2Â IÂ 11 The customer magazine of the ABB Group Benelux
Topic
De Benelux als microkosmos 04 Interview met Joe Hogan, CEO van ABB en Alfons Goos, CEO van ABB Benelux Duurzame samenwerking 08 Rijkswaterstaat gaat in zee met ABB voor de besturing van de Maeslantkering Het Yas Hotel in Abu Dhabi 22 Charme in grandeur
De opener
04
Polsslag CEO Joe Hogan over de strategische koers en ‘gouden doelstelling’ van ABB en de bijzondere rol van ABB Benelux in dat verhaal.
et cetera
Alfons Goos, CEO ABB Benelux
08
Aan de slag Rijkswaterstaat gaat in zee met ABB voor de besturing van de Maeslantkering.
2|11 Iedereen is stakeholder In Europa hebben wij een hoog welvaartspeil bereikt en dat willen wij handhaven of zelfs nog verbeteren. Tegelijk willen de mensen in opkomende landen hun levensstandaard zo snel mogelijk op een veel hoger niveau brengen. Het kan dus niet anders dan dat de wereldwijde vraag naar energie in de komende jaren sterk zal stijgen. Zo hebben wetenschappers becijferd dat er tot 2030 wekelijks één nieuwe elektrische centrale van 1 gigawatt (1GW) bij moet komen om aan de steeds toenemende vraag te blijven voldoen. Daar staat de nuchtere vaststelling tegenover dat onze natuurlijke grondstoffen niet onuitputtelijk zijn. Om die reden voerde Europa de 20-20-20-doelstelling [1] in. Zowel bedrijven als privépersonen moeten dus zuiniger met energie (gas, olie, elektriciteit…) gaan omspringen. In de komende jaren staat energieefficiëntie hoog op de agenda en zullen wij werk moeten maken van betere productieprocessen, meer woningisolatie,
minder afval, spaarzamere verlichtingssystemen, rationelere logistiek… Ook de overschakeling op hernieuwbare energie – die na de kernramp in Fukushima wellicht zal worden versneld – dwingt ons rationeler en zuiniger met energie om te springen. Iedereen is stakeholder, iedereen kan en moet zijn of haar bijdrage leveren. Bij ABB beperken wij het aantal zakenreizen, schakelen wij over op videoconferencing, kiezen wij steeds meer voor het openbaar vervoer, gebruiken wij enkel nog 100% groene elektriciteit, upgraden wij onze kantoren met intelligente verlichtingssystemen… En vanzelfsprekend bieden wij onze cliënten producten en diensten aan die hen in staat stellen veel efficiënter om te gaan met elektrische energie. [1] De 20-20-20-doelstelling betekent dat wij tegen 2020 in Europa 20% minder broeikasgassen moeten uitstoten ten opzichte van 1990, 20% van onze energie moeten halen uit hernieuwbare energiebronnen en ten slotte ook 20% energie moeten besparen
et cetera 2/11 - Een uitgave van ABB Benelux - Verantwoordelijke uitgever Katrina Wright - Concept MediaPartners België - Coördinatie Kim Maes en Marco Moerland - Werkten mee aan dit magazine Philip van Ootegem, Seger Bruninx, Peter van der Horst, Thierry Lambinet en Ivan Roda - Copyright 2011
2
ABB et cetera 2|11
Inhoud
22
De wondere wereld Het Yas Hotel. Ode aan de natuurelementen.
Polsslag 4
CEO Joe Hogan over de strategische koers en ‘gouden doelstelling’ van ABB en de bijzondere rol van ABB Benelux in dat verhaal.
Aan de slag 8
ABB werkt nauw samen met klanten. Dat leidt tot fraaie realisaties en hechte partnerschappen met bijvoorbeeld Rijkswaterstaat, Technische Unie en de Turkse en Koreaanse spoorwegen.
Perspectief 16
Aan vernieuwing en verbetering komt nooit een eind. ABB introduceert een nieuwe methode om rotorbladen van windturbines te coaten en lanceert verliesarme transformatoren met amorfe kern.
For a better world 18
ABB Low Voltage Products verkleint de afstand tot de arbeidsmarkt.
Anders bekeken 20
Een concert illustreert de nauwe samenhang tussen creativiteit en techniek.
28
Over & weer Volgens Peter Alderliesten zijn zonder energieefficiëntie de klimaatdoelen niet haalbaar.
Hotspot 21
In het najaar is ABB aanwezig op de Beurs Elektrotechniek in Utrecht, maar voor wie 24/7 contact wil houden, zijn er nu ook de sociale kanalen: Facebook, Twitter en LinkedIn.
De wondere wereld 22
Pure luxe, grensverleggende vormgeving, traditionele gastvrijheid en innovatieve technologie van ABB garanderen de gasten van het Yas Hotel een ongeëvenaarde ervaring.
Over & weer 28
Een gesprek met Peter Alderliesten van het ECN over energie-efficiëntie en het aanhalen van de banden tussen de wereld van de wetenschap en ABB.
Product 32
Over de AC500, de Life Cycle Costing Tool en de AC800M.
Het jaar... 35
Wanneer werd voor het eerst in de geschiedenis elektrisch gelast? En wat was de draagwijdte van deze innovatie?
ABB et cetera 2|11
3
Polsslag
“De Benelux is een microkosmos die het hele werkveld van ABB weerspiegelt” Interview met Joe Hogan en Alfons Goos
I
n maart was Joe Hogan, CEO van ABB, enige tijd in de Benelux voor een ontmoeting met klanten. Wij maakten van de gelegenheid gebruik om hem enkele vragen te stellen over de strategische koers van ABB en over de betekenis daarvan voor klanten en businesspartners in de Benelux en erbuiten. Op een gegeven moment ontspon zich zelfs een dialoog tussen Joe Hogan en Alfons Goos, CEO van ABB Benelux. Via et cetera luistert u gewoon mee. De gouden doelstelling Wat zijn de prioriteiten van ABB in 2011? Joe Hogan: “In de eerste plaats moeten wij onze financiële verplichtingen nakomen, dat spreekt voor zich. Maar de gouden doelstelling voor 2011 is de wereldwijde lancering van de Net Promoter Score of NPS. Deze management tool introduceerden wij al in 2010 bij ABB. Het is een krachtig meetinstrument waarmee
4
ABB et cetera 2|11
wij onze graad van klantgerichtheid kunnen bepalen. Of nog belangrijker: het is een hulpmiddel om de stem van de klant in het bedrijf beter te laten doorklinken. Op dat vlak is er nog ruimte voor verbetering.” U wilt dus de bedrijfscultuur van ABB veranderen? Joe Hogan: “Absoluut! Ik denk dat we daar drie tot vier jaar voor nodig zullen hebben. Wij moeten onze klanten en markten in het centrum van onze activiteiten plaatsen. Daar hebben wij een passend meetsysteem voor nodig en dat is NPS. Het is onvermijdelijk dat wij nu en dan geconfronteerd zullen worden met lage NPS-scores. Op die momenten zullen wij het juiste leiderschap hard nodig hebben om ontgoocheling, ongeloof of weerstanden om te buigen in iets positiefs. Het is al gebeurd dat medewerkers in onze fabrieken de NPS-resultaten betwistten. Ik begrijp dat best. De ogenschijnlijke tegenstelling tussen lage NPS-
scores enerzijds en hoog marktaandeel anderzijds kan heel verwarrend werken. In dergelijke situaties is het hoge marktaandeel doorgaans het gevolg van een technologische voorsprong. Maar die voorsprong houdt niet lang stand en als klanten niet tevreden zijn, gaan zij al gauw op zoek naar andere manieren om aan hun behoeften te voldoen. Er is leiderschap nodig om attitudes en vastgeroeste overtuigingen te veranderen en NPS wordt dan ook een belangrijk hulpmiddel bij de cultuurverandering.” Zullen de effecten van de verandering op korte termijn merkbaar zijn voor de klanten? Joe Hogan: “ABB zal niet van de ene dag op de andere veranderen. Maar ik kan de klanten wel garanderen dat zij bij ABB mee aan tafel zullen zitten.” Enorme groeikansen in Europa Is ABB van plan zijn productie van
Polsslag
Joe Hogan
Europa naar de groeilanden over te brengen? Joe Hogan: “Als een gevolg van onze ‘in country for country’-strategie hebben wij onze productie de laatste jaren gedeeltelijk verlegd, maar van de Europese productie is slechts weinig naar de groeilanden overgebracht. In tegenstelling tot wat soms wordt gedacht, is de ‘in country for country’-strategie helemaal niet anti-Europees. Het is enkel onze bedoeling in de groeilanden te gaan produceren wat in die landen ook wordt afgenomen. Dat is gewoon een kwestie van gezond verstand, want onze Europese fabrieken hebben doorgaans maar een klein marktaandeel in de nieuwe economieën. De ABB productie-units kunnen nog veel marktaandeel veroveren in Europa als wij ze laten focussen op hun lokale markten en tegelijk hun concurrentiekracht en technologische voorsprong zo veel mogelijk vergroten. Wij moeten erover waken dat de handelsstromen in even-
wicht blijven; dat is gewoon een zaak van goed koopmanschap. Dat betekent niet dat Europa onbelangrijk is geworden. Integendeel, het is onze grootste markt. Wij zien hier nog enorme groeikansen.” In welke domeinen wilt u die groei realiseren? Joe Hogan: “De klimaatverandering is een van de belangrijkste aandrijvers voor groei, samen met infrastructuurwerken, energiebesparing en opkomende markten. Europa moet hier een leidende rol in gaan spelen. Daarmee bedoel ik dat onze fabrieken zich moeten gaan concentreren op de kansen in hun ‘natuurlijke’ markten. Ik nodig alle Europese medewerkers van ABB uit om hun marktaandeel in alle BU-markten even kritisch te bekijken en na te gaan wat ze kunnen doen om hun posities nog te verbeteren.” Klimaatverandering en energiebesparing In vele gevallen zal het antwoord op
de vorige vraag zijn dat er meer moet worden gefocust op energiebesparing en groene energie. Daar liggen immers de grootste groeikansen. Joe Hogan: “Dat klopt. Als wij de opwarming van de aarde willen stoppen, zullen wij onze CO2-uitstoot moeten verminderen. Ongeacht de manier waarop wij dat willen realiseren, zal circa 50% van die CO2-vermindering het gevolg zijn van energiebesparingen. Zon- en windenergie, net als alle andere hernieuwbare energiebronnen, zijn belangrijk, maar in de strijd tegen de CO2-uitstoot verbleekt hun betekenis naast die van de energiebesparing. Ik zie hier veel kansen voor ABB. Wij beschikken immers over de nodige kennis en technologie om het energieverbruik van onze motoren en aandrijfsystemen te verminderen. In mijn ervaring is Europa zeer bereid om alle energiebesparende technologieën meteen toe te passen. Het is nu aan ons om onze klanten duidelijk te maken welke ABB et cetera 2|11
5
Polsslag
“De laatste jaren hebben wij onze marktbenadering steeds beter afgestemd op de snel veranderende omgeving waarin onze klanten werken.”
Alfons Goos
technologieën voor hen geschikt zijn en welke opbrengst zij ervan kunnen verwachten. De tijd dat wij louter producten verkochten, is nu voorbij. Wij moeten snel beter worden in het verkopen van besparingen.” Zijn klanten in de Benelux wel bereid en klaar om energie-efficiënt te gaan werken? Alfons Goos: “In de hele Benelux blijven er niet zoveel grote green fields meer over. Producenten in de Benelux en de rest van Europa moeten nu steeds vaker concurreren met twee of meer zeer vergelijkbare fabrieken, soms zelfs binnen eenzelfde industriële groep. Om die reden zijn de kapitaaluitgaven voor hen steeds minder belangrijk dan de operationele uitgaven. En dat is dan weer een significante ontwikkeling voor de serviceorganisatie van ABB. De laatste jaren hebben wij onze marktbenadering steeds beter afgestemd op de snel veranderende omgeving waarin onze klanten werken. Dat verklaart waarom wij nu in services systematisch het accent leggen op de vermindering van de operationele uitgaven via energie-efficiëntie. Wij helpen onze klanten hun total cost of ownership te drukken en die aanpak begint aardig te lonen. Vijftien jaar geleden 6
ABB et cetera 2|11
gaven wij die dienstverlening gratis weg. Nu is ze goed voor 25 procent van onze inkomsten.” De toekomst van ABB Hoe ziet u dit bedrijf evolueren in de komende vijf tot tien jaar? Joe Hogan: “Wel, ik denk dat wij een onderscheid moeten maken tussen zakelijke en culturele aspecten. Ik bekijk eerst even het zakelijke aspect. Het is duidelijk dat de opmars van de groeilanden nog enige tijd zal doorgaan en wij mogen hier niet achteropraken. Een steeds toenemend deel van onze inkomsten zullen wij halen uit dienstverlening aan onze klanten. Naar ik verwacht, zal het aandeel diensten oplopen tot circa 25 tot 30 procent, zoals dat nu al het geval is in de Benelux. En aangezien de hele wereld zich klaarmaakt om het probleem van de klimaatverandering aan te pakken, zal ABB zich steeds meer gaan toeleggen op groene energiewinning en energie-efficiëntie.” “Wat het culturele aspect betreft, verwacht ik dat ABB zich steeds meer op zijn klanten en markten zal gaan richten. Niemand zal ooit ontkennen dat ABB altijd uitmuntende producten heeft geleverd. In de toekomst zullen wij dat vanzelfsprekend blijven doen. Tegelijk zullen
wij ons steeds meer gaan verdiepen in de wijze waarop wij die producten aan bepaalde markten kunnen koppelen om grotere toegevoegde waarde te leveren. Ik ben er ook van overtuigd dat wij in de komende jaren een almaar diverser leiderschapsteam zullen zien aantreden dat de belangen van ABB als bedrijf voorrang geeft op die van de afzonderlijke entiteiten. Er komt ook meer genderdiversiteit. Net zoals de Benelux de laatste paar jaren heeft gedaan, zullen wij meer vrouwen aanwerven op alle niveaus in de onderneming. En ten slotte zullen natuurlijk ook meer Aziatische mensen onze rangen komen versterken. Diversiteit maakt ons beter en sterker.” “Nu ik het zo bekijk, lijkt de Benelux wel een microkosmos die het hele werkveld van ABB weerspiegelt. De Beneluxlanden zijn erg gevoelig voor de gevolgen van de opwarming van de aarde. Ze beschikken over belangrijke havens waarmee ze een vooraanstaande rol spelen in de wereldhandel. In het Beneluxbinnenland wordt voortdurend geïnvesteerd in waterbeheersing en infrastructuur. Uit wat de Beneluxdivisies nu doen, valt dus heel veel te leren over de toekomst van ABB.”
Polsslag
Win & Win De business unit Measurements Products van ABB gaat in zee met Anaspec Solutions om zijn marktpositie voor laboratoriumanalyzers te verstevigen. Samen hebben ze daarover een partnerovereenkomst getekend.
A
naspec Solutions verdeelt voor ABB de FT(N)IR spectrometers, de vroegere B OMEM FT(N)IR. Die zijn complementair met de andere analyzers van Anaspec Solutions. “Jody Hoefs en Marcel Ardon richtten Anaspec Solutions in 2005 op na ons vertrek bij ABB”, vertelt Marcel Ardon, medeeigenaar van Anaspec Solutions. “ABB wilde zich indertijd niet langer toeleggen op voeding en zuivel. Een deel van hun kennis en ervaring op dat vlak namen we toen mee in onze nieuwe onderneming. Sindsdien hebben we complementaire productlijnen ontwikkeld. Zo hebben we een applicatielaboratorium gebouwd.”
Anaspec Solutions biedt oplossingen van natchemische techniek over deeltjesgrootteanalyse tot en met gespecialiseerde technieken voor zowel het proces als het laboratorium. Op basis van zowat twintig jaar ervaring verzamelt de onderneming van Marcel Ardon en Jody Hoefs een indrukwekkende pakket hoogtechnologische instrumenten in één programma. Die een unieke link legt tussen laboratoriumanalyse, procesanalyse en milieubewaking. De knowhow van Anaspec Solutions past wonderwel samen met de kennis en ervaring van Measurements Products, dat het nieuwe partnerschap voluit wil uitspelen op de markten van chemie,
petrochemie en farmaceutica waarop het zich sinds 2005 heeft toegespitst.
Marcel Ardon wil het nieuwe partnership met ABB voluit uitspelen op de markten van chemie, petrochemie en farmaceutica.
ABB in de Benelux behaalt CO2 bewust Certificaat niveau 3 Aandacht voor duurzaamheid betekent voor ABB ook aandacht voor het CO2bewustzijn. Daar maakt de reductie van broeikasgassen een belangrijk deel van uit. Een bijdrage aan deze reductie begint met wat ABB daar zelf aan kan doen in haar kantoren en productielocaties in de Benelux.
A
BB neemt zowel actief als passief deel aan initiatieven om samen met anderen activiteiten te ontplooien of te ondersteunen op het gebied van CO 2reductie. Hiermee is ABB al enige jaren geleden gestart. Initiatieven voor duurzame oplossingen waar ABB momenteel aan deelneemt zijn: - VCCR (Bereikbaarheidsscan van ‘Slim Bereikbaar’ van de ‘Regio Rotterdam’) - Het Dutch Consortium Electric Cars - Het Smart Energy Collective - In onze Belgische vestigingen zijn we overgeschakeld op 100% groene stroom - Om het pendelen tussen de ABB Benelux vestigingen te beperken werd er op verschillende plaatsen videocon ferencing-apparatuur geïnstalleerd.
In 2010 is ABB gestart om voor de activiteiten in de Benelux te voldoen aan de eisen die gelden voor het CO 2-bewust Certificaat niveau 3. In dit kader is de CO2-footprint in kaart gebracht volgens de erkende ProRail CO 2-Prestatieladder. Om in aanmerking tot komen voor het certificaat moest voldaan worden aan eisen die gesteld zijn aan de volgende 4 aandachtsgebieden: - Inzicht in eigen energieverbruik en CO2-emissie - CO 2-reductie - Transparantie - Deelname aan initiatieven In maart 2011 werden de inspanningen beloond. Tijdens een CO 2-prestatie audit bleek dat ABB in de Benelux aan de gestelde eisen voldeed. Daarmee behaalde
ABB het CO2-bewust Certificaat niveau 3. Het behalen van het certificaat is echter geen einddoel. Om te komen tot de geformuleerde reductiedoelstelling worden de komende jaren diverse reductiemaatregelen genomen. Speciaal hiervoor is een energiemanagementprogramma opgesteld om de voortgang te bewaken. Naast het terugbrengen van het energieverbruik, heeft ABB besloten om gebruik te gaan maken van duurzame energie. Vanaf 1 maart 2011 wordt alle elektriciteit die ABB in de Benelux verbruikt voor 100% groen met SMK-keurmerk ingekocht. Alleen al dit initiatief levert ABB jaarlijks vanaf 2011 een CO 2-reductie op van cirica. 41% ten opzichte van de totale CO2-uitstoot in 2009! ABB et cetera 2|11
7
Aan de slag
8
ABB et cetera 2|11
Aan de slag
Rijkswaterstaat gaat in zee met ABB De Maeslantkering is de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg bij Hoek van Holland. Het spectaculaire bouwwerk is een onderdeel van de Europoortkering en vormt de laatste grote schakel van de Deltawerken. ABB ontwierp en bouwde het eerste besturingssysteem van de kering en zorgt nu ook voor de vernieuwing ervan. Š Remy Habets
ABB et cetera 2|11
9
Aan de slag
D
e Maeslantkering bestaat uit twee enorme holle deuren die in lege toestand, drijvend op het water, open en dicht worden gedraaid. Door de deuren te sluiten en gecontroleerd deels vol water te laten lopen, ontstaat een 360 meter brede massieve barrière die hoog en sterk genoeg is om een vloedgolf van vijf meter boven het Normaal Amsterdams Peil tegen te houden. Om de kering weer te openen, worden de deuren leeggepompt en naar binnen gedraaid. De goede samenwerking gaat door Het eerste besturingssysteem dat ABB in 1997 opleverde, is nu aan vervanging toe. Het was gebaseerd op AC410 controllers die na verloop van tijd aan een System 800xA werden gekoppeld voor visualisatie. Omdat de faalkans van de stormvloedkering tot een minimum beperkt moet blijven, werden indertijd alle onderdelen volgens strenge specificaties ontworpen, gebouwd en getest. Dat gold vanzelfsprekend ook voor het besturingssysteem. “Om alle kennis die in het bestaande systeem was geïnvesteerd niet verloren te laten gaan, besloten wij het bestaande besturingssysteem één-opéén te vervangen door het nieuwe”, zegt Werner Krijger, projectmanager bij Rijkswaterstaat. “Wij hebben altijd uitstekend samengewerkt met de mensen van ABB voor het bestaande besturingssysteem, dus waren wij heel tevreden toen bleek dat wij ook voor het nieuwe met hen in zee konden gaan.” “Gedurende de tweede helft van 2009 en heel 2010 hebben wij samen met Rijkswaterstaat een voorstudie uitgevoerd”, vervolgt Arnold Kroon, consultant ABB. “Daarbij hebben wij het bestaande besturingssysteem tot in de details in kaart gebracht. In de loop der jaren waren immers upgrades en verbeteringen uitgevoerd die niet altijd op een eenduidige manier hun neerslag hadden gevonden in de documentatie van het systeem. Op basis van de informatie die wij tijdens de voorstudie verzamelden, konden wij nieuwe besturingsconcepten ontwikkelen.”
10
ABB et cetera 2|11
De bedrijfszekere keuze ABB presenteerde twee concepten: het eerste op basis van de AC450 controller-lijn en het tweede op basis van de AC 800M controller-lijn. “De AC450-lijn is de nieuwe uitvoering van het systeem waarop de bestaande besturing van de Maeslantkering was gebaseerd”, legt Arnold Kroon uit. “Toch bleek de overschakeling naar de AC 800M controllerlijn met S800 I/O een betere en voordeliger optie te zijn. Voor de visualisatie werd het System 800xA behouden.” Om na te gaan of het nieuwe besturingssysteem een nadelige invloed kon hebben op de bedrijfszekerheid van de stormvloedkering, werden de faalkansen van alle componenten in de AC 800M-configuratie opgenomen in een zogeheten faalkansboom. Het voorgestelde systeem bleek geen negatief effect te hebben op de toegestane faalkans en werd dus definitief gekozen als basis voor de nieuwe besturing. Op 1 december 2010 werd de opdracht officieel aan ABB gegund. De volledige hardwareopstelling van het nieuwe besturingssysteem wordt in 2011 bij ABB in Etten-Leur ontwikkeld en getest. “Het nieuwe besturingssysteem zal na het stormseizoen van 20112012 naar de Maeslantkering worden overgebracht”, verzekert Werner Krijger. “Want in de wintermaanden, wanneer de kans op stormen het hoogst is, mag aan het operationele systeem van de Maeslantkering niet worden gewerkt. Vóór de eigenlijke ingebruikneming staat uiteraard nog een hele reeks tests op het programma. De afsluitende test wordt een functioneringssluiting, waarna het systeem voor de komende 15 jaar aan de beheerders van Rijkswaterstaat wordt overgedragen.” “AC 800M Controllers worden anders geprogrammeerd dan de bestaande AC410-Controllers”, vult Arnold Kroon aan. “Daarom zetten wij naast het eigenlijke besturingssysteem ook een Test- en Ontwikkelsysteem op. Daarmee zullen wij de applicatiesoftware van de bestaande AC410-gebaseerde besturing naar de nieuwe AC 800M-gebaseerde besturing overzetten en valideren.”
Na de oplevering kan het Test- en Ontwikkelsysteem op de Maeslantkering verder worden gebruikt voor het ontwikkelen en testen van aanpassingen aan het systeem. In het bestaande besturingssysteem was het Test- en Ontwikkelsysteem ingebouwd. Het nieuwe testsysteem staat separaat en kan dan ook zelfs gedurende het stormseizoen worden ingezet om eventuele aanpassingen te valideren. Technisch ontwerper werd procesontwerper Voor de vernieuwing van het besturingssysteem van de Maeslantkering is een team van 25 ingenieurs samengesteld. “De werkwijze die wij voor dit project hanteren, is de nieuwe manier van werken voor Rijkswaterstaat”, vertelt Arnold Kroon. “Rijkswaterstaat treedt hier niet
Aan de slag
https://beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat
op als technisch ontwerper, maar als procesontwerper. Via vraagspecificaties beschrijft Rijkswaterstaat de functies die het eindproduct moet vervullen en de kwaliteitseisen waaraan het moet voldoen. Op basis daarvan ontwikkelen wij een Projectmanagementplan waarin het hele uitvoeringstraject gedetailleerd in kaart wordt gebracht. Voor dit project gebeurde dat tijdens de voorstudie. Aan het Projectmanagementplan zijn vanzelfsprekend ook werkpakketten en projectkwaliteitsplannen gekoppeld. Deze werkwijze heeft tot gevolg dat Rijkswaterstaat en ABB gedurende het hele proces nauw samenwerken om de ombouw optimaal en volgens een strakke timing te laten verlopen.” Die timing is beslist cruciaal, want de Maeslantkering is van vitaal belang voor de veiligheid van Nederlands economisch belangrijkste regio.
“Conform de EU-voorschriften voor dergelijke grootschalige projecten in de publieke sfeer moest de werking van de kering ook worden vastgelegd in een systeemonafhankelijke functionele beschrijving”, besluit Werner Krijger. “Dat moet Rijkswaterstaat minder afhankelijk maken van één enkele leverancier voor toekomstige systeemaanpassingen en vervangingen.” De vervanging van het besturingssysteem van de Maeslantkering is een van de vier onderdelen in een totaalproject van Rijkswaterstaat dat de vernieuwing van alle besturingssystemen van de Europoortkeringen tot doel heeft.
De Maeslantkering is van vitaal belang voor de veiligheid van Nederlands economisch belangrijkste regio.
ABB et cetera 2|11
11
Aan de slag
A
an het woord is Herman Berghuis, Manager Productgroep Elektrotechniek en Industrietechniek (ET/IT) van Technische Unie. Sinds acht jaar staat hij in nauw contact met ABB. “Sindsdien is de samenwerking alleen maar gegroeid, niet alleen in volume maar ook in aanbod”, vertelt hij. “Door de jaren heen heb ik mijn collega’s bij ABB echt leren waarderen. ABB is een pracht van een bedrijf om mee samen te werken.” Over korte en lange termijn ABB is als A-leverancier vanzelfsprekend van groot belang voor Technische Unie, een groothandel in technische installatiematerialen voor detailhandel, industrie, 12
ABB et cetera 2|11
overheid, utiliteit en woningbouw. Zeker op de markten van industrie en woningbouw zijn de twee natuurlijke bondgenoten. “Wijzelf zijn een generalistische groothandel”, vertelt Herman Berghuis. “In dat kader hebben wij specialismen ontwikkeld. Zo werken drie van onze vijf specialistengroepen binnen elektrotechniek heel nauw samen met ABB. Wij dekken het hele productportfolio van ABB af, zoals schakelmateriaal, inbouwdozen en systeemcomponenten. Deze materialen worden toegepast in woningbouw, utiliteit en industrie. “Het industrieel pakket van ABB is een ontzettende groeimarkt”, stelt Herman Berghuis vast. De samenwerking tussen ABB en Technische Unie vindt plaats op alle ni-
Aan de slag
Partners in volle groei Technische Unie is sinds lange tijd partner van ABB. Na zoveel jaren is hun partnerschap nog altijd in volle ontwikkeling. “Het zijn ontzettend professionele mensen.”
veaus, van back office over marketing en productmanagement tot en met de optimale afstemming van de logistiek. Zij overstijgt de klassieke relatie tussen leverancier en afnemer. Heel belangrijk: ABB en Technische Unie werken behalve op product- ook op informatieniveau samen. “Wij treden op als infomediair”, verduidelijkt Herman Berghuis. “Naast de kwaliteit van de dienstverlening is namelijk ook de kwaliteit van de informatievoorziening cruciaal. De juiste informatie moet op het juiste moment bij onze klanten belanden, en dat in de hele keten, van ontwerper tot gebruiker. Daarin vinden wij in ABB een prima partner.” De twee partners zien hun uitwisseling van informatie behalve op korte ook op
lange termijn. Ze zetten samen training en opleiding op touw. Dat strekt zich op informatieniveau zelfs uit tot kennisoverdracht. “Zo bieden we samen trainingen aan in ons opleidingscentrum over ‘motor drives’ en frequentieregelaars”, legt Herman Berghuis uit.
echt mensenbedrijf. Het ziet het belang van persoonlijke contacten in om elkaars doelen te ondersteunen en bereiken. Onze mensen hebben dan ook contact met elkaar op alle niveaus.”
Mensen maken het verschil Aan het einde van de rit is het partnerschap van ABB en Technische Unie vóór alles commercieel. Daar maken de mensen het verschil. “Mensen doen zaken met mensen”, besluit Herman Berghuis. “Het is belangrijk dat wij elkaar goed kennen en ondersteunen in het verkoopteam.” In dat opzicht is ABB een ideale partner. Herman Berghuis: “Het is een ABB et cetera 2|11
13
Aan de slag
Dynacomp verbetert de ‘power factor’ bij de Turkse en Koreaanse spoorwegen In de hele wereld installeren industrieën automatische systemen die de beruchte lage arbeidsfactor of ‘cosinus phi’ verbeteren.
D
aar hebben ze gegronde redenen voor. De meest voor de hand liggende is dat een lage of ‘slechte’ cosinus phi leidt tot een hoger energieverbruik en dus ook tot een hogere energierekening en eventueel zelfs een fikse boete. Wat correctie van een ongunstige arbeidsfactor betreft, biedt ABB bijzonder duurzame en bedrijfszekere oplossingen, zoals blijkt uit de volgende twee cases. Voor het aanduiden van de arbeidsfactor wordt vaak de Engelstalige benaming ‘power factor’ gebruikt. We zullen in dit artikel verder deze benaming gebruiken. In 1995, na een openbare aanbesteding, ging de directie van de Turkse spoorwegen in zee met de Indian Railway Construction Co. Ltd (IRCON) voor de elektrificatie van een drukke spoorlijn tussen Eskişehir en Ankara. Al gauw stuitte IRCON op problemen met een inductieve lage arbeidsfactorcorrectie. Hiervoor riep het bedrijf de hulp in van ABB Power Quality Products in Jumet bij Charleroi in België. De krachtfactor van belang De ABB-vestiging in Jumet geniet wereldwijd een uitstekende reputatie met betrekking tot de ontwikkeling en productie van High Voltage Products. “De droge condensator, die intussen de oliegeïmpregneerde condensator totaal heeft vervangen, werd begin jaren 70 hier ontwikkeld”, zegt Sales Coordinator 14
ABB et cetera 2|11
Olivier Maret met terechte trots. “Onze condensatoren en condensatorbanken of -batterijen zijn sindsdien steeds vaker ingezet om lage power factors te corrigeren (zie kaderartikel). Dat IRCON een beroep op ons deed, kwam dus niet als een verrassing.” Behalve verschillende condensatoren bevindt zich in alle condensatorbanken ook een powerfactorcontroller. Die schakelt de condensatoren aan of uit, afhankelijk van de schommelingen in de netbelasting. Daarbij kunnen mechanische schakelaars worden gestuurd, maar die zijn relatief traag. Dat maakt ze ongeschikt voor powerfactorcorrectie – of cosinus phi-verbetering – van liften, kranen en andere industriële werktuigen zoals treinen. Het stroomverbruik van treinen verandert immers voortdurend: ze trekken op, remmen af en versnellen opnieuw… waardoor de netbelasting snel en voortdurend verandert. Beproefde hightech “Speciaal voor industriële toepassingen ontwikkelde ABB uiterst snelle thyristorgeschakelde condensatoren”, legt Olivier Maret uit. “Dat zijn de Dynacomp condensatorbanken van ABB.” Voor de spoorlijn tussen Eskişehir en Ankara koos IRCON dan ook voor thyristorgeschakelde condensatorbanken die verbonden werden met koppeltransformatoren om de vereiste 25 kV van de bovenleiding te genereren. “Dankzij de keuze voor de re-
actieve capacitieve Dynacomp is de power factor nu hoger dan 0,9, waardoor de elektriciteitsleverancier geen boete meer in rekening brengt”, vertelt Olivier Maret. “De thyristorgeschakelde condensatoren werken bovendien zo snel dat ze geen transiënten of spanningspieken veroorzaken.” In 2004 voerde ABB een vergelijkbaar project uit voor Korean National Railways (KNR). “Daar was de vraag of wij problemen met stroomresonanties en de bijbehorende powerfactorproblemen konden oplossen”, zegt Olivier Maret. “Het probleem met de stroomresonanties losten wij op door passieffilters te installeren. De capacitieve lage power factor die zij op hun beurt veroorzaakten, corrigeerden wij met een reactieve inductieve Dynacomp.” Het systeem dat ABB voor IRCON ontwikkelde, functioneert intussen 16 jaar zonder enig bekend probleem in een stoffige warme regio. Ook de Koreaanse spoorwegen signaleerden nog geen technische mankementen. Volgens Olivier Maret heeft dat te maken met het feit dat ABB in Jumet nagenoeg alle componenten in de systemen zelf ontwerpt én bouwt: “Marktonderzoek wijst inderdaad uit dat onze apparatuur bedrijfszekerder en technisch robuuster is dan de meeste concurrerende producten.”
Aan de slag
Cosinus phi-verbetering of powerfactorcorrectie Elektromotoren in kranen, liften, treinen en andere industriĂŤle werktuigen bevatten een magnetisch circuit en gebruiken daarom twee vormen van energie: (1) het werkelijk vermogen dat wordt omgezet in het asvermogen van de motor en (2) het blind vermogen dat dient om het magnetisch veld in stand te houden. Bij het werkelijk vermogen hoort een wattstroom die in fase is met de netspanning. Bij het blindvermogen hoort een blindstroom die de wattstroom en de netspanning naijlt. Door de wattstroom en de blindstroom vectorieel
op te tellen, verkrijgen wij de totaalstroom, die in een hoek phi staat op de wattstroom en de netspanning. De cosinus van de fasehoek phi noemen wij de power factor. De elekriciteitsleveranciers meten de power factor van hun industriĂŤle klanten. Als hun cosinus phi lager is dan een vooraf bepaalde waarde (meestal is dat 0,9), wordt een boete in rekening gebracht.
ABB et cetera 2|11
15
Perspectief
ABB Robotics brengt de spuitcabine in beweging
D
e productie van groene stroom neemt almaar toe en windturbines schieten tegenwoordig bijna als paddenstoelen uit de grond. Een gevolg daarvan is, dat er jaarlijks ongeveer 13.500 rotorbladen moeten worden geproduceerd. De coating van die bladen is bepalend voor de goede werking van de windmolens; ABB Robotics produceert al langer systemen om coatings aan te brengen. Een nieuwe mobiele spuitcabine die nu is ontwikkeld, werkt 10 tot 40% zuiniger dan alle gangbare systemen. Ze is ook makkelijker inzetbaar en zal moeiteloos aan te passen zijn aan toekomstige technologieĂŤn. Rotorbladen zijn tot zeventig meter lang en hun totale oppervlakte varieert van tachtig tot driehonderd vierkante meter. De meeste zijn vervaardigd van glasvezel en epoxyhars. Heel belangrijk voor de prestaties van de windturbine is de coating op de rotorbladen. Die moet uiterst gelijkmatig worden aangebracht 16
ABB et cetera 2|11
om maximale bescherming te bieden tegen regen, wind en zonlicht. Bovendien moeten de rotorbladen onderling optimaal in balans zijn. Een perfect aangebrachte coating verhoogt de levensduur van de bladen en de windturbine. Een gelijkmatig aangebrachte en kwalitatief hoogwaardige coating voorkomt kostbare reparaties en servicebeurten. Het is dus logisch dat voor de oppervlaktebehandeling gespecialiseerde robots worden ingezet. Momenteel worden die robots meestal op rails geplaatst in lange spuitstraten, zodat ze de opeenvolgende laklagen kunnen aanbrengen terwijl ze zich langs de rotorbladen verplaatsen. Een ander systeem bestaat erin de bladen door een kleinere stationaire spuitcabine heen te laten bewegen waarin spuitrobots zijn gemonteerd. Het nieuwe systeem dat ABB Robotics heeft ontwikkeld, is gebaseerd op een mobiele spuitcabine die zich over
de lengte van de rotorbladen beweegt. In de cabine zijn twee of meer robots op verticale rails gemonteerd. Een robotcontroller monitort en stuurt zowel de bewegingen als de verneveling van de verf. Uit metingen en observaties blijkt dat een middelgroot systeem dankzij de nieuwe technologie tien procent minder materiaal zal verbruiken. Bovendien zullen ook de investerings- en energiekosten twintig procent lager liggen dan bij de conventionele systemen. De mobiele spuitcabine neemt veertig procent minder fabrieksoppervlakte in beslag en is sneller operationeel dan concurrerende systemen. Dankzij het gebruik van gestandaardiseerde modules is het systeem gemakkelijk uit te breiden en aan te passen aan nieuwe technologieĂŤn. Mobiele cabines zullen in de toekomst ook worden ingezet voor tal van andere oppervlaktebehandelingen, zoals slijpen, polijsten, schoonmaken en drogen.
Perspectief
ABB’s nieuwe serie verliesarme transformatoren Transformatoren hebben twee soorten verliezen: een constant belastingsonafhankelijk verlies en een belastingsafhankelijk verlies. Distributietransformatoren werken bijzonder efficiënt, maar doordat er wereldwijd zoveel van in gebruik zijn, is het totale verlies hoog. ABB’s nieuwe EcoDry-reeks kan de efficiency van verdeelstations verbeteren.
B
elastingsprofiel en Total Cost of Ownership (TCO) Distributietransformatoren vormen een belangrijke economische kostenpost. Daarom zijn er referentiestandaarden ontwikkeld voor het rendement van vloeistofg evulde en droge transformatoren. Die standaarden zijn gebaseerd op een constante belasting, terwijl het totale rendement wordt bepaald door het dynamische belastingsprofiel, een belangrijke factor bij de keuze van een transformator. Distributietransformatoren worden ontwikkeld op basis van klantspecificaties en nationale en internationale regels. Klanten met operationele verantwoordelijkheid willen energieverlies en de bijbehorende kosten zo veel mogelijk beperken. Daarom moet men een vergelijking tussen transformatoren op basis van TCO overwegen. Het gebruik van amorf metaal in de kern van AMDT’s (amorphous metal distribution transformers) beperkt het verlies en drukt de TCO. Die transformatorkern van amorf metaal vormt de essentie van ABB’s nieuwe generatie EcoDry ultra high efficiency droge transformatoren. Kern van amorf metaal Nu de energieprijzen stijgen, wordt de transformator met amorfe kern interessant. Het gunstige rendement compenseert de aankoopprijs die hoger ligt dan bij een conventionele transformator.
De amorfe kern bestaat uit ijzer, silicium en boor. De metaalatomen vormen een willekeurig patroon, in tegenstelling tot het regelmatige patroon van ijzersiliciumatomen in een conventionele kern. Dit willekeurige patroon laat de kern gemakkelijker magnetiseren en beperkt zo het energieverlies. ABB EcoDry-reeks De ABB EcoDry-transformatoren reduceren het verlies onbelast met 70% en onder belasting met 30%. De serie bestaat uit drie modellen, voor een belasting van 100-3150 kVA en een bedrijfsspanning tot 36 kV:
EcoDryBasic – een hightech product met een hoog rendement bij een lage gemiddelde belasting. EcoDry99plus – voor industriële toepassingen met wisselende belasting. Deze transformator biedt meer dan 99% efficiency bij volle belasting. EcoDryUltra – de combinatie van EcoDryBasic en EcoDry99plus. Deze transformator geeft zowel onbelast als bij belasting een minimaal verlies en is uiterst geschikt voor hernieuwbare energietoepassingen.
ABB et cetera 2|11
17
For a better world
ABB verkleint de afstand tot de arbeidsmarkt Voor ABB Low Voltage Products Division in Ede is Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen al meer dan twintig jaar een dagelijkse praktijk. Het ABB productiebedrijf en de sociale werkplaats Permar zijn elkaar met de jaren zelfs als wezenlijke partners gaan beschouwen.
18
ABB et cetera 2|11
R
ob Spiegelenberg is algemeen directeur van de sociale werkplaats Permar WS in Ede “Permar biedt een vaste baan aan ongeveer 1000 mensen met een ‘afstand tot de arbeidsmarkt’. Aanvankelijk waren dat alleen verstandelijk gehandicapten. Later kwamen daar ook lichamelijk en sociaal gehandicapten bij. Wij zijn dus uitgegroeid tot een organisatie die zich bezighoudt met het scheppen van werk ‘aan de onderkant van de arbeidsmarkt’. Twintig jaar geleden waren wij ook al op zoek naar werkgevers die eenvoudig montagewerk voor ons hadden, en zo werd de link met ABB gelegd. Intussen is ABB een heel belangrijke opdrachtgever geworden. Als er in Nederland een huis gebouwd wordt, zit het vol zwarte kasten en blauwe dozen. En als die kasten of dozen in Ede geproduceerd zijn, is de
For a better world
kans erg groot dat ze in de werkplaatsen van Permar zijn afgewerkt. Wij beschouwen onszelf als een echte partner van ABB en dat zie je ook aan onze mensen. Zij zijn trots op ABB en op wat zij voor ABB doen.” Rob van Hoorn is manager van de ABB Product Responsible Unit in Ede “De afname van de blauwe inbouwdozen die in Ede worden geproduceerd, is beperkt tot Nederland. Als wij in Ede een nieuw product gaan maken, doen wij de start-up in onze fabriek, maar zodra het product op de markt komt, hevelen wij de assemblage over naar Permar. Wanneer het aantal producten te hoog wordt voor manuele assemblage, mechaniseren wij het assemblageproces en halen wij een stuk productie terug uit Permar. Wat Permar te bieden heeft, past perfect bij onze behoefte. Wij laten de sociale werk-
plaats niet zomaar een klusje voor ons opknappen. Permar is een wezenlijke partner. Permar assembleert ook ABB-kasten voor de Nederlandse en Franse markt. Dat gebeurt op een locatie naast de productiehal van ABB. Dat is een voorbeeld van gezamenlijk ondernemen. Toen wij enkele jaren geleden een tender wonnen voor Franse energiebedrijven, hebben wij de productie van de Franse elektriciteitskasten in ons eigen pand opgestart mét mensen van Permar. Onze eigen mensen werkten dus samen met de mensen van Permar. Vervolgens wonnen wij ook een tender van de Nederlandse energiebedrijven en werd het assemblagewerk te groot om het in ons pand te huisvesten. In overleg met Permar hebben wij hier vlakbij een pand ingericht waar de assemblage nu in is ondergebracht.”
ABB et cetera 2|11
19
Anders bekeken
Dirk Brossé
Creativity And Beyond ABB-concert vindt enthousiaste weerklank
Z
onder creativiteit is techniek zelden grensverleggend. En het omgekeerde is evenzeer waar: creativiteit bereikt ongekende hoogten dankzij de techniek. Dat was de onderliggende boodschap van het Nieuwjaars- en voorjaarsconcert dat ABB achtereenvolgens aan zijn Belgische en Nederlandse klanten aanbod. Componist en dirigent Dirk Brossé had een zeer gevarieerd programma samengesteld. Behalve de Roemeense Dansen van Béla Bartok waren ook Chinese liederen, jazz standards en composities van Dirk Brossé zelf te horen. Halverwege het concert nodigde de dirigent het publiek zelfs uit om mee te musiceren. Daartoe hadden alle gasten bij het binnenkomen een kazoo ontvangen. Kazoos produceren weinig harmonieuze klanken, maar op aanwijzing van Dirk Brossé vertolkte het 400-koppige Belgische publiek heel gedisciplineerd de grappige Kazoo Canon van Nicolas de Cock. De 250 Nederlandse gasten kozen resoluut voor de allerindividueel20
ABB et cetera 2|11
ste expressie van de allerindividueelste emotie en toeterden er veel feestelijker op los. Het was niet helemaal wat de dirigent voor ogen had gestaan, maar leuk was het zeker wel. Een nieuwe traditie Na afloop, onder het genot van een hapje en een drankje, reageerden alle gasten heel positief op de belevenis. Tussen de stukjes door had Dirk Brossé verteld over de technieken die componisten en uitvoerende musici gebruiken om muziek te noteren en partituren of akkoordschema’s te lezen. Die uitleg viel zeer in de smaak. En minstens even enthousiast waren de concertgangers over de culturele gevarieerdheid van het programma. Het concert van 14 januari in het Brusselse theater van hotel Le Plaza paste in een gevestigde traditie van Belgische ABB-Nieuwjaarsconcerten. Nederland kent die traditie nog niet. Maar toen CEO Alfons Goos aankondigde dat het concert van 4 maart in theaterzaal De Nieuwe Doelen in Gorinchem het eerste
wordt in een lange reeks Nederlandse voorjaarsconcerten, reageerde het publiek met een enthousiast applaus. Ook Rob van Wijk, directeur van De Nieuwe Doelen, was opgetogen over het ABB-evenement: “Dankzij bijeenkomsten als deze kunnen wij dit pand tegen minimale vergoeding ter beschikking stellen van het verenigingsleven. Zo bieden wij hier behalve aan professionele theatergezelschappen ook amateurmuzikanten en balletscholen een podium. ABB helpt dus de jongere generaties over cultuurdrempels heen.” Noteer alvast de data voor de concerten van volgend jaar in uw agenda. Het Nieuwjaarsconcert in België zal plaatsvinden op 20 januari 2012 in het theater van Hotel Le Plaza in Brussel, het Voorjaarsconcert in Nederland zal plaatsvinden op 23 maart 2012 in Theater De Nieuwe Doelen in Gorinchem.
Hotspot
Beurs Elektrotechniek in het teken van duurzaamheid Van maandag 3 oktober tot en met vrijdag 7 oktober zal in de jaarbeurs in Utrecht het tweejaarlijkse evenement Elektrotechniek worden georganiseerd, dé vakbeurs voor de elektrotechnische branche.
I
n 2011 staat de vakbeurs Elektrotechniek geheel in het teken van duurzaamheid. Op de stand van ABB zal daarom extra aandacht worden besteed aan de met duurzaamheid samenhangende thema’s “Energy Efficiency” en “Smart Grids”. Diverse duurzame ABBproducten zullen op een overzichtelijke manier getoond en gedemonstreerd worden. ABB wil de milieubelasting van haar technologieën en producten minimaliseren. Wij geven deze kennis graag door aan klanten en leveranciers. U bent meer dan welkom op onze stand in hal 12 om zelf te zien hoe ABB voortdurend actief te is om producten en diensten te verbeteren en aan te passen aan de eisen van morgen.
dan kunt u uzelf wachttijden bij de kassa en tijdrovend typewerk besparen door gebruik te maken van de voorregistratie. De bezoekersbadge wordt u dan vooraf kosteloos toegezonden. Registratie is handig en doeltreffend en u bespaart de
prijs voor een toegangskaart. Op de voorpagina van de website www.abb.nl vindt u binnenkort de link om u gratis in te schrijven. De ABB-stand kunt u achter in hal 12 vinden. Wij kijken er naar uit u te kunnen verwelkomen.
Gratis toegang met ABB Bent u van plan de beurs te bezoeken
Volg ons 24/7
A
ls klant kent u doorgaans maar een paar medewerkers van ABB of slechts één productgroep. De wereld van ABB bestaat uit zoveel meer. Via onze verschillende sociale kanalen kunt u een kijkje nemen achter de schermen van
ons bedrijf. Ook leuke productvideo’s, foto’s van bedrijfsevenementen, interessante discussies of de aankondiging van een speciale actie: u vindt ze allemaal op onze verschillen kanalen. Wilt u iets met ons delen? Laat dan zeker van u horen!
www.facebook.com/ABBbenelux (klik links op “vind ik leuk” om onze updates te krijgen)
www.twitter.com/ABB_Benelux
www.linkedin.com/company/abb-benelux
ABB et cetera 2|11
21
De wondere wereld
22
ABB et cetera 2|11
De wondere wereld
Het Yas Hotel: ode aan de natuurelementen
ABB et cetera 2|11
23
De wondere wereld
Critici spreken graag in superlatieven over het Yas Marina Hotel. Maar haar gasten waarderen vooral de intimiteit van hun hotelkamer of -suite. Met dank aan ABB: dankzij de discrete ABB i-bus®-KNXtechnologie kunnen zij hun kamer of suite tot leven wekken – en genieten van hun hotel.
H
et Yas Hotel verenigt land en zee op Yas Island, een eiland van 25 km² tussen de woestijnstaten Abu Dhabi en Dubai. De hotelgasten kunnen kiezen of ze binnenkomen via de jachthaven Yas Marina in de ene hoteltoren, of dat ze arriveren in de andere toren van het hotel na een rit van tien minuten vanaf de luchthaven dan wel een rit van twintig minuten vanuit het stadscentrum. Een zelfdragende brug van glas en staal verbindt de twaalf verdiepingen tellende torens van het Yas Hotel. Voor de architecten Hani Rashid en Anne Couture van het News Yorkse bureau Asymptote Architecture zijn spel en samensmelting tussen architectuur en
24
ABB et cetera 2|11
landschap, tussen traditie en innovatie, tussen natuur en wetenschap, cruciaal. Dat toont ‘hun’ luxehotel wel aan. Innovatie in traditie De bezoekers van het Yas Hotel kunnen zich al van tientallen kilometers ver vergapen aan het bijzondere exterieur (de zogenaamde ‘Grid-Shell’) van het gebouw. De golvende overspanning van 217 meter in glas en staal telt 5.800 diamantvormige glaspanelen. Overdag weerspiegelen die de hemel boven het emiraat in een schitterend spel van licht en lucht. De ‘Grid-Shell’ lijkt de zwaartekracht wel uit te dagen. Sommigen vergelijken de elegante overspanning van
het Yas Hotel met de boerka’s die de vrouwen van Abu Dhabi dragen. Anderen menen er dan weer de traditionele zonneschermen van de woestijnstaat in te herkennen. En een enkeling ziet er zowaar de gestroomlijnde vormen van een Formule 1-auto in. Dat laatste is lang niet zo vreemd als het klinkt. Het Abu Dhabi F1 Circuit Raceway loopt niet alleen langs maar zelfs letterlijk dóór het hotel. Bij de opening volgden ongeveer 40.000 liefhebbers de Formula 1 Etihad Airways Abu Dhabi Grand Prix ter plaatse. Maar alleen de gasten van het Yas Hotel konden de race veilig én van dichtbij volgen. Vanuit hun kamer of suite konden ze de F1-piloten naar eigen zeggen ‘in het wit
De wondere wereld
van de ogen kijken’. Steen, zee en woestijn vormen één geheel in het ontwerp van het Yas Hotel. Dat is niet alleen een ode aan water, aarde en lucht. Het is ook een eerbetoon aan dat vierde element: vuur. ’s Nachts licht de glazen en stalen overspanning boven het Yas Hotel op tot ’s werelds grootste ledscherm. Dat hult het hotel en zijn omgeving in een spannend en veranderend spel van licht en tinten. Het Yas Hotel verenigt traditie met innovatie – maar ook charme met grandeur. Het Yas Hotel is niet toevallig een vijfsterrenhotel. Zijn gasten hebben de keuze uit 499 kamers en suites, van de gewone Deluxe Rooms van 54 m² tot en
met de exclusieve Yas Presidential Suites van meer dan 400 m². Daarnaast kunnen ze kiezen tussen acht toprestaurants, twee conceptbars, een patisserie in de lounge, een exclusieve spa, een spectaculaire gym, een prachtige balzaal en twee dakzwembaden mét een adembenemend zicht op de zonsondergang boven Abu Dhabi. Toegegeven: niet iedereen is hier alleen voor het plezier. Een business centre en executive lounge zijn dan ook inbegrepen. Maar de luxe overheerst altijd en overal. In totaal biedt het Yas Hotel zijn publiek zo maar liefst 85.000 m² verwenning van topniveau. Zo bieden de ‘gewone’ Deluxe Rooms via hun ramen van plafond tot vloer een
indrukwekkend zicht op het landschap rondom. De Yas Presidential Suites zijn helemaal het neusje van de zalm. Deze suites hebben een eigen liftingang, een persoonlijk zwembad, een terras, een volledig uitgeruste keuken voor de chef en een elegante eetzaal voor zestien gasten. Maar of ze nu in een Deluxe Room of een Yas Presidential Suite logeren, de gasten wekken de kamers en de suites pas écht tot leven met de discrete ABB i-bus ®-KNX-technologie. Daarmee kunnen ze onder meer de verlichting, de airconditioning en de positie van de schermen en gordijnen afstemmen op hun persoonlijke wensen. De verlichting wordt afgesteld via schakel- en dimABB et cetera 2|11
25
De wondere wereld
aktoren. De airconditioning wordt optimaal beheerd via een hoogwaardige ruimtetemperatuurregeling. De schermen en gordijnen worden naar individuele wens aangepast via motoren. De suites zijn daarnaast voorzien van touchpanelen waarmee de gasten alle domotica kunnen controleren. Zelfs het meest klassieke hotelpubliek stelt de innovatieve technologie van ABB sterk op prijs omdat die gastvrijheid op persoonlijke maat mogelijk maakt. Grandeur impliceert nu eenmaal ook een vleugje charme. De ABB i-bus®-KNX-technologie maakt het leven van de gasten van het Yas Hotel niet alleen comfortabeler maar ook veili26
ABB et cetera 2|11
ger. Zo kunnen gasten met speciale behoeften via de toptechnologie van ABB altijd en overal het hotelpersoneel alarmeren; niet alleen met een akoestisch alarm maar ook meteen met een oproep aan de receptie op basis van het nummer van hun kamer of suite. De technologie van ABB beperkt zich in het Yas Hotel niet tot de kamers en suites. Het draadloze toegangscontrolesysteem van het hotel is ook nog eens geïntegreerd in de ABB i-bus®-KNX-technologie. Alle kaartlezers aan de deur van de kamer of suite zijn uitgerust met een ledpaneel waarop de gasten kunnen laten weten of ze al dan niet gestoord kunnen worden. Bij het bericht ‘Niet Storen’ wordt de bel
De wondere wereld
De i-bus®-KNX-technologie van ABB maakt het leven van de gasten in het Yas Hotel comfortabeler en veiliger.
van de kamer of suite stilgelegd. De receptie kan via de interface van het systeem centraal reageren op alle vragen of wensen van de gasten. Details maken hoe dan ook altijd het verschil voor vijfsterrenhotels. Dat geldt niet alleen voor de gasten, maar ook voor de managers. Die waarderen niet alleen het comfort en de flexibiliteit maar ook de zuinigheid en duurzaamheid van toptechnologie. Bezochtdoor sterren Nog geen twee jaar na zijn opening in 2009 wordt het Yas Hotel regelmatig bezocht door sterren. Royalty en andere jetset hebben er een favoriete bestemming van gemaakt. Maar ook andere glo-
balisten zijn nieuwsgierig naar de unieke combinatie van traditie en innovatie die het Yas Hotel te bieden heeft – mede dankzij het vernuft van ABB. Zelfs de inwoners van het eerbiedwaardige emiraat Abu Dhabi zijn zoveel luxe amper gewend. Ze bezoeken ‘hun’ hotel graag en regelmatig. De acht restaurants van het Yas Hotel zijn dan ook internationaal gerenommeerd én bekroond. Behalve de binnen- en buitenlandse liefhebbers stellen de collega’s van de hospitality business het hotel sterk op prijs. Zeker in de globale crisis was de bouw van het Yas Hotel zonder meer een staaltje van durf, visie en ondernemerschap. Dat waarderen de professionals graag in de vorm van prijzen, nationaal en internationaal. Lokaal won het hotel de Best Property Development & Landmark Project Award op de Best In Abu Dhabi Awards, de Best New Hotel Award op de Arabian Hotel Investment Conference, en de Best Commercial, Office, Retail Built Development op de Cityscape Awards –
Real Estate op het MENA Gala Dinner in Abu Dhabi. De inwoners van het emiraat zijn terecht bijzonder trots op ‘hun’ Yas Hotel. Maar de internationale waardering weegt vanzelfsprekend zwaarder door voor de geloofwaardigheid van het hotel. Zo werd het Yas Hotel dit jaar door de lezers van het globaal toonaangevende reismagazine Travel+Leisure uitverkoren voor een Best Hotel Design Award. Ook mooi is de bekroning tot Middle East’s Leading New Hotel op de World Travel Awards alias de WTA’s – de Oscars van de hotelsector. Maar het mooist is misschien de bekroning door Wallpaper, het wereldwijde magazine bij uitstek voor kenners en liefhebbers van al wat mooi een aangenaam is in het leven. Het internationaal gerespecteerde en gerenommeerde magazine riep het Yas Hotel vorig jaar zowaar uit tot Standout Business Hotel of the Year. De medewerkers van ABB delen in de eer. Een hele eer!
ABB et cetera 2|11
27
Over en weer
“Zonder energieefficiëntie zijn de klimaatdoelen niet haalbaar” Wie de geschiedenis van het Energy Research Centre of the Netherlands (ECN) overziet, krijgt meteen een goed beeld van de wijze waarop in Nederland (en daarbuiten) in de afgelopen halve eeuw over de energievoorziening is nagedacht. De laatste jaren is bij ECN steeds meer aandacht gekomen voor energie-efficiëntie. Peter Alderliesten van de unit Efficiency & Infrastructure ziet op dat gebied dan ook legio mogelijkheden tot samenwerking met ABB. 28
ABB et cetera 2|11
Over & weer
Peter Alderliesten
ABB et cetera 2|11
29
Over & weer
Peter Alderliesten
I
n 1955 werd het Reactor Centrum Nederland (RCN) in Petten (NoordHolland) opgericht. Het geloof in de ‘schone’ atoomenergie was toen nog ongeschonden en in het centrum werd een experimentele nucleaire reactor gebouwd. Het doel was de kennis van de kernfysica en -chemie in Nederland naar een hoger plan te tillen en nieuwe toepassingsmogelijkheden te ontwikkelen. Maar met de jaren groeide de weerstand tegen de atoomenergie en kwam de zoektocht naar alternatieve energiebronnen op gang. Het omslagpunt was de eerste oliecrisis van 1973. Die veranderde definitief de manier waarop politici, wetenschappers en consumenten tegen de energievoorziening aan-
30
ABB et cetera 2|11
keken. De Nederlandse overheid besloot het mandaat van het RCN uit te breiden tot het algemene energieonderzoek, waarna het centrum ook een nieuwe naam aannam: ECN. Het verruimde werkveld van de onderzoekers omvatte vanaf toen ook de energiewinning uit wind, zon en steenkool. In 1998 besloot de overheid alle nucleaire onderzoeksactiviteiten te bundelen in de Nuclear Research & Consulting Group, of NRG, waardoor de experimentele reactor niet langer onder de bevoegdheid van het ECN viel. Intussen is die regeling alweer ongedaan gemaakt en verricht het ECN met de experimentele reactor onderzoek voor Oekraïne en het International Atomic Energy Agency (IAEA).
Over & weer
Twee aardes in gebruik Wie zich bij de receptiebalie van het ECN meldt, merkt meteen dat hier scherpe veiligheidsmaatregelen van kracht zijn. “Dat heeft te maken met de splijtstofelementen in de reactor”, legt Peter Alderliesten uit. “Die krijgen wij aangeleverd uit de VS en onze leverancier legt ons ook heel strakke procedures op.” Peter Alderliesten is scheikundig technoloog en ruilde in 1980 de TU Delft voor het ECN. Dat was net na de tweede oliecrisis. Nederland voerde toen opnieuw steenkool in voor zijn elektriciteitscentrales en voor het ECN onderzocht hij de verbrandingsprocessen en de milieuaspecten van de kolentechnologie. Later werden ook gaswassing, gasverbranding, scheidingsen biomassaprocessen zijn werkterrein. En in 1998 kreeg hij de leiding over het energie-efficiëntieprogramma. Sindsdien heeft Peter Alderliesten zich helemaal vastgebeten in het efficiëntievraagstuk. “Demografen rekenen ons voor dat de wereldbevolking tegen 2050 met 50% zal groeien”, betoogt hij. “Maar als de hele wereldbevolking blijft leven en consumeren zoals wij vandaag doen, zal het energieverbruik in diezelfde periode met 100% toenemen. Dat zijn niet bepaald geruststellende cijfers, want vandaag putten wij in hoog tempo alle reserves van deze planeet uit. Je zou kunnen stellen dat wij momenteel twee aardes in gebruik hebben. Hoe herstellen wij het evenwicht tussen aanbod en vraag, tussen energieproductie en -verbruik? De meeste aandacht gaat momenteel naar de aanbodkant, maar op een duurzame manier meer energie opwekken dan wij nu al doen, is niet mogelijk. Bijgevolg komt de aanbodzijde in het vizier. Wij zullen 50 tot 70% efficiënter met onze energie moeten gaan omspringen. Dat is lastig, maar wel perfect mogelijk.” Energie-efficiënte melk In landen als Nederland en België zijn er nog tal van industriële processen die met behulp van nieuwe technologieën veel energie-efficiënter kunnen worden gemaakt. Peter Alderliesten geeft het voorbeeld van de Nederlandse zuivelindustrie.
Melk is een gezond en lekker product, dat jammer genoeg ook snel bederft en zuur wordt. Om melk langer te kunnen bewaren, zijn de laatste eeuwen verschillende processen ontwikkeld, gaande van pasteurisatie via sterilisatie tot UHT-behandeling. Steeds komt het erop neer dat de bacteriën en virussen in de melk door opwarming worden uitgeschakeld. Om effectief te zijn moet de melk daarna weer snel worden afgekoeld en zowel de opwarming als de afkoeling kosten energie. “Je kunt die bacteriën ook elimineren met veel minder energieverlies”, vertelt Peter Alderliesten. “Parallel met Franse onderzoekers ontwikkelden wij bij het ECN keramische membranen waarmee de micro-organismen uit de melk worden gefilterd. Dankzij die nieuwe technologie wordt de melk veel langer houdbaar en blijft de natuurlijke smaak beter bewaard dan met alle temperatuurgebaseerde procedés het geval is.” Dan rijst natuurlijk de vraag waarom
aandacht voor de aanbodkant dan de vraagkant. In zonnecellen is wereldwijd al veel geïnvesteerd en voorlopig levert deze technologie relatief weinig op. Technologieën die tot doel hebben de vraag naar energie te verkleinen, zijn tot nog toe als stiefkindjes behandeld.” Daar komt nu toch wel verandering in, want een bedrijf als ABB haalt in de
“ABB is een speler van formaat waarmee het ECN graag wil samenwerken”
die nieuwe technologie nog niet echt is doorgebroken. “Omdat het over een levensmiddel gaat, moet eerst nog een aantal issues worden opgehelderd”, legt Peter Alderliesten uit. “Is de voedselveiligheid in alle omstandigheden verzekerd en kan de schoonmaak van de membranen geen problemen opleveren? Op deze en andere vragen moeten nog definitieve antwoorden worden gegeven. Een andere vertragende factor is het feit dat de pasteurisatie- of sterilisatie-installaties in de meeste zuivelverwerkende bedrijven nog niet zijn afgeschreven. Maar op termijn zal de nieuwe membraantechnologie de oude procedés zeker vervangen.” Een kwestie van vraag en aanbod Technologische vernieuwingen zoals de membraanfiltratie van melk vinden geen of nauwelijks weerklank in de media. Dat staat in schril contrast met de massale aandacht die er bijvoorbeeld bestaat voor de ontwikkeling van fotovoltaïsche cellen. “Dat illustreert wat ik daarnet al zei”, meent Peter Alderliesten. “Er is meer
Benelux nu al 25 tot 30% van zijn inkomsten uit diensten die erop gericht zijn de energie-efficiëntie van zijn klanten te verhogen. Technici van ABB gaan nu op pad om bedrijven vanuit het energie-efficiëntieperspectief door te lichten. Door anders tegen het energievraagstuk te gaan aankijken, ontstaan legio nieuwe kansen. “Ook ECN voert doorlichtingen uit”, reageert Peter Alderliesten. “Maar wij doen dat in de eerste plaats om uit te zoeken welke nieuwe technologieën wij voor de bedrijfswereld kunnen ontwikkelen.” Zullen wij samen stampen? Is hier geen mogelijkheid tot samenwerking met ABB? Peter Alderliesten reageert voorzichtig: “Ik wil niet overkomen als de muis die tegen de olifant zegt: zullen wij samen stampen? ABB is een wereldspeler van formaat waarmee het ECN graag wil samenwerken. Dat is onder meer het gevolg van het nieuwe profiel dat wij ons aanmeten. De Nederlandse overheid wil het ECN minder gaan subsidiëren, dus zullen wij ook inkomsten moeten gaan halen uit consultancy en samenwerking met de industrie. Wat ABB betreft, zie ik bijvoorbeeld mogelijkheden op het terrein van de procesintensivering. Ook in de domeinen van de lineaire motoren en de warmtepompen beschikken wij over heel wat kennis die ABB kan interesseren.”
ABB et cetera 2|11
31
Product
Toch logisch in waterwereld? De PLC’s van ABB staan al veertig jaar garant voor functionaliteit, betrouwbaarheid en flexibiliteit. De AC500 voegt een nieuw hoofdstuk toe aan de reeks van succesverhalen.
R
onald de Groot is binnen de BU Discrete Automation & Motion van ABB verantwoordelijk voor de PLC’s. “Onder onze BU vallen producten zoals motoren, frequentieregelaars, servomotoren, robots en PLC’s. ABB wil de klant een zo groot mogelijk portfolio bieden in de automatisering van processen. PLC’s zijn daarvoor erg belangrijk”, vertelt hij. Voor o.a. het watersegment bewijst de AC500 zijn meerwaarde.
Water onder controle AC500 valt op om zijn integratiemogelijkheden. De instapdrempel ligt laag omdat de reeks in de open taal Codesys geprogrammeerd kan worden. Zo kan de klant vlot de door ABB aangeleverde bouwstenen van deze reeks PLC’s gebruiken. Er zijn legio configuraties mogelijk. Om maar enkele voorbeelden te noemen: “Onze klanten kunnen er eenvoudig 32
ABB et cetera 2|11
een stuw, rioolgemaal of bergbezinkbassin mee automatiseren. Wij leveren hen bouwstenen waarmee een complete configuratie eenvoudig op te bouwen is.” Integratie is dé troef van AC500: deze PLC’s zijn breed inzetbaar. De reeks AC500 toont zijn integratiepotentieel niet alleen op nationaal maar ook internationaal niveau aan. Voor de mogelijkheden binnen het watersegment is en blijft Nederland natuurlijk de markt bij uitstek. “In ons land is er grote behoefte aan het beheersen van waterstromen”, verklaart Ronald de Groot. “Het niveau in de polders en in de sloten moet geregeld worden met stuwen en gemalen, of het afvalwater moet verpompt worden. Onze PLC’s lenen zich daar prima voor. Die kunnen prima het proces lokaal aansturen. Daarnaast kunnen onze PLC’s ook naar bovenliggende besturingsniveaus communiceren via standaardprotocollen.” verduidelijkt Ronald de Groot.
“Zo ondersteunen we het protocol IEC 60870-5-104. Via een telemetriesysteem kan men op een centraal punt nagaan wat er op locatie gebeurt. Daarnaast is visualisatie door de ingebouwde webserver eenvoudig te realiseren.” De PLC’s kunnen procesgegevens lokaal loggen. De opgeslagen waarden kunnen (indien gewenst) op een later tijdstip worden gecommuniceerd naar bovenliggende systemen. De AC500 maakt optimaal waterbeheer mogelijk. Nederlandse gemeenten waarderen de soepelheid en betrouwbaarheid van de PLC’s van ABB. Door een breed portfolio en een flexibele inzet van de hardware, kunnen we altijd een oplossing op maat aanbieden.
Product
Life Cycle Costing toont het verschil tussen goedkoop en niet duur
W
anneer een bedrijf investeert in een Open Control System (OCS), verbindt het zich voor langere tijd aan één leverancier. Bovendien gaat het een belangrijke financiële verplichting aan, die vooraf moeilijk in te schatten kan zijn. Dat zijn dingen waar de meeste bedrijfsleiders zich niet prettig bij voelen. Daarom lanceert ABB nu de Life Cycle Costing studie, een service die tot doel heeft de Total Cost of Ownership (TCO) van een investering in processturing zo nauwkeurig mogelijk te voorspellen. Een OCS heeft een normale levensduur van 15 tot 20 jaar, maar wordt in vele gevallen nog wat langer in gebruik gehouden. Om de echte TCO van een OCS te berekenen, moet de initiële investering dus worden verhoogd met de voorspelbare en minder voorspelbare onkosten. Voor het bedrijf dat in het systeem investeert, is dat eigenlijk onmogelijk. Het beschikt immers (nog) niet over de nodige kennis van de levenscyclus, evolutie en invloed op de productie van het systeem. Omdat ABB hoog inzet op de relatie met zijn klanten en de continue evolutie van zijn producten, ontwikkelde het be-
drijf de afgelopen drie jaar een instrument waarmee verschillende scenario’s voor de investering in een OCS vergeleken kunnen worden. Deze Life Cycle Cost Tool (LCCT) is gebaseerd op een holistische benadering van de investering. Behalve met de initiële kapitaalsinvestering houdt de LCCT ook rekening met alle serviceaspecten (onderhouds-, reparatie- en reiskosten) en alle investeringen
voor upgrades van hard- en software. Omdat de onderhouds- en upgradecycli van de verschillende componenten in het systeem sterk kunnen verschillen, is het becijferen van verschillende scenario’s een nogal complex proces. De verschillende opties die voor de klant openstaan, worden in de LCCT ingevoerd om het effect ervan op de TCO te berekenen. Zo laat de Life Cycle Costing studie zien dat de levensduurkosten van een ‘goedkoop’ systeem veel hoger uitvallen dan die van een initieel duurder systeem. Het ‘dure’ systeem blijkt aan het eind van de rit minder duur te zijn dan het ‘goedkope’. Omdat het ook meer dan wenselijk is om vooraf een duidelijk beeld te hebben van de TCO van grote motoren, die eveneens een hoge investering vereisen en een lange levensduur hebben, werkt ABB momenteel aan een Life Cycle Costing voor grote motoren en generatoren. Dit verhaal krijgt dus zeker nog een vervolg.
ABB et cetera 2|11
33
Product
Zuiveringsstation Reijerwaard schakelt rimpelloos over op nieuwe besturing Het zuiveringsstation Reijerwaard voorziet de circa 50.000 inwoners van Ridderkerk jaarlijks van 3,5 miljoen kubieke meter drinkwater.
I
n 2009 schreef Oasen, de eigenaar van het zuiveringsstation, een bestek uit voor de vernieuwing van de procesautomatisering en de elektrotechnische installatie. Een jaar later was de migratie voltooid. Tijdens het complexe omschakelingsproces bleef de continuïteit van de productie verzekerd. Op basis van objectieve selectiecriteria werd het elektrotechnische deel van de opdracht gegund aan Alewijnse. Aan ABB-partner HUMIQ werden de procesautomatisering en hardwareconfiguratie van het besturingssysteem toevertrouwd.
Continuïteit De oude procesautomatisering bestond uit negen SattCon 35 controllers, één AC800M controller en de bijbehorende SCADA-omgeving voor de bediening en visualisering van de processen. Omdat vervangstukken steeds moeilijker te vinden werden, was het nodig om werk te maken van vernieuwing.
34
ABB et cetera 2|11
In vier opeenvolgende stappen werden de oude componenten vervangen door drie redundante AC800M controllers en remote I/O. De oude applicatiesoftware werd met de Dox2CB conversietool van ABB automatisch omgezet naar het 800xA-formaat. Hierdoor draait de nieuwe besturing in wezen op de oude programmatuur. Er waren slechts minimale ingrepen in de code nodig. Oasen koos bewust voor een zo groot mogelijke continuïteit. Tijdens de ombouw bleef de werking van het station steeds verzekerd en na afloop van de werkzaamheden was de nieuwe installatie perfect herkenbaar voor de operators. Zij hadden dan ook geen herscholing nodig. De nieuwe configuratie is nu volledig opgebouwd uit state-of-the-art 800xAcomponenten die ABB nog jaren zal ondersteunen en dus vlot onderhouden kunnen worden.
Het jaar...
Het jaar 1925 H
et streven naar producten met betere eigenschappen die tegen een gunstigere prijs geproduceerd kunnen worden, is van alle tijden. Rond het jaar 1925 was de op dat moment nieuwe techniek van het elektrisch lassen zo ver ontwikkeld dat toepassing op ruime schaal mogelijk was. Mechanische verbindingen konden door het elektrisch lassen sneller, lichter en goedkoper tot stand gebracht worden. Zo konden de ketels voor oliegevulde transformatoren door de nieuwe verbindingstechniek met een aanzienlijk geringer gewicht dan geklonken ketels
worden gerealiseerd. Bovendien was er door de lasverbindingen minder kans op lekkage van de transformatorolie. Ook de productietijd van de hoogwaardige ketels kon aanzienlijk worden gereduceerd. Het resultaat was een betere transformator voor een lagere prijs. De elektrische lastechniek werd niet alleen gebruikt voor het verbeteren van bestaande producten. Ook de in eigen huis ontwikkelde motorgeneratorgroepen voor elektrisch lassen werden door ABB-voorganger Brown Boveri met succes op de markt gebracht. Zo konden klanten in meerdere opzichten profiteren van de kennis van een veelzijdig concern!
ABB et cetera 2|11
35
Steden die 30% minder energie verbruiken? Als toonaangevende producent van energie-efficiĂŤnte oplossingen draagt ABB bij tot aanzienlijke energiebesparing, zonder afbreuk te doen aan de prestaties. Met onze lichtregelsystemen kun je tot 50 procent energie besparen en met onze gebouwenautomatisering zelfs tot 60 procent. Terwijl de anderen praten over energieprijzen, stroomtekorten en klimaatverandering doet ABB er daadwerkelijk iets aan, hier, op dit moment. www.abb.com/betterworld
Vast en zeker.