het beste uit de internationale pers Veni, vidi, Leonardo da Vinci p. 48 Muren zijn uit, alles wordt vloeiend p. 51
in dit nummer
nr. 155
| 21 februari tot 21 maart 2019
|
www.360magazine.nl
|
€ 5,95
the sunday telegraph the straits times public eye the washington post the new york times gazete duvar diken il sole 24 ore newsweek asia times courrier international the conversation the guardian aeon die zeit süddeutsche zeitung
Dossier
Sjoemelsigaretten Allesomvattend onderzoek naar Zwitserse tabaksindustrie
amerika
Martha Nussbaum over angst en hoe we ervanaf komen
afrika
Voor € 3500 schiet je een giraffe neer horizon
€ 5,99
Moordenaar wordt advocaat. Kan dat?
AP
Cover_155.indd 1
19-02-19 17:20
Filosofie & Geschiedenis bij Boom
Hysterie bestaat als ziekte officieel niet meer volgens de DSM, maar filosoof en criminoloog Marc Schuilenburg ontwaart haar overal.
‘Foucaults denken blijft actueel. Hij laat zien hoe het dominante discours een dwingende werking heeft.’ – De Volkskrant
‘Getuigt van zeldzame intellectuele bravoure. En natuurlijk is dit boek ook een geweldige hommage aan de grote componist.’ - Trouw
‘Een indringende tekening van de gesoigneerde liberaal Cleveringa.’ – Historisch Nieuwsblad
‘Van Duijn reconstrueerde nauwgezet het turbulente leven en de ideologische Werdegang van deze intrigerende vrouw […] Een fascinerende biografie.’ – NRC Handelsblad
Bekend van VPRO Boeken
‘Een caleidoscopisch beeld van een over vier continenten verspreide Joodse familie.’ - **** De Volkskrant
In de boekhandel of via www.boomfilosofie.nl of www.boomgeschiedenis.nl Advertenties.indd 2 Boom_Filosofie-Gesch_250x335mm.indd 1
19-02-19 19-02-19 14:21 14:01
redactioneel
colofon
Doelwit
jaargang 8 nr. 155 21 februari tot en met 21 maart 2019 Een uitgave van 360 international media BV Kleine-Gartmanplantsoen 10 1017 RR Amsterdam 360magazine.nl 360nl @360nl hoofdredactie Katrien Gottlieb eindredactie Maartje Laterveer uitgever Maureen Meeng redactiemedewerkers Lambiek Berends, Laura Weeda courrier international Arnaud Aubron, Raymond Clarinard, Eleonora Pizzi vertaling Peter Bergsma, Paul Bruijn, Valentijn van Dijk, Nicolette Hoekmeijer, Izaak Hilhorst, Frank Lekens, Piet Meeuse, Astrid Staartjes, Carl Stellweg, Annemie de Vries, Manon Smit correctie Rogier Goetze, Nadia Ramer creative direction Dog and Pony, Amsterdam art direction Noëlle Meijer, Majel van der Meulen productiebegeleiding Hans Snitslaar beeldredactie Nicole Robbers webredactie IJsbrand van Veelen copywriter Jaap Toorenaar advertentieverkoop Charlote Brikkenaar charlotte@360international.nl
360 | Amsterdam
Dankzij advocate Bénédicte Ficq weten we dat tabaksfabrikanten nergens voor terugdeinzen om hun product aan zoveel mogelijk consumenten te kunnen verkopen. Dat er ingrediënten in sigaretten zitten die ervoor zorgen dat je het hele pakje oprookt en dan nog een en nog een en nog een... mag zo langzamerhand als bekend worden verondersteld. Maar dat fabrikanten willens en wetens zoeken naar manieren om die giftige bestanddelen te verdoezelen, is volgens haar klinkklare valsheid in geschrifte. Ficq begon precies een jaar geleden een artikel 12-procedure bij het gerechtshof in Den Haag, waarmee ze het Openbaar Ministerie wilde dwingen tot vervolging van de vier grote producenten Philip Morris, British American Tobacco, Imperial Tobacco en Japan Tobacco, wegens het opzettelijk ziek en verslaafd maken van rokers, soms met de dood tot gevolg. De rechter en het hof zagen geen heil in het aanpakken van de grote vier omdat het volgens hen geen kwestie is voor het strafrecht maar voor de wetgever, de overheid dus. En omdat tabak een legaal product is, kan de overheid slechts ontmoedigen. Onbegonnen werk bij een fanatieke roker, dus staan longarts Wanda de Kanter en longkankerpatiënt Anne Marie van Veen, die samen met Ficq een klaagschrift opstelden, nu
voor lagere-schoolklassen om al die maagdelijke longen tegen het grote verderf te waarschuwen. Laat dat grote verderf nou precies zijn waar de tabaksindustrie naar op zoek is, omdat in Europa de verkoop aanzienlijk is gedaald. En, hé dat komt goed uit, er zit vast nog veel muziek in de export naar opkomende markten waar regeringen de middelen niet hebben om een proactief gezondheidsbeleid te voeren. Journaliste Marie Maurisse dook erin en kwam met een allesomvattend onderzoek weer boven (p.10) met als meest cynische onthulling dat rokers in armere landen (80 procent steekt er regelmatig eentje op) nog ongezondere sigaretten roken dan rokers in rijkere landen. Uit de resultaten van een door haar geïnitieerd onderzoek blijkt een gewetenloze dubbele standaard. Vrijwel alle sigaretten die Zwitserland naar Marokko exporteert zijn zwaarder, verslavender en giftiger. Het schijnt ten goede te komen aan de Zwitserse economie, en wees nou eerlijk, wat is belangrijker?
Katrien Gottlieb gottlieb@360international.nl
download de mediakit op www.360magazine.nl/adverteren marketing marketing@360international.nl controller Arthur van der Meeren druk Roularta Printing, Roeselare 360 wordt gedrukt op PEFC-papier, afkomstig uit duurzaam bosbeheer partners John Adams Institute, Submarine, Getty Images, Hollandse Hoogte license partner Courrier international, Groupe Le Monde, Parijs voorzitter raad van commissarissen Bessel Kok
Bent u een m/v/x van de wereld? Lees dan 360 Magazine
beeld voorpagina © Public Eye abonnementen* € 11,95 p/mnd in Nederland en België Wijziging abonnement www.360magazine.nl/klantenservice t 088 1102036 belgië: 360 Abonnementenservice Postbus 360 / B-8800 Roeselare t 078 35.33.13 / f 078 35.33.14 360@abonnementen.be *Alle abonnementen continueren automatisch en gelden tot wederopzegging, tenzij anders vermeld. Prijswijzigingen voorbehouden. Cadeauabonnementen eindigen automatisch. Voor bedrijfsabonnementen gelden speciale tarieven. 360 verschijnt tweewekelijks. Oplage: 25.000
verspreiding Nederland: Aldipress | België: AMP
missie Nieuws uit het buitenland is iets anders dan nieuws over het buitenland. We hebben niet de pretentie dat het wereldnieuws zich elke twee weken laat samenvatten, wel de ambitie relevante, originele en mooie verhalen bereikbaar te maken voor een Nederlandstalig publiek.
Redactioneel_155.indd 3
Elke twee weken de beste artikelen uit de internationale pers op papier en digitaal 360-podcast Gratis extra 360-artikelen via Blendle 10% korting op internationale fictie en non-fictie bij Athenaeum Boekhandel
5X voor € 15,-
Ga naar www.360magazine.nl/150
19-02-19 16:56
Advertenties.indd 4
19-02-19 15:53
inhoud 6 Wereldnieuws
Actuele gebeurtenissen wereldwijd, in woord, beeld en citaat.
9 Controverse
Zal Groot-Brittannië na het verlaten van de EU uitgroeien tot een economisch paradijs zoals de voormalige Britse kolonie Singapore?
10 Dossier Sjoemelsigaretten
Zwitserland int 6,3 miljard Zwitserse frank per jaar, 1 procent van het bruto binnenlands product, aan inkomsten uit de tabaksindustrie. Mede dankzij dubbele standaarden.
20 Lage Landen
Volgens The Washington Post heeft een ‘no deal-brexit’ enorme gevolgen voor Nederland.
de continenten 22 Paaien met donaties
europa | Huawei probeert al langer in het gevlij van Europese overheden te komen.
28 ‘Kunsten zijn instituten van hoop’
de amerika’s | Interview met de Amerikaanse fi losofe Martha Nussbaum, die de toon van het publieke debat wil verbeteren.
30 Oud en nog steeds arm
azië | Vietnam vergrijst en het gesocialiseerde zorgstelsel moet op de schop.
32 Veertig jaar later
midden-oosten | Nobelprijswinnares voor de Vrede Shirin Ebadi geloofde in de revolutie: ‘Maar ik heb me vergist.’
36 Wie wil er nou een leeuw doden?
afrika | Gretige jagers leggen een fortuin neer voor de jacht op wilde dieren. The Guardian over de complexiteit van wildbeheer.
horizon 40 Ken uw spullen
Een pleidooi voor materiële intelligentie; weten hoe iets gemaakt wordt en waar het vandaan komt.
44 Moordenaar wordt advocaat Na te hebben gezeten voor moord zonder voorbedachten rade maakt Bruce Reilly zich nu als jurist hard voor hervorming van het strafrecht.
52 Gerecenseerd
Een selectie uit door de buitenlandse pers beschreven concerten, voorstellingen, boeken, fi lms en exposities die naar Nederland komen.
Inhoud.indd 5
19-02-19 17:00
wereldnieuws china
Brazilië
china
Everzwijnen in Hong Kong
Corruptieschandaal rond de familie Bolsonaro
Hong Kong bestaat voor een kwart uit bebouwing, de rest is tropisch regenwoud waar wilde dieren als apen, slangen, stekelvarkens en everzwijnen voorkomen. Die everzwijnen vertonen zich steeds vaker in de stad. Ging het er in 2013 nog om 100, in 2017 werden er al 324 stuks geteld. Ze kunnen behoorlijk agressief worden. Onlangs werden twee bejaarden in het ziekenhuis opgenomen na te zijn gebeten, en bij de uitgang van de metro werd een vrouw aangevallen, evenals twee studenten. Wat nu? Voorbehoedmiddelen hielpen niet; voorstellen tot afschieten leidden tot felle protesten; natuurlijke vijanden zoals luipaarden, leeuwen of tijgers herintroduceren lijkt een wel heel slecht plan en de everzwijnen verbannen naar een onbewoond eiland is zinloos, want ze kunnen heel goed zwemmen. Vooralsnog houden de autoriteiten het maar op voorlichtingscampagnes voor de 7 miljoen inwoners: zo wordt joggers aangeraden om zich ’s nachts niet alleen op de paden van Victoria Peak te wagen. (Libération, Parijs)
© Designboom
Muziek op grote hoogten In grote Chinese steden als Shanghai en Hangzhou krijgt het begrip openluchtconcert een nieuwe dimensie. Op posters van 12 bij 23 meter is een reusachtig model afgebeeld dat een 3D-arm uit de muur steekt, waarvan de hand een podium vormt voor musici. De posters zijn een creatie van de Chinese kunstenaar Jody Xiong, die deze in opdracht maakte voor de reclamecampagne van Rokid Me: een draagbare speaker die je kunt besturen met de palm van je hand. Verschillende muzikanten beklommen al het podium, waar ze muziek ten gehore brachten uiteenlopend van meeslepende cellomuziek tot vurige rap en traditionele Chinese opera. (Designboom, New York)
Flávio Bolsonaro, de oudste zoon van president Jair Bolsonaro en senator in het Braziliaanse parlement, is verwikkeld in een corruptieschandaal. Het schandaal brak los toen een corruptiewaakhond ‘atypische bewegingen’ signaleerde op de bankrekeningen van ambtenaars van Rio de Janeiro. Zo belandde er 1,2 miljoen reais (285.000 euro) op de rekening van Fabrício Queiroz, chauffeur en lijfwacht van Flávio Bolsonaro toen die nog werkte voor de staat Rio. De onderzoekers vonden dat bedrag onverenigbaar met het inkomen van Queiroz, die een persoonlijke vriend is van de familie Bolsonaro. Queiroz noemt zichzelf inmiddels ‘zakenman’ en zegt dat het geld te maken heeft met autohandel. Maar waarom ging er dan weer geld van Queiroz naar presidentsvrouw Michelle Bolsonaro en waarom werd dat niet opgegeven bij de inkomstenbelasting? Heel veel vragen dus en vooralsnog weinig overtuigende antwoorden. (Estadão, São Paulo)
duitsland
CSU-voorzitter wil sancties tegen Rusland
© Vincent Yu/AP
Annegret Kramp-Karrenbauer, de opvolger van Angela Merkel, heeft zich uitgesproken als voorstander van sancties tegen Rusland. Vlak voor aanvang van MSC 2019, de internationale conferentie over vrede en veiligheid in München, verklaarde ze in een interview: ‘Rusland is een groot en divers land met geweldige mensen en met een ongelooflijk potentieel. Maar er is ook de Russische regering,
die rigide optreedt in eigen land en die andere volken het recht op zelfbeschikking ontneemt. Dat moet duidelijk benoemd worden. Als Rusland trol-fabrieken gebruikt voor fake news-campagnes en om verkiezingen in het Westen te beïnvloeden, kunnen we dat niet onder het tapijt vegen.’ Ze voegde eraan toe: ‘Aangezien we militaire interventie uitsluiten, ben ik voorstander van sancties, zolang me niets slimmers te binnen valt.’ (Internationale Politik, Berlijn)
© Wikipedia
wat zij zeggen over de eis van trump om IS-strijders te repatriëren
Loïc Tassé politicoloog en Azië-specialist
Farah Najjar en Zaheena Rasheed redacteuren
‘Die monsters repatriëren? Dat zou onrechtvaardig zijn en gevaarlijk, zowel voor de Canadezen als voor de Europeanen. Die religieuze fanaten zijn hardleers. Meerderen hebben verklaard nergens spijt van te hebben. Ze hebben misdaden tegen de mensheid gepleegd
‘Europa mag dan afwijzend staan tegenover de repatriëring van IS-gevangenen, maar het is op de lange termijn ook geen oplossing om ze in Syrische gevangenissen te houden. IS zou deze gevangenissen kunnen aanvallen om de strijders te bevrijden, zeker in de verwarring na de
en bestrijden de democratie. Ze blijven barbaarse ideeën propageren. Wat moet je met zulke mensen? Canada bezit de expertise noch de bewijzen om ze te veroordelen en zal ze moeten vrijlaten. Exceptionele omstandigheden vragen om exceptionele maatregelen.’
terugtreding van de VS. De zelfbenoemde Koerdische autoriteiten in de regio zitten met duizenden buitenlandse strijders in de maag. Ze hebben niet de middelen om ze veilig op te sluiten en voor hun vrouwen en kinderen te zorgen. Zij vormen de grote last van de overwinning.’
pagina 6 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Wereldnieuws_155.indd 6
19-02-19 17:18
wereldnieuws china Omstreden Amerikaan bouwt ‘trainingscentrum’ in China
Erik Prince is een voormalige marinier die ooit het zeer omstreden Blackwater oprichtte. Omstreden, want het bedrijf, dat wereldwijd beveiligers en huursoldaten levert, heeft een bloedig verleden vol oorlogsmisdaden in onder meer Afghanistan en Irak. Prince stapte in 2010 op als baas van het bedrijf, dat is omgedoopt in het vriendelijker klinkende Academi. Prince zit ondertussen niet stil. De Trump-sponsor en broer van Amerika’s huidige onderwijsminister Betsy DeVos, die ook nog eens bij Robert Mueller op de radar staat in diens onderzoek naar mogelijke Russische beïnvloeding van de Amerikaanse verkiezingen, heeft zijn pijlen inmiddels gericht op China. In Hong Kong richtte hij Frontier Services Group (FSG) op, een in logistiek en beveiliging gespecialiseerd bedrijf dat onlangs de aandacht trok omdat het in opdracht van China een ‘trainingscentrum’ gaat bouwen in Xinjiang. Dat is de meest westelijke provincie van China, waar de regering een miljoen Oeigoerse moslims vasthoudt in wat Beijing heropvoedingskampen noemt. Nadat het nieuws van het contract naar buiten kwam, keken alle ogen in Zuidoost-Azië naar Prince. Ik weet van niets en ben ook niets van plan in Xinjiang, liet Prince in een officiële verklaring weten. Hoogst onwaarschijnlijk, vinden critici. Ze beschuldigen FSG van hulp aan de Chinese regering bij de massale repressie van etnische Oeigoeren en andere moslims in Xinjiang en bovendien, zeggen ze, bevordert het bedrijf ook nog eens de geopolitieke agenda van een strategische Amerikaanse concurrent. (South China Morning Post, Hong Kong)
verenigd koninkrijk Buren Tate Modern nog bozer Met de opening van het Blavatnikgebouw, drie jaar geleden ontworpen door het Zwitserse architectenduo Herzog & De Meuron, breidde het Tate Modern in Londen zijn tentoonstellingsruimte in één klap uit met ruim 22.000 vierkante meter. Het gebouw werd vernoemd naar Len Blavatnik, een Oekraïens-Britse zakenman, miljardair en filantroop, die een ‘substantieel’ deel van de kosten à 260 miljoen Britse pond fourneerde. Het geval wil dat het tien verdiepingen tellende gebouw op de bovenste verdieping een panoramaterras heeft. Met de belofte op ‘ontzagwekkende uitzichten over de skyline van Londen’ lokt het Tate zijn bezoekers naar het terras,
© Hollandse Hoogte
Matthias von Hein redacteur ‘Natuurlijk heeft geen land er zin in om tientallen IS-strijders op te nemen, maar deze mensen bestaan nu eenmaal en we zullen er iets mee moeten. Ook terroristen hebben rechten en, hoe moeilijk de politiek het er ook mee zal hebben, hieronder valt het recht op terugkeer.
dat van zondag tot donderdag tot half ben intussen een nog groter probleem. 6 ’s avonds open is en op vrijdag en Terwijl hun rechtszaak liep, maakte zaterdag zelfs tot 10 uur ’s avonds. kunstenaar Max Siedentopf het Staande op het terras kijk je niet alleen allemaal nog een graadje erger door uit over Londen, maar ook recht in de een tiental verrekijkers op het terras te luxe appartementen van het aanpainstalleren als reactie op het lopende lende flatgebouw. De bewoners van juridische geschil. Volgens hem is de dat gebouw, Neo Bankside genaamd, installatie het meest populaire hedenzijn daar boos over. Ze betaalden daagse werk van Tate Modern: ‘Geen 2,4 tot 24 miljoen dollar voor hun enkel ander tentoongesteld kunstwerk appartementen en sinds de komst van wekt zo veel fascinatie als deze gebohet Tate-gebouw koekeloert jan en den blik in de open appartementen.’ alleman opeens vanaf het Tate-terras Ondertussen raadde Nick Serota, naar binnen. Ze stapten bijna twee voormalig directeur van het Tate, de jaar geleden naar de rechter vanwege klagende bewoners aan om ‘gewoon inbreuk op hun privacy. wat gordijnen te kopen’. De bewoners Deze week werd bekend dat de rechter laten het er niet bij zitten en overweniet gevoelig is voor hun argumenten. gen naar de Hoge Raad te stappen. De bewoners verloren de zaak, en heb- (ArtNews, New York)
Koert Debeuf Oxford-onderzoeker en auteur Deze mensen komen uit onze samenleving. Ze zijn hier geradicaliseerd – dus wij moeten met ze dealen. Misschien kunnen we ze voor het Internationale Strafhof in Den Haag brengen? Hoe dan ook, één ding is zeker: Syrië kan niet Europa’s Guantanamo Bay blijven.’
‘Er zijn nog altijd zo’n 15.000 IS-strijders, die wachten op een nieuwe groepering of strategie. Sommigen zullen zeggen dat dit niet Europa’s probleem is, maar dat is kortzichtig. Die strijders hebben zo een nieuw oorlogsfront gevonden. Daarom moeten we elke kans grijpen om deze
groep kleiner te maken. Het zal niet makkelijk zijn om 800 IS-strijders over te nemen. We zullen ze moeten berechten en ze moeten bewaken in zwaarbeveiligde gevangenissen. Maar het is de enige redelijke optie die we hebben om een nieuwe Al Qaeda of IS te voorkomen.’
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 7
Wereldnieuws_155.indd 7
19-02-19 17:18
wereldbeeld
Activisme op de catwalk In de mode-industrie, waar beursgenoteerde bedrijven steeds meer de maat bepalen, worden eigenzinnige en onafhankelijke ontwerpers als Vivienne Westwood steeds zeldzamer. Terug op de catwalk in de London Fashion Week toonde het Britse modeicoon, bekend om haar nietaflatende activisme, onvervalste maatschappijkritiek door haar modellen met anticonsumentismeen klimaatveranderingsleuzen heen en weer te laten lopen.
Š Grant Pollard /AP
pagina 8 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Wereldnieuws_155.indd 8
19-02-19 17:18
controverse
Singapore-aan-de-Theems, zou het kunnen? Voorstanders van een ‘no deal-brexit’ geloven dat Groot-Brittannië na het verlaten van de EU tot een waar economisch paradijs zal uitgroeien, waar de voormalige Britse kolonie Singapore model voor staat.
Ja
Nee
The Sunday Telegraph | Londen
The Straits Times | Singapore
Tweehonderd jaar geleden landde de charmante, levendige en visionaire luitenant-gouverneur Stamford Raffles op het Saint John’s-eiland in Singapore. Hij besloot het van de lokale sultan te kopen en er een handelspost te vestigen. In 1823 decreteerde hij dat ‘de haven van Singapore een vrijhaven is, waar schepen en vaartuigen uit alle landen, zonder onderscheid, vrijelijk handel kunnen drijven’. Dankzij deze onvoorwaardelijke vrijhandel, die recht indruiste tegen het mercantilisme van Raffles’ tijd, werd Singapore buitengewoon welvarend. Er zijn nu 5,6 miljoen Singaporezen, die het op zeven na hoogste bbp per hoofd van de bevolking van de wereld genieten. Singapore is niet bepaald rijk aan olie of diamanten. Integendeel: het moet bijna alles importeren – voedsel, elektriciteit, drinkwater. Welke alchemie was er nodig om de dampende mangrovemoerassen om te vormen tot glanzende wolkenkrabbers? Deels heeft Singapore zijn succes te danken aan Britse instituties als privébezit, betrouwbare contracten, vrijhandel en rechtszekerheid. Maar dat is hooguit een deel van het verhaal, want de werkelijk miraculeuze fase in de ontwikkeling van Singapore begon pas na de onafhankelijkheid. In 1950 was het Verenigd Koninkrijk ongeveer twee keer zo rijk als Singapore, in 2016 was dat precies omgekeerd. De gemiddelde inwoner verdient er nu het dubbele van de gemiddelde Brit. In 1965 verbrak Singapore verbitterd de banden met de Federatie van Malakka. Investeerders wereldwijd zetten hun geld toen massaal op Maleisië. Het waren hetzelfde soort mensen die nu voorspellen dat een brexit rampzalig uit zal pakken; hun leek Singapore te klein om als onafhankelijke staat te kunnen functioneren. En, toegegeven, behoorlijk wat Singaporezen waren al even pessimistisch. Lee Kuan Yew, de spreekwoordelijke vader van het moderne Singapore (en biologische vader van de huidige premier) wilde koste wat kost buitenlandse investeerders geruststellen. Daarom versoepelde hij de – toch al soepele – vrijhandelsregels nog verder. Hij hief douanerechten en andere handelsbarrières op, zonder daarbij wederkerigheid te eisen, verlaagde de belastingen, creëerde handelszones en investeerde in het onderwijs. Dit bleek inderdaad veel bedrijvigheid naar Singapore te lokken; het land heeft hierdoor nog steeds een lage werkeloosheid en hoge lonen. Lee Kuan Yews People’s Action Party was er een van trotse socialisten, die goede banden hadden met de, naar communisme neigende, vakbonden. De transformatie van het moderne Singapore kwam niet voort uit een zorgvuldig uitgestippelde agenda à la Thatcher, maar uit de plotselinge noodzaak om het beste van de onafhankelijkheid te maken. Daniel Hannan
Tweehonderd jaar nadat Stamford Raffles in Singapore een vrijhaven stichtte, dromen sommige Britten van een ‘Singaporeaan-de-Theems’. Het idee begon als een strijdkreet van voorstanders van een no deal-brexit. Zij geloven dat Groot-Brittannië na het verlaten van de Europese Unie tot een waar economisch paradijs zal uitgroeien, een liberaal hof van Eden, zonder regels en vrijwel zonder belastingen. Singapore staat model voor dit toekomstvisioen. Het illusionaire karakter van deze parallel tussen het GrootBrittannië van na de brexit en het huidige Singapore is al lang en breed aangetoond. Het begint al met hun grootte: Singapore is een stadstaat van 5,4 miljoen inwoners, terwijl Groot-Brittannië een land is van 65 miljoen mensen, verdeeld over landelijke gebieden en een zeventigtal onderling zeer verschillende steden. Verder heeft Singapore vanaf het begin heel andere keuzes gemaakt wat betreft volkshuisvesting, industriepolitiek, overheidsuitgaven, immigratie en sociale politiek. De Britten kunnen niet zomaar besluiten om die te imiteren. Hoewel ze toegeven dat Singapore geen kapitalistische heilstaat is, vinden veel brexit-aanhangers dat Groot-Brittannië desalniettemin een voorbeeld moet nemen aan de belastingwetgeving en douanerechten van dat land (zowat de minst strenge ter wereld) en al het overige zo laten als het is. Naar hun idee zou Londen eenzijdig kunnen besluiten om voor al haar handelspartners, inclusief de Europese Unie, de douanetarieven te schrappen, zelfs als deze geste onbeantwoord zou blijven. Het slechten van deze tariefmuren zou, net als in Singapore gebeurde, de Britse kansen vergroten om goede vrijhandelsakkoorden te sluiten met landen van eigen keuze. Zij vergeten echter dat de Britse economie veel groter en gevarieerder is dan die van Singapore. Die bestaat uit sectoren met tegengestelde belangen, zoals boeren, kleine ondernemers, multinationals, een sterke culturele sector, een uit zijn krachten gegroeide city en miljoenen jongeren die ervan dromen om in Europa te wonen en te werken, wat na de brexit lang niet meer zo gemakkelijk zal gaan. Is de Britse industrie bereid om de concurrentie aan te gaan met hun Amerikaanse, Chinese, Japanse, Koreaanse en Taiwanese collega’s, in een economie zonder douanebarrières? Staan de boeren melkproducenten uit Europa, Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland qua prijs een concurrentievoordeel toe? Zal de publieke opinie de duizenden Indiase of Filipijnse informatici die zich gretig op de Britse arbeidsmarkt zullen storten, met open armen ontvangen? Het is natuurlijk niet uitgesloten, maar onwaarschijnlijk is het wel. Vikram Khanna
Daniel hannan
Britse schrijver, journalist en politicus. Sinds 1999 zetelt hij voor de Conservative Party in het Europees Parlement en hij is oprichter en voorzitter van het Initiative for Free Trade.
Vikram khanna
Vikram Khanna is redacteur van The Straits Times en schrijft vooral over economie in Azië, handel en investeringen.
The Straits Times | Singapore | dagblad | oplage 380.000 The Sunday Telegraph | Verenigd Koninkrijk | weekblad | oplage 669.750
De meest gelezen Engelstalige krant in Zuidoost-Azië. Staat garant voor goede
Zondageditie van de grote conservatieve krant The Daily Telegraph.
analyses.
21 februari tot 21 maart 2015 nr. 155 pagina 9
Controverse_155.indd 9
19-02-19 16:18
dossier
tabaksindustrie
Waar rook is, is vuur Uit een exclusief onderzoek van journaliste Marie Maurisse voor de actiegroep Public Eye blijkt dat de Zwitserse tabaksindustrie een dubbele standaard hanteert: sigaretten die in Afrika worden verkocht zijn giftiger dan de sigaretten die in Europa worden gerookt. Bedrijven hebben daar vrij spel in, domweg omdat regeringen niet over de middelen beschikken om een proactief gezondheidsbeleid te voeren.
pagina 10 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Dossier_Sigaretten.indd 10
19-02-19 15:46
tabaksindustrie
dossier
Foto’s. – © Louis Witter/Hans Lucas, Mark Henley / Panos Pictures, Feisal Omar/Reuters, Marie Maurisse, Sébastien Monachon.
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 11
Dossier_Sigaretten.indd 11
19-02-19 15:46
dossier
tabaksindustrie
Public Eye | Lausanne, Zürich in het kort
Bestemming: Casablanca
D
e zon komt op boven Medina, de oude wijk van Casablanca. In de smalle steegjes van de zakelijke hoofdstad van Marokko maken inwoners op zachte toon een praatje, kopen vrouwen wasmiddel en spelen kinderen verstoppertje achter de sierlijke houten deuren die de gevels tooien. Marwane staat voor zijn winkel met jurken en djellaba’s (lange, ruimvallende gewaden) en neemt een trekje van zijn sigaret. Het is niet zijn eerste sigaret van deze dag, die een lange dag belooft te worden, en het zal ook zeker niet zijn laatste zijn – hij moet wachten tot de avond valt voordat hij zijn zaak kan sluiten. Wat rookt hij? Winston, zegt hij en hij houdt het pakje omhoog. Als we het wat beter bekijken zien we op de zijkant een vertrouwde mededeling: ‘Made in Switzerland’. Diezelfde mededeling zien we overal tijdens ons verblijf in Marokko, in oktober 2018. Niet alleen in de voormalige Medina maar ook in de scholen, cafés en restaurants van de stad. Overal zien we mannen, vrouwen en tieners sigaretten roken die in Zwitserland zijn vervaardigd. Het zijn altijd dezelfde merken: Winston, Camel en Marlboro.
• Zwitserland produceert sigaretten die giftiger zijn dan de sigaretten die door de eigen bevolking worden gerookt. Deze worden geëxporteerd naar landen met een laag en gemiddeld inkomen. • Tachtig procent van de rokers woont in armere landen. Deze landen zijn een aantrekkelijk doelwit voor grote tabaksbedrijven omdat het de regeringen ontbreekt aan middelen om een proactief gezondheidsbeleid te voeren. • De lokale overheden worden ontmoedigd preventieve maatregelen tegen roken in te voeren.
Misbruik van een gebrek aan middelen
I
n 2017 werd 2900 ton Zwitserse sigaretten geëxporteerd naar Marokko, wat neerkomt op zo’n 3,625 miljard saffies. In allerlei kleine winkeltjes worden de pakjes sigaretten verkocht voor 33 dirham (3,5 Zwitserse frank). Echt zuinige klanten kopen losse sigaretten, voor twee dirham per stuk. De pakjes zijn gecertificeerd: ze hebben een SICPAstempel van de Zwitserse certificeringsinstantie. Tot 2003 werden de pakjes lokaal vervaardigd, bij de Société Marocaine des Tabacs. Na de dood van Hassan II werd wet 46.02 op de productie van tabak afgekondigd, waarmee de bedrijfstak werd geliberaliseerd. Internationale bedrijven lieten er geen gras over groeien en overspoelden de markt. Tegenwoordig wordt dik de helft van de sigaretten die in Marokko worden gerookt, geïmporteerd, vooral uit Zwitserland maar ook veel uit Turkije. De sigaretten arriveren per boot in de haven Tanger Med, of ze gaan zelfs via ‘Casa’ (Casablanca). De mensen die wij daar hebben gesproken, zeiden allemaal nadrukkelijk dat de douane de goederen inspecteert – de douane maakt containers open, haalt er een willekeurige doos uit en kijkt of de
Een vorm van vrijheid
Ibtissam, een jonge vrouw op het terras voor café Le Noble in Maarif, een winkelbuurt, drukt haar sigaret uit in de asbak voordat ze weer aan het werk gaat. ‘Ik ben op mijn twaalfde begonnen en ik heb helemaal geen zin om te stoppen,’ licht ze toe. ‘Voor mij is het een vorm van vrijheid.’ Weet ze dat ze Zwitserse sigaretten rookt? ‘Natuurlijk weet ik dat. Voor mij is dat een bewijs van de kwaliteit – ze zijn beter dan Marokkaanse sigaretten,’ luidt haar reactie. Zwitserland gaat prat op de export van verrukkelijke chocolade en kwalitatief hoogstaande horloges. Toch is er nog een ander Zwitsers exportproduct dat minstens zo succesvol is, maar waar men beduidend minder mee te koop loopt: sigaretten. In 2016 heeft Zwitserland 34,6 miljard sigaretten geproduceerd – bijna 2 miljard pakjes. Zo’n 25 procent daarvan is op de binnenlandse markt verkocht. Bijna 75 procent is geëxporteerd: voldoende om meer dan vier miljoen mensen een jaar lang elke dag een pakje te kunnen laten roken. Het is een stabiele bron van inkomsten voor de Zwitserse economie. ‘Het exportinkomen uit tabaksproducten is met een totaal van 561 miljoen Zwitserse frank vergelijkbaar met de export van de meeste Zwitserse handelsartikelen, zoals kaas (578 miljoen Zwitserse frank) of chocolade (785 miljoen Zwitserse frank),’ aldus een onderzoek dat KPMG eind 2017 publiceerde. De voornaamste bestemming van deze sigaretten is Japan. Marokko en Zuid-Afrika staan op nummer twee en drie.
Zwitserland exporteert voldoende om meer dan vier miljoen mensen een jaar lang elke dag een pakje te kunnen laten roken pagina 12 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Dossier_Sigaretten.indd 12
19-02-19 16:27
dossier
tabaksindustrie
lading overeenkomt met de invoerpapieren. Desondanks is een van de algemene indrukken van ons onderzoek dat er alleen gedetailleerd wordt gecontroleerd als het gaat om de afdracht van belastingen – er vindt geen enkele controle plaats op de bestanddelen van de sigaretten of de giffen die ze bevatten.
Epidemie
Mondiaal gezien woont zo’n tachtig procent van de rokers in landen met een laag of gemiddeld inkomen. De WHO schat dat Afrika zo’n 77 miljoen rokers telt, wat neerkomt op 6,5 procent van de bevolking van het continent. Volgens voorspellingen van de WHO zal dit percentage in 2025 zijn opgelopen tot bijna 40 procent – de scherpste stijging wereldwijd. In 2030 zal het aantal sterfgevallen op het continent zijn verdubbeld tot wat de WHO een ‘epidemie’ noemt. Voor de fabrikanten lijkt Marokko een uitstekende toegangspoort tot deze markten: volgens een onderzoek dat is uitgevoerd door het Marokkaanse ministerie van Volksgezondheid is 13 procent van de rokers in Marokko jonger dan vijftien. En het aantal meisjes dat rookt begint in de buurt te komen van het aantal rokende jongens. In Europa zien we een tegengestelde ontwikkeling. In de afgelopen twintig jaar is de tabaksverkoop daar met 38 procent gedaald, dankzij voorlichtingscampagnes en prijsverhogingen. Daarom doen de fabrikanten steeds meer moeite om nieuwe producten met een ‘verlaagd risico’ aan de man te brengen – met deze
Van boven naar onder: Het hoofdkantoor van respectievelijk Philip Morris International in Lausanne en Japan Tobacco International in Genève, en een fabriek van British American Tobacco in Boncourt.
producten zouden de gebruikers wel de verlangde nicotine binnenkrijgen, maar dan zonder de schadelijke gevolgen van tabak. Toch schreef Le Temps onlangs over Philip Morris dat ‘ondanks het feit dat er aanzienlijke middelen zijn ingezet, het marktaandeel van IQOS nog altijd maar 6 procent van de productie van het concern bedraagt, en 12 procent van de inkomsten.’ In afwachting van het moment dat IQOS en andere snufjes die consumenten in staat stellen ‘te roken zonder te roken’ ook echt inkomsten zullen genereren – wat misschien wel nooit zal gaan gebeuren – moet Philip Morris International, net als de concurrenten, sigaretten blijven verkopen. In ongekend grote aantallen. Opkomende markten zijn een aantrekkelijk doelwit, domweg omdat de regeringen daar niet beschikken over de middelen om een proactief gezondheidsbeleid te voeren en de bedrijven dus vrij spel hebben.
Tegenwoordig wordt dik de helft van de sigaretten die in Marokko worden gerookt, geïmporteerd, vooral uit Zwitserland maar ook veel uit Turkije.
Drie tabaksgiganten op Zwitserse boDem Philip Morris International (PMI) heeft zijn wereldwijde operationele hoofdkwartier gevestigd in Lausanne. Daarnaast heeft het bedrijf een fabriek in Neuchâtel, waar in 2017 meer dan vijftien miljard gewone sigaretten en rookvrije sigaretten worden geproduceerd – die laatste maken 15 procent uit van de wereldwijde productie van PMI, en hier vallen ook de merken IQOS Heets, Marlboro, Chesterfield en L&M onder. Het hoofdkantoor van Philip Morris Products SA is ook gevestigd in Neuchâtel. In 2017 bedroegen de inkomsten 28 miljard Zwitserse frank. In Zwitserland heeft British American Tobacco (BAT) kantoren in Lausanne en een fabriek in Boncourt – in 1999 overgenomen van de Rothmans, die de fabriek op hun beurt weer hadden overgenomen van de familie Burrus, drie jaar daarvoor. In de fabriek produceert BAT Pall Mall, Gladstone, Dunhill, Lucky Strike, Kent, Winfield, Vogue, Players, Parisienne en Alain Delon. In 2017 bedroegen de inkomsten 26 miljard Zwitserse frank. Het hoofdkantoor van Japan Tobacco International (JTI) zit in Genève, in een gloednieuw gebouw. JTI heeft ook een grote fabriek in het Duitssprekende deel van Zwitserland, in Dagmersellen, in het kanton Luzern. In 2017 heeft het Japanse bedrijf daar in totaal 10,8 miljoen sigaretten geproduceerd, onder zestien verschillende merknamen. De merken die het breedst worden gedistribueerd zijn Winston, Camel en Natural American Spirit. In 2018 bedroegen de inkomsten 18 miljard Zwitserse frank.
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 13
Dossier_Sigaretten.indd 13
19-02-19 15:46
dossier
tabaksindustrie
Intense lobby Tabaksfabrikanten gebruiken agressieve reclamecampagnes om nieuwe, jonge klanten aan zich te binden. In juli 2017 onthulde de Engelse krant The Guardian dat British American Tobacco (BAT) in Kenia en Oeganda heeft geprobeerd de overheid te beletten preventieve maatregelen tegen roken in te voeren. In Togo, Burkina Faso en Ethiopië lobbyt de tabaksproducent intensief om de overheid ervan te overtuigen dat neutrale pakjes niet leiden tot een daling van de verkoop. In rijke landen, zoals Zwitserland, worden de schadelijke effecten van tabak geleidelijk erkend door de fabrikanten. Om het publiek te overtuigen van zijn goede bedoelingen heeft Philip Morris, concurrent van BAT, onlangs zelfs geholpen bij de oprichting van een stichting voor een rookvrije wereld, de Foundation for a Smoke-Free World. De WHO is zich terdege bewust van deze veelzeggende semantische discrepantie: ‘Onderzoek heeft aangetoond dat verschillende maatregelen, zoals belasting op tabak, expliciete afbeeldingen om het roken te ontmoedigen, een volledig verbod op advertenties en promotie, hulp aan mensen die proberen te stoppen, allemaal resulteren in een verminderde vraag naar tabaksproducten. (…) Als Philip Morris International echt zou streven naar een rookvrije wereld, dan zouden ze dergelijke maatregelen ondersteunen. Maar het bedrijf komt
er juist tegen in het geweer. Het bedrijf is op grote schaal aan het lobbyen en spant langdurige en kostbare juridische procedures aan tegen op feiten gebaseerd antirookbeleid.’ Zo heeft Philip Morris 24 miljoen dollar gestoken in een poging te verhinderen dat er in Uruguay, een land met nog geen vier miljoen inwoners, waarschuwingen tegen de gevolgen van roken op sigarettenpakjes zouden komen. Na een juridische strijd van zes jaar heeft het bedrijf de zaak verloren.
Dubbele standaard Waar rook is, is vuur. Dus wilden we meer weten over de bestanddelen van de sigaretten die worden gemaakt in Zwitserland maar vervolgens worden verkocht in Marokko.
Beperkt budget
D
In Marokko is er een wet aangenomen die roken in cafés en restaurants verbiedt. Maar die wet wordt niet nageleefd. Preventieprogramma’s op scholen zijn een zeldzaamheid en worden opgezet door instellingen met een zeer beperkt budget. En wat de sigaretten zelf betreft, er is geen regelgeving wat betreft de ingrediënten. In 2012 heeft de Marokkaanse overheid een wet ingediend die min of meer vergelijkbaar is met de Europese wetgeving en die een maximum stelt aan de toelaatbare hoeveelheden teer, nicotine en koolmonoxide. De wet waarin dat allemaal werd vastgelegd is echter nooit doorgevoerd, en er is geen laboratorium om de aanwezige hoeveelheden van deze bestanddelen te controleren.
Onderzoek heeft aangetoond dat verschillende maatregelen, zoals belasting op tabak, expliciete afbeeldingen om het roken te ontmoedigen, een volledig verbod op advertenties en promotie, hulp aan mensen die proberen te stoppen, allemaal resulteren in een verminderde vraag naar tabaksproducten.
aarvoor hebben we een methode gebruikt die voor zover wij weten volledig innovatief is: we hebben een vergelijkend onderzoek gedaan naar de hoeveelheid zwavel, nicotine en koolmonoxide in enerzijds sigaretten die worden gerookt in Europa en anderzijds sigaretten die worden gerookt in Marokko. Dat is geen eenvoudige taak omdat hier geen algemeen toegankelijke gegevens over zijn. Natuurlijk, het percentage van de bestanddelen wordt soms vermeld op het pakje zelf, maar het is onduidelijk of de producenten zich ook aan die waarden houden. De uiteindelijke vraag is of de Zwitserse sigaretten die in Marokko worden gerookt dezelfde sigaretten zijn als de sigaretten die worden verkocht in een kiosk op de luchthaven van Genève of in Frankrijk. De enige manier om daarachter te komen is door middel van het analyseren van monsters. Adrian Kay, de woordvoerder van de nationale gezondheidsdienst, laat weten dat Zwitserland niet beschikt over ‘een laboratorium dat is toegerust om een dergelijk onderzoek uit te voeren’. Toch weten wij een laboratorium te vinden dat wel in staat is zo’n analyse uit te voeren: het Institute for Work and Health (IST) in Lausanne, verbonden aan het CHUV (het universiteitsziekenhuis van Lausanne) dat deel uitmaakt van het netwerk van gecertificeerde laboratoria van de WTO.
Een innovatieve rookmachine
In antwoord op onze vraag hebben Gregory Plateel, die aan het hoofd staat van de laboratoria, en analist Nicolas Concha-Lozano, een rookapparaat moeten bouwen. De methode die zij hanteren is feitelijk ‘op maat gemaakt’: drie kokers om de sigaret vast te houden, een pompje om een trek te nemen en een buisje waarin een deel van de rook wordt opgevangen. Niets wordt aan het toeval overgelaten – het apparaat wordt bestuurd door een computer die elke minuut gedurende twee seconden een monster vergaart van 35 ml.
pagina 14 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Dossier_Sigaretten.indd 14
19-02-19 15:46
dossier
tabaksindustrie
Zwitserland zou niet beschikken over ‘een laboratorium dat is toegerust om een dergelijk onderzoek uit te voeren’. Toch weten wij zo’n laboratorium te vinden.
Om zeker te weten dat het apparaat goed is gekalibreerd hebben ze als eerste een testsigaret gebruikt, ‘1R6F’. De controlesigaret was een merkloze sigaret, speciaal door de University of Kentucky vervaardigd voor onderzoekslaboratoria. Nadat de sigaret door het apparaat is opgerookt, worden de rook en het filter geanalyseerd om de waarden vast te stellen van de teerdeeltjes en de koolmonoxide. Een enkele sigaret is natuurlijk niet representatief en om betrouwbare data te vergaren zijn monsters gebruikt uit drie verschillende pakjes, waarna het gemiddelde van de drie waarden is genomen. Het heeft de onderzoekers enkele weken gekost om dit proces te voltooien.
Dubbele standaard
Gregory Plateel en Nicolas Concha-Lozano hebben maar liefst dertig pakjes sigaretten geanalyseerd, uit Marokko, Frankrijk en Zwitserland, die we hun vorig jaar september hebben geleverd. Hun methode is overeenkomstig de ISO-standaarden die dienen als uitgangspunt voor alle onderzoeken waarbij dergelijke tests worden gedaan. In Zwitserland en Europa hebben de autoriteiten de 10-1-10-standaard
Het roken van een Camel Light in Casablanca is schadelijker dan het roken van een Camel Filter in Lausanne ingevoerd, de maximaal toelaatbare waarden teer, nicotine en koolmonoxide voor sigaretten die worden verkocht op de Zwitserse of Europese markt: 10 mg teer, 1 mg nicotine en 10 mg koolmonoxide. Deze standaard hebben we als uitgangspunt genomen bij de analyse van onze monsters. Uit de resultaten blijkt duidelijk een dubbele standaard – Marokkanen roken sigaretten die schadelijker zijn dan de sigaretten die Europeanen roken. Voor alle geteste bestanddelen geldt dat vrijwel alle sigaretten die worden vervaardigd op Zwitserse bodem en worden gerookt in Marokko zwaarder, verslavender en giftiger zijn dan Zwitserse of Franse sigaretten.
Zo bevat een monster van een Winston-sigaret meer dan 16,31 mg deeltjes per sigaret, in tegenstelling tot de 10,5 mg van een Winston Classic die in Lausanne is gekocht. Als we kijken naar de nicotinewaarden dan is het verschil tussen de sigaretten die in Marokko worden verkocht en de sigaretten die in Zwitserland worden verkocht al helemaal opvallend: volgens de resultaten van IST zit er 1,28 mg in een Camel van Zwitserse makelij die wordt verkocht in Marokko, tegen maar net 0,75 mg in Camel Filters die in Zwitserland worden verkocht. Als we kijken naar koolmonoxide, dat de hoeveelheid zuurstof in het bloed doet afnemen, zien we ook grote verschillen tussen Winston Blues die worden gerookt in Marokko (9,62 mg per sigaret) en die in Zwitserland (5,45 mg). Ondanks de geruststellende benaming is het roken van een Camel Light in Casablanca schadelijker dan het roken van een Camel Filter in Lausanne.
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 15
Dossier_Sigaretten.indd 15
19-02-19 15:47
dossier
tabaksindustrie
De resultaten van onze tests GVA Duty Free
Camel 12,49 Camel Filters
1,10
10,42
9,83 Winston Blue
0,93 6,81
9,20 Marlboro Red
0,85
8,06
9,45 Camel Filters
0,79 7,98
9.53 Winston Blue
0.75 7.09
6.21 0.53 5.45 Winston Classic
Marlboro
10.52
0.81
8.21
koolstofmonoxide 10,32 mg/sigaret
Camel
9.69
0.74 6.43
Nicotine 0,84 mg/sigaret
14,10 Camel light
1,28
Teer (TMC*) 9,6 mg/sigaret
10,69 Winston Blue
Japan Tabacco Internation (JTI) Philip Morris International (PMI)
0,95
9,05
10,82 0,90 Winston Xstyle Gold
9,62
11,25 Winston Filter
0,97
16,31 Marlboro Soft
* Totaal van de deeltjes die teer bevatten
10,65
13,36
10,53
1,41
1,12
10,65
9,75
© Infographic: opak.cc.
Referentiesigaret
‘De voorkeur van de consument’ In Zwitserland en Europa zijn de maximale waarden die een sigaret mag bevatten: 10 mg teer, 1 mg nicotine en 10 mg koolmonoxide.
E
r zijn echter veel slechtere uitslagen. In sommige gevallen waren de waarden die de Zwitserse wetenschappers vaststelden hoger dan de waarden die op het pakje werden vermeld. Dat was met name het geval bij de nicotinewaarde van Marokkaanse sigaretten: Winstons bevatten bijna 1,5 mg nicotine, terwijl op het pakje een waarde wordt vermeld van 1 mg. Volgens Ivan Berlin, een internationaal vermaard toxicoloog gespecialiseerd op dit terrein en werkzaam in Parijs en Lausanne, vergroot een hogere dosering nicotine de verslavingsgevoeligheid. ‘Als je het hebt over een grotere afhankelijkheid, gaat het erover dat mensen moeite hebben om nee te zeggen. Daarmee is er sprake van een grotere giftigheid.’ Jacques Cornuz staat aan het hoofd van een kliniek voor ambulante zorg, verbonden aan de universiteit van Lausanne. Hij is tevens epidemioloog
en tabaksspecialist, en van 2007 tot 2014 stond hij aan het hoofd van de Federal Commission for the Prevention of Smoking (CFPT). Als wij hem onze resultaten voorleggen, draait hij er niet omheen en zegt: ‘Je zou met recht kunnen zeggen dat we van een truck van twintig ton overstappen op een truck van veertig ton.’
Reactie van de fabrikanten
Japan Tobacco International, de fabrikant van Winston en Camel, zei in reactie op onze vragen dat ‘Alle producten die met tabak te maken hebben worden geassocieerd met gezondheidsrisico’s.’ Daarom ‘is het onmogelijk om de werkelijke consumptiegewoonten van de gebruikers door een gestandaardiseerde methodologie te achterhalen’. Het bedrijf laat weten de resultaten om die reden niet exact te vinden. Bovendien kan, vervolgt men, ‘niet gesteld worden dat
de ene sigaret minder giftig is dan de andere in termen van aspecten als smaak’. Waarom zijn sigaretten die in Marokko worden verkocht sterker dan andere sigaretten? Op die vraag komt geen reactie van het bedrijf. De afdeling communicatie van Philip Morris International laat weten dat ‘consumenten over de hele wereld andere voorkeuren hebben. Tabak wordt geselecteerd op basis van die voorkeuren, afgaande op de specifieke mengelingen en bladsoorten die nodig zijn om de consistentie te garanderen van de verschillende merken, zoals Marlboro Rouge.’ Waarom er meer teer in de Marlboro’s zit die in Marokko worden verkocht dan in de Marlboro’s die in Zwitserland worden gerookt? ‘Wij raden het af om enkel en alleen naar de teerwaarde te kijken,’ luidt het antwoord. Er bestaat wetenschappelijke consensus over het feit dat ‘teer’ geen nauwkeurige indicatie is van het risico op gezondheidsschade en dat het misleidend is voor de consument om het te hebben over hoeveelheden ‘teer’. Wat betreft de uitslagen van de nicotinewaarden, die hoger bleken te zijn dan op het pakje vermeld, ‘houdt men zich aan de eisen van ISO 8243, die ruimte laten voor een zekere marge’.
pagina 16 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Dossier_Sigaretten.indd 16
19-02-19 15:47
dossier
tabaksindustrie
Op bezoek in de fabriek: ‘Er volgen geen sancties’ Na ons bezoek aan Marokko hebben we ook de aanvoerketen onder de loep genomen om te kijken hoe tabak wordt geproduceerd, aangezien Zwitserland onderdak biedt aan de megaconcerns binnen Roger Koch, directeur van Koch & Gsell AG.
W
e hebben de enige sigarettenfabriek in het land bezocht waarvan de directeur ons wilde toelaten: Koch & Gsell AG in Steinach. Dit bedrijf, dat is gevestigd op een industrieterrein in een buitenwijk van St. Gallen, is in 2015 opgericht door de destijds veertigjarige Roger Koch, afkomstig uit het Duitstalige deel van Zwitserland, die daarvóór een vertaalbureau had. Inmiddels produceert hij dertigduizend pakjes sigaretten per week, waarvan een klein deel wordt geëxporteerd; het merendeel is voor gebruik binnen Zwitserland. Hij krijgt soms bezoek van de autoriteiten. Ambtenaren uit verschillende lagen van het kantonbestuur komen de veiligheid van de apparatuur en de arbeidsomstandigheden van het personeel controleren, en houden in de gaten of het productieproces geen milieuschade veroorzaakt. Hij kent ook douanebeambten, omdat die controleren of de waren juist worden aangegeven en de belastingen tot op de laatste centime worden afgedragen.
de bedrijfstak en toestaat dat er sigaretten van mindere kwaliteit worden geëxporteerd naar ontwikkelingslanden.
monoxide te testen, in overeenstemming met de 10-1-10-standaard die is geïntroduceerd door de Zwitserse regering. De federale verordening aangaande tabaksproducten bepaalt dat de volgende bepalingen in acht genomen dienen te worden: ‘Wie sigaretten op de markt brengt moet in staat zijn te bewijzen dat deze sigaretten vallen binnen de wettelijke voorschriften die hierop van toepassing zijn.’ In theorie is het de taak van de afzonderlijke kantons om te zorgen dat deze bepaling wordt nageleefd. Slagen ze erin om de sigaretten te analyseren die op de markt komen? Of om te zorgen dat de producenten alleen toegestane ingrediënten gebruiken, waar in de voedselindustrie ook op wordt gecontroleerd? Wat gebeurt er als uit de tests komt dat de sigaretten van Roger Koch deze waarden overstijgen? De bevindingen van het laboratorium worden niet naar de autoriteiten gestuurd maar naar verschillende
klanten, zoals de Coop-groothandel. Er volgen geen sancties. ‘Het is aan ons om er iets aan te veranderen,’ licht Roger Koch toe. ‘De enige oplossing is een kleine verandering in de mengeling van de tabak, want er is geen makkelijke manier om even iets te veranderen aan de waarde van een bepaald bestanddeel. Het is mogelijk om tabak met water te spoelen, maar dat heeft gevolgen voor de kwaliteit. Het is ook mogelijk om de filters te perforeren zodat er meer zuurstof bij de geïnhaleerde rook komt. Maar dat is niet helemaal eerlijk, dus dat doen we niet.’ De lijst van toegestane bestanddelen op de OFSPwebsite laat Roger Koch de ruimte om tientallen ingrediënten toe te voegen aan zijn sigaretten. Dat doet hij niet, zegt hij, omdat die vrijheid er binnen de Europese Unie niet is. Hij is van plan een fabriek te bouwen in Duitsland, op slechts een paar kilometer afstand van Steinach, zodat hij zijn Heimatsigaretten in de EU kan verkopen.
Gebrek aan controle
Maar hoe zit het met de controle op de bestanddelen van de sigaretten? ‘Dat is nooit gecontroleerd, tot aan oktober vorig jaar. Toen heeft de voedsel- en warenautoriteit een paar monsters genomen om te analyseren. Maar we hebben er nooit meer iets van vernomen. Ik denk dat ze voornamelijk hebben gecontroleerd op CBD (Cannabidiol).’ In een deel van de productie van Roger Koch is dit cannabisbestanddeel aanwezig. Hij stuurt maandelijks zo’n honderd sigaretten naar het ALSlaboratorium in Duitsland, om getest te worden op andere bestanddelen. Dit laboratorium heeft tot taak de hoeveelheden teer, nicotine en kool-
‘De voedsel- en warenautoriteit heeft een paar monsters genomen om te analyseren. Maar we hebben er nooit meer iets van vernomen’
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 17
Dossier_Sigaretten.indd 17
19-02-19 15:47
dossier
tabaksindustrie
De helft van de belastinginkomsten uit de particuliere sector in Zwisterland zou afkomstig zijn van Philip Morris International. Enige regelgeving aangaande de gezondheid van de consument ontbreekt.
Ruime wetgeving
D
e federale overheid in Bern is huiverig om strengere regelgeving in te voeren. Het lijdt geen enkele twijfel waarom veel tabaksgiganten hebben besloten zich in Zwitserland te vestigen. Volgens een KPMG-rapport uit oktober 2017 worden de totale inkomsten uit deze bedrijfstak (zowel direct als indirect als via belastingopbrengsten) geschat op zo’n 6,3 miljard Zwitserse frank per jaar, wat neerkomt op 1 procent van het bruto binnenlands product. De sector levert zo’n 11.500 banen op, waarmee 0,2 procent van de bevolking aan het werk is. En dat is zonder de indirecte arbeidskrachten mee te rekenen, zoals de tabaksboeren. De belastinginkomsten zijn aanzienlijk – er wordt nogal geheimzinnig gedaan over precieze bedragen, al doet in Neuchâtel het gerucht de ronde dat de helft van de belastinginkomsten uit de particuliere sector afkomstig is van Philip Morris International. Zwitserland heeft nog meer manieren om sigarettenfabrikanten te lokken, maar de ruime wetgeving is vermoedelijk de beste troef. Sigaretten en de bestanddelen ervan vallen onder het besluit over tabaksproducten. Volgens dat besluit vallen onder de toegestane bestanddelen alle geuren uit voedselproducten, suiker, honing, kruiden en alle mogelijke zoetstoffen – op twee na: sucralose en het zout uit aspartaam-acesulfaam. Het is geen uitzondering om een hele reeks bevochtigingsmiddelen aan te treffen, bleekmiddelen voor de as, ontbrandingsversnellers, conserveermiddelen en ook nog bindmiddelen. Pascal Diethelm, hoofd van de Zwitserse antitabaksorganisatie OxyRomandie, voegt hieraan toe dat de bepaling niet voorziet in enige regelgeving aangaande de gezondheid van de consument. Sterker
nog, ‘gegevens van toxicologen met betrekking tot de additieven die zowel met als zonder ontbranding worden gebruikt, hoeven alleen te worden aangegeven in zoverre degene die de aangifte doet, zich ervan bewust is’. Zoals hij het ziet kan degene die de aangifte doet simpelweg zeggen dat hij zich niet bewust is van de toxicologische informatie van het ‘recept’ dat hij graag geautoriseerd zou zien. In vergelijking hiermee zijn de Europese regels veel strenger.
De export zit onder de radar
Zwitserland laat de sigaretten voor de eigen bevolking min of meer ongemoeid en is al helemaal niet geïnteresseerd in de sigaretten die in het land worden gemaakt en vervolgens geëxporteerd, zo laat de douanedienst weten. Die sigaretten zijn niet onderworpen aan de Zwitserse normen maar aan die van de landen die ze importeren. Dit in tegenstelling tot de situatie binnen de Europese Unie, waar in bepaling 2001/37/EC-maximumwaarden zijn vastgesteld voor de hoeveelheden teer, nicotine en koolmonoxide in sigaretten die zijn bestemd voor de export. In die zin is Zwitserland relatief in het voordeel – het is het enige land van het Europese continent dat sigaretten produceert die giftiger zijn dan de sigaretten die door de eigen bevolking worden gerookt. Zodoende spint Zwitserland garen bij het bestaan van een dubbele standaard en verergeren ondertussen
de gezondheidsproblemen in de landen waarnaar wordt geëxporteerd. Wanneer wij ernaar vragen laat het ministerie van Gezondheid weten dat het gebrek aan controles op de export ‘de wil van het parlement’ is. In 2012 is een motie ingediend door Laurent Favre, lid van de radicaal liberale partij (PLR) in Neuchâtel, die inmiddels is doorgedrongen tot de landelijke politiek. Hij wilde dat ‘sigaretten die in Zwitserland worden geproduceerd zonder beperkingen geëxporteerd kunnen worden naar landen die geen lid zijn van de Europese Unie’. De motie werd aangenomen. Zoals we in Casablanca hebben gezien voert Marokko geen controles uit op de bestanddelen van Winstonen Camel-sigaretten die vanuit Zwitserland worden geïmporteerd. De douane beperkt zich ertoe de ladingen te controleren vanuit een fiscaal oogpunt. De situatie in Marokko is niet uniek: het komt maar zelden voor dat landen beschikken over een laboratorium waar stelselmatig geïmporteerde sigaretten kunnen worden geanalyseerd. Volgens de WHO is Burkina Faso het enige land in Afrika dat dit doet. Zelfs als de controles wel plaatsvinden, kan er met de regels worden gesjoemeld. In Frankrijk [en ook in Nederland, red.] heeft het landelijke antirookcomité onlangs een klacht ingediend tegen fabrikanten die ze ervan beschuldigen testuitslagen te vervalsen door micro-openingen in de filters te maken waardoor de waarden van de geteste stoffen lager uitvallen wanneer ze worden geanalyseerd door het apparaat dan wanneer iemand een trek van een sigaret neemt en daarbij met zijn vingers het filter samenknijpt… Dit is slechts een van de mogelijke manieren, die Roger Koch terecht aanstipt. Deze manier van handelen roept herinneringen op aan het Volkswagen-emissieschandaal. Volkswagen is enige tijd geleden in Duitsland voor de rechter gedaagd omdat er software in de auto’s was ingebouwd waarmee kon worden gesjoemeld met de tests op de uitstoot van schadelijke gassen.
pagina 18 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Dossier_Sigaretten.indd 18
19-02-19 15:47
dossier
tabaksindustrie
EEn tijdElijkE kwEstiE
Leger van lobbyisten
Fabrikanten steken veel energie in het ondermijnen van de wil van de autoriteiten om tabakswetgeving in te voeren. Zwitserland blijft niet gespaard voor dit ‘ontmoedigingsbeleid’. In een klein land als Zwitserland, waar de bedrijfstak een belangrijke rol speelt binnen de economie, zijn er nauwe banden tussen bedrijven en politici. In een documentaire die onlangs op de Zwitserse televisie is vertoond in het programma Temps Présent, werd duidelijk welke rol de AWMO-organisatie speelt (een alliantie van bedrijven voor een evenwichtig preventief beleid). Momenteel zitten er in deze organisatie twaalf senatoren en veertig parlementsleden – bijna een vijfde van alle Zwitserse parlementariërs – die campagne voeren tegen het aanscherpen van antirookmaatregelen. Er zijn dan ook veel politici die de visie van de sigarettenfabrikanten onderschrijven. Sommigen zijn makkelijk aan te wijzen, zoals Gregor Rutz, raadslid voor de Swiss People’s Party en voorzitter van het verbond van Zwitserse tabaksfabrikanten. Anderen hebben alleen indirecte banden met de sector maar verzetten zich tegen het aanscherpen van het preventiebeleid, zoals Hans-Ulrich Bigler, die aan het hoofd staat van USAM, een Zwitserse vakvereniging. Sommige voormalige parlementsleden zijn later door deze bedrijven in dienst genomen, zoals Sylvie Perrinjaquet uit Neuchâtel, die op haar website vermeldt dat ze consultant is voor Philip Morris International en die een badge heeft die haar toegang verschaft tot het parlement. Toen Laurent Favre in 2012 parlementslid was in Bern, verzette hij zich tegen de invoering van de nieuwe 10-1-10-standaard die door de Europese Unie was aangenomen. Inmiddels is hij president van de Kantonsraad in Neuchâtel, het kanton waar het hoofdkwartier en de fabriek van Philip Morris International zijn gevestigd.
Marie Maurisse Marie Maurisse is een onafhankelijke
journalist, die voor deze reportage samenwerkte met Théa Ollivier, een in Marokko gevestigde journalist. Marie Maurisse: ‘Het is heel moeilijk om de tabaksindustrie te onderzoeken, omdat deze heel gesloten is.’ Ze ontving voor dit onderzoek de Public Eye Investigation Award.
De achtste bijeenkomst van de WHO Framework Convention for Tobacco Control (FCTC) heeft vorig jaar oktober plaatsgevonden. Deze bijeenkomst, die bekendstaat als COP8, streeft ernaar de controles en herleidbaarheid binnen de tabaksindustrie te vergroten én een verbod op reclame te bewerkstelligen. Achter de schermen probeerde de Zwitserse afgevaardigde zo veel mogelijk uit beeld te blijven: Bern had de overeenkomst niet geratificeerd en was niet bereid tot compromissen. Maar de cijfers van de WHO zijn schokkend: een op de twee rokers moet het gebruik van tabak met de dood bekopen en jaarlijks overlijden er zeven miljoen mensen aan de gevolgen van roken. Het is aan het parlement om verandering te brengen in de status quo. Momenteel wordt er gedebatteerd over de nieuwe tabakswet die de reclame voor sigaretten zou moeten indammen. Afgaande op informatie die wij in handen hebben gekregen over het voorlopige wetsvoorstel, zou er weleens het omgekeerde kunnen gebeuren: het is niet uitgesloten dat de neutrale pakjes sneuvelen, net als de restricties op advertenties. Zwitserse parlementsleden moeten alles op alles zetten om zich te verzetten tegen dit wetsvoorstel en een einde maken aan de schizofrene situatie van een land dat 1,7 miljard Zwitserse frank per jaar besteedt aan de behandeling van patiënten die kampen met de gevolgen van roken terwijl deze dodelijke bedrijfstak aan de andere kant geen strobreed in de weg wordt gelegd; een land dat in Tanzania antirookprogramma’s financiert terwijl Philip Morris, British American Tobacco en Japan Tobacco International wordt toegestaan om op Zwitserse bodem zeer giftige sigaretten te produceren, bedoeld om elders te worden gerookt.
Public Eye Zwitserland | organisatie | oplage 25.000
Public Eye is een Zwitserse ngo die de politiek en bedrijven in eigen land aanspoort te handelen in overeenstemming met mensenrechten, en bij te dragen aan de ontwikkeling van arme landen.
Een op de twee rokers moet het gebruik van tabak met de dood bekopen. Toch wordt deze bedrijfstak in Zwitserland geen strobreed in de weg gelegd.
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 19
Dossier_Sigaretten.indd 19
19-02-19 16:26
lage landen
nederland
Wat een no deal-brexit voor Nederland betekent Veel Nederlanders denken dat de gevolgen van een no deal-brexit wel mee zullen vallen. The Washington Post legt helder uit waarom dat niet het geval is.
The Washington Post | Washington
H
et Westland, een door kanalen doorsneden gebied bij Rotterdam, functioneert in veel opzichten als de achtertuin van Engeland. Hier staan vele vierkante kilometers aan kassen, waar tulpen, tomaten en andere supermarktartikelen worden gekweekt. De rijke oogst wordt vervoerd naar pakhuizen, waar alles wordt uitgesorteerd onder bordjes met de bestemmingen, Sheffield of Gateshead bijvoorbeeld. Daarna gaat alles in vrachtwagens snel naar de veerboten, die de goederen naar de overkant van de Noordzee vervoeren. Dankzij dat nauwkeurig afgestemde ecosysteem en de vrijhandelszone van de EU kunnen Britse winkels verse producten die ze ’s morgens vroeg hebben besteld aan het einde van de dag al in de winkel hebben. Maar met een harde brexit dreigt het een chaos te worden: kilometerslange files van vrachtwagens, bedorven groenten en economische schade voor iedereen. Nederland – Engelands belangrijkste handelspartner op het Europese vasteland – behoort tot de landen die zich het best hebben voorbereid op het scenario dat de Engelsen 29 maart zonder deal de EU verlaten. Maar de autoriteiten vrezen dat ondanks alle inspanningen chaos niet te voorkomen is. ‘Iedereen is ervan doordrongen dat er iets gaat gebeuren,’ zegt Mark Dijk, manager External Affairs van de haven van Rotterdam, waar vandaan iedere week bijna 1 miljoen ton aan goederen van en naar Engeland worden ver-
scheept. Al meer dan een jaar concentreert de haven zich op noodplannen. Engelands eigen pogingen om het vertrek in goede banen te leiden ‘zijn zo chaotisch dat men zich moeilijk kan voorstellen dat er geen no deal-brexit komt’, aldus Dijk.
2,5 miljard dollar
Er bestaat geen precedent voor een land dat zichzelf wegknipt uit de onderling nauw verweven moderne wereld. En toch wordt die uitkomst steeds reëler, nu het Britse parlement het debat heeft heropend over een ontwerpakkoord dat weinig steun geniet. In het scenario van een harde brexit kunnen de machtige banken van Londen als ze op de Europese markt willen blijven opereren in een juridisch onduidelijke situatie terechtkomen. Miljoenen Britse staatsburgers die al jaren legaal wonen en werken in de EU zouden, net als ingezetenen van de EU in Engeland, plotseling illegaal zijn. Samenwerkingsverbanden tussen Engelse en Europese politiediensten zouden stil komen te liggen. Engelse leiders hebben gewaarschuwd voor tekorten op het gebied van voedsel en medicijnen, en ze hebben importeurs gevraagd voorraden aan te leggen. Minister van Defensie Gavin Williamson heeft 3500 man klaarstaan voor eventuele problemen. In totaal heeft het Britse kabinet 2,5 miljard dollar uitgetrokken om onvoorziene omstandigheden direct het hoofd te kunnen bieden.
Ondertussen heeft de Ierse regering deze maand alle andere zaken opzijgezet om 45 noodwetten door het parlement te loodsen die de impact van de brexit moeten verzachten. Frankrijk bouwt wegen, pakhuizen en controleposten bij zijn havens ter voorbereiding op de nieuwe douanecontroles. Het hoofdkwartier van de EU in Brussel heeft een lijst voorstellen openbaar gemaakt die de burgers in de EU moeten beschermen tegen de ergste gevolgen van een harde brexit, maar die bieden weinig soelaas voor de Britten.
Zes kilometer vrachtwagens
Volgens een rapport van de Organisatie van Economische Samenwerking en Ontwikkeling zou bij een harde brexit de Nederlandse export naar Engeland met 17 procent kunnen dalen. De Nederlandse regering probeert deze schade uit alle macht te beperken en heeft bijna duizend extra douaniers aangetrokken voor de inspecties die bij een harde brexit nodig zullen zijn. De dienst, die ook verantwoordelijk is voor de inspectie van vlees, zuivelproducten en dieren, is in Oost-Europa naarstig op zoek naar dierenartsen en geeft ze stoomcursussen Nederlands omdat er in het eigen land niet genoeg gekwalificeerde mensen te vinden zijn. Veel Nederlandse boeren en bloemenkwekers die aan Britse klanten leveren, zijn bang dat de toeleveringslijnen door de bureaucratie zullen dichtslibben. ‘Het gaat om verse waar, dus die moet je op korte termijn kunnen leveren,’
zegt Pim Leenheer, die op de verkoopafdeling van het Nederlandse bedrijf DailyFresh Logistics werkt, dat voedsel- en bloementransporten naar Engeland verzorgt. Vorige maand arriveerden op een stormachtige middag trekker-opleggercombinaties slechts een kwartiertje voor vertrek bij de grote Stena Hollandica-ferry. Op die ferry is plaats voor zes kilometer vrachtwagens. Aan het einde van de reis, in het Engelse Harwich, kan de ferry in 30 à 45 minuten uitladen, aldus Annika Hult, die de leiding heeft over de Noordzeetransporten. Dat het zo snel gaat is grotendeels te danken aan het gebrek aan controles; in 1993 werden de douanekantoren binnen wat toen de EEG werd genoemd opgeheven. Als het Britse parlement de deal aanneemt die de EU en premier Theresa May hebben opgesteld, verandert er weinig. Engeland blijft dan binnen de douane-unie van de EU, in elk geval tot er nieuwe handelsovereenkomsten zijn gesloten. Maar als Engeland zonder deal uit de EU stapt, wordt de klok tientallen jaren teruggezet. ‘Plotseling komen er dan weer allerlei controles,’ zegt Hult.
Controles
Als bedrijven goederen tussen het VK en landen uit de EU willen vervoeren, zullen ze aan beide kanten formulieren moeten indienen bij douanekantoren. Aan beide kanten moeten voedsel en dieren worden gecontroleerd. Vrachtwagenchauffeurs moeten al langs de
pagina 20 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
LageLanden_155.indd 20
19-02-19 14:32
lage landen
nederland
Een vrachtschip met containers wordt de haven van Rotterdam binnengeloodst. – © Getty Images
Er was nooit behoefte aan een parkeerplaats voor vrachtwagens die niet rechtstreeks de ferry op konden
The Washington Post VS | dagblad | oplage 700.000
Bewees zich met het publiceren van de Pentagon Papers. Een van de meest invloedrijke kranten ter wereld. Centrum-rechts georiënteerd met een grote focus op de Amerikaanse politiek.
paspoortcontrole, omdat Engeland geen deel uitmaakt van het paspoortvrije reisgebied van de EU, maar de controles zullen na de brexit veel strenger zijn. De Nederlandse autoriteiten zijn de archieven al in gedoken om uit te zoeken welke verdragen met Engeland nog van kracht zijn. Sommige dateren nog van vlak na de Tweede Wereldoorlog, toen Europa aan het wederopbouwen was. Veel bedrijven op het gebied van transport en logistiek verwachten dat wat nu binnen een dag in Engeland is, er na een harde brexit anderhalve dag over doet – een dramatische toename voor een systeem waarin de onzekerheidsmarges in minuten worden berekend. Ze zijn ook bang dat de wegen naar de havens zullen veranderen in parkeerterreinen. Op dit moment is geen extra parkeerruimte beschikbaar voor vrachtwagens die niet rechtstreeks de ferry op gereden kunnen worden. Er is simpelweg geen behoefte aan geweest. ‘Het is net als met een rij in de supermarkt. Als de rij ook maar iets langer wordt dan de caissières aankunnen,
neemt de rij exponentieel toe,’ legt Pieter Omzigt uit, een Nederlands parlementslid dat zich bezighoudt met de voorbereidingen op de brexit. Hult zegt dat ferrybedrijven graag willen meewerken om de controle bij de douane te versnellen, maar niet weten wat ze kunnen verwachten. ‘Het probleem is het gebrek aan duidelijkheid,’ zegt ze. ‘We doen wat we kunnen om er helemaal klaar voor te zijn, maar ik kan niet beloven dat er in de eerste weken geen incidenten zullen zijn,’ zegt Jan Meijer, directeur van de inspectie bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
Wensdenken
Naar schatting van de Nederlandse overheid doen ook 35.000 kleine en middelgrote Nederlandse bedrijven zaken met Engeland. Omdat deze alleen binnen de EU opereren, hebben ze geen ervaring met de douane. Na een ‘no deal-brexit’ zullen ze ofwel een gecompliceerde nieuwe procedure moeten zien te doorgronden, ofwel de banden met Engeland verbreken. Het
is alsof een bedrijf in Illinois opeens te maken krijgt met een internationale grens als het handel wil drijven met Indiana – en minder dan drie maanden de tijd heeft om uit te zoeken hoe je dat moet doen. De overheid probeert ze voor te bereiden op de gebeurtenissen. ‘Als wij ons voorbereiden maar de bedrijven niet, gaat alles mis,’ zegt Nanette van Schelven, algemeen directeur van de Nederlandse douane, waar onder andere rampoefeningen worden gehouden. ‘Dat is ons motto nu: we hopen op het beste en zijn voorbereid op het slechtste.’ Maar Nederlandse beleidsmakers vrezen dat de bedrijven in hun land misschien te passief zijn. ‘Ik hoor nog regelmatig mensen zeggen dat het allemaal wel mee zal vallen,’ zegt Rem Korteweg, verbonden aan het onderzoeksinstituut Clingendael, het Nederlandse Instituut voor Internationale Betrekkingen, dat de Nederlandse overheid en bedrijven adviseert over de voorbereidingen op de brexit. ‘Al dat wensdenken is wel een probleem.’ Michael Birnbaum
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 21
LageLanden_155.indd 21
19-02-19 14:32
europa
Paaien met donaties, investeringen en beloften The New York Times | New York
Huawei, de grootste telecomfabrikant ter wereld, die ervan wordt beschuldigd zich te lenen voor spionage door de Chinese overheid, probeert al vijftien jaar bij Europese overheden in het gevlij te komen met een uitgekiende lobby, beloften van nieuwe banen en investeringen in onderzoek.
W
ie bij Huawei gaat werken, krijgt boeken uitgedeeld over wat het bedrijf allemaal heeft bereikt. Over het succes van de Chinese telecomgigant in Europa bijvoorbeeld. Zo is er een hoofdstuk gewijd aan alles wat Huawei’s werknemers hebben gedaan om Europese telecombedrijven als klant binnen te slepen en ze apparatuur te verkopen die nu de ruggengraat van de mobiele netwerken vormt. Wat in die boeken nauwelijks wordt belicht, is de subtiele wijze waarop het bedrijf de afgelopen vijftien jaar ook heeft getracht bij Europese overheden in het gevlij te komen met een uitgekiende lobby, beloften van nieuwe banen en investeringen in onderzoek. Neem de speciale bestuursraad die Huawei in Groot-Brittannië heeft opgetuigd, onder voorzitterschap van John Browne, een voormalige topman van BP. Die schonk geld aan onderwijsinstellingen, waaronder de Universiteit van Cambridge, gaf feestjes voor politiek leiders en doneerde aan goede doelen, zoals de Prince’s Trust van prins Charles. In Duitsland heeft Huawei onderzoekscentra geopend en financiële bijdragen geleverd aan verschillende evenementen, waaronder het recente partijcongres van de regerende CDU. Europese overheden hebben Huawei dan ook met open armen ontvangen. Toen het bedrijf vorig jaar beloofde over een periode van vijf jaar 3 miljard pond te investeren in Groot-Brittannië, waar het bedrijf al 1500 mensen in dienst heeft, ging premier May in Beijing op bezoek bij Huawei’s topvrouw Sun Yafang. En Merkel liet zich
in het kort
• Huawei spreek je uit als ‘gwawee’. • Hoe hard Huawei ook aan zijn positie in het Westen heeft gewerkt, die lijkt nu toch te wankelen. • De wanpraktijken die de afgelopen tijd aan het licht kwamen, wijzen allemaal naar de noodzaak betere regelgeving om het gebruik van Chinese apparatuur in Europa aan banden te leggen.’
12.000 van Huawei’s 180.000 werknemers zitten in Europa
vorig jaar op een handelsbeurs fotograferen bij de stand van het bedrijf. Maar hoe hard Huawei ook aan zijn positie heeft gewerkt, die lijkt nu toch te wankelen. De VS wil het gebruik van Chinese technologie aan banden leggen uit angst voor spionage. Vorige maand hebben de Amerikaanse autoriteiten Canada om de aanhouding verzocht van een andere directeur van het bedrijf. Deze topvrouw, de dochter van
de oprichter, zou bankfraude hebben gepleegd om zaken te kunnen doen in Iran. En in Seattle doet de Amerikaanse justitie onderzoek naar mogelijke diefstal van intellectueel eigendom door Huawei.
Spionage
en Europese overheden overleg voert over cybersecurity, begint Europa’s houding tegenover Huawei niet zozeer te veranderen vanwege specifieke acties van het bedrijf zelf, alswel vanwege wantrouwen jegens China in het algemeen. Ze wijst op China’s staat van dienst op het gebied van hacken en het ontvreemden van bedrijfsgeheimen, op de slechte mensenrechtensituatie en internetcensuur in het land, en op de Chinese regelgeving over cybersecurity, die Chinese netwerkproviders kan dwingen zich in te zetten voor de nationale veiligheid. ‘De Chinezen wijken steeds verder af van de gezamenlijke visie die we op VN-niveau hadden ontwikkeld over cybernormen en de toepassing van internationaal recht in cyberspace,’ zegt ze. ‘Ze zijn totaal niet bereid binnen die lijnen te blijven.’ Huawei (dat je overigens uitspreekt als ‘gwawee’) wijst iedere beschuldiging
De gevolgen in Europa, Huawei’s grootste markt buiten eigen land, blijven niet uit. De problemen lijken een voorproefje van wat het bedrijf overal ter wereld te wachten staat. Deze maand werd in Polen een werknemer van Huawei opgepakt op verdenking van spionage. In onder meer Duitsland, Frankrijk en Tsjechië overweegt men het bedrijf nu uit te sluiten van de nieuwe generatie netwerken, 5G. Het hoofd van de Britse inlichtingendienst MI6 heeft al voor de gevaren van Chinese netwerktechnologie gewaarschuwd. Europese telecombedrijven als Deutsche Telekom beraden zich op hun gebruik van Huawei’s technologie. En afgelopen donderdag kondigde de Universiteit van Oxford aan geen onderzoeksbeurzen en donaties van Huawei meer aan te nemen. ‘Toen er nog geen zorgen bestonden over veiligheidsrisico’s, had Huawei in Europa de wind mee,’ zegt Thorsten Benner, oprichter en directeur van het Global Public Policy Institute, een denktank in Berlijn. ‘Maar de ontwikkelingen van de laatste drie maanden gaan allemaal één kant op: richting meer regelgeving om het gebruik van Chinese apparatuur in Europa aan banden te leggen.’ Volgens Heli Tiirmaa-Klaar, een Estlandse diplomaat die met Amerikaanse
pagina 22 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Eur_155.indd 22
19-02-19 12:40
europa van wanpraktijken steevast van de hand. In een persverklaring laat het bedrijf weten dat het ‘sterke banden heeft gesmeed met klanten, leveranciers en overheden in heel Europa, waarbij cybersecurity onze topprioriteit was’. En het stelt dat de Europese groei het resultaat is van bewezen prestaties, niet van slim lobbyen. Contacten met overheidsfunctionarissen zijn bij grote bedrijven gebruikelijk, aldus Huawei.
Europese markt
Het zal Europa niet makkelijk vallen om van Huawei af te komen. De Chinese apparatuur is een essentieel onderdeel van de huidige mobiele infrastructuur en het bedrijf heeft ook al miljoenen gestoken in onderzoek naar 5G, met testcentra in GrootBrittannië, Duitsland en Polen. Landen die Huawei in de ban doen, zoals de VS, riskeren volgens het bedrijf vertraging bij de aanleg van dit nieuwe hypersnelle netwerk. Het in Shenzhen gevestigde Huawei betrad de Europese markt al in 2001, maar had aanvankelijk grote moeite er voet aan de grond te krijgen. Het hield vol, omdat het internationaal wilde groeien. De Europese markt werd nog
belangrijker voor het bedrijf toen de Verenigde Staten in 2012 de deur dichtgooiden uit angst voor veiligheidslekken. De Europese doorbraak kwam in 2005, toen Huawei een overeenkomst voor de levering van apparatuur sloot met de Britse telecomgigant BT. Volgens ‘Opgroeien in een kogelregen’, een verzameling essays die deel uitmaakt van de opleiding van nieuwe werknemers, werden er bij de voorbereiding van de BT-offerte zo’n honderd Chinese werknemers naar inderhaast gehuurde appartementen buiten Londen overgevlogen. Die zaten daar vaak tot drie of vier uur ’s nachts te werken en rekenden hun boodschappen met contant geld af omdat ze geen creditcard hadden. Daarnaast wist Huawei in 2005 een deal van ongeveer 1 miljoen dollar te sluiten voor de verkoop van apparatuur aan Vodafone. Stefan Scheuerle, een voormalige salesmanager bij Huawei die inmiddels bij het Duitse technologiebedrijf Sensorberg werkt, zegt dat hem daarna meteen een nieuwe target werd gesteld: binnen drie jaar voor 1 miljard dollar apparatuur aan Vodafone verkopen. Al snel opende Huawei een vestiging op loopafstand van Vodafones hoofdkwartier in Düsseldorf. ‘Toen ik nog geen drie jaar later
vertrok, zaten we op 850 miljoen,’ zegt Scheuerle. ‘We waren er bijna.’ Huawei liet nog meer medewerkers overkomen uit China om in Europa bij te springen en nam ook veel medewerkers van buiten China aan. Voor die nieuwkomers betekende de botte managementstijl van het bedrijf een flinke cultuurschok. Scheuerle zegt dat werknemers in groepsmails met naam en toenaam werden bekritiseerd. Hij
De Chinese apparatuur is een essentieel onderdeel van de huidige mobiele infrastructuur gaf workshops om nieuwe werknemers aan het bedrijf te laten wennen. Zijn advies was om banden aan te knopen met Chinese collega’s die beter wisten wat er speelde op het Chinese hoofdkantoor van het bedrijf. Tegenwoordig zitten 12.000 van Huawei’s 180.000 werknemers in Europa.
De stand van Huawei op de CeBIT, 's werelds grootste informatiseringsbeurs in Hannover. © Hauke-Christian Dittrich / HH
In 2013 waren dat er nog 7300. Het bedrijf wil volgend jaar nog eens bijna drieduizend mensen in dienst nemen. In 2017 heeft het in Europa, het Midden-Oosten en Afrika meer dan 20 miljard dollar verdiend, ongeveer een kwart van de totale omzet. En alle waarschuwingen van de Amerikanen ten spijt, heeft Huawei de bezorgdheid weten te sussen. Het heeft een testcentrum geopend waar Britse ambtenaren de producten van Huawei aan nader onderzoek kunnen onderwerpen. Het heeft in 14 Europese landen 23 onderzoekscentra geopend en meer dan 150 universiteiten nieuwe werkgelegenheid geboden. En het hoofdkantoor in Shenzhen biedt onderdak aan Europese overheidsfunctionarissen en topmensen uit het bedrijfsleven die China aandoen. De bestuursraad voor de Britse activiteiten is door Huawei ingesteld in 2011. Maar volgens twee ingewijden heeft die raad in feite nauwelijks zicht op de werkelijke gang van zaken in het bedrijf. De taken zouden zich beperken tot driemaandelijkse bestuursvergaderingen en het bijwonen van enkele bedrijfsevenementen, zoals de jaarlijkse zomer- en winterborrels. Volgens Huawei heeft de raad de volle wettelijke verantwoordelijkheid voor het toezicht op naleving van de wet en de arboregels en voorkoming van machtsmisbruik. Nu de kritiek aanzwelt, organiseert Huawei gesprekken met klanten en overheden om de zorgen weg te nemen. Zo zijn Duitse overheden uitgenodigd de apparatuur en de software van het bedrijf nader te inspecteren. Op de MWC Barcelona, het vroegere Mobile World Congress, ’s werelds grootste conferentie voor de mobieletelefoonindustrie, wil Huawei volgende maand zijn nieuwe toestellen onthullen en aankondigen hoe het met zijn 5G-plannen staat. En er is volgens het bedrijf ook een nieuwe reclamecampagne in de maak. Adam Satariano en Raymond Zhong
The New York Times VS | dagblad | oplage 1.120.402
De krant der kranten, met als motto ‘All the news that’s fit to print’. Won meer journalistieke prijzen dan enig ander medium.
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 23
Eur_155.indd 23
19-02-19 12:40
europa
turkije
De geharnaste taal van de Turkse president aan het adres van de Koerden maakt deel uit van zijn strategie om aan de macht te blijven. Maar het werkt averechts.
T
Gazete Duvar Turkije | website | gazeteduvar.com.tr
Internetkrant van linkse signatuur met als motto ‘principieel, onafhankelijk, objectief nieuws’. Wordt gepubliceerd door advocaat en media-ondernemer Ali Duran Topuz.
De krijgshaftige taal van de Turkse president is mede verantwoordelijk voor de recente gebeurtenissen. Naar aanleiding van een mogelijk akkoord tussen Damascus en de Koerden na de Amerikaanse terugtrekking heeft Erdogan de dreigementen aan het adres van de Koerden vermenigvuldigd. Nog voor de Amerikaanse terugtrekking begon maakte de Turkse regering bekend dat ze onmiddellijk militair zou ingrijpen. Dit heeft tot gevolg dat de Amerikanen invloed in Syrië willen blijven uitoefenen en de Koerden ook na het vertrek van hun troepen willen blijven beschermen. In plaats van het leger te mobiliseren en op te roepen tot een oorlog, had de Turkse president er verstandiger aan gedaan af te wachten, te onderhandelen en een constructieve benadering na te streven. Hij had beter eerst kunnen besluiten of hij wil dat de Amerikanen in Syrië blijven, en of hij bereid is het bestaan van een Koerdische gemeenschap in Syrië te accepteren, in welke vorm dan ook. Als hij volhardt in zijn besluiteloosheid en zijn oorlogszuchtige beleid, dreigt hij alle regionale krachten tegen zich in het harnas te jagen. Misschien denkt hij: de hele wereld is toch tegen ons, laten ze ons de schuld maar geven. Hij vergeet daarbij dat hij met elk woord dat hij uitspreekt, en met elke stap die hij in deze richting zet, de situatie verergert. Musa Özugurlu
Geef ons de schuld
Gazete Duvar | Istanboel
erwijl de Turkse president zijn troepen dreigt in te zetten tegen de Koerden in Syrië, hebben deze op hun beurt duidelijk laten weten dat ze, met of zonder Amerikaanse steun, niet van plan zijn afstand te doen van ook maar een van hun verworven rechten. Op dit moment zijn er drie mogelijkheden voor de Koerden: 1. Als de Amerikanen er uiteindelijk voor kiezen te blijven, zullen de Koerden onder hun bescherming blijven vallen. Dat zou ze de tijd geven zich te versterken en hun territoriale aanspraken te verankeren. Ze zouden een macht worden die onafhankelijk is van alle mogendheden in de regio, Syrië incluis. Dat is voor Erdogan een slecht scenario. Hoewel hij er sterk bij de Amerikanen op heeft aangedrongen te interveniëren in Syrië, met name om de anti-Assad-rebellen te steunen, beschouwt hij hun steun aan de Koerden als een bedreiging. 2. Als de Amerikaanse terugtrekking een feit wordt, zouden de Koerden zich genoodzaakt kunnen zien toenadering tot Damascus te zoeken. In dat geval zal Turkije zich geconfronteerd zien met een alliantie van Damascus en de Koerden, wat bepaalde herinneringen zal oproepen (in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw steunde
bufferzone van twintig mijl in te stellen in het noorden van Syrië. Ankara heeft deze dreigementen niet onbeantwoord gelaten, maar wat de bufferzone betreft volstond men met de reactie: ‘Dat vragen wij al sinds het begin.’ Wat zijn dan de gevolgen van een dergelijke bufferzone voor Turkije?
Damascus de Koerdische PKK in haar strijd tegen Turkije). 3. De Koerden zouden zich kunnen aansluiten bij een ‘Arabische krijgsmacht’ van plaatselijke Arabische stammen, wellicht aangevuld met buitenlandse soldaten, die zou worden gesteund door de Golfstaten, zoals de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo onlangs suggereerde tijdens een bezoek aan de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). Hoe onwaarschijnlijk dit scenario ook is, er is al eerder aan gerefereerd. Het zou betekenen dat Turkije de Saoediërs en de VAE als weinig begerenswaardige buren zou krijgen, die beide faliekant tegen een verbond Turkije-Qatar zijn.
Minste van de kwaden
Als de Turkse president noodgedwongen een van deze scenario’s moet accepteren, lijkt het handhaven van de Amerikaanse invloed in de zone het minst slechte. In de andere gevallen zou hij zich opnieuw geconfronteerd zien met regionale mogendheden als Syrië, Iran of Rusland. Amerika lijkt nog het minste van de twee kwaden, op voorwaarde dat het alleen om Amerikanen gaat en niet om Amerikanen die worden bijgestaan door ‘regionale bondgenoten’ of ‘Arabische strijdkrachten’ van Saoedi’s en de VAE. Hoewel president Trump leek te hebben besloten de Amerikaanse troepen definitief uit Syrië terug te trekken, lijkt hij nu tijd te rekken. Om de situatie nog gecompliceerder te maken heeft Pompeo Turkije te verstaan gegeven: ‘Laat duidelijk zijn dat de Koerden in Syrië geen terroristen zijn.’ Een verklaring waar Trump nog een schepje bovenop deed met een tweet waarin hij openlijk waarschuwt: ‘Als jullie de Koerden aanvallen, maken wij de economie van Turkije kapot.’ In diezelfde tweet stelt hij voor een
Hoe graag Ankara ook invloed wil uitoefenen in de Arabische wereld, Turkije zal haar nieuwe buren moeten accepteren, wie het ook zijn. In alle denkbare scenario’s zal de zuidelijke toegang tot Turkije, dat wil zeggen de verbinding met de Arabische wereld, in handen van de Koerden zijn. Ook al trekken de Koerden zich terug van hun posities ten westen van de Eufraat, de landsgrens met Turkije zal door de Koerden worden bezet, van de Eufraat in Irak tot aan Iran. En deze bufferzone kan heel goed tot gevolg hebben dat Turkije afgesloten raakt van zijn Arabische afzetgebied. Ook voor de Koerden zou zo’n zone problematisch zijn, omdat ze genoodzaakt zouden zijn zich twintig mijl naar het zuiden terug te trekken, in de richting van het gebied dat ze hebben veroverd op Islamitische Staat. In deze nieuwe situatie zouden de Koerden in Turkije minder dicht in de buurt zijn en het gezag in Damascus veel dichterbij, wat de kans op een treffen met het Syrische leger sterk vergroot.
Situatie per half januari 2019 TURKIJE n lla de id ee M Z
ds
e
Al-Hasakah
Manbij Aleppo
Raqqa Eufraat
Deir ez-Zor
Hama Homs LIBANON
IRAK
Palmyra 100 km
SYRIË
Damascus ISR.
G JORDANIË
Regeringstroepen
Koerden
Andere rebellen
Turks leger en rebellen
Jihadistische rebellen
Aanwezigheid van IS
G De Golanhoogten, door Israël bezet Syrisch grondgebied
Bronnen: Liveuamap, Thomas van Linge
Erdogan voert een zinloze strijd
pagina 24 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Eur_155.indd 24
19-02-19 12:40
europa
turkije
Hervorming islam vergt moed Omdat de islam er niet in
DEZE CRISIS IS ANDERS
is geslaagd te hervormen,
In een vraaggesprek met Diken voorspelt de Turkse econoom Erkin Sahinöz voor 2019 een versnelde val van de Turkse lira.
vindt de religie geen aansluiting meer bij het leven van de moslims. De
Diken: De vooruitzichten voor 2019 zijn nogal pessimistisch. Als er niets gebeurt, hoelang gaat de crisis dan duren? Erkin Sahinöz: ‘Als de regering geen financiers vindt, of het nu buitenlandse investeerders zijn of het IMF, zal de crisis minstens drie jaar duren.’
enige oplossing, zegt de Turkse schrijver Levent Gültekin, is de scheiding van kerk en staat. Diken | Istanboel
P
eilingbureau Konda heeft de resultaten gepubliceerd van een enquête onder de Turkse bevolking over de veranderingen in de maatschappij in de afgelopen tien jaar. Laten we eens naar de cijfers over religie kijken. Het percentage ondervraagden dat zei religieus te zijn, is gedaald van 55 naar 51 procent. Het aantal dat zei atheïstisch te zijn, is gestegen van 1 naar 3 procent, terwijl dat van de mensen die zeiden ongelovig te zijn, is gestegen van 1 naar 2 procent. Met een regering die zich al tien jaar op haar religiositeit beroept en in alle geledingen van de maatschappij gelovigen op belangrijke posten benoemt, zou je mogen verwachten dat de bevolking geloviger zou worden. Toch is het tegendeel het geval. Waarom? De gelovigen die aan de macht zijn, hebben een slecht voorbeeld gegeven, waardoor mensen zich van het geloof hebben afgekeerd: dat is de analyse die je het vaakst hoort. Natuurlijk, maar het gaat verder dan dat. Want deze crisis is geen crisis van moslimlanden, het is een crisis van de islam zelf. Het is de crisis van een religieuze opvatting die geen enkel verband houdt met het objectieve leven van de gelovigen noch met de culturele veranderingen, maar die berust op eeuwenoude denkbeelden en interpretaties. Een religieuze opvatting die, in plaats van mensen antwoorden te geven, hun het leven moeilijker maakt. Of we willen of niet, mensen veranderen, net als levenswijzen, culturen, gewoonten. Daarom schieten mensen weinig op met een onveranderlijke en fossiele geloofsopvatting. Omdat de islam er niet in is geslaagd te hervormen, vindt de religie geen aansluiting
Rize, de geboortestad van president Erdogan – © HH
meer bij het leven van de gelovigen. Het gevolg is dat mensen voor een keuze komen te staan: ofwel gelovig blijven en zich afsluiten voor de wereld, ofwel een normaal leven leiden ten koste van een verwijdering van het geloof. Overigens kent de islam aspecten die tegenwoordig onacceptabel en onuitvoerbaar zijn, zoals de huwbare leeftijd van jonge meisjes, de juridische en economische positie van de vrouw of de betrekkingen met andere monotheïstische religies. Doordat de moslims geen oplossing hebben gevonden voor deze problemen, is de islam in een diepe crisis gestort. In Turkije is deze crisis ook de crisis van de AKP, de partij die aan de macht is en die zich beroept op de religie.
Bedreigingen
Het probleem is dat het overal op de wereld praktisch ondoenlijk is voor moslims om het eens te worden over een nieuwe en unieke moderne islam. Dat zie je aan het debat over het deels historische of universele karakter van de Koran, dat de theologische gemoederen zo verhit. De theoloog Mustafa Öztürk, die de ‘historiciteit’ van de Koran verdedigt, heeft een paar weken geleden gezegd dat hij bedreigd was vanwege zijn werk en dat hij niet langer kon werken in Turkije. De enige manier om uit deze impasse te geraken, is volgens mij een scheiding van kerk en staat. Want die scheiding komt in wezen op het volgende neer: geloof wat je wilt, leef zoals het je goeddunkt, maar gebruik niet de staat om je denkbeelden aan de maatschappij op te leggen. De scheiding van kerk en staat wordt beschouwd als een mid-
del om niet-gelovigen te beschermen tegen een op religie gefundeerde staat. Maar ze biedt vooral de mogelijkheid mensen te beschermen tegen degenen die, nadat ze de godsdienst hebben laten rotten in een verstarde interpretatie, proberen haar aan anderen op te leggen. Ze sluit uitspraken uit in de trant van: ‘Zo is de islam, zo moet je leven’, die mensen steeds verder van de godsdienst afdrijven. Vanuit dat standpunt bezien zouden ook de religieuzen baat kunnen hebben bij een scheiding van kerk en staat. Omdat de islam niet de moed heeft gehad te hervormen en met nieuwe tekstinterpretaties te komen, hebben de moslims hun geloof beroofd van zijn vitaliteit en zijn band met het menselijk bestaan. Een ontkrachte islam berooft op zijn beurt de moslims van hun vitaliteit, zodat degenen die een gezonde dialoog met de rest van de samenleving willen blijven voeren, zich afkeren van het geloof. Door de scheiding van kerk en staat af te schaffen heeft de AKP de islam beschadigd en weerloos gemaakt tegen de huidige crisis. Levent Gültekin
Diken Turkije | website | diken.com.tr
Onlinekrant die een doorn (‘diken’) in het oog wil zijn van het ‘Turkse medialandschap dat de autoriteiten willen omtoveren tot een rozentuin waar nooit een vuiltje aan de lucht is’.
Turkije heeft al heel wat crises meegemaakt. In hoeverre is deze anders? ‘De huidige crisis lijkt niet op eerdere die Turkije heeft meegemaakt. Het is een echte sectorcrisis. Ondernemingen hebben zich zwaar in de dollarschulden gestoken om investeringen te realiseren die hun lira’s opleveren. Toen de koers van de buitenlandse deviezen steeg, konden ze niet meer aflossen. En daar komen de renteverhogingen nog bij. Het regent faillissementen en er zal langdurige werkloosheid komen. De banken zullen steeds meer moeite krijgen om schulden te innen. Dat zal zijn weerslag hebben op het publiek, vooral op de minstbedeelden onder de bevolking.’ Wat zal er gebeuren als we geen beroep doen op het IMF? ‘Ik ben in principe fel tegen een beroep op het IMF. Maar we hebben geen andere keus. De investeerders keren zich van Turkije af en de politiek draagt bij aan deze desinteresse. Als we niet tot een akkoord komen met het IMF, zal Turkije worden geconfronteerd met een van de ergste crises uit zijn geschiedenis.’ Als Turkije een militaire operatie in Syrië begint, zal de dollarkoers dan stijgen? ‘Een militaire operatie zou een zware belasting zijn voor Turkije. Op een moment dat we ernstige problemen hebben in zowel de reële als de bancaire sector, is het gevaarlijk om zich aan een oorlogseconomie te wagen. Afgezien van het feit dat de consequentie van een militaire operatie zou zijn dat de lira keldert ten opzichte van de dollar.’
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 25
Eur_155.indd 25
19-02-19 12:41
europa
italië
Il Sole 24 Ore Italië | dagblad | oplage 84.000
Het prachtige resultaat van de fusie tussen Il Sole en 24 Ore. Financieel gezond, mede dankzij het zondagse magazine. Economisch nieuws heeft de voorkeur.
Napels. Er zit weinig groei in het nettoinkomen. – © NurPhoto via Getty
Zuid-Italianen zijn al net zo arm als Polen De Italiaanse economie zal voorlopig nog niet aantrekken, blijkt uit de laatste prognoses. Dat is een harde dobber voor een land dat als enige in Europa de crisis van 2008 nog niet te boven is. Il Sole 24 Ore | Milaan
V
an alle problemen waarmee Italië te kampen heeft, is er niet een dat zo door de bevolking wordt gevoeld als de economie. Bij alle onderzoeken op dit gebied noemen talloze mensen de werkgelegenheid of het feit dat ze aan het eind van de maand geen geld meer hebben als de belangrijkste uitdagingen, en dat is beslist geen kwestie van perceptie, maar een reëel probleem waarmee mensen dagelijks worstelen. Volgens de laatste cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is het netto-inkomen van de Italianen nog lang niet terug op het niveau van voor de crisis. Ondanks de groei van de laatste tijd blijft het nog steeds steken op het niveau van zo’n twintig jaar geleden. Die gegevens houden natuurlijk ook rekening met de inflatie en geven dus aan in welke mate de stijging van de kosten van het levensonderhoud invloed heeft gehad op de prijzen van goederen en diensten. Als we kijken naar het netto-inkomen, in plaats van naar gebruikelijkere
maatstaven zoals het bbp, krijgen we een beter idee van wat gezinnen nu werkelijk te besteden hebben, omdat er, onder andere, ook rekening wordt gehouden met hoeveel er door de staat wordt geïnd in de vorm van belastingen en heffingen.
De hoogste staatsschuld
Als we die getallen in historisch perspectief plaatsen, zien we ook dat de crisis van 2008 in Italië verreweg de grootste economische crisis in heel lange tijd was. Al minstens sinds de Tweede Wereldoorlog hebben de inkomens niet zo’n klap gekregen; zo’n diepe wond en zo’n traag herstel zagen we zelfs niet tijdens de oliecrisis in de jaren zeventig of tijdens de daaropvolgende recessies. In de Europese context zijn de problemen van Italië nog flagranter. Van de grote landen is ons land het enige waar het gemiddelde inkomen nog niet is teruggekeerd op het niveau van voor de crisis: in Spanje zit het er net iets boven, in Frankrijk wat meer en in
Duitsland veel meer. [Ook in Nederland ging het gemiddelde inkomen erop vooruit, evenals het bbp, dat in 2017 met 2,9 procent toenam, de sterkste economische groei sinds tien jaar.] Het gemiddelde inkomen van de 28 lidstaten van de EU vertoont vanaf 2008 al met al een stijgende lijn, en dat geldt zowel voor veel landen van de eurozone als voor landen waar nog de lokale valuta wordt gehanteerd. Italië neemt dus een relatief uitzonderlijke positie in in Europa en loopt des te meer risico, nu de economische groei wereldwijd lijkt te vertragen en misschien zelfs volledig tot stilstand komt. Over het geheel genomen hebben de lidstaten van de EU geprofiteerd van de recente jaren van groei door hun staatsschuld een paar procentpunten te laten dalen, al heeft die nog niet het niveau bereikt van voor 2008. In Duitsland bijvoorbeeld is de staatsschuld sinds 2010 gedaald met 17 procentpunten van het bbp, en daarbij is het gemiddelde inkomen dus flink toegenomen. Italië is niet alleen het land dat toch al de hoogste staatsschuld heeft – Griekenland buiten beschouwing gelaten – maar ook nog eens het land waar die het minst gedaald is. Na de piek van 2014, toen de staatsschuld was opgelopen tot 131,8 procent van het bbp, is die nu weer wat gedaald, met in totaal amper 0,6 procentpunt in drie jaar tijd, onder de laatste centrum-linkse regering. Maar daardoor zijn we blijkbaar niet harder gegroeid dan anderen, niet in termen van bbp en ook niet in termen van beschikbaar inkomen voor gezinnen en individuen. Zelfs Spanje is de laatste jaren bezig, zij het langzaam, de begroting te consolideren en de staatsschuld te verlagen, maar dat belet het land blijkbaar niet om als een van de snelste landen
in Europa omhoog te klimmen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het verlagen van de staatsschuld op zich leidt tot groei. Maar de Spaanse ontwikkelingen laten ons wel zien dat het geen belemmering hoeft te zijn om stappen vooruit te zetten, mits het wordt gecombineerd met de noodzakelijke hervormingen.
Verder oostwaarts
Behalve met de ontwikkelde economieën is het ook interessant om Italië te vergelijken met de landen in OostEuropa. Het zijn gebieden waar de mensen, ook weer gemiddeld, tot nu toe nog armer zijn dan bij ons, maar dat verschil wordt snel kleiner. Het is nu al heel anders in bijvoorbeeld regio’s in Tsjechië of Polen, waar de levensstandaard van de bevolking vergelijkbaar is met die in Zuid-Italië. Griekenland is een geval apart, dat is de enige lidstaat waar het netto-inkomen nog meer, veel meer zelfs, is gedaald dan in Italië. Wel lijkt de tendens de afgelopen jaren te zijn gekeerd, al heeft het land nog een heel lange weg te gaan voor het weer terug is op het oude niveau. En de wereld houdt natuurlijk ook niet op bij Europa. Als we nog verder oostwaarts gaan, kunnen we het beschikbare inkomen van de Italianen, en de ontwikkelingen daarvan, bijvoorbeeld vergelijken met dat van de Russen. Het Russische beschikbare inkomen is al met al vergelijkbaar met dat in veel andere landen in het Oosten, en komt dicht in de buurt van de huidige situatie in Griekenland. De laatste jaren is het ook in Rusland helemaal niet goed gegaan, en het beschikbare inkomen blijkt dan ook al enige tijd dalende. In Zuid-Korea gaat het juist de andere kant op, daar lag het inkomen in de jaren zeventig bijzonder laag – op minder dan eenderde van het Italiaanse – maar sindsdien is het vrijwel altijd blijven stijgen, en onlangs heeft het land ons op dat vlak zelfs ingehaald. Davide Mancino
Zoals de internationale statistische standaard voorschrijft, worden er bij dit soort cijfers ook – voor zover mogelijk – schattingen meegenomen van zwartwerk en enkele criminele activiteiten. Daarmee zou de vergelijking van de gegevens van verschillende landen accurater moeten zijn.
pagina 26 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Eur_155.indd 26
19-02-19 12:41
de amerika’s
verenigde staten
in het kort
• De Amerikaanse filosoof Martha Nussbaum (71) vat de explosieve tijd goed samen in haar boek Woede en vergeving, waarin ze aannemelijk maakt dat woede weliswaar begrijpelijk en menselijk is, maar een slechte raadgever. • Woede, walging en afgunst worden al sinds de Oudheid gebruikt om mensen tegen elkaar op te zetten. • Belangrijk is woede te verbinden met andere emoties, zoals hoop, vertrouwen in de mogelijkheid van rechtvaardigheid en vooral liefde, en welwillend te staan tegenover ieders menselijkheid en vermogen de juiste dingen te doen.
Martha Nussbaum, ofwel de rockster van de filosofie. © Hollandse Hoogte
Wat er te doen valt tegen angstzaaien
O
p een chique gala-avond in de openbare bibliotheek van Manhattan kwam in december een keur aan internationale prominenten bijeen ter ere van een vrouw die je wel de rockster van de filosofie mag noemen: Martha Nussbaum. Haar elegante verschijning werd in het zonnetje gezet op het derde jaarlijkse gala van de Berggruen Prize, een prijs van 1 miljoen dollar voor ‘denkers wier ideeën ons houvast, wijsheid en meer zelfkennis bieden in een wereld die onder invloed van sociale, technologische, politieke, culturele en economische ontwikkelingen in hoog tempo van aanzien verandert’. Nussbaum (71), hoogleraar ethiek en recht aan de Universiteit van Chicago, is diep begaan met het idee van rechtvaardigheid en de individuele en politieke
Newsweek | New York
Volgens de Amerikaanse filosoof Martha Nussbaum kunnen we denkpatronen en gevoelens aanleren die hoop geven in plaats van ten prooi te vallen aan angst. Dat is niet alleen maar makkelijk gezegd: ze wil filosofie inzetten om de toon van het publieke debat te verbeteren.
implicaties daarvan. Maar haar interesse beperkt zich niet tot de theorie. Ze wil filosofie inzetten om de toon van het publieke debat te verbeteren. Ze heeft al vijf boeken geschreven die daaraan zijn gewijd. Haar nieuwste, Het koninkrijk van de angst, is een boeiende beschouwing over onze huidige politieke crisis vanuit het oogpunt van emotie: hoe woede, walging en afgunst al sinds de Oudheid worden gebruikt om mensen tegen elkaar op te zetten. Dat Nussbaum het levende tegendeel is van de populaire karikatuur van intellectuelen (als mensen in een ivoren toren die zich boven het politieke gekissebis verheven voelen), komt misschien doordat ze zich spiegelt aan de aartsvaders van de filosofie. ‘De grote denkers uit de Oudheid hielden zich niet afzijdig van de politiek,’ zegt ze. ‘Seneca was de
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 27
Amerikaas_155.indd 27
19-02-19 13:22
de amerika’s
regent van keizer Nero en probeerde hem van allerlei vreselijke daden te weerhouden. Aan de politieke realiteit viel destijds niet te ontkomen.’ Het is niet pas sinds Trumps aantreden dat de angst regeert in het Amerikaanse politieke debat. Maar de bangmakerij is de afgelopen twee jaar tot een gekmakend en oorverdovend volume aangezwollen. En Nussbaum weet dat heel goed in zijn context te plaatsen en analyseert hoe angst wordt gebruikt om politiek gewin te behalen en woede te rechtvaardigen, maar ze wil, net als wij, vooral ook weten hoe we ervan af kunnen komen. Met de toename van racistisch en homofoob geweld en de constante speculaties over een impeachment is dat nu misschien de belangrijkste zorg. In Het koninkrijk van de angst schrijft u over de openbaring die u had op de avond in 2016 waarop Trump werd gekozen. ‘Ik was in Japan, ver van mijn vrienden, zodat ik mijn schrik en mijn angst niet op de normale manier kon verwerken, door te praten en vrienden te omhelzen. Ik voelde een golf van paniek opkomen toen het nieuws kwam. Maar ik wist al dat de kiezers sterk verdeeld waren, dus waarom werd ik dan zo bang? Ik besefte dat mensen overal door dat gevoel werden bevangen. Angst kan soms nuttig zijn, maar dit was een ziedende emotionele onderstroom die mensen ervan weerhield bij elkaar te komen om te praten over wat we moeten doen om de problemen in ons land op te lossen.’ Wat is uw definitie van angst? ‘Het is de primitiefste van alle emoties, de eerste die een pasgeboren kind bij het betreden van deze tamelijk pijnlijke wereld ervaart, wanneer het anderen nodig heeft om het te beschermen. Als we ons op latere leeftijd machteloos voelen, krijgen we uit angst vaak de neiging naar zondebokken te zoeken. In plaats van de problemen aan te pakken, zeggen we dan: ‘O, het is allemaal hun schuld. Die vrouwen of die immigranten verpesten ons land.’ We komen niet tot zinvol protest of constructieve oplossingen, maar worden woedend op zo’n gemakkelijk doelwit. Angst is ook de drijvende kracht achter weerzin, een fysieke reactie op onze eigen sterfelijkheid en onze dierlijke kant: uitwerpselen en lichaamssappen en zo. Dat zie je in iedere samenleving: dat men een bepaalde subgroep vies vindt, of dat nou een ander ras of de andere sekse is. Een belangrijk mechanisme van sociale hiërarchieën en discriminatie is het toeschrijven van extreme dierlijkheid aan andere groepen, en dat dan weer als excuus gebruiken om ze nog ondergeschikter te maken. Dan voelen wij onszelf beter. Dan zijn wij de engelen en zij de beesten. Vrouwen zijn in alle culturen altijd zo weggezet, omdat ze menstrueren en bevallen. Zij vertegenwoordigen het weerzinwekkende lichaam. En dan heb je dat eeuwenoude racistische waanidee dat zwarte mensen dichter bij het dier zouden staan. En joden werden vaak vergeleken met insecten. Kafka’s Gedaanteverwisseling gaat over een man die ineens in een kakkerlak is veranderd.
verenigde staten
Walging is een emotie die altijd de kop opsteekt als we ons machteloos voelen of bang zijn. Ineens hoor je mensen dan dingen zeggen waarvan je dacht dat we daar nu toch wel van af waren. Neem Trump, die Afrikaanse landen ‘shitholes’ noemde en migranten beschrijft als een insectenplaag.’ Wat zit er achter de afkeer van vrouwen die we tegenwoordig zien? ‘Mannen zijn boos op vrouwen, omdat die niet doen wat ze geacht worden te doen: voor mannen zorgen. Ze nemen deel aan het arbeidsproces, waar ze hun rechten opeisen en vaak beter presteren dan de mannen. Ze bestaan het om mannen aan te klagen wegens aanranding en seksuele intimidatie. Ze gedragen zich niet! Dan groeit het verlangen om ze te kleineren als walgelijke schepsels. Maar de tijden veranderen. Mijn eigen senator, Tammy Duckworth, een oorlogsveteraan die in Irak haar benen heeft verloren, wilde haar tweede kind de borst kunnen geven in de Senaat. De mogelijkheid daarvoor is nu nog niet expliciet vastgelegd in de regels, maar in andere landen wel. In Nieuw-Zeeland is de premier bevallen van haar eerste kind en zij heeft zich sterk gemaakt voor het recht om borstvoeding te geven. Overal in het land zijn er vrouwen die fantastisch presteren, en heel veel mannen die snappen dat dit geen wij/zij-kwestie is, die anders zijn opgevoed en weten hoe je een vrouw met respect bejegent. Het zijn er zo veel dat vrouwenhaters volgens mij een uitstervend ras zijn.’
In plaats van de problemen aan te pakken zeggen we dan: ‘O, het is allemaal hun schuld’ Bij links heerst een tendens om conservatieven te verwijten dat ze de taal van de angst spreken. ‘Angst berust op het geloof dat jou leed te wachten staat en is makkelijk te manipuleren met retoriek. Maar onverantwoorde retoriek is niet voorbehouden aan rechts, je ziet het overal en altijd. En er zijn ook genoeg conservatieven met verantwoordelijkheidsgevoel. In Het koninkrijk van de angst vergelijk ik Trump niet met Democraten, maar met George W. Bush, die na 9/11 heel beheerst en verantwoord was in zijn retoriek. Hij zei: “We gaan de boeven pakken die dit gedaan hebben, maar we gaan niet een heel volk of een hele godsdienst demoniseren.” Ik ben het niet met alles eens wat hij heeft gedaan, maar hij sprong verantwoord om met de sentimenten van het volk.’
Kunt u voorbeelden geven van leiders die daarin uitblonken? ‘President Franklin Delano Roosevelt sprong heel goed en verantwoord om met de sentimenten van de kiezers. FDR wist dat Amerikanen de neiging hebben te denken dat armoede altijd je eigen schuld is. De dominante klasse was van mening dat armen gewoon luie donders waren die het aan zichzelf te wijten hadden. Hij begreep dat Amerika een andere houding tegenover de armen moest krijgen, dus probeerde hij te laten zien dat zij ook hun waardigheid hebben en respect verdienen. Hun leed is niet aan verkeerd gedrag of luiheid te wijten, maar aan een ramp die zij niet hebben veroorzaakt. In het kader van zijn New Deal zette hij zelfs kunstenaars in om die boodschap over te brengen. Zoals Dorothea Lange, die enorm aangrijpende foto’s maakte van Amerikanen in armoede. En John Steinbeck schreef boeken in dezelfde geest. Dat is heel belangrijk geweest. Martin Luther King is mijn grote voorbeeld in het denken over publieke woede. Hij stond voor een heel andere opgave met betrekking tot de sentimenten van zijn publiek. Hij moest zowel de emoties binnen zijn eigen beweging als die van het grote publiek daarbuiten bespelen. Hij zei dat woede enerzijds protest kan voeden: als je zegt dat jou iets verschrikkelijks is aangedaan, iets wat nooit meer mag gebeuren. Maar er kan ook een hang naar vergelding in zitten, de drang om de mensen pijn te doen die ons pijn hebben gedaan. Dat vond hij een heilloze weg, omdat het niet progressief of radicaal is, maar alleen een makkelijke manier om je af te reageren. Dus zei hij: wat moeten we doen als boze mensen zich bij onze beweging aansluiten? Dan moet die woede worden gezuiverd en gekanaliseerd, en verbonden met andere emoties, zoals hoop, vertrouwen in de mogelijkheid van rechtvaardigheid en vooral liefde. Je hoeft die mensen niet eens aardig te vinden, maar je moet ten diepste welwillend staan tegenover hun menselijkheid en hun vermogen om de juiste dingen te doen. Je moet openstaan voor het vermogen van mensen om te luisteren en te veranderen. Tegen het witte publiek zei hij: ‘Jullie hebben ons een cheque gegeven die niet gedekt blijkt, maar jullie kunnen je schuld altijd nog voldoen.’ Dat was een prachtige manier om publieke sentimenten aan te sturen in een van de lastigste en risicovolste politieke situaties in Amerika. Zonder die enorme dichterlijke en retorische kracht van hem had het hele land in brand kunnen staan. Het is zo belangrijk geweest dat hij er toen was.’ U schrijft ook over het belang van vertrouwen voor een goed werkende democratie. Kunt u daar wat meer over zeggen? ‘In een absolute monarchie waar de vorst alleen maar onderdanigheid en gehoorzaamheid afdwingt, kun je er misschien op rekenen dat die vorst zich op een bepaalde manier zal gedragen. Maar dat is wat anders dan vertrouwen in hem hebben. Vertrouwen is meer dan ergens op kunnen rekenen. Het is een bereidheid jezelf kwetsbaar op te stellen en het lot van je project en je toekomst in andermans handen te leggen. Denk maar aan een slecht huwelijk. Als je door iemand geterroriseerd wordt, is het brute gedrag van die persoon wel iets waarop je kunt rekenen, maar je zult die persoon niet vertrouwen.
pagina 28 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Amerikaas_155.indd 28
19-02-19 13:22
de amerika’s
verenigde staten
Een democratie berust op de gedachte dat je jouw hoop en jouw toekomst in handen legt van mensen die je niet kent. Er zullen verkeerde besluiten worden genomen en jouw mening zal niet altijd de overhand hebben, maar er is een zeker vertrouwen dat er in het merendeel van de gevallen iets uit zal rollen waarmee we kunnen leven. En dat vereist respect voor de mensen van de andere partij, ook al vinden wij soms dat zij dingen verkeerd doen. Maar het is meer dan respect. Vertrouwen wil ook zeggen: jezelf kwetsbaar opstellen. Jezelf niet afsluiten voor de mogelijkheid van een andere uitkomst, het aan de stembus durven overlaten. Dat vraagt veel van een mens en vergt een bepaalde houding tegenover het politieke proces. Ik maak me grote zorgen over de aanvallen van president Trump daarop. Er is genoeg bewijs dat stembusfraude in Amerika geen probleem is. Dat daar toch steeds op gehamerd wordt, is heel slecht. Net als zijn aanvallen op de media. We moeten kunnen geloven dat het nieuws in ieder geval voor een groot deel waar is. Daar moeten we op kunnen vertrouwen, wil ons politieke proces nog goed werken.’ Wat vindt u van christelijk rechts en hun steun voor Trumps taal van uitsluiting? ‘Godsdienst kan een krachtige bron van hoop zijn, en sommige mensen uit de christelijke hoek verzetten zich tegen die retoriek. Weet je nog dat Obama in zijn campagne de evangelisten om steun vroeg? Daar kreeg hij kritiek op, maar het was verstandig van hem. Je moet niet bij voorbaat een heel segment kiezers uitsluiten. Je moet laten zien dat er in Amerika geen plaats is voor haatdragende retoriek.’ Hoe kan hoop een tegengif voor angst zijn? ‘Hoop wordt meestal beschouwd als het tegenovergestelde van angst, en in zekere zin is het dat ook. Maar in de filosofische traditie gaat het vooral over de overeenkomst tussen de twee: zowel hoop als vrees berusten op de gedachte dat een hoogst onzekere uitkomst belangrijk en relevant voor jou zal zijn. Volgens de filosofen van de Stoa had het geen zin je te bekommeren om zaken die ongewis zijn en moest je al je zorgen onderdrukken. Een ideale stoïcijn verlaat zich louter op zijn eigen wil en ratio, en kent geen vrees of hoop. Dat was een begrijpelijke reactie in de wereld waarin die stroming opkwam [vanaf de derde eeuw v. Chr.], want de samenleving bewoog zich toen in snel tempo naar een dictatuur. Maar het was een verkeerde reactie. Als je, zoals ik, van mening bent dat het belangrijk is om te houden van andere mensen, van je land en van dingen waarop je geen greep hebt, zul je onvermijdelijk zowel vrees als hoop ervaren. Cicero was een stoïcijn die hield van de Romeinse republiek, hij gaf er uiteindelijk zijn leven voor. Op een gegeven moment treurde hij om de dood van zijn dochter en van de republiek. Zijn vrienden zeiden dat hij als rechtgeaarde stoïcijn daarmee moest ophouden, maar hij zei: ‘Nee, dit zijn belangrijke zaken, die verdienen mijn rouw.’ En ik vind dat wij hem daarin moeten volgen, hopelijk zonder dat er een politieke moord op ons wordt gepleegd. Hij stak letterlijk zijn nek uit: voor het zwaard van de moordenaar.’
toch hoop houden. Terwijl je anderzijds, ook als het ernaar uitziet dat alles weer goedkomt, toch gebukt kunt gaan onder vreselijke angst en bezorgdheid. Maar hoop is ook niet alleen een emotie. Het is een syndroom dat tot actie aanzet. Een belangrijke jonge filosoof, Adrienne Martin, heeft daar een heel goed boek over geschreven, How We Hope: A Moral Psychology. Zij wijst erop dat hoop een manier is om naar een situatie te kijken vanuit de bereidheid te handelen. Als je bang bent, neig je tot handelingen zoals weghollen of wegduiken. Maar hoop betekent: ik stap erop af en probeer die goede uitkomst te bespoedigen. Hoop geeft ons energie. Het zorgt ervoor dat we ons kandidaat stellen of een politicus steunen. Dat doen we niet als we vol angst en wanhoop achteroverleunen. Het is iets wat je in jezelf kunt stimuleren door denkpatronen en gevoelens aan te leren die de kans vergroten dat je eerder aan het hoop- dan aan het angstsyndroom ten prooi valt.’ Wat voor praktische gewoonten kunnen ons meer hoop geven? ‘Daarin moet iedereen zijn eigen weg vinden. Het kan bijvoorbeeld door politiek actief te worden of bij een protestbeweging te gaan, of iets te doen met je kerk. In Chicago, waar ik woon, zijn veel zwarte kerken absoluut een centrum van hoop voor de mensen. Mijn synagoge zet zich in voor sociale rechtvaardigheid, daar leeft de gedachte dat iedereen iets voor anderen kan doen. We hebben moestuinen waar we verse groente verbouwen voor de armen. Een grote constante zijn de kunsten, dat zijn enorme instituten van hoop. Al is een kunstwerk nog zo somber, kunstenaars laten ons het innerlijk van de mens onderzoeken op een manier die niet van weerzin vervuld is, die tot dieper inzicht leidt. Ik ga college geven over Arthur Millers Dood van een handelsreiziger. Dat is een beklemmend toneelstuk over Amerika en de teloorgang van de American dream, maar het legt ook iets bloot in onze
Newsweek VS | weekblad | oplage 1.972.000
Gefuseerd met The Daily Beast. Initiatiefnemer Tina Brown blaast
Maar hoop is toch geen kwestie van kansrekening? ‘Dat is waar. Als een familielid in het ziekenhuis ligt en er weinig kans is op een goede uitkomst, kun je
het legendarische weekblad ongetwijfeld nieuw leven in.
samenleving en in mensen wat we misschien nog niet helemaal begrijpen. Kunstenaars zien het potentieel van mensen, ze zien een mens niet louter als een middel, en die houding stimuleert een hoopvolle blik. Maar filosofie ook. Daarom is het voor het kweken van goed burgerschap zo belangrijk dat de leerlingen en studenten aan onze universiteiten een brede algemene vorming krijgen, waarin zowel die artistieke als de socratische kant aan bod komt. De socratische filosofie brengt je een model bij voor rationeel en respectvol debat. Op een college filosofie ga je niet tegen iemand schreeuwen. Je ontleedt andermans argumenten en probeert zo te herleiden wat hun stellingen zijn, en of die stellingen tot hun logische conclusie leiden, en zo niet, waar dan de denkfout zit. Je leert rationeel en respectvol met elkaar in debat te gaan, en dat is een belangrijk ingrediënt voor een leven met hoop.’ U hebt het over rationeel debat. Hoe krijgen we dat terug? ‘Ik werk momenteel aan een nieuwe collegereeks, ‘Conflicting Theories of Justice and Law’, voor studenten die gepolariseerd zijn. Die wil ik een veilige omgeving bieden om met elkaar in debat te gaan. Ze krijgen conservatieve, libertaire, liberale en radicaal-linkse theorieën voorgeschoteld en kunnen aan de hand daarvan hun eigen positie bepalen. Dat is een van de hoopvolste fenomenen van allemaal: een collegezaal met totaal verschillende mensen die heel beschaafd en vriendschappelijk enorme tegenstellingen kunnen overbruggen. Die colleges ga ik samen met conservatieve collega’s geven. Dat is ook belangrijk, zo trekken we studenten die er anders niet over zouden piekeren zo’n vak te volgen. Ze stemmen vaak met hun voeten en raken zo vanzelf gepolariseerd. Onze vakgroep onderscheidt zich van andere rechtenfaculteiten, doordat wij het grootste contingent conservatieve christelijke studenten hebben. Als mormoon of evangelische christen word je aan onze universiteit niet gemarginaliseerd of met de nek aangekeken, zoals je op Harvard of Yale misschien zou overkomen.’ Hebt u nog een laatste gedachte over hoe we het cynisme en de apathie van deze moeilijke tijden kunnen overwinnen? ‘Ik denk dat we mensen als Cicero in ere moeten houden, mensen die risico’s nemen, niet bang zijn om de strijd aan te gaan en niet alleen aan hun eigen hachje denken. De politiek is een zwaar en pijnlijk bedrijf, en mensen die daaraan beginnen en dat werk met fatsoen en vreugde doen... dat is een van de belangrijkste dingen die een mens kan doen. Cynisme trekt mij totaal niet. Het cynisme van de filosofen uit de Oudheid is een heel ander gedachtegoed dan wat we tegenwoordig cynisme noemen, namelijk de gedachte dat alles waardeloos is. Als je, zoals ik, denkt dat dit leven het enige leven is dat we krijgen, nou ja... als dat al niet de moeite waard is, wat dan nog wel? Er zijn zo veel prachtige en verbazingwekkende dingen in de wereld: mensen, dieren, de natuur. Ik hoop vooral dat jongeren doen wat ze kunnen om onze aarde te behouden. Het zal een hele klus worden om ons overeind te houden.’ Nina Burleigh
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 29
Amerikaas_155.indd 29
19-02-19 13:22
azië
vietnam
Vietnam wordt oud voordat het rijk is Asia Times | Hong Kong
De gemiddelde Vietnamees is 26 jaar, maar het land vergrijst in hoog tempo. En het gesocialiseerde zorgstelsel is, mede door misbruik, minder toereikend dan het lijkt.
O
p het eerste gezicht is het gesocialiseerde zorgstelsel van Vietnam kerngezond. Ogenschijnlijk toont het aan dat de regerende Communistische Partij in staat is de bevolking essentiële collectieve voorzieningen te verschaffen. De meeste Vietnamezen hebben toegang tot een gesubsidieerde nationale ziektekostenverzekering. Dat is meer dan veel van de rijkste landen ter wereld kunnen zeggen. De gemiddelde levensverwachting in het communistische land ligt met 76 jaar slechts twee jaar onder die van de Verenigde Staten. Bovendien hebben veel Vietnamezen dankzij jaren van snelle economische groei voldoende welvaart opgebouwd om geld opzij te kunnen zetten voor particuliere verzekeringen, die borg staan voor een betere gezondheidszorg dan de publieke sector in het algemeen biedt. Toch lijdt het zorgstelsel van Vietnam aan diverse kwalen. Hoewel de overheid de afgelopen jaren haar best heeft gedaan het socialezeker-
heidsstelsel uit te breiden, was eind vorig jaar ongeveer 13 procent van de bevolking – ruim 10 miljoen mensen – nog onverzekerd.
Steeds ouder
De Vietnamese bevolking wordt steeds ouder, en hoewel dit probleem niet zo nijpend is als in de snel vergrijzende samenlevingen van Thailand en Japan, zal het percentage 60-plussers in 2040 tot 21 procent van de bevolking zijn gestegen, tegen 12 procent nu. De gemiddelde Vietnamees is momenteel nog maar 26 jaar oud, maar tegelijkertijd vergrijst het land in een voor Aziatische begrippen hoog tempo. ‘Vietnam loopt het gevaar oud te worden voordat het rijk wordt,’ luidt het in een rapport van het International Monetary Fund (IMF) van vorig jaar. Toen de Vietnamese beroepsbevolking (mensen tussen 15 en 64 jaar) in 2013 haar demografische piek bereikte, bedroeg het bruto binnenlands product
(bbp) maar net iets meer dan 5000 dollar per hoofd van de bevolking. Tegelijkertijd zullen de zorgkosten voor Vietnamese ouderen de pan uitrijzen, vooral omdat het land de op een na hoogste levensverwachting heeft in Zuidoost-Azië. Slechts 30 procent van de 60-plussers ontvangt momenteel een staatspensioen en minder dan 10 procent beschikt over spaargeld, zo blijkt uit de nieuwsberichten. Dit laatste cijfer gaat misschien omhoog naarmate ook de inkomens stijgen, maar als het eerstgenoemde percentage ook toeneemt, zal dat de regering ongetwijfeld miljarden dollars kosten. Het IMF voorspelt dat in het huidige tempo de pensioenkosten de overheidsuitgaven tegen 2050 met acht procentpunten van het bbp hebben opgedreven: sneller dan in de twaalf andere Aziatische landen die het IMF ook heeft onderzocht. Dit alles klinkt misschien als bangmakerij. Het gaat immers om een toekom-
stig probleem, dat met vooruitziende centrale planning te voorkomen moet zijn. Vietnam heeft een van de snelst groeiende economieën in Azië en niets duidt op een daling van die groei (ongeveer 7 procent per jaar) in de afzienbare toekomst.
Broekriem
Aan de andere kant lijkt de overheid de snel stijgende rekening niet volledig te willen betalen – terwijl het nu nog kan, omdat de demografische verschuiving van jong naar oud nog niet zo veel van de staatskas vergt. Het publieke verzekeringsstelsel verkeert al jaren in financieel zwaar weer. Het fonds, dat een deel van de medische kosten, de pensioenen, zwangerschapsverloven en werkloosheid dekt, zou tegen 2021 een tekort kunnen vertonen, zo waarschuwen economen. Om het hoofd boven water te kunnen houden, zullen de heffingen die werknemers en bedrijven betalen de
Naar een volksverzekering tegen ziektekosten
1982 Ambtenaren en daaraan gelijkgestelden, werknemers van particuliere bedrijven met meer dan 10 werknemers en gepensioneerden.
1998 Leden van de Nationale Vergadering (het parlement), gezinnen van politiemensen en militairen, leerkrachten in het kleuteronderwijs
2005 Werknemers van particuliere bedrijven met meer dan één werknemer, werknemers van coöperaties, oorlogsveteranen, armlastigen.
2009 Kinderen jongen dan 6 jaar, minder draagkrachtigen.
2010 Studenten
2012 Boeren
2014 Boerengezinnen
2015 Algemene verplichte verzekering
Dekkingsgraad in procenten
Bron: Ministerie van Volksgezondheid in Vietnam, 2016
pagina 30 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Azie_155.indd 30
19-02-19 12:33
azië
vietnam
Drie vrouwen drinken thee in de straten van Hanoi. © UIG via Getty Images
komende jaren aanzienlijk omhoog moeten. Van nog grotere betekenis is dat de overheidsuitgaven voor gezondheidszorg de afgelopen drie jaar zelfs zijn gedaald. Dit is in tegenspraak met wat de overheid verkondigt: zorg voor iedereen. In 2018 was in de overheidsbegroting slechts 137 miljoen dollar gereserveerd voor ziekenhuizen, minder dan in 2017, aldus berichten in de Vietnamese media. De reden? De overheid heeft geen geld meer en moet de broekriem aanhalen. Het fiscale tekort en de overheidsschuld als percentage van het bbp zijn de afgelopen jaren zo sterk gestegen dat de overheid strenge bezuinigingsmaatregelen heeft moeten treffen. In een poging om haar verantwoordelijkheid voor de zorgkosten af te wentelen, heeft de overheid de zorgsector een beleid van ‘autonomisering’ opgelegd, wat betekent dat publieke ziekenhuizen hun inkomsten moeten verhogen. Het beleid werd al in 2002 per regeringsbesluit gelanceerd, en volgens analisten is het de afgelopen jaren geïntensiveerd. Op papier betekent het minder bureaucratie en meer controle door artsen en andere zorgprofessio-
nals, die worden verondersteld beter te weten hoe het geld moet worden besteed dan de apparatsjiks in Hanoi. En dat is dus ook wat de overheid beweert: dat openbare ziekenhuizen
Publieke ziekenhuizen worden gedwongen tot ‘onethische praktijken’ beter in staat zullen zijn om aan patienteneisen tegemoet te komen. Volgens critici zal de kwaliteit van de dienstverlening in werkelijkheid achteruitgaan, omdat ziekenhuizen liever rijke patiënten willen behandelen dan arme. Openbare ziekenhuizen zijn meer winstgericht gaan opereren, wat steeds ernstiger vormen zal aannemen als de overheidsuitgaven voor gezondheidszorg blijven dalen. In een regeringsbesluit wordt gesteld dat als openbare ziekenhuizen nieuwe medische apparatuur willen kopen of hun faciliteiten willen uitbreiden, ze investeerders moeten zoeken, net als privébedrijven. Deze maatregel zal er
volgens critici vaak toe leiden dat ziekenhuizen niet de moderne apparatuur aanschaffen die ze nodig hebben, omdat ze die te duur vinden. Minh Thi Hai Vo, promovendus in openbaar beleid aan de Victoriauniversiteit in Wellington, NieuwZeeland, schreef in een recent artikel dat ‘communistische elites autonomisering als strategie gebruiken om de zorgsubsidies geleidelijk op te heffen’. Ze stelt dat openbare ziekenhuizen worden gedwongen zich over te geven aan ‘onethische praktijken om inkomsten te maximaliseren’.
eigen inkomsten, te verhogen. Hierdoor dreigt het publieke zorgverzekeringsstelsel te worden opgezadeld met tekorten die het zich de komende jaren niet kan veroorloven. Bovendien wordt het steeds meer gemeengoed om met steekpenningen te betalen in ziekenhuizen, een probleem dat niet zo snel zal zijn verholpen aangezien Vietnam in Azië al hoog scoort op het gebied van kleine corruptie. ‘Deze praktijken zijn een duidelijk teken van ontwrichting en misbruik binnen de gezondheidszorg,’ schrijft Minh Vo. De overheid erkent sommige van deze wanpraktijken. Uit recente inspecties door het ministerie van Volksgezondheid bleek inderdaad dat artsen onnodige behandelingen voorschrijven of erop aandringen dat patiënten langer dan nodig in ziekenhuizen doorbrengen. Het ministerie lijkt de oplossing van het probleem te zien in een verbetering van de administratieve procedures in ziekenhuizen, meer inspecties om wanpraktijken te ontmoedigen en betere voorlichting aan patiënten. Maar gezien het onvermogen van de overheid om de kleine corruptie te beteugelen – van steekpenningen voor de politie tot betalingen om een plek op een van de beste scholen veilig te stellen – zal dit vechten tegen de bierkaai zijn, voorspellen analisten. Minh Vo vindt dat de overheid behoort in te zien dat gezondheidszorg de economische groei ten goede komt. ‘Gezondheidszorg moet worden beschouwd als een investering in ontwikkeling, niet als een economische last.’ David Hutt
Steekpenningen
Secties van publieke ziekenhuisafdelingen worden nu gereserveerd voor patiënten die bereid zijn meer te betalen, mensen die graag wat dieper in de buidel tasten voor een beetje extra comfort. Ondertussen wordt dure hightechapparatuur onnodig gebruikt om patiënten op kosten te jagen, zo stelt Minh Thi Hai Vo. Ook laten ziekenhuizen patiënten langer blijven dan nodig is of schrijven ze hun te veel medicijnen voor, dit alles om de patiëntenrekening, en daarmee de
Asia Times China | website | atimes.com
Yazhou Shibao Zaixian, de Chinese versie, brengt een deel uit de Engelse versie in vertaling en verzorgt oorspronkelijke reportages over China.
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 31
Azie_155.indd 31
19-02-19 12:33
midden-oosten
mini-dossier iran
‘De huidige situatie in Iran is onhoudbaar’ Courrier international | Parijs
Shirin Ebadi, advocaat, mensenrechtenactivist en winnares van de Nobelprijs voor de Vrede in 2003, roept op tot een verandering van regime. ‘Ook ik was ervan overtuigd dat het Iraanse volk vrijer en gelukkiger zou worden door de revolutie. Maar we hebben ons vergist.’ Courrier international: Welke herinnering hebt u aan de islamitische revolutie? Hoe stond u daar zelf tegenover in die tijd? Shirin Ebadi: De Iraniërs hoopten dat hun situatie zou verbeteren, daarom hebben ze de revolutie ontketend. Maar die is niet in het belang van het volk geweest, en de situatie werd met de dag slechter. Als de mensen hadden geweten hoe het land er vandaag de dag aan toe zou zijn, hadden ze zeker geen revolutie uitgeroepen. Ook ik was ervan overtuigd dat het Iraanse volk vrijer en gelukkiger zou worden door deze revolutie. Maar we hebben ons helaas vergist. Welke balans valt er veertig jaar na de revolutie op te maken inzake het islamitische regime? Veertig jaar geleden werd dit regime grotendeels door de bevolking gesteund, maar als er nu vrije verkiezingen zouden komen, zouden de kiezers er ongetwijfeld niet meer op stemmen. De mensen hebben geen enkele vrijheid, er zijn grote financiële problemen die tot armoede en ongelijkheid leiden en de bevolking is ontevreden. U heeft lang gedacht dat het regime zich van binnenuit zou kunnen hervormen. Tot voor kort hebben sommigen inderdaad geprobeerd het regime van binnenuit te veranderen, maar nu weten we dat dat onbegonnen werk is. Er is een probleem met onze grondwet: ons hele rechtssysteem draait om de opperste leider, het volk heeft geen enkele vrijheid. Zolang dat niet wordt veranderd in onze grondwet zal er geen enkele hervorming mogelijk zijn. Het is onontbeerlijk dat de religieuze macht wordt gescheiden van de politieke macht, anders spannen degenen
mondiale moslimgemeenschap, en de conflicten in het Midden-Oosten zijn in feite oorlogen tussen deze twee landen. De Verenigde Staten en Israël steunen Saoedi-Arabië; Rusland en China scharen zich aan de kant van Iran, en op het slagveld tussen de twee partijen in sneuvelen mensen.
Courrier international Frankrijk | weekblad | oplage 205.000
De Franse 360. Sinds twintig jaar een begrip in de kiosk. Bijgenaamd het Pentagon van de journalistiek, omdat Courrier nauwlettend in de gaten houdt wat er over de hele wereld wordt geschreven door de media.
die over de religieuze macht beschikken de religie voor hun eigen karretje, wat meestal indruist tegen het belang van het volk. Religie moet dus een privézaak blijven. Wat voor gevolgen heeft de Iraanse revolutie voor het buitenland gehad? Het resultaat is helaas niet positief, noch voor Iran, noch voor de rest van de wereld. Sinds 1979 veroorzaakt de revolutie alleen maar problemen in het Midden-Oosten: de tegenstellingen zijn toegenomen, de onderlinge spanningen tussen staten zijn veel groter en daarmee zijn we terug in 1979, het jaar waarin de politieke islam aan de macht kwam. We zijn allemaal moslim en we respecteren de islam, maar de islam moet zich niet met de politieke macht bemoeien, want dan creëer je spanningen tussen soennieten en sjiieten. Hoe denkt u over de regionale oorlogen (Syrië, Jemen) waarbij het Iraanse regime betrokken is? Die oorlogen zijn in wezen het gevolg van de politieke spanningen tussen Iran en Saoedi-Arabië. Beide hebben de ambitie aan het hoofd te staan van de
Shirin Ebadi Shirin Ebadi werd in 1947 geboren in Iran en was de eerste vrouwelijke rechter in het land. Na de islamitische revolutie
U roept het Westen op het Iraanse regime sancties op te leggen die het volk niet raken. Kunt u daar precieze voorbeelden van geven? Er is momenteel veel geld in Iran dat de leiders hebben gestolen van het volk. Maar waar wordt dit geld gestald? Bij westerse banken. Die zouden dat moeten weigeren. De Iraanse staat bezit ook televisiekanalen in het Frans, Engels, Arabisch en Spaans om propaganda voor zichzelf te maken. Die kanalen zenden uit via Europese satellieten: het zou de Iraanse staat verboden moeten worden die satellieten te gebruiken.
zijn de mensenrechten, en in het bijzonder de rechten van vrouwen en politieke activisten. In 2003 ontving ze de Nobelprijs voor de Vrede. Ze leeft sinds 2009 in ballingschap en blijft zich inzetten voor de mensenrechten.
1979 1979
1979
1979 1979
1980 1981
U roept op tot een referendum, onder toezicht van de VN, over het ambt van niet-gekozen opperste leider. Denkt u dat het Iraanse volk tegen dat ambt zal stemmen? Het gaat niet alleen om de opperste leider, maar om het hele regime. De Iraniërs moeten niets hebben van de islamitische republiek. Onze leiders kunnen zich wel beroepen op de steun van alle Iraniërs, maar dat klopt gewoon niet: het volk gaat elke dag de straat op om tegen dit regime te protesteren. Steeds meer mensen demonsteren en als dat tot hervormingen kan leiden, des te beter. Maar je ziet dat arbeiders en leraren in de gevangenis zitten omdat ze hebben deelgenomen aan vreedzame betogingen. Een van de oplossingen zou het organiseren van een referendum zijn over het islamitische regime zelf, een volksraadpleging die zou kunnen plaatsvinden onder toezicht van de Verenigde Naties.
werd ze uit haar ambt gezet en is ze advocaat geworden. Haar werkterrein
Chronologie
Hoe ziet de toekomst van Iran eruit? De huidige situatie kan niet voortduren. Het regime zal veranderen, hopelijk ten gunste van het volk. Ik geloof niet in een Amerikaanse militaire actie tegen Iran. Ik denk dat de verandering in Iran vanuit het volk zal komen.
1981 1981 1988 1989 1989
1995 1997 2003 2005 2006 2006
2010 2013 2015
2016 2018 2018 2019
16 januari De sjah verruilt Iran voor Egypte. 1 februari Terugkeer van ayatollah Khomeini uit ballingschap. 12 maart Eerste betoging van Iraanse vrouwen tegen het dragen van een sluier. 1 april Proclamatie van de islamitische republiek. November Gijzeling in de Amerikaanse ambassade in Teheran. September Begin van de IraaksIraanse oorlog. Januari Vrijlating Amerikaanse gijzelaars. Juni President Bani Sadr gaat in ballingschap. Oktober Ali Khamenei wordt verkozen tot president. Augustus Staakt-het-vuren tussen Irak en Iran. Juni Ayatollah Khomeini overlijdt. Juli Hashemi Rafsanjani wordt verkozen tot president van de republiek. April Volksopstand vanwege de hoge prijzen. Mei Mohammad Khatami wordt verkozen tot president. Oktober Shirin Ebadi ontvangt de Nobelprijs voor de Vrede. Juni Mahmoud Ahmadinejad wordt verkozen tot president. Januari Teheran herneemt de verrijking van uranium. December Afkondiging van internationale sancties tegen Teheran. Augustus Opening van de eerste kerncentrale van Iran. Juni Hassan Rohani wordt verkozen tot president. Juli Slotakkoord onder toezicht van de VN over het kerndossier. Januari Opheffing van de internationale sancties. Mei Amerika trekt zich terug uit het kernakkoord met Iran. Augustus De Amerikaanse sancties worden van kracht. Februari In sombere stemming viert de islamitische republiek haar veertigste verjaardag.
pagina 32 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
MiddenOosten_155.indd 32
19-02-19 14:27
midden-oosten
mini-dossier iran
Het politieke systeem van Iran Benoemd
Gekozen
Ayatollah Ali Khamenei
Hassan Rohani
Controle
President (sinds 2013)*
Staatshoofd en opperbevelhebber Belichaamt de religieuze en rechterlijke macht Benoemt en ontslaat
Verschaft raad aan de Hoogste Leider
RAAD VAN TOEZICHT • 39 leden
Benoemt de 6 religieuzen
RAAD VAN HOEDERS VAN DE GRONDWET
• 12 leden (6 religieuzen en 6 rechtsgeleerden) • Keurt kandidaten bij verkiezingen • Keurt uitslag van verkiezingen • Heeft vetorecht over wetsvoorstellen
Gekozen voor 4 jaar Een maximum van 2 termijnen Kiest de Hoogste Leider
Benoemt de regering
REGERING
• 18 ministers
VERGADERING VAN DESKUNDIGEN
• 88 religieuzen, gekozen voor 8 jaar
PARLEMENT
• 290 leden, gekozen voor 4 jaar
De lange arm van de Iraanse revolutie The Conversation | Londen
Na veertig jaar houdt de Iraanse revolutie nog altijd stand. Ze beroerde de wereldpolitiek en stimuleerde het islamisme in het Midden-Oosten. Nu maakt Iran zich op voor een nieuwe omwenteling.
O
m te begrijpen wat de Iraanse revolutie heeft veroorzaakt, moeten we eerst stilstaan bij het aanhoudende conflict tussen voorstanders van seculiere bestuursmodellen in moslimmaatschappijen en voorstanders van islamitische modellen. De Iraanse revolutie was een ingrijpende gebeurtenis die niet alleen Iran volledig veranderde, maar ook verstrekkende gevolgen had voor de rest van de wereld. Ze veroorzaakte een belangrijke geopolitieke verschuiving en bracht verandering aan in de Koude-Oorlogverhoudingen. De VS verloor niet alleen een belangrijke strategische bondgenoot tegen de communistische dreiging, maar kreeg er ook een nieuwe vijand bij. De Iraanse revolutie impliceerde ook een dramatische politieke verandering
*Herkozen in de eerste ronde van de verkiezingen in mei 2017 met 57% van de stemmen
in het Midden-Oosten. Ze veroorzaakte een regionale koude oorlog tussen Iran en Saoedi-Arabië. De revolutie betekende een uitdaging voor de Saoedische monarchie en haar aanspraak op het leiderschap over de moslimwereld. Deze religieuze en ideologische koude oorlog tussen Iran en Saoedi-Arabië gaat tot op de dag van vandaag door, getuige hun betrokkenheid bij de conflicten in Syrië en Jemen. Een ander gevolg van de revolutie is de heropleving van de politieke islam in de gehele moslimwereld. Het Iraanse succes toonde dat het vestigen van een islamitische staat niet alleen maar een droom was. Het was mogelijk het Westen en zijn collaborerende monarchen dan wel dictators aan te pakken, en nog te winnen ook. In de jaren tachtig en negentig van de
© AFP, Wikimedia
Hoogste Leider (sinds 1989)
vorige eeuw staken in bijna alle moslimlanden islamitische politieke partijen de kop op, die tot doel hadden hun maatschappijen langs staatkundige weg te islamiseren. Ze verklaarden dat het seculiere model er niet in was geslaagd vooruitgang en volledige onafhankelijkheid te realiseren en dat het islamitische model het enige alternatief was. Voor hen was de Iraanse revolutie het bewijs dat zoiets mogelijk was.
Meer vrijheid
Qua levensduur is de revolutie in elk geval succesvol geweest. Ze houdt zich al veertig jaar staande, inclusief de acht jaar durende oorlog met Irak en decennialange economische sancties. Ter vergelijking: de poging van de taliban om een islamitische staat te vestigen duurde maar vijf jaar. Aan de andere kant beloofden Ruhollah Khomeini [de leider van de Iraanse revolutie en van 1979 tot 1989 de ayatollah die het land omvormde tot een streng religieus-fundamentalistische staat] en zijn aanhangers de kloof tussen rijk en arm te dichten en economische en sociale vooruitgang te bewerkstelligen. Op dit moment is de Iraanse economie er echter beroerd aan toe, ondanks de olie-inkomsten, die voorkomen dat de economie volledig instort. De mensen zijn ontevreden over de grote werkloosheid en de hyperinflatie. Ze hebben weinig hoop
dat het economische tij zal keren. De belangrijkste premisse van het islamisme – het religieuzer maken van de samenleving door middel van politieke macht – heeft ook niet tot de gewenste resultaten geleid. Ook al is 63 procent van de Iraniërs na de revolutie geboren, ze zijn niet religieuzer dan voor die tijd. Hoewel het huidige regime nog altijd op aanzienlijke steun kan rekenen, wil een belangrijk deel van de Iraniërs meer vrijheid en wijzen ze religie die van bovenaf wordt opgelegd af. Steeds meer betogers roepen om economische, sociale en politieke hervormingen en om opheffing van de islamitische republiek. De meeste Iraniërs wijten het mislukken van de revolutie aan de onafgebroken Amerikaanse sancties. Hoewel hun land handel drijft met Europese landen, China en Rusland, geloven ze dat het Westen koste wat kost wil voorkomen dat Iran een succes wordt. Geopolitiek is uiteindelijk een competitieve aangelegenheid waarin nationale belangen overheersen. Moslimgemeenschappen zien zich voor de uitdaging gesteld modellen te ontwikkelen die de islam en de moderne wereld verenigen op een manier die als een aanwinst voor de wereld wordt gezien en niet als een bedreiging. Moeilijke sociale en politieke omstandigheden en tijdsdruk hebben het mysterieuze vermogen om ideologieën op de proef te stellen en te polijsten. Terwijl de strijd tussen seculiere en islamitische maatschappijmodellen doorgaat in Iran en de rest van de moslimwereld, is de kans groot dat Iran zich in de 21ste eeuw tot een gematigde maatschappij zal ontwikkelen. Mehmet Ozalp
Mehmet Ozalp is hoogleraar Islamstudies en directeur van het Centre for Islamic Studies van de Australische Charles Sturt University
The Conversation VK | website | theconversation.com/uk
Opgericht in 2013 als Britse zusje van de Australische website die in 2011 werd gelanceerd. Het onlinemagazine brengt zonder winstoogmerk nieuws op het gebied van politiek, economie, cultuur, milieu en wetenschap, geschreven door academici.
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 33
MiddenOosten_155.indd 33
19-02-19 14:42
midden-oosten
mini-dossier iran
Iran blijft een Amerikaanse obsessie
Le Monde Frankrijk | dagblad | oplage 345.000
Le Monde | Parijs
Veertig jaar geleden werden 52 Amerikanen gegijzeld gehouden op de ambassade in Teheran. Daarna is er nooit meer een Amerikaans consulaat geopend.
B
eelden van de helikopters die in april 1975, als het staartje van het Vietnamese debacle, in allerijl het personeel van hun ambassade in Saigon evacueerden, spookten in 1979 nog door het hoofd van de Amerikanen toen hun regering negen maanden na het begin van de islamitische revolutie in Iran, op 4 november 1979, wederom een regionale bondgenoot kwijtraakte en er opnieuw een aanslag werd gepleegd op een van haar ambassades, namelijk die in Teheran. 52 Amerikaanse staatsburgers werden 444 dagen lang gegijzeld gehouden. De onmacht van de president van de Verenigde Staten, Jimmy Carter, bespoedigde zijn nederlaag tijdens de presidentsverkiezingen van 1980. De Verenigde Staten en Vietnam hebben hun bilaterale betrekkingen sinds de normalisatie in 1995 continu versterkt. In één generatie hebben drie Amerikaanse presidenten zich ter plaatse begeven. De onmenselijke gevolgen van een hachelijke situatie die bijna vijftien jaar duurde behoren inmiddels tot het verleden. In de Isla-
mitische Republiek Iran daarentegen is nooit meer een Amerikaanse ambassade geopend en duren de sancties van de VS onverminderd voort. Die zijn zelfs nooit helemaal opgeheven na de ondertekening van het kernakkoord met Iran in 2015. Aan de versoepeling waar dat akkoord wel toe leidde, heeft Donald Trump in 2018 een einde gemaakt.
‘Dood aan Amerika!’
Deze diplomatieke breuk, die officieel is sinds april 1980, heeft de Iraanse opinie onuitwisbaar beïnvloed. Al decennialang wordt in Teheran ‘Dood aan Amerika!’ gescandeerd. En andersom geldt hetzelfde. Aan de vooravond van de ondertekening van het kernakkoord in 2015 behoorden de Verenigde Staten tot de landen met de negatiefste kijk op Iran: 76 procent van de ondervraagden oordeelde ongunstig, wat beduidend meer is dan het gemiddelde van 58 procent tijdens een steekproef door het Pew Research Center in veertig landen wereldwijd.
Een aantal ernstige gebeurtenissen heeft de Amerikaans-Iraanse betrekkingen sinds 1979 verder verslechterd, van de aanslag op de mariniers in Beiroet in 1983, waarbij 231 doden vielen, tot de slachting die de antipersoneelsmijnen in 2003 aanrichtten onder de Amerikaanse soldaten na hun invasie in Irak. En in 2015 zouden er vijfhonderd Amerikanen zijn omgekomen door Iraanse explosieven van door Teheran aangestuurde milities – een lage schatting volgens het Pentagon. Toen hem als commandant van Centcom (het Amerikaanse commandocentrum) voor de regio Midden-Oosten werd gevraagd wat de drie grootste bedreigingen voor de VS waren, antwoordde generaal James Mattis, de latere minister van Defensie van Donald Trump: ‘Iran, Iran en Iran.’
Beeldvorming
In het Witte Huis hebben de opeenvolgende presidenten hun best gedaan onderscheid te maken tussen het regime en de Iraanse bevolking, en de geschiedenis en de beschaving van het land altijd hun respect betuigd. In de Amerikaanse populaire cultuur daarentegen blijft het negatieve beeld van Iran een bron van inspiratie. Bijvoorbeeld in het videospel Battlefield 3, dat in 2011 in omloop kwam. In 2012 vertelde de succesvolle film Argo van Ben Affleck het verhaal van zes Amerikaan-
52 gijzelaars werden van 4 november 1979 tot 20 januari 1981 vastgehouden op de Amerikaanse ambassade in Teheran, ter ondersteuning van de islamitische revolutie in Iran. © Sygma via Getty Images
In 1944 opgericht op initiatief van De Gaulle. Om recht te doen aan de titel ‘De wereld’ houdt Le Monde een groot netwerk van correspondenten in stand.
se diplomaten die hun toevlucht hadden gezocht bij de Canadese ambassadeur tijdens de beroemde gijzeling. Een jaar later eindigde het derde seizoen van de serie Homeland met de dood van de hoofdrolspeler, die werd geëxecuteerd door het Iraanse regime. Een constante waaraan de sociale en intieme kroniek A Separation van de Iraanse filmer Asghar Farhadi, in 2012 bekroond met een Oscar, maar nauwelijks afbreuk heeft kunnen doen. En afgelopen januari heeft de IraansAmerikaanse journalist Jason Rezaian een boek gepubliceerd over zijn 544 dagen durende gevangenschap in Iran, waar hij correspondent was voor The Washington Post. Hij werd in juli 2014 gearresteerd en gevangengezet op verdenking van spionage, om in januari 2016 samen met drie landgenoten weer te worden vrijgelaten. Momenteel worden nog vijf andere Amerikanen gevangengehouden in Iran. Shadi Hamid, de auteur van Islamic Exceptionalism (2016), een boek dat veel aandacht heeft gekregen, is van mening dat de opening die is gecreëerd door Barack Obama onvoldoende tijd heeft gehad om de visies zichtbaar te beïnvloeden, ook al bespeurt hij nuances tussen de twee grote Amerikaanse partijen. De studies van het Pew Research Center bevestigen dit. In november 2018 was maar 29 procent van de Democratische stemmers van mening dat ‘het beperken van de macht en de invloed van Iran een van de prioriteiten van de Amerikaanse diplomatie’ moest zijn, tegen 52 procent van de Republikeinse stemmers. In de leeftijdsgroep 29-35 stond eveneens 29 procent achter deze doelstelling, tegen 52 procent van de 65-plussers. Maar de achterdocht blijft pregnant. Tijdens een enquête in september 2018 noemden Amerikanen van alle politieke geledingen Iran als een van de landen die hun de meeste ‘ijskoude rillingen’ bezorgden, samen met Rusland en Noord-Korea. Gilles Paris
pagina 34 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
MiddenOosten_155.indd 34
19-02-19 14:27
afrika
Wie wil er nou een leeuw doden? Gretige jagers zijn bereid een klein fortuin neer te tellen om wilde dieren dood te schieten. Het avontuur trekt, de adrenaline, tal van redenen. Het grootste probleem is dat de complexiteit van het wildbeheer de meeste ontgaat. The Guardian | Londen
H
et grootste aantal olifanten dat Ron Thomson ooit eigenhandig heeft gedood, tijdens één jacht, is 32. Het kostte hem ongeveer een kwartier. Thomson groeide op in Rhodesië, het huidige Zimbabwe, waar hij als tiener begon te jagen en daar al snel zeer bedreven in werd. Sinds 1959 werkte hij als parkwachter in nationale parken en werd hij regelmatig ingeschakeld om dieren te doden die in conflict waren gekomen met de mens. ‘Ik vond het reuze opwindend, om heel eerlijk te zijn,’ zegt hij door de telefoon, vanuit Kenton-onSea, het kleine kustplaatsje in ZuidAfrika waar hij woont. ‘Sommige mensen vinden jagen net zo geweldig als anderen het verwerpelijk vinden. Toevallig vind ik het geweldig.’ Thomson is inmiddels 79 en heeft al tientallen jaren geen olifant meer geschoten. Het kost hem moeite om een onbevooroordeeld publiek te vinden voor zijn verhalen over hoe hij – om zijn eigen woorden te gebruiken – ‘zonder enige twijfel meer dieren heeft geschoten dan wie ook’. Vandaag de dag zijn er mensen die jagen, maar er zijn nog veel meer mensen die er een diepgewortelde afkeer van hebben: mensen die het beeld van een dier dat is geslacht door een mens – ongeacht de soort, de beweegredenen, de legitimiteit of zelfs de historische context – stuitend vinden.
Geit
Tegenwoordig komen die breuklijnen vooral duidelijk naar voren wanneer een foto van een grijnzende jager boven zijn prooi viraal gaat, zoals afgelopen najaar het geval was met Larysa Switlyk. Foto’s waarop ze poseert met een geit en een schaap, die ze enkele weken daarvoor – volledig legaal – had geschoten op het Schotse eiland Islay, kregen via sociale media grote bekendheid buiten jagerskringen en riepen in brede lagen van de bevol-
king afschuw op. Mike Russell, het plaatselijke lid van het Schotse parlement, zei tegen BBC Schotland dat hij het onacceptabel vond, ‘mensen in camouflagekleding die zich verheugen over het doden van een geit’. Nicola Sturgeon schaarde zich publiekelijk achter de verontwaardiging en zei dat er kritisch naar de wetgeving zou worden gekeken. Switlyk zei op Instagram dat ze bij haar ‘volgende jachtavontuur’ zou zorgen buiten het bereik van internet te blijven. ‘Hopelijk geeft dat al die onwetenden die me doodsbedreigingen sturen de tijd om zich te verdiepen in de jacht en het wildbeheer.’ In het geval van Switlyk ging het nog om een geit. Maar als het gaat om dieren waarvoor mensen speciale reizen boeken om ze in het wild te kunnen zien, of dieren die op Discovery Channel te zien zijn, kan de verontwaardiging de hele wereld in zijn greep krijgen. Wat bezielt iemand om die dieren te willen doden? Om nog maar te zwijgen van de vraag waarom iemand bereid is kapitalen neer te
Tandarts Walter Palmer naast zijn trofee (niet de leeuw CeciL) in Zimbabwe. – © HH
in het kort
• De aantrekkingskracht van het jagen moet vergeleken worden met bergbeklimmen, duiken of golfen. • Niet te ontkennen valt dat de vleesindustrie wereldwijd meer leed veroorzaakt dan de jacht. • De jacht op groot wild kan duurzaam zijn en ook nog eens de overlevingskansen van de soort vergroten. • Grote beschermers van het wild tellen penny’s neer waar het ponden zouden moeten zijn.
tellen om daartoe de gelegenheid te krijgen. ‘Vraag het aan honderd jagers en je krijgt honderd verschillende antwoorden,’ zegt Jens Ulrik Høgh via de telefoon vanuit de bossen van Zweden, waar hij groepen begeleidt die op wilde zwijnen jagen. Høgh, die werkt bij Limpopo Travel & Diana Hunting Tours, een Deens jachtreizenbureau, vergelijkt de aantrekkingskracht met bergbeklimmen, duiken of golfen: fysieke hobby’s waarbij je iets van de wereld te zien krijgt. Jagers reizen om verschillende ervaringen op te doen. Zebra’s zijn bijvoorbeeld lastig, omdat ze zich ophouden in groepen op een open vlakte en altijd gespitst zijn op roofdieren. ‘Er zijn altijd ogen die alle kanten op kijken – zebra’s staan erom bekend dat het een paar dagen kan duren om er eentje te pakken te krijgen.’ Bij bavianen, intelligente primaten die in groten getale voorkomen, ‘moet je goed kunnen jagen, goed kunnen achtervolgen en goed kunnen mikken’.
Mak stuk vlees
Het prijskaartje is een kwestie van vraag en aanbod. Het kost betrekkelijk weinig – zo’n 3000 pond – om legaal een giraffe te schieten, aangezien dat wereldwijd door jagers als iets betrekkelijk eenvoudigs wordt gezien en daarom niet zo in trek is. ‘Een giraffe is in feite een heel mak stuk vlees. Ik kan net zo goed een koe in een weiland gaan schieten,’ aldus Høgh. (Om die reden, vertelt hij, kijkt hij ook met opgetrokken wenkbrauwen naar Switlyk, de zogenaamde ‘hardcore jager’, die met haar trofeeën poseert op Islay: ‘Wie wil er nou een schaap schieten?’) Hoewel Høgh zo’n dertig reizen naar Afrika heeft gemaakt, heeft hij nog nooit een leeuw of een olifant gedood, en maar weinig van het andere echt grote wild. Daar is een heel prozaïsche reden voor: het is heel duur, de prijzen kunnen oplopen tot zo’n 20.000 pond.
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 35
Afrika_155.indd 35
19-02-19 14:38
afrika jagers & Trofeeën
(En terecht, voegt hij eraan toe.) ‘Ik kan het me domweg niet veroorloven om op leeuwenjacht te gaan. Maar als ik het kon, zou ik het doen.’ Het is maar een heel klein deel van de jagers dat zich zoiets kan veroorloven, zegt Høgh. Hij schat dat het om amper 1 procent gaat, al is hij heel duidelijk over het onderscheid tussen de jacht op een wilde leeuw en de zogeheten ‘ingeblikte jacht’: dieren die speciaal worden gefokt om te worden afgeschoten. Die zijn veel goedkoper – maar als je Høgh zo hoort praten, zou geen enkele zichzelf respecterende jager daar geld voor neertellen. ‘In feite heb je het dan over boerderijdieren. Ik noem dat geen jagen,’ zegt hij. In alle gesprekken over de zogeheten trofeejacht duikt vroeg of laat dezelfde naam op: Cecil, de leeuw die in 2015 in Zimbabwe werd gedood door Walter Palmer, een tandarts uit Minnesota. Hoewel het legaal was om hem te schieten, was hij uit een nationaal park gelokt, waar iedereen dol op hem was, en Palmer, die met pijl en boog jaagde, had Cecil niet meteen gedood, wat wil zeggen dat het dier had geleden. ‘Het was schandalig en lafhartig,’ zegt David Quammen, een Amerikaanse wetenschapsjournalist die uitvoerig heeft geschreven over de relatie tussen mens en roofdier. Maar, voegt hij eraan toe, de jacht is ook een kwestie van vakmanschap en kan zelfs iets moois hebben wanneer de ‘ouderwetse’ regels van een eerlijke jacht in acht worden genomen. ‘Tenzij je vegetariër bent, kun je je maar beter onthouden van kritiek op mensen die op die manier jagen.’
Voedsel of vermaak
Het valt niet te ontkennen dat de vleesindustrie wereldwijd meer leed veroorzaakt dan de jacht. Maar de tegenstanders van de jacht laten zich niet afschrikken door het verwijt van hypocrisie, ook niet als ze zelf wel vlees eten. In hun ogen mag de opwinding van de jacht nooit een excuus zijn om een leven te beëindigen. Dit weerspiegelt de complexiteit van onze vaak emotionele en soms tegenstrijdige relatie met dieren, die Quammen uitdiept in zijn boek uit 2003: Monster van God. Jagen is een oud instinct. Of het nou gaat om de jacht op voedsel of puur om vermaak, de mens heeft van begin af aan zijn krachten gemeten met dieren: van het neerhalen van mammoeten in de IJstijd tot aan de gladiatorengevechten in het oude Rome. Grote roofdieren, zoals grote katachtigen en beren, zijn
voortdurend op de achtergrond aanwezig in ons collectieve bewustzijn en worden afgeschilderd als ‘menseneters’ of als schattige knuffelbeestjes, zoals Simba en Poeh. Jagers zeggen dat alle sentiment ons vermogen hindert om de verschillende diersoorten te beschermen. ‘De grootste bedreiging voor het overleven van bepaalde soorten is misschien nog wel het feit dat Hollywood bepaalde dieren een sterrenstatus heeft verleend,’ zegt Loodt Büchner. Hij is de directeur van Tootabi Hunting Safari’s, dat voornamelijk Amerikaanse klanten legale jachtsafari’s laat maken met ‘meer dan vijftig soorten’ op terreinen in vijf Zuid-Afrikaanse staten. Büchner zit inmiddels zelf het grootste deel van de tijd achter zijn bureau, maar hij is opgegroeid in Zuid-Afrika, in een arm gezin. Voor hen was de jacht een belangrijke bron van eiwitten. Op zijn vijfde of zesde ging hij al met zijn vader mee op antilopenjacht. Momenteel voorziet de filantropische tak van zijn organisatie maandelijks 3400 schoolkinderen in de provincie Oost-Kaap van een maaltijd met vlees, afkomstig van de trofeejacht.
Boven: Walter Palmer naast een door hem geschoten neushoorn. Midden: Sabrina Corgatelli post de ene selfie na de andere op Facebook. Onder, altijd goed gesoigneerd met make-up en gelakte nagels, naast een door haar geschoten giraffe. – © HH
Trofeeën
Volgens Büchner is het meeste verzet tegen de jacht afkomstig van ‘heel kwetsbare mensen’ die het verschil niet zien tussen wildbeheer, waarbij soms gedood moet worden, en natuurbehoud, ‘plaatjes schieten met een camera, in plaats van met een geweer’. Hij maakt geen onderscheid tussen mensen die jagen om te eten en mensen die zijn bedrijf 13.500 dollar betalen voor een safari met tien trofeedieren in tien dagen. Ongeacht de omstandigheden gaat een gedood dier nooit verloren, het vlees wordt verkocht of opgegeten. De omzet van Tootabi is het laatste jaar zelfs met 54 procent toegenomen, zegt hij, en dat schrijft hij toe aan het doden van Cecil, want vóór die tijd wisten veel mensen niet dat legaal jagen überhaupt mogelijk was. Høgh denkt daarentegen dat de stijging het gevolg zou kunnen zijn van het feit dat de ingeblikte jacht op leeuwen daarna stevig is aangepakt. Een groot deel van de belangstelling is afkomstig van mensen die net zijn afgestudeerd, zegt Büchner, en dat schrijft hij toe aan de sterke behoefte van die generatie om op sociale media verslag te kunnen doen van unieke ervaringen. ‘Het is onvoorstelbaar hoeveel jonge mensen in Manhattan
zich ineens lijken te realiseren dat de wereld groter is dan aandelen en beurskoersen: “We kunnen gewoon op wilde dieren gaan jagen, dat klinkt echt te gek.”’ Het verlangen om te jagen, en met name het verlangen naar trofeeën zoals koppen of geweien, wordt door critici vaak toegeschreven aan het ego van de man. Craig Packer, een ecoloog die in Minneapolis woont, na zich 35 jaar lang te hebben ingezet voor het terugdringen van de niet-duurzame
jacht op leeuwen in Tanzania, zegt dat veel jagers de ‘Marlboro Man’ als rolmodel hebben, een stereotiep beeld van mannelijkheid – of, om preciezer te zijn, van ‘giftige mannelijkheid’, zoals hij het noemt. Hij denkt terug aan zijn ontmoetingen met Steven Chancellor, een Republikeinse fondsenwerver, die zo’n vijftig leeuwen heeft geschoten en die heeft laten opzetten om er in zijn huis in Indiana mee te pronken: ‘Hij kleedt zich geheel in het zwart, hij heeft iets
pagina 36 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Afrika_155.indd 36
19-02-19 14:37
afrika met cowboys.’ Chancellor is een van de vele jagers op groot wild die zitting hebben genomen in een nieuwe federale commissie die adviseert over de Amerikaanse importwetgeving. Packer zegt dat jagers over het algemeen het Republikeinse gedachtegoed aanhangen, afkomstig zijn van het platteland en gelovig zijn, waardoor ze geneigd zijn de bewijzen dat bepaalde diersoorten met uitsterven worden bedreigd te ontkennen, aangezien – Packer zet de lijzige stem van een redneck op – ‘alleen God kan beschikken over het lot van het wild’. Het zal geen verbazing wekken dat de jagers ontkennen dat ze worden gedreven door een broze mannelijkheid. Volgens Høgh is het een stereotypering die op niets is gebaseerd. Büchner noemt het seksistisch. ‘Als geaccrediteerd jager op groot wild kan ik je zeggen dat ik geen dieren dood voor de lol, en ook niet om mijn mannelijkheid op te vijzelen,’ zegt hij. Maar eerder had hij gezegd dat jagers worden gedreven door het verlangen de adre-
Veel jagers hebben de ‘Marlboro Man’ als rolmodel, een stereotiep beeld van mannelijkheid naline door hun aderen te voelen gieren – dat ís toch de lol? Volgens Høgh zit het probleem erin dat nietjagers het doden van een ‘onschuldig’ dier niet alleen zien als iets intrinsiek verwerpelijks en dramatisch, maar ook als het voornaamste doel van de jacht. ‘Het gaat niet om die halve seconde,’ zegt hij. ‘Ik ken maar heel weinig mensen die genieten van het doden van dieren, en ik zou het liefste zien dat die mensen stoppen met jagen. Het is gewoon pervers, dat zijn sadisten.’ Maar het is volkomen begrijpelijk dat mensen een ander beeld hebben, vervolgt hij, aangezien het moment van het doden ook het moment is dat wordt vastgelegd. ‘Jagers zijn er niet bepaald goed in de complexiteit van de ervaring over te brengen. Wat wij de wereld tonen, is meestal een foto van een dood dier waar wij dan met een grote grijns naast staan.’ Høgh vraagt zijn groepen geen foto’s van hun geschoten dieren online te zetten, of er in ieder geval even bij stil te staan hoe een bepaalde foto overkomt op mensen die niet jagen. Maar er zijn natuurlijk altijd mensen – hij zet een Amerikaans accent op – die
zeggen dat ze ‘het recht’ hebben om dat wel te doen. ‘En natuurlijk hebben ze het recht om dat te doen. Maar het is wel ontzettend stom.’ Om het allemaal nog ingewikkelder te maken, zijn er mensen die erop wijzen dat veel van de felle tegenstanders van de jacht geen flauw benul hebben van de realiteit en van de prijs die soms moet worden betaald om samen te leven met dieren. ‘Wild is voor veel mensen een groot probleem,’ aldus Adam Hart, wetenschapper aan de Universiteit van Gloucestershire en presentator van de BBC Radio 4-documentaire Big Game Theory uit 2015. Zo vreten olifanten bijvoorbeeld gewassen op en beschadigen ze bomen. Grote katachtigen doden het vee en impala’s pakken hun voedsel af. Er is een belangrijk verschil, zegt Hart, tussen iemand die vakkundig en met gevoel een dier doodt omwille van het vlees dat hij vervolgens zelf zal eten, ‘en iemand die jaagt om een trofee aan de muur te kunnen hangen en een selfie te kunnen maken’. Er zijn veel mensen, onder wie Hart en Büchner, die ervan overtuigd zijn dat de jacht op groot wild niet alleen duurzaam kan plaatsvinden, maar ook nog eens de overlevingskansen van de soort vergroot. ‘If it pays, it stays’, zo vatten zij die aanpak samen – wat loont, dat blijft. Dat de dieren een bepaald geldbedrag vertegenwoordigen maakt ze waardevol en daarmee is het de moeite waard om te zorgen voor hun voortbestaan. Als jagen en wildbeheer meer opbrengen dan veeteelt of ecotoerisme, zeggen ze, zullen grootgrondbezitters worden aangespoord meer land te kopen – en zo de habitat in stand te houden – wat de overlevingskans van de soort op langere termijn vergroot.
Een miljoen per leeuw
Hart zegt dat cijfers uit Namibië en Zuid-Afrika deze veronderstelling onderschrijven, maar hij waarschuwt ook meteen dat het vooral niet te simpel moet worden voorgesteld. ‘Is het goed om een systeem te hebben waarin we het wild alleen kunnen behouden door het actief te gebruiken? Wij (Britten) zullen vermoedelijk nee zeggen, maar wij verkeren in een zeer geprivilegieerde positie. Het grootste probleem is dat de complexiteit van de situatie mensen ontgaat – er is sprake van verschillende soorten, verschillende biotopen, verschillende landen, verschillende economieën, verschillende samenlevingen.’ Zelfs Packer is niet principieel tegen de jacht op leeuwen. Maar in Tanzania is hij tot de conclusie gekomen dat de
bedrijfstak wars is van verandering en dat er veel te weinig per geschoten dier wordt gerekend om het beheer van het terrein te bekostigen. ‘Wat mij echt ziedend maakt, is dat mensen zich voordoen als de grote beschermers van het wild, maar dat ze penny’s neertellen waar het ponden zouden moeten zijn.’ Een redelijke prijs zou iets van een miljoen dollar per leeuw moeten zijn, zegt Packer. ‘Steve Chancellor zou zich dat misschien kunnen veroorloven. Maar er zijn maar weinig mensen als Steve Chancellor.’ In Botswana, het land met de grootste olifantenpopulatie ter wereld, is volgens Hart het aantal olifanten zodanig toegenomen dat de habitat het niet meer aankan. De olifanten veroorzaken structurele schade. De regering overweegt nu het verbod uit 2014 op de recreatieve olifantenjacht in te trekken en beroept zich daarbij op de cijfers: er zouden 237.000 dieren rondlopen in een gebied dat er 50.000 aankan. Sir Ranulph Fiennes, Bill Oddie, Peter Egan – parlementsleden van verschillende politieke kleur – hebben onlangs, vergezeld van een levensgrote opblaasbare olifant, een door 250.000 mensen ondertekende petitie tégen het opheffen van het verbod aangeboden aan de Hoge Commissie van Botswana in Londen, met als argument dat het toestaan van de jacht het uitsterven van de dieren dichterbij brengt. Deze actie vormde het startsein van een campagne tegen de trofeejacht, gefinancierd door Eduardo Gonçalves, voormalig CEO van de League Against Animal Sports. Volgens hem is het aantal olifanten in Botswana alleen toegenomen als gevolg van het verbod op de jacht uit 2014, terwijl in omringende landen de aantallen zijn afgenomen. ‘Het verbod op de trofeejacht is heel goed geweest voor het behoud, daar is geen twijfel over mogelijk,’ zegt hij. Hij laat niets heel van de rechtvaardi-
The Guardian VK | dagblad | 332.000
Onafhankelijke kwaliteitskrant van linkse signatuur. Sinds 1821 thuisbasis van de meest gerespecteerde columnisten en journalisten. Altijd zeer kritisch ten opzichte van de overheid en andere instituten.
ging dat jagen goed zou zijn voor gemeenschappen of voor de natuur, want als dat de beweegreden van jagers zou zijn, zouden ze volgens hem net zo goed een donatie kunnen doen. ‘Ze proberen rationele argumenten aan te voeren om hun bloeddorst te rechtvaardigen,’ zegt hij. Daarnaast loopt er een ‘onzichtbare lijn’ tussen trofeejagen en stropers, vervolgt hij. De wetten die het stropen verbieden, hebben gevolgen voor arme Afrikanen, terwijl rijke westerlingen tegen betaling hetzelfde mogen doen, maar dan legaal.
Wildbeheer
Ron Thomson zegt dat veel diersoorten te lijden hebben onder het extreem hoge aantal olifanten: boomslangen en kameleons, zwarte neushoornvogels, vechtarenden, galago’s (‘schitterende, aapachtige beestjes’). Het leven van olifanten wordt boven dat van de andere dieren gesteld op grond van ‘puur menselijke sentimenten’, zegt hij, nu hoorbaar kwaad. ‘Mensen die zo denken, hebben geen enkele notie van wildbeheer. Dat zijn mensen die alleen maar in hun luie stoel zitten, in Londen of New York of waar ze maar wonen. Ze komen met allerlei eisen, maar ze hebben geen flauw benul wat er speelt. Wij zijn degenen die voor de olifanten in Afrika zorgen. Zij zijn degenen die alle problemen veroorzaken.’ In 1971 werd Thomson samen met twee andere jagers ingeschakeld om de olifantenpopulatie in nationaal park Gonarezhou in Zimbabwe te halveren. Ze moesten 2500 dieren doden, met halfautomatische wapens. ‘Met z’n drieën konden we in nog geen minuut dertig tot vijftig olifanten vellen – morsdood, een kogel in de hersenen. In sommige gevallen konden we de olifanten bijna aanraken op het moment dat we de trekker overhaalden. We deden wat er gedaan moest worden, zonder emoties, zonder bloedvergieten, en we leverden uitstekend werk.’ Het enige wat hij betreurt, is dat ze er niet eerder aan waren begonnen. De olifantenpopulatie was al zo ver uitgedijd dat de dieren blijvende schade hadden aangericht aan de baobabbomen in het park. Sommige van die bomen waren al zo oud, zegt Thomson, dat ze er waarschijnlijk ook al stonden in de tijd dat Toetanchamon over Egypte heerste. ‘Om met eigen ogen te zien hoe die bomen waren verwoest, dat vond ik echt hartverscheurend.’ Elle Hunt
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 37
Afrika_155.indd 37
19-02-19 14:37
horizon
essay
Het bevorderen van materiaalkennis kan de wereld beter maken. – Š Florian Klauer / Unsplash
pagina 38 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Hor_155.indd 38
19-02-19 12:27
horizon
materiĂŤle intelligentie
Aeon | Londen
We leven in een permanente staat meeste producten die we kopen, is de afkomst onbekend en misschien zelfs wel onbemind. Maar als niemand nog begrijpt wat er precies gebeurt, wie kunnen we er dan verantwoordelijk voor houden? Historicus en curator Glenn Adamson pleit voor meer materiĂŤle intelligentie.
Ken uw
van besturing op afstand. Van de
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 39
Hor_155.indd 39
19-02-19 12:27
horizon
in het kort
• Glenn Adamson is een schrijver en curator die zich bezighoudt met hedendaagse kunst, design en ambacht. • In dit artikel stelt hij dat we moeten ophouden alles in afzonderlijke hokjes te stoppen: industrie tegenover ambacht, kunst tegenover wetenschap, productie tegenover consumptie; dat verdoezelt volgens hem wat de hele mensheid verenigt. • Zijn meest recente boek, Fewer Better Things: The Hidden Wisdom of Objects, verscheen in 2018. Daarin vertelt hij onder andere over zijn grootvader uit Kansas, een raketwetenschapper die ook timmerman was. • Volgens Adamson creëert de afstand tussen makers en gebruikers barsten in de sociale samenhang.
essay
Z
it je lekker? Zo ja, wat weet je dan over de stoel waar je zitvlak op rust? Weet je waarvan hij is gemaakt en hoe de productie eraan toeging? Waar hij is gemaakt en door wie? En om nog wat dieper te gaan: hoe de in de stoel verwerkte materialen aan de planeet zijn onttrokken? De meeste mensen zullen moeite hebben die eenvoudige vragen te beantwoorden. Het voorwerp waaraan jij je lichaam toevertrouwt, is in veel opzichten een raadsel voor je. Je bent waarschijnlijk omringd door allerlei voorwerpen waar je praktisch niks van weet – inclusief het apparaat waarop je wellicht deze tekst leest. De meesten van ons weten heel weinig van onze directe fysieke omgeving. Dat ligt niet aan ons: eeuwen van voortschrijdende technologische verfijning en wereldhandel hebben ons op steeds grotere afstand geplaatst van de productie van voorwerpen, en zelfs van het besef van hoe ze worden gemaakt. Maar dat langzaam oprukkende gebrek aan kennis over onze materiële omgeving brengt wel een ernstig probleem met zich mee. Tot zo’n honderd jaar geleden wisten de meeste mensen nog heel veel over hun directe fysieke omgeving. Dat is gestaag minder geworden, nu goederen met steeds grotere snelheden over steeds grotere afstanden worden vervoerd. Productieprocessen zijn zo complex geworden dat ook de mensen die dingen maken voor hun beroep – de ingenieurs, fabrieksarbeiders en scheikundigen onder ons – steeds specialistischer worden. En verdieping van kennis betekent meestal ook vernauwing van de blik. Dat belemmert het zicht op de totale productieketen en de herkomst van alle materialen en onderdelen, gereedschap en verpakkingsmateriaal. In de hele keten is er niemand meer, van de mensen aan de lopende band tot aan de directeur, die het hele plaatje overziet. Dat is deels een probleem van schaal: hoe weidser de blik, hoe moeilijker om wat dichtbij is nog scherp in beeld te krijgen.
Algoritmen
We leven in feite in een permanente staat van besturing op afstand. Tal van alledaagse procedures zijn, zoals Carl Miller stelt in zijn boek The Death of the Gods (2018), overgenomen door algoritmen. Die algoritmen worden op hun beurt weer aangedreven door andere algoritmen, in een eindeloze keten van doorgeschakelde berekening. Die geautomatiseerde besluitvorming is uitermate efficiënt, maar draagt ook bij aan een verantwoordingscrisis. Als niemand nog begrijpt wat er precies gebeurt, wie kunnen we er dan verantwoordelijk voor houden? Dat gebrek aan transparantie veroorzaakt een hele reeks ethische dilemma’s, met name ons onvermogen om stappen
te ondernemen tegen de klimaatverandering – een onvermogen dat deels te wijten is aan onze psychologische afstand van de processen van grondstofwinning, productie en afvalverwerking. Om dezelfde reden voelen bedrijven zich nauwelijks verantwoordelijk voor werknemers die geoutsourcet zijn. Afstand en schaalvergroting leiden bij consumenten tot hetzelfde probleem: als je de mensen niet kent die de spullen in jouw leven maken (en je zelfs geen voorstelling kunt maken van het leven dat zij leiden), is het ook moeilijk om je solidair met hen te voelen. Die afstand tussen makers en gebruikers creëert barsten in de sociale samenhang, barsten waarin het onkruid van afkeer en wantrouwen welig tiert. Zoals ieder gereedschap is technologie van zichzelf niet kwaadaardig. Maar hoe meer we vertrouwen op technologie als bindende kracht in onze samenleving, hoe meer die samenleving lijkt te verbrokkelen. Wat kunnen we daaraan doen? Ik heb een bescheiden voorstel: laten we onze materiële intelligentie cultiveren. Laten we proberen ons weer te bekwamen in de finesses van onze fysieke omgeving, net zoals iedereen die de taal beheerst deze zin kan lezen en iedereen die goed is met cijfers een begroting kan opstellen. Als we dat houvast hervinden en weer oog en aandacht krijgen voor de voorwerpen die ons omringen, herwinnen we misschien een besef van onze plaats in de wereld en kunnen we meer verantwoordelijkheid nemen voor ons handelen.
Ambachtsman
Je hoeft zelf niet met je handen te werken om over materiële intelligentie te beschikken, maar het helpt wel. Kennis van één specifiek vak of ambacht kweekt vaak ook algemeen inzicht in andere vakken. En als je niet bijzonder handig bent (zoals ik), kun je altijd eens te rade gaan bij iemand die dat wel is. Een ambachtsman van nabij aan het werk zien, is een geweldige ervaring: je krijgt onmiddellijk waardering voor de intieme choreografie van concrete vaardigheden. Het wakkert ook je nieuwsgierigheid aan naar onze hele materiële omgeving: je gaat je ineens afvragen hoe potloden of pollepels eigenlijk worden gemaakt en door wie. Die gezonde interesse in onze stoffelijke omgeving kan vervolgens weer bewondering wekken voor het menselijk vernuft: dat in de simpelste gebruiksvoorwerpen nog zo veel knowhow verborgen zit. Materiële intelligentie heeft iets ongrijpbaars, mede doordat we van onze omgeving vervreemd zijn. Het is ook moeilijk te meten. Als mensen dat aspect van hun knowhow moeten omschrijven, valt vaak het woord ‘onbewuste kennis’, dat wat je niet in je hoofd maar ‘in de vingers’ hebt. Vakmanschap is nooit volledig in woorden te vatten. In dat opzicht verschilt het sterk van andere, meer erkende vormen van intelligentie. Wie ooit een IQ-test heeft gedaan, weet dat zo’n test vooral vragen met taalgerichte rekenopgaven bevat, zoals: ‘Marie is 16 jaar. Ze is vier keer zo oud als haar broer. Hoe oud is Marie als ze tweemaal zo oud is als haar broer?’ (Inderdaad: 24.) Met zijn bestseller Emotionele intelligentie gaf Daniel Goleman in 1995 grote bekendheid aan het gelijk-
pagina 40 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Hor_155.indd 40
19-02-19 12:27
horizon
materiële intelligentie
Gereedschap. We zijn omringd door allerlei voorwerpen waar we praktisch niks van weten. © Kristian Ryan Alimon / Unsplash Espressomachine, waar is die precies van gemaakt? © Kristian Ryan Alimon / Unsplash
namige begrip, ontleend aan het werk van de psychologen John Mayer en Peter Salovey. Emotionele intelligentie (EQ) werd de lieveling van de studies bedrijfskunde en sociologie, die methoden ontwikkelden om het te meten. Onderzoekers deden bemoedigende ontdekkingen. Bij het oplossen van een breed scala aan puzzels in teamverband bleek bijvoorbeeld dat het gemiddelde EQ van een team zijn succes beter voorspelde dan het gemiddelde team-IQ of de hoogste IQ-scores van afzonderlijke teamleden. Zulke experimenten leken aan te tonen dat we er allemaal baat bij hebben als we een beetje met elkaar kunnen opschieten.
Vervreemding
De maatschappelijke structuur weerspiegelt onze groeiende vervreemding van de materiële wereld ook. Beroepen die materiaalkennis vereisen – boer, automonteur, bouwvakker, kapper – hebben minder status dan beroepen in immateriële sectoren als recht, verzekeringen of financiën. Waarom? Niet alleen omdat de voor de eerste beroepen benodigde knowhow niet objectief te meten is: het is misschien moeilijk om die op papier te zetten of in cijfers te vangen, maar bewijs van materiële intelligentie is altijd duidelijk zichtbaar. Met de moeilijkheidsgraad van het werk heeft het ook niet te maken. Als een beurshandelaar en een kleermaker een dagje van
Beroepen die materiaalkennis vereisen hebben minder status baan zouden ruilen, zouden ze er allebei weinig van bakken; en waar de MBA-opleiding van de eerste doorgaans twee jaar duurt, moet de tweede traditioneel zeven jaar in de leer, voordat hij zich maatkleermaker mag noemen. Het hogere aanzien van kantoorwerk berust ook niet op een eerlijke berekening van het profijt voor de maatschappij. Als dat zo was, zouden veel topmensen van grote bedrijven geld uitdelen in plaats van binnenharken. Dat het leeuwendeel van de mensen die met hun handen werken onderaan staat op de maatschappelijke ladder van beroepen, vloeit simpelweg voort uit machtsverhoudingen. Het is de uitkomst van een dieper liggend historisch proces van klassenstrijd, waarin ook vooroordelen over geslacht en etnische afkomst een rol spelen. Om precies dezelfde reden genieten de
architectuur en de schilderkunst, historisch het domein van welgestelde blanke mannen, als ‘kunsten’ een veel hogere culturele status dan creatieve bezigheden die door praktisch iedereen werden beoefend, maar die als vormen van ‘kunstnijverheid’ veel lager op de ladder staan. Het meten van intelligentie maakt zelf deel uit van dat verhaal: de kwantitatieve en verondersteld objectieve meting van intelligentie was een idee-fixe van de eugenetica. De overwaardering van technische en taalkundige vaardigheden en de onderwaardering van handvaardigheid – het feit dat we het woord ‘slim’ sneller gebruiken voor telefoons en andere apparatuur dan voor onze medemens – is niet natuurlijk of fair. Het is een erfenis van oud onrecht. Om dit recht te zetten, moeten we niet alleen het belang van materiële intelligentie onderkennen, maar deze vorm van kennis ook als een groter geheel zien. Beroepen die fysieke vaardigheid vereisen, zijn vaak heel gespecialiseerd, en dat beneemt het zicht op hun onderlinge overeenkomsten. Zo wordt ambacht vaak tegenover industrie gezet. Tot op zekere hoogte is dat een zinnige tegenstelling. Ambachtelijke productie wordt vaak gezien als remedie voor de maatschappelijke malheur die opkwam met de eerste industriële revolutie: het slopende en afstompende werk in de Britse industriesteden kweekte nostalgie naar de dorpse werkplaats van weleer. Maar het is ook een misvatting om industrie
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 41
Hor_155.indd 41
19-02-19 12:28
horizon
essay
Het gedachte-experiment One and Three Chairs (1965) van de Amerikaanse kunstenaar Joseph Kosuth. Gewoon een stoel, geflankeerd door een foto van diezelfde stoel en aan de andere kant een woordenboekdefinitie van het woord stoel. Joseph Kosuth.– © Aeon (r) Oude ansicht van een stoelenmatter
en ambacht louter als tegenpolen te zien. Iedere vorm van productie vereist op enig moment kennis van materialen, werktuigen en processen, ongeacht de schaal waarop er wordt gewerkt. Massaproductie was de nekslag voor tal van traditionele ambachten, maar werd mogelijk gemaakt door machines die zelf ook weer ongemeen knappe staaltjes vakmanschap waren. Ook in de wetenschap speelt materiaalkennis een grote rol. Het is makkelijk genoeg om ambachtslui karikaturaal te kenschetsen als intuïtief en laboranten als analytisch. In werkelijkheid beschikken ambachtslui over enorm veel technische kennis en benadrukken experimentele onderzoekers vaak dat je ‘een goede hand’ moet hebben. Of neem geneeskunde. De zorg voor een mensenlichaam vereist meer dan kennis van anatomie en stofwisseling. Je moet het letterlijk in de vingers hebben. Even aan de patiënt voelen helpt artsen en verpleegkundigen om snel de juiste diagnose te stellen. En wat specialisten betreft, toon mij een chirurg zonder materiële intelligentie en ik zeg: nee dank je, ik laat me wel ergens anders opereren.
Alle lagen van de bevolking
Materiële intelligentie overstijgt ook de traditionele kloof tussen productie en consumptie. Makers en gebruikers kunnen allebei evenzeer genieten van de warmte en de nerf van hout, de koele hardheid van metaal of de plooibaarheid van rubber. Zoals een goed vakman zich in de wensen van de gebruiker verplaatst en op diens reacties anticipeert, kan een aandachtige gebruiker zich met enige fantasie ook een voorstelling maken van hoe iets is geproduceerd. Idealiter is het voorwerp een brug tussen deze verschillende perspectieven. Zo is materiële intelligentie dus iets van alle lagen van de bevolking, het is kennis in de diepte én in de breedte. Onze neiging om alles in afzonderlijke hokjes te stoppen – industrie tegenover ambacht, kunst tegenover wetenschap, productie tegenover consumptie – is een slechte en onnatuurlijke gewoonte die
Het is een geruststellende gedachte dat de eenvoudigste voorwerpen de opmars van technologie in ons leven weerstaan verdoezelt wat de hele mensheid verenigt. Even terug naar de stoel waarop je zit. Een uitstekend startpunt voor nadere verkenning van de materiële wereld. Hoe kun je meer over die stoel te weten komen? Dan denk je natuurlijk eerst aan internet: gewoon googelen. Je kunt allerhande info in een oogwenk op je scherm toveren (de verjaardagen van film- en popsterren, genuanceerde debatten over oude militaire campagnes, hele afleveringen van Scooby-Doo). Maar het blijkt nog een hele toer om zelfs maar de meest elementaire informatie over een willekeurig fysiek voorwerp op internet te vinden. Die leemte valt deels te verklaren uit de behoefte van fabrikanten om hun productieproces geheim te houden. Maar anders dan je geneigd bent te denken, heeft het ook te maken met de conceptuele diepgang van concrete voorwerpen. Het werk One and Three Chairs (1965) van de Amerikaanse kunstenaar Joseph Kosuth is een goed uitgangspunt om hier eens over na te denken. Het lijkt op het eerste gezicht heel simpel: gewoon een stoel, geflankeerd door een foto van diezelfde stoel en aan de andere kant een woordenboekdefinitie van het woord ‘stoel’. Kosuth verbeeldt daarmee de stelling die hij in zijn essay
Art After Philosophy (1969) uiteenzette, namelijk dat het talige denken zichzelf had uitgeput. Volgens Kosuth was beeldende kunst voortaan het beste medium voor theoretisch denken. Kunst oversteeg de taal en kon het ‘onzegbare’ overbrengen. De hele twintigste eeuw getuigde, zo schreef Kosuth, van een beweging naar ‘het einde van de filosofie en het begin van de kunst’.
Taal en veronderstelling
Filosofen waren het daar natuurlijk niet mee eens, maar toch is One and Three Chairs een zinvol gedachteexperiment. Ten eerste kan het, zoals de titel duidelijk maakt, zowel gaan om drie zienswijzen voor één ding als om drie totaal verschillende dingen die slechts met elkaar verbonden zijn door de complexe wisselwerking van taal en uitbeelding. Kosuths drie uitdrukkingen van ‘stoelheid’ corresponderen met een klassieke driedeling in de semiotiek: eerst heb je de referent (de stoel zelf ), dan een willekeurig teken (het woord ‘stoel’) en tot slot een iconisch teken (de foto, een mechanische reproductie van de stoel). Verder kan het gelijkmatig verdeelde drieluik natuurlijk ook worden opgesplitst in andere samenstellingen: twee platte dingen en één driedimensionaal voorwerp; twee specifieke zaken (die specifieke stoel en een foto ervan) en één categorische (een algemene definitie van stoelen). Je kunt ook speculeren over de latente culturele betekenis van de foto, die de kale, uitgestreken compositie heeft van een mugshot. En zelfs de woordenboekdefinitie heeft zo zijn subtiliteiten, met bijvoorbeeld de antropomorfe ‘poten’, ‘rug’ en ‘armen’ die een stoel heeft. En hoe veelomvattend is de definitie? Is een rotsblok een stoel zodra je erop zit? Zo niet, waarom niet? Wie stelt zo’n definitie eigenlijk op? Zijn het concrete gevallen die zich ophopen om uiteindelijk samen de betekenis van een woord te vormen, zoals arriverende gasten samen een feest vormen? Of gaat het concept aan de concrete gevallen vooraf, is het een voorschrift dat die gevallen betekenis geeft? One and Three Chairs is het bekendste werk van Kosuth, die een grote naam was in de conceptuele kunst. Het werk heeft dus veel discussie uitgelokt en dat was precies de bedoeling van de kunstenaar. Hij wilde
pagina 42 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Hor_155.indd 42
19-02-19 12:28
horizon
materiële intelligentie
ons aan het denken zetten over het verband tussen taal en voorstelling. Wel trekt de fysieke stoel in dit werk de meeste aandacht: die staat centraal op de voorgrond. Je zult jezelf er misschien zelfs op betrappen dat je de middelste stoel in gedachten ‘de echte’ noemt. Maar als je goed oplet, vraag je jezelf alleen maar af wat dat eigenlijk betekent. Ga maar na: welke van de drie stoelen van Kosuth zou de meeste geheugenruimte in beslag nemen op een computer? De stoel uit het woordenboek beslaat hooguit 1 kilobyte aan data. De foto met een hoge resolutie misschien 10 megabyte. Maar de stoel zelf is in zekere zin oneindig. Hoe moet je die in digitale data vangen? De meest minutieuze scan zal enkel de eigenschappen van het oppervlak in kaart brengen, en ook dat alleen met slechts een bepaalde graad van natuurgetrouwheid. En al zou je alle atomen van de stoel op een of andere wijze in data kunnen vertalen, heb je daarmee dan alles te pakken wat er echt toe doet? Hoe je lichaam zich nu voelt, terwijl je zit, bijvoorbeeld? De subtiele boodschap over stijl en identiteit die een stoel overbrengt aan de mensen die hem zien? De meest verfijnde methoden om de fysieke wereld in informatie te vertalen zijn niet opgewassen tegen dit ene, onopmerkelijke alledaagse voorwerp.
Ankerende kwaliteit
Het is een geruststellende gedachte dat de eenvoudigste voorwerpen de opmars van de technologie in ons leven weerstaan, als stenen in een snelstromende rivier. Die ankerende kwaliteit is ook wat materiële intelligentie zo bijzonder maakt. Zelfs een eenvoudige stoel kun je alleen door ondervinding werkelijk doorgronden. Met googelen alleen kom je er niet. Materiële intelligentie is niet alleen een kwestie van informatie verzamelen. Het kan bijvoorbeeld best verhelderend zijn om de hele productieketen van een voorwerp te ontrafelen, maar dat brengt je nog niet in contact met dat ding zelf. Stoffelijke voorwerpen vragen een esthetische respons, en ook een kinesthetische. Ik heb een lievelingsmok. Niks bijzonders, gewoon zo’n joekel zoals je die in elke hamburgertent in Amerika krijgt voorgezet, met de vorm van een kernreactor en een lekker stevig oor. Het is een model dat na de Tweede Wereldoorlog populair is geworden en werd gemaakt door Victor Company, in een fabriek in de staat New York waar voordien vooral keramische isolatoren voor telegraaf- en elektriciteitsdraden werden gemaakt. Ze gebruikten hetzelfde dikke aardewerk en dezelfde slibgiettechniek voor die mok, en een klassieker was geboren. Een leuk weetje, maar het zegt weinig over de reden waarom ik zo graag uit deze mok drink. Als ik ’s ochtends die beker aan mijn lippen zet, voel ik de warmte die in de klei is getrokken, de aangename gladheid van het glazuur, de glooiende ronding van de rand waarover de koffie mijn mond in rolt. De mok wekt associaties met ander aardewerk dat ik heb gekend en bewonderd, in musea en in mijn keukenkastje, soms gemaakt door vrienden, soms in fabrieken ver weg. Elke keer als ik de mok gebruik, weet ik mezelf weer deel van een breed web van menselijke verbanden.
Makers zouden kinderen een gezonde interesse in vakmanschap en ondernemingslust moeten bijbrengen Het genot dat de mok me schenkt, typeert een essentieel aspect van materiële intelligentie en de belofte die ervan uitgaat. Net als sommige andere onderwerpen – het weer, sport en eten bijvoorbeeld – is interesse in voorwerpen iets wat alle demografische scheidslijnen overstijgt. Voorwerpen kunnen zelfs buiten de taal om functioneren: ze behoeven geen vertaling. Daarom waren voorwerpen in het verleden ook vaak voorboden van culturele uitwisseling, zoals toen Europa in de zeventiende eeuw door Chinees porselein werd overspoeld. Porseleinen potten versierd met blauwe draken lokten toen allerlei reacties uit, van bewondering en nieuwsgierigheid tot afgunst – en de drang om die geïmporteerde goederen met eigen grondstoffen na te maken. Uiteindelijk werden overal ter wereld, van Turkije tot Nederland en Philadelphia, goedkope imitaties van blauw-wit Chinees porselein geproduceerd. Was die na-aperij een voorbeeld van economische concurrentiedrang en van flagrant exotisme? Natuurlijk. Maar in wezen was het ook een proces waarin culturen met elkaar in contact traden en dingen van elkaar leerden. Die mogelijkheid tot stimulering van wederzijds respect bestaat nog steeds. Stel je voor wat er zou gebeuren als we kinderen op de lagere school een basisvocabulaire van materialen bijbrachten, zodat ze daarvan de eigenschappen en gebruiksmogelijkheden zouden kennen. En als een beroepsopleiding evenveel status zou krijgen als een universitaire. Dan zouden we
Aeon Verenigd Koninkrijk | website | aeon.co/magazine
Deze site, met als motto ‘lees dieper’, werd opgericht in september 2012 en publiceert dagelijks een essay, waarbij de relativering van het snelle dagelijks leven vooropstaat.
misschien allemaal meer oog krijgen voor onze materiële omgeving. Het bevorderen van materiaalkennis kan de wereld beter maken. Niet door het stimuleren van de productie van luxegoederen. ‘Beter’ slaat hier niet op marktwaarde. Het slaat niet op zeldzame materialen of exorbitant duur ambachtswerk. Het slaat gewoon op een voorwerp waarmee je innig tevreden bent, zoals ik met mijn alledaagse mok van 7 dollar. Toen ik die eenmaal had gevonden, hoefde ik geen koffiekopjes meer te kopen. Ik was voldaan.
Connaisseur
Diezelfde voldoening, dat bevredigende gevoel, is iets wat ik bij al mijn aankopen nastreef: de gordijnen in mijn huis, de leren tas waarin ik mijn laptop vervoer, de spijkerbroek die ik draag terwijl ik dit intik, en ja, de bureaustoel waarop ik nu zit. Geen van die dingen had ik zelf kunnen maken. Maar van al die dingen heb ik toevallig wel de makers ontmoet. De gordijnstof is van een wever in Brooklyn, Scott Bodenner, de tas is van Ian Stevens, een leerbewerker in het Engelse Cambridge, de spijkerbroek is van Raleigh Denim in North Carolina en de stoel van wijlen Art Carpenter (zo heette hij echt). Stuk voor stuk mensen die ik wel een lagereschoolklas zou toevertrouwen om over hun vak te vertellen. Ze zouden de kinderen een gezonde interesse in vakmanschap en ondernemingslust bijbrengen, en ook nog wat nuttige normen en waarden zoals het belang van creativiteit, zorgvuldigheid en toewijding. Geen van bovenstaande voorwerpen was bijzonder duur, maar ik heb wel het gevoel dat ik er als een ‘connaisseur’ over kan praten (dus als iemand met kennis van zaken, zoals het Franse woord van oorsprong betekent). Als museumconservator heb ik werk dat me met vaklui in contact brengt en me zo aan de schoonheid en vitaliteit van voorwerpen herinnert. Maar het gevoel dat ik probeer te beschrijven, ligt binnen ieders bereik. En het is iets instinctiefs – al staan we tegenwoordig niet meer zo in contact met onze instincten. Het hoeft niet moeilijk zijn om dat contact te hervatten. Het hoeft niet méér te behelzen dan tijdens een strandwandeling, in solitaire rust of in het gezelschap van dierbaren een mooie kiezelsteen oprapen en meenemen als aandenken aan een mooie dag. Ieder steentje volstaat. Het vereist alleen jouw aandacht om dat steentje voor jou bijzonder te maken. Het klinkt misschien utopisch, maar als alle mensen de voorwerpen in hun leven zo konden benaderen, zou het positieve gevolg onmetelijk zijn. Het slechte nieuws is dat de atomisering van onze maatschappij steeds verder voortschrijdt. Het goede nieuws is dat we, al lijkt het misschien niet zo, toch allemaal in hetzelfde schuitje zitten, samen met elkaar, en met voorwerpen die houvast kunnen bieden in een wereld die ons steeds meer in verwarring brengt. Dag in, dag uit zien we een stroom van negativiteit langskomen. Een stroom die vaak niet te overbruggen lijkt. Maar voorwerpen kunnen onze stapstenen zijn. Zie ze voor wat ze zijn, en misschien komen we zo aan de overkant. Glenn Adamson
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 43
Hor_155.indd 43
19-02-19 12:28
horizon
reportage
Moordenaar wordt advocaat The New York Times | New York
Eerst zat hij in de cel voor moord, toen studeerde hij af aan een prestigieuze rechtenfaculteit. Nu probeert Bruce Reilly aan de bak te komen als advocaat. Maar zeg eens eerlijk, zou u hem inhuren?
S
eptember vorig jaar zat een groep academici en activisten bij elkaar op de Princeton-universiteit, om te praten over de grenzen van kunstmatige intelligentie in overheidsbeleid. Een groot deel van de discussie gaat over enkele van de gevoeligste kwesties in het rechtssysteem, zoals de vraag of iemand op borgtocht of met een proeftijd moet worden vrijgelaten. Veel aanwezigen zijn huiverig voor het gebruik van algoritmen om een verblijf in de gevangenis te bepalen – niet in het minst omdat misdaaddata nogal eens een vertekening vertonen op raciaal vlak. Vooral één conferentiedeelnemer is hier sceptisch over. Zijn naam: Bruce Reilly. Als adjunct-directeur van VOTE, een in New Orleans gevestigde organisatie die opkomt voor voormalige gevangenen, is Reilly een beroemdheid op zijn terrein. Hij fungeerde als klankbord voor de leiding van de onlangs in Florida gevoerde campagne om 1,4 miljoen voormalige gevangenen hun kiesrecht terug te geven en heeft zijn diensten verleend bij vergelijkbare initiatieven in Rhode Island en Louisiana. Reilly (45) heeft een guitige blik, een verweerde huid en een jongensachtige stem, en tijdens die bijeenkomst op Princeton draagt hij een donkere blazer – duidelijk niet zijn gebruikelijke uniform. Het is pas halverwege de ochtend, maar zijn overhemd dreigt al boven zijn broekband uit te komen, als hij zich omdraait om iets tegen de Princeton-wetenschapper naast hem te zeggen. ‘Statistisch gezien,’ zegt Reilly tegen haar, ‘is het het veiligst om een moordenaar uit de gevangenis vrij te laten.’ De academicus, Madelyn Sanfilippo, trekt een ongelovig gezicht. ‘Jij lijkt me iemand die statistieken belangrijk vindt,’ gaat Reilly verder, en hij zet uiteen dat mensen die voor minder ernstige misdaden zijn veroordeeld, vaak de gevangenis in- en uitgaan, terwijl iemand die een lange veroordeling uitzit voor moord, het criminele pad meestal achter zich heeft gelaten wanneer hij wordt vrijgelaten. ‘Dat klinkt logisch,’ zegt Sanfilippo, die nu duidelijk meer voor zijn bewering begint te voelen. Ze zitten nog een paar minuten geanimeerd te praten. Als ze uitgepraat zijn, draait Reilly zich om en fluistert in mijn oor: ‘Ze moest eens weten.’
Zonder voorbedachten rade
In september 1992 pikt Charles Russell, leraar aan een middelbare school in Rhode Island, langs de snelweg een negentienjarige lifter op. De twee belanden bij Russell
Bruce Reilly. – © William Widmer / The New York Times in het kort
• Bruce Reilly pleegde als 19-jarige een moord en werd veroordeeld tot 20 jaar cel, gevolgd door een proeftijd van 25 jaar. • In 2005 kwam hij voorwaardelijk vrij. Hij doorliep Rhode Island College en studeerde rechten aan de Tulane-universiteit. • Als jurist maakt hij zich nu hard voor hervorming van het strafrecht. Als activist trekt hij volle zalen, maar echt erkenning krijgen van de elite, met bijbehorende positie in de samenleving, blijft lastig.
thuis, waar ze urenlang marihuana roken en over boeken praten. Ongeveer een week later komt de lifter nog eens langs. Weer zitten de twee mannen te praten en te roken. Maar wanneer Russell hem oraal begint te bevredigen, slaan bij de jongeman de stoppen door. Hij pakt een mes en steekt Russell in zijn nek. Russell probeert zich te verdedigen met een pook, maar de jongen wringt die uit zijn hand en slaat hem ermee tot hij niet meer beweegt. Terwijl de jongeman zich aankleedt, komt Russell alsnog overeind, grijpt een beeldje en haalt uit. De jongen pakt hem het beeldje af en geeft hem nog een aantal klappen, zo hard dat Russells schedel breekt en hij sterft. Een jaar later arresteert de politie Bruce Reilly na een tip. Hij bekent dat hij die avond op tilt is geslagen tijdens de seksuele ontmoeting en dat het gevecht uit de hand liep toen Russell ging terugvechten. ‘Ik reageerde, ik had allerlei dingen in me opgekropt,’ zegt Reilly nu. Om aan een levenslange gevangenisstraf te ontkomen, bekent hij schuld aan moord zonder voorbedachten rade. Een rechter veroordeelt hem tot 20 jaar cel, gevolgd door een proeftijd van 25 jaar. Veel schoolvrienden van Reilly waren geschokt toen ze dit hoorden, al waren ze ook weer niet echt verbaasd. Hij was altijd vroegrijp geweest en zijn gezinssituatie was een puinhoop: zijn moeder ging psychiatrische instelling in, psychiatrische instelling uit en hij had als jong kind jarenlang in pleeggezinnen gewoond. Als tiener had hij in drugs gehandeld en kentekenplaten gestolen. Hij werd toegelaten tot de universiteit, maar was te laat met het invullen van de benodigde papieren om in aanmerking te komen voor een studiebeurs. Hij viel voortdurend van het ene uitzichtloze baantje en miserabele appartementje in het andere, tot hij op een avond terechtkwam in het huis van de man die hij zou vermoorden. In de gevangenis werd Reilly een soort asceet. Hij zat elke dag urenlang te lezen of te schrijven en keek zo weinig mogelijk televisie. Hij bouwde een kleine kring op van vrienden die hem zagen als iemand met een speciaal inzicht in het overleven van gevangenschap. Zij ontwikkelden de gewoonte om essays over een bepaald onderwerp te schrijven, bijvoorbeeld over de vraag of democratie de beste regeringsvorm is, en die vervolgens aan elkaar voor te leggen. Als ze over hervormingen in het gevangenissysteem discussieerden, waren hun ideeën een mengeling van oudtestamentisch en modern recht. Ze raakten ervan overtuigd dat hun zware straf de kern van hun rehabilitatie was. ‘Je moet kapot zijn,’ zegt Greg Tovmasian, een lid van deze groep. ‘Je moet volkomen eerlijk tegenover jezelf zijn over de reden waarom je daar zit. Als je voortdurend aan de telefoon zit, met mensen buiten praat, is je hoofd nog steeds in de maatschappij.’ Op die manier zou er, zo geloofden zij, voor iemand die zijn straf had uitgediend en erdoorheen was gekomen, niet langer reden zijn om hem opgesloten te houden. Vaak was Reilly de nuttigste juridisch adviseur die zijn medegevangenen ooit hadden geraadpleegd. Hij zat honderden uren in de gevangenisbibliotheek jurisprudentie te bestuderen en schreef duizenden verzoekschriften en pleitnota’s. Dankzij zijn hulp wisten minstens twee medegevangenen hun veroordeling met een aantal jaren verkort te krijgen. ‘Het was voor mensen net
pagina 44 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Hor_155.indd 44
19-02-19 12:28
horizon
re-integratie ex-gedetineerden
een soort tovenarij,’ zegt zijn vriend Steven Parkhurst, die nog steeds in de gevangenis zit. In 2005 kwam Reilly voorwaardelijk vrij. Hij schreef zich in bij Rhode Island College, nam een paar slechtbetaalde baantjes aan en werd actief in een plaatselijke burgerrechtengroep, die nu bekendstaat als OpenDoors. De organisatie voerde campagne voor een volksraadpleging over de vraag of veroordeelden na hun vrijlating hun kiesrecht terug moesten krijgen. Reilly werkte uiteindelijk als strateeg en vrijwillig coördinator voor deze succesvolle campagne. Om zijn werk voor de voormalige gevangenen te kunnen voortzetten, probeerde Reilly zich bij zo’n twintig rechtenfaculteiten aan te melden. Bij de standaardtoelatingstest hoorde hij qua score bij de beste 7 procent, maar hij had geen bachelordiploma en er was uiteindelijk maar één universiteit die hem wilde toelaten. In het najaar van 2011 arriveerde Reilly op de campus van de Tulane-universiteit en hij stortte zich vrijwel meteen op de kwestie die hem nog steeds bezighoudt.
Manipulatief ‘roofdier’
De politieke houding tegenover de vraag of voormalig veroordeelden terug moeten keren in de gewone maatschappij, is de afgelopen tien jaar sneller veranderd dan ooit in de moderne geschiedenis. Eind vorig jaar tekende president Trump een belangrijke wet om de gevangenisstraffen voor een aantal misdaden te verlagen, met steun van een brede coalitie, uiteenlopend van de American Civil Liberties Union tot de gebroeders Koch. Veel steden en staten hebben ‘Ban the Box’-wetten ingevoerd, die werkgevers verbieden op een sollicitatieformulier naar iemands criminele verleden te vragen. In Florida, waar Reilly adviseur van de campagne was, werd het wetsvoorstel met een tweederdemeerderheid aangenomen. Meestal ging het bij deze recente successen echter over veroordeelden die geen geweld hadden gebruikt. Maar hoe staat het met de rehabilitatie van mensen die een gewelddaad hebben gepleegd? ‘Als cultuur moeten wij nog leren omgaan met de kwestie van vergeving voor iemand die een misdaad heeft begaan die we allemaal afschuwelijk vinden,’ zegt Reilly. ‘Die drugsgebruiker, tja, die hoort niet eens in de gevangenis thuis. De moeilijke vragen gaan over re-integratie van de mensen voor wie het strafrechtsysteem oorspronkelijk was bedoeld.’ Mensen zoals hij. Ik volg zijn carrière nu sinds 2013 en in die tijd ben ik Reilly, die door justitie ooit een manipulatief ‘roofdier’ is genoemd, gaan zien als de grootste test voor de bereidwilligheid van Amerika om ex-gedetineerden te laten re-integreren. Reilly maakt de strijd voor dat doel tot zijn levenswerk, maar is zelf het levende bewijs van de beperkingen daarvan. Dat komt enerzijds doordat zijn misdaad zo zwaar was en anderzijds doordat hij het niet genoeg vindt om alleen huisvesting en een baan te krijgen. Hij verlangt naar vertrouwen en erkenning bij de elite, in de vorm van diploma’s en functies in de universitaire wereld, en hij wil werken aan belangrijke juridische vraagstukken. Afgelopen zomer was ik met Reilly op een conferentie voor rechtswetenschappers in New Orleans. Hij was uitgenodigd om zitting te nemen in een panel
Bruce Reilly met een collega in zijn kantoor in New Orleans. © William Widmer / The New York Times
Reilly is dé test voor de bereidwilligheid van de VS om ex-gedetineerden te laten re-integreren over eenzame opsluiting. De organisatie achter deze conferentie wordt gefinancierd door miljardair George Soros en is een van de grootste financiële steunpilaren van de hervorming van het strafrecht. Terwijl hij zijn naamplaatje van een tafel oppakte, wierp Reilly een blik op de andere namen en hij begon op te noemen wie daarvan verschillende fellowships, beurzen en prijzen hadden ontvangen. ‘Ik heb daar ook allemaal naar meegedongen, en er niet een gekregen,’ zei hij. En vervolgens verwees hij met enige trots naar zijn werk in Louisiana en Rhode Island: ‘Maar kennelijk heb je geen fellowship nodig om kiesrecht voor elkaar te krijgen.’
Niet in onze achtertuin
Toen Reilly in 2011 aan de rechtenfaculteit van Tulane begon, trok hij aanvankelijk op met studenten die geïnteresseerd waren in burgerrechten en zich niet druk maakten om zijn verleden. ‘Hij vertelde me meteen dat hij veroordeeld was geweest voor moord,’ vertelt klasgenoot Allyson Page. ‘Ik dacht: oké. Het was niet iets wat je verwachtte, maar het maakte me niet zoveel uit.’ Binnen een paar weken begon een andere student het verhaal van Reilly’s veroordeling op de campus rond te bazuinen. Sommige klasgenoten klaagden dat zijn aanwezigheid hun veiligheid in het geding zou brengen en het voor hen moeilijker zou maken om later een baan te vinden. Het verhaal – ex-moordenaar op exclusieve rechtenfaculteit! – werd opgepikt door de populaire juridische blog Above the Law. Een anonieme student vroeg zich af of Reilly, ‘wanneer hij in een van de stressvolste omgevingen
van de Verenigde Staten wordt geplaatst, opnieuw zijn kantelpunt bereikt en zijn gewelddadige verleden weer bovenkomt’. Een ander kwam met een soort NIMBY-isme [acroniem van Not In My Back Yard]: ‘Ik vind ook dat ex-gedetineerden een tweede kans moeten krijgen. Maar waarom op Tulane? Zijn wij soms de universiteit voor moordenaars?’ Tv-ploegen verschenen in de buurt van Reilly’s huis. Een redacteur van Dr. Phil belde Reilly op zijn mobiele telefoon; een verslaggever van Inside Edition ging posten voor zijn appartement. In het openbaar reageerde rector David Meyer principieel; het toelatingsbeleid van Tulane ‘biedt de mogelijkheid tot vergeving, zelfs in uitzonderlijk tragische en problematische omstandigheden’, zei hij tegen Above the Law. Maar privé bleek Meyer even panisch als vele anderen. Susan Krinsky, het toenmalige hoofd van het toelatingsbureau, vertelde in een interview dat Meyer tegen haar had gezegd: ‘Je hebt deze hele gemeenschap in gevaar gebracht.’ (Krinsky vertrok ongeveer een jaar later bij Tulane en Meyer weigert commentaar te geven.) Reilly was bang dat Tulane zijn toelating zou terugdraaien en hield zich aanvankelijk gedeisd. Maar al snel begreep hij dat hij moest zorgen dat zijn studiegenoten hun informatie niet langer uit de tweede hand kregen, van internet. En hij ging zijn best doen om zijn medestudenten er stuk voor stuk van te overtuigen dat hij erbij hoorde. ‘Bruce ging met iedereen om, hij was bevriend met mensen die conservatief waren, met mensen die liberaal waren,’ vertelt Tony Viviani, een goede vriend van hem uit die tijd. ‘Een van de meest uitgesproken conservatieve types was een student uit Alabama. Met hem praatte hij over football.’ Toen ik twee jaar later in New Orleans moest zijn om een lezing te houden, maakte ik een afspraak met Reilly om samen een kop koffie te gaan drinken. Ik was gefascineerd door de vraag hoe iemand in twee totaal verschillende werelden kon leven, één wereld die ik kende en een die ik me niet kon voorstellen. Maar naarmate de afspraak dichterbij kwam,
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 45
Hor_155.indd 45
19-02-19 12:29
horizon
begon ik ertegen op te zien. Ik had een dochter, een vrouw. Was het wel zo’n goed idee om met een moordenaar te gaan praten? Toen we elkaar dan toch ontmoetten, zaten we bijna een uur te praten over schrijven en het vaderschap. (Reilly heeft een dochter in Rhode Island.) Hij bleek bescheiden en bedachtzaam, en ik schaamde me voor de vage scenario’s die ik in mijn hoofd had gevormd. Toch vind ik het soms nog steeds lastig om het beeld van zijn misdaad uit mijn hoofd te zetten. En ik blijf me afvragen: stel dat Reilly bij een topadvocatenkantoor zou werken, hoeveel partners zouden dan het kantoortje naast het zijne willen hebben? Met hem op een kamer willen slapen tijdens een bedrijfsuitje? Hem voorstellen aan hun vrouw en kinderen? Reilly heeft in 1996, op de dag dat zijn vonnis werd uitgesproken, weliswaar zijn excuses aangeboden aan de familie Russell, maar je hoeft niet veel moeite te doen om erachter te komen hoe rauw de wond van zijn misdaad nog is. De schoonzus van zijn slachtoffer, Marilyn Rodriguez, vertelt dat zij en haar twee kinderen een speciale band met Russell hadden en dat diens dood ‘onze hele familie overhoop heeft gegooid’. ‘De pijn is er nog steeds. Die kan niet ongedaan gemaakt worden.’
Strafblad
Reilly is in 2014 afgestudeerd aan Tulane en wil graag als advocaat werken, maar de kans is zeer klein dat hij kan voldoen aan de eis van ‘onbesproken gedrag’ die voor de advocatuur geldt. Hij heeft belangstelling voor vraagstukken rond data- en internetprivacy, maar het is zeer de vraag of hij op die terreinen voet aan de grond zal krijgen. De afgelopen jaren heeft hij tevergeefs gesolliciteerd op banen die bij zijn kwalificaties pasten: beleidsfuncties in Washington, juridische projecten in de wereld van entertainment in Los Angeles, een baan bij het Tribeca Film Institute in New York. Hij is maar twee keer voor een gesprek uitgenodigd en merkte daar dat het lastig is om met een potentiële werkgever over zijn strafblad te praten: ‘Laat je het gesprek eenmaal die kant op gaan, dan zien ze meteen voor zich hoe jij iemand vermoordt.’ Eindelijk, na bijna een halfjaar waarin hij creditcardschulden op zijn studieschuld stapelde, bemachtigde hij in New Orleans een baan als juridisch medewerker bij het Capital Appeals Project, een organisatie ter ondersteuning van mensen in de dodencel, die geen geld hebben voor bijstand. Vervolgens stapte hij over naar een andere organisatie voor de hervorming van het strafrecht, en uiteindelijk naar VOTE. Afgelopen zomer maakte Reilly deel uit van een klein team activisten dat een ontmoeting had met Roger Goodell, voorzitter van de National Football League, en topmensen van de New Orleans Saints. Hij vertelde in het kort zijn eigen verhaal en legde uit hoe hij als impulsieve tiener zijn misdaad had begaan maar als volwassene de gevangenis uit was gekomen. Hij pleitte ervoor dat de Saints en de footballbond hun steun zouden geven aan initiatieven die re-integratie zouden vergemakkelijken. De topmensen knikten instemmend.
reportage
Reilly maakt snel indruk met zijn intellect. Zo had hij als rechtenstudent al na een paar uur onderzoek door dat het verbod op kiesrecht voor veroordeelden die voorwaardelijk vrij zijn in Louisiana, een schending was van de grondwet van die staat, en een bredere groep wetenschappers was dat met hem eens. Maar het feit dat Reilly zijn professionele leven heeft gewijd aan de rechten van voormalige gevangenen – en niet aan een minder persoonlijk onderwerp zoals genetisch gemodificeerde voedingsmiddelen – bewijst tegelijkertijd hoe zijn verleden hem beperkt. In sommige opzichten beperkt hij ook zichzelf. Reilly heeft de neiging aan te schuren tegen het stereotype van een misdadigers, bijna als politiek protest, en ik vraag me soms af of hij zichzelf daarmee niet in de wielen rijdt. De T-shirts die hij graag draagt, doen weinig om zijn tatoeages te verhullen en als hij praat, doorspekt hij zijn betoog met gevangenistaal. Hij heeft het geregeld over ‘bids’ (aantal keren in de gevangenis), ‘guys in the yard’ (medegevangenen) en ‘shankings’ (steekpartijen met een zelfgemaakt wapen). Ook het feit dat hij een witte man is, maakt zijn weg omhoog extra ingewikkeld, op een ongemakkelijke manier. Reilly is de eerste om toe te geven dat hij bepaalde voordelen geniet ten opzichte van voormalige gevangenen die zwart of latino zijn. ‘Ik kan, als witte man, incognito optreden,’ zegt hij. Dan is er de voortdurende bedreiging van zijn vrijheid, waarbij zelfs een op het oog onbeduidende politieke onenigheid rampzalig kan eindigen. In december oordeelde een juridische toezichthoudende commissie in New Orleans dat een kandidaat voor een plaatselijke rechtersfunctie valse verklaringen had afgelegd over Reilly’s werkgever VOTE. Op de dag dat dit besluit viel, diende deze kandidate, Marie Williams, een verzoek in voor een tijdelijk contactverbod tegen Reilly, omdat die haar zou hebben lastiggevallen via sociale media, ongegronde klachten tegen haar had ingediend en haar tegenstander had gesteund. Het tijdelijke contactverbod werd toegewezen – in Louisiana is de drempel voor dat soort maatregelen laag – en een rechter oordeelde dat er reden was om aan te nemen dat Reilly dat verbod had overtreden, toen zijn advocaat contact opnam met mevrouw Williams, om haar te vragen of ze het wilde intrekken. Nu hangt hem een arrestatiebevel boven het hoofd dat hem weer in de gevangenis kan doen belanden. Reilly’s advocaat hoopt dat hij de kwestie deze maand kan oplossen, wanneer een rechtbank zich over de zaak buigt.
publiceerde terwijl ze een straf van meer dan twintig jaar uitzat voor de moord op haar jonge zoon, had bijna een promotieplek gekregen aan Harvard, toen de universiteit een beslissing van de eigen geschiedenisfaculteit terugtrok. (Ze is wel toegelaten tot de New York-universiteit.) Reilly’s vriend uit de gevangenis, Greg Tovmasian, die is veroordeeld voor doodslag, trok zijn inschrijving voor de Universiteit van Rhode Island in, toen hij hoorde dat hij eerst een gesprek met een functionaris van de universiteit moest hebben om beoordeeld te worden. ‘Ik was er emotioneel gewoon nog niet aan toe om weer voor een beoordelingscommissie te staan,’ zegt hij. Inmiddels heeft hij wel een economiestudie afgerond aan het kleinere Rhode Island College. Reilly gelooft dat hij, door zijn verhaal te vertellen, kan helpen de onberedeneerde angst die een veroordeling voor moord kan wekken, te verminderen. Maar terwijl hij meer toehoorders à la Princeton en de New Orleans Saints heeft gekregen, staan organisaties buiten het terrein van het strafrecht duidelijk niet te trappelen om voor langere perioden nauw met hem samen te werken. Ze zien hem als bron van informatie of als iemand met een nuttige visie, maar zelden als mogelijke collega of vriend. Op de Princeton-conferentie over kunstmatige intelligentie heeft Reilly een lang en zo te zien goed gesprek over het leven na de gevangenis met Chuck Howell, een man met een imposante functie bij een overkoepelende organisatie van federale onderzoeksen ontwikkelingscentra. Maar als de beide mannen later nog doorpraten over politiebureaus en de kwestie van het straffen van corrupte agenten, komt Reilly op de proppen met een uitgebreide gevangenismetafoor. Als een bendelid in de gevangens een lid van een andere bende iets heeft misdaan, zegt hij, zullen de bendeleiders van de schuldige meestal besluiten hem zelf te straffen. Howell, die aan het begin van hun gesprek nog een betrokken en open indruk maakte, begint nu ongemakkelijk te ogen. ‘Het probleem met de politie is dat ze dat daar niet doen,’ gaat Reilly verder, om aan te geven dat politiediensten foute agenten niet terugfluiten. ‘Als je een echte bende was, zou je die kerel afmaken. Ik zeg niet: maak hem af, maar doe er iets aan.’ Howell valt stil. Het gesprek wordt nooit meer wat het geweest is. Noam Scheiber
Een echte bende
Reilly voelt zich gesterkt door het groeiende aantal voormalige gevangenen dat toegang weet te krijgen tot eliteberoepen en hoge sociale kringen. Trots noemt hij zijn vriend Andres Idarraga, die in de gevangenis heeft gezeten wegens drugshandel, later als jurist afstudeerde aan Yale en nu voor de gerenommeerde advocatenfirma Boies Schiller Flexner werkt. En Reginald Dwayne Betts, die een bekend dichter is geworden, met een diploma van Yale, nadat hij had gezeten wegens autodiefstal. Maar deze twee waren niet veroordeeld voor moord. Zelfs een enkeling uit die groep begint zich na de gevangenis een weg te banen naar de gewone wereld. Michelle Jones, die historisch onderzoek
The New York Times VS | dagblad | oplage 1.120.402
De krant der kranten. Won meer journalistieke prijzen dan enig ander medium. Het motto ‘All the news that’s fit to print’ wordt sinds 1896 bewaakt door de familie Ochs Sulzberger en gekielhaald door de Britse filosoof Alain de Botton, die de correctie: ‘Some news that’s fit to print’ voorstelt.
pagina 46 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Hor_155.indd 46
19-02-19 12:29
cultuur & wetenschap
Veni, vidi, Vinci Leonardo da Vinci blijft fascineren p. 48
Geen muren, maar vloeiende ruimtes p. 50
Š Hollandse Hoogte
Agenda p. 54
CutWeten_155.indd 47
19-02-19 16:22
cultuur & wetenschap
Leonardo da Vinci
Kijk en verwonder u Leonardo da Vinci, kunstenaar, ingenieur en filosoof, heeft de manier waarop de mens naar zichzelf kijkt veranderd. Vijfhonderd jaar na zijn dood vinden we hem nog steeds fascinerend. Hoe komt dat?
Die Zeit | Hamburg
W
at hij niet allemaal zou hebben uitgevonden: de ijskast, de wc-bril, het vliegtuig, zelfs de computer en daarmee eigenlijk ons, de moderne mens. Is dat de reden waarom we hem aanbidden, toejuichen en de loftrompet over hem steken? Geen kunstenaar is zo geliefd als hij. Leonardo da Vinci, de vrijdenker met de wapperende lokken, die al schilderend brak met alle regels, die niemands knecht was, en die eeuwenlang werd en nog altijd wordt geadoreerd. Leonardo, onze heilige! Giorgio Vasari, zijn eerste biograaf, noemde hem al de ‘allergoddelijkste kunstenaar’ en ook nu, vijf eeuwen na zijn dood, wordt hij bewonderd alsof hij de verlosser is. Ontelbaar veel nieuwe boeken, speciale tentoonstellingen, de nieuwsgierigheid van kenners en van het grote publiek kent geen grenzen. Deze kunstenaar is high en low tegelijk, hij staat op koffiekopjes en in koffietafelboeken. Leonardo DiCaprio is van plan een film over de wonderschilder te maken, met in de hoofdrol: Leonardo als Leonardo. Maar behalve DiCaprio en popmusici als Beyoncé en Jay-Z – die onlangs voor de Mona Lisa poseerden alsof ze de supermoeder zelf zijn – komen jaarlijks miljoenen bezoekers naar zijn werk kijken. Leonardo straalt, en iedereen wil in dat licht staan. Waar komt dat enorme verlangen vandaan? Wat is Leonardo’s geheim?
Geen succesnummer
Om daar maar meteen mee te beginnen: het is niet het verhaal van een zondagskind. Leonardo was geen succesnummer en niet de superkunstenaar die veel mensen in hem willen zien. Niet zelden sloeg de twijfel toe en vroeg hij zich af of hij, het zogenaamde genie, wel echt iets tot stand kon brengen. Leonardo had altijd de meest wilde plannen, maar haast niets daarvan werd werkelijkheid. Jarenlang droomde hij
ervan te vliegen, hij tekende honderden modellen en schreef er lange toelichtingen bij, maar afgezien van een paar sprongetjes moest hij met beide benen op de grond blijven. Hij ontwierp futuristische steden, enorme tempels en villa’s, waarvan geen enkele ooit werd gebouwd. Hij bedacht een reusachtige brug over de Bosporus bij Istanboel, zonder dat het ergens toe leidde. Ook de spin- en boormachines, de meeste van zijn wonderwapens, vestingen en oorlogsrobots, die hij tot in de kleinste details op papier zette, zouden nooit gerealiseerd worden. Slechts een dozijn schilderijen van zijn hand is bewaard gebleven, en zelfs daarvan zijn er een paar niet afgemaakt. Andere stukken vielen uiteen zodra hij ermee klaar was, Het Laatste Avondmaal in Milaan bijvoorbeeld, dat al spoedig veranderde in een ‘wirwar van vlekken’, zoals tijdgenoten klaagden, omdat de experimentele gronderingslaag van pek en hars verbrokkelde. Merkwaardigerwijs leken al die mislukkingen Leonardo nauwelijks te deren. Als hij door twijfel werd gekweld, ging hij gauw verder met iets anders, werd hij altijd weer aangetrokken door het volgende grote idee. Hij was een geniale mislukkeling. Sommige mensen zeggen dat Leonardo zijn tijd hopeloos heeft verdaan. Maar voor hem was het een levenshouding: zich nergens en op niemand vastleggen. In Florence en Milaan stond hij hoog in aanzien als zanger die zichzelf op de lier, een snaarinstrument, kon begeleiden. Ook had hij naam gemaakt als sneldichter en allround entertainer. Tegenwoordig zou hij een gevierd festivaldirecteur zijn, toentertijd ensceneerde hij grote optochten en denderende
nachten in het theater, met vliegende mensen, kunststerren en magische monsters. Leonardo organiseerde spektakelstukken, hij was een grootmeester van de zinsbegoocheling, en de daarvoor benodigde toneeltechniek vond hij uiteraard zelf uit. Hij hield van illusies, en van de koele berekening daarachter. Hij koesterde zijn eigenaardigheden, viel op door zijn voorliefde voor roze mantels en rode leren laarzen en zijn voorkeur voor mannen. Leonardo at geen vlees en hield de kerk verre van zich, waardoor veel van zijn tijdgenoten hem een vreemde snoeshaan vonden. Tegelijk was híj allesbehalve een kluizenaar. Hij had juist plezier in andermans eigenaardigheden, kon een innemend en gezellig man zijn, die alleen al daarom nauw contact zocht met de geleerden van zijn tijd omdat zij meer wisten dan hij, en dat mocht absoluut niet zo blijven. Ook leidde hij een grote werkplaats waar hij zijn collega’s voorzag van ideeën voor schilderijen, wat hem veel geld opleverde. Leonardo hechtte er veel waarde aan dat veel van zijn kennis niet alleen uit boeken kwam. Hij zag zichzelf als een discepolo della sperientia, een leerling van de ervaring.
Hemelbestormer
De renaissance was hét tijdperk voor zulke ervaringen. Europa stelde zich open: voor de verten waarachter onbekende continenten opdoken. Voor de geschiedenis, om van de Ouden te leren hoe je een rijk, cultureel leven kunt leiden. Bij deze expeditie naar het onbekende kon men onconventionele denkers goed gebruiken. Mensen als Leonardo, die niets liever deden dan met hun experimenten naar nieuwe waarheden zoeken. Als een verbaasd kind stelde hij overal vragen over. Waarom is de hemel blauw? Waarom moeten mensen slapen? Waar woont de ziel? Hij heeft ooit de gezichtshuid van een lijk verwijderd om beter te begrijpen waar de lach vandaan komt. Dan weer bestudeerde hij de wind, de wolken of kolkend water, omdat hij eindelijk wilde weten welke onzichtbare krachten daar aan het werk waren. Zijn aanteken-
pagina 48 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
CutWeten_155.indd 48
19-02-19 16:22
cultuur & wetenschap
De Mona Lisa is eindeloos gebruikt voor commerciële en artistieke doeleinden. – © Getty (r) De dame met de hermelijn van Leonardo da Vinci is de publiekstrekker van het Czartoryski Museum in Krakau.
boekjes puilen uit, duizenden pagina’s boordevol berekeningen, schetsen en uitvindingen. Leonardo wilde uitzoeken wat oorzaak was en wat gevolg. Hoe het kleine en het grote, hoe de micro- en de macrowereld in elkaar grijpen. Want alleen als je begrijpt hoe vogels vliegen, kun je zelf de hemel bestormen. Dat was zijn hoop, een begeerte naar wijsheid uit pure lust om te weten. Een heel moderne pretentie, een streven naar empowerment.
Kosmische ordening
De mens bijvoorbeeld: Leonardo had schedels opengezaagd, benen van mensen stukgehakt, lichamen als machines uit elkaar gehaald om de logica ervan te ontdekken zoals bepaald door geometrie en natuurkunde. Op zijn wellicht beroemdste tekening staat de Vitruviusman, die zijn armen en benen ofwel naar opzij uitstrekt, ofwel rechtop staat. En afhankelijk van hoe hij zijn ledematen houdt, past zijn lichaam precies in het vierkant of precies in de cirkel. De mens is hier de kwadratuur van de cirkel,
Leonardo mocht dan streven naar perfectie, hij interesseerde zich evenzeer voor het onvolmaakte het product van een kosmische ordening, alles aan hem is te berekenen. Maar hoe meer Leonardo zijn tijd versnipperde, aan het meten was en al tekenend het menselijk lichaam ontsloot, hoe minder tevreden hij was over zijn bevindingen. Want één ding liet zich niet vastpakken en fixeren, ook niet door hem: de inborst van de mens, diens vitaliteit. Alleen al daarom had Leonardo verf en penseel nodig, had hij de kunst nodig en werd hij niet moe in zijn schilderijen te zoeken naar een andere, niet noodzakelijk berekenbare waarheid. Voor Leonardo was wetenschap een kunst, en op dezelfde manier was kunst een wetenschap. Alleen golden in de wereld van het schilderij andere regels.
Dat Leonardo streefde naar perfectie, naar een schoonheidsideaal, zoals veel kunsthistorici beweren, mag dan waar zijn, maar hij interesseerde zich minstens evenzeer voor het onvolmaakte en afwijkende. Als je hem over straat zag gaan, of het nou in Florence, Milaan, Rome of Venetië was, altijd droeg hij een klein aantekeningenboekje in zijn gordel om bij gelegenheid zijn medemensen in tekeningen vast te leggen, hun woede, hun geluk, hun idiote grijns, verdraaide ogen, de twijfel op hun gezicht. Als ‘leerling van de ervaring’ maakte hij de mens niet ondergeschikt aan een of andere schoonheidsformule. Integendeel, hij bevrijdde hen uit hun vaste poses, en vooral de vrouwen. In die tijd werden vrouwen meestal zedig afgebeeld, en profil, zodat ze niemand met hun blik konden verleiden. Leonardo verloste ze uit hun verstarring, ze wenden zich voorzichtig tot de toeschouwer, krijgen volume, een eigen ik. En soms, zoals bij de De dame met de hermelijn, sluimert onder die lieflijkheid het ontembare. Anders dan op de schilderijen van zijn leermeester Verrocchio, laat Leonardo’s werk geen scherpe grenzen zien. Elke contour, elke lijn lost op, verdwijnt in een zachte, wazige nevel van kleur, in het sfumato zoals schilders zeggen. En juist in deze nevel ligt het geheim van Leonardo. Zijn personages zijn ongrijpbaar. Ze onttrekken zich aan het moment, ze ontko-
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 49
CutWeten_155.indd 49
19-02-19 16:23
cultuur & wetenschap
De Mona Lisa past in elk interieur. © Getty (r) Een clutch uit de Masterscollectie van Louis Vuitton, waarvoor Jeff Koons reproducties maakte van oude meesters als Da Vinci. - © Marc Piasecki / WireImage
‘Ontgrens het begrensde. Wees matig en mateloos tegelijk’ men aan het harde ritme van de tijd. Ze worden tijdloos, de tijd overstijgend. Het echt mooie aan deze schilderijen is dat ze de geportretteerde de vrijheid laten die de kunst aan zichzelf te danken heeft. Leonardo beeldt het menselijk wezen niet af als een dier, hij wil het niet bedwingen. En daarom mogen wij, zijn publiek, ons onbevangen voelen. Hij vertrouwt ons toe dat we zelf kijken.
Het onbeproefde
Leonardo’s collega’s houden het liever op ondubbelzinnigheid, op een goede herkenbaarheid. In hun optiek moet een populair motief, bijvoorbeeld Johannes de Doper, aan vaste eisen voldoen: hij moet er mager uitzien, ruig, gekleed in een schapenvacht, en hij moet aan het dopen zijn. Niets daarvan bij Leonardo: hier is alles donker, geen dopeling te zien, alleen deze jongeman met zijn schelmse blik, niets ruigs aan, niet heilig, amper als Johannes te herkennen. Hij doet maar één ding: hij licht op in de duisternis die dicht om hem heen hangt en hem bijna opslokt. Als Johannes een stapje opzij deed, zou het beeld verdwenen zijn, niets dan een zwarte rechthoek.
Hier valt de kunst samen met wat ze laat zien. Ze is geen afbeelding van vitaliteit, ze ís vitaliteit. En ze trekt ons, het publiek, naar binnen, die vitaliteit in. Dankzij de destijds nieuwe olieverf kon Leonardo een sluier van wel dertig laagjes buitengewoon dunne bruine, rode of blauwe verf over elkaar aanbrengen, zodat het voor de toeschouwers inderdaad doorschijnend lijkt. Het werk is translucide, het nodigt uit om in de diepte te kijken, het brengt in de letterlijke zin van het woord iets tevoorschijn. En dat is vermoedelijk het wonderbaarlijkste aan de wonderbare Leonardo. Als man van de exacte wetenschap noteerde hij: ‘Lijnen horen niet bij het oppervlak van een object. En ze horen ook niet bij de lucht die het object omringt.’ De enig logische conclusie van deze waarneming was voor Leonardo: Ontgrens het begrensde. Wees matig en mateloos tegelijk. Juist in zijn tekeningen volgt hij dit inzicht met grote vrijheid: al kriebelend, arcerend, in losse krullen gaat hij op weg, en ook vandaag nog lijkt het alsof je naar zijn kunst kijkt terwijl die zichzelf ontdekt. Of is zijn kunst alleen naar zichzelf op zoek? Op een van zijn tekeningen laat Leonardo het Jezuskind zien met een kat die het per se wil aaien en tegen zich aan wil drukken, maar het dier verzet zich spartelend en het tekenpotlood volgt zijn bewegingen tot het blad vol staat met een wilde, haast blazende werveling van lijnen. Hier probeert Leonardo iets uit, steekt hij zijn nek uit, trekt zich weer terug, hij zal het onbeproefde nooit uit de weg gaan. Soms
raast Leonardo’s bevrijdingslust als een orkaan over het papier. Een noodweer van duizend streepjes, nergens vaste grond. Ook het verliezen van de controle, is een deel van zijn genie. Dat is anders op Leonardo’s schilderijen, waar een zachte gratie overheerst. De onstuimigheid is opgelost in het innerlijke licht van de schilderijen, de wereld is tot rust gekomen. De vrijheid heeft een stevig kader gekregen, wie weet vond hij het daarom zo moeilijk afscheid te nemen van zijn schilderijen. De Mona Lisa en de Anna te Drieën nam hij overal mee naartoe, waar hij ook ging, zelfs op zijn laatste reis, die hem naar Frankrijk bracht. Hij wilde eraan verder werken, altijd verder. Op 2 mei 1519 overleed Leonardo, je zou kunnen zeggen: onvoltooid. Hij stierf in de armen van de Franse koning, zeggen zijn biografen. En in het bijzijn van zijn kunst. Hanno Rauterberg
Die Zeit Duitsland | weekblad | oplage 492.000
Duitslands meest bekende weekblad sinds 1946, met nieuws en duiding van hoog niveau. Is gericht op een hoogopgeleid lezerspubliek en is liberaal van karakter. Schuwt de controverse niet.
pagina 50 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
CutWeten_155.indd 50
19-02-19 16:23
cultuur & wetenschap
Vloeiende woonkamer zonder grensmuur De ‘aangeprate kamerloosheid’ van tegenwoordig werkt zo langzamerhand op de zenuwen; de wereld lijdt aan een overdosis loft. Süddeutsche Zeitung | München
H
elaas moet het zo drastisch geformuleerd worden, maar de wereld ommuurt zich. Sinds de Tweede Wereldoorlog werden – ondanks de schijnbaar grenzeloze globalisering – nog nooit zo veel grenshekken, muren en grensinstallaties opgetrokken als in de huidige periode van renationalisering. Niemand heeft het Trump-tijdperk (‘Build that wall!’ – en laat de Mexicanen betalen) zo precies opgemeten als Elisabeth Vallet. Ze doceert geopolitiek aan de universiteit van Quebec in Montreal en heeft voor haar boek Borders, Fences and Walls uitgerekend dat er op het ogenblik meer grensbarrières zijn dan in de periode van de Koude Oorlog. In de Neue Zürcher Zeitung wordt Vallet aldus geciteerd: ‘Als vandaag alle grenshekken en -muren aan elkaar geregen zouden worden tot één reusachtige grenswal, dan was hij 40.000 kilometer lang. Hij zou één keer de aarde rond gaan.’ In deze geopolitieke context is het bericht dat nu ook de architect Arno Brandlhuber nieuwe muren opricht absoluut choquerend. En ook opmerkelijk, omdat Brandlhuber willens en wetens de toorn van de Sancta Mater Ecclesia uitlokt. Enkele dagen geleden heeft de chef van de Heilige Moederkerk, paus Franciscus, namelijk ‘de bouwers van muren’ veroordeeld, ‘die, doordat ze angst zaaien, mensen uit elkaar proberen te drijven’. Zo wordt de voormalige onderbroeken- en tricotagefabriek uit de DDR in het zuidwesten van Berlijn, die Brandlhuber (Brandlhuber + Emde, Burlon) enkele jaren geleden op spectaculaire wijze heeft verbouwd en als persoonlijk toevluchtsoord voor het buitengewone, namelijk als ‘antivilla’, heeft vormgegeven, bedreigd met excommunicatie.
Antivilla
‘Wat moet ik dan?’ verklaart de architect aan de telefoon, ‘Ik ben vader.’ Zijn dochter is drie jaar oud, en de eigenlijke, lieftallige reden waarom er in de antivilla, die oorspronkelijk ook als antiwandhuis van de vloeiende ruimte bedoeld was, nu toch een wand staat. Weliswaar is ze maar enkele meters lang (dus in vergelijking met de 40.000 kilometer te verwaarlozen), en bestaat ze in plaats van uit beton, bewegingssensoren en dronesurveillance alleen maar uit hout, boekenplanken en spiegelglas: een wand is een wand is een wand. Het werd noodzakelijk om in de wandloze en kamervrije antivilla, die dus uit een uniek ruimtecontinuüm bestond, zoiets simpels te creëren als een door banen stof af te scheiden domein. Arno Brandlhuber lijkt in die zin wel een seismograaf van de bouwkunst. Als deze architect – al is het maar om redenen van persoonlijke en temporele aard – een wand introduceert, dan geeft je
cept van Kate en Joel Booy. Volgens de ontwerpers bepalen niet meer de functies, ‘maar de stemmingen het gebruik van de ruimte’, waarbij de woonruimte niet meer uit aparte ruimtes, maar uit zones bestaat – ‘natuurlijk vloeiend, organisch’. Wanden en kamers zijn er niet meer in deze ideale habitat. In plaats daarvan gordijnen en ruimteverdelers, evenals zichtschermen van planten. Aan de andere kant werkt die aangeprate kamerloosheid van tegenwoordig een mens meer en meer op de zenuwen; de wereld lijdt aan een overdosis loft. LW Antivilla van Arno Brandlhuber – © Wikimedia
dat te denken. Overigens is algemeen bekend dat Brandlhuber een verstandige architect is, een politiek geïnteresseerd mens en bovendien een begenadigd ironicus. Als die wand er dan echt moet komen, dan liever een van spiegelglas. Schijnbaar immaterieel, maar alleen schijnbaar. Maar juist deze spiegelglaswand, die zich nu exact daar bevindt waar voorheen op Brandlhubers legendarische ‘muursloopfeestjes’ (inclusief uitreiking van zwaar boorgereedschap) de binnenruimte van de antivilla bevrijd werd van storende wanden, blijkt een vehikel voor een ronduit anachronistische overweging: zou het zo kunnen zijn dat we minder over grensmuren na zouden moeten denken, maar dat we ons tegelijk ook zouden moeten afvragen of het zeer menselijke verlangen naar wanden in onze woonhuizen en kantoren niet opgeofferd wordt aan een modieus en soms erg ondoordacht ‘open space’-regime? Symptomatisch voor de mode van de doorlopende ruimte, welbekend in de bouwgeschiedenis sinds Mies van der Rohes constructieve principe van de ‘vrije plattegrond’, is bijvoorbeeld het op de Keulense meubelbeurs voorgestelde ‘innovatieve’ wooncon-
Süddeutsche Zeitung Duitsland | dagblad | oplage 445.000
Opgericht in 1945. De intellectuele, liberale krant van links Duitsland. Samen met de FAZ een van de belangrijkste dagbladen van het land. De SZ staat bekend om de drie-eenheid: tolerantie, onafhankelijkheid en waakzaamheid.
Wanden
Sinds Shigeru Bans huis, dat door geweldige banen stof tegen alles beschermd was (Curtain Wall House, 1995) aan het eind van het vorige millennium tot icoon werd van de baanbrekende MoMA-tentoonstelling The Un-Private House, is er geen houden meer aan in de woon- en ambiancebranche: sindsdien worden de wanden gesloopt, alsof men zich moest bevrijden van de middeleeuwse bastions die de verlichting negeren. De gevolgen zijn tegenwoordig overal te zien. In Berlijn is er een hotel, Hotel Q!, waar het bed zonder omhaal overgaat in een badkuip. Een afsluitbare badkamer schijnt minstens zo postfascistisch te zijn als zichtbescherming, zodat het publiek bij Knesebeckstrasse 67 kan bekijken hoe iemand zijn ochtendtoilet maakt. Of neem de firma KLAFS. Daar hebben ze enige tijd geleden een uitschuifbare saunakast ontworpen die ‘makkelijk in de woonkamer’ kan worden ondergebracht. Want: ‘Wie heeft er nu een woonkamer nodig?’ Zo is ook het ontwerp van Todd Bracher, een soort futurismestudie van het wonen, op te vatten als oorlogsverklaring aan het ‘traditionele wonen’. Hij zegt over zijn radicale alles-in-éénruimte zonder wanden: ‘In deze ruimte moet alles mogelijk zijn, het bouwen van een motorfiets, of koken, of gezellig de tijd doorbrengen met vrienden of familie.’ Om maar te zwijgen van de onlangs in de roes van het co-werken zo geestdriftig begroete wandvrije multispace-werkruimtes in de kantoortuinen, die voor alles een voordeel bieden: ze besparen ongeveer vijftien procent aan ruimte en zijn goedkoper dan aparte kantoortjes. Bovendien zijn ze smart en communicatief. Maar de mens is niet (alleen) geschapen voor het open space-gedoe, anders zou hij zich het lekkerst voelen in de buitenlucht. Wanden zijn nou eenmaal elementair in de bouwkunst. Zij definiëren de ruimte tot iets mensvriendelijks. Breek dus liefst die grensmuren af – maar bouw daarmee asjeblieft nieuwe wanden. Gerhard Matzig
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 51
CutWeten_155.indd 51
19-02-19 16:23
gerecenseerd 360 kiest een aantal door de buitenlandse pers beschreven concerten, voorstellingen, boeken, films en exposities die naar Nederland of België komen.
Suave beats of Alvin & the Chipmunks? Elderbrook blijft verrassen. MUZIEK – ‘Als producer, zanger, tekstschrijver en multi-instrumentalist draagt hij elke pet die er maar is in de muziekindustrie,’ schrijft Interview Mag over de 27-jarige Britse muzikant Alexander Kotz, beter bekend als Elderbrook. Hij laat zich inspireren door hiphop, country, soul, rock-’n-roll en house, heeft, zo schrijft Standard, een donker stemgeluid dat onmisbaar is voor zijn succes en gebruikt graag geluiden als ‘brekend glas en het gekraak van ijs dat in warme koffie smelt’. Of hij tovert de tafel waarop hij zit om tot drum, vertelt hij in een interview met de Australische site amnplify. Elderbrooks eerste album Could, uit 2014, ontving vrijwel uitsluitend goede kritieken en sinds het nummer Cola, dat hij in 2017 samen met CamelPhat maakte, was zijn doorbraak een feit. Elderbrook krabbelde, zo wil het verhaal, tijdens een vier uur durende samenwerking met het duo uit Liverpool bij hun beats een aantal woorden op papier, waaronder ‘She sips a Coca Cola’. De eerstvolgende keer dat ze elkaar zagen was een jaar later bij de Grammy’s, waar het nummer was genomineerd voor Best Dance Recording. Volgens de site Diandrareviewsitall is dat nou eenmaal het effect van Elderbrooks suave beats, die bij iedereen de reactie ‘O yeah, I like that’ oproepen. ‘Het is alsof één toon van hem het publiek in vervoering brengt (...) Zijn muziek is als een verrukkelijk energiedrankje met een scheutje Motownlime. (...) prachtig en hypnotiserend, je krijgt het gevoel te vliegen zonder de angst om neer te storten.’ Indiebandguru vindt zijn klanken minder suave en moet bij de vocals van het nummer First Times denken aan Alvin & the Chipmunks – niet geheel uit de lucht gegrepen. En dat ook nog ‘zonder de troost van de beelden erbij. De robotachtige, miauwende falset gaat op en neer in vreemde en dissonante melodieën van willekeurige klanken die vreemd combineren met de dreigende hipster R&B-achtergrond (...) alsof iemand helium heeft gepompt in een bass drop.’ Canadees muziektijdschrift Beatroutes vat zijn carrière in aanzienlijk positievere bewoordingen samen: ‘Een verrassing die blijft verrassen.’ Laura Weeda
© Getty Images
27 maart in Paradiso, Amsterdam
Gelukkig omdat hij goed is Lazzaro Felice biedt hoop in donkere tijden.
FILM – Aanvankelijk denk je dat Lazzaro Felice, de derde film van de Italiaanse filmmaker Alice Rohrwacher, in een ver verleden speelt, waarin markiezin Alfonsina de Luna zo’n vijftig mensen als deelpachters voor zich heeft werken op een tabaksplantage – totdat er mobiele telefoontjes tevoorschijn komen, auto’s en elektrisch licht, en blijkt dat we hooguit dertig jaar terug in de tijd zijn. En de deelpachters dus illegaal werken, zoals La Repubblica aanstipt. Te midden van alle schaarste en ellende vormt Lazarro een stralend middelpunt. Hij wordt ‘door iedereen gesommeerd, zijn naam wordt meestal gevolgd door een bruut bevel om iets te repareren, schoon te maken of te regelen – wat hij altijd zonder klagen doet. Of hij nou een simpele ziel is of heilig, hij is een uitzondering op de algemeen heersende laaghartigheid en machtswellust. Hij is gelukkig omdat hij goed is,’ aldus The New York Times. Van deze rurale setting verspringt de film naar een tijd waarin alle personages ouder zijn, behalve Lazarro zelf. Een overgang die Clarín ‘volstrekt natuurlijk’ en ‘poëtisch’ noemt, en waarover De Morgen jubelend schrijft dat Rohrwacher ‘alle regels van het scriptschrijven aan haar laars lapt’. Ook de recensent van NYT geeft zich aan deze vreemde wending over ‘zoals een kind aan een verhaaltje voor het slapengaan: met volledig vertrouwen in de verteller’. Toch betreft de weinige kritiek die recensenten internationaal op de film hebben deze tweedeling. Zo mist Hollywood Reporter een heldere boodschap in de modernere episode, waarin Rohrwacher ‘het documentaireachtige realisme van haar eerste film met het fantastische van haar tweede’ combineert. Internazionale vindt het tweede deel ‘misschien niet heel goed gelukt’, maar het geheel dankzij de meesterlijke weergave van de boerenwereld ‘rijk en origineel’. LW
Nu in de bioscoop
pagina 52 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Gerec_155.indd 52
19-02-19 17:05
het beste uit de internationale cultuur
Licht en donker
360 Top-5 non-fictie Deze titels worden getipt door Athenaeum Boekhandel in Amsterdam.
De kunst van Ceija Stojka is een waarschuwing.
© Credit
Hoe je stopt met plastic Will McCallum
© Celia Pernot
TENTOONSTELLING – ‘Ik greep naar de pen omdat ik mezelf moest openen, moest schreeuwen,’ verklaarde de Oostenrijkse auteur en schilder Ceija Stojka (1933-2013). Met haar boeken en foto’s droeg ze bij aan de bekendheid van het lot van de Roma onder de nazi’s. Haar werk, schrijft Der Spiegel, is tweeledig. De zogenaamde Helle Bilder vertegenwoordigen het dagelijks leven van haar jeugd in Oostenrijk als dochter van Roma paardenhandelaren, de Dunkle Bilder tonen deportatie en opsluiting in de concentratiekampen, waarvan ze er tussen haar tiende en vijftiende drie overleefde. Slush Paris vergelijkt haar schilderijen met die van de Duitse nieuwe zakelijkheid, ‘vooral de bloederige taferelen van George Grosz of Otto Dix, die een gestileerde reactie waren op het expressionisme na WOI en sociaal-kritisch in hun realistische maar emotionele weergave van oorlogsgeweld’, aldus het kunsttijdschrift. Behalve om zichzelf te uiten schreef en schil-
derde Stojka ook als waarschuwing, schrijft The Independent. ‘Hoe is het mogelijk dat Roma (...) nog steeds worden mishandeld, soms zelfs vermoord (...) alleen omdat ze Roma zijn?’ vroeg ze een aantal jaar voor haar dood aan een groep Hongaarse studenten. LW
Tot 10 juni te zien in Museum Het Valkhof, Nijmegen
Mokhtar Alkhanshali, de monnik van Mokka Dave Eggers’ hoofdpersoon wil jongeren inspireren. TOURNEE – Lukas Leuzinger schreef onlangs in de Neue Zürcher Zeitung onder de kop ‘Wat koffie ons kan leren over dankbaarheid’ een ode aan alle mensen die hadden bijgedragen aan zijn dagelijkse kop koffie – een lijst die tot zijn eigen verbazing tot in de duizend reikte. Zijn initiatief sluit precies aan op de filosofie van Mokhtar Alkhanshali, om wie het draait in Dave Eggers’ nieuwe non-fictieboek De monnik van Mokka, die van mening is, zo zegt hij tegen Vanity Fair, dat mensen veel te vaak koffiedrinken zonder te weten waar het vandaan komt. Alkhanshali vatte op 29-jarige leeftijd het plan op om in zijn geboortestad San Francisco koffie te verkopen van bonen uit Jemen, het land van zijn ouders. Toen hij ze ging halen werd het land bedreigd door Al-Qaeda en Somalische piraten. ‘Belachelijk,’ zegt hij achteraf tegen Miami New Times over zijn plan. Maar voor hem was het dé manier om de twee culturen waar hij uit voortkwam met elkaar te verbinden. Eggers noemt zijn geschiedenis in McSweeney’s ‘een verhaal over de American dream, die nog springlevend is maar ook van alle kanten wordt bedreigd’. Op zijn tour door Amerika en Europa wil Alkhanshali jongeren inspireren net als hij hun dromen na te jagen. LW
Alkhanshali is op 2 en 3 maart in Nederland, voor details zie lebowskipublishers.nl
Will McCallum laat zien hoe de strijd tegen vervuiling begint bij individuen die beslissen dat het tijd is om actie te ondernemen. Te beginnen bij plastic dat je maar één keer gebruikt en daarna weggooit. Het was nog nooit zo gemakkelijk én nodig om die eerste stap te zetten. Ga ervoor!
Identiteit Francis Fukuyama
Fukuyama onderzoekt in zijn nieuwe boek het succes van populisten, dat volgens hem voortkomt uit een behoefte aan identiteit. Voorheen streefde democratie naar universele, onvervreemdbare rechten voor alle burgers. Nu overheerst identiteitspolitiek op basis van religie, ras, etniciteit of gender.
Lotharingia Simon Winder
Lotharingia is de brede strook land die van de Noordzee tot aan het Juragebergte loopt. Enthousiast leidt Winder ons langs de steden en dorpen van Lotharingia en vertelt de geschiedenis van dit gebied, van de Frankische oorsprong in de 9-e eeuw tot onze tijd.
Woorden schieten tekort Nicci Gerrard
In dit persoonlijke boek onderzoekt Nicci Gerrard alle aspecten van dementie. Wat is het? Hoe gaat de maatschappij ermee om en wat zegt de wetenschap erover? Maar ook: wat betekent het om mens te zijn, om een identiteit te hebben, om een zelf te hebben en dat vervolgens kwijt te raken?
De kracht van angst Hesna Al Ghaoui
De vraag die oorlogscorrespondent Hesna Al Ghaoui het meest wordt gesteld is: ‘Hoe komt het dat je niet bang bent?’ Maar ze is doodsbang, en heeft het liever over: ‘Hoe ga je daarmee om?’ Nu politici en terroristen onze angst exploiteren, is het des te belangrijker om daarover na te denken.
21 februari tot 21 maart 2019 nr. 155 pagina 53
Gerec_155.indd 53
19-02-19 17:06
agenda
Amsterdam in Parijs ExpositiE Jos Houweling – Amsterdam seventies
MoED
T/m 29 april 2019, Centre Pompidou,
Op zoek naar inclusiviteit
Parijs, centrepompidou.fr
liet het Centraal Museum een expo inrichten door
MOED, een onderzoeksgroep van Gender Studies aan de Universiteit Utrecht. Wat niet gezien wordt toont de witte mannelijke blik vanuit diverse perspectieven en stelt er andere tegenover. t/m 30 juni, Centraal Museum, Utrecht, centraalmuseum.nl
Uitpakken met Rembrandt ExpositiE Rembrandt, Vermeer & the Dutch Golden Age Masterpieces from the Leiden Collection and the Musée du Louvre
WEst Kunstinstelling West heeft haar intrek genomen in de voormalige Amerikaanse ambassade, een iconisch gebouw in het centrum van Den Haag. Te zien is onder andere werk van Turner Prize-winnaars Assemble en de Zuid-Afrikaanse Candice Breitz. t/m 19 april, West, Den Haag, westdenhaag.nl
T/m 18 mei, Louvre Abu Dhabi, louvreabudhabi.ae
Het is Rembrandts 350ste sterfjaar en dat zullen we weten ook. De NOS zond de start van het Rembrandtjaar live uit op televisie en de NTR is met Project Rembrandt al wekenlang op zoek naar de beste zondagsschilder van het land. Het Rijksmuseum pakt uit met Alle Rembrandts: een tentoonstelling met álle schilderijen, etsen en tekeningen van Rembrandt uit de eigen collectie – voor het eerst in de geschiedenis. Zelfs in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) kunnen ze dit jaar niet om Rembrandt heen. In het Louvre Abu Dhabi opende zojuist een tentoonstelling met 95 werken van Rembrandt, Vermeer en andere schilders uit de
Nederlandse Gouden Eeuw. Afkomstig uit de collecties van het Franse Louvre en The Leiden Collection, de grootste particuliere collectie van Nederlandse 17e-eeuwse kunst ter wereld. In de aanloop hiernaartoe kocht het Louvre Abu Dhabi zelf ook alvast een Rembrandt, een olieschets van een biddende jongeman als Christus. Eerder tikte het museum al voor 450 miljoen dollar de Salvator Mundi van Leonardo da Vinci op de kop, het duurst verkochte kunstwerk tot nog toe. Jammer dat dit schilderij – een zegenende Christus met kristallen bol – nog altijd niet op zaal hangt. Maar alleen al vanwege het sprookjesachtige, gespikkelde licht op de open binnenplaats is het Louvre Abu Dhabi een bezoekje waard. En dan hangen hier voor het eerst in driehonderd jaar ook nog eens Vermeers De kantwerkster (uit het Louvre) en Zittende vrouw aan het virginaal (uit The Leiden Collection) naast elkaar. Arjan Reinders
Jos Houweling was jarenlang directeur van het Sandberg Instituut in Amsterdam, de masteropleiding van de Rietveld Academie. Maar Houweling is allereerst beeldend kunstenaar, met een voorliefde voor het ontregelende en ludieke, en met een scherp oog voor terloopse gekkigheid. In de jaren zeventig beantwoordde hij als ‘Kunstombudsman’ op de radio vragen als: ‘Wat voor aardappels eten ze op De aardappeleters van Van Gogh?’ In 1975 bedacht hij het 700 Centenboek, een legendarisch fotoboek ter ere van het 700jarige bestaan van Amsterdam met honderden foto’s van alledaagse voorwerpen en uitzichten: gietijzeren putjes, raamadvertenties, kiekende toeristen, kapotte brommers et cetera. Decennialang lagen alle foto’s uit het boek bij Houweling in de kast, geen museum in Nederland had interesse. Het Centre Pompidou wél. Dat kocht onlangs voor 30.000 euro de complete 700 Centenboek-collectie, en toont deze nu onder de titel Amsterdam Seventies. AR
Pleitbezorger van het luisteren ExpositiE
MEKKA
private Ear
Verlangen naar Mekka
T/m 28 april, Witte de With,
brengt je met verhalen,
Rotterdam, wdw.nl
objecten én een VR-rondleiding dicht bij de beleving van de miljoenen pelgrims, waaronder talloze Nederlanders, die jaarlijks Mekka bezoeken tijdens de hadj. t/m 12 jan. 2020, tropenmuseum, Amsterdam, tropenmuseum.nl
Lawrence Abu Hamdan noemt zichzelf een ‘private ear’: naast zijn praktijk als beeldend kunstenaar werkt hij als forensisch geluidsonderzoeker en treedt hij op als expert bij rechtszaken. Hij geldt als pleitbezorger van het luisteren, wat hij een ‘politiek instrument’ noemt. Abu
Hamdan, geboren in Jordanië, won vorig jaar de Abraaj Group Art Prize, de belangrijkste prijs voor kunstenaars uit het Midden-Oosten, NoordAfrika en Zuid-Azië. Witte de With toont onder meer het werk dat hij met het prijzengeld maakte: Walled Unwalled, een video-installatie die handelt over muren. Bijvoorbeeld de muren van het huis van Oscar Pistorius, maar het indrukwekkendst zijn de muren van Saydnaya, een
beruchte gevangenis in Syrië. Op verzoek van Amnesty International werkte Abu Hamdan aan een reconstructie van deze plek, waar duizenden mensen de dood vonden. Niemand weet echter
hoe het eruitzag, want iedereen verbleef er geblinddoekt, en altijd in het donker. Abu Hamdan reconstrueerde de gevangenis op basis van ‘oorgetuigen’. Het resultaat is ijzingwekkend. AR
pagina 54 nr. 155 21 februari tot 21 maart 2019
Agenda_155.indd 54
19-02-19 17:02
BRAZILIË
ODISSEIA Rockende road trip door het landschap van moderne vrouwen
Advertenties.indd 55
19-02-19 14:23
Al 33 jaar dé specialist
020 – 2012777 INFO@BOLSJOJ.NL WWW.BOLSJOJ.NL
RUSLAND MONGOLIË CHINA GEORGIË
ARMENIË OEKRAÏNE BALTISCHE LANDEN FINLAND
INDIVIDUELE- EN GROEPSREIZEN • MAATWERK CITYTRIPS • RIVIERCRUISES • FLY & DRIVES TRANS SIBERIË EXPRESS EN ANDERE TREINREIZEN
Vraag nu de gratis brochure aan
2019 RUSLAND MONGOLIË CHINA GEORGIË ARMENIË OEKRAÏNE BALTISCHE LANDEN FINLAND
SAFARI IN AFRIKA?
Op jambo.nl en in onze brochure vindt u ruim 100 uitgekiende reizen of bel met onze Afrika specialisten op 020-2012740 voor een reis op maat. De mogelijkheden zijn eindeloos, privé reizen geheel conform uw wensen!
Al sinds 1979 dé Afrika specialist
Advertenties.indd 56
19-02-19 14:23