THEMANUMMER DUURZAAMHEID
et cetera MAGAZINE VOOR KLANTEN VAN ABB BENELUX 01/2018 nl
— ABB BEPAALT MEE DE TOEKOMST VAN ELEKTRISCH RACEN
“De Formule E is onze zielsverwant” — DRINKWATER DUURZAME SOFTWARE MAAKT HET VERSCHIL
— SMART CITIES ABB BOUWT VOLOP MEE
— DUURZAME TUINBOUW INDUSTRIE 4.0 VOOR DE LANDBOUW
— WARMTENETTEN LAGE LANDEN VOLGEN DEENS VOORBEELD
E T C E T E R A 0 3/ 1 8 E D I TO & I N H O U D
2
— EDITO
10
Beste lezer, Technologisch pionierswerk verrichten, daar streven we naar bij ABB. En dat op een duurzame manier.
JO PAUWELS, Managing Director ABB Benelux
Helemaal niet gek dus dat ABB zich sinds dit jaar engageert in de Formule E, het elektrische racekampioenschap. We zijn trotse naampartner van het circuit, maar ons engagement gaat verder dan dat. Uiteraard willen we onze technologie tonen aan het grote publiek, maar daarnaast willen we ook gebruik maken van de dankbare testomgeving die Formule E ons biedt. Wat daar gebeurt voor één wagen, kunnen we gebruiken om e-mobility op grotere schaal verder te ontwikkelen. De verworven kennis zetten we om in technologie voor elektrische aandrijving niet alleen van wagens, maar ook van bussen, trucks, treinen en vaartuigen, zodat we de soms zware dieselgeneratoren naar het verleden kunnen verbannen. We moeten immers met z’n allen groener, bewuster en dus vooral intelligenter gaan leven. Naast duurzame mobiliteit zijn dan ook smart cities de toekomst. Vandaar dat ABB fors investeert in slimme leefomgevingen, zowel op het vlak van microgrids en warmtenetten als van nanogrids, die u ook kunt
vinden in uw eigen huis, met zonnepanelen, warmtepompen, elektrische laadapparatuur voor een wagen … Ja, we durven gerust zeggen dat we een voortrekkersrol bekleden in de uitbouw van slimme steden. Daarbij vertrouwen we overigens ook op partners. Een ingenieur zit vandaag niet meer op zijn eentje in een kamer om iets uit te vinden. We staan midden in de markt en spelen in op de concrete vragen van de consument. Dat laat ons ook toe om verder te kijken dan wat er in ons DNA zit. Neem bijvoorbeeld de ontwikkeling van tuin- en landbouw. Het zit niet in onze genen en we investeren niet in de landbouw als dusdanig, maar we leveren wel de nodige technologie om ook die sector te laten uitgroeien tot een ecologische, high tech branche. Hoe we ons concreet inzetten voor een technologisch duurzamere wereld, ontdek je in dit nummer.
Veel leesplezier!
THEMANUMMER DUURZA AMHEID
3
14
6 — INHOUD THEMANUMMER DUURZAAMHEID 04 Breedbeeld Data op het water 06 Polsslag ABB focust op smart cities 10
Aan de slag Software Dunea onder de loep
14 Perspectief Industrie 4.0 voor de landbouw
24
18
Wondere wereld ABB bepaalt mee de toekomst van elektrisch racen
22
Over en weer Flux50 engageert zich voor slimme energie
24
For a better world Warmtenetten in volle opmars
28 Producten Wat is nieuw? 30 Hotspot ABB behaalt nieuwe ISO-norm rond milieumanagement 31
Het jaar 1991, met de elektrische wagen naar Utrecht
Et cetera 01|18 - Een uitgave van ABB Benelux Verantwoordelijke uitgever Marco Moerland, ABB N.V., Hoge Wei 27, 1930 Zaventem - Copyright 2018 Concept Head Office Hoofdredactie Marco Moerland Redactiecommissie Veerle Van Asbroeck, Karin Bot, Marco Moerland en Jos Bernaards Werkten mee aan dit magazine John Edwards, Inne Vanden Bremt, Sven Van Herck, Karel Duerinckx, Maarten Noordijk, Matthieu Irion,
Nando Harmsen, Jan Caris, Robin Van Den Bogaert, Timo De Groot, Johan Van Geyte, Marco Mertens Aanmelden, opzeggen of adreswijzigingen doorgeven kan via: www.abb.com/benelux/etcetera
4
Z O O M W AT E R TA X I
— Seabubbles, data op het water Een ritje over het water naar uw bestemming? De elektrische watertaxi SeaBubbles maakt het alvast mogelijk. In april werd het futuristische voertuig succesvol uitgetest op het Meer van Genève. Een belangrijke stap in de richting van nieuwe mobiliteit, want de taxi heeft geen impact op het klimaat of op de stedelijke infrastructuur. Dankzij het ABB Ability™ Marine Advisory System – OCTOPUS, wordt er data verzameld en geanalyseerd om het waterreizen in goede banen te leiden. Deze data wordt in realtime doorgestuurd naar het controlecentrum van SeaBubbles. Zwevend door het water kan de SeaBubbles een snelheid van 46 km/u halen. Wilt u ook een ritje maken? Dan moet u nog even wachten, want de taxi zal pas in 2019 voor het publiek beschikbaar zijn.
THEMANUMMER DUURZA AMHEID
5
6
POL SSL AG SM A RT CITIES
—
ABB FOCUST OP DRIE DEELTERREINEN VAN SMART CITIES
“We kiezen voluit voor slimme gebouwen, hernieuwbare energie en elektrische mobiliteit”
— ABB maakt de Benelux-organisatie tot center of excellence voor smart cities.
“Stop water, gas, elektriciteit en internet in een bundel met een vaste prijs.” PETER VAN DEN HEEDE COUNTRY HEAD OF SALES
De dorpen en steden van de toekomst worden slim. Onder meer de manier waarop we energie opwekken en verbruiken en de wijze waarop we ons verplaatsen, staan voor belangrijke wijzigingen. ABB wil een bijdrage leveren aan deze transitie. Het heeft gekozen om zijn expertise te concentreren op drie terreinen: slimme gebouwen en lokale energiegemeenschappen, hernieuwbare energie uitgebreid tot microgrids en e-mobiliteit.
THEMANUMMER DUURZA AMHEID
Dat zorgde ervoor dat binnen ABB werd gekozen om de Benelux-organisatie tot center of excellence te maken voor deze thematiek.” KIEZEN VOOR DUIDELIJKHEID Peter: “Smart cities is een containerbegrip. Europa definieerde 26 domeinen waarop vooruitgang moet worden geboekt om de samenleving te verduurzamen. Daarom besloten we duidelijke keuzes te maken. Op welke domeinen willen we focussen en voor welke terreinen kiezen we voor een samenwerking met partners?” “Die keuzes zijn inmiddels gemaakt. We gaan ons concentreren op drie thema’s: slimme gebouwen en daaraan gekoppeld de uitbouw van lokale energieplatformen op het niveau van een straat of een wijk, hernieuwbare energie met de mogelijkheid van opslag in batterijen en e-mobiliteit. Niet toevallig drie terreinen waarop ABB al heel wat expertise heeft.”
“Zeven jaar geleden zijn we gestart met smart grids, slimme energienetwerken. Het was toen bon ton om die problematiek vanuit het standpunt van de grote transmissie en distributiesystemen te bekijken. Wij beslisten evenwel tegen de stroom in te gaan en te kiezen voor een bottom-upbenadering, waarbij we vertrokken vanuit de situatie bij de consument. Volgens ons dienden de meeste veranderingen zich daar aan. Het elektriciteitsverbruik en de mobiliteit moesten veel duurzamer. Het leggen van zonnepanelen brak door en de elektrische wagens deden hun intrede. Maar het elektriciteitsnet op straatniveau was niet aangepast om met slimme oplossingen in te spelen op de nieuwe trends, omdat de lokale onderstations nog niet geautomatiseerd waren, terwijl de digitalisering ook op dit niveau zijn intrede zou doen”, zegt Peter Van den Heede, Country Head of Sales bij ABB. “Er bestond aanvankelijk veel scepsis over onze insteek, maar een drietal jaar geleden keerde de stemming. Europa zette volop in op smart cities.
VEEL INTERESSE “We merken dat er heel wat leeft op het vlak van smart cities”, bevestigt ook Luc Picard, Business Development Manager bij ABB. “Stadsbesturen willen dat nieuwe wijken duurzaam worden aangelegd. Om hen daarin te ondersteunen, zoeken ze vaak contact met studiebureaus of promotoren. Die komen dan naar ons toe om ideeën op te doen. Afhankelijk van de strategische wensen van de betrokken stad maken we voor hen een aanbod op maat. Vaak gaat het over manieren om slim om te gaan met energie, waarvoor we hen softwareoplossingen kunnen voorstellen of om voorzieningen voor elektrische mobiliteit, die we ook aanbieden.” Luc: “Onze rol is om te schetsen wat er mogelijk is vanuit technologisch standpunt, zonder dat een stad avonturen moet aangaan. Zo krijgen we heel wat vragen rond gelijkstroom. Die komt er, maar het is nu nog te vroeg. De technologie staat nog niet volledig op punt.” VOLDOENDE DATA NODIG Goedwerkende smart cities veronderstellen ook voldoende beschikbare informatie. “Wie een
7
8
POL SSL AG SM A RT CITIES
netwerk van openbaar vervoer wil optimaliseren, moet de verplaatsingen in de stad kennen. Misschien moeten sommige haltes vaker worden bediend en andere minder. Of het kan nuttig zijn om er te verplaatsen. Die informatie verzamelen, vergt vaak nog veel tijd”, zegt Peter. ”Hetzelfde geldt voor de uitbouw van een lokale elektriciteitsgemeenschap. Die wordt pas efficiënt als de bewoners hun gegevens delen. Wie gebruikt wanneer hoeveel stroom? En kan dat eventueel worden gewijzigd als dat aangewezen is voor de energieproductie op wijkniveau? We geloven dat mensen bereid zijn om hun informatie te delen als dit goed omkaderd wordt. Dit betekent dat ze geanonimiseerd kan worden en er ook een beloning is voor de deelnemers zoals een besparing op de stroomfactuur.” Daarnaast moet ook de veiligheid worden gegarandeerd, zodat de gegevens en de toestellen niet worden gehackt. “Op dat vlak zitten we goed met onze gateway die de systemen in een woning koppelt aan externe netwerken. Hij doorliep dezelfde procedure als de apparatuur die we gebruiken om de sturing van de elektriciteit op hoogspanningsniveau te verzekeren. Dat betekent dat hij op 600.000 punten getest is”, besluit Peter.
OOK SLIM IN DE EIGEN WONING Ook binnen de woning vallen nog winsten te boeken. “Er is op het vlak van huisautomatisering heel wat mogelijk”, zegt Luc. “Denk maar aan software die kijkt hoe je leeft en alles daaraan aanpast. Zo kan in kamers die weinig worden gebruikt het gewenste energieniveau worden verlaagd. Op die manier kan je makkelijk 12% à 15% besparen.” Peter: “Dit is ook onze sterkte. Vandaag worden de verwarmingselementen bij de consument door de ene firma geleverd en het ventilatiesysteem door een andere. Beide zijn optimaal afgestemd voor apart gebruik, maar niet noodzakelijk om samen te werken. Wij zorgen ervoor dat dit wel het geval is via partnerships en bijkomende software van onze partners.” ENERGIE TEGEN EEN VASTE PRIJS Peter en Luc zien ook mogelijkheden om slimmer met energie om te gaan in de sociale woningbouw, waar zaken van bovenaf opgelegd kunnen worden. “Je zou een bundel kunnen maken van water, gas, elektriciteit en internet, waarop bewoners voor een lange periode tegen een vaste prijs kunnen instappen en de aanbieders de prijsfluctuaties opvangen. Dat zou de uitgaven voor die voorzieningen heel voorspelbaar maken, wat interessant is in een sociale wijk.”
THEMANUMMER DUURZA AMHEID
— Leen Peeters’ gerenoveerde boerderij is een toonvoorbeeld van een intelligente woning. Luc Picard volgt het project mee op.
—
Drie proeftuinen voor het uittesten van nieuwe concepten Op diverse locaties in België en Nederland lopen proefprojecten, waarbij nieuwe concepten voor de productie, opslag, distributie en verbruik van energie worden uitgetest. We pikken er drie uit waarbij ABB is betrokken.
1 I In Oud-Heverlee (B) werd een boerderij uit 1931 omgevormd tot een woning. Op de site wordt naar een optimale afstemming tussen lokale productie en verbruik van elektriciteit gestreefd. De stroom die niet meteen wordt verbruikt, wordt in batterijen opgeslagen. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van nieuwe technologieën. Een heel set parameters wordt continu gemeten. 2 I In Zellik (B) neemt ABB deel aan het project ‘Green Energy Park’, waar het grootste CO2-neutrale smart grid van Europa voor de elektriciteitsvoorziening van 72 bedrijven zal zorgen. De productie komt van zonnepanelen en windmolens. Er is ook een proeftuin voor de integratie van elektrische mobiliteit. ABB heeft een scala aan laadoplossingen voor elektrische voertuigen. 3 I In de wijk Hoog Dalem in Gorinchem (NL) liep
een project waarbij werd onderzocht hoe energie maximaal kon worden benut, door ze lokaal op te slaan in accu’s in de woning en op wijkniveau. Na afloop vroegen de bewoners zelf om door te gaan. Ze willen nu uittesten hoe ze blockchain kunnen integreren en hoe ze aan elkaar kunnen leveren.
— Er wordt continu een hele set parameters gemeten.
9
A AN DE SL AG DUNE A
10
—
BRONCODE PLCS DUNEA ONDER DE LOEP IN UNIEK PROJECT
Slimmer omgaan met machines door software-analyse
THEMANUMMER DUURZA AMHEID
Drinkwatermaatschappij Dunea produceert en levert drinkwater aan 1,3 miljoen klanten in het westelijk deel van Zuid-Holland. Het bedrijf beheert de duinen tussen Monster en Katwijk en is een van de initiatiefnemers van Nationaal Park Hollandse Duinen. Recent analyseerde partner SIG de software die Dunea gebruikt om ABB-drives aan te sturen. En dat resulteerde in nieuwe inzichten op het vlak van duurzaamheid, een thema dat zowel bij Dunea als ABB hoog op de agenda staat.
11
— V.l.n.r.: Thijs Aanhane, Tibor Lapikas, Alex Houtman en Cuno van den Hondel.
Een project waarbij control rooms in Katwijk en Scheveningen werden samengevoegd leek de ideale gelegenheid om de besturingssoftware van PLCs aan nader onderzoek te onderwerpen. Een aanpak die vrij nieuw is binnen deze industrie, en veel zinvolle inzichten bleek op te leveren. ONDER DE MOTORKAP KIJKEN “Dunea heeft de afgelopen jaren aan een groot automatiseringsproject gewerkt”, zegt Thijs Aanhane, Domeinteammanager IT en OT bij Dunea. “Gedurende de afgelopen tien jaar is onze volledige procesautomatisering door meerdere programmeurs aangepast. We waren ervan overtuigd dat onze software en hardware prima werkten, maar wilden weten wat er nóg beter zou kunnen. Het accent lag bij ons altijd op de functionele werking van software, maar we hebben eigenlijk niet eerder goed onder de motorkap gekeken. Door de jaren heen krijg je steeds meer kennis van het systeem, maar je wil ook steeds beter begrijpen hoe alles werkt. We zochten naar mogelijkheden om verbeteringen door te voeren in het kader van de NEN 2510-norm en wilden ook graag weten of er een relatie bestond tussen de controller-load, de CPU-load en de grootte van programma’s. Toen er weer een groot automatiseringsproject voor de deur stond, dachten we: dit is een goed moment om dit samen met ABB op te pakken.” “De standaardsoftwarebibliotheek is een paar keer gekopieerd en en werd telkens wel iets aangepast”, vervolgt Alex Houtman, verantwoordelijke voor de procesautomatisering bij Dunea. “We hadden het idee dat er een aantal dubbelingen in de software zaten – maar de uitkomst was toch nog een verassing! De helft bleek er dubbel in te zitten.” DE OPLOSSING SIG, een bedrijf dat zich toelegt op het analyseren en verbeteren van kritische bedrijfssoftware,
“We wilden weten wat er nóg beter zou kunnen.” CUNO VAN DEN HONDEL, MANAGER SALES EN MARKETING IAPG BIJ ABB
12
A AN DE SL AG DUNE A
“Het is nu mogelijk om het onderhoud van de software te verbeteren, waardoor deze ook duurzamer wordt.” TIBOR LAPIKAS, SENIOR CONSULTANT SIG
analyseerde de softwarekwaliteit van PLC-code van Pompstation Monster. Deze broncode bestaat uit de code op 10 ABB-PLC’s die samen het volledige station aansturen. “Wij zijn geen experts op het gebied van waterzuivering, maar de kennis die we hebben opgedaan met andere industriële toepassingen konden we hier ook optimaal inzetten,” vertelt Tibor Lapikas, Senior Consultant bij SIG. “We hebben veel geleerd over hoe dit type software wordt ingericht en de specifieke eisen die eraan worden gesteld. We vinden het slim dat ABB dit oppakt en zo’n project mogelijk maakt. Uit ons onderzoek bleek dat de software van ABB niet onderdoet voor het markt‑ gemiddelde. Maar het is nu mogelijk om het onderhoud van de software te verbeteren, waardoor deze ook duurzamer wordt. We hebben ook advies gegeven over standaardisering van besturingssoftware en welke voordelen dat oplevert.” Het is niet zo dat SIG eenmalig een stempel van goedkeuring afgeeft en dat het proces daarmee afgerond is. Tibor: “Er moet doorlopend worden nagedacht over hoe het nóg slimmer en beter kan. Het is belangrijk om na te denken over de levenscyclus, en niet over projectdeadlines. Hoe pak je zaken bij het begin van een traject op een slimme, efficiënte manier aan zodat latere aanpassingen ook op een even slimme en efficiënte manier kunnen worden gedaan? We hebben nu een soort nullijn en kunnen periodiek opnieuw de software beoordelen.
Discussies tussen klant en leverancier zijn gebaseerd op feiten, en niet op aannames of vermoedens.” DOORLOPEND VERBETEREN “Wij vonden het bijzonder interessant om te laten kwalificeren hoe betrouwbaar onze software precies is”, zegt Cuno van den Hondel, Manager Sales en Marketing IAPG bij ABB. “Zoiets ligt natuurlijk gevoelig voor zowel klant als leverancier. Maar wij wilden vooral niet onze eigen software keuren, en zijn dus blij met de keuze voor de onafhankelijke blik van SIG. We wilden graag achterhalen wat er nog beter zou kunnen. Natuurlijk zijn we blij dat we nu een kwaliteitsstempel krijgen.” DE TOEKOMST Alex: “De lessen die we hier leren maken het mogelijk om bij elke upgrade verbeteringen aan te brengen. We weten nu precies waar me op moeten letten in de toekomst. Je gaat ook andere vragen stellen: is het handiger om twintig keer een stuk code te schrijven voor elke PLC? Of kun je beter een relatief programma schrijven en daar een aantal parametertabellen aan koppelen? Dat laatste is minder inzichtelijk, maar blijkt uiteindelijk toch slimmer en biedt meer ruimte om te innoveren. Voor ons is het belangrijk dat ABB hier ook echt iets mee gaat doen, maar daar hebben we het volste vertrouwen in.”
THEMANUMMER DUURZA AMHEID
— Recente analyses gaven Dunea nieuwe inzichten op vlak van duurzaamheid.
LANGDURIGE RELATIES “Je kunt natuurlijk elke keer de grootste machines kopen zodat je zeker weet dat je genoeg vermogen in huis hebt”, legt Thijs uit. “Maar dat is niet bepaald kostenbewust of duurzaam. Als je alles optimaal wil inrichten, is gedegen onderzoek essentieel. Het is ook belangrijk om je testprotocol op orde te hebben voordat je gaat bouwen. Je kunt op basis van zo’n onderzoek ook processen standaardiseren en overkwalificering vermijden, en optimale keuzes maken op het gebied van hardware. Wij kunnen nu aan ons management tonen dat we de juiste beslissingen maken.” Tibor: “Soms wordt hardware vervangen omdat de bijbehorende software niet meekan, maar als de software makkelijk te onderhouden is, kun je nieuwe functionaliteiten toevoegen en langer met dezelfde machines blijven werken. Als je door gedupliceerde code weg te halen geheugenruimte vrij kunt maken, hoeft een bedrijf misschien géén nieuwe controller te kopen.” “Je zou misschien denken dat het voor een bedrijf als ABB positief is wanneer klanten regelmatig nieuwe hardware moeten aanschaffen, maar het gaat ons vooral om het bouwen van langdurige relaties”, besluit Cuno. “We willen niet dat klanten enorme investeringen doen die weinig meerwaarde bieden. Zo’n software-analyse kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren. We bekijken momenteel hoe we deze service ook aan andere klanten kunnen aanbieden.”
“De lessen die we hier leren maken het mogelijk om bij elke upgrade verbeteringen aan te brengen.” ALEX HUISMAN, PROCESAUTOMATISERING DUNEA
13
14
PERSPECTIEF DUURZAME TUINBOUW
—
SLIMME OPLOSSINGEN VOOR HOGERE VOEDSELPRODUCTIE EN -KWALITEIT
Naar 100% duurzame tuinbouw De wereldbevolking blijft groeien, waardoor technologie een alsmaar toenemende rol zal spelen in onze voedselvoorziening en de verduurzaming van de voedselketen. Een besef dat al langer leeft bij ABB en dat ook in de voedingssector een belangrijke, duurzame bijdrage levert.
Net als in de industriële sector wordt er in de landen tuinbouw doorlopend geïnnoveerd. De technologie staat niet stil en er wordt steeds meer aandacht besteed aan duurzaamheid. En ABB is volop betrokken bij de ontwikkeling en implementatie van duurzame tuinbouwtechnologie. INDUSTRIE 4.0 VOOR DE LANDBOUW “De ‘food and beverage’-markt is een wereldwijde markt, die constant volop in ontwikkeling is”, vertelt Jan Willem Hinfelaar (Segment Manager ABB Division Electrification). “Als we kijken naar het groeiende voedseltekort over de hele wereld, dan kan ABB een breed scala aan oplossingen bieden. We hebben hiervoor alles in huis, van belichtingscomponenten en systemen voor energiedistributie tot robots. De klant vraagt echter niet alleen producten, maar ook expertise. Wij kunnen de uitdagingen in kaart brengen en inhoudelijk meedenken over de meest geschikte oplossingen.”
“We zien steeds meer IoT-gerelateerde systemen die informatie verzamelen. Samen met onze klanten kunnen we op basis van die informatie en uitgebreide analyse oplossingen bedenken die de teelt verder optimaliseren. We kunnen daarbij ook dankbaar gebruikmaken van ABB Ability, onze cloudoplossing.” MAXIMAAL RENDEMENT Haayo Terpstra (Business Development Manager ABB) vervolgt: “Als we kijken naar arbeid in de land- en tuinbouw, dan zijn er momenteel twee grote uitdagingen: het vinden en behouden van geschikt personeel en het beheer van loonkosten. Deze mogen niet dermate hoog worden dat de concurrentiepositie van een bedrijf in het geding komt. Robotica biedt uitkomst. Het is niet zo dat robots mensen overbodig maken – er zijn nog altijd volop mensen nodig, maar dan niet voor het zware, repetitieve werk, wel bijvoorbeeld om de robots te onderhouden en voor onder-
THEMANUMMER DUURZA AMHEID
— Jan Willem Hinfelaar, Segment Manager ABB Division Electrification, is sinds 1986 actief binnen de commerciële elektrotechniek. Hij werkt al geruime tijd aan elektrificatie in de tuinbouw en heeft diverse successen geboekt met tuinbouwverlichting.
“Industrie 4.0, maar dan voor de landbouw.” JAN WILLEM HINFELAAR, SEGMENT MANAGER ABB DIVISION ELECTRIFICATION
steunende processen. Tuinders kunnen producten ook direct op locatie verpakken, waardoor ze extra waarde toevoegen. Je kunt zelfs unieke producten samenstellen voor individuele klanten.” “ABB heeft decennia aan ervaring opgebouwd met robots voor ‘picking, packing and palletizing’. Die processen kun je doorvertalen naar food-gerelateerde mechanismen, zoals het samenstellen van maaltijdpakketten met verse ingrediënten. Daar kan dan ook meteen een kwaliteitscontrole aan worden toegevoegd. Door het optimaliseren van processen, zoals het tellen van bloemknoppen met behulp van cameratechnieken, kun je enorme besparingen realiseren op het gebied van kosten en efficiency.” Zo kan een robot bijvoorbeeld alleen komkommers van de ideale lengte en vorm plukken, en meteen precies bepalen wat het optimale plukmoment is van de komkommers die blijven hangen. Dit werkt bijvoorbeeld ook voor het plukken van champig-
nons waar de afmeting van een champignon sterk de waarde bepaalt. Voor een mens is dat onmogelijk. De enorme hoeveelheid verzamelde data wordt in de cloud opgeslagen en verwerkt dankzij ABB Ability om zo een maximale waarde van het te oogsten product te bereiken. Bij robotica zijn betrouwbaarheid en beschikbaarheid essentieel, en daar blinken de robots van ABB net in uit. Hetzelfde geldt voor software, hygiëne, corrosiebestendigheid, veiligheid, gebruiksgemak en reiniging. DE KAS VAN HET GAS Elektrificeren is een ander belangrijk thema binnen de landbouw. Kassen draaien grotendeels op gas, waaruit warmtekrachtinstallaties elektriciteit, CO2 en warmte produceren. “Elektriciteit is een flinke uitdaging, omdat het geïnstalleerde vermogen ongeveer 1 MW per hectare beslaat. Door monitoring helpt ABB de kwaliteit van de aangeleverde spanning in kaart te brengen”, aldus Jan Willem.
15
16
PERSPECTIEF DUURZAME TUINBOUW
—
ABB heeft een informatiestand in het World Horti Center (WHC) in Naaldwijk.
“We waarborgen de kwaliteit en continuïteit van de stroom en helpen klanten zo met de energietransitie. ABB staat ook ver op het gebied van solar converters en de koppeling aan het net”, vertelt hij. “De CO2 komt nu via een pijpleiding uit de Botlek en op het gebied van warmte zijn er de geothermische projecten. Daar wordt met een grote ABB-frequentieomvormer van grote diepte warm water opgepompt. Bovendien leveren we ook de motoren en frequentieomvormers om afgekoeld water weer terug naar de bron te pompen. Elektrificatie is een uitdaging waarvoor we bij ABB met solar- en opslagtechnologie én onze expertise op het gebied van smart grids oplossingen hebben.” PROEFTUIN “Nederland, en met name het Westland, is een ideale proeftuin voor al onze oplossingen”, weet Jan Willem. “We exporteren vrijwel alle ideeën die we hier ontwikkelen naar de rest van de wereld. ABB kan wereldwijd leveren en service bieden. We kunnen ook allerlei technologieën en ideeën die we in huis hebben verder ontwikkelen en toepassen op de land- en tuinbouw. We luisteren goed naar alle betrokkenen en kijken niet alleen naar wat er vandaag aan de orde is, maar ook naar wat er over vijf jaar of tien jaar belangrijk is. Daarvoor kunnen we dan specifieke oplossingen bedenken en waar nodig unieke componenten ontwikkelen.”
En het ROC Mondriaan, ook in het WHC gehuisvest, heeft voor onderwijsdoeleinden een ABB robot aangeschaft. We vinden het fantastisch om te zien hoe groot het enthousiasme in en om het World Horti Center is en maken er met gepaste trots onderdeel van uit. Omdat het World Horti Center zich naast kwekers, tuinbouwers en marktpartijen ook richt op de ontvangst van delegaties van overheden en buitenlandse bezoekers, is het voor ABB extra aantrekkelijk om haar oplossingen in het kenniscentrum onder de aandacht te brengen. Het World Horti Center is gebaseerd op drie o’s: • Onderwijs op het gebied van land- en tuinbouw inclusief mechatronica en robotica. • Onderzoek speciaal voor de moderne hightech landbouwsector. • Ontmoeten van bedrijven, prospects en klanten uit de hele wereld.
“Door het optimaliseren van processen kun je enorme besparingen realiseren op het gebied van kosten en efficiency.” HAAYO TERPSTRA, BUSINESS DEVELOPMENT MANAGER ABB
THEMANUMMER DUURZA AMHEID
17
ABB, van alle (tuinbouw)markten thuis
Marcel Zevenbergen (ABB): — WATER — Marcel Zevenbergen, Segment Team Leader Food and Beverage ABB Benelux, vormt samen met een steeds groter wordende groep collega’s een team dat zich richt op deze sector. Bijvoorbeeld op het vlak van elektrificatie, aandrijftechniek en digitalisering in de tuinbouw.
“Bij gesloten teeltsystemen als een kas is het waterverbruik tien keer lager dan bij open akkerbouw. In ons land valt voldoende regen, maar er zijn natuurlijk genoeg landen waar water schaars is. Per 1 januari 2018 zijn Nederlandse glastuinbouw‑ bedrijven verplicht om gewasbeschermingsmiddelen uit het afvalwater te zuiveren voordat het wordt geloosd in het riool- of oppervlaktewater. Maar steeds meer Nederlandse bedrijven zijn juist geïnteresseerd in het hergebruik van water. ABB werkt samen met bedrijven die hier in zijn gespecialiseerd.”
— LICHT “Om te groeien, hebben gewassen geen zon nodig, maar lichtspectrum. In de moderne glastuinbouw en in experimentele verticale boerderijen wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van lichtsystemen om de groei en karakteristieken van gewassen te beïnvloeden en de opbrengst te vergroten. ABB levert oplossingen om lichtsystemen op een duurzame manier te elektrificeren. Daarbij wordt rekening gehouden met de condities van de kas en het gegeven dat kassencomplexen steeds groter worden.”
— Haayo Terpstra, Business Development Manager ABB, is sinds 1983 actief in het roboticavak en werkt momenteel aan uiteenlopende innovaties en oplossingen op het gebied van robots in de foodsector.
— WARMTE “Klimaatsystemen in de kas zorgen mede voor optimale groei door parameters als temperatuur, luchtvochtigheid en CO2 te regelen. In de gesloten kas is zelfs sprake van een zeer geavanceerd klimaatsysteem waarbij energiestromen kunnen worden gebalanceerd met behulp van de opslag van koude en warmte. Na het oogsten wordt een gewas veelal gekoeld opgeslagen om vervolgens via de zogenaamde koude keten zo vers mogelijk bij de consument in de koelkast te belanden. ABB levert onder andere de motoren en frequentieregelaars om de pompen, ventilatoren en compressoren in klimaatsystemen optimaal te kunnen regelen en het energieverbruik daarbij te minimaliseren.”
— … EN DATA “De automatiseringsoplossingen uit het ABB Ability™programma bieden slimme oplossingen om installaties op basis van verzamelde data beter te beheren en processen en energiestromen te optimaliseren. Deze oplossingen stellen de tuinbouwondernemer in staat om zich op de kernactiviteit te richten en waar nodig verbeteringen door te voeren. Als consument en als maatschappij stellen we steeds hogere eisen aan de kwaliteit van ons voedsel en de manier waarop het wordt geproduceerd. We willen op een duurzame manier genieten van voldoende vers, smaakvol en gezond eten. Met behulp van slimme technologie zijn we in staat om verse producten dichter bij de consument te telen. Dat leidt tot een kortere keten met minder (gekoeld) transport over grote afstanden waardoor het milieu wordt gespaard en voedingswaarde en smaak worden behouden. Maar hoe weet je als supermarkt of consument dat een product of leverancier voldoet aan de eisen die je stelt? De voedingsmiddelenindustrie is volop in beweging om hier een antwoord op te bieden met geavanceerde ‘track & trace’-oplossingen die met behulp van blockchain kunnen worden gevalideerd. ABB biedt automatiseringsoplossingen.”
WONDERE WERELD FORMULE E
18
—
ABB BEPAALT MEE DE TOEKOMST VAN ELEKTRISCH RACEN
“DE FORMULE E IS ONZE ZIELSVERWANT”
THEMANUMMER DUURZA AMHEID
Niet alleen elektrisch rijden, maar ook elektrisch racen is de toekomst. Jo Pauwels, Managing Director van ABB Benelux, legt uit waarom ABB en het elektrische racekampioenschap Formule E perfect bij elkaar passen. “We willen ook onze technologie in de kijker plaatsen en testen.” — Jo Pauwels, Managing Director ABB Benelux
Waarom heeft ABB gekozen voor een partnership met de Formule E? “Baanbrekende technologie is de corebusiness van ABB. Ons bedrijf verbetert de duurzaamheid van de aarde via technologie. Of zoals onze CEO het zegt: ‘We willen de wereld wel runnen, maar zonder de aarde te consumeren.’ Daarom geloven we sterk in de toekomst van de elektrische auto. In 2016 steunden we de Solar Impulse, een zonnevliegtuig dat rond de aarde vliegt zonder een druppel organische energie. Nu zetten we een nieuwe, grotere stap naar het brede publiek. De Formule E is een zielsgenoot die dezelfde boodschap uitdraagt.” Het gaat dus niet louter om een partnership. Op welke manier wil ABB nog betrokken zijn? “Er is een grote technologische drive om mee te werken aan de Formule E. We willen ook onze technologie in de kijker plaatsen en testen. Bij de overgang van vervuilende naar propere energiebronnen komt vooral energiemanagement kijken. De zon en de wind laten zich immers niet op commando bedienen. Een gasturbine wel. Bij de Formule E wint de wagen met het beste energiemanagement. De racewagens hebben allemaal dezelfde batterij en recupereren energie wanneer ze vertragen.
19
20
WONDERE WERELD FORMULE E
Dit gebeurt allemaal op kleine schaal in de wagen, maar voor ons is het interessant om te kijken hoe we dit op grotere schaal kunnen toepassen. Hoe kunnen we een overschot aan energie stockeren? En als we er meer nodig hebben, hoe genereren we die?” Wat vindt u zelf bijzonder aan de Formule E? “Ik had het genoegen om de ePrix op het Circuit des Invalides in hartje Parijs bij te wonen, een fantastische ervaring. Het is een straatrace, maar zonder iemand te storen door vervuiling of lawaai. De Formule E staat dichtbij de mensen en trekt zelfs heel wat gezinnen aan. Het is een nieuwe manier om de pit van een racewedstrijd te beleven. De Formule E is steeds meer in opmars.” Op welke termijn denkt u dat de gewone consument overstapt op elektrische auto’s? “Dat zal stap voor stap verlopen. Ik merk dat de bewustwording rond elektrisch rijden groeit, zeker bij de jongere generatie. Mijn kinderen zijn daar al veel meer mee begaan. Ik verwacht dat de omslag naar elektrisch rijden vlugger zal verlopen dan we denken. Vergelijk het met de televisietoestellen. Dat waren grote beeldbuizen en toen was er plots de flat‑ screen-tv. Velen hielden vast aan de beeldbuizen die een betere kwaliteit leverden, met een ‘warmer’ scherm. Niemand geloofde in de vlakke tv’s tot het plotse kantelpunt. De kost van de technologie daalde en er ontstond genoeg capaciteit, vooral vanuit Korea en Japan.” Denkt u dat het kantelpunt voor elektrische wagens ook nabij is? “Met elektrische auto’s zal het net hetzelfde zijn. Ik kan er natuurlijk geen exacte datum op plakken, dat heeft ook te maken met kosten en infrastructuur. Misschien duurt het een halve of een hele generatie, dat is persoonsgebonden. Maar je ziet dat zelfs petroleummaatschappijen zoals Shell volop investeren in elektrische laadinfrastructuur. Die technologie zal ook doorbreken in het openbaar vervoer, bij elektrische bussen bijvoorbeeld. ABB ondersteunt vandaag projecten met elektrische bussen en hun laadinfrastructuur in steden zoals Charleroi, Namen of Luxemburg. Ik ben er 100 procent zeker van dat onze kleinkinderen zullen leven in een wereld die helemaal anders aangedreven wordt.” Rijdt u zelf al elektrisch? “Zelf heb ik de stap naar elektrisch rijden zes maan-
den geleden gezet. Ik wilde vooral weten hoe het is om alles te plannen en geregeld te krijgen. Je moet weten: ik rijd zo’n 40.000 km per jaar en had voordien een dieselwagen met een actieradius van 1.000 km per tankbeurt. Maar dat is helemaal anders nu. Ik rijd nu al zes maanden elektrisch en heb maar één keer onderweg moeten ‘bijtanken’. Alle overige laadbeurten kon ik perfect inplannen.” Hoe zorgt u ervoor dat de batterij altijd voldoende opgeladen is? U rijdt toch veel kilometers. “Voor mij is dat geen probleem. Als ik zie dat mijn batterij bijna leeg is, dan kan ik thuis opladen. Of op kantoor. Bij ABB in de Benelux staan er bij een vijftal vestigingen laadpalen. En bij steeds meer hotels kun je ‘s nachts je elektrische wagen inpluggen. Ook bij klanten of zoals aan het station in Gent. Daar kun je bijna aan de ingang van het station parkeren en is er een laadpunt. Op veel vlakken is het aangenamer om met een elektrische wagen te rijden. Het komt er alleen op aan om de klik te maken en je te organiseren.”
THEMANUMMER DUURZA AMHEID
— Vijf nuttige weetjes over de Formule E De meest besproken raceklasse van het moment is ongetwijfeld de Formule E. Na grote automerken als Audi, DS en Renault willen ook BMW, Nissan, Mercedes, en Porsche graag toetreden. Maar wat maakt dit kampioenschap met elektrische eenzitters zo bijzonder?
— Formule E wordt steeds populairder.
50 MINUTEN Een ePrix – zoals een wedstrijd in de Formule E heet – start meestal met een shakedown op vrijdag, waarbij de coureurs met gelimiteerd vermogen al even hun wagen kunnen testen en kennis kunnen maken met het parcours. Op zaterdag vinden twee vrije trainingen plaats, gevolgd door de kwalificatie waarin de twintig coureurs proberen hun snelste rondetijd neer te zetten. De vijf snelste rijders nemen het daarna tegen elkaar op voor de polepositie. De race zelf duurt zo’n vijftig minuten, ongeveer de helft van een wedstrijd in de Formule 1 dus. Sommige Formule E-events bestaan uit twee races en duren dan ook twee dagen. ALLEMAAL DEZELFDE BATTERIJ Alle racewagens gebruiken hetzelfde chassis en dezelfde batterij. De prestaties van de wagens liggen dan ook dicht in elkaars buurt, wat de races spannend maakt. Onderdelen zoals de motor, de transmissie of het koelsysteem mogen de teams wel zelfstandig ontwikkelen. Al zijn er natuurlijk technische voorschriften. Tijdens de kwalificatie halen de auto’s zo’n 270 pk, tijdens de race 240 pk. Omdat de wagens in steden racen, mogen ze slechts een geluid van hoogstens 80 dB produceren. FANBOOST De Formule E wil dicht bij de fans staan en neemt daar ook speciale maatregelen voor. Fans kunnen hun favoriete rijders een duwtje in de rug geven. Letterlijk. Stemmen kan vanaf vijf dagen voor de race en tot de wedstrijd zes minuten bezig is. De drie coureurs met de meeste stemmen krijgen elk 100 kJ extra energie ter beschikking. Die kunnen ze één keer gebruiken tijdens de race, bijvoorbeeld om een voorligger in te halen. AUTOWISSEL ONDERWEG Tijdens de ePrix moeten rijders één keer stoppen om van auto te veranderen. Het rijbereik is namelijk niet voldoende om een volledige raceafstand af te leggen. Deze regel verdwijnt wel in het volgende seizoen, aangezien de auto’s dan een batterij met een langere actieradius krijgen. Deze autowissel vindt plaats in een garage of in de pitlane. FIA-stewards controleren of alles veilig verloopt, binnen een opgelegde minimale tijd. Banden worden normaliter niet gewisseld, behalve bij schade. BELGEN ACHTER HET STUUR De Formule E bestaat uit een kampioenschap voor de coureurs, naast een klassement voor de teams. Tien teams brengen in totaal twintig coureurs aan de start. Het rijdersveld is van hoog niveau, met voormalige Formule 1-coureurs zoals Lucas di Grassi, Nelson Piquet Jr., Nick Heidfeld, Jean-Eric Vergne en Sébastien Buemi. Vanaf het volgende seizoen (2018-2019) stapt ook Felipe Massa in de Formule E. Voormalig wereldkampioen Formule 1 Nico Rosberg is dan weer een investeerder in deze veelbelovende sport. Ook enkele Belgen spelen een belangrijke rol. Jérôme d’Ambrosio rijdt voor het team Dragon en won al twee races, terwijl voormalig Le Mans-winnaar André Lotterer (een Duitser met Belgische moeder) uitkomt voor Techeetah. Bij Mahindra Racing is Sam Dejonghe test- en ontwikkelingsrijder.
21
O V E R E N W E E R F LU X 5 0
22
—
MET FLUX 50 ALS DIRIGENT NAAR SLIMME ENERGIE
“MIJN MISSIE IS GESLAAGD ALS VLAANDEREN EEN VOORBEELDREGIO WORDT”
Niemand kan de energiemix van 2050 voorspellen, maar lokale en duurzame productie is de toekomst. De energie moet ook slim worden gestockeerd, verdeeld en verbruikt. Daarvoor wil Flux 50 zich volop engageren. Het doel ligt vast, de optimale weg wordt nog gezocht.
De technologie om de productie en consumptie van energie slim te maken, bestaat. De componenten moeten nu op mekaar worden afgestemd en de juiste partners erbij betrokken. Dat vergt een dirigent en die rol willen we opnemen”, zegt Managing Director Frederik Loeckx van de kennisen netwerkorganisatie.
1 I ‘Mijn missie is geslaagd als we een voorbeeld zijn’ “Beroepsmatig zal mijn missie geslaagd zijn als Vlaanderen over vijf à zes jaar erkend wordt als voorbeeldregio voor een duurzame energievoorziening. Zover is het nog niet, maar op 7 juni waren we toch al gastheer voor een Europees evenement, waarbij we bedrijven en projecten willen matchen. Op persoonlijk vlak zal ik tevreden zijn als ik overbodig ben bij de organisatie zoals ze nu is. Ik wil me dan kunnen richten op de uitdagingen van dat moment. Ik heb het profiel van een starter. Betreden paden volgen, vind ik saai.” 2 I ‘Ook voorbeeldlanden hebben problemen’ Iedereen kijkt naar Duitsland, Denemarken en IJsland. “Toen ik bij Flux50 begon, heb ik die landen bezocht en gemerkt dat ook zij nog een hele weg af te leggen hebben. In IJsland valt de opbrengst van nieuwe geothermische projecten tegen, er hangt ook een permanente sulfietgeur. Duitsland loopt voorop
THEMANUMMER DUURZA AMHEID — FREDERIK LOECKX • 1973: wordt geboren in Anderlecht. • 1996: studeert af aan de KU Leuven als ingenieur elektrotechniek. • 1996: gaat aan de slag bij Utimao Safeware. Eerst als projectverantwoordelijke, dan als topman van de Belgische tak. • 2001: behaalt een MBA aan de Vlerick Leuven Gent Management School. • 2003: wordt innovatieadviseur bij de GOM Vlaams-Brabant. Hij leert er de subsidiemogelijkheden kennen en bouwt er een netwerk uit. • 2006: benoemd tot CEO bij TriPhase, een spin-off van de KU Leuven die onderzoek doet naar sturingen van vermogenelektronica. Het wordt zijn toegang tot de energiesector. • 2016: wordt managing director bij Smart Grid Flanders en zijn opvolger Flux50.
—
Flux50 en ABB: samen naar duurzame energie Flux50 is de opvolger van de Vlaamse Speerpuntcluster Energie. De organisatie helpt bedrijven uit de energie-, IT- en bouwsector commerciële doorbraken te realiseren bij de transitie naar een slimme en duurzame productie, opslag en distributie van stroom. Ze brengt hen daartoe in contact met andere ondernemingen, academici en de overheid. ‘Flux’ verwijst naar elektrische stroom, ‘50’ naar de klimaatdoelstellingen voor 2050. De naam klinkt ook internationaal. De Vlaamse technologie moet mondiaal worden vermarkt. Flux50 focust op vijf domeinen: energiehavens, microgrids, multi-energietoepassingen op wijkniveau, ‘energy cloud’applicaties en intelligente renovatie. De organisatie telt 75 leden. ABB is er medeoprichter en bezieler van.
met zijn Energiewende, maar heeft een bruinkoolprobleem. En Denemarken is een voorbeeld voor windmolens. Gelukkig hebben ze een grote kust, want op het land heerst een NIMBY-syndroom*.” 3 I ‘Ik zit in een doelgroep die moeilijk te bereiken is’ Hoe past Loeckx de principes van duurzaam energieverbruik zelf toe? “Ik zit in een doelgroep die moeilijk te bereiken is. Ons gezin bestaat uit twee volwassenen en drie kinderen, maar we doen ons best. Onze enige auto gebruiken we alleen als er geen goede alternatieven zijn. Op energievlak proberen we veeleer om het verbruik te verminderen dan te zoeken naar de grotere opbrengsten. We gaan ook nu pas zonnepanelen leggen, omdat we eindelijk weten waar we onze dakvensters zullen plaatsen.” 4 I ‘Wie me kent, weet dat ik me moeilijk kan intomen’ “Ik ben een gepassioneerd oriëntatieloper. Ik kan me daarbij moeilijk intomen en zoek de grens op
— Ook de bruisende industriële sites, zoals de haven van Antwerpen, schakelen steeds meer over naar naar slimme energie.
tussen maximale snelheid en nog helder kunnen nadenken. Dat doe ik ook in het bedrijfsleven. Ik kan in korte tijd dingen afwegen en snel beslissen. Daarnaast speelt de dualiteit tussen je eigen weg volgen en die nadien in groep analyseren. Ook professioneel. Ik hou van kleine organisaties, waar ik mijn ding kan doen en het resultaat in de groep kan gooien.” 5 I ‘De chemie staat er, de energiesector nog niet. Aan de groepsdynamiek is nog werk’ “De voeding staat er, de chemie ook. De energiesector nog niet. Er zijn organisaties voor WKK’s, hernieuwbare energie en de traditionele producenten. Als geheel moeten we nog een stap zetten. We worden gedwongen na te denken over de toekomst als we willen wegen op het debat.”
* NIMBY: not in my backyard.
23
FOR A BETTER WORLD WARMTENET TEN
24
—
NEDERLAND EN BELGIË BOUWEN STEEDS MEER WARMTENETTEN UIT NAAR DEENS VOORBEELD
“Wanneer warmte meer waard wordt dan stroom”
— Gerton Dekkers, Vice President Industrial Automation Division Benelux
In Nederland en België mag de uitbouw van warmtenetten dan nog in de kinderschoenen staan, toch is het duidelijk dat de beweging ook in de lage landen definitief in gang is gezet. “En dat is goed voor ABB, want wij hebben al heel wat expertise opgebouwd, onder meer in Denemarken waar warmtenetten ingeburgerd zijn”, zegt Gerton Dekkers, Vice President Industrial Automation Division Benelux van ABB.
THEMANUMMER DUURZA AMHEID
— Ook in de Antwerpse wijk Nieuw-Zuid is een warmte‑ net voorzien.
—
Drie uitdagingen 1. Het basisprincipe van een warmtenet mag dan eenvoudig zijn, de uitwerking ervan is vaak complex. Een van de uitdagingen is bijvoorbeeld de afhankelijkheid van de warmtebron. “Stel, je warmtebron is een verbrandingsoven en die valt uit. Bij een elektriciteitsnet draai je een schakelaar om en je haalt je stroom elders, bij een warmtenet kan dat niet zomaar. Je zult dus moeten kijken hoe je warmtenetten kunt koppelen of in een back-upsysteem met bijvoorbeeld aardgasketels kunt voorzien. De kracht van ABB is ervoor te zorgen dat dit allemaal geïntegreerd en geautomatiseerd wordt”, zegt Tonny.
“Een geoptimaliseerd netwerk biedt niet alleen voordelen aan de afnemers, maar ook aan de producenten van (rest) warmte. Voor hen schept dit de mogelijkheid van een nieuw verdienmodel.”
2. Zijn verliezen door lekken in het net ook geen probleem? “Die kunnen inderdaad optreden, maar ze zijn goed beheersbaar. De toegepaste leidingen zijn voorzien van een lekdetectiesysteem in de isolatie. Als zich ergens een probleem voordoet, weten we meteen waar en moeten we geen hele straat opengooien om het euvel te herstellen”, aldus Glenn. 3. Een net vergt voorts onderhoud. Maar ook hierop kan worden geanticipeerd. Met een sensor kunnen de vibraties op de motor van de pomp worden gemeten. Dat maakt het mogelijk om op het gepaste moment het onderhoud te plannen, zodat de periode dat de pomp niet werkt zo minimaal mogelijk wordt gehouden.
GERTON DEKKERS, VICE PRESIDENT INDUSTRIAL AUTOMATION DIVISION BENELUX
Warmtenetten recupereren de restwarmte van onder meer verbrandingsovens en industriële processen, om ze dan via een systeem van geïsoleerde ondergrondse leidingen naar woonwijken te brengen en er huizen, kantoorgebouwen, scholen, ziekenhuizen, enz. mee te verwarmen. “De helft van de energie die gezinnen gebruiken, gaat naar warmte. Het gaat dan zowel om de verwarming van de leefruimtes als om warm sanitair water. En dat kun je op een heel duurzame manier betrekken via een warmtenet. Het is bovendien goed voor de reductie van het CO2-peil en het bereiken van de klimaatdoelstellingen”, aldus Gerton. Dat dit kan, wordt bewezen in Denemarken. Daar is het systeem van warmtenetten al goed ingeburgerd. 60% tot 70% van de woningen is er aange-
sloten op een warmtenet, in de hoofdstad Kopenhagen is dat zelfs meer dan 90%. De doorbraak? Die kwam er eigenlijk uit noodzaak. Het land werd tijdens de oliecrisis namelijk geconfronteerd met een koudeprobleem. En dus diende het uit te kijken naar alternatieven. Inmiddels is Denemarken uitgegroeid tot hét gidsland op het vlak van warmtenetten. En ABB is een van de marktleiders.
Optimalisering is noodzakelijk Waarin zit de toegevoegde waarde van ABB bij de uitbouw van een warmtenet? We vroegen het niet alleen aan Gerton Dekkers, maar ook aan Business Development Manager Tonny Schijven en Consultant District Heating Glenn Ceusters van ABB. “Wij zijn gespecialiseerd in
25
26
FOR A BETTER WORLD WARMTENET TEN
het uitbouwen van een geïntegreerd automatiserings- en optimaliseringssysteem bij grootschalige projecten. Als je dit niet doet geef je te veel uit. Je moet ervoor zorgen dat het aanbod aan warmte anticipeert op de vraag. Daarom ontwikkelden we software die de vraag naar warmte kan voorspellen, waarbij we onder meer rekening houden met historische gegevens, de dag van de week en de weersvoorspellingen. Dat is handig, omdat het doorgaans een hele poos duurt vooraleer het water is rondgepompt. In grote netten kan daar een week overgaan. ABB levert naast optimalisatiesoftware een breed scala aan producten zoals motoren, drives, meet- en analyseapparatuur, low- en mediumvoltagesystemen en UPS-systemen”, zegt Tonny.
Vooral geschikt voor stedelijke gebieden De aanleg van warmtenetten is vooral geschikt in verstedelijkte gebieden, waar tussen de huizen geen grote afstanden overbrugd moeten worden en de warmtedensiteit hoog is. In Antwerpen is er zo een nieuw warmtenet voorzien in de wijk Nieuw-Zuid. In Nederland liggen er al in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en vele andere grote en kleine steden. De grootste kostenpost voor een warmtenet is de aanleg van het netwerk, dat op gemiddeld 1 miljoen euro per kilometer mag worden geschat. Bovendien moet je rekening houden met warmteverliezen. Vroeger mocht je rekenen op 1 graad verlies per kilometer netwerk, nu is dat teruggevallen tot 0,5 graad. Een solitaire woning aansluiten die 2 kilometer van het netwerk staat, is dan geen optie. Bij hoogtemperatuurnetwerken wordt gewerkt met stalen buizen, bij laagtemperatuur kunnen die ook van kunststof zijn.
Nieuw verdienmodel “Een geoptimaliseerd netwerk biedt niet alleen voordelen aan de afnemers, maar ook aan de producenten van (rest)warmte. Voor hen schept dit de mogelijkheid van een nieuw verdienmodel. Niet alleen voor afvalbedrijven en industriële ondernemingen, maar ook voor producenten van groene stroom. Soms hebben ze een teveel aan
elektriciteit dat ze niet meteen tegen een acceptabele vergoeding kwijt kunnen. Het kan dan handig zijn om dat te gebruiken voor de verwarming van water, dat nadien eventueel kan worden opgeslagen in buffertanks of in ondergrondse reservoirs tot op het moment dat er een toename is van de warmtevraag”, aldus Gerton. “Vroeger was warmte vaak een bijproduct van elektriciteit, nu stellen we soms het omgekeerde vast en is warmte meer waard dan stroom”, voegt hij er nog aan toe.
Financiële aanmoediging Om de instap in een warmtenet voor particulieren financieel aantrekkelijk te maken, wordt in Nederland vaak gewerkt met de formule ‘Niet meer dan anders’: de overheid verbindt zich ertoe dat de warmteverbruiker niet meer betaalt dan wat hij kwijt zou zijn, mocht hij zijn huis met klassieke energie verwarmen. “In Denemarken heeft de markt zich al verder ontwikkeld en doen ze het anders. Daar bundelen ze de vragen van de consumenten en laten ze de warmteproducenten een aanbod doen”, aldus Gerton.
THEMANUMMER DUURZA AMHEID
—
Hoe werkt een warmtenet? Een warmtenet valt het best te vergelijken met een centrale verwarming. Een warmtebron zorgt voor de opwarming van het water, dat vervolgens via een leiding wordt rondgepompt. Bij de gebruiker geeft het zijn warmte af. En ten slotte stroomt het weer naar het startpunt, waar het opnieuw kan worden opgewarmd. Bij een klassieke centrale verwarming gebeurt alles binnen de muren van een gebouw, een warmtenet kan dan weer een hele stadswijk voorzien van water, dat op temperatuur is gebracht met de restwarmte van een nabijgelegen verbrandingsoven of industrieel proces. Dat water wordt dan via een ondergronds netwerk van geïsoleerde buizen naar de woningen gebracht, waar een warmtewisselaar de warmte uit het net haalt en ze overzet op het netwerk in de woning. Daar kan ze worden gebruikt voor de verwarming van de ruimtes en voor de opwarming van het sanitaire water. De temperatuur in de bestaande warmtenetten bedraagt doorgaans 110 graden. Al worden er ook steeds meer netten op lage temperatuur aangelegd, bijvoorbeeld 60 tot zelfs 30 graden. Daar moet de onttrokken warmte dan eventueel met een warmtepomp wat worden geboost.”
warmtecentrale
verwarmd water afgekoeld water
onderstation
27
PRODUCTEN NIEUWS
28
• TRUONE • SMISSLINETP
—
Productnieuws — NU MET POWER BAR-UITVOERING VOOR 250 A
ONTDEK DE TOEKOMSTGERICHTE SMISSLINE TP In iedere kritische omgeving is downtime geen optie. Het SMISSLINE TP railsysteem biedt deze zekerheid en is ontworpen voor veilig en flexibel ‘hot swapping en hot plugging’ Het systeem biedt de hoogste zekerheid op zero downtime tegen de laagst mogelijke total costs of ownership. Met het nieuwe SMISSLINE TP Power Bar system is het systeem geschikt tot 250A en te upgraden naar 400A.
SMISSLINE TP is een volledig aanrakingsveilig en flexibel railsysteem voor omgevingen waar hoge eisen worden gesteld aan beschikbaarheid, eenvoudige en snelle installatie en onderhoud. Het is het meest geschikte systeem voor deze kritische toepassingen in: • informatietechnologie en communicatie, zoals datacenters, communicatiecentra • i nfrastructuur, bijvoorbeeld luchthavens, treinstations •g ezondheidszorg, bijvoorbeeld ziekenhuizen • i ndustrie bijvoorbeeld proces- en industriële automatisering, machinewereld Als ’s werelds eerste, aanrakingsveilige systeem waarborgt SMISSLINE TP dat componenten onbelast onder spanning kunnen worden geplaatst en verwijderd en dit zonder persoonlijke beschermingsmiddelen.
PRODUCTVOORDELEN •V eiligheid: Het SMISSLINE TP modulaire distributiesysteem maakt het mogelijk om onbelast componenten onder spanning te plaatsen en te verwijderen zonder persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken. •D e steekbare componenten besparen montagetijd. Bij verticale installatie in de besturingskast zorgt voor riante ruimtebesparingen. •E envoudig en snelle klik montage op het railsysteem. •F lexibiliteit, uitbreidbaarheid en beschikbaarheid. Productkenmerken •H et standaard SMISSLINE TP systeem is geschikt tot 200A. •M et het nieuwe SMISSLINE TP Power Bar system is het systeem geschikt tot 250A en te upgraden naar 400A. •V ijf direct insteekbare beveiligingscomponenten, waaronder MCB’s, RCD’s, SPD’s, motorstarter en lastscheiders. •W ereldwijde goedkeuringen en standaarden. •E xcellente veiligheid bij onderhoud en service. •V olledig aanrakingsveilig conform IP2XB.
THEMANUMMER DUURZA AMHEID
—
ABB LANCEERT TRUONE™ Met TruONE introduceert ABB een volledig nieuwe, automatische omschakelaar met connectiviteits- en monitoringfuncties voor kritieke vermogenstoepassingen. De TruONE is de eerste automatische omschakelaar waarin alle benodigde sensoren en controllers zijn samengebracht. In kritieke vermogenstoepassingen worden automatische omschakelaars ingezet om stroomuitval te herkennen en automatisch over te schakelen op een noodstroomgenerator. Vaak is een automatische omschakelaar een complexe installatie met verschillende sensoren, controllers, schakelaars en operator interfaces die onderling zijn bekabeld. Door alles onder te brengen in één module, inclusief een geïntegreerde controller met een afneembare gebruikersinterface (HMI) zorgt TruONE ervoor dat het installeren van automatisch omschakelaars sneller, eenvoudiger en betrouwbaarder verloopt. Met zeven communicatieprotocollen maakt de TruONE automatische omschakelaar deel uit van ABB’s AbilityTM-portfolio software- en connectedoplossingen. Deze ondersteunen klanten bij het verbeteren van hun productiviteit met functies zoals predictief onderhoud en conditiemonitoring. De TruONE automatische omschakelaar laat zich eenvoudig installeren; één kabel en standaardbehuizingen volstaan. Ergonomische studies hebben aangetoond dat de installatie hiermee tot 80 procent sneller verloopt. De tijd en kosten voor bekabeling en ingebruikname worden zelfs met maximaal 90 procent gereduceerd.
Het alles-in-een ontwerp van de TruONE wordt af-fabriek geassembleerd geleverd en volledig getest volgens ABB’s strenge kwaliteitsstandaarden. De veiligheid tijdens handmatige bediening is zelfs in belaste toestand verbeterd dankzij de handgreep die verhoogd op het schakelaarframe is gemonteerd. Hierdoor is het niet meer nodig om de paneeldeur te openen. TruONE onderscheidt zich verder door de afneembare HMI die volledig gescheiden is van de leidingen. Gevaarlijke netspanning hoeft daarom niet langer aan de deur te worden bevestigd waardoor de veiligheid voor bedienend personeel aanzienlijk verbetert. TruONE is de eerste automatische omschakelaar met ingebouwde functionaliteit voor voorspellend onderhoud. De eigen status van de omschakelaar wordt voortdurend gemonitord evenals de omgeving door middel van temperatuurbewaking. Hierdoor is een betrouwbare omschakeling gegarandeerd op het moment dat moet worden teruggevallen op noodstroomvermogen. De innovatieve module heeft dezelfde user interface en softwareomgeving als de intelligente ABB Emax2 vermogensschakelaar. De zeven communicatieprotocollen bieden maximale connectiviteit. In combinatie met de cloud-gebaseerde diensten via het ABB AbilityTM Electrical Distribution Control System vereenvoudigt TruONE samen met andere ABB-modulen het remote-beheer van procesomgevingen.
29
30
HOTSPOT ISO -NORM
De vestigingen van ABB in de Benelux behaalden moeiteloos een strenge nieuwe ISO-norm rond milieumanagement. Environmental Coordinator Benelux Eva De Decker legt uit hoe dat komt.
—
ABB GECERTIFICEERD VOOR NIEUWE MILIEUNORM ISO-normen zijn internationaal geldende normen voor producten, diensten en goede praktijken. De ISO 14001:2015-norm garandeert dat het bedrijf dat hiervoor gecertificeerd is over een state-of-the-art-milieumanagementsysteem beschikt. “Elk gerenommeerd bedrijf met een zeker aantal werknemers tracht aan deze norm te voldoen”, zegt Eva De Decker. “Het is een certificaat waar veel klanten naar vragen. Dan zijn ze zeker dat je bedrijf milieubewust werkt volgens de regels van de kunst en dat het milieuzorgsysteem wordt gecontroleerd door externe audits.” In het voorjaar van 2018 ondergingen de vestigingen in Antwerpen, Rotterdam Waalhaven, Ede en Barendrecht een succesvolle audit voor hercertificatie. De vestigingen Jumet en Houdeng Goegnies komen in de zomer aan de beurt. Het bijzondere aan de nieuwe norm is dat hij de milieu-inspanningen niet alleen op het niveau van individuele bedrijfsvestigingen bekijkt, maar doorheen de hele waardeketen vanaf de aankoop van grondstoffen tot de end-of-life-fase van de producten. Eva De
Decker legt uit: “Je wordt als bedrijf verplicht je af te vragen wat alle belanghebbenden (omwonenden, klanten, moederbedrijf…) willen op het gebied van milieu, en je doelstellingen en manier van werken daar indien nodig voor aan te passen. Dit geldt ook op productniveau, waar je bijvoorbeeld rekening dient te houden met de milieu-impact op het moment dat het product afval wordt. De norm is dus een stap in de richting van een circulaire economie.” Om te conformeren aan deze norm moest ABB eigenlijk geen zware inspanningen leveren, geeft De Decker aan. “Het is een bevestiging van wat we al deden: duurzaam ondernemen in al zijn aspecten, en dat niet louter en alleen op bedrijfsniveau. Het ging dus eerder om een theoretische oefening en een controle of alle aspecten goed geïntegreerd zijn in onze systemen. We hebben ook bekeken welke risico’s mogelijk kansen bieden, zoals bijvoorbeeld nog meer investeren in de ontwikkeling van duurzame producten als antwoord op het gelimiteerde gebruik van bepaalde grondstoffen.”
HET JA AR 1991
31
—
MET DE ELEKTRISCHE WAGEN NAAR UTRECHT
1991
Meer dan 25 jaar geleden was ABB al volop actief met de ontwikkeling van elektrische auto’s. Op de vakbeurs Elektrotechniek ’91 in Utrecht werd met trots een elektrische BMW 325 geshowd.
Naast een elektrische aandrijving van ABB was de auto voorzien van een natriumzwavelbatterij met een hoge energiedichtheid. Die batterij zorgde in 1991 al voor een actieradius van 135 tot 150 kilometer per acculading. En door de krachtige 36 kW elektromotor kon de auto binnen 9 seconden vanuit stilstand optrekken naar 50 km/u. In Nederland zijn er onder auspiciën van ABB in de eerste helft van de jaren negentig diverse elektrische auto’s met een aandrijving en accu van ABB getest door branche-organisatie Koninklijk Nederlands Vervoer. Op die manier werd er praktijkervaring opgedaan met elektrische personenauto’s, bestelwagens en taxibusjes. Bovendien werd er een draagvlak gecreëerd om wet- en regelgeving aan te passen aan het gebruik van elektrische auto’s. Van de gevolgen van die op duurzaamheid gerichte praktijkproef profiteren we ook vandaag de dag nog bij de inzet van een schoon elektrisch wagenpark.