Bouw - sector focus
Economisch Bureau Nederland Madeline Buijs | +31 20 383 82 01
12 juni 2015
Ontwikkeling bedrijfsresultaat
Hoge kosten struikelblok voor bouwbedrijven Ondanks dat de bouwproductie op dit moment herstelt, hebben bouwbedrijven het nog steeds erg moeilijk waardoor hun financiële resultaten achterblijven. Naast de vraaguitval en de prijsdruk die tijdens de crisis zijn ontstaan, hebben bouwers te maken met hoge kosten die moeilijk te verlagen zijn. Dit geldt vooral voor de personeelskosten waar bouwers in vergelijking met andere sectoren ook relatief veel aan kwijt zijn. Het herstel van bouwers zal daarom moeten komen van het herstel van de vraag en de prijzen die bouwbedrijven kunnen vragen. Bouwbedrijven hebben daarom nog een lange weg te gaan voordat zij de verliezen die ze hebben geleden tijdens de crisis, kunnen goedmaken. Bron: CBS
Omzet bouwers onderuit De financiële resultaten van bouwbedrijven zijn sinds de crisis in de bouw sterk verslechterd. Ook nu de bouwproductie stijgt, blijven de resultaten van bouwbedrijven onder druk staan. Om meer inzicht te krijgen in de financiële staat van de bouwsector, worden cijfers van het CBS geanalyseerd. Het CBS houdt per sector en de onderliggende branches jaarlijks de financiële gegevens bij. Deze gegevens zijn beschikbaar over de periode 2009-2013. De beschikbare cijfers zijn niet heel recent, maar geven wel duidelijk trends en knelpunten voor bouwbedrijven weer. Deze publicatie gaat in op de financiële situatie van de
bouwsector als geheel; er worden geen uitspraken gedaan over de financiële situatie van individuele bouwbedrijven.
Resultaten bouwers onder druk Om toch maar aan het werk te blijven, hebben bouwbedrijven werk aangenomen tegen lage prijzen. Of zelfs onder de kostprijs. Dit heeft ervoor gezorgd dat de resultaten van bouwbedrijven flink onderuit zijn gegaan in de periode 2009-2013. Het bedrijfsresultaat is in deze periode met 33,3% gedaald, zoals te zien is in de grafiek rechts.
In de periode 2009-2013 is de netto omzet van de bouwers met 17,6% gedaald. De netto omzet van bouwers daalde in deze periode elk jaar, uitgezonderd in 2011. Door de opleving van de economie in dat jaar was er een eenmalige stijging te zien in de netto omzet van bouwbedrijven. In 2012 en 2013 daalde de netto omzet weer. Dit is in de grafiek op de volgende pagina te zien. De indexcijfers van de omzet over 2014 die al wel bekend zijn, geven aan dat in 2014 de omzet van bouwbedrijven licht hersteld is.
Ontwikkeling netto omzet
voor bouwbedrijven van belang om hun goede werknemers voor zich te behouden, want zij hebben hen hard nodig wanneer de bouwproductie verder aantrekt.
in de grafiek links te zien. Hoe negatiever het getal, hoe groter de prijsdruk (en hoe positiever hoe kleiner de prijsdruk).
De kosten dalen niet zo hard Vanaf 2013 neemt prijsdruk toe
Bron: CBS
In 2014 steeg de omzet namelijk met 2,2%. De grote bouwbedrijven hebben te maken met een na-ijleffect van de crisis. Zij hebben tijdens de crisisjaren projecten voor te lage prijzen of zelfs onder de kostprijs aangenomen. De grootste problemen ondervinden grote bouwbedrijven bij infrastructurele projecten die door de overheid zijn aanbesteed. Een bekend voorbeeld hiervan is het project A15 Maasvlakte-Vaanplein. Hun omzet daalde daarom in 2014 nog, met 1,4%. De omzet van kleine bouwbedrijven steeg met 5,4% en de omzet van middelgrote bouwbedrijven steeg met 3,2%. Maar ook middelgrote- en kleine bouwbedrijven hebben werk voor te lage prijzen aangenomen om tijdens de crisis toch volume te blijven draaien en hun personeel aan het werk te houden. Het is
Als we de omzetcijfers van de bouw vergelijken met de bouwproductie, zien we dat tot 2013 de bouwproductie harder daalde dan de omzet (afgezien van het hersteljaar 2011 toen er zowel een stijgende bouwproductie als een toenemende omzet te zien was). Bouwbedrijven waren tot 2013 in staat om hun prijsniveau vast te houden. Prijsdruk neemt vanaf 2013 toe
Om het bedrijfsresultaat op peil te houden, zouden de kosten van bouwbedrijven sterker moeten dalen dan de omzet. Dit is bouwers niet gelukt. De kosten van bouwbedrijven daalden in deze periode met 14,7%, terwijl de netto omzet met 17,6% daalde. Dit had tot gevolg dat het bedrijfsresultaat met 33,3% daalde in de periode 2009-2013. Opvallend is dat de kosten in 2011 harder stegen dan de eenmalige omzetstijging dat jaar. Dit geeft aan dat het voor bouwbedrijven lastig is om de kosten te beheersen. Wat logisch is wanneer je volume wilt behouden ten koste van de omzet en het resultaat. Kosten bouwers dalen
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
Vanaf 2013 daalde de omzet harder dan de productie als gevolg van prijsdruk. Vanaf dat moment hebben bouwers te maken met zowel minder vraag als met dalende prijzen. De mate van prijsdruk is
Bron: CBS
Dat het bouwbedrijven niet lukte om de kosten te beperken, wordt grotendeels veroorzaakt door hun personeelskosten. Deze kosten daalden met slechts 6,6% in de periode 2009-2013. Wat het voor bouwers extra moeilijk maakt, is dat personele kosten een flink deel uitmaken van de totale kosten van een bouwbedrijf. In 2013 bedroegen de personeelskosten 27,1% van de totale kosten, in 2009 was dit nog maar 24,6%. Zeker ook in vergelijking met andere sectoren zijn bouwers relatief veel geld kwijt aan hun personeel. In de industrie maken de personeelskosten maar 14,8% van de totale kosten uit en in de detailhandel is dit 13,8%. Verdeling kosten bouwers
Bouwbedrijven hebben in deze periode wel hun inkoopkosten flink kunnen reduceren; zeker in vergelijking met de personeelskosten. Zoals in de taartdiagram links te zien is, bedragen de inkoopkosten een groot deel van de kosten van een bouwer. De inkoopwaarde van grondstoffen daalde met 18,7%. Ook de kosten voor uitbesteed werk daalden fors, met 19,6%. Bouwbedrijven hebben in de crisis ingeteerd op hun flexibele schil en hebben het werk dat er nog was uit laten voeren door hun eigen vaste personeel. De overige kosten daalden per saldo met 9,4%. Hier vallen diverse kosten onder, zoals de huisvestingskosten, verkoopkosten, energiekosten en vervoerskosten.
Kosten lastig te beheersen Als we naar de financiĂŤle resultaten van de bouwsector kijken, zien we dat er twee oorzaken zijn voor de slechte resultaten. Allereerst is er natuurlijk sprake geweest van vraaguitval en prijsdruk en de daarmee gepaard gaande daling van de omzetten.
hebben kunnen verminderen dat het bedrijfsresultaat op peil bleef. Zoals gezegd, zijn een belangrijke oorzaak hiervan de beperkt dalende personeelskosten.
Wat zijn de ontwikkelingen in de branches? Het bedrijfsresultaat van de 1 gespecialiseerde bouwers is het minst gedaald in de periode 2009-2013. De daling bleef beperkt tot 20%. Het bedrijfsresultaat van woning- en utiliteitsbouwers daalde met bijna 39% in de periode 2009-2013 en die van gwwbouwers met bijna 40%. Woning- en utiliteitsbouwers hadden te maken met een sterke vraaguitval waardoor hun omzet met 27,3% daalde. Dit is logisch, gezien de crisis op de woningmarkt en het stilvallen van de nieuwbouw. De kosten daalden met 25,3%. Ook voor woning- en utiliteitsbouwers geldt dat de personeelskosten het minst zijn gedaald wat een grote invloed heeft gehad op het bedrijfsresultaat.
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
Daarnaast is het grootste probleem van bouwers dat zij hun kosten niet zodanig
1
Gespecialiseerde bouwers zijn actief in de
sloopsector, in het grondwerk, de installatiesector en in de afwerksector.
Bij de gww-bouwers is iets anders aan de hand. Zij hebben in de periode 2009-2013 nog een omzetstijging gerealiseerd. Dit komt door de Crisis- en herstelwet die in 2010 in werking is getreden waardoor veel infrastructurele projecten naar voren zijn gehaald. De gww kreeg in 2013 pas echt last van de crisis in de bouw. Het resultaat van de gww-bouwers is zo sterk gedaald doordat hun kosten sterk zijn gestegen. Op zich is het niet vreemd dat hun kosten stijgen aangezien ze ook meer omzet realiseren. Maar ook hier stijgen de totale kosten harder dan de omzet waardoor het bedrijfsresultaat verslechterde. Ook bij de gww-bouwers zien we dat de personele kosten het sterkst stijgen. De gespecialiseerde bouwers hebben het relatief goed gedaan in vergelijking met de andere branches in de bouw. Al daalde hun bedrijfsresultaat nog met 20% in de periode 2009-2013. De omzet van gespecialiseerde bouwers daalde met 7,3% en de kosten met 5,9%. Ook hier daalden de kosten weer minder hard dan de omzet, maar het verschil is minder groot. Gespecialiseerde bouwers zijn van alle branches in de bouw het sterkst afhankelijk van hun personeel en daarmee van hun personeelskosten. 33,6% van de kosten zijn personeelskosten. Ook de
gespecialiseerde bouwers hadden in de periode 2009-2013 moeite om deze kosten onder controle te krijgen. In de tabel hieronder is de situatie in de branches samengevat.
Rendement neemt af
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
Rendement onder druk Op basis van de gegevens van het CBS kan het rendement worden berekend door het bedrijfsresultaat te delen door de netto omzet. Zoals verwacht is het rendement gedurende de periode 2009-2013 verslechterd. Dit is voor alle branches het geval, maar de gww springt hier in sterk negatieve zin uit. Dit is te verklaren uit het feit dat gwwbouwers te maken hebben met de meest risicovolle, grote projecten. Het zijn vooral deze projecten waardoor (grote) bouwers in de problemen raken, omdat ze meer kosten dan vooraf begroot. Het is daarom niet verwonderlijk dat het rendement van gww-bouwers het meest onder druk staat.
Tot slot Nu de vraag weer aan begint te trekken, blijven er voor de bouwbedrijven nog twee problemen over waardoor hun resultaten voorlopig nog achterblijven. Allereerst is er nog steeds sprake van prijsdruk. Naarmate er meer werk op de markt komt, zullen onderaannemers hun prijzen scherper gaan stellen wat nadelig kan zijn voor bouwbedrijven. Dit komt doordat er zoveel onderaannemers failliet zijn gegaan, dat degenen die over zijn gebleven hardere eisen kunnen stellen. Onze verwachting is dan ook dat gespecialiseerde bouwers, die veel als onderaannemer werken, als eerste hogere prijzen kunnen gaan vragen. Bouwers in de woning- en utiliteitsbouw en gww
blijven waarschijnlijk nog langer last houden van prijsdruk. Daarnaast zullen de bouwers te maken blijven houden met relatief hoge kosten. De kosten dalen maar beperkt wanneer de omzet daalt en de kosten stijgen weer sterk wanneer de omzet toeneemt. Vooral de personeelskosten blijken een struikelblok voor bouwers. Maar nu de vraag aantrekt, zullen bouwers hun vaste personeel hard nodig hebben. Van de flexibele schil was al afscheid genomen. De verwachting is wel dat wanneer de vraag verder aantrekt, bouwers deze kosten goed kunnen maken doordat zij meer omzet zullen genereren. Doordat er veel bouwbedrijven failliet zijn gegaan, zal bij een verder aantrekkende vraag de overcapaciteit uiteindelijk een minder grote rol gaat spelen. Dit zal echter niet op korte termijn gebeuren.
Economisch Bureau | Nederland
Contactgegevens ABN AMRO | Economisch Bureau Nederland: Aandachtsgebied
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Jacques van de Wal (hoofd)
Algemeen
020 628 0499
jacques.van.de.wal@nl.abnamro.com
Eric Huliselan
Zakelijke Dienstverlening
020 628 2138
eric.huliselan@nl.abnamro.com
Casper Burgering
Industrie (w.o. industriテォle materialen)
020 383 2693
casper.burgering@nl.abnamro.com
Nadia Menkveld
Transport & Logistiek
020 628 6441
nadia.menkveld@nl.abnamro.com
Frank Rijkers
Agrarisch, Food
020 628 6437
frank.rijkers@nl.abnamro.com
Mathijs Deguelle
Retail, Leisure
020 344 2179
mathijs.deguelle@nl.abnamro.com
Hans van Cleef
Olie & Gas
020 343 4679
hans.van.cleef@nl.abnamro.com
Madeline Buijs
Bouw, Real Estate
020-383 8201
madeline.buijs@nl.abnamro.com
Nico Klene
Macro-economie
020-625 4204
nico.klene@nl.abnamro.com
Philip Bokeloh
Woningmarkt, Macro-economie
020-383 2657
philip.bokeloh@nl.abnamro.com
Theo de Kort
Informatieanalist, Autohandel
020 628 0489
theo.de.kort@nl.abnamro.com
Ingrid Kroeze
Research ondersteuning
020 383 5161
ingrid.kroeze@nl.abnamro.com
Volg ons ook op Twitter: @ABNAMROeconomen Disclaimer This document has been prepared by ABN AMRO. It is solely intended to provide financial and general information on economics. The information in this document is strictly proprietary and is being supplied to you solely for your information. It may not (in whole or in part) be reproduced, distributed or passed to a third party or used for any other purposes than stated above. This document is informative in nature and does not constitute an offer of securities to the public, nor a solicitation to make such an offer. No reliance may be placed for any purposes whatsoever on the information, opinions, forecasts and assumptions contained in the document or on its completeness, accuracy or fairness. No representation or warranty, express or implied, is given by or on behalf of ABN AMRO, or any of its directors, officers, agents, affiliates, group companies, or employees as to the accuracy or completeness of the information contained in this document and no liability is accepted for any loss, arising, directly or indirectly, from any use of such information. The views and opinions expressed herein may be subject to change at any given time and ABN AMRO is under no obligation to update the information contained in this document after the date thereof. Before investing in any product of ABN AMRO Bank N.V., you should obtain information on various financial and other risks and any possible restrictions that you and your investments activities may encounter under applicable laws and regulations. If, after reading this document, you consider investing in a product, you are advised to discuss such an investment with your relationship manager or personal advisor and check whether the relevant product 窶田onsidering the risks involved- is appropriate within your investment activities. The value of your investments may fluctuate. Past performance is no guarantee for future returns. ABN AMRO reserves the right to make amendments to this material.
ツゥ ABN AMRO, 2015