Economisch bureau industrie mei 2015

Page 1

Stand van de Industrie Trends, Ontwikkelingen, Cijfers & Prognoses

Economisch Bureau Nederland

Casper Burgering Senior sector econoom 

020 – 383 26 93

 casper.burgering@nl.abnamro.com

mei 2015

@CasperBurgering


Stand van de Industrie is positief in mei

2016

2012

2013

Sheet 8

Investeringen NL (2015)

Sheet 12

Omzetgroei NL (maart)

-2,1%

2014

binnenland

2015

2015

53,4

2015

-10%

3,0% 10%

2014

2015

Sheet 14

Vacature Indicator (apr.)

Faillissementen (t/m apr, joj)

0,38

86 82 78 74

54 52 50

Productie groei NL (2015)

-10%

Sheet 13

2014

buitenland

Sheet 10

0%

PMI vs CBS

0%

2015

3,3

2013

PMI bezettingsgraad NL (apr./K2)

2014

Producenten vertrouwen NL (april)

4 2 0 -2 -4 -6 -8

2016

2012

2008

2004

1996

2016

2012

2008

-12% 2004

-12% 2000

0%

0%

1996

12%

2014

Sheet 9

4,6%

12%

-20%

-5% 2013

2015

Export NL (2015)

4,5%

10%

2014

2013

2008

2004

48

2000

Sheet 7

2000

1996

-5%

0%

-34%

1

100

0

50

-1 2013

81,8%

2016

50

2012

52

5%

58 56 54 52 50 48 46

2008

0%

1,8%

54,0

2004

54

BBP NL (2015)

1996

5%

Sheet 7

PMI man. NL (april)

51,0

3,3%

Sheet 11

Sheet 6

Global PMI Man. (april)

2000

Sheet 5

Mondiale BBP (2015)

2006 2008 2010 2012 2014 2016

Sheet 3

2014

0

2015

2013

2014

2015

15% 0%

Economisch Bureau

-15%

Oranje lijn = LT-gemiddelde Groene lijn = actueel verloop Grijze stippellijn = neutrale grens

Verwachting ABN AMRO

Actuele stand van zaken

Ongunstige omstandigheden

Neutrale omstandigheden

Gunstige omstandigheden

2


Teleurstellende cijfers uit de VS en China 8%

World GDP % growth 2015: 3.3%

7%

EMERGING ASIA

India

China

Vietnam 6% Indonesia

GDP % growth (yoy) 2016

5%

Poland Turkey Colombia Mexico

World GDP % growth 2016: 3.9%

South Africa S.Korea LATIN UAE EMERGING Spain Australia US Ireland AMERICA EUROPE Greece Belgium UK Czech Rep. Germany Brazil France Norway EUROZONE Argentina Italy Netherlands Japan

4% 3% 2% 1% Russia

Switzerland

0% -6%

-4%

-2% 0% GDP % growth (yoy) 2015

2%

4%

6%

8%

10%

60

50 Global Man. PMI neutral 40 01-10 01-11 01-12 01-13 01-14 01-15

De Manufacturing PMI voor de mondiale industriële activiteit nam in april af met 0,7 index punten naar 51,0. Dit is nog boven de neutrale grens van 50 punten. De wereldhandel nam in februari met 2,0% j-o-j toe. Dit is een lichte afzwakking t.o.v. de groei in januari(+2,1% j-o-j). Het tempo van de groei verzwakte af t.o.v. de laatste 4 maanden van 2014.

De Amerikaanse economie is in de eerste maanden van dit jaar flink vertraagd, maar de zwakkere groei kwam in ieder geval voor een deel voort uit tijdelijke factoren. Steun komt voort uit: de sterke groei vd particuliere consumptie in K1, de stijgende huizenprijzen, sterke herstel vd Chicago PMI, de daling in aanvraag werkloosheidsuitkeringen.

De Chinese economie groeide met slechts 7% in K1-2015, en dit is een 6-jaars laagte record. De zwakke groei was vooral het gevolg van zwakke binnenlandse vraag. Risico’s komen vooral voort uit het hoge niveau van de schulden en overcapaciteit. Ook andere indicatoren duiden op een afkoeling van de economie, maar een harde landing sluiten we uit.

Er komen steeds meer tekenen dat de EU-economie aantrekt. Hoewel vertrouwensindicatoren voor april een nogal wisselend beeld laten zien, stemt het totaalplaatje hoopgevend. Harde economische cijfers over K1 suggereren dat groeiversnelling is opgetreden. De lagere prijzen, de goedkopere euro en de ruimere kredietverlening wijzen op herstel.

De Lat-Am. economie stelt nog steeds teleur. Brazilië, de grootste economie in Latijns Amerika, laat slechte cijfers zien over K1-2015. De PMI voor de industriële activiteit staat in de krimpfase en de export is in K1 gedaald. Ook het consumentenvertrouwen blijft maar dalen. Voor dit jaar gaan we ervan uit dat de Braziliaanse economie zal krimpen met 1%.

3 Economisch Bureau

Bron: ABN AMRO Economisch Bureau, CPB, Markit Economics


Mondiale productie presteert nog onder zijn kunnen

Mondiale industriele productie LT-gemiddelde

2014

2015

2015

2013

2014

2012

VS Europe

2013

2011

2012

-5% 2010

2011

0%

Wereldhandel groeit volgens ABN AMRO met 5% joj in 2015 en 6% joj in 2016 2010

2015

2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

-15%

% groei (joj)

-10%

5%

2009

10%

-5%

2004

0%

% groei (joj)

15%

2008

20%

2007

10%

25% 20% 15% 10% 5% 0% -5% -10% -15% -20% -25% 2006

25%

Ook de groei van de wereldhandel zet begin 2015 nog niet door…

2005

15%

De nieuwe orders daalt in april scherp, maar blijft nog boven 50 (dus groei)…

Global PMI

Vooral industrie van Latijns Amerika draagt bij aan de beperkte groei…

5% % groei (joj)

Mondiale productie

Mondiale industriële productie groeit met 2,4% joj in K1 en overtuigd nog niet…

Wereldhandel LT-gemiddelde

LatAm Asia

…en ook de mondiale output index neemt sterk af in april…

…terwijl de werkgelegenheid licht toeneemt ten opzichte van vorige maand.

55

55

55

54

54

54

53

53

53

52

52

52

51

51

51.8

50

51.1

neutraal

50

neutraal 50

49

49 2014

2015

50.7

51

neutraal

49 2014

2015

2014

2015

4 Economisch Bureau

Bron: Thomson Reuters Datastream, CPB, CBS


PMI Japan ook in krimpfase, Frankrijk zakt verder weg April PMIs verwerkende industrie Wereld: 54.0

51.7

51.9

51.0

-3.9%

-1.4%

VS

55.7

70

54.1

60

-2.9%

50

54.0

55.8

2.9%

Japan

-1.8%

52.8

47.7

52.1

50.1

-1.3%

5.0%

Europa:

(index, 50 = neutraal)

40

52.5 56.8

PMI output - april

50.3

30

49.9

20

-0.8%

10

46.2 Brazilie

52.6

0

46.0 -0.4%

52.2 -0.8%

Output

48.8

48.0

neutraal

48.1 53.3

-1.6%

Rusland

53.8

48.9 1.7%

0.9%

70

PMI nieuwe orders - april

60

(index, 50 = neutraal)

50

54.3

40

54.2

52.6 India

-0.2%

51.9 -1.3%

20 10

Eurozone: 52.2

52 -0.4% Cijfers gecorrigeerd voor seizoensinvloeden

30

49.6 China

0

48.9 -1.4%

Nieuwe orders

neutraal

In Europa staat de PMI voor de verwerkende industrie van Frankrijk nog in de krimpfase. In de overige Europese landen met een PMI registratie staat de verwerkende industrie er gunstig bij. Met name is de situatie in Oostenrijk sterk aangetrokken met een groei van 5% m-o-m. Ook in Nederland en ItaliĂŤ verbeterde de index op maandbasis, terwijl in de overige Europese landen de index daalde. Van de BRIC landen staat nu alleen nog India in de groeifase met de PMI voor de verwerkende industrie. Ook Japan heeft zich in april aangesloten bij de landen met hun PMI voor de verwerkende industrie onder de 50 neutrale grens.

5 Economisch Bureau

Bron: Thomson Reuters Datastream, NEVI, Markit Economics


Nederlandse verwerkende industrie groeit verder 58 56

02

54 01

52

00

50 48

-01

46 -02

44

-03

42 2013

2014

PMI - werkgelegenheid PMI - productie PMI - voorraad ingekocht materiaal 

PMI - industrie (totaal)

bijdrage in indexpntn van onderdelen PMI aan de wijziging van PMI totaal

03

2015

PMI - nieuwe orders PMI - levertijden PMI - Industrie (r.as)

De PMI voor de verwerkende industrie heeft in april weer terrein gewonnen ten opzichte van maart. De index kwam uit op 54 punten en dat is een toename van 1,5 indexpunten (of 2,9%) op maandbasis. De index staat nu 22 maanden non-stop boven de 50.

De meeste deelindicatoren droegen bij aan de groei van de index in april, alleen de deelindicator ‘voorraad ingekocht materiaal’ bleef nagenoeg stabiel in april. De twee meest relevante deelindicatoren van de index (nieuwe orders en productie) droegen het sterkst bij aan de totaalindex. Deze twee indicatoren samen bepalen voor 55% de richting van de index.

De nieuwe export orders index krijg zijn sterkere impuls vooral door de zwakkere euro. Omdat de euro afgelopen weken iets sterker is geworden ten opzichte van de dollar, zal de index in mei wellicht iets afzwakken. Maar voor heel 2015 geldt dat de export de aanjager blijft van groei voor de verwerkende industrie. De Purchasing Managers’ Index (PMI) van het NEVI is een verzamelingsindex gebaseerd op 5 individuele indexen met de volgende zwaarte verdeling: nieuwe orders (0,3), productie (0,25), werkgelegenheid (0,2), levertijden (0,15), voorraad ingekocht materiaal (0,1), met de levertijden index omgekeerd zodat de cijfers zich in een vergelijkbare richting bewegen.

6 Economisch Bureau

Bron: NEVI, Thomson Reuters Datastream, ABN AMRO


BBP-groei krijgt bredere basis (zie voor meer achtergrond en analyse de ‘Nederlandse Economie in Zicht’ op ABN AMRO Insights) 15%

2013

2014

2015

2016

1,8

2,3

% mutaties

10%

BBP

-0,7

0,9

5%

Particuliere consumptie

-1,6

0,1

1,5

1,5

0%

Overheidsconsumptie

-0,2

-0,3

-0,2

0,2

Investeringen

-3,9

3,5

4,5

5,1

2,2

4,0

4,6

5,6

-5%

Uitvoer Invoer

-10%

Consumentenprijsindex Lonen (part.)

-15% 2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

1,0

4,0

5,1

5,9

2,5 1,3

1,0 1,2

0,6 1,4

1,8 1,7

7,0 9,9 -1,7

6,6 9,6 -1,0

2014

BBP

Overheidsconsumptie

Particuliere consumptie

Investeringen

Uitvoer

Invoer

niveaus

Werkloosheid (% ber.bev. - CBS) Lopende rekening (% BBP) Saldo overheid (% BBP)

7,3 11,0 -2,3

7,4 10,3 -2,3

-

De Nederlands economie groeit harder dan gedacht. Het BBP nam in het vierde kwartaal niet met 0,5% op kwartaalbasis toe, zoals eerder was bericht, maar met 0,8%. De gemiddelde BBP-groei over 2014 komt daarmee uit op 0,9%. Zonder beperking van de gaswinning en zachte winter, had het groeitempo zelfs een half procentpunt hoger kunnen liggen.

-

De internationale handel blijft belangrijk. Naar verwachting zal de uitvoer komend jaar verder toenemen. Behalve van de mondiale conjunctuuropleving profiteren bedrijven namelijk ook van de lagere euro. Het ondernemersvertrouwen wordt verder gevoed door de lage olieprijzen en de gedaalde rente. Beide drukken de productiekosten omlaag.

-

De hogere consumptie en bedrijfsinvesteringen leiden tot een toename van de binnenlandse vraag. Hierdoor stijgt de invoer uit het buitenland. Hoewel de invoer harder stijgt dan de uitvoer, blijft het overschot op de lopende rekening hoog. Met ruim 10% van het BBP ligt het royaal boven de Europese richtlijnen. Toch maakt de Europese Commissie hier geen halszaak van.

7 Economisch Bureau

Bron: ABN AMRO Economisch Bureau (Nico Klene/Philip Bokeloh)


Sentiment bij handelspartners geeft gemengd beeld Duitsland:

Verenigd Koninkrijk:

Verenigde Staten:

Het algemene vertrouwen bij ondernemers is goed, terwijl industriële ondernemers in de loop van K1 weer wat positiever werden.

Sentiment in de industriële sector neemt af in het VK, met name doordat de pond sterker is geworden ten opzichte van de euro.

Parallel aan de verslechtering van de economie in K1, is het sentiment in de VS onder ondernemers afgenomen.

5

115

0

110

-5

15

20

10

15

5

10

0

5

60

55

105

-10 -15

100 2014

-5

50

0

2015 Duitsland - Industrial confidence (l.as)

2014

Duitsland - Business confidence (r.as)

2015 VK - Business confidence

45 2014

VK - Industrial confidence

2015 VS - Industrial confidence (l.as) VS - Business confidence (r.as)

Frankrijk:

Italië:

België:

Het sentiment in de industrie is nog altijd negatief. De industriële productie stelde teleur en het aantal nieuwe orders nam verder af.

Het vertrouwen heeft een sterke opmars gemaakt. Het sterke herstel in de nieuwe orders is hier mede debet aan.

Het vertrouwen is nog niet terug en de groei van de werkgelegenheid en investeringen blijven relatief gezien nog achter.

10

2

105

5

0

0

-2

-10

100

-4

-5

-6

-20

95

-10

-8

-30

-10 2014

2015 Frankrijk - Business confidence

Frankrijk - Industrial confidence

0

90 2014

2015 Italie - Industrial confidence (l.as) Italie - Business confidence (r.as)

-15 2014

2015 Belgie - Business confidence Belgie - Industrial confidence

8 Economisch Bureau

Bron: Thomson Reuters Datastream


Ondernemers optimistisch over economisch klimaat Het algemene sentiment onder ondernemers in de industrie is positief. Het producentenvertrouwen en de PMI voor de verwerkende industrie staan beide boven hun neutrale grens. Vooral de PMI op output en nieuwe orders is toegenomen. De PMI werkgelegenheid heeft zijn positie in de expansiefase verder verstevigd, ondernemers zijn positief over de nieuwe orders en de orderportefeuille is bij veel ondernemers redelijk gevuld. Het oordeel over het economisch klimaat is in alle branches van de industrie positief, met name in de basismetaalindustrie is het sentiment weer krachtig hersteld. In maart ging dit sentiment nog door een (onverwacht) dieptepunt, maar klom in april terug naar het vergelijkbare niveau als in februari. Het spontane dieptepunt staat in relatie met de (ook onverwachte) krimp van de productie in februari.

PMI - industrie 58

PMI

56

Neutraal

Vertrouwen, oordeel economisch klimaat en sentiment 54

54 52 50 48 46 44

105

5 0 -5 -10 -15 -20 -25 -30 -35 -40 -45

100 95 90 85 2013

LT gem. = 51,7

60

2013

2014

Langetermijn gem. neutraal

2015

60

49.6

53.0

20

55.4

30

20 54.5

30 51.3

40

43.1

50

40

00

80 2012

2013

2014

2015

Economisch sentiment LT-gemiddelde

Niveau april

50

10

2015

Consumentenvertrouwen Producentenvertrouwen Industrie vertrouwen Koopmoment duurz. goederen

42

2012

2014

Oordeel economisch klimaat

10 maart

5

april

0 -5

10

-10

0

saldo (%) ondernemers positief/negatief

-15

2012

2013

2014

2015

Ontwikkeling orderportefeuille Verwachting toekomstig productie niveau (saldo (%) ondernemers positief/negatief)

9 Economisch Bureau

Bron: CBS, NEVI, ABN AMRO Economisch Bureau


Productie neemt weer toe in maart Chemie

Rubber-kunststof

8

10

0 -4

-10

-8

-20

-12 2011

2012

2013

2014

2011

2015

Metaalproducten

2012

2013

2014

24

0

-12 -24 -36

2013

2014

2011

2015

Machines

2014

2015

12 8 4 0 -4 -8 -12 -16

2012

2013

2014

2015

Transportmiddelen

2011

2012

2013

2014

2015

2013

2014

2015

Meubels

24

10 80

16

6

60

2 % joj

8

40

0 % joj

% joj

2013

% joj

% joj

% joj

12

2012

2012

Elektrische apparaten

36

2011

2011

2015

Elektrotechnisch

20 16 12 8 4 0 -4 -8 -12

-

% joj

% joj

4

0

Legenda: Groei gemiddelde dagproductie industriĂŤle branches (in % joj).

20 16 12 8 4 0 -4 -8 -12

12

20

% joj

Basismetaal

-8 -16 2011

2012

2013

2014

2015

-2

20

-6

0

-10 -14

-20 2011

2012

2013

2014

2015

2011

2012

= productie ontwikkeling = 3-maands voortschr. gem. = lange termijn gemiddelde

In maart steeg de totale industriĂŤle productie met 1,6% op jaarbasis, na twee maanden van (lichte) krimp in de productie. Daarmee kwam de kwartaalgroei uit op 0,2% op jaarbasis. In maart kromp de productie vooral bij de chemische industrie en de voedings- en genotmiddelenindustrie. De productie groeide met name sterk in de bouwgerelateerde branches en in de transportmiddelenindustrie. Ook de meubelindustrie maakt een indrukwekkend herstel mee in de maand maart. De machineindustrie stelde teleur met een krimp van 0,2% joj. En dat is een tegengestelde trend ten opzichte van de omstandigheden in de Duitsland, waar Nederland een belangrijke toeleverancier aan is. Voor de totale industrie (excl. food) gaat ABN AMRO uit van een groei van 3% in 2015.

10 Economisch Bureau

Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau


Omzetdruk door zowel lagere afzetprijs als binnenlandse vraag Chemie

Rubber-kunststof

60

20

20

40

0

10 0

2012

2013

2014

Metaalproducten

2012

2013

2014

2015

Machines 80

30

60

20

40

10

20 % joj

40

0

-10

2011

2012

2013

2014

2015

Meubels

2013

2014

2015

2014

2015

60 40 20

0

0

-20

-40 2011

2012

Transportmiddelen

-20

-20

0

-40 2011

2015

% joj

2011

-

2011

2012

2013

2014

-40

2015

2011

2012

2013

Totale omzet industrie (binnen- en buitenland) 15

15 10 5 0 -5 -10 -15 -20

10 Totale omzet

% joj

5 % joj

0

Omzet binnenland

-5 -10

Omzet buitenland

-15 2011

2012

2013

2014

2015

= productie ontwikkeling = 3-maands voortschr. gem. = lange termijn gemiddelde

-20

-10

-40

Legenda: Groei totale omzet industriĂŤle branches (in % joj).

20 % joj

% joj

30

% joj

40

-20

% joj

Basismetaal

2012

2013

2014

2015

De omzet vanuit de binnenlandse vraag daalt alweer 11 maanden op rij. De eerste drie maanden van 2015 bleken niet geweldig en in het eerste kwartaal is de binnenlandse omzet met gemiddeld 12,1% joj afgenomen. De buitenlandse omzet groeide marginaal met 0,6% joj. Aangezien de totale omzet kromp met 4,4%, toont dit aan dat de omzet uit het buitenland de krimp in de totale omzet heeft gedempt. De omzetdruk is hoog in de chemische industrie en de metaalproductenindustrie. Aangezien de metaalproductenindustrie uit een groot aantal kleine bedrijven bestaat, leidt een aanhoudende omzetdruk ertoe dat relatief veel bedrijven failliet gaan in deze branche. In de transportmiddelen- en meubelindustrie blijft de omzet sterk groeien in het eerste kwartaal.

11 Economisch Bureau

Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau


Bezettingsgraad vaak nog niet op pre-crisis niveau

BBP (l.as, % joj)

Productiviteit per werknemer (l.as, % joj)

2015

2014

2013

2012

2011

2010

74 2009

-6%

2008

76

2007

-4%

2006

78

2005

-2%

2004

80

2003

0%

2002

82

2001

2%

2000

84

1999

4%

1998

86

1997

6%

Bezettingsgraad Industrie (r.as, %)

De bezettingsgraad in de industrie heeft in het tweede kwartaal een iets krachtiger herstel laten zien. De bezettingsgraad kwam in het tweede kwartaal uit op 81,8% en dat is een verbetering van 1,4%-punt ten opzichte van voorgaand kwartaal. Maar desondanks staat de bezettingsgraad nog steeds onder zijn lange termijn gemiddelde van 82,3%.

De bezettingsgraad van de totale industrie volgt de ontwikkeling van de Nederlandse economie op de voet. En net zoals de Nederlandse economie herstelt de bezettingsgraad langzaam, maar in opgaande lijn.

In de chemische industrie en de machinebouw stelt de bezettingsgraad nog teleur. Daar zit de reeks in een neergaande lijn sinds de tweede helft van 2014. In de metaal georiënteerde branches, maar ook in de rubber- en kunststofindustrie staat de bezettingsgraad boven het lange termijn gemiddelde.

12 Economisch Bureau

Bron: Thomson Reuters Datastream, NEVI, Markit Economics


Vacature-indicator industrie zwakt iets af in april Dalende trend in vacature-indicator

20

(max. is 3 en min is -3)

ondernemers optimistisch

2

60

15 10

55

uitzenduren in % joj

1 0 -1

5 0

50

-5

-10

-2

ondernemers pessimistisch

-3 2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

45

-15 2014

2015

Totaal

Industrie

Bouwnijverheid

Commerciële dienstverlening

-20

40 2011

2012

2013

Uitzenduren industrie (l.as, % joj)

2014

PMI werkgelegenheid (>50 = expansie)

3

Uitzenduren industrie nemen toe

2015

PMI-werkgelegenheid (r.as)

De totale vacature-indicator is in april afgenomen, mede door de daling van het optimisme in de dienstensector en in de industrie. Desondanks blijven ondernemers in Nederland nog steeds overwegend optimistisch over de vacature-ontwikkeling. In de dienstensector is de indicator nagenoeg neutraal, terwijl ondernemers in de industrie iets positiever zijn.

De PMI voor de werkgelegenheid kwam in april uit op 51,3 en nam daarmee met 0,9-indexpunten toe. Het aantal uitzenduren in de industriële sector groeide eveneens verder in periode 4. Het aantal uitzenduren steeg in periode 4 met 9% op jaarbasis.

De aanhoudende groei van het aantal uitzenduren duidt er op dat ondernemers nog steeds heil zien in het uitbouwen van de flexibele schil. De groei van het aantal uitzenduren in de industrie heeft vooral betrekking op productiebanen en logistieke banen. Door het nog onzekere economisch klimaat willen ondernemers de risico’s beperken en daardoor neemt het aantal tijdelijke contracten voor flexwerkers toe. Het is eveneens een manier voor sommige ondernemers om piekvraag te kunnen voldoen.

13 Economisch Bureau

Bron: CBS, ABU, NEVI, Markit Economics


Aantal faillissementen industrie opnieuw gedaald 120

Industrie, totaal (apr. 2015): - maandbasis: -9% - jaarbasis: -49% - jan. tm apr. 2015 (joj): -34%

100

Overig

80

Meubelindustrie Transportmiddelenindustrie 60

Machine-industrie Elektrische apparatenindustrie Elektrotechnische industrie

40

aantal

Metaalproductenindustrie Basismetaalindustrie

20

Rubber- en kunststofindustrie Chemische industrie

0

Voedingsmiddelenindustrie 2012

2013

2014

2015

Het aantal uitgesproken faillissementen blijft in de industrie op laag niveau 

In april zijn 39 industriële bedrijven failliet gegaan, 4 minder dan een maand geleden. Op maandbasis betekent dit een afname van 9% en ten opzichte van april 2014 is dit een daling van 49%. Het totaal aantal industriële bedrijven dat failliet is gegaan tot dusver in 2015 is 155, en dit is 34% minder dan in dezelfde periode vorig jaar.

In april vonden de meeste faillissementen plaats in de machine- en meubelindustrie (beide 4).

Tot en met maart 2015 is de daling in het totaal aantal faillissementen 18% op jaarbasis. Voor heel 2015 gaat ABN AMRO uit van een verdere daling van het aantal faillissementen. Naar verwachting zal het aantal faillissementen in 2015 dalen met 10-15% op jaarbasis.

14 Economisch Bureau

Bron: CBS


Overaanbod drukt grondstofprijzen Door ruim overaanbod zien wij neerwaartse risico’s op de KT; o.m. sterkere vraag kan leiden tot prijsherstel. 120

Crude Oil-Brent (USD/bbl)

110

De kunststofprijzen zullen voor een groot deel de trends in de olieprijs volgen. Ook hier dus neerwaartse risico’s. 1,400

Kunststof (USD/t)

1,300

1900

28

1800

26

1700

100

1,200

90

1,100

80

1,000

70

900

60

800

1200

50

700

1100

40

600

1000

Sentiment in China blijft relevant voor de koperprijs. Fundamenteel gezien zijn de condities aan het verbeteren. 7,900

LME-Copper (Grade A, USD/Mt)

2,200

2,000 6,900

1,900 1,800

6,400

1,700

5,900

1,600 1,500

5,400

PVC (USD/t, l.as)

24

1500

22

1400

20

1300

LME-Aluminium (99.7%, USD/Mt)

EU/NL aardgasprijs (TTF, Euro/KwH)

1600

Premies voor directe levering staan onder druk en dit resulteert in een dalende spotprijs (overaanbod).

2,100

7,400

PET (USD/t, l.as)

Polystyrene (USD/t, r.as)

Uitgevallen productie wordt relatief eenvoudig aangevuld door extra aanvoer van LNG, waardoor prijsdruk ontstaat.

18 16 14

De staalprijs stabiliseert door de opmars van de ijzerertsprijs. Maar dit is tijdelijk, want overcapaciteit blijft dicteren. 620 600 580 560 540 520 500 480 460 440 420

Mondiale staalprijs (HRC, USD/t)

15 Economisch Bureau

Bron: Thomson Reuters Datastream, ABN AMRO Economisch Bureau


Annex: oordeel industriÍle ondernemers naar regio’s Economisch klimaat NL (industrie)

Bezettingsgraad Nederland: - Kwartaal 2: 81,8%

83,7%

81,4%

> 5% tussen 1-5% neutraal tussen min 1 en min 5% -1,1% < -5%

81,2%

82,6% 82,9%

85,0%

79,4%

81,3%

9,8%

4,3%

(saldo pos./neg. ondernemers)

77,7%

78,5% 83,3%

tussen min 1 en min 5%

13,7%

5,7%

-16,6%

Nederland: - februari: -6,4% - maart: -3,9%

-3,6%

1,1%

-1,3%

-4,8%

-2,8%

Bron: CBS

> 5% tussen 1-5% neutraal tussen min 1 en min 5% < -5%

-8,3% -9,0% 6,9%

-10,0%

3,9 2,5 3,1

-1,1% 3,8% -4,0%

-5,8%

maart:

4,3 4,8

Orders in maanden werk NL (industrie)

Totale buitenlandse orderpositie (industrie)

5,4

2,6

(saldo pos./neg. ondernemers)

-25,1%

-21,6%

-6,7% -6,7% -14,1%

-8,8%

> 5% tussen 1-5% neutraal tussen min 1 en min 5% < -5%

-3,8%

5,5%

Nederland: - februari: -8,1% - maart: -7,5%

-5,6% 0,4% -7,6%

-5,1%

2,9

5,1%

maart:

(saldo pos./neg. ondernemers)

> 5% tussen 1-5% neutraal tussen min 1 en min 5% < -5%

-4,1% -3,7%

-4,7%

Totale orderpositie (industrie)

3,1

> 5 maanden 4-5 maanden 3-4 maanden 2-3 maanden 0-2 maanden

-6,2%

Nederland: - maart: -4,7% - april: -4,2%

-6,7% -2,0%

maart:

-21,7%

-8,3%

Nederland: - maart: -7,5% - april: -7,7%

Orders in maanden werk NL (industrie)

(saldo pos./neg. ondernemers)

-30,4% > 5% tussen 1-5% neutraal tussen min 1 en min 5% < -5%

Bron: CBS

Totale buitenlandse orderpositie (industrie)

(saldo pos./neg. ondernemers)

-6,7%

2,8%

-2,5%

0,5%

Totale orderpositie (industrie)

-1,3%

2,2%

5,7%

8,8%

5,0%

3,1%

-12,6%

< -5%

3,8%

5,7%

9,8%

76,4%

0,6%

-8,0%

neutraal

7,1%

2,4%

-2,1%

-13,1%

tussen 1-5%

7,2%

4,6%

Personeelssterkte NL (industrie)

> 5%

8,6%

-6,8% -1,3%

Nederland: - maart: -3,9% - april: -2,6%

maart:

-8,5%

Nederland: - februari: 4,2% - maart: 4,1%

82,0%

81,0%

81,4%

tussen min 1 en min 5%

-6,3%

76,8%

> 80,4% = 80,4% < 80,4%

neutraal

10,2%

5,7%

(saldo pos./neg. ondernemers)

80,8%

-5,6%

< -5%

3,1%

Economisch klimaat NL (industrie)

tussen 1-5%

1,8%

6,6

maart:

82,9%

-11,3%

> 5%

6,5%

Nederland: - maart: 4,1% - april: 8,0%

81,9%

81,7%

Bezettingsgraad Nederland: - Kwartaal 1: 80,4%

> 5% tussen 1-5% neutraal tussen min 1 en min 5% 20,3% < -5%

85,2% 80,1%

kwartaal 1:

(saldo pos./neg. ondernemers)

4,7%

81,0%

> 81,8% = 81,8% < 81,8%

Personeelssterkte NL (industrie)

(saldo pos./neg. ondernemers)

80,1%

-10,4%

-9,3%

-1,1%

3,0 4,2 2,4

4,1%

2,9

0,9% 5,9% -0,5%

-5,2% -8,2%

-3,2%

Nederland: - februari: -4,8% - maart: -4,7%

-7,3%

-5,1%

-5,0%

-15,4%

3,0

> 5 maanden 4-5 maanden 3-4 maanden 2-3 maanden 0-2 maanden

-6,9%

5,5

2,9

3,7

-8,6% 3,9 4,8

-0,9% 2,9

-9,7%

2,9

3,7

3,3 Nederland: - februari: 3,7 maanden - maart: 3,7 maanden

3,2 Nederland: - maart: 3,7 maanden - april: 3,7 maanden

16 Economisch Bureau

Bron: CBS


Overige informatie & disclaimer Voor meer informatie over deze sector, neem contact op met:

Casper Burgering Senior sector econoom Industrie & industriële metalen ABN AMRO Economisch Bureau tel: 020 383 26 93 e-mail: casper.burgering@nl.abnamro.com

http://nl.linkedin.com/in/casperburgering

ABN AMRO Economisch Bureau op internet www.abnamro.nl/economischbureau

https://twitter.com/CasperBurgering

Disclaimer: Copyright 2015 ABN AMRO and affiliated companies (“ABN AMRO”), Gustav Mahlerlaan 10, 1082 PP Amsterdam / PO Box 283, 1000 EA Amsterdam, The Netherlands. All right reserved. This material is provided to you for information purposes only. Before investing in any product of ABN AMRO Bank NV, you should inform yourself about various consequences that you may encounter under the laws of your country. ABN AMRO Bank NV has taken all reasonable care to ensure that the information contained in this document is correct but does not accept liability for any misprints. ABN AMRO Bank NV reserves the right to make amendments to this material. This material which is subject to change without notice is provided for informational purposes and should not be construed as a solicitation or offer to buy or sell any securities or related financial instruments. While ABN AMRO makes reasonable efforts to obtain information from sources, which it believes to be reliable, ABN AMRO makes no representation or warranty of any kind, either express or implied as to the accuracy, reliability, up-to-dateness or completeness of the information contained herein. Nothing herein constitutes an investment, legal, tax or other advice nor is it to be relied on in any investment or decision. Certain services and products are subject to legal restrictions and therefore may not be available for residents of certain countries. You should obtain relevant and specific professional advice before making any investment decision. The past performance is not necessarily a guide to the future result of an investment. The value of investments may go up or down due to various factors including but not limited to changes in rates of foreign exchange and investors may not get back the amount invested. ABN AMRO disclaims any responsibility and liability whatsoever in this respect.

17 Economisch Bureau


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.