360 editie 76

Page 1

het beste uit de internationale pers Buitenaards wezen, bent u daar? p. 48 Verkeerd gegokt in Italië p. 30

in dit nummer

nr. 76

|

23 april tot 7 mei 2015

|

www.360magazine.nl

|

€ 5,49

the daily telegraph the national the guardian christian science monitor mit technology review la repubblica the washington post the new criterion revue des deux mondes spiked tehran bureau now. the atlantic the phnom penh post daily maverick the talks

Veranderend Iran Gevangen tussen moderniteit en islamitische traditie

lage landen

Bitcoin Arnhem

de amerika’s

Onderwijs à la carte azië

Hun Sen, de boerenkoning van Cambodja horizon

€ 5,49

Homerus in Afrika

AP

Cover.indd 1

21-04-15 18:30


Hoe leest u 360 digitaal?

Digitale abonnementen Per maand

€5,99 (17% korting)

Per kwartaal

€16,99 (21% korting)

Per halfjaar

€31,99 (26% korting)

Per jaar

€59,99 (30% korting)

Roteer uw tablet om 360 magazine in landscape of portrait te lezen.

Leg twee vingers op het scherm en spreid ze om in te zoomen. Doe het tegenovergestelde om uit te zoomen.

voor plank.indd 4

21-02-13 11:07


E R I K

S C H E R D E R

Laat je hersenen niet zitten ‘Een boek om mee weg te lopen’ nrc Handelsblad ‘Met humor en veel kennis geschreven’ de Volkskrant

bekend van

DWDD University

Hoe lichaamsbeweging de hersenen jong houdt

www.uitgeverijathenaeum.nl

Advertenties 76.indd 2

21-04-15 13:26


redactioneel

colofon

Iraanse lente

jaargang 4 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015 Een uitgave van 360 international media Prinseneiland 24 B II 1013 LR Amsterdam 360magazine.nl 360nl @360nl hoofdredactie Katrien Gottlieb uitgever Maureen Meeng eindredactie Han Ceelen, Laura Weeda redactiemedewerkers Lambiek Berends, Pieter van den Blink courrier international Arnaud Aubron, Raymond Clarinard vertaling Peter Bergsma, Paul Bruijn, Valentijn van Dijk, Tineke Funhoff, Hanneke van der Heijden, Frank Lekens, Janet Luis, Martinette Susijn, Cecilia Tabak, Tess Visser, Annemie de Vries correctie Rogier Goetze creative direction Dog and Pony, Amsterdam art direction Uriël Nieuwenburg, Thomas Wansing productiebegeleiding Hans Snitslaar beeldredactie Nicole Robbers webredactie Marie-José Klaver copywriter Jaap Toorenaar advertentieverkoop Antoinette Vrisekoop antoinette@360international.nl

360 | Amsterdam

Vlak voor het sluiten van de nucleaire overeenkomst met Iran hield de Amerikaanse president Obama een videotoespraak waarin hij het Iraanse volk een goed Nowruz toewenste. Dit Iraanse nieuwjaar begint op de eerste dag van de lente. Obama betoogde dat het tijd was om een einde te maken aan het wederzijdse wantrouwen tussen de twee landen. ‘We hebben een kans – een kans – om vooruitgang te boeken waarvan onze landen en de wereld vele jaren kunnen profiteren.’ Tot slot gooide hij er ook nog een complimentje uit: ‘Jullie Iraniërs hebben als erfgenamen van een grote beschaving de wereld een heleboel te bieden.’ Daarmee zei Obama natuurlijk niets te veel. De Perzische beschaving geldt als een van de belangrijkste uit de geschiedenis. Al in de vijfde eeuw voor Christus regeerden de Perzen over een wereldrijk, dat pas ten onder ging door de veroveringsdrang van Alexander de Grote. Het land droeg bij aan de gouden eeuw van de islam, en kent een van de oudste literaire tradities ter wereld. De nog altijd populaire veertiende-eeuwse dichter Hafez werd bewonderd door Goethe en Ralph Waldo Emerson. Dat gecultiveerde Iran bestaat nog steeds, al vangen we er in het Westen maar af en toe een glimp van op. Zoals in ons fotodocument (p. 18) van Jeremy Suyker, die in soms

hallucinerende beelden de undergroundkunstscene van Teheran vastlegde. Of in de Iraanse diaspora – vijf miljoen mensen groot – die steevast tot de meest succesvolle en ontwikkelde migrantengemeenschappen behoort (p. 17). En tegelijk is er dat andere Iran: het Iran van de mollahs die met harde hand regeren en iedere vorm van verzet – zoals de Groene Beweging – keihard de kop indrukken. Het Iran van de Revolutionaire Garde en de gevreesde Basij-militie. Het Iran dat bezig is zijn islamitische revolutie te exporteren naar andere landen in het Midden-Oosten door het installeren van volksmilities als Hezbollah. Het Iran waar homo’s worden opgehangen. Het Duitse weekblad Der Spiegel noemt het ‘de Perzische paradox’, een land dat gevangenzit tussen moderniteit en een bekrompen islamitische traditie. Met dat land moet de wereld zich opnieuw zien te verhouden, nu er een soort van nucleaire deal is gesloten. Welk Iran gaat het winnen? Komt er een Iraanse lente? En zo ja, loopt die net zo slecht af als die in de Arabische wereld? We weten het niet, en we snappen er eigenlijk maar heel weinig van. Maar na het lezen van deze 360 toch hopelijk een beetje meer. Han Ceelen ceelen@360international.nl

download de mediakit op www.360magazine.nl/adverteren marketing Eline Olde Kalter eline@360international.nl controller Arthur van der Meeren druk Roularta Printing, Roeselare 360 wordt gedrukt op PEFC-papier, afkomstig uit duurzaam bosbeheer partners ANP, VPRO, John Adams Institute, Submarine, Getty Images, Hollandse Hoogte, license partner Courrier international, Groupe Le Monde, Paris beeld voorpagina © Jeremy Suyker abonnementen* € 9,95 p/mnd in Nederland en België Wijziging abonnement www.360magazine.nl/klantenservice

Nederland telt 1 miljoen wereldburgers. Bent u daar één van?

*Alle abonnementen continueren automatisch en gelden tot wederopzegging, tenzij anders vermeld. Prijswijzigingen voorbehouden. Cadeauabonnementen eindigen automatisch. Voor bedrijfsabonnementen gelden speciale tarieven. 360 verschijnt tweewekelijks. Oplage: 25.000

verspreiding Nederland: Aldipress | België: AMP

missie Nieuws uit het buitenland is iets anders dan nieuws over het buitenland. We hebben niet de pretentie dat het wereldnieuws zich elke twee weken laat samenvatten, wel de ambitie relevante, originele en mooie verhalen bereikbaar te maken voor een Nederlandstalig publiek.

360 Magazine biedt elke twee weken het beste uit de internationale pers. Wilt u 360 Magazine cadeau geven? Dat kan. Maak gebruik van onze aanbieding en betaal € 27,50 voor een kwartaal.

360magazine.nl/cadeaugeven

Redactioneel.indd 3

21-04-15 17:20


bronnen

360 selecteert nieuws en achtergrondverhalen uit vrijwel ieder land ter wereld. De artikelen in dit nummer komen onder meer uit de volgende kranten, tijdschriften en websites.

The Daily Telegraph VK | oplage 840.000 Controverse p. 9

The Guardian

VK | oplage 332.000 Dossier Iran p. 12

The National

Abu Dhabi | oplage 50.000 Dossier Iran p. 15

Christian Science Monitor VS | csmonitor.com Dossier Iran p. 17

Revue des Deux Mondes MIT Technology Review VS | oplage 165.000 Lage Landen p. 24

La Repubblica

Italië | oplage 650.000 Europa p. 30

The Washington Post VS | oplage 700.000 De Amerika’s, Horizon p. 31, 48

The New Criterion VS | oplage 6500 Horizon p. 42

Frankrijk | maandblad | oplage 8000

In 1829 opgericht en daarmee een van de oudste bladen van Europa. Het richtte zich aanvankelijk op reizen en buitenlandse betrekkingen, maar al snel kwam de focus te liggen op het slaan van een brug tussen Frankrijk en de Verenigde Staten, de

Spiked

Now.

Tehran Bureau

The Atlantic

Onafhankelijke site, gefinancierd door donateurs – en een beetje reclame. Populair van opzet maar stelt wel eisen aan de kwaliteit van de content. Controverse p. 9

Aanvankelijk Now Lebanon, een Arabische en Engelstalige nieuwssite die zich focuste op Libanees nieuws. Om de krant toegankelijker te maken werd de naam eind 2012 ingekort. Dossier Iran p. 14

Onafhankelijke nieuwsbron over Iran en de Iraanse diaspora, gehost door The Guardian. Dossier Iran p. 16

Opinietijdschrift, in 1857 opgericht door twee schrijvers. Naast journalistiek is er ook nog altijd aandacht voor poëzie en beeld. De Amerika’s p. 34

The Phnom Penh Post

Daily Maverick

The Talks

maar evengoed in Afrika en Azië. Veel schrijvers van

Duitsland | the-talks.com

naam leverden in het verleden een bijdrage; onder

Gerund door Cambodjaanse journalisten en expats die onderzoek doen naar schendingen van de mensenrechten. Azië p. 36

Ging in 2008 uit nood exclusief online, groeide uit tot een van de belangrijkste nieuwssites van het continent. Afrika p. 40

Twee jonge journalisten reizen de hele wereld over om prominenten uit de wereld van de kunst en cultuur aan de tand te voelen. Cultuur p. 51

de vaste auteurs bevond zich in het verleden ook

VK | spiked-online.com

Libanon | now.mmedia.me

VK | tehranbureau.com

VS | oplage 430.000

oude en de nieuwe wereld, in economische, culturele en politieke zin. Tegenwoordig profileert Revue

zich algemener als ‘de plek voor debatten en dialogen tussen staten, disciplines en culturen, over de

belangrijkste onderwerpen van onze samenleving’. Voorop staan de (humanistische) behoefte aan kennis over en de nieuwsgierigheid naar niet-Europese samenlevingen, niet langer alleen die van Amerika

Cambodja | oplage 5000

Bronnen-Inhoud.indd 4

Zuid-Afrika | dailymaverick.co.za

Sophie van Württemberg, koningin der Nederlanden van 1849 tot 1877, liefhebber van de letteren en beschermvrouwe van de kunsten. Goethe was een trouwe lezer.

Europa p. 27

21-04-15 17:38


inhoud 6 Wereldnieuws

Actuele gebeurtenissen wereldwijd, in woord, beeld en citaat.

9 Controverse

Is porno kijken de normaalste zaak van de wereld? Daar is niet iedereen in Engeland van overtuigd.

10 Dossier: Iran

Hoe moet de wereld zich gaan verhouden tot Iran, nu er een nucleaire deal ligt? En welke richting zal het land zelf inslaan? Voorlopig zijn er meer vragen dan antwoorden.

24 Lage Landen

Een Amerikaanse journalist ging op stedentrip naar Arnhem, met alleen bitcoins in de digitale portemonnee.

de continenten 27 Wie zwijgt, stemt toe

europa | Nog altijd weigert Turkije de Armeense genocide te erkennen. Volgens schrijfster Sema Kaygusuz moet de stilte worden doorbroken.

30 Gokgek Italië

europa | De Italianen zijn dol op hun speelautomaten. Dat spekt de staatskas, maar het begint ook steeds meer te kosten.

31 Onderwijsstrijd

amerika’s | Zijn de huidige universiteiten ten dode opgeschreven, en zullen studenten straks al hun kennis van internet halen? In de VS wordt er driftig over gedebatteerd.

36 Profiel Hun Sen

azië | De Cambodjaanse premier zorgt al jaren voor groei en stabiliteit in zijn land. Maar hij neemt het niet zo nauw met de mensenrechten.

40 Afrikaanse jetset

afrika | Voor veel leiders op het continent is het regeringsvliegtuig het ultieme statussymbool.

horizon 42 Homerus in de tropen

In Malawi staat een exacte replica van Eton College, ooit gebouwd in opdracht van dictator Hastings Kamuzu Banda. Alexander Suebsaeng gaf er les.

48 Praten met de planeten

Moeten we actief op zoek gaan naar eventueel buitenaards leven, of rustig afwachten tot het naar ons toe komt? Die vraag verdeelt astronomen nu al vijftig jaar.

51 Vijf minuten met… Anish Kapoor 52 Gerecenseerd

Een selectie uit door de buitenlandse pers beschreven concerten, voorstellingen, boeken, fi lms en exposities die naar Nederland komen.

Bronnen-Inhoud.indd 5

21-04-15 17:38


wereldnieuws Frankrijk

Verenigde Staten

China

Smerige buren

De recente pieken in de luchtvervuiling in vooral het noorden en oosten van Frankrijk worden volgens de Franse minister van Milieu, Ségolène Royal [de ex van president François Hollande], veroorzaakt door de buurlanden [lees: België, Luxemburg en Duitsland]. ‘Die wolken vervuiling komen van over de grens, en ik ben bezig te onderzoeken waar ze precies vandaan komen en wat de bronnen zijn,’ verklaarde ze voor de televisie. Wat ze dan vervolgens wil doen, liet ze in het midden. De burgemeester, Anne Hidalgo, partijgenote van de minister, besloot eind maart tot de maatregel dat auto’s met een kenteken eindigend op een even cijfer de ene dag mochten rijden, de oneven kentekens de andere dag. Dat veroorzaakte grote ruzie met Royal, die de maatregel ‘niet respectvol tegenover de burger en niet redelijk’ achtte. Zelf wil ze nu een ‘doelmatiger methode’ invoeren: een vignet dat de mate van vervuiling aangeeft die de auto veroorzaakt. In het geval van een piek in de luchtvervuiling mogen dan alleen nog auto’s rijden met de minst vervuilende motoren. (Le Monde, Parijs)

© Xavier Laine/Getty Images

Minder auto’s, minder bloot

©Andrew Redington / Getty Images

Eufemisme no. 5 | Universeel De echtgenoot van misschien wel de eerste vrouwelijke president van de Verenigde Staten, Bill Clinton, verwierf niet alleen bekendheid door zijn herdefiniëring van seksuele handelingen, toen hij verklaarde: ‘Ik had geen seksuele relatie met die vrouw… juffrouw Lewinsky.’ Fellatio was daar niet bij inbegrepen. De uitspraak die hij deed toen hij tijdens zijn verkiezingscampagne in 1991 toegaf dat hij wel eens een trekje van een joint had genomen, beklijfde langer. ‘Maar ik heb niet geïnhaleerd!’ zei Clinton toen. Sindsdien is ‘inhaleren’ op de campussen in de VS een synoniem voor drugsgebruik. Obama gaf in 2008 die jeugdzonde ook toe: ‘Maar inhaleren, dát was het punt.’ Uit: BBC News Magazine: The 10 most scandalous euphemisms

De wereldwijde automobielindustrie toont weer honderden nieuwe modellen op de beurs in Shanghai, ondanks een scherpe daling in de groei van het aantal verkopen in China, ’s werelds grootste automarkt. Jochen Heizmann, president van Volkswagen China, zei bij de opening dat de Chinese markt minder zal groeien dan in voorgaande jaren, maar dat het ‘nog steeds een geweldige markt’ is. De autoverkopen in China beliepen vorig jaar ruim 23 miljoen stuks, ruimschoots meer dan in de Verenigde Staten. Maar de jaarlijkse groei daalde met de helft: van 13,9 procent in 2013 tot 6,9 procent in 2014. Op de beurs bleek tevens een voorafgaand gerucht waarheid te bevatten: er is, tot verontwaardiging van velen, een verbod ingesteld op schaars geklede meisjes. De autofabrikanten gebruiken nu alleen nog zedig geklede gastvrouwen en dansgroepjes om hun producten aan te prijzen. (The Standard, Hongkong)

Zuid-Afrika Klikker in de kerk

‘Die NG Kerk gaan bewerings ondersoek dat prof. Piet Strauss, ’n teologiedosent aan die Universiteit van die Vrystaat (...). Hy het die afgelope week die kerk ingelig dat hy ná ’n 40 jaar lange huwelik met Ria (63), ’n bekende Bloemfonteinse onderwyser, gaan skei. Die egpaar het agt volwasse kinders (...). Intussen het Charon Streit (51), die sielkundige van Kimberley met wie hy volgens ’n naamlose klikker onlangs ’n buite-egtelike verhouding aangeknoop het, gister as onderleier van die

Voortrekkers bedank. Strauss (61) is ’n voormalige hoofleier van die Voortrekkers en het op Voortrekkerkampe met Streit bevriend geraak. Die klikker het in ’n brief aan die kerk, Voortrekkers en media beweer Strauss en Streit was so doenig met mekaar by Voortrekkerkampe dat die kinders ongemaklik geraak het. Streit ontken egter dat sy ’n romantiese verhouding met Strauss gehad het. “Piet beskryf dit as ’n emosionele verhouding. Ek sou eerder sê dis ’n emosionele vriendskap. Ons is steeds goeie vriende.”’ (Die Burger, Kaapstad)

Piet Strauss

wat zij zeggen over het vluchtelingenbeleid van de EU

La Stampa, Turijn Andere Europese landen beschuldigen Italië ervan te veel vluchtelingen door te laten. Er moet een gezamenlijk Europees beleid komen waarin de komst van Afrikaanse vluchtelingen naar Europa niet als een noodgeval

wordt beschouwd, maar als een structurele kwestie. Er moet harder worden opgetreden tegen de criminele bendes achter de mensensmokkel, de nieuwe slavenhandelaren, zoals premier Matteo Renzi ze noemt.

Times of Malta, Malta In het Middellandse Zeegebied hebben duizenden migranten de opening van het jaarlijkse zeilseizoen gemarkeerd door met vloten van onzeewaardige bootjes de oversteek van Libië naar de Europese kust te maken. Aanhoudend geweld in

Syrië, terreur en wetteloosheid in Libië en repressieve regimes in Afrika zullen de stroom boten op gang houden. Toch blijft de EU besluiteloos. De neiging van politici om vanuit hun buik te denken en niet met hun hoofd, heeft voor een ongezonde polarisatie en zwak beleid gezorgd.

pagina 6 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Wereldnieuws.indd 6

21-04-15 16:53


wereldnieuws Verenigde Staten

India

Prijzig presidentschap

Vrouwvriendelijk beleid

De vierjaarlijkse wedloop naar het Witte Huis is begonnen, de eerste kandidaten hebben zich ruim anderhalf jaar voor de beslissende dag, 8 november 2016, gemeld. En de kassa rinkelt nu al flink. Karl Rove, campagnestrateeg van George W. Bush in 1995-1996, maakte een kladsommetje met betrekking tot de kosten voor Republikeinse kandidaten om genomineerd te worden. Als de voortekenen niet bedriegen zullen daarvan in februari 2016 zes tot acht aan de start staan bij de voorverkiezingen in de eerste vier staten: Iowa, New Hampshire, South Carolina en Nevada. Eind juli 2016 wordt uiteindelijk in Cleveland (Ohio) de daadwerkelijke kandidaat aangewezen. De proefkandidaten moeten televisiezendtijd kopen, à 4 miljoen dollar per week. De meeste campagnes zullen ten minste vier weken duren. Alles bijeen zal de oorlogskas van iedere kandidaat in die eerste maand dus al met 20 miljoen dollar zijn geslonken. En dat is nog maar het begin: er zijn in de 46 andere staten nog 2338 gedelegeerden te verdelen. Nu is niet elke staat even duur: in Massachusetts bijvoorbeeld kost een week tv-spotjes 1,3 miljoen dollar, in Oklahoma slechts zo’n vier ton. Maar het smijten met geld begon al eerder. Zo had de Republikeinse kandidaat bij de verkiezingen van 2012 het jaar ervoor al 36,4 miljoen dollar uitgegeven van de 56,3 miljoen die hij in kas had, zodat hij het verkiezingsjaar moest ingaan met een schamele 20 miljoen dollar op de bank. Gelukkig is er altijd nog het Amerikaanse bedrijfsleven. (The Wall Street Journal, New York)

India staat niet bekend als geëmancipeerd land, maar door grote bedrijven worden nu stappen in de goede richting gezet. Multinationals als HCL, Bharti Intel, Dabur, Godrej Group en Tata Group voeren een steeds vrouwvriendelijker beleid in een poging talent vast te houden en de diversiteit onder het personeel te bevorderen. Ze bieden een boeket aan faciliteiten om het vrouwelijk personeel tevreden te stellen. Zo heeft een aantal bedrijven de duur van het betaalde zwangerschapsverlof verlengd, bij Dabur en Godrej van de wettelijke drie maanden in respectievelijk vier en

zes maanden. En bij Tata Chemicals krijgen jonge moeders de mogelijkheid om na het verlof voor flexibele werktijden te kiezen tot het kind één jaar oud is. ‘Ik zag dat vrouwen ontslag namen omdat ze de spanning tussen hun persoonlijk en hun beroepsleven niet aankonden,’ zegt Anita Kapoor (29), een stafmedewerker van de Godrej Group. ‘Maar mijn bedrijf bood me een volledig betaald moederschapsverlof van zes maanden aan. En toen ik als jonge moeder weer aan de slag ging, kreeg ik de keuze uit aangepaste werktijden.’ De Axis Bank heeft als beleid dat de

baan van een vrouw die het bedrijf verlaat, ook weer voor een vrouw wordt gereserveerd. Bharta Airtel heeft bij zijn vestigingen kinderdagverblijven ingericht. MTS India, een dochter van het Russische conglomeraat Sistema, probeert de veiligheid van het vrouwelijk personeel te waarborgen. Zo kunnen werkneemsters begeleiding krijgen als ze van huis naar werk gaan en andersom, en hebben vrouwen eigen parkeerplaatsen bij de werkplek. HCL biedt vrouwen coaching aan bij het combineren van de professionele en de huishoudelijke verplichtingen. (Hindustan Times, New Delhi)

Werkneemsters van Godrej op het hoofdkantoor in Mumbai. – © Rachit Goswami / Getty Images

Libya Herald, Tripoli Malta en Italië zijn eenzame stemmen in de Europese Unie die om een gezamenlijke strategie roepen om de stroom vluchtelingen uit Libië in goede banen te leiden. Er is kritiek op Italië vanwege het staken van de reddingsoperatie Mare

Nostrum, maar de Italiaanse marine is momenteel bezig IS te bestrijden aan de oostkust van Libië, vanwege dreigende aanslagen vanaf de zee en vanuit de bezette havens van Derna en Sirte.

Al Arabiya, Dubai ‘Het is genocide, niets minder dan genocide,’ aldus premier Joseph Muscat van Malta over de recente tragedie met vluchtelingen op de Middellandse Zee. ‘Bendes criminelen zetten mensen op een boot, soms onder dreiging van een

geweer... Ze dwingen hen om het pad van de dood te kiezen.’ Ondertussen roept Ban Ki-moon, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, wereldleiders op om de last van het opnemen van vluchtelingen te verdelen. Overheden moeten niet alleen vluchtelingen op zee redden, maar ook meer mensen asiel verlenen.

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 7

Wereldnieuws.indd 7

21-04-15 16:53


wereldbeeld

Berta Cáceres Eigenlijk was het een wonder dat Berta Cáceres op 20 april jl. de Goldman Environmental Prize kreeg toegekend. Niet omdat ze die niet verdiende, maar omdat haar vaderland Honduras levensgevaarlijk is voor activisten. Tussen 2010 en 2014 werden volgens The Guardian 101 van hen vermoord. Cáceres en haar organisatie Copinh kregen de belangrijkste milieuprijs ter wereld vanwege hun verzet tegen de bouw van een dam in de rivier de Gualcarque, het leefgebied van het Lenca-volk. Ondanks formidabele tegenstand – een internationale conglomeratie van bedrijven, een door de VS gesteunde politiemacht, machtige landeigenaren en privébeveiligers – boekte ze belangrijke successen. Zo trok het Chinese Sinohydro, de grootste dammenbouwer ter wereld, zich inmiddels terug uit het project. pagina 8 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Wereldnieuws.indd 8

21-04-15 16:53


controverse

Is porno kijken normaal? © Tiounine – Kommersant, Moskou

De Britse Labour-politicus Simon Danczuk kreeg veel bijval toen hij onlangs toegaf porno te kijken. Zelfs zijn eigen vrouw vond het prima. Toch staat niet iedereen te juichen.

The Daily Telegraph | Londen

Spiked | Londen

Op het eerste gezicht lijkt het bericht ‘Volwassen man kijkt onlineporno’ niet bepaald nieuws. Maar vorige week ontstond er grote ophef nadat Labour-parlementslid Simon Danczuk erbij werd gelapt door een kiezer toen hij een pornosite had toegevoegd aan zijn favorieten op Twitter. Toen hij in een radio-interview werd ondervraagd over de kwestie, gaf Danczuk (48) toe: ‘Als me gevraagd wordt of ik ooit naar porno heb gekeken, dan is het antwoord: ja. Ik ben een man van de wereld en porno maakt deel uit van het leven.’ ‘Ik heb er hartelijk om gelachen,’ voegde hij eraan toe. ‘Het is niet bepaald een politieke halszaak. Ik denk dat de mensen politici willen die in de echte wereld leven.’ Maar is dat waar? We hebben het per slot van rekening over de politiek, waarin critici met een agenda altijd op zoek zijn naar een schandaaltje, vooral als er verkiezingen op komst zijn. De reactie van het publiek was veelbetekenend. Afgezien van religieuze en antipornogroeperingen kon het de meeste mensen geen lor schelen. Zelfs diegenen die Danczuks bloed wel kunnen drinken, leken op zich geen morele bezwaren te hebben tegen het kijken naar porno. Ze vonden het alleen erg dat Danczuk het misschien onder werktijd had gedaan, op zijn werkcomputer of – het allerergst – op kosten van het parlement. In een ongebruikelijke reactie voor een vrouw die heeft ontdekt dat haar man naar porno kijkt, schoot Karen Danczuk haar echtgenoot te hulp. Ze tweette: ‘Is het echt zo erg als iemand naar porno kijkt? Kom op, als je het zelf niet doet, wordt het hoog tijd. Het is gezond.’ Maar alle gekheid op een stokje: waarom verrast het iemand dat een mannelijk parlementslid naar porno kijkt? Het recente rapport van de Children’s Commissioner, ‘Porno is overal’, toonde aan dat kinderen van nog geen tien tegenwoordig regelmatig naar harde porno kijken. Denken we dat onze parlementsleden op een hoger moreel niveau staan dan alle andere mannen? Wie zijn energie verspilt aan het aan de schandpaal nagelen van Danczuk, moet beseffen dat juist deze victoriaanse houding bijdraagt aan de problemen die onze maatschappij heeft met pornogebruik. Mijn werk als pornovoorlichter heeft dat bewezen. Ik praat op scholen met tieners over pornografie. Mijn openingszet is: ‘Hallo, ik heet Martin en ik trek me af.’ Daarna vertel ik dat ik al porno kijk vanaf mijn tiende, toen ik de ‘vieze boekjes’ van mijn vader onder zijn bed vond. Dan vraag ik iedereen, inclusief de leraren, om hun hand op te steken als ze ooit naar porno hebben gekeken. Bijna alle handen gaan omhoog. En als de kinderen de hand van hun leraren aarzelend de lucht in zien gaan, hebben we het begin van een open en gezonde dialoog over porno in de eenentwintigste eeuw. Dankzij de eerlijkheid van Danczuk kan ik nu tegen mijn publiek zeggen: ‘Jullie leraren doen het, rechters doen het en zelfs onze parlementsleden doen het.’ Martin Daubney

Schaamte wordt ondergewaardeerd. Niemand schaamt zich meer. Neem Labour-parlementslid en zelfverklaard koning van de Britse werkende klasse Simon Danczuk, die openlijk heeft toegegeven dat hij naar porno kijkt. Commentatoren feliciteerden Danczuk alsof hij uit de kast was gekomen. In de Telegraph riep Martin Daubney hem uit tot de eerlijkste politicus van Groot-Brittannië. Dit schandaaltje laat zien dat porno heel aanvaardbaar is geworden. Soortgelijke onthullingen, een paar weken geleden, over drie rechters die tijdens het werk een kijkje hadden genomen op ondeugende sites, werden met eenzelfde ‘hebben we niet allemaal…’-nonchalance ontvangen. Afgezien van bezorgdheid over het gemak waarmee kinderen toegang hebben tot de meest expliciete beelden, lijkt het erop dat porno officieel het nieuwe normaal is geworden. Tegenwoordig moet je óf een preutse bejaarde zijn óf een verstokte, radicale feministe om tegen porno te zijn. En inderdaad hebben feministes uit de jaren tachtig het tegenwoordig zwaar te verduren, gedeeltelijk vanwege hun oppositie tegen de seksindustrie. Ja, er is nog steeds bezorgdheid over het vermeende vrouwonvriendelijke effect van de ‘mannelijke blik’ van heteroporno. Maar zelfs de meest overtuigde feministen vinden porno op zich prima, als het maar om een van de ‘ethische’ alternatieven gaat. Maar deze nieuwe laat-je-lekker-gaan-tolerantie jegens porno is niets om over te juichen. Dat mensen de vrijheid moeten hebben om hun smartphone in hun linkerhand te houden in de privacy van hun eigen huis, een toilethokje of het kantoor van een kiesdistrict, betekent nog niet dat je er geen oordeel over mag hebben. De mensheid is er niet best aan toe als ons natuurlijke verlangen naar prikkeling het wint van ons vermogen dat andere, belangrijkere orgaan te gebruiken om tot de conclusie te komen dat het misschien niet het meest constructieve of eerbare is om je tijd aan te besteden. Er zit iets vunzigs aan het feit dat porno mainstream is geworden. Niet alleen wordt het nu als oké beschouwd, het is ook echt een gespreksonderwerp. Jonge mensen praten openlijk over het soort porno waar ze van houden. Nee, porno perverteert de geest niet, maar dat betekent niet dat er niets mis mee is. Porno is seks op een vervreemdend en voyeuristisch niveau. Het ongeremd najagen van seksuele zelfbevrediging wijst op een diepgewortelde crisis van de intimiteit. Van oudsher was porno iets dat je verborgen hield. Dat kwam niet alleen door de bekrompen maatschappij, maar ook door het besef dat echte seksuele betrekkingen, met echte mensen, veel bevredigender waren. De schaamte na het aftrekken werkt als een moreel correctiemiddel. Als we die kwijtraken, is dat voor ons eigen risico. Tom Slater

Martin Daubney

Martin Daubney was jarenlang hoofdredacteur van het mannenblad Loaded. Tegenwoordig werkt hij voor de Telegraph en Sky News, en geeft hij jongeren voorlichting over pornografie.

toM Slater

Tom Slater is redacteur bij Spiked. Hij schreef eerder voor Time Out, Total Film en The Independent over film en entertainment.

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 9

Controverse.indd 9

21-04-15 17:42


dossier

iran

Basisakkoord VS en Iran

Is er licht? Na de nucleaire deal Veel IraniĂŤrs zijn blij met de toenadering tussen de twee aartsvijanden. Ze hopen op een herstel van de economie. Zien licht en toekomst als alle sancties worden afgeschaft. Het Westen worstelt met de nieuwe verhouding. Zou het land een betere partner zijn dan Saoedi-ArabiĂŤ? Valt er iets te verwachten van de oppositie? En: hoe gevaarlijk zijn Irans geopolitieke ambities, die de soennitische wereld doen huiveren? Artikelen onder andere uit The Guardian, Der Spiegel, Now en The National.

pagina 10 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Dossier.indd 10

21-04-15 16:09


na de nucleaire overeenkomst

dossier

Theatergezelschap AV voert Melpomene op in de ondergrondse thermale baden van Teheran. – Š Jeremy Suyker

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 11

Dossier.indd 11

21-04-15 16:09


dossier

iran

Duivels dilemma Moeten de westerse landen verdere toenadering zoeken tot Iran, met het risico Saoedi-Arabië en zijn bondgenoten van zich te vervreemden?

The Guardian | Londen

V

ele jaren geleden zei Sir Julian Bullard, een grand seigneur van de oudere generatie bij Buitenlandse Zaken, tegen ambitieuze nieuwe diplomaten dat de beste manier om Duits te leren was om Nietzsches epigrammen te lezen. Ik weet niet of veel van hen dat advies ter harte hebben genomen, maar ik heb er in elk geval een gelezen, en die luidde: Wenn du lange in einen Abgrund blickst, blickt der Abgrund auch in dich hinein, wat betekent: als je maar lang genoeg in een afgrond kijkt, kijkt de afgrond ook in jou. Wat voor die afgrond geldt, geldt ook voor de Golf.

Tweesprong

De situatie in het Golfgebied is aan het veranderen. Een oude, ziekelijke Saoedische koning overlijdt en wordt opgevolgd door zijn oude, ziekelijke halfbroer, precies op het moment dat de Houthi-rebellen belangrijke successen behalen in Jemen. Intussen breken vertegenwoordigers van meer dan twintig landen – waaronder Engeland, de VS en Irak – zich het hoofd over de aanpak van de Islamitische Staat, waarbij Bagdad voor deze strijd meer steun wil van zijn westerse bondgenoten. Geconfronteerd met zo veel veranderingen in het Midden-Oosten lijken de westerse mogendheden op een tweesprong te staan. Nog niet zo lang

geleden wilden we Syrië gaan bombarderen om het regime van Assad te verdrijven. Nu, nog maar anderhalf jaar later, lijkt de voortzetting van dat regime voor de westerse politiek in de regio een noodzaak, zij het een nogal onaangename, wil men de veel gevaarlijkere dreiging van IS kunnen indammen of uitschakelen. Tegelijkertijd is onze houding ten aanzien van Iran ook veranderd. Tot mijn verbazing hoorde ik vorige week een collega van me beweren dat de gedachte dat Iran in het Golfgebied een stabiliteitsfactor van belang was, nu gemeengoed is geworden. Maar onze houding is nog niet zó veranderd dat we Iran als bondgenoot aanvaarden in Irak en Syrië. Dat is een lastige situatie. En nog steeds gaan er stemmen op van invloedrijke mensen in de VS en elders die net als de Saoedi’s waarschuwen voor de Iraanse expansiedrift. Diezelfde mensen hebben altijd de vermeende hervormingsdrift van koning Abdoellah geprezen, maar hebben ook altijd het onaangename feit genegeerd dat veel van het ergste islamitische extremisme en terrorisme van de afgelopen twintig jaar via financiering en religieuze invloeden uiteindelijk te herleiden valt tot Saoedi-Arabië. In deze situatie begint de staat die we gewoontegetrouw als onze vijand zien (Iran) meer op een potentiële vriend te lijken, en de staat die we als bondgenoot behandelen steeds meer op een vijand, en anders wel op het soort vriend dat vijanden overbodig maakt.

Het is onverstandig hoge verwachtingen te hebben van een alliantie met Iran in de strijd tegen IS

Het is zeer waarschijnlijk onverstandig om al te hoge verwachtingen te hebben van een mogelijke alliantie met de Iraniërs in de strijd tegen IS. We moeten openstaan voor het scala aan mogelijkheden dat zich aandient bij de naderende verzoening met Iran; dat is een van de weinige lichtpuntjes in het verder zo donkere plaatje. Maar het Iraanse leger is niet zo sterk als de andere legers in de regio; hun Revolutionaire Garde is goed getraind en zeer competent, maar die kan waarschijnlijk niet veel meer doen dan ze nu al doen in Syrië en Irak. Als Iran al zou kunnen helpen, dan zou het waarschijnlijk niet in het belang van een stabiliteit op de langere termijn zijn, omdat een grootschalige interventie door het sjiitische Iran in Irak en Syrië alleen maar verder verzet zou aanwakkeren van soennitische Arabische groeperingen. De sleutel tot succes tegen IS ligt in het aanmoedigen van soennitische Arabieren om zelf IS te verwerpen, net zoals ze vanaf 2007 Al-Qaida in Irak verwierpen en bestreden in samenwerking met de Amerikaanse troepen. Helaas slonk na het succes van die aanpak de westerse steun en werd de relatie met die soennitische Arabische elementen minder innig, en dat is deels de reden dat we nu IS hebben. Het herstel van die relaties zal moeilijk zijn, omdat de soennieten het gevoel hebben dat het Westen hen heeft verraden.

Stabiliteit

Wanneer we ons beleid formuleren voor een gebied met toenemende sektarische conflicten, is het des te belangrijker dat we duidelijk en ondubbelzinnig ons streven naar stabiliteit uitspreken – vooral ons streven om niet alleen IS en Al-Qaida uit de weg te ruimen maar ook, voor zover mogelijk, de oorzaken van het ontstaan van die

© Graff, Noorwegen

groeperingen. En nu kom ik terug op Bullard en op Nietzsche: de Golf kijkt ook in jou – met andere woorden: de spanningen in de regio verlangen van ons om ons beleid opnieuw te overwegen. Stabiliteit in het Golfgebied is wat we zeggen te willen, en in veel analyses en commentaren wordt dat als een gegeven gezien. Maar willen we dat echt? Hoe graag willen we dat? Willen we het bijvoorbeeld graag genoeg om onze zogenaamde bondgenoten aan de zuidkust van de Golf van ons te vervreemden, en hun het recht op

pagina 12 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Dossier.indd 12

21-04-15 16:09


dossier

na de nucleaire overeenkomst

Of vinden we dat onze belangen het best gediend worden met wapenverkopen aan Golfstaten?

voordelige wapenaankopen te ontzeggen? Want dat zou gebeuren als we die landen zouden aanpakken die een rol spelen bij het financieren van de radicaalste destabiliserende groeperingen van soennitische extremisten, zoals IS en Al-Qaida. Velen zijn van mening dat de extremistische soenna-ideologie van IS slechts één stapje verder gaat dan het wahabisme dat de basis vormt van Saoedi-Arabië. Dit extremisme is de drijvende kracht achter het oplaaiende sektarische conflict tussen de soennieten en de sjiieten, dat tot een ramp van een tot dusver ongekende schaal zou kunnen leiden. Of vinden we eigenlijk, los van alle mooie woorden, dat onze nationale belangen het best gediend worden met wapenverkopen aan Saoedi-Arabië en de andere Golfstaten? Knijpen we een oogje dicht voor de extremistische sympathieën en het financieren van extremistische groeperingen, en staan we daarmee in feite toe dat deze staten tegelijk met onze wapens onze buitenlandse politiek kopen? Koop het een, krijg het andere er gratis bij.

Julian Bullard zou die laatste optie nooit hebben aanbevolen, denk ik. Het zou toch duidelijk moeten zijn dat het catastrofale consequenties heeft voor de stabiliteit in de regio en voor onze eigen belangen als we één partij in het sektarische conflict door dik en dun steunen. Maar het lijkt alsof dat de strekking is van het beleid dat in ieder geval enkele elementen in de huidige regering voorstaan. Als Engeland in de toekomst nog enig krediet wil hebben in deze regio, moeten die elementen in toom worden gehouden. Michael Axworthy

Stabiliteit in het Golfgebied is wat we zeggen te willen

SENAAT VS DWINGT MEDEZEGGENSCHAP AF Het akkoord dat op 2 april jl. in Genève in beginsel werd bereikt tussen Iran enerzijds en de VS, Rusland, China, Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland en de Europese Unie anderzijds, behelst de beperking van de Iraanse nucleaire capaciteit. Het land zal de komende vijftien jaar een beduidend kleinere hoeveelheid uranium mogen verrijken voor de opwekking van elektriciteit, en dat ver beneden het niveau van verrijking dat is vereist voor het vervaardigen van een kernwapen. De details van de overeenkomst moeten vóór 30 juni worden geregeld. Teheran stemt in met het toezicht op de naleving van het akkoord door het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) van de VN in Wenen. In ruil voor de

Iraanse toezegging worden na de ondertekening van het akkoord alle economische sancties opgeheven die de Veiligheidsraad van de VN in de loop der jaren tegen Iran trof. Bijkomende sancties die door de VS en de EU aan het land werden opgelegd, zullen eveneens successievelijk worden afgebouwd. De Republikeinse meerderheid in de Amerikaanse Senaat heeft inmiddels een wet afgedwongen waarin goedkeuring van het Congres over de uiteindelijke overeenkomst met Iran is vastgelegd. In de commissie voor buitenlandse betrekkingen stemden zowel de Republikeinen als de Democraten na lange onderhandelingen voor een versie van de wet, waarmee ook president Barack Obama – zij het ‘niet juichend’ – akkoord

kon gaan. Zo verdween uit het wetsvoorstel de eis dat Iran vóór de ondertekening van het verdrag moest kunnen aantonen dat het niet langer kon worden beschouwd als een staat die terroristen steunt. Daarmee werd de angel uit het voorstel gehaald. Indien de Senaat, tegen alle verwachtingen in, alsnog het akkoord met Iran zou verwerpen, zou Obama genoodzaakt zijn daar zijn veto over uit te spreken. Het akkoord zou dan in tweede lezing aan het Congres moeten worden voorgelegd, en dan slechts met een tweederde meerderheid kunnen worden verworpen. Gezien de machtsverhoudingen in het Congres wordt die uitkomst voor vrijwel onmogelijk gehouden.

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 13

Dossier.indd 13

21-04-15 16:09


dossier

iran

‘Volksmilities’ gekloond voor export naar de regio Now. | Beiroet

De meeste mensen leggen de nadruk op het ‘islamitische’ van de revolutie. Daarmee richten ze zich op het opleggen van strikte religieuze regels aan de samenleving en het gaandeweg vestigen van een islamitisch bestuur. Maar wanneer Iraanse functionarissen het hebben over het exporteren van de revolutie, hebben ze veelomvattendere en specifiekere structuren op het oog die ze in het buitenland willen klonen. Op die structuren, die inmiddels zichtbaar zijn van Jemen tot aan Libanon, doelde Soleimani. Een aan de IRGC gelieerde Iraanse site illustreerde dit punt door in te gaan op de plannen van Abdul Malik al-Houthi [de leider van de Jemenitische rebellen] voor de overwinning van de ‘revolutie’ in Jemen. Deze bevatten belangrijke elementen van het Iraanse revolutionaire model, zoals de rol van ‘volkscomités’ bij het ‘beschermen van de revolutie’ en ‘het versterken van de veiligheidsfundamenten’ door degenen die ‘zich verzetten tegen de revolutie’ te vervolgen.

Door het oprichten van volkscomités en paramilitaire troepen verwerft Iran steeds meer invloed in het Midden-Oosten.

T

ijdens een bijeenkomst, vorige maand, ter gelegenheid van de zesendertigste verjaardag van de islamitische revolutie in Iran, glunderde Qasem Soleimani, commandant van de Quds-brigade van de Iraanse Revolutionaire Garde (IRGC): ‘Wij zijn getuige van de export van de islamitische revolutie naar de hele regio. Van Bahrein en Irak tot aan Syrië, Jemen en NoordAfrika.’ Hoewel er vaak over ‘de export van de islamitische revolutie’ wordt gesproken, wordt het begrip maar zelden helder gedefinieerd en begrepen.

Iran en het Midden-Oosten ARMENIË AZERBEIDZJAN

OEZBEKISTAN

Kaspische Zee

TURKIJE

TURKMENISTAN

Teheran SYRIË CARTE LIBANON Hezbollah Damascus Bagdad ISRAËL Hamas JORDANIË IRAK

IR A N Fordo Natanz Arak Anarak Isfahan Ardakan Saghand Ahvaz KHUZESTAN KOEWEIT Buchehr

Pe

Gachin

rz

is ch

EGYPTE

BAHREIN

Ro de

ze

e

JEMEN

ERITREA

Zone onder controle van IS

ol f

Derde kind

Vorig jaar verklaarde brigadegeneraal Hossein Hamedani van de IRGC dat ‘door het oprichten van de Basij in Irak daar nu het derde kind van de revolutie wordt geboren, in navolging van Syrië en Libanon’. Hamedani doelde op de Iraakse ‘volksmobilisatie-units’ oftewel hashd, het Arabische woord voor basij. Deze units, die worden geleid door Abu Mahdi al-Muhandis – misschien wel de belangrijkste vazal van Qasem Soleimani in Irak, en hoofd van de Kataib Hezbollah-militie – vormen de tweede parallelle structuur van de Iraakse veiligheidstroepen, samen met op Hezbollah geënte milities die worden ondersteund door de IRGC. Op diezelfde manier werden in 2012 volkscomités opgericht in Syrië, evenals het ‘Volksleger’ – beide rechtstreeks gemodelleerd naar het Iraanse Basijvoorbeeld, zoals Iran openlijk toegaf. ‘Wij geloven sterk in een volksdefensie,’ aldus Hamedani van de IRGC. ‘Toen het volk zich in Syrië aan de kant van het leger schaarde, veranderde de situatie ten gunste van het verzet.’ Het geëxporteerde model van revolutionaire organen die zij aan zij optrekken

V.A.E. OMAN

Saoedische interventiemacht

SOEDAN

Arabische bondgenoten van Iran

eG

PAKISTAN

QATAR

SAOEDI-ARABIË

Tegenstanders van Iran: Turkije, soennitische Arabische landen, Israël

AFGHANISTAN

Deze volkscomités, die tot taak hebben de orde op straat te handhaven en de ontluikende revolutie te helpen consolideren, herinneren aan de diverse revolutionaire instrumenten in Iran, zoals de ‘revolutionaire comités’, maar ook de paramilitaire troepen van de Basij. De Basij, ook wel bekend als de ‘volksmilitie’, werd in 1980 opgericht en is een symbool van de islamitische revolutie. Dit voorbeeld klonen de Iraniërs momenteel in Syrië, Irak en Jemen.

Sjiitische minderheid in soennitische staat Samenwerkingsraad van de Arabische Golfstaten

Golf van Oman

500 km De belangrijkste nucleaire sites in Iran (onderzoekscentrum, reactor, mijn) Instabiele regio in Iran: opstand van soennitische minderheid

‘Wij geloven sterk in een volksdefensie’

met het reguliere leger, en die tegelijkertijd de operaties daarvan bepalen, werd voor het eerst geïmplementeerd en geperfectioneerd in Libanon, in de vorm van Hezbollah. Ali Akbar Velayati, buitenlandadviseur van de hoogste Iraanse leider Ali Khamenei, verklaarde onlangs tegenover een Houthi-delegatie in Teheran dat hij voor de Iraakse Ansar Allah-militie ‘een zelfde rol zag weggelegd als voor Hezbollah in Libanon’. Hoe dan? Door ‘samen’ met het leger op te trekken. En op die manier staat het leger ‘aan de kant van het volk’. Dit is het model dat de revolutionaire kliek in het buitenland heeft willen klonen sinds de geboorte van de islamitische revolutie in Iran. Dit is precies hoe Hezbollah tot stand kwam – als een verlengstuk van de revolutionaire instrumenten die tussen 1971 en 1981 het licht zagen in Iran. Deze instrumenten werden gevolgd door andere: in Libanon werden talrijke Iraanse culturele en economische instituties gekopieerd, zoals ‘Opbouw Jihad’. Nu lijkt Opbouw Jihad Syrië binnen te trekken op de rug van de Basij, zoals Hamedani van de IRGC onlangs verklaarde: ‘“Opbouw Basij” in Syrië is een feit.’ Dus het gesnoef van Soleimani is niet retorisch. Wanneer hij het over het exporteren van de islamitische revolutie heeft, doelt Soleimani op een heel specifiek voorbeeld. Het is het voorbeeld dat de revolutionairen van Khomeini zesendertig jaar geleden voor het eerst in Libanon gaven door de diverse instrumenten te klonen die in Iran opbloeiden terwijl het islamitische revolutionaire regime zijn macht consolideerde. Tony Badran

Tony Badran doet onderzoek voor de Foundation for Defense of Democracies (FDD) in Washington, in het bijzonder naar Libanon en Syrië en het beleid van de VS met betrekking tot deze landen. Hij is geboren en getogen in Libanon en publiceert onder meer veel over Hezbollah.

COURRIER INTERNATIONAL

pagina 14 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Dossier.indd 14

21-04-15 16:09


dossier

na de nucleaire overeenkomst

De oppositie houdt zich koest Tehran Bureau | Londen

Van de Groene Beweging, die furore maakte na de betwiste verkiezingsoverwinning van Mahmoud Ahmadinejad in 2009, horen we weinig meer. © Danziger, Verenigd Koninkrijk de Dieu.” Dessin de Danziger, Etats-Unis.

Ongezonde geopolitiek -

The National | Abu Dhabi

Volgens de soennitische Arabieren zal Iran altijd een bedreiging vormen voor zijn buren, of het nu kernwapens kan produceren of niet.

H

et commentaar dat [de Saoedische] prins Turki Al Faisal onlangs leverde op het Iraanse nucleaire programma onderstreept de toenemende invloed van Iran op de regio. Voor de camera’s van de BBC verklaarde het voormalige hoofd van de Saoedische veiligheidsdienst dat iedere concessie aan Iran door de internationale gemeenschap tijdens de laatste ronde van de nucleaire onderhandelingen het risico van een regionale wapenwedloop zou vergroten.

Netwerk

Uit de woorden van de prins blijkt hoezeer de strategische invloed van Iran is gegroeid. Van Beiroet tot Sana en van Damascus tot Bagdad heeft Teheran een netwerk van directe en indirecte macht gevestigd in de conflictgebieden in het Midden-Oosten. Iran is in staat bijna naar eigen goeddunken te interveniëren in complexe politieke situaties, zij het meestal op weinig nuttige wijze. In de strijd tegen IS lijken de doelstellingen van Iran overeen te komen met die van de door de VS geleide coalitie – althans voorlopig –

maar dat kan niet worden gezegd van de Iraanse ambities in landen als Jemen. Laten we duidelijk zijn over de aard van de nucleaire dreiging. Al blijft het sterke vermoeden bestaan dat de Islamitische Republiek kwade bedoelingen heeft, er is geen concreet bewijs dat Iran binnen een jaar in staat zal zijn een kernkop te produceren. Zoals prins Turki terecht opmerkte, speelt Iran overal in de Arabische wereld een ontwrichtende en storende rol, ongeacht de vraag of het kernwapens kan produceren. De directe bemoeienis van het land met Jemen, Syrië, Irak en elders heeft voor een reeks hardnekkige problemen gezorgd. Teheran wil niet van wijken weten, ook al maken de sancties het dagelijks leven van de gemiddelde Iraniër vrijwel onmogelijk. Aan deze regionale realiteit heeft het Iraanse leiderschap echter geen boodschap. Ondanks de moeilijkheden in het land blijven Iraanse toppolitici en militaire leiders snoeven dat de Islamitische Republiek geopolitiek nog nooit zo gezond is geweest. Nu iedereen er zo op is gebrand de nucleaire ambities van Teheran te temperen, wordt er minder aandacht besteed aan de agressieve buitenlandse interventies van Iran. Op zichzelf zal de beëindiging van het streven van Iran naar een kernwapenprogramma de dreiging van het land dus niet wegnemen – maar het zal die misschien wel afzwakken.

Maar dood is het verzet niet.

B

ij deelnemers aan de antiregeringsprotesten van november 2009 roept het Azadiplein in Teheran pijnlijke herinneringen op. Vlak bij de 45 meter hoger ‘vrijheidstoren’ – vaak het centrum van de demonstraties – zat de 59-jarige Golnar op gedempte toon te bidden, toen een bende Basij [onderdeel van de Revolutionaire Garde] de ramen van de kelder kapotsloeg waarin zij zich met een handjevol mededemonstranten had verstopt om aan arrestatie te ontkomen. Een kilometer verder naar het oosten, op het Enghelabplein, in de buurt van de Universiteit van Teheran, herinnert de 31-jarige Amir Hossein zich hoe hij voorkwam dat een vrouw werd aangerand, door straatstenen naar de geüniformeerde mannen te gooien die haar over de straat sleurden. En wanneer de 30-jarige Houshang langs de bioscoop op het naburige Vali-e-Asrplein rijdt, beschrijft hij hoe hij zag dat een demonstrant werd doodgereden door een busje van de oproerpolitie. Meer dan vijf jaar na de betwiste herverkiezing van Mahmoud Ahmadinejad en de anderhalf jaar durende golf van prodemocratische demonstraties waartoe die leidde, herinneren nog maar weinig dingen aan de volkswoede. De verslechterende economische situatie en de repressieve politieke sfeer in de laatste jaren van de regering-Ahmadinejad sloegen iedere hoop op een democratische opening de bodem in. De verkiezing van de gematigde president Hassan Rouhani betrok de miljoenen hervormings-gezinde stemgerechtigden die eerdere verkiezingen hadden geboycot weer bij de Iraanse politiek, al zeggen velen dat de nieuwe regering haar beloften van sociale verandering tot dusver niet heeft waargemaakt.

Grote dromen

Op 14 februari herdachten de aanhangers van de Groene Beweging [de prodemocratische oppositie] hoe hun symbolische leiders, de voormalige premier Mir Hossein Mousavi, de voormalige parlementsvoorzitter Mehdi Karroubi en Mousavi’s vrouw Zahra Rahnavard, vier jaar geleden door Iraanse veiligheidsagenten werden gearresteerd, wat destijds tot heftige protesten leidde die samenvielen met prodemocratische demonstraties in Tunesië en Egypte. Na de teleurstellingen van de afgelopen jaren vrezen de prodemocratische krachten in Iran dat de energie die vrijkwam als gevolg van de demonstraties van 2009 uit de samenleving is weggeëbd. Velen beschuldigen Rouhani ervan dat hij geen serieuze plannen voor politieke verandering heeft, en stellen dat de hervormingsgezinden, die voortdurend onder druk worden gezet door de Iraanse leiders, er niet in zijn geslaagd met een eigen draaiboek te komen om de situatie te verbeteren. ‘Het is logisch dat je gedeprimeerd raakt wanneer je die idealen hebt, en ze op de een of andere manier niet gerealiseerd worden,’ erkent de 29-jarige Anahita, die zegt dat ze aan bijna alle demonstraties van de Groene Beweging in de periode van 2009 tot 2011 heeft deelgenomen. ‘Vijf jaar geleden gingen we de straat op en hadden we grote dromen, die niet zijn uitgekomen. Ik voel momenteel geen bijzondere aandrang om naar de Akhtarstraat

‘Het is logisch dat je gedeprimeerd raakt wanneer je idealen niet gerealiseerd worden’

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 15

Dossier.indd 15

21-04-15 16:09


dossier

iran Nieuw leven

‘De angst voor IS onderdrukt radicale impulsen’

te gaan [waar Mousavi wordt vastgehouden] en luidkeels te protesteren. Het juiste moment moet nog komen, zover is het nog niet.’ Tijdens een controversiële toespraak die via sociale media door tienduizenden mensen werd gevolgd, zei de prominente hoogleraar sociologie Yousef Abazari dat zich in de nasleep van de demonstraties van 2009 een verandering voltrok in de verhouding tussen het volk en de regering, een mechanisme dat hij als ‘identificatie met de agressor’ betitelde. ‘Wat er gebeurt, is dat deze regering een hand probeert uit te steken naar mensen die totaal ontgoocheld zijn door de politiek,’ aldus Abazari. ‘Daardoor kunnen regering en volk één worden, en bedreigt geen van beide de ander.’

© Chappatte, Le Temps, Genève

Woordvoerders van de oppositie betogen dat het volk nog steeds verandering wil, ook al heeft de repressieve sfeer van na 2009 de vorming van een georganiseerde beweging verhinderd. Sommige activisten zien de parlementsverkiezingen van volgend jaar als een manier om uit het politieke moeras te komen. Ze hopen dat als hervormingsgezinde en gematigde kandidaten maar genoeg stemmen krijgen, de fundamentalistische invloed in het parlement zal afnemen. Succes van de nucleaire onderhandelingen is een absolute voorwaarde om de Groene Beweging weer nieuw leven in te blazen in de aanloop naar de parlementsverkiezingen, zegt iemand van het Islamic Iran Participation Front (IIPF) die na de demonstraties van 2009 gevangen werd gezet. De levensvatbaarheid van de Groene Beweging hangt in belangrijke mate af van factoren buiten de landsgrenzen. De agressie van de Islamitische Staat in Syrië en Irak, waar Iran anti-ISstrijders actief ondersteunt, heeft de conservatieve politici in het land in de kaart gespeeld. ‘We hebben een groep bloeddorstige maniakken die onze westgrens naderen en Iran willen vernietigen. Dat is angstaanjagend,’ aldus een socioloog van de Universiteit van Teheran. ‘Deze angst onderdrukt radicale impulsen, omdat straatoproer en politieke instabiliteit de veiligheid zouden ondermijnen. Egypte, Syrië en Libië hebben allemaal last van ernstige problemen na hun democratische revolutie. Dat alles heeft negatieve gevolgen voor de Groene Beweging en heeft de motivatie doen afnemen.’ Vorige maand heeft de hoofdaanklager in Teheran alle media in de hoofdstad verboden nieuws te publiceren over oud-president Khatami, die eerder de bijeenkomsten van diverse hervormingsgezinde politieke groeperingen had gesteund. Elke krant die het verbod zou overtreden werd met sluiting bedreigd, hetgeen op de sociale media leidde tot felle protesten door de aanhangers van Khatami. De socioloog van de Universiteit van Teheran interpreteert deze spontane actie als een teken van het toekomstige potentieel van de Groene Beweging. ‘In niet meer dan een etmaal hebben dertigduizend mensen een Facebookpagina met de titel “Wij zijn de Khatami-media” geliket,’ zegt hij. ‘Is dít een dode wbeweging?’

Verlangen naar moederland en familie Miljoenen veelal hoogopgeleide Iraniërs verlieten hun land sinds de Islamitische Revolutie van 1979. Een nucleaire deal zou hen kunnen aansporen om weer terug te komen. Christian Science Monitor | Boston

I

n het boven een luxe winkelcentrum gevestigde restaurant Leon in Teheran kun je fantastische steaks eten. Met zijn grote schilderijen, open haard en jazzmuziek is het een plek waar je heen gaat om gezien te worden. Dus wanneer de rekening komt, weet Salar – pronkend met een wilde haardos met veel gel, een modieus geruit hemd en een leren polsband – precies wat hij moet doen. De in Engeland opgeleide 31-jarige Iraanse belegger geeft de ober zijn betaalpas. Dan meldt hij hem zijn pincode op zo’n luide toon dat iedereen het kan horen, wat in Iran een gebruikelijke manier van doen is, maar elders ondenkbaar. ‘Toen ik net terug was uit Engeland kon ik niet geloven dat mensen in Iran hun pincode rondbazuinden. Nu doe ik het zelf soms ook,’ vertelt Salar (een pseudoniem). Zijn terugkeer naar Teheran maakt deel uit van een omgekeerde braindrain die verband houdt met de verkiezing van Hassan Rouhani tot president in juni 2013. Het rondbazuinen van je pincode is maar een van de vele eigenaardigheden die worden overgenomen door de jonge, in het buitenland opgeleide academici die hun goede vooruitzichten in het Westen hebben opgegeven om hier te leven en te investeren.

Minderheid

Natuurlijk vormen repatrianten zoals Salar nog een minderheid. Hoewel de Iraanse overheid al tien jaar probeert om de Iraanse diaspora van misschien wel vijf miljoen mensen terug naar huis te lokken – om hun geld en expertise te kunnen gebruiken, maar niet hun verwesterde politieke ideeën – houdt de brain-

drain nog steeds aan. Rouhani is voorstander van een opendeurpolitiek voor de repatrianten, die hij een ‘enorme aanwinst’ noemt met ‘liefde voor hun vaderland’. Maar veiligheidsdiensten, die het vaak oneens zijn met de president, bieden weerstand en schrikken toekomstige repatrianten af door een aantal geruchtmakende arrestaties en detenties onder mensen die zijn teruggekeerd. ‘Zo’n 85 procent van de vrienden met wie ik ben opgegroeid zit niet hier, maar in Australië, Frankrijk, de VS of Wenen,’ aldus Salar, die zichzelf ook nog wel eens afvraagt of hij in Dubai niet beter af zou zijn. ‘Maar zijn ze wel gelukkig? Dat aantal is uiterst klein.’ Salar vroeg ons zijn echte naam niet te gebruiken, dan kon hij openhartiger spreken; het door hem gekozen pseudoniem betekent ‘groot man’. In augustus 2014 keerde hij terug na bijna zes jaar in Engeland, waar hij bedrijfskunde had gestudeerd en samen met zijn broer had belegd in een activaportefeuille waarmee ze hun studieschuld konden afbetalen. Maar het verlangen naar moederland en familie bleef, evenals dat naar zijn geboortehuis in Teheran, waar hij nu woont. ‘Het politieke landschap [in Iran] deed er niet toe. Langzaam kwam ik tot het besluit om terug te komen, om dichter bij het land te zijn. De verkiezingen hebben dat proces versneld,’ vertelt Salar.

In de jaren negentig bereikte de braindrain een piek

pagina 16 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Dessin deChappatte paru dansLe Temps, Genève.

Dossier.indd 16

21-04-15 16:10


dossier

na de nucleaire overeenkomst

Het verlies van de academische elite kost 40 miljard dollar per jaar

Studenten in de Garage Grill in Teheran – © Getty Images

‘De verkiezing van Rouhani en het openen van de dialoog met de VS heeft een reusachtig psychologisch effect op het land,’ zegt Rouzbeh Pirouz, opgeleid aan Harvard en oprichter van de Iranian Business School, een elitaire MBA-opleiding in Teheran.

Dure uittocht

De uittocht van jong talent sinds de Islamitische Revolutie van 1979 is Iran duur komen te staan. Cijfers van het Migration Policy Institute, gepubli-

ceerd op de website Ireconomy, laten zien dat in de jaren zeventig 67.000 mensen het land verlieten, en een decennium later nog eens 280.000. In de jaren negentig werd het een ware exodus, toen 2.100.000 mensen het land verlieten. In het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw nam de emigratie af. Maar het IMF zet Iran steevast boven in de lijst van landen die hun academische elite kwijtraken. Dat kost 40 miljard dollar per jaar, zo hebben overheidsfunctionarissen in 2006 berekend. Cijfers van de Wereld-

bank laten zien dat de nettomigratie tussen 2010 en 2014 weer is gestegen tot 300.000. ‘Het is paradoxaal. Veel jonge mensen die hier zijn opgegroeid, die nooit het land hebben verlaten, willen nu graag weg,’ aldus Pirouz. Degenen die nu weg willen, komen vaak uit de middenklasse en hebben een zeer geromantiseerd

beeld van het leven in het Westen.’ Aan de andere kant zijn er Iraniërs met een meer geprivilegieerde achtergrond die in het buitenland zijn opgeleid of opgegroeid, die de omgekeerde reis maken. ‘Ze beseffen dat het Westen voor- en nadelen heeft, maar dat het ook niet zaligmakend is,’ zegt Pirouz. Om de angst bij potentiële repatrianten weg te nemen heeft de regeringRouhani een website opgezet waar ze informatie kunnen inwinnen over de juridische veiligheid. Het is niet eenvoudig om de sprong te wagen, zelfs niet voor degenen die het willen. Zo mist Salar het bruisende nachtleven van Londen. ‘Dat probleem zal blijven,’ zegt hij. En de Iraanse markt is lastig, zelfs voor financiële experts zoals hij, omdat die markt wordt bepaald door de politiek en politieke gebeurtenissen. ‘Het probleem is de onzekerheid… Die neemt langzaam bezit van je, die doet je terugdeinzen,’ zegt Salar. ‘De enige oplossing is een nucleair akkoord, omdat dan tegenwicht wordt geboden door het daaruit voortvloeiende optimisme.’ Scott Peterson

Salar mist het bruisende nachtleven van Londen

DE PERZISCHE PARADOX Veel mensen in het Westen hebben een verkeerd beeld van Iran, schrijft de journalistieke veteraan Erich Follath in een essay in Der Spiegel. Het land is volgens hem veel meer dan de theocratie van de mollahs. ‘Huiskamervraag: welke regering telt meer promovendi van Amerikaanse universiteiten dan er in het kabinet van Barack Obama zitten? Antwoord: de regering van de Islamitische Republiek Iran. Uitzondering is de huidige president Hassan Rouhani. Hij promoveerde aan de universiteit in het Schotse Glasgow. Dit opmerkelijke feit behoort tot de Perzische paradox. Iran is een land waarvan men in het Westen volstrekt geen hoogte krijgt. […] Ik ken het land sinds de tijd van de sjah, en observeerde hoe rampzalig hij de stemming onder het volk

miskende en hoe moorddadig zijn geheime dienst was, de Savak. Ik herinner me hoe de volksmassa’s in 1979 ayatollah Khomeini en zijn Islamitische Revolutie binnenhaalden, maar ik zag ook hoe snel de illusie werd vernietigd en er een nog bloediger dictatuur ontstond in de naam van een theocratie. Ik zag hoe genadeloos de opstand van de kinderen van de revolutie in 2009 werd neergeslagen. […] Het huidige Iran is spectaculair veranderd. In wat vrijere steden als Shiraz en Isfahan hebben jonge ondernemers cafeetjes geopend waar Dylans “The Times They Are a-Changin” favoriet is. Met uitzondering van Israël is er geen land in de regio waar het westerse gevoel zo uitgesproken is. Desondanks is er in Iran geen teken te bespeuren van een beweging in de richting van een democratie, ondanks de drukke winkelcentra met

namen als Palladium of Mega Hall en de Porsches die er geparkeerd staan. Ondanks de economische sancties lijkt de Iraanse elite niet al te zeer te lijden. Maar de gewone Iraniërs zijn er zwaar door getroffen. Rouhani heeft meer dan ooit de nucleaire deal met de buitenwereld nodig. De Iraanse industrie snakt naar het einde van de sancties en het westerse bedrijfsleven staat klaar de Iraanse markt weer op te gaan. […] Ik herinner me wat Ali Akbar Salehi, de voormalige minister van Buitenlandse Zaken die nu het Iraanse nucleaire programma leidt, in 2012 in een interview met dit blad zei: “We leven nu al dertig jaar met sancties die ons uiteindelijk alleen maar sterker hebben gemaakt. De Iraanse samenleving is gewend aan moeilijke tijden, wellicht meer dan mensen in Europa.’

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 17

Dossier.indd 17

21-04-15 16:10


portfolio

iran

Theatergezelschap AV voert Melpomene op in de ondergrondse thermale baden van Teheran.

Ondergronds in Teheran 360 | Amsterdam

Sinds de nieuwe president Rouhani bereid lijkt kunstenaars iets meer vrijheden toe te staan, bruist het in boven- en ondergronds Teheran. Fotograaf Jeremy Suyker liet zich meenemen in The Persian Factory.

C

ensuur ontduiken of eromheen navigeren is bijna een op zichzelf staande kunstvorm geworden in Teheran. Iran houdt er strenge regels op na, vooral als het gaat om het tonen van vrouwelijk schoon. Ook mag niet elk onderwerp openlijk besproken worden. Elke artistieke presentatie moet eerst worden goedgekeurd door het ministerie van Cultuur. En dan is het vervolgens aan de willekeur van een ambtenaar of toneelstukken, romans, video’s, films en muziek de toets doorstaan. De don’ts zijn vrij overzichtelijk: alles wat een duidelijke politieke lading heeft, mag niet. Verwijzingen naar religie of seksualiteit zijn verboden. Het is vrouwen niet toegestaan op te treden voor een mannelijk publiek, noch om platen te produceren. Een vrouwenstem zou wel eens seksuele opwinding kunnen veroorzaken. Voor veel kunstenaars kruipt het bloed nu eenmaal waar het niet gaan kan. Zij gaan ondergronds, in sommige gevallen zelfs letterlijk: er worden voorstellingen georganiseerd in tunnels, grotten of geïsoleerde gebieden waar ambtenaren zich niet snel zullen vertonen.

Iran kent iets meer burgerlijke vrijheden sinds de komst van de in 2013 verkozen president Hassan Rouhani, een gematigde politicus die voorstander zegt te zijn van het bevorderen van kunst, en die heeft beloofd meer ruimte te geven aan cultuur. De kunstscene van Teheran groeit gestaag. The Pallett, een van de populairste bands van het land, speelde tijdens een live-uitzending op tv, een ongekende gebeurtenis. Het werk van de Franse fotograaf Jeremy Suyker laat zien dat de beperkingen de kunstenaars niet per se in de weg staan. Soms zelfs integendeel: het spoort ze aan de mazen van de wet op te zoeken. ‘Als alles verboden is, is alles mogelijk,’ zegt Suyker. Jeremy Suyker volgde maandenlang jonge dansers, schilders, kunstenaars en musici die buiten de grenzen van de censuur opereren, en stelde de serie The Persian Factory samen. Werk van hem wordt gepubliceerd in Geo, The Washington Post, Newsweek Japan, Der Spiegel, L’Equipe, Le Temps en Le Figaro.

pagina 18 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Dossier.indd 18

21-04-15 17:25


na de nucleaire overeenkomst

portfolio

Actrices met traditionele maskers in Bandar Abbas, Zuid-Iran.

In de bergen zoeken ze rust en vrijheid.

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 19

Dossier.indd 19

21-04-15 17:25


portfolio

iran

Het theatergezelschap Av bereidt een scène voor uit Melpomene.

Popconcert in CafĂŠ Yalda, het cultureel centrum voor debatten, concerten en filmvertoningen.

Hiphop is populair in Iran, maar wordt als subversief beschouwd. Mannen die breakdancen zijn inmiddels geaccepteerd; voor vrouwen geldt dit echter nog niet.

pagina 20 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Dossier.indd 20

21-04-15 17:25


portfolio

na de nucleaire overeenkomst

Parcours in Teheran. Deelnemers proberen hindernissen zo snel en vloeiend mogelijk te nemen. De sport is verboden in Iran, maar wordt gedoogd.

Een zangeres in een opnamestudio in Teheran. Al meer dan dertig jaar mogen vrouwen niet optreden voor een gemengd gezelschap. Dankzij het internet kunnen ze hun muziek nu wel verspreiden via Facebook en YouTube.

Repetitie van Ali Raffi’s adaptatie van Federico García Lorca’s Yerma.

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 21

Dossier.indd 21

21-04-15 17:25


portfolio

iran

Iran kent iets meer burgerlijke vrijheden sinds de komst van Hassan Rouhani.

Teheran.

pagina 22 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Dossier.indd 22

21-04-15 17:25


na de nucleaire overeenkomst

portfolio

Parcours in Teheran.

Gemengde bars zijn verboden in Teheran. Samen een waterpijp roken mag wel.

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 23

Dossier.indd 23

21-04-15 17:25


lage landen

nederland

Lekker weg in Arnhem Bitcoinstad MIT Technology Review | Cambridge (VS)

Is het mogelijk een stedentrip volledig te betalen in bitcoins en je ook nog te vermaken? De Amerikaanse journalist Russ Juskalian nam de proef op de som in Arnhem, bitcoinhoofdstad van de wereld.

O

p de rode sofa in mijn kamer in het Arnhemse Hotel Modez ligt mijn iPad, waarop ik de site Bitstamp.net heb geopend: daar worden bitcoins verhandeld, en de waarde van die zogenaamde ‘cryptovaluta’ is aan het dalen. Voor het ontbijt was één bitcoin nog 400 dollar waard, maar het afgelopen half uur is hij stilaan gezakt tot 383 dollar. Dit loopt helemaal fout. Als de koers van de bitcoin weer 10 dollar zakt, durf ik geen verder verlies meer te riskeren. Bedrukt loop ik naar de receptie om mijn hotelrekening te voldoen. Later zal blijken dat ik heb betaald toen de bitcoin zo’n beetje op zijn laagste punt stond. Ik voel me een sukkel. Voor de overgrote meerderheid van de bitcoinbezitters – laat staan voor de miljarden mensen die nog nooit van deze digitale munt hebben gehoord – zijn die grote koersschommelingen misschien geen probleem. Maar voor mij daar in Hotel Modez was het een

heel reëel probleem: ik had afgesproken dat ik de kamer in bitcoins zou betalen, terwijl de prijs in euro’s vaststond. En terwijl ik de koers steeds verder zag dalen, werd mijn hotelrekening steeds hoger. Zo gaat dat in de onzekere wereld van de cryptovaluta, waar regelgeving een verre droom is en grote marktschommelingen aan de orde van de dag zijn. Omdat bitcoins lastig te traceren zijn, maken criminelen er grif gebruik van. Maar ook een groeiend aantal bonafide bedrijven accepteert inmiddels betalingen in bitcoins of is van plan dat te gaan doen, waaronder de Amerikaanse webwinkels Overstock en Newegg, en de grote reissite Expedia. Er zijn al mensen die hun huis met bitcoins hebben gekocht, en één persoon heeft er zelfs een optie op een ruimtereis mee betaald. Steeds meer mensen betalen dus met bitcoins of verwachten dat in de toekomst te doen. Voorstanders zeggen

dat het goedkoper en veiliger is. Maar wil de bitcoin een echt functionerende munt worden, dan moet hij net zo breed geaccepteerd en handig in gebruik worden als contant geld en creditcards. De tussenhandel moet een reden hebben om de munt te accepteren (zoals lagere kosten) en consumenten moeten ervan overtuigd zijn dat het niet méér gedoe oplevert dan conventionele betaalmiddelen. Kan de bitcoin die test al doorstaan? Om daarachter te komen, moest ik naar Arnhem: die stad heeft de hoogste concentratie bedrijven ter wereld waar je met bitcoins kunt betalen. Mijn experiment: kan een journalist zijn hele stedentrip daar met bitcoins betalen? En niet alleen in de zin dat hij niet van de honger omkomt, maar dat hij ook echt een leuk weekend heeft? Dat Arnhem zo bitcoinvriendelijk is, is grotendeels te danken aan Patrick van der Meijde. Een paar jaar geleden hoorde deze 36-jarige Arnhemmer voor het eerst van bitcoins. Het concept intrigeerde hem en hij vond dat de traditionele banken wel wat concurrentie konden gebruiken, dus hij kocht er een paar. Maar naarmate zijn voorraad bitcoins groeide, merkte hij dat je er weinig aan hebt als je er niets mee kunt kopen. Met twee partners zette hij daarom een betalingssysteem voor lokale middenstanders op: als deze een betaling in bitcoins accepteren, wordt die via een app op hun telefoon, tablet of laptop uitbetaald in euro’s. Van der Meijde heeft nu al 45 bedrijven zover dat ze bitcoinbetalingen accepteren, waaronder een hotel en een grote supermarktketen.

Stap 1: Het vliegticket kopen

Ik wist wel wat de bitcoin was, hoe de munt is ontstaan, wat het technische verhaal erachter is en welke discussies erover woeden, maar zelf had ik nog

Hotel Modez, waar journalist Juskalian verbleef. – © An-Sofie Kesteleyn

geen bitcoins. Acht dagen voordat ik naar Arnhem vertrok, opende ik dus een account bij Circle, een start-up in Boston waar ik met mijn creditcard bitcoins kon kopen. Vervolgens ging ik naar CheapAir.com, een van de weinige bedrijven waar je een vliegticket met bitcoins kunt betalen, en boekte een KLM-vlucht van München [Juskalians standplaats] naar Amsterdam. Op de pagina waar ik moest betalen, koos ik voor een bitcoinadres (een reeks van 25 tot 34 cijfers en letters) waar ik mijn betaling naartoe kon sturen. Vervolgens logde ik weer in bij Circle om genoeg bitcoins voor het ticket te kopen, maar die betaling werd door de bank geweigerd. Nadat ik mijn bank had gebeld om uit te leggen dat het in orde was, probeerde ik het opnieuw. Ik kocht voor 450 dollar aan bitcoins, ruimschoots binnen de creditcardlimiet van 500 dollar die voor Circle gold. Die transactie verliep zonder problemen.

Arnhem telt 45 bedrijven die bitcoinbetalingen accepteren, waaronder een hotel en een supermarktketen

pagina 24 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Lage Landen.indd 24

21-04-15 10:19


lage landen

nederland

Het Modekwartier in wijk Klarendal. – © Marcel van den Bergh

‘Wil je zeggen dat ik daar biertjes mee kan kopen?’ vroeg een knul aan de bar Met het trotse gevoel dat ik een man van de toekomst was, ging ik naar de transactiepagina van Circle, vulde daar het bitcoinadres van CheapAir in en de prijs van het vliegticket, 450 dollar. Bijna meteen kreeg ik van de website van CheapAir de melding dat ik het verkeerde bedrag had overgemaakt. Wat was dit nou weer? Werd ik opgelicht? Ik had steeds screenshots van de verschillende stappen in het proces gemaakt, en toen ik die nog eens doornam, zag ik dat ik een beginnersfout had gemaakt: de prijs van het vliegticket stond bij CheapAir genoteerd in dollars, met daarnaast het bedrag in bitcoins. Ik had bij Circle dus ook de prijs in dollars ingevoerd. Dat voelt logisch aan, maar het is fout. Of het nu kwam doordat de koers van de bitcoin zo veranderlijk is of doordat er verschillende bitcoinbeurzen zijn

die zelden precies dezelfde koers hanteren: ik had ongeveer 1,60 dollar te weinig betaald. Ik pakte de telefoon. Bij Circle had Charlie ook geen idee, hij raadde me aan om het helemaal over te doen. Gemma van CheapAir wist zeker dat het probleem kon worden opgelost, maar ‘alleen onze directeur heeft toegang tot de bitcoindingen’. Ze vroeg me te wachten tot directeur Jeff Klee op kantoor was, hij zou het wel regelen. Ongeveer een uur later kreeg ik per mail een bevestiging van mijn vlucht. Ik belde Gemma: ‘Moet ik nog een paar dollar bijbetalen of zo?’ Nee, zei ze. ‘Laat maar zitten. Het was het makkelijkste om het vliegticket gewoon te verstrekken.’ Alledaagse aankopen met bitcoin betalen bleek toch iets lastiger dan gewoon met een creditcard.

Stap 2: Ontmoeting met de bitcoinkerel

Ik had een beetje verwacht dat Arnhem, op ongeveer een uur rijden van Amsterdam, een echte broedplaats van hightech zou zijn. Maar het is gewoon een typisch Europees stadje. Wat kerken,

een winkelgebied met voetgangerszone in het stadshart en een handvol oude windmolens. De vrolijke eigenaar van Hotel Modez zei dat ik de eerste klant was die in bitcoins ging betalen, en dat zou ik dat weekend nog vaker horen: de winkelbediende in fietswinkel CycleNation vond het zo apart dat hij een foto van me maakte en op Twitter zette. Nadat ik bij het hotel had ingecheckt, dronk ik een biertje met Van der Meijde in café Stout. ‘Met bitcoin?’ vroeg de grijzende ober toen we wilden afrekenen. Hij kende Van der Meijde van gezicht, zoals wel meer mensen in Arnhem. Ze noemen hem ‘die man die helemaal in de bitcoins zit’, of gewoon ‘die bitcoinkerel’. De betaling verliep rimpelloos: de ober genereerde op zijn telefoon een QR-code die door Van der Meijde op zijn telefoon werd gescand met de bitcoin wallet-app Mycelium, en de rekening was voldaan. Op dezelfde manier betaalde ik vervolgens mijn drankjes aan Van der Meijde terug. Aan de bar zat een knul van begin twintig, die verbaasd vroeg wat we aan het doen waren. ‘Wil je zeggen dat ik daar biertjes mee kan kopen?’ vroeg hij. ‘Ja natuurlijk,’ zei Van der Meijde. In

zijn zendingsdrang hielp hij de jongen de app te downloaden en maakte voor 5 euro aan bitcoins naar hem over. Zijn vriend zat het allemaal met grote ogen aan te kijken. ‘Kan ik hiermee ook terecht in café ’T Huys?’ vroeg de jongen? Dat kon, en hij snelde naar buiten met zijn telefoon, een paar millibits rijker.

Stap 3: Twee dagen bitcoinsbetalingen

Geholpen door de plattegrond op Van der Meijdes website betaalde ik in de twee dagen daarna alleen nog maar met bitcoins. En ik ondervond minder problemen dan de eerste gebruikers van Apple Pay gehad schijnen te hebben. De eerste avond at ik een enorme berg spareribs en werd me uitgelegd dat

Ik snakte naar een museum, een bowlingbaan of een film in een lekker warme bioscoop

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 25

Lage Landen.indd 25

21-04-15 10:20


lage landen

nederland

aanraden van Van der Meijde een onaangekondigd bezoek aan de internetstart-up Four Digits. Elke week komt daar een tiental geïnteresseerden bijeen voor een borrel, een hapje en een goed gesprek over technologie. Over het idee van cryptogeld waren sommige van de aanwezigen even enthousiast als sceptisch. Twee mensen opperden theoretische – en vergezochte – manieren om de door Van der Meijde ontworpen betaal-app te rippen. Hun Indiase afhaalmaaltijd werd wel in bitcoins betaald, en de onderlinge verrekening verliep ook voor een deel in bitcoins. ‘Hoeveel kostte de maaltijd?’ vroeg ik. ‘Ongeveer een halve bitcoin,’ zei iemand.

Arnhem, ‘een typisch Europees stadje’. – © Foto Ruben Smit

fooien bij bitcoinbetalingen op dezelfde manier worden verwerkt als bij creditcards: het bedienend personeel krijgt de fooi uitbetaald via de kassa. Later bestelde ik bij Mo Lón een pulled pork sandwich en moest ik een QR-code scannen die door de eigenaar, een fan van bitcoins, op een groot lcd-scherm aan de wand werd vertoond. Bij de healthfood-winkel Mimint kocht ik tandpasta en chocolade. Slechts een enkele keer ondervond ik problemen. Bij een souvenirwinkel moest ik even op de eigenaar wachten omdat alleen hij wist hoe je bitcoin-

betalingen moest verwerken. Bij een andere winkel had ik even geen wifi. Ik kreeg maar één keer nul op het rekest, in een restaurantje waar de jonge serveerster van dienst nog nooit van bitcoins had gehoord. De kok, die aan een tafeltje op klanten zat te wachten, zei: ‘Ik heb weleens van bitcoins gehoord, maar ik geloof niet dat we die aannemen. De vorige eigenaren misschien?’ (Ze waren allebei verrast toen ik ze op de bitcoinsticker wees die naast de stickers van MasterCard en Visa op het raam van hun restaurant prijkte.) Op een van de avonden bracht ik op

Stap 4: Een treinkaartje voor 18 euro

Ik heb een leuk weekend gehad, maar die bitcoin was soms ook wel een blok aan mijn been. Sommige culturele uitjes die een vriend in Amsterdam me had aangeraden, moest ik aan me voorbij laten gaan. Zo kon ik niet met bitcoins betalen bij Nationaal Park De Hoge Veluwe en het Kröller-Müller Museum, met zijn werken van Van Gogh, Rodin en Dubuffet. Toen ik zo’n beetje alle bitcoinaccepterende gelegenheden in de stad wel had gehad, restte me de laatste paar uur van mijn verblijf weinig anders dan een lange zondagse wandeling in de regen,

langs de rivier en door een park. Ik snakte naar een museum, een bowlingbaan of een film in een lekker warme bioscoop. Betalen met bitcoins bleek heel vlot te gaan en uiteindelijk niet eens zo duur te zijn, afgezien van dat fiasco met de hotelrekening. Maar de mogelijkheden waren wel snel uitgeput. En er was één belangrijk ding dat ik met mijn bitcoins niet kon: de stad uit komen. Als ik de rit van Arnhem naar Schiphol in bitcoins wilde betalen, moest ik een taxi of een huurauto nemen, en was ik honderden euro’s kwijt. Een treinkaartje voor dat traject kostte maar 17,10 euro, maar dat kun je niet met bitcoins betalen. En zelfs de meest verstokte bitcoinfanaat zal zo’n prijsverschil toch niet graag voor lief nemen. Omdat ik dat van tevoren wist, had ik toch maar 18 euro op zak gestoken. Toen ik mijn euro’s in de gele kaartautomaat van de NS duwde, voelde dat als verraad. (Aan wie? Aan de mysterieuze uitvinder van de bitcoin misschien, Satoshi Nakamoto?) Als ook de spoorwegen bitcoins accepteren, bedacht ik, dan weten we dat de tijd van de cryptovaluta echt is aangebroken. Russ Juskalian

EEN KLEINE GESCHIEDENIS VAN DE BITCOIN Vijf jaar bestaat hij nu: de bitcoin. Of het een succes wordt moet nog blijken, maar het is in elk geval een prijzenswaardige poging om ons vastgeroeste betalingssysteem te hervormen. Aan het einde van de vijftiende eeuw ontstonden in Florence de eerste handelsbanken. Aan het begin van de eenentwintigste eeuw lijkt de burger het wel zo’n beetje gehad te hebben met het bancaire systeem, dat de wereld vanaf 2008 in een diepe crisis heeft gestort. Tijd voor iets nieuws. De bitcoin? Als bits en bytes ons in staat stellen een virtuele werkelijkheid te scheppen, waarom zou de digitale revolutie ons dan niet kunnen verlossen van nationale valuta, van het ingewikkelde en vooral dure systeem van wisselkoersen en van de afhankelijkheid van financiële dienstverleners zoals banken die niet slechts een graantje meepikken, maar er soms met de hele oogst vandoor lijken te gaan? Derhalve bedacht Satoshi Nakamoto in 2009 de bitcoin, een op de digitale omwenteling gestoelde en al even revolutionaire inrichting van het betalingsverkeer. Wie deze Nakamoto is, weet niemand. Misschien één persoon, maar vermoedelijk een groep mensen. Het systeem berust op anonimiteit en volstrekte openheid. Iedereen kan zien welke transactie met bitcoins

wie met wie verricht – alleen wie wie is, blijft onbekend (althans: behoort onbekend te blijven). Iedere eigenaar van een portemonnee met bitcoins is in het betalingsverkeer slechts een nummer met een daaraan verbonden toegangscode.

systeem naar nieuwe bitcoins te ‘graven’. Dat is dermate ingewikkeld dat het voor één thuiscomputerje onbegonnen werk is. Daarom hebben de schatgravers zich doorgaans verenigd in pools, zelfs in ‘bitcoinboerderijen’.

Virtuele portemonnee Men kan bitcoins aanschaffen op zogeheten bitcoinplatforms (via internet bijvoorbeeld, maar in Canada zijn er al pinautomaten voor). De bitcoins worden uiteraard betaald in ‘ouderwetse’ valuta: dollar, euro, pond, roebel et cetera. Ze worden opgeborgen in de virtuele portemonnee die de eigenaar in zijn smartphone steekt. Indien hij zijn kopje latte wil afrekenen, houdt hij zijn smartphone voor een apparaatje van de cafébaas (diens smartphone bijvoorbeeld), toetst zijn bitcoincode in en de zaak is beklonken. De transactie is luttele seconden later opgeslagen in de ‘blockchain’, het wereldwijde boekhoudsysteem dat voor iedere bitcoinbezitter toegankelijk is. Die boekhouding wordt verzorgd door vele duizenden ‘miners’ (delvers) die hun computer daartoe beschikbaar stellen, zo onderdeel worden van een wereldwijd netwerk en daarvoor een tweeledige beloning kunnen krijgen: een luttel (zelfs vrijwillig) bedrag van degene die de transactie verricht, plus het recht om in het

Oplossing Hoe veel bitcoins er uiteindelijk zullen worden uitgegeven, is een complex vraagstuk. De bedenker(s) heeft (hebben) dat op 21 miljoen gesteld, en dat aantal zou in 2040 kunnen worden bereikt. Dit alles klinkt nogal houtje-touwtje, en de vragen zijn nog altijd talrijker dan de antwoorden (hoe verloopt in de toekomst de kredietverlening, hoe wordt er belegd, gespaard, gehypothekeerd, et cetera), maar dat gold destijds ook bij het ontstaan van het internet. Bijkomend probleem is dat de waarde van de bitcoin (ten opzichte van gebruikelijker valuta) nogal wappert: van 200 dollar begin 2013 tot 1100 dollar in november van dat jaar tot 250 dollar in april 2015. Wellicht is de bitcoin niet het einde en niet de oplossing, maar vooral een richting waarin gezocht moet worden om tot een nieuw systeem van betalingsverkeer te komen en de mensheid te verlossen van bankiers en andere woekeraars.

pagina 26 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Lage Landen.indd 26

21-04-15 10:20


europa

turkije

Armeense genocide herdacht

Er komt een dag dat kinderen vragen gaan stellen Revue des deux mondes | Parijs

Niet één steen ter nagedachtenis aan de Armeniërs die in 1915 massaal zijn vermoord; de grafstenen die er zijn worden gebruikt als traptreden voor het Gezipark. Turkije doet er het zwijgen toe. De schrijfster Sema Kaygusuz vindt dat haar land verantwoordelijkheid moet nemen. Een Armeense vrouw bij haar dode kind

D

e meest ethische zin ter wereld zullen we nooit kunnen zeggen. Al werken we alle bibliotheken ter wereld door, inclusief de boeken die aan branden en plunderingen zijn ontkomen, al zijn we deelgenoot van alles wat door wijzen, derwisjen, filosofen, dichters, ingewijden ooit is gezegd, dan nog zal iedere diepzinnige uitspraak waar we op stuiten verfletsen bij de glans van een volgende, toegetrokken worden naar dat nog grotere licht, erin opgaan. De meest onethische zin daarentegen herinneren we ons allemaal, die staat in Genesis. Als God aan Kaïn vraagt waar zijn broer Abel is, antwoordt hij: ‘Moet ik soms waken over mijn broer?’ [4:9]. Die zin is een steek in het hart van iedereen die zich erop toelegt de wereld te repareren, en hij is nog altijd te horen ook. Kaïn heeft niet alleen zijn broer vermoord. Ten overstaan van de hele wereld, van iedereen die getuige is geweest van zijn moord, verzint hij vervolgens ook nog een krachtige tegenwerping, een laaghartige logica

waarmee hij de waarheid kan verdraaien. De Koran spreekt niet over Kaïn en Abel, maar over de twee zonen van Adam en Eva. Daarmee lijkt nog eens te worden benadrukt dat de eerste moord ooit gepleegd een broedermoord is. De zoon die in de vertelling de moord pleegt is zelfs te slap om een graf te graven en laat het levenloze lichaam van zijn broer op de grond liggen. Gelukkig strijkt er vlakbij een raaf neer, die in de grond scharrelt en hem daarmee laat zien hoe hij de dode kan begraven. Waarop de moordenaar zich beklaagt dat hij zelfs voor een raaf nog onderdoet [soera De tafel, 31].

De meest onethische zin herinneren we ons allemaal, die staat in Genesis

In de Koran heeft de moordenaar kennelijk een raaf nodig om het graf uit te vinden. Het levenloze lichaam, open en bloot op de grond, verwijst naar Kaïns eigen eer. Tegelijkertijd is het idee van een graf, al dan niet geïnspireerd door de raaf, een morele noot; het maakt Kaïn, die met het vermoorden van zijn broer ook de wereld heeft verwond, voor een ogenblik menselijk.

Gesprek

Op een paar uitzonderingen na zijn graven horizontaal. Doden worden neergelegd in de grond, op het water, de top van een berg. Grafstenen daarentegen zijn verticaal, evenals monumenten, piramides, de bergen waar doden worden achtergelaten, en zelfs de vlammen die opstijgen wanneer een stoffelijk overschot bij een begrafenisrite in brand wordt gestoken en te water wordt gelaten. De herinneringen aan degenen die op aarde zijn geweest worden samen met hun namen, hun geschiedenissen, hun band met

het leven gemarkeerd door middel van een verhoging, voor iedereen zichtbaar. Graven kijken de lucht aan, grafstenen de levenden. Om stil in gesprek te kunnen blijven. Het is niet moeilijk voor te stellen wat een land dat die meest fundamentele daad van beschaving honderd jaar lang heeft afgewezen, dat niet eens een steen heeft opgericht ter nagedachtenis aan de Armeniërs die in 1915 in Anatolië zijn vermoord, haar volk en de over de hele wereld verspreide Armeense diaspora heeft onthouden. Er bestaan slechts twee monumenten. Het eerste is het 11 april-monument. Vier jaar na de genocide zou het op de Armeense begraafplaats Surp Agop zijn opgericht om de catastrofe te herdenken die op 11 april 1915 was begonnen – Armeense intellectuelen werden die nacht uit hun huizen gehaald en naar Çankırı wen Ayaş gedeporteerd – en eindigde met de massamoord. We beschikken alleen over foto’s van het ontroerende monument; wat ermee is gebeurd is onbekend. De oude begraafplaats,

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 27

Europa.indd 27

21-04-15 10:26


europa

Iedereen moet de strijd aangaan met zijn eigen voorvaderen

turkije

hun berichtgeving onvermeld. Maar in werkelijkheid is het beeld uit het blikveld verdwenen omdat het naar de genocide verwees. Het wrange is dat zelfs de beeldhouwer, Mehmet Aksoy, in zijn reactie niet opkwam voor het Armeense accent in zijn monument. Ook hij had het liever over artistieke vrijheden.

Verdekte begraafplaats

bijna acht hectaren groot, is samen met de Surp Krikor Lusavoriç-kerk genationaliseerd en met de grond gelijk gemaakt. De grafstenen van de Armeniërs zijn gebruikt als traptreden voor het huidige Gezipark en voor de stoepen in de wijken rond het park. Het tweede monument is het beeld dat in opdracht van de gemeente Kars werd gemaakt en vlak bij de grens met Armenië werd geplaatst. Maar omdat het niet expliciet in verband werd gebracht met de Armeense genocide valt het niet echt een monument te noemen. ‘Monument voor de mensheid’, heette de sculptuur. Het beeld bestond uit twee grote mensenfiguren met de gezichten naar elkaar toe. Hoewel het volgens velen goed bij de omgeving paste en goed gebruikmaakte van het licht, noemde toenmalig premier Erdogan het een ‘gedrocht’, en in 2011 werd het weggehaald. Een groot aantal journalisten die melding maakten van het droeve lot van het monument – het werd in stukken gezaagd en weggehaald – legden de nadruk op de kunstvijandigheid van de minister-president; de druk die werd uitgeoefend door nationalistische, ontkennende politieke spelers die er niets van moesten hebben dat het beeld in verband werd gebracht met de Armeense genocide, lieten zij in

Hoelang er ook wordt gezwegen, stenen blijven spreken. Als we boeken, documentaires, fotoalbums even laten voor wat ze zijn en enkel luisteren naar de stenen, de vervallen huizen, de bouwvallige kerken, dan kunnen we gemakkelijk horen dat de genocide geen historische gebeurtenis is, niet enkel tot het verleden behoort. De genocide gaat gewoon door in de persoon van de staat, die weigert monumenten te plaatsen. En dat is ook wat de stoeptegels zeggen waarop Hrant Dink is neergevallen, de journalist die in alles wat hij aanraakte iets van zijn eigen ziel legde en die vermoord werd omdat hij Armeniër was. De Turkse samenleving weet dit maar al te goed. De getalenteerde regisseur Fatih Akın (Duitsland, 1973) verwierf internationale roem met zijn debuut, maar zijn laatste film, The Cut (2014), een soort western waarin hij de Armeense genocide als achtergrond gebruikt, is onbevredigend. Dat komt vooral door de in cynisme verpakte humanistische benadering. The Cut serveert de nog niet verteerde historische pijn in licht verteerbare hapjes. Het is een film waarin de moordscènes een symbolische opvoering zijn met niet meer dan een stuk of twintig mensen, waarin de catastrofe in Kobani, waar de ballingen neerstreken voordat ze in de Syrische woestijn belandden, in theatrale, digitale beelden wordt geschilderd,

Mehmed Celal Bey (links) en Faik Ali Ozansoy (rechts) ,

Still uit The Cut.

Een paar wrede commandanten die besluiten een volk te elimineren hebben tienduizenden medeplichtigen nodig waarin de behulpzaamheid van uit het leger gevluchte Turken evenveel nadruk krijgt als de agressie van Armeniërs die verwikkeld zijn in een strijd op leven en dood, waarin ook joden, net als Armeniërs, buitengesloten worden zolang de vader, op zoek naar zijn verloren dochters, continenten doorkruist waar vrouwen verkracht kunnen worden omdat ze toevallig indiaans zijn, waar een aantal rijke Armeniërs die het op Cuba gemaakt hebben van een huwelijk met een Armeens weesmeisje afzien omdat ze mank is – een film kortom waarin bijna iedereen op een cruciaal punt in zijn leven wordt getoond, ofwel vol mededogen ofwel als een barbaar. Verkrachting, verbanning, dood, het is allemaal symbolisch. Maar het punt is dat hier, bij ons, Armeniërs wel degelijk zijn vermoord. Je kunt niet zeggen dat de film goed of slecht is – hij is verkeerd, en dat blijkt het duidelijkst uit het feit dat de Armeniërs niet sterven. Dat ze als individu, als persoon niet sterven. Turkije als verdekte begraafplaats ontbreekt. The Cut stelt liever dat de wereld sowieso een ellendig oord is, dat alle slechteriken op elkaar lijken, dat racisme overal dezelfde symptomen heeft, dat alleen het object verschilt. De achttiende-eeuwse filosoof Louis Claude de Saint-Martin heeft het over een oorspronkelijk ‘sediment’ dat de mens en zijn nakomelingen vanaf het allereerste begin hebben meegekregen.

Volgens hem is de menselijke geest van begin af aan behept met kwaad. Maar de stelling dat alle sedimenten ter wereld uit dezelfde bron afkomstig zijn, kan hoogstens dienen als de beginzin van een humanistische gedachte. Die beginzin is al lang en breed geformuleerd, en al lang en breed weer verlaten. Er zijn inmiddels talloze andere principes geformuleerd over hoe de mens zich van het gezag kan losmaken. Er zijn staten geweest die in politieke zin om vergiffenis hebben gevraagd, die met gebogen hoofd hun excuses hebben aangeboden. Het verlangen naar vergiffenis is officieel vastgelegd in lesboeken, in het recht, in musea, op begraafplaatsen. Verwijzen naar racisme op een manier die impliceert dat na de genocides geen enkele ethiek tot stand is gebracht, dat er geen enkel haatmisdrijf is gedefinieerd, is van nu af aan niets anders dan het bagatelliseren van de onmenselijke inhoud van rampen. Dat is een ethisch probleem op zich. Directer geformuleerd: onder de verantwoordelijkheid die Turkije op z ich moet nemen als samenleving die de Armeense genocide nog steeds niet

pagina 28 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Europa.indd 28

21-04-15 10:27


europa

turkije

van dr. Nazım, lid van de Centrale Commissie van het Comité voor Eenheid en Vooruitgang, twee mannen die in de gevangenissen zorgvuldig de bloeddorstigste moordenaars selecteerden, bendes formeerden, gedeporteerden lieten afslachten. Iedere held is tenslotte voortgekomen uit een bruut, als een matroesjka staan ze in elkaar op de plank van hetzelfde historische tijdvak.

Vragen

De oude begraafplaats, bijna acht hectaren groot, is met de grond gelijk gemaakt.

onder ogen heeft gezien, valt niet uit te komen met een vrouw die verkracht wordt omdat ze indiaans is, met een jood die wordt beledigd.

Derde generatie

Dat officiële figuren zich bij hun officiële ontkenningen houden is tot daar aan toe. Maar de terughoudendheid van de derde generatie, van degenen die met voorzichtige uitspraken enige beweging proberen te krijgen in de gezagsgetrouwe mentaliteit van vaders die zich achter die officiële ontkenning verschuilen, sterker nog, de neiging van de derde generatie om rekening te houden met de gevoeligheid van de meerderheid, is ronduit problematisch. Iedereen moet eerst de strijd aangaan met zijn eigen voorvaderen. Het is te gemakkelijk om het over de hele mensheid te hebben zonder de stormram te durven zetten op de verharde mentaliteit van voorvaderen, te beginnen met die van de vaders. Waarachtige ethiek begint met de vraag: heeft mijn grootvader een humaan leven geleid? Als je

mag geloven wat er achter gesloten deuren wordt verteld, dan zijn er in Anatolië heel wat heldhaftige grootvaders geweest: grootvaders die hun Armeense buren in de kelder verstopt hebben, die kinderen uit de karavanen gedeporteerden hebben geplukt, hen hebben gered door te doen alsof het hun eigen kinderen waren. Maar de heldenverhalen van principiële grootvaders die zich destijds tegen het gezag hebben verzet, kunnen we pas blootleggen als we eerst de ijzingwekkende gruweldaden kennen die de context vormden voor die heldhaftigheid. Om trots te kunnen zijn op het eerbiedwaardige gedrag van Celal Bey, de gouverneur van Konya, die totdat hij uit zijn functie werd ontheven de deportatie van vele Armeniërs uit naburige provincies naar de Syrische woestijn wist te voorkomen, om trots te kunnen zijn op het eerbiedwaardige gedrag van Faik Ali Ozansoy, bestuurder van het district Kütahya, die gedeporteerde Armeniërs in bescherming nam, moeten we ook het eerloze gedrag van Bahaddin Şeker in beschouwing nemen,

verantwoordelijk is voor zijn eigen grootvader, maar ook voor het gebergte dat van die helse periode getuige is geweest, voor de vlaktes waar de treinrails het spoor van de gedeporteerden trekt, voor de rivieren, voor de eeuwenoude eiken die met hun wortels het asfalt openrijten. Het zijn tenslotte de mensen die het er nooit bij laten, die willen weten wat zelfs een boom weet. Er komt een dag dat kleinkinderen om vergeving zullen vragen zonder hoop op vergiffenis. Dat ze het geheim dat gloeit in het magma van het niet vergeven ingetogen zullen aanvaarden. Het uitspreken van de woorden ‘wij zijn verantwoordelijk’ zal in de loop van de tijd zijn betekenis verliezen. Er zullen er een paar zijn die zeggen: ‘Ik ben verantwoordelijker dan alle anderen. Ik mag dan tussen de Kaïns leven, die niet weten wat ze met het lijk van hun broer aan moeten, maar ik ben hier, ahparig*. Ik waak over mijn broer.’ Sema Kaygusuz

Vaders doen er het zwijgen toe. Ze verzwijgen de capitulatie van hun eigen vaders, die gehoorzaamden aan het gezag en bevelen uitvoerden zonder zich af te vragen wat goed en fout was. Ze verzwijgen hun ‘founding fathers’, van wie ze afstand hadden moeten nemen zodra er sprake was van berouw. Voor die eerste generatie vaders is de misdaad sowieso in duizenden stukjes verdeeld, minuscuul geworden, bijna onzichtbaar. Niemand die zich nog kan herinneren wie de schuldige is. Een paar wrede commandanten die besluiten een volk te elimineren hebben tienduizenden medeplichtigen nodig. Sommigen pakken de mensen op, anderen slaan hen in de ketenen, weer anderen roven hun huizen leeg, de allerwreedsten vermoorden hen, Sema Kaygusuz (1972) is een van de en wie niets doet kijkt toe. De verantvooraanstaande jonge schrijvers in Turkije. woordelijkheden zijn over medeplichZe beoefent verschillende genres (romans, tigen verdeeld, de monden zijn ververhalen, toneel, scenario). Haar grootmoeder grendeld, de oorverdovende stilte van overleefde de massamoord in Dersim (1938). de verdrukten, die bij zo veel geweld ontzet zijn, is er als mortel over uitgestort, tot alles hard werd als steen. Maar de kleinkinderen leven op de herinneringen van die stenen. Er komt een dag dat de kleinkinderen vragen moeten stellen. Er komt een dag dat ze tot in het diepst van hun ziel zullen voelen dat de verantwoordelijkheid niet in een hoekje van de geschiedenis is blijven staan, maar dat de hele *broer (Armeens). ‘Ik ben hier, ahparig’ is een catastrofe het heden en de toekomst slogan die wordt gebruikt bij de herdenking kleurt, dat ieder individu niet alleen van de moord op journalist Hrant Dink.

DE ARMEENSE MOORDEN – BETSY UDINK Honderd jaar geleden werden tussen de 800.000 en 1,5 miljoen Ottomaanse Armeniërs vermoord op last van het regime van de Jong-Turken, een groep Turkse officieren die in 1908 een staatsgreep pleegde. De Turken waren ervan overtuigd dat de christelijke Armeniërs met de hulp van het tsaristische Rusland in Oost-Anatolië een onafhankelijke staat wilden vestigen, die het einde zou betekenen van wat er nog over was van het Ottomaanse Rijk. Frankrijk, Engeland, de vs en Duitsland wisten van de volkerenmoord; de eerste twee waarschuwden de Jong-Turken al tijdens

de slachtpartijen dat de daders zich zouden moeten verantwoorden. Dat gebeurde meteen na de Eerste Wereldoorlog; honderd Turkse mannen werden voor hun aandeel in ‘de misdaden tegen de menselijkheid’ ter dood veroordeeld. Het overgrote deel van hen werd echter door het nieuwe Turkse regime onder leiding van Mustafa Kemal Atatürk in ere hersteld; slechts een handjevol is daadwerkelijk opgehangen. In Turkije wordt de moord op de Armeniërs in de oorlogsjaren niet ontkend; men spreekt echter van 500.000 christelijke slachtoffers. Maar daartegenover

wordt er wel gesproken van de ‘Turkse genocide’: volgens Turkije was het aantal Turkse moslims dat tijdens diezelfde oorlog door christelijke Armeniërs werd vermoord nog veel groter. En hoewel de naoorlogse processen tegen de oorlogsmisdadigers uitgebreid werden beschreven in de Turkse pers, zijn ze bij het grootste gedeelte van de bevolking niet bekend. Veelal worden de verhalen afgedaan als westerse propaganda tegen Turkije. Betsy Udink publiceerde verschillende boeken en artikelen over de islamitische wereld.

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 29

Europa.indd 29

21-04-15 10:27


europa

italië

Verkeerd gegokt De regering-Berlusconi zag in speelautomaten dé oplossing om de staatskas te spekken. Zes jaar later zijn er in Italië meer gokverslaafden dan ooit. En die kosten handenvol geld.

La Repubblica | Rome

O

p een woensdagmiddag tegen zes uur heeft een groepje van zeven mensen zich in het halfduister van een zaaltje van Better Slot geïnstalleerd, gelegen in de Via Nicolò da Pistoia in Rome. Dit speelzaaltje tussen de Via Ostiense en de wijk Garbatella biedt plaats aan een twintigtal klassieke en elektronische speelautomaten. Na een half uur hebben ze nog geen woord tegen elkaar gezegd. Een vrouw met in haar linkerhand een sigaret draait met haar rechterhand onafgebroken aan de knop van het spel Sphynx. Om te winnen moet je drie of vier Egyptische sfinxen op een rij zien te krijgen. Uit de automaat komt opzwepende muziek, die af en toe wordt onderbroken door een stortvloed van munten. Zoals duizenden andere Italianen leveren de zeven gokkers in de Via Nicolò da Pistoia onbewust een beslissende bijdrage aan één enkel doel: Italië behoeden voor een Brusselse sanctie wegens het overschrijden van het tekort op de betalingsbalans. In 2013 leverden de speelautomaten de Italiaanse schatkist 4,3 miljard euro op. Afgelopen jaar is de opbrengst min of meer op hetzelfde niveau gebleven, wat er mede toe heeft bijgedragen dat het begrotingstekort beperkt bleef tot 3,033 procent. Op een haartje van 274 miljoen euro na is Italië een Brusselse sanctie ontlopen die de regering opnieuw tot pijnlijke bezuinigingen zou hebben gedwongen. De klanten van deze staatsjackpot, een universum dat is gebaseerd op een systeem van openbare vergunningen dat in de wereld zijn weerga niet kent, zijn op hun beurt de helden van de financiële crisis: ze hebben de staatskas gered.

Inkomstenbron

Tussen januari en begin augustus 2014 zijn minstens 333 van hen door de gezondheidsdienst van de regio Latium voor hun gokverslaving behandeld. Er zijn geen gegevens op nationale schaal beschikbaar, maar uit de cijfers van Latium kan worden afgeleid dat het aantal Italianen dat voor een gokverslaving is behandeld tussen de vijf- en zevenduizend ligt. De speelautomaten zijn natuurlijk niet de enige inkomstenbron van de staatsjackpot. De Italiaanse staatsloterij, de krasloten, de bingozalen en de onlineen overige kansspelen hebben de fiscus in 2013 in totaal meer dan 8 miljard euro opgeleverd. Maar meer dan de helft daarvan komt voor rekening van de verschillende types speelautomaten. Daarbij komt nog de heffing die de regering in de loop van 2014 aan dertien vergunningshouders heeft opgelegd voor elke speelautomaat die ze exploiteren. Die heffing beloopt een half miljard, want Italië kan zich beroemen op veruit het grootste aantal speelautomaten van de hele westerse wereld. Officieel staan er in het land 414.158 van deze met neonlicht en hypnotiserende muziek uitgeruste apparaten, dat is de helft van het aantal in de hele Verenigde Staten; Italië heeft 1 speelautomaat per 143 inwoners, Duitsland 1 per 261 en de VS 1 per 372.

dig je huishoudgeld vergokken. In 2013 hebben de Italianen – voor het merendeel mannen van middelbare leeftijd, vaak afkomstig uit de arbeidersklasse of de lagere middenklasse – er 9,4 miljard euro doorheen gejaagd in deze knipperende apparaten. Volgens een schatting van de regio Latium bedragen de gezondheidskosten die rechtstreeks verband houden met gokverslaving 85 miljoen euro per jaar; maar de indirecte kosten, die samenhangen met een verminderde arbeidsproductiviteit of baanverlies van degenen die zich niet aan hun verslaving kunnen ontworstelen, zouden bijna 5 miljard euro bedragen. De regering heeft daarom aangekondigd dat ze de belastingheffing op deze categorie kansspelen wil wijzigen en het aantal automaten in de steden wil verminderen. Over de definitieve tekst van de wet zal binnenkort worden gedebatteerd. ‘Ons doel is de volksgezondheid te beschermen, illegaliteit te bestrijden en de inkomsten te controleren,’ verklaarde staatssecretaris van Economie Pier Paolo Baretta onlangs. ‘In sommige gevallen is er een overaanbod aan kansspelen. We moeten een evenwicht zien te vinden dat rekening houdt met volksgezondheidsproblemen.’ Paradoxaal genoeg staan de dertien vergunningshouders die speelautomaten exploiteren er bepaald niet florissant voor. De regering en het parlement hebben steeds meer hun oog laten vallen op hun omzet, steeds hogere boetes opgelegd en uitzonderlijk hoge belas-

tingen geheven. En zo komt het dat terwijl de Italiaanse buitenwijken volstroomden met speelzalen en casinobars, de melkkoe is opgedroogd. Uit de jaarrekeningen van de vergunninghouders van 2013 – de laatste die beschikbaar zijn – blijkt dat de tekorten dat jaar zijn opgelopen tot 5,4 miljard euro. Zelfs als een klein deel van deze schulden aan andere activiteiten te wijten is, is de kritische grens bereikt. In theorie had de regering van Mario Monti [2011-2013] deze bedrijven verboden zich in de schulden te steken om hun licentie te betalen, omdat dat voor hen een schadelijke en riskante praktijk is. Desondanks hebben ze dat gedaan. De staat zelf heeft overigens een oogje toegeknepen vanwege het belang van deze bedrijven. Hun marges worden steeds kleiner, en ze moeten zwaar boeten voor hun verbond met zo’n bikkelharde zakenpartner als de staat. Al hun aandeelhouders zouden willen verkopen, maar niemand zit op deze bedrijven te wachten. De vrouw met de sigaret in de Via Nicolò da Pistoia blijft met haar rechterhand aan de sfinxautomaat draaien. Ze heeft er al heel wat munten in gegooid, zonder iets te winnen. Op de vraag of ze weet hoeveel haar activiteit aan de staatskas bijdraagt, antwoordt ze: ‘Van dat soort dingen heb ik geen verstand.’ Federico Fubini, Andrea Greco

De melkkoe is opgedroogd

Volksgezondheid

Sinds de laatste regering van Silvio Berlusconi in 2009 inzette op de speelautomaten om haar tekort aan te zuiveren, is Italië snel de wereldkampioen in deze sector geworden. Op elke straathoek kun je tegenwoor-

In 2013 hebben de Italianen er 9,4 miljard euro doorheen gejaagd in de knipperende apparaten © Tiounine / Kommersant, Moskou

pagina 30 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Europa.indd 30

Dessin deTiounine paru dansKommersant, Moscou. 21-04-15 10:27


de amerika’s

verenigde staten

Leve het onderwijs à la carte The Washington Post | Washington D.C.

Elke student met een internetaansluiting zal volgens onderwijsdeskundige Kevin Carey in de toekomst zijn eigen curriculum samenstellen uit gratis online cursussen.

Onderwijsdebat

In de Verenigde Staten wordt verwoed gediscussieerd over de toekomst van het hoger onderwijs. Volgens sommigen hebben de huidige gecentraliseerde universiteiten en hogescholen afgedaan, en zullen studenten binnenkort hun kennis gewoon zelf bij elkaar sprokkelen. Anderen geloven hier niets van: ‘Studenten en hun ouders kiezen voor een universiteit, niet voor een vak of professor.’

D

e Universiteit van Overal is in aantocht. Ze zal gestalte krijgen terwijl de huidige generatie jongeren volwassen wordt, en ze zal er als volgt gaan uitzien. Organisaties als edX, Coursera, Udacity, Saylor en OLI, en allerlei andere instellingen zoals de al lang in Engeland [en Nederland] functionerende Open Universiteit, zullen een steeds groter aanbod aan universitaire cursussen leveren die voor iedereen met een internetaan­ sluiting, waar ook ter wereld, gratis te volgen zijn. In de loop van de tijd zullen die cursussen worden gebun­ deld in reeksen die qua niveau verge­ lijkbaar zijn met een masteropleiding. Het Massachusetts Institute of Tech­ nology (MIT) in Cambridge [VS] heeft al een stap in die richting gezet met een reeks van zeven cursussen program­ meren, die begint met een inleiding in coderen, computerkennis en data­ kunde, gevolgd door het bouwen van software, digitale circuits, program­ meerbare constructies en de organisa­ tie van computersystemen. De lengte van die reeks cursussen zal afhangen van het vakgebied of het soort werk. Bij sommige zal het om enkele cursussen gaan, bij andere om enkele tientallen.

Niemand kan de informatie via een coaxkabel rechtstreeks in zijn herse­ nen opslaan. Maar in andere opzichten zullen de cursussen verschillen, omdat ze worden opgebouwd rond digitale leeromgevingen. Die omgevingen wor­ den niet gebouwd door op eigen houtje opererende individuen, maar door teams van specialisten in de verschil­ lende aspecten van kennisoverdracht. Ze worden opgebouwd met behulp van opensourcecomponenten, die door miljoenen docenten tezamen worden ingebracht. Die leeromgevingen zullen profiteren van de voordelen dat een netwerk met zich meebrengt – hoe beter ze zijn, des te meer mensen ze zullen gebruiken, waardoor er meer data en meer geld wordt gegenereerd zodat ze nóg beter kunnen worden gemaakt.

Bereikbaar voor iedereen

Organisaties die wedijveren om stu­ denten zullen in toenemende mate geavanceerde kunstmatige intelligen­ tie in hun onderwijsplannen opnemen. De sterke en zwakke punten van iedere individuele student worden vastge­ steld en zijn of haar lesprogramma zal dienovereenkomstig worden inge­ richt, waarbij de student voortdurend wordt uitgedaagd en gemotiveerd om harder en beter te werken zonder dat

Onderwijs dat zich voorheen beperkte tot dure universiteiten zal bereikbaar worden voor iedereen Geen van die cursussen of reeksen heeft een verplicht semesterrooster. In een paar opzichten zal het volgen van een dergelijk programma niet veel afwijken van het oude systeem: er moe­ ten nog steeds boeken worden gelezen, papers worden geschreven en proble­ men worden opgelost. Er moet met andere mensen worden gesproken en je moet er nog steeds de deur voor uit.

hij gefrustreerd raakt en afhaakt. Met behulp van computertechnieken zoals die zijn ontwikkeld door mensen als Peter Norvig van Google, zullen we de zeeën aan informatie kunnen analy­ seren die worden gegenereerd door miljoenen studenten, en kunnen we voortdurend de leerervaring van de student verbeteren en ervoor zorgen dat hij steeds meer leert.

Inmiddels ontwikkelt zich rond de kern van de ‘onderwijsproviders’ een bloeiend ecosysteem van non­profit­ en commerciële organisaties die stu­ denten een scala aan diensten aanbie­ den om hun onderwijservaring te

Een cursus zal in de toekomst gratis zijn

ondersteunen, te faciliteren en te ver­ beteren. Begeleiding, advies, studie­ groepen, collegeaantekeningen, leer­ hulpmiddelen, aanvullende teksten en video’s en nog veel meer worden aan­ geboden door technologisch geavan­ ceerde organisaties die gespecialiseerd zijn in een specifiek aspect van het hoger onderwijs. De trend op lange termijn is duidelijk en onomkeerbaar: onderwijs dat zich voorheen beperkte tot een gering aan­ tal dure universiteiten zal in toenemen­ de mate, en overal, bereikbaar worden voor iedereen. Dat betekent dat studen­ ten studiegenoten zullen hebben in alle uithoeken van de wereld, van ver­ schillende leeftijden, achtergronden en geloofsovertuigingen. Met behulp van nieuwe systemen, zoals open badges [grafische icoontjes ter indicatie dat je bijvoorbeeld een cursus hebt afgerond of een vaardig­ heid hebt opgedaan], ter vervanging van de traditionele cijferlijsten en diploma’s, zal een student kunnen aantonen wat hij heeft geleerd. Omdat het grootste deel van het leerproces digitaal wordt vastgelegd, zijn cursus­ sen minder afhankelijk van allesbepa­ lende standaardtoetsen. Het zal waar­ schijnlijk wel geld kosten om ervoor te zorgen dat het toetsen integer gebeurt – zo zullen er deskundigen moeten worden aangetrokken om bijvoorbeeld gedichten en essays van studenten te lezen en portfolio’s met opdrachten van studenten te evalueren.

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 31

De Amerikaas.indd 31

21-04-15 14:13


de amerika’s

verenigde staten

© Ale-Ale / La Repubblica, Rome

Een cursus zal in de toekomst gratis zijn, maar aan de beoordeling van de resultaten zijn wel kosten verbonden. Maar die kosten zullen laag zijn (het MIT rekent een totaalbedrag van 425 dollar voor het beoordelen van studenten en het uitreiken van certificaten voor een reeks van zeven cursussen computerkunde op edX). Zo’n redelijke prijsstelling – gratis cursussen, goedkope beoordelingen – zal deel uitmaken van een lang proces waarin de kosten van het hoger onderwijs steeds verder zullen dalen. Diensten die computers gratis aan iedere student kunnen leveren, zullen niets kosten. Diensten die menselijke arbeid vereisen, zoals carrièrebegeleiding, zullen wel iets kosten. Maar ook hierbij wordt men geholpen door de effectieve, productiviteit verhogende technologie. Voor veel studenten aan de Universiteit van Overal zullen de totale kosten voor

universitair onderwijs slechts een fractie bedragen van de huidige kosten. Wat studenten in de nieuwe digitale leeromgevingen hebben geleerd, zal worden vastgelegd in een geheel nieuw systeem van referenties – een veilige, persoonlijke onderwijsidentiteit die wordt beheerd door de student zelf, niet door instellingen. De student is niet langer gebonden aan een bepaalde universiteit of vastgepind op een bepaald moment in het leven, maar zijn of haar referenties zullen voortdurend veranderen, en een weerspiegeling zijn van toenemende ervaring, kennis en vaardigheden. Werkgevers die wedijveren om de beste en de slimste werknemers zullen hun wervingsbeleid aanpassen om te kunnen profiteren van de enorme hoeveelheid informatie die deze verzameling referenties biedt. Omdat de referentiesystemen openbaar zijn, zullen miljoenen Amerikanen en vele anderen elders ter wereld voor het eerst de concurrentie kunnen aangaan op delen van de arbeidsmarkt waar ze voorheen systematisch werden buitengesloten omdat ze niet beschikten over een – achterhaald en elitair – diploma.

Achterhaalde tradities

De manier waarop mensen aan de Universiteit van Overal studeren zal enorm verschillen van de huidige wijze, omdat niemand zich meer hoeft te conformeren aan de achterhaalde tradities van de huidige universiteiten. Een aantal leerlingen zal vooral individueel studeren, achter hun computer. Maar dat is lang niet voor iedereen de ideale leeromgeving, voor sommigen is dat zelfs ondoenlijk. We leven in een grote wereld met veel mensen. Een deel daarvan heeft een baan en een gezin waar iedere dag het grootste deel van hun tijd aan opgaat. Een ander deel woont op afgelegen plaatsen of zijn door medische omstandigheden geïsoleerd. Weer anderen leven in gemeenschappen waar het leden van een bepaalde sekse, religie, etniciteit of kaste wordt verboden of ontraden om hoger onderwijs te volgen. Of hebben niet genoeg geld. Maar niet helemaal ideaal is nog altijd beter dan helemaal niets. Bovendien ben je op internet niet alleen als je dat niet wil zijn. Een van de grote voordelen van de sociale media is dat mensen in een virtuele omgeving

Informatie zal zich steeds sneller verplaatsen

intense en blijvende relaties aangaan met anderen. Als de technologie verbetert, zullen die interacties steeds meer het karakter krijgen van een persoonlijke ontmoeting. Nu kan het je alleen nog in de kantine van het MIT overkomen dat je iemand ziet praten met een levensgroot, virtueel beeld van een echt mens. Als telecommunicatie en videotechnologie in de toekomst verder ontwikkeld zijn, kan het gesprek misschien wel worden gevoerd via een beeld dat wordt weergegeven via een bril of via grote, flexibele en goedkope ultra hd-schermen. Hoe het ook zal gaan, de ervaring van het zien en horen van mensen die dichtbij zijn of juist op grote afstand zal steeds dichter bij elkaar komen te liggen.

pagina 32 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

De Amerikaas.indd 32

21-04-15 14:13


de amerika’s

verenigde staten

Door de technologie wordt het exponentieel goedkoper om een universiteit te beginnen

Informatie zal zich steeds sneller ver­ plaatsen, en ervaringen die voorheen waren voorbehouden aan de elite zullen nu toegankelijk worden voor de massa. De internationale leergemeenschap­ pen die zich in de virtuele onderwijs­ wereld zullen ontwikkelen, zullen een veel groter bereik hebben. Ze zijn goed­ koop, en op sommige niveaus helemaal gratis. Miljoenen mensen die tegelijk aan een cursus beginnen zullen data verzamelen die diepgaand en verfijnd kunnen worden geanalyseerd. Onder­ wijskundigen kunnen niet alleen de leeromgeving voor iedere student op maat aanpassen door in te haken op diens inbreng en vorderingen, ook zul­ len ze de interacties tussen studenten kunnen vormgeven en sturen.

Dure gebouwen

De toekomstige overvloed aan goed­ kope, uiterst effectieve en continu ver­ beterde leeromgevingen zal de econo­ mische onderbouwing voor het stichten van instellingen voor hoger onderwijs drastisch veranderen. Universiteiten hoeven niet langer honderden hoog­ leraren in dienst te nemen en tiental­ len dure gebouwen neer te zetten of te huren om alle werkkamers, bibliothe­ ken en collegezalen te kunnen herber­ gen. Net zoals de informatietechnolo­ gie het exponentieel goedkoper heeft gemaakt om in Silicon Valley een tech­ nologiebedrijf op te zetten, maakt die­ zelfde technologie het ook exponentieel goedkoper om bijna overal ter wereld een universiteit te beginnen. Iedereen woont ergens, en de meeste mensen wonen in de buurt van veel andere mensen. Bepaalde soorten van relaties tussen leraar en student en tus­ sen studenten onderling vormen zich op de meest natuurlijke en krachtigste wijze in fysieke nabijheid. De meeste ouders willen dat hun kinderen het huis uitgaan wanneer ze volwassen zijn, en de meeste kinderen doen dat ook graag. Dus er zullen altijd organi­ saties van hoger onderwijs zijn waar mensen bij elkaar wonen en studeren.

Maar die organisaties zullen niet veel lijken op de hogescholen en universi­ teiten zoals wij die nu kennen. De opkomst van nieuwe digitale leer­ omgevingen zal een enorme impuls geven voor het opzetten van nieuwe projecten. Wanneer alle boeken ter wereld en een breed scala aan digitale leeromgevingen tegen heel lage kosten vanaf elke plek op aarde toegankelijk zijn, zullen er instellingen voor hoger onderwijs opgezet kunnen worden die veel efficiënter zijn qua kosten, omvang en focus op de inzet van de student. Uitstekend hoger onderwijs hoeft dan niet langer zeldzaam en duur te zijn; zo zal er een rijk aanbod ontstaan. Stelt u zich eens een groep gebouwen of ruimtes voor die worden beheerd door mensen met een bepaalde onder­ wijsfilosofie, en die toegankelijk is voor iedereen die iets wil leren. De docenten concentreren zich er op het begeleiden van de studenten en het bevorderen van contacten tussen studenten onderling. Er zijn plekken waar mensen werkelijk samenwerken of digitaal contact heb­ ben met medestudenten in andere ste­ den, staten en landen. Sommige studen­ ten wonen in de instelling en brengen er iedere dag veel tijd door om fulltime te studeren. Anderen wonen bij hun gezin of op zichzelf. Het klinkt als een traditionele univer­ siteit, alleen zijn er in die gebouwen geen ouderwetse leslokalen, college­ zalen, bibliotheken of vakgroepen. De docenten werken in en naast digitale leeromgevingen, maar die ontwerpen ze niet alleen zelf. Woorden als ‘semes­ ter’ en ‘studie­uur’ hebben geen bete­ kenis meer. Het gaat er niet meer om dat er uiteindelijk een diploma wordt uitgereikt waarop in vette letters de naam van de instelling prijkt. Een aca­ demische titel is niet langer een ver­ eiste voor een bepaalde baan. In plaats daarvan volgt een student de ene cursus tegelijkertijd met een half miljoen andere mensen van over de hele wereld, en de andere met drie medestudenten en een begeleider in de lokale gemeenschap. Omdat het

niet veel kost om zo’n instelling op te zetten, zijn er tientallen van dergelijke instituten in de buurt. Sommige speci­ aliseren zich op een bepaald terrein zen bieden enkele uitgebreide onder­ wijsprogramma’s aan. Andere zijn mis­ schien georganiseerd rondom verschil­ lende ideeën, overtuigingen, beroepen en onderwijsfilosofieën. Het hoger onderwijs van de toekomst zal bestaan uit onderwijsorganisaties die zijn teruggebracht tot de menselijke maat. Ze zullen groot genoeg zijn om authentieke gemeenschappen te vor­ men, maar niet zo groot dat intermen­ selijke relaties ondergesneeuwd raken.

Filantropen

Wie kan die nieuwe onderwijsorgani­ saties opzetten? Particuliere organisa­ ties, overheden of filantropen. Een eeuw geleden had Andrew Carnegie het uitstekende idee om over de hele wereld duizenden bibliotheken te laten bouwen. Die Carnegie­biblio­ theken waren nuttig, want de onder­ wijskundige informatie werd destijd overgebracht via het gedrukte boek. Lokale gemeenschappen werden ver­ plicht om te investeren in de gebou­ wen door grond beschikbaar te stellen en continue ondersteuning te bieden vanuit de publieke middelen. Ze moes­ ten er ook voor zorgen dat iedereen de bibliotheken gratis kon gebruiken.

De wereld heeft behoefte aan een een­ entwintigste­eeuws equivalent van de Carnegie­bibliotheek: mooie, vredige plekken waar kennis aanwezig is die groeit en zich verspreidt. Plekken die worden ondersteund en gekoesterd door lokale gemeenschappen, die toe­ gankelijk zijn voor iedereen, die men­ sen alles bieden wat de onderwijstech­ nologie mogelijk maakt. Een geweldige leerervaring op een dergelijke schaal lijkt misschien on­ mogelijk, gezien de universiteiten zoals we die nu kennen. Maar zulke reusachtige universiteiten zijn nog maar een betrekkelijk nieuw verschijn­ sel, daterend van halverwege de twin­ tigste eeuw. De instellingen voor hoger onderwijs van de toekomst zullen zowel een internetportal zijn als een ontmoe­ tingsplek, verbonden met de mondiale Universiteit van Overal. Kevin Carey

Kevin Carey (1970) is auteur van The End of College en voorzitter van het Education Policy Program van de stichting New America, een non-profitonderzoeksorganisatie in Washington. Hij geeft les in onderwijsbeleid aan de John Hopkins University en wordt beschouwd als een van de grootste experts op dit gebied. Carey levert regelmatig bijdragen aan o.a. The New York Times, The New Republic, Slate en The American Prospect.

Woorden als ‘semester’ en ‘studie-uur’ hebben geen betekenis meer

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 33

De Amerikaas.indd 33

21-04-15 14:13


de amerika’s

verenigde staten

Hoger onderwijs is geen knip-en plakwerk Onderwijs kun je niet in losse stukjes opdelen. Ook toekomstige studenten en hun ouders zullen blijven kiezen voor goede scholen en universiteiten – hoe duur die ook zijn.

The Atlantic | Washington D.C.

G

aat het met het hoger onderwijs dezelfde kant op als met cd’s en kabel-tv? Is het onvermijdelijk dat internet diploma’s en onderwijs van elkaar gaat scheiden? Sommige ondernemers denken van wel. Gelukkig hebben ze ongelijk. Het is waar dat kabeltelevisie en muziekalbums zijn ‘opgeknipt’. Doordat op internet kleinere eenheden (losse nummers en programma’s) worden aangeboden, profiteren klanten van lagere prijzen, meer content en meer keuzemogelijkheden. Met die ontwikkelingen in het achterhoofd voorspellen ondernemers nu dat het met het hoger onderwijs dezelfde kant op zal gaan – het zal opgeknipt worden op internet, en dat zal meer keuze en lagere prijzen opleveren. Een van deze ondernemers, Martin Smith, schreef vorig jaar in Quartz een essay met de titel ‘What universities have in common with record labels’. Daarin schetste hij een toekomst waarin onderwijsinstellingen hun colleges loskoppelen van de bijbehorende diploma’s, zoals individuele liedjes zijn losgekoppeld van albums. Dat zou bijvoorbeeld kunnen betekenen dat iemand een accountancycursus volgt aan Columbia University en een marketingcursus aan de University of Florida, en zo een eigen diploma bij elkaar sprokkelt door de beste hoogleraren te

Mensen kiezen voor Stanford of Princeton, niet voor een individueel vak

2012 in een rapport voor The American Enterprise Institute: ‘Internet vormt een bedreiging voor businessmodellen die gebundelde diensten leveren, doordat het ongebundelde alternatieven aanbiedt. Instellingen die hun geld verdienen met het berekenen van een prijs kiezen. Een citaat uit het stuk van voor het verzamelen van diensten en Smith: ‘Het opknippen van albums in bronnen, raken hun rol als schakel tuslosse nummers was een van de belang- sen producenten en consumenten kwijt rijkste oorzaken van het instorten van wanneer het mogelijk wordt direct toede muziekindustrie. De inkomsten van gang te krijgen tot de gewenste dienplatenmaatschappijen kelderden door- sten. We hebben gezien hoe deze krachdat nummers van 99 cent populairder ten de muziek- en de media-industrie werden dan albums van 20 dollar. Om op hun kop hebben gezet, en nu zullen winstgevend te kunnen blijven moesdezelfde krachten de onderwijssector ten de labels hun businessmodel drasbeïnvloeden.’ tisch aanpassen. Wat de muziekinduHet is saillant dat Smith, Staton en veel strie het afgelopen decennium is overanderen die deze verschuiving voorzien, komen, zal de komende tien jaar ook letterlijk belang hebben in de uitkomst in het onderwijs gebeuren. Het aantal die ze voorspellen. Zij runnen, betalen keuzemogelijkheden neemt toe, op elk of werken voor bedrijven die precies niveau, van kleuterschool tot universide platforms en diensten verkopen die teit. In plaats van het volledige diploma universiteiten zouden moeten kopen wordt het individuele vak de contentom onlineleerstof te kunnen aanbieden. eenheid. En universiteiten, de platenMaar afgezien daarvan is het ook een maatschappijen van het onderwijs, fabeltje dat het hoger onderwijs afkoerst komen steeds verder onder druk te op een opgeknipte toekomst van meer staan om hun aanbod op te knippen.’ keus voor de consument, lagere prijzen en meer efficiency. Degenen die dit soort voorspellingen doen, gebruiken Fabeltje vergelijkingen die mank gaan, en ook Op het eerste gezicht lijkt Smith een de technologie waarop zij zich baseren punt te hebben. Het hoger onderwijs vertoont gebreken. Zij begrijpen de ecowordt gedomineerd door instellingen nomie van het hoger onderwijs gewoon die de technologische slag hebben geniet. mist. En net als kabel-tv-boeren en pla- Consumenten van hoger onderwijs tenmaatschappijen produceren de ‘bun- – studenten en ouders – ‘shoppen’ tusdelaars’ in het hoger onderwijs de con- sen scholen, niet tussen hoogleraren. tent die ze verkopen niet zelf – ze maken De consument kiest voor de verpakker er een pakket van voor de verkoop, en – het merk, het label, de universiteit – bieden ondersteunende diensten zoals en niet voor de inhoud per individueel marketing en kwaliteitscontrole. vak. Consumenten kopen Stanford of Dankzij de technologie kan lesstof efPrinceton, waar niemand ooit EMI of ficiënter en op het juiste tijdstip worUniversal heeft gekocht. Cijfers van de den aangeboden, terwijl traditionele universiteiten bevestigen deze realiteit. methoden van lesgeven juist steeds Zo bleek uit de jaarlijkse enquête van duurder worden. Van buitenaf gezien de UCLA (University of California in Los lijkt dit dus het perfecte moment om Angeles) onder aankomende eerstejaars het onderwijs te hervormen. dat bijna tweederde zei ‘een zeer goede Andere deskundigen onderschrijven de academische reputatie’ ‘heel belangrijk’ vergelijkingen en voorspellingen van te vinden bij de keuze voor een univerSmith. Zo schreef Michael Staton in siteit.

Prijs en vraag

Argumenten voor het opknippen gaan voorbij aan het verschijnsel dat in het hoger onderwijs het traditionele verband tussen prijs en vraag is omgedraaid. Ook al zijn het in het hoger onderwijs de hoogleraren en onderzoekers die de ‘content’ creëren, zoals de artiesten dat zijn in de muziekindustrie, een universiteit functioneert niet hetzelfde als een platenmaatschappij, alleen maar omdat ze allebei content bundelen. Bij muziek speelt het label geen rol. Consumenten kopen de muziek en de artiest, niet het bedrijf daarachter. Niemand heeft ooit in de rij gestaan voor de nieuwste Sony-plaat. Hetzelfde geldt voor televisie. Daar komt nog bij dat het verschil tussen het downloaden van een liedje voor 99 cent – of zelfs van een traditioneel samengestelde cd voor 20 dollar – en een opleiding aan een particuliere topuniversiteit voor 120.000 dollar zo groot is, dat de vergelijking beledigend is. Muziek koop je voor je plezier, de investering is minimaal en als je de verkeerde keuze maakt, is er geen man

Dit lijkt het perfecte moment om het onderwijs te hervormen overboord. Aan de keuze voor de juiste universiteit gaan vaak jaren van onderzoek en planning vooraf. Daarnaast is het zo dat een buitengewoon groot aantal studenten ofwel niets opsteekt van onlinecursussen, of ze niet afmaakt. Na een vijf jaar durend onderzoek naar onlinecursussen op community colleges in Washington concludeerde het Teacher’s College van Columbia University dat studenten die deze cursussen volgden, een grotere kans hadden voor die cursussen te zakken en hun studie op te geven dan studenten die klassikaal de lessen volgden. Uit een ander onderzoek, dit keer in 2013 door onderzoekers op de University of Pennsylvania, bleek dat maar ongeveer de helft van de studenten die zich hadden ingeschreven voor MOOCs (Massive Open Online Courses) ook maar één van de colleges bekeek en dat gemiddeld maar 5 procent de cursus afmaakte. Maar de meest spectaculaire mislukking van het naar internet verplaatsen van colleges deed zich voor in 2013. Dat jaar lanceerde de San Jose State University een pilot in samenwerking met Udacity, een commerciële onderwijsaanbieder.

pagina 34 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

De Amerikaas.indd 34

21-04-15 14:38


de amerika’s

verenigde staten

Het programma bestond uit online­ cursussen in een klein aantal vakken, zoals algebra en statistiek. Minder dan een op de vier deelnemers aan de alge­ bracursus slaagde daarvoor en maar 12 procent van alle deelnemers haalde zijn of haar cursus. De resultaten waren zo slecht dat het programma al na een jaar werd geschrapt. De afgelopen 150 jaar hebben bol ge­ staan van de omvangrijke, technologie­ gedreven hervormingen in het hoger onderwijs die beloofden het leren te uit te breiden en de kosten te vermin­ deren maar geen van beide deden. In een verslag uit 2013 van weer een ander onderzoek van Columbia Uni­ versity werd virtueel college geven weggezet als de zoveelste variatie op het aloude afstandsonderwijs – het laatste, weinig revolutionaire hoofd­ stuk in de geschiedenis van de schrif­ telijke cursussen voor miljoenen Ame­ rikanen, de radioklassen in de jaren twintig en dertig en de tv­lessen die in zwang kwamen sinds de jaren zestig.

Performers

Andere voorstanders van het opknip­ pen komen met het argument dat de digitalisering van het leren de univer­ siteiten toegankelijker maakt. Zo beweert onderwijsdeskundige Kevin Carey van de New America Foundation in zijn boek The End of College: Creating

Studenten in de universiteitsbibliotheek van de Universiteit van Chicago. – © Matt McClain / Getty

the Future of Learning and the University of Everywhere dat de ‘technologische revo­ lutie’ en de ‘de pan uit rijzende kosten van een universitaire studie’ samen zullen zorgen voor ‘een radicale veran­ dering in de universiteitsbeleving, het einde van de traditionele meritocratie en de emancipatie van honderden mil­ joenen mensen over de hele wereld’. Maar argumenten voor het opknippen die uitgaan van de pan uit rijzende kosten, deugen niet. De duurste pro­ ducten zijn het meest in trek. In de top­25 van beste universiteiten van het land die U.S. News and World Report elk jaar publiceert, staat een aantal van de bekendste hogeronderwijsmerken – instellingen zoals Harvard, Stanford, MIT en John Hopkins. Dit zijn ook de duurste (met een gemiddeld jaarlijks collegegeld van 46.000 dollar) en de meest gewilde universiteiten van het land, die gemiddeld 36.500 aanvragen per jaar krijgen. De volgende 25 univer­ siteiten op de lijst van U.S. News zijn daarentegen makkelijker te veroor­ loven (gemiddeld 40 procent van de aanvragen wordt gehonoreerd, tegen 11 procent in de top­25) en minder duur. Maar deze universiteiten zijn

veel minder in trek: zij krijgen jaarlijks gemiddeld maar 16.000 aanvragen. En zelfs al lag het opknippen voor het hoger onderwijs in het verschiet, dan zou dat eerder een probleem zijn dan een oplossing. Als universiteiten hoog­ leraren zouden gaan inhuren en belo­ nen die een groot onlinepubliek trek­ ken, zou het verschil tussen hoogleraar en performer vervagen. Het belonen van performance zou onvermijdelijk ten koste gaan van de inhoud. Opge­ knipte universiteiten zouden zich be­ zighouden met het zoeken, promoten en verkopen van ‘edutainers’ – en daar­ mee ironisch genoeg veel meer op pla­ tenlabels lijken dan nu.

Juist de duurste universiteiten zijn het meest in trek

Kunstonderwijs

Bovendien: onderwijs waarbij je zelf je eigen onlineafstudeerprogramma samenstelt kan ooit misschien gewel­ dige content bieden aan zijn consu­ menten, maar veel meer ook niet. Academische vakgebieden die minder populair zijn en minder voordeel op­ leveren zouden kunnen verdwijnen. In het huidige systeem is het voor een universiteit misschien niet efficiënt om kunstonderwijs aan te bieden, maar de meeste mensen vinden het belangrijk dat die mogelijkheid er wel is. Lange tijd heeft het bij de mis­ sie van universiteiten gehoord om studenten te laten kennismaken met nieuwe ideeën en disciplines. Op de campus wordt bijvoorbeeld zelfs van businessschoolstudenten verlangd dat ze literatuurvakken en andere vakken uit de geesteswetenschappen volgen. Sommigen vinden dat misschien inef­ ficiënt, anderen vinden het onont­ beerlijk. Alex Bender en Sarah Crowley

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 35

De Amerikaas.indd 35

21-04-15 14:38


azië

cambodja

De boerenkoning van Cambodja Chronologie The Phnom Penh Post | Phnom Penh

De Cambodjaanse premier Hun Sen is, op enkele monarchen na, de langst zittende leider van Azië. De meerderheid van de bevolking kent geen andere leider dan hij. Zijn gezag is onaantastbaar, en dat brengt stabiliteit en economische groei. Maar ten koste van wat?

T

oen Thomas Hammarberg, de speciaal gezant van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties voor de Mensenrechten, op 3 september 1997 een ontmoeting had staan met Hun Sen, de ‘tweede’ premier van Cambodja, had hij goede reden om een gespannen ontvangst te verwachten. Twee maanden ervoor hadden de ordetroepen die trouw waren aan Hun Sen en diens Cambodjaanse Volkspartij (CPP) bliksemacties uitgevoerd tegen het leger van zijn rivaal, de ‘eerste’ premier: prins Norodom Ranariddh van de royalistische partij funcinpec. De operatie kostte tientallen hoge officieren het leven en jaagde veel tegenstanders van het regime op de vlucht.

Tegenpolen

Na deze gebeurtenissen publiceerden Hammarberg en de onderzoekers van het Mensenrechtenbureau van de Verenigde Naties in Phnom Penh een rapport over de standrechtelijke executies, martelingen en verdwijningen die met de staatsgreep gepaard waren gegaan. Het document noemde 41 kopstukken van funcinpec die door de ordetroepen van de CPP zouden zijn aangehouden en geëxecuteerd, en adviseerde de regering een ‘serieus onderzoek naar de misdaden’ in te stellen. Daar was Hun Sen niet blij mee. Zijn regering had de acties van de CPP gerechtvaardigd als een operatie om de orde te handhaven, en hij ergerde zich aan de ‘bemoeienis’ van de VN met binnenlandse aangelegenheden.

De Zweedse diplomaat en de Cambodjaanse politicus waren dan ook elkaars tegenpolen. De eerste, 55 jaar oud, had zijn carrière in dienst gesteld van de mensenrechten en een rechtvaardiger internationale orde. Als secretaris-generaal van Amnesty International was hem in 1977 de Nobelprijs voor de Vrede

Zijn grofheid wordt nauwelijks gecompenseerd door zijn goed gesneden pakken toegekend. Zelfs zijn aristocratische voorkomen contrasteerde met dat van de tien jaar jongere Hun Sen. De Cambodjaan daarentegen heeft in zijn leven weinig anders meegemaakt dan oorlogen en politieke strijd. Hij heeft vrijwel geen opleiding genoten en zijn boerse grofheid wordt maar nauwelijks gecompenseerd door zijn goed gesneden pakken. Maar sinds zijn benoeming als minister van Buitenlandse Zaken, na de val van de Rode Khmer in januari 1979, staat hij aan de top van de politieke hiërarchie, en hij is vastbesloten daar te blijven. De bijeenkomst begon surrealistisch, herinnert Hammarberg zich. Hun Sen was nauwelijks gaan zitten of hij gaf een van zijn medewerkers een teken. Er ging een deur open en een twintigtal soldaten in uniform kwam het vertrek

binnen. Vervolgens verklaarde Hun Sen dat dit de mannen waren die volgens het VN-rapport van 1997 dood zouden zijn. Hammarberg weet nog dat Hun Sen er sarcastisch aan toevoegde: ‘Ze zien er nog behoorlijk levend uit, vindt u niet?’ Dezelfde strategie paste hij in 1998 opnieuw toe tijdens zijn ontmoeting met Mary Robinson, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN. Hun Sen verraste de voormalige Ierse president door vier mannen te laten binnenkomen – opnieuw springlevend – die de VN volgens hem dood had verklaard. Hij toonde ze ook tijdens een gezamenlijke persconferentie met Robinson, waarop hij de handelwijze van de VN veroordeelde en verklaarde dat zijn regering zou weigeren samen te werken met ‘mensen die haar vernederen, beledigen of in een kwaad daglicht stellen’. Beide acties waren bluf. Hammarberg wees er achteraf op dat geen van deze mannen in het rapport dood was verklaard. Maar het was te laat, de lokale pers had het nieuws al opgepikt.

Overlever

Hun Sen leeft in een wereld vol politieke strijd, ver verwijderd van de zorgvuldig gekozen formuleringen die door de VN worden gehanteerd. Voor deze voormalige soldaat is gezag niet een kwestie van principes, maar van macht en belangen. Mensenrechten of democratische waarden, het is allemaal van geen belang voor de premier die de hoogste toppen van de macht heeft bereikt. Terwijl Thomas Hammarberg een idealist is, is Hun Sen een pragmaticus. De Zweed vindt dat er voor de hele wereld universele waarden gelden, de Cambodjaan zet zijn stekels

17 april 1975

Na vijf jaar burgeroorlog komen de Rode Khmer aan de macht, onder leiding van Pol Pot. Het regime van Democratisch Kampuchea, de naam die werd gegeven aan het communistische Cambodja, was uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor de dood van 1,7 tot 2 miljoen mensen (op een bevolking van 7 miljoen).

7 januari 1979

Het regime van de Rode Khmer wordt ten val gebracht door het Vietnamese leger. Er wordt een nieuwe rege­ ring gevormd, met steun van Vietnam.

januari 1985

Hun Sen wordt premier.

oktober 1989

Einde van de terugtrekking van het Vietnamese leger.

23 oktober 1991 Ondertekening van het vredesakkoord op de Conferentie van Parijs, gesponsord door de Verenigde Naties. 23 mei 1993 5 en 6 juli 1997

Verkiezingen, georganiseerd door de VN. Staatsgreep.

15 april 1998

Pol Pot komt om bij de Thaise grens. De laatste bevelhebbers van de Rode Khmer sluiten zich aan bij Hun Sen.

sinds juli 1998

De Cambodjaanse Volks­ partij, geleid door Hun Sen, heeft alle parlementsver­ kiezingen gewonnen.

op als er wordt gesuggereerd dat voor Phnom Penh dezelfde maatstaven zouden moeten gelden als voor New York, Stockholm of Genève. De politieke intuïtie van Hun Sen heeft de tand des tijds doorstaan. Dertig jaar geleden, op 14 januari 1985, toen hij nog maar 32 was, werd hij door het Cambodjaanse parlement tot premier verkozen.

Hun Sen leeft in een wereld vol politieke strijd, ver verwijderd van de zorgvuldig gekozen formuleringen van de VN

pagina 36 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Azie.indd 36

21-04-15 16:36


azië

cambodja

Sindsdien heeft hij dankzij zijn politieke sluwheid diverse bewogen periodes in de Cambodjaanse geschiedenis doorstaan: drie decennia van burgeroorlog en oproer, de ineenstorting van het communisme en de democratisering van zijn land. Momenteel is de 62-jarige Hun Sen een van de grote politieke overlevers van onze tijd. Enkele monarchen daargelaten is hij de leider die het langst aan de macht is in Azië, en een van de langst zittende leiders ter wereld (na Robert Mugabe in Zimbabwe [sinds 1980] en Paul Biya in Kameroen [1982]). Volgens cijfers van de VN is 65,3 procent van de Cambodjanen momenteel jonger dan dertig jaar, zodat de meerderheid van de bevolking nooit een andere leider heeft gekend dan Hun Sen.

Eén constante factor die hem kenmerkt, is zijn ideologische souplesse In de loop van zijn carrière heeft Hun Sen verschillende petten op gehad: soldaat, communist, apparatsjik, internationaal staatsman, verdediger van de markteconomie, demagogische halfgod. Maar als er één constante factor is die hem kenmerkt, dan is het wel zijn ideologische souplesse. ‘Hij is niet koppig,’ vertrouwt een vertegenwoordiger van de CPP die anoniem wil blijven me toe. ‘Hij vaart met alle winden mee, als een boot op de Mekong.’ Het vredige dorpje Peam Koh Snar strekt zich uit langs een bocht in deze rivier, op zo’n 40 kilometer ten noordwesten van Kampong Cham. De geasfalteerde weg voert over een bruggetje. Niet ver daarvandaan verrijzen een pagode [als onderdeel van een boeddhistische tempel] gewijd aan de familie van Hun Sen en een school die de naam draagt van zijn broer Hun Neng, de voormalige gouverneur van de provincie. Al jarenlang profiteert Peam Koh Snar van de vrijgevigheid van de sterke man van het land, want in dit dorp werd de Cambodjaanse leider op 5 augustus 1952 geboren. ‘Alle dorpelingen zijn trots op hem,’ verzekert Nin Kimsoeun (31), een achterneef die het geboortehuis van de premier onderhoudt en nieuwsgierige bezoekers ontvangt. Een stukje verderop weet Ros Thorn (68) nog wat een mager jongetje Sen was voordat zijn ouders hem in 1965, op zijn dertiende, naar Phnom Penh stuurden

Hun Sen (links) op een constructieterrein ten zuiden van Phnom Penh, waar een brug wordt gebouwd. – © Nicolas Axelrod / Getty

om naar de middelbare school te gaan. ‘Hun Sen was niet alleen een goede leerling, hij was overal goed in,’ herinnert hij zich. Korte tijd nadat hij zijn dorp had verlaten, werd Hun Sen meegesleurd in het tumult van de geschiedenis. Aan het eind van de jaren zestig – de precieze datum is onbekend – verliet hij de middelbare school en sloot zich aan bij de communisten die in opstand kwamen tegen prins Norodom Sihanouk [de voormalige koning van Cambodja]. In de jaren zeventig vocht hij aan de kant van de Rode Khmer – de bijnaam die Sihanouk hun gaf – en in april 1975, toen de communisten Phnom Penh belegerden, verloor hij een oog.

In het zadel

Hun Sen heeft altijd verklaard dat hij geschokt was door het radicale karakter van Democratisch Kampuchea en dat hij nooit heeft deelgenomen aan de wreedheden van het regime. In 1977, nadat hij tot onderbevelhebber van een regiment was gepromoveerd, vluchtte hij naar Vietnam om de zuiveringsacties van het regime te ontlopen. Toen het Vietnamese leger de Rode Khmer had verslagen, in januari 1979, werd Hun Sen minister van Buitenlandse Zaken in de communistische regering die door Hanoi in het zadel werd geholpen. Algauw werd hij een trouwe en trotse bondgenoot van Vietnam, waardoor hij in 1984, toen

de Cambodjaanse premier Chan Sy in Moskou overleed, de beste kandidaat was om hem op te volgen. Hij kwam aan de macht in een bijzonder turbulente periode. Cambodja was op dat moment nog een buitenpost van de Koude Oorlog. Gedurende de gehele jaren tachtig streed de Volksrepubliek Kampuchea (PRK), gesteund door de Vietnamese bezettingstroepen en miljoenen Sovjetroebels, tegen de verzetstroepen – waaronder de Rode Khmer – die door de Chinezen en de Amerikanen werden bijgestaan. Als gevolg van een wrede realpolitieke paradox bleven de Rode Khmer Cambodja vertegenwoordigen bij de VN, terwijl de PRK en haar Vietnamese

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 37

Azie.indd 37

21-04-15 16:36


azië bondgenoten door een westers embargo werden getroffen. Dit maakte diepe indruk op de jonge Hun Sen. Het deed in hem de overtuiging groeien dat voor supermachten als de Verenigde Staten mensenrechten en democratische waarden niet meer waren dan een middel om hun politieke doel te bereiken. Waarom zou hij zich onder die omstandigheden aan die waarden moeten conformeren? In 1989 viel de Berlijnse muur en maakten de tegenstellingen van de Koude Oorlog plaats voor een nieuw tijdperk vol beloften. In Cambodja vertaalde dit zich in de terugtrekking van de Vietnamese troepen uit het land en de ondertekening van het vredesakkoord van Parijs op 23 oktober 1991. Op grond van dit verdrag werd in 1992 de VN-Overgangsautoriteit in Cambodja (UNTAC) in het leven geroepen, waarvan het mandaat afliep in september 1993. De UNTAC had tot taak de burgeroorlog te beëindigen en democratische verkiezingen te organiseren, waarmee Cambodja na afloop van de Koude Oorlog het laboratorium van de internationale orde werd. De kanonnendiplomatie van het koloniale tijdperk maakte plaats voor internationale hulp en een grote stroom buitenlandse adviseurs en hulporganisaties.

Obstakel

De Cambodjaanse leiders zagen de komst van de VN en van hun vijanden uit de tijd van de burgeroorlog als een obstakel en een bedreiging. Maar Hun Sen wist al heel gauw de vinger te leggen op de kwetsbaarheid van de politieke bedoelingen die schuilgingen achter de triomfantelijke taal van dit nieuwe tijdperk. Ondanks alle mooie

‘Het gezag van deze man is onaantastbaar’ verhalen over de invoering van democratie en internationale waarden in Cambodja hadden de buitenlandse regeringen het vredesakkoord van Parijs zodanig geformuleerd dat er afstand werd genomen van de interne politieke strijd, in plaats van de partijen nader tot elkaar te brengen. Daarvan getuigen met name de verkiezingen die in 1993 door de VN werden georganiseerd, waarbij de CPP verloor van prins Ranariddh van funcinpec. In de dagen na de stemming maakten de leiders van de CPP bekend dat drie provincies zich zouden afscheiden om

cambodja

een evenredig aandeel in de macht te forceren. Volgens een regeling waartoe alleen Cambodjaanse politici in staat zijn werd Hun Sen tot ‘tweede’ premier benoemd en prins Ranariddh tot ‘eerste’ premier. De VN kon daar weinig tegen doen. Omdat de verkiezingen al als een succes waren bestempeld, restte de VN-vertegenwoordigers weinig anders dan hun koffers te pakken en het land te verlaten. De vier jaar daarna stonden in het teken van een reeks intriges en politieke ruzies tussen de twee premiers die elkaar de suprematie betwistten, ruzies die in juli 1997 hun hoogtepunt bereikten in de straten van Phnom Penh. Na tegen dit geweld te hebben geprotesteerd accepteerde de meerderheid van de buitenlandse regeringen de status quo, en in juli 1998 stelde prins Ranariddh zich opnieuw verkiesbaar. Ditmaal won de CPP. Hoewel de verkiezingen niet bepaald vlekkeloos waren verlopen, hervatte de meerderheid van de buitenlandse regeringen hun financiële steun, die ze tot dan toe hadden opgeschort. Opnieuw trok Hun Sen alle macht naar zich toe, schakelde zijn tegenstanders uit en vergrootte zijn invloed op het rechtssysteem, het parlement en de strijdkrachten. Volgens Human Rights Watch zijn sinds het eind van de jaren negentig honderden politici, vakbondsleiders en journalisten omgekomen bij politiek gemotiveerde aanslagen, en is bijna niemand daarvoor berecht. Momenteel berust de werkelijke macht niet bij de democratische instituties die door de VN zijn gecreëerd, maar bij Hun Sen en invloedrijke vertegenwoordigers van de werkgevers en de politiek, die elkaar wederzijds beïnvloeden en onderling afhankelijk zijn. ‘De mensenrechtensituatie en het politieke krachtenveld blijven volledig in handen van Hun Sen,’ aldus Thun Saray, directeur van Adhoc, een instelling die opkomt voor de mensenrechten in Cambodja. ‘Het gezag van deze man is onaantastbaar.’ Maar de democratische schijn wordt nog steeds opgehouden. Om de buitenlandse regeringen te paaien is Hun Sen een meester geworden in het doen van valse beloften en het creëren van vooruitgangsdromen. Door de officiële propaganda van zijn land wordt hij beschreven als een gulle boerenkoning die zijn onderdanen met weldaden overstelpt. Overal hangt zijn glimlachende portret. Duizenden scholen die door bevriende oligarchen worden gefinancierd dragen zijn naam. Zijn persoonlijkheid komt volledig tot uiting in zijn langdurige toespraken, waarin de schimpscheuten en dreigementen niet van de lucht zijn en die

De premier verdient respect voor de stabiliteit en groei die zijn land heeft gekend

door het plattelandspubliek met een mengeling van angst en respect worden aangehoord. Hun Sen weet de vrees en de hoop van de plattelandsbevolking te manipuleren door de keus tussen de CPP en haar tegenstanders voor te stellen als een keus tussen stabiliteit en chaos, tussen de kans op een betere toekomst en een terugkeer naar de gruwelen uit het verleden. In zijn eerste toespraak van 2015 bestempelde hij iedereen die zich tegen hem verzette plompverloren als ‘een bondgenoot van het regime van Pol Pot’ [de leider van de Rode Khmer]. Relativering is aan de boerenkoning niet besteed.

Juiste man

Over het langdurige bewind van Hun Sen lopen de meningen zeer uiteen. In het buitenland wordt de Cambodjaanse premier soms afgedaan als een dictator die de democratisering om zeep heeft geholpen. Maar voor anderen geeft de langdurige periode van politieke stabiliteit en economische groei de doorslag, een zeldzaam goed in een land waar volkssoevereiniteit nooit heeft bestaan. In het decennium na 1998 is het bbp van Cambodja met bijna 10 procent per jaar toegenomen. ‘Hij is de juiste man op het juiste moment,’ zegt Phay Siphan, woordvoerder van de ministerraad. Talrijke buitenlandse vertegenwoordigers die contact met Hun Sen hebben gehad beschrijven hem als een van de zeldzame doeltreffende leiders in het Cambodjaanse politieke landschap, ook al is hij soms opvliegend en instabiel. Een westerse diplomaat die halverwege de jaren negentig ambassadeur was in Phnom Penh onderstreept het contrast tussen het vastberaden en competente team van Hun Sen en de pluimstrijkende hofhouding van zijn coalitiegenoot, ‘kleine prins’ Ranariddh. Charles Ray, die tien jaar later de Amerikaanse belangen in Cambodja behartigde, beschreef Hun Sen als een van de zeer weinige politici die hij kon vertrouwen. Deze verschillende meningen weerspiegelen de tegengestelde antwoorden op de vraag of het bewind van Hun Sen

volgens internationale normen moet worden beoordeeld of volgens die van de geschiedenis van Cambodja. Aan de ene kant verdient de premier respect voor de langdurige periode van stabiliteit en groei die het land onder zijn leiding heeft gekend. Aan de andere kant zijn de tegenstrijdigheden van zijn bewind zelden zo duidelijk geweest. Sinds het eind van de burgeroorlog in 1999 is de stabiliteit veel Cambodjanen duur komen te staan. Om zich te verzekeren van de trouw van de grote bedrijven heeft de regering toegestaan dat zij het land van zijn natuurlijke hulpbronnen beroofden en de talrijke bossen kapten. De economische revolutie is gepaard gegaan met landonteigeningen, wettelijke onaantastbaarheid en een vergroting van de kloof tussen arm en rijk. Hun Sen is een ware god geworden, gesteund door jaknikkers en blind voor de realiteit van zijn land, dat volop aan het veranderen is. Oppositieleider Sam Rainsy van de Cambodjaanse Nationale Reddingspartij (CNRP) vergelijkt hem met een kapitein die zo zijn best doet de klippen te omzeilen dat hij uiteindelijk uit de koers raakt. ‘Hij kan alles uitstekend zijn gangetje laten gaan, maar het ontbreekt hem aan een toekomstvisie,’ aldus Rainsy. Deze groeiende onvrede was de oorzaak van de verrassende uitslag van de parlementsverkiezingen in juli 2013, waarbij de CPP, die 90 van de 123 parlementszetels bezette, terugviel naar 68 als gevolg van de winst van de CNRP van Rainsy. Na afloop van de stemming verklaarde de CNRP dat ze de verkiezingen gewonnen zou hebben als er niet grootscheeps was gefraudeerd, en maakte ze bekend het parlement te zullen boycotten totdat er een onderzoek zou worden ingesteld. De menigte jongeren die de straat op ging om de CNRP te steunen beloofde weinig goeds voor Hun Sen.

pagina 38 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Azie.indd 38

21-04-15 16:36


azië

cambodja

Jonge aanhangers van oppositiepartij CNRP protesteren tegen de omstreden verkiezingsoverwinning van Hun Sen in 2013. – © Omar Havana / Getty

Heeft de oude leider nog genoeg energie voor de verkiezingen van 2018? Zijn politieke intuïtie moest Hun Sen wel influisteren dat de CPP niet anders kon dan reageren. Er werden hervormingen doorgevoerd in het onderwijs en de milieusector en de belangrijkste ministers werden vervangen. Tegelijkertijd drukte de CPP elke poging van de oppositie om een alternatief te bieden genadeloos de kop in. Tegen de demonstranten werd gewapenderhand opgetreden. Op 3 januari 2014 openden de ordetroepen het vuur op stakende textielarbeiders aan de rand van Phnom Penh, waarbij vijf doden vielen.

Hun Sen is nooit gezwicht en heeft nooit enige spijt betuigd over de slachtoffers van de onderdrukking van de textielstaking, maar dreigde dat hij nog heftiger zou reageren op nieuwe demonstraties. ‘Willen jullie het met eigen ogen zien?’ vroeg hij. ‘Als Hun Sen zijn terughoudendheid laat varen, dan is dat niet voor niets.’ De parlementsverkiezingen van 2018 zouden weleens de grootste uitdaging in de carrière van de premier kunnen betekenen. Heeft de ouder wordende leider nog genoeg energie om zich na al het oproer opnieuw in het zadel te laten hijsen? Een insider die de belangrijkste verantwoordelijke voor de CPP wordt genoemd, is ervan overtuigd dat Hun Sen het aankan. ‘Hun Sen zal premier blijven tot aan zijn pensioen,’ zegt hij. De CPP zet al pionnen uit om de CNRP te verslaan. Ook al heeft de oppositie er in juli 2014 in toegestemd haar

boycot van het parlement te beëindigen in ruil voor een handjevol politieke concessies, sommige oppositieleiders staan nog steeds voor de rechter. Ou Virak, de voormalige voorzitter van het Cambodjaanse Centrum voor de Mensenrechten, merkte op dat Hun Sen weer een beroep begint te doen op de verdeel-en-heersstrategie waar hij zo veel baat bij heeft gehad, maar ditmaal niet zonder de reactie van de publieke opinie angstvallig in het oog te houden. ‘Hun Sen was in 2013 bijzonder arrogant; hij had het belang van de opstandige jongeren met hun smartphones onderschat,’ zegt hij. ‘Die fout zal hij in 2018 niet opnieuw maken.’ De leider van Cambodja zal hoe dan ook nog diverse geschillen moeten uitvechten. Sam Rainsy heeft zijn rivaal als een anachronisme omschreven, als een man die aan de verkeerde kant van de geschiedenis is beland. Maar hoeveel schade hij zijn volk ook heeft berokkend, Hun Sen is altijd uitstekend in staat geweest dat volk naar

zijn hand te zetten. De tijd zal leren wie van de twee de veranderende werkelijkheid van Cambodja het beste begrijpt. Sebastian Strangio

Sebastian Strangio is een Australische journalist in Phnom Penh. Hij heeft onlangs een boek gepubliceerd, getiteld Hun Sen’s Cambodia.

The Phnom Penh Post Cambodja | pnhompenhpost.com Opgericht in 1992 als een tweewekelijks tijdschrift en sinds 2008 een dagblad. Een deel van de medewerkers woont in Cambodja, andere zijn uitgeweken naar het buitenland. Het blad heeft talrijke politieke schandalen onthuld en doet regelmatig onderzoek naar schendingen van de mensenrechten. De archieven zijn toegankelijk via de website.

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 39

Azie.indd 39

21-04-15 16:37


afrika

Presidenten reizen graag in stijl Afrikaanse leiders zijn dol op hun peperdure regeringsvliegtuigen. Concordes, Gulfstreams, niets is te gek. Journalist Bheki C. Simelane vraagt zich af of deze dure speeltjes echt nodig zijn.

Daily Maverick | Johannesburg

D

e Zuid-Afrikaanse president Jacob Zuma en zijn regering willen een peperdure luchtvloot. Een mooi, nieuw vliegtuig staat nu eenmaal boven aan de verlanglijst van het gemiddelde staatshoofd. Zo’n viptoestel straalt macht uit. Als Obama uit de Air Force One stapt, dan weten we dat de machtigste man op aarde is geland. De toon werd ooit gezet door prins Al-Waleed bin Talal bin Abdoel Aziz Al-Saoed, de koninklijke miljardair van Saoedi-Arabië. Hij kocht een opgepimpte Airbus A380 voor een half miljard dollar, ter vervanging van

zijn 747-SP, die niet meer helemaal aan de verwachtingen voldeed: net iets te krap. Na prins Al-Waleed kan een president niet meer zonder een luchtvloot. Afrikaanse staatshoofden hebben het altijd moeilijk gehad met het exclusieve vliegtuig. Toen de vipjet in zwang kwam, in de jaren zeventig, stond het Afrikaanse bruto nationaal product op een constant laag peil. Desondanks leasete Sese Seko van Zaïre een Concorde, waarvoor een speciale landingsbaan werd aangelegd in Gbadolite, in de noordelijke jungle. Die baan is inmiddels overwoekerd door het regenwoud, en soberheid is nu meer dan ooit geboden. Maar presidenten reizen nog steeds van A naar B. En dat doen ze nog steeds graag in stijl.

Belastingbetaler

Wie draait op voor de onkosten? Dat doet de Afrikaanse belastingbetaler. Er zijn prangender zaken, zoals scholen, ziekenhuizen, wegen en elektriciteitsvoorziening, maar het reiscomfort van de presidenten krijgt altijd voorrang. Soms krijgt een president een vliegtuig cadeau, van iemand uit het buitenland, maar ook dan krijgt de belastingbetaler, via een geopolitieke omweg, de rekening meestal wel gepresenteerd. We kunnen het presidentiële vervoer in drie categorieën onderbrengen. Ten eerste zijn er de indrukwekkende passagiersvliegtuigen, aangepast aan de behoeften van de belangrijkste mensen ter wereld. Air Force One is het beroemdste, maar zeker niet het

extreemste voorbeeld. Ten tweede zijn er de kleinere privéjets die je regelmatig ziet in de videoclips van Jay-Z en die ook worden gebruikt door de top van de zakenwereld. Ten derde heb je presidenten die een plaats voor zichzelf en hun entourage reserveren bij een commerciële luchtvaartmaatschappij – zij het dat ze natuurlijk nooit met het plebs in één ruimte belanden. Afrika heeft verschillende leiders die in de eerste categorie vallen. De Marokkaanse koninklijke familie laat zich onder meer vervoeren in een 737-8KB, de langgerekte versie van de bekende Boeing 737. Moammar Gaddafi van Libië vloog in een vergulde Airbus A340, die naar verluidt 411 miljoen dollar zou hebben gekost. Volgens de onafhankelijke Zimbabwaanse pers bezit Robert Mugabe 10 procent van de 400 miljoen dollar kostende Boeing 767 die pas neerstreek in Zuid-Afrika, maar die hem vaker naar doktersafspraken in verre Aziatische hoofdsteden brengt.

pagina 40 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Afrika.indd 40

21-04-15 17:04


afrika

Joyce Banda van Malawi leverde haar toestel in. ‘Ik ben gewend om te liften’

De businessjet die het meest bezongen wordt in hiphopnummers en die regelmatig te zien is in de komische dramaserie Entourage is de Gulfstream IV. Ian Khama van Botswana vliegt ermee. Yoweri Musuveni van Oeganda heeft de luxere Gulfstream V, net als Goodluck Jonathan van Nigeria. Inmiddels is er ook de Gulfstream 650, met een cataloguswaarde van 65 miljoen dollar. Die zal spoedig op Afrikaanse vliegvelden opduiken, zo is de verwachting.

Wringen

De grote vraag is natuurlijk of presidenten deze dure speeltjes echt nodig hebben. Een van de argumenten is doelmatigheid: tijd is geld. Veiligheid is een ander punt: onze presidenten mogen geen gevaar lopen. En dan is er nog de prestigefactor: we laten onze presidenten niet onder de voet lopen door een menigte op de luchthaven. Met de klok mee: Jacob Zuma met vliegtuigcrew, Koning Mohammed VI van Marokko landt in Bamako, en Libische rebellen in het privévliegtuig van Muammar Gaddafi in Tripoli. – © Reuters / Getty

De Egyptische regering maakt gebruik van een A340-200, een geschenk van de Saoedische koninklijke familie aan Anwar Sadat, de voormalige president van Egypte. De Nigeriaanse luchtmacht had een Boeing 737, Eagle One genaamd, voor ex-president Goodluck Jonathan. Dat was het topstuk van de omvangrijke presidentiële vloot. Toen Jonathan in 2013 een staatsbezoek bracht aan Kenia, werd hij in de sociale media bespot omdat zijn gezelschap reisde met maar liefst zeven privévliegtuigen. De Keniaanse president Uhuru Kenyatta heeft alle reden om jaloers te zijn. Zijn reisarrangementen vallen in de tweede, nagenoeg onzichtbare categorie:

één vliegtuig, een aangepaste Fokker 70, in 1995 aangeschaft, die plaats biedt aan maar 26 mensen.

economie, een keurige vloot hebben gehad. Maar in september 2014 stonden de meeste vliegtuigen werkloos aan de grond en nam president Zuma, met zijn gevolg, een chartervlucht naar de Soberheid Verenigde Staten. Dat kostte de belasOok de Zuid-Afrikaanse regering moet tingbetaler grofweg 600.000 dollar. ooit met afgunst naar haar economische De gevreesde chartervlucht kan inderrivaal Nigeria hebben gekeken. Pretoria daad zwaar drukken op de staatsbegroheeft niets dan ellende gehad met zijn ting. Maar het meest gebruikte presipresidentiële vogels: de jet van president dentiële vervoermiddel is sinds jaar en Jacob Zuma, ‘Inkwazi’ (Zoeloe voor ‘vis- dag de businessjet. Het meest gangbare arend’), is eigenlijk altijd stuk. In 2012 model is de Dassault-Falcon 900, van gingen er geruchten dat de regering Franse makelij. Het onderscheidt zich 263 miljoen dollar wilde besteden aan van vergelijkbare jets omdat het drie een 777-200 LR en een Global Express straalmotoren heeft en in de LX-versie 6000 Business Jet. Daarmee zou Zuid9000 kilometer non-stop kan vliegen. Afrika, inmiddels de leidende Afrikaanse De Dassault werd trouwens vooral beroemd doordat Joyce Banda, van Malawi, het toestel inleverde toen zij in 2012 president werd: een nooit eerder vertoonde blijk van soberheid. Ook zag zij af van het gebruik van luxe Mercedessen. ‘Ik ben gewend om te liften,’ zei ze.

De jet van president Jacob Zuma is eigenlijk altijd stuk Toch blijft het wringen. Elke keer als een presidentiële Gulfstream V over een sloppenwijk vliegt, op weg naar een vergadering in Davos of een ander kwaliteitsoord, krijgt de droom over een rechtvaardiger Afrika een nieuwe knauw. Het zou leuk zijn als onze vips het zouden kunnen opbrengen om af en toe een goedkope, commerciële vlucht te boeken. Maar dat is onwaarschijnlijk. Het is moeilijk om aan de kant van de weg je duim op te steken als je eenmaal lid bent van een club van hoogvliegers. Bheki C. Simelane

De Nigeriaanse president Goodluck Jonathan en zijn gevolg reisden met zeven privévliegtuigen

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 41

Afrika.indd 41

21-04-15 17:05


horizon

reportage

Docent Frank Cook uit Liverpool gaf tien jaar les aan de Kamuzu Academy School in Malawi. – Š Paul Grover / REX / HH

pagina 42 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Horizon.indd 42

21-04-15 16:57


onderwijs

horizon

Homerus in de tropen The New Criterion | New York

Regeringsleiders laten graag een prestigeobject achter. In Malawi gaf dictator Hastings Kamuzu Banda opdracht een replica van Eton College te bouwen, vlak bij de oude vijg waar hij als jongen zijn eerste lessen had gekregen. Alles werd ge誰mporteerd, tot aan de bomen toe.

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 43

Horizon.indd 43

21-04-15 16:58


horizon

reportage

Op de varanen na was er niets Malawisch dat het plaatje zou kunnen bederven

I

k zat in de zesde klas toen ik voor het eerst van het bestaan van de Kamuzu Academy hoorde. Mijn leraar Grieks had iets gelezen over een school in de Afrikaanse rimboe, waar leerlingen met strakke Eton-pakjes aan en strohoedjes op in de verzengende tropenzon op Homerus en Virgilius zaten te zweten. Die school, vertelde hij, was het troetelobject van de Malawische dictator, Hastings Kamuzu Banda [1961-1994]. Banda wilde dat de slimste kinderen van het land Latijn en Grieks zouden leren, ter voorbereiding op een hoge politieke functie. Toegerust met de lessen en idealen uit de oudheid zouden ze Malawi later met wijsheid besturen. In hartje Afrika zou de ideale staat van Plato herrijzen. Dat vond ik een mooi idee, maar het duurde jaren voordat ik eraan terugdacht. Ik had net mijn studie klassieke talen afgerond, en na de lome geneugtes van Oxford viel de kille begeerte van Londen me rauw op mijn dak. Ik ging op zoek naar werk als docent in Afrika, en op een dag zag ik een vacature op de Kamuzu Academy.

Vijgenboom

Weidse, lege vlakten strekken zich in alle richtingen uit zover het oog reikt. Tijdens de hele tocht vanuit de hoofdstad zie je niets anders dan kleine akkertjes met mais en cassave, een paar tabaksplantages, zo nu en dan een vervallen handelspost, en veel struikgewas. De huisjes van leem en baksteen hebben rieten daken die hier en daar worden versterkt door plastic zakken met stenen erop. Na urenlang rijden kom je aan in een onooglijk plaatsje met een lege winkel, een kroeg annex bordeel, een gesloten postkantoor en een ‘slagerij’, waar buiten een karkas aan een touw bungelt in een zwerm vliegen. Maar het asfalt loopt door. Na nog eens anderhalve kilometer doemt een poortgebouw op met een groot verlicht bord: Kamuzu Academy – Honor Deo et Patriae. Een gepensioneerde ingenieur vertelde me hoe deze locatie werd gekozen. Banda wilde dat de academie gebouwd werd op de plek van de vijgenboom waar hij als jongen zijn eerste lessen had gekregen. Dus trok hij met een groepje landmeters, architecten en mannen met kapmessen de rimboe in. Na drie dagen rondsjouwen vonden ze de bewuste boom. De stichtingsmythe was geboren en het werk kon beginnen. Er werd bos gekapt, er kwam een dam, en daarna werd de school uit de grond gestampt. Bij de plechtige opening in 1981 arriveerde Banda per helikopter,

gekleed in een driedelig Engels maatpak en een ouderwetse vilthoed. Hij knielde neer om water te drinken uit een troebele plas die hij zich van vroeger herinnerde en betrad vervolgens een podium om de verwachtingsvolle menigte toe te spreken. Terwijl hij in Engels stond te oreren, vertaalde zijn rechterhand JZU Tembo alles in het Chichewa. En toen hij daarna de ene pagina na de andere uit De Bello Gallico van Julius Caesar voordroeg, in het Latijn, redde Tembo zich eruit met: mwamva zimene amene Kamuzu! ‘U hebt Kamuzu gehoord!’ De menigte juichte, de erewacht schoot in de houding en de groepjes dansende meisjes slaakten gilletjes van pure bewondering. In de hoogtijdagen ging een derde van de onderwijsbegroting naar de academie, die geïnspireerd was op Eton en waar aan alles was gedacht. Er was een Grieks amfitheater, een replica van de Library of Congress en een klokkentoren aan een meer met lelies, watervogels en varanen. Er waren muzieklokalen, een modelboerderij, een golfbaan en een ruime eetzaal waar in het Latijn werd gebeden. De gebouwen werden omringd door gazons, tuinen, sportvelden en een park. Op de varanen na was er niets Malawisch dat het plaatje zou kunnen bederven. Alles was geïmporteerd, tot de bomen aan toe. Het onderwijsprogramma was streng: ‘Wie geen Latijn of Grieks wil leren, hoort niet op de Kamuzu Academy thuis.’ Beide vakken waren verplicht. Maar het meest omstreden waren de docenten: Banda wilde onder geen beding dat er zwarten lesgaven op zijn school. Ze moesten allemaal blank zijn en het Latijn beheersen. De leraren die aan deze criteria voldeden, kreeg je natuurlijk alleen voor een dik expatsalaris.

Big Men

Dat ging jarenlang goed, dankzij Banda’s schier onbeperkte budget. Maar op het moment dat ik kom, is zijn bewind al ruim tien jaar ter ziele. De school bestaat nog wel, maar verkeert danig in verval. Er zitten scheuren in het metselwerk en de daken zijn zo lek als een mandje. De klokken staan stil en de schoolbellen zijn stuk. Door gaten in de omheining dringt het oerwoud naar binnen. Na zonsondergang sluipen er huilende hyena’s door de tuinen. En het lagere personeel gaat op voedseljacht naar moerasratten in de bosschages rond de slaapgebouwen. In de afdeling klassieke talen liggen enorme stapels Latijnse en Griekse lesboeken en grammatica’s, syl-

Een derde van de onderwijsbegroting ging naar de academie, die geïnspireerd was op Eton labi en vocabulaires zomaar op de grond. Bibliotheekstempels en ex librissen met Afrikaanse namen getuigen van een lange reeks lezers waaraan plotsklaps een eind is gekomen. Op stoffige planken ligt een curieuze verzameling lesmateriaal te verslonzen: maskers voor een Grieks toneelstuk, beduimelde tijdschriften, dia’s van archeologische opgravingen, catalogi van Europese musea. Bij gebrek aan staatssubsidie werken er nu docenten uit eigen land en draait de academie op betalende leerlingen. Die komen uit de elite: hun vaders zijn wa-Benzi oftewel Big Men (leden van de nieuwe heersende klasse) uit de hoofdstad: regeringsfunctionarissen, topambtenaren, lokale managers van grote hulporganisaties. Voor hen is het pronken met hun status belangrijker dan hun schoolprestaties. En de onderdanige nieuwe leraren dansen braaf naar hun pijpen.

pagina 44 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Horizon.indd 44

21-04-15 16:58


horizon

onderwijs

Leerling Joanna Kadzamira in de bibliotheek van de Kamuzu Academy. – © Paul Grover / REX / HH

Dankzij een opvolger van president Banda is er te­ genwoordig weer een handjevol scholieren dat een beurs ontvangt. Net als de leerlingen waar de school ooit voor bedoeld was, zijn ze meestal afkomstig uit eenvoudige dorpen op het straatarme platteland. Ze zijn slim en leergierig, maar veruit in de minderheid en extreem verlegen. Hun omgang met de betalende leerlingen verloopt helaas niet altijd even gelukkig. In elk leerlingenhuis wordt eens per jaar een fees­ telijk diner gehouden, waarbij iedereen zijn eigen kleren mag dragen. De betalende scholieren verschij­ nen in vol ornaat en wolken parfum. De meisjes zijn schaars gekleed en zwaar opgemaakt. De jongens zien eruit als professionele gangstarappers, met oversized basketbalshirts en laaghangende broeken, nepgouden kettingen en dure zonnebrillen, en doen het stoere loopje na dat ze op MTV hebben gezien. De

beursscholieren gaan als laatsten naar binnen, in zorgvuldig uit hun plattelandskledij samengestelde tenues. De meisjes dragen hun beste effen zondagse jurk, duidelijk door onervaren handen in elkaar gezet. Een paar jongens hebben zich noodgedwongen toch maar weer in hun schooluniform gehesen. En alle­ maal houden ze zich bedeesd op de achtergrond, terwijl hun kapitaalkrachtigere klasgenoten zich opperbest vermaken. Voor die dresscode van de betalende leerlingen, met de bijbehorende muziek, taal en cultuur, vallen de andere scholieren (maar ook de docenten, Big Men en zelfs rijkere boeren) als een blok, zodra ze ermee in contact komen. De gangstaglamour spat van de videoclips en de internetfilmpjes. Het geluid schalt uit autoradio’s en schettert uit smartphonespeaker­ tjes. De kleding wordt verkocht vanaf de laadklep van

Het is de nieuwe zwarte Amerikaanse droom vrachtwagens vol goedkoop Chinees importspul uit Durban of Dar es Salaam. Het ideaalbeeld van luxe en ledigheid heeft niets met de oude blanke over­ heersers te maken. Het is de nieuwe zwarte Ameri­ kaanse droom. En die maakt hier een enthousiasme los waarbij alles van eigen bodem in het niet zinkt. Of de muziek nu een Afrikaanse oorsprong heeft of niet, zoals je wel hoort zeggen, de lokale cultuur wordt er volledig door overvleugeld.

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 45

Horizon.indd 45

21-04-15 16:58


horizon Natuurlijk kan niemand zich deze manier van leven door talent of verdienste veroorloven. Dat is alleen weggelegd voor een enkele geluksvogel: de oogappel van een vrijgevige beroemdheid, de ontdekking van een voetbalscout, de politicus die een lot uit de verkiezingsloterij heeft getrokken. De rest kan de droom alleen maar naspelen.

Hoe belangrijker de gast, des te langer men geacht wordt te wachten

reportage Wachten

De absurdistische aspecten van het academische leven komen het sterkst naar voren op de Dag van de Stichter. Afhankelijk van de status van de betreffende eregast kan het ontvangstcomité bestaan uit geüniformeerde politie en militairen, joelende vrouwen in kleurige rokken bedrukt met het portret van de Big Man, corpulente ministers in donker kostuum, bisschoppen in kazuifel, superplie en rood-paarse stola’s, traditioneel uitgedoste dorpshoofden, ambassadeurs, opperrechters, parlementariërs en magistraten. Intussen heeft de voltallige academie zich in een spectaculaire slagorde opgesteld: de strohoedjes en de emblemen glinsteren in de felle ochtendzon,

Als voorbeeld voor de Kamuzu-bibliotheek diende de Library of Congress in Washington. – © Paul Grover / REX / HH

en de buitenissige toga’s en petten van de verschillende Afrikaanse universiteiten doen nauwelijks onder voor de oogverblindende creaties van neonstof die de schoolkleermaker voor de ongediplomeerde aanwezigen heeft vervaardigd. Er vallen zelfs paarse en scharlakenrode professorsgewaden uit Oxford te bespeuren. In colonne trekt het gezelschap over het terrein naar de klokkentoren. Maar bij de nauwe ingang van het auditorium ontstaat er een opstopping, waardoor de scholieren en de leraren, de bisschoppen en dansende meisjes, de hoogwaardigheidsbekleders en de zeergeleerde heren kriskras door elkaar staan op het moment dat de stoet zwarte Mercedessen stilhoudt om de Big Man te laten uitstappen. Wachten is een belangrijk onderdeel van de ceremonie: hoe belangrijker de gast, des te langer men geacht wordt te wachten. Toen de tweede vrouw van de Big Man kwam, duurde het uren voordat de rij limousines het terrein op reed. Bij het bezoek van de Big Man zelf was de dag al bijna om toen de brandweerwagen (afkomstig van het internationale vliegveld) en de politie-escorte met loeiende sirenes kwamen aanrijden, net op tijd voor de landing van de twee presidentiële helikopters. Op het moment dat hij de vestibule betrad, barstte er een oorverdovend salvo van elektrisch versterkt slagwerk los, waarna de muziekdocent, gestoken in een goudkleurig kostuum, het koor voorging in een zelf gearrangeerde versie van het Hallelujah van Händel voor vocalen, elektrische gitaar, drums en trombone. De Big Man was er zo mee in zijn nopjes dat hij om een herhaling verzocht. De huispriester zou later zeggen dat de academie buitengewoon vereerd was door dit luisterrijke bezoek. Ook de komst van de Chinese ambassadeur was memorabel. Hij zag er patent uit in zijn krijtstreepkostuum met een toefje viooltjes in zijn knoopsgat. Hij hield een lange toespraak, die het geduld van de leerlingen aanvankelijk nogal op de proef stelde. Maar hij sprak zeer trefzeker, overtuigend en zelfs charismatisch, en het was bijzonder om te zien hoe hij zijn gehoor langzaam voor zich wist te winnen: ‘China is zowel groot als klein, het is jong en oud, modern en traditioneel, het is rijk en het is arm, China is...’ Na een half uur werden de leerlingen rijkelijk voor hun aandacht beloond. Op een teken van hem zwaaiden de deuren open en kwam er een stoet inheemse dragers naar binnen met kisten vol laptops en stereosets, rackets en sportschoenen, keyboards en plastic blokfluiten, geïllustreerde geschiedenisboeken en cursussen Chinees. De twee vertegenwoordigers van de leerlingen, een jongen en een meisje, stonden naast hem terwijl de ene kist na de andere werd uitgepakt. De rust keerde pas weer toen de ambassadeur om een ogenblik stilte vroeg zodat hij zijn laatste geschenk kon aanbieden: twee leraren Mandarijn en een jaarlijkse beurs voor een studie aan een Chinese universiteit. Hoe anders verliep het bezoek van de Britse ambassadeur, een eenvoudige man in een verfomfaaid pak die opzien baarde doordat hij arriveerde in één enkele Japanse pick-uptruck. Hij kon zijn publiek maar matig boeien met zijn twintig minuten durend vertoog over het belang van ontwikkelingshulp en de wens van zijn land om het historische onrecht goed te maken. Hij nam zelfs plechtig afstand van het koloniale verleden, maar de leerlingen leken amper te begrijpen waar hij het over had en er ontstond een

pagina 46 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Horizon.indd 46

21-04-15 16:58


horizon

onderwijs Je went aan bizarre gebeurtenissen en neemt de dingen zoals ze komen, ook de rampen en de wonderen

ongeduldig geroezemoes. (Een paar maanden later werd hij het land uitgezet vanwege zijn (gelekte) uitspraak dat de president steeds minder kritiek kon verdragen.) Bij de meeste gastsprekers eindigt de middag echter in een anticlimax. Opgeklopte inleidingen worden gevolgd door dodelijk saaie toespraken: een potsierlijke preek, een bizarre ministeriële uiteenzetting over de prijs van cement of wat onverstaanbaar gebrabbel met een onduidelijke portee. En toch, als de spreker maar belangrijk genoeg is, zijn zelfs de grootste platitudes of de vaagste verhalen genoeg om de zaal in vervoering te brengen. Dan is de herrie niet te harden. Op een gegeven moment heb je het wel gezien en worden de klamme hitte en het zinsbegoochelende surrealisme je te veel. Daar helpt maar één ding tegen, volgens een vriend: het landelijke leven aan de andere kant van de kapotte afrastering rond de academie. Tijdens het lied ‘I Vow to Thee, My Country’ knijpen we ertussenuit naar zijn maiskwekerij. Het is een prachtige plek, met schitterend uitzicht over de weelderige akkers, een laaggelegen stuk moerasachtig bos en de bergen in de nevelige verten.

Perspectief

We slenteren naar het clustertje hutten waar de pachters wonen en waar het tijdloze boerenwerk wordt gedaan: zaaien, gewassen verzorgen en oogsten, houthakken, water oppompen. De woninkjes zijn stevig gebouwd, met keurige rieten daken en een schone veranda om buiten te zitten. Ze staan rond een open plek die keurig geveegd is en omzoomd wordt door fruitbomen. Terwijl de schaduwen lengen genieten we van het prachtige spel van drie muzikanten met van afval gemaakte gitaren. De maan staat al aan de hemel wanneer de zon als een grote rode bol wegglijdt achter de heuvels aan de einder. Hoe idyllisch ook, het is een wereld vol onzekerheden. Je weet nooit of de oogst toereikend zal zijn voor het komende jaar. En daarbij komen nog structurele problemen als grondschaarste, afhankelijkheid van (gesubsidieerde) kunstmest, en een bevolking die de komende twintig jaar naar verwachting zal verdubbelen. Voor de jongens in het dorp is er vaak niets anders te doen meehelpen op het land, maar met zo veel handen en zo weinig land komt dat vooral neer op just staying, zoals dat hier heet: rondhangen. De meisjes worden al heel jong in beslag genomen door het moederschap. Deze mensen hebben zo weinig toegang tot de geldeconomie dat de berekening van het bbp per hoofd van de bevolking een puur academische kwestie is. Naar deze mooie maar harde wereld keren de beursscholieren na elk trimester terug, om er na het eindexamen voorgoed te blijven. Zelfs voor de uitblinkers is er nauwelijks perspectief. Er zijn wel wat banen bij de overheid en de banken, maar het zou naïef zijn

om te denken dat die naar de best gekwalificeerden gaan. Een privésector is er nauwelijks. De hulporganisaties houden een kleine, kunstmatige middenklasse in stand die afhankelijk is van donaties uit het buitenland. De meeste scholieren gaan gewoon terug naar hun dorp.

Kondwani

Op een ochtend in een van de laatste weken van het trimester wordt gezamenlijk de psalm ‘Nearer, My God, to Thee’ gezongen. Dat is het signaal dat het hogere kader op het punt staat om huiswaarts te keren, evenals de leerlingen die het zich kunnen permitteren. De betalende leerlingen worden groepsgewijs afgehaald door chauffeurs uit de hoofdstad, in een volgorde die veel zegt over hun status: hoe belangrijker de ouders, hoe eerder hun kinderen vertrekken. Er zijn steeds vaker stroom- en waterstoringen, er wordt niets anders meer gekookt dan maispap, pennen, papier en krijtjes raken op, en het huishoudelijk personeel pakt zijn biezen. In de slaapgebouwen geldt geen enkel gezag meer. Groepjes leerlingen zwerven doelloos over het terrein, een paar dobberen er in het halfgevulde zwembad. Het geluid van een enkele les in een vrijwel verlaten lokaal weergalmt over de binnenplaats. De beursscholieren zijn er natuurlijk nog; ze bivakkeren in de slaapzalen totdat ook zij weg kunnen, met bussen die zijn afgehuurd om hen naar alle uithoeken van het land terug te brengen, en ze daar zo dicht mogelijk bij hun dorp langs een weg af te zetten. Een van die scholieren is Kondwani, misschien wel mijn beste leerling. Voordat hij naar huis gaat, geef ik hem een woordenboek en Griekse verhalenbundel. Leerlingen weten nooit helemaal zeker of ze ook het volgende jaar een overheidsbeurs zullen krijgen, maar daar hebben we het maar niet over. In plaats daarvan druk ik hem op het hart om in de vakantie te lezen en volgend jaar door te gaan met het schrijven van Griekse opstellen. Dan neem ik afscheid van hem. Met zijn woordenboek op zijn hoofd loopt hij naar de bus die hem terugbrengt naar de bloedhete suikerplantages in het zuiden, en zijn verweduwde moeder. Ik ga terug naar Engeland om een ander leven te beginnen. Later hoor ik dat Kondwani inderdaad zijn opleiding heeft kunnen vervolgen en nu boek 24 van de Ilias leest voor zijn eindexamen, bij een collega van me. ‘Wat heb je aan klassieke talen?’ Dat is in Engeland vaak een sarcastische verzuchting, maar in Afrika wordt deze vraag doorgaans in alle ernst gesteld. Het antwoord is nog niet zo eenvoudig. Er zijn wel wat praktische voordelen, maar oprechte belangstelling voor het vak is zeldzaam. De meeste mensen zien er het nut niet van in. Het nieuwe prestigevak op de academie is Mandarijn. Het wordt interessant om te zien hoe dat zich ontwikkelt. Tot dusver lijkt het onderwijzen van

Chinese karakters nog zinlozer dan de ‘onheilstekens’ van het Latijn en het Grieks. Maar wie weet levert het toch wat op. Aan de andere kant, mettertijd zou ook Banda’s droom misschien wel zijn uitgekomen. In Afrika voltrekt het verval zich sneller, of in elk geval zichtbaarder, dan elders, zo is al vaker vastgesteld. Dat resulteert in de chaos van verandering, ontbinding en vernieuwing die welhaast spreekwoordelijk is voor dit continent. Maar paradoxaal genoeg ontstaat daardoor tegelijk het sterke gevoel dat er niets verandert: als alles steeds hetzelfde blijft – tot en met het feit dat alles steeds verandert – dan lijkt elk menselijk handelen zinloos, elke ambitie futiel. En dan hoef je ook geen rekening meer te houden met wat nuttig is, zoals mensen elders in de wereld, je geen zorgen meer te maken of je ergens iets aan hebt of niet. Je kunt iets zomaar doen, zonder opgaaf van redenen. Op zo’n plek wen je aan bizarre gebeurtenissen en neem je de dingen zoals ze komen, ook de rampen en de wonderen. In dat uitgestrekte, ongerepte landschap, in die kraakheldere lucht, misschien wel onder een vijgenboom, zit een kleine jongen over het bezoek van Priamus aan Achilles te lezen – puur voor zijn plezier. Alexander Suebsaeng

‘Wat heb je aan klassieke talen?’ In Afrika wordt deze vraag in alle ernst gesteld

The New Criterion VS, maandblad, oplage 6500

Tijdschrift voor kunstkritiek in de breedste zin van het woord: poëzie, theater, kunst, muziek, media en literatuur worden erin onder de loep genomen met het doel om kritisch naar de kunsten en het intellectuele leven te kijken, ‘zowel om de zien wat er gebeurt als om het oneigenlijke als zodanig te ontmaskeren’. Opvallend in zijn duidelijke onderscheid tussen hogere kunsten en populaire cultuur.

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 47

Horizon.indd 47

21-04-15 16:58


horizon

astronomie

Willen we echt weten of er buitenaards leven bestaat? Moeten we actief op zoek gaan naar aliens, of afwachten tot ze contact met ons opnemen? Die vraag verdeelt de wetenschappelijke wereld al vijftig jaar. Want wat als de aliens kwaadaardig zijn? En wie mag er als ambassadeur van de aarde optreden? The Washington Post | Washington D.C.

I

n 1960 maakte de jonge astronoom Frank Drake een serieus begin met de zoektocht naar buitenaardse beschavingen. Bij Green Bank in West Virginia richtte hij de 25 meter grote schotel van een radiotelescoop op twee zonachtige sterren in de nabijheid van ons sterrenstelsel. Hij stemde af op een frequentie die hem geschikt leek voor de interstellaire communicatie van buitenaardse beschavingen en hoopte zo iets op te vangen. Maar de sterren zwegen. Dat was het begin van SETI, de Search for Extraterrestrial Intelligence [Zoektocht naar buitenaardse intelligentie]: een tak van de astronomie die wereldwijd tot de verbeelding spreekt maar nog steeds geen ‘hallo’ van de kant van een alien heeft opgeleverd. Mogelijke verklaringen te over: er zijn geen aliens. Of ze zijn te ver weg. Ze zijn in zichzelf gekeerd en isolationistisch. Ze zitten wezenloos naar hun videogames te staren. Of ze kijken geamuseerd naar ons en vragen zich af wanneer wij eindelijk eens volwassen worden. Sommige SETI-onderzoekers bepleiten een actievere aanpak. Volgens hen moeten we niet alleen proberen

signalen op te vangen maar ook zelf berichten gaan versturen, met name naar recent ontdekte planeten in verafgelegen zonnestelsels. Een vorm van ‘actieve SETI’ waarmee we een duidelijk signaal kunnen afgeven dat we er zijn, in de hoop dat het een dialoog oplevert. Dat idee is natuurlijk omstreden vanwege... nou ja, de Klingons [de mensachtige woestelingen uit Star Trek]. De slechte aliens. ‘We kunnen niet voorspellen hoe buitenaardse intelligentie op een bericht van de aarde zal reageren’, aldus een petitie van 28 wetenschappers en denkers op dit gebied, onder wie Elon Musk, oprichter van het commerciële ruimtevaartbedrijf SpaceX. ‘We hebben geen idee van de intenties en de vermogens van buitenaards leven en kunnen onmogelijk voorspellen of het goedaardig of kwaadaardig zal zijn.’ Maar volgens de voorstanders van actieve SETI snijdt dat bezwaar geen hout. Als er al kwaadaardige aliens zijn, zeggen ze, dan weten die al lang van ons bestaan. Dat komt doordat we al sinds de jaren vijftig tv- en radioprogramma’s zoals I Love Lucy de ruimte in slingeren. Bovendien zouden aliens met geavanceerde apparatuur onze radarbakens kunnen detecteren en zien dat onze steden verlicht zijn. ‘Met die tv-uitzendingen en onze straatverlichting sturen we eigenlijk al zeventig jaar signalen de ruimte in die de aandacht van buitenaards leven kunnen trekken,’ zegt Seth Shostak, astronoom van het Californische SETI Institute en voorstander van de actieve aanpak. ‘Die signalen kun je niet meer ongedaan maken.’

Dat is maar ten dele waar, zeggen critici. Die planetaire ‘lekkage’ van radio- en tv-uitzendingen betreft zwakke signalen die alle kanten op gaan. Die zijn veel moeilijker op te vangen dan een doelbewust op een specifieke planeet gericht signaal. Daarbij vinden tegenstanders van actieve SETI het ongepast om als wetenschapper pogingen tot interstellaire communicatie te doen zonder mandaat van de rest van de mensheid. Om nog maar te zwijgen over de vraag wat de inhoud moet zijn van ons bericht aan de sterren. En zo zijn we van een van de grootste mysteries van de wetenschap (zijn we alleen in het universum?) beland bij een lastige politieke en culturele vraag: wie spreekt namens de aarde? Dit debat over de do’s-and-don’ts van de communicatie met aliens neemt in de serieuze wetenschap bepaald geen centrale plaats in. Toch trok het aardig wat aandacht op de jaarlijkse bijeenkomst van de wel degelijk serieuze American Association for the Advancement of Science in San Jose. De astronoom Jill Tarter, een SETI-pionier die neutraal staat tegenover de actieve aanpak, had er een symposium over georganiseerd.

Akelig

Voorafgaand aan dit symposium was er een persconferentie met Seth Shostak en Douglas Vakoch, voorstanders van de actieve aanpak, en sf-schrijver David Brin en astrobioloog David Grinspoon. ‘Actieve SETI zou de volwassenwording van het vakgebied betekenen,’ zei Vakoch, klinisch psycholoog en hoofd van de afdeling Interstellar Message Composition van het SETI Institute. ‘Het kan het laatste stapje zijn naar contact met buitenaards leven.’ Maar volgens Brin, een van de ondertekenaars van de petitie tegen actieve SETI, weten we niet wat we kunnen aantreffen en mogen we er niet van uitgaan dat aliens ons goedgezind zijn. Hij zei dat er zo’n honderd

‘We kunnen niet voorspellen hoe buitenaardse intelligentie op een bericht van de aarde zal reageren’ Frank Drake, de oprichter van SETI (Search for Extraterrestrial Intelligence). © Ramin Rahimian – The Washington Post / Getty

pagina 48 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Horizon.indd 48

21-04-15 15:43


horizon

buitenaards leven

En de kans dat er buitenaards leven is? Als Drake de variabelen van zijn vergelijking invult (en wie kan dat beter dan hij?) komt hij uit op tienduizend buitenaardse beschavingen die we zouden kunnen vinden, als we met de juiste techniek op de juiste plaats zouden zoeken. ‘En dat zijn dan alleen de tienduizend die we kunnen vinden. Er zijn er nog veel meer,’ legt Drake uit. ‘Veel van de jongere beschavingen kunnen niet worden opgespoord omdat ze nog niet over technologie beschikken, en er zijn oudere beschavingen met technologie die zo goed is dat ze geen energie verspillen.’

Frank Drake schat het aantal buitenaardse beschavingen op tienduizend

© Emiliano Ponzi

verschillende scenario’s zijn om te verklaren waarom we nooit iets van aliens hebben gehoord. En een stuk of tien van die scenario’s zijn heel akelig, zei hij. Vakoch verweet Brin dat hij inconsequent was: hij heeft immers al meegewerkt aan een bericht dat de verre ruimte in gaat. Dat bevindt zich aan boord van de NASA-ruimtesonde New Horizons, die in de loop van dit jaar Pluto passeert. ‘Maar dat komt toch nooit ergens aan,’ protesteerde Brin. Op galactische schaal reist die sonde namelijk in een slakkengang. Eenmaal voorbij Pluto zal hij nog een eeuwigheid door de interstellaire leegte vliegen. Achter in de zaal zat een grijze man met een bril, die de discussie zwijgend aanhoorde: Frank Drake.

Met zijn 84 jaar is hij de nestor van het vakgebied. Dit is de Drake van de beroemde Drake-vergelijking. Met die formule, die hij in 1961 voor een bespreking in Green Bank op een papiertje krabbelde, wilde hij een schatting geven van het mogelijke aantal intelligente beschavingen in ons melkwegstelsel. Na afloop installeerde hij zich op een bankje in de gang, waar hij meteen werd omstuwd door een kluitje journalisten, die hij een half uur toesprak. Het is te vroeg om al met actieve SETI te beginnen, zei hij. Daarvoor weten we nog te weinig. ‘Volgens mij is het nu tijdverspilling. Alsof je een e-mail wilt sturen naar iemand van wie je het mailadres en de naam niet weet.’

De vergelijking van Drake ziet er niet zo elegant uit, maar is nog altijd een begrip: N = R* × fp × ne × fl × fi × fc × L Het is minder ingewikkeld dan het lijkt. Het aantal detecteerbare beschavingen (N) is het product van zeven factoren: het gemiddelde aantal sterren dat jaarlijks in ons melkwegstelsel wordt gevormd (R*), de fractie van die sterren met planeten (fp), het gemiddelde aantal planeten in sterrenstelsels waar leven mogelijk is (ne), de fractie van die planeten waar zich ook leven ontwikkelt (fl), de fractie van die planeten waar zich intelligent leven ontwikkelt (fi), de fractie van die planeten waar zich communicerende beschavingen ontwikkelen (fc) en de gemiddelde levensduur van communicerende beschavingen (L). De eerste exoplaneten, planeten buiten ons zonnestelsel, zijn ontdekt in 1995. In de jaren daarna zijn door de Kepler-ruimtetelescoop en andere telescopen op aarde en in de ruimte meer dan duizend nieuwe planeten ontdekt. Astronomen vermoeden dat er alleen al in ons melkwegstelsel miljarden planeten zijn die zich in de ‘leefbare zone’ van hun ster bevinden (dat wil zeggen: op een zodanige afstand dat er leven mogelijk is). En om met Carl Sagan te spreken: er zijn nog miljarden en miljarden andere melkwegstelsels.

123 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 49

Horizon.indd 49

21-04-15 15:43


horizon

buitenaards leven

In 2008 zond de NASA het Beatles-nummer ‘Across the Universe’ naar de ster Polaris

© Emiliano Ponzi

Maar met de vierde factor van de Drake-vergelijking begint het gissen al. Op hoeveel van die potentieel leefbare planeten heeft zich ook echt leven ontwikkeld? Niemand weet het, want niemand weet hoe het leven op aarde is ontstaan. Hoe waarschijnlijk is het dat bacteriologisch leven zich ontwikkelt tot complexe, meercellige organismen die uiteindelijk evolueren tot wezens met grote hersenen? Dat weten we niet, want we hebben geen vergelijkingsmateriaal, we kennen alleen het leven op aarde. Neigt intelligent leven altijd tot communicatie en laat het zich detecteren? Geen idee. En dan is er die omineuze L waarmee de vergelijking afsluit: is technologische beschavingen een lang leven beschoren? ‘Het zijn allemaal grote onbekenden. Het is een fraaie manier om ons gebrek aan kennis vorm te geven,’ zegt Jill Tarter. Haar werd ook gevraagd waarom we eigenlijk moeten proberen signalen van buitenaardse beschavingen op te vangen. ‘Omdat we benieuwd zijn op hoeveel verschillende manieren leven kan bestaan,’ zei

Tarter. ‘En of ons ook een lange toekomst beschoren is.’ Dat laatste houdt verband met de veronderstelling dat we eerder een heel oude beschaving zullen vinden dan een jonge. Dat is een kwestie van statistiek. Het universum is 13,8 miljard jaar oud. Als we ooit een signaal opvangen, is het niet zo waarschijnlijk dat het van een beschaving komt die nog maar net is begonnen met communiceren.

vindt het opvallend dat we al zo veel exoplaneten hebben ontdekt, maar nog geen spoor van een intelligente beschaving. ‘Geen sterke radiobakens, tv-uitzendingen, gerobotiseerde ruimtevaartuigen of obelisken op de maan: alles bij elkaar lijkt dat er toch op te wijzen dat het in ons melkwegstelsel niet wemelt van de technologische beschavingen,’ zei hij. Na het symposium over actieve SETI op het congres in San Jose werd op Valentijnsdag nog een workshop gehouden in het SETI Institute, vlakbij in Mountain View. De conclusie daarvan: niemand zal in de afzienbare toekomst een boodschap naar aliens sturen. ‘We moeten gremia ontwikkelen om wereldwijd overleg en mondiale actie mogelijk te maken,’ schreef Tarter in een e-mail waarin ze de workshop samenvatte. Ze vergeleek de kwestie van actieve SETI met een ander debat dat op het congres veel aandacht kreeg: het plan om aerosols in de atmosfeer te spuiten, die het zonlicht weerkaatsen en zo de opwarming van de aarde kunnen afremmen. Ook dat zal in de afzienbare toekomst niet gebeuren, maar het lokt wel discussies uit over fundamentele kwesties van wereldwijde klimaatbeheersing en mondiale beleidsvorming. Individuele alienjagers kunnen natuurlijk altijd op eigen houtje handelen, en dat gebeurt ook. Zo heeft de Russische astronoom Alexander Zaitsev al diverse berichten naar nabije sterren gezonden. Zelfs de NASA heeft in 2008 het Beatles-nummer ‘Across the Universe’ naar de ster Polaris uitgezonden. (In het persbericht zei Yoko Ono daarover: ‘Ik zie dit als het begin van een nieuw tijdperk, waarin we met miljarden planeten in het hele universum zullen communiceren.’) Ook Frank Drake heeft zich wel eens aan actieve SETI bezondigd. Het was vooral een stunt ter gelegenheid van de heropening van het Arecibo-observatorium in Puerto Rico, op 16 april 1974. Toen zond hij een eenvoudig bericht in binaire code (met onder meer de bouwstenen van DNA, de planeten in ons zonnestelsel, de afmetingen van een mens) naar een sterrencluster in het sterrenbeeld Hercules, 25.000 lichtjaren van ons vandaan. De kans dat het ergens aankomt is miniem. Toch kwam het Drake op kritiek te staan van de toenmalige Astronomer Royal van Groot-Brittannië, Sir Martin Ryle, die het een onbezonnen actie vond. Drake haalt er zijn schouders over op: ‘Iedere beschaving die honderd jaar op ons voorligt, kan gewone radio-uitzendingen onderscheppen.’ Hij is ook niet bang dat contact met een superieure beschaving ons zou deprimeren, zoals sommigen denken. Kinderen worden ook niet gedeprimeerd door de nabijheid van volwassenen, zegt hij. Hij vergeleek SETI met het onderzoek naar oude beschavingen op aarde, zoals de Griekse en Romeinse oudheid. ‘Dit vakgebied wordt de archeologie van de toekomst,’ zegt Drake. ‘Wij gaan onderzoeken wat er van ons zal worden.’ Joel Achenbach

Individuele alienjagers

Tarter laat zich niet ontmoedigen door het feit dat de zoektocht naar buitenaardse intelligentie nog nooit iets heeft opgeleverd. We kunnen nu weliswaar meer signalen opvangen dan in 1960, zegt ze, maar de mogelijkheden blijven beperkt. ‘Wat we tot nu toe hebben onderzocht, is één glaasje water in een hele oceaan,’ zegt ze. Een heel ander geluid hoor je van Geoff Marcy, een astronoom die veel van de exoplaneten heeft ontdekt. Hij heeft de petitie tegen actieve SETI ondertekend en

‘Dit vakgebied wordt de archeologie van de toekomst’

pagina 50 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Horizon.indd 50

21-04-15 15:43


cultuur

interview

Vijf minuten met… Anish Kapoor

‘Ik heb niets te zeggen’ The Talks | Berlijn

Meneer Kapoor, u verkeert in de gelukkige omstandigheid dat u geweldige, ingewikkelde kunstwerken kunt maken die heel veel geld kosten. Betekent dat ook dat u een groter doek heeft om mee te werken dan andere kunstenaars? Ik geloof niet dat het zo werkt. Ja, ik verkeer denk ik wel in gelukkige omstandigheden. En kosten zijn natuurlijk altijd een punt, maar ik ben van mening dat de omvang van iets ook banaal kan zijn. Grootte kan inhoudsloos zijn. Daar gaat het niet om. Grootte moet gerelateerd zijn aan de inhoud, aan datgene waar het over gaat. Ik hoop dat de schaal van mijn werken veel groter is dan wat je ziet. Ik hoop dat ze in je gaan leven. Op wat voor manier? Ik wil een opera zonder gesproken dialogen schrijven. Ik wil alle grote menselijke vraagstukken behandelen. Allemaal? Dat klinkt nogal ambitieus. Je houdt jezelf natuurlijk voor de gek als je denkt dat je dat kunt. Maar wat je wel kunt doen, is ruimtes in je werk laten vallen die de mogelijkheid van dood of vreugde of schoonheid en dat soort zaken niet uitsluiten. Het is te gewoontjes om te zeggen: ‘Ik maak een werk over vreugde’, of ‘Dit werk gaat volledig over de dood.’ Dat bestaat gewoon niet. Dus ik denk dat door de ruimte het werk te laten zijn, door voldoende vertrouwen te hebben in het proces... Het proces is heel belangrijk. Ik houd me eigenlijk niet zo bezig met expressie. O, nee? Maar daar gaat kunst toch juist over? Ik heb al vaak gezegd dat ik als kunstenaar niets te vertellen heb. De reis van een kunstenaar is er een van ontdekkingen en enige betrokkenheid bij de aard van het materiaal, lichamelijke dingen. Dat heeft me tot hier gebracht. Een fascinatie voor rood gedurende vele, vele jaren. Rood bevat een angstaanjagende donkerte. Wat mij betreft wil je het verhaal juist beginnen en niet afsluiten. Ik wil dit object hier hebben als iets werkelijks, als een verschijnsel, een vanzelfsprekende waarheid. Als ik iets over een bepaalde kwestie zou zeggen, dan sluit ik daarmee eigenlijk de mogelijkheid af tot werkelijke ontdekkingen. Uiteindelijk ga ik het atelier in en zeg: ‘Ik weet niet wat ik moet doen. Ik ben de weg kwijt.’ Dan komen er dingen op en ga je aan de slag met wat zich in de ruimte bevindt. Ik ben geïntrigeerd door dat proces, want het maakt dat je kanten op gaat die je rationeel niet had kunnen bedenken.

Zou u uw werk introspectief noemen? Ik ben altijd zelfonderzoekend geweest. Het is net zoiets als bij een psychoanalyticus op de bank gaan liggen en zeggen ‘Ik ben zo ongelukkig over dit of dat’, en dan ineens is er dit hele ding in de kamer en denk je ‘Kijk nou eens wat er is gebeurd, het is er allemaal!’ Zelfs het enorme werk Marsyas dat ik in de Tate maakte. Ergens heb ik dat natuurlijk expres zo genoemd, omdat het gaat over de mythe waarin de sater Marsyas door Apollo wordt gevild [nadat die door hem was uitgedaagd tot een panfluitwedstrijd]. Het object zelf, met zijn uitgerekte vorm, verwijst naar een binnenste. Het is als een uitgerekte huid. Het is opvallend hoeveel verschillende materialen u in de loop van uw hele carrière in uw werken gebruikt. Hoe kiest u het materiaal waarmee u werkt? Ik voel me heel erg aangetrokken tot ongewone materialen. Ik houd bijvoorbeeld van roze marmer. Het hangt ook af van wat je probeert te doen. Ik heb met ontzettend veel materialen gewerkt. Vantablack is een waanzinnig nieuw materiaal. Het is na de zwarte gaten het allerzwartste materiaal. Vooralsnog bestaat het alleen op het formaat van een A 4’tje, dus ik denk mee aan een oplossing om het groter te maken. Maar een nieuw materiaal opent allerlei nieuwe mogelijkheden. Ik ben al heel lang bezig met het idee van het vacuüm, het object dat al het licht absorbeert, wat op zich eigenlijk een soort non-object is. En dit materiaal lijkt daarvoor te zijn gemaakt. Zwart is altijd als het toppunt van cool gezien. Denkt u dat er een toepassing zal worden gevonden in de modewereld? (Lacht) Dit zwart is zo uitzonderlijk, ik verzeker je dat je het in je hand kunt houden en kunt plooien zonder dat je de plooi ziet. Zo veel licht absorbeert het. Je zou dus, denk ik, absorberende kleding kunnen maken die je niet ziet. In een aantal van uw recentere werken, zoals hier in de Lisson Gallery, gebruikt u silicium. Hoe bent u tot dit materiaal gekomen? Ik zocht iets dat tastbaarder was dan verf, driedimensionaler, zeg maar. Ik had dit materiaal al eens gebruikt voor andere dingen, en toen bedacht ik dat het eigenlijk een heel goed schildermateriaal zou kunnen zijn. Het is dus echt een proces; het een leidt tot het ander. Dat is wat beeldhouwen inhoudt, hoewel dit meer semischilderijen zijn. Het doet er niet zo toe wat het zijn.

Hebt u geconstateerd dat sommige materialen waarmee u werkt gewilder zijn dan andere? Ja. Zo lijkt het polariserens te werken als u met staal werkt. Hoe komt dat, denkt u? Ach, sommige mensen houden van glimmende dingen, andere weer niet. Dat is onvermijdelijk. Het maakt niet uit waar mensen van houden. Volgens mij moet je je instinct volgen, je gevoel, en dat leidt dan hopelijk tot iets betekenisvols. Als het voor mij betekenisvol is, neem ik aan dat het dat voor jou ook is. Geldt dat ook voor schoonheid? Schoonheid is niet iets statisch. Schoonheid verandert voortdurend; onze ideeën over schoonheid veranderen steeds. Ze zijn afhankelijk van wie er kijkt. Het is nooit het een of het ander. Hoe mooi iemand of iets ook is, er is altijd de keerzijde. ‘O, ja, heel mooi, maar...’, en afhankelijk van de situatie, het tijdstip... Het is een fragiele toestand en ik denk dat dat de essentie is. Zowel schoonheid als lelijkheid, schoonheid en het tegenovergestelde, is altijd in beweging. Ik las ergens dat u in een kibboets was toen u besloot kunstenaar te worden. Had het iets met die ervaring te maken dat u dat toen besloot? Nee, niet speciaal. Het was meer een moment van: wat ga ik nu in godsnaam eens doen met mijn leven? Ik was een jonge vent die in een kibboets werkte en verondersteld werd naar de universiteit te gaan, maar ik besloot dat dat voor mij niet het juiste was. Ik wilde niet naar de universiteit. Ik wilde naar de kunstacademie en kunstenaar worden. Ik heb, denk ik, geluk gehad. Ik wist dat op mijn zeventiende, en het is een geweldig geschenk om dan al te weten wat je wilt gaan doen.

© Getty

Anish Kapoor (1954) is geboren in Bombay en woont sinds 1972 in Engeland. Hij kreeg wereldwijde bekendheid tijdens de Biënnale van Venetië van 1990 en ontving in 1991 de Turner Prize. Inmiddels is hij internationaal een van de meest gevraagde kunstenaars. Zijn werk bestaat onder meer uit grote beeldhouwwerken en installaties. Een van de bekendste is Sky Mirror, een schotelvormige spiegel waarin de wereld ondersteboven te zien is.

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 51

5 minuten met Anish Kapoor.indd 51

21-04-15 10:34


gerecenseerd 360 kiest een aantal door de buitenlandse pers beschreven concerten, voorstellingen, nieuwe boeken, films en exposities die naar België of Nederland komen.

Lenferink Leest mee

De dood van dictators als Hitler en Gaddafi kan het hart van een nette democraat als u en ik van vreugde doen opspringen. Op 30 april is het zeventig jaar geleden dat Adolf Hitler een einde aan zijn eigen leven maakte. Daar mag op gedronken worden. Dat hebben we ook jaren gedaan, want die datum viel samen met de verjaardag van koningin Juliana, die toevallig ook wel van een borreltje hield, maar niet van Adolf. In Het verloren leven van Eva Braun beschrijft de Duitse auteur Angela Lambert briljant de laatste dagen in de Berlijnse bunker van Hitler en Eva (na dertien jaren zijn maîtresse te zijn geweest, wordt zij eindelijk zijn wettige vrouw). Hitler bespreekt met haar, in gezelschap van secretaresses en adjudanten, de wijze van zelfdoding. Volgens Adolf kun je het beste zelfmoord plegen door jezelf door de mond te schieten. Eva denkt dat ze geen revolver tegen haar hoofd kan zetten: ‘Ik wil een mooie dode zijn.’ Zij kiest voor de cyaankalipil. De pil wordt eerst uitgeprobeerd op Blondi, hun herdershond. Die sterft binnen een minuut in een geur van amandelen. Hitler gaat voor een combinatie van pil en pistool. Lees het boek van Lambert! Het is niet alleen Eva’s biografie, maar ook vijftig jaar Duitse historie, in vijfhonderd heldere bladzijden. De Libische president Gaddafi pleegde geen zelfmoord, maar werd door woedende landgenoten vermoord. Ook op de Nederlandse televisie wordt de laatste tijd getwijfeld of dat wel zo verstandig was. Sinds zijn dood is Libië er voor de inwoners, en ook voor ons, niet veiliger op geworden. De stroom immigranten naar Europa wordt alleen maar groter, het lot der bootvluchtelingen gruwelijker, massaler en schier onoplosbaar. Mijn favoriete journalist, columnist en moralist Peter Hitchens, onthulde onlangs in The Daily Mail dat Gaddafi in 2010 tijdens een staatsbezoek aan Rome een voorstel deed om de illegale immigratie aan te pakken. Ik citeer: ‘Europa maakt grote kans zwart te gaan zien van illegale immigratie. We hebben de hulp nodig van de Europese Unie om dit leger van Afrikanen te stoppen bij hun pogingen om vanuit Libië over te steken... Hoe zullen de witte, Europese christenen reageren op deze invasie van hongerige, onderontwikkelde Afrikanen?’ Gaddafi wilde samenwerking, en een paar miljard. Hoeveel Italiaanse politici zouden nu wensen dat ze maar op dat voorstel van die psychopathische, potsierlijke kolonel waren ingegaan? U weet het, en ik ook.

© Roger Viollet / Getty Images

Hitler & co

© Getty Images

Pirouettes met de bariton

De muziek van San Fermin is niet te plaatsen mUZiek – Is het klassiek, modern of de soundtrack van een film over het universum in heden, verleden en toekomst? Ellis Ludwig-Leone maakt balletvoorstellingen als hij niet op tournee is, misschien is dat wat je hoort in de muziek van zijn band San Fermin. Al tijdens zijn muziekstudie aan Yale, schrijft The Washington Post, gaf Ludwig-Leone blijk van een dubbeltalent: overdag op de klassieke piano, ’s avonds in een rockband. Het eigenaardige geluid van San Fermin (de band speelt op 1 mei in Bitterzoet, Amsterdam) is voortgekomen uit de combinatie van zijn klassieke scholing en de wens om liedjes te schrijven voor zijn zingende vriend Allen Tate, wiens bijzondere baritonstem kenmerkend is voor het San Fermin-geluid. Toen Ludwig-Leone genoeg materiaal had voor een cd, nodigde hij twaalf muzikanten uit ‘met de belofte van 30 dollar de man en een ongemakkelijke avond’. Na dat concert liet hij de buzz zijn werk doen. De naam van de band verwijst naar het jaarlijkse feest in het Spaanse Pamplona, wanneer een dozijn stieren wordt losgelaten in de straten, gretig om een ieder die zich niet snel genoeg uit de voeten maakt op de hoorns te nemen. ‘Het mooie daaraan,’ zegt Ludwig-Leone in de Amerikaanse krant, ‘is dat het gaat over nodeloos risico nemen, het gaat alleen om de kick. Dat geldt voor mij ook als ik optreed.’ Het succes van dat eerste concert, schrijft The Independent, voerde San Fermin ‘door landen waar Ludwig-Leone nog nooit was geweest, festivals waar hij nog nooit van had gehoord en trauma’s en triomfen waar hij niet van had gedroomd’.

Onzin herschrijven als gelul Googlegoeroe over het manna uit Silicon Valley

LiterAtUUr – Misschien is Laszlo Bock een verlosser, misschien niet. Het bedrijf waar hij Iets Heel Hoogs is, Google, beschouwt zichzelf als het nieuwe Jeruzalem, dus wie weet. Bocks boek Work Rules, Insights from Inside Google, waarover hij op 21 mei komt praten in Amsterdam, op uitnodiging van het John Adams Instituut, kreeg al veel lof alsmede sardonische kritiek. John Crace pasticheerde het in zijn niet te versmaden rubriek Digested Read bij The Guardian. ‘Toen Larry [Page] mij in dienst nam, zei hij dat hij de meeste bewondering had voor mijn talent om management-onzin te herschrijven als gelul.’ Bock heeft het onder meer over het belang van een onvervulbaar mission statement en over de zegeningen van QDroid, een methode om sollicitatiegesprekken te voeren. Het Franse weekblad L’Express stelt vast dat ‘Google anders is dan alle andere bedrijven, en zijn onorthodoxe en veeleisende manieren van vacatures vervullen zeker niet toepasbaar [is] op andere ondernemingen’. Bovendien, zoals Wired schreef, blijft het een bewezen feit dat de eerste vijf minuten van een sollicitatiegesprek het belangrijkste zijn. ‘Vinden ze je dan aardig, dan zoeken ze naar redenen om je nog aardiger te vinden. Vinden ze je handdruk niet prettig of je presentatie niet netjes, dan ben je eigenlijk al klaar, want dan zoeken ze de rest van het gesprek alleen nog naar redenen om je niet aardig te vinden.’ Ongetwijfeld heeft Bock ook daar iets op gevonden.

pagina 52 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

Gerecenseerd.indd 52

21-04-15 18:36


het beste uit de internationale cultuur

Gevangenis + leger + fabriek

© Roger Viollet / Getty Images

Een geschiedenis van de concentratiekampen

LITERATUUR – De geschiedenis schrijven van zoiets onnoembaar slechts als de concentratiekampen ‘lijkt een onmogelijkheid, als het schrijven van een geschiedenis van de hel’, stelt Adam Kirsch in The New Yorker. ‘Het probleem is niet dat [wat in de concentratiekampen is gebeurd] ongelooflijk is – we weten dat het echt is gebeurd – maar dat het onvoorstelbaar is.’ Waarom lezen we dan over de kampen, vraagt Kirsch zich af. ‘Als het alleen is om te sidderen voor het groteske, dat wordt het lezen over dit kwaad in zichzelf iets kwaads. Is het uit respect voor het verleden, het inlossen van een schuld, dan wordt duidelijk dat die exercitie zinloos is, de schuld onmetelijk.’ Er blijft maar één reden over: het dit-nooit-weerargument. Des te erger is het dat je uit Wachsmanns ‘goed onderzochte, baanbrekende’ studie [KL. Een geschiedenis van de naziconcentratiekampen, vertaling Nannie de Nijs Bik-Plasman, Bezige Bij] kunt begrijpen dat een concentratiekamp de simpele kruising is van ‘drie elementen die elke samenleving kent: de gevangenis, het leger en de fabriek’. De mensen in de kampen werden ‘tegelijkertijd behandeld als gevangenen die heropgevoed moesten worden, vijanden die verslagen moesten worden en materiaal dat rendabel moest worden’. Kirsch’ lovende stuk is zelf al bijna niet uit te lezen, zo gruwelijk helder beschrijft hij de ratio achter de verschrikkingen – je zou ook kunnen zeggen de verschrikkingen achter de ratio van de SS en Himmler, die veel meer dan Hitler de drijvende kracht achter de kampen waren. In The Independent noemt historicus Keith Kahn-Harris dat ‘de uitzonderlijke creativiteit en het talent voor improvisatie’ van de nazi’s’.

Levenskunst als bestseller Wilhelm Schmid over gelatenheid

LITERATUUR – Die Zeit noemt schrijver en ‘levenskunstfilosoof’ Wilhelm Schmid een ‘meester in de gecompliceerde vereenvoudiging’ en geeft smalend het voorbeeld van wat Schmid over vriendschap zegt: dat is een tegenwicht, zo niet een ferme tegenstander van de ‘dominantie der functionele relaties’ die ons dagelijks leven bepalen. Schmids utopische visioen van een wereld waarin de mensen ‘wat meer waarde hechten aan de vriendschap’ klinkt inderdaad wat smalletjes. Maar Schmid verkoopt er geen boek minder om, hij geldt als een Sachbuch-bestseller, de term is van Focus Magazine. In dat tijdschrift geeft Schmid een verrassend antwoord op de vraag waarom zijn boeken over geluk zo goed verkopen. ‘Mensen zijn op zoek naar zin in hun leven. Maar voor velen klinkt dat te ingewikkeld, “geluk” klinkt simpeler. Dus gaan ze daarnaar op zoek.’ Het effect van Schmids nieuwste boek Gelatenheid, wat we winnen als we ouder worden doet zich al gelden bij aanschaf, schrijft Die Welt. Op 29 april opent het eerbiedwaardige Goethe-Institut zijn deuren voor Schmid.

Muddy waters, diepe gronden Ook zijn zoon kreeg de blues

MUZIEK – Slechts een paar weken na wat zijn vaders honderdste geboortedag zou zijn geweest, speelt Mud, zoon van Muddy, in Amsterdam. De familienaam is in werkelijkheid niet Waters maar Morganfield, en onder die naam treedt hij nu op: Mud Morganfield. Zijn vader Muddy Waters speelde ‘the rawest riffs known to humanity’, stelt John Moore van de band The Jesus and Mary Chain in The Guardian. En de Telegraph interviewde zoon Mud, die besloten heeft in de voetsporen van de grote blueslegende te treden. Beter gezegd: de blues heeft besloten gebruik van hem te maken. ‘Ik rende en ik rende ervoor weg, man, maar de blues heeft me ingehaald.’ Zijn vader was nooit thuis. Pas toen de jonge Mud (die toen nog Larry heette) een keer van school was gestuurd, belde pa op en kondigde aan dat hij hem een pak ransel zou komen geven. Op NPR vertelde Mud: ‘Ik rende het hele huis rond van blijdschap. Pa komt thuis! Om mij een pak rammel te geven!’ Daar weet de blues wel raad mee. Tegenwoordig voelt Mud de aanwezigheid van Muddy ‘bij elk concert’. Op 1 mei zijn ze derhalve beiden in de North Sea Jazz Club in Amsterdam.

© Getty Images

23 april tot 7 mei 2015 nr. 76 pagina 53

Gerecenseerd.indd 53

21-04-15 18:37


media Een selectie uit de buitenlandberichtgeving op televisie, radio en internet.

KOUD KUNSTJE Onder het ijs van Alaska wordt naar goud gezocht. Ondanks grote risico’s en erbarmelijke omstandigheden zoeken duikers onder het ijs van de Beringzee naar gletsjergoud. ‘Ze hopen op de jackpot, net als alle andere goudzoekers,’ verklaart goudzoeker Maurice Balt. ‘Maar ze staan enorm onder druk: goudzoekers moeten leningen afsluiten om de boot te huren en betalen claimkosten voor de plek waar ze zoeken. Daarnaast zien ze hun vrouw zo’n vier maanden niet.’ Wie dacht dat goudzoeken gouden bergen oplevert, heeft het mis. ‘Op dit moment kost de productie van een ons goud zo’n 1100 dollar,’ vertelt Balt. ‘Daar maken goudzoekers, mede door hoge personeels- en dieselkosten, momenteel slechts 95 dollar winst op. Banken proberen door de crisis het kopen van goud zo onaantrekkelijk mogelijk te maken, en manipuleren de goudprijs naar beneden.’ Volgens Balt is het goudzoeken de laatste honderd jaar weinig veranderd. ‘Het is pure wetenschap, je hebt met zo veel elementen te maken: de historie van de grond, de verschillende aardlagen, de snelheid van het water en de hoek waarmee je het goud spoelt. Dat kun je niet aan een machine overlaten.’ Voor Balt blijft het vooral leuke hobby. ‘Binnenkort reis ik naar de Nevadawoestijn. Met de kosten die ik daar bij het goudzoeken maak, is het voordeliger om mijn goud gewoon in Nederland te kopen. Maar zo beleef ik er meer plezier aan: het zoeken naar goud is een stuk spannender dan mijn kantoorbaan.’ Lennart van der Burg

Gold Divers Maandag 27 april, Discovery Channel, 22.00-23.00 uur

Onechte Amerikaan Pulitzerprijswinnaar Jose Antonio Vargas is een illegale immigrant. Jose Antonio Vargas is een succesvol Amerikaans journalist. Hij won in 2011 een Pulitzer Prize, werkte voor The Washington Post en The Huffington Post en was regelmatig op de nationale televisie te zien als commentator. Totdat hij op een dag besloot zijn geheim aan de grote klok te hangen. ‘Ik ben klaar met vluchten. Ik ben uitgeput. Ik wil dit leven niet meer,’ zegt hij in de documentaire Documented. Vargas, die als jongetje door zijn opa naar Amerika is gesmokkeld, ontdekte op zijn zestiende dat hij een illegale immigrant was. Of een ‘ongeregistreerde Amerikaan’, zoals hij het verwoordt. Sindsdien hangt deze wetenschap hem als een zwaard van Damocles boven het hoofd. Maar als hij ‘niemand een reden zou geven om te twijfelen aan zijn Amerikaan-zijn, hard genoeg zou werken, en veel zou bereiken’, zou hij uiteindelijk de Amerikaanse nationaliteit wel krijgen, schreef hij in een artikel in The New York Times Magazine waarin hij zijn illegale status ‘opbiecht’. In Documented wil Vargas het verhaal vertellen van een

‘ongeregistreerde Amerikaan’ en een bijdrage leveren aan de discussie rond de Dream Act, het Amerikaanse equivalent van het kinderpardon. Vargas met zijn moeder Vargas voelt zich een Amerikaan, maar heeft niet de papieren om er een te mogen heten. De documentaire is op zijn sterkst wanneer hij uitlegt hoe het systeem werkt en waarom het zo moeilijk is om een legale status te krijgen. Vargas woont nog steeds in Amerika. Zijn grootste angst, te worden uitgezet, is niet geweken. Gülhan Demirci

Movies that matter: Documented Donderdag 30 april, NPO Doc, 22.00-23.30 uur

Verkeerd lichaam Louis Theroux en jonge Amerikaanse transgenders. Recent onderzoek toonde aan dat transgenders gemiddeld al op vijfjarige leeftijd het gevoel hebben dat hun genderidentiteit niet past bij het lichaam waarin ze geboren zijn. Uit andere cijfers blijkt dat 41 procent van de jonge transgenders een zelfmoordpoging doet. Op zo’n jonge leeftijd je onprettig voelen in je eigen lichaam, onbegrip en vaak vijandige reacties van je omgeving, is voor de meesten een zware opgave. Inmiddels kunnen zulke kinderen met hun ouders terecht bij gespecialiseerde artsen en psychologen. Louis Theroux zocht enkele van die gezinnen op in Amerika en maakte het drieluik Transgender kids. Theroux gaat op zogenaamde theevisite bij de vijfjarige Camille, die kortgeleden nog Sebastian heette. Op een dag vroeg ze aan haar moeder hoe ze een meisje kon worden, en sindsdien heeft ze voet bij stuk gehouden. Ze gaat nu in een glitterjurk naar school, danst op Lady Gaga en lijkt een gewoon, vrolijk, springerig meisje. De veertienjarige Nikki heeft het lastiger. Zij kaartte haar probleem aan toen haar moeder naar een tv-

programma over transgenderkinderen keek. Inmiddels gebruikt ze vrouwelijke hormonen, heeft ze haar naam laten veranderen en heeft ze zelfs een nieuw geboortebewijs. Haar familie vertelt dat het lastig was om afscheid te nemen van hun zoon en broer. Het is bewezen dat mensen die op jonge leeftijd een gendertransitie doormaken als volwassene gelukkiger zijn dan mensen die het proces op latere leeftijd beginnen. Elja Looijestijn

Louis Theroux: Transgender kids Donderdag 7 mei, NPO 3, 20.25-21.30 uur

agenda 360 Grad – Geo Reportage

Hunters of the South Seas

Sacred Rivers with Simon Reeve

Die letzte Kolonie

Afl: Kuba. De nieuwe generatie

Afl: De walvisjagers van Lamalera

De Jangtse, ofwel de Blauwe

in Algerije

Nick and Margaret: The Trouble with Our Trains

Cubanen

Zondag 26 april

Rivier, in China

Dinsdag 28 april

De toestand van het Britse spoor

Zaterdag 25 april

BBC 2, 22.00-23.00 uur

Maandag 27 april

Arte, 22.40-23.45 uur

Woensdag 29 april

Arte, 19.30-20.15 uur

Canvas, 20.40-21.30 uur

100.000 Sahrawi-vluchtelingen

BBC 2, 22.00-23.00 uur

pagina 54 nr. 76 23 april tot 7 mei 2015

VPRO.indd 54

21-04-15 13:58


‘Kraakheldere regie, beeldschoon decor, perfect gecaste Othello’ – Het Parool

OTHELLO

6 T/M 16 MEI Advertenties 76.indd 55

21-04-15 13:35


DJOSER

r o o v g o o t e d M l e r e w e d

AZI E AFRI KA M I DDE N OOSTE N LATIJ NSAM E RI KA OCEAN I E

DJS 360Mag BASIS ADV 2015 250x335.indd 1

Advertenties 76.indd 56

URE? H C O R B

L N . R E S .DJO 0

64 0 2 1 WWOW 5 1 F 07

3/18/15 4:04 PM

21-04-15 12:07


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.