AAA-programma
woensdag 19 oktober
17.00 uur
zondag 23 oktober
15.00 uur
maandag 24 oktober
21.00 uur
Academisch-cultureel centrum SPUI25
Muziekgebouw aan 't IJ
Het Concertgebouw, Kleine Zaal
Lezing door prof. dr. Mario Rutten,
Concert Asko|Schönberg
Concert Asko|Schönberg
Indiase migranten en film -
dirigent Reinbert de Leeuw
Serie Tijdgenoten
verschuivende visies en ambivalente
Nederlands Kamerkoor
dirigent Reinbert de Leeuw
gevoelens
tenor Albert van Ommen
sopraan Marijje van Stralen
Muziek Rokus de Groot ShivaShakti I,
voordracht Serguei Dovgaliouk
bariton Karel Ludvik
Ernest Rombout althobo
Goebaidoelina Nu eeuwig sneeuw
Goebaidoelina Perception
gratis toegankelijk - reserveren
Goebaidoelina Descensio
Goebaidoelina Silenzio
noodzakelijk via www.SPUI25.nl
Karajev De outsider
Na afloop is er gelegenheid met
(Nederlandse première)
de musici een drankje te drinken
Webern Entflieht auf leichten Kähnen
en na te praten.
Het Concertgebouw, Grote Zaal
Firsova Odyssey
Kaarten à € 32,50 zijn verkrijgbaar
Concert Koninklijk
Dit concert begint met een
via www.concertgebouw.nl,
Concertgebouworkest (serie D)
inleiding op het podium:
via de Concertgebouwlijn of aan
dirigent Mariss Jansons
Thea Derks in gesprek met Sofia
de kassa van Het Concertgebouw.
piano Emanuel Ax
Goebaidoelina.
Goebaidoelina Het gastmaal tijdens
Kaarten à € 32,- (€ 25,50 reductie) zijn
donderdag 27 oktober
de pest
verkrijgbaar aan de kassa van
Muziekgebouw aan ’t IJ
Haydn Pianoconcert in D groot
het Muziekgebouw (tel. 020 - 788 2000)
Concert Nieuw Ensemble
Varèse Amériques
of via www.muziekgebouw.nl
dirigent Ed Spanjaard
donderdag 20 oktober
20.15 uur
Kaarten vanaf € 22,50 zijn verkrijgbaar
19>27 oktober 11
maandag 24 oktober
20.15 uur
via de Concertgebouwlijn of aan
Het Concertgebouw, Pleinfoyer
de kassa van Het Concertgebouw.
Verjaardag Goebaidoelina
20.15 uur
Varèse Density 21.5 Stravinsky Octet
uitgever Koninklijk Concertgebouworkest Jacob Obrechtstraat 51 / 1071 kj Amsterdam Postbus 78098 / 1070 lp Amsterdam www.concertgebouworkest.nl grafisch ontwerp Atelier René Knip en Rens Martens tekst/redactie Joke Dame, Hans Ferwerda, Marloes Biermans, Mark van Dongen
fluit Harrie Starreveld
via www.concertgebouworkest.nl,
COLOFON
Guo Wenjing Parade
Elmer Schönberger interviewt
Varèse Octandre
vrijdag 21 oktober
cellist en Goebaidoelina-kenner
Varèse Déserts (met videobeelden
Zie coverflap voor het programma
Hans Woudenberg.
van Bill Viola)
Alleen toegankelijk voor concertbezoekers.
Kaarten à € 26,- (€ 21,- reductie) zijn verkrijgbaar aan de kassa van het Muziekgebouw (tel. 020 - 788 2000) of via www.muziekgebouw.nl Concertgebouwlijn 0900 671 83 45 (€ 1,- per gesprek) €2,25 administratiekosten per kaart www.concertgebouworkest.nl/AAA
drukwerk Drukkerij Calff & Meischke papier binnenwerk Lessebo Design Smooth Natural, Igepa Nederland copyright Van werken van beeldende kunstenaars aangesloten bij een CISAC-organisatie is het auteursrecht geregeld met Pictoright te Amsterdam © c/o Pictoright Amsterdam 2011 beeld Fundación, Augusto y León Ferrari, Cassander Eeftinck Schattenkerk, Evergreen Review Overname van artikelen alleen na toestemming van de uitgever De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden van het beeldmateriaal te achterhalen. Zij die menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden
actueel, avontuurlijk, aangrijpend
21 oktober 2011
< Le贸n Ferrari, Planta (verdieping), 1982. Heliogravure (100 x 100 cm)
Programmawijziging
T
ot onze spijt zal het aangekondigde nieuwe werk van Sofia Goebaidoelina niet uitgevoerd kunnen worden.
De (bijna tachtigjarige) componiste heeft, door ziekte geplaagd, de definitieve partituur niet op tijd bij de uitgever kunnen inleveren. Mariss Jansons heeft als vervangend stuk Het gastmaal tijdens de pest gekozen, een compositie die in 2006 voor het eerst werd uitgevoerd door The Philadelphia Orchestra onder leiding van Simon Rattle. Dit werk is eerder in Nederland uitgevoerd door het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Het nieuwe werk voor het Koninklijk Concertgebouworkest 2
stond oorspronkelijk voor oktober 2008 gepland, maar werd teruggetrokken nadat de componiste had laten weten het niet goed volgens haar eigen idee en kwaliteitsnormen te kunnen voltooien. Inmiddels omgevormd tot een Concert voor orkest, zou de wereldpremière op 20 oktober de aftrap worden voor Goebaidoelina 80, een reeks uitvoeringen van haar werken door diverse orkesten en ensembles, waarmee in Amsterdam de tachtigste verjaardag (op 24 oktober) van deze grande dame van de Russische muziek wordt gevierd. De tweede uitvoering zou vandaag plaatsvinden in kader van Expats/Goebaidoelina 80, het thema van de tweede editie van de projectserie AAA in dit seizoen. Wij hopen met Het gastmaal tijdens de pest een goede vervanging te hebben gevonden en wensen u een boeiend concert. Koninklijk Concertgebouworkest de directie
I
n 1864 stond het woord expat nog niet in de Van Dale. Expatriëren kon men uiteraard al wel: ‘zijne woonplaats
in een vreemd land vestigen’ staat er deftig. De ‘gastarbeiders’ van het eerste uur hadden dus eigenlijk gewoon expats moeten heten, maar een subtiele betekenisverschuiving heeft er een hippere categorie van gemaakt. Zo spreekt de huidige Van Dale van: ‘met name een werknemer die door een internationaal opererende organisatie in het buitenland is gestationeerd.’ Een soort buitenlandse yup dus. We denken daarbij meestal aan mensen uit Westerse landen, maar wist u dat de meeste expats in Amsterdam afkomstig zijn uit India en werken in de ICT? In een kantelend wereldbeeld zien zij vanuit Nederland hoe hun eigen land tot een zogenaamd BRICS-land is uitgegroeid en één van de vijf sterkst groeiende economieën ter wereld is geworden (BRICS staat voor Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika). Het levert ambivalente gevoelens op, zoals zal blijken uit de lezing in SPUI25, waar deze AAA-serie mee opent. Maar in AAA ligt de nadruk natuurlijk op kunstenaars en componisten. Als er één beroepsgroep opvalt vanwege zijn kosmopolitische traditie is deze het wel. Waren Stravinsky en Varèse expat of allochtoon? Het zijn termen die niet alleen niet passen bij hun tijd, maar vooral ook niet de lading dekken. Zelfs immigrant lijkt te beperkend. Ze waren kosmopoliet. Het spanningsveld tussen de nationale identiteit
3
en het nieuwe thuisland werkte niet zelden verfrissend en bevruchtend. Zo werd een oer-Russisch werk als Le sacre du printemps in Parijs en Zwitserland geschreven; Capriccio stamt uit Stravinsky’s tweede Parijse tijd. Varèse groeide op in Frankrijk en Italië, leefde jaren in Berlijn en verruilde Parijs in 1915 voor de Verenigde Staten. Daar schreef hij zijn volstrekt vernieuwende Amériques. Het kosmopolitisme van Sofia Goebaidoelina is van een geheel andere orde, namelijk veeleer spiritueel. Hoewel het dan wel weer gaat om een juist typisch Russische vorm van spiritualiteit, die door het sovjetregime overigens niet erg op prijs werd gesteld. Haar zoektocht naar de essentie, naar soms ‘voorculturele’ klanken, lijkt de wereldse grenzen te overstijgen. 4
De mystieke geloofsovertuiging in de geseculariseerde wereld – ‘dat al mijn scheppen voor God is, geeft het in eerste instantie zin’ – doet denken aan een andere zeer gelovige componist: Olivier Messiaen. Maar waar hij overtuigd katholiek is, gaat Goebaidoelina uit van een meer algemene spiritualiteit. Haar partituren zijn tot in het kleinste detail uitgewerkt en haar originaliteit behoedt haar voor new-age-achtige gemakzucht. De verhuizing naar Duitsland in 1992 veranderde niets aan dit streven, maar gaf haar wel meer vrijheid. Inmiddels is ze uitgegroeid tot een van de grootste levende Russische componisten. Haar tachtigste verjaardag op 24 oktober biedt een prachtige mogelijkheid om binnen enkele dagen tijd vele werken van deze grote componiste in haar aanwezigheid te horen.
Een ietwat vergelijkbare afkomst als Goebaidoelina heeft de Nederlandse schrijfster Sana Valiulina. Geboren in Estland uit Tataarse ouders studeerde ook zij in Moskou. Haar visie op Nederland en immigratie wordt in het middagprogramma Confrontaties geplaatst naast die van een groep jonge kunstenaars die onlangs in De Appel een tentoonstelling presenteerden met de titel ‘Fluiten in het donker’. Nederland oefent nog steeds een grote aantrekkingskracht uit op buitenlandse studenten. Met name in het kunst- en muziekonderwijs zijn de percentages hoog. Wat voor land treffen deze jonge ‘expats’ aan? Hoe kijken zij aan tegen het huidige sociale klimaat en de veranderende houding tegenover de kunsten? De presentatie over deze tentoonstelling wordt gegeven door de van oorsprong Australische critica en curator Vivian Ziherl. Vervolgens klinkt er muziek van de Koreaanse componiste Seung-Ah Oh. Zij won in 2010 in het Muziekgebouw de Toonzetters Prijs. Het debat zal worden ingeleid door Lara Mazurski, als Canadese verbonden aan de Amsterdam School for Cultural Analysis. Wat schrijfster, curator, componiste en wetenschapster met elkaar verbindt, is dat ze ervoor gekozen hebben in Nederland te wonen. In een tijd waarin de globalisering nog nooit zo veelomvattend is geweest en het verlangen naar nationale identiteit groeit, houden zij ons een expatspiegel voor. Hans Ferwerda
5
6
'Fluiten in het Donker', de Appel Curatorial Programme, de Appel Boys School (Amsterdam), 2011.
1
Muziek is een sacrale ruimte van klank. Het is de mystieke gewaarwording van een alom religieus aura. Sofia Goebaidoelina
2
Heel de wereld is mijn vaderland. Erasmus
3
Reading makes immigrants of us all. It takes us away from home, but more important, it finds homes for us everywhere. Hazel Rochman
4
Het is een bekend gegeven dat we ons vaderland altijd herkennen als we dreigen het te verliezen. Albert Camus
5
EĂŠn van de voordelen van in het buitenland wonen is, dat je bij het televisiekijken de reclame tenminste niet snapt. Woody Allen
6
De taal is ons vaderland, waaruit we nooit kunnen emigreren. Irina Grivnina
7
Every immigrant who comes here should be required within five years to learn English or leave the country. Theodore Roosevelt
8
Living as an expat presents with a new way of thinking. Ryan Cooper
9
Yes we can. It was sung by immigrants as they struck out from distant shores and pioneers who pushed westward against an unforgiving wilderness. Barack Obama
10
Dit jaar zijn er 500 Russische studenten in Nederland en de verwachting is dat dit zal toenemen. Gerard Uijtendaal
7
8
Sofia Goebaidoelina. Foto Sikorski
sofia Goebaidoelina Een vrouw uit een andere wereld
v
oor de destijds jonge Tataars-Russische Sofia Goebaidoelina was de belangrijkste reis in haar leven
wellicht die van de stoffig-grijze, boomloze binnenplaats bij het ouderlijk huis in Kazan naar het conservatorium in Moskou, waar ze in contact kwam met een intensief cultureel leven en zicht kreeg op wat er in de muziek in het buitenland gebeurde. Haar muzikale horizon kon zich verbreden, maar al snel stuitte de componiste op de muren van de sovjetesthetiek en stak de componistenvakbond een spaak in haar carrièrewiel door haar op de zwarte lijst te plaatsen. Haar werken laten uitvoeren, was nauwelijks nog mogelijk. Een kleine groep toegewijde musici bracht haar ondanks alle staatstegenwerking wereldwijd onder de aandacht. Sinds ze in 1985 toestemming kreeg om te reizen, heeft het Westen haar omarmd en overladen met prijzen. Tegenwoordig woont Goebaidoelina even buiten Hamburg in een rustig dorp dat uit nauwelijks meer dan twee straten bestaat. Ze werkt er met onversleten precisie en niet aflatende inzet aan de voor haar nauwelijks bij te houden opdrachten die haar van over de hele wereld bereiken. Haar standaard houdt ze onverminderd hoog. Joke Dame
9
De titel Het gastmaal tijdens de pest, het slotstuk van een in 2005 gecomponeerd drieluik, ontleende de componiste aan een van de vier ‘kleine tragedies’ (1830) van Poesjkin. De eenakter behandelt het scherpe contrast in gemoedsstemming als tijdens een pestepidemie in Londen een feestmaal wordt aangericht. Goebaidoelina liet zich voorts inspireren door groot persoonlijk verlies en haar sombere gedachten over de ontwikkelingen in de moderne hedonistische maatschappij. In de muziek zijn de opvallendste elementen de schurende, pijnlijke combinaties van grote en kleine secunde (de twee kleinste toonsafstanden in ons traditionele westerse toonsysteem), en – ongeveer halverwege – het gevoel van 10
vervreemding door de krachtige, moderne beat op de geluidsband. Goebaidoelina: ‘Ik sta niet alleen – velen herkennen en voelen in onze tijd hoe de ramp over de mensheid komt, het verlagen van de moraal in onze samenleving en hoe in onze ziel haat wordt opgebouwd. Het contrast – tussen het ziektebeeld en de velen die niets anders willen dan vreugde en vertier – is al vaak in kunstwerken uitgedrukt. Onze geest wil aan die indruk ontsnappen. Maar in dit werk gaat het niet zozeer om een expressie van die geestesgesteldheid, als om een zuiver muzikale metafoor (klank) die met die gesteldheid overeenkomt.’
De ‘plaag’, zo legt zij vervolgens in haar toelichting uit, is in dit werk uitgedrukt door een tegengestelde, onnatuurlijke spanning tussen de puls en de intervallen. Het orkestrale materiaal explodeert waar de samenklanken in het koper worden samengeperst bij een toename in tempo. Dit druist in tegen de natuurlijke compensatie van deze spanningsbogen. De explosieve situatie wordt nog eens onderstreept door de ‘vijandige, agressieve en simplistische ritmes die de geluidsband toevoegt, gemaakt met behulp van een computer’. De werkelijke ‘pest’ is volgens de componiste ‘de toenemende desintegratie van onze zintuigen, gevoelens, gedachten en het leven zelf – doorgaans verhuld door een stemming van koortsachtige genotzucht’. We kunnen deze plaag verdrijven door het uiteenvallende patroon van ons leven te reconstrueren, een ‘spirituele kern, zonder welke de mensheid gedoemd is uit te sterven of – nog erger – te muteren tot een leger klonen’. Als dit niet kan, rest ons slechts een terugtrekken in een ‘magische cirkel die ons beschermt’, ‘je kunt de plaag alleen overleven als je je eigen wortels en een thuis bezit’. Mark van Dongen
11
12
Stravinskyâ&#x20AC;&#x2122;s koffers, gepakt voor een reis naar Columbus, Ohio in 1966. Foto Arnold Newman
Igor stravinsky Russisch, Zwitsers, Frans, Amerikaans
O
ver Igor Stravinsky is wel gezegd: zijn leven als émigré voltrok zich als een reis door de wereld, zijn leven
als componist voltrok zich als een reis door de muziekgeschiedenis; en beide reizen waren labyrintisch (Louis Andriessen & Elmer Schönberger in Het apollinisch uurwerk). En zo is het. De Russische componist verliet zijn vaderland in 1910 en reisde via Parijs naar Zwitserland (Genève) waar hij zich in 1914 met zijn gezin vestigde. Zes jaar later pakte hij zijn boeltje op om opnieuw in Frankrijk neer te strijken, waar hij tot zijn emigratie naar de Verenigde Staten in 1939 zou blijven wonen. Hoewel hij als componist naam maakte hadden Stravinsky en zijn familie het niet breed. De royalties voor uitvoeringen van zijn werken in Rusland werden na de revolutie niet meer uitgekeerd. Betalingen voor zijn balletten, gecomponeerd in opdracht van Serge Diaghilev, leider van de Ballets Russes in Parijs, verliepen ook niet al te soepel. Een van de meest voor de handliggende manieren om als componist gemakkelijker in je onderhoud te kunnen voorzien, is het uitvoeren van je eigen stukken. Voor Igor Stravinsky werd dit bittere noodzaak. Voor eigen gebruik schreef hij onder meer een aantal stukken voor piano solo en een pianoconcert. Die stukken vertonen dan ook de kenmerken van Stravinsky’s eigen pianistische kunnen: ze zijn scherp gearticuleerd, vaak staccato en benaderen
13
de piano als slagwerkinstrument, helderheid staat voorop. Lyriek ontbreekt niet helemaal, maar het grote, virtuoze gebaar van bijvoorbeeld zijn collega en tijdgenoot Serge Rachmaninoff tref je bij Stravinsky niet aan. Nadat Stravinsky geruime tijd als solist met zijn neobarokke, op Bach geïnspireerde Concert voor piano en blaasinstrumenten had rondgetoerd in Europa en Amerika, kreeg hij dringende behoefte aan een nieuwe compositie voor orkest en piano. Hij verlangde naar een iets minder fysiek veeleisende compositie dan het slagwerkachtige pianoconcert. Het werd Capriccio voor piano en orkest, dat hij in 1929 voltooide. Stravinsky greep voor dit nieuwe pianoconcert terug op de meer vloeiende en wendbare muziek van zijn oudere collega’s Mendelssohn 14
en Weber – de dandy’s van de muziek, zoals Stravinsky ze licht spottend noemde. Terwijl hij zelf ook wel iets had van een dandy in zijn lange bontjas – cadeautje van zijn toen al beroemde haute-couturevriendin Coco Chanel. Stravinsky begon met het laatste deel van zijn driedelige compositie, het Allegro capriccioso, waaraan hij de uiteindelijke titel van het werk ontleende. In zijn autobiografie schreef de componist dat hij de term capriccio opdook bij de zeventiende-eeuwse muziektheoreticus en componist Michael Praetorius, die het als synoniem gebruikte voor de vrije vorm van de fantasia. Stravinsky schreef het pal nadat hij zijn ballet Le baiser de la fée had voltooid, gebaseerd op liederen en een pianostuk van Tsjaikovski. Dezelfde melodische verfijning en ritmische elegantie die
het ballet kenmerken, vinden we in de drie delen van Capriccio. Hoewel de partituur een flink orkest vereist – waaronder drie fluiten, hobo’s en klarinetten en vier fagotten en hoorns – klinkt Capriccio aanzienlijk lichter dan het zwaarwichtige pianoconcert. Het openingsdeel gaat van start met een langzame introductie die het prestogedeelte omarmt: het langzame deel keert aan het einde terug. Het direct daarop aansluitende middendeel heeft als titel Andante rapsodico en die term dekt precies de wat onsamenhangende lading, tot in de bijzondere cadens, waar de suggestie van een cimbalom wordt gecreëerd. Stravinsky beschreef dit effect als ‘een soort Roemeense restaurantmuziek’. Hij ontwikkelde een fascinatie voor het instrument nadat hij in 1914 het optreden van de Hongaar Aladár Rácz had gehoord in Genève en gebruikte het als een van de eerste klassieke componisten in zijn werken: in de burleske Renard (1915), en in Ragtime (1917-18). De finale heeft de vrolijke, opgewekte thema’s en de gesyncopeerde ritmes die de term capriccioso voor dit deel zo terecht maken. Het spettert van de vitale energie, van het begin tot het adembenemende slot. Joke Dame
15
16
Kalender van immigratiestempels, yatra.com (2010). Advertentiecampagne TBWA India
Edgard varèse De ontdekking van nieuwe werelden
v
oor Edgard Varèse markeerde de oversteek naar de nieuwe wereld het begin van zijn aanvankelijk
onbegrepen zoektocht naar een nieuw universum in de muziek. ‘I assure you I’m not trying to be strange,’ liet de componist zijn publiek een dag na de première van Amériques weten. Die première vond plaats in 1926, maar Varèse had het orkestwerk al vijf jaar eerder voltooid. Probeer ook maar eens een stuk voor uitvoering te slijten als je een orkest van zo’n 140 musici voorschrijft. Dirigent Leopold Stokowski wilde er wel aan met zijn Philadelphia Orchestra, graag zelfs, maar had van zijn bestuur pas na jaren het groene licht gekregen. Een jaar na de première begon Varèse aan een ingekorte versie voor een beduidend kleinere orkestbezetting, die in 1929 werd gepubliceerd. Vanavond klinkt de versie die Chou Wen-Chung, leerling van Varèse, op basis van het originele manuscript in 1997 maakte voor de Decca-opname van het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van Riccardo Chailly. Varèse, geboren en getogen in Frankrijk, hield zich op in de Parijse kringen van avant-gardisten, voor hij eind 1915 de boot nam naar New York. Zijn eerste Amerikaanse compositie doopte hij simpelweg Amériques, niet louter als een geografische aanduiding maar als symbool voor de ontdekking van nieuwe werelden op deze planeet, in het universum of in de menselijk geest; van onbekende
17
klankwerelden en nieuwe uitdrukkingsmiddelen in muziek. De componist die aanvankelijk voor de bètastudies voorbestemd leek, zocht niet alleen naar een nieuwe muzikale taal, hij verwoordde ook de dringende behoefte aan nieuwe instrumenten – ‘Musicians should take up this question in deep earnest with the help of machinery specialists’ – en legde met wetenschappelijke precisie de dynamiek en de muzikale kracht van ‘lawaai’ bloot. ‘Met Amériques,’ sprak de componist jaren later en terugkijkend op zijn ontwikkeling, ‘begon ik mijn eigen muziek te schrijven.’ Een ontdekkingreis kun je Amériques dan ook wel noemen. Maar hoe vernieuwend hij was, altijd staat Varèse met één been nog in de traditie. Na een bijna idyllisch begin van de altfluit, die 18
onvermijdelijk herinneringen oproept aan Debussy’s Prélude à l’après-midi d’un faune, begint een puur fysieke ontdekkingsreis langs ongebruikelijke, vooral slagwerk-achtige klankbronnen die nieuwe klankwerelden ontsluiten waar de componist nog jaren op verder zou blijken te kunnen, op zoek naar zijn eigen stijl, zijn eigen stem. ‘In het stuk weerklinken de geluiden en ritmes van New York langs de Hudson River en de Brooklyn Bridge – verkeersgeluiden, jankende sirenes en klagende misthoorns,’ schrijft Alex Ross in zijn recente boek over twintigste-eeuwse muziek en aan die associatie met de grote stad, waar eeuwig gebouwd wordt, altijd wel ergens een ongeluk gebeurt of brand uitbreekt, valt ook bijna niet te ontkomen als je de felle geluidserupties hoort, die onverwachte percussieklappen en de gillende sirenes in Amériques.
Hoe anders zag de componist dit zelf. Voor hem drukte het stuk ‘een zielstoestand’ uit, eerder een meditatie over de oneindige mogelijkheden van de beschaving dan een klankbeeld van het feitelijke moderne leven. Hij zette ongebruikelijke instrumenten in als contrast en om de traditionele, in muziek geaccepteerde klanken te beïnvloeden en manipuleren. Het plotse afbreken van een klank, de abrupte verandering in dynamiek en de extreme crescendo’s en diminuendo’s suggereren een hartenklop gevoed door talloze vitaliserende bronnen. Je kunt niet anders dan modern zijn; je bent altijd een vertolker van je eigen tijdsgeest, zo verklaarde Varèse zijn houding als componist. ‘Geloof me, ik ben er niet op uit om buitenissig te doen.’ Joke Dame
19
biografieën
H
et Koninklijk Concertgebouworkest wordt door de internationale kritiek tot het zeer selecte gezelschap van
’s werelds beste drie orkesten gerekend. Het orkest werkt met de belangrijkste componisten en dirigenten, van gevestigde namen tot aanstormend talent. Gustav Mahler en Richard Strauss stonden meer dan eens voor het orkest. Chef-dirigent is Mariss Jansons, de zesde chef uit de geschiedenis van het in 1888 opgerichte orkest. Het orkest telt 120 musici in vaste dienst, afkomstig uit meer dan twintig landen. Jaarlijks geeft het zo’n 80 concerten in het Concertgebouw en 40 concerten op de belangrijkste podia 20
over de gehele wereld. Daarmee bereikt het orkest ongeveer 250.000 concertbezoekers. Via de regelmatige radio- en tv-uitzendingen die het in samenwerking met de Avro produceert, wordt dat bereik nog eens verveelvoudigd. Het Concertgebouworkest groeide aan het begin van de twintigste eeuw onder leiding van de dirigent Willem Mengelberg al snel uit tot een wereldberoemd ensemble. Na hem volgden Eduard van Beinum, Bernard Haitink en Riccardo Chailly. De belangrijkste onderscheidende kwaliteiten van het orkest zijn de unieke klank – het orkest is voor veel muziekliefhebbers direct herkenbaar – en de stilistische flexibiliteit die het orkest in staat stelt om over de volle breedte van het symfonische repertoire topuitvoeringen te geven.
Al komt hij oorspronkelijk uit Letland, ‘thuis’ is voor Mariss Jansons Sint-Petersburg, waar hij op zijn dertiende met zijn ouders ging wonen. Toch is hij daar nauwelijks twee maanden per jaar. Sinds hij in 2004 chef-dirigent is van het Koninklijk Concertgebouworkest, pendelt hij heen en weer tussen Amsterdam en München – waar hij sinds 2003 chef is van het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks. Tussendoor reist hij door Europa en de Verenigde Staten, voor optredens met de Berliner en Wiener Philharmoniker, het London Philharmonic Orchestra en de grote orkesten van de Verenigde Staten. De ongekend intensieve samenwerking tussen het KCO en Mariss Jansons vond al kort na zijn aantreden wereldwijd erkenning. Mariss Jansons studeerde viool en directie in Sint-Petersburg en in Wenen en Salzburg bij Hans Swarovsky en Herbert von Karajan. In 1973 werd hij assistent van Mravinski bij het orkest van Sint-Petersburg. Van 1979 tot 2000 was hij chef-dirigent van het Oslo Filharmonisch Orkest. In 1997 werd hij music director van het Pittsburgh Symphony Orchestra (tot 2004). Al in 1988 debuteerde hij bij het Koninklijk Concertgebouworkest en sindsdien was hij er vrijwel jaarlijks te gast. Hij is de zesde chef-dirigent sinds de oprichting van het orkest in 1888. Voor zijn verdiensten ontving Mariss Jansons meerdere onderscheidingen, zoals het lidmaatschap van de Royal Academy of Music in Londen en van het Gesellschaft der Musikfreunde in Wenen en het Österreichisches Ehrenkreuz für Wissenschaft und Kunst. In 2006 kreeg hij de hoogste onderscheiding van Letland, de Orde van de Drie Sterren.
21
Emanuel Ax is een echte kosmopoliet. Hij werd geboren in Polen maar emigreerde rond zijn zevende met zijn ouders naar Winnipeg in Canada. Later trok hij naar New York waar hij studeerde aan de Juilliard School of Music. In 1974 won hij het eerste Arthur Rubinstein Pianoconcours in Tel Aviv. Vijf jaar later won hij de Amerikaanse Avery Fisher Prize. Emanuel Ax groeide uit tot een veelzijdig musicus en reist de hele wereld over voor recitals en optredens met vooraanstaande orkesten. In 2005/06 was hij pianist in residence bij de Berliner Philharmoniker. Tot de hoogtepunten van zijn carrière behoorde ook de serie Perspectives in Carnegie Hall. Vorig seizoen trad hij op met de Mark Morris Dance Group in hun Mozart Dances-project. In mei 2007 werd 22
Emanuel Ax Honorary Doctor of Music aan Yale University. Hij speelde wereldpremières van werken van onder anderen John Adams en Christopher Rouse. In april 2002 organiseerde Het Concertgebouw een Weekend met Emanuel Ax en in seizoen 2009/10 vond er een drietal concerten plaats in het kader van de serie Triple Ax ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag. Emanuel Ax maakte zijn debuut bij het Koninklijk Concertgebouworkest in 1994 met het Tweede pianoconcert van Brahms. In 1998 keerde hij terug voor de Nederlandse première van Century Rolls van John Adams onder leiding van de componist. Hij trad diverse malen op met het orkest onder leiding van Bernard Haitink, voor het laatst in december 2010 met het Eerste pianoconcert van Brahms. Als hij niet op reis is, woont hij in New York.
vooruitblik Illusies dinsdag 13 december 17.00-18.00 uur
donderdag 15 december 22.15 uur
Academisch-cultureel Centrum SPUI25
Concertgebouw, Spiegelzaal
Lezing
Meet & Greet
gratis toegankelijk – reserveren noodzakelijk
Joel Ethan Fried, adjunct-directeur
via www.SPUI25.nl
artistieke zaken van het KCO, in gesprek met Markus Stenz,
donderdag 15 december 19.15 uur
Benjamin Hulett, Detlev Glanert
Concertgebouw, Koorzaal
en enkele orkestmusici.
Inleiding op het concertprogramma
Alleen toegankelijk voor concertbezoekers.
door Joel Ethan Fried, adjunctdirecteur artistieke zaken van
vrijdag 16 december 16.00-18.00 uur
het Koninklijk Concertgebouworkest
Concertgebouw, Spiegelzaal
Alleen toegankelijk voor concertbezoekers.
Confrontaties: beeldende kunst,
Kaarten zijn te bestellen via de
muziek en debat
Concertgebouwlijn of gratis af te halen
Een interdisciplinair programma
bij de kassa.
i.s.m. het Stedelijk Museum waarin de actualiteit van het thema Illusies
donderdag 15 december 20.15 uur
wordt opgezocht. Met diverse gasten
Concertgebouw, Grote Zaal
en kamermuziek.
Koninklijk Concertgebouworkest
Dit middagprogramma staat los van het
dirigent Markus Stenz
avondconcert en is voor iedereen toegankelijk.
solist Benjamin Hulett tenor
Kaarten à € 10,00 inclusief programmaboekje
Glanert Insomnium
zijn verkrijgbaar aan de kassa van het
(Nederlandse première)
Concertgebouw of te reserveren via de
Maderna Venetian Journal
Concertgebouwlijn.
Wagemans Dreams Henze Achtste symfonie Kaarten vanaf € 22,50 inclusief programmaboekje zijn verkrijgbaar via www.concertgebouworkest.nl, via de Concertgebouwlijn of aan de kassa van het Concertgebouw.
23
vrijdag 16 december 19.15 uur
vrijdag 16 december 22.15-01.00 uur
Concertgebouw, Koorzaal
Concertgebouw Café
Inleiding op het concert
Entrée Late Night Café
door Joel Ethan Fried, adjunct-
Illusies gaat de nacht in met dj
directeur artistieke zaken van het
en diverse live performances.
Koninklijk Concertgebouworkest
Gratis toegankelijk, ook voor niet-
Alleen toegankelijk voor concertbezoekers.
concertbezoekers.
Kaarten zijn te bestellen via de Concertgebouwlijn of gratis af te halen bij de kassa.
zaterdag 17 december 15.00 uur Muziekgebouw aan ‘t IJ
24
vrijdag 16 december 20.15 uur
De IJ-Salon
Concertgebouw, Grote Zaal
Een spannende grensverkenning
Concert Koninklijk
tussen klassiek en jazz met het
Concertgebouworkest
Nederlandse antwoord op Stephane
dirigent Markus Stenz
Grappelli: violist Tim Kliphuis gaat
solist Benjamin Hulett tenor
terug naar zijn klassieke wortels en
Glanert Insomnium
waagt zich bovendien samen met
(Nederlandse première)
zijn jazzvrienden aan de muziek van
Maderna Venetian Journal
Detlev Glanert. Maar kunnen de
Wagemans Dreams
musici van het KCO ook swingen?
Henze Achtste symfonie
Met Tim Kliphuis viool, Michiel
Kaarten vanaf € 22,50 inclusief
van Dijk, saxofoon, Ramon Dor,
programmaboekje zijn verkrijgbaar
piano en musici van het Koninklijk
via www.concertgebouworkest.nl,
Concertgebouworkest
via de Concertgebouwlijn of aan
Kaarten à € 20,- (€ 16,- reductie) zijn
de kassa van het Concertgebouw.
verkrijgbaar aan de kassa van het Muziekgebouw of via www.muziekgebouw.nl
Arcam Architectuurcentrum Amsterdam De Groene Amsterdammer | De IJ Salon | Entrée
DAGprogramma
PA R T N E R S A A A
middagprogramma avondprogramma 21 oktober 2011 Koorzaal 19.15 uur
Inleiding op het concert door Elmer Schönberger, schrijver, componist en musicoloog Grote Zaal 20.15 uur
i.s.m. het Stedelijk Museum waarin de actualiteit van het thema Expats/Goebaidoelina 80 wordt opgezocht.
Mariss Jansons dirigent
schrijfster Sana Valiulina, curator Vivian Ziherl,
Het gastmaal tijdens de pest (2005) voor groot orkest en tape
Spui25 Academisch-cultureel centrum | Stedelijk Museum
Een interdisciplinair programma
gasten
Sofia Goebaidoelina 1931
Het Concertgebouw | Holland Festival | Muziekgebouw aan ‘t IJ
Confrontaties: beeldende kunst, muziek en debat
Concert Koninklijk Concertgebouworkest Emanuel Ax piano
Filmmuseum/EYE filminstituut Nederland
Concertgebouw, Spiegelzaal 16.00 - 18.00 uur
Lara Mazurski (Amsterdam School for Cultural Analysis), dirigent Reinbert de Leeuw en componiste Seung-Ah Oh muziek Sofia Goebaidoelina De Profundis (1978)
21 OKTOBER 2011
eerste uitvoering door het Koninklijk Concertgebouworkest
Pieternel Berkers accordeon
Igor Stravinsky 1882 – 1971
Kersten McCall fluit
Capriccio (1929, revisie 1949)
voor piano en orkest
Presto
Andante rapsodico
Allegro capriccioso ma tempo giusto pauze
Edgard Varèse 1883 – 1965
Seung-Ah Oh So Ri I (2001) Marlon Titre gitaar
Entrée Late Night Café Concertgebouw Café 22.20 - 01.00 uur Expats/Goebaidoelina 80 gaat de nacht in met dj en diverse live performances.
Amériques, op. 45 (1918-21) versie op basis van het originele manuscript gemaakt door Chou Wen-Chung (1997) Einde van het concert circa 22.20 uur uitzending op 23 oktober om 14.15 via Radio 4.
a a a - p ro g r a m m a 1 9 t/ m 2 7 O K T
b i n n e n z i j d e ac h t e r f l a p