AAA Voor maatschappelijke schandalen hoeven we niet ver te zoeken: we struikelen er zo’n beetje over in deze tijd. Maar in de kunstwereld is het doorgaans rustig, een klein schandaaltje daargelaten. Hoe zit het in de muziek? Michel Khalifa kijkt terug op een eeuw schandalen in de muziek – in het verlengde van het AAA-thema van deze maand.
boe! door michel khalifa > illustratie olivia ettema
Is het, als het om schandalen gaat, nu vaak verbazend stil in de kunst, vroeger was dat wel anders. Muziekstukken wisten nog te provoceren, schilderijen te choqueren. Het publiek liet van zich horen, al dan niet met voorbedachten rade. Een schoolvoorbeeld van geplande onrust was de mythische première van het ballet Le sacre du printemps op 29 mei 1913 in het Parijse Théâtre des Champs-Elysées. In de woorden van een ooggetuige, schrijver Jean Cocteau: ‘Het publiek speelde de rol die voor hem was geschreven.’ Instigator van de ophef, zo blijkt uit recent onderzoek, was Serge Diaghilev. De slimme directeur van de Ballets Russes kreeg datgene waar hij vurig op hoopte, een succès de scandale. Daarin speelde de vooruitstrevende partituur van de jonge componist Igor Stravinsky geen rol van betekenis. De van een afstand gestuurde ‘woede’ van de toeschouwers richtte zich vooral op de choreografie van Vaslav Nijinsky. Op 5 april 1914 boekte Stravinsky een persoonlijke triomf in de Franse hoofdstad na een concertuitvoering van de Sacre onder leiding van Pierre Monteux, de dirigent die het werk een klein jaar eerder ten doop had gehouden. Monteux nam de partituur mee naar Nederland voor zijn debuut bij
De gemoederen kunnen hoog oplopen, zoals in de Weense Musikverein op 31 maart 1913
22
het Concertgebouworkest in oktober 1924 als invaller voor de zieke Willem Mengelberg. Van een schandaal was deze keer geen sprake. Het succesvolle concert opende de weg voor een langdurige en uiterst vruchtbare samenwerking tussen de Franse dirigent en het Amsterdamse gezelschap. Ingrijpender dan bewuste acties zijn de spontane protesten die door de muziek zelf veroorzaakt worden. De gemoederen kunnen dan hoog oplopen, zoals in de Weense Musikverein op 31 maart 1913, twee maanden vóór de Sacre-rellen. Tijdens de uitvoering van Alban Bergs Altenberg Lieder brak een handgemeen uit, waarna het concert moest worden afgebroken. Daarvóór hadden de Maeterlinck Lieder van Zemlinsky geklonken. Beide werken staan op het A-programma van het Koninklijk Concertgebouworkest deze maand, samen met Le sacre du printemps en Era, een opdrachtwerk van Magnus Lindberg.
amsterdamse schandalen Ook Amsterdam heeft heel wat schandalen meegemaakt in de afgelopen eeuw. Bij verschillende protesten rondom uitvoeringen van het Concertgebouworkest was een hoofdrol weggelegd voor een kleine elite binnen de Nederlandse muziekwereld. Op 24 november 1918 werd componist en recensent Matthijs Vermeulen uit de Grote Zaal verwijderd nadat hij met de kreet ‘Leve Sousa’ zijn afkeuring voor de Zevende