Concert Scherpdenkers + Tijdgenoten

Page 1

do

11

| okt

het concertgebouw

kleine zaal

Scherpdenkers 20.15 uur – eerste concert Dick Swaab spreker Asko|Schönberg: Marieke Franssen altfluit Joey Marijs slagwerk Diego Espinosa vibrafoon Juan Martinez xylorimba Liesbeth Steffens altviool Etienne Siebens dirigent Carina Vinke alt Zoran Dukic gitaar

‘wij zijn ons brein’ Johann Sebastian Bach 1685-1750 Chaconne uit ‘Tweede partita’ in d kl.t., BWV 1004 (1720) oorspronkelijk voor viool solo; transcriptie voor gitaar door Z. Dukic Pierre Boulez 1925 Le marteau sans maître (1953-55) avant ‘l’artisanat furieux’ commentaire I de ‘bourreaux de solitude’ ‘l’artisanat furieux’ commentaire II de ‘bourreaux de solitude’ ‘bel édifice et les pressentiments’ – version première ‘bourreaux de solitude’ après ‘l’artisanat furieux’ commentaire III de ‘bourreaux de solitude’ ‘bel édifice et les pressentiments’ – double er is geen pauze einde van het concert ca. 21.45 uur teksten gratis verkrijgbaar aan de zaal U bent van harte welkom om na afloop met de musici en Dick Swaab na te praten. Dit concert maakt deel uit van de multidisciplinaire

programmareeks AAA, Festival voor Muziek en Kunst, een samenwerkingsinitiatief van het

Koninklijk Concertgebouworkest.

Vrij Nederland is mediapartner van Scherpdenkers.

P R E L U D I U M - oktober 2012

Dick Swaab

toelich ti ng Dick Swaab is neurobioloog, hoogleraar en schrijver. Sinds zijn optreden in de tv-serie Zomergasten (2011) en zijn boek Wij zijn ons brein is hij ook buiten de wetenschappelijke wereld een grote naam. Hij is ervan overtuigd dat in de hersenen alles draait om chemische en natuurkundige processen en dat er weinig plaats is voor ‘de vrije wil’ en nog minder voor ‘geest of ziel’. Hij staat daarin lijnrecht tegenover heel wat andere wetenschappers. De visie van Dick Swaab wordt in dit programma vergezeld door de ‘verstandelijke’ en ‘systematische’ muziek van Johann Sebastian Bach en Pierre Boulez. Le marteau sans maître is een van de vroegste hoofdwerken van Pierre Boulez – rationeel, complex, een klinkende constructie, maar tegelijkertijd lyrisch en ongehoord fraai van kleur en klank. De beroemde Chaconne van Bach kan ook ont- >

85


do

11

| okt

kleine zaal

biograf i e

leed worden als een mathematisch werk; maar hoe ontroerend is deze muziek niet tegelijkertijd? Het programma van vandaag valt binnen het AAA-thema ‘Verlos ons!’. De surrealistische gedichten die ten grondslag liggen aan Boulez’ Le marteau sans maître bevrijden ons als het ware van de realiteit en laten ons onderbewustzijn en de fantasie de vrije loop. Met zijn serialisme brak Boulez met de Romantiek, terwijl Bach verlossing zocht in zijn geloof; ook zijn instrumentale werken voorzag hij van het predikaat ‘SDG’, ‘Soli Deo Gloria’. In onze ontkerkelijkte samenleving is het misschien wel zo dat zij die de verantwoordelijkheid over hun leven soms liever niet dragen, getroost worden door het determinisme van Dick Swaab. Aart-Jan van de Pol, programmeur

bach: chaconne

Johann Sebastian Bach was van 1717 tot 1723 als hofkapelmeester verbonden aan het hof van prins Leopold von AnhaltKöthen. Deze hield er een calvinistische eredienst op na, waarin weinig plaats was voor muziek. Bachs taak was het om wereldlijke, instrumentale stukken te schrijven. Het handschrift van de zes sonates en partita’s voor viool solo is in 1720 vervaardigd. Het beroemdste deel is ongetwijfeld de Chaconne uit de Tweede partita in d klein, BWV 1004. De term chaconne verwijst naar een specifieke variatievorm: een telkens herhaald patroon in de baslijn wordt bij iedere variatie van nieuwe tegenstemmen voorzien. Bach behandelt de vorm zeer vrij. Het enige wat tijdens de maar liefst achtenzestig variaties constant blijft, is de onderliggende harmonische progressie, die gebaseerd is op de eerste vier noten van een dalende toonladder. Zie ook Weten op pagina 33.

Marco Nakken

boulez: le marteau sans maître

Als jonge componist was Pierre Boulez een

86

dick swaab, spreker

Prof. dr. Dick Swaab werd wereldwijd bekend dankzij zijn studies naar sekseverschillen in de hersenen. Hij leidt een team aan het Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen. In het verleden was hij hoogleraar neurobiologie aan de Universiteit van Amsterdam en dertig jaar lang directeur van het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek. Hij schrijft voor een groot aantal kranten en tijdschriften: van Nature tot en met NRC Handelsblad. Zijn ontdekkingen omtrent de verschillen in de hersenen van homoseksuele mannen ten opzichte van heteroseksuele mannen leidden aanvankelijk tot controverse. Voor zijn onderzoeken en publicaties, opgeteld een duizendtal titels, kreeg Dick Swaab vele onderscheidingen. Zo werd zijn artikel in Nature over transseksualiteit in 1995 geselecteerd als een van de honderd beste artikelen van dat jaar. Zijn wetenschappelijke faam bracht Dick Swaab diverse gasthoogleraarschappen, waaronder dat van Emil Kraepelin Professor aan het prestigieuze Max Planck Instituut voor Psychiatrie in München.

asko|schönberg

Pierre Boulez

van de aanjagers van de naoorlogse avantgarde, een groep componisten die op basis van ingewikkelde cijferreeksen muziek produceerden die als droog en technisch, zelfs onluisterbaar werd ervaren. Maar dit is een eenzijdige voorstelling van zaken. Veel van Boulez’ vroege stukken – door hemzelf ‘mentale oefeningen’ genoemd – zijn lang niet zo rigide als wel gedacht wordt, maar juist speels en energiek. Daarnaast ontstonden ze in een periode waarin componisten het gevoel hadden opnieuw te moeten beginnen. Het zogenaamde serialisme – het van de grond af opbouwen van muziek door middel van reeksen – was voor hen een wederopbouwproject, een noodzakelijke beginfase. Al gauw braken zelfs de meest hardcore serialisten, Boulez voorop, met hun eigen regels. Het oeuvre van Boulez kan al bijna zestig jaar onmogelijk nog droog genoemd worden: het wordt gekenmerkt door sensuele, kleurrijke orkestraties en een gestiek die aan de late Romantiek doet denken. Als muzikale nazaat van Arnold Schönberg en Anton Webern is Boulez tegelijkertijd avontuurlijk en conservatief.

Asko|Schönberg, toonaangevend ensemble voor nieuwe muziek, richt zich op de vertolking van composities uit de twintigste- en eenentwintigste eeuw. Daaronder valt muziek van inmiddels gevestigde namen als Andriessen, Goebaidoelina, Kagel, Kurtág, Ligeti, Rihm en Stockhausen, maar ook van jongere componisten als Van der Aa, Padding en Zuidam en van componisten die nog aan het begin van hun carrière staan. Ook het werk van de grondleggers van de twintigste-eeuwse muziek komt aan bod: van Weill tot Schönberg en van Stravinsky tot Messiaen. Asko|Schönberg is ‘ensemble in residence’ van het Muziekgebouw aan ’t IJ. Ook in Het Concertgebouw is Asko|Schönberg al vele jaren zeer regelmatig te beluisteren, onder andere in de serie Tijdgenoten. Verder is het ensemble regelmatig te gast in bijvoorbeeld de NTR ZaterdagMatinee, het Holland Festival en De Nederlandse Opera en organiseert het co-producties met bijvoorbeeld de Veenfabriek. Buitenlandse tournees brachten Asko|Schönberg naar onder andere Keulen, Krakau, Melbourne, Londen (Barbican Centre), Parijs (Cité de la Musique), Los Angeles (Walt Disney Concert Hall) en New York (Carnegie Hall). Aan de aan het ensemble verbonden György Ligeti Academy kunnen masterstudenten zich bekwamen in het dirigeren en spelen van eigentijdse repertoire. Vaste dirigent van Asko|Schönberg is Reinbert de Leeuw.

etienne siebens, dirigent

De Belg Etienne Siebens studeerde orkestdirectie bij Lucas Vis, Hiroyuki Iwaki en Jorma Panula. Hij begon zijn dirigentencarrière met gastdirecties in België en Nederland, al snel gevolgd door uitnodigingen uit landen als Frankrijk, Italië, Duitsland, Engeland en Spanje. Van 1992 tot 2008 was Etienne Siebens artistiek leider en dirigent van het door hemzelf opgerichte Prometheus Ensemble, dat in binnen- en buitenland faam verwierf. Van 2004 tot 2010 was hij ook chef-dirigent van het Symfonieorkest Vlaanderen, dat hij met eigenzinnige programmering en interpretaties een artistieke impuls gaf. Ook was hij vaste gastdirigent van de Brussels Philharmonic. In de afgelopen seizoenen dirigeerde Etienne Siebens diverse orkesten, ensembles en koren, waaronder MusikFabrik, Klangforum Wien, het Residentie Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, Amsterdam Sinfonietta, Het Brabants Orkest, het Nederlands Kamerkoor en Collegium Vocale Gent. Hij leidde cd-opnamen van muziek van bijvoorbeeld Michel van der Aa en Martijn Padding. Sinds kort is Etienne Siebens ‘artist in residence’ van de Solisti del Vento en met ingang van seizoen 2012/13 is hij vaste gastdirigent van Asko|Schönberg. Vervolg biografie op pagina 89

>

P R E L U D I U M - oktober 2012

87


do

11

| okt

kleine zaal

vooraf wil ordenen, inclusief klankkleur. De gekozen instrumenten vormen een klankcontinuüm. Zo hebben zang en altfluit de menselijke adem gemeen, de altviool deelt met de gitaar de klank van geplukte snaren, enzovoorts: elk instrument in het ensemble is op deze wijze verbonden met een ander instrument. Klankkleur laat zich op deze manier net zo reeksmatig behandelen als toonhoogte of ritme.

mozaïek

Portret van René Char; Henri Martinie, ca. 1930

klankkleur

Met Le marteau sans maître liet Boulez voor het eerst aan een breed publiek horen wat voor componist hij eigenlijk was. Het is streng geconstrueerde avant-gardemuziek, maar tegelijkertijd ook lyrisch, sfeervol en kleurrijk. Wat allereerst opvalt is de afwijkende instrumentatie. Een altstem, altfluit, altviool, gitaar en diverse slagwerkinstrumenten: bijna alles in het middenregister, maar met een groot arsenaal aan klankkleuren. Dat laatste wordt versterkt doordat Boulez in elk van de negen deeltjes een andere combinatie van instrumenten laat horen. De instrumentkeuze is niet vrijblijvend geweest. Boulez is en blijft een serialist in die zin dat hij alle aspecten van de muziek

88

Wat ook opvalt is de originele vorm. Le marteau sans maître is een mozaïek van korte stukken met allerlei dwarsverbanden. Boulez heeft uit drie poëtische fragmenten van de surrealistische dichter René Char (1907-1988) drie cycli gefabriceerd. Van l’artisanat furieux (het woedende handwerk) maakte Boulez een duet voor zang en altfluit, alsmede twee afgeleide instrumentale stukken: avant l’artisanat furieux en après l’artisanat furieux. Het gedicht bourreaux de solitude (beulen van eenzaamheid) leidde tot een langzaam lied vergezeld van drie instrumentale ‘commentaren’. Ten slotte is bel édifice et les pressentiments (mooi gebouw en de voorgevoelens) een vocaal stuk in twee verschillende versies. Boulez laat de drie cycli dwars door elkaar heen lopen. Het veroorzaakt een fragmentarisch, niet-lineair gevoel van tijd dat past bij de surrealistische poëzie. De manier waarop Boulez composities opvat als kweekvijvers van muzikale mogelijkheden die vervolgens weer in andere composities kunnen worden uitgewerkt, is typerend voor zijn manier van werken: het compositorische oeuvre als ‘work in progress’.

schitteringen

De negen delen laten steeds heel verschillende aspecten van Boulez’ muzikale wereld horen. De eerste klanken van avant l’artisanat furieux trekken ons vol overtuiging die wereld in. De grote intervalsprongen, zo typerend voor vroeg-serialistische muziek, maken de melodieën hoekig en lastig te volgen, maar het went snel. Dat komt vooral door het geraffineerde spel

Vervolg biografie van pagina 87

biograf i e carina vinke, alt

Carina Vinke studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en bij Jard van Nes aan de Nieuwe Opera Academie. Ze zingt zowel vocaal-symfonische muziek als oratoria en hedendaagse partituren. Een van haar specialismes is het Spaanse lied, waarvoor ze werkte met Teresa Berganza. Als operazangeres vertolkte ze Bradamante in Händels Alcina en Hermia in Brittens A Midsummer Night’s Dream. Carina Vinke soleerde met gezelschappen als De Nederlandse Bachvereniging, het Erasmus Kamerkoor en het Residentie Orkest. Ze zong onder leiding van dirigenten als Richard Egarr, Jos van Veldhoven en Jaap van der Linden. Tijdens kamermuziekconcerten werkt Carina Vinke graag samen met pianiste Rixt van der Kooij en met gitarist Jonas Skielboe vormt ze het Duo Cajon. Tevens maakt de zangeres deel uit van het Bilitis Ensemble, het Trio Sirenes en het Schoon Helder Schitterend Ensemble.

zoran dukic, gitaar

De in Zagreb geboren Zoran Dukic begon op zesjarige leeftijd met gitaarspelen. Na een opleiding aan de muziekacademie van zijn geboortestad bij Darko Petrinjak studeerde hij af bij Hubert Käppel aan de Hochschule für Musik in Keulen. In de periode 1990-1997 won hij als twintiger vele concoursen; zo is Zoran Dukic de enige gitarist die beide Andrés Segovia-concoursen won, zowel in Granada als in Palma de Mallorca. In Madrid won hij – als eerste niet-Spanjaard – een speciale prijs voor de beste interpretatie van het Spaanse gitaarrepertoire. Zoran Dukic speelt muziek uit vele genres en stijlperiodes: de muziek van Bach staat vaak centraal in zijn programma’s, maar hij speelt ook eigentijdse klassieke werken van onder anderen Takemitsu, Henze, Carter en Goebaidoelina. Daarnaast heeft hij een bijzondere affiniteit met het Spaanse en Zuid-Amerikaanse idioom, dat de kern uitmaakt van het repertoire voor de klassieke gitaar. Naast zijn carrière als uitvoerend musicus geeft Zoran Dukic wereldwijd masterclasses en is hij verbonden aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en aan de Escuela Superior de Música in Barcelona. met klankkleur en articulatie, als schitteringen op het wateroppervlak. In het tweede deel laat Boulez duidelijk horen hoe het klankcontinuüm werkt: tussen altfluit en tamboerijn bevinden zich de altviool en de xylorimba, een combinatie van xylofoon en marimba, als tussenstations. De muziek is verrassend toegankelijk, mede door de regelmatige ritmiek. Dat mechanische raderwerk contrasteert vervolgens sterk met l’artisanat furieux, een vloeiend duet tussen zang en altfluit (de ‘adem’-tandem). De vreemde melodielijnen zijn gevat in een heel natuurlijke frasering, gebaseerd op menselijke ademtochten.

spookachtig

Het vierde deel, dat ons voorbereidt op bourreaux de solitude, demonstreert Boulez’ precisie als het gaat om frasering en articulatie. Het bestaat uit geïsoleerde frasen,

P R E L U D I U M - oktober 2012

waarna het steeds essentieel is welke tonen doorklinken en welke niet. In het daarop volgende bel édifice et les pressentiments staat de verhalende zang centraal. Maar het is vooral het – eveneens vocale – zesde deel bourreaux de solitude dat indruk maakt met zijn kalme tempo en zijn spookachtige sfeer. Vanaf dit deel neemt de altfluit steeds meer de centrale rol van de zang over. In après l’artisanat furieux keren de subtiele kleurschitteringen van het eerste deel terug, maar omdat de altviool nu ontbreekt heeft de altfluit een meer solistische rol. Hetzelfde instrument staat ook centraal in het voorlaatste deel. Ten slotte worden in bel édifice et les pressentiments – double diverse aspecten van de voorgaande stukken samengevat. Halverwege laat Boulez de zang bijna ongemerkt overnemen door de altfluit. Het resultaat is een soort woordenloze zangpartij. ‘Door het

>

89


do

11

| okt

za

verdwijnen van de woorden wordt de verhouding tussen stem en instrument geleidelijk omgedraaid’, zegt Boulez, want ‘het gedicht is de kern van de muziek, ook waar het niet aanwezig is’.

autistisch spectrum, hersenletsel, depressie en dementie. Bij afasie, een spraakstoornis door een herseninfarct, wordt mensen die niet kunnen spreken gevraagd om het dan maar te zingen. Dat gaat vaak veel beter dan de conventionele spraaktheMartijn Voorvelt rapie. Parkinson-patiënten kunnen met muziek hun vloeiende, motorische cadans hersenen en muziek terugkrijgen, maar als de muziek stopt, Muziek en visuele kunst lijken in ongeveer houdt de verbetering ook op. dezelfde periode van onze recente evolutie, Hersenziekten kunnen ook hun effect hebzo’n 50.000 jaar geleden, te zijn opgeben op het maken van muziek. Als een bloeid. Muziek stimuleert niet alleen hercomponist depressief wordt, komt er weisengebieden die met het verwerken van nig of geen werk uit zijn handen. Maar een muziek en emoties te maken hebben, maar hypomane componist, die tegen de manie ook gebieden die met leren en beloning te aan zit, kan enorm veel produceren. Een maken hebben. Daardoor kan muziek de bekend voorbeeld van een manischhersenontwikkeling stimuleren, bij depressieve componist is Robert beroepsmusici hersenstructuren verandeSchumann. ren en kan muziektherapie gunstige effec- De ziekte van Alzheimer is de meest voorten hebben op hersenziekten. De mate van komende vorm van dementie. Bij deze activiteitsverhoging door muziek van het ziekte blijft het spelen van een instrument belonend hersengebied, zoals gemeten in (dus de impliciete, uitvoerende, procedureeen hersenscan, blijkt zelfs de verkoopcijle muzikaliteit) lang gespaard, zelfs lang fers van die muziek te kunnen voorspellen. nadat andere vormen van geheugen verHersenbeschadigingen leiden soms tot dwenen zijn en de expliciete muzikaliteit, musicofilie, of zelfs tot op een obsessieve dus het herkennen van melodieën, wijze met muziek bezig zijn, maar soms gestoord is. Zo was er eens iemand die ook tot atonie, waarbij muziek alleen nog door zijn dementie de weg naar het podimaar als een vreselijk lawaai klinkt. um niet meer kon vinden, maar nog wel Hersenen kunnen gewild en ongewild prachtig kon zingen en een perfect optremuziek oproepen. Epileptische patiënten den kon geven. kunnen, door stimulatie van de temporaalkwab, oude liedjes uit het verleden horen. Dick Swaab Ook bij migraine kan dat voorkomen. Zie ook www.scherpdenkers.nl Omgekeerd kan bij sommige personen muziek een epileptische toeval veroorzaken. Jeanne d’Arc en Fjodor Dostojevski kregen niet alleen extatische ervaringen bij het horen van kerkklokken, maar er werd bij hen ook epileptische activiteit door uitgelokt. Door de globaal stimulerende eigenschap van muziek op onze hersenen is het ook begrijpelijk dat muziek als een alternatieve therapie lijkt te werken bij een groot aantal hersenziekten. Er zijn gecontroleerde gerandomiseerde trials met muziektherapie beschikbaar die gunstige effecten bleken te hebben bijvoorbeeld bij te lichte pasgeborenen, kinderen met leer- en < gedragsstoornissen, stoornissen in het

90

13

| okt

het concertgebouw

kleine zaal

Tijdgenoten 21.00 uur – eerste concert

Minguet Kwartet: Ulrich Isfort viool Annette Reisinger viool Aroa Sorin altviool Matthias Diener cello Jörg Widmann klarinet

‘verlos ons!’ Wolfgang Rihm 1952 Vier Male (2000) voor klarinet solo Frei, nicht schnell Sehr langsam, wie aus weiter Ferne In drängender Unruhe Langsam Jörg Widmann 1973 Tweede strijkkwartet ‘Choralquartett’ (2003, rev. 2006) sehr langsam, tastend, suchend Wolfgang Rihm Studien zu einem Klarinettenquintett (2002) Moderato, sostenuto Molto vivace Andante con moto Calmo, sostenuto er is geen pauze einde van het concert ca. 22.30 uur U bent van harte welkom om na afloop met de musici na te praten.

Dit concert maakt deel uit van de multidisciplinaire

programmareeks ‘Actueel, Avontuurlijk, Aangrijpend’, een samenwerkingsinitiatief van het

Koninklijk Concertgebouworkest.

P R E L U D I U M - oktober 2012

Minguet Kwartet

toelichti n g rihm: vier male en studien zu einem klarinettenquintett

‘Er moet een expressieve noodzaak achter zitten’, zei componist en klarinettist Jörg Widmann al eens over zijn compositiearbeid. ‘Daarom vind ik ook dat hedendaagse muziek altijd een link naar het verleden moet hebben. Je kunt de geschiedenis niet zomaar uitvlakken en denken dat je iets geheel nieuws kunt brengen. De historie resoneert in ons allen mee, dus daar kun je beter aan refereren. Ik kom als uitvoerend musicus dagelijks in aanraking met de grote meesterwerken uit het verleden. Het laat me weten waar ik vandaan kom en het biedt me ook de noodzaak om als componist verder te gaan, de muziek verder te ontwikkelen.’ De weg die Widmann bewandelt, kreeg hij mede ingegeven door zijn lessen bij Hans Werner Henze en vooral Wolfgang Rihm, de componist met wie hij ook als uitvoe- >

91


za

13

| okt

kleine zaal

Klarinet en mandoline op een schoorsteen; Pablo Picasso, 1915

rend musicus een zeer hechte relatie heeft. ‘Als uitvoerend musicus ben ik er om de dromen van de componist te realiseren’, aldus Widmann. ‘Door deze dromen worden instrumentalisten beter en blijkt er iedere keer weer technisch veel meer op een instrument te kunnen dan men voordien voor mogelijk had gehouden. Het is geweldig om deel uit te maken van die wisselwerking.’ In de relatie met Rihm heeft dat inmiddels geresulteerd in een aantal grensverleggende werken met de klarinet in de hoofdrol. Dat begon in 1999 met Musik für Klarinett und Orchester – Über die Linie II en ging verder met onder andere Vier Male en Studien zu einem Klarinettenquintett. Dat Rihm in deze aan Widmann opgedragen werken werd uitgedaagd door de technische virtuositeit van de musicus is duidelijk. In Vier Male verkennen Rihm en Widmann de uiterste grenzen van de klarinet, zonder de lyriek, intensiteit en expressiviteit van het werk uit het oog te verliezen. Vier Male sluit in zekere zin aan bij het eerder genoemde klarinetconcert en andere werken met de subtitel Über die Linie. Het gaat hierbij niet alleen in letterlijke zin over de muzikale lijn, maar ook in figuurlijke zin over ‘over de lijn, de grens gaan’. ‘Mal’ betekent daarbij zoveel als ‘teken’ of ‘vlek’, maar ook ‘markering’. In die zin zijn deze stukken te lezen als een vrije verkenning van nieuwe muzikale terreinen voor de

92

klarinet. Extreme registers, dynamiek, microtonale elementen: het komt allemaal in duizelingwekkende vaart en geconcentreerde vorm langs in deze vier miniaturen. Na Vier Male greep Rihm met zijn volgende werk voor Widmann, Studien zu einem Klarinettenquintett, nadrukkelijk terug op de traditie van het klarinetkwintet, dat met werken van onder anderen Wolfgang Amadeus Mozart, Carl Maria von Weber, Johannes Brahms, Max Reger en Paul Hindemith een indrukwekkende geschiedenis kent. Rihm noemt de delen van het werk bescheiden ‘studies’, maar het klinkt als een compleet kwintet met een eerste deel dat zich ontvouwt als een duet tussen de klarinet en het strijkkwartet, een motorisch tweede deel onderbroken door introspectievere fragmenten, een virtuoos derde deel dat uiteindelijk teruggrijpt op de lyriek van de historische meesterwerken en een laatste deel waarin alle elementen samenkomen. Hoewel de klarinetpartij in deze studies meer gericht is op de zangerige lijn dan op het verkennen van de grenzen van het instrument, speelt de ervaring van Vier Male zeker mee in het uitgebreide vocabulaire dat de klarinet ook in dit werk tentoonspreidt.

widmann: ‘choralquartett’

Zoals Rihm composities met elkaar verbindt – de serie Über die Linie en Male über Male waarin hij delen uit de Vier Male uitbreidt tot werken voor klarinet en ensemble – zo schrijft Jörg Widmann ook vaak in ‘verzamelingen’, in series van werken die steeds een ander aspect van het materiaal of de vorm verkennen. Een goed voorbeeld zijn zijn strijkkwartetten. De inmiddels vijf eendelige kwartetten kunnen afzonderlijk uitgevoerd worden, maar vormen gezamenlijk een cyclus, een groot vijfdelig strijkkwartet met bijvoorbeeld een Derde strijkkwartet (‘Jagd Quartett’) dat zich laat lezen als een scherzo en een Vijfde strijkkwartet dat een ‘Versuch über die Fuge’ is. Het Tweede strijkkwartet, het ‘Choralquartett’ geschreven in 2003 en gereviseerd in 2006, staat in deze context voor het langzame deel. Na het zeer heterogene Eerste strijk-

biograf i e minguet kwartet

Het Minguet Kwartet bestaat sinds 1988 en speelt sinds 1997 in de huidige bezetting. Het kwartet studeerde in Essen en Keulen en werd gecoacht door Walter Levin van het LaSalle Kwartet. Ook was de formatie in de leer bij leden van het Amadeus Kwartet, het Melos Kwartet en het Alban Berg Kwartet. Tegenwoordig is het Minguet Kwartet een regelmatige gast van concertzalen als de Philharmonie in Berlijn, de Alte Oper in Frankfurt, het Wiener Konzerthaus en de Wigmore Hall in Londen. Concertreizen brachten de vier musici naar Israël, Japan, de Verenigde Staten, China en India. In seizoen 2012/13 is het Minguet Kwartet te beluisteren tijdens onder meer het SchleswigHolstein Musik Festival en de Mozartwoche in Salzburg. Het kwartet combineert in zijn programma’s vaak klassieke en romantische werken met hedendaagse muziek. Het viertal maakte cd’s met daarop de complete werken voor strijkkwartet van Wolfgang Rihm, Jörg Widmann en Peter Ruzicka. De laatstgenoemde opname werd in 2010 bekroond met een Echo Klassik Preis. Het Minguet Kwartet is vernoemd naar de achttiende-eeuwse Spaanse filosoof Pablo Minguet, die – net als deze musici – de schone kunsten toegankelijk wilde maken voor het grote publiek.

jörg widmann, klarinet

Jörg Widmann studeerde in zijn geboortestad München klarinet bij Gerd Starke, en vervolgens in New York bij Charles Neidich. Daarnaast is hij componist: vanaf elfjarige leeftijd volgde hij compositielessen bij Kay Westermann. Later waren onder anderen Hans Werner Henze en Wolfgang Rihm zijn docenten. Jörg Widmann is een fervent kamermusicus en speelde met collega’s als altvioliste Kim Kashkashian, hoboïst Heinz Holliger en pianist András Schiff. Ook boekte hij succes als solist bij verschillende orkesten; hij bracht diverse nieuwe werken in première, waaronder Musik für Klarinette und Orchester van Rihm en Rechant van Holliger. In 2001 werd Jörg Widmann klarinetdocent aan de Musikhochschule in Freiburg, en sinds 2009 geeft hij aan hetzelfde instituut ook lessen compositie. Als componist heeft Jörg Widmann vijf strijkkwartetten, orkestmuziek en twee grootschalige muziektheaterwerken op zijn naam staan – uitgevoerd door onder andere de Wiener Philharmoniker, de Bayerische Staatoper in München en de Opéra Bastille in Parijs. In de AAA-concerten van het Koninklijk Concertgebouworkest van deze maand (11 en 12 oktober) klinkt zijn ‘symfonische hymne’ Teufel Amor. Op het podium van de Kleine Zaal maakte Jörg Widmann zijn debuut in de Rising Stars-serie van seizoen 2000/01, en zijn laatste optredens in Het Concertgebouw dateren van maart 2010. Zie ook het interview op pagina 18.

kwartet, echt een verkenning van het genre, schreef Widmann met dit tweede kwartet een ‘bijna autistisch en verwarrend soort muziek die eigenlijk niets anders doet dan vragen stellen’, aldus de componist. Het werk is voor Widmann gerelateerd aan Joseph Haydns Die sieben letzten Worte unseres Erlösers am Kreuze. ‘Hoewel ik er nergens naar verwijs, had ik dit kwartet niet kunnen schrijven zonder Haydns werk te kennen.’ De thematiek van de kruisiging en de acceptatie van de dood werd voor Widmann de filosofische leidraad voor het werk, en dáár precies zit de link naar het AAA-thema van deze maand. Het kwartet

P R E L U D I U M - oktober 2012

begint volgens Widmann ‘aan het einde van een weg’ met finale klanken die nergens vandaan lijken te komen en nergens naartoe gaan. Het ‘gruwelijk schuren van huid op hout’ lijkt vervolgens het belangrijkste thema dat door stilte verbonden wordt met min of meer tonale koraalflarden. In de loop van het werk staat geruis steeds minder voor het desolate en staan de tonale elementen steeds minder voor zekerheid en vertrouwen. Alsof niets meer is zoals het ooit was. Paul Janssen

<

93


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.