aan mijn ontwerp dat hem was gezonden door zijn excellentie de minister van Binnenlandse Zaken. Bij het zien daarvan geloofde ik in een fout, maar na het te hebben gelegd naast het besluit van Z.M. vond ik dat de tekst of wel het ontwerp van de gravure rampzalig was…’ Volgens hem waren de leeuwen op de tekening ‘aanziende leeuwen’ die in het Frans (ten onrechte) ‘liopard lionné’ worden genoemd. Bovendien hoorden zij anders te staan. Daarnaast ging hij in op de stand van de blokjes die op het voorbeeld liggend waren maar volgens hem moesten staan. Hij stelde dat er heraldisch grote fouten waren gemaakt.9 Er deugde dus niet veel van en ter illustratie stuurde hij een afbeelding mee van het door hem gemaakte ontwerp.

Ondanks zijn gelijk werd hem gesommeerd zich toch aan het besluit en de bijhorende tekening te houden.10 Zijn opmerkingen waren echter wel degelijk doorgekomen want in een

84 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

76. Tekening die L. Bart, graveur te Gent opstuurde aan de heer J. Waller in Den Haag. Hoge Raad van Adel, Den Haag.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 85

brief van 5 juni 1816 aan de Hoge Raad van Adel maakte Willem I duidelijk dat ook naar zijn oordeel de tekening van het koninklijk en rijkswapen niet in alle opzichten aan het besluit van 24 augustus 1815 voldeed. Hij vond ‘…dat bepaaldelijk met betrekking tot de leeuw en tot de vorm en plaatsing der blokken, met dewelke het veld van gemeld wapen gezaaid behoort te zijn, enige verandering nodig zijn zoude' ...... ' dat de leeuw kennelijk moet zijn van het mannelijk geslacht en dat de blokken niet liggende en minder regelmatig geplaatst worden'.... 'of de schildhouders van alle de tot heden vervaardigde wapens wel zoodanige leeuwen voorstellen'.11 De Hoge Raad van Adel stuurde de koning op 19 juni 1816 een brief waarbij een verbeterde modeltekening was gevoegd. Bij beschikking van 24 juni 1816, nr. 77, verleende Willem I hieraan zijn goedkeuring, waarna vervolgens op 2 juli 1816 de Hoge Raad van Adel bij circulaire de verbeterde tekening toezond aan de Rijksdiensten. In de circulaire werden de bijgevoegde veranderingen voorgeschreven: De liggende blokken moesten worden veranderd in staande blokken, het geslacht van de leeuw moest duidelijk zichtbaar worden aangebracht en de kleur van de schildhouders of tenants moest worden veranderd.12

77. Afbeelding van de herziende tekening van het Rijks- en Koninklijk Wapen van 1816 waarbij het mannelijk geslacht van de leeuwen is aangegeven evenals de staande blokjes op het schild. Hoge Raad van Adel, Den Haag.

Het vaststellen van het koninklijke wapen en het rijkswapen zal in eerste instantie bedoeld zijn geweest voor het openbaar bestuur. Instellingen van Staat konden dit wapen, met de benaming van het administratieve onderdeel van de dienst, aan laten brengen op cachetten, zegel- en lakstempels. De vraag was echter welke wapen. Zo vroeg de Minister van Financiën in een brief van 17 september 1816 aan de Hoge Raad van Adel, die belast was met de verspreiding van dit koninklijk c.q. rijkswapen of de schildhouders bij het rijkswapen behouden moesten blijven. De Hoge Raad van Adel antwoordde op 1 oktober ‘…dat het den raad voorkomt dat het aan de Ministeries alleen vrijstaat om ’s Konings vollen wapen met de bijgevoegde supports en het motto te bezigen en dat de door den Minister in voorz. Missive opgenoemde ambtenaren zich zouden moeten vergenoegen met het voeren van het blote schild, gedekt met een kroon’.13 Men gaf eigenlijk toe dat de afbeelding van de tekening die bij het Koninklijk Besluit was meegestuurd in principe het koninklijke wapen was. Het rijkswapen zou dus enkele bestaan uit een bloot schild met de koninklijke kroon, zonder de schildhoudende leeuwen en het devies ‘Je Maintiendrai’. Dit werd nogmaals bevestigd bij resolutie van 11 oktober 1816, no. 64, waarbij een verbeterde versie van het wapen werd rond gezonden. Ondanks het gecorrigeerde model bleven er bepaalde onduidelijkheden bestaan zoals de juiste stand van de schildhoudende leeuwen. Daar er nu twee verschillende versies waren en niet iedereen op de hoogte was van de wijzigingen van 1816, werden ze beiden gebruikt. In 1907 zou koningin Wilhelmina bij Koninklijke Besluit het wapen van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw vaststellen.14

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 85


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 86

In tegenstelling tot het wapen bestonden er geen vaste regels voor het uiterlijk van het bord. Qua formaat werd mogelijk teruggegrepen naar vormen die in het verleden werden gebruikt. Naast rechthoekige en vierkante houten borden waren er ook ovaalvormige borden zoals blijkt uit bewaard gebleven exemplaren van tolwegen en posterijen.

De rechthoekige en vierkante borden gaan terug op de vorm van het uithangbord dat men in de zeventiende en achttiende eeuw veelvuldig kon aantreffen bij herbergen en winkels. Het ovale bord benaderde de vorm van een schild in de letterlijke zin van het woord. Op het moment dat het schild niet meer als verdedigingsmiddel werd gebruikt, werd de vorm steeds vrijer en ging men er toe over het schild als ornament of als teken van gezag en waardigheid te gebruiken. Metalen borden in reliëfvorm verschenen pas in de tweede helft van de negentiende eeuw. Het doel en de kosten bepaalden waarschijnlijk mede de vorm van het bord. Hoewel het gebruik van wapenborden voor instellingen van Staat door hogerhand verplicht was gesteld, werd de rekening aanvankelijk niet door de Staat voldaan. Over het algemeen waren de borden van staatsinstellingen ovaal van vorm. Op het bord was het koninklijk wapen geschilderd en de betreffende dienst of kantoor. Dergelijke houten borden werden door plaatselijke ambachtslieden naar eigen inzicht gemaakt, waardoor er nogal wat verschillen ontstonden. Een uitzondering hierop vormde de Rijksmunt te Utrecht. De muntmeester Y.D.C. Suermondt (1815-1838) wilde zijn gebouw en zijn functie meer cachet geven en nam geen genoegen met een geschilderde versie op hout zoals toen gebruikelijk. Hij liet een wapenbord modelleren en afgieten in gietijzer waarna hij het boven de hoofdingang plaatste. In 1839 nam de Staat dit wapenbord van hem over voor een bedrag van ƒ 75, -.15 Dit wapenbord, waaraan het lint met devies ontbreekt, bevindt zich tegenwoordig in het Muntmuseum te Utrecht.

78. Een ovaal houten beschilderd wapenbord van de Koninklijke Brieven Posterijen, Distributie te Breukelen ui de eerste helft van de negentiende eeuw. Nederlands Communicatie Museum, Den Haag.

In de negentiende eeuw werd het koninklijke wapen ook gevoerd door fabrikanten die het predikaat Koninklijk hadden gekregen. Pas in de twintigste eeuw zouden zij, ter onderscheiding van de hofleveranciers, enkel een koninklijke kroon gaan voeren. De eerste borden waren waarschijnlijk eenvoudig geschilderde afbeeldingen van het koninklijk wapen. Er waren echter ook bedrijven die veel geld spendeerden om een wapen uit hout te laten snijden. Een mooi voorbeeld was het winkelpand van de firma ‘Chapellerie & Fournituren Militaire’ in Arnhem. Het uit hout gebeeldhouwde koninklijk wapen werd met andere ornamenten verwerkt tot een complete omlijsting van de winkelpui.

Gezien de hoge kosten zal de keuze voor een dergelijk uitgevoerd bord sporadisch plaats hebben gevonden.

Om de kosten binnen de perken te houden werden borden ook hergebruikt. Zo had in 1886 de Nederlandsche Fabriek van verduurzaamde vruchten “De Betuwe” in Tiel van koningin Sophie van Zweden het hofleverancierschap gekregen. Toen de fabriek in 1888 hofleverancier

86 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

79. Voormalige Rijksmunt aan de Oudegracht te Utrecht met boven de ingang van de grote poort het bewuste wapen dat Y.D.C. Suermondt, had aangeschaft , tweede helft negentiende eeuw. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg .


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 87

82. Het verbouwde houten wapenbord van de voormalige firma “de Betuwe” uit Tiel, eind negentiende eeuw. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

80. Deel van de voorzijde van het winkelpand van de firma ‘Chapellerie & Fournituren Militaire’ te Arnhem, na de verbouwing in 1876/1877, eind negentiende eeuw. Collectie Hendriksen, Arnhem.

81. Het houten wapenbord, dat vroeger deel uitmaakte van de bekroning van etalage van de firma ‘Chapellerie & Fournituren Militaire’ te Arnhem. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

werd van de Willem III, liet directeur F.C. Baesjou het bestaande houten wapenbord met het wapen van Zweden ombouwen tot het Nederlands koninklijk wapen. Weliswaar werd het middelste wapen vervangen maar men vergat echter dat de twee schildhoudende leeuwen in het Nederlands koninklijk wapen een andere stand hadden dan de leeuwen in het Zweedse wapen waardoor er een curieus geheel ontstond. Ook andere leden van het Koninklijk Huis konden hofleveranciers benoemen waardoor men aan de gevel van één firma meerdere wapenborden kon aantreffen. Ieder lid had een eigen wapen dat was afgeleid van het Nederlandse wapen. De wapens van de aangetrouwde leden van het Koninklijk Huis waren nogal verschillend.16 . In eerste instantie waren de wapenborden heel eenvoudig. De beschilderde houten en metalen borden vereisten veel onderhoud en waren nogal kwetsbaar. Daarnaast vertoonden zij grote afwijkingen in uitvoering en omvang. Dit veranderde na 1850 toen men andere materialen ging gebruiken. De komst van het gietijzeren wapen leek de oplossing voor de problemen. Niet alleen werd hierdoor uniformiteit in het wapenbord mogelijk maar door serieproductie werden ook de kosten lager waardoor het voor elke gerechtigde mogelijk werd een bord aan te schaffen. Daar men van overheidswege de wapenborden van rijksinstellingen wilde uniformeren en deze bovendien van rijkswege begon te verstrekken, bood dit ook ondernemers de mogelijkheid een dergelijk bord aan te schaffen. De aanvullende teksten, bedoeld om de rijksdiensten van elkaar te onderscheiden, werden vanzelfsprekend weggelaten. Door de sterke groei van het aantal gerechtigden onder Willem III hingen rond 1860 een groot aantal gebrevetteerde fabrikanten, kooplieden en winkeliers een gietijzeren wapenbord aan hun gevel. Deze wapenschilden werden veelal vervaardigd door plaatselijke gieterijen die een eigen kijk op dit wapen hadden zodat er zo'n 25 modellen in verschillende maten en versies bekend zijn. In een aantal gevallen haalden de ontwerpers de afbeelding van het koninklijk wapen uit 1815 en 1816 door elkaar. Er waren borden waar de leeuwen werkelijk op leeuwen leken, maar ook waren er borden waar de leeuwen meer weg hadden van misvormde honden of draakachtige wezens. Daarnaast waren de wapenborden onderhevig aan de heersende mode waardoor ze soms

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 87


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 88

met veel krul- en lofwerk, dan weer strak en zakelijk werden uitgevoerd. Niet alle borden hadden als bekroning de koninklijke kroon maar waren getooid met het ‘Nassause Helmteken’ zoals omschreven in artikel 8 van het besluit uit 1815. Ook de kleuren van de diverse wapens verschilden aanmerkelijk hoewel iedere schilder probeerde de oorspronkelijke kleuren zo goed mogelijk te benaderen.

Ieder zijn eigen wapenborden Het voert te ver om alle modellen wapenborden die in het verleden voor hofleveranciers zijn gemaakt hier te behandelen. Vandaar dat er een keuze is gemaakt uit de meest opvallende wapenborden van de afgelopen 200 jaar. De omschrijvingen van het wapen van de verschillende leden van het Koninklijk Huis zijn niet altijd in een Koninklijk Besluit vastgelegd. Zowel afbeelding als vormgeving van het wapen is steeds gewijzigd of aangepast. De mannelijke leden gebruikten meestal het in 1815 vastgestelde wapen. De hofleverancier gebruikte meestal dit wapen met een extra banier om aan te geven wie het recht verleend had, zoals: ‘Hofleverancier van Z.K.H. Prins Hendrik der Nederlanden’ of van ‘Z.K.H. Prins Alexander’.

83. Een van hout vervaardigd wapenbord volgens K.B. van 1815, met in plaats van de kroon op het schild het al oude Nassause helmteken, eerste helft negentiende eeuw. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Koningin Sophie 1849-1877 Het wapen van koningin Sophie was een alliantiewapen met rechts het wapen van Nederland van haar man Willem III en links, in een ovaal, het wapen van Württemberg, gedekt met de koninklijke kroon en als schildhouders rechts een aanziende gekroonde leeuw en links een gewend klimmend hert, beide van natuurlijke kleuren, en haar devies ‘Furchtlos und trew’ ofwel ‘Onbevreesd en trouw’. Veelal was dit wapen geplaatst op een soort lofwerk waardoorheen een banier was verweven met de beide deviezen.

84.Gietijzeren wapenbord van prins Henderik der Nederlanden (18501879), vervaardigd door IJzergieterij L.J. Enthoven & Co te Den Haag. Stichting Hofleverancier in Nederland, Voorburg.

85. Gietijzer wapenbord van koning Sophia uit de periode 1849-1877, vervaardigd bij de ijzergieterij L.J. Enthoven & Co te Den Haag. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

88 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 89

Koningin Emma 1879-1934

86. Gietijzer wapenbord van Koning Emma uit de periode 1879-1891, vervaardigd bij de ijzergietrij L.J. Enthoven & Co te Den Haag.

Koningin Emma voerde van 1879 tot 1890 een alliantiewapen en van 1891 tot 1934 alleen haar eigen wapen. Haar eerste wapen was een alliantiewapen met rechts het wapen van haar echtgenoot, het Nederlandse wapen van Willem III, en links haar eigen wapen, Van Waldeck-Pyrmont en als schildhouders leeuwen met deviezen op een lint. Het devies van koningin Emma luidde ‘Palma sub pondere crescit’ ofwel ‘De palm groeit tegen de verdrukking in’. Het wapen was een zogenaamd open model zonder mantel er omheen. Er zijn ook oudere wapenborden van haar bekend waarbij de schildhouders bestonden uit één aanziende leeuw en één raaf en profil. Aangezien er geen Koninklijk Besluit van het wapen van koningin Emma was, interpreteerden de diverse makers in de periode 1879-1890 haar wapen op geheel eigen wijze. Zo zijn uit die periode borden van hout, gietijzer en zink bekend, bestaande uit twee aparte wapens terwijl er ook exemplaren bestaan met beide wapens in één ovaal schild. Daarnaast bestaat er een wapenbord dat als dekking niet de koninklijke kroon heeft maar het Nassause helmteken. Dit is onjuist daar dit was voorbehouden aan de mannelijke leden van het koningshuis.

Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Het tweede model kon men tot ver in de twintigste eeuw overal in Nederland aantreffen. Koningin Emma bepaalde op 7 april 1891 dat haar tot dan toe gevoerde alliantiewapen voortaan geplaatst moest worden op een mantel van purper, omboord met gouden franje gevoerd met hermelijn en gekroond met de koninklijke kroon.17 De invoering van de mantel achter het wapen door koningin Emma stamde uit de Duitse heraldiek. De voorgestelde teksttoevoeging ‘Koningin Weduwe’ op haar wapenafbeelding is nooit uitgevoerd. Deze verandering had tot gevolg dat de diverse gieterijen een nieuw model moesten maken dat aansloot bij de wens van de koningin weduwe. Zij werden in diverse maten, gewichten en uitvoering vervaardigd door L.I. Enthoven & Co, later omgezet in 'de Pletterij' te Den Haag, F.W. Braat te Delft en de ijzergieterij ‘de Prins van Oranje’ te Den Haag. In 1892 verzocht de directeur van de laatst genoemde ijzergieterij de Hofcommissie om een lijst van personen die gerechtigd waren het wapen van Hare Majesteit Koningin Weduwe te voeren. Waarschijnlijk wilde hij de hofleveranciers op de een of andere manier attenderen op zijn nieuwe model wapenbord van de koningin weduwe. Bij hoge uitzondering ging de Hofcommissie hier op in.18

Koningin Wilhelmina 1898-1948

87. Gietijzer wapenbord van Koningin Weduwe-Emma, uit de periode 1892-1898, toegeschreven aan “De Pletterij” te Den Haag. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Rondom de troonsaanvaarding van koningin Wilhelmina in 1898 kwam er een stroom van aanvragen binnen om haar wapen te mogen voeren. Ook koningin Wilhelmina kende twee verschillende wapenborden. De eerste uitvoering, uit de periode 1898-1907, is het koninklijke wapen volgens het besluit van 1815, met dit verschil dat het wapen is geplaatst op een mantel van purper, geboord met goud en gevoerd met hermelijn en gekroond met de koninklijke kroon waardoor het minder robuust is en vrouwelijker toont. Net als het tweede wapen van haar moeder

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 89


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 90

plaatste zij het wapen op een mantel met als schildhouders twee en face gekroonde leeuwen van natuurlijke kleur. De oorsprong van dit wapen is terug te voeren op ontwerpen van haar wapen die in 1898 in opdracht van koningin Wilhelmina werden gemaakt om gedrukt te worden op de brevetten die aan de hofleverancier zouden worden uitgereikt.19 De diverse gieterijen gebruikten dit wapen vervolgens weer als voorbeeld. Bij Koninklijk Besluit van 10 juli 1907 werd het nieuwe wapen van het Koninkrijk der Nederlanden vastgesteld.20 Het was een verbeterde versie van het oude wapen dat voldeed aan de nu ook nog geldende heraldische regels. De grootste verandering ondergingen de twee leeuwen. Zij verloren hun natuurlijke kleur en kroon en maakten plaats voor twee naar het wapen toekijkende heraldische leeuwen van goud. Het devies, dat tot 1907 met zwarte letters op een wit lint stond, werd gewijzigd in gouden letters op een lint van azuur. Verder werd het wapen definitief geplaatst op een mantel van purper, geboord met goud, gevoerd met hermelijn, opgebonden door koorden eindigende in kwasten, beide van goud en gedekt door een baldakijn van purper, geboord met goud en dragende de Koninklijke Kroon. Bij het vaststellen van het nieuwe wapen heeft men getracht de vaagheden uit het besluit van 1815 recht te zetten. Enige bemoeienis van haar echtgenoot prins Hendrik, een fervent liefhebber van heraldiek, zal hierbij zeker een rol hebben gespeeld. Het ontwerp werd in 1907 gemaakt door E.J. van Leeuwen, tekenaar van de Hoge Raad van Adel in Den Haag. Het model van het wapenbord was van de hand van S. Werz, oprichter van de huidige Kunstwerkplaatsen Esser te Weert. Van de tweede uivoering (1907-1948) bestaan meerdere types. De verschillen zaten meestal in de mantel en de grote kroon. Naast wapenborden voor de gevel werden er ook kleinere vervaardigd voor gebruik op auto’s en in etalages. Ook het materiaal van de borden veranderde. Naast gietijzer of zink werden er steeds meer borden vervaardigd van brons en later aluminium. Instellingen van Staat als de Koninklijke Marechaussee, de Dienst der Douane en de Posterijen zouden na 1907 het nieuwe wapen zonder mantel gaan voeren, het zogenaamde open of blote model. Niet alle oude wapenborden werden vervangen door het nieuwe model. Ook al werden ze in serie vervaardigd, de aanschaf van wapenborden bleef een kostbare zaak. Sommige firma's probeerden het oude wapen dan ook aan te passen door de kronen van de aanziende leeuwenkoppen af te zagen of de leeuwen zelf goudkleurig te schilderen wat soms tot een bizarre vertoning leidde.

88. Hofleveranciersbord van zink/tin legering van koningin Wilhelmina uit de periode 1898-1907, vervaardigd door Becking & Bongers te Ulft. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

89. Gietijzer wapenbord van Koningin Wilhelmina uit de periode 19071948, vervaardigd door de firma B. Ubbink & Co te Doesburg . Stichting

Prins Hendrik 1901-1934 Op 30 september 1901 werd bij Koninklijk Besluit het wapen van Z.K.H. Prins Hendrik der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg-Schwerin vastgesteld. Hierin werd onder meer bepaald dat de mantel azuurblauw moest zijn met gouden, gekroonde lopende leeuwen en blokjes van goud. Het schijnt dat men hiermee wilde aangeven dat de prins opgenomen was in het huis Nassau. Daarnaast bestond dit wapen uit een gevierendeeld schild met het wapen van Nederland, het wapen van Mecklenburg, het wapen van Schwerin en het wapen van Rostock. Als schildhouder zag men links een griffioen en rechts een gekroonde

90 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 91

leeuw en profil en het devies van de prins ‘Per aspera ad astra’ wat betekent ‘door de doornen naar de sterren’.

90. Gietijzer wapenbord van Prins Hendrik 1901-1907, vervaardigd door IJzergieterij B. Ubbink & Co te Doesburg. Stichting Hofleveranciers in

Dit besluit werd in 1907 herzien. De wijziging hield globaal het volgende in: de vijfbladige kroon werd vervangen door een driebladige kroon. Ook de schildhouder, een leeuw, werd enigszins gewijzigd. De leeuw verloor zijn kroon en werd en profil geplaatst. De mantel, eerst azuurblauw bezaaid met leeuwen en blokken, werd veranderd in een mantel van purper zonder leeuwen en blokken. Het gevolg van deze verandering is dat er twee verschillende versies van het wapenbord van prins Hendrik hebben bestaan. Het eerste model, volgens het besluit van 1901, werd hoofdzakelijk vervaardigd door de firma Ubbink te Doesburg en trof men aan bij ondernemingen die vóór 1907 door de prins waren onderscheiden. Het tweede model werd vervaardigd door de Metaalgieterij Holland in Amsterdam en geeft het wapen van de prins weer volgens het besluit van1907. Dit wapen was veelal rondom gesierd met sterpunten.21 De wapenborden werden niet alleen in gietijzer gegoten maar ook in brons. Ook de oude modellen van dit wapen trachtte men met vijl en verf eigenhandige aan te passen aan de nieuwe richtlijnen.

Nederland, Voorburg.

Koningin Juliana 1948-1980 De wapenborden uit de regeerperiode van koningin Juliana waren identiek aan het wapenbord van koningin Wilhelmina volgens KB van 1907. Deze borden werden nog maar bij twee gieterijen in Amsterdam vervaardigd: Metaalgieterij Holland en Bosma & Florack BV.

91. Brons wapenbord van Prins Hendrik 1807-1934, vervaardigd door IJzergieterij “Holland” te Amsterdam. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

92. De meest bekende Hofleveranciersbord van brons /aluminium, van Koningin Juliana uit de periode 1948-1980, vervaardigd door de Metaalgieterij Holland BV. te Amsterdam. Stichting

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 91


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 92

Prins Bernhard 1937-1980 Het wapen van Z.K.H. Prins Bernhard werd vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 3 mei 1937. Het wapen zou bestaan uit een gevierendeeld schild met het wapen van Nederland, het wapen van Lippe en het wapen van Biesterfeld. Als schildhouders rechts een leeuw en profil van goud, ongekroond, getongd en genageld van keel (rood) en links een halfaanziende engel, de vleugels neerwaarts gericht, in natuurlijke kleuren, gekleed in een lang wit hemd met daarover een wapenkleed versierd met goud en zilver, waarop het wapen van Lippe staat afgebeeld. In de linkerhand houdt de engel een palmtak van sinopel (groen). Dit wapen wordt gedekt met rechts het helmteken van Nassau en links het helmteken van Lippe. Alles werd geplaatst op een mantel van purper, geboord met goud, gevoerd met hermelijn en gekroond met de koninklijke kroon. Dit wapenbord, dat men tot 2004 nog sporadisch kon tegenkomen, werd in twee maten, zowel in brons als in aluminium, geleverd door onder meer Metaalgieterij Holland te Amsterdam. 93. Zamac/aluminium Hofleveranciersbord van prins Bernhard uit de periode 1937-1980, vervaardigd door de Metaalgieterij Holland BV. te

Prins Claus 1966-2002

Amsterdam/Weesp. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Koningin Beatrix stelde nieuwe regels voor toekenning op. Zij bepaalde onder andere dat het verlenen van het predikaat hofleverancier alleen door de regerende vorst of vorstin kon geschieden. Dit houdt in dat uitsluitend koningin Beatrix is gerechtigd tot het verlenen van deze onderscheiding. Hoewel prins Claus het predikaat hofleverancier niet mocht verlenen, bestaat er toch een hofleveranciersbord met zijn wapen. Dit bord werd in feite nooit afgemaakt omdat Metaalgieterij Holland, de gieterij waar het bord werd vervaardigd, halverwege de jaren zeventig failliet is gegaan. Het bord geeft het wapen van Z.K.H. prins Claus weer volgens de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 16 februari 1966, voorstellende een gevierendeeld schild met I en III het wapen van Nederland en II en IV het wapen van Amsberg. Het wapen is gedekt met het helmteken van Nassau en links het helmteken van Amsberg. Als schildhouders fungeren twee leeuwen en profil van goud, ongekroond. Dit alles is geplaatst op een mantel van purper, geboord met goud en gevoerd met hermelijn en als dekking de koninklijke kroon.

Koningin Beatrix 1980-2013 In het kader van de herziening van het predikaat Hofleverancier besloot koningin Beatrix ook het wapenbord voor de hofleverancier in een nieuw jasje te steken. Dit nieuwe wapenbord zou het tot dan toe gevoerde wapenschild vervangen. Het werd in mei 1987 gepresenteerd en aanvankelijk niet met gejuich ontvangen. ‘Te modern’ luidde de klacht.22 Men moest er erg aan wennen maar de koningin was ervan overtuigd dat bij een gemoderniseerd predikaat ook een modern wapen als symbool hoorde. Door het invoeren van een nieuw wapenbord werd bovendien duidelijk afstand genomen van de oude borden. Van het oude vertrouwde model was weinig overgebleven. De voorheen zo zwierige plooien van het hermelijn en fluweel waren als langs een liniaal strakgetrokken. Aan de bovenkant werd de stof, als uitdrukking

92 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

94. Nooit uitgereikt zamac/aluminium Hofleveranciersbord van prins Claus vervaardigd door de Metaalgieterij Holland BV. Amsterdam/Weesp. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 93

van het samengenomen fluweel, vereenvoudigd tot twee als ballen uitziende ornamenten. Het wapenschild met een strak kader, waarbinnen het rijkswapen en de kroon nog enigszins krullig zijn gebleven, werd geplaatst op een gekanteld vierkant met het opschrift ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’. Dit gemoderniseerde hofleveranciersbord, ontworpen door R.D.E. Oxenaar en J.J. Kruit, ziet men tegenwoordig overal in het land. Met de invoering van dit nieuwe, moderne wapenbord heeft zij er voor gezorgd dat deze onderscheiding en symboliek klaar was voor de 21ste eeuw.

95. Aluminium hofleveranciersbord van koningin Beatrix, sinds 1987

Vanaf 1980 zijn bijna alle oude borden uit het straatbeeld verdwenen. Sommige borden zijn op stoffige zolders terecht gekomen, verkocht als oud ijzer of opgeslagen in één of ander depot van een museale instelling. Gelukkig is door inspanningen van de Stichting Hofleveranciers in Nederland een gedeelte van dit cultureel historisch erfgoed bewaard gebleven. Zij beheert een grote verzameling van dergelijke wapenborden uit de periode 1815 tot heden. De collectie is uniek in Nederland en Europa.

vervaardigd door de firma Bosman & Florack te Amsterdam. Sedert 2008 wordt dit nu door de firma Sillen & Co te Swalmen gedaan. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Koning Willem Alexander 2013Zoals is aangegeven zullen er weinig veranderingen komen aangaande de uitingsvormen van het predicaat ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier”. Dit houdt in, dat het wapenbord, welke op initiatief van Koningin Beatrix in de jaren 80 van de vorige eeuw was gerealiseerd, nu ook onder de Koning Willem Alexander voortgang zal hebben in dezelfde vorm als kenmerk dat men gerechtigd is deze titel te mogen voeren.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 93


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 94

96. Voorzijde en verschillende werkplaatsen van de ‘IJzergieterij de Prins van Oranje’ in Den Haag, tweede helft negentiende eeuw. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

IJzergieterijen en het wapen In de loop van de negentiende eeuw deden gietijzeren hofleveranciersborden hun intrede. Gietijzer kent in Nederland een lange geschiedenis. In de zeventiende en achttiende eeuw waren ijzergieterijen bedrijven die zich in eerste instantie toelegden op het gieten van gebruiksvoorwerpen zoals gereedschappen en producten voor huishoudelijk gebruik. De term 'ijzergieterij' veronderstelt dat er alleen gewerkt zou worden met één en hetzelfde materiaal. Dat is echter niet het geval. Naast ijzer werd er ook met zink en koper gewerkt. In de negentiende eeuw waren de ijzergieterijen veelal een onderdeel en hulpbedrijf van machinefabrieken waar in eigen beheer gietijzeren onderdelen werden gemaakt. In een aantal gevallen groeide een ijzergieterij uit tot een complete machinefabriek. In deze complexe bedrijven werden naast eenvoudige gietstukken ook omvangrijke ijzerconstructies als machines en stoomketels, straatmeubilair, grafkruizen en sierornamenten vervaardigd, waarbij naast gietijzer ook smeedijzer en andere metalen verwerkt.

94 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 95

Vooral in de tweede helft van de negentiende eeuw en in de eerste helft van de twintigste eeuw beleefden de ijzergieterijen in Nederland hun bloeitijd. De oudste fabrieken ontstonden in het oosten van Nederland waar de aanwezigheid van ijzererts en voldoende water gunstige vestigingsfactoren vormden. Gietijzer bleek zich goed te lenen voor het maken van ornamenteel werk. De techniek was eenvoudig. In zand of klei werd een vorm gedrukt die daarna weer werd verwijderd. In de ontstane afdruk goot men vervolgens het vloeibare materiaal. Objecten konden ook in zogenaamde vormkasten worden gegoten waardoor de mogelijkheid ontstond bepaalde producten in serie te gieten. Het materiaal en de productiemethode bleken uitermate geschikt voor het maken van wapenschilden.23

Wapenborden van ijzer

97. De koepeloven bij van Lohuizen in Vaassen, waaruit het gesmolten ijzer, dat zich in een zogenaamde voorhaard had verzameld kon worden afgetapt en in gietpannen werd opgevangen. Opname begin twintigste eeuw.

98. Tekening van zwaar rokende schoorstenen en gebouwen die een overzicht geven van de IJzergieterij L.J. Enthoven en Co’ te Den Haag in de tweede helft van de negentiende eeuw. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

De bekendste gieterijen in de negentiende eeuw waren de firma's L.J. Enthoven & Co en de Wed. A. Sterman en Zn ook wel ‘De Prins van Oranje’ genaamd in Den Haag, de Koninklijke Stoomfabriek in Zink en andere Metalen ‘F.W. Braat’ te Delft en de firma L. Schülz in Zeist. Deze ondernemingen hadden in de tweede helft van de negentiende eeuw ook een groot deel van de productie van wapenborden in handen. Zij produceerden niet alleen voor hofleveranciers maar ook voor overheidsinstellingen als de Koninklijke Marechaussee, de Post- en Telegraafkantoren, de Belastingdiensten en Douane. Zo had de firma L.J. Enthoven & Co op zijn hoogtepunt rond 1870 ongeveer 800 man in dienst en was daarmee de belangrijkste industriële onderneming in Den Haag.24 In de twintigste eeuw werden dergelijke wapenborden vooral vervaardigd door de gieterijen Ubbink te Doesburg en Metaalgieterij ‘Holland’, die eerst in Amsterdam en later te Weesp was gevestigd.

Bij alle firma’s konden wapenborden worden besteld door instellingen van staat, provincie, gemeente en voor decoratie van gebouwen door hofleveranciers. De borden waren leverbaar in diverse afmetingen, uitvoeringen, materialen en toevoegingen. De wapenborden werden op verzoek van de klant samengesteld waardoor het kon gebeuren dat het wapenbord van de postkantoren bijna identiek was aan het wapenbord van de Koninklijke Marechaussee. Het enige verschil was de tekst op het onderbord of achter het schild. In enkele gevallen was hetzelfde bord verkrijgbaar bij verschillende gieterijen waarbij, door de keuze van het materiaal, de prijs sterk uiteen kon lopen. In de loop van de tijd zou de prijs van de borden zakken. In 1857 kostte bij de firma Enthoven een wapenbord bestemd voor de ‘Rijkstelegraaf’, bij een minimale afname van 40 stuks, ƒ 32, - in zink en ƒ 17, - in ijzer. In 1870 leverde de ijzergieterij 'de Prins van Oranje' 50 ijzeren wapenborden voor de postkantoren tegen ƒ 13,50 per stuk.25 Het ontwerpen van wapenborden geschiedde binnen het bedrijf zelf. Op de modelmakerij werden de uitgetekende voorbeelden veelal eerst in hout uitgesneden of van klei of gips vervaardigd. Hieraan werkten gespecialiseerde vaklieden. Zij werkten de details tot in de finesses uit waarbij rekening moest worden gehouden met krimp van ongeveer 1%. Dit betekende dat het model iets groter moest zijn dan het gietstuk.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 95


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 96

Voor modellen die niet vaak voorkwamen werd vuren- of grenenhout gebruikt, voor duurzame modellen iepenhout. Als een model vaak moest worden gebruikt werd een zinken of bronzen gietmodel vervaardigd. De ontwerpen van de wapenborden waren niet beschermd terwijl ook de maker van het model veelal onbekend is.26 Men kopieerde andermans product vrijelijk. Ondanks de stijgende vraag naar dergelijke borden ging het bij de gieterijen slechts om een bijproduct. In de diverse catalogi van de verscheidene ondernemingen komen we een bonte verzameling van verschillende producten tegen.27 Men verdiende de kost met standbeelden, tuinbanken, straatlantaarns, spoorwegoverkappingen en -spanten, bruggen, muurankers, brievenbussen, deurknoppen, paraplustandaards, voetschrappers, urinoirs, grafmonumenten, roosters, ramen, etc.

99. Bladzijde uit het modellenboek van de IJzergieterij L.J. Enthoven & Co te Den Haag, omstreeks 1870. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

100. Gegoten wapenbord , model 2125, uit het modellenblad van de IJzergieterij L.J. Enthoven &

Co te Den Haag. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Niet alleen door het kopiëren van elkaars werk kreeg men de gewenste modellen maar ook door koop of fusie van bedrijven. Vooral aan het einde van de negentiende eeuw wisselden verschillende ontwerpen van eigenaar omdat een aantal zich meer en meer gingen specialiseren bijvoorbeeld in constructiebouw of verwarming. Daarnaast werden er in die tijd nogal wat gieterijen opgeheven zodat de N.V. IJzergieterij en Emailleerfabriek ‘De Etna’ voorheen Frans Klep in Breda trots op haar briefpapier aan de klant liet weten dat zij een groot gedeelte van de modellen afkomstig van de IJzergieterij 'de Prins van Oranje' en 'de Pletterij' uit Den Haag bezat.28 Bij sluiting van een gieterij werden de nog gangbare modellen verkocht terwijl het restant meestal werd vernietigd. 101. Briefhoofd van de firma ‘De Etna’ te Breda uit 1918 waaruit blijkt dat zij een groot deel bezit van de modellen van de IJzergieterij ‘De Prins

Nu betekende overname niet automatisch dat de modellen die waren overgenomen ook werden afgegoten. Indien men de overgenomen

96 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

van Oranje’ en ‘De Pletterij’ beide uit Den Haag. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 97

mallen ging gebruiken werd meestal de naam van de gieterij in het voorbeeld veranderd of weggelaten. Dit laatste geeft bij het traceren van oude wapenborden nog wel eens problemen zodat een wapenbord soms alleen kan worden toegeschreven aan de laatste gieterij. Een aantal oude wapenborden zijn tot in de tweede helft van de twintigste eeuw vervaardigd. Jammer genoeg zijn niet alle modellenboeken van de gieterijen bewaard gebleven. Bovendien zijn de meeste bedrijfsarchieven ook verdwenen. Aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw liep het aantal te gieten wapenborden terug. Weliswaar werden er nog altijd borden besteld maar veel minder dan in voorgaande jaren. De terugloop moet vooral gezocht worden in het hergebruik van oude borden door overheidsinstellingen en hofleveranciers. Als een vestiging in het zuiden van het land sloot en in het oosten werd geopend, kon het gebeuren dat het oude wapenbord na een opknapbeurt daar weer werd opgehangen. Bij de hofleveranciers leed menig bord een zwervend bestaan omdat ze werden doorverkocht. Dit blijkt vooral als men het predikaat van verlening vergelijkt met het wapenbord dat men voerde. In vele gevallen kwamen zij niet overeen. Aan het begin van de twintigste eeuw waren er nog maar een paar gieterijen over waar men wapenborden kon bestellen. Dit waren onder andere Becking en Bongers in Ulft, B. Ubbink en Co, Doesburgse IJzer & Metaalgieterij in Doesburg, de IJzergieterij Diepenbrock en Reigers (DRU) te Ulft en de N.V. Metaalgieterij ‘Holland’ in Amsterdam/Weesp.29 Dit aantal zou met de jaren verder afnemen. Uiteindelijk zou de laatstgenoemde gieterij, alle andere gieterijen die dergelijke wapenborden goten, overleven. Vanaf de jaren vijftig van de twintigste eeuw zijn zij met de firma Metaalindustrie B.V. Bosman en Florack te Amsterdam de enige ondernemingen in Nederland die dit artikel nog in hun assortiment voeren. Echter ook deze ondernemingen was geen eeuwig leven beschoren. Uiteindelijk is het de firma Sillen & Co te Swalmen, die in 2008 De productie van Bosman & Florack te Amsterdam hadden overgenomen, de enige die sindsdien nog dergelijke wapenborden produceert.

Het model van Werz Door wijziging van het Rijks- en Koninklijk wapen ontstond op voordracht van koningin Wilhelmina, bij Koninklijke Besluiten van 10 juli 1907 en 13 juli 1909, met intrekking van het Koninklijk Besluit van 1815, een nieuw wapen. Deze wijziging had tot gevolg dat alle eerdere wapenuitingen dienden te worden vernieuwd of aangepast. Een uitzondering hierop vormden gebouwen waar het Rijks- en Koninklijk bijvoorbeeld in steen was weergegeven. Deze werden niet veranderd omdat dit bijna ondoenlijk was. De tekening van het nieuwe ‘heraldische’ rijks- en koninklijk wapen werd gemaakt door E.J. van Leeuwen, tekenaar van de Hoge Raad van Adel.

102. Wapenbord ‘Invoerechten en Accijnzen’ naar model Stephan Werz. Belastingmuseum Rotterdam.

Het eerste exemplaar van dit bord, in de vorm van een afneembaar wapenbord, werd gemaakt door Stephan Werz of Wirtz (1848-1934). Werz trad eind negentiende eeuw als vormer in dienst bij de firma Merckel-

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 97


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 98

bach van Enkhuizen in Breda, later IJzer- en Metaal Gieterij Marijnen geheten. Ook zijn broer Jacobus oefende dit vak uit bij een gieterij in Deventer. Hij was de grondlegger van de huidige firma en hofleverancier Esser Kunstwerkplaatsen te Weert.30 De firma Marijnen goot de eerste wapenborden volgens het nieuwe Koninklijk Besluit naar model van S. Werz. Het bedrijf maakte zowel vrijstaande, c.q. open als op een mantel geplaatste wapenborden. Sommige vrijstaande wapenborden werden voorzien van een onderbord met het opschrift van de dienst waarvoor ze waren bestemd zoals ‘Invoerrechten en Accijnzen’ of ‘Koninklijke Marechausee’. Kort daarop kwamen ook de andere gieterijen met dit model en eveneens in diverse formaten. In die tijd was van beeldbescherming geen sprake en dupliceerde men het ontwerp gewoon. Of het model van het wapen van prins Hendrik, echtgenoot van koningin Wilhelmina, ook van de hand van Werz is, valt te betwijfelen omdat het nogal afwijkt van de stijl van Werz. Wapenborden volgens model Werz kunnen nog altijd worden gemaakt, maar dat gebeurt eigenlijk niet meer. Tot vandaag de dag kan men bij een aantal overheidsinstellingen en ondernemingen nog altijd het model Werz, uitgevoerd in gietijzer, brons, aluminium of kunststof aantreffen. Koningin Juliana nam bij haar aantreden in 1948 dit wapen over. Een verbeterd wapenschild dat in de jaren zestig door André van Lier werd getekend omdat hij het officiële schild niet fraai en krachtig genoeg vond, is nooit uitgevoerd.31

Een nieuw wapenbord voor Hofleveranciers Onder koningin Beatrix werd het predikaat Hofleverancier gemoderniseerd. Er kwamen nieuwe en strengere regels als ook een nieuw wapenbord. Hiermee beoogde zij een einde te maken aan de grote variatie van koninklijke wapenborden die in omloop waren. In de toekomst zou er nog maar één wapenbord mogen worden gevoerd. Dit betekende dus dat alle eerder gevoerde wapenborden hiermee kwamen te vervallen. Aan de vormgevers R.D.E. Oxenaar en J.J. Kruit werd de opdracht gegund een nieuw wapenbord voor de Hofleveranciers nieuwe stijl te ontwerpen, rekening houdend met de wensen van koningin Beatrix die zich persoonlijk met het nieuwe ontwerp heeft bezig gehouden. Als uitgangspunt voor het nieuwe ontwerp werd het koninklijke wapen met de hermelijnen mantel gebruikt dat ook door een volgend staatshoofd als wapen voor de Hofleveranciers zou kunnen worden gebruikt. De vormgevers maakten een reeks ontwerpen. Aanvankelijk overwogen zij een wapen in de vorm van een driehoek, geïnspireerd op het beeld van de vroegere koninklijke tenten waarvan in het verleden de mantel met baldakijn was afgeleid. Vervolgens werd gekeken of de vermelding van het nieuwe opschrift BIJ KONINKLIJKE BESCHIKKING HOFLEVERANCIER in een grijs vierkant achter het koninklijke wapen gezet zou kunnen worden. Dit gaf echter problemen omdat de tekst te los van het wapen zou komen te staan. De oplossing werd ten slotte gevonden door het vierkant te kantelen achter het wapen. Het daarbij optredende effect, een ster achter het wapen, moest een koninklijke indruk geven. Het bleek bij deze vormgeving in reliëf mogelijk de koninklijke mantel strak met de vorm mee te laten lopen zodat alleen het rijkswapen zelf en de kroon nog enigszins traditioneel krullerig bleven.

98 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

103. Hofleverancierbord naar model van Stephan Werz, dat heeft dienst gedaan tot 1980. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg


HofLev-boek 25-11-13 16:14 Pagina 99

In december 1986 zocht de Dienst van het Koninklijk Huis contact met de firma Bosma & Florack te Amsterdam om, in nauw overleg met de ontwerpers R.D.E. Oxenaar en J.J. Kruit, over te gaan tot vervaardiging van het gietmodel en het gieten van het nieuwe hofleverancierwapenbord.

104. Hofleveranciersbord van Koningin Beatrix, ontwerp van R.D.E. Oxenaar en J.J. Kruit, vervaardigd door de firma Bosman & Florack te Amsterdam. Thans ook geldend voor Koningin Willem Alexander. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Dat men bij de firma Bosma & Florack terecht kwam, was niet zo verwonderlijk. Deze firma was, nadat de Metaalgieterij ‘Holland’ Amsterdam/Weesp in de jaren zeventig haar poorten had gesloten, nog de enige onderneming die dergelijke wapenborden produceerde. De onderneming leverde de volgende types in diverse afmetingen: het wapenbord van koningin Wilhelmina en Juliana alsook dat van prins Hendrik en prins Bernhard. Al deze wapenborden werden zowel in brons als in aluminium vervaardigd. Daarnaast beschikte de firma over een uitgebreide collectie mallen van diverse kronen en leeuwen in allerlei standen. Het vervaardigen van een gietmodel van het nieuw ontworpen wapenbord voor hofleveranciers was een bijzondere opgave omdat vanuit een vlak ontwerp driedimensionaal product gemaakt moest worden dat bovendien giettechnisch verantwoord was. Veel voorstudies en deelmodellen in was, vervaardigd door Lucas Oosterbaan, gingen vooraf aan het model voordat het uiteindelijk aan de zware eisen voldeed. In februari 1988 werd het voorbereidende werk succesvol afgerond met een model dat goed en niet te duur vervaardigd kon worden. Hierna werd de productie van de gevelwapens opgestart. Op 29 april 1988 werden de eerste vijf wapenborden ‘nieuw- model’ op Paleis Noordeinde aan de koningin gepresenteerd in aanwezigheid van een vijftal hofleveranciers. Naast het model 80 x 88 cm werd een jaar later nog een kleinere versie gerealiseerd van 56 x 62 cm. De borden worden aan de achterzijde voorzien van de namen van de ontwerpers en de fabrikant alsmede van datum en nummer van de verlening of de bestendiging en van het een fabricage nummer zodat bij diefstal en hergebruik de herkomst te achterhalen is. Het huidige wapenbord: “BIJ KONINKLIJKE BESCHIKKING HOFLEVERANCIER” was uitsluitend te verkrijgen bij de Metaalindustrie BV v/h. Bosma & Florack, te Amsterdam. Sedert 2008 is de productie hiervan overgenomen door de firma Sillen & Co BV. Swalmzicht 6, 6071 HN Swalmen en wordt uitsluitend verstrekt aan gerechtigde ondernemingen om misbruik en valse indicaties te voorkomen. Net als in het verleden is de productie van het wapenbord een bijproduct van de firma. De onderneming vervaardigt vooral producten op het gebied van belettering zoals bedrukte, gegoten en geëtste firmanaamplaten in vele variëteiten.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 99


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 100

A

B

C

D

E

F

G

H

I

105. Kijkje op de werkvloer bij de firma Sillen & Co te Swalmen, hoe het proces verloopt aangaande het gieten en afwerken van een wapenbord. Opnames Sillen & Co te Swalmen 2013.

100 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 101

De productiewijze van de hedendaagse wapenborden lijkt nog enigszins op de oude methode, al worden er wel moderne en lichtere materialen bij gebruikt . Het model, bestaande uit aluminium, wordt in een vormkast gedrukt (foto A.), waarna deze er weer voorzichtig wordt uitgehaald. In de vormkast ziet men het wapenbord in spiegelbeeld weergegeven.(foto B.) De twee vormkasten worden dan stevig tegen elkaar gekoppeld. Door de gietgaten wordt het, in een oven verwarmde aluminium van 720 Graden Celsius, via de smeltkroes in de vormkast gegoten. (foto C.). Nadat deze na 1 uur is afgekoeld worden de beide delen van de vormkast van elkaar gescheiden, waarna het gegoten model er wordt uitgebroken. (foto D-E) Na enkele ambachtelijke bewerkingen, zoals het wegwerken van oneffenheden (foto F.), kan het wapenbord beschilderd worden. Als eerste wordt het wapenbord gemoffeld door middel van een witte poedercoating, vervolgens wordt er 23,75 karaat dubbeltoren bladgoud opgelegd (foto G.) waarna het geheel wordt afgeschilderd in de voorgeschreven heraldische kleuren.(foto H.) Dit alles gebeurt met uiterste zorg en vakkundigheid en neemt veel tijd in beslag. Tenslotte worden de twee delen op elkaar gemonteerd door middel van een roestvrijstalen plaat die voorzien is van vier ophangogen zodat een eenvoudige montage aan de wand mogelijk is. (Foto I.) Dit wapenbord siert sinds 1988 menig winkelgevel als aanduiding, dat het Koningin Beatrix en voortaan Koning Willem Alexander heeft behaagd de onderneming de titel ‘Bij Koninklijk Beschikking Hofleverancier’ te verlenen.

Overzicht Gieterijen Overzicht van gieterijen in de negentiende en begin twintigste eeuw, hun assortiment wapenborden en, indien mogelijk, waar de modellen van de wapenborden na sluiting van het oorspronkelijke bedrijf naartoe zijn gegaan. • Firma E.B.L. Maritz & Comp., opgericht in 1824 in Den Haag, werd in 1848 voortgezet onder de naam L.J. Enthoven en Co. In 1891 werd het familiebedrijf omgezet in de IJzergieterij N.V. ‘de Pletterij'. Na sluiting van de gieterij en overheveling van het bedrijf vanuit Den Haag naar Delft in 1906-1907 werden modellen overgenomen door: Doesburgsche IJzer- & Metaalgieterij B. Ubbink & Co te Doesburg, N.V. IJzergieterij en Emailleerderij ‘De Etna’ v/h Frans Klep in Breda en N.V. Metaalgieterij ‘Holland’ in Amsterdam/Weesp. • Firma Merckelbach, Marbais & Cie, opgericht omstreeks 1870 in Breda, ging rond 1880 door onder de naam IJzergieterij en Smederij ‘Merkelbach van Enhuizen & Co’ en werd eind 19e eeuw omgezet in de N.V. Marijnen's IJzer en Metaalgieterij. Na opheffing medio 1920 van de firma Marijnen werden er modellen overgenomen door: IJzergieterij ‘Diepenbrock & Reigers’ te Ulft.32 Deze firma, ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ sinds 2004 en beter bekend onder de naam DRU, is tegenwoordig een vooraanstaand producent van kachels en haarden. • De IJzergieterij Wed. A. Sterman en Zn. ofwel 'De Prins van Oranje' opgericht omstreeks 1840 in Den Haag, sloot haar poorten in 1897, waarna er modellen worden overgenomen door de N.V. IJzergieterij en Emailleerderij ‘De Etna’ v/h Frans Klep in Breda. 33

106. Briefhoofd van de firma Diepenbrock & Reigers te Ulft uit 1909. Deze firma stond later beter bekend onder de afkorting van DRU, en bevindt zich thans te Duiven in Gelderland. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg

• De Zinkfabriek ‘L. Schülz’ opgericht in 1834 in Zeist, werd in 1894 overgenomen door de Koninklijke Stoomfabriek van Werken in Zink en andere Metalen F.W. Braat in Delft waardoor deze in het bezit kwam van de modellen van de eerstgenoemde firma.34 De Koninklijke Stoomfabriek van Werken in Zink en andere Metalen F.W. Braat in Delft die in 1844 begon als een loodgieterij en pompenmakerij groeide weldra uit tot een heuse fabriek van zinkwerken en andere metalen. Rond de Eerste Wereldoorlog kwam een eind aan de tijd van zinken bouwornamenten.35 Uiteindelijk brokkelde het imperium van de eens zo vermaarde zinkfabriek af waardoor in de jaren zestig van de twintigste eeuw ook 'F.W. Braat' de poorten moest sluiten. • De ‘IJzergieterij Van de Wall Bake’ in Utrecht is voortgekomen uit de zaak van Cornelis Verloop die naast zijn kleine timmermans- en molenmakerswerkplaats in 1827 een ijzergieterij met oven had opgericht. Kort daarop legde het bedrijf zich toe op het vervaardigen van producten van ijzer, koper en andere metalen zoals ijzeren onderdelen voor constructiebouw, ornamenten, huishoudelijke artikelen, straatmeubilair en wapenborden.36 Wat dit laatste betreft zijn er modellen bekend die identiek zijn aan die van de IJzergieterij ‘De Prins van Oranje’ en van ‘L.J. Enthoven & Co’, beide in Den Haag. Na diverse keren van naam en eigenaar te zijn gewisseld, verhuisde de onderneming, toen Machinefabriek A.F. Smulders geheten, in 1906 van Utrecht naar Schiedam waar vooral de scheepsbouwafdeling als werf ‘Gusto’ bekendheid heeft verworven.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 101


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 102

Het kleuren van de wapens Termen als gevierendeeld, doorsneden of gedeeld en links doorsneden zeggen de meeste mensen niet veel. Maar achter deze terminologie gaat een kleurrijke middeleeuwse wereld schuil: Gouden leeuwen, zwarte adelaars, Sint Joris met de draak, hertengeweien, raven en stierenkoppen, rozen en burchten, majestueuze kronen, fiere schildhouders en klinkende wapenspreuken. Het gebruik van gekleurde wapens en de gebruikte symboliek is terug te voeren naar de twaalfde eeuw en vindt zijn oorsprong in Frankrijk en Engeland. Op het middeleeuwse slagveld, waar de gezichten van de ridders achter vizieren waren verborgen, was het van levensbelang vriend van vijand te kunnen onderscheiden. Door het aanbrengen van het wapen van de ridder op zijn schild alsook door andere tekens en kleuren op dekkleden, banier en helm maakte hij duidelijk wie hij was en voor welke heer hij vocht. Verschillende onderdelen van het harnas vormen dan ook een soort grafisch steno.37 Op deze manier kan een koninklijk wapen gezien worden als een samenvatting van de historische ontwikkeling van koninklijke families en het land waarmee zij zijn verbonden. Uit het wapen kan ook worden afgeleid uit welke families een monarch of diens partner afkomstig is als ook het land waarover zijn of haar voorgangers heersten. De kleuren, symbolen en hun betekenis op de wapens zijn gebonden aan vaste regels en vormen. De wetenschap die zich daarmee bezig houdt noemt men ‘Heraldiek’.

107. Tekening van hertog Jan I van Brabant in de slag bij Woeringen op 5 juni 1288 uit de rijmkroniek van Jan van Heelu, waarop de herkenningssymbolen duidelijk zijn weergegeven. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Blazoeneren Al tweehonderd jaar sieren en sierden prachtige wapens, uitgereikt door achtereenvolgende vorstelijke personen, de gevels van de Nederlandse hofleveranciers. Deze hofleveranciersborden duiden door middel van hun samenstelling aan wie de verlener was. Daarnaast moeten zij van enige afstand te onderscheiden zijn door hun kleuren. De beschrijving en het samenstellen van de wapenschilden wordt blazoeneren genoemd. Dit is de vaktaal die gebezigd wordt bij het beschrijven van wapens zodat een heraldische tekenaar in staat is zich het wapen voor te stellen en het dan correct af te beelden. Dit houdt in dat de blazoenering duidelijk, nauwkeurig en gemakkelijk te begrijpen moet zijn om fouten te voorkomen. Bij de beschrijving van een wapen komt het schild het eerst, daarna de wrong en dekkleden op de helm en vervolgens het helmteken. Het beschrijven van de helm of kroon is niet noodzakelijk maar indien er alleen een rangkroon is, wordt deze wel beschreven. Als het wapen schildhouders heeft worden die na het helmteken en de dekkleden genoemd, gevolgd door de wapenspreuk. Als het wapen omcirkeld wordt door de keten van een ridderorde, vermeldt men dit na de beschrijving van het schild.38 Daarnaast wordt veelal, bij het een wapen van Europese vorsten, het hele wapen op een mantel geplaatst.39 In de negentiende eeuw werden de verschillende wapens van leden van het Nederlandse vorstenhuis niet expliciet volgens de heraldische regels uitgevoerd. Dit veranderde in begin van de twintigste eeuw. Het was met name prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina, die als groot beoefenaar van de heraldiek hiervoor zorgde. Bij de samenstelling van het nieuwe rijks- of koninklijk wapen en het wapen

102 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

108. Kleuren litho van het nieuwe wapen van Prins Henderik van 1907. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 103

van prins Hendrik der Nederlanden in 1907 heeft men de regels van de heraldiek weer strak toegepast. Dit gebeurt heden ten dage nog steeds: de Hoge Raad van Adel in Den Haag houdt er een wakend oog op.

Alles heeft zijn eigen kleur Uit de oorspronkelijke doelstelling van het wapen als herkenningsteken in het krijgsgewoel zijn ook de grondregels voor de kleuren voortgekomen. Het was belangrijk de tegenstander op een afstand goed te kunnen onderscheiden. Dit verklaart de sterk sprekende kleuren op wapens. Zo kent men vier hoofdkleuren, rood (keel), blauw (lazuur), zwart (sabel) en groen (sinopel) en vijf oneigenlijke kleuren, purper, oranje, bruin, vleeskleur en de natuurlijke kleur. Verder zijn er twee metalen namelijk goud (geel) en zilver (wit).

109. Kleurenlitho van het nieuwe Rijks- en Koninklijkwapen van 1907. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

110. Heraldische kleurenschema door middel van het arceringspatroon. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

111. De opgezette Kaapse leeuw die model zou hebben gestaan voor de herziene versie van het Rijks- en Koninklijk Wapen volgens K.B. van 1815. Museum Naturalis, Leiden.

Daarnaast is een vaste regel bij het schilderen van wapens dat bij voorkeur geen kleur op kleur of metaal op metaal wordt toegepast. Zo mag dus geen rode roos op een blauw veld worden aangebracht. Evenmin is een gouden leeuw op een zilveren veld toegestaan.40 Kortom de kleuren van een wapen zijn van groot belang, tenslotte zijn die het eerst opvallende herkenningspunt waaraan men het wapen kan onderscheiden. Zo zijn bijvoorbeeld de wapens van Noord-Brabant en Zuid-Holland door kleuren gemakkelijk te onderscheiden. Het eerste is een gouden leeuw op een zwart veld (achtergrond) terwijl de tweede beschreven wordt als een rode leeuw op een gouden veld. Zouden er geen kleur aangegeven worden dan kunnen beide wapens toebehoren aan iedereen die, als enig stuk op zijn schild, een klimmende leeuw voert. Een ander manier om de kleuren aan te geven werd voor het eerst in 1600 Jean Baptist Zangrius uit Leuven toegepast.41 In zwart-wit tekeningen worden de kleuren door stippen en arceerlijnen weergegeven. Op sommige oude borden van hofleveranciers zijn deze stippen en arceerlijnen onder de verflagen nog aanwezig. Hoewel de kleuren van een wapen waren aan te geven door middel van grafische tekens, hield dit niet in dat de problemen met de kleuring waren opgelost. Wat moest men bijvoorbeeld verstaan onder begrippen als lazuur, robijnrood, loofgroen, ultramarijn of natuurlijke kleur? Elke schilder gaf hier zijn eigen invulling aan. Vooral de ‘natuurlijke kleur’ van de schildhouders (leeuwen) van het koninklijk en rijkswapen, vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 25 augustus 1815, nummer 71, gaf nogal wat problemen. Wat was nu de natuurlijke kleur van een leeuw? Was dat ergens tussen zandgeel tot kastanjebruin en moesten de manen hierbij donkerder worden aangezet? Een eenduidig antwoord werd hierop niet gegeven. De accentuering op de tekening die bij het besluit was afgebeeld en ook het besluit zelf gaven hierover geen uitsluitsel. En wie had in die tijd nu een leeuw in levende lijve gezien? Volgens overlevering liet Willem I hiervoor, zowel voor zich zelf en als voorbeeld, een opgezette Kaapse Leeuw overkomen. Men moest het grotendeels hebben van plaatjes en tekeningen uit boeken waarbij de fantasie de tekenaar soms parten speelde. Kortom, ook al waren in hoofdlijnen de kleuren van het wapen van de koning aangegeven, de detaillering bleef voor menig schilder gissen en invullen naar eigen opvatting. Dit gold tevens voor de aangegeven kleuren die zonder nuance waren vastgesteld. Wat voor soort rood moest er gebruikt wor-

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 103


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 104

den, was dit licht of donker of iets ertussen in. Door het ontbreken van duidelijke kleurenschema's, kleurbenamingen of kleur aanduidingen werden de hofleveranciersborden in de negentiende eeuw soms nogal bont opgeschilderd in opvallende kleuren. Hierin kwam tijdens de tweede helft van de negentiende eeuw verandering. Met de opkomst van kleurenafbeeldingen zoals de chromolitho's werd een en ander vergemakkelijkt. Deze platen konden dienen als leidraad voor de plaatselijke schilders bij het opschilderen van zowel nieuwe als oude wapenborden. Langzamerhand ontstond daardoor meer eenheid in de kleurstelling, ook al omdat men van elkaar afkeek. De wapenschilden van de aangetrouwde leden van het vorstenhuis, die veelal bestonden uit verschillende kwartieren (vlakken), vereisten meer precisie. Hierbij waren kleurenvoorbeelden vaak onontbeerlijk. Het Hofleveranciersbord onderging in de loop der tijd in afbeelding en uitvoering wijzigingen die enigszins aan mode en stijlverandering onderhevig waren.42 Daarnaast veranderden ook sommige kleurnuances, zodat al snel enkel de benaming rood of blauw niet meer voldoende was. Om toch de juiste kleur te gebruiken werden ze voor de duidelijkheid voorzien van een kleurnummer. Dit laatste was ook nodig daar men kon kiezen uit een breed scala aan tinten variërend in helderheid en verzadiging. Daar de meeste schilders tegenwoordig gebaat zijn bij een nauwkeurige aanduiding van de toe te passen heraldische kleuren bij het opschilderen van oude hofleveranciersborden, is door het Sikkens Schildermuseum in samenwerking met de Stichting Hofleveranciers in Nederland een onderzoek gedaan naar de kleurstellingen die in het verleden werden gebruikt. Op grond van monsters genomen van oude wapenborden zijn de kleuren in eenduidige, meetbare en reproduceerbare kleurnummers uit de Sikkens- en RAL kleurencollecties als richtlijn vastgesteld voor zowel oude Hofleveranciers- als Rijkswapenborden. Zie het onderstaande schema.

Periode 1815-1907

Periode 1907-heden

Keel Azuur sinopel sabel

Sikkens C4.75.30 helderrood RAL 5002 donkerblauw RAL 6002 groen (ongewijzigd) RAL 9005 zwart (ongewijzigd)

RAL 3003 donkerrood RAL 5003 helderblauw RAL 6002 groen RAL 9005 zwart

Voor de periode 1815-1907 zijn als natuurlijke kleuren van de aanziende leeuwen de volgende kleuren bepaald. Sikkens F2.30.50 voor de lijven en Sikkens F.2.25.45 voor een iets donkerder tint voor manen en staarten.

Overigens is de Hoge Raad van Adel van mening dat het dwingend vastleggen van kleuren ongewenst is. De reden hiervan is dat de heraldiek stamt uit een tijd waarin uiteraard geen sprake was van de hedendaagse kleurnummers. De Hoge Raad van Adel acht het zinvol om deze lange traditie in stand te houden. Dit geeft iedere kunstenaar of uitvoerder de vrijheid om zelf een kleurtint te kiezen, waarbij wel gemiddelde heldere tinten worden aanbevolen. In de koninklijke besluiten van wapenverleningen worden dan ook bewust geen precieze kleuren aangegeven.

104 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 105

Wanneer men een vastgestelde kleur gebruikt op verschillende dragers of ondergrond en wanneer men een wapen toont op verschillende locaties, op een donkere of op een lichte plaats, zal deze vastgestelde kleur er verschillend uitzien. De schilder dient zijn kleuren/tinten dus aan te passen aan de omstandigheden. Hij is er echter wel bij gebaat te kunnen beschikken over duidelijke richtlijnen om wapenborden te kunnen schilderen volgens de regelen der kunst. Het schilderen of restaureren van wapenborden is niet gemakkelijk. Het vereist veel kennis en vakmanschap. Bovendien is het een tijdrovend, arbeidsintensief en vaak ook kostbaar werk. Natuurlijk staat het iedereen vrij een oud of nieuw wapenbord zelf op te knappen. Wel moet men zich bedenken dat perfectionisme alleen kan worden bereikt als men ook over heraldische en technische kwaliteiten beschikt. Als een oud wapenbord in de loop der tijd een fraai patina heeft gekregen, kan men er ook voor kiezen het wapenschild in de oude toestand te laten en niet langer buiten te exposeren. Vooral musea zullen hiervoor kiezen. 112. De meesterschilder Marinus Smit in Yerseke bezig met het opschilderen van een wapenbord van Koningin Emma. Met uiterste precisie gaat hij daarbij te werk. Sikkens, Sassenheim.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 105


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 106

Referenties Icons, een onderzoek naar een nieuw beeldmerk van Nederland. (Den

33

Haag 2004)

34

1

2

De auteur dankt mr. Egbert J. Wolleswinkel, secretaris van de Hoge Raad van Adel voor het doorlezen van dit hoofdstuk alsook voor zijn aanvullingen.

3

Neubecker, O., Heraldiek, bronnen, symbolen en betekenis (Amsterdam 1962.

4 Staatsblad nr. 46: Koninklijk Besluit 24 augustus 1815, no. 71. Voor meer informatie zie: www.koninklijkhuis.nl 5

Rijksvoorlichtingsdienst Den Haag 2000; Besluit no. 133 14 januari 1814.

6

KHA E1a-IIb-8: Hofcommissie: Rekwesten december-april 1813-1814.

7

KHA E1a-I-1: Hofcommissie: Notulen van de vergaderingen van de Hofcommissie 1814-1815. 8

Staatsblad no. 46: Koninklijk Besluit d.d. 24 augustus 1815, no. 71.

9

Deze brief is gevoegd bij de notulen van de Hoge Raad van Adel van 2 juli 1816.

10

Notulen Hoge Raad van Adel, no. 484, 1 december 1815.

11

Notulen Hoge Raad van Adel 1816, no. 326.

12

Notulen Hoge Raad van Adel 1816, no. 378.

13

Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage, 20 april 1880

14

Staatsblad no. 181: Koninklijk Besluit van 10 juli 1907.

15

Archief Koninklijke Nederlandse Munt Utrecht 1814-1839: doss. 29, 18 september 1839.

16 Het is niet bekend of er borden hebben bestaan van de verschillende aangetrouwde leden uit de eerste helft van de negentiende eeuw. 17

KHA E1b-IIb-78: Hofcommissie: Uitgegane stukken 1891.

18

KHA E1b-I-5: Hofcommissie: Notulen van de vergadering van de Hofcommissie 1891-1900.

19

KHA E1b-IIb-93: Hofcommissie: Ingekomen en uitgegane stukken 1899.

20

Staatsblad no. 181: Koninklijk Besluit 10 juli 1907.

21

Deze punten verwijzen naar een Maltezer ridderorde.

22

Vormgeving en kunst, jg. 19 (3) 18-19 en ‘Bijvoorbeeld’ 1985.

23

Kapsenberg, B.S., Uit ijzer gegoten (Zutphen 1979).

24

Verslagen van de gemeente ’s Gravenhage : Bijlage: Lijst der fabrieken in de gemeente ’s Gravenhage. 25 NA 2.04.23.03: Ministerie Binnenlandse Zaken: Indices op het verbaal van de Minister der 6e afd. Rijkstelegraaf 1852-1869. 26

Oostveen, J.H., Gieterij-techniek: leerboek ten dienste van de vakopleiding in de gieterij (Amsterdam 1948) 101-102; M.L. Stokroos, Gietijzer in Nederland: het gebruik van gietijzer in de 19e eeuw (Amsterdam 1984).

27

Gemeentearchief Den Haag: Catalogi van de ijzergieterijen J.L. Enthoven en ‘De Prins van Oranje’ in Den Haag; Catalogus F.W. Braat te Delft en Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist.

28

Gemeente Archief Breda afd. IV-41 no. 3.

29

Streekarchief van de Liemers en Doesburg: Archief “Gieterij Doesburg” te Doesburg; Gemeentearchief Weesp: Archief Metaalgieterij ‘Holland’ en het familiearchief van de heer R. Sjenitzer, Den Dolder.

30

Met dank aan E. Werz te Weert, beheerder familiearchief en geschiedschrijver van de familie.

31

Vrij Nederland 8 april 1968.

32

Gemeente Archief Breda: Verslagen van de Kamer en Koophandel en Fabrieken Breda over de jaren 1917-1918; Streekarchivariaat De Markkant: “Marijnen in Princenhage”.

106 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

G. van Hooff, Industriele Archeologie nr. 35 1990.

Stokroos, M.L., Zink in Nederland: het gebruik van het metaal zink in Nederland (Amsterdam 1983).

35

Braat, G.J., Honderd jaren F.W. Braat (Delft 1945).

36

J.C. Westermann, Geschiedenis van de ijzer- en staalgieterij in Nederland: in het bijzonder van het bedrijf van de Nederlandsche Staalfabrieken v.h. J.M. de Muinck Keizer N.V. te Utrecht (Utrecht 1948). Schriftelijke mededelingen van Het Utrechts Archief (HUA). 37

Kits Nieuwenkamp, H.W.M.J., Encyclopedie van de heraldiek (Amsterdam en Brussel 1961) 9.

38

Boo, J.A. de, Familiewapens, oud en nieuw (Den Haag 1982) pagina 33-36.

39 Neubecker,O., Heraldiek, bronnen, symbolen en betekenis (Amsterdam 1962) 204-207. 40

ZeemanJ., Heraldiek Hoe & Waarom (Zonder jaar en plaats) 12.

41

Mededeling van Egbert J. Wolleswinkel, secretaris van de Hoge Raad van Adel.

42

Neubecker, 70-77.


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 107

6 Onrechtmatig gebruik van het predikaat Hofleverancier N

iets menselijks is een Hofleverancier vreemd. Met het brevet in de hand en het koninklijk wapen aan de muur had hij een perfect reclamemiddel ter vergroting van zijn omzet. Een aantal hofleveranciers kon dan ook de verleiding niet weerstaan om hun onderscheiding te ‘misbruiken’ in advertenties of reclame. Zo deed de, aan het einde van de negentiende eeuw veel gebruikte, leus 'dat heeft de Koningin ook besteld' de aangeprezen artikelen de deur uitvliegen. Tot groot ongenoegen overigens van de concurrentie die het nakijken had. Ook kwam het nogal eens voor dat het begrip Hofleverancier uit zijn verband werd gerukt door er 'Leverancier aan het hof' van te maken. En als iemand de indruk wilde wekken dat de band tussen zijn onderneming en het hof nogal hecht was, noemde hij zich hofslager of hofschoenmaker. Het is dan ook begrijpelijk dat er zowel door ondernemers als het hof over dit misbruik werd geklaagd. Naarmate het aantal hofleveranciers toenam, nam tevens het misbruik van de titel toe. Het predikaat is een strikt persoonlijk recht en daarom niet op derden overdraagbaar. Als het predikaat om welke reden dan ook vervalt, bijvoorbeeld door verkoop van de onderneming, overlijden van de hofleverancier, faillissement of bedrijfsbeëindiging, samenvoeging van diverse ondernemingen of bij overgang van een NV naar een BV kan dit leiden tot intrekking van het predikaat. Men behoort veranderingen te melden aan het hof. Stemt het hof niet in met de verandering dan wordt de hofleverancier geacht het brevet aan het hof te retourneren en het wapen niet meer te voeren. Overigens hield men hier niet altijd de hand aan en een goede controle hierop was bijna onmogelijk. 113. Rond 1915 verspreidde de zeepfabrikant Dobbelmann uit Nijmegen deze prentbriefkaart van Koningin Wilhelmina met de jonge Juliana. Of het hier nu ging hoe wit de artikelen van deze firma het jurkje van de prinses wasten, of dat een dergelijke geste uit vaderlandsliefde voorkwam, zullen we maar in het midden laten. Het zal in ieder geval de aandacht van de consument getrokken hebben.

Vanaf het eerste moment dat het predikaat hofleverancier in 1806 werd ingesteld, zagen ondernemers het grote belang in van deze onderscheiding. Na het vertrek van de Fransen in 1813 verliep de overschakeling van het landsbestuur nogal chaotisch. Een aantal ondernemers probeerde daarop deze omschakeling ten eigen voordele uit te buiten. Zo diende Willem de Rijk mr. timmerman en makelaar te Amsterdam in het voorjaar van 1815 een verzoek in om als hofleverancier in ere te worden hersteld. Hij verzocht Willem I gebrevetteerd te mogen worden als ‘Timmerman van de Kroon’. Hij betoogde dat hij deze onderschei-

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 107


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 108

ding in 1808 had gekregen van Lodewijk Napoleon maar dat door de inlijving van Holland in het Franse Rijk dit predikaat na het vertrek van koning Lodewijk Napoleon buiten werking was gesteld. Toen er over deze kwestie advies werd ingewonnen bij B.W.H. Ziesenis, Adjudant der Koninklijke Paleizen en Rijksgebouwen, vertelde deze dat het predikaat in 1808 inderdaad was verleend aan Gerrit Janssen Altzn. en Nicolaas de Rijk maar niet aan Willem de Rijk. Weliswaar was Willem een zoon van Nicolaas de Rijk maar toentertijd nog een jonge man. Daar de voornamen op het brevet waren weggelaten, had Willem de Rijk zichzelf als gebrevetteerde gepresenteerd. Hij pleegde dus valsheid in geschrifte. Toen De Rijk hierop werd aangesproken, alsook op de hoogte van de rekeningen die zijn vader in het verleden had ingediend voor werkzaamheden aan het Paleis op de Dam, ontstak hij in woede en uitte hij zeer beledigende taal. Het spreekt vanzelf dat zijn verzoek werd afgewezen.1

Ook kwam het nogal eens voor dat men binnen een bepaalde bedrijfstak elkaar het licht in de ogen niet gunde en vakgenoten allerlei onwaarheden verspreidden over hun vakbroeders om hen in een kwaad daglicht te stellen. Dit lot trof niet alleen de aspirant-hofleveranciers maar ook reeds begunstigde ondernemingen zoals de schoorsteenvegers en rookverdrijvers J. Swanino en J. Andreoli uit Den Haag. Swanino en Andreoli; waren al als meester-schoorsteenveger en rookverdrijver werkzaam aan het hof van stadhouder Willem V. Na aankomst van Willem I waren zij door mevrouw D’Escury gevraagd om opnieuw voor het huis en hof van Oranje te werken. De beide heren kwamen echter in het voorjaar van 1815 tot de ontdekking dat er verscheidene rekwesten bij het hof waren ingeleverd waarin zij, geheel bezijden de waarheid, zwart werden gemaakt. Vermoedelijk zat hier de schoorsteenveger en rookverdrijver Ravelli achter. Deze verklaarde dat hij hoegenaamd geen publiek werk had, terwijl hij zowel met al het stadswerk en het Hof van hare Koninklijke Hoogheid, mevrouw Prinssesse Douairière van Oranje Nassau was begunstigd. Daarnaast beweerden de supplianten dat hij ook al het overheidswerk verrichtte, wat niet waar was. Kortom, er zat voor de beide heren niets anders op dan krachtig te protesteren en opnieuw om de titel Hofleverancier en werk te vragen, wat zij deden in een rekwest gedateerd 18 juni 1815. De firma Andreoli zou vervolgens in de negentiende eeuw dé hofschoorsteenveger en rookverdrijver van Den Haag worden.2

114. Schoorsteenveger eind negentiende eeuw. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Ook van de zijde van het hof, met name van de Hofcommissie, klonken soms kritische geluiden en, indien nodig, deelde zij reprimandes uit aan de hofleveranciers zoals blijkt uit de notulen van de Hofcommissie 1814-1818. De Hofcommissie had klachten binnengekregen over de Haagse dagbladschrijver en drukker P.F. Gosse, sinds 31 augustus 1815 de officiële Hofboekdrukker. Hij had in zijn krant onjuiste mededelingen geplaatst over feesten aan het hof en vertrek van vorstelijke personen. De Hofcommissie besloot hem op 20 maart 1816 te schrijven dat hij zich voortaan moest onthouden van dit soort berichtgeving omdat voorkomen moest worden dat hij het publiek zou misleiden. Hield hij zich hier niet aan dan zouden mogelijk de hem vergunde titel en prerogatieven worden ingetrokken.3

115. Titelblad van de Hofalmanak 1815 van Gosse & Comp, boekdrukker in Den Haag, Koninklijk Huisarchief, Den Haag.

108 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 109

Hetzelfde overkwam in 1835 de heer P.P. Reijman handelaar in Comestibles in Den Haag. Deze zag zich beroofd van leveranties aan de ‘Koninklijk’ keuken. De hofhouding vond de wijze waarop de heer Reijman zich gedroeg ten opzichte van de koninklijke hofhouding zeer ongepast en bovendien waren er klachten over de door hem geleverde goederen. Reden voor de hofmaarschalk om hem geen leveranties meer te laten doen. Pas als hij zijn gedrag en de kwaliteit van zijn waar zou verbeteren, kwam hij eventueel weer in aanmerking voor levering.4 Zoals hiervoor uiteengezet hield het hofleverancierschap niet in dat men het alleenrecht had tot leverantie aan het hof. Dit weerhield ondernemers er niet van het toch te proberen.

116. Briefhoofd van de Gebr. Truffino te Amsterdam, waaruit blijkt dat zij door verschillende leden van het Koningshuis waren begunstigd. Koninklijk Huis Archief, Den Haag.

117. Visitekaartje van Lambs Johans van Laar uit 1824 die evenals de hofleveranciers het Koninklijk wapen mocht voeren voor zijn 'Koninklijke Fabriek van Waskaarsen' te Amsterdam. Koninklijk Huisarchief, Den Haag.

In augustus 1815 had het Amsterdamse juweliershuis Giovino en Gebr. Truffino een verzoek ingediend om benoemd te worden tot hofleverancier. Ook juwelier Jehu uit Den Haag en de 'Kooplieden in Juweelen Grand & Comp.’ uit Rotterdam hadden die maand een verzoek gedaan. Het Rotterdamse bedrijf verzocht tevens dat andere juweliers 'als Leverancier van de Juweelen voor de Kroon en Hofstaat benodigd' uitgesloten werden. Dat deze eis van de firma Grand & Comp. niet in goede aarde viel bij Willem I blijkt uit het feit dat de fel begeerde titel hen niet werd verleend in tegenstelling tot de twee eerder genoemde juweliers.5 Was men eenmaal hofleverancier dan wilde dat nog niet zeggen dat men werkelijk aan de koning of het hof mocht leveren. Over het algemeen waren de onderscheiden ondernemingen zowel bij het hof als bij de leden van de koninklijke familie bekend. Bij aankopen werd er dan ook rekening gehouden met de gebrevetteerde ondernemingen zodat deze bij toerbeurt in staat werden gesteld te leveren aan het hof. Overigens vereiste dat het nodige geduld zoals blijkt uit de correspondentie van J.E. Schwerin uit Den Haag. Schwerin, een handelaar in kristal en porselein, had op 20 maart 1826 het recht tot het voeren van het wapen gekregen. Toen hem vervolgens geen verzoeken bereikten om aan koning en hof te leveren, deed hij hierover zijn beklag bij het Departement van de Hofmaarschalk. In een brief van 24 augustus 1829 verzocht hij om iets van kristal of mahonie te mogen leveren ‘omdat hem sinds de ontvangst van de titel de eer nog niet te beurt was gevallen’.6 Omgekeerd kon het gebeuren dat een onderneming voor de eer bedankte omdat er door het hof te weinig werd afgenomen. In 1838 schreef de Hofcommissie het volgende over een onderneming in Amsterdam. Zij hadden informatie ontvangen over de heer Stommel. Weliswaar woonde hij nog steeds in Amsterdam en handelde ook nog altijd in comestibles maar maakte hij geen gebruik van de titel die hem indertijd door Z.M. was verleend omdat ‘de klandizie van Hof wegen te gering zoude wezen als van gene betekenis te zijn tot het voeren van ene wapenbord, welk verkoop hiervan meer zou brengen dan tot nu toe gedane leveranties’.7 Verder blijkt uit correspondentie van de Hofcommissie en de burgemeesters van Amsterdam en Den Haag uit de eerste helft van de negentiende eeuw dat er bij het aanvragen van het predikaat nogal eens werd geknoeid met de gegevens die de aanvrager over zichzelf en zijn onderneming verstrekte. Daarnaast traden er wel eens problemen op als de titel eenmaal was verleend.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 109


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 110

De Hofcommissie verzocht de burgemeesters dan ook ‘dat bij vervolg een waakzaam oogh wordt gehouden op degenen aan wie den titel van Hofleverancier is verleend, ten einde bij overlijden of van een berispelijck gedragh te kunnen sorghen voor het intrekken van de gunscht’. Tevens achtte de Hofcommissie het wenselijk dat de politie hierop een waakzaam oog zou houden en misbruik eventueel zou melden ‘aan het Hof en Zijne Majesteit’. Dat de politie wel degelijk waakzaam was komt naar voren uit een brief van de Directeur der Politie van de Stad Amsterdam van 10 augustus 1838 aan de burgemeester. Hij deelde de burgemeester mee dat hij een wapenschild bij de Gebroeders Perel, de latere pedicure van de koning, had laten weghalen omdat deze op dat moment nog niet gerechtigd waren tot het voeren van het wapen. Baruch Hartog Perel zou het brevet in 1841 ontvangen.8 In 1852 werd door J.N. Nieuwenkamp een klacht ingediend bij de Directeur van Politie van Amsterdam. Zijn concurrent J. Bosch, handelaar in scheepsprovisie, had een 'Koninklijk Wapen' aan zijn gevel bevestigd om zo zijn clientèle gunstig te stemmen. Hij was daartoe echter niet gerechtigd. Nadat er een onderzoek was ingesteld, werd Bosch door middel van een proces-verbaal gelast het schild te verwijderen.9 Ook kon het gebeuren dat een gebrevetteerde firma in plaats van de titel ‘Hofleverancier’ de titel ‘Koninklijk’ voerde, zoals blijkt uit een verzoek van de Hofcommissie uit 1864 aan de burgemeester van Amsterdam. De commissie verzocht hem de Gebroeders Deenik te beletten de titel van ‘Koninklijke Sigarenfabriek’ te voeren daar hen alleen vergunning was verleend tot het voeren van het koninklijk wapen met de titel Hofleverancier.10 Misbruik van het recht kwam in het laatste kwartaal van de negentiende eeuw veelvuldig voor. Men moet het deze ondernemingen evenwel niet al te zwaar aanrekenen omdat juist in deze periode ook door het hof bij de toekenning geen duidelijk onderscheid werd gemaakt tussen de titel Hofleverancier en Koninklijk. Iedereen was Hofleverancier. Bovendien gaf de omschrijving op het diploma ook aanleiding tot verwarring. Vooral het begrip ‘Koninklijk Wapen’ op het diploma gaf aanleiding tot een verkeerde interpretatie van het verleende recht. De overheid trad bij dergelijk misverstanden meestal waarschuwend op zoals in oktober 1899 bij de firma G. Meerkens te Utrecht.

De Hofcommissie was erop geattendeerd dat ‘de heer Gerard Meerkens, handelaar in hemden te Utrecht, die op 17 april 1872 door wijlen Zijne Majesteit den Koning begunstigd was met den titel Hofleverancier, zijn zaak was gaan noemen ‘Koninklijke Nederlandsche Hemdenfabriek’. De burgemeester van Utrecht werd vervolgens om opheldering verzocht. Deze ontbood daarop de heer Meerkens op het stadhuis waar hem werd uitgelegd dat de begrippen Hofleverancier en Koninklijk fabrikant niet hetzelfde waren. Hier begreep Meerkens niets van. Gelukkig voor hem was de burgemeester ervan overtuigd dat er geen kwaad opzet in het spel was en dat Meerkens te goeder trouw had gedwaald. De burgemeester zou het kwalijk vinden als Meerkens hiervoor gestraft zou worden met de intrekking van het hofleverancierdiploma. Een waarschuwing vond hij wel op zijn plaats.11

118. Trots poseert in het begin van de twintigste eeuw een medewerker van Bierbrouwerij 'G. Hermans' te Maasbracht met paard en wagen voor de brouwerij. Het opschrift 'Koninklijk’ zou eerder een wens zijn geweest

Het waren vooral ondernemingen zelf die uit concurrentieoverwegingen melding maakten van misbruik zoals bijvoorbeeld de firma Albers en Co uit Zutphen.

110 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

dan werkelijkheid. De vorige eigenaar had slechts het predikaat Hofleverancier verkregen. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 111

In juli 1897 dienden de heren B.A. en L. Albers, handelend onder de naam B.A. Albers en Co, zeepfabrikanten in Zutphen, een verzoek in bij koningin Emma. De heren waren zeer vereerd dat zij hun zuivere zeep mochten leveren aan het Paleis en Domein ’t Loo en zouden het zeer op prijs stellen de titel Hofleverancier en het koninklijk wapen mogen ontvangen. Tegelijkertijd vroegen zij toestemming om de naam ‘Zutphensche Stoom Zeepfabriek’ te mogen veranderen in ‘Koninklijke Zutphensche Stoom Zeepfabriek’. In augustus 1898 onderscheidde koningin Emma hen met het predikaat Hofleverancier, daar zij het predikaat Koninklijk niet verleende.12 Een jaar later evenwel kreeg de onderneming op 31 juli 1899 alsnog van koningin Wilhelmina het predikaat Koninklijk en mochten zij in het vervolg het bedrijf de ‘Koninklijke Zutphensche Stoom Zeepfabriek’ noemen.13 Eveneens in Zutphen was de firma J. Wilh. Vergeer en Compagnie gevestigd, een handelaar in natuurboter. Hij was een schoonzoon van de zilversmid Begeer uit Utrecht. Vergeer had in 1895 het predikaat Hofleverancier ontvangen voor zijn handel in natuurboter. In 1898 richtte hij tevens een stoomzeepfabriek op. Vervolgens adverteerde hij als ‘J.Wilh. Vergeer en Co., Hofleveranciers Nederlandsche Stoomzeepfabriek Zutphen’. Dit was natuurlijk tegen het zere been van de gebroeders Albers die zich met hun grieven richtten tot de Hofcommissie in Den Haag. Bij monde van de heer B.A. Albers beklaagden zij zich op 15 oktober 1898 over de advertentie van hun plaatsgenoot de firma Vergeer die als beginnend zeepfabrikantje de titel Hofleverancier voerde. De heren Albers vonden dit onterecht omdat alleen zij voor hun zachte zeep het hofleverancierschap hadden ontvangen. Zij vonden dat aan een dergelijke handelswijze een einde moest komen en verzochten de commissie maatregelen te nemen om aan deze kwade praktijken voor goed een einde te maken.

119. De gewraakte advertentie van J. Wilh. Vergeer & Co uit 1898. Koninklijk Huisarchief, Den Haag.

120. Rekeninghoofd van de Confiseur J.A. Monchen te Den Haag. Stichting Hofleverancies in Nederland, Voorburg.

Vergeer werd in 1898 door de burgemeester van Zutphen op het matje geroepen. Hem werd te verstaan gegeven dat de titel niet verleend was voor zijn zeepfabriek maar enkel voor zijn handel in natuurboter.14 Ondanks deze perikelen zouden beiden zeepproducenten in 1919 fuseren tot de ‘Naamloze Vennootschap Zutphensche Stoomzeepfabriek voorheen Albers & Vergeer’. Bijna gelijktijdig, op 29 november 1919, ontvingen zij het predikaat Koninklijk.15 Hiervoor werd al melding gemaakt dat het brevet Hofleverancier wel eens werd ingetrokken als men zich niet onberispelijk had gedragen. Dit overkwam ook de suikerbakker Eugène Monchen uit Den Haag. Tijdens een bijeenkomst van de Hofcommissie op 15 juni 1876 stond diens titel ter discussie. De suikerbakker zou zich volgens hofmaarschalk ten opzichte van de hofhouding nogal beledigend hebben gedragen. Hij stelde schorsing van leveranties en het ontnemen van zijn titel voor. Dit besluit werd vervolgens naar de burgemeester van Den Haag gestuurd. In de brief werd er bovendien op gewezen dat Monchen nu wederrechtelijk het koninklijk wapen voerde en dat door Z.M. was bepaald dat de naam Monchen met rode inkt geroyeerd zou worden. Aan het College van Burgemeester en Wethouders van Den Haag werd gevraagd het brevet Hofleverancier, dat destijds aan de overleden J.A. Monchen was verstrekt en dat na diens dood door zijn zoon werd gevoerd, in te nemen.16

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 111


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 112

Hetzelfde overkwam in 1884 de firma H. Kroon, handelaar in tabakswaren in Utrecht. Na gebruik van alcohol had de eigenaar zich bezondigd aan geweld. Ook de heer A.J. Kooper, een handelaar in koek en banket uit Den Haag, werd in 1886 zijn brevet ontnomen na herhaalde openbare dronkenschap. Voortdurend is er van de zijde van het hof getracht misbruik tegen te gaan. Koningin Wilhelmina heeft getracht het aantal hofleveranciers sterk te beperken. Zij scherpte de regels aan en bracht een duidelijk onderscheid aan tussen de verschillende titels. Niet alleen lieden met kwade bedoelingen maar ook ondernemingen die hun concurrentiepositie wilden verbeteren wisten een weg te vinden om het predikaat Koninklijk of Hofleverancier op onrechtmatige wijze te verwerven. Vooral bij bedrijfsovername of omzetting van ondernemingen in Naamloze Vennootschappen en Besloten Vennootschappen werd vaak aangenomen dat het recht zondermeer kon worden overgedaan aan de nieuwe onderneming of eigenaren. Het kon ook anders. De heer A.J.W. Kutterink, directeur van een was- en strijkinrichting in Zutphen had om bestendiging verzocht. En hoewel de onderneming al sinds 1753 bestond, deelde mr. J.C. baron Baud, Grootofficier in Speciale Dienst van H.M. de Koningin, hem echter op 9 juni 1953 het volgende mee. ‘Naar aanleiding van uw aan hare Majesteit de Koningin gericht rekwest, waarbij u Hare Majesteit verzocht om bestendiging van het recht tot het voeren van het ”Koninklijk Wapen met de titel van “Hofleverancier”, welk recht in 1936 werd toegekend aan de heer H.J. Lenderink voor het bedrijf dat thans onder de naam “De Zutphense Stoomwas- en Strijkinrichting voorheen Wed. Jac Lenderink” door u wordt voorgezet, moet ik u berichten dat het voornoemde predikaat niet zonder meer aan derden kan worden overgedragen en dat voor bestendiging daarvan vooralsnog geen voldoende termen aanwezig worden geacht.’ 17 In de periode 1980-1987 nam koningin Beatrix de onderscheidingen ‘Koninklijk’ en Hofleverancier’ opnieuw onder de loep. Zij wilde een eind maken aan de misverstanden, klachten, misbruik en oneigenlijk gebruik die aan de predikaten Koninklijk en Hofleverancier kleefden. Opnieuw kwamen er strengere en duidelijke voorwaarden. Desondanks kan men zich afvragen of de problemen daadwerkelijk zijn opgelost. Zo kreeg de firma Vanhof & Blokker te Heiloo in 1988 de onderscheiding; echter nadat zij haar activiteiten hadden overgedaan aan Holland Flora Markt Holding / Holland Bulb Market , die het bedrijf onder die naam voortzette, bleef de nieuwe organisatie doodleuk het wapen voeren, waarbij men zich er op beriep, dat zij hiervan niet op de hoogte waren, ondanks dan men hierop gewezen was. Dit gold ook voor de firma Rosenberg Import BV uit Diemen. Deze firma ontving op 26 mei 1997 de onderscheiding ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ en is sindsdien gerechtigd tot het voeren van het koninklijk wapen. Door echter een kroon in het logo te verwerken, wekt de onderneming de indruk dat zij het predikaat Koninklijk zou hebben ontvangen. Ook al is er van de zijde van het Hof hierop naar alle onderscheiden ondernemingen met de titel “Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier” gewezen, zo zijn er toch enkele die het woord “Koninklijk” gebruiken of uiting hieraan geven, in plaats van de term “Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier” .

112 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 113

Maar het kan ook anders gebeuren, zoals in het voorjaar van 2013. De firma Van Mourik te Alblasserdam meende hun 100 jarig jubileum te vieren. In plaatst dat zij dit dan een Ivoor jubileum zou noemen (25 zilver, 50 goud, etc.) noemde zij het één koninklijk. Op zich zelf lijkt dat dan nog niets bijzonders, zij het dat men hier heel bewust de clientèle in verscheidene advertenties in de diverse streekbladen op een verkeerd been wilde zetten. Wat was nu het geval; de firma J. van Mourik & zn BV., schoenen en lederwaren te Sliedrecht, was op 25 februari 2013 door Koningin Beatrix begunstigd met de titel van "Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier" Om de indruk bij het publiek te wekken, dat dit ook gold voor de firma in Albasserdam met de zelfde naam als branche, doch totaal gescheiden van elkaar, plaatste men de gewraakte advertenties. Men zal begrijpen dat dit voor de nodige strijd zorgde, wat uiteindelijk op hoog niveau beslecht moest worden.

121. De gewraakte advertentie van Van Mourik uit juni 2013. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Het predikaat in reclame en handelscorrespondentie Als een ondernemer ‘Zijne Majesteits Wapen’ mag voeren, heeft hij ook het recht dit wapen daadwerkelijk op een bord voor zijn zaak te plaatsen of aan de gevel van zijn bedrijf aan te brengen. Tegelijkertijd is deze zichtbare onderscheiding als het ware ook een reclamebord. De muziekhandelaar Weygand wist wat hij wilde toen hij koning Willem I in 1814 verzocht om het wapen voor zijn huis te mogen plaatsen zoals in Engeland de gewoonte was. Aanvankelijk werd op bescheiden wijze in advertenties en handelscorrespondentie melding gemaakt dat men door de koning was onderscheiden. Kleine ondernemers deden dit door een simpele vermelding op hun handgeschreven nota’s, zonder een afbeelding van het koninklijk wapen. Ondernemingen van enige betekenis die zich voorgedrukte nota’s konden veroorloven, sierden de nota’s op met het wapen van de koning.

122. Briefhood van de firma J.G. Dutalis te Brussel uit 1820. Koninklijk Huisarchief, Den Haag.

Tot 1830 resideerde Willem I zowel in Brussel alsook in Den Haag en Amsterdam. Uit rekeningen uit die periode blijkt dat de ondernemers in België hun klanten duidelijker en uitbundiger attendeerden dat men hofleverancier was. Door een prachtig briefhoofd maakten zij bovendien duidelijk dat zij ‘beter dan de concurrent’ waren. Fraaie voorbeelden zijn ondermeer de rekeningen van Henri Joseph Meeus Vanderborch, fabrikant van kant, uit 1816 en een rekening van juwelier J.G.Dutalis uit 1822, beide uit Brussel. De Hollandse hofleveranciers brachten hun onderscheiding wat soberder onder de aandacht van het publiek. In oude advertenties zoals van muziekhandelaar F.J. Weygand was van een afbeelding van het koninklijk wapen in eerste instantie geen sprake. Kwam het wapen al op briefpapier voor, dan was het meestal een niet al te groot wapen van de

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 113


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 114

koning, zonder tierelantijnen. Dit zou in de jaren twintig en dertig van de negentiende eeuw geleidelijk aan veranderen.

In de tweede helft van de negentiende eeuw nam het fenomeen reclame een grote vlucht. Met het toenemen van de welvaart groeide het aantal ondernemingen en winkels. Ook het uiterlijk van de winkels veranderde. Steeds vaker werden kleine ruiten vervangen door grote en het assortiment werd uitgebreid. Om de omzet te vergroten en de aandacht van het publiek te blijven trekken, moest er meer en meer reclame worden gemaakt. Dit betekende een radicale ommekeer, want lange tijd gold het maken van reclame als bewijs dat een onderneming niet erg solide was. Een oude, gerenommeerde zaak onthield zich daar dus van. Deze conservatieve ideeën hielden geen stand: ‘het natuurlijk gevolg van de goede resultaten, die zij verkregen, die steeds de aandacht van het publiek op hunnen zaken vestigden’.18 Daarnaast vestigden zich in de grote steden steeds meer buitenlandse kooplieden zoals bijvoorbeeld C & A met hun goed voorziene kledingmagazijnen. Aanvankelijk keek de consument de kat uit de boom. Dit duurde echter niet lang want al snel ging Nederland massaal over tot aankoop van kant en klare kleding. Ter promotie van hun collectie schroomden deze grote ondernemers niet het middel reclame groots in te zetten. Hierbij maakten zij dankbaar gebruik van nieuwe grafische technieken zoals steendruk. Menig hofleverancier wilde hier niet bij achter blijven. Naast hofleveranciers met een eenvoudige wapen en hier en daar wat tierelantijnen kwam een uitbundig briefhoofd met prachtige wapens steeds meer in zwang.

123. Briefhoofd van de firma J. Wydoogen Janz. Fabriek van Behangselpapieren in Amsterdam 1869. Alsmede een opname van de winkelpui van dezelfde firma uit 1900 met het grote wapenbord van Koning Willem III boven de hoofd ingang aan de Leliegracht 10 te Amsterdam. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Het publiek werd aan alle kanten bestookt met advertenties, prijslijsten, nota's en verpakkingsmateriaal waarbij niet onder stoelen of banken werd gestoken dat men hofleverancier was. In een aantal gevallen vermeldde een bedrijf dat het zowel was onderscheiden met het predikaat Hofleverancier als met het predikaat Koninklijk, wat in de meeste gevallen niet was toegestaan omdat het predikaat Hofleverancier verviel op het moment dat men Koninklijk werd. Een aantal hofleveranciers afficheerde zich opzettelijk op deze manier om de klant duidelijk te maken dat zij met kop en schouders uitstaken boven hun concurrenten. Dit kan mede een gevolg geweest zijn van de toename van het aantal hofleveranciers in de periode 1890-1898. Niet alleen koningin Wilhelmina had hierover zo haar bedenkingen maar ook in de media werd het verschijnsel aan de kaak gesteld zoals in een artikel van de Haagse correspondent van de Nieuwe Groninger Courant in oktober 1899. ‘Langzamerhand is het inderdaad al te veel gewoonte geworden om elk winkelier, die het wapen of den titel van Hofleverancier vroeg, deze gunst te bewijzen, zo er geen heel bijzondere reden bestonden om ze te weigeren. En zo kregen vleeshouwers, bakkers, kruideniers, schoenmakers, confiseurs, kleermakers, sigarenhandelaren, modisten van den derden rang allengs een wapen voor de deur, waarmee zij geurden, vakgenoten de ogen uitstaken en het publiek vaak ten onrechte een hogen dunk gaven van hun zaak en koopwaren. Het koninklijk wapen werd tot reclame gemaakt van allerlei neringen. En al werd ook, bij het toekennen er van uitdrukkelijk bepaald, dat het

114 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

124. Een soort reclame van J. van Berkel te Gouda uit omstreeks 1880, waarop de firma haar waren laat aanprijzen door notabelen uit de stad. Stichting Hofleveranciers in Nederland. Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 115

wapen geen recht geeft op leveringen aan het hof, de menigte liep er toch in en dacht dat zo’n winkel, waaruit ook het “paleis” werd bediend, goede waar moesten leveren. Daarboven werden tot hiertoe geen geringe misbruiken van het wapen en hofleveranciers-attest gemaakt. Lieden, die het voor een bepaald vak verkregen, bezigden het als reclame voor een ander, mee door hen of onder hun firma gedreven zaak; gefailleerde, die het wapen met een firma hadden overgenomen, voerden het rustig voort, nadat zij waren gesprongen. Men heeft tot nog toe veel te weinig waarborgen geëist dat het wapen alleen aan ten volle waardige werd verleend.’

125. Briefhoofd van Louis Varossieau, vruchtensapfabriek te Alphen aan den Rijn, omstreeks 1900. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

In 1907 zou koningin Wilhelmina het stelsel herzien. Het koninklijk wapen bleef verbonden aan het begrip Hofleverancier terwijl de Koninklijk onderscheiden ondernemingen, indien zij dit wensten, een kroon mochten voeren.

Het wapen en de verkoop Om producten ook onder de aandacht te brengen van consumenten elders in het land verstuurden ondernemers vaak fraaie catalogi die uitbundig waren versierd met het koninklijk wapen. De opkomst van de verpakkingsindustrie in de tweede helft van de negentiende eeuw betekende een extra stimulans voor het gebruik van het koninklijk wapen in de reclame. Naast het koninklijk wapen werden ook de medailles en erediploma’s die men had behaald op diverse Nijverheidstentoonstellingen in binnen en buitenland gedrukt op de verpakking. Mooie voorbeelden uit de negentiende eeuw zijn de etiketten van de Haagse firma Couturier en de Amsterdamse firma Hajenius.

126. Fraai etiket van de firma Wynand Fockink, likeurstokerij te Amsterdam, waarbij men met trots naast de vermelding, dat men koninklijk is onderscheiden ook hun behaalde prijzen te tonen die zij behaald hebben op de diverse tentoonstellingen met hun likeuren, eind negentiende eeuw. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Enerzijds werden de klanten door het wapenbord aangetrokken om bij de hofleverancier te kopen. Anderzijds kon het wapen boven de deur juist drempelvrees oproepen. Dit gevoel werd nog eens versterkt doordat hofleveranciers dure Franse namen als ’Maison’ in plaats van ‘Huis’ of ‘Confiseur’ in plaats van ‘Banketbakker’ op hun gevel zetten. Hun klantenkring ging er in ieder geval vanuit dat hofleveranciers waar voor hun geld boden. Dit was niet zo verwonderlijk daar hun clientèle voor een groot deel bestond uit gegoede burgers en de bovenklasse van de maatschappij. Zeker in de negentiende eeuw had het koninklijk wapen invloed op de verkoop van een product. Een zekere juffrouw Son schreef 19 april 1886 een brief aan de burgemeester van Amsterdam waarin zij als 'weduwe van de heer J.H. Hamburg, vervaardiger van kunsttanden, wonende Damstraat 17' liet weten 'dat hare thans overleden echtgenoot wegens het vervaardigen van kunsttanden in den tijd is gebrevetteerd en alzo bevoegd is geweest het Koninklijk wapen te voeren. Dat [zij] echter na het overlijden van hare echtgenoot is doorgegaan met het vervaardigen van kunsttanden en daarom Uw Edelachtbare heer Burgemeester verzoekt, het eenmaal aan hare echtgenoot toegestaan verlof tot het uithangen van het aanwezig bord aan haar te willen toestaan, daar zulks zeer voordelig werkt op den verkoop van kunsttanden en gebitten'.19

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 115


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 116

Daar in 1850 door Willem III was bepaald dat het voeren van een Koninklijk Wapen geldig was voor alle plaatsen waar de gerechtigden hun vestiging of depots hadden, bood dit een mogelijkheid om het verkregen recht wijd en zijd kenbaar te maken en als het ware hiervoor reclame te maken, dat men vooral producten moest kopen van een onderscheiden onderneming, want dat zou kwalitatief gegarandeerd zijn. Dit deden ondermeer de sigarenfabrikanten W.G. en C.J. Boele uit Kampen, die door Willem III onderscheiden waren. Naast dat zij dit bij diverse grote vestigingen in den lande ruimschoots kenbaar maakten door middel van wapenborden aan de gevel, voorzagen zij ook de agentschappen in het land van een wapenbord waarop tevens ook hun naam op voorkwam, zoals bij het agentschap in Tabak, Sigaren en andere rookwaren te IJmuiden welke geleid werd door de heer Tellier 19a

De opkomst van de fotografie in de tweede helft van de negentiende eeuw betekende eveneens een geweldige impuls voor de reclame. De fotografie bood nieuwe mogelijkheden om het onbekende bekend te maken. De fotograaf maakte dan ook op twee manieren reclame. Op de voorkant kon men de geportretteerde bewonderen die als het ware reclame voor zichzelf maakte terwijl op de achterzijde van deze portretkaarten of 'cartes visites' de naam van de fotograaf en/of atelier was gedrukt. Op de achterzijde voegde de fotograaf engelen, koninklijke wapens of een tekening van de gevel van het atelier of fotohuis toe. Het grote aantal fotografen dat zich hofleverancier mocht noemen is opvallend. Een verklaring hiervoor moet gezocht worden in de opkomst en snelle verspreiding van dit medium alsook in de werkbezoeken die de koning, koningin of andere leden van het Koninklijk Huis in het land aflegden. Veelal werd deze visite door de plaatselijke fotograaf op de gevoelige plaat vastgelegd. Als de foto’s kort daarop aan de vorstelijke bezoekers werden aangeboden, verzocht de fotograaf in vele gevallen om het hofleverancierschap. In de periode 1851-1899 werden in Nederland 55 fotografen begunstigd met het predikaat hofleverancier.20 Naast reclamedrukwerk maakte men ook gebruik van geschilderde reclameborden en door schildering op tegel tableaus. Een mooi voorbeeld is het bord van de Firma Boer en Zoon, een boomkwekerij uit Boskoop. Op het bord staat in verschillende talen wat men produceert. Bovenaan zijn de wapens van koning Willem III en koningin Emma geplaatst. 130. Op zink beschilderd reclamebord van de voormalige firma Jan Boer & Zoon te Boskoop, eind negentiende eeuw. Particuliere collectie, Delft.

116 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

127. Gietijzeren wapenbord, welke door de firma Boele in Kampen beschikbaar werd gesteld aan agentschapshouders om hiermee meer bekendheid te geven aan het feit dat men onderscheiden was in den landen. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

129. Achterzijde van een 'Carte de Visite’ waaruit blijkt dat de firma C. van der Aa in Alkmaar alsook de firma Marius F.N. Rotteveel in Haarlem onderscheiden zijn met het predikaat Hofleverancier. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 117

Een andere vorm was een medaillon van glas waarop het koninklijk wapen was geschilderd. Deze medaillons werden veelal in etalages gehangen.

Reclame droeg dus al in de negentiende eeuw bij tot het vergroten van de naamsbekendheid van de onderneming, het promoten van het product bij de consument en de versterking van de concurrentiepositie van het bedrijf. ‘Het is een niet te loochenen feit, dat in deze eeuw van concurrentie op ieder gebied, de reclame hieraan debet is.’ 21 Eerst in de twintigste eeuw kwam de grote stroom van reclamedrukwerk pas echt op gang. Naast fabrikanten van gebruiksgoederen waren het vooral fabrikanten van voedings- en genotmiddelen zoals koffie, thee en sigaren die landelijk gingen adverteren. Hoewel merkartikelen vaak een massaproduct waren, straalden ze aanvankelijk toch exclusiviteit en luxe uit. Om de naam en kwaliteit van het product te benadrukken, besteedde men veel aandacht aan de verpakking.

131. Tegeltableau vervaardigd de plateelfabriek Rozenburg in Den Haag, met hierop de winkel van A. van der Nagel & Zoon te Rotterdam, waarop duidelijk het wapenbord van Koningin Wilhelmina aan de gevel te zien is, 1914. Particuliere collectie.

132. Om zowel de detailhandel als de consument te attenderen dat men het predikaat

Hofleverancier had verkregen, liet de firma Érven Casper Flick'te Amsterdam speciale blikken winkeltrommels maken die tevens dienst deden als showmodel. Particuliere collectie.

133. Bij 'Korff Cacao' werd onder meer als speciale verpakking een blikken laadwagon op de

markt gebracht met onder andere het wapen van Koningin Emma erop. Deze kleine wagon kon worden toegevoegd bij andere blikken opwindbare locomotieven en wagons, een populair soort kinderspeelgoed, eerste helft twintigste eeuw. Particuliere collectie.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 117


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 118

De prachtige blikjes en doosjes uit de periode van rond de eeuwwisseling zijn nu gewilde artikelen voor verzamelaars. Natuurlijk waren deze verpakte artikelen veel duurder dan wat men los in puntzak of in bijvulfles kon kopen, maar het blikje of de doos had als voordeel dat het na gebruik weer voor andere doeleinden kon worden gebruikt. Een bijkomend voordeel was dat de naam en logo van een onderneming langer in herinnering bleef omdat men het doosje van tijd tot tijd weer oppakte. Ook op allerlei voertuigen, van paard en wagen tot auto en later vliegtuig, werden reclames geschilderd. Zowel hofleveranciers als koninklijke bedrijven maakten gebruik van dit nieuwe reclamemiddel. Voorbeelden hiervan zijn de bestelkoets van de Haagsche firma J.P.Rademaker en L.L. Mulder en Zonen, de auto’s van Maison de Bonneterie uit Amsterdam en de Firma Fransen en Zoon uit Den Haag. In sommige gevallen ging de reclame wel erg ver. In de jaren dertig liet de Stoombleekerij en Chemische wasserij De Ozon uit Voorburg, die onder meer de was verzorgde voor het Koninklijk Huis, hun bestelauto spuiten in de kleuren oranje-blauw van Oranje Nassau. Deze auto kreeg dan ook al gauw de bijnaam ‘de Oranje-trein’. De consument stond er dan ook op dat bij bezorging aan huis een dergelijke bestelauto precies voor hun deur stond, om de buren te kunnen laten zien waar men zijn inkopen deed.

134. Transportvervoer in de vorm van paard en wagen door de firma L.L.Mulder en Zonen, ameublementen in Den Haag met op de zijkant de vermelding dat men Hofleverancier was, opname 1908. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Aangezien de hofleveranciers elke gelegenheid aangrepen om de aandacht trekken met het koninklijk wapen en er soms uitbundige reclame mee maakten, vroegen zowel hof als ondernemer zich af, waar de grens lag. Het uitbreken van de tweede wereldoorlog in 1940 voorkwam dat hiertegen werd opgetreden. 135. In 1913 schafte het modehuis 'Maison de Bonneterie' te Amsterdam/

Na 1945 werd de reclame zakelijker. De ondernemers bleven allerlei manieren bedenken om hun producten onder de aandacht van het grote publiek te brengen. Een prachtig voorbeeld is de kwestie die in november 1956 speelde tussen Magazijn De Bijenkorf en de Amsterdamse firma Merkelbach en Co NV, gespecialiseerd in kinderspeelgoed. In een brief van 15 november 1956 aan de Grootofficier in Speciale Dienst van H.M. de Koningin uitte de firma Merkelbach en Co NV zijn bezorgdheid over bepaald ‘misbruik’ van het begrip Hofleverancier. Wat was er aan de hand? De Bijenkorf had in het Parool van zaterdag 10 november 1956 een paginagrote advertentie geplaatst waarin zij zich afficheerde als ‘Hofleverancier van Sint Nicolaas.’ Dit was tegen het zere been van de firma Merkelbach die sinds 1953 hofleverancier was. De speelgoedhandelaar schreef dat in het besluit van H.M. de Koningin duidelijk stond, en met nadruk werd vermeld, dat de firma dit ‘recht wordt verleend tot het voeren van het Koninklijk Wapen met de titel van Hofleverancier’ en ‘dat het begrip Hofleverancier belangrijk meer is dan een woord uit het woordenboek en zeer zeker een beschermde titel mag worden geacht’. Volgens de firma Merkelbach adverteerde De Bijenkorf regelmatig in deze tijd van het jaar met het begrip ‘Hofleverancier van St. Nicolaas’. In de advertentie van 10 november 1956 hadden zij bovendien de term ‘Cadeauadviezen van de Hofleverancier’ gebruikt. Wat zuur merkte de schrijver op dat als een minder vooraanstaand bedrijf een dergelijke advertentie zou hebben geplaatst men wel zou hebben ingegrepen. Hij vroeg het hof dan ook om advies en een adres om een klacht in te dienen. Het

118 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Den Haag haar eerste transportautomobiel aan, waarop men aangaf dat men onderscheiden was met het predikaat Hofleverancier. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

136. Advertentie van W. Hoogstraaten & Co, ‘doperwtjes’, uit Alkmaar maart 1950. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 119

antwoord van Baron Baud was zeer diplomatiek. Hij deelde de mening van de firma Merckelbach en bevestigde dat de titel Hofleverancier van Hare Majesteit de Koningin beschermd was. Maar in dit geval wilde hij toch een uitzondering maken omdat het hier de titel Hofleverancier van Sint Nicolaas betrof. ’Hoewel over de goede smaak hiervan zou zijn te redetwisten, wil het mij voorkomen, dat in deze dagen van Sint Nicolaasvreugde een op deze wijze gevoerde reclame nogal onschuldig is en zeker niet als een misbruik kan worden beschouwd waarop van de zijde van het hof aanmerking zou moeten worden gemaakt.’ 22

137. Affiche 'Hofleverancier van Sint Nicolaas'

In de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw werd het begrip hofleverancier en het wapen in de reclame nauwelijks meer gebruikt. En als het al gebeurde, veelal misbruikt. Men kon het wapen op de meest onbenullige artikelen tegenkomen waardoor het predikaat Hofleverancier aan waarde inboette. Tegen dit misbruik kon nauwelijks worden optreden. De gang naar de Reclame Code Commissie lag niet op de weg van het Hof, laat staan van Hare Majesteit de Koningin. De gang naar de burgerlijke rechter was evenmin een optie. Voor koningin Beatrix waren dit redenen om het hele stelsel te reorganiseren.

door Theo Stradmann. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Sinds 1987 is er een reglement voor het gebruik van het wapenschild met de toevoeging "Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier" op drukwerk en reclame. Alle rechten van het koninklijk wapen met de toevoeging ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ berusten bij Hare Majesteit de Koningin. Het wapenschild mag uitsluitend worden afgebeeld met de begeleidende tekst ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’. Deze tekst is onverbrekelijk met het wapenschild verbonden en mag derhalve niet worden weggelaten of op een andere plaats worden gezet. Variaties op de tekst zijn niet toegestaan en titels als ‘Hofjuwelier’ of ‘Hofbakker’ zijn uit den boze. 138. Eén aansprekende reclame-uiting van P. de Ruijter, beter bekend als 'De Broodversierder' uit Baarn, begin jaren tachtig twintigste eeuw. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

De hofleverancier dient erop toe te zien dat de grafische weergave van het schild zorgvuldig en goed gebeurt. Zo is bijvoorbeeld het plaatsen van het wapen aan de onderzijde van briefpapier, waardoor het er als het ware bij hangt, niet wenselijk. De strengere voorwaarden van afbeelden beogen uniformiteit en derhalve herkenbaarheid na te streven. Bovendien wordt de exclusiviteit van de onderscheiding op deze manier in stand gehouden en de hofleverancier beschermd. Het is daarom in het eigen belang van de gerechtigden mee te werken aan strikte naleving van deze regels en zich in hun reclame te gedragen. Er bestaat een aparte map met het reglement en diverse voorbeelden hoe men het wapen dient af te beelden op papier, dia, foto en film. Zij zijn bedoeld voor grafische verwerking op handelscorrespondentie en verpakkings- en reclamematerialen. Voor digitale verwerking is een Cd-rom toegevoegd. Deze map is uitsluitend bedoeld voor gerechtigde ondernemingen en kan worden aangevraagd bij het Secretariaat van Zijne Majesteit de Koning, Postbus 30412, 2500 GK Den Haag.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 119


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 120

Ondanks dit alles komt men soms nog wel woordspellingen tegen als “Hofleverancier van Oranje” waarmee dan natuurlijk het Nederlandse Elftal mee wordt bedoeld. En natuurlijk rondom andere “Oranje“ festiviteiten zoals Koninginnedag en in de toekomst Koningsdag, waarmee men op ludieke wijze met een knipoog iets wil aanprijzen.

139. De firma Fortuin Dokkum geeft op geregelde tijden een blikverpakking uit, waarop bijzondere beelden van de Oranjes voorkomen.

120 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 121

Referenties 1

KHA E1a-IIb-2: Hofcommissie: Ingekomen en uitgegane stukken en

rekwesten, no 552/no 107. 2

KHA E1a-IIb-21: Hofcommissie: Rekwesten om leverantiën aan het Hof van Z.M. de Koning en om Brevetten Requesten: 1815-1829 (Letter C) no. 16c.

3

KHA E1a-I: Hofcommissie: Notulen van vergaderingen van de Hofcommissie 1814-1818.

4

KHA E10a-I-1: Departement Hofmaarschalk: 1 en 2 inventaris in en uitgaande stukken 1835-1837, 6 maart 1835. 5

KHA E1a-I- 40: Hofcommissie: Koninklijke Besluiten en Authorisatiën en Kabinetsdispositiën 1815-1816.

6

KHA E10a-Ia-1: Departement Hofmaarschalk: Brievenboek van het Departement Hofmaarschalk 1829-1834.

7 Gemeentearchief Amsterdam: Toegang 5168: Archief Kabinet van de burgemeester, 1838. 8

KHA E1b-IVa-7: Hofcommissie: Brevetten van machtiging tot het voeren van het Koninklijk Wapen (Teruggezonden na opheffing, verandering of intrekking).

9

Gemeentearchief Amsterdam: Toegang 5168: Archief Kabinet van de burgemeester, 1852.

10 HGA Kabinetsarchief van de Burgemeester der Gemeente Den Haag bnr. 559, jaar 1864. 11

KHA E1b-IIb-94: Hofcommissie: Uitgaande stukken 1899.

12

KHA A47-X-338: Inventaris van het archief van koningin Emma: Hofhouding koningin Emma: Register van gerechtigden tot het voeren van het wapen van Hare Majesteit de Koningin-Moeder.

13

KHA E1b-IVc-1: Hofcommissie: Register tot het voeren van het praedicaat Koninklijk of het Koninklijk Wapen, met klapper op namen en plaatsen 1899-1938. Waarom de firma van koningin Wilhelmina zo snel het predikaat Koninklijk kreeg, wordt uit de Notulen van de Hofcommissie niet duidelijk. De firma was een van de grootste zeepfabrikanten in Nederland. De auteur dankt de heer L.J.A. Pennings van het Koninklijk Huisarchief voor het doorlezen van de tekst alsook voor zijn aanvullingen.

14

KHA E1b-IIb-91: Hofcommissie: Ingekomen stukken 1898: no. 109.

15

KHA E5-4: Commissie tot het verlenen van het predicaat Koninklijk en het Koninklijk Wapen 1919-1940: 13.

16 KHA E1b-I-3: Hofcommissie: Notulen van de vergaderingen van de Hofcommissie 1871-1880. 17

Stichting Hofleveranciers in Nederland, collectie Lenderink/Kutterink.

18

Rüter, A.J.C., Rapporten van de gouverneurs in de provinciën, 1840-1849. Deel 3. (Utrecht 1950).

19 Gemeentearchief Amsterdam: Toegang 5168: Archief Kabinet van de burgemeester, 321. 19a De heer en mevrouw Dekker te Haarlem 2013. 20

KHA A 47-X-38: Archief koningin Emma, Register; KHA E-1b-IVa-5: Register der gerechtigden tot het voeren van het Koninklijk Wapen als Hofleverancier 1849-1890.

21

Het Bouwkundig Weekblad van 11 november 1893, 276.

22

KHA E20: Archief Grootofficier in Speciale Dienst van H.M. de Koningin: 63: Algemene correspondentie, inlichtingen, adviezen en beslissingen.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 121


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 122

141. Detail van een reclamefolder van Jean Marie Farina te Keulen, eerste helft negentiende eeuw. Farina Museum, Keulen.

7 Hofleveranciers buitenslands N

aast de aanvragen uit eigen land vroegen ook buitenlandse ondernemers Willem I om het predikaat hofleverancier. In een brief van 9 augustus 1816 had Willem I echter te kennen gegeven ‘dat het niet voegelijk is eenen leverancier van vreemde waren te kunnen benoemen.’1 Een leverancier van buitenlandse producten mocht geen hofleverancier worden. Dit was een bewuste politiek zoals blijkt uit de afwijzing van het verzoek van de firma J.W. Farina in 1818. Deze fabrikant van Eau de Cologne uit Keulen wilde een fabriek in België beginnen en verzocht de koning zich daar te mogen vestigen. Tevens vroeg hij om de titel ‘Fabrikant en Leverancier van Eau de Cologne van het Hof van Uwer Majesteit’ om zijn onderneming meer cachet te geven. De Hofcommissie adviseerde de koning op dit verzoek afwijzend te beslissen. Zij stelde dat de sollicitant niet op Nederlands grondgebied woonachtig was en bovendien een buitenlands product zou gaan leveren.

122 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 123

Voor de onderbouwing van dit besluit verwezen ze de koning naar zijn brief van 9 augustus 1816.2 Ze hoopten wel dat Farina een depot van zijn fabriek in België zou oprichten, maar het voeren van het koninklijk wapen zat er echt niet in. De reden van afwijzing was begrijpelijk. Om de handel en nijverheid in eigen land te stimuleren en aan te moedigen, betrok men liever geen goederen uit het buitenland. Dit nam niet weg dat er door het Koninklijk Huis geen bestellingen in het buitenland werden gedaan. Na de troonsbestijging van Willem II in 1840 probeerde de firma Farina het opnieuw, in de hoop dat de regels nu minder strikt gehanteerd zouden worden. Op 3 oktober 1842 diende David Boom, chef van de firma Joseph Anton Farina, Eau de Cologne fabriek te Keulen, een verzoekschrift in ter verkrijging van het predikaat hofleverancier. Hierin schreef hij dat de firma de ‘echte’ Eau de Cologne leverde in Pruisen en aan andere hoven. Ook stelde hij dat hij vroeger gelieerd was aan de tabaksfabriek van Mattheus van Delden en Zonen te Amsterdam, geboren was in Alphen en laatstelijk in Aarlanderveen had gewoond. Hieruit blijkt dat Boom de reden van de afwijzing goed had begrepen. De Hofcommissie informeerde bij de Nederlandse Gezant in Berlijn of de mededeling van de heer Boom over zijn vorstelijke clientèle en onderneming in Keulen wel correct was. Al snel bleek dat een en ander niet klopte en de producten van middelmatige kwaliteit waren. Dus adviseerde de Adjudant der Koninklijk Paleizen de koning dit verzoek opnieuw van de hand te wijzen omdat het regel was de titel uitsluitend aan inlandse fabrikanten en kooplieden te verlenen.3 Uiteindelijk zou de firma Farina op 25 augustus 1873 het brevet van Willem III ontvangen.

142. Detail van een piano waar de makers "De Prouw Aubert & Cie te Parijs" kenbaar maakten, dat zij onderscheiden waren door de koning der Nederlanden, tweede helft negentiende eeuw.

In de eerste helft van de negentiende eeuw kwamen dus alleen inwoners van het koninkrijk Nederland in aanmerking kwamen voor het hofleverancierschap. Dit gold ook voor de onderdanen in overzeese gebiedsdelen. Het is onduidelijk of de inwoners van het Groothertogdom Luxemburg, dat sinds 1815 in een personele unie met het Koninkrijk der Nederlanden was verenigd, ook als autochtonen werd beschouwd. Waarschijnlijk wel want J. Wemmer uit Luxemburg kreeg op 25 oktober 1841 van Willem II vergunning om zich voortaan Hoflaarzenmaker te mogen noemen en het koninklijk wapen te mogen voeren. Toch week de koning bij hoge uitzondering wel eens van de regels af en benoemde hij toch buitenlanders tot hofleverancier zoals in 1841 de heer H. Holsboer, koopman in herenhoeden in Parijs. Ook de heer H. Mangeot woonachtig te Brussel mocht zich in 1848 arquebusier (geweermaker) van Z.M. de Koning van Nederland noemen. Hij mocht het koninklijk wapen echter niet voor zijn deur plaatsen. Waarschijnlijk lag het openbaar tonen van het Nederlandse koninklijk wapen in die tijd nogal gevoelig door de gebeurtenissen sinds 1830. In de tweede helft van de negentiende eeuw zouden er meer en meer predikaten aan buitenlandse ondernemers worden uitgereikt. De koninklijke familie legde in het buitenland niet alleen familiebezoeken af maar reisde ook naar steden als Parijs en Londen. Op nationale en internationale tentoonstellingen van handel en nijverheid maakte zij kennis met nieuwe producten uit andere landen en culturen.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 123


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 124

Koning Willem III vond dan ook dat de regels van de titel hofleverancier ruimer geïnterpreteerd moesten worden zodat meer buitenlandse ondernemingen hiervoor in aanmerking konden komen. Tenslotte was het één van zijn grondbeginselen dat dit recht alleen verleend zou worden aan degelijke en uitmuntende ondernemers. Het brevet was derhalve een beloning voor bewezen diensten aan koning of land. Aangezien het een prerogatief van de vorst zelf was, kon hij de regels naar believen veranderen of verruimen. Nu moet men niet denken dat elk buitenlands verzoek werd gehonoreerd. De meeste buitenlandse verleningen waren het gevolg van bezoeken en vakanties van de koninklijke familie. Veelal betrof het winkeliers die wijn, schoenen, kleding of bijvoorbeeld kunstvoorwerpen aan de koning en koningin hadden geleverd. Willem III (1817-1880) benoemde ongeveer 120 buitenlandse ondernemingen tot hofleverancier waarvan 6 in de overzeese gebiedsdelen en 20 in het Groothertogdom Luxemburg. Aanvragen ‘uit den vreemden’ werden aan een gedegen onderzoek onderworpen. De Hofcommissie vroeg allereerst advies aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het ministerie stuurde een missive naar de Nederlandse Gezant in het land waar de sollicitant was gevestigd. Indien nodig won de gezant inlichtingen in bij de Consul Generaal van de regio waaronder de vestigingsplaats van de aanvrager viel. Pas nadat alle adviezen en inlichtingen bij de Hofcommissie waren binnengekomen, werd er een positief of negatief advies uitgebracht aan de koning. Dit betekende echter niet dat iedereen op deze manier het predikaat verkreeg. Soms werd het tijdens een bezoek van de koning wel eens rechtstreeks vergund.

Ook tijdens het regentschap van koningin Emma, 1890-1898, bleven er verzoeken uit het buitenland binnen komen. Zij zou tijdens haar leven ongeveer 60 buitenlandse ondernemingen brevetteren.4 Zo ontvingen mevrouw de weduwe L.F. van Arcken Meuser en de heer Clemens J.W. van Arcken, firma Van Arcken & Co, Fabrikant van Inlandsche goud- en zilverwerken te Batavia in 1893 het predikaat van Hare Majesteit de Koningin Weduwe. Deze firma, die tot circa 1860 gevestigd was in Amsterdam, had in het voormalige Indië een bloeiende zaak opgebouwd in goud- en zilverwerken. In het atelier werden geheel in oude boeddhistische stijl juwelen en sieraden gemaakt. Daaronder het fijn-gouden, met uit Borneo afkomstige diamanten bezette diadeem, dat de Sultan van Koetei liet maken en dat hij in 1898 ter gelegenheid van de kroning van koningin Wilhelmina persoonlijk naar Nederland bracht om het aan H.M. de Koningin als kroningsgeschenk van specifiek Indisch makelei aan te bieden.5 (Onderdelen van het diadeem werden soms door koningin Beatrix als broche gedragen). Nadien kreeg de onderneming ook het predikaat van koningin Wilhelmina (1904) en van haar echtgenoot prins Hendrik (1918).

143. Achterzijde van een 'Carte de Visite 'van fotograaf M. Neslet uit Pa-

Ook buitenlandse ondernemingen moesten voor 1 mei een aanvraag indienen om nog in hetzelfde jaar behandeld te kunnen worden. Eenmaal afgewezen verzoeken werden niet meer in behandeling genomen. Dit ging evenwel niet altijd op zoals blijkt uit het volgende voorbeeld. Op 15 mei 1898 had de pianofabrikant Schiedmaijer te Stuttgart een

144. Reclamekaart van de firma Schiedmayer, pianofortefabriek te

124 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

rijs waaruit blijkt dat hij is onderscheiden door koning Willem III. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Stuttgart, omstreeks 1895. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 125

verzoek ingediend bij koningin Emma. Zij schreven dat zij door bemiddeling van de hofpianist J. Stortenbeker een harmonium hadden geleverd voor Het Loo. De firma was al gebrevetteerd door de keizer van Duitsland, de koning van Württemberg, de koningin van Engeland en de koning en koningin van Italië. Ook hadden zij vele medailles en diploma’s behaald op tentoonstellingen en over de wereld gejureerd. Tenslotte meldde de fabrikant dat de onderneming op alle continenten agenten had. Werkelijk groots dus. Desondanks werd het verzoek op 16 juli van dat jaar van de hand gewezen omdat het niet voor 1 mei was binnengekomen. Toen echter duidelijk werd dat H.K.H. prinses Pauline van Württemberg bijzonder veel belang in deze firma stelde, vroeg de Hofcommissie de gezant te Berlijn alsnog om inlichtingen. Deze schreef op zijn beurt de Consul-Generaal der Nederlanden in Stuttgart aan, die een prachtig rapport stuurde zodat deze pianofabrikant in augustus 1898 alsnog de titel werd verleend. 6 Andere buitenlandse ondernemers hoopten eveneens op de gunst van de jonge Wilhelmina zoals het champagnehuis G.H. Mumm & Co uit Reims. Het champagnehuis had op 15 oktober 1877 het predikaat ontvangen van de inmiddels overleden Willem III evenals van vele andere gekroonde hoofden van Europa. Op 22 juni 1898 verzochten zij onderscheiden te worden door koningin Wilhelmina. De Hofcommissie deelde de heren Mumm op 25 juni 1898 mee dat Wilhelmina nog geen brevet had uitgereikt en dat hiermee gewacht werd tot na haar troonsbestijging. Als de heren alsnog een brevet zouden willen ontvangen dan raadde de Hofcommissie hen aan na de troonsbestijging van Wilhelmina opnieuw een aanvraag in te dienen. Op dit moment hield de Hofcommissie zich alleen bezig met de uitvoering van de aanvragen van de koningin-regentes.7 Direct na de troonbestijging van koningin Wilhelmina op 6 september 1898 stroomden de verzoeken om de titel Hofleverancier, ook uit het buitenland, binnen. Zij wilde de uitreiking van de titel Hofleverancier echter beperken en hield aanvankelijk de boot af. Op de vraag of er over de in portefeuille liggende buitenlandse aanvragen, inlichtingen bij de gezanten moest worden ingewonnen, was haar antwoord duidelijk en kort: Nee. Ook de firma G.W.Versteeg gedreven door R. van der Gaag en M.K. Houtbeckers, koks en bakkers uit Batavia, vroeg op 29 december 1898 Hare Majesteit om een titel. De Hofcommissie ontving op 22 juli 1899 van de Regent van Batavia een zeer lovend rapport. Inmiddels was vennoot Reijer van der Gaag voor zaken in Amsterdam. Hij informeerde schriftelijk bij Graaf H. Dumonceau, president van de Hofcommissie, naar de stand van zaken. Uit zijn brief van 3 augustus bleek dat het verzoek in 1898 aan beide koninginnen was gericht. Hij sprak de hoop uit, tijdens zijn verblijf in Nederland antwoord op zijn verzoek te mogen ontvangen, vooral omdat hij dan in Nederland een wapen en drukwerk zou kunnen bestellen. Het brevet van de firma Versteeg zou het eerste brevet zijn dat door koningin Wilhelmina op 31 augustus 1899 werd verleend.8 Ook op misbruik door buitenlandse hofleveranciers werd toegezien. In de vergadering van de Hofcommissie van 15 juli 1907 kwam ter sprake dat de koningin nadere inlichtingen wenste te ontvangen over August Schwanefeldt uit Wiesbaden. Deze noemde zich opvolger van juwelier E. Schürmann en Cie, voorheen gevestigd in Frankfurt. De berichten van het Gezantschap in Berlijn over de firma E. Schürmann en Cie, opvolger van Tueber te Frankfort, waren nogal ongunstig, zodat de titel

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 125


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 126

onmiddellijk werd ingetrokken en er geen bestendiging van de nieuwe eigenaar plaatsvond.9 Koningin Wilhelmina zou in de periode 18981948 ongeveer 50 brevetten aan buitenlandse ondernemingen uitreiken, waarvan 15 aan ondernemingen in de overzeese gebiedsdelen.10 Koningin Juliana verleende de onderscheiding alleen bij hoge uitzondering aan buitenlandse ondernemingen.

Zo werd het recht bestendigd van Peter F. Heering A.S., een distilleerderij in Denemarken die dat op 8 maart 1947 had ontvangen. De firma C. Kersten & Co N.V. te Paramaribo werd door de vorstin in 1955 gebrevetteerd, evenals in 1967 de handelsonderneming Spritzer & Fuhrmann NV in Willemstad Curaçao. Het kon ook anders. Toen het champagnehuis Moët & Chandon uit Epernay het hofleverancierschap aanvroeg bij koningin Juliana, antwoordde haar secretaris dat de firma meer kans op een titel van de prins-gemaal zou maken. Op 21 januari 1975 werd het champagnehuis door prins Bernhard gebrevetteerd.11 Prins Bernhard heeft ongeveer 60 verleningen afgegeven waarvan de helft aan buitenlandse ondernemingen.12 Koningin Beatrix bepaalde in 1987 dat buitenlandse ondernemingen geen hofleverancier konden worden. Zij bestendigde evenwel op 8 februari 1988 de firma Spritzer & Fuhrmann NV, handels-onderneming op Curaçao en op 7 maart 1988 Peter F. Heering A.S. distilleerderij in Denemarken. Inmiddels zijn beide ondernemingen opgeheven waarbij ook het recht kwam te vervallen.

145. Advertentie van Peter F. Heering A.S. te Denemarken uit 1952 waarin te zien is dat zij onderscheiding door Koningin Juliana. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Hofleveranciers van buitenlandse hoven Vorstenhuizen treffen we overal ter wereld aan, door alle tijden heen. Ook bij beschavingen die niet of nauwelijks contacten onderhielden met de 'buitenwereld'. Het verschijnsel van het toekennen van erfelijke politieke macht aan bepaalde 'aanzienlijke geslachten' schijnt zich minder goed te kunnen handhaven naarmate de betrokken samenlevingen een grotere rationaliteit bereiken. Opmerkelijk is dat van de ongeveer 30 koninkrijken, van Nepal tot Thailand en Zweden tot Luxemburg, die in Europa het beste lijken te gedijen. Faroek, de laatste koning van Egypte, moet eens gezegd hebben: ‘In het jaar 2000 zijn er nog vijf koningen, de vier van het kaartspel en die van Engeland’. Het is allemaal anders gelopen. Vooral de landen met 'zomerregens en wintervorst', geografisch gezien het noordwesten van Europa, bleken vrij stabiel. In dat deel treft men nog zeven overgebleven monarchieën aan. Al in 1918 kon koning Albert van België zeggen: ‘Er is veel werkloosheid in mijn vak’. Zo verdwenen onder andere regerende koningen, groothertogen, hertogen enz. in Duitsland, Portugal, Rusland, Bulgarije, Italië, Albanië, Roemenië, Griekenland, Oostenrijk en Joegoslavië. Ook het begrip Hofleverancier kwam in deze landen te vervallen.

126 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

146. Fassade van het winkelpand van ‘Alois Dallmayer” in comestibles in Munchen 1899, waarop te zien is dat zijn onder meer Hofleverancier waren van verschillende Duitse Hoven. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 127

Gedragscodes en wetmatigheden Hofleveranciers zijn er door alle tijden heen geweest. Ook al werden ze niet van meet af aan zo genoemd. In het Europa van de Middeleeuwen en de ‘Gouden Eeuw’ waren de verschillende ambachtslieden vaak in gilden verenigd. Deze ambachtslieden kregen veelal ook opdrachten van het hof of vorstelijke families. De zadelmaker en de wever, maar ook de molenaar die het meel aanvoerde, werden zo een soort hofleverancier. Ook in die tijd was dat een groot voorrecht. In bepaalde gevallen ontving men van de opdrachtgever speciale privileges of genoot men ‘Koninklijke’ bescherming. Tal van mensen die in dienst waren van het Hof zoals bedienden, schrijnwerkers, bakkers de hofkok en de hofchirurgijn, kunnen onder hofleveranciers worden gerangschikt. Zij leverden immers dezelfde diensten. Ieder hof of vorstenhuis en zelfs vooraanstaande geslachten hadden hun eigen gedragscodes en wetmatigheden waaronder het verlenen van onderscheidingen en gunsten. In sommige gevallen was dit nauwgezet en formeel waarbij certificaten van waarborg en erkenning werden verleend. Een eerste vereiste voor de verlening was de aanwezigheid van een vertrouwensrelatie tussen beide partijen. In andere gevallen, waar geen officiële erkenning plaatsvond, werd de eer binnen de leveranciersfamilies aan volgende generaties doorgegeven. Als een onderneming het recht werd verleend de titel Hofleverancier te voeren, was dat zonder twijfel een hoge eer.

Koning, Keizer, Prins-Gemaal, brevetten verleenden z’allemaal Het Europa van die tijd (vooral in de negentiende en begin twintigste eeuw) was een bonte lappendeken van grote en kleine koninkrijken, hertogdommen en prinsdommen. Menige onderneming sierde zich met wapens voorzien van leeuwen, adelaars, eenhoorns, kronen en zwaarden. Men kon in Nederland borden van buitenlandse vorsten tegenkomen maar ook Nederlandse wapenborden in het buitenland. Zo prijkte rond 1900 op de gevel van de Amsterdamse Likeurstokerijen van ‘Van Zylekom’ de wapens van de koningen van Spanje, Portugal, Griekenland, Roemenië, de Khèdive van Egypte en het wapen van koningin regentes Emma. De firma’s Wijnand Fockink (sinds 1954 een onderdeel van het Bolsconcern) en Erven Lucas Bols spanden de kroon.

Wijnand Fockink

147. Brevet afgegeven door Koning Christian X van Denemarken en IJsland op 7 februari 1923 aan Wijnand Fockink te Amsterdam. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.

Keizer Napoleon III van Frankrijk 12 februari 1870 Keizer/Koning Franz Josef van Oostenrijk 22 november 1873 Groothertog Frederik van Baden Duitsland 7 augustus 1879 Koning Albert van Saksen Duitsland 6 augustus 1879 Groothertog Luwdwig IV van Hessen Duitsland 19 augustus 1879 Koning van Pruisen, Duitsland 19 augustus 1879 Koning van Württemberg, Duitsland 16 augustus 1879 Koning Leopold II van België 6 augustus 1879 Koning van Beieren, Duitsland 15 oktober 1882 Koninklijk Huis van Hannover, Duitsland 8 december 1882 Groothertog Adolf van Luxemburg 12 juli 1891

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 127


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 128

Koning Albert van België 12 februari 1910 Koning Carol van Roemenië 26 november 1914 Koning Alfonso XIII van Spanje 16 februari 1922 Koning Christian X van Denemarken & IJsland 7 februari 1923 Koning Gustaf VI Adolf van Zweden 27 februari 1952 Koning George VI van Engeland Koning Boudewijn van België 29 juni 1964 Groothertog Jan Luxemburg 10 januari 1968

Van het Nederlands Koningshuis Koning Willem III 19 augustus 1879 Koningin Emma 2 augustus 1892 Koningin Wilhelmina 31 augustus 1900 Koningin Wilhelmina 1936 Prins Bernhard 10 november 1948

Erven Lucas Bols Keizer/koning Franz Jozef van Oostenrijk 29 maart 1874 Koningin Maria Christina van Spanje 25 oktober 1887 Koning Gustaf V van Zweden 30 april 1930 Prins Louis II van Monaco 11 maart 1948 Koning Frederik IX van Denemarken 15 augustus 1949 Prins Reinier III van Monaco 15 oktober 1949 Groothertogin Charlotte van Luxemburg 8 december 1949 Koning Paul van Griekenland 20 maart 1950 Kroonprins Meid Azmatch Asfa Wosen Ethiopië 31 januari 1950 Koning Tribhuvan van Nepal 2 september 1952 Koning Pierre II van Joegoslavië 26 maart 1953 Il Capitani Reggenti San Marino 31 maart 1953

Van het Nederlands Koningshuis Koning Willem III 15 april 1879 Koningin Wilhelmina 30 januari 1915 Koningin Juliana 9 september 1950 Prins Bernhard 7 juli 1948 Prins Bernhard 25 januari 1957

Menig vorstelijke boterham werd besmeerd met gelei en jam van ‘Maatschappij de Betuwe’ uit Tiel of men at Zeeuwse Mosselen. Deze ondernemingen verkregen dan ook van menig vorstenhuis het hofleverancierschap. Dit gebeurde uiteraard ook andersom, waarbij het veelal ging om luxe goederen of specialiteiten, zoals kleding, juwelen, parfumerieën, serviezen en glaswerk, visproducten, wijnen en likeuren. Dergelijke uitwisselingen komen nu veel minder voor. Tegenwoordig kennen in Europa alleen België, Denemarken, Groot Brittannië, Luxemburg, Monaco, Zweden en natuurlijk Nederland nog het begrip Hofleverancier.

128 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

148. Brevet afgegeven door koning Paul van Griekenland op 20 maart 1950 aan Erven Lucas Bols te Amsterdam. Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg.


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 129

Sterk geworteld In Groot-Brittannië is het systeem waarschijnlijk het oudst en meest ontwikkeld. Het vroegst bekende voorbeeld van een formele band tussen de Kroon en de handel is meer dan 800 jaar oud en betreft een verlening van een Koninklijke Oorkonde aan de Weavers Company door koning Hendrik II van Engeland in 1115. Zijn opvolgers hielden de traditie in stand. Het systeem werd door vele andere vorstenhuizen overgenomen. In sommige landen berust deze gunst op zeer oude tradities en waarden; in andere landen is het meer toegespitst op de moderne tijd.

149. Trots poseert David Kinloch Anderson, Kleeren Kiltmaker in traditionele Schotse kleding voor de Hofleveranciers-wapenborden die de firma heeft verkregen van de Engelse koningin en de Hertog van Edinburg.

In het algemeen zijn de verschillen in de bepalingen, richtlijnen en wijze van toekenning niet zo groot. Soms zijn er opvallende overeenkomsten. De meeste vorstenhuizen verlenen het recht en de titel op basis van een langdurige handelsverbintenis. De wijze van verlening kan verschillen: door de vorst, vorstin, de echtgenoten en/of troonopvolgers aan een persoon, een onderneming of beide. In ieder geval maakt het al dan niet leveren aan het hof geen verschil voor de belangrijkheid van de onderscheiding. In eerste instantie gaat het om het vertrouwen in de kwaliteit van het product, de soliditeit en continuïteit van het bedrijf en de integriteit van de ondernemer. Door de tijd heen zijn dit steeds de belangrijkste criteria gebleven. Bijna alle Europese gerechtigden hebben één ding gemeen. Vol trots voeren zij als symbool van deze vorstelijke onderscheiding op de een of andere manier de Koning der dieren ofwel 'de leeuw' in het wapen. Ook in andere landen waar de onderscheiding Hofleverancier wordt verleend, bestaan er organisaties die zich net als de ‘Stichting Hofleveranciers in Nederland’ met dit recht bezig houden. Zij fungeren als kennis en informatiecentra en verzamelen daartoe gegevens, literatuur en voorwerpen over hofleveranciers. Regelmatig vindt er contact plaats tussen deze instellingen en zijn er uitwisselingsprogramma's.

Referenties 1

KHA E1a-I-1: Hofcommissie: Notulen Hofcommissie 1814-1818: 9 augustus 1816, no.191.

2

KHA E1a-I-18: Hofcommissie: Voordrachten en besluiten 1818, no. 33.

3

KHA E10a-Ib-10: Correspondentie Hofmaarschalk 1843, no.16, 19 januari 1843.

4

KHA A47-X-338: Hofhouding koning Emma: Register der Gerechtigden tot het voeren van het Wapen van Hare Majesteit de Koningin-Weduwe.

5

Handel, Nijverheid en Industrie in Nederlandsche Oost Indië, aflevering no.15, rubriek Goud- en Zilverindustrie, extra Jaarbeursuitgave Bureau ‘India Semper Florens’.

6

KHA E1b-IVb-16: Hofcommissie Generale lijsten (concepten), brieven, notitiën en minuten der consideratiën en adviezen omtrent aanvragen om het wapen van de Koningin Regentes 1892-1898.

7

Idem.

8

KHA E1b-IIb-93: Hofcommissie: Ingekomen en uitgegane stukken 1898.

9

KHA E1b-I-6: Hofcommissie: Notulen van de vergadering der Hofcommissie, 7.

10

KHA E1b-IVc-1: Hofcommissie: Gerechtigden tot het voeren van het praedicaat Koninklijk of het Koninklijk Wapen, met klapper op namen en plaatsen 1899-1938. 11

KHA E20: Archief Grootofficier in Speciale Dienst van H.M. de Koningin, nr. 45: Register van aan bedrijven verleende of bestendigde predicaten Koninklijk en Hofleverancier 1936-1962.

12

KHA: Lijst van hofleveranciers van prins Bernhard; Lijst Hofleveranciers van de Stichting Hofleveranciers.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 129


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 130

130 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 131

Bibliografie Archief Stichting Hofleveranciers in Nederland, Voorburg

fonds Cabiner du Ministère de l’Intérieur 1817-1830 aux Archives Générales du Royaume des Pays-Bas.

Familiearchief R. Sjenitzer, Den Dolder

2.04.23.03: Ministerie Binnenlandse Zaken: Afdeling Telegrafie en Hoofdbestuur van de Telegrafie en Voorgangers, 1852-1869.

Gemeentearchief Amsterdam Toegang 5168: Archief Kabinet van de burgemeester.

Koninklijke Nederlandse Munt, Utrecht Archief 1814-1839.

Gemeentearchief Weesp Archief Metaalgieterij Holland.

Regionaal Archief Leiden 1315: Archief van de Koninklijke Zeepfabriek Sanders B.V. 1899-1973.

Haags Gemeentearchief (HGA) Kabinetsarchief van de Burgemeester der Gemeente Den Haag bnr. 559,

Stadsarchief Breda

1864.

Verslagen van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Breda over de jaren 1917-1918.

Hoge Raad van Adel, Den Haag

Streekarchivariaat De Markkant: IV-41.

Notulen van de Hoge Raad van Adel 1815 en 1816. Streekarchief van de Liemers en Doesburg Koninklijk Huisarchief (KHA), Den Haag

Archief Gieterij Doesburg.

A35 Inventaris van het archief van koning Willem I (1772-1843). A39 Inventaris van het archief van prinses Wilhelmina Frederika Louise-

Zeeuws Archief (ZA)

Charlotte Marianne (1810-1883).

Provinciaal Bestuur Zeeland 1851-1910: 6.2.

A40 Inventaris van het archief van koning Willem II (1792-1849). A45 Inventaris van het archief van koning Willem III (1817-1890).

Internet

A47 Inventaris van het archief van koningin Emma (1858-1934).

www.archivesnationales.culture.gouv.fr: 400AP/29-400AP/79:

A51 Inventaris van het archief van prins Hendrik, hertog van

Archives de Louis, Roi de Hollande (1778-1846), d’Hortense (1783-1837),

Mecklenburg enz. (1876-1934).

et de leurs descendants.

A52: Inventaris van het archief van koningin Juliana.

www.koninklijkhuis.nl

E1a Hofcommissie ‘s-Gravenhage 1814-1840.

www.wikipedia.org

E1b Hofcommissie ‘s-Gravenhage 1849-1919. E1d Hofcommissie Brussel 1815-1829.

Literatuur

E5 Commissie tot het verlenen van het praedicaat Koninklijk en het

Allart, J., Alphabetisch register op de decreten van zijne Majesteit den

Koninklijk Wapen 1919-1940.

Koning van Holland, mitsgaders op de notificatien van hoogstdezelfs

E8 Thesaurie. Konto-Courant met Huis des Konings van de aan de

ministers: bevattende den zakelijken inhoud van al het merkwaardige,

Geheim-regeringsraad Hofmann toevertrouwde Kas.

’t welk daar bij is besloten en vastgesteld 8 (31 oktober-31 december

E10a Archief Departement Hofmaarschalk.

1808), (Amsterdam 1809).

E20 Archief Grootofficier in Speciale Dienst van H.M. de Koningin.

Baarsen R.J., ‘Andries Bongen (ca.1732-1792) en de Franse invloed op de

G4 Fragmentarchieven van het civiele huis van Lodewijk Napoleon,

Amsterdamse kastenmakerij in de tweede helft van de achttiende eeuw’

koning van Holland.

in: Oud Holland (1988) 1, 24-25. Boer, D.E.H. en J. de Vries, Wij samen onder de Oranjes: 150 jaar Neder-

Nationaal Archief (NA), Den Haag

landse samenleving (Amsterdam 1963).

2.01.25: Inventaris van archieven betreffende het Kroondomein en de

Boo, J.A. de, Familiewapens, oud en nieuw (Den Haag 1982).

hofhouding van koning Lodewijk Napoleon en de Franse keizer

Braat, G.J., Honderd jaren F.W. Braat (Delft 1945).

omschreven in de lijsten no. 14 tot 18 behorende bij het proces-verbaal

Brus, R., De juwelen van het Huis Oranje Nassau (Baarn 1996).

van overname van 22 juli 1861.

Catalogus der voorwerpen ingezonden op de Tentoonstelling van voort-

2.01.01.07: Archieven van de Staatssecretarie onder Lodewijk Napoleon

brengselen der Nationale Nijverheid van Nederland en zijne overzee-

1806-1811.

sche Bezittingen te Arnhem in Juli en Augustus 1852 (Arnhem 1852).

2.02.01: Algemene Staatssecretarie en Kabinet des Konings met daarbij

Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage 1880.

gedeponeerde archieven 1813-1840.

Dainville-Barbiche, S. de, Archives du cabinet de Louis Bonaparte, Roi

2.02.04: Archief van het Kabinet des Konings 1841-1897.

de Hollande (1806-1810): Inventaire des Articles AF IV 1719 à 1832

2.04.35: Inventaire des dossiers rélatifs à la Belgique conservés dans le

(Paris 1984).

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 131


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 132

Eliëns, T.M., Kunst, Nijverheid, kunstnijverheid: de nationale nijverheid-

Van Dale. Groot Woordenboek der Nederlandse Taal (Utrecht/Antwerpen

stentoonstellingen als spiegel van de kunstnijverheid in de negentiende

1984).

eeuw (Zwolle 1990).

Verslagen van de gemeente ’s Gravenhage: Lijst der fabrieken in de

Gotteri, N., Maison de l’empereur domaine étranger: Italie, Belgique,

gemeente ’s Gravenhage.

Hollande. Inventaire des articles O² 940 à 1122. (Paris Archives Natio-

Vormgeving en Kunst, jg. 19 (3).

nales 1989).

Vrij Nederland 8 april 1968.

Heijbroek , F.J., ‘Van eenvoudige prentenkoopman tot gerenommeerd

Westermann, J.C., Geschiedenis van de ijzer- en staalgieterij in Nederland:

kunsthandelaar: Frans Buffa & Zonen in Amsterdam (ca. 1785-1951)’ in:

in het bijzonder van het bedrijf van de Nederlandsche Staalfabrieken v.h.

De Boekenwereld Tijdschrift voor boek en prent 23 (2) december 2006:

J.M. de Muinck Keizer N.V. te Utrecht (Utrecht 1948).

50-66.

Woelderink, B. en H.J. de Muij-Fleurke, Inventaris van de archieven van

Het Bouwkundig Weekblad van 11 november 1893.

stadhouder Willem V 1745-1808 en de Hofcommissie van Willem IV en

Hof-almanak voor het schrikkeljaar 1816. (Den Haag: Gosse en Comp.).

Willem V 1732-1794 (Hilversum en Den Haag 2005).

Hooff, G. van, Industriële Archeologie nr. 35 1990.

Zeeman, J., Heraldiek Hoe & Waarom (Zonder jaar en plaats).

Huisken, J.E., Het Koninklijk Paleis op den Dam historisch gezien (Zutphen 1989). Icons, een onderzoek naar een nieuw beeldmerk van Nederland (Den Haag 2004). In naam van Oranje. Vijf eeuwen de Oranjes (Zwolle 1994). Kapsenberg, B.S., Uit ijzer gegoten (Zutphen 1979). Kits Nieuwenkamp, H.W.M.J., Encyclopedie van de heraldiek (Amsterdam en Brussel 1961). Krogt, M.R. van der, Hofleveranciers in Nederland (Amsterdam 1985). Krogt, M.R. van der, Met Koninklijke Allure (Rijswijk 1989). Krogt, M.R. van der, Koninklijk Verenigd (Rijswijk 1991). Krogt, M.R. van der, Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier (Rijswijk 1991). Krogt, M.R. van der, Koninklijke Ondernemingen & Hofleveranciers in Nederland (Rijswijk 1995). Krogt, M.R. van der, Een vorstelijke Onderscheiding (Elewijt 1998). Krogt, M.R. van der, Een Koninklijk Gebaar (Zaltbommel 2000). Maaskamp, E., Almanac de la Cour pour l’année 1809 (Amsterdam 1808). Meij, I., Inleiding in: E. van Braam en E. Elzenga: Koninklijk gekleed: Wilhelmia 1880-1962 (Zwolle 1998). Neubecker, O., Heraldiek, bronnen, symbolen en betekenis (Amsterdam 1962). Oostveen, J.H., Gieterij-techniek: leerboek ten dienste van de vakopleiding in de gieterij (Amsterdam 1948). Over de bemoediging van den volksgeest der Nederlanders. Bij gelegenheid van de tentoonstelling der Voorwerpen van Nijverheid, te Haarlem in de maand juli 1825. (Amsterdam 1825). Rapporten van de Minister voor het Publiek Onderwijs de Nationale Nijverheid en de Koloniën van 10 oktober 1821, no. 717 en 14 mei no. 379 en de Hoge Raad van Adel van 15 juni no. 804/315. Rüter, A.J.C., Rapporten van de gouverneurs in de provinciën, 18401849. Deel 3 (Utrecht 1950). Schretlen,H.,‘Muziek en muzikanten aan het Hof van Lodewijk Napoleon’ in: Lodewijk Napoleon. Aan het Hof van onze eerste koning 18061810 (Zutphen 2006). Staats-Courant. Stokroos, M.L., Zink in Nederland: het gebruik van het metaal zink in Nederland (Amsterdam 1983). Stokroos, M.L., Gietijzer in Nederland: het gebruik van gietijzer in de 19e eeuw (Amsterdam 1984).

132 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 133

Lijst van Ondernemingen met de titel

“Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier” a

Blijdensteijn Mode BV. – Tiel

Aalst Oosterse Tapijten. P.J. van - Breda

Blocks BV. Lunchroom - Zwolle

Aarnoutse Slagerij - Gennep

Blokland Cold Stores BV. – Cuijk

Abbing BV. Kwekerij - Zeist

Boer en Zonen BV. T. - Nieuwerkerk a/d IJssel

Acker BV. Johan van den Acken BV. Textielfabriek - Gemert

Boer Repair Service - IJsselstein

Acket Drukkerij-Kartonnage BV. - Oss

Boerenbond Deurne U/A, Coöperatie - Deurne

Adriaens Molenbouw Weert BV. - Weert

Boerhaave, Drogisterij - Leiden

Akkerman, P.W. Vulpenspecialist - Den Haag

Boermans, Firma Weduwe Aug. – Venlo

Akkermans Carosserie BV. - Oud Gastel

Bolder BV. –Aannemers-en timmerbedrijf – Didam

Albers Alligator BV. Projekten – Wageningen

Bommel BV, Schoenfabriek Wed. J.P. van - Moergestel

Alberts Onderwijs BV. - Sittard

Bonneterie BV, Maison de - Amsterdam

Alfa Brouwerij - Schinnen

Bonneterie BV, Maison de - 's-Gravenhage

Alpina - van Houweninge & IJsselstijn BV. - 's-Gravenhage

Bontebal Bouw BV. - Reeuwijk

Amiabel - J.C. Eijckelhof BV, Jos. - 's-Gravenhage

Bonth- van Hulten Bouwonderneming BV, De - Nieuwkuijk

Andringa, Bakkerij - Grouw,

Boomsma Distilleerderij/Wijnkoperij BV. - Leeuwarden

Antoon de Jong BV. - Teken en schildermaterialen - Tilburg

Boonstra, Banketbakkerij- Tearoom M. – Drachten

Arps & Zoon Drukkerijen BV. - Rotterdam

Bos Banketbakkerij - Den Helder Bos, Timmerfabriek BV. Gebr. – Goudriaan

b

Bosch Bloemkwekerij BV., H. & B.R. van den - Rijnsburg

Baggerman, Firma G.C. - Erichem

Bouwhuijsen Bouwbedrijf BV, Van den - 's-Hertogenbosch

Bakels Senoir NV. Bakkerijgrondstoffen - Weesp

Breedveld & Schröder BV – Almere

Bakker Baarn Drukkerij - Baarn

Bressers Metaal BV. - Tilburg

Bakker & Timmenga BV. Orgelmakerij - Leeuwarden

Brinks Transport Rijssen BV. – Rijssen

Bams Slijterijen - Maastricht

Broekens BV, Landbouwmechanisatie – Stiens

Banda Kollum Drukkerij BV. - Heerenveen

Broekhuis BV. Boekhandel - Hengelo

Baumann's Graveerinrichting BV. - Amsterdam,

Broekhuis Mode BV. - Barneveld

Beerse Specialiteiten Bakkerij – Sint Pancras

Broekman De Rode Winkel Holding BV - De Meern

Bender Delft BV. Groothandel in Glas en en porselein – Den Haag

Brocken BV. Installatie, kachels schouwen etc. – Tilburg

Berger BV. Wijnhandel - Jean - Roermond

Bouwmans BV. Slagerij – Deurne

Berg's Handelmaatschappij BV. Jos ten - Nieuwegein

Brolsma V.O.F. Slagerij - Stiens

Bernaards Internationaal Transport BV. – Halsteren

Bruchem Deurenfabriek BV, Van - Zaltbommel

Blumer Installatie & Electro V.O.F. – Gendringen

Bruijn Wijnkopers Anno 1772 BV. P. de - Nijmegen

Bierens Machinefabrieken BV. - Tilburg,

Bruijs-Van Dijk VOF - Bergen op Zoom

Biesma Slagerij - Opeinde

Brug Bakkerijen BV. van – Bakkerij – Aarle Rixtel

Bijvank Schoenen - Nijkerk

Buddingh Natuursten BV. – Veenendaal

Bilt Zaden en Vlas BV, Van de - Sluiskil

Buijzen V.O.F. Keurslagerij - Oudenbosch

Bink Drukkerij BV. De - Leiden

Burgh BV., van der. Schildersbedrijf - Maasland

Bik Drogisterijen v.o.f - Leiden

Burggraaf Slagerij V.O.F. - Culemborg

Bouwense v.o.f., Slagerij – Kortgene

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 133


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 134

c

Elzinga BV. - Jirnsum

Canisius-Hensen BV. Stroopfabriek – Schinnen

Engelen & Evers BV. van - Heeze

Carlier B.J. Banketbakkerij - Rotterdam

Engels BV - Rotterdam

Caspar de Haan BV – Eindhoven

Engels Helden BV. Steenfabriek - Panningen

Caulil Slagerij – Etten-Leur

Enckevort Groothandel BV. van - Venlo

Claassen F. Expeditie-Transportbedrijf BV - Tilburg

Eriks Maarssen BV. van – Automobielbedrijf – Maarssen

Cobbenhagen, Kaarsenfabriek - Gulpen

Eureka Biljart BV. - Berlicum

Concordia, Drents Bouwmaterialen Handel BV – Meppel

Es Schoenen en Lederwaren, Van - Veghel

Coöperatieve Zuivelfabriek “Rouveen” u.a. – Rouveen

Esser, Kunstwerkplaatsen - Weert

Cono Kaasmakers, Cöop. zuivelonderneming - Midden Beemster

Evers, Slagerij Firma J.J. - Arnhem

Co van der Horst, woninginrichting – Amstelveen

Extra Bakkerijen – Schinnen

Cooijmans Keurslagerij V.O.F. – Sint- Michielsgestel Copijn BV. Tuin- en landschapsarchitectuur – Groenekan Coppens & Zn. A.J. - Installatiebedrijf - Alkmaar Coöperatieve Land en Tuinbouw Vereniging Zundert e.o. - Zundert

f

Faber & Zn. CV, Firma L. - Haarlem

Couvée, Boekhandel - 's-Gravenhage

Fabery de Jonge, BV. Juweliersbedrijf - Goes

Craft, Salon - Maastricht

Fakkert Diervoeders BV – Laag Zuthem

Crebas, Firma C.A. - Groningen

Farwick Groenspecialisten – Enschede

Creemers BV. Glas- schilder en onderhoudswerken - Vlieringsbeek

Felix & Dijkhuis BV - Boskoop

Cunera Vloerbedekking, Woningtextiel en Meubelen BV - Rhenen

Fliert, A. van de - Barneveld Flipse Schoenen – Arnhem

d

Fortuin Dockum BV - Dokkum

Dam Brillen BV, Van - Bodegraven

Frissen Pieters Bloemensalon-Interieurbeplanting - Maastricht

Dam v.o.f., Int. Verhuis- en Transportbedrijf, Firma Van - Terborg

Fuite BV., Gebr. Veevoederbedrijf - Genemuiden

Foto Kino Linders - Venlo

Dam en Zn BV. A. van, Scheepswerf - Aalsmeer Daris Expeditie Bergeyk BV. – Bergeyk De Hoop Mengvoeders BV. - Zelhem De Lau Modes BV. - Someren

g

"de Mof " Kledingzaak - Amsterdam

Gaag en Zoon BV, Drogisterij G.J.R. van der - 's-Gravenhage

De Raad Bv. Bakkerij - Utrecht

Gaemers Chronometrie – 's-Gravenhage

De Schrijver Vastgoedonderhoud - Kloosterzande

Garsen, Fa. Weduwe A. - Zutphen

Dekker BV. Bakkerij , J. – Giessen / Woudrichem

Gebr. Janssen BV. Installatietechniek – Beugen

Delbouw BV. - Roermond.

Gebr. van Gestel V.O.F., Tweewielers - Eindhoven

Delft & zn. BV, J.M. van - gevelbouwers- Drunen

Geest V.O.F. van der, Scharrelslager - Beverwijk

Deutz Modes / Quality of Life BV. – Zeist

Gerla Products BV. – Alphen

Destil BV, Van der Schoot – Tilburg

Geurtsen BV - Amersfoort

Dion Ketelaars Installatietechniek - Tilburg

Geytenbeek & Zns BV. C. installatietechniek – Zeist

Disseldorp Bakkerij BV. van - Bavel

Gillissen, Slagerij Frans - Vlissingen

Doeschot BV. Machinefabriek G.J. - Alkmaar

Gimbrère BV. - Tilburg

Doorn's Bakkerij v.o.f. van, - Sint Michielsgestel

Gleis, Keurslagerij - Aalten

Doornebal Interieur - Lienden

Godschalk Bakkerij - Zevenaar

Douenburg Brood en Banketbakkerij – Rijsbergen

Goede BV. Adriaan - Landsmeer

Douma Dokkum Drukkerij BV - Dokkum

Goethals Bakkerij V.O.F - Schoondijke

Driesen Oosteind BV, Lederfabriek P. - Oosteind

Goldsteen Metal Manufacturing & Design BV. Den Bosch

Drijvers BV. Aannemersbedrijf – Den Bosch

Greve BV, Schoenfabriek H. – Waalwijk

DRU BV, Kachels en haardenfabriek- Duiven

Greving & Greving Optiek BV. - Assen

Dulk en Zoon BV.Jac. Visverwerking – 's Gravenhage

Grimbergen-Noordermeer BV. – Rijnsburg

Dungelmann BV. Slagerij – Den Haag

Grooters Eibergen BV. Autobedrijf - Eibergen

Dunselman V.O.F. Versbakkerij Den Helder

Guldie BV, Schildersbedrijf - Barneveld

Duntuma BV.- Haarlem Dusseldorp Fietsen - Lichtenvoorde

e

h Haak BV. Van den - Transmission - Geldermalsen

Eckhart BV. Woninginrichting – Rotterdam

Haga, De Friese Sjees, G.J. - Sneek

Eekelder Schoenen BV. ten – Hengelo

Haitjema BV Grondboorbedrijf - Dedemsvaart

Eems BV. Drukkerij - Easterein/Littenseradiel

Hamberg Modes BV. - Leerdam

Eijgenhuijsen BV. Precisievervoer - Ruurlo

Hamminga BV. Machinefabriek – Utrecht

134 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 135

Hardeveld, BV. Boekhandel Jac. van - Veenendaal

Kauffmann-Frankenhuysen-Corona, Bloemist - Weesp

HAVE Verwarming BV. - Lunteren

Keiser & Zoon BV, Postzegelhandel - 's-Gravenhage

Heems sinds 1822 BV. – Heemstede

Keizerskroon BV, Hotel - Apeldoorn

Van der Heijden BV. Bouw en ontwikkeling – Schaijk

Kerstens Wijnkopers BV. André - Den Haag

Heijden V.O.F., A. van der, Schilderbedrijf - Rijsbergen

Keulers Slagerij - Munstergeleen

Heineken NV - Amsterdam

Keyser & Mackay CV - Amsterdam

Helmstadt BV – Amsterdam

Klein Beernink BV, Kantoorspecialisten - Deventer

Hengstum BV, Van - Soest

Klein Ad. A. Transsporttechniek BV. - Weesp

Hetterschijt-Boekhorst, Slagerij - Westervoort

Kleijn Wijchen BV. Drukkerij – Wijchen

Hillegomsche Houthandel BV. - Hillegom

Klerk De, Binnenbouw BV – Moordrecht

Hilten Van. – Alles voor kantoor – Uithoorn

Kin Machinebouw Rijen BV. - Rijen

Hoefnagels Groep BV. - Tilburg

Klink's Bakkerij - Voorburg

Hoekstra Drukkerij- Sint Anna Parochie

Kloeg, Firma J.F. - Delft

Hofman-Maasdijk BV, Aannemingsmaatschappij – Maasdijk

Kloet BV. van der, Foto en video – Sliedrecht

Hofstede Optiek. Den Haag

Kloosterhuis, Cityflower – Winschoten

Hofstee Schoenen Bv. - Laren

Kluitman, Uitgeverij - Alkmaar

Hotel Beaumont BV. - Maastricht

Koffiebranders J.W. Hesselink & Zn. BV. - Winterwijk

Hotel Rest. Dennenheuvel BV. – Epe

Kok Spaarndam BV, W. - Raamsdonkveer

Hoogeveen & Co. BV, J. - 's-Gravenhage

Koning BV. de - Vlees Zwijndrecht

Hooghoudt BV, Distilleerderij - Groningen

Koopman Optiek BV - Purmerend

Hoogland-Mennens BV. Technische groothandel voor de industrie – Dor-

Köster Alkmaar BV. – Alkmaar

drecht

Kraakman, Wijnkoperij anno 1804 – Alkmaar

Hoogstraten, BV Boekhandel v.h. W.J. van - 's-Gravenhage

Kuiper BV, F. - Veendam

Hoopman Machines BV. - Aalten

Kuperus Almelo BV. Bedden – Almelo

Hooy & Co BV, Kruidengroothandel Jacob - Limmen Hout-Brox BV. - Schijndel Houten BV, Wasserij Van - Heemstede Hovens Gréve, BV Drukkerij - Steenwijk Hurk BV. v.d. – Eersel

l Laimböck Handschoenen en Lederwaren BV – Hoofddorp Lakeman BV. Liften- en Machinefabriek – Katwijk

i

Lamers V.O.F., Banketbakkerij Chocolaterie – Venlo

Iersel van, BV. Metalen ramenfabriek – Made

Langezaal & Inniger BV. Elektrotechnisch Bureau – Leiden

Lamberts Venlo BV, Gebr. - Venlo Lampe Technisch Textiel BV. - Sneek Leenders BV, Restaurant – De Kwakel

j

Leeuw BV, O de - Zwolle

Jacco van Zoonen, Keurslagerij - Nieuwe Niedorp

Lesbesque BV. Interieurinrichting – Eindhoven

Jamin Winkelbedrijf BV. Zoetwaren - Oosterhout

Lindeboom BV. Banketbakkerij – Zwolle

Jan van Peer BV. Koken-Tafelen-Cadeaus - Emmen

Lindeboom Bierbrouwerij BV - Neer

Jac. Uittenbogaard & Zonen BV. Bloembollenkewekerij - Noordwijkerhout

Linneweever BV, Maat- & Orthopedisch Schoenatelier - ‘s-Gravenhage

Joh. Beisterveld & Zn., 1e fabriek voor Leisteenbewerking - Utrecht

Linthorst BV, Aannemersbedrijf - Apeldoorn

Joh. Schol BV. Kraan- en Transportbedrijf - Zaandam

Looijenga BV. Banketbakkerij - Nijmegen

Jong BV., de. Reprocentrum – Groningen

Loos Schilderscombinatie - Wognum

Jong Bakkerij VOF de - Oosterhout

Louis, Masion - Maastricht

Joosen BV Traiteurs, Huize - Breda

Lurvink BV, Carel – Enschede

Jullens Banketbakkerij – Delfzijl

Lutz Fashion Mode BV. - Vinkeveen

Jurry Terneuzen BV - Terneuzen

Luijn Natuursteen BV. van.- Tiel

Lefering B.F. BV. Schildersbedrijf - Lichtenvoorde Lenferink & Zoon V.O.F. - Tubbergen

Luijtgaarden BV. Handelsonderneming – Standdaarbuiten

k Kamerbeek - Juwelier BV - Nijmegen Kamp -Schoenen- Nunspeet

Luyt en Zonen BV. Transport - Oegstgeest

m

Kappers VOF.- Café Restaurant Zalen – Hoonhorst

Maanen BV, van - Bakkerij - Rijnsburg

Karsen en Zoon, Firma W. - Bodegraven

Maenen BV. Drukkerij – Meerssen

Karssen Wonen – Nunspeet

Maiburg BV. - Waalwijk

Kattenberg Verhuizingen BV. – Nunspeet

Maison Blanche Deal, Koffiebranderij – Maastricht

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 135


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 136

Manintveld, VOF Bakkerij - Rockanje

Pot en Zoon BV., Verhuizingen/logistiek - te Amersfoort

Marlet BV, Slagerij - Driebergen/Rijsenburg

Premsela & Hamburger - Amsterdam

Marne's Fabrieken BV, De - Groningen

Prins, A.J., Kantoorvakhandel – Delft

Martens & Zoon BV, Jos - Lieshout

Putter Specialiteiten Bakkerij - Uitgeest

'Mathot' BV, Gezondheidshuis – Haarlem MCM. P. van de Mortel Constructiebedrijf Mach. BV. - Liessel Meen J. Brood en banketbakkerij - Delden Meijer CV. Bakkerij - Heemskerk

r

Meinders, Echte Bakker - Rijssen

Reedijk Wonen BV. - Strijen

Mekking V.O.F. – Banketbakkerij - Bennekom

Reek Graniet BV, Jan – Hoorn

Mensert BV, Aannemersbedrijf Gebr. - Delft

Remmert Dekker BV, Vouwkartonnages - Wormer

Mets BV, Joh. - Soest

Renssen en Zoon, Firma A.H. - Delft

Metz & Co. BV - Amsterdam

Rethmeier-Bally Exclusieve Schoenen – Apeldoorn

Metz & Zonen, BV Woninginrichting v/h Wed. G. - Rotterdam

Ridder BV. van de – Drukkerij – Nijkerk

Mey BV, Van der - Apeldoorn

Rijnierse & Zoon BV, Bouw- en Schildersbedrijf - Overveen

Mobach Pottenbakkers BV - Utrecht

Rikkoert Juweliersbedrijven In 't Silverhuijs BV – Schoonhoven

Moesman BV, Meubelmakerij - 's-Gravenhage

Rinsma BV. Fashion & Trends - Gorredijk

Molenaar, Huize - Utrecht

Risseeuw V.O.F - Bakkerij - Zaamslag

Monnikendam BV, Feestartikelen, Jan – Haarlem

Robbers & Van den Hoogen BV - Arnhem

Mourik BV. J. van – Schoen- en Lederhandel – Sliedrecht

Rodenburg Slagerij – Utrecht/Vleuten

Mulder Slagerij – Oldenmarkt

Roessel, Van – Slagerij – Waalwijk

Mulderij BV. Juwelier - Apeldoorn

Romeyn Mode BV. - Barneveld

Munckhof BV. Machinefabriek J.M.v.d. - Horst ad Maas

Romijn IJzerwaren & Gereedschappen BV - Delft

Mur Brood en Banketbakkerij - Loosdrecht

Roodenrijs, Meesterbakker - Wateringen Ros Schoen- voetspecialist BV. - Didam

n

Rosenberg's Import- en Handelsonderneming BV - Amsterdam Rozing & Zoon, Firma - Heiloo Ruttenberg Optiëns - Hoorn

Napel Ten Bakkerij - Klazienaveen Nieuwendijk VOF, Slagerij - Hilversum Nora BV. Banketbakkerij - Gronsveld NV Hotel Café-Rest "De Roode Leeuw" – Amsterdam

s Sandt Conctruction BV. van de - Waardenburg

o

Schaap EMC. Engineering BV – Deventer

Okhuysen BV, Wijnkoperij H.F.A. - Haarlem

Schermer Wijnkopers BV – Hoorn

Olland BV, J.C. - Zwolle

Schiltmans Tiel BV, kraanverhuur – Tiel

Oort Interieurs BV. van - Uden

Schijndel Opslag & Transport BV., van – Helvoirt

Otto BV, Computer-kantoorinrichting - Broek op Langedijk

Schoonheim BV, Kunsthandel - Utrecht

Ouderwetse Bakkerij, De - Hardewijk

Schoonhoven - Buytendijk Vervoersbedrijf BV. - Utrecht.

Out & Zoon, Brood- en Banketbakkerij VOF J.N. - Ouderkerk ad Amstel

Schuld VOF- Bakkerij - Oldebroek

Oxener V.O.F. Schoenen – Apeldoorn

Schuurmans Klein Vuurwerk - Leeuwarden

Scheepswerf Balk Urk.BV. - www.balkshipyard.com Schefman Schilders- afwerkingsbedrijf – Maastricht

Senzora BV. Zeepfabricage - Deventer

p

Siegert, Bakkerij Carl - Harmelen

Panhuijsen BV. Verpakkingen – Tilburg

Smits BV. Schoen en Sporthandel – Heusden

Pasch Venlo BV - Venlo

Sneeboer & Zn. – Tuingereedschappen – Bovenkarpel

Passier Sanitair BV - 's-Gravenhage

Soons Rolluiken-Zonwering BV - Maastricht

Pelger BV. Eduard - ’s-Gravenhage

Spaansche Vloot BV, De - 's-Gravenzande

Pelt & Hooykaas BV - Rotterdam

Spanninga Metaal BV - Joure

Perida Meubelindustrie BV. – Vijfhuizen

Spek Rozen BV, Jan - Boskoop

Pet B.V. - Hoogeveen

Spijker Slaapcomfort BV. – Maassluis

Pigge, Drogisterij A.J. van der - Haarlem

Sterk Heiwerken B.V. - Drachten

Plate en Van Heusde BV. - Almere

Stockum,Belinfante & Coebergh BV, Van - 's-Gravenhage

Pol & Zonen BV, D. van der - Wijk en Aalburg

Stofberg & Zn, Firma - Enkhuizen

Poorter Slaapcomfort BV. Frans - Nijkerk

Straaten, van der Aannemingsbedrijf BV. – Hansweert

Poppers Senco Nederland - Leleystad.

Strating Steenindustrie BV.- Oude Pekela

136 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Simon Meijssen BV. Broodbakkers – Amsterdam SmeetsBV. – Loopcomfort - Sittard


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 137

Stumpel Boekhandel BV. – Zwaag

VOPO BV. Pompen en machinefabriek- Graft/de Rijp

Swaay Hout BV, Van - Schijndel

Vorsselmans BV. Drukkerij - Zundert

Swart Bakkerij - Wevershoof

Vos & Zonen BV. H. de, Verffabriek – Den Haag Voskuil, Kapsalon - Delft

t

Vossebelt Holding BV - Emmen

Tack's Schilders & Afwerkingsbedrijf BV - Cadzand

Vrijdag BV. Drukkerij - Eindhoven

Tapisserie- en Damastweverij - Tilburg

Vrolijk, Firma Jac. P. - 's-Gravenhage

Vries BV, Drukkerij J.G. de - Sneek Vries de H. Boekhandel/Antiquariaat - Haarlem

Tempel v.d., Bouw & Ontwikkeling – Schiedam Terpstra E. Slagerij – Franeker Teven Derckx Metals BV. - Heel Thiessen Wijnkopers sedert 1740 BV, G. - Maastricht

w

Thijsen Rotatiedruk BV - Buren

Waanders Uitgevers, Drukkers en Boekverkopers - Zwolle

Thoonen Nijmegen BV, Th. - Nijmegen

Waardijk Schoenen BV - Alkmaar

TikTak BV, Koffie- en Theehandel - Groningen

Wageningen en De Lange' Vof, Van - Utrecht

Til Interieur BV, van - Woninginrichting – Alkmaar

Walter Verhoeven Loodgieters en Leidekkerbedrijf BV. –Nieuwkuijk

Timmermans Roermond BV, H. - Roermond

Warnars, BV Meubelmakerij, Behangerij en Stoffeerderij v/h P.L. -

Tol & Zn. VOF. B. Vleeshouwerij - Rotterdam

's-Gravenhage, www.warnars.com

Toor Jzn. H.van, Distilleerderij BV.-Vlaardingen

Weerd BV, Van der Offsetdrukkerij - Oosterhout (Gld)

Treurniet Mengvoeders BV - Berkel en Rodenrijs

Werf BV.van der, Schildersbedrijf - Hazerswoude-Dorp

Trier BV, Landbouwmechanisatiebedrijf, Van - Steenbergen

Wesseling BV Transport - SassenheimWesseling BV Transport -

Tuk, Kraanverhuurbedrijf - Klaaswaal

Sassenheim Wesselingh BV. Loodgieters/installatiebedrijf -Egmond aan Zee

u

Weyman BV. - Veenendaal

Ueberbach Schildersbedrijf BV - Panningen

Wijn en Zn., H.S. Gemengde detailhandel -Gemert

Wiercx & Zn., Vof - Raamsdonkveer Wijk-Oostzaan Drukkerij BV. van – Oostzaan Winters Liessel BV. Drankenhandel – Liessel

v

Wilbrink Slagerij – Beekbergen Willems, Slagerij - Maastricht Winnubst BV. Schildersbedrijf – Wassenaar

Vadobag BV - Rijen

Wissink, Bakkerij Restaurant IJssalon - Groenlo

Vaessen Juweliers BV - Heerlen

Witte en Co, J.G. de – Brood en banket – Noordwijk

Van der Wal Jolink BV. - Bakkerij – Apeldoorn

WPA-Robertus BV. - Zaadhandel - Westerbork

Van Essen V.O.F. – Schoenen – Apeldoorn.

Wuestman BV.- Projectinrichting- Harderwijk

Van Veen - Kaasboederij – Zoeterwoude Vreumingen. van, Sigarenmagazijn - Gouda Varwijk Interieurbouw BV. - Ulft Valkenburg Printers BV - Echt Velhuizen BV, Gebr. - Veenendaal

y Ypma Piano's Vleugels Keyboards BV - Alkmaar

Venrooij BV, Bouwbedrijf E.S. van - Nootdorp Verboom & De Meer BV - Dordrecht Verhaag Parketvloeren Afbouwsysteem BV. – Sevenum Verhallen Banketbakkerij – Culemborg

z

Verkade. C, - Juwelier - Schiedam

Zaanlandia Bekkers Blik BV.- Krommenie

Verlinden BV, Wijn - 's Hertogenbosch

Zalsman Drukkerij BV. - Kampen

Vermeer Patisserie - Lisse

Zandstra BV. Schilders – Sellingen

Vermeulen VOF. L. van, Supermart/drogisterij - Horn

Zijp Juweliers BV, van - Zaandam

Vermeyden Delicatessen - Rotterdam

Zoonen, Jacco van, Keurslagerij - Nieuwe Niedorp

Verschueren Orgelbouw Heythuijsen BV - Heythuysen

Zuiderent Schilders en Afwerkingsbedrijf BV. – ’s Gravendeel

Verschuren-Pechtold, Firma Jac. - Haps

't Zwaantje Herberg- Restarant – Mook

Veldhuis Zonwering Rolluiken BV. – Zwaag Veth Arnhem BV, Carrosseriefabriek - Arnhem Vink Diesel BV. Scheepsmotoren - Sliedrecht

Bovenstaande lijst is een samenvoeging van de lijsten welke door het

Visafslag Urk NV. – Urk

Hof worden opgesteld alsook door de Stichting Hofleveranciers in Ne-

Vliegenthart BV, L. Tiel

derland, dit onder voorbehoud en bijgewerkt tot 30 november 2013.

Vollenhoven Olie BV - Tilburg

Door statutaire wijzigingen, nieuwe verleningen is het totaal aantal

Voort Houthandel en Zagerij BV, J.C. van de - Udenhout

Hofleveranciers aan continue veranderingen onderhevig.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 137


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 138

Stichting Hofleveranciers in Nederland De Stichting Hofleveranciers in Nederland is opgericht in 1975 en behartigt de belangen van ondernemingen die begiftigd zijn met het predikaat Hofleverancier. Dit predikaat bestaat al tweehonderd jaar onder de Oranjes en wordt door regerende vorsten toegekend aan ondernemingen die zich onderscheiden door kwaliteit, soliditeit en continuïteit. Het toekennen van het predikaat is thans voorbehouden aan koning Willem Alexander. Onderscheiden ondernemingen zijn gerechtigd tot het voeren van het koninklijk wapen met de toevoeging “Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier”.

138 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 139

De Stichting Hofleveranciers in Nederland is een onafhankelijke organisatie. Zij is niet betrokken bij de procedure tot toekenning en bestendiging van deze onderscheiding. Zij kan slechts vrijblijvend adviseren. Het bestuur en de medewerkers van de stichting zijn in het dagelijks leven niet verbonden aan een onderneming die is onderscheiden. Zij werken op vrijwillige basis. De stichting wil een bindend element zijn voor alle ondernemingen die zijn onderscheiden met het predikaat. Bovendien wil de stichting een aanspreekpunt zijn voor alle geïnteresseerden in de geschiedenis van het predikaat. Zij tracht dit te bereiken door het

152. Behoedzaam wordt het zeer grote houten wapenbord van Koning Willem III van de gevel afgehaald bij een onderneming in Den Haag. Door inkrimping van zijn activiteiten en mede door de crisis moet men de zaak sluiten. Gezien de bijzonderheid van dit unieke wapenbord, welk van cultureel historisch belang is, zal het dankzij de Stichting Hofleveranciers in Nederland behouden blijven en na restauratie op tentoonstellingen

• informeren en adviseren bij onderzoek en aanvraag voor het predikaat • tijdelijk beschikbaar stellen van het wapenbord "Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier" bij de uitreiking van de onderscheiding • bevorderen van contacten tussen predikaathouders onderling • uitgeven van het nieuwsbulletin “Een Koninklijk Gebaar” • onderhouden van contacten met het Koninklijk Huis en de overheid • onderhouden van contacten met vergelijkbare organisaties in het buitenland • informeren van pers en publiek over predikaat en predikaathouders • uitbrengen en bevorderen van publicaties over deze onderscheiding • organiseren en medeorganiseren van tentoonstellingen over het begrip “Hofleverancier” • verzamelen en beheren van een collectie oude wapenborden, bescheiden en archivalia m.b.t. de geschiedenis van het predikaat

worden getoond.

De stichting beheert een zeer bijzondere collectie hofleveranciersborden uit de periode 1815-1987. Deze is enig in haar soort, zowel in omvang als verscheidenheid en wordt door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed als zeer belangrijk en waardevol cultureel-historisch erfgoed beschouwd. Deze oude borden zijn ondermeer in hout, brons en andere metalen uitgevoerd. Daarnaast heeft de stichting een groot archief met ondermeer een verzameling brevetten uit de negentiende en twintigste eeuw, oude nota’s, briefhoofden, reclamematerialen en foto’s. Tevens beschikt de stichting over een databank van alle hofleveranciers vanaf 1806. Voor onderzoek, collectiebeheer en verdere werkzaamheden op het gebied van advies, voorlichting, lezingen, tentoonstellingen en publicaties verzamelt de stichting beeldmateriaal en perspublicaties ter aanvulling en uitbreiding van het bestaande archief.

Stichting Hofleveranciers in Nederland Postbus 158 2270 AD Voorburg info@hofleverancier.nu www.hofleverancier.nu tel. 070-3876528

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 139


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 140

140 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 141

Presentaties Hofleveranciers in Nederland

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 141


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 142

142 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 25-11-13 16:15 Pagina 143

141% Salessupport Het boek dat u nu in handen heeft, is bijzonder. Het is een boek vol geschiedenis, vol bijzondere verhalen. Soms mooi, soms verdrietig, maar allemaal gaan ze over hardwerkende ondernemers. Er hebben honderden Hofleveranciers in Nederland aan meegewerkt. Anno 2013 heeft het predicaat Hofleverancier wel een andere lading gekregen dan vroeger. De Hofleveranciers zijn niet meer de bedrijven die direct aan Het Hof leveren. Het zijn vakmensen die al meer dan honderd jaar hun vak verstaan. Waarvoor hulde. Dit boek heeft een extra feestelijk tintje gekregen. Toenmalig koningin Beatrix kwam op 28 januari 2013 met de mededeling dat ze de troon wilde doorgeven aan haar zoon prins Willem-Alexander. In vroegere jaren vervielen alle predicaten op het moment van een troonswisseling. Maar gelukkig zijn tijden veranderd en is Beatrix een gestructureerd staatshoofd geweest. De Hofleveranciers hoefden niet opnieuw het predicaat ‘Hofleverancier’ aan te vragen. Het is daarmee het eerste boek over de Hofleveranciers in Nederland dat wordt uitgegeven onder koning Willem-Alexander. Namens de Stichting Hofleveranciers in Nederland te Voorburg, Zalsman BV te Zwolle en 141% Salessupport te Leeuwarden veel leesplezier toegewenst. Enrico Chin A Foeng & Patrick Faber 141% Salessupport

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 143


HofLev-boek 26-11-13 09:24 Pagina 144

P.W. Akkerman B.V. Passage 15 2511 AB Den Haag Telefoon:+31 70 346 2264 www.vulpennen.nl

Akkerman Den Haag vulpenspeciaalzaak sinds 1910 "Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier" In de Haagse Passage, een toen nog nieuw fenomeen naar Parijs voorbeeld, startte Pieter Willem Akkerman in december 1910 op 24 jarige leeftijd zijn eigen zaak. Aanvankelijk samen met zijn vader, later werkte ook zijn vrouw actief in de zaak mee. Al snel had de jonge Akkerman vulpeninkt onder zijn eigen naam. P.W. Akkerman groeide uit tot dé vulpenspecialist van Nederland met naast inkt ook vulpennen onder eigen label. De geschiedenis herhaald zich, want in 2010 werd het 100-jarig bestaan gevierd met de presentatie van een speciaal vervaardigde P.W. Akkerman limited edition Parker Duofold set en een nieuwe eigen jubileum inktlijn in schitterende flacons in 31 typisch Haagse kleuren.

De kroon op het 100-jarig jubileum is zonder enige twijfel de toekenning van het predicaat "bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier". Op 9 november 2010 ontving Arthur Akkerman uit handen van de Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland – de heer J. Franssen – de oorkonde behorend bij het predicaat. Hierna werd het Koninklijk Wapenschild onthuld in aanwezigheid van Burgemeester J.J. van Aartsen van Den Haag en Burgemeester J.Th. Hoekema van Wassenaar. De toevoeging "bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier" is wellicht het fraaist denkbare visitekaartje, mede gedragen door het voorrecht om het Koninklijk Wapen te voeren. Dit Koninklijk Wapen heeft een prominente plaatst in de etalage gekregen en wordt wellicht nog vaker gefotografeerd dan de vele fraaie vulpennen die er in de etalage te bewonderen zijn.

Drogisterij Boerhaave Haarlemmerstraat 68 2312 GC Leiden 071-5120784

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

www.drogisterijboerhaave.nl

Drogisterij Boerhaave Het is één van Leidens best bewaarde pronkstukken, Drogisterij Boerhaave op de Haarlemmerstraat 70. Ooit begonnen daar de dames Anne en Marie de Wit Beukers met verf, parfumerie, borstels en toiletartikelen een soort winkel van Sinkel. In Mei 1870 deden ze de zaak over aan Simon Broerse, gediplomeerd apothekersassistent, een noeste werker die het bedrijfje transformeerde tot een drogisterij. Naast poeders voor de hoofdpijn, keelpijn en buikpijn introduceerde hij zijn spécialités. Drijvenborstsiroop voor vastzittend slijm en de recepten van ‘het Boertje’. Balsem van ‘het Boertje’ voor spier- en gewrichtsklachten, siroop van ‘het Boertje’ tegen de hoest. Het betekende de opkomst van de natuurgeneesmiddelen in zijn drogisterij. De dochter van Simon Broerse, Greetje, haalde in 1939 ook haar diploma apothekersassistente. Zij huwde de altijd goedgebekte Kluuk Walenkamp. Samen namen ze na de oorlog de drogisterij over. Een koningskoppel, de ideale mix van kennis en handelsgeest. Als zoon Har (1950) al 10 jaar in de

144 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

drogisterij heeft meegelopen, neemt hij op 1 April 1982 de zaak over. l’Histoire se repète. Har nog flamboyanter dan zijn vader trouwt zijn grote liefde Ingrid Meyers (1954), Inky voor intimi. Ze worden een begrip in Leiden en omgeving. De potten met kruiden en vitaminen rijken tot aan het plafond, gadegeslagen door de vele ‘Gapers’, het symbool van de drogisterijen. Geduldig en met volle overgave gaan ze voor hun klanten, pardon patiënten. Sporters, afslankers, slechte slapers, kwakkelende oudjes, gezondheidsfreaks, allemaal vinden zij hier een luisterend oor en een eerlijk gemeend advies. En ze blijven komen, vader op zoon en moeder op dochter. Ze komen naar de drogisterij waar de humor het beste medicijn is. Zoon Pim, de volgende generatie, loopt zich intussen al warm in de winkel. De grote Boerhaave (1668-1938) kan trots zijn. In drogisterij Boerhaave, hofleverancier sinds 1 Mei 2007, wordt zijn levenswerk iedere dag in praktijk gebracht.


HofLev-boek 26-11-13 09:24 Pagina 145

Albers Alligator Ruim 110 jaar specialist in flexibele constructies Albers Alligator is gespecialiseerd in de verwerking van flexibele materialen. In 1902 is gestart met de verwerking van leer in de zadelmakerij van Jan Albers. In de jaren vijftig werd de omslag van leer naar kunststof gemaakt en werd de productie uitgebreid met o.a. kunststof dekzeilen en sportmatten. Vanaf de zestiger jaren levert Albers Alligator producten voor industriële toepassingen zoals tentconstructies, luchtkussendaken en afdichtingsfolies. Tegenwoor egenw dig ligt de focus op het produceren van flexibele opslagsystemen voor onder andere water, mest en biogas. Daarnaast worden - in samenwerking met internationale ingenieursbureaus unieke doekconstructies gerealiseerd, zoals stadiondaken. Inmiddels is Albers Alligator actief in meer dan 20 landen verdeeld over vier continenten.

2007 Geïsoleerde opslag

Lederwarenwinkel te Wageningen

2012 Multi-F afdekking

1983 Luchthal op zwembad

2005 Bagtank

2011 Stadiondak BC Place, Canada

2005 Alligator Winbag, Canada

1980 Veronica muziektent

WWW W.. A L B E R S A L L I G AT AT O R . C O M

Albers Alligator Alligator, atorr,, Nude 37 B, Postbus 44, 6700 AA W Wageningen, ageningen, Tel. Tel. 0317 - 41 91 44, Fax 0317 - 42 04 64,, info@albersalligator.com info@albersalligatorr.com .com


HofLev-boek 26-11-13 09:25 Pagina 146

Broekens Stiens Truerderdyk 4a, 9051 JC Stiens Telefoon (058) 257 17 12 Broekens Gorredijk Badweg 50, 8401 BL Gorredijk Telefoon (0513) 46 38 25 www.broekens.nl

Broekens Al sinds 1854 is Broekens actief in de landbouw. Begonnen als smederij in Anjum, als één van de vele smederijen op het Friese platteland. Na de 2e wereldoorlog ontwikkelde Broekens zich meer en meer als toeleverancier van machines voor de landbouw mechanisatie. Het bedrijf is in al die jaren uitgegroeid tot een van de grotere spelers op de Nederlandse markt, met vestigingen in Stiens en in Gorredijk. Ook het werkgebied heeft zich enorm uit gebreid. Was het in de begin jaren voornamelijk de omgeving van Anjum, tegenwoordig bedient Broekens B.V. heel Nederland en voor sommige producten zelfs het buitenland. De mechanisatie heeft niet alleen een enorme technologische ontwikkeling

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Wycker Brugstraat 2 6221 EC Maastricht T 043 3254433 F 043 3253655 info@beaumont.nl www.beaumont.nl

Beaumont, 100 jaar gastvrijheid Vier generaties Beaumont. Goed gastheerschap, een prima bed en een lekkere maaltijd waren de hoofdingrediënten. En dat zijn ze nog. Elke generatie zet wat neer, laat wat achter. Een nieuwe generatie heeft nieuwe ideeën, wars van bestaande vooroordelen. Ze kijkt anders naar dingen en vindt nieuwe oplossingen. Een nieuwe generatie speelt in op uitdagingen van haar tijd, ook dat is altijd zo geweest. Een eeuw, een tijdsbeeld. Een familie, hotel, een stad. Hou het gevoel vast, koester de herinnering. Leef nu en heb ambities naar de toekomst. Alles verandert. Ook weer niet. Onze stad, ons bedrijf. Gevoel blijft.

Harrie Beaumont

146 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

doorgemaakt, ook de capaciteit van de machines is flink toegenomen. Met de intrede van de digitale techniek is innovatie ook vandaag de dag nog volop gaande. De landbouwsector heeft net als andere sectoren zowel moeilijke als voorspoedige tijden gekend. We maken nu een periode mee met goede perspectieven. Wat al die jaren onveranderd is gebleven is binnen het bedrijf, is het menselijke aspect. Het persoonlijke contact. Zowel binnen het bedrijf, als naar klant toe, heeft Broekens B.V. een goede verstandhouding altijd hoog in het vaandel gehad. Door het belang hiervan te waarderen zijn vele relaties, zowel intern als extern, over vele jaren met het bedrijf meegegroeid en in stand gebleven. Bovenstaande versterkt bij ons het gevoel dat wij de komende jaren met veel vertrouwen tegemoet kunnen zien.


HofLev-boek 26-11-13 09:25 Pagina 147

117 Jaar bestaansrecht voor slagvaardige diervoedercoöperatie

BOERENBOND DEURNE BOERENBUSINESS OP Z’N BEST

Een inkoopvereniging die er met haar activiteiten voor zorgt dat leden en afnemers de beste producten kunnen afnemen tegen een scherpe prijs. En dat al 117 jaar lang. Met de slogan ‘Boerenbusiness op z’n best’ geeft de coöperatie in één zin aan waarvoor ze staat.

Van oorsprong is het bedrijf een inkoopvereniging voor veevoer en kunstmest, opgericht in 1896. In de beginjaren van de coöperatie waren het vooral de schaalvoordelen waarvan de boeren konden profiteren. De coöperatie ontplooide op inititatief van geestelijk adviseur pastoor Roes veel activiteiten die bijdroegen aan de ontwikkeling van de agrarische sector regio Deurne. Er werden cursussen en lezingen gegeven en pastoor Roes was auteur van makkelijk leesbare boekjes over het gebruik van kunstmest.

117 jaar bestaansrecht Inmiddels is het bedrijf uitgegroeid tot een middelgrote, slagvaardige diervoedercoöperatie met afzetmarkten in Zuid-Nederland, België en Duitsland. De coöperatie heeft drie werkterreinen. De belangrijkste is de productie en verkoop van diervoer voor veehouders, inclusief bedrijfsadvies. Daarnaast is er de groeiende activiteit van handel en op- en overslag van diervoergrondstoffen, waarvoor in 2009 een moderne op- en overslaglocatie in Oss is gebouwd, gelegen aan diep vaarwater.

Tot slot zijn er de retailactiviteiten, bestaande uit een Praxis-bouwmarkt, drie Boerenbondwinkels, een tankstation, assurantiekantoor Eveas en het Weekblad voor Deurne e.o./Peelbelang. Primair doel van deze business unit is een bijdrage leveren aan de maximale betaalcapaciteit van de diervoerafnemers. Oftewel: de winst uit deze business unit vloeit door middel van nabetalingen terug naar de leden van de coöperatie, waardoor zij ruimte houden voor investeringen en moderniseringen op hun veebedrijf.

Maximale betaalcapaciteit Boerenbond Deurne is een innoverende en winstgedreven coöperatie in Zuid-Nederland. Haar doel is maximale betaalcapaciteit voor haar mengvoerafnemers te genereren door haar klanten van de juiste producten en diensten te voorzien. Boerenbond Deurne onderneemt resultaatgericht, met een grote maatschappelijke betrokkenheid en mensgerichte aanpak.

Boerenbond Deurne Stationsstraat 122 5751 HJ Deurne T : 0493-328100 I : www.boerenbond-deurne.nl


HofLev-boek 26-11-13 09:25 Pagina 148

Oegstgeesterweg 198a 2231 BC Rijnsburg Holland T +31(0)71 403 18 74 F +31(0)71 402 44 18 flair@wxs.nl www.hypericumflair.eu

H&BR van den Bosch Grondlegger, Pieter van den Bosch, richt in 1910 zijn agrarisch bedrijf op. De zonen Piet en Henk hebben van jongs af aan interesse in het kweken van bloemen en treden in 1952 in het bedrijf. Zij zijn onderscheidend en vernieuwend bezig met het verbeteren, vervroegen of vernieuwen van bloemsierteeltgewassen. In de jaren 70 neemt Henk een belangrijke stap in de richting van de veredeling van onder andere Celosia en Hypericum.

merciële succes. De serienaam Flair begint wereldwijd steeds meer bekendheid te krijgen met aanvullende rassen van H & BR van den Bosch.

In het najaar van 1987 valt het besluit dat het bedrijf gesplitst moet worden. Vader Henk en zijn zoon Bernard gaan samen verder en maken furore met de veredeling van Hypericum, naast het telen van zomerbloemen. Samen richten zij zich steeds meer op het veredelen en verhandelen van Hypericum. Zij ontwikkelen een breed kleurenscala van de van oorsprong bruine bessen en ook de besgrootte wordt verdrievoudigd. Excellent Flair en Pinky Flair zijn een doorbraak en het eerste com-

Een nauwere samenwerking, vanaf 1992 met het bedrijf Marginpar, maakt dat de veredeling nog sneller kan plaats vinden door in Afrika ter plekke selectie en productie van nieuwe rassen in te voeren. De samenwerking blijkt succesvol en de markt wordt voorzien van Hypericum rassen uit Afrika terwijl het bedrijf in Rijnsburg nog altijd typisch Hollandse zomerbloemen produceert. Het innovatieve bedrijf bestaat in 2010 honderd jaar en ontvangt de titel “bij koninklijke beschikking hofleverancier”.

Spoorstraat 1 Den Helder 0223-612 533

Rokin 140 – 142 1012 LE Amsterdam 020-531 3400 Gravenstraat 2 2513 AK Den Haag

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

070-3305300 www.debonneterie.nl info@debonneterie.nl

Maison de Bonneterie Sinds 1889 is Maison de Bonneterie een begrip in Nederland. Wij zijn niet voor niets de trotse eigenaar van het predicaat ‘Hofleverancier’. Vandaag de dag is Maison de Bonneterie een actuele fashion store, die een lange traditie van excellente service combineert met een moderne selectie topmerken. Kom langs en laat u inspireren!

148 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 26-11-13 09:25 Pagina 149

Waarom onze Koning 26 april 2014 in de Beemster viert.

de gezelligste huiskamer van Zwolle. ETEN - DRINKEN - FEESTEN & PARTIJEN Blocks lunchroom - Diezerstraat 41 - 8011 RB Zwolle 038-4216284 - www.blockszwolle.nl

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 149

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Al meer dan 100 jaar


HofLev-boek 26-11-13 09:25 Pagina 150

Boermans Juweliers sinds 1795 Gedreven door Goud en zilver

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

We schrijven het jaar 1795, Matthias Boermans staat aan de wieg van het Juweliershuis Boermans. Op 18 oktober treedt hij als lid toe tot het Venlosche Lucasgilde. Hij sluit hiermee zijn jarenlange leerling periode af en mag zich vanaf dat moment goud- en zilversmid noemen. Zoals het bij de gilden betaamt, worden nieuwe leden alleen toegelaten op de naamdag van de patroonheilige. Een zware tijd om te starten als goudsmid. Napoleon Bonaparte is heer en meester in de Nederlanden, en regeert met straffe hand. De kerken, vooralsnog de belangrijkste opdrachtgevers, moeten al hun schatten inleveren, ter financiering van de oorlog. Toch weet hij het hoofd boven water te houden en zijn zonen Willem en Jan-Antoon te enthousiasmeren om ook goudsmid te worden. Beiden gaan een eigen weg. Jan Antoon kent zijn opdrachtgevers vanuit de Kerk. Mede ook door zijn contact met Pierre Cuijpers, de Roermondse architect, krijgt hij veel opdrachten naar ontwerpen van Cuijpers. Ook in Venlo is veel werk te verzetten en restaureert Cuijpers de Nicolaaskerk. Uiteindelijk levert deze samenwerking ook landelijke waardering op. In 1863 verdient Jan Antoon een bronzen èn zilveren prijspenning met diverse ingezonden werken tijdens de “Nationale Tentoon-

150 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

stelling van Metalen en daaruit vervaardigde voorwerpen” in Den Haag. Willem kiest voor de burgerij en specialiseert zich in het vervaardigen van o.a. bestekken en o.a. olie- en azijnstellen. Willem geeft op zijn beurt het zakelijke stokje over aan zijn zoon August, die samen met zijn vrouw het bedrijf verder uitbouwt. Ook na zijn vroege dood weet zij het bedrijf voort te zetten om het later aan haar zoon Michèl over te dragen. Als vakman en liefhebber van techniek loodst Michel, terzijde gestaan door zijn vrouw Jacqueline Gitmans, het bedrijf door de tweede wereldoorlog. De handel is inmiddels door de jaren heen sterk veranderd. Het atelier is veranderd in een winkel waar ook sieraden uit andere collecties en ateliers worden verkocht. Veel meer mensen kunnen zich sieraden veroorloven, en mede ook door de industriële revolutie is ook de productie van sieraden en horloges totaal verandert. Toch weet ook hij zijn vakmanschapstempel op het bedrijf te drukken. Hij wordt opticien en is zeer geïnteresseerd in techniek. “Kan niet, bestaat niet” is zijn devies. Na de oorlog moet het bedrijf door stadsvernieuwing van Venlo Centrum verplaatst worden van de Grote Kerkstraat naar de Klaasstraat. Op de plek waar voor de oorlog de, door Pierre Cuijpers gerestaureerde, Klaaskerk stond. Deze brandde als gevolg van een grote stadsbrand volledig af en werd niet meer herbouwd. De Venlose binnenstad kon opnieuw worden ingericht. Geheel in de geest van die tijd werd een moderne juwelierszaak gebouwd met goudsmidatelier en opticien. Met de toetreding van de oudste zoon Jacques werden de specialisaties verder uitgebreid. Jacques was een begenadigd horlogemaker en werkte het liefst met Zwitserse horlogefabrikanten samen. Later traden ook de zonen Jan en Bert in de voetspo-


HofLev-boek 26-11-13 09:25 Pagina 151

ren van Michèl en Jacqueline. Jan als goudsmid, Bert als opticien, juwelier, edelsteenkundige FGA en Diamantair. Het vak bleef groeien en boeien en het bedrijf was volop in beweging. Zo trad ook Marie Thérèse de vrouw van Bert, toe tot het bedrijf en wist met haar charme en flair weer een nieuwe dimensie aan het juweliershuis te geven. In 1995 trad met Toon Boermans alweer de 6de generatie Boermans aan. Opgeleid in Schoonhoven als Juwelier-Goudsmid, met vervolgstudies voor Diamantair in Idar Oberstein, management en Marketing in het Zwitserse Lausanne, edelsteenkunde FGA en taxateur, staat Toon samen met zijn vrouw Irma aan het hoofd van een eeuwenlange familietraditie. Sleutelwoorden voor het succes: gedrevenheid en integer vakmanschap.

Boermans Juweliers Klaasstraat 11 5911 JM Venlo www.boermansjuwelier.nl info@boermansjuwelier.nl +31 (0)77-3511355

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 151

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Het vak is in de afgelopen 200 jaar enorm veranderd. Daar waar het zilversmeden aanvankelijk centraal stond is nu het sieraad en de vakkennis, en productkennis veel belangrijker geworden. Niet enkel alle kennis over goud, zilver, edelstenen en diamanten, maar ook de vakkennis van klokken en horloges, alsook van vele soorten parels. Ook het verzorgen van taxatierapporten voor verzekeringsdoeleinden of voor onderlinge verdelingen. Dat het ambacht nog altijd belangrijk is, blijkt uit de aanwezigheid van een eigen goudsmidatelier en horlogemakeratelier. Nog altijd staat het vakmanschap hoog in het vaandel.

In de eigen werkplaats worden dagelijks sieraden in opdracht van klanten vervaardigd en gerepareerd alsook horloges gereviseerd en gerestaureerd. Het juwelenassortiment wordt, naast eigen productie, ook uit internationale collecties samengesteld. Veel ateliers uit binnen en buitenland staan garant voor een gevarieerd sieradenaanbod. De keuze bij de collectiesamenstelling: “Onderscheidend”. We streven naar bijzondere collecties sieraden en horloges. Sieraden zijn vaak bezegelingen van bijzondere momenten, van hoogte- en soms ook dieptepunten, waarbij wij het zéér belangrijk vinden dat juist deze onderscheidende momenten op de beste manier, met de beste materialen en de meeste zorg worden omgeven. Als zesde generatie zijn wij trots op ons bedrijf, op de wijze hoe onze voorouders door alle stormen heen het beste uit zichzelf gehaald hebben om op hun beurt weer de basis te leggen voor een nieuwe generatie met nieuwe uitdagingen. Aan ons de taak dit voort te zetten. En zoals het in ons persoonlijke als ook bedrijfsDNA verankerd is: integriteit, eerlijkheid en oprechtheid als grondwaarden. Trotst zijn wij ook op de Koninklijke beloning om vanaf 1995, bij de viering van 200 jaar Boermans, gedreven door Goud en Zilver, het predicaat: “Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier” te mogen voeren.


HofLev-boek 26-11-13 09:25 Pagina 152

P. de Bruijn Wijnkopers Anno 1772

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Eric en Joost de Bruijn zijn de zevende generatie in het familiebedrijf P. de Bruijn Wijnkopers Anno 1772. In 2012 vierde het bedrijf het 240-jarig jubileum, en daarmee is het de oudste zelfstandige wijnkoperij van Nederland. Sinds 1772 is de wijnkoperij van vader op zoon overgegaan en de directie wordt nu gevoerd door de zevende generatie: de broers Eric en Joost de Bruijn. De broers De Bruijn leiden het bedrijf op eigentijdse wijze, maar met veel respect voor de familiewaarden en -tradities. Zo richten zij zich bijna uitsluitend op wijn uit Frankrijk, dat zij toch eigenlijk het enige échte wijnland vinden. De lijfspreuk van hun vader Pieter de Bruijn (1933-2005) was dan ook: ‘Goede wijn komt uit Frankrijk. Sterker: rode wijn komt uit Bordeaux en witte wijn komt uit de Bourgogne.’ Zó letterlijk nemen ze het niet meer, maar Eric en Joost houden het gedachtengoed in ere. Door jarenlang hechte en trouwe relaties met wijnproducenten is het assortiment opgebouwd met Frankrijks mooiste wijnhuizen. De Bruijn Wijnkopers vertegenwoordigt meer dan 125 exclusieve Franse wijnhuizen en mag naast vele particulieren en bedrijven ook de crème de la crème van de Nederlandse gastronomie tot haar klantenkring rekenen.

Vriendschapsbanden Op die ene uitzondering na (de Californische Bernardus-wijnen van Ben Pon, met wie de vriendschapsbanden lang terug gaan) voeren al hun wijnreizen nog steeds naar Frankrijk, waar nog elke keer nieuwe pareltjes worden gevonden. Ook worden op die reizen de betrekkingen onderhouden die de familie al generaties lang heeft met de allermooiste wijnhuizen ter wereld. De broers De Bruijn wordt wat gegund in Frankrijk! Waar anderen hun neus stoten weten Eric en Joost bij de strenge Châteaux in Bordeaux en Bourgogne hun allocaties los te krijgen.

Hofleverancier Reeds in 1952 verwierf het bedrijf het predikaat ‘Hofleverancier’. “Als de dag van gisteren herinner ik mij het moment dat jullie grootvader Arnoldus werd benoemd tot hofleverancier”, vertelde de vader van Eric en Joost hen ooit. “Het was voor hem de grootste onderscheiding van zijn leven.” Het predikaat is in het geval van De Bruijn Wijnkopers geen loos logo: de onderneming levert met veel trots aan het Koninklijk Huis.

Complete range Het fraaie pand van De Bruijn Wijnkopers in Nijmegen ademt de traditie van ruim 240 jaar wijnhandel. De gewelfde kelders onder het pand herbergen een schat aan kostbare wijnen. Er liggen meer dan 300.000 flessen opgeslagen! De beroemde namen op de kisten doen je duizelen: d’Yquem, Lafite, Pétrus, Mouton Rothschild... Maar voordat u denkt dat alleen de rijken der aarde hun bediendes zo nu en dan een telefoontje naar De Bruijn laten plegen: de collectie herbergt een groot aantal betaalbare wijnen. Een goed voorbeeld daarvan zijn de wijnen van hun ‘eigen’ Domaine Galetis. Door een bezoek te brengen aan De Bruijn Wijnkopers in Nijmegen of op hun website www.debruijnwijnkopers.nl zult u aangenaam verrast worden door de vakkennis, de Bijleveldsingel 25 liefde voor de wijn en de bijzon6521 AN Nijmegen dere ongedwongen sfeer waarmee u wordt verwelkomd. De Tel.: +31 24- 322 93 01 zevende generatie staat vol Fax: +31 24- 322 49 22 overtuiging in de 21ste eeuw. info@debruijnwijnkopers.nl www.debruijnwijnkopers.nl

152 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 26-11-13 09:25 Pagina 153

Brinks Transport Rijssen Brinks Transport Rijssen heeft zijn wortels in het in 1862 opgerichte ‘vrachtboer’ bedrijf Sanderman. Het bedrijf van zoon Mannes Sanderman is later overgegaan op schoonzoon Brinks. Die periode duurde echter maar één jaar omdat deze schoonzoon overleed. Diens zoon Henk heeft toen het bedrijf voortgezet en anno 2013 is hij nog steeds eigenaar en algemeen directeur.

Transport en Distributie Het transport en de distributie stoelen op veel ervaring in het transport van keukens, badkamers, meubilair, kantoorinventaris, interieurs, haarden, zonwering, pallet en stukgoed. Van producent tot aan de consument: Brinks Transport & Distributie kan elke schakel van de logistieke keten optimaal invullen. Particulieren verzamelen hun spullen steeds vaker via internet. Door deze ontwikkeling is eindleverantie een specialisatie geworden met de juiste middelen. Zo zijn het afleveren van een keuken op de derde verdieping in hartje Amsterdam of een haard in Brussel geen enkel probleem. Hiervoor worden de juiste vrachtwagen inclusief mobiele pinautomaat, een deskundige chauffeur en indien nodig een handige assistent geleverd. Flexibiliteit en maatwerk zijn handelsmerken van Brinks Transport & Distributie.

Montage en Inhuizing

Warehousing Een ketting is zo sterk als de zwakste schakel. Een prachtig product en een doordachte marketing hebben alleen effect als het logistieke traject van inkoop tot eindleverantie minstens even goed is. Brinks Warehousing maakt de logistieke schakel in de bedrijfsvoering ijzersterk. Het warehouse is een logistiek centrum met een effectieve oppervlakte van liefst 18.000 m². Hier wordt de op- en overslag van onder andere meubels, keukens, interieurs, beursstanden, sanitair en sauna’s verzorgd. Klanten kunnen het gehele logistieke traject van hun leveranciers tot hun klanten volledig uitbesteden, inclusief zeevracht of luchtvracht, planning en administratieve (douane)afhandeling daarvan. De klant bepaalt zelf hoever de logistieke dienstverlening reikt. Brinks Warehousing levert het gewenste maatwerk.

Verhuizingen en inboedelopslag Een verhuizing is iets anders dan het ‘schuiven met dozen’ en vereist een zorgvuldige, veilige en efficiënte wijze van vervoer en plaatsing van de kostbare spullen met de grootst mogelijke aandacht. Om de persoonlijke omstandigheden goed in te schatten neemt de verhuisadviseur van Brinks de verhuizing eerst door bij de klant thuis. Zo wordt gezamenlijk de beste aanpak bepaald en wordt maatwerk geleverd. Wie tijdelijk geen ruimte heeft voor de inboedel kan kostbaarheden tijdelijk (laten) opslaan in containers. De ingepakte containers worden veilig en verwarmd opgeslagen en niet eerder geopend dan wanneer de klant daarom vraagt. Intussen kan men bij Brinks ook terecht voor Self-Storage.

Butaanstraat 12 7463 PG Rijssen Tel.: +31 (0)548 538698 Fax: +31 (0)548 366228 info@brinkstransport.nl www.brinkstransport.nl

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 153

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Brinks Transport Rijssen is meer dan een traditioneel transportbedrijf. De focus ligt op logistieke begeleiding, inhuizing, inrichting en montage. In het warehouse komen complete inrichtingen terecht voor bijvoorbeeld scholen, winkels, kantoren en hotels, waarna de goederen op de juiste tijd en plaats worden bezorgd. Ontzorgen zit Brinks Transport Rijssen in het bloed: een pand kan van A tot Z worden ingericht. Lastige losplaatsen worden niet vermeden dankzij onder meer verhuisliften en

mobiele hijswerktuigen of andere creatieve oplossingen. Brinks Transport Rijssen is met een aantal interieurbouwers een partnership aangegaan en er worden routes gereden waarbij de chauffeur samen met de monteur winkels monteert, inricht en/of demonteert.


HofLev-boek 26-11-13 09:25 Pagina 154

Aalsbergen 10, de werkplaats

De historie van vier generaties Bolder in de "houtkrullen". De grondlegger van het timmerbedrijf is Dorus Bolder. Op 12 februari 1912 is hij als "boerentimmerman" begonnen in een schuurtje aan de Doesburgseweg 10 in Loil. De schuur was 5 bij 7 meter groot en in de hoek stond nog de geit. Dorus maakte er op ambachtelijke wijze houten kruiwagens, karren en platte wagens. Later kocht hij een zaagmachine en ging hij ook kozijnen, deuren en ramen maken. Dorus stond bekend als een goede, hardwerkende timmerman die secuur werkte. Zijn tweede zoon, Henk Bolder nam in 1953 het bedrijf over en bouwde een nieuwe, veel grotere werkplaats bij zijn huis aan de Wehlseweg 26 in

Uitreiking predikaat, familie Bolder met burgemeester Leppink

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Loil. In de nieuwe werkplaats werden naast de oude zaagmachine ook een drietal moderne houtbewerkingsmachines geplaatst. Met deze modeme machines kon Henk de naam en faam van zijn vader verder uitbouwen. Niet alleen secuur werken maar ook een constante kwaliteit leveren was het devies.

Dorus Bolder

Henk Bolder

Theo Bolder, zoon van Henk Bolder en kleinzoon van de grondlegger Dorus Bolder, zette ook de traditie van de “houtkrullen” voort. Als 16jarige eerst twee jaar werken in het bedrijf van zijn vader en daarna tien jaar ervaring opdoen bij verschillende aannemersbedrijven. In 1978 kwam hij weer terug naar het familiebedrijf wat hij in 1989 overnam. In 1992 kwam er een nieuwe werkplaats aan de Wehlseweg in Loil met een geheel vernieuwd machinepark en een centrale afzuiginstallatie. Vernieuwen en innoveren zit Theo in het bloed en al gauw werd ook de nieuwe werkplaats te klein. In 2002 verhuisde de timmerwerkplaats naar de huidige locatie, het industrieterrein Kollenburg aan de rand van Didam. Daar was ruimte voor de modernste machines en kon de spuiterij opnieuw worden ingericht volgens de geldende milieu-eisen. Zijn zoon Raimond, de vierde generatie Bolder werkt ook in het bedrijf. Raimond heeft zich vooral toegelegd op het werken met de computergestuurde machines.

Theo Bolder

Raimond Bolder

154 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Aalsbergen 10 6942 SE Didam Telefoon: 0316 – 224600 Fax: 0316 – 227976 info.bolder@kpnmail.nl www.timmerfabriekbolder.nl


HofLev-boek 26-11-13 09:27 Pagina 155


HofLev-boek 26-11-13 09:27 Pagina 156

Bierens

Passion for gears In 1880 werd de machinefabriek Aug. Bierens (hofleverancier sinds april 2005) opgericht aan de Lange Nieuwstraat in Tilburg als vennootschap tussen de heren August Bierens en P. v.d. Weegen. Er was vooral in de textielstad als Tilburg grote behoefte aan een machinefabriek voor de eigen fabrieken en zo begon de firma Bierens als een werkplaats voor stoomen textielmachines. In die tijd werkten er vijf volwassen mannen als personeelsleden bij het bedrijf. De sector waartoe men behoorde werd in de 19e eeuw aangeduid als kunstwerktuigherstellers. Ze werkten net als andere smederijen voor de wollenstoffenindustrie die in Tilburg in die jaren uit een honderdtal grotere en kleinere bedrijven. Aan reparatie was voor de smederijen en herstelwerkplaatsen alleen al in de textielsector voldoende werk voorhanden. Toen in 1913 de heer v.d. Weegen uit trad, traden twee zoons van August Bierens toe en werd het bedrijf onder de naam “August Bierens en Zonen” voortgezet. In die tijd ging het bedrijf, onder leiding van Harry Bierens, zich specialiseren in het construeren van mechanische aandrijvingen.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Per 1 januari 1949 is het bedrijf omgezet in een Naamloze Vennootschap. Het bedrijf telt dan 140 personeelsleden. Toen het bedrijf in 1955 75 jaar bestond, verhuisde het naar het nieuwe fabriekscomplex aan de Ringbaan Noord in Tilburg. Dat jaar werd tevens het 50-jarig jubileum van toenmalig directeur Harry Bierens gevierd. Nu, bijna 60 jaar later, wil Bierens opnieuw bouwen. Een spiksplinternieuwe, energie-neutrale fabriek op hetzelfde August Bierens industrieterrein en nog steeds in Tilburg. Waarmee het bijdraagt aan het in standhouden van de maakindustrie in Nederland en Brabant. Door de specialisatie in mechanische aandrijvingen is Bierens uitgegroeid tot de onbetwiste marktleider op het gebied van tandwielen, tandwielkasten, mechanische aandrijvingen, speciale machines en revisiewerkzaamheden. Zo wordt 80% van de beweegbare bruggen en sluizen aangedreven door Bierens producten. Waar Bierens ontstaan is vanuit de Tilburgse vraag naar een machinefabriek, gaat momenteel het grootste deel van de orders de grens over. Het succes van de Bierensproducten is te danken aan de hightech productiemethode, gebaseerd op zelf ontwikkelde software en decennialange ervaring. De passie voor het vak, de kwaliteit en de precisie ziet men terug in alle Bierensproducten. “Anno 2013 heeft het bedrijf nog meer uitdagingen. In een steeds veeleisendere marktomgeving met slechtere economische tijden is het voor

156 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Bierens zaak om haar schaalgrootte te laten groeien.” Aldus Henk Meijer, directeur. “Deze groei is noodzakelijk om onze technologische voorsprong in de producten en het productieproces te behouden. Ook zullen we, door economische noodzaak, meer de markten buiten Europa gaan zoeken. Het wordt echter steeds lastiger om al deze ontwikkelingen alleen op eigen kracht te kunnen presteren. Zo is samenwerking in de huidige globalisering steeds meer een must. Inmiddels zijn partners gevonden in Vietnam, Chili, Brazilië en Frankrijk. In de zoektocht naar geschikte partners blijkt dat eigenlijk overal ter wereld, familiebedrijven de backbone van de lokale economie zijn. Met onze eigen cultuur en drive als familiebedrijf Ringbaan Noord 189 vinden we ondanks onze be5046 AB Tilburg perkte grootte toch weer geTel.: +31 13 536 0025 makkelijk de juiste partners.” info@bierens.com Bierens, passion for gears.

www.bierens.com


HofLev-boek 26-11-13 09:27 Pagina 157

Cooijmans Keurslager Nieuwstraat 73 5271 AC Sint Michielsgestel Tel. 073-5512221 info@cooijmans.keurslager.nl www.cooijmans.keurslager.nl

In 1912 begint Johannus Cooijmans een slagerswinkel in Sint-Michielsgestel. Na 4 generaties van vader op zoon runt nu Ad Cooijmans een moderne Keurslagerij in het mooie dorpje vlak naast ‘s-Hertogenbosch. In de loop van de 100 jaren is er natuurlijk veel veranderd in de slagerij. Wat ooit begon als een klein winkeltje is uit gegroeit tot een grote moderne slagerij met productiekeuken en ambachtelijke worstmakerij, waar alles ingericht is naar hedendaagse normen. Naast de eigengemaakte salades, soepen en maaltijden, worden vers vlees en vleeswaren vakkundig en op ambachtelijke wijze gemaakt. Bij Cooijmans keurslager kun je terecht voor lekker vers beleg, componenten voor een heerlijke maaltijd, een compleet verzorgde barbecue of een uitgebreid buffet. In 2012 ontving Cooijmans keurslager het Predicaat bij koninklijke beschikking Hofleverancier. Dit is echt de kroon op het 100 jaar ambachtelijk vakmanschap.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 157

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

COOIJMANS, keurslager


HofLev-boek 26-11-13 09:27 Pagina 158

Dokter van Noortstraat 7 4033 AA Lienden Tel. (0344) 602 914 Fax. (0344) 602 684 info@doornebal.nl www.doornebal.nl

Doornebal interieurs “Een geslaagd interieur weerspiegelt het gevoel en de persoonlijke leefstijl van haar bewoners”

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Doornebal in Lienden is een toonaangevende interieurinrichter met een indrukwekkende historie: meesters in het creëren van hoogwaardige interieurs. "Al 120 jaar staat Doornebal Interieurs voor ambachtelijk vakmanschap, hoge kwaliteit, exclusieve merken en een persoonlijke aanpak. Wat ooit begon als een kleine textielzaak in de voorkamer van een boerderij, groeide door de jaren heen uit tot een hoogwaardige exclusieve interieurinrichter, in een pand van maar liefst 3.000 vierkante meter.”

Meer dan 120 jaar ervaring De gerealiseerde interieurs stralen karakter, elegantie en emotie uit. Elk interieur is uniek. De ontwerpers zijn innovatief in materiaalgebruik. Ze zijn voortdurend op zoek naar de juiste spanning tussen warmte, kleur, stijl en licht. De toegevoegde waarde van textiel speelt een belangrijke rol. De uitkomst is veelal een verrassende creatie. Daarmee is meer dan 120 jaar ervaring een waardevolle basis voor de toekomst.”

De filosofie van Doornebal Interieurs Het gaat om het samenbrengen van materialen, kleuren, stoffen, meubels, verlichting en decoratie tot een totaalconcept waarin de opdrachtgever zich herkent. Als deskundige ontwerpers weten we een creatieve vertaalslag te maken van een gevoel naar een interieur. Een interieur is als een maatpak. Een goed maatpak is afgestemd op de

158 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

persoon zelf, op zijn gevoel. Een geslaagd interieur weerspiegelt het gevoel en de persoonlijke leefstijl van haar bewoners. Daarmee staat voor Doornebal vast wat de basis is: een persoonlijke kennismaking. Een verkenning van de smaak, de stijl, de wensen, de woning van de opdrachtgever. De opdrachtgever is onze inspiratiebron. Dat leidt tot unieke interieurs, waarin luxe, exclusiviteit en trendgevoel elkaar ontmoeten. Een samenspel van warmte, kleur, stijlen en licht. Dit vraagt om een deskundige en creatieve begeleiding. Onze ontwerpers bezitten de kunst om de juiste vertaalslag te maken van de verwachtingen tot een totaalconcept dat naadloos past. Naar een woonomgeving met de persoonlijke touch van de opdrachtgever. Dat is het geheim van onze aansprekende interieurconcepten.”

Ambachtelijke uitvoering De realisatie maakt het verschil tussen een aansprekend ontwerp en het verrassend resultaat van het interieur. Daarom laten we dat uitsluitend over aan vakmensen. Mensen die geschoold zijn en die jaren met een gildemeester samengewerkt hebben. Maar vooral mensen die gepassioneerd zijn van hun vak. We voeren projecten compleet uit. Van meubelstoffering en wandafwerking tot het aanbrengen van vloerbedekking, gordijnen, verlichting, behang en het zeer oude vak: wandbespanning. Waar nodig dragen we zorg voor bouwkundige aanpassingen of complete verbouwingen. We zien het als onze uitdagingen om verwachtingen te overtreffen.


HofLev-boek 26-11-13 09:27 Pagina 159

Inspirerende showroom In ons pand presenteren wij de wereld van Doornebal. Men maakt kennis met de visie die Doornebal heeft op interieurs. Deze wereld is ongelofelijk divers. De creaties zijn eigentijdse interieurs, soms uitgesproken klassiek met authentieke elementen, soms expressief met sprekende kleuren, soms modern met subtiele vormgeving, soms stijlvol sober en strak. Ieder interieur met een eigen karakter en spanning. Hier vindt de eerste confrontatie met de creativiteit van de ontwerpers van Doornebal plaats, want allen zijn ze hiermee bezig geweest en blijven ze bezig. Tot in detail.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 159


HofLev-boek 26-11-13 09:27 Pagina 160

12:18 Pagina 1

VERHUIZERS SINDS 1844! oogmerk vandambrillen Brugstraat 7 2411 BM Bodegraven 0172 - 612747

vandambrillen sinds 1868. vandambrillen is een bekend optiekbedrijf in Bodegraven en omstreken. Het bedrijf is gestart in 1868 en de huidige eigenaar, Hans van Dam, is inmiddels de vierde generatie.

• VERHUIZINGEN • EMIGRATIE • OPSLAG VAN INBOEDELS • OPSLAG CONTAINER TERMINAL • ARCHIEFBEHEER & OPSLAG • DOE-HET-ZELF VERHUISWINKEL

PARTICULIERE & BEDRIJFSVERHUIZINGEN

vandambrillen heeft zich toegelegd op het bieden van oogzorg in de meest brede zin. Naast een collectie fraaie modemerken brilmonturen waaronder Theo, Lindberg, Gucci, Prada, Traction, Anglo American Örgreen en vele andere, kunt u hier terecht voor een oogmeting ten behoeve van een nieuwe bril, een uitgebreid optometrisch onderzoek, het aanmeten van contactlenzen (ook

Uitgegroeid tot één van de oudste en meest gerenommeerde verhuisbedrijven van Nederland!

multifocaal), een ooglaserbehandeling en voor de begeleiding bij en voorbereiding

op

een

staarbehandeling.

Ser-

vice, kwaliteit en mode

Bezoekadres: Innovatieweg 36, 7007 CD Doetinchem Terborg: T - 0315 - 323928 Doetinchem: T - 0314 - 342024 Lichtenvoorde: T - 0544 - 373030 (Aloys Roemaat Verhuizingen) Internet: www.vandamverhuizingen.nl

staan hoog in het vaandel. In 1995 is het bedrijf on-

BIJ KONINKLIJKE BESCHIKKING H O F L E V E R A N C I E R

derscheiden met het predikaat Hofleverancier.

Kerkstraat 14 6811 DL Arnhem

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

telefoon: 026-4421559

Slagerij J.J. Evers Slagerij Evers is gevestigd in de Kerkstraat in Arnhem. Het is een ambachtelijke slagerij in een monumentaal pand (17e eeuw). In 1880 nam dhr. J.J. Evers de slagerij over. In 1910 werd de slagerij eigendom van zijn vier zonen en werd het de Firma J.J. Evers. In 1947 kwam dhr. S. Dorresteijn in dienst bij de Firma Evers, met de afspraak het bedrijf over te nemen. In 1966 is de slagerij grondig verbouwd en kreeg in dat zelfde jaar het predicaat ‘Hofleverancier’ toegekend. Het wapen van Koningin Juliana hangt in de schouw. Het wapen van Koningin Beatrix kreeg men in 1990. Twee jaar later nam de heer J. ten Westeneind uit Huissen de slagerij over, inclusief het predicaat. Door stadsontwikkeling is in het kader van de renovatie in 1994 de voorgevel in oude staat hersteld naar voorbeeld van een foto uit 1890, o.a. met de varkenskoppen op de voorgevel. Heden zijn het de oud-werknemers J. en P. Hupkes die de zaak op nog steeds ambachtelijke wijze runnen.

160 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

BIJ KONINKLIJKE BESCHIKKING H O F L E V E R A N C I E R


HofLev-boek 26-11-13 09:27 Pagina 161

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 161


HofLev-boek 26-11-13 09:27 Pagina 162

DRU 260 jaar succes Innovatie en vakmanschap DRU werd opgericht in 1754 in Ulft – in de Achterhoek - door twee adellijke families. De familie Diepenbrock en de familie Reigers. DRU ontleent zijn naam dan ook aan deze families: (Diepenbrock en Reigers uit Ulft). DRU is één van de oudste industriële bedrijven van Nederland. De gietijzeren potten en pannen die we toen produceerden, vind je hier nu niet meer. Onze innovatiedrang en ons gevoel voor vakmanschap zijn we echter nooit verloren. DRU heeft zich in de loop der jaren dan ook ontwikkeld tot de toonaangevende producent van gaskachels in Europa.

Assortiment

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

De naam DRU staat al eeuwenlang garant voor top kwaliteit. DRU was dan ook één van de eerste Nederlandse bedrijven die het ISO 9000 kwaliteitscertificaat behaalde. Naast kwaliteit is de afgelopen decennia veel aandacht besteed aan vormgeving, bediening- en installatiegemak. Vanuit deze achtergrond bieden wij een unieke DRU collectie aan. Je kunt bij DRU terecht voor een breed scala aan gasverwarmingsapparaten. Ons vakmanschap houden we in eigen huis: al onze gashaarden en houtkachels worden door onze eigen designers ontwikkeld en in Nederland geproduceerd.

Hofleverancier In 2004 ontving DRU het predicaat Hofleverancier van het Koninklijk huis. Deze Koninklijke onderscheiding staat voor kwaliteit, soliditeit en continuïteit.

DRU Verwarming B.V. Postbus 1021 6920 BA Duiven Tel.: +31 (0)26 319 5 319 Fax: +31 (0)26 319 5 348 E-mail: info@drufire.nl www.dru.nl

162 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 26-11-13 09:27 Pagina 163

Automobielbedrijf Van Ekris Toyota Toyota dealer Van Ekris, met vestigingen in Maarssen en Mijdrecht, mag zich hofleverancier noemen. De broers Gert, Harry en Ruud van Ekris ontvingen in Maarssen in 2012 het certificaat uit handen van burgemeester Mirjam van ’t Veld van de Stichtse Vecht en door burgemeester Maarten Divendal van de Ronde Venen werd de plaquette in Mijdrecht uitgereikt. De Koninklijke onderscheiding sluit naadloos aan op het 100-jarig bestaan in 2012 van het bedrijf. “Het is de kroon op ons werk. Wij zijn pas het tweede autobedrijf in Nederland dat zich bij Koninklijke beschikking hofleverancier mag noemen!”, aldus een trotse Stefan van Ekris. Het meest bijzondere aan dit bedrijf is niet alleen een jubileum op zich, maar ook dat het al 100 jaar een familiebedrijf is. In 1912 begon overgrootvader van Ekris het bedrijf als Smederij G. van Ekris te Breukelen. Hij repareerde motoren en rijwielen en niet veel later breidde hij uit door hier verkoop en reparaties van tractoren aan toe te voegen. Het was een logische stap naar de verkoop van auto’s. De eerste Spijkers werden door Van Ekris verkocht. Net voor de oorlog werd dat Chevrolet. Wanneer de tweede generatie het roer overneemt, verwerven zij al snel het dealerschap van Opel. Dit werd in 1972 door de 3e generatie verruild voor het dealerschap van Toyota. Met dit merk groeide Van Ekris uit tot een van de grootste Toyota dealers van midden Nederland met vestigingen in Maarssen en Mijdrecht.

Verder is Van Ekris heel anders dan een standaard autobedrijf. “Bij ons tref je geen snelle verkopers en verborgen gebreken, eerlijkheid en transparantie staan bij ons op nummer 1. Door het verkrijgen van de onderscheiding hofleverancier geef je de consument in onze branche veel meer vertrouwen. De consument weet dat je niet zomaar hofleverancier bent geworden en dat merk je als je in gesprek raakt, het vertrouwen is sneller gewonnen’’ aldus de heren Van Ekris. Inmiddels is de 4e generatie (Ferry en Stefan van Ekris) werkzaam in het bedrijf. Zij bouwen met een jonge frisse insteek voort op een solide basis dat familiebedrijf Van Ekris een succesvolle voortzetting garandeert. Meer weten over dit bedrijf en de geschiedenis kijk op de speciale 100 jaar pagina www.vanekris.nl/100jaar

Van Ekris Mijdrecht B.V. Industrieweg 48 3641 RM Mijdrecht Tel. 0297-230350 Van Ekris Maarssen B.V. Kometenweg 2 3606 BD Maarssen Tel. 0346-557000 www.vanekris.nl

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 163

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Het geheim van het bedrijf is klantvriendelijkheid en de passie voor auto’s. Omdat er op elke afdeling in het bedrijf een Van Ekris aanwezig is wordt dit goed overgedragen op medewerkers en klanten. Dit is dan ook dé succesformule. Het zorgt voor een uitstekende klantbeleving waar-

door klanten graag bij Van Ekris komen! Daarnaast hebben wij een platte organisatie structuur, waardoor iedereen elkaar kent. Er kan zeer snel geschakeld worden bij problemen wat ten gunste komt van zowel de klant als het personeel. Het behouden van een vaste groep personeel staat bij ons ook hoog in het vaandel. Dit zorg namelijk voor een stabiel en gestructureerd beleid. In beide bedrijven hebben wij binnen het personeel nauwelijks verloop wat een stabiel en gestructureerd beleid mogelijk maakt.


HofLev-boek 26-11-13 09:28 Pagina 164

W I J Z I J N A A NG E N A A M VO O R S P E L B A A R

UW HOFLEVERANCIER

In één adem Eijgenhuijsen en waardecreatie noemen, wat ons betreft mag het. Het mag omdat wij als onbetwist marktleider in Precisievervoer value added services hebben ontwikkeld, waarmee wij opdrachtgevers en de wereld om ons heen elke

dag weer mooie diensten bewijzen. Warehousing, locatiescans, mechanische installaties, hightech transport, heldere instructie aan eindgebruikers en natuurlijk reverse logistics. En dat al meer dan 100 jaar met een aangename voorspelbaarheid.

E I J G E N H U I J S E N B V Precisievervoer

Spoorstraat 15, 7261 AE Ruurlo / Postbus 43, 7260 AA Ruurlo / Tel. 0573 45 31 80 Fax 0573 45 32 72 / info@eijgenhuijsen.nl / www.eijgenhuijsen.nl


HofLev-boek 26-11-13 09:28 Pagina 165


HofLev-boek 26-11-13 09:28 Pagina 166

Flipse Schoenen Voor verantwoord schoenen kopen

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

De geschiedenis van ons bedrijf gaat, voor zover als dat wij het hebben kunnen uitzoeken terug tot 1840. De huidige eigenaren de Hr. G.A.M. Flipse en Mw. C.B.H. FlipseJansen zijn inmiddels de 5e generatie van het schoenmakers bedrijf. Mijn (over)grootouders hebben in het verleden ook al predicaten in ontvangst genomen. Het 1e predicaat stamt uit augustus 1894 en werd verstrekt door Hare Majesteit Koningin Weduwe aan G. Flipse en Zonen. Het 2e predicaat stamt uit augustus 1903 en is uitgegeven door Koningin Wilhelmina. Het 3e predicaat stamt uit april 1910 en is uitgegeven door Prins Hendrik. Het 4e predicaat stamt uit april 1989 en is door Koningin Beatrix, aan ons persoonlijk verleent, met een geldigheid van 25 jaar. Volgend jaar in 2014 is dat dus 25 jaar en kunnen we het opnieuw aanvragen. Dat zou dan ons 5e predicaat zijn, welke deze keer verleent gaat worden door Koning Willem-Alexander en hopen daarmee ons 4e wapenschild in ontvangst te kunnen nemen. G. Flipse en Zonen waren in het verleden bekende maat- en laarzen schoenmakers, later na de 2e wereldoorlog zijn daar ook de orthopedische schoenen bij gekomen. Sinds 1973 is de handelsnaam aangepast aan de tegenwoordige tijd en werken wij onder de naam “Flipse Schoenen”. De huidige eigenaar de heer G. Flipse heeft wel zonen, maar deze werken in een andere richting met voeten dan hun vader. De oudste zoon, G.W. Flipse, is Podotherapeut, Orthopedisch Technoloog en doet in Flebologie en Therapeutisch Elasti-

166 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

sche kousen. De jongste zoon, G.L.I. Flipse, is Bewegingswetenschapper. Hij kan zijn vader helpen door drukmetingen te doen met behulp van de computer, dit is om te constateren hoe mensen lopen en afwikkelen. Wij en onze medewerkers van “Flipse Schoenen” willen de mensen graag verantwoord schoenen verkopen. Dit omdat wij van mening zijn dat veel mensen op verkeerde schoenen lopen, mede omdat zij zich niet bewust zijn van hun voetentype, zoals: holvoeten, platvoeten, knikvoeten, klompvoeten en een hakvoet. Iedere voet heeft zijn eigen probleem en die problemen proberen wij zo goed mogelijk op te lossen. De orthopedische schoenen welke wij maken, proberen wij in ieder geval zo te maken dat de schoen er “mooi” uitziet, zodat de klant hem met tevredenheid kan dragen. Naast de orthopedische schoenen, welke helemaal op maat worden gemaakt leveren we ook semi-orthopedische schoenen. Dit zijn fabrieksmatig gemaakte schoenen, welke d.m.v. individueel gemaakte voetbedden worden aangepast aan de persoon die deze schoenen nodig heeft. Mensen die deze schoenen dragen hebben bijvoorbeeld een hallux valgus (knokken) of een hallux rigidus (stijve grote teen), hamertenen of klauwtenen, het zijn mensen met bv. reumatische artritis of met diabetisch mellitus (suikerpatiënten). Flipse Schoenen Beekstraat 110 Dus zoals u kunt lezen valt er nog 6811 DZ Arnhem heel veel te doen in onze branche 026-4423830 en blijven wij bij de spreekwoorden. “Schoenmaker, blijf bij je leest” en info@flipseschoenen.nl “Wie de schoen past trekt hem aan”. www.flipseschoenen.nl


HofLev-boek 26-11-13 09:28 Pagina 167

Farwick Farwick Groenspecialisten; het verleden Joseph Farwick richtte in 1898 het hoveniersbedrijf op dat voornamelijk bestond uit een kwekerij en een bloemisterij. Gaandeweg hield hij zich meer bezig met hovenierswerkzaamheden, met name voor de rijke fabrikanten. Zijn zoon Benno Farwick nam in 1941 het stokje over en legde de focus van het bedrijf meer op de kwekerij. Zoals iedere generatie een andere visie heeft op de strategie, heeft de zoon van Benno, Bert Farwick, het bedrijf verder op de kaart gezet als hoveniersbedrijf met veel aandacht voor tuinarchitectuur. De ontwerpen die Bert Farwick zelf maakte, kenmerkten zich door een eigen stijl en beplantingskeuze. Dit heeft het bedrijf geen windeieren gelegd; in Enschede en omgeving was Farwick al snel een bekende naam op het gebied van tuinaanleg en –onderhoud. Het bedrijf groeide onder leiding van Bert tot een toonaangevend hoveniersbedrijf met een modern machinepark. In 2010 is het bedrijf overgenomen door de vierde generatie; Han Farwick. Ook hij heeft, net als zijn voorgangers, een uitgesproken visie hoe het groenbedrijf er in zijn huidige tijd er uit moet zien om het gezond en succesvol te laten zijn.

Farwick anno 2013

Farwick in de toekomst In de huidige tijd wordt steeds meer belang gehecht aan groen. De waarde van groen wordt belangrijker en soms zelfs in geld uitgedrukt. Beplanting wordt dan niet gezien als kostenpost, maar als middel om gebouwen, en hele wijken in waarde te doen stijgen. Diverse onderzoeken tonen het belang aan van de aanwezigheid van groen in een wijk of stad. Farwick Groenspecialisten adviseert, realiseert en onderhoudt deze duurzame leefomgeving. In hun beleid onderschrijven zij de ge-

Onze producten •Particuliere tuinen •Groenvoorziening •Daktuinen •Zwemvijvers •Interieurbeplanting •Kunstgras •Boomverzorging •Gevelgroen •U-space; een duurzame studio op maat voor werk/zorg/sport/kook/ lounge/onderwijs •Kerstbomen •Overige bijzondere tuin-/terrein-/interieurproducten waaronder insectenhotels en moswanden

Auke Vleerstraat 180 7547 PH Enschede Telefoon:+31 53 428 3311 info@farwick.nl www.farwick.nl

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 167

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Een bedrijf dat al meer dan 115 jaren bestaat, dat klinkt heel oud. Maar door innovatie, inspiratie en nauw contact met haar opdrachtgevers blijft Farwick jong. Het bedrijf volgt niet alleen de ontwikkelingen in hoveniersvak, maar loopt vaak voorop als het gaat om het toepassen van nieuwe technieken en het ontwikkelen van duurzame oplossingen voor de buitenruimte. Inmiddels bestaat het team uit 40 enthousiaste hoveniers en groeningenieurs. Het bedrijf is gevestigd aan de rand van Enschede en het werkgebied beslaat voornamelijk Oost-Nederland en het aangrenzende deel van Duitsland. Tot haar gevarieerde klantenkring behoren o.a. bedrijven, woningstichtingen, overheid, zorginstellingen, aannemers en particulieren. Farwick Groenspecialisten is een echte teamplayer; een langdurige en constructieve relatie met haar klanten staat bij ons centraal. Maar het bedrijf is ook een stayer. Veel van haar klanten zijn soms al meer dan 50 jaar verbonden aan het bedrijf.

dachte van de “3 P’s”; people (mensen), planet (planeet), profit (opbrengst/winst). In hun eigen bedrijfsvoering vertaalt zich dit onder andere in de volgende keuzes; •Bedrijfsauto’s op aardgas •Energiezuinige machines en electrische gereedschappen met LithiumIon accu’s of electromotoren in plaats van bezinemotoren. •Efficiënt woon-/werkverkeer door woon-/werklocaties zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. •Scheiding en beperking van afval. •Natuurlijke en/of alternatieve onkruidbestrijding door een slimme keuze en toepassing van beplanting, bijv. ‘prairiebeplanting’ of een dichtgroeiende bodembedekkende beplanting. •Bewuste materiaal- en leverancierskeuzes, o.a. op basis van keurmerken en certificeringen, maar ook gebruik van bijv. locaal gekweekte of geproduceerde producten. •Recycling, hergebruik van materialen. •Streven naar locale infiltratie hemelwater i.p.v. afvoer via het riool.


HofLev-boek 26-11-13 09:28 Pagina 168

Zwolseweg 87 8055 PC Heino

Kokosstraat 15

Tel. 0529 - 40 12 21

8281 JB Genemuiden

Fax. 0529 - 40 19 34

Tel.: 038 385 41 77

www.fakkert.nl

www.fuite.nl

Fakkert Diervoeders Gebrs. Fuite b.v. Fakkert Diervoeders BV heeft vanaf 2 april 2012 het recht tot het voeren van het Koninklijk wapen met de toevoeging "bij Koninklijke Beschikking Hof leverancier". Dit onder andere vanwege het 150 jarig bestaan en de onberispelijke reputatie die het bedrijf heeft opgebouwd. Ook de maatschappelijke betrokkenheid die het bedrijf toont door actief te zijn in de Heinose samenleving speelde bij de toekenning een belangrijke rol. Directeur Robert Fakkert, 5e generatie Fakkert ontving samen met zijn vader Wim Fakkert het Wapenschild tijdens het officiële gedeelte van het jubileumweekend 150 jaar Fakkert. Fakkert Diervoeders te Heino is een familiebedrijf, dat zich bezighoudt met de ontwikkeling, productie en verkoop van diervoeders in de traditionele en biologische markt.

Gebrs. Fuite b.v. vindt haar oorsprong in een bakkerij in Genemuiden anno 1906. Begin 20e eeuw was men voor de meelproductie nog afhankelijk van de wind en daarom besloot Fuite om zelf een mechanische graanmaalderij te starten. Verbreding van de afzet werd gezocht in de afzet van veevoeders ’12 ponders’ geheten. Al snel werd dit voeder vervangen door specifieke veevoeders. In de jaren tachtig werd de fabriek gebouwd op huidige locatie. Het bedrijf is door de jaren verder verbouwd en uitgebreid. In 2006 mochten we het 100-jarig bestaan vieren wat aanleiding vormde om het predicaat koninklijk aan te vragen.

Van Zuijlen van Nieveltlaan 59c 3771 AB Barneveld

Nijverheidsweg Noord 62

0342 - 41 61 15

3812 PM Amersfoort

info@vdfliert.nl

Tel.: 033 463 30 35

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

www.vdfliert.nl

Van de Fliert Groothandel in gereedschap, techniek, sleutels en sloten. ,,Eigenlijk bestaat het bedrijf al meer dan 140 jaar. De eerste generatie, de opa van mijn opa, begon al in 1866 met een timmerbedrijf en meubelmakerij", zegt Jan Evert van de Fliert. Hij is inmiddels de vijfde generatie Van de Fliert aan het roer van het Barneveldse ijzerwaren- en gereedschappenbedrijf. ,,Met ruim 25.000 producten doen we echter veel meer, zoals beveiligen van woonhuizen en bedrijfspanden. Sinds kort verkopen wij ook zonnepanelen. Op 18 september 1997 kregen we het predikaat 'Koninklijke Beschikking Hofleverancier'. Ik werkte toen net een paar maanden bij mijn vader in de zaak. De onderscheiding is een bewijs van de correcte en eerlijke manier waarop wij handelen en verkopen. Ik vind het nog altijd een eer dat het bedrijf dit predicaat mag dragen."

168 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Geurtsen b.v. Geurtsen b.v. is sinds 1894 in Amersfoort gevestigd en geniet sinds 1996 bij Koninklijke Beschikking het predikaat Hofleverancier. Het is een familiebedrijf wat al 120 jaar handelt in dranken met smaak en gevoel voor traditie. Veel kennis op dit gebied is al van generatie op generatie doorgegeven. De laatste jaren richten de activiteiten zich voor het grootste gedeelte op de import en groothandel van wijn. Daarnaast voert Geurtsen het beheer van horeca-gerelateerd vastgoed. Met deze jarenlange ervaring en haar kennis op het gebied van dranken heeft Geurtsen een goede adviesfunctie voor, zowel de gevestigde horeca als ook juist de beginnende starter in de drankenbranche. Niet voor niets geniet Geurtsen door de jaren heen, veel vertrouwen van haar afnemers en toeleveranciers.


HofLev-boek 26-11-13 09:28 Pagina 169

Postbus 31 9100 AA Dokkum Telefoon: 0519 29 4455 Email: info@fortuin.com www.wilhelminapepermunt.nl

Fortuin Al meer dan 170 jaar staat de naam Fortuin voor smaak, stijl en kwaliteit. Fortuin werd in 1842 opgericht door Willem Hendrik Fortuin in Lemmer. Niet veel later verhuisde de banketbakkerij naar Dokkum, waar het bedrijf vandaag de dag nog steeds gevestigd is. Het Friese bedrijf ontwikkelde zich door de jaren heen tot luxe suikerbakkerij en in 1888 werd de stap gezet naar een industriële suikerwerkfabriek. Al vóór 1880 werd DF Pepermunt vervaardigd, de zogenaamde Engelse pepermunt. Daarna volgden nog vele klassiekers zoals de alom bekende Vruchtenhartjes met opschrift, IJsbonbons en Salmiakpastilles. Eén van de nieuwste producten in het assortiment is Zwartwit. Fortuin heeft met dit snoepje de beroemde smaak van Zwartwit

poeder in een nieuw jasje gestoken. Zwartwit pastilles zijn inmiddels verkrijgbaar in verschillende verpakkingen en in 2013 is er zelfs een dubbelzout variant geïntroduceerd. Voortbordurend op het ongekende succes van Zwartwit pastilles heeft Fortuin door de jaren heen ook nog twee nieuwe varianten ontwikkeld: Dropmint en Zoethout. Het absolute paradepaardje van Fortuin is nog altijd Wilhelmina pepermunt. Wilhelmina pepermunt werd in 1892 ontwikkeld ter gelegenheid van het 50-jarige bestaan van het bedrijf en als hommage aan de toen 12-jarige Prinses Wilhelmina. Op elk pepermuntje is dan ook het portret van Prinses Wilhelmina te herkennen. Het eerste kistje Wilhelmina pepermunt werd aangeboden aan het Koninklijk Huis. Dit viel zo in de smaak, dat Fortuin in 1896 het predicaat Hofleverancier ontving. Tot op de dag van vandaag is Fortuin nog steeds Hofleverancier en zijn de snoepjes van Fortuin nog altijd vorstelijk van smaak en alom verkrijgbaar.

Lange Kerkstraat 30 4461 JH Goes Tel.: 0113 - 215005 info@faberydejonge.nl www.faberydejonge.nl

De oprichter van de zaak, Pieter Fabery de Jonge, werd geboren in 1810 als zoon van Johannes de Jonge en Margaretha Fabery. Bij de doop werd aan de voornaam van Pieter de naam Fabery toegevoegd. De vader van Margaretha heette Pieter Fabery en kwam oorspronkelijk uit Duitsland. Net zoals velen in de jaren rond eind 1700 zocht hij zijn heil in het rijke Nederland. Hoewel niet altijd succesvol voor anderen, was voor Pieter de emigratie een succes. Hij vestigde zich als smid in Goes en werd spoedig in de gemeenschap van Goes opgenomen. Tevens werd hij als lid van het smedengilde aangenomen. Johannes was meester koperslager maar zoon Pieter werd goud en zilversmid. In 1834 toen hij 24 jaar oud was begon hij een winkel in goud, zilver en “pendules”. De winkel was toendertijd gevestigd in de Lange Kerkstraat nummer 40. Al spoedig moest er naar grotere winkelruimte gezocht worden en in 1847 kocht hij het huidige pand aan de Lange Kerkstraat 30. Hierin waren een

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 169

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Fabery de Jonge

woonhuis en een pakhuis inbegrepen. In de eerste jaren werden de artikelen tentoongesteld in kastjes die aan de pui werden opgehangen. In 1852 en 1863 werd de voorzijde van het pand verbouwd naar de eisen van die tijd. De zoon van Pieter, Johannes werd geboren in 1838, hij woonde in het eerste pand aan de Lange Kerkstraat 40 en ging het vak leren bij zijn vader. Al op 25 jarige leeftijd nam Johannes het meeste werk over van zijn vader die aan astma leed en voor behandeling naar Duitsland moest. Pieter overleed in 1870. Johannes kreeg 5 zonen die allemaal “in het vak” gingen en door vader Johannes allemaal de middelen kregen om een eigen zaak te beginnen. Theunis bleef in de zaak in Goes, zijn broer Jacobus startte in 1895 in Apeldoorn, de andere drie hadden ook een zaak in Nederland, maar emigreerden rond 1900 naar Amerika. Theunis bleef kinderloos en vroeg zijn broer Jacobus of een van zijn 5 zonen de zaak in Goes kon voortzetten. Zodoende kwam Dirk na stages in Rotterdam en Haarlem in 1925 naar Goes. Hij werd medefirmant in 1942 en volgde na de dood van Theunis deze in 1949 op. De zoon van Dirk, Jacobus of kortweg Ko geheten trad in 1954 in de zaak, na de opleiding tot edelsmid gevolgd te hebben aan de Vakschool te Schoonhoven. In 1987 kwam zijn zoon, Richard die ook in Schoonhoven zijn vakdiploma goudsmeden en juwelier had behaald in de zaak. Sinds 1995 is hij de huidige eigenaar en tevens de zesde generatie van Fabery de Jonge Juweliers te Goes. Het familiebedrijf, dat sinds 1834 van vader op zoon werd voortgezet kreeg ook driemaal een Koninklijke waardering. Zowel in 1908 door Koningin Wilhelmina als ook weer opnieuw toegekend door Koningin Beatrix en Koning Willem Alexander “Den vakmanschap ghetrouwe”


HofLev-boek 26-11-13 09:28 Pagina 170

Gimbrère sinds 1839 Met de zesde generatie in het familiebedrijf viert Gimbrère in 2014 het 175-jarig bestaan. Jean-Francois Gimbrère begon in 1839 in Tilburg een paraplufabriek met een parapluspeciaalzaak. Tot 1945 draaide alles in het a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

bedrijf om de paraplu’s. De vierde generatie voegde regenjassen, zomerjassen en dameskostuums toe aan het assortiment. Even was er nog sprake van dat het tuinmeubelen zouden worden. Dit leek een logische stap, daar het bedrijf naast paraplu’s ook parasols maakte en verkocht. Het is toch kleding geworden. Naast de jassen werden nu complete modecollecties aangeboden en verdwenen de paraplu’s stukje bij beetje naar de achtergrond. Hoewel, tot op de dag van vandaag worden in alle winkels paraplu’s verkocht: felgekleurde trendy exemplaren, chique en bijzonder chique met een zilveren of gouden plaatje met het logo van Gimbrère. Die komen van ver, heel ver. Uit Hong Kong. Ze horen toch een beetje bij de zaak, bij de geschiedenis en om die reden is er niet helemaal afstand van gedaan. En het verwonderlijke is dat al die bakken regelmatig aangevuld worden. Zeker bij slecht weer en de paraplu’s voorin de winkel gepresenteerd worden.

170 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 26-11-13 09:28 Pagina 171

De omschakeling was nodig doordat de vraag naar een chique paraplu afnam en steeds meer een wegwerpartikel is geworden. Er kwamen geen klanten meer die stofjes uitzochten voor een plu die harmonieerde bij de kleding en de vraag naar een krokodillen haak nam ook af. Gimbrère werd een begrip wanneer het gaat om de betere damesmode in de duurdere prijsklasse. Een zaak met voornamelijk klanten uit de hogere middenklasse die komen voor de gerenommeerde merken en de uitstekende service. Een zaak waar de klant koning is.

Nu de zesde generatie is aangetreden gaan de veranderingen door, weer worden de collecties verandert om mee te gaan met de tijd en deze voor te zijn. De klanten en de mode veranderen ook van stijl en hier moet feilloos op ingespeeld worden. De winkel is nu toegankelijker voor een breder publiek, maar het blijft modisch en de kwaliteit blijft voorop staan. De beste collecties worden voor de klanten geselecteerd. Samen met de inrichting die steeds weer wat anders is en de service maakt het dat Gimbrère echt bijzonder is.

Gimbrère Heuvelstraat 41 5038 AB Tilburg Damesmode tel: 013 5435250 email: info@gimbreremode.com www.gimbreremode.com

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 171

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

De vierde generatie veranderde niet alleen het assortiment, maar koos ook voor expansie. Er werden vijf nieuwe winkels geopend. Een succesvolle strategie die ook door de vijfde generatie werd gevolgd. Bestaande winkels werden vergroot en nieuwe winkels werden geopend in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. Het assortiment werd wederom uitgebreid; nu met herenen kindermode.


HofLev-boek 26-11-13 09:28 Pagina 172

Gleis: 100 jaar Vakmanschap Keurslagerij Gleis Prinsenstraat 10 7121 AG AALTEN Telefoon: 0543-472315 www.slagerijgleis.nl

“Alsof er niets veranderd is”

Ruim een eeuw geleden, begon de grootvader van de huidige generatie een slagerij aan de Achterstraat in Aalten. Dit straatje was echt de buiten rand van het dorp. Stallen voor runderen en varkens waren toen bij de slagerij aanwezig; het slachten werd zelf gedaan. Nu ruim 100 jaar later is de Keurslagerij Gleis nog steeds op dezelfde plek gevestigd; al is dit nu in het centrum van het dorp. Het zelf slachten doen we niet meer, maar net als vroeger word er nog steeds de boer op gegaan om de juiste runderen & varkens te kopen. Door de intensieve contacten met de diverse regionale mesters hebben we inzicht en invloed op de samenstelling van voer, huisvesting. Dit maatschappelijk verantwoord ondernemen, zoals dat tegenwoordig heet, is binnen Keurslagerij Gleis geen mode gril, maar al heel lang een bedrijfsfilosofie; dit om een perfect stukje vlees te kunnen verkopen. Door deze manier van werken hebben we perfecte grondstoffen voor de ambachtelijke vervaardiging van een keur aan huisgemaakte specialiteiten binnen onze worstmakerij / zouterij, met daar onder natuurlijk diverse streekproducten.

Het slagersvak is de laatste 30 jaar sterk verandert, dit mede door de veranderende consument. Deze wil gezond en verantwoord eten, maar ook wel eens makkelijk. In onze eigen keuken maken we al 18 jaar verse maaltijden en verzorgen we de catering op menig feestje of evenement, op een niveau dat naadloos aansluit op de kwaliteit die we ook nastreven voor het “reguliere” slagers assortiment. Dat Keurslagerij Gleis gelooft in de toekomst met vertrouwde producten, blijkt wel uit het feit dat, nu in 2013, een nieuwe keuken voor maaltijden en catering gebouwd word, zodat de klant niet alleen nu, maar ook in de toekomst bij ons terecht kan voor elk eetmoment.

Antonie Fokkerstraat 31 3772MP Barneveld 0342-412153

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

www.guldie.nl

Guldie Schilders Guldie Schilders werd in 1890 opgericht. De vestigingsplaats was Barneveld, waar Guldie nu nog steeds gevestigd is. Al snel groeide de éénmanszaak naar een echt bedrijf met een aantal “knechts”, zoals werknemers toen nogal oneerbiedig werden genoemd. Vanuit het bedrijfspand werden ook verfartikelen verkocht aan doehetzelvers. Hoewel die term toen natuurlijk nog niet uitgevonden was. Het bedrijf bestaat nu dus 123 jaar. Dat is al een behoorlijk aantal jaar, maar de schildergeschiedenis van Guldie gaat eigenlijk nog veel verder terug. Er waren al jaren eerder Guldie’s actief in de schilderswereld. Genealogisch onderzoek bracht aan het licht dat de familie oorspronkelijk uit Zwitserland afkomstig moest zijn. Uiteindelijk bleek bij onderzoek in Zwitserland dat de laatst bekende voorouder uit de plaats Sankt Gallen kwam. De oudste datum daarbij was een inschrijving uit 1476. Deze oudste Guldie was vergulder en glaszetter. De appel is dus in 546 jaar niet ver van de boom gevallen.

172 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Langdurige ervaring in het schildersvak mag gerust een understatement genoemd worden. Guldie is hofleverancier sinds 1990, verleend bij het honderdjarig bestaan van het bedrijf. Meer historie van het bedrijf leest u op onze website www.guldie.nl. Vandaag de dag bestaat Guldie uit twee afdelingen: schildersbedrijf en winkels. Het schildersbedrijf is actief door heel Nederland, zowel in nieuwbouw, als in renovatie. Er zijn Guldie-winkels in Barneveld, Ede en Hoevelaken. Deze winkels zijn volledig gericht op het verkopen van verf en behang. Meer informatie op www.guldie.nl


HofLev-boek 26-11-13 09:28 Pagina 173

Grimbergen-Noordermeer BV

Grimbergen-Noordermeer BV is een moderne onderneming, meegegroeid met de tijd. Een bedrijf dat ooit begon in een logement, gelegen aan de Vliet in de dorpskern van Rijnsburg.

Bij de ontwikkeling van de installaties wordt uiteraard rekening gehouden met een efficiënte werking. Zaken zoals het energieverbruik en het milieu krijgen daarbij een hoge prioriteit. Een kwestie van eigentijds ondernemen.

Met als activiteit het smidsvak is het bedrijf heden uitgegroeid tot een onderneming die zich bezighoudt met werktuigbouwkundige installaties op het gebied van klimaat-

overschrijdend installeert in meerdere landen. ”Van ontwerp tot installatie, in Rijnsburg kunt u terecht voor het complete traject. De ontwerpafdeling verzorgt onder meer de vormgeving van installaties voor verwarming, koeling, luchtbehandelingssystemen, regeltechniek, warmwaterbereiding, sanitair etc. Planning, ontwerp en productie beheerst men in alle facetten. Bekwame technici werken met geavanceerde teken- en rekenprogramma’s. Al dan niet in overleg met een architect, aannemer en/of opdrachtgever worden planning, ontwerp en uitvoering optimaal op elkaar afgestemd. Op basis hiervan wordt een sluitende begroting en planning verstrekt.

Op 1 december 2004 heeft de directie uit handen van J. Franssen, Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland, het predikaat ”Hofleverancier” mogen ontvangen. Iets wat een geweldige stimulans is voor de directie en een enorme blijk van waardering naar de zeven generaties die hiervoor verantwoordelijk waren voor de bedrijfsvoering.

Grimbergen-Noordermeer BV De Roysloot 11 2231 NZ Rijnsburg Postbus 3227 2220 CE Katwijk telefoon: (071) 4029200 fax: (071) 4026461 e-mail: info@grimbergennoordermeer.nl internet: www.grimbergennoordermeer.nl

200 jaar Hofleveranciers H fl i onder d O Oranje 173

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

beheersing in de ruimste zin van het woord en deze grens-

Service en kwaliteit zijn de sleutelwoorden van het bedrijf. Driehonderdvijfenzestig dagen van 24 uur staat men klaar voor de relaties en wordt de kwaliteit onder andere bewaakt door het ISO kwaliteitssysteem.” Het familiebedrijf is steeds van vader op zoon overgegaan. Inmiddels wordt de onderneming geleidt door de achtste generatie Grimbergen in de persoon van Thijs en Rob Grimbergen.


HofLev-boek 26-11-13 09:28 Pagina 174

C. Geytenbeek & Zns Letterlijk en figuurlijk “de kroon“ op ons werk In 1908 besloot Cornelis Geytenbeek voor zichzelf te beginnen en hij vestigde zijn loodgietersbedrijf in Zeist. In aanvang verdiende hij het grootste deel van zijn boterham bij particuliere klanten en enkele aannemers. Tot de klanten van het bedrijf behoorden destijds veel families van adellijke afkomst, waar het gebruikelijk was dat de rekening slechts één keer per jaar kon worden ingediend. Opdrachten werden in die tijd nog persoonlijk of per brief gegeven, want er waren maar weinig mensen die over een telefoon beschikten.

Het karakter van het bedrijf veranderde: naast particuliere klanten en aannemers-bedrijven werd veel werk verricht op projecten van het Ministerie van Defensie, waar in de tijd van de Koude Oorlog veel bouwkundige activiteit was.

De twintiger en dertiger jaren ( de crisisjaren ) waren ook voor het bedrijf moeizame tijden. Omdat er onvoldoende werk was werd er alternatieve omzet gezocht en ook gevonden o.a. in het maken van aluminium bodems van kookpannen en in het vervaardigen van zinken regenpijpen. Zelfs doodkisten werden met zink bekleed.

In de tweede helft van de jaren tachtig werd het bedrijf voortgezet door de derde generatie Geytenbeek, wederom twee broers Henk en Kees. Het accent van de werkzaamheden kwam steeds meer te liggen op grotere utiliteits- en renovatieprojecten, al werden traditionele kernactiviteiten als onderhoudswerken voor particulieren en woningbouwverenigingen niet verwaarloosd.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

In de oorlogsjaren was er eveneens nauwelijks activiteit, mede door het feit dat er in deze periode heel moeilijk aan materiaal te komen was. In de jaren na de oorlog plukte het bedrijf ook de vruchten van de “wederopbouw “. Er werden volop nieuwe woningen gebouwd. De maatschappij ontwikkelde zich op velerlei fronten. Techniek, materiaalsoorten, scholing, communicatiemiddelen,trans- portmiddelen. Handkarren en bakfietsen ruimden het veld voor auto`s ,vooral in de zestiger jaren. Met toen de 2e generatie Geytenbeek aan het roer, twee broers.

De jaren zestig, zeventig en tachtig kunnen turbulent genoemd worden: grote veranderingen in de arbeidsverhoudingen, snelle expansie, nieuwe technieken, opkomst van het computer-tijdperk.

Het bedrijf specialiseerde zich nadrukkelijk op het gebied van legionellapreventie en restauraties van monumentale panden. Renovatie-projecten waren o.m. het Van Gogh-museum, het Teyler Museum, het Trippenhuis, de Koepel in Haarlem. De meest eervolle opdracht was echter de renovatie van Kasteel Drakensteyn in Lage Vuursche in 2007 voor ( toen nog ) Koningin Beatrix. Directie en medewerkers zijn nog steeds trots op de benoeming tot Hofleverancier in 2008. “Als loodgietersbedrijf zijn wij onderdeel van de bouwsector; een sector, die niet zo’n goed imago heeft waar het gaat over betrouwbaarheid, het zeggen wat je doet en vervolgens doen wat je zegt. Wij besteden veel tijd en aandacht om ons in die zin ook te onderscheiden.In onze optiek minstens zo belangrijk als de kwaliteit van het geleverde werk. Fatsoen en betrouwbaarheid, daar hechten onze opdrachtgevers - net als wij - veel waarde aan. Die filosofie geldt als basis voor de toekomst.”

De trotse broers Henk en Kees Geytenbeek naast het net daarvoor uitgereikte schild "Hofleverancier"

174 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Krullelaan 1 3701 TB Zeist Tel. 030 - 69 15 107 info@geytenbeek-zeist.nl www.geytenbeek-zeist.nl


HofLev-boek 26-11-13 09:29 Pagina 175

Jos Jan Greve, vierde generatie van de familie Greve

Openingstijden: Maandag t/m donderdag van 9.00 tot 17.00uur Vrijdag van 9.00 tot 16.00uur Zaterdag van 9.30 tot 13.00uur


HofLev-boek 26-11-13 09:29 Pagina 176

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Caspar de Haan

In 1749 startte Jaspar de Haan in de Eindhovense Kerkstraat met de Glaasenmakerij en Ververije Jaspar de Haan. Vanaf dat moment zijn De Hanen niet meer weg te denken uit Eindhoven. Van generatie op generatie was er een opvolger die het bedrijf voortzette, uitbreidde en klaar maakte voor de toekomst. Voor de volgende generatie. Inmiddels is Caspar de Haan het oudste nog bestaande Eindhovense familiebedrijf met de negende generatie aan het roer. Steeds opgevolgd door een Caspar. Het bedrijf heeft nog altijd de kenmerken van een familiebedrijf maar mag zich qua beleid en organisatie meten aan ieder respecterend modern bedrijf met hoge, eigentijdse ambities. De geschiedenis van het bedrijf gaat niet altijd over rozen, maar de overlevingsmentaliteit van de verschillende generaties De Haan overwint hoge zeeën. Iedere kapitein had zo zijn bijzondere talenten waardoor het bedrijf door de eeuwen heen kon bloeien en innoveren. Want meegaand met de tijd stond iedere generatie open voor vooruitgang en was het een vanzelfsprekendheid continuïteit te garanderen. Een onuitgesproken code die nog steeds geldt en ongetwijfeld het geheim is van een bedrijf dat staat voor een recht door zee mentaliteit. Want wat je ziet, is wat je krijgt. Kijken we terug in de tijd dan waren De Hanen harde werkers die hun tijd met een vooruitziende blik vaak ver vooruit waren. Zo was het bedrijf de eerste benzineleverancier in Eindhoven, kreeg het als een van de eerste Eindhovense bedrijven de Milieuprijs en werd het in 1988 uitgeroepen tot Hofleverancier. Maar ook had de familie talentvolle decorateurs en tekenaars in huis; vakmensen die oude verftechnieken en processen beheersten. Vergeelde rekeningen uit het gemeentearchief vertellen over het

176 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Vier generaties Caspar de Haan: 'Casje nummer tien' tussen papa Cas junior en opa Cas senior. Overgrootvader kijkt vanaf het schilderij goedkeurend toe.

onderhoud dat Caspar de Haan verrichtte aan de brug over de Dommel aan de Eindhovense Wal. Voor slechts enkele guldens. We hebben het dan over begin 19e eeuw. Het bedrijf genoot in de verre omtrek van Eindhoven aanzien en stond bekend om haar kwaliteit en vakmensen. Dat beeld is nooit veranderd. In 2013 met de negende Caspar de Haan aan de leiding staat het bedrijf, met ruim 185 mensen in dienst, als een huis. Uitgegroeid van een traditioneel schildersbedrijf tot een multidisciplinair vastgoedonderhoudsbedrijf is Caspar de Haan meegegroeid met de ontwikkelingen in de markt. Een markt die vraagt naar kwaliteit en meer. Het verfraaien van vastgoed zit ons in de genen. Dat gaat overiMeerenakkerweg 20 gens verder dan alleen schildePostbus 1 ren. In onze aanpak nemen wij 5600 AA Eindhoven het totale onderhoud van vastgoed voor onze rekening. Van Tel: 040 250 1999 buitenschil tot interieur. Van deFax: 040 250 1950 tail tot hoofdzaak. info@caspardehaan.nl


HofLev-boek 26-11-13 09:29 Pagina 177

De Hillegomse Houtgroep Hart voor hout! B.V. Hillegomsche Houthandel is op 29 december 1910 opgericht door Pieter de Vreugd. Het bedrijf is vanaf de oprichting tot op heden een 100% familiebedrijf. De B.V. Hillegomsche Houthandel is een bedrijf met een lange historie. Sinds 1911 staan kwaliteit, snelle levering en betrouwbaarheid hoog in het vaandel. Het bedrijf is in de loop der jaren uitgegroeid tot een toonaangevende organisatie met meerdere vestigingen en activiteiten. Daarom werd de handelsnaam Hillegomse Houtgroep ingevoerd. De Hillegomse Houtgroep bestaat uit: • Hillegomsche Houthandel; • Eerste Wassenaarse Houthandel; • Zierikzeesche Houthandel; • Houtconstructie Hillegom; • BPG De Hillegomse.

service niveau, het brede assortiment, kwaliteit en duurzaamheid. Alle houthandels zijn FSC gecertificeerd. In de moderne zagerij en schaverij kunnen wij hout en plaatmaterialen zagen, schaven, profileren en op lengte korten, geheel naar de wensen van onze klanten. Ook verduurzamen, gronden en aflakken behoren tot de mogelijkheden.

Hart voor Prefab Houtconstructies Houtconstructie Hillegom ontwerpt, produceert, levert en monteert geprefabriceerde houtconstructies zoals gevel- en dakelemeneten, dakopbouwen en bergingen aan met name middelgrote en grote aannemersbedrijven. Met prefab-specialisten in eigen huis zijn wij in staat een uitgebreid pakket van geprefabriceerde bouwonderdelen in zowel grote als kleine series te leveren. Deze flexibiliteit is onze kracht. Houtconstructie Hillegom is eveneens FSC gecertificeerd.

Hart voor hout De houthandels leveren een breed en compleet assortiment hout en plaatmaterialen aan professionele gebruikers zoals aannemers, timmerfabrieken en houtverwerkende industrie. De houthandels onderscheiden zich met name dankzij het deskundige advies, het hoge

Hart voor ruwe bouwmaterialen

Trots op Hofleverancierschap

Maandag 28 februari 2011 reikte Commissaris van de Koningin in de Provincie ZuidHolland de heer Jan Fransen (rechts) het predicaat Hofleverancier uit aan twee generaties De Vreugd.

In 2011 is de B.V. Hillegomsche Houthandel officieel benoemd tot Hofleverancier. Directeur Pieter de Vreugd zegt hierover: ’Ik zie de toekenning van het predicaat Hofleverancier als een kroon op het werk van mijn voorgangers. De vier generaties waren en zijn zich er altijd van bewust geweest dat het bedrijf ook een sociale functie heeft. Betrouwbaarheid, eerlijkheid en respect zijn kernwaarVoltstraat 13 den die van generatie op Postbus 59 generatie zijn overgenomen. Wij 2180 AB Hillegom dragen het predicaat en de tel.: (0252) 537 000 info@hillegomsehoutgroep.nl betrouwbaarheid die het uitstraalt dan ook vol trots uit.’ www.hillegomsehoutgroep.nl

200 jaar Hofleveranciers onder oranje 177

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

BPG De Hillegomse is de specialist in ruwe bouwmaterialen. Het complete assortiment ruwe bouwmaterialen is uit voorraad leverbaar. Daarnaast beschikt de vestiging over een professionele shop; het gemak van alles onder 1 dak waar de professionele verwerker kan vertrouwen op kwaliteit en advies.


HofLev-boek 26-11-13 09:29 Pagina 178

Hesselink Koffie, je proeft de passie voor koffie!

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Hesselink Koffie heeft een ruime traditie in excellente koffie. Aan de Rondweg in Winterswijk pronkt hun moderne bedrijfsgebouw. Niets wijst erop dat het bedrijf al ruim 125 jaar wordt gerund door de familie Hesselink, maar bij binnenkomst valt het oog direct op het Koninklijk wapen. Met trots wordt het predicaat getoond dat de jarenlange goede reputatie en kwaliteit onderschrijft. Het familiebedrijf zag in 1885 haar levenslicht. Overgrootvader Jan Willem Hesselink begon destijds een kruidenierszaak in Winterswijk. “In een prachtig winkeltje werden koloniale waren verkocht zoals koffie, thee, tabak, suiker en specerijen”, vertelt huidig directeur Gerrit Hesselink. “De in eigen huis gebrande koffiebonen gingen over de toonbank voor zo’n vijftig cent per 500 gram.” Een tijd waarin de boodschappen thuis in een winkelboekje werden opgeschreven en men maandelijks de rekening voor de verkregen goederen betaalde. En waar de klant in het dorp en de buurtschappen met paard en wagen werd bezocht.

De tweede generatie in touw Overgrootvader Hesselink kreeg vier kinderen. Zonen Jan Willem en Albertus Gerrit waren als tieners al actief betrokken bij het reilen en zeilen van de zaak. In 1922 werden ze vennoten en kreeg het bedrijf de naam ‘J.W. Hesselink en Zonen’. Economisch gezien konden de twee gezinnen niet leven van het winkeltje. De broers specialiseerden zich daarom steeds meer in de koffiebranderij. “Er werd een extra stoomkoffiebrander aangeschaft en de hoeveelheid gebrande koffie ging omhoog. Allemaal handmatig werk van het branden tot het sorteren, malen en inpakken.” Bestellingen kwamen binnen op prachtige handgeschreven postkaartjes. En met de trein en op de motorfiets bezocht de familie Hesselink de klanten in de regio. Het afzetgebied breidde zich voorspoedig uit, wat de gebroeders deed besluiten de kruidenierszaak in 1923 op te heffen. De kruidenierszaak van de familie Hesselink (rond 1885)

178 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 26-11-13 09:29 Pagina 179

Koffie kreeg gestalte De Tweede Wereldoorlog veranderde veel. De transportmogelijkheden namen af en ook was koffie ‘op de bon’. Gelukkig doorstond het bedrijf de zware tijden goed. Maar wat de familie op dat moment niet wist, was dat er nog meer ellende in het verschiet lag. In 1952 overleden in een jaar tijd beide broers. Jan Hesselink, zoon van Albertus Gerrit, was net teruggekeerd als militair uit Indonesië. “Mijn vader kon gelukkig de zaak overnemen, maar als 26-jarige en net terug uit een oorlogsgebied werd hij natuurlijk wel voor het blok gezet. Ondanks dat hij niet alle kneepjes van het vak kende, zorgde hij ervoor dat het proeven en mêleren van koffie weer gestalte kreeg. Mijn moeder werd later ook bij het bedrijf betrokken. Zij hielp mee met het afwegen en verpakken van koffie, maar regelde ook de administratieve werkzaamheden”, zegt Gerrit.

Onderscheidend in de markt De geschiedenis leek zich te herhalen, want ook Gerrit’s vader is niet oud geworden. “Ik was 21 toen mijn vader overleed. Na mijn diensttijd werkte ik al wel mee in de zaak, maar op zo’n leeftijd heb je natuurlijk nog niet echt een verantwoordelijkheidsgevoel.” Gerrit werd dus net als zijn vader voor de leeuwen gegooid. De vierde generatie koffiebrander kreeg gelukkig heel veel steun van zijn moeder en samen vonden ze spoedig hun draai. Door de opkomst van supermarkten verdween de kruidenierszaak langzaam uit het straatbeeld. Gerrit gooide tijdig het roer om en ging grootverbruikers zoals horeca en bedrijven beleveren. Ruwe koffiebonen werden gebrand en eigen samengestelde melanges gaven het bedrijf exclusiviteit. In grote koffieblikken ontvingen de klanten direct de vers gemalen koffie. Een gouden greep in de bedrijfsvoering.

Verhuizing naar nieuw pand In 1985 werd de stap gezet om de koffiebranderij eigentijdser te maken op een nieuwe locatie. Het bedrijf bleef trouw aan Winterswijk en zette de bedrijvigheid voort aan de Ambachtsstraat. Gerrit gaf het familiebedrijf gelijkertijd een herkenbare huisstijl. “Voor de koffiebeleving is het belangrijk dat je je als bedrijf onderscheidt. Ik vond een mooi bordje op zolder en het beeld van ‘Truus met een dienblad met koffiekopjes’ sprak direct aan. Het beeld ging dienst doen op onder meer verpakkingen en reclame.” Tien jaar later was Hesselink Koffie ook op deze locatie uit het jasje gegroeid en werd een nieuwe efficiënte bedrijfsruimte aan het huidige adres, Rondweg-Zuid, gebouwd.

Gerrit Hesselink, de vierde generatie koffiebranders

125-jarig jubileum Met het 125-jarig jubileum in zicht werd ook dit pand te klein. Niet alleen werd grootscheeps verbouwd, ook de koffiebranderij werd volledig gemoderniseerd en geautomatiseerd. Een van de eyecatchers is absoluut het trendy en professionele coffee coaching center. Gerrit: “In dit proeflokaal kunnen klanten en relaties de ambachtelijke koffie ruiken, proeven, maar vooral ook beleven. Een gastvrije ruimte die uitnodigt om kennis te maken met de verschillende koffiemachines en koffie in al haar facetten.” Daarnaast heeft Hesselink Koffie een speciaal nieuw concept uitgerold ter ere van het jubileum. “Een speciale jubileumverpakking voor de koffie sprak ons niet zo aan, dus zijn we op zoek gegaan naar een speciale koffiesamenstelling ‘Fingerprinted’. Een duurzame koffielijn die bestaat uit 100% gecertificeerde Rainforest koffie.”

Koffie een ‘hot’ imago geven Niet alleen de kwaliteit van koffie is heel belangrijk, ook een modern totaalconcept met koffieapparaten, servies en producten als melk en suiker. “In deze tijd is het belangrijk dat koffie een ‘hot’ image heeft. Hoewel ik er eerst wel aan moest wennen dat we afscheid moesten nemen van het logo met ‘Truus’, past de nieuwe huisstijl perfect bij ons moderne familiebedrijf. De huisstijl hebben we overal doorgevoerd, zelfs op de voorgevel. De moderne uitstraling is dan ook niet onopgemerkt gebleven en met trots ontvangen wij de klant”, vertelt de directeur.

De wereld verandert en Hesselink Koffie verandert duidelijk mee. “We hebben gemerkt dat de liefhebber van een volle milde smaak van ambachtelijke gebrande koffie ook graag thuis deze koffie drinkt. We hebben daarom een webwinkel Hespresso opgezet voor de home gebruiker. Er wordt rechtstreeks geleverd uit de branderij.” Enthousiast en doortastend ondernemen is duidelijk aan Gerrit besteed. Wat de vijfde generatie gaat doen is nog niet bekend, maar zoon Roel is, net als zijn voorvaderen, duidelijk gepassioneerd geraakt door Hesselink Koffie koffie. En hoe kan het ook anRondweg Zuid 95 ders: een prachtige koffiebran7102 JD Winterswijk derij met een trotse handtel: +31 (0)543 512 416 tekening van de hele familie fax +31 (0)543 522 861 Hesselink! info@hesselinkkoffie.eu

De eigentijdse koffiebranderij nodigt uit voor een bezoek

www.hesselinkkoffie.eu

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 179

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Gericht op de toekomst


HofLev-boek 26-11-13 09:29 Pagina 180

Helmstadt b.v. Ruim 100 jaar een begrip In juni 1894 richtte de heer J. Helmstadt Sr. in Amsterdam een bedrijf op dat zich bezighield met verhuur en onderhoud van transport- en trapbakfietsen. De zoon van de oprichter, de heer S.L. Helmstadt, bouwde dit bedrijf vanaf mei 1932 tot de Tweede Wereld oorlog uit tot een van de bekendste verhuurders van kleine transportmiddelen in Amsterdam, maar ondervond vanwege zijn Joodse afkomst in de oorlog begrijpelijkerwijs zeer moeilijke tijden. Na de oorlog werd de draad meteen weer opgepakt, waarbij in latere jaren de verhuur en het onderhoud van rijwielen en bromfietsen tot het dienstverleningspakket gingen behoren.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

In de jaren daarna volgde uitbreiding door onder andere leveranties aan verscheidene diensten van diverse gemeenten en multinationals, in de vorm van levering, verhuur en onderhoud van rijwielen, bromfietsen, scooters, brommobielen en lichte bestelwagens.

Toonaangevend op het gebied van elektrische transportmiddelen In 1961 werd naast de trap- en hulpmotorcarriers het eerste elektrische aangedreven voertuig aan het assortiment toegevoegd. Vandaag de dag groeit het scala van elektrisch aangedreven voertuigen nog steeds en wordt er veel technologische vooruitgang geboekt. Onder leiding van de huidige directeuren, de heren L.J. Mica en M.L.L. Mica, heeft Helmstadt BV het voortouw genomen op het gebied van elektrisch aangedreven transportmiddelen. Op 29 augustus 1994 mocht de heer L.J. Mica samen met zijn medewerkers, na ruim 100 jaar van bedrijfsvoering, het predicaat “Hofleverancier bij Koninklijke Beschikking” in ontvangst nemen. Een onderscheiding die met recht een kroon op het werk heeft gezet. Eind 2013 zal Helmstadt na 119 jaar het hart van Amsterdam verlaten om haar intrek te nemen in een nieuw onderkomen aan de Keienbergweg 54 in Amsterdam Zuid Oost. Helmstadt BV is uitgegroeid tot een specialist in alles wat wielen heeft. Het richt zich op de markt voor zogenaamd “klein transport” waarbij de nadruk ligt op de elektrische aandrijving. Door de technische productontwikkelingen op het gebied van duurzame mobiliteit heeft Helmstadt een enorme groei beleefd en is het klantenbestand uitgebreid. Dit allemaal onder het motto: "onze service is uniek, waarbij maatwerk geen uitzondering is." Dat maakt het werk voor de inmiddels 15 persoKeienbergweg 54 neelsleden aantrekkelijk en uit1101 GC Amsterdam dagend. Binnen het bedrijf heerst Tel: 020 6737470 een goede sfeer en is er een goede Fax: 020 6730428 samenwerking tussen de monEmail: info@helmstadt.nl teurs en het management team. www.helmstadt.nl

180 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 26-11-13 09:29 Pagina 181

Industriepark 8 5374 CM Schaijk, Nederland tel. 0486-461855 fax 0486-463433 e-mail info@vd-heijden.nl internet: www.vd-heijden.nl

Van der Heijden bouw en ontwikkeling Het nieuwe bouwen De wereld verandert. Processen moeten sneller en marges staan onder druk. De vraag van de klant wordt steeds complexer. Een strak georganiseerd proces is nodig om faalkosten te voorkomen en kosteneffectief te bouwen. ‘Lean’ bouwen vereist ketenregie. Het virtueel bouwen (BIM) maakt het bouwproces transparant en inzichtelijk. De vraag van de klant staat voorop, Van der Heijden bouw en ontwikkeling geeft het antwoord. De toekomst van de volgende generatie is belangrijk. Van der Heijden vertaalt duurzaam denken in duurzaam doen en draagt graag bij aan het ver-

duurzamen van de wereld. Daarbij toont zij ook haar maatschappelijke betrokkenheid door te investeren in projecten die bijdragen aan het verbeteren van de samenleving en de leefbaarheid. Het succes van ons bedrijf wordt gemaakt door mensen. Onze medewerk(st)ers zijn dan ook bepalend voor het opleveren van een goed eindproduct. Meer bieden dan wat is gevraagd, is onze ambitie. Een topproduct dat klaar is voor de toekomst, dat bijdraagt aan het woon- of werkplezier van de eindgebruiker.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 181


HofLev-boek 26-11-13 09:29 Pagina 182

Kerkstraat 7 7722 LR Hoonhorst Telefoon [0529] 40 12 81 info@kappers-horeca.nl www.kappers-horeca.nl

Kappers Café Restaurant Zalen Meer dan anderhalve eeuw geleden ontstonden uit het pionierswerk van Albert Fakkert twee bedrijven: allereerst in 1860 het horecabedrijf Kappers en twee jaar later de molen. Beide bedrijven zijn ter gelegenheid van hun ieder 150-jarig bestaan vereerd met de titel: Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier. Begonnen werd met een tapperij en een kruidenierswinkel met zoals gebruikelijk in die tijd een zelfvoorzienend veeteeltbedrijf. De kruidenierswinkel is in de jaren tachtig van de vorige eeuw getransformeerd in een slijterij en tegenwoordig worden er weer met een knipoog naar vroeger tijden Vechtdalproducten verkocht .

Verder is het bedrijf heden ten dage uitgegroeid tot een volwaardig horecabedrijf met naast diverse cateringactiviteiten een knus café, een restaurant met letterlijk een huiskamersfeer en een gezellige feestzaal waarbij de huidige eigenaren Jean en Karin Huitink, daar waar mogelijk, ook in het kader van de duurzaamheid gebruik maken van streekeigen producten. Al jarenlang is “Kappers” een begrip in de wijde omgeving en zij vervullen sinds mensenheugenis een sociale-, maatschappelijke en culturele functie in het pittoreske kerkdorpje Hoonhorst in de gemeente Dalfsen. Graag tot ziens!

Westbaan 210 2841 MC Moordrecht Tel.: +31 (0) 182-624200 E-mail: info@dkb.nl

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

www.dkb.nl

De Klerk Binnenbouw Wat ooit in 1873 begon als meubelwerkplaats van meubelwarenhuis H.H. de Klerk in Rotterdam, is in de afgelopen 40 jaar uitgegroeid tot wat misschien wel de meest toonaangevende jachtinterieurbouwer ter wereld kan worden genoemd. In een modern geoutilleerde bedrijfsruimte combineert De Klerk Binnenbouw ambachtelijke technieken met ultra moderne ontwerp en productie methodes om interieurdromen waar te maken van degene die het kunnen waarderen en betalen. Nederland is toonaangevend in de luxe jachtbouw. Internationaal vermaarde architecten ontwerpen voor aansprekende klanten – die vaak anoniem willen blijven – het interieur van hun jacht.

182 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

De Klerk Binnenbouw zorgt er voor dat die ontwerpen aansluiten bij de high-tech van het jacht, bij de strenge veiligheidseisen die gelden en het langdurige gebruiksplezier van de eigenaar en zijn gasten. Het ongekend hoge niveau van de afwerking draagt er aan bij dat iedereen zal herkennen dat het om iets bijzonders gaat. Maar niet alleen aan ontwerp en afwerking worden de hoogste eisen gesteld. De complexiteit van een interieur en het gegeven dat het een onderdeel is van een groter geheel, stelt strenge eisen aan de onderliggende logistiek. Fabriek en proces zijn ingericht met de lean-principes in het achterhoofd. Dat stelt ons in staat om niet alleen een top product te maken, maar ook op tijd in te bouwen in wat iedere keer weer een uniek project is: een droom waar maken.


HofLev-boek 26-11-13 09:29 Pagina 183


HofLev-boek 26-11-13 09:29 Pagina 184

Eigenaar H. Luijer Sinnigvelderstraat 411 1382 GB Weesp Tel.: 0294-416 238 06-54 615 638

Kauffmann Frankenhuysen - Corona Bloemisten anno 1875 Na 3 generaties Kauffmann, sinds 1875, nam Henk Luijer, samen met zijn vrouw Yvonne Luijer-Oedekerk, op 1 juli 1988 de bloemenzaak over van Piet Kauffmann. Na de zaak 7 jaar op vergelijkbare wijze voortgezet te hebben aan de Ceintuurbaan te Amsterdam, besloot Luijer het roer om te gooien en zich te specialiseren in rouwarrangementen. Uiteraard met als uitzondering hierop de kransen die namens onze regering en onze strijdkrachten, tijdens de jaarlijkse dodenherdenking bij Het Paleis op De Dam te Amsterdam, worden gelegd. Luijer deed de zaak aan de Ceintuurbaan in 1995 van de hand en betrok een atelier in Sloten (Amsterdam), bij een collega bloemist. Door deze ver-

Passage 25-27 2511 AB Den Haag

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

070-346.23.39

G. Keiser & Zn postzegelhandel Drie eeuwen onder de loep In de tweede helft van de 19e eeuw opende de eerste postzegelwinkels zijn deuren. In Nederland heeft een van de nieuwkomers uit deze periode zich tot op de dag van vandaag als enige weten te handhaven. Postzegelhandel G.Keiser & Zoon bv. is nog steeds gevestigd in de Haagse Passage. Hier startte Gustav Keiser op 15 juni 1897 Postzegelmagazijn Nederland. In de loop der jaren groeide de naam en faam van het bedrijf wereldwijd. Gustav Keiser genoot ook onder collegae het nodige aanzien. Bij de op-

184 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

andering van strategie kwam Luijer in de gelegenheid om zelf zijn bloemen bij de groothandel in te kopen, in plaats van via de tussenhandel. Daarnaast was hij ook niet langer afhankelijk van een bezorgdienst om zijn bloemstukken bij de klanten bezorgd te krijgen, want hij reed nu immers langs zijn klanten onderweg naar huis. Al met al een enorme efficiencyslag dus, die Luijer geen windeieren heeft gelegd. Vandaag de dag rijdt hij nog steeds fluitend iedere dag naar zijn werk. Ondanks dat hij inmiddels de pensioengerechtigde leeftijd bereikt heeft, is hij vast besloten om door te gaan met het maken van rouwarrangementen en de kransen voor de jaarlijkse dodenherdenking.

richting van de vakorganisatie N.V.P.H. in 1928 werd hij als voorzitter gekozen. Ook de nu huidige N.V.P.H.-catalogus van de Nederlandse en Overzeese postzegels kwam mede tot stand door bijdrage van de toenmalige eigen Keiser catalogus. Gustav Keiser werd opgevolgd door zijn zoon Seger Keiser tot diens overlijden op 13 mei 1972, waarop de 'Keiser stichting' de aandelen overnam. De Heer Willem Kok, die in 1920 als 14-jarige bij de firma is komen werken, was inmiddels directeur van het bedrijf. Hoewel de zaak wel de naam Keiser bleef dragen, werd de firma meer en meer een familie aangelegenheid van de familie Kok. Hans Kok volgde zijn vader op in december 1973. In 1985 werd door hem het volledig aandeelhouderschap overgenomen van de Keiser stichting. In juni 1997 werd de Postzegelhandel bij Koninklijk Besluit Hofleverancier en dit werd samen met het 100-jarig bestaan uitbundig gevierd. Na jarenlange inzet in de winkel en voor de Nederlandse filatelie (op vele manieren) pensioneerde Hans Kok in 1998. Zijn functie werd op 1 mei 1998 overgenomen door André Hilgersom, die al sinds 1 mei 1980 op 17-jarige leeftijd werkzaam was bij de postzegelwinkel. Hij was intern door Hans Kok goed opgeleid voor deze bijzondere baan als ondernemer in de wereld van de filatelie en nu in 2013 nog steeds leiding geeft aan het bedrijf. Het winkelcentrum onderging in 2002 een grootschalige renovatie om weer in de oude glorie te herrijzen en in 2004 werd de postzegelwinkel, volgens de huidige wensen, gemoderniseerd. Anno 2013 is postzegelhandel G.Keiser & Zoon bv. de winkel voor de verzamelaar, een winkel waar men terecht trots op is.


sinds 1909

HofLev-boek 26-11-13 09:34 Pagina 185

SCHARRELSLAGERIJ SCHARREL S LAGERIJ KEULERS P.. KEULER K S

Sjang Keule e rs was huisslachter bij boeren in dee omgeving ng van a Munsstergeleen, tot dat hiijj in 1909 19 besloot om zich in te schrijven e bij de Kaamer vvan an Koophande o l. Het jaarr vo ooraafgaand aan het inschrijven e van a de slagerij was het geboorte jaar van a Math Keulers. s Die werrd aangewezen als opvo olger van a opa Keulerrs. In 1949 heeft Math Keulerrs het bedrijf oveerrgenomen. In 1955 maakktte Math Keulerss van a de slag' $ - ) ' ' + ) 'ech ! te slagerij. Er werd een winkkelruim elruimte ingericht met een echte toonbank, koelcel en een ruimte waar a het vlees op ambachtelijkke wijze klaar gemaakkt ko on worrd den. Mevrr. Keulerss stond nd vvana anaf dat moment met een nichtje in de winkkeel terw wijl Math Keuler e rs ach ac ter in de werkplaats het vlees bereidde.

| Houbeneindstraat 1 | 6151 CP Munstergeleen | 046-451 30 54 |

Ruim 100 jaar kwaliteit

Nieuweweg 236 6603 BV Wijchen

T (024) 641 38 22 F (024) 645 40 07

E info@drukkerijdekleijn.nl I www.drukkerijdekleijn.nl 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 185

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Drukkerij de Kleijn Wijchen


HofLev-boek 26-11-13 09:34 Pagina 186

Kerkstraat 39 8011 RV Zwolle (038) 421 66 65 info@patisserielindeboom.nl www.patisserielindeboom.nl

Patisserie Chocolaterie Lindeboom staat voor kwaliteit en service Met onze specialiteiten als het Zwollenaartje, Nederlands lekkerste appelkanjer en de herenkoek staan wij bekend in Zwolle en omstreken. Maar ook ons grote assortiment aan dagvers gebak, taartjes, koekjes en zoutjes doet onze klanten genieten van elk moment! In onze patisserie wordt alles zelf gemaakt, vaak aan de hand van decennia oude recepten. Met het uiterlijk van deze tijd, want innoveren hoort er ook bij. Wij blijven onze klanten verrassen. Sinds 1949 zijn wij middels koninklijke beschikking hofleverancier en deze titel dragen wij met trots. Het brengt ons als bedrijf dat extra, wetend waar we voor staan en waar we in de toekomst voor gaan. Dat dit wordt erkend met de koninklijke beschikking is een grote pluim voor het hele team van Patisserie Chocolaterie Lindeboom.

Exclusieve dames- en herenmode

Köster Alkmaar B.V., Ritsevoort 52-56, 1811 DP, Alkmaar Tel.: 072-5112916, Fax: 072-5128254

Kreekdijk 9 4758 TL Standdaarbuiten Tel.: + 31 (0)165 - 312489 info@luijtgaarden.nl

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

www.luijtgaarden.nl

Luijtgaarden Passie voor daken De geschiedenis van het agrarische bedrijf Luijtgaarden begint al in de 19e eeuw. Maar in 1913 werden, op de locatie waar het bedrijf nu nog steeds gevestigd is, de eerste handelsactiviteiten ontplooid. Het vieren van het 100 jarig bestaan in de zomer van 2013 markeert een zeer dynamische en ook bewogen periode. Een hoogtepunt bij de festiviteiten is de uitreiking van het predicaat Hofleverancier. Voor ons een beloning voor meer dan 100 jaar succesvol ondernemerschap. Wij zijn hier zeer trots op. Hebben wij hiervoor een geheime formule? Nee, de rode draad in het bestaan van Luijtgaarden is dat wij steeds in staat zijn om ons snel en succesvol aan te passen aan veranderende marktomstandigheden. Zo hebben wij in de loop van de jaren de volgende activiteiten ontplooid: het verbouwen van vlas, het uitoefenen van akkerbouw en veeteelt, de handel in kolen en olie, de handel in erfverhardingsmaterialen, champignonmest,

186 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

pallets en foerage. Ook heeft Luijtgaarden een groentewasserij gehad en steeds gehandeld in gebruikte bouwmaterialen en is nu al weer vele jaren gespecialiseerd in dakbedekkingsmaterialen voor het hellende dak. Daarnaast is ons bedrijf zeer innovatief. Zo ontwikkelen wij op dit moment een dakpannen reinigingsmachine (mobiel en vast) voor hergebruik van dakpannen. Ook is in ontwikkeling een 3d-dakpanscanner. Hiermee kan het proces van logistieke in- en uitslag nagenoeg volledig geautomatiseerd worden. Dit, samen met onze 100 jaar aan ervaring, de hoge servicegraad en het zeer grote netwerk van leveranciers en afnemers in binnen- en buitenland, heeft ervoor gezorgd dat het bedrijf is uitgegroeid tot wat het nu is. Luijtgaarden, passie voor daken.


HofLev-boek 26-11-13 09:34 Pagina 187

Foto: Renier Linders

FOTO KINO LINDERS, sinds 1911 Elke klant is koning niet meer de enige die belangrijke en mooie momenten vastlegt op de gevoelige plaat. Iedereen knipt. Met de huidige digitale camera’s maak je technisch gezien geen slechte foto meer, maar het gaat op de inhoud. Dat blijft een vak. Foto Kino Linders staat voor u klaar om er samen met u voor te zorgen dat u een toestel kiest dat bij u en uw wensen past. Ze staan voor kwaliteit, en gedegen en persoonlijk advies. Ze zijn de best gesorteerde fotozaak van de regio, met een grote collectie camera’s. Dit geeft de koper – in tegen stelling tot de vele online aanbieders – de kans om te voelen, aanraken en ervaren hoe het product werkt al voor je het koopt. Zo kom je samen met de ervaren medewerkers tot een aankoop waar je achter staat! Niet alleen voor uw camera kunt u bij Foto Kino Linders terecht. Ook voor het ontwikkelen en bewerken van foto’s, het maken van fotoreportages en workshops in thema’s als ‘van kiekje tot foto’. Geen wens is te veel voor Foto Kino Linders. Service staat voorop. Ze zien het na meer dan honderd jaar een steeds grotere uitdaging worden om u van dienst te zijn. En als dit lukt… dan is dit een kroon op hun werk!

Klaasstraat 32 5911 JR Venlo Tel: 077-3513137 Fax: 077-3547321 info@fotokinolinders.nl Foto: Oscar Linders

www.fotokinolinders.nl

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 187

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Op 11 mei 1911 begon Frans Linders jr in een deel van het ouderlijk huis een fotografisch atelier. Nadat Frans jr in het huwelijksbootje stapte betrok hij in november 1922 de locatie aan de Klaasstraat, waar het bedrijf nu nog steeds gevestigd is. Hij was één van de eersten die met vergrotingen ging werken. Na 38 jaar (1949) droeg Frans de zaak over aan zijn zoon Jacques, die in 1955 de naam ‘Foto Kino Linders’ invoerde. Frans en Jacques Linders waren van mening dat de samenleving wordt gemaakt door verenigingen en daar wilden zij zich voor inzetten. Iets wat zijn zoon Renier Linders, die in 1989 de zaak overnam, nog steeds doet. Geheel volgens familietraditie is het sociale hart nog steeds groot en dat betekent dat verenigingen, de fanfare, een koor of Jocus (Nederlands oudste carnavalsvereniging) nog altijd kunnen rekenen op de ruimhartige, medewerking van Renier als fotograaf. Renier, die als derde generatie Linders, de zaak nu al bijna 25 jaar runt leidde de digitale revolutie binnen de zaak. Als één van de eerste fotografen stapte hij compleet over op digitale fotografie. Door de jaren heen is er veel veranderd. Foto Kino Linders is


HofLev-boek 26-11-13 09:34 Pagina 188

Lakeman Liften Op 18 januari 2012 ontving Lakeman Liften uit handen van Jos Wienen, burgemeester van Katwijk, het Koninklijk predicaat Hofleverancier. Als kroon op het inmiddels meer dan 100jarige bestaan, dat in 2011 werd gevierd. Bij de uitreiking van dit certificaat en het bijbehorende Koninklijk Wapen roemde Wienen het bedrijf vanwege de innovatieve manier van werken en voor de aandacht die Lakeman Liften heeft voor haar werknemers en voor een veilige werkomgeving. Ook de maatschappelijke betrokkenheid van Lakeman Liften werd als onderscheidend genoemd. Vanzelfsprekend is directeur Joop Lakeman junior blij met dit predicaat. “Dit is een beloning voor ons doorzettingsvermogen en onze denk- en handkracht. Wij zullen het Koninklijk Wapen met trots, zorg en waardigheid voeren.’’

Een bijzonder bedrijf Lakeman Liften is in meerdere opzichten een bijzonder bedrijf. Zo is het het enige onafhankelijke Nederlandse liftenbedrijf dat zelfstandig engineering en maatwerkproductie uitvoert, terwijl vooral de laatste jaren

veel andere, vergelijkbare, MKB-bedrijven in de liftensector zijn overgenomen door grotere bedrijven. Lakeman Liften onderscheidt zich ook omdat het altijd een familiebedrijf is geweest. Met inmiddels vier generaties ‘Lakemannen’ aan het roer. Het bedrijf staat daarnaast bekend om de grote kennis van normen en techniek, die van hoog tot laag aanwezig is. Joop junior: “Instanties of organisaties verwijzen bij vragen vaak naar ons door: ‘Bel Lakeman maar, die weet het wel’. En vaak is dat ook zo.’’

Het begin Inmiddels heeft Lakeman Liften 35 medewerkers. Maar het begon allemaal met één man: Johan Lakeman. Als leerling-smid leert hij het vak van grof-, hoef- en kachelsmid van smeden Magnus Koefaal en Klaas Schuitemaker, in zijn geboorteplaats Medemblik. Hij werkt daarna voor een aantal andere smeden en neemt als meester-knecht bij smederij van Jac. Van de Laan in Voorhout dit bedrijf op 1 januari 1911 over. Daarbij ‘beveelt hij zich beleefd aan voor alle werkzaamheden in het vakgebied’ aan zijn toekomstige klanten. Gaandeweg ontwikkelt de smederij zich tot een kleine reparatiewerkplaats van wagens en landwerktuigen. Na zijn (veel te vroege) overlijden runt zijn vrouw Margreet het bedrijf, totdat hun oudste zoon Jo in 1925 zover is om het stokje over te nemen.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Groei en productdifferentiatie

De directie van Lakeman Liften. Links Perry van Gerven en daarnaast Joop junior en Joop senior; de vierde en derde generatie Lakeman.

188 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Jo is een bevlogen uitvinder die veel producten bedenkt en produceert. Daarnaast is hij sociaal heel actief. Hij moet hebben beschikt over een enorme dosis energie. Niet alle ontwikkelde producten zijn echter even rendabel. Als het even wat minder gaat, maakt hij tussendoor een uitstapje naar de kermis, met zelfontwikkelde kermisattracties. In totaal worden hiervan drie types geproduceerd, met illustere namen als de ‘kleef aan de wand’, de ‘flying cars’ en de ‘tornado’. In de jaren ’50 breken echter betere tijden aan en groeit het bedrijf uit tot een fabriek voor machines voor de land- en tuinbouw. De bedrijfsnaam verandert van J. Lakeman in Machinefabriek Lakeman Voorhout (afgekort LAVO). Dat Jo internationale ambities heeft (en die ook waarmaakt), blijkt uit het motto ‘De wereld draait om Lakeman, Lakeman draait om de wereld’ en de grote belangstelling voor de door LAVO ontwikkelde landbouwmachines. In eigen land, maar ook in Europa en ver daarbuiten. Daarbij gaat het vooral om bollenrooien -sorteermachines. Zowel de productie van deze landbouwmachines als de verticale opslag van bollen leidt in deze jaren ook tot de ontwikkeling en productie van de eerste mechanisch aangedreven hefinstallaties door het bedrijf. Later komen hier goederen- en personenliften bij, die voldoen aan de steeds strengere eisen van de Arbeidsinspectie.


HofLev-boek 26-11-13 09:34 Pagina 189

Zowel de productie van machines voor de bollenindustrie als de verticale opslag van bollen leidde in de jaren '50 tot de eerste mechanisch aangedreven goederenliften voor verticaal transport van bollenmanden.

Specialisatie in liften Zijn oudste zoon Joop neemt in 1973 de directietaken van zijn vader over. Het bedrijf loopt nog steeds goed, maar hierin komt eind jaren ’70 een kentering. Er is dan sprake van een zware recessie, waarbij vooral de export van producten naar Engeland onder druk komt te staan. En dat geldt ook voor de prijs van de installaties. Joop besluit daarom tot een sanering van het bedrijf en om zich voortaan alleen te richten op liften. Die keuze is voor hem niet moeilijk. Hij zegt hierover: ”Liften zitten in een interessante branche, waar ruimte is om je te onderscheiden. Er wordt niet alleen op prijs verkocht, maar ook op advies, kwaliteit en geboden oplossingen. Daarnaast past de keuze voor dit product het beste bij mijn achtergrond en interesse.’’ Anders dan zijn vader, die uitging van het motto ‘hoe meer producten, hoe beter’, specialiseert Joop zich dus. Hij kiest ook voor een andere bedrijfsnaam: Liften- en Machinefabriek Lakeman B.V. (LML). Ook besluit hij tot een andere locatie van het bedrijf: Katwijk. De keuze voor liften pakt goed uit. “We zijn begonnen met tien tot twintig liften per jaar en maken er nu zestig tot zeventig per jaar.’’

Bij de productie van liften worden steeds meer hoogwaardige materialen toegepast en is meer aandacht voor esthetiek en details. Een voorbeeld hiervan is deze panoramalift van Lakeman Liften, met een glazen schacht.

pand, waar meer ruimte is voor verdere ontwikkeling en groei. In 2005 wordt een aparte bedrijfshal gebouwd, voor de opslag van diverse liftonderdelen. De specialisatie in producten wordt steeds verder doorgevoerd, waarbij Lakeman Liften vaak voorop loopt op zijn concurrenten. Zo ontwikkelt het bedrijf als eerste een liftinstallatie zonder put en dakopbouw. Ook wordt de service- en onderhoudsorganisatie verder uitgebouwd. In 2002 versterkt neef Perry van Gerven, die net als Joop een technische achtergrond heeft, de directie van het bedrijf. Joop senior werkt nog steeds graag mee en vindt het heerlijk om nieuwe producten te ontwikkelen en met speciale projecten en constructies bezig te zijn.

Ontwikkelingen in de laatste jaren Joop’s zoon, Joop junior, voert sinds 1992 de directie van het bedrijf, dat nog steeds in Katwijk gevestigd is. Al is het in een ander (groter) bedrijfs-

Joop junior ziet de toekomst vol vertrouwen tegemoet. “Lakeman Liften staat er goed voor, maar we zijn niet op zoek naar snelle omzetvergroting. We willen juist een stabiel bedrijf zijn en blijven, met een orderportefeuille die we goed aankunnen. Daarom consolideren we op de nieuwbouw. De onderhoudsportefeuille groeit wél. ’’ Daarnaast wil Lakeman Liften zich ook in de toekomst blijven onderscheiden door productontwikkeling en innovatie. Er ligt dus een goede basis voor een eventuele vijfde generatie Lakeman. Voor de toekomst is dit afhankelijk van de jeugd. Koen, de zoon van Joop junior, is immers nog jong. Maar Joop junior vindt het geen ‘must’ dat zijn zoon hem opvolgt: “Hoewel ik het natuurlijk wel leuk zou vinden als dit gebeurt, moet Koen het straks wel willen en kunnen. Ik ben zelf Lakeman Liften nooit gedwongen om het beLageweg 8 drijf in te stappen en zal dat bij 2222 AG Katwijk mijn zoon ook nooit doen. Het Tel. 071 4029328 is al heel bijzonder dat dit famiFax. 071 4032703 liebedrijf al meer dan honderd email: info@lakeman.nl jaar bestaat!” www.lakeman.nl

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 189

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Lakeman Liften is het enige onafhankelijke Nederlandse liftenbedrijf dat zelfstandig maatwerkproductie uitvoert. In de ruime productiehal worden halffabrikaten, frames, cabines en geleidingsconstructies voor liften gemaakt.

De toekomst


HofLev-boek 26-11-13 09:34 Pagina 190

O. de Leeuw Groep opgericht in 1810, onafgebroken hofleverancier sinds 1895 O. de Leeuw BV is één van de oudste ondernemingen in Zwolle en bovendien nog steeds een zelfstandig bedrijf. De onderneming begon in 1810 met een handel in ijzerwaren onder het uithangbord ‘In den blauen saegh’. In 1892 werd Oeds de Leeuw de enige firmant. Tegenwoordig berust de leiding bij achterkleinzoon Marnix Bootsma.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Eind 19de eeuw ontwikkelde het bedrijf zich tot een groothandel. Belangrijke afnemers waren smeden in het noorden en oosten van ons land. Aardig is dat veel van deze smeden uitgegroeid zijn tot constructiebedrijven, machinefabrieken en landbouwmechanisatiebedrijven, die tegenwoordig nog altijd hun goederen betrekken van de huidige O. de Leeuwgroep. In 1895 werd voor de eerste keer het predicaat hofleverancier verleend. In die tijd werden er ook daadwerkelijk leveranties aan de kroondomeinen in Apeldoorn gedaan, zoals puntdraad en gereedschappen. De bedrijfsactiviteiten van O. de Leeuw waren lange tijd gestoeld op vier pijlers: landbouwwerktuigen, ijzerwaren, huishoudelijke apparaten en sta-

len profielen. De onderneming is zich steeds meer gaan toeleggen op de groothandel in staal, technische producten en ijzerwaren en werd een succesvolle toeleverancier voor bedrijfsmatige afnemers. Vanaf eind jaren vijftig begon de verzelfstandiging van de verschillende bedrijfsafdelingen met de vestiging van staalhandelsbedrijf IJzerleeuw in Zwolle. Later werden ook staalhandelsbedrijven in Winschoten (Geertsema Staal) en Hengelo (Teham Pongers) overgenomen. In 2013 is in Zwolle de nieuwbouw van Leeuwtechniek (hydraulische en pneumatische componenten) in gebruik genomen. In 2009 werd al nieuwbouw gerealiseerd voor Leeuwbouw (toeleverancier van ijzerwaren en gereedschappen en RVS). Daarnaast horen Hattemleeuw (installatiematerialen) en Groentechniek ook bij de groep. Er werken in totaal zo’n 150 medewerkers. De kracht van de groep is nog steeds dezelfde als die waarvoor indertijd het hofleverancierschap verleend werd: goede kwaliteit van zowel geleverde producten als ook van de organisatie, een compleet programma en een sterke klantgerichtheid. Deze bedrijfsfilosofie staat voor continuïteit in de toekomst.

O. de Leeuw B.V. Rieteweg 15 8041 AJ Zwolle T +31 38 4210888 dirsecr@odeleeuw.nl www.odeleeuw.nl

190 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 26-11-13 09:34 Pagina 191


HofLev-boek 26-11-13 09:34 Pagina 192

Maiburg Geschiedenis Maiburg Maiburg is in de afgelopen 125 jaar uitgegroeid tot een toonaangevende handelsonderneming in schuurmaterialen, lijmen, decoratief plaatmateriaal, en toebehoren voor de parketbranche.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

De basis wordt gelegd in de jaren tachtig van de negentiende eeuw. Vanuit de Grotestraat vestigt Carolus van der Heijden naam als leerlooier, schoenmaker en aannemer van schoenen voor de koloniën. In 1886 start hij samen met T.M. van Grinsven een nieuwe, machinale schoenmakerij: de Firma Van der Heijden & Van Grinsven. In 1893 overlijdt Carolus en laat zijn eigendommen na aan zijn vrouw. Na haar overlijden in 1903 gaat het bedrijf over op de 2e generatie, dochter Johanna van der Heijden. In 1911 trouwt Johanna van der Heijden met Sebastian Maiburg en gaat wonen in het herenhuis aan de Grotestraat 108. Zij krijgen 2 zonen, Johan en Carel Maiburg. Nadat de schoenfabriek van Sebastian Maiburg en Johanna van der Heijden in vlammen is opgegaan, werd deze niet meer herbouwt. De beide zonen begonnen op zeer jeugdige leeftijd te handelen in machines en materialen voor de schoenindustrie, waarvan ze de agenturen van buitenlandse producten hadden verworven nadat hun vader daar de basis voor had gelegd. Al snel werd het aantal agenturen uitgebreid.. Zo werd nog voor de oorlog het contact gelegd met SIA, die tot op de dag van vandaag een belangrijke handelspartner en producent van schuurmaterialen is. In diezelfde periode werd begonnen met de productie van, en handel in, lijmproducten. Direct na de oorlog werd de confectie van schuurbanden in eigen beheer opgestart. Dat was ook de periode waarin de beide broers

Johan Maiburg in de fabriek in 1948.

hun activiteiten opsplitsten. Carel ging verder met de handel in schoenmachines en Johan behield het volledige assortiment voor de schoenindustrie waarin hij zich verder specialiseerde. Aan het einde van de jaren zestig maakte de schoenindustrie een dramatische periode door, die zou leiden tot de teloorgang van deze bedrijfstak. Johan Maiburg voegde echter tijdig een nieuw bedrijfsonderdeel toe: de handel in plaatmaterialen. Op 1 januari 1987, na reeds 16 jaar werkzaam te zijn in het bedrijf, neemt Frans Maiburg officieel het stokje over van zijn vader. In 1998 is de Lecol-organisatie overgenomen, waardoor een groot assortiment lijmen, lakken, reinigingsproducten en toebehoren voor de parketbranche aan de bedrijfsvoering wordt toegevoegd. I juni 2001 vindt een nieuwe overname plaats en wel van T&K plaatmateriaal uit Bemmel. Hiermee worden de activiteiten van de afdeling Hout aanzienlijk uitgebreid. In 2008 wordt in Coevorden KAH overgenomen, een bedrijf in schuurmateriaal, en toegevoegd aan Maiburg Schuurtechniek. Hiermee wordt de aanwezigheid van Maiburg Schuurtechniek in de noordelijke provincies van Nederland sterk uitgebreid. Op 19 mei 2011 neemt Bas Maiburg, na 5 jaar werkzaam te zijn in het bedrijf, de leiding over van Frans Maiburg als Algemeen Directeur. Tevens is 2011 het jaar dat Maiburg 125 jaar bestaat en waarin Maiburg het Koninklijk predicaat Hofleverancier toegekend krijgt.

Het embleem van het bedrijf in de jaren '30: Jan Flink, gemaakt uit de letters S, M en W (Firma S. Maiburg Waalwijk), met als slogan 't Is 100% goed als Maiburg 't doet!'

192 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Op 1 oktober 2012 worden de activiteiten van Optima Plaatbewerkingen B.V. overgenomen. Vanuit Maiburg is er al geruime tijd de wens om het serviceniveau te verhogen in een markt die steeds meer vraagt naar maatwerk.

Schutweg 6 5145 NP WAALWIJK NEDERLAND Telefoon +31 (0) 416 566 566 Fax +31 (0) 416 566 567 E-mail info@maiburg.nl Website www.maiburg.nl


HofLev-boek 26-11-13 09:35 Pagina 193

Koninginnelaan 63 7315 BM Apeldoorn Tel.: 055 5221963 info@juweliermulderij.nl www.juweliermulderij.nl

Juwelier Mulderij Opgericht door Willem Mulderij geboren 1888, op 13 mei 1913 aan de Zwol-

Oude foto: Dhr. W. Mulderij, geboren 1888, voor zijn winkel. Nieuwe foto: Dhr. W. Mulderij, geboren 1967, en loco-burgemeester Nathan Stukker onthullen het Hofleveranciers-schild op 13 mei 2013 onder toeziend oog van vrouw en kinderen.

scheweg 63 (thans Koninginnelaan), als handel en reparatie-inrichting in uurwerken en gouden en zilveren voorwerpen.

In januari 1990 gaat de winkel weer terug naar het oude adres Koninginnelaan

Op 5 november 1943 tredt de oudste zoon, Adrianus Mulderij geboren 1918,

63 en is daar tot op heden gevestigd.

toe als vennoot en wordt het een vennootschap. In augustus 1949 treden de andere zonen, Willem Mulderij geboren 1923, vader

Door de jaren heen hebben de Mulderijen zich proberen te onderscheiden

van de huidige eigenaar en Gerrit Mulderij geboren 1925, toe als vennoten.

door uit te blinken in vakmanschap en service. Die kennis werd overgedragen

Gerrit Mulderij treedt uit op 15 april 1957.

van vader op zoon en zo werd en wordt er nog steeds gezorgd voor een

Op 23 maart 1969 overlijdt de oprichter W. Mulderij Sr.

constante en hoge kwaliteit.

Op 24 december 1981 wordt de v.o.f. ontbonden en gaat W. Mulderij geboren

Ook de behandeling van klanten is een belangrijk onderdeel: gelijkheid en

1923 aan de Tulpenlaan verder als eenmanszaak.

eerlijkheid. Gelijkheid: iedereen op dezelfde manier behandelen, ongeacht

Hij overlijdt op 11 maart 1987 en wordt opgevolgd door zijn zoon Willem

van komaf of besteding, iedereen dezelfde aandacht.

Mulderij geboren 1967. In 1988 wordt het 75-jarig bestaan op een bescheiden

Eerlijkheid: goed advies over aanschaf sieraden en goed advies over reparaties

wijze gevierd gezien de beperkte ervaring van de huidige eigenaar.

en de mensen geen zirkonia’s voor briljanten verkopen.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 193


HofLev-boek 26-11-13 09:35 Pagina 194

Paushuize - Utrecht

Huize Molenaar verzorgt sinds 1892 bijeenkomsten in besloten kring. In 2012 heeft de Provincie Utrecht de zorg voor Paushuize aan Huize Molenaar toevertrouwd.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Ontstaansgeschiedenis In 1892 vestigde de uit Friesland afkomstige Jacob Molenaar zich als zelfstandig kok in de Hamburgerstraat te Utrecht. Eerder was hij werkzaam geweest bij de gerenommeerde cuisinier Okhuyzen aan de Kromme Nieuwegracht. Als cuisinier leverde Molenaar dejeuners, diners en soupers. De zaken gingen zo goed, dat hij in 1900 kans zag een monumentaal herenhuis aan de Korte Nieuwstraat te kopen. In dit grote pand vonden niet alleen zijn gezin, dienstbode en pensiongast onderdak, maar Molenaar kon ook ruimte verhuren voor feesten en partijen. In 1919 was hij in staat verder uit te breiden door de aankoop van het belendende pand. In de loop van de tijd raakte zijn zaak door het hele land bekend. Als ‘deftige gesloten koks-zaak’ organiseerde in Huize Molenaar huwelijks-, promotiediners en –recepties voor een clientèle die ‘hooge eischen’stelde. Niet alleen bestuurders van de stad, de universiteit en de beau monde van Utrecht hadden een goede relatie met Jacob Molenaar, maar ook de studenten wisten de weg naar zijn zaak te vinden. In de jaren ’20 liep een van de studentenfeesten zodanig uit de hand dat Jacob uit boosheid het aan hem gegeven wapen van de bewuste studentenvereniging van zijn gevel verwijderde.

Vorstelijk bezoek In de jaren tachtig was prins Bernhard regelmatig te gast in Huize Molenaar. Hij nam altijd zijn eigen ‘roze’ champagne mee en gaf die bij de deur af, samen met een paraplu die hij ook op zonnige dagen bij zich had. Op een avond voor zijn verjaardag besloot het personeel hem een cadeau aan te bieden. Het betrof een bijzondere sigaar die met een lint omwikkeld op een zilveren dienblaadje lag. Een personeelslid van Marokkaanse afkomst, de jongste van de ploeg, mocht hem aanbieden. Hij was verschrikkelijk zenuwachtig, niet alleen vanwege de eer die hem te beurt viel, maar ook, zo bleek later, omdat hij bang was dat prins Bernhard ook het dienblaadje zou houden. Bron: Vergeten Verhalen – 112 ½ jaar Huize Molenaar

‘Lang gekoesterde wensch’ Van 1926 tot 1936 adverteerde Molenaar zijn bedrijf onder de naam ‘Huize Molenaar’. Vanaf 1937 kon er aan de advertenties in het Utrechtse Adresboek een koninklijk tintje gegeven worden. Op voordracht van de burgemeester en de commissaris der koningin in Utrecht kreeg Molenaar op 30 september 1936 het persoonlijk recht toegekend tot het voeren van het Koninklijk Wapen met de titel van Hofleverancier. Van deze ‘lang gekoesterde wensch’ heeft hij echter niet lang kunnen genieten, want in 1937 overleed hij, vier jaar na de dood van zijn vrouw. Zijn kinderen, Dirk en Margaretha Johanna, die al sinds de jaren’20 in de zaak werkzaam waren, zetten de zaak voort als een vennootschap onder firma.

Oorlogsjaren

Huize Molenaar – Keuken

194 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Tijdens de bezettingsjaren bleef Huize Molenaar ‘gesloten voor de Moffen en open voor al wat pal stond voor Vaderland en Vorstin’. Officieel gesloten vanaf oktober 1944, fungeerde het bedrijf in de Hongerwinter als gaarkeuken voor 150 personen. Onder die dekmantel kon Huize Molenaar onderduikers onderdak verschaffen en aan verzetslieden de mogelijkheid bieden om er bij elkaar te komen. Vlak na de oorlog raakte het bedrijf langzamerhand weer in staat om diners en recepties, ‘bonvrij’, te verzorgen; de koekjes moest men echter zelf meebrengen omdat er door gebrek aan brandstof slechts beperkte ovenwarmte was. In 1946 beklaagde Huize Molenaar zich er bij de burgemeester over dat de nog geldende distributieregels uit 1939, het bedrijf onmogelijk maakten om concurrerend te


HofLev-boek 26-11-13 09:35 Pagina 195

Bruiloft te Paushuize

Paushuize –Beelaerts van Bloklandzaal

werken. Om toch aan de vraag te kunnen nen voldoen zag men zich genoodzaakt om producten op de zwarte markt te kopen. Een onrechtvaardige situatie vond men, die nog eens versterkt werd door het feit dat “foute” bedrijven, wel volop bevoorraad werden...

Huize Molenaar - Utrecht

Paushuize

Huize Molenaar Korte Nieuwstraat 6 3512 NM Utrecht Tel.: +31 30 231 0347 info@huizemolenaar.nl Paushuize – Balzaal

www.huizemolenaar.nl

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 195

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Het bedrijfsconcept van Huize Molenaar is nog altijd vrijwel ongewijzigd; nog steeds vinden er vergaderingen, recepties, diners, huwelijken en andere feestelijke bijeenkomsten plaats. Binnen dit historische kader wordt zoveel mogelijk met de tijd Mejuffrouw Molenaar meegegaan. De organisatie is bijvoorNa het overlijden van haar broer in Stichting Achter Gesloten Deuren beeld zelfsturend ingericht en de Nederland beschikt over een schat aan bijzondere monumenten die 1948 zette Margaretha Johanna keuken kan op verzoek geheel biologrotendeels gesloten blijven voor het publiek. Een openbare functie Molenaar samen met haar schoongisch koken. In 2012 heeft de Provinzoals bijvoorbeeld een museum of een horecagelegenheid is voor zuster de zaak voort. Nadat haar cie Utrecht de zorg voor Paushuize, dergelijke panden vaak niet haalbaar. Ook het spaarzame eigen geeen van Utrechts meest bijzondere schoonzuster zich in 1963 had teruggetrokken, zwaaide mejufbruik door de eigenaar van het pand blijkt een meer publieke funcmonumenten, toevertrouwd aan frouw Molenaar op karakteristieke tie vaak in de weg te staan. Stichting Achter Gesloten Deuren, Huize Molenaar. Het pand werd in ontstaan vanuit Huize Molenaar, heeft tot doel dergelijke panden wijze de scepter over het bedrijf. 1517 gebouwd voor Adrianus VI, zoveel mogelijk te ontsluiten. De eigen identiteit en historie van het Ondanks de vaste clientèle liep de oftewel Adriaan Floriszoon Boeyens, gebouw zijn daarin leidend. omzet in de daaropvolgende jaren een Utrechtse timmermanszoon, de echter zodanig terug, dat Mejufenige Nederlandse paus ooit. In maar frouw Molenaar zich genoodzaakt liefst zestien schitterend gerestauzag om de zaak te sluiten. In 1974 werd het bedrijf verkocht aan het echtreerde vertrekken worden gezelschappen ontvangen van 50 tot 350 paar Schinkel-Scheltema, en in 2003 volgde hun zoon hen op. Het gasten. Paushuize vormt voor Huize Molenaar een zeldzame kans tot uitbreiding en stelt het bedrijf in staat ook grotere gezelschappen te predicaat ‘hofleverancier’ werd al die tijd in stand gehouden en werd voor de laatste keer in 2002 bestendigd. ontvangen.


HofLev-boek 26-11-13 09:35 Pagina 196

Sinds 1884

Machinefabriek J.M. van den Munckhof B.V. Meterikseweg 115 5961 CV Horst

Munckhof In den beginne was er vuur "Toen Jan Matthijs van den Munckhof op een dinsdagochtend in 1884 in een zelfgebouwd werkhuisje voor het eerst het vuur opstookte, het ijzer heet maakte en aan het smeden sloeg, was dat het begin van een bedrijf dat honderdvijfentwintig jaar later met recht zou terugkijken op een gloedvol verleden." (Bezield door techniek - 125 jaar Machinefabriek J.M. van den Munckhof door Govert Derix)

Oprichter Jan Mathijs van den Munckhof (1864 – 1956) richtte in 1884 zijn eigen smederij op te Horst. Hij smeedde landbouw werktuigen zoals schoppen, schoffels etc. die hij rond 1885 veelal verkocht in "de Peel". Hier was destijds veel bedrijvigheid door ontginning van de grond, die veel turf bevatte. Na de landbouw crisis (1870 – 1895) kwam de mechanisering in de landbouw echt op gang en ontwikkelde en repareerde hij zijn eigen bietensnijders en diverse types dorsmachines.

Slagerij Marlet Traaij 97 Driebergen Telefoon: 0343-513004 info@marlet.gildeslager.nl

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

www.marlet.gildeslager.nl

Slagerij Marlet Slagerij Marlet staat in Driebergen en omstreken bekend als een goede slagerij. Het staat bekend om haar goede kwaliteit vlees, de uitgebreide mogelijkheden voor catering en de complete barbecuemogelijkheden. Het bedrijf is in 1894 opgericht en is tot augustus 2007 in de familie gebleven. Op dat moment hebben Anne Kramer en Marjolein Beeris de winkel overgenomen van Harry Marlet en is de winkel niet meer in bezit van de familie. In juli 2012 is de winkel verhuisd naar het centrum van Driebergen. Er staat een grote, overzichtelijke toonbank, een groot voorverpakmeubel en er is een broodjescorner.

196 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

In 1935 nam zijn zoon Wiel het bedrijf, samen met zijn 2 broers, over. Wiel ontwikkelde in die tijd de door Munckhof gepatenteerde plunjerpomp en legde daarmee het grondvest van de huidige Munckhof spuitmachines. Eind jaren 60 startte hij de ontwikkeling van de oogstmachine bekend als de Pluk-O-Trak. In de zeventiger jaren kwamen zijn zonen Thijs en Peter in het bedrijf, zij namen het bedrijf in 1980 over. Onder hun leiding worden de spuit- en oogstmachines verder ontwikkeld in de huidige uitvoering, zoals onder andere; - De Munckhof Boomgaardspuiten en Pluk-O-Trak's voor verschillende fruitsoorten. - De Munckhof volautomatische Boomschudders om kersen te oogsten. Innovatie in techniek is het motto voor Munckhof Machinefabriek sinds 1884.


HofLev-boek 26-11-13 09:35 Pagina 197

Mathot Medische Speciaalzaken Van verbandwinkel tot hofleverancier en partner in zorg. Dit jaar bestaat Mathot Medische Speciaalzaken 116 jaar. Het is een echt familiebedrijf. We blikken terug met drie generaties Van Bemmel en De Goederen aan het roer. Er is in de loop van de tijd veel veranderd, maar niet alles. Mensen helpen met de beste producten, zorg en aandacht is nog steeds het uitgangspunt, al sinds 1897.

Eerste en tweede generatie: Arnold van Bemmel & Hans van Bemmel

Derde generatie: Remco van Bemmel & Oscar de Goederen, met (in het midden) Hans van Bemmel

een echte pionier, met name op het gebied van de stoma- en continentieverzorging. Zo stond hij aan de bakermat van het huidige hoge niveau van de stomazorgverlening. Een productgroep waarin Mathot in de loop der jaren groot is geworden, naast nog vele andere producten zoals wondverzorgingsmiddelen, therapeutisch elastische kousen, medische bandages en de al eerder genoemde continentiehulpmiddelen. In 1968 fuseerden Het Gezondheidshuis en de firma Mathot en ontstond de naam ‘Het Gezondheidshuis Mathot’. De heer van Bemmel (hij nam in 1981 afscheid) breidde, samen met zijn zoon Hans, Het Gezondheidshuis Mathot verder uit. Inmiddels heeft de derde generatie het voor het zeggen en is Mathot Medische Speciaalzaken leverancier van toonaangevende zorg op en top geprofessionaliseerd. Er zijn veranderingen doorgevoerd. Zo is de winkel in de Zijlstraat gesloten en is ervoor gekozen om te specialiseren in een aantal productgroepen. Remco: “Ook hebben we in samenwerking met ziekenhuizen en thuiszorginstellingen het concept “Samen Zorgen” geïntroduceerd. Een patiëntgerichte werkwijze waardoor de klant ook vanuit huis over de juiste producten en zorg beschikt. Een groot deel van het assortiment is via de website te bestellen. Elke generatie voegt weer iets nieuws toe. Toch is het belangrijkste van Mathot Medische Speciaalzaken Mathot overeind gebleven. Het A.Hofmanweg 40 uitgangspunt van mijn vader en 2031 BL Haarlem grootvader was altijd zorgen T 088 - 008 58 00 F 088 - 008 58 25 voor persoonlijke en professioE info@mathot.nl nele dienstverlening. Daar staat W www.mathot.nl Mathot nog steeds voor.”

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 197

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

”In het begin van de vorige eeuw startte Mathot, toen in de Groote Houtstraat 35, op bescheiden wijze met ziekenvervoer. Met behulp van een rijwielbrancard werd getracht de zieke en gewonde Haarlemmers tijdig bij de eerste hulp te krijgen. In 1919 sloot Mathot een overeenkomst met de gemeente Haarlem voor het uitvoeren van het gemeentelijk ziekenvervoer. Dankzij deze overeenkomst werd het ziekenvervoer drastisch gemoderniseerd, want Mathot kreeg in één keer de beschikking over twee ziekenrijtuigen en twee rijwielbrancards. De oprichter en grote animator van de firma Mathot overleed in 1936. Mathot werd opgevolgd door de heer C. Spaargaren. In het begin van de jaren vijftig verhuisde Mathot van de Groote Houtstraat naar de Warmoesstraat 22. Het ziekenvervoer werd nog wel verricht, maar duidelijk werd al dat de gemeente het vervoer liever in eigen hand wilde houden. Mathot ging verder in het uitbreiden van haar zorgverlening in de ruimste zin des woord. Arnoldus Louis van Bemmel, voorheen vertegenwoordiger in medische hulp- en verzorgingsmiddelen, nam in 1962 ‘Het Gezondheidshuis’ aan de Zijlstraat 69 in Haarlem over. Samen met zijn vrouw en dochter breidde hij deze zaak verder uit. Op het gebied van elastische kousen was met name mevrouw van Bemmel zeer actief en zo groeide zij uit tot een bekendheid in Haarlem en omstreken. De heer van Bemmel was


HofLev-boek 26-11-13 09:35 Pagina 198

Bakker Meijer In 1905 trok de 10 jarige West-Friese Willem Meijer (1885- 1964) vanuit Spierdijk naar Heemskerk om hier als bakkersknecht te gaan werken. Volgens zeggen was hij een intelligente, ondernemende jongeman met een sterk karakter. Willem had ondernemersbloed en wilde graag voor zichzelf beginnen. Hij kocht twee stukjes grond waarop hij zijn droom kon verwezenlijken: een woonhuis met bakkerij. In mei 1912 was de bouw klaar en werd de zaak geopend: een kleine bakkerij met een stenen takkenbosoven, een stalen deegtrog en een bijbehorend piepklein winkeltje met woonhuis. De basis voor honderd jaar bakkerij Meijer was gelegd.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Intussen leerde Willem de Heemskerkse tuindersdochter Anna Duin kennen. Veertien dagen na de opening trouwde hij met haar. In totaal kregen ze elf kinderen. Aanvankelijk werkte Willem alleen met zijn vrouw. Het assortiment was nog klein: Willem bakte wit brood, bruin brood, beschuit, krentenbrood en ook roggebrood. ’s Morgens vroeg werd begonnen met het opstoken van de oven, deeg klaar maken en bakken. Daarna ging Willem de boer op om te venten. Na het venten moest Meijer alweer de voorbereidingen treffen voor de volgende dag. Het was keihard werken, maar de zaken liepen voorspoedig en twee jaar later kwam de eerste knecht in dienst. In 1915 werd Willem bij de burgemeester ontboden, van wie hij te horen kreeg dat zijn brood door de Gezondheidscommissie was beoordeeld en dat het als beste aan de eisen van de Commissie voldeed. Dat was een geweldige opsteker voor de jonge ondernemer. Hij ontving later nog vele onderscheidingen en prijzen. In 1921 kocht Willem twee perceeltjes grond erbij om zijn bakkerspand uit te breiden. In hetzelfde jaar werd de stenen takkenbosoven vervangen door een met kolen gestookte heteluchtoven. Omdat hij toch aan het investeren was, kocht Meijer ook nog een nieuwe deegmachine waarmee efficiënter gewerkt kon worden. Oudste zoon Cor kwam meteen vanaf de lagere school in de bakkerij van zijn vader werken. Hij was toen twaalf jaar. Op 24 december 1934 overleed moeder Anna plotseling aan een hersenvliesontsteking. Oudste dochter Jos, van twintig, kreeg de loodzware taak op zich om het gezin draaiende te houden. Ze deed dat met liefde en overtuiging, maar vanuit de omgeving kwam na verloop van tijd kritiek op vader Willem. Hij zou niet genoeg aandacht besteden aan zijn jonge gezin en het reilen en zeilen ervan teveel aan zijn dochter overlaten. Er werd toen besloten om de drie jongste kinderen naar een kindertehuis in Haarlem te sturen. Zo gingen de jaren voorbij. Moeilijke jaren: crisistijd en de Tweede Wereldoorlog. Maar de bakkerij van Willem Meijer bleef overeind.

198 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

(Opa) Cor Meijer in zijn bakkerstenue.

In 1952 was er sprake van een flinke uitbreiding van de zaak. Buurman Henk Schipper, collega-bakker, hield het voor gezien en wilde stoppen met zijn bedrijf. Hij ging met Willem en Cor praten over een mogelijke verhuur van zijn bakkerij annex winkel. Daar had zeker zoon Cor wel oren naar. In 1953 werd zoon Cor (1915-2001) officieel medefirmant. Cor werkte hard en ook hij had een groot gezin met 9 kinderen. Volgens de familie heeft Cor het principe van ‘afzien en doorgaan’ in praktijk gebracht. Met griep onder de leden een nacht ploeteren en dan overdag nog eens sneeuw en wind trotseren om brood te bezorgen bij de klanten; je kunt het je in deze tijd nauwelijks meer voorstellen! Het bakkerswezen was een strak gereguleerde bedrijfstak. Volgens de arbeidswet mocht een bakker niet vóór vijf uur 's morgens beginnen met de


HofLev-boek 26-11-13 09:35 Pagina 199

Bakkersgevecht tussen broers Meijer.

Jan Meijer voor zijn geheel vernieuwde winkelpand in 2010.

In 1959 stopte vader Willem op 74 jarige leeftijd officieel met zijn werkzaamheden. Cor werd tevens een schakel in de keten van Jamin. Het assortiment in zijn winkel werd uitgebreid met biscuits en chocolade. Zijn vrouw Annie ‘deed’ de winkel en had de zorg voor haar negen kinderen die zodra ze de leeftijd hadden veel hand- en spandiensten verrichtten. Het waren zware tijden. Door de bedrijfsvergroting en mechanisatie kwamen de kleine bakkers in de problemen. Cor Meijer wilde wel uitbreiden en investeren, maar de gemeente had andere plannen. Eind jaren ’60 veranderde het bestemmingsplan en de gemeente kwam naar Cor Meijer toe. Er zouden nieuwe winkelpanden verrijzen aan de overkant van de straat. Cor ruilde zijn grond met de gemeente en aan de overkant van hun winkeltje verrees spoedig een gloednieuw pand. Eind 1970 werd de nieuwe bakkerij van Meijer -voorzien van de modernste apparatuur- onder veel belangstelling geopend.

Brood wordt klaargezet om uit te venten.

Wim zette samen met zijn vrouw Ria de zaak voort. Hij herintroduceerde de bekende West- Friese ‘spouwertjes’, vergrootte het assortiment klein brood en ging zich extra toeleggen op de volkorensoorten. Hun drie kinderen hebben, net zoals de kinderen van de vorige generaties, allemaal hun steen(tje) bijgedragen in het bedrijf. Jolanda werkte samen met haar moeder in de winkel en Corrie en Jan behaalden beiden alle bakkersdiploma’s. Jan Meijer en zijn enthousiaste vrouw Tanja Minkels hebben in januari 2002 de zaak officieel van vader Wim overgenomen. Bij die gelegenheid is Wim gestopt met zijn werkzaamheden en vroegtijdig met pensioen gegaan. In de Ruijsdaelstraat heeft Jan in 2004 Gerrit van Assendelftstraat 7 bovendien Brood Café Janna en 1961 NH Heemskerk Jari geopend. Met hun ervaring en inzet, bouwen zij voort op de Telefoon: 0251 232669 fundamenten die Willem Meijer info@bakkermeijer.nl honderd jaar geleden in Heemskerk heeft gelegd. www.bakkermeijer.nl

Het wapenschild net in ontvangst genomen.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 199

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

werkzaamheden en niet vóór tien uur vers brood verkopen of uitventen. Vroeger zag je niemand met een brood op straat. Je haalde je brood niet zelf: alles werd thuisbezorgd. Maar tijden veranderden. Veel klanten wilden vóór twaalf uur hun brood hebben. Niet iedereen at tussen de middag ‘warm’. Een bakker was genoodzaakt om flexibel met de arbeidswet om te gaan, want anders ging hij failliet. Zo had Meijer onder andere luiken voor de ramen van de bakkerij, zodat men van buitenaf niet kon zien dat hij al vóór vijf uur was begonnen.

Per 1 januari 1971 werd zoon Wim officieel de compagnon van zijn vader Cor. Die had in hem een waardig opvolger, want Wim was bakker in hart en nieren. Het assortiment breidde zich steeds maar uit. Er kwamen luxe broden, volkorenbroden, gebak, taarten en cake bij. Doordat in die periode de arbeidswet voor bakkerijen wat werd versoepeld, begon Cor ’s nachts om twaalf uur met zijn werkzaamheden en om acht uur ‘s morgens hield hij het voor gezien. ‘Je redt het zeker wel?’, zei hij dan tegen zijn zoon Wim. Die had echter nog vele uren te gaan en zag met lede ogen zijn vader vertrekken. Hij kon hem eigenlijk niet missen. Maar voor Cor was het mooi genoeg geweest. Hij had zijn hele leven keihard gewerkt en verlangde naar een beetje rust. In januari 1980 was het zover, Cor werd 65 en ging met pensioen.


HofLev-boek 26-11-13 09:35 Pagina 200

Juwelier van der Mey a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

De ondernemingsgezinde Juwelier van der Mey vestigde zich in 1888 in de Hoofdstraat in Apeldoorn en werd in 1898 de officiële Hofleverancier van Koningin Emma. Juwelier van der Mey hoefde geen 100 jaar te wachten, want Juwelier van der Mey kreeg de titel doordat hij daadwerkelijk leverde aan het Hof. Naderhand kreeg deze juwelierszaak het predikaat van Koningin Emma, Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik. De Koninklijke familie was echter niet verplicht om bij hem te kopen. Een groot wapenschild boven de ingang van de zaak aan de Hoofdstraat laat zien, dat Juwelier van der Mey Hofleverancier was. Door de opdrachten uit het paleis werd Juwelier van der Mey een deftige zaak. Ook de vele adellijke families, die Apeldoorn bezochten, kwamen graag bij de hofleverancier.

Door de jaren heen hield de zaak de naam Van der Mey. Het juweliersvak was de Zoutmannen met de paplepel ingegoten. Al in 1779 maakte Foppe Andries Zoutman twee avondmaalsbekers voor de Hervormde Kerk in Bolsward. Hij is de oudste bekende zilversmid in de familie en erg bedreven in het maken van zilveren sieraden. Zijn vrouw had de functie van “kashoudersche”. Dit betekende, dat ze zilveren sieraden in voorraad had. Het verschijnsel winkel kwam toen nauwelijks voor, sieraden werden alleen op bestelling gemaakt. De opa van Zoutman had een goedlopende zaak in Dokkum met voornamelijk sieraden. Hij heeft de zaak in Apeldoorn voor zijn zoon gekocht, omdat hij in de toekomst toch minder in Dokkum zag. In de crisisjaren wist de zaak zich goed te handhaven, maar de oorlogsjaren waren een dieptepunt.

In 1907 liet Juwelier van der Mey het juwelierspand op het Raadhuisplein 2 bouwen. Tot op de dag van vandaag is het nog steeds Hofleverancier van der Mey gevestigd op dit adres.

In 1943 ontstond er grote opschudding aan het Raadhuisplein toen Juwelier van der Mey 400 lepeltjes kon verkopen. De mensen stonden in de rij om de lepeltjes voor een gulden per stuk te kopen.

Wegens gezondheidsredenen van de heer van der Mey in 1928 zag de grootvader van Zoutman er toekomst in om deze zaak voor zijn zoon te kopen.

Zoutman kon van dit voordeel profiteren omdat zijn vrouw uit een familie van zilverfabrikanten uit Schoonhoven kwam.

200 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 26-11-13 09:35 Pagina 201

Tegen de bevrijding moest de zaak een tijdje sluiten.

Na een grondige verbouwing in 2012-2013, waarbij het pand weer grotendeels in de oude luister is hersteld, is Juwelier van der Mey weer klaar voor de volgende generatie. Iedereen is van harte welkom om de oude service weer te herontdekken. WELKOM OP RAADHUISPLEIN 2, 7311 LK APELDOORN. 1e eigenaar: Familie van der Mey, de grondlegger. Hij was hier gevestigd van 1888 tot 1928. 2e eigenaar: Familie Zoutman, een bekende juweliersfamilie uit Dokkum. 3e eigenaar: Familie Duijvestein, oude bekende Haagse familie van 2012 tot heden.

Juwelier van der Mey Raadhuisplein 2 7311 LK Apeldoorn Telefoon: 055 521 2571 vandermey@juweliervandermey.nl

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 201

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Alle facturen en ontwerpen voor het Koninklijk Huis zijn hier opgeslagen en in bruikleen gegeven aan het Gemeentelijk Archief. De huidige eigenaar, een bedreven vakman met 34 jaar ervaring in het juweliersvak, de heer Duijvestein heeft per 2012 het bedrijf van der Mey overgenomen.


HofLev-boek 26-11-13 09:35 Pagina 202

J. van Mourik & Zn. schoenen en lederwaren, 5 generaties en 100 jaar lang kwaliteit a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Tekst: Fabiënne Leenart

Als laatste bedrijf vóór de troonswisseling ontving J. van Mourik & Zn. schoenen en lederwaren uit Sliedrecht in april 2013 het predicaat ‘Hofleverancier’ uit naam van koningin Beatrix. Het bedrijf wordt al generaties lang gerund door de familie Van Mourik. Op dit moment leidt Jeffrey van Mourik, inmiddels de vijfde generatie, met vader Bas het familiebedrijf dat dit jaar 100 jaar bestaat. De betovergrootvader van Jeffrey, Jilles van Mourik, werkte rond 1900 in een pantoffelfabriek in Gorinchem. Zijn zoon, ook Jilles genaamd, wilde niet in de fabriek werken, maar zélf pantoffels verkopen. Jeffrey vertelt: “Mijn overgrootvader ging dan met drie paar pantoffels langs de deuren. Hij verkocht op den duur zó veel, dat mijn betovergrootvader besloot voor zichzelf te beginnen en eervol ontslag kreeg bij de pantoffelfabriek.” Op 25 april 1913 was het eigen bedrijf een feit en gingen vader en zoon met een hondenkar langs de deuren. De zaken gingen goed en in 1920 betrokken ze een oud gebouw in de Kerkbuurt in Sliedrecht. In 1929 werd op dezelfde locatie het huidige bedrijfspand gebouwd. Interieur van 1929 Van Mourik Sliedrecht

202 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 26-11-13 09:35 Pagina 203

Schoenenbon uit de oorlog

Interieur van 1955 Van Mourik Sliedrecht

Oorlogsjaren Grootvader Dirk Jilles, de derde generatie, is met zijn bijna 90 jaar nog steeds actief in de zaak. “Al 70 jaar”, vertelt hij niet zonder trots. De winkel is de Tweede Wereldoorlog goed doorgekomen. Mensen konden schoenen ‘op de bon‘ kopen. “Als we 100 bonnen hadden, kregen we 125 paar schoenen terug van de fabriek. Die 25 paar ruilde ik dan stiekem voor bijvoorbeeld kaas of melk van de boer. Maar de administratie moest wel kloppen! Ik ben gelukkig nooit betrapt.” Op een dag wilde hij met de trein naar de Vakschool in Rotterdam. Hij kwam een bekende tegen die hem waarschuwde voor de Duitsers, die alle jongens van zijn leeftijdsgroep meenamen. “Ik ben gevlucht en ondergedoken. Dat heeft mij én het familiebedrijf gered.”

Specialiteiten De schoenenzaak is in een eeuw uitgegroeid tot een moderne winkel met een breed assortiment en – na een aantal flinke verbouwingen – een winkeloppervlak van 700 vierkante meter. Klanten komen zelfs van ver buiten Sliedrecht. Van Mourik heeft een ruime keuze uit dames-, kinder-

en herenschoenen, en is gespecialiseerd in heel kleine en heel grote maten. “Van de Italiaanse damesschoenen mogen we zelf het materiaal, de hakhoogte en de kleur bepalen, en worden er bijpassende tassen gemaakt”, vertelt Jeffrey. De herencollectie van Van Bommel bestaat uit 100 modellen en bijpassende riemen. Kinderen kunnen hun schoenen passen onder de grote sprookjesboom met vrolijke geluiden. Mensen die schoenen zoeken bij een bepaalde outfit, kunnen die twee in de winkel op elkaar afstemmen. Jeffrey: “We zijn de eerste schoenenwinkel met twee paskamers!”

Toekomst De familie Van Mourik is bijzonder trots op het ontvangen predicaat met bijbehorend wapenschild. Of de zesde generatie het bedrijf weer zal voorzetten, is nog even afwachten. Die staat letterlijk nog in de kinderschoenen. Jeffrey: “Mijn vader heeft iets heel moois voortgezet en verder opgebouwd waar wij nog jaren mee vooruit kunnen. Hopelijk gebeurt dat ook.”

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 203

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

2e generatie Van Mourik met zijn vrouw en werknemer voor het pand in 1920 (afgebroken in 1928 voor nieuwbouw)

Kerkbuurt 45 3361 BC Sliedrecht Telefoon: 0184 - 412 210 Fax: 0184 - 410 922 info@vanmouriksliedrecht.nl www.vanmouriksliedrecht.nl


HofLev-boek 26-11-13 09:35 Pagina 204

Metz woninginrichting Gerrit Metz begon in 1860 met een detailhandel in borstels, dweilen, matten en karpetten en kon niet vermoeden dat zijn zaak 128 jaar later het predikaat ‘Hofleverancier’ zou ontvangen.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

De eerste winkel was tot mei 1940 gevestigd aan de Goudse Wagenstraat. Er kwamen filialen aan de Kruiskade, Oppert, de Westersingel en de Mauritsweg. Het bombardement van mei 1940 verwoestte bijna alle zaken, maar onmiddelijk daarna begon de wederopbouw van de huidige locatie aan de Nieuwe Binnenweg 170. Deze zaak, die thans in hartje centrum is

gelegen, bezit nu een vloeroppervlak van 3.000 m2 en heeft een volledig assortiment in moderne meubels, slaapkamers, vloerbedekking en gordijnen. De Nieuwe Binnenweg is goed te bereiken met het openbaar vervoer en op zaterdag is er voldoende ruimte om te parkeren. Maar het belangrijkste feit is natuurlijk dat de woonspecialist bij vrijwel alle Rotterdammers bekend staat als de ‘Metz van de Binnenweg’. Inmiddels staat de 6e-generatie aan het roer. Jan Peter Metz staat aan het hoofd van het 153-jarige bedrijf, de oudste woninginrichter van Nederland. Iets om waarlijk trots op te zijn. De vakkennis en het specialisme in deze branche zijn de grote troeven. Zo richt Metz zich niet alleen op consumenten maar ook op de projectenmarkt. Iets wat de laatste jaren steeds beter gaat. De bijzondere locatie in het centrum van Rotterdam wordt door velen als prettig beschouwd. Dat wij het predicaat ‘Hofleverancier’ mogen gebruiken zien wij Nieuwe Binnenweg 170 dan ook als een grote eer. 3015 BH Rotterdam

Telefoon: 010 4364566 info@metz-woninginrichting.nl www.metz-woninginrichting.nl

204 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 26-11-13 09:35 Pagina 205

Nijverheidsweg 40 2102 LL Heemstede Telefoon +31 (0) 23 548 30 20 van.houten@newasco.nl www.newasco.nl

Wasserij van Houten BV In 1791 koopt Bennebroeker Hendrik van Houten een ‘Klederbleekerij te Heemstede, met grond, groot 514 roeden’. Al geruime tijd was Heemstede bekend om zijn blekerijen die men hier al in de zestiende eeuw aantrof en die door de eeuwen heen voor vele ingezetenen een bron van inkomsten vormden. De Blekersvaart, waar het bedrijf tot en met 2004 gevestigd is geweest, was in die tijd eigendom van de gezamenlijke blekers. In de loop der jaren is het bedrijf steeds van vader op zoon overgegaan, en kon het bedrijf als laatste textielverzorgingsbedrijf in Heemstede overleven. Sinds 1959 is het bedrijf Hofleverancier, wegens de meer dan 100 jaar wasverzorging aan het Paleis op de Dam. Op dit moment wordt de directie gevormd door de achtste generatie, Robert en Paul van Houten. Wasserij van Houten is lid van het samenwerkingsver-

band Newasco (Nederlandse Wasserij Combinatie). Binnen deze groep bestaan strikte afspraken over de wijze waarop de bedrijfsvoering plaatsvindt. Newasco is dus bepalend voor de wijze waarop het bedrijf zich in de markt profileert. In 2004 is begonnen met de nieuwbouw op het industrieterrein aan de rand van Heemstede. Deze locatie is mede uit historisch oogpunt gekozen, zo blijft er immers een ‘blekerij’ voor Heemstede behouden. Nog belangrijker is dat op de nieuwe locatie de groei verder kan gaan. Newasco Wasserij van Houten is nu gevestigd in een nieuw, modern en ruim pand met de modernste wasapparatuur. Het bedrijf is momenteel regionaal actief in de textielverzorging voor instellingen in de zorgsector.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 205


HofLev-boek 26-11-13 09:35 Pagina 206

206 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 26-11-13 09:35 Pagina 207

Medische Speciaalzaak J.C. Olland b.v. Maatgevend in Zorg Ruim honderd jaar geleden werd in Zwolle instrumentenmakerij, elektrotechnisch installatiebureau J.C. Olland opgericht. In 1898 vestigde Olland zich aan de Kamperstraat nummer 8. In de jaren dertig van de vorige eeuw werden de activiteiten elektro- en radiotechniek overgedragen aan een andere onderneming. Daarbij werden de activiteiten uitgebreid met groot- en kleinhandel in fijne staalwaren en elektromagnetische apparaten. De onderneming groeide uit tot een bloeiend bedrijf en is na een flinke verbouwing met 2 aangrenzende panden uitgebreid tot Kamperstraat 6-8.

J.C. Olland b.v. is reeds jarenlang een door het SEMH erkende onderneming op de gebieden Therapeutisch Elastische Kousen, Mammaprothesen en Diabetes-, Incontinentie- en Stoma-hulpmiddelen. Op 11 december 1998 vierde J.C. Olland b.v. het honderdjarig bestaan. Koningin Beatrix honoreerde deze mijlpaal met een koninklijke onderscheiding. Olland viert sindsdien met trots het koninklijk wapen met de toevoeging “Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier”.

J.C. Olland b.v. is in de omgeving o.a. toonaangevend op de zorggebieden optische instrumenten, optiek en contactlenzen, verrekijkers, loepen corsetten, sportbraces, enkelzwachtels en orthopedische middelen , therapeutisch elastische kousen, mamacare, halskragen, revalidatie-hulpmiddelen en ADL-verzorgingsartikelen, verpleeg- en thuiszorgartikelen. Eveneens leveren zij diverse medische instrumenten t.b.v (para)medici zoals; stethoscopen, massageapparaten, oorthermometers, bloeddrukmeters, bloedsuikermeters, weegschalen, pedicure-instrumenten, pro- en orthesen, revalidatiehulpmiddelen en therapeutische elastische kousen.

Door de verregaande specialisatie en door in te spelen op de groeiende behoefte uit de klantenkring, voldoet de onderneming aan de eisen van deze moderne tijd.

J.C. Olland b.v. Kamperstraat 6 8011 LM Zwolle 038 421 5898 info@olland.nl www.olland.nl

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 207

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

In 1976 nam de familie Visser het roer over van Olland, maar de naam bleef aan de zaak verbonden. Naast de heer en mevrouw Visser zijn ook de beide dochters nauw betrokken bij het bedrijf en werkzaam als opticien en leden van de directie. De familie Visser breidde het filiaal in Zwolle steeds verder uit en heeft sinds 2001 ook een winkel in Hengelo. Dit filiaal is gevestigd in het Multi Care Center van Streekziekenhuis Midden Twente en o.a. gespecialiseerd in therapeutische elastische kousen, mammacare en thuiszorgartikelen. Er wordt nauw samengewerkt met de specialisten in het ziekenhuis om de klanten zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn. Het werkgebied beslaat de provincies Groningen, Drenthe, Flevoland en Overijssel. Naast de beide filialen in Zwolle en Hengelo houdt J.C. Olland b.v. heel veel spreekuren om zo de klanten tegemoet te komen. De gespecialiseerde medewerksters meten op die spreekuren therapeutisch elastische kousen aan en leveren die daar ook af. Inmiddels zijn er in totaal 29 medewerkers, waarvan 5 in Hengelo.


HofLev-boek 26-11-13 09:36 Pagina 208

De bakker, de Hofleverancier en de ondernemer “Ze hebben de uitreiking zelf niet meegemaakt, maar eigenlijk hoorde dat predikaat bij mijn ouders”, zegt bakkerszoon Hans Oudshoorn. Hij vertelt hoe de Hofleverancier uit het Warmondse straatbeeld verdween en later weer tevoorschijn kwam in de supermarkt. “Als kind hielpen we al in de bakkerij”, herinnert Hans zich. “’s Avonds na het eten speculaas inpakken en versgebakken koekjes stapelen. Later ook op zaterdag. Dan ging mijn vader en zijn knecht met de bakkerskar langs de deuren, mijn moeder en mijn zus stonden in de winkel en mijn broer en ik hielpen met brood snijden, krentenbollen inpakken en andere klussen. Ook mijn opa kwam een paar keer per week. Hij deed vooral de bewerkelijke koek zoals kletskoppen, amandelkrullen en slagroomhoorntjes.”

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Als het zo kan… Ondanks de jeugdige betrokkenheid bij het familiebedrijf, is het niet vanzelfsprekend dat zoon Hans de zaak van zijn ouders zal gaan overnemen. “Ik werd scheikundestudent in Leiden, maar na een jaar bleek dat een verkeerde keuze. Mijn vader had problemen met zijn gezondheid en daarom besloot ik hem te gaan helpen met de zaak.” Hans doet eerst een paar weken ervaring op bij een groot bakkersbedrijf in de stad. Daar ziet hij hoe het ook kan: grootschaliger, beter georganiseerd, meer assortiment. “Ik dacht: als het zo kan, dan lijkt het me wel wat. Wat dat betreft ben ik meer een ondernemer dan een bakker. Als het een ander soort bedrijf was geweest, had ik er waarschijnlijk ook in kunnen rollen.” Het is 1987 als Hans en zijn vrouw Barbara de zaak overnemen.

Een eerbetoon In 1996 bestaat Bakkerij Oudshoorn 250 jaar. Een goede reden voor een groot feest. “Maar dat voelde ook een beetje gek”, weet Hans nog. “Want vier jaar nadat wij de zaak hadden overgenomen, overleed mijn moeder en twee jaar daarna mijn vader. Te jong, ze waren nog maar net zestig. Eigenlijk hadden zij het jubileum mee moeten maken.” De jonge ondernemers besluiten er toch een echt feest van te maken. “We zeiden tegen elkaar als we het doen, dan doen we het ook goed. Als eerbetoon aan mijn vader en moeder en omdat het ons commercieel nog wat op kon leveren.” Ze pakken flink uit. Het hele jaar 1996 staat in het teken van het jubileum. Hans geeft een boekje uit over de geschiedenis van de bakkerij, klanten sparen zegels voor een originele Oudshoorn-broodplank

208 200 jaar Hofleveranciers onder oranje

Piet en Jannie Oudshoorn voor de winkel in 1990 / Foto: Els Hansen

met de namen van alle bakkers uit de afgelopen 250 jaar en op het plaatselijke kermisterrein tonen ambachtslieden hun vaardigheid in het maken van speculaas, marsepeinen poppetjes, suikerbeesten en andere bakkersspecialiteiten. Schrijver Maarten ’t Hart opent een expositie over het bakkervak. Hans: “Maarten woonde al enige tijd in Warmond en ik wist uit een van zijn boeken dat hij ooit een zaterdagbaantje had als bakkersknecht.”


HofLev-boek 26-11-13 09:36 Pagina 209

een jaar later de balans opmaken, blijkt de omzet nauwelijks gestegen. Het is duidelijk dat de bakkerswinkel, net als veel andere kleine winkels in het dorp, hun beste tijd hebben gehad. Telde de Warmondse Dorpsstraat voorheen zo’n dertig winkels voor de 5200 inwoners, nu is dat nog maar een handvol. Hans: “In het weekend hadden we nog wel een flinke aanloop vanwege onze speciale broodjes en ons gebak, maar voor de dagelijkse boodschappen ging bijna iedereen naar de omliggende plaatsen.” De niet te winnen strijd tegen het supermarktwezen doet Barbara en Hans in 2000 besluiten het bedrijf van de hand te doen en - onder het motto ‘if you can’t beat them, join them’ - de overstap te maken naar het grootwinkelbedrijf. Hofleverancier Bakkerij Oudshoorn verdwijnt uit het Warmondse straatbeeld en wordt een papieren Vennootschap Onder Firma. Toch zou die VOF jaren later nog van zich doen spreken.

Terug in het eigen dorp Als de gemeente Warmond plannen maakt voor het ontwikkelen van een supermarkt, is Hans de eerste die zich aanmeldt. De politieke besluitvorming verloopt echter traag en in afwachting van zijn kans, begint hij een supermarkt in Den Haag. Eindelijk, in 2007, is het zover: Hans Oudshoorn opent een splinternieuwe Albert Heijn-vestiging in Warmond. Terug in zijn eigen dorp waar de meeste winkels inmiddels zijn verdwenen. Hij ziet het als een overwinning: “Met de komst van deze supermarkt konden Warmonders hun dagelijkse boodschappen weer in het eigen dorp halen.”

Hans en Barbara Oudshoorn en hun vier kinderen in het jubileumjaar 1996 Foto: Bakkerswereld 22 augustus 1996

Maar het hoogtepunt van dat gedenkwaardige feestjaar is een telefoontje van het stadhuis: ‘De aanvraag voor het predikaat Hofleverancier is gehonoreerd’. Dus komt de commissaris van de koningin naar Warmond en overhandigt, begeleid door luid applaus van tevreden klanten, de oorkonde en het koninklijke wapen.

Anders dan vroeger

Anno 2013 is de winkel uitgegroeid tot een druk sociaal trefpunt voor dorpsgenoten, toeristen en inwoners van buurgemeenten. En dat niet alleen. Dankzij de nog steeds bestaande VOF verkoopt de Albert Heijn-vestiging als enige in Nederland de bekende Warmondse Schipperskoeken en ijsmoppen. Hans laat ze maken door een andere bakker, maar verkoopt ze onder de naam Bakkerij Oudshoorn. Zo kwam de Hofleverancier toch weer tevoorschijn en is het voortbestaan van de naam voorgoed gewaarborgd.

Ook anno 2013 heeft Hans Oudshoorn een keurmerk aan de gevel hangen. SKK: het Super Supermarkt Keurmerk. / Foto: JAA-Design

Niet te winnen strijd De festiviteiten en de benoeming tot Hofleverancier leveren het bakkerbedrijf veel publiciteit op. Zelfs een landelijk dagblad schrijft erover. Maar als Hans en Barbara

AH Warmond Dorpsstraat 2 2361 BB Warmond 071-3011919 www.ahwarmond.nl

200 jaar Hofleveranciers onder oranje 209

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Net als zijn ouders hebben Barbara en Hans hun hele ziel en zaligheid in de zaak gestopt. Maar heel bewust op een andere manier dan de vorige generaties bakkers in het familiebedrijf. “Ik zag mijn vader alleen maar met een bakkersbroek aan. Altijd aan het werk. Mijn moeder ook; zij stond van maandagochtend vroeg tot zaterdagavond in de winkel. ’s Avonds na het eten zei mijn vader vaak: ik ga nog een uurtje aan mijn hobby. Dat was de chocolade. Hij maakte prachtige bonbons en chocoladetruffels en met Pasen van die chocolade kippetjes. En toen de kerk honderd jaar bestond, heeft hij het kerkgebouw nagebouwd van suikerklontjes.” Zo’n pure ambachtsman is Hans niet. Zijn drive is vooral het plezier in de bedrijfsvoering. “We wilden het moderner doen en door schaalvergroting het rendement verbeteren. Ik zag daar genoeg voorbeelden van in de regio. Dat wilde ik ook voor Warmond.”


HofLev-boek 26-11-13 09:36 Pagina 210

Oxener a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

sinds 1905

De naam ‘Oxener’ staat gelijk aan pure passie voor schoenen. Oxener is al meer dan 100 jaar een begrip in Apeldoorn en omgeving. Bij ons vindt u een inspirerende collectie schoenen voor dames en heren. Wij zijn trots op het predikaat ‘Hofleverancier’, dat garant staat voor kwaliteit & soliditeit. Daarom zeggen wij met trots dat wij het podium zijn voor de schoenmerken die er echt toe doen. Bent u op zoek naar stijlvolle, trendy, traditionele, elegante of sportieve schoenen? Onze specialisten helpen u graag met het maken van de juiste keuze. Tevens bieden wij u een unieke collectie damestassen en Wolford beenmode. OXENER DAMES Gabor corner / Tod’s / Hogan / Santoni / Lilian / Mephisto Paul Green Chie Mihara / Attilio Giusti Leombruni / Rotta Brunate / Peter Kaiser Candice Cooper / Pertti Palmroth / Poccopazza / Maripe / Volare Durea / Think / Classic Walker / Romika / Hassia / Alexandria / Sioux Waldlaufer / Think

210 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

OXENER HEREN Floris van Bommel / Van Bommell Noble Blue / Blackstone Santoni / Tod’s / Crockett & Joness Giorgio / Ralph Lauren Francesco Benigno / Mephisto Sioux / Clarks / Timberland Ugg / Strober / Greve / OXR

info@oxenerschoenen.nl

www.eerstevanbommelshop.nl

www.oxenerschoenen.nl

Loseweg 59 7315 BC Apeldoorn Tel.: 055 5213709


HofLev-boek 26-11-13 09:40 Pagina 211

Bakkerij

Putter

Putter’s Spijsbrood

Sinds 1855

Putter koestert de historie Het is alsof je een schilderij van Anton Pieck binnenwandelt….de oude bakkerskar waarmee vroeger gevent werd, de gietijzer ovenfrontjes en aan de wand als een grote ansichtkaart de vele foto’s van vroeger. “Uitgangspunt was een winkel waar de klant blij van wordt. Dat je, zelfs als je nog niet aan de beurt bent, toch een warm gevoel krijgt. En gezien de reacties van de klanten zijn we daar prima in geslaagd !” Aan het woord is een enthousiaste Willem Putter, die in juni 2010 van start ging met zijn nieuwe bakkerswinkel aan de Middelweg in Uitgeest. Hij is terecht heel blij met het Predicaat ‘Hofleverancier’ dat hij sinds 2007 mag voeren. De bakkerij bestaat al sinds 1855 en is opgericht door Jan Putter, gevolgd door Hein, Antoon, Wim en de huidige eigenaar Willem. Een rijke historie, met de bekroning van twee specialiteiten waar de bakker zich in de loop der jaren mee onderscheidde: het wereldberoemde Putter’s Spijsbrood waarop het Nederlands octrooi werd verleend, én de vermaarde Putter’s OudhollandseTulband. Allebei naar het recept van Opa Antoon, heerlijk !

Aan de achterzijde wordt aan de toekomst gebouwd, met o.a. een vrieskelder en een uitbreiding om nog efficiënter te kunnen werken. Nog steeds wordt hier elke nacht het deeg gekneed, en de ovens gestookt. Daarbij is Willem Putter één der weinige bakkers die de hulpgrondstoffen voor het brood nog zelf samenstelt. En dat is sterk bepalend voor de smaak én kwaliteit. Naast de winkels in Uitgeest is er ook ‘n vestiging in Krommenie en Limmen.

Putter’s Specialiteiten Bakkerij Uitgeest: Middelweg 113 Tel: 0251 312426 Langebuurt 55 Tel: 0251 312342 Limmen: Hogeweg 159 Tel: 072 5051562 Krommenie: Ruimtevaartlaan 54a Tel: 075 6285579 bestel@bakkerijputter.nl www.bakkerijputter.nl

200 jaar Hofleveranciers onder oranje 211

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

De oude bakkerswinkel aan de Langebuurt in Uitgeest waar het allemaal begon, ademt nog die verrukkelijke nostalgie van weleer. Zoals de kleine etalage met authentiek gebrandschilderde ramen, en ’n krakende houten vloer. En met her en der allerlei oude bakkersvoorwerpen van vroeger, oogt dit piepkleine winkeltje als een soort ‘winkel van toen’, ’n levend museum dus.

De zalige bakkersgeur spreekt boekdelen, en Willem vertelt lachend: “als we in het najaar speculaas en taaitaai bakken, ruik je dat in de hele straat !”


HofLev-boek 26-11-13 09:41 Pagina 212

De Kroon 21 4261 TW Wijk en Aalburg Nederland Tel: +31 (0)416 692 785 Fax: +31 (0)416 693 228 info@vdpol.nl www.vdpol.nl

D. van der Pol en Zonen B.V.

Het bedrijf D. van der Pol en Zonen n B.V. V is ontstaan in 1885. Joost V. van der Pol begon in dat jaar de verkoop van roomboter aan huis en via de markten. Lopend met een juk met twee zware manden is dit het begin van het familiebedrijf wat zich tot vandaag bezighoudt met het product roomboter. Tot 2000 zijn verschillende generaties Van der Pol werkzaam geweest en hebben leiding gegeven aan de opbouw van het bedrijf. Naast het verpakken en de handel in boter is vanaf 1980 ook de productie en verkoop van basisdegen een belangrijke bedrijfsactiviteit geworden. In 1985 heeft het de Koningin behaagd het familiebedrijf te onderscheiden met het predicaat "Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier". Dit pre-

dicaat bestaat al tweehonderd jaar en wordt door regerende vorsten toegekend aan ondernemingen die zich onderscheiden door kwaliteit, soliditeit en continuïteit. Deze Koninklijke beschikking is in 2011 verlengd voor nog eens 25 jaar en daar zijn wij zeer trots op. Van der Pol behoort tot de grotere leveranciers van roomboter en roomboterproducten in Nederland. We verpakken de boter ook in allerlei soorten en maten verpakkingen. Ook het maken van roomboterfiguren is ons specialisme. Naast roomboter is Van der Pol een belangrijke producent van zowel diepgevroren als verse basisdegen, zoals blader- en croissantdeeg. We leveren aan veel bakkerijen in Nederland en zijn altijd op zoek naar de beste kwaliteit.

Boogschutterstraat 14 5015 BW Tilburg Tel. (013) 58 35 835 Fax. (013) 58 35 858 E-mail : info@panhuijsen.nl

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

www.panhuijsen.nl

Panhuijsen Panhuijsen Verpakkingen is van oudsher een familiebedrijf, opgericht in 1903 in het centrum van Tilburg als toeleverancier voor de lokale textielindustrie. Met de komst van golfkarton, stretchfolie, maar ook verpakkingsmachines en vele materialen meer, is Panhuijsen uitgegroeid tot een industriële groothandel in verpakkingsmaterialen en –machines. Wij beleveren tal van verschillende branches door heel Nederland, met een alomvattend assortiment. Van plastic zakjes tot palletboxen, van elastiekjes tot machinerekwikkelfolie, van nietapparaat tot palletwikkelaar. Onze afnemers kunnen putten uit een groot standaard assortiment aan materialen en machines, veelal direct uit voorraad leverbaar. Ook voor maatwerkoplossingen en gedegen advies is men bij Panhuijsen aan het juiste adres.

212 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Ons hechte team zet zich dagelijks in voor kwaliteit en service. Persoonlijk contact staat centraal, net zoals toegankelijkheid. Door actief met de markt en klanten te communiceren, loopt de organisatie altijd voorop. Partnership is een belangrijke doelstelling en een uitstekende manier om duurzame zakenrelaties aan te gaan. Dagelijks staan wij met kennis en kunde voor u paraat, zowel op kantoor als op de weg. Niet voor niets luidt onze slogan “voorRAAD in verpakkingen”


HofLev-boek 26-11-13 09:41 Pagina 213

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 213


HofLev-boek 26-11-13 09:41 Pagina 214

Reedijk Wonen B.V. te Strijen De grondslag voor Reedijk Wonen werd gelegd in 1886 door overgrootvader De Winter, die met zijn vrouw een manufacturenzaak startte in Strijen. In 1941 werd er, naast manufacturen en modecollecties, een collectie meubelen en woninginrichtingsartikelen toegevoegd. Door de jaren heen is Reedijk Wonen uitgegroeid tot een begrip in de regio en sinds 2002 gevestigd in een markant pand met een inspirerende showroom van 10.000 m2 met daarin een zeer gevarieerd aanbod op het gebied van woninginrichting; meubelen in diverse stijlen, slaapkamers en keukens.

Historie Vanuit de manufacturenzaak nam de schoonzoon van Arie de Winter, Leendert Reedijk, samen met dochter Elizabeth de Winter, de winkel over in 1909. De zoon van Leendert en Elizabeth Reedijk, Arie Reedijk, breidde vanaf 1941 samen met zijn vrouw, Anna Reedijk-Dalm, naast manufacturen en modecollecties de collectie uit met meer meubelen en woninginrichtingsartikelen. Zij kregen 6 kinderen (zie familiefoto). Vlnr onderste rij; Anja van Drongelen-Reedijk, Arie Reedijk, Anna Reedijk-Dalm, Piet Reedijk. Vlnr bovenste rij; Leen Reedijk, Arie G. Reedijk, Wim Reedijk, Ben Reedijk. Alle kinderen van Arie en Anna Reedijk-Dalm zijn in diverse functies in het familiebedrijf werkzaam cq. werkzaam geweest. Reedijk breidde in 1971 uit met een nieuwe speciaalzaak met 5 etages in meubelen en woningtextiel aan de Boompjesstraat 21. In 1982 breidde Reedijk opnieuw uit met een pand aan de Handelstraat 32, dat tegenwoordig het centrale magazijn is van Reedijk Wonen.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Hier en nu Op 7 februari 2002 werd de huidige woonwinkel aan de Edisonweg 2 feestelijk in gebruik genomen. Omdat er goede ervaringen waren met split-

De familie Reedijk in 1991 - 50 jarig huwelijksjubileum van Arie Reedijk en Anna Reedijk-Dalm.

level afdelingen in het pand aan de Boompjesstraat 21, is ook hier dit concept toegepast, aangevuld met hellingbanen en twee liften. Hierdoor is het gehele pand goed toegankelijk voor minder validen en gezinnen met kleine kinderen (kinderwagens, buggy’s). Er is een grote diversiteit aan vloervelden die ieder hun eigen sfeer en concepten weergeven. Na ruim 127 jaar is Reedijk Wonen nog steeds een echt familiebedrijf waarin de vierde en vijfde generatie werkzaam zijn, samen met een hecht team van vakkundige medewerkers. Net als vroeger vormen service, kwaliteit en betrouwbaarheid de grondslag van het huidige zaken doen. In 2011 heeft het Hare Majesteit de Koningin behaagd Reedijk Wonen het recht te verlenen tot het voeren van het Koninklijk Wapen met de toevoeging “Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier”. Wij vinden dit de kroon op ons werk en zijn hier zeer trots op.

Boompjesstraat 7 te Strijen rond 1900 (2e pand links). Dit pand is als winkel 110 jaar in gebruik geweest.

214 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Reedijk Wonen BV Edisonweg 2 3291 CK STRIJEN tel: 078-6748485 fax: 078-6745020 info@reedijkwonen.nl www.reedijkwonen.nl


HofLev-boek 26-11-13 09:41 Pagina 215

Heerlijk, eerlijk vlees Dagverse maaltijden Salades en delicatessen Belegde broodjes BBQ en gourmet Hapjes en tapas Vleeswaren

GROTESTRAAT 197 5141 JS WAALWIJK TEL 0416 33 77 07 INFO@SLAGERIJVANROESSEL.NL WWW.SLAGERIJVANROESSEL.NL

BESTEL ONLINE robbersenvandenhoogen.nl

WIJNHUIS MET KARAKTER BRUISENDE CHAMPAGNES BIJZONDERE WIJNHUIZEN UNIEKE WIJNGESCHENKEN WIJNMUSEUM PROEVERIJEN KELDER RONDLEIDINGEN

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 215

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

EXCLUSIEVE WIJNEN


HofLev-boek 26-11-13 09:41 Pagina 216

Meesterbakker Roodenrijs

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Meesterbakker Roodenrijs is een brood- en banketbakkerij met 17 winkels in de regio Haaglanden – Westland. Dagelijks wordt er brood gebakken en banket gemaakt in de bakkerij in Rijswijk. Naast de eigen winkels, worden dagelijks bestellingen bezorgd bij ruim 100 afleveradressen in de regio, zoals bedrijfsrestaurants en (zorg)instellingen. Meesterbakker Roodenrijs is sinds 1885 een bakkerij die met liefde en passie brood- en banketproducten maakt. Een familiebedrijf, waar vanaf het begin af aan hard gewerkt wordt, met inzet en plezier. Een bedrijf, dat begonnen is met een droom. De droom van Piet Roodenrijs. Hij wilde dolgraag bakker worden, maar was nog minderjarig. Zijn vader heeft toen een bakkerij voor hem gekocht, zodat hij alvast kon beginnen zijn droom te verwezenlijken. Deze bakkerij is eenvoudig en vervallen, maar Piet was dolblij en bouwt de zaak op tot een bloeiend bedrijf. Piet geeft het bakkersgevoel over aan zijn zoon, Jan Roodenrijs, die de bakkerij van hem overneemt. Jan bakt de lekkerste broden en de hele familie werkt mee in de bakkerij, winkel of bezorgwijken. Door de inzet van alle gezinsleden kon de bakkerij blijven voortbestaan. In de jaren zestig neemt zoon Frans Roodenrijs de bakkerij van zijn vader over. Dan gaan de vernieuwingen hard. Frans heeft van zijn vader en opa geleerd vooruit te kijken en mee te gaan met zijn tijd. Bezorgwijken worden uitgebreid naar de rand van Den Haag. In 1968 wordt het tweede filiaal geopend in winkelcentrum “In de Bogaard” in Rijswijk. Er volgen als snel meer filialen en er wordt een moderne bakkerij gebouwd in de Rijswijkse Plaspoelpolder. In de jaren tachtig trekt Frans zich terug en geeft het stokje over aan zijn zoon, Arjan Roodenrijs, de huidige eigenaar van Meesterbakker Roodenrijs. In 2010 mag de bakkerij het predicaat “Bij Koninklijk Besluit Hofleverancier” ontvangen. Deze eretitel wordt alleen gegeven aan familiebedrijven met een rijke historie en uitstekende staat

van dienst. De hele familie Roodenrijs wordt hiermee verdient in het zonnetje gezet. Het familiegevoel is altijd gebleven, en wordt ook nu nog vastgehouden. Medewerkers moeten zich thuis voelen in het bedrijf, op hun gemak zijn. Ze werken en leren in deze zelfverkozen familie, waar je fouten mag maken en waar je je volledig voor inzet, om samen te komen tot een prachtig resultaat. De winkels van Meesterbakker Roodenrijs zijn eigentijds en gezellig ingericht. De winkelmedewerkers staan met een glimlach klaar en vertellen graag over de producten. Alle winkels zijn uitgerust met een oven, waar de hele dag door verse broodjes en snacks in gebakken worden. De lekkere geur komt u al van verre tegemoet. Doordat er in de bakkerij nog veel zelf gemaakt wordt, kunnen de bakkers ook veel kennis over dragen aan hun bakkersleerlingen. Daar wordt dan ook veel tijd en energie in gestoken. In 2013 is Meesterbakker Roodenrijs uitgeroepen tot “Leerbedrijf van het Jaar”. De hele ‘familie’ is trots.

216 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Meesterbakker Roodenrijs Heulweg 7 2288 GP Rijswijk Tel.: 015-2158111 info@debakkers.nl roodenrijs.meesterbakker.nl


HofLev-boek 26-11-13 09:41 Pagina 217

Haven 1-13, Postbus 35 2870 AA Schoonhoven Tel. 0182 38 2651 info@rikkoert.nl www.rikkoert.nl

Rikkoert juweliers en edelsmeden Rikkoert juweliers is in 1876 opgericht door edelsmid Jacobus Rikkoert en uitgegroeid tot een uniek juweliersbedrijf met zes speciaalzaken. Deze zijn gevestigd in zes Oudhollandse grachtenpanden en een voormalige synagoge. Stuk voor stuk bieden deze bijzondere panden plaats aan een unieke collectie gouden, zilveren en diamanten sieraden, horloges en klokken. In het Silverhuys vindt u de grootste collectie zilveren gebruiksvoorwerpen, antiek zilver en juwelen van Nederland. In een speciale trouwringengalerie worden meer dan 1000 ringen getoond, waaronder de exclusieve huismerkcollectie Rikkoert Ringen met 220 modellen. In het Juweliershuys Rikkoert presenteren we exclusieve horloge- en sieradencollecties van veel internationaal bekende merken. Bij Rikkoert Jewels & Watches vind u alles op het gebied van de betere modemerken. In onze eigen ateliers verzorgen goud- en zilversmeden speciale opdrachten, reparaties en restauraties aan sieraden en groot zilverwerk. Bijzondere aandacht hebben de relatiegeschenken in goud, zilver, verzilverd en brons. Ont-

werp en vervaardiging is mogelijk vanaf één uniek object, maar ook in grote series. De uurwerkmakers repareren en restaureren elk type horloge- of klokkenuurwerk en we zijn aangewezen als officieel service-punt voor veel bekende horlogemerken. De bijzondere bedrijfshistorie van vijf generaties Rikkoert juweliers en edelsmeden in combinatie met de unieke plaats die ons bedrijf inneemt binnen de juweliersbranche wordt nog eens extra onderstreept door de toekenning Atelier Schoonhovens Silverhuys. van het predikaat HofleveranHandgesmede kikkerschaal, het icoon van de cier. Dit wordt bevestigd door Schoonhovense zilversmeedkunst. leveringen die we aan ons Weggegeven door de toenmalige regering als koningshuis hebben mogen 25-jarig huwelijkscadeau aan Prinses Margriet en mr. Pieter van Vollenhoven. doen.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 217


HofLev-boek 26-11-13 09:41 Pagina 218

Bouw- en Schildersbedrijf P. Rijnierse & Zoon b.v. Gevestigd 1793

Ruim twee eeuwen een familiebedrijf a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Rijnierse BV is trots op haar predikaat ‘hofleverancier’ dat in 1993 is verleend door Hare Majesteit Koningin Beatrix. We gaan even terug in de tijd en halen een paar feiten naar voren. In januari 1793 nam een zekere Simon Reinierse, inwoner van Haarlem, het woonhuis met winkel over van de timmermansbaas Willebrodus van Horstok, wonende te Tetterode (Overveen). Hij verzocht daarbij aan de Edele Groot Ambachtsheren zich als timmermansbaas te mogen vestigen, in plaats van gemelde Horstok. Hierop werd welwillend beschikt.

Overname van een schilderbedrijfje Aanvankelijk werden er steeds kleinere werkzaamheden verricht, in hoofdzaak onderhoudswerk aan de buitenplaatsen. Ook werden er doodskisten gemaakt, hetgeen nog blijkt uit de oude boekjes waarin de naam van de overledene, datum en de kosten van de kist werden genoteerd. Later begon de zoon van Simon, Pieter Rijnierse genaamd (nu met ij) grotere werken aan te nemen. Er werden een aantal eenvoudige woonhuizen en bloembollenschuren gebouwd. Begin 1800 werd ook een schildersbedrijfje overgenomen dat gevestigd was in een van de bijgebouwtjes van het timmerbedrijf. Het bedrijf ontwikkelde zich inmiddels steeds meer. Dit werd onder meer veroorzaakt doordat Bloemendaal en Overveen forenzen dorpen werden van families uit Amsterdam en de Zaanstreek; grotere opdrachten volg en zodoende. Mooie villa’s en statige buitenhuizen werden gebouwd. De firma heeft nog vele prachtige bouwtekeningen en ontwerpen in het goed bewaarde archief opgeslagen.

218 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

De entree van de familie Eldering Pieter Rijnierse overleed in 1860. Zijn zoon Simon I zette het bedrijf voort, daarna weer diens zoon Simon II. Deze laatste overleed kinderloos in november 1937. Hiermee kwam een einde aan de ‘Rijnierse’-dynastie. Een neef van echtgenote G.J.J.M. Eldering, die reeds in 1921 in het bedrijf werkzaam was, nam de zaak over en zette het berdijf voort. In september 1972 deed Eldering op zijn beurt de zaak weer over aan zijn jongste zoon A.T.H.M. Eldering. Deze traditie vindt voortgang: zijn zoon Charles is sinds 1988 in het bedrijf werkzaam en werd in 1998 directeur. Rijnierse biedt een uitgebreid scala aan werkzaamheden aan in zowel de bedrijfs- als particuliere sector, variërend van het bouwen van fabriekshallen tot het renoveren van particuliere woningen. Uit bovenstaande foto blijkt dat het bedrijf beschikt over een eigen machinale houtbewerking.

RIJNIERSE BV Zijlweg 13 2051 BA OVERVEEN T: 023 - 52 77 169 F: 023 - 52 60 823 E: info@rijnierse.nl www.rijnierse.nl


HofLev-boek 26-11-13 09:41 Pagina 219

Schoen- en sporthandel Smits Vier generaties Smits hebben "iets" met schoenen in het oude vestingstadje Heusden In 1905 opende Jan Smits zijn eerste schoenenzaak in Heusden. Schoenmaken was huisnijverheid bij uitstek. Nagenoeg alles gebeurde aan huis. De schoenmaker had er zijn leest en els. Schoenen werden gemaakt en (op)gelapt. In de nabij gelegen Langstraat waren de eerste schoenfabrieken voor de massa-productie reeds volop in bedrijf.

Een eeuw Eén eeuw lang was er sprake van een gezond goed functionerend bedrijf dat de klanten aan zich wist te binden. Om die reden ook heeft Hare Majesteit de Koningin bij haar beschikking van 21 november 2005 het recht tot het voeren van het koninklijk wapen met de toevoeging: Bij koninklijke beschikking Hofleverancier verleend aan Schoen- en sporthandel Smits bv te Heusden. Op 21 december 2005 werd de onderscheiding, onder het toeziend oog van vele genodigden, officieel uitgereikt door drs. H.P.T.M. Willems, burgemeester van Heusden. Naast het glunderende echtpaar Harry en Beppie Smits stonden hun dochter en zoon, maar ook alle medewerk(st)ers, die deelden in deze grote eer.

Vier generaties? Na het bereiken van deze buitengewone mijlpaal in het bestaan werd de firma in 2006 overgedragen aan zoon Martijn. Op hem rust de dure plicht dit door de Koningin gegeven recht te behouden.

Smits schoenen Vismarkt 14 5256 BC Heusden telefoon: 0416 661 268 webshop@smitsschoenen.com www.smitsschoenen.com

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 219

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

De bedrijfsvoering paste zich in de loop der tijd aan. Jan's zoon, Martien, was vanaf 1919 eveneens in de firma werkzaam. De winkel floreerde en had klanten vanuit de wijde omgeving. Vooral van over de in 1904 geopende Heusdense brug kwamen klanten uit het Land van Heusden en Altena. Martien had onmiskenbaar de basis gelegd voor de moderne onderneming die de schoenen- en sportzaak thans is. In een eeuw passen hier precies vier generaties. Van vader op zoon werden de verantwoordelijkheden overgedragen. En meer dan ooit dragen vrouwen bij in het wel slagen van de onderneming. Het is hard, keihard werken, weliswaar niet voor karig brood, maar voor een goed belegde boterham. In 1913 werd het roer door Harry overgenomen. In de onderneming werd de steun van zijn vrouw Beppie steeds meer onmisbaar. Voor Harry gold niet alleen een grote belangstelling voor de eigen onderneming, hij is sterk betrokken bij een proces dat begin jaren zestig uitvoering heeft gekregen, de restauratie van de oude vestingstad Heusden. Niet alleen de "eigen" huisvesting werd keurig aan de eisen van monumentenrestauratie voldoende aangepakt, maar ook talloze andere panden. Het oude stadje Heusden was immers verpauperd en vernield door de Tweede Wereldoorlog gekomen. Vandaag de dag is het een voorbeeld van restauratiewerkzaamheden met de toekenning van een geheel andere prijs; de Europese restauratieprijs Urbes Nostrae. Het stadje met wallen en grachten, dat tot het begin van de 19e eeuw tot Holland heeft behoord, is thans een toeristische trekpleister van formaat. Over de eeuwenoude straatklinkers lopen nu drommen toeristen dezelfde weg als de generaties Smits daarvoor. De onderneming gaat zich verder ontwikkelen en naast schoenen komen ook sportartikelen over de toonbank.


HofLev-boek 26-11-13 09:41 Pagina 220

Beddenspecialist Spijker B.V. Wip 2 – 3, 3142 GL Maassluis tel. 010-5912137 spijker@beddenspecialist.nl www.beddenspecialist.nl/spijker

Industieweg 1 5268 BC Helvoirt Tel.: +31 (0)411 64 21 73 Fax: +31 (0)411 64 23 79 www.van-schijndel.nl

SOLIED EN CONCURREEREND

Van Schijndel TransMission

Dit was een deel van de tekst van Lourens Spijker zijn allereerste advertentie waarmee hij zich “beleefd aanbeveelend” voorstelde aan de bevolking van Maassluis. Op 12 februari 1912 startte hij zijn meubelzaak en matrassenmakerij.

Uw zending is onze zorg.

Nu ruim 100 jaar later zijn, zijn kleinzoon Jaap en diens vrouw Anke in Lourens’ voetsporen getreden. Na de meubelzaak, meubelmakerij, matrassenmakerij en stoffeerderij hebben zij zich volledig toegelegd op slaapcomfort. Een toonaangevende en vakgericht specialist voor Maassluis en omliggende regio. De vele vakgerichte prijzen die het ondernemerspaar ontvingen, onderstreept dat nog eens.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Beddenspecialist Spijker, een trots Hofleverancier met een onderscheidend verleden ziet met vakmanschap en vertrouwen de toekomst tegemoet.

220 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Als modern Brabants familiebedrijf met meer dan 125 jaar ervaring onderscheiden wij ons in de professionele, maar nog steeds persoonlijke aanpak. Van Schijndel Transport staat al jaren bekend om zijn kwaliteit. Sinds 1990 heeft Van Schijndel zich gericht op de fijnmazige 24 uurs distributie binnen de Benelux.Van Schijndel Transport is partner in TransMission, het grootste samenwerkingsverband van zelfstandige transport- en distributiebedrijven in Nederland en België. TransMission biedt routevervoer en netwerkdistributie, plus maatwerk services voor, tijdens en na het transport. Het zijn vooral onze klanten die profiteren van TransMission. Zij kunnen bij ons terecht met hun totale vervoerspakket, ze regelen hun routevervoer en netwerkdistributie bij een dienstverlener. Wij bedienen ze met logistiek maatwerk voor alle transportwensen. Alles onder een dak, tegen een scherpe prijs, en altijd van topkwaliteit.


HofLev-boek 26-11-13 09:41 Pagina 221

Joh. Schol bv Historie Het bedrijf Joh. Schol is in 1900 opgericht door de heer Lieven Schol. Zijn vader kwam uit Zeeland en vestigde zich in Zaandam waar hij op het eiland in de Voorzaan aardappelen en groente verbouwde, die weer werden verkocht aan de bemanningsleden van de zeilschepen in de Zaandamse haven. Nog altijd is het bedrijf gevestigd in Zaandam en wordt nog steeds aangevoerd door een zoon van de 3e generatie. Met zeer modern en technische hoogstaand materieel worden 24/7 hijsen transportwerkzaamheden, machineverhuizingen en opslagopdrachten uitgevoerd voor vrijwel de gehele Zaanse industrie en het westelijk havengebied.

1e generatie Lieven Schol (geboren in 1880) maakte zich aan het begin van de 20e eeuw verdienstelijk voor de sterk opkomende Zaanse industrie met vele transport- en verplaatsingsopdrachten. Hij had de beschikking over een paard en wagen, kettingen, katrollen, takels, touwen en ingevette balken. Wat overbleef was inzicht en spierkracht “ellebogenstoom” Door de vele windmolens bestonden de werkzaamheden voornamelijk uit vervangen van donderstenen, wieken, roeden, kapdelen en andere molenonderdelen.

2e generatie In 1951 werd het stokje overgedragen aan de zoon van de 2e generatie Johan Schol. Johan Schol ging op dezelfde voet verder en begon het bedrijf sterk te mechaniseren. Hij kocht twee oude legertrucks (Mack’s) die van het Amerikaanse bevrijdingsleger waren geweest. Deze trucks werden omgebouwd tot zware takelwagens en kregen de bekende gele bedrijfskleur die tot de dag van vandaag nog steeds gevoerd wordt. Er was in die tijd nog bijna geen concurrentie. Niemand benaderde de voorsprong in vakkennis, ervaring en materieel van Joh. Schol in dit zware werk. Hierdoor kon het werkgebied worden uitgebreid tot buiten de Zaanstreek.

3e generatie Door de leergierigheid van de oudste zoon “Johan Schol jr”, werd de vakkennis al snel van vader op zoon overgedragen. In 1975 was het dan zover. Johan Schol jr werd de nieuwe directeur in lijn. Ook hier werd de oude werkwijze gewoon doorgezet en het relatiebestand verder uitgebreid. Het bedrijf voldoet in deze huidige tijd aan alle veiligheidsvoorschriften en is flink uitgebreid om aan de wensen van de opdrachtgever te voldoen en zal ook in de toekomst blijven investeren op het gebied van kwaliteit, veiligheid en materieel.

Joh.Schol B.V. Kalf 33 D 1509 AB Zaandam Tel. 075 - 616 20 70 email: info@scholzaandam.nl www.joh-schol.nl

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 221

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

De industrie ging gestaag over van windkracht naar stoomenergie en daarbij werden de hijs- en transportwerkzaamheden van Lieven Schol steeds zwaarder. De werkzaamheden begonnen te bestaan uit het plaatsen en verplaatsen van opslagtanks, silo’s, zware stoomleidingen, stoomketels, etc.

Omdat weinig andere dit zware werk wilde of konden uitvoeren, kon de firma Schol binnen de Zaanse industrie een enorme reputatie opbouwen.


HofLev-boek 26-11-13 09:41 Pagina 222

Keeping ahead of light.

Geert Knolweg 30 8501 MK Joure Tel: +31 513 41 46 65 info@spanninga.com www.spanninga.com

Spanninga Metaal B.V. specialist in fietsverlichting Het familiebedrijf Spanninga Metaal B.V., opgericht in 1918, is gevestigd in Joure, Nederland. Spanninga was oorspronkelijk gespecialiseerd in de edelmetaalindustrie, maar door de economische situatie van de jaren '30 heeft het bedrijf zich gericht op fietsverlichting. Sinds het formeren van de Spanninga Group in de jaren 90 is het bedrijf uitgegroeid tot een erkend specialist in fietsverlichting met productiefaciliteiten in Nederland, Frankrijk, Taiwan en China. Een specialist dankzij haar innovatieve expertise, haar internationale ervaring en wereldwijde commerciële aanwezigheid. De succesvolle reputatie is het resultaat van wederzijds respect en vertrouwen tussen de klant en het bedrijf. Productkwaliteit en veiligheid zijn twee speerpunten van de Spanninga Group.

De eerste reden om goede verlichting op een fiets te hebben is veiligheid voor de fietser maar ook voor andere weggebruikers. Om de beste veiligheid te waarborgen biedt Spanninga een breed gala van producten van hoge kwaliteit waar je op kunt vertrouwen. Spanninga mag zich (met trots) sinds 1922 'Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier' noemen.

SCHEFMANSCHILDERS B P R O J E C TA F W E R K I N GV Bakkerij In ’t Soete Huis Geldersepoort 9 5911GJ Venlo

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Telefoon: 077 3513401

Bakkerij In ’t Soete Huis In 1892 opende Henri Lamberts de deuren van een

s

Schilderwerken

s

Wandafwerkingen

s

Spuittechnieken

s

Betonreparatie

s

Kunststofvloeren

nieuwe bakkerij in Venlo. Nu, drie generaties later, is Bakkerij In ’t Soete Huis niet meer weg te denken uit de Venlose binnenstad en uit het winkelhart van Venlo-Blerick. Omdat de winkels bijna alle dagen van het jaar zijn geopend kunnen de klan-

P. Schefman Levignelunet 9d 6221 KM Maastricht Tel: +31 (0) 433250150 GSM: +31 (0) 653234197 info@schefmanschilders.nl

ten onophoudelijk blijven genieten van de diverse heerlijke verse broodsoorten, het uiterst verleidelijke gebak en de overheerlijke streekproducten luisterend naar de prachtige namen klöntjesmik, krintemik en nonnevotte. Uiteraard altijd gebracht met Venlose vriendelijkheid en gastvrijheid. De bakkerij is hard op weg naar de gezegende leeftijd van 125 jaar maar blijft door het met plezier en volle overgave leveren van ambachtelijke producten eeuwig jong, vers en knapperig.

222 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

- sinds 1840 -


HofLev-boek 26-11-13 09:41 Pagina 223

Sneeboer Trading BV Sneeboer Trading met als directie Jaap Sneeboer en Wilma Peelen gesteund door een team, wat bestaat uit heel veel familieleden staat internationaal bekend om de beste kwaliteit, roestvast staal, hand-gesmeed tuingereedschap. Het kenmerk van Sneeboer is de synergie tussen nieuw en oud. Onze ambachtslieden zijn constant op zoek naar nieuwe uitdagingen, streven ernaar om nieuwe innovatieve duurzame gereedschappen te ontwikkelen, verbeteringen door te voeren op gereedschappen die hun waarde door de jaren heen bewezen hebben en vergeten gereedschappen te laten herleven. Maar de basis is altijd onze traditionele techniek al dan niet gecombineerd met moderne productiemethoden die vooraf zijn afgewogen. Sneeboer staat ook garant voor het zoeken naar nieuwe markten.

Ambachtelijke kwaliteit als uitgangspunt:

Aambeeld Hoe komt dit gereedschap voor de vakman nu tot stand? Gewoon: met een kolenvuur, een aambeeld en kloppen met hamers. Beelden en geluiden uit vervlogen tijden? Nee hoor, bij Sneeboer maken ze nog steeds gebruik van deze traditionele werkwijze om tuingereedschap te maken. Sterk, scherp, buigt en breekt niet. Om nu niet alle geheimen van de smid te vertellen zijn een paar uitgangspunten toch roestvast staal van de aller hoogste kwaliteit gecombineerd met een jarenlange vakkennis. Het traditionele smeden waarbij de moleculen op elkaar worden geperst, de speciale manier van harden en het leggen van de juiste verbinding tussen hard en zacht materiaal draagt bij tot een taai en veerkrachtig stuk gereedschap. Dit productieproces is zo subtiel dat alleen een zeer ervaren smid een constante kwaliteit bereikt. Hofleverancier, het felbegeerde predicaat als een kroon op al ons werk. 30 Januari 2013 heeft koningin Beatrix bij beschikking ons het recht verleend om het koninklijk wapen te voeren met als toevoeging: bij koninklijke beschikking “Hofleverancier”. Hier hebben wij 3 generaties over gedaan met Sneeboer & Zn de volle overtuiging in de kwaliDe Tocht 3a teit van ons product. Nu is de 1611 HT Bovenkarspel cirkel echt rond: een vast geloof T +31 (0)228 511 365 in ons product, de jarenlange erE info@sneeboer.com varing/beleving gecombineerd www.sneeboer.com met het koninklijk wapen.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 223

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

In Bovenkarspel maakt de familie Sneeboer nu al vele generaties lang hun inmiddels wereldberoemde, hand gesmede tuingereedschap. Arie Sneeboer startte in 1913 als lokale smid voor de bollentelers uit de regio. Vroeger waren de klanten de professionele tuinder maar in de loop der tijden veranderde niet alleen de afzetmarkt, de klantenkring laat inmiddels eveneens een ander gezicht zien. Nu zijn het veelal enthousiaste tuinliefhebsters en tuinliefhebbers die graag een echte “Sneeboer” willen hebben. Het betreft mensen met een passie voor hun tuin, die weten hoe waardevol een goed stuk gereedschap is. Er bestaat zelfs een mogelijkheid om het gereedschap aan te passen aan de lengte van de persoon. Zo hebben wij ook nu ook de “Luxury” vast in ons assortiment, gereedschappen met getailleerde stelen, speciaal op maat gemaakt voor de tuinierende dame of heer. “Booming” markten zijn nu Duitsland maar ook Engeland, Amerika en Australië waar onze nieuw geïntroduceerde gereedschappen zoals de Royal Dutch Hoe, de Wrotter, de bladharken het kindergereedschap een heel goede weg vinden. Het personaliseren van het gereedschap, een manier van denken die we ook terug vinden op onze verpakking: “Good garden tools are like best friends: not easy to find, but they will last a lifetime.”

Van regionaal naar nationaal, van nationaal naar internationaal. Via sneeboer.com, sneeboerusa.com” (USA), sneeboer.com.au (Australië) of sneeboer.jp (Japan) vinden de gereedschappen hun weg naar klanten naar alle uithoeken van de wereld die de gereedschappen op de juiste waarde weten in te schatten. Het grootste nadeel van ons gereedschap komt heel sterk naar voren in onze uitspraak: “Wie ooit een Sneeboer in zijn handen heeft gehad wil nooit meer iets anders.’’


HofLev-boek 26-11-13 09:41 Pagina 224

DamastWeverij in het TextielMuseum. Een beeld van 19deeeuwse Jacquardweefgetouwen, waarop met de hand damast kan worden geweven. Foto: Tommy de Lange i.o.v. TM

Damastwasserij en -opmakerij Auteur: Caroline Boot, conservator kunst en vormgeving TextielMuseum

Het linnen moet zijn, fijn geweven altijd gewasschen, soms gesteven. En ’t geeft de huisvrouw heel wat zorgen voordat het hier is opgeborgen.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Uit: Ik kan huishouden, Leiden z.j. (ca. 1900)

Het wassen van linnengoed was tot in de jaren 1950 een zwaar en omvangrijk werk. De meeste vrouwen deden de was zelf thuis. Het was een proces van meerdere handelingen die over enkele dagen werden gespreid. De welgestelde families konden zich een wasvrouw of linnenmeisje veroorloven of besteedden de was uit. Het fijne damasten tafelgoed werd vaak gewassen door de weverij waar het vandaan kwam. Een goed gevulde linnenkast betekende dat de was één keer per half jaar buiten de deur werd gedaan. In de handleidingen voor de huisvrouw kreeg de behandeling van de was aparte aandacht. Verschillende zeepsoorten en de samenstelling ervan werden belicht en er werd ingegaan op een breed scala aan stoffen en de verschillen in reiniging. Ook de verdere behandeling van de was, zoals bleken, drogen, opvouwen en wegbergen werd besproken. In de eerste helft van de twintigste eeuw was er een reeks van machines op de markt die behulpzaam konden zijn bij het wassen. Dat waren veelal ketels voorzien van een mechanisme om de was door het sop te laten bewegen. Lang niet iedereen kon zich een dergelijke machine veroorloven. In de linnen- en damastweverijen moest het linnengoed voordat het aan de klant werd afgeleverd een heel proces van bleken, wassen en opmaken doorlopen. Ook het door particulieren aangeleverde vuile goed doorliep een deel van dit proces.

224 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Na het weven werd het meterslange goed, bestaande uit meerdere tafellakens, servetten etc., in stukken van ca. 50 meter geknipt. Vervolgens werden deze doeken in ketels of kuipen gekookt om de hars van de vlasvezels en het pap van het kettinggaren uit het linnen te verwijderen. Daarna volgde het spoelen. Soms werd het linnen gebleekt in een licht chloorbad, maar het uiteindelijke bleken vond, tot in de jaren 1950, buiten plaats. Het van nature grauwe linnen werd hierdoor glanzend wit. Op bleekvelden werd het linnengoed dagenlang op palen gespannen en gebleekt door de inwerking van licht en water. Daarna werden de lange lappen gewassen en uitgewrongen door ze door de mangel te halen. In droogkasten of op een droogzolder werden ze te drogen gehangen. Eenmaal droog moesten ze met de hand weer worden bevochtigd en door de kalander gevoerd. Deze zorgde ervoor dat de natuurlijke glans van het linnen werd opgehaald en het doek vlak werd. Dan was het klaar om te worden afgewerkt en opgemaakt. Als het gehele proces van bleken, wassen en drogen achter de rug was werd het linnengoed naar de naaikamer of zoals het bij Linnen-en damastweverij W.J. van Hoogerwou heette, ‘Het Atelier’, gebracht en werden van de lange stukken stof tafellakens, servetten, vingerdoekjes of huishoudgoed geknipt. De zoompjes werden genaaid en eventueel werden op het linnengoed monogrammen geborduurd. De klant kon een tekeningetje sturen van het gewenste monogram of er werd gebruik gemaakt van op de fabriek ontworpen letters. De laatste kreukels werden vlak gestreken en dan kon het goed worden gevouwen, wat volgens strikte richtlijnen gebeurde. Het gevouwen linnengoed werd tot slot voor één nacht in de linnenpers gelegd, om volmaakt glad te worden en messcherpe vouwen te krijgen.


HofLev-boek 26-11-13 09:41 Pagina 225

In de DamastWasserij wordt tafelgoed voor derden nog op een authentieke wijze gewassen en opgemaakt. Foto: Tommy de Lange i.o.v. TM

Daarna ging het naar de pakkamer, waar een lintje om de stapels servetten en het tafellaken werd gedaan en alles in blauw papier, tegen het vergelen, werd verpakt. Tafellakens en servetten behoorden tot een vast onderdeel van de uitzet van de te huwen vrouw uit de betere kringen. Het bezit van een rijk samengestelde linnenkast was haar trots en vertegenwoordigde een grote waarde. In de twintigste eeuw kon men bij de Noord-Brabantse linnenweverijen uitzetten in verschillende prijscategorieën bestellen. In de jaren 1930 varieerde dit van f 150,- voor een eenvoudig pakket tot bijna f 3000,- voor een zeer uitgebreide uitzet.

Houd de linnenkast net Tel nauwkeurig het goed ’t Is de roem van de vrouw Met het Hollandsche bloed En mocht daar na jaren Een leegte ontstaan Vul dan wat ontbreekt Toch maar vlijtig weer aan oud-Hollands gedicht

Sommige weverijen richtten toonzalen in, waar men een uitzet kon samenstellen. Ook gaven de bedrijven stalenboeken en reclamefolders uit, met gespecificeerde lijsten en prijsvermeldingen van de verschillende uitzetten. Vanaf de jaren 1950 werd in de particuliere huishoudens steeds minder tafellinnen gebruikt. De linnenuitzet, eens ‘de trots van de Nederlandsche huisvrouw’, raakte langzamerhand uit de gratie. Men kocht kleinere hoeveelheden en dekte de tafel zonder tafellaken. De placemats en de papieren servetten deden hun intrede.

Door de vernieuwde aandacht voor tafelcultuur kan fraai tafellinnen zich weer verheugen in een toenemende populariteit. In de Wasserij en Opmakerij van het TextielMuseum kunt u uw mooie tafelgoed op een ambachtelijke wijze laten wassen en opmaken. Voor een actuele prijslijst en openingstijden verwijzen we u graag naar de website: www.textielmuseum.nl De wasserij en opmakerij bevindt zich achter de TextielShop van het museum. In dezelfde ruimte ziet u ook de getouwen van de Brabantse weverij W.J. van Hoogerwou & Zonen. De rijke erfenis van dit bedrijf ziet u niet alleen terug in de oorspronkelijke handweefgetouwen, maar ook uit een uitgebreid archief van patroontekeningen, Jacquard kaarten, staalboeken en het aantrekkelijke linnen zelf. Bovendien stelt het TextielMuseum ieder jaar een nieuwe expositie samen waarin damast tentoongesteld wordt uit de omvangrijke collectie van het museum.

Kartonnen patroonkaarten. Met behulp van de Jacquardmachine bovenop het weefgetouw, kan elke kettingdraad naar behoefte worden opgetrokken om de inslagspoel door te laten. De ponsgaten zorgen dat dit op het juiste moment, volgens het patroon, gebeurt. Foto: Tommy de Lange i.o.v. TM

Goirkestraat 96 5046 GN Tilburg 013 536 74 75 info@textielmuseum.nl www.textielmuseum.nl

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 225

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Damastwasserij TextielMuseum


a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

HofLev-boek 26-11-13 09:41 Pagina 226

226 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 26-11-13 09:41 Pagina 227

Al meer dan 100 jaar een van Nederlands meest inspirerende woonwinkels. Van Til Interieur is één van Nederlands meest inspirerende woonwinkels met vrijwel alleen maar internationale topmerken in huis. Sinds 1904 heeft Van Til zich ontwikkeld tot een vooraanstaande interieurspecialist met een landelijke klantenkring. De winkel van ruim 13.000m2 is schitterend gelegen aan het Noordhollands Kanaal en op korte loopafstand van de historische binnenstad van Alkmaar. Een bezoek aan Van Til én aan het gezellige stadscentrum is dan ook een echte aanrader voor een ontspannen dagje uit!

OPENINGSTIJDEN: ADRES: Ma-Di-Wo: 9.30-17.30 uur Noorderkade 1038 Do-Vr: 9.30-21.00 uur 1823 CJ Alkmaar Za: 9.30-17.30 uur Telefoon (072) 5112760

Op 5 minuten loopafstand van de historische binnenstad van Alkmaar.

www.vantil.nl

De grootste keuze in exclusief wonen.

1853

2013

Ambachtelijke slager en Barbecue Specialist

Emile Terpstra

Groeneweg 28 6041 AX Roermond T +31 (0) 475 - 33 28 34 info@kantoorenomgeving.nl www.kantoorenomgeving.nl

Dijkstraat 63 Franeker Tel.0517-392251 www.slagerijemileterpstra.nl

Sinds 2003 mag Slagerij Terpstra zich Hofleverancier noemen, de ”kroon” op 160 jaar werken met passie voor vlees! Sijbe Pieters Terpstra begint op 22 juni 1853 een slagerij aan het Oostvliet in Franeker. Vijf generaties later viert de slagerij haar 160ste verjaardag. Na elf verschillende locaties vestigt de slagerij zich in 1936 aan de Dijkstraat 63, het huidige adres. De Terpstra’s pakken de zaken voortvarend aan. In 1928 gerekend tot één van de modernste Friese slagerijen en in 1960 een Friese primeur met de eerste elektronisch gekoelde toonbank. Emile Terpstra neemt in 1991 de zaak over van zijn vader Johannes. Een ingrijpende verbouwing volgde het jaar erop. Regionaal tot op vandaag het adres voor eigengemaakte ambachtelijk producten en onbetwist de barbecue-specialist.

kantoor en omgeving Ons bedrijf ontving in 1903 voor het eerst het predicaat Hofleverancier, nu dus 110 jaar geleden. In deze turbulente tijd volgen trends en ontwikkelingen elkaar in hoog tempo op. “Het nieuwe werken” en op IT vlak “werken in de cloud” zijn voorbeelden van zo’n ontwikkelingen. Klanten verwachten van ons een eerlijk advies en een correcte begeleiding. Als bedrijf hebben we onze uitstraling en het productassortiment in de afgelopen periode aangepast aan de moderne eisen van deze tijd. Timmermans kantoor en omgeving is op meerdere fronten actief. Een echte “kantoor ontzorger”. Voor alle facetten van kantoor en (de kantoor)omgeving, kan een klant bij ons terecht, met professionele advisering door enthousiaste medewerkers, de juiste producten en een prima prijs/kwaliteit verhouding, gebaseerd op eerlijkheid en vertrouwen. Al vele jaren lang. We zijn klaar voor de toekomst! Voor meer info: www.kantoorenomgeving.nl of bel: 0475-332834.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 227

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Ambachtelijke Slagerij Terpstra

Timmermans


HofLev-boek 26-11-13 09:41 Pagina 228

Postbus 115 9700 AC Groningen Tel.: (050) 317 63 00 e-mail: info@tiktak-segafredo.nl www.tiktak-segafredo.nl

Tiktak World of Coffee Met een fabriek in Groningen en een vestiging in Amsterdam legde Klaas Tiktak in 1870 de basis voor het hedendaagse begrip dat Tiktak geworden is. Toen al erkende Klaas naast vakmanschap en kwaliteit, het belang van duurzaamheid en eerlijke producten. Traditie en een vooruitstrevende blik gaan bij Tiktak dus hand in hand: van oudsher kent Tiktak een Fairtrade lijn in zowel koffie als thee.

(H)eerlijk en bedrijvig Nederlanders zijn een nuchter, bedrijvig volkje. Ze staan bekend om hun zuinigheid, maar vooral ook als harde werkers. ‘Doe maar normaal’ is een veel gehoord credo en zo drinken ze het liefst ook hun koffie. Daarom krijgt je bij Tiktak precies dat waar je om vraagt: zuivere koffie met een authentieke smaak, gebrand naar eeuwenoude, oer-Hollandse traditie.

Tiktak staat voor duurzaamheid en een eerlijk productieproces. Kwaliteit voor de klant en zorg voor de oorsprong van onze producten, die het Fairtrade keurmerk mogen dragen.

Badhuisweg 52 4506 BC CADZAND Telefoon 0117-391426 E-mail info@tack-schilders.nl

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

www.tack-schilders.nl

Schildersbedrijf Tack te Cadzand De geschiedenis van Schildersbedrijf Tack is begonnen bij “baas glazenmaker en verver” Lucas de Meester die voor het eerst in 1741 aangeslagen werd voor het nering geld van de Parochie te Groede toentertijd nog uitgedrukt in Vlaamse ponden. Lucas Tack had in 1798 34 debiteuren samen goed voor een omzet van 266 gulden. Generaties Tack hebben door de tijd heen een regionaal toonaangevend en dynamisch bedrijf opgebouwd, inmiddels gevestigd in Cadzand West Zeeuws Vlaanderen. De boekhouding van het bedrijf tussen de jaren 1798 en 1987 is geheel intact bewaard gebleven en overgedragen aan het Rijks Archief Zeeland voor het nageslacht. Sedert 1991, het jaar van ons 250 jarig jubileum, dragen wij met trots de Eretitel Hofleverancier.

228 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

In navolging van het ondernemerschap uit het verleden zijn wij gereed voor de toekomst door in te spelen op ontwikkelingen en vooruitgang om ons heen hechtend aan traditioneel vakmanschap verrijkt met hedendaagse technologie. Graag gaan wij de uitdaging aan om dit historische bedrijf met trots te manifesteren onder het motto: Tackmanschap is Meesterschap.


HofLev-boek 26-11-13 09:42 Pagina 229

VERW A BEGL RMDE A MAAK ZING OVER T CV BODIG

RAMEN DEUREN SERRES TUINKAMERS STAAL ALUMINIUM MESSING GEHARD GLAS WINKELPUIEN AUTOMATISCHE DEUREN INBRAAKWERENDE TOEGANGSSLUIZEN

SLO EEN TEN VO BED UDIG MET IENEN EEN APP

KOGELWERENDE BALIES ROKERSRUIMTES DIENSTEN REPARATIES METALEN PUIEN VERKOOP ONDERDELEN OUTSOURCEN

BEDRIJFSWEG 9, 6541 DC NIJMEGEN

T +31 [0]24 - 377 09 77

F +31 [0]24 - 377 28 48

INFO@THOONEN.EU

WWW.THOONEN.EU

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 229


HofLev-boek 26-11-13 09:43 Pagina 230

VRIJDAG PREMIUM PRINTING Vrijdag Premium Printing, opgericht op 9 april 1905, is gespecialiseerd in het produceren van verkoopbevorderende etiketten en verpakkingen van hoge kwaliteit. Onder haar afnemers bevinden zich producenten van consumentenartikelen met gerenommeerde merknamen uit de wereld van tabak, dranken, cosmetica en chocolade. De producten van Vrijdag Premium Printing vinden onder andere hun weg binnen Europa, de Verenigde Staten en het Caraïbisch gebied. In haar ruim 100-jarige historie, zag Vrijdag Premium Printing haar hoge kwaliteitsniveau meerdere malen bekroond worden met prestigieuze onderscheidingen.

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

C-box/Vouwdozen

V-box/Klepdozen

Etiketten/Sigarenringen

230 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Vrijdag Premium Printing B.V. Limburglaan 51 5616 HR Eindhoven Nederland Tel. +31 40 251 38 55 Fax +31 40 252 52 79 info@vrijdag.nl www.vrijdag.nl


HofLev-boek 26-11-13 09:43 Pagina 231

Sedert 6 oktober 1836 is op Wijdstraat 20 te Gouda tabakszaak Van Vreumingen gevestigd. Nieuwkuijksestraat 103

Vijf generaties, van vader op zoon, leidden het bedrijf. Met de winkel, met vier verbonden winkels, de tabakskerverij en sigarenfabriek ‘de Koophandel’. Na wo ἸἸ wordt de authentieke winkel tegenover het beroemde Goudse stadhuis voortgezet. Anno 1836

5253 AE Nieuwkuijk Telefoon: (073) 513 00 49 info@walterverhoeven.nl www.walterverhoeven.nl

Walter Verhoeven BV Walter Verhoeven BV (sinds 1880) is een familiebedrijf. Thom en Wim Verhoeven, de huidige eigenaren, zijn de vierde generatie.

Teunis

Dirk G.

Anton & Louis

Loe

Loet

Van Vreumingen Nederlands oudste tabakszaak Wijdstraat 20 2801 kc Gouda 0182 513217

Het bedrijf bestaat uit een enthousiast team hooggekwalificeerde medewerkers, voor wie het vak geen geheimen meer kent. Een bedrijf dat zich door de jaren heen ontwikkeld heeft tot een specialist op het gebied van zink, lood, koper en natuursteen leien. Walter Verhoeven B.V. beschikt dan ook over specifieke kennis van de meest uiteenlopende toepassingen van deze materialen. Ruim 130 jaar ervaring wordt zichtbaar in tal van projecten, die met succes zijn afgerond. Want of het nu gaat om een compleet gootsysteem, een degelijke dakbedekking of gevelbekleding van koper, bladlood, zink of natuursteenleien, Walter Verhoeven B.V. laat zich niet snel uit het lood slaan.

• Je ondanks succes niks verbeelden • Geloven in de kracht van innovatie • Durven te transformeren • De klant centraal blijven stellen

VdR • Nijkerk • +31 (0)33 245 73 24 • www.vdr.nl

200 jaar Hofleveranciers onder oranje 231

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Vier adviezen om 100 jaar te worden:


HofLev-boek 26-11-13 09:43 Pagina 232

Weipoortse polderlandschap.

Kaasboerderij Van Veen Modern ondernemerschap

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Het is een oud landschap, de Weipoort. In de weilanden in dit deel van het Groene Hart zijn hier en daar nog kreekruggen zichtbaar: restanten van prehistorische rivierarmen die later zijn verland. Nog steeds slingert de lieflijke Weipoortse Vliet zich door het land. Ooit zijn de Watergeuzen via die Vliet naar Leiden gevaren om daar het Spaanse beleg van de stad te doorbreken. Dat werd het begin van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de voorloper van wat nu Nederland is. Langs de oevers van de Vliet, wat hoger door kleiafzettingen, naast wat toen nog veenmoeras en natte bossen waren, vestigden zich al veel eerder, in de vroege middeleeuwen, de eerste bewoners. Het moeras werd drooggemalen; later wer-

Monumentale boerderij "Altijd Zorg".

232 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

den de polders voor een deel uitgeveend, vandaar de hier en daar opvallende hoogteverschillen, want soms bevatte het veen te veel klei om winbaar te zijn. Die delen werden niet uitgegraven. & Heel vroeger werd hier nog akkerbouw bedreven, maar door het zakken van de bodem is nu al eeuwen veeteelt de norm. Er is veel hetzelfde gebleven. Nog steeds lopen er sloten en boezems door het oer-Hollandse veenweidelandschap, grazen er koeien aan de rand van de geriefbosjes waar vroeger de boer zijn gebruikshout uit haalde en liggen er met bomen omgeven oude boerderijen. Aan de horizon reiken kerktorentjes ten hemel en markeren molens de plek waar water uit de diepste polders wordt gemalen, tot het uiteindelijk via de Leidse Rijn wordt afgevoerd naar Katwijk. Nog steeds staan overal wilgen, essen en elzen. Heel geschikt voor klompen, stelen en paaltjes, beschoeiingen. Maar er is ook veel veranderd: in plaats van vijftig boeren, zoals vroeger, zijn er nog veertien; het meeste werk op de boerderij gebeurt nu machinaal; er zijn geen knechten en meiden meer; er lopen andere koeienrassen in de wei, die per koe veel meer produceren, en het zijn er per bedrijf ook nog eens veel meer. Vroeger waren er in de buurtschap heel wat winkeltjes. Die zijn allemaal verdwenen, al kun je hier nog wel eieren, roomboter, karnemelk, boeren-Goudse en boeren-Leidse kaas, yoghurt, tuinplanten en openhaardhout kopen. Het opvallendste is nog wel de oprukkende verstedelijking: aan de horizon is behalve kerktorens en molens inmiddels ook de skyline van Den Haag, Zoetermeer en Leiden te zien. Maar Sjaak en Karin van Veen, die al hun hele leven hier wonen, zien de drukte om hen heen juist als een kans: al die mensen komen recreëren in het Groene Hart en zijn dus potentiële klanten. En dan kunnen ze ook nog eens meemaken hoe een boerderij/kaasmakerij reilt en zeilt. Een moderne boerderij. Want al dateert het monumentale ‘Altijd Zorg’ uit 1730, is de recent vernieuwde kap nog steeds van riet en is het houtwerk in traditionele kleuren geschilderd, de bedrijfsvoering is volledig modern. Met respect voor dier en landschap, dat spreekt vanzelf. De familie Van Veen woont en


HofLev-boek 26-11-13 09:43 Pagina 233

Winnaar Agrarisch Ondernemer 2009!

vaak zijn die kinderen nog nooit op een boerderij geweest. ‘Hebben jullie hier een computer? Echt waar? En internet?’ Creatief zijn, je onderscheiden van de middelmaat, publicitair aan de weg timmeren, liefde voor het vak, met je tijd meegaan zonder het oude te verloochenen – dat is modern ondernemerschap.

Sjaak en Karin tussen de "Zoeterwoudse Boerengoudse".

Kaasboerderij van Veen Weipoortseweg 72a 2381 NG Zoeterwoude Telefoon: 071 - 580 11 54 of 06 - 44 44 79 60 info@kaasboerderijvanveen.nl www.kaasboerderijvanveen.nl

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 233

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

werkt hier al honderd jaar. Vier generaties. Kortgeleden hebben ze hun eeuwfeest gevierd. De helft van de melk die de 75 koeien leveren wordt verkaasd. Jaarlijks wordt ongeveer dertig ton kaas geproduceerd, veel meer dan een generatie terug. Dat is een bewuste keuze: kaas geeft meerwaarde. Er wordt ook veel meer kaas dan vroeger aan huis verkocht. Het grootste deel gaat toch nog steeds naar de groothandel. We hebben het dan over kaas die nog maar drie weken oud is. Daar wordt de kaas in pakhuizen afgerijpt. Samen met tien andere zelfkazende boeren is drie jaar geleden de Groene Hart Coöperatie opgericht. Inmiddels is die coöperatie sterk gegroeid: er maken nu al dertig producenten deel van uit. Die komen allemaal uit het Groene Hart, dus Noord- en Zuid-Holland en Utrecht. De coöperatie verkoopt niet alleen kaas, maar ook andere agrarische producten aan restaurants en de detailhandel. Naast de traditionele Goudse kaas worden er ook allerlei kruidenkazen gemaakt en, heel bijzonder, want als enige in Nederland, kilokaasjes in de vorm van een hart (in geel, rood én, jawel, roze), een tulp en een wapenschild. De mallen voor die kaasjes zijn in eigen beheer gemaakt. Vooral het hartje heeft veel publiciteit opgeleverd: in februari 2002 stond Karin met haar rode Valentijnshartjes op de voorpagina van De Telegraaf. Mede daardoor zijn Sjaak en Karin in 2009 door beroepsjury én publiek verkozen tot Agrarisch Ondernemer van het Jaar. Eerder, in 2003, was koningin Beatrix al langs geweest voor een werkbezoek. & Vanwege hun verkiezing werden Karin en Sjaak in 2009 met een aantal andere Nederlandse smaakmakers uitgenodigd voor een lunch bij Willem-Alexander en Máxima. En – drie keer is koninklijk scheepsrecht – in 2013 werden ze uitverkoren tot hofleverancier. Een van de voorwaarden was dat het bedrijf minstens honderd jaar bestaat. Dat konden ze aantonen, want Sjaaks grootvader Cornelis, afkomstig uit Aarlanderveen, bij Alphen, heeft het toenmalige boerenbedrijf in 1913 aangekocht. De akte is er nog steeds. Een hele eeuw dus. Willem-Alexander, inmiddels koning, kon er dus niet meer onderuit: een van zijn eerste handelingen was het toekennen van het predicaat Hofleverancier, op 27 mei 2013. Maar het bedrijf draait niet alleen om boerenkaas. Ook de melk die ze nog steeds aan de fabriek leveren, is al 26 jaar prima in orde. Daarvan getuigen de (steeds grotere) Makkumer borden die ze om de vijf jaar van de melkfabriek krijgen. Karin en Sjaak staan midden in de maatschappij. Een paar jaar geleden is hun hooiberg verbouwd tot winkel-,vergader- en educatieruimte. Steeds vaker worden hier bezoekers ontvangen, ook uit het buitenland, die belangstelling hebben voor hoe een moderne melkveehouderij functioneert. Maar er komen ook veel klassen uit omliggende steden langs, en


HofLev-boek 26-11-13 09:43 Pagina 234

VLIEGENTHART B.V. a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Olie- en vernisfabriek ‘Welgelegen’, sinds 1839 (Bijna) 175 jaar modern en ambachtelijk Olie- en Vernisfabriek Vliegenthart uit Tiel viert in 2014 zijn 175-jarig bestaan en is, misschien wel juist door die lange geschiedenis, anno 2014 helemaal bij de tijd en modern. In die 175 jaar is het bedrijf altijd met de tijd en met de markt meegegroeid. Sinds de oprichting in 1839 heeft het zich ontwikkeld tot een gerenommeerde en betrouwbare partner voor de wereldwijde verf- en drukinktindustrie. Vliegenthart is specialist in hoogwaardige grondstoffen en produceert een uitgebreid assortiment plantaardige oliën, afbijtmiddelen, verfdrogers en bindmiddelen, ook worden er vernissen en lakken op maat gestookt.

234 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Een van de oudste chemische bedrijven in Europa De eerste olieslagerij van Vliegenthart werd in 1839 in een windmolen in Zwijndrecht gestart door Leendert Vliegenthart. In de olieslagerij werd aanvankelijk alleen lijnolie gemaakt, een snel drogende oliesoort, die door zijn drogende eigenschappen goed kon worden toegepast bij het maken van verf. Maar ook in drukinkt en zeep werd lijnolie gebruikt. Ook toen al werd er efficiënt omgegaan met de grondstoffen; het uitgeperste lijnzaad verkocht Leendert Vliegenthart als veevoer. Het bedrijf groeide gestaag en kwam in 1869 echt goed tot bloei door de opening van een tweede vestiging in Delft. Daar werd het groots aangepakt, met behalve een windmolen ook een stoomolieslagerij (‘de Jonge Jacob’). De zoon van Leendert, Leendert Jr, werd verantwoordelijk voor de nieuwe vestiging onder de naam L. Vliegenthart Delft. Door de gunstige


HofLev-boek 26-11-13 09:43 Pagina 235

ligging aan de Scheepmakerij, aan de Schie, konden de grondstoffen gemakkelijk worden aangevoerd via de haven van Rotterdam en mede door die logistiek gunstige ligging kreeg de fabriek bekendheid onder de naam ‘Welgelegen’. Tot ver in het begin van de vorige eeuw floreerde het bedrijf, dankzij een bloeiende handel in lijnolie, veekoeken en aanverwante producten.

Voorspoed in moeilijke tijden Rond de jaren twintig werd olieslaan in Nederland minder rendabel, waardoor meerdere olieslagerijen gedwongen werden hun deuren te sluiten. Inmiddels stond Joan Vliegenthart, de kleinzoon van Leendert junior aan het hoofd van het bedrijf, en hij zag in de malaise juist een nieuwe kans. Hij schakelde in de crisisjaren over op het bewerken van ruwe plantaardige oliën uit Zuid-Amerika, en de groei die daaruit voortkwam, zorgde ervoor dat Joan Vliegenthart de fabriek verder kon uitbouwen. Dit was een belangrijke stap in het verstevigen van het fundament van de firma. Het fundament waarop in de toekomst nog veel verder gebouwd zou gaan worden.

Leendert Vliegenthart

Met grote stappen naar grote groei Naast het koken van olieën legde de firma Vliegenthart zich ook toe op het zuiveren en bleken ervan. Ook werden nieuwe producten zoals verfdrogers en afbijtmiddelen aan het assortiment toegevoegd. Omdat de vraag naar hoogwaardige lakken en vernissen toenam, werd ook de vernisstokerij nieuw leven ingeblazen. Fabrikanten wisten Vliegenthart steeds vaker te vinden voor het uitbesteden van productieprocessen. De kleinschaligheid van het bedrijf maakte het mogelijk om flexibel op de markt in te spelen en de producten rendabel op maat te produceren. Dat is tot op de dag van vandaag de grote kracht van Vliegenthart. Joan Vliegenthart is tot 1979 aan het bedrijf verbonden geweest. Kort daarna heeft Robert A. le Rütte het bedrijf overgenomen van de laatste stamhouder, Leendert Jan Vliegenthart, toen hij het bedrijf verliet. Le Rütte bouwt sindsdien voort op de pijlers, die de firma sinds het allereerste begin gedragen hebben: Traditie & Vooruitgang, Ambacht & Vernieuwing. Halverwege de jaren negentig was het bedrijf dusdanig gegroeid dat de vestiging in Delft niet meer voldeed aan de productieeisen. Dat leidde tot de tweede grote verhuizing in 1997, ditmaal naar het moderne productiecomplex in Tiel, waar Vliegenthart nu gevestigd is. Deze volledig op de productieprocessen ontworpen fabriek heeft wederom een uitstekende ligging, in het bijzonder ten opzichte van de havens van respectievelijk Rotterdam en Antwerpen. Belangrijk, omdat een groot deel van de productie wordt geëxporteerd naar landen over de hele wereld.

Vliegenthart de toekomst in Zoals dat altijd is gegaan, zal Vliegenthart ook in de toekomst op zoek blijven naar verbeteringen in technieken en in producten. En in nieuwe manieren om de klant beter van dienst te zijn. In deze tijd speekt duurzaamheid daarbij uiteraard ook een zeer grote rol. De meeste van de producten van Vliegenthart zijn volledig milieuvriendelijk, iets dat door veel klanten zeer wordt gewaardeerd, en vaak zelfs wordt verwacht: “De zorg voor onze leefomgeving neemt een centrale plek in binnen de bedrijfsfilosofie. Het productiecomplex in Tiel is verantwoordelijk voor alle Vliegenthart-producten en combineert efficiency en flexibiliteit met duurzaam ondernemerschap. Onze geavanceerde technische installaties voorkomen onnodige belasting van het milieu en bieden de medewerkers een verantwoorde werkomgeving.”

Werknemers die overigens vaak ook duurzaam verbonden zijn aan het bedrijf. Want bij Vliegenthart draait alles om de tevredenheid van de afnemer én om het welzijn van de medewerkers, die met volle inzet en met al hun vaak jarenlange kennis en ervaring zeer betrokken zijn. Naast de vele grote ontwikkelingen die Vliegenhart in bijna 175 jaar heeft doorgemaakt en de voortdurend sterke drang tot modernisering, heeft Vliegenthart het ‘goede van het verleden’ altijd hoog in het vaandel gehouden. En scherp in het vizier bovendien. Wie de fabriek vandaag de dag bezoekt, voelt dat meteen bij binnenkomst. De negentiende-eeuwse Delftse directiekamer heeft een prominente plek in het voor de rest overwegend moderne productiecomplex gekregen, en ook de vele oude stookketels en andere werktuigen uit het verleden geven blijk van het respect voor de geschiedenis. Die combinatie van oud en nieuw legt op een fraaie manier bloot, waar het bij Vliegenthart Vliegenthart B.V. om draait: de ambachtelijke Zuiderhavenweg 42 aandacht voor de wensen van 4004 JJ Tiel haar klanten. Want wat er ook is Tel.: +31 344 633336 veranderd, dát is al sinds 1839 Fax: +31 344 631616 een onwrikbare factor in de beinfo@vliegenthart.com drijfsvoering.

www.vliegenthart.com

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 235

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

In 1989 bestond Vliegenthart 150 jaar. Ter gelegenheid van dit jubileum heeft de toenmalige Koningin Beatrix Vliegenthart het recht verleend tot het voeren van het Koninklijk Wapen, met de toevoeging ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’.

Robert A. le Rütte


HofLev-boek 26-11-13 09:43 Pagina 236

Parketvloeren-Afbouwprojecten-Schuifwandkasten-Interieuradvies

Horsterweg 38 5975 NB Sevenum Tel. 077-4672244 Fax. 077-4673045 E-mail : info@verhaagparket.nl www.verhaagparket.nl

Verhaag Geworteld in een rijke historie In 1902 begon L. Verhaag een timmerbedrijf in Sevenum en legde de basis van het huidige bedrijf. Zoon Piet zette het bedrijf voort en veranderde de naam in Aannemersbedrijf voor burgerlijke utiliteitsbouw. Hij richtte zich op de bouw van woningen en bedrijven. Onder de naam “Gebroeders Verhaag” zetten zijn zonen Joost en Hay het bedrijf voort. Zij hielden zich bezig met de afbouwfases in de bouw en legde zich steeds meer toe op systeemplafonds, -wanden en parketvloeren. De 4e generatie, Chantal en Henk Lucassen-Verhaag en Udo en Carlijn Verhaag-Jans (dochter en zoon van Joost Verhaag), is zich er van bewust dat mede dankzij de zeer gedegen basis, het bedrijf met stevige voeten in de markt staat. Dat is het fundament waarop zij bouwt aan de toekomst. Het predicaat is de kroon op een eeuw ambachtelijk vakmanschap. Verhaag is springlevend, gerenommeerd, vertrouwd en vakbekwaam. Binnen het gecombineerde bedrijf kan de 4e generatie zich ontplooien en komen

kennis en vaardigheden optimaal tot uiting. Door de branche goed te observeren zijn zij op de hoogte van de noviteiten en springen zij direct in op de specifieke wensen van hun afnemers. Het nieuwe bedrijfspand dat in 2008 werd geopend stelt hen in de gelegenheid om producten optimaal te presenteren. Het belang van certificeringen staat hoog in het vaandel. Het bedrijf durft zich kwetsbaar op te stellen en laat zich door derden controleren, beoordelen en adviseren. In 2008 was Verhaag winnaar van de Ondernemersprijs Horst aan de Maas. In de voorafgaande jaren heeft Verhaag haar medewerking verleend bij de realisatie van diverse mooie projecten binnen de projectmarkt en de particuliere markt; groot en klein, gewoon en bijzonder. De 4e generatie, resp. Henk Lucassen, Udo Verhaag, Carlijn Verhaag, Chantal Lucassen

Brusselsestraat 37 St. Maternusstraat 2a Maastricht T. 043-3212616 / 043-3215106

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

www.slagerijwillems.nl

Slagerij Willems sinds 1890 Slagerij Willems sinds 1890 in Maastricht is al vier generaties een ambachtelijk familiebedrijf. In onze modern uitgeruste slagerij worden alle specialiteiten, vleeswaren en kant en klare producten vervaardigd die op nationale vakwedstrijden regelmatig met de hoogste eer strijken.

Sinds 1992 zijn de broers, Jean-Paul en Servé Willems eigenaar van het familiebedrijf

Scharrelvlees Sinds de overname in 1992 verkopen en verwerken de broers scharrelvlees. Een ouderwets (h)eerlijk sappig stukje vlees, vol van smaak en zonder groeihormonen of antibiotica. U vindt meer informatie over scharrelvlees op onze website.

Geschiedenis De geschiedenis begint in 1890 toen overgrootvader Johan Willems als landbouwer/spekslager vlees verkocht op zijn boerderij. In 1895 begon hij een slagerij aan de Grote Gracht en verhuisde in 1907 naar de Brusselsestraat. Daar is de slagerij nu nog steeds gevestigd. Enkele tientallen jaren waren “kinderen Willems” eigenaar, waarna in 1929 opa Sjeng Willems de zaak overnam. Vanaf 1958 stond Willie Willems (de vader van de huidige eigenaren) aan het roer.

236 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Werkplaats De werkplaats van Slagerij Willems op de Brusselsestraat 37 is up to date en voldoet aan de hygiënecode voor het slagersbedrijf. Alle producten die daar worden vervaardigd worden verkocht in de winkel ter plaatse of in ons filiaal op de St. Maternusstraat 2a. Voor meer info en ons volledige assortiment: www.slagerijwillems.nl


HofLev-boek 26-11-13 09:43 Pagina 237

De kroon op ons werk - Binnen- en buitenschilderwerk - Behangwerk en diverse decoratie technieken - Kleine klus of groot project - Kwaliteit, betrouwbaarheid en duidelijke afspraken staan al 4 generaties centraal in ons familiebedrijf.

J.G. de Witt De Echte Bakker Hoofdstraat 66, tel (071) 361 25 06, Noordwijk Keyserswey 48, tel (071) 364 68 33, Noordwijk

Vraag vrijblijvend een gratis offerte bij ons aan! website: www.winnubst-bv.nl Tel: 070-5113164 mail: wassenaar@winnubst-bv.nl

Tinnegieter 54 9502 EX Stadskanaal t: 0599 - 322401 zandstra@schilderwerken.nl www.zandstraschilderwerken.nl

Meer dan 125 jaar traditioneel vakmanschap Zandstra Schilderwerken staat al 125 jaar garant voor traditioneel vakmanschap in de schildersbranche. Het familiebedrijf zoals dat ooit is opgericht door de heer Zandstra staat nog steeds aan de basis: betrokkenheid is binnen het bedrijf een groot goed. Op basis van de ambitie en het ondernemerschap van de nieuwe eigenaar Bert Eling heeft het bedrijf zich echter in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een modern en capabel schildersbedrijf, waarbij het predicaat hofleverancier ook met trots gedragen wordt. Het allround schildersbedrijf bouwt met zo’n 30 vakmannen dagelijks voort op de jarenlange ervaring in het schildersvak. De particuliere en zakelijke klanten kunnen rekenen op hoogstaande service en duurzame kwaliteit welke binnen het complete productpalet gewaarborgd worden: van schil-

derwerk tot renovatie en van beglazing tot complete wandafwerking. Directeur Bert Eling stelt dat de kracht van elk succesvol en bedrijf schuilt in het volgende: “onze klanten moeten tevreden zijn.” Dit blijkt naast kwaliteitsmanagement ook in te houden dat men continu oog heeft voor innovatie binnen het schildersvak. De ervaren vakmensen van Zandstra Schilderwerken dragen binnen het bedrijf hun kennis en ambacht over aan de volgende generatie en… nieuwe werkwijzen worden ook vanuit de nieuwe garde intern overgedragen. Op die manier waarborgt Zandstra Schilderwerken de succesvolle wisselwerking tussen ambacht en innovatie. In meer dan een eeuw bedrijvigheid heeft Zandstra Schilderwerken met deze visie een goede naam opgebouwd in Noord-Nederland.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 237

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Zandstra Schilderwerken


HofLev-boek 26-11-13 10:43 Pagina 238

Het huidige bedrijfspand van Zalsman B.V. in Zwolle.

Het kán, bij Zalsman! Passie voor grafisch vakwerk en brede dienstverlening is al sinds 1857 het leitmotiv van familiebedrijf Zalsman B.V. Nationaal en internationaal opereert men vanuit Zwolle en Kampen, en worden vele bedrijven en organisaties voorzien van druk- en printwerk, en ICT- en logistieke oplossingen. Trots als een pauw hangt het hofleverancierslogo op de gevel van het bedrijfspand. Voor de bezoekende relaties en de inmiddels meer dan honderd vakmensen die er werken een reminder aan het streven naar topkwaliteit!

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

In 1857 werd de firma Zalsman in Kampen gevestigd. Voor de stichter, Gerhardus Philippus Zalsman (1834-1910), lag de vestigingsplaats Kampen voor de hand. Het centrum van de kerken waartoe hij behoorde lag in Kampen, waar sinds 1854 de Theologische School was gevestigd. "Theologen willen publiceren en het kerkvolk heeft voorlichting nodig, genoeg werk voor een boekhandelaar" moet hij gedacht hebben. Destijds

was boekhandelaar een weids begrip: naast de verkoop van oude en nieuwe boeken, viel ook het uitgeversvak, al dan niet met inbegrip van het zetten, drukken en binden, tot het pakket van werkzaamheden. Zalsman begon dus als uitgever, en gedrukt werd er elders, zoals bij Thieme & Cie te Arnhem. De boekhandel annex boekbinderij Zalsman was aanvankelijk gevestigd aan de Slagjesmarkt (Botermarkt). Maar al spoedig kocht Zalsman zelf een drukpers en werden er theologische brochures, stichtelijke werken, schoolboeken, kinderprenten en almanakjes in allerlei soorten en maten gedrukt. In 1872 werd het grote huis van de douairière Wttewaal van Stoetwegen aan de Broederweg, deels aan de Vloeddijk gelegen, gekocht en betrokken. Bij dit pand behoorde een koetshuis in de Groenestraat dat tot drukkerij werd ingericht.

Van vader op zoon Zoon Philippus Zalsman (1870-1954) leerde het vak spelenderwijs. Zijn vader liet hem zijn ambitie volgen en zo heeft hij enkele jaren de nieuwste druktechnieken kunnen bestuderen in Duitsland (Keulen en Leipzig). Lithografie was altijd al in beperkte mate een onderdeel van de firma geweest, maar na zijn terugkeer in 1893 bouwde Philip de steendrukke-rij onder eigen verantwoordelijkheid verder uit. Toen zijn vader in 1910 overleed, werd de naam van de firma definitief de Kamper Boekhandel en Steendrukkerij Ph. Zalsman. De boekhandel bleef gehandhaafd, de uitgeverij werd beperkt, en de nadruk kwam te liggen op fraai verzorgd drukwerk; zo rolden er vele studentenalmanakken en jaarboekjes van de militairen – de twee vlottende bevolkingsgroepen die leven in de Kamper brouwerij brachten – van zijn persen. Verder verschenen er prachtige plakkaten en affiches in steendruk en zo nu en dan ook een muziekpartituur of een liederenbundel. Na de crisisperiode in het begin van de jaren dertig en een zware ziekte, zocht Philip Zalsman iemand die hem kon opvolgen. Dit werd Bruin Vierbergen (1897-1982), hij trad op 1 januari 1937 in dienst.

Het pand aan de Vloeddijk, binnenkort weer in gebruik als bedrijfspand van Mediaconnexion.

238 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek 26-11-13 10:43 Pagina 239

Directie en personeel bij de Komori 840 H-UV.

Vlnr: Herman Verlind, Remco Reinink en Hugo Verlind. Op de voorgrond: Redmar Eekhof en Leonie Schuurman.

Van uitgeverij naar drukkerij De uitgeverij raakte op de achtergrond, al bleef men boekdrukken in opdracht. Oude machines, die nog dienst hadden gedaan bij het drukken van het Kamper noodgeld in de Tweede Wereldoorlog, werden verkocht. Na de oorlog werd het bedrijf voortgezet als Boek- en Handelsdrukkerij. Na het overlijden van Philip Zalsman in 1954 ging de firma in eigendom over in handen van Bruin Vierbergen. De naam Zalsman bleef. Het bedrijf had een hechte relatiekring, van voornamelijk bedrijven en instellingen in Kampen. Bekende namen als de Berk (BK)-fabrieken, Kanis & Gunnink, Rijksdienst IJsselmeer polders, Theologische Hogeschool (Broederweg) en Siebrand waren klant. Terwijl Vierbergen zocht naar een opvolger, moest worden geconstateerd dat het bedrijf niet met de tijd was meegegaan. Er was nog acht man personeel en er werd gedrukt voor de plaatselijke marktbehoeften. De uitdaging om de firma Zalsman nieuw leven in te blazen was dan ook groot. Deze handschoen werd opgepakt door de graficus Herman Verlind sr.

In 1980 verhuist drukkerij Zalsman naar het industrieterrein van Kampen en in 2004 nemen zonen Herman jr. en Hugo Verlind het roer over. Met de overname van Thieme Zwolle vindt Zalsman op bedrijventerrein Hessenpoort de perfecte huisvesting. En met de toevoeging van het logistieke centrum, digitale printsystemen en een volwaardige ICTafdeling die middels webportals klanten toegang verschaft tot alle faciliteiten kunnen we beter spreken over Zalsman als Marketing Service provider dan als drukkerij. Die benaming omschrijft inmiddels een stuk beter wat er aan dienstverlening geboden wordt.

MVO Bij Zalsman wordt veel waarde gehecht aan maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen. Woon- werkverkeer geschiedt voor een groot deel elektrisch, het personeelsbeleid is gericht op langdurige samenwerking en inkoop en produktie zijn CO2-neutraal. Voor het laatste is men een samenwerking aangegaan met CO2-Operate, een bedrijf dat uit naam van Zalsman bomen plant in Indonesië die CO2 afvangen, en waarmee de lokale bevolking van het vruchtgebruik kan profiteren.

Verlind Senior Pasgetrouwd, 27 jaar jong en vol ambities zette Herman Verlind het bedrijf vanaf 1 april 1967 voort. Met hard werken werd dat jaar een omzet bereikt waar we tegenwoordig bij Zalsman, door de bank genomen, een dag over doen.

Anno 2013

Het kán.. Tot beider tevredenheid samenwerken met klanten middels brede dienstverlening. Want je kunt hett n zo gek niet bedenken of het kan n wel gemaakt of geregeld worden bij Zalsman. De term drukkerij g dekt zoals gezegd allang de lading niet meer, en vandaar dan ook de slogan: Het kán, bij Zalsman. Mett die insteek gaat Zalsman de toekomst vol vertrouwen tegemoet, onder de bezielende leiding van de broers Herman en Hugo Verlind.

Zalsman B.V. Steinfurtstraat 1 8028 PP Zwolle Tel.: 038 467 00 70 Fax: 038 467 00 79 Email: info@zalsman.nl www.zalsman.nl

Detail van de voormalige drukkerij aan de Groenestraat in Kampen.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje 239

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Recente ontwikkelingen zijn de samenwerking met IMpact Kampen (sociale werkvoorziening) in de vorm van drukkerij Zalsman Kampen. In deze drukkerij wordt werkgelegenheid geboden aan eenentwintig mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Verder is er de uitbreiding door overname van reclamebureau Mediaconnexion in Zwolle, dat eind 2013 ook weer een voor een deel in het oorspronkelijke pand aan de Vloeddijk gevestigd zal zijn.


HofLev-boek 26-11-13 09:43 Pagina 240

100 JAAR ZAANLANDIA BLIK

Blik staat weer op de kaart

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Zaanlandia Blik in Krommenie bestond op 1 april 2007 100 jaar. De vierde generatie heeft het bedrijf omgevormd van productgericht naar marktgericht. Elk jaar komt ZB met creatieve, nieuwe verpakkingen. Een portret van de eeuweling in woord en beeld.

Honderd jaar geleden begon de overgrootvader van directeur Daan Kriek (1968) het bedrijf, dat uitgroeide tot een blikproducent van naam. In de Nederlandse verpakkingsindustrie neemt ZB een unieke plaats in. Het is het enige, zelfstandig opererende, Nederlandse familiebedrijf dat zelf nog blik produceert. Daan Kriek en zijn zus Marit hebben het jubileum samen voorbereid. Het begon voor Zaanlandia Blik allemaal in 1907, met een start als ambulant bedrijf. Daan Kriek: 'Mijn overgrootvader was ketellapper. Met een kar en soldeerbout ging hij de deuren langs voor reparatiewerk aan potten en pannen. Later breidde hij zijn diensten uit en begon hij ook zelf artikelen te produceren, zoals paraplubakken. In 1919 startte hij op de plek waar nu ons bedrijf staat, een fabriekje waar hij machinaal verfbussen en koekblikken ging produceren. Afnemers had hij genoeg want er was veel industrie in de Zaanstreek’. In datzelfde jaar kwam ook de tweede generatie Kriek in de zaak. In 1937 namen de broers de zaak over. Ze moesten het bedrijf door de tweede wereldoorlog heen slepen. Na de oorlog werd de productie van blik weer opgepakt. In 1953 kwam met Jan Kriek de derde generatie in het bedrijf. Vanaf 1962 voerde hij, aanvankelijk samen met een schoonzoon van zijn oom, de directie. Vanaf 1968 stond hij alleen aan het roer. In de jaren 70 en 80 nam hij enkele kleine blikfabrieken over. Een belangrijke gebeurtenis was de overname van Nederlands oudste blikfabriek, Weduwe J. Bekkers, in 1987. Deze fabriek was onderdeel van Thomassen Drijver Verblifa. In 1999 verkocht hij op zijn beurt de aandelen aan zijn jongste zoon Daan.

Sneller en zuiniger In de 100 jaar dat ZB bestaat is er qua techniek veel veranderd. Daan Kriek: 'De productiesnelheden zijn veel hoger en er wordt dunner blik gebruikt. Daarnaast zijn de bedrukkingstechnieken sterk verbeterd en uitgebreid.’ Maar de grootste verandering is toch wel dat het bedrijf is veranderd van

240 200 jaar Hofleveranciers onder oranje


HofLev-boek 26-11-13 09:43 Pagina 241

productiegericht naar marktgericht. Dat is mede te danken aan Marit en Daan Kriek, die zo'n 11 jaar geleden in het familiebedrijf kwamen. Zij vonden dat er meer moest worden ingespeeld op de eisen en wensen uit de markt. Met creatieve, nieuwe ontwerpen en originele toepassingen, is de blikverpakking, van zijn toch wat stoffige imago afgekomen. Marit Kriek: 'Wij hebben blik weer op de kaart gezet.’ Niet alleen de productiesnelheden zijn hoger, ook de snelheid waarmee op veranderingen in de markt wordt gereageerd, is toegenomen. De bedrijven en consumenten willen en verwachten steeds iets nieuws. Wij zijn in staat om dit te kunnen aanbieden.’

Nichemarkten

Oogstrelend Anno 2013 kenmerkt Zaanlandia zich door een pro-actieve en creatieve houding die het bedrijf geen windeieren heeft gelegd. Die aanpak bracht het bedrijf groei in de industriële en promotionele markten.

Zaanlandia Blik Vermaningsstraat 24 1561 AZ Krommenie Tel +31 (0)75 628 58 51 Fax +31 (0)75 621 69 34 info@zaanlandia.com www.zaanlandia.com

200 jaar Hofleveranciers onder oranje 241

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

ZB maakte al vroeg een duidelijke keuze voor nichemarkten. Uitgangspunt was om vooral geen standaard inhoudsmaten te maken, maar juist de afwijkende maten te zoeken. En telkens als een blikfabrikant weer stopte met een afwijkende verpakking omdat het niet paste binnen het assortiment, nam ZB zo'n productielijn over. Kriek: 'Onze technische verpakkingen hebben allemaal een bijzondere hoogte, diameter of sluiting. Dat is onze kracht. De massaproductie van standaard blikverpakkingen laten we graag aan anderen over.’ Sinds 2000 biedt ZB ook blikproducten aan van andere, buitenlandse producenten en treedt dan op als handelsagent. Daan Kriek: 'Wanneer een project qua omvang en specifieke wensen teveel afwijkt van onze eigen (productie) mogelijkheden dan wijken wij uit naar onze handelspartners. Daarmee kunnen we inspelen op elke behoefte uit de markt.’

Wie rondloopt bij Zaanlandia Blik, raakt onder de indruk van de fraaie blikken die in het verleden zijn gemaakt. Maar ook de huidige productie bevat veel oogstrelends. Het stoort Daan Kriek dan ook dat blik een eenvoudig imago heeft. 'Ik vind dat misplaatst. Met speciale vormen, veredeling en bedrukking krijgt blik een bijzondere uitstraling. Het zijn de drankenbussen en conservenblikken die blik mogelijk een meer eenvoudig imago aanmeten', aldus Daan Kriek. 'We kunnen met nieuwe technieken inspelen op de wensen van de markt. Het gaat er om dat je marketeers van merkartikelfabrikanten laat zien welke uitstraling je met blik kunt halen.’ Op beurzen toont ZB daarom steeds weer nieuwe, innovatieve verpakkingen. De promotionele rol van het blik is in volle glorie te zien op de stands van Zaanlandia, maar ook op het kantoor in Krommenie .


HofLev-boek 26-11-13 09:43 Pagina 242

242 200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


HofLev-boek-omslag 25-11-13 10:26 Pagina 1

Dit recht van de vorst is niet iets van deze tijd, doch is gestoeld op een gebruik en werd in 1813 geprofessoneerd door zijn oudgrootouder Willem I, die deze gewoonte van zijn voorganger Lodewijk Napoleon had overgenomen. Ondanks dat in de loop de tijd de regels en richtlijnen steeds werden aangepast aan de eisen van de tijd en de wensen van de regerende monarch, is toch één ding grotendeels door die jaren heen gelijk gebleven en dat is de weg van aanvraag. In dit boekwerk wordt de historische ontwikkeling van de afgelopen 200 jaar onder de Oranjes, alsmede de huidige situatie uitgebreid beschreven. Bovendien schetsen tientallen, met het predikaat “Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier” onderscheiden ondernemingen, hun eigen profiel en geven ze weer op welke gronden en prestaties zij zich nu vorstelijk mogen presenteren. Familietrots, doorzettingsvermogen, aanpassing aan de zich snel wijzigende omstandigheden, zorg voor kwaliteit en verbondenheid met ons Vorstenhuis vormen hiervan de ingrediënten.

Stichting Hofleveranciers in Nederland / 141% Salessupport

Stichting Hofleveranciers in Nederland / 141% Salessupport

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje

Z.M. Koning Willem Alexander heeft het prerogatief ondernemingen te onderscheiden. Afhankelijk van aard, omvang en betekenis kan een onderneming het predikaat “Hofleverancier” verleend worden.

200 jaar Hofleveranciers onder Oranje


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.