AAA-SERIE ‘De Perzische dichter Rumi kiest sterke beelden’, vertelt Kaija Saariaho over het werk dat zij componeerde voor de ‘Out of the Box’-aflevering van de AAA-serie. De verzen van de dichter mengen zich met de stem van het orkest.
Dansende dichtkunst door thea derks
Sinds het Rotterdams Philharmonisch Orkest en Gidon Kremer in 1995 hier te lande haar vioolconcert Graal Theatre introduceerden, groeide Kaija Saariaho geleidelijk uit tot een household name. Het Koninklijk Concertgebouworkest speelde pas in 2008 voor het eerst muziek van haar, de Nederlandse première van het celloconcert Notes on Light, met haar landgenoot Anssi Karttunen als solist. Na het concert repte het NRC van ‘feeërieke klanktovenarij’, Trouw doopte haar tot ‘de Debussy van onze tijd’. Voor het Holland Festival vroegen het KCO en een aantal andere orkesten haar een nieuwe compositie te schrijven. Deze zal in première gaan in de Gashouder, binnen het thema ‘Out of the Box’, waarmee de AAA-serie (Actueel, Avontuurlijk, Aangrijpend) dit seizoen wordt afgesloten. De afgelopen jaren was er veel discussie over hoe ‘verstard’ de concertpraktijk geworden is en hoe ingesleten gewoontes kunnen worden doorbroken. Met concerten op ongebruikelijke locaties en rond prikkelende thema’s hoopt het orkest hierop een antwoord te formuleren.
stem en orkest Als ik Saariaho in maart spreek via Skype, is zij in New York, waar zij dit seizoen composer in residence is bij Carnegie Hall. Zij heeft de Gashouder persoonlijk beke-
‘Ik heb een jaar over het elektronische deel gedaan, het vormt de basis voor de compositie’
22
ken, maar zich bij het componeren niet expliciet door de ronde vormen laten inspireren, de titel Circle Map ten spijt: ‘Ik vind het een mooi gebouw en heb de bijzondere akoestiek ervaren, maar die is toch weer anders als de zaal is gevuld met mensen.’ De koepelvormige ruimte heeft haar evenmin verleid tot een ruimtelijke opstelling: ‘Mijn stuk moet ook goed klinken in reguliere concertzalen.’ Over het thema ‘Out of the Box’ zegt zij: ‘Als kunstenaar acht ik het mijn plicht platgetreden paden te vermijden, dus ik probeer in elke compositie nieuwe antwoorden te vinden op vragen die ik mijzelf stel. Zo’n thema zegt mij daarom niet zoveel, maar Circle Map past wel binnen het kader: het wordt niet gespeeld in het mooie Concertgebouw en bovendien gebruik ik naast akoestische instrumenten ook elektronica.’ Is dit in de gangbare orkestpraktijk inderdaad geen dagelijkse kost, binnen haar eigen oeuvre speelt elektronica een grote rol: al in 1984 verwerkte ze deze in haar eerste orkestwerk, Verblendungen. Saariaho werkte destijds aan het door Pierre Boulez opgerichte Ircam (Institut de recherche et coordination acoustique/musique) in Parijs, waar zij haar fijnzinnige gevoel voor klankkleur verder ontwikkelde. Bouwt zij in Verblendungen uit twee elektronisch gemanipuleerde vioolklanken een heel ‘strijkorkest’, dat in dialoog gaat met het fysieke ensemble, in Circle Map is het de stem van de Irakese musicus Arshia Cont die zich mengt met de klanken van akoestische instrumenten. Hij draagt zes kwatrijnen voor van de Perzische dichter
Rumi, die leefde in de dertiende eeuw en niet alleen poëzie schreef, maar ook aan de basis stond van de beroemde ‘wervelende derwisjen’. Hoewel zij het Perzisch niet machtig is, gebruikt Saariaho de teksten in hun oorspronkelijke versie: ‘Vertalingen zijn altijd herinterpretaties en doen vaak af aan het origineel. Bovendien wilde ik werken met de sonoriteiten van een taal die ik niet ken.’ Ze weet niet meer waar en wanneer ze Rumi leerde kennen: ‘Ik lees hem al mijn leven lang en waar ik ook kom, ik zoek altijd weer naar nieuwe vertalingen. Ik bewonder zijn sterke beelden, die vaak op mysterieuze wijze verbonden zijn met dingen die wij allemaal meemaken.’ Rumi’s verzen inspireerden haar te zoeken naar muzikale overeenkomsten en formele oplossingen: ‘Soms neemt het orkest bepaalde ritmische patronen of gebruikte toonhoogtes over van de stem. Op andere momenten wordt de spraak vervormd en is hij ook voor Perzisch sprekende mensen onverstaanbaar. Daarnaast heb ik geluiden van de wind opgenomen en bewerkt. Ik heb een jaar over het elektronische deel gedaan, het vormt de basis voor de compositie.’ Toch is de opname niet voortdurend hoorbaar: ‘Hij wordt op bepaalde momenten ingestart. Omdat dit precies op tijd moet gebeuren, laat ik dat doen door een musicus uit het orkest, zelf regel ik samen met Jean-Baptiste Barrière via een mengpaneel de klankbalans.’
wiskunde en dans De zes delen zijn verschillend georkestreerd. Zo klinken in het openingsdeel, Morning Wind, wervelende bewegingen van hoge houtblazers, harp en slagwerk en spelen in Walls Closing koperblazers en solofagot een prominente rol: ‘De ambitus – het bereik van de instrumenten – wordt steeds kleiner, tot alleen de lage regionen overblijven, als muren die je insluiten.’ In het vijfde deel, Dialogue, splitst Saariaho zowel de stem als het orkest in twee contrasterende klankwerelden: ‘Zo vang ik het spel van vraag en antwoord muzikaal én semantisch.’
P R E L U D I U M - juni/juli 2012
Terug naar de titel. Circle Map lijkt een directe relatie met de Gashouder te suggereren, alsof ze een muzikale kaart van deze ruimte zou uittekenen, maar dit is schijn: ‘Het is een wiskundige term betreffende een familie van dynamische systemen, waarvan de roterende bewegingen geanalyseerd kunnen worden. Deze ideeën hebben mij tijdens het componeren geïnspireerd, net als het snelle draaien van de derwisjen. Het idee van rotatie keert in verschillende vormen terug, en mijn hele stuk kan opgevat worden als één grote draaiing.’ Maar is die titel werkelijk op geen enkele wijze gerelateerd aan haar kennismaking met de Gashouder? Saariaho lacht: ‘Laten we zeggen: misschien!’
22 EN 23 JUNI, GASHOUDER - Koninklijk Concertgebouworkest - Susanna Mälkki, dirigent - Saariaho, Rijnvos, Lindberg, Boulez
<
23