Britse littekens in Aaltense bodem
Voor mijn vader en moeder die tijdens het onderzoek zijn overleden
Britse littekens in Aaltense bodem Feiten en achtergronden over de bevrijding op 30 maart 1945
Wim Rhebergen
Colofon tekst Wim Rhebergen, Hoevelaken lay-out | vormgeving Hemmie Damen (Fagus) druk Grafistar, Lichtenvoorde uitgave Uitgeverij Fagus, IJzerlo Š2010 ISBN 978-90-78202-59-2
IV
Woord vooraf Iedere vijf jaar viert Nederland op 5 mei op uitgebreide schaal Bevrijdingsdag. In het jaar 2010 inmiddels voor de 65e keer. Gaat bevrijdingsdag hiermee nu ook met pensioen? Men zou het bijna zeggen als wordt bedacht, dat bevrijdingsdag slechts iedere vijf jaar op landelijk niveau wordt gevierd en iedereen een vrije dag heeft. Zo’n vijfjaarlijkse viering komt een beetje zuinigjes over zeker als men bedenkt, dat ’vrijheid’ misschien wel het hoogste goed is na ‘gezondheid’ wat een mens ten deel kan vallen. Dat beseft men pas als men gedurende langere tijd niet in vrijheid heeft kunnen leven, zoals vele (voor)ouders tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben moeten ervaren. De meeste Nederlanders hebben deze periode van onderdrukking niet meegemaakt. De viering van Bevrijdingsdag moet alleen al daarom tot in lengte van jaren levend worden gehouden. De viering van bevrijdingsdag op 5 mei 2010 krijgt in het dorp Aalten op een bijzondere manier invulling en wel door de presentatie van dit boek van Wim Rhebergen. Op een boeiende en treffende wijze beschrijft de auteur de precieze bevrijding van het dorp Aalten door Britse soldaten van de Regimenten Grenadier en Irish Guards. Dit rijk geïllustreerde- en gedocumenteerde boekwerk geeft een goede kijk op de dag waarop het dorp Aalten daadwerkelijk werd bevrijd te weten op vrijdag 30 maart 1945. Deze datum werd om die reden pas echt een Goede Vrijdag. Wim Rhebergen is er 65 jaar na dato in geslaagd een goed beeld te schetsen van de toenmalige gebeurtenissen en om die reden beveel ik dit lezenswaardige boek van harte bij u aan. Alle hulde dus voor de auteur die er samen met Uitgeverij Fagus uit Aalten een bijzondere uitgave van heeft gemaakt. Aalten, 5 mei 2010 G. Berghoef
Burgemeester gemeente Aalten
V
Verantwoording Sinds 1945 worden elk jaar, op 4 mei, in Nederland de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog op tal van plaatsen officieel herdacht, waarvan de herdenking in tegenwoordigheid van onze koningin bij het Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam en de Stille Tocht over de Waalsdorpervlakte bij Den Haag grote bekendheid hebben verworven. In Aalten vindt de jaarlijkse Dodenherdenking plaats bij het oorlogsmonument aan de Wehmerstraat. Er is een periode geweest waarin steeds vaker stemmen opgingen die vonden dat hieraan nu maar eens een eind moest komen. Het is immers al zo lang geleden wat er tijdens de Duitse en Japanse overheersing is gebeurd. Moet de herinnering aan al die ellende van bijna driekwart eeuw geleden, levend worden gehouden, ook door generaties die de oorlogsperiode niet hebben meegemaakt? Laten diegenen die zo redeneren dan wel bedenken dat een deel van de vele duizenden slachtoffers, wiens stoffelijke resten zijn begraven op al of niet speciale begraafplaatsen in ons land of waar ook ter wereld, wellicht nu nog zou hebben geleefd. Dat duizenden andere betrokkenen die de oorlog hebben overleefd, in hun geest nog regelmatig met de angst en de verschrikkingen van toen worden geconfronteerd. Dat velen, die familie of goede vrienden hebben verloren zichzelf soms schuldig voelen en zich afvragen: “Waarom zij wel en ik niet?” Tijdens de oorlog maakte SS-leider Heinrich Himmler in een geheime rede zijn officieren duidelijk dat over de uitroeiing van de Joden niet gesproken mocht worden. Hij zei: “We hebben het morele recht en de plicht om het Joodse volk te vermoorden. Dat we dit hebben doorgevoerd, waarbij we ook nog fatsoenlijk zijn gebleven, is een nooit te vermelden daad van roem”. Kan een mens een nog verderfelijker stelling innemen als deze? In mei 2009 bezocht ik het voormalige concentratiekamp Auschwitz in Polen. Wat ik daar heb gezien, gelezen, gehoord en ervaren, heeft op mij een onuitwisbare indruk gemaakt. Het antisemitisme is waarschijnlijk het meest intrigerende aspect van de oorlogsjaren. Ongelofelijk wreed, mensonterend en tot in de perfectie georganiseerd. De ontkenning van de holocaust dient in ons land of waar dan ook een strafbaar feit te zijn. De voormalige president van de Bondsrepubliek Duitsland, Richard von Weizsäcker, wist wel raad met de vraag of herdenkingen moesten blijven bestaan. Hij zei: “Jongeren en ouderen moeten en kunnen elkaar wederzijds helpen te begrijpen waarom het van levensbelang is de herinnering levend te houden. Wie echter voor het verleden zijn ogen sluit, wordt blind voor het heden”. Omwille van de gevoelens van de overlevenden die nog steeds onder ons zijn, ter nagedachtenis van de gevallenen en als steun in het streven de vrede onder de mensen te bewaren, vind ik dat Nederland altijd zal moeten blijven gedenken op 4 mei. Eén dag in het jaar tegenover de talrijke slachtoffers destijds, dat is toch niet te veel gevraagd? De naam van het dorp Aalten wordt in relatie tot de Tweede Wereldoorlog vaak in verband gebracht met het gewapende verzet onder leiding van ‘Ome Jan Wikkerink’, de opvang van evacués uit het westen van het land, een deel was afkomstig uit Scheveningen, en het relatief grote aantal onderduikers dat in Aalten zou hebben verbleven, op slechts 5 km van de Duitse grens. Op een totaal van 13.000 inwoners zouden er zo’n 2.500 onderduikers in Aalten zijn ondergebracht waarvan de meesten hun schuilplaats na de bevrijding ongedeerd konden verlaten. De vraag rijst of er overtuigend bewijs is geleverd die deze cijfers rechtvaardigen. Heeft Aalten zich op dit vlak daad-
VII
werkelijk onderscheiden van alle andere Nederlandse gemeenten?. Is er in Aalten meer verzet gepleegd dan elders?. In dit verband zou ik willen waarschuwen voor mythevorming. Zeker is wel dat de Aaltense bevolking zich gedurende de oorlogsjaren, net als de inwoners van vele andere gemeenten op het platteland, gastvrij heeft opgesteld. Dit kan onder andere worden verklaard door het feit dat de voedselsituatie in de Achterhoek aanmerkelijk beter was dan in veel steden en dorpen in het westelijk deel van Nederland. Bovendien kon men werk vinden op de boerderijen en bedrijven die met de landbouw te maken hadden. Over de ondergrondse verzetsorganisatie, de onderduikers en de evacués is al veel geschreven in eerder verschenen boeken en artikelen die Aalten in oorlogstijd als onderwerp hadden. Ook herinneren vanuit die invalshoek verschillende monumenten in en rond het dorp aan de Tweede Wereldoorlog. Zo is er een plaquette bij de Hervormde Kerk met daarop de namen van de omgekomen verzetstrijders, het door evacués aangeboden gedenkraam in de Oosterkerk en het onderduikersmonument bij het treinstation. Aan de Wehmerstraat verrees ruim tien jaar na de bevrijding het algemene oorlogsmonument waar zoals gezegd, ieder jaar op 4 mei de Dodenherdenking plaatsvindt. Het in 1956 door oud-verzetsman, de heer H.J. Wikkerink (hij werd geëerd met een borstbeeld in het Aaltense gemeentehuis) onthulde monument bestaat uit een man, vrouw en kind met hun gezichten gericht naar het zuiden waar de Britse bevrijders vandaan kwamen op Goede Vrijdag, 30 maart 1945. Behalve op de algemene begraafplaats Berkenhove aan de Romienendijk zelf, werden tot mei 2008 nergens de Britse soldaten herdacht die bij de bevrijding van Aalten hun leven hebben verloren. Ze kregen daardoor niet het eerbetoon dat ze verdienen. Op Bevrijdingsdag van laatstgenoemd jaar vond een indrukwekkende ceremonie plaats waarin de vernoeming van de brug aan de Bodendijk over de Keizersbeek naar de King’s Company, Grenadier Guards centraal stond. Over deze belangwekkende gebeurtenis wordt verslag gedaan verderop in dit boek. Over de bevrijdingsdag in Aalten zijn tot nu toe vooral de Aaltenaren zelf aan het woord geweest. Een aantal keren is men in de gelegenheid gesteld de eigen herinneringen hieraan op te halen en weer te geven. Het is goed dat deze persoonlijke getuigenissen voor het nageslacht zijn vastgelegd. De bevrijding van mijn geboortedorp door de Britse troepen is echter vanuit militaire invalshoek nog nooit beschreven. Ik benadruk hier de Britse nationaliteit van de bevrijdingstroepen want lang is aangenomen dat Aalten werd bevrijd door de Canadezen. Een wijdverbreid en hardnekkig misverstand dat veel te lang stand heeft gehouden. De bevrijding van Aalten op 30 maart 1945 verliep niet zonder slag of stoot. In tegenstelling tot de meeste Achterhoekse gemeenten, stuitten de bevrijders in Aalten op forse weerstand als gevolg waarvan er minimaal 9 Britse soldaten in direct vuurgevecht met de vijand sneuvelden. Ook aan Duitse zijde kwam een aantal soldaten om het leven. Hoeveel is niet precies bekend. Op diezelfde 30ste maart verloren nog eens twee Britten het leven toen hun voertuig op een mijn reed en de dag erna werden er opnieuw twee gedood door explosieven. Uit de gegevens van de Britse oorlogsgravenstichting, de Commonwealth War Graves Commission blijkt, dat op Berkenhove meer Britse militaire grondsoldaten rusten dan waar ook in de provincie Gelderland, de grote centrale erevelden uiteraard uitgezonderd. Enerzijds kan dit worden verklaard doordat het overgrote deel van ons land en dus ook Gelderland, is bevrijd door het Canadese leger. Anderzijds heeft het te maken met de intensiteit van de gevechten in Aalten. De Duitse bezetter in ons dorp gaf zich niet snel gewonnen als gevolg waarvan aan beide kanten de verliezen relatief hoog waren. De Britse bevrijders betaalden zodoende een hoge prijs voor de herovering van de vrijheid ter plekke.
VIII
Wie waren eigenlijk deze veelal jonge, soms nauwelijks de schoolbanken ontgroeide bevrijders? Waar kwamen ze vandaan? Hoe zagen ze eruit? En hoe zijn ze gesneuveld? Ik heb geprobeerd op al deze vragen een antwoord te vinden en zodoende de leemte in een stuk recente, Aaltense geschiedenis in te vullen. In de loop der jaren is het mij gelukt de nabestaanden op te sporen van bijna alle gesneuvelden. Talrijke gesprekken en briefwisselingen met hen en de veteranen die destijds daadwerkelijk bij de gevechtshandelingen op 30 maart 1945 betrokken zijn geweest, alsmede raadpleging van voornamelijk Engelse oorlogsarchieven, hebben een ander licht geworpen op de bevrijding van Aalten. De Aaltenaar wist vaak slechts een enkele naam te noemen en daarvoor hoefde hij alleen maar een bezoek te brengen aan de begraafplaats. Mijn missie was bedoeld om de bevrijders van Aalten een gezicht te geven. In mijn onderzoek zijn deze soldaten als persoon altijd centraal blijven staan. 1960 is mijn geboortejaar en ik behoor dus tot de naoorlogse generatie die opgegroeid is in ongekende welvaart. Maar is het nu echt voorbij met die rassenwaan, het rechts-extremisme, de genocide en de etnische zuiveringen? Nee, luidt het antwoord. Kijk maar naar de dagelijkse berichtgevingen in de media vanuit de gehele wereld of luister naar de toespraken van politici met nieuwe varianten op het onderwerp ‘eigen volk eerst’. Daarom moeten de jaarlijkse herdenkingen op 4 mei worden gehandhaafd en de doden uit de Tweede Wereldoorlog mogen daarin blijvend worden betrokken. Onder hen ook de jonge Britse soldaten die in Aalten op hun manier hebben bijgedragen aan het verdrijven van de tirannie, en waarvan er dertien hun leven hebben verloren. De in 1960 overleden Aaltenaar, heer J.M. Huls verwoordde het in zijn gedicht uit 1948 als volgt: “Hier moest Gij Uw rustplaats vinden In deez’ voor U zo vreemde aard Verre van Uw nabestaanden En Uw eigen huis en haard Strijdend voor het recht der volk’ren Vond Gij, nog zo jong, den dood Juist toen U het bruisend leven Hare schonen gaven bood In gedachten en in streven Waart Gij met ons één van geest Nimmer zullen wij vergeten Wat Gij voor ons zijt geweest “.
Wim Rhebergen Hoevelaken, mei 2010.
IX
Walter Maurice Price, No. 4 Platoon, King’s Company, 1st Battalion Grenadier Guards: “Het was een chaos. Totaal onverwacht. We hadden gehoopt nog wat verder te kunnen oprukken voordat we met de vijand contact zouden maken, maar we werden volledig verrast. Je hebt je kameraden. Dat zijn voor jou op dat moment de belangrijkste mensen op de wereld”.
Inhoudsopgave Woord vooraf Verantwoording
V VII
De Slag om de Rijn
1 Het Februari-offensief en de strijd in het Reichswald 2 De brug bij Remagen 5 Operatie ‘Plunder’ en ‘Varsity’ 8 Conclusie 14
Oorlog duurt nog voort...
17 Luchtoffensief 21 Aalten ontsnapt aan ramp 23
Grenadiers over de Rijn Guards Armoured Division en de Grenadier Guards Moeizame strijd in Normandië Grenadier en Irish Guards naar Nederland Zware gevechten in Nijmegen Over de Rijn Dinxperlo bevrijd Eerste Brit sneuvelt in Aalten
27 27 29 30 31 32 33 34
In de Schaduw van de bevrijding
37 Zware verliezen 38 Aanval door het centrum 46 De tegenstander 57 Codeberichten 58 De bevrijding in beeld 64 Nog meer slachtoffers 80 Bijzonder aandenken 83 Regiment of the Irish Guards 84
Fatale vergissing? Corps of the Royal Engineers
89 95
XI
Regiment of the Grenadier Guards De oprichting Actief in verschillende continenten De ‘Grote Oorlog’ 1914-1918 De Tweede Wereldoorlog Naoorlogse missies The Queen’s (King’s) Company Speciale kenmerken
The King’s Company Brug, Grenadier Guards Parade en indrukwekkende ceremonie
97 98 98 99 99 101 101 102 105 107
Bijlage
115
Geraadpleegde literatuur
117
Geraadpleegde instanties
118
Fotoverantwoording
119
Dankwoord
121
XII
De Slag om de Rijn Westelijk Front, januari-maart 1945
Met Adolf Hitler’s laatste grote offensief in de Belgische Ardennen, wordt de opmars van de geallieerden in het westen met zes weken vertraagd. Generaal Eisenhower, opperbevelhebber van de geallieerde strijdkrachten, is genoodzaakt zijn frontale aanval op het Derde Rijk uit te stellen. De verliezen aan beide zijden zijn groot. De Amerikanen betalen een opvallend hoge prijs voor hun pas eind januari 1945 tot stand gekomen overwinning. Ze verliezen bijna 90.000 man waarvan er ruim 19.000
sneuvelen. Daarnaast is er een groot verlies aan materieel. Vele honderden tanks en andere voertuigen worden door de Duitsers buiten gevecht gesteld. Ook de Duitsers wordt een zware slag toegebracht. Zij moeten hun inspanningen bekopen met een verlies van 85.000 manschappen. Bijna 16.000 Duitse soldaten verliezen hun leven. Het verlies aan rollend materieel en vliegtuigen is eveneens kolossaal. Bepalend voor het verdere verloop van de oorlog is echter dat de geallieerden hun verliezen kunnen vervangen en de Duitsers niet.
Belangrijke wapenfeiten in januari 1945 aan het West-Europese front op een rij: 1-2 De Duitse Luftwaffe lanceert een groot luchtoffensief (‘Bodenplatte’) tegen geallieerde vliegvelden en havens in Frankrijk en de Lage Landen. De resultaten zijn desastreus; enkele honderden geallieerde vliegtuigen gaan verloren maar ook veel Duitse toestellen, o.a. door eigen Flak; de aangevallen doelen blijven merendeels bruikbaar. 2 De corridor naar Bastogne wordt uitgebreid door de Amerikaanse 4de Pantserdivisie. In Brabant worden 15 compagnieën Stoottroepen opgericht. De markt in Antwerpen wordt getroffen door een V1. De Britse admiraal Ramsay komt bij een vliegtuigongeluk om het leven. Hij was de architect van de plannen voor de landingen in Afrika en Sicilië en verantwoordelijk voor de inbreng van de marine tijdens de invasie in Normandië. 3 Het Amerikaanse 7de Leger verdrijft de Duitsers uit Aken. 7 Grootscheepse geallieerde aanvallen in de Ardennen. 8 Hitler gaat akkoord met de terugtrekking uit Houffalize en Frankfurt wordt zwaar gebombardeerd door de Amerikaanse luchtmacht. 9 Het Amerikaanse 7de Leger probeert tevergeefs de Duitsers te verdrijven van diverse posities op de westoever van de Rijn. 11 Duitse troepen beginnen zich terug te trekken ten zuidoosten van Bastogne. Door aanhoudende bombardementen op brandstofdepots zijn de Duitsers steeds vaker gedwongen hun rollend materieel onbruikbaar achter te laten op de slagvelden.
12
Een enorme Russische strijdmacht begint mede op verzoek van Churchill een offensief vanuit Polen en Oost-Pruisen om de druk aan het westelijk front te verminderen. 13-14 Amerikaanse troepen bereiken de rivier de Amblève in de Ardennen en vestigen een aantal bruggenhoofden. De Russen rukken op in Polen en Hitler weigert terugtrekking uit het gebied rond Warschau. 15 Voor het eerst sinds mei 1940 vaart een koopvaardijschip (Brits) door Het Kanaal. Hongerwinter in Nederland; wegens gebrek aan aardappelen krijgen de Amsterdammers 3 kg suikerbieten toegewezen. 16 Noorse verzetstroepen controleren weer het noordelijk deel van hun land. Adolf Hitler verlaat zijn hoofdkwartier in OostPruisen en vestigt zich definitief in de bunker onder de Berlijnse Rijkskanselarij. 17 Warschau wordt ingenomen door troepen van het Eerste Wit-Russische Front onder bevel van maarschalk Zjoekov. 60.000 gevangenen uit Auschwitz worden getransporteerd naar Gross-Rosen. 19 Enkele grote Poolse steden als Krakau en Lodz vallen in Russische handen; de Duitsers trekken zich massaal terug. 20 Het Amerikaanse 21ste Legerkorps valt met steun van de Fransen aan in de zuidelijke Elzas in een poging de westoever van de Rijn te zuiveren van Duitsers 21 Antwerpen wordt wederom getroffen door een V1. Er vallen 76 doden. Het Limburgse Montfort wordt zwaar getroffen door RAF bommen; 183 doden.
22 23 25 26 27
28 30
31
De Birma spoorweg wordt heropend. Amerikaanse troepen veroveren St.-Vith in de Belgische Ardennen. Het Rode Leger rukt op naar de rivier de Oder. Grootscheepse razzia’s in Amsterdam. De dagelijkse rantsoenen in Nederland worden verder verlaagd. Londen wordt getroffen door 13 V2 raketten. Het Amerikaanse 3de Leger bereikt de grens tussen Duitsland en Luxemburg. Russische troepen bevrijden de concentratiekampen Auschwitz (I) en Auschwitz-Birkenau; ruim 7.500 gevangenen zijn vrij. Eén van Hitler’s hoofdkwartieren, de Wolfschanze wordt ingenomen. De laatste Duitse soldaten worden uit de Ardennen verdreven; de ‘Battle of the Bulge’ is gewonnen door de geallieerden. Zweedse voedseltransporten arriveren in Delfzijl. Hitler is nu 12 jaar aan de macht en houdt zijn laatste radio-toespraak. Hij zegt: “ Ich erwarte von jeden Deutschen dass er jedes Opfer auf sich nimmt “. Het Duitse transportschip ‘Wilhelm Gustloff’ wordt getorpedeerd door een Russische onderzeeër; slechts 600 van de 6000 opvarenden overleven. Franse en Amerikaanse troepen bereiken de buitenwijken van Colmar.
1
Het Februari-offensief en de strijd in het Reichswald Terwijl de Russen in het oosten steeds verder kunnen oprukken liggen er voor de Amerikanen en de Britten mogelijkheden voor nieuwe, beslissende operaties. Hitler geeft tegen de adviezen van zijn generale staf in, het bevel de westoever van de Rijn te verdedigen. Generaal Eisenhower begrijpt dat de Duitsers zich niet zullen overgeven zolang het Duitse leger redelijk intact blijft, de restanten van de Westwall kunnen worden gebruikt en de Rijn een natuurlijke linie vormt. Met het oog hierop besluit hij dat het laatste stadium van de geallieerde aanval op het Derde Rijk in drie fasen zal moeten gaan verlopen. Eisenhower is altijd voorstander geweest van een breed front. Fase 1 is dan ook de vernietiging van alle vijandelijke stellingen ten westen van de Rijn. Op zoveel mogelijk De frontlinie in februari 1945.
plaatsen moet de verdedigingslinie worden aangevallen, waar nodig met maximale steun van artillerie en luchtmacht. Pas dan en niet eerder, breekt fase 2 aan: het oversteken van de Rijn om bruggenhoofden te vormen van waaruit men moet doordringen tot in het hart van Duitsland. Fase 3 zal uit twee aanvallen bestaan; de eerste, uit te voeren door de 21ste Legergroep van veldmaarschalk Montgomery, waartoe nu ook het Amerikaanse 9de Leger behoort, moet de geallieerden ten noorden van Duisburg en het Ruhrgebied brengen en gericht zijn op de verovering van de Noord-Duitse Laagvlakte. De gelijktijdige tweede aanval door de 12de Legergroep van generaal Bradley zal worden ingezet ten zuiden van de Ruhr, vanuit het gebied rond Mainz en Frankfurt in noordwestelijke richting. De bedoeling is omsingeling en ontmanteling van het Ruhrgebied waarop de economie van Duitsland steunt.
Dit industriegebied ligt reeds in puin als gevolg van de zware bombardementen door Bomber Command van de Britse luchtmacht, de Royal Air Force (R.A.F.) en de Amerikaanse luchtmacht, de United States Air Force (U.S.A.F.). Hierna kan aansluiting worden gezocht bij de Russische legers. Deze staan op het punt op te trekken naar de rivier de Oder. Hitler denkt dat hij het initiatief weer naar zich toe heeft getrokken en verplaatst vele divisies naar het Hongaarse front. Het enorme gebrek aan brandstof waarmee alle geledingen van de Duitse oorlogseconomie inmiddels te kampen hebben, houdt praktisch de gehele Luftwaffe aan de grond. De Duitse linies langs de Rijn zijn een bleke afspiegeling van wat ze ooit eerder waren geweest. De Amerikanen (7de Leger) en de Fransen (1ste Leger) verenigd in de 6de Legergroep, zijn in het zuiden in hevig gevecht met de Duitse strijdmacht die probeert het politiek hete hangijzer Straatsburg en de vlakte van de Elzas te veroveren. De strijd wordt twee weken lang gevoerd. De Duitse divisies zijn niet voltallig en kampen met een ernstig munitietekort. Uiteindelijk worden de Duitsers op 1 februari 1945 uit Colmar, een belangrijk bruggenhoofd op de westelijke oever van de Rijn, verdreven.
landen, een eigen verdedigingslinie, zowel langs de oostgrens als de westgrens. Die in het westen werd de Westwall genoemd waarvan de bouw in 1936 is begonnen. De linie loopt vanuit het noorden bij Kleve, langs de de grenzen met Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk tot aan de Zwitserse grens ter hoogte van Basel en heeft een lengte van meer dan 600 km. Karakteristiek voor de Westwall, die door geallieerden de Siegfriedlinie werd genoemd, zijn de vele bunkers en obstakels die de opmars van de geallieerde tanks moest verhinderen.
Britse 21ste Legergroep.
Het geallieerde front ligt er mooier bij dan Eisenhower ooit heeft kunnen dromen. Het wordt nu tijd voor de grote opmars vanaf de Westwall over de Rijn. Op verschillende punten is de Duitse grens al overschreden maar grotendeels loopt de frontlinie langs de grenzen met Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk. Naar het voorbeeld van de Franse Maginotlinie, een uitgebreid stelsel van forten langs de Duitse grens, bouwden de Duitsers, net als vele andere Europese
Met name in de Duitse Eifel kan men nog steeds restanten aantreffen van de Westwall zoals in de bossen rond de ‘Schwarzer Mann’, de op twee na hoogste heuvel (697 meter) in het Eifelgebergte. Deze Gruppenunterstand typ 101 b was 11,85 m bij 13,20 m groot. De bunker bood plaats aan 15 soldaten.
Tijdens het februari-offensief richting Rijn is de geallieerde troepenmacht genoodzaakt op te rukken over een front van 400 kilometer. Vanaf Straatsburg tot aan de grens met Zwitserland in het zuiden moeten Franse divisies hun stellingen aan de Rijn behouden. In het noorden moeten de soldaten van Bradley en Montgomery samen met het Amerikaanse 7de Leger
3
terrein veroveren en hun opmars voortzetten naar de Rijn. Het 3de Leger onder generaal Patton heeft de zwaarste opdracht: oprukken over een afstand van 130 kilometer. Generaal Simpson hoeft met zijn Amerikaanse 9de Leger samen met de Britse en Canadese troepen nauwelijks 50 kilometer af te leggen. Ze koesteren de hoop dat ze zonder al teveel oponthoud Duitsland in kunnen trekken. Generaal Dwight D. Eisenhower, de opperbevelhebber van de geallieerde strijdkrachten in Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Op 4 februari bevinden de Amerikanen zich al een flink eind binnen de verdedigingslinies van de Westwall. Duitse tegenaanvallen vertragen de opmars maar missen de stootkracht om hen tot staan te brengen. Zoals gezegd, Eisenhower vindt dat het relatief vlakke Noord-Europa de beste route naar Duitsland is. In dat verband leidt Montgomery in de vroege ochtend van 8 februari 1945 ‘Operatie Veritable’. Daartoe heeft hij de beschikking over de 21ste Legergroep die op dat moment bestaat uit het Britse 2de Leger onder leiding van generaal Dempsey, het 1ste Canadese Leger onder bevel van generaal Crerar en het Amerikaanse 9de Leger van generaal Simpson. De operatie heeft tot doel het gebied tussen de Ruhr en de Rijn te bevrijden waarbij de Britten de noordelijke flank zal verdedigen en de Canadezen de Duitsers moeten verdrijven uit het Reichswald, Kleve, Goch en Xanten, om vervolgens door te stoten naar de Rijn. De Amerikanen zullen het zuidelijk deel voor hun rekening nemen. Het Reichswald is een groot Duits bosgebied aan de grens met Nederland, oostelijk van Nijmegen tussen de rivieren Rijn en Maas. Door de invallende dooi is de bodem erg zacht geworden waardoor het gebied moeilijk toegankelijk blijkt voor de zware militaire voertuigen. De paar verharde wegen zijn kapot gereden.
4
Door de miserabele weersomstandigheden kan aanvankelijk ook niet op luchtsteun van jachtbommenwerpers worden gerekend. De Brits-Canadese aanval in en rond het Reichswald, Kleve en de verovering van de Niederrhein genieten weinig bekendheid, zeker in vergelijking met de strijd in bijvoorbeeld de Ardennen en Arnhem, terwijl het verloop van de gevechten in het Reichswald niet minder dramatisch was. De aanval begint met maar liefst vijf uur durende artilleriebeschietingen door meer dan 1000 kanonnen. Het is een spervuur van brisant en rookgranaten zoals de Britten nog nooit hebben ondernomen. De geallieerde overmacht aan manschappen en materieel is enorm. Daarbij komt ook nog dat de Duitse verdedigingsmacht voornamelijk bestaat uit onervaren Hitlerjugend, oudere soldaten en minder validen. Toch zijn ze in staat tot verbeten gevechten op eigen grondgebied dat tot de laatste patroon verdedigd moet worden. De Britten en de Canadezen strijden daardoor een moeizame strijd aan een front met een breedte van zo’n 11 kilometer met de Rijn aan hun linker- en de Maas aan hun rechterflank. Het centrum van het front wordt beheerst door het moeilijk te doordringen Reichswald. Met de grootste moeite weten de Britten zich een weg te banen door het bos. De geschutskoepels van de tanks komen eenvoudigweg vast te zitten in de takken en bladeren. Voor de Shermans is het te gevaarlijk om hun granaten af te vuren omdat ze de bomen boven hun eigen infanterie zouden kunnen raken. Bovendien zijn ze erg kwetsbaar voor hinderlagen met pantservuisten in het dichte struikgewas. De Duitsers hebben het omliggende land grotendeels onder water gezet en de geallieerden hebben slechts twee stroken open terrein beschikbaar voor het oprukken in tanks en andere voertuigen. Als ze na bittere gevechten op 10 februari de buitenwijken van Kleve weten te bereiken staat het hoofdtraject Nijmegen-Kleve nagenoeg volledig onder water. Pas op 11 februari komt Kleve in handen van de geallieerden. Een aantal dagen daarvoor, in de nacht van 7 op 8 februari heeft de RAF de stad zwaar bestookt met
bijna 1400 ton hoog explosieve bommen in plaats van brandbommen waar het grondleger om had gevraagd. Hierdoor ligt Kleve grotendeels in puin en zijn de straten versperd en kunnen de Duitse verdedigers zich gemakkelijk verschansen. In het algemeen kan gesteld worden dat de geallieerde pantserdivisies in deze periode van de oorlog steeds meer hinder ondervinden van het puin in de door zware bombardementen verwoeste steden. Het Noord-Limburgse plaatsje Gennep wordt op 12 februari veroverd en een dag later is het Reichswald zo goed als gezuiverd van Duitsers. De slag die de 21ste Legergroep in het Reichswald heeft geleverd was een even ellendige ervaring als die van de Amerikanen in het Hürtgenwald. De Britten beweren zelfs dat sinds Normandië geen slag zo zwaar is geweest als die in het Reichswald. Op 19 februari, wanneer het Amerikaanse 9de Leger ‘Operatie Grenade’ lanceert, zijn er nog maar 30.000 Duitsers over die met slechts 70 tanks de aanval moeten opvangen. De actie, die gecamoufleerd wordt met een reusachtig rookgordijn, start met het oversteken van de Ruhr over een front van 25 kilometer breed. Als gevolg van de overstromingen is het landschap veranderd in een moerassig gebied zodat de opmars al spoedig stagneert. Op 23 februari heeft het water zich voldoende teruggetrok-
ken waardoor de oversteek in een sneller tempo kan plaatsvinden. Met de verovering van Goch op 22 februari is ‘Operatie Veritable’ eigenlijk al succesvol beëindigd; de laatste belangrijke stelling van de Westwall was immers hiermee doorbroken. De strijd in en rond het Reichswald, die volgens planning slechts een paar dagen had mogen duren, wordt later vergeleken met de Eerste Wereldoorlog. Als men de verdedigingsstellingen, de langdurige en zware artilleriebeschietingen, maar vooral ook de uitermate slechte weerscondities en daardoor slecht begaanbare terrein in ogenschouw neemt, dan lijkt die conclusie juist. Het zou nog tot 10 maart duren voordat de geallieerden controle kregen over de Niederrhein. De Duitsers verloren naar schatting 90.000 man. Aan Geallieerde zijde was het verlies eveneens groot: 23.000 manschappen.
De brug bij Remagen De rivier de Rijn is de grootste natuurlijke barrière vanuit het westen naar het hart van Nazi-Duitsland. In het begin van het laatste oorlogsjaar heeft de Rijn een bevaarbare lengte van zo’n 1300 kilometer. De rivier is gemiddeld 60 meter breed en bijna 3 meter diep.
Belangrijke wapenfeiten in februari 1945 aan het West-Europese front op een rij: 1 2
Berlijn wordt zwaar gebombardeerd. Churchill doet een laatste en tevergeefse poging president Roosevelt voor zich te winnen om een doorstoot te forceren op de Balkan. 4-9 Conferentie van de geallieerde leiders in Jalta. Roosevelt en Churchill nemen voor het laatst deel aan de besprekingen. De grenzen van Polen worden bepaald en Duitsland zou moeten worden verdeeld in drie bezettingszones. 5 Russische troepen bereiken de Oder, op slechts 80 kilometer van Berlijn. 6 Evacuatie begint van Gross-Rosen; de gevangenen worden naar Dachau, Buchenwald en Mauthausen gedeporteerd. 8 Begin van ‘Opertie Veritable’, een geallieerd offensief tussen de Maas en de Rijn en de slag in het Reichswald. 9 Britse en Canadese troepen doorbreken de Siegfriedlinie (Westwall) en bereiken de Rijn.
Het gebied rond Colmar valt definitief in handen van de geallieerden. Het Duitse 19de Leger verliest 25.000 man tijdens de gevechten in de Elzas. 11-12 Essen en Dortmund worden gebombardeerd door meer dan 1000 bommenwerpers. Kleve wordt door geallieerde troepen bezet. 13-14 Dresden wordt gebombardeerd. Minimaal 35.000 mensen komen om in de vuurstorm. 14 Het Amerikaanse 12de Legerkorps vestigt een solide bruggenhoofd achter de Siegfriedlinie. Canadese en Britse troepen bereiken de Rijn tegenover Emmerich. 16 Totale omsingeling van de Duitse stad Breslau (nu het Poolse Wroclaw) door de Russen 17 De Britten veroveren Goch. 20 Overal breken geallieerde troepen nu door de Siegfriedlinie.
22 23 24 27 28
Grootscheepse luchtaanvallen in centraal Duitsland op Nazi-transportsystemen. Eisenhower verklaart dat er nu 900.000 Duitsers krijgsgevangen zijn gemaakt. Poznan valt in handen van het Rode Leger. 23.000 Duitsers geven zich over. Vorming van het 2e kabinet Gerbrandy. Hitler verbiedt veldmaarschalk Von Rundstedt terugtocht achter de Rijn. Eenheden van het Amerikaanse 9de Leger naderen Keulen tot op 25 kilometer.
5
Eenmaal over de Nederlandse grens splitst de rivier zich in de Waal en Neder-Rijn. Tientallen verkeers- en spoorbruggen zorgen voor een verbinding met het centrum van Duitsland. Weliswaar zijn de geallieerden er in september 1944 in geslaagd de Waalbrug bij Nijmegen te veroveren maar een poging om de bruggen bij Arnhem in handen te krijgen zijn mislukt. De Slag om Arnhem gaat verloren met grote gevolgen voor de bevolking in westelijk Nederland. Het zuiden van Nederland is al bevrijd maar door het mislukken van ‘Operatie Market Garden’ en de nationale staking van het Nederlandse spoorwegpersoneel, die door de Nederlandse regering in Londen is afgekondigd als gevolg waarvan de Duitsers als represaille de voedseltransporten naar het westen blokkeren, ontstaat er in de winter van 1944-1945 een groot tekort aan voedsel en brandstof. Tijdens deze hongerwinter komen 20.000 Nederlanders om door de honger en de kou. Het geallieerde opperbevel heeft al voor het Ardennenoffensief zitten broeden op plannen om de belangrijke bruggen waarop de Duitsers ten westen van deze rivier voor hun verbindingen zijn aangewezen, te vernietigen. Daarbij is van groot belang dat bij die actie wel vrijwel alle bruggen moeten worden vernield en niet slechts een paar. Een zwaar precisie-bombardement op grote schaal vanaf grote hoogte door de geallieerde luchtmacht kan door het veelal slechte weer niet plaatsvinden en de nog immer sterke vijandelijke luchtafweer weerhoudt de geallieerden ervan om van geringe hoogte te bombarderen. Dit zou teveel mensenlevens kosten en groot verlies aan materieel. Dankzij de beslissing om een dergelijke massale aanval niet uit te voeren grijpen de Duitsers hun kans om veel troepen in januari en februari 1945 over de Rijn terug te trekken. Gevolg is ook dat die grote Duitse troepenmacht niet gevangen kan worden genomen op de westelijke oever van de Rijn. Als uiteindelijk Amerikaanse en Britse troepen de rivier naderen, worden alle bruggen door de Duitsers onklaar gemaakt, met uitzondering van één brug, die bij Remagen. De ten tijde van de Eerste
6
Wereldoorlog gebouwde brug bij het 25 kilometer zuidelijk van Bonn gelegen stadje Remagen, is van groot belang voor de Duitsers. Via deze spoorbrug met aan weerszijden een pad voor voetgangers, kan men snel troepen overzetten van de westelijke naar de oostelijke oever. De brug bij Remagen staat bekend om de grote massieve torens die aan beide zijden werden gebouwd met daarin ruimte voor geschut.
De Ludendorff Brug bij Remagen.
De brug, vernoemd naar de van de Eerste Wereld oorlog bekende generaal Ludendorff, krijgt op 19 oktober 1944 een aanval te verduren van geallieerde vliegtuigen die claimen de brug te hebben vernietigd. Maar Duitse geniesoldaten hebben op 9 november de brug al weer toegankelijk gemaakt. Eind december brengen vier bommen aanzienlijke schade toe aan de spoorbrug en bombardementen in de eerste twee maanden van 1945 verzwakken de positie van brug nog verder. De door de Duitsers haastig uitgevoerde reparaties worden vervolgens voortdurend gestoord door luchtaanvallen. In februari is ook de veerboot tot zinken gebracht waardoor de bevolking die aan beide oevers van de rivier woont, nog meer is aangewezen
op de inmiddels zwaar beschadigde Ludendorff Brug. Begin maart wordt een dek van planken over de spoorbaan gelegd zodat ook voertuigen de brug kunnen gebruiken. Hitler heeft persoonlijk de order gegeven om bruggen eerst te laten opblazen zodra de vijand op minder dan 8 kilometer is genaderd. Ongeveer 750 Duitse manschappen worden ingezet voor de verdediging van de brug. De toestand rond de brug wordt steeds kritieker omdat de Amerikanen tot een snelle opmars in staat blijken richting Remagen. Hun 9de Pantserdivisie is diep doorgedrongen tot in de linies van het Duitse 15de Leger. Aangekomen op de heuvels ten westen van de Rijn zien zij tot hun grote verbazing een intacte brug. Er is nu haast geboden en de aanval op Remagen wordt ingezet op 7 maart 1945. Halverwege de middag bereiken de eerste Amerikaanse soldaten de brug. De Duitsers laten de eerste aan de brug bevestigde lading explosieven ontploffen. Een grote krater in de oprit van de brug is het gevolg. Amerikaanse versterkingen horen onbevestigde berichten over plannen van de Duitsers
De restanten van de oude brug met de oprit en een van de karakteristieke torens.
om de brug nog diezelfde middag geheel op te blazen. Als uiteindelijk het bevel komt om de brug van afstand te laten springen, gebeurt er niets. Maar een onderofficier weet de lont handmatig te ontsteken en de lading explodeert. De spoorbrug lijkt te gaan bezwijken maar als de rook is opgetrokken staat de brug nog steeds op haar pilaren. Dit is het sein voor de Amerikanen om de brug meteen te gaan bestormen om vervolgens op het tijdstip waarop de Duitsers de brug zouden laten springen, de overkant van de Rijn te bereiken. De Duitsers geven zich gewonnen en de Amerikanen sturen hun eerste tanks over de brug. Binnen een dag is er een belangrijk bruggenhoofd gevormd en een week later staat er een troepenmacht van 25.000 man. Tegenaanvallen van Duitse zijde zijn tevergeefs; tussen 10 en 11 maart wordt de eerste complete infanterie-divisie via de brug naar de overkant van de Rijn gebracht. Hitler is furieus en ontslaat generaal Von Rundstedt.
7
Operatie ‘Plunder’ en ‘Varsity’ In de derde week van maart 1945 hebben de geallieerden over de hele lengte van de Rijn de westelijke oever in handen. Door de verovering van de brug bij Remagen is daar een belangrijk bruggenhoofd gevormd aan de linkeroever. Generaal Eisenhower was reeds maanden tevoren akkoord gegaan met het plan de Rijn over te steken. Deze oversteek zal in de nacht van 23 op 24 maart plaatsvinden tijdens een gigantische militaire operatie ten noorden van de Ruhr onder bevel van Montgomery, met inzet van land- en luchtmacht. Zo’n 250 kilometer zuidelijker heeft het Amerikaanse 3de Leger onder leiding van generaal Patton ook de oevers van de Rijn weten te bereiken. Van generaal Bradley krijgt Patton toestemming daar de rivier over te steken. Patton weet dat zijn Britse rivaal Montgomery de oversteek zal wagen op de 23ste dus geeft hij zijn troepen orders om de oversteek te maken op de 22ste waarmee Patton deze prestigestrijd weet te winnen. De oversteek door Mongomery’s troepenmacht krijgt de codenaam ‘Operatie Plunder’ en voorziet na de oversteek van de Rijn in de verovering van het belangrijke Ruhrgebied en vervolgens de opmars naar Berlijn. De operatie omvat ook een grote luchtlandingsoperatie, ‘Operatie Varsity’ die tot doel heeft het gebied over de Rijn achter Wesel te veroveren. De verkenningsoperatie, ‘Operatie Archway’ genaamd, maakt feitelijk ook deel uit van ‘Plunder’ en moet tot de opsporing leiden van Duitse oorlogsmisdadigers. Daarnaast voorziet de actie in de bezetting van de stad Kiel in het noorden van Duitsland.Montgomery kan beschikken over liefst 29 Britse en Amerikaanse divisies inclusief 2 bestemd voor de geplande luchtlandingen, in totaal ruim 1 miljoen manschappen. De beschikbaar gestelde divisies komen voort uit drie nationale legers: Het Amerikaanse 9de Leger, het Britse 2de Leger en het Canadese 1ste Leger. Zij moeten de oversteek realiseren van zuid naar noord tussen Duisburg en Emmerich. Het Amerikaanse 9de Leger heeft tot taak bij Rheinberg over te steken en een bruggenhoofd te
8
vormen bij Bottrop-Drosten, de plek waar de Ruhr en de Rijn elkaar kruisen. Vervolgens moet worden doorgestoten naar HammMünster en de rechterflank worden verdedigd van het Britse 2de Leger. Verder zal het worden ingezet bij de bruggen nabij Wesel, nadat deze plaats zal zijn veroverd door de Britten. Diezelfde Britten, verenigd dus in het Britse 2de Leger, krijgen de opdracht aanvallen uit te voeren in de buurt van Xanten en Rees, daar een bruggenhoofd te vestigen over de Rijn en verder op te rukken langs de lijn Borken-Aalten-Doetinchem-Elten in de richting van Rheine. Het Britse 2de Leger is dus verantwoordelijk voor het gebied Xanten-Rees. De opdracht van het Canadese 1ste Leger tenslotte bestaat vooral uit het doen van schijnaanvallen links van het Britse 2de Leger en dekking te geven aan de linie Rijn-Maas vanuit Emmerich tot aan de Noordzee. In een latere fase zullen de Canadezen dan het oosten van Nederland moeten binnendringen om de linkerflank van de Britten te beschermen. De operaties van de Canadese soldaten concentreren zich dus bij Emmerich nadat de Britten een bruggenhoofd zullen hebben veilig gesteld. De poging om de Rijn over te steken concentreert zich voornamelijk in het gebied waarvoor de Britten verantwoordelijk zijn. Dit wordt met name verklaard doordat de meeste wegen zich in de Britse sector bevinden. De Amerikanen, bij monde van de commandant van het Amerikaanse 9de Leger, generaal Simpson, reageren verbitterd op de plannen van Montgomery; zij zullen de troepen moeten leveren voor de uiteindelijke oversteek opdat het voor hun Britse collega’s mogelijk zal worden op te rukken naar Berlijn. Simpson ziet deze, in zijn ogen slechts ondersteunende rol niet zitten waarop Montgomery besluit zijn plan bij te stellen en gunt de Amerikanen een veel belangrijkere rol waarin ze in de gelegenheid worden gesteld hun enorme gevechtskracht aan te wenden. De Amerikanen hebben verder ook tot taak de Britten te ondersteunen bij de aanleg van bruggen en het toegankelijk maken en houden van de belangrijkste toegangswegen naar die bruggen. Goch wordt de opslagplaats voor al het brugmateriaal.
Duizenden tonnen worden daar door de genie bij elkaar gebracht. De montageplaatsen dichtbij de rivier zelf, worden vernoemd naar bekende Londense warenhuizen. Alle voorbereidingen vinden plaats achter een beschermend rookgordijn dat zich uitstrekt over een gebied van 80 kilometer langs de Rijn. Een speciale Amerikaanse eenheid voorziet de troepenmacht van de juiste waterstanden in de rivier over een afstand van Basel tot Nijmegen. Omdat Wesel een belangrijk wegen- en spoorwegknooppunt is, zal het centrum van de aanval enkele kilometers ten zuiden en ten noorden van deze stad plaatsvinden. De belangrijkste bruggen zijn door de Duitsers opgeblazen en commando’s moeten de rivier oversteken om Wesel vrij te houden voor de aankomst van de hoofdmacht. Om het bruggenhoofd in stand te kunnen houden zijn er al sinds half februari zware bombardementen uitgevoerd door de geallieerden. De structuur van het spoorwegnet wordt lam gelegd, ruim 200 belangrijke verbindingen uitgeschakeld en het aantal vernietigde treinlocomotieven en wagons is zeer groot. Tijdens de laatste dagen voor de operatie worden de rond Hamminkeln aanwezige Duitse grondtroepen en luchtafweer geneutraliseerd. Overigens is het opvallend dat de Duitsers veel luchtafweerbatterijen naar Bocholt en omgeving hebben verplaatst.. Het is niet bekend of men de luchtlandingen daar had verwacht. Twee geallieerde luchtlandingsdivisies moeten aan de overkant van de Rijn ervoor zorgen dat de Duitsers geen versterkingen zullen kunnen sturen naar de oversteekplaatsen. Om te voorkomen dat de parachutisten worden bestookt met Duits artillerievuur ten tijde van de aanval, stelt de bevelvoerder van het Britse 2de Leger, generaal Dempsey voor, de paratroepers te laten landen op de morgen na de oversteek die ’s nachts zal plaatsvinden. Montgomery wil in het donker gebruik maken van speciale tanks die hun schijnwerpers op het wolkendek kunnen richten. Hiermee zijn in Remagen al goede ervaringen opgedaan.
Duitse luchtafweer boven Wesel. 80 Lancasters van No. 3 Group vallen in de avond van 23 maart 1945 de stad aan ter voorbereiding op de oversteek van de Rijn door de Britse 21ste Legergroep. De foto is genomen vanuit Britse posities op de westoever van de Rijn.
Op de avond van 23 maart beginnen geniesoldaten met de aanleg van een tweebaansweg langs de boorden van de Rijn om het materiaal voor de veerpont en de baileybruggen te kunnen aanvoeren. Gedurende de komende uren moet de genie tientallen ton materiaal vanuit de verderop gelegen opslagplaatsen aanvoeren. Met duizenden stukken artillerie zijn om 18.00 uur al de inleidende beschietingen begonnen gericht op de Duitse oever van de rivier. De feitelijke oversteek onder de codenaam ‘Operatie Plunder’ begint om 21.00 uur als bij Rees de eerste Schotse Buffalo-amfibivoertuigen, aanvalsboten en tanks van de 51ste Highland Division van het 30ste Legerkorps te water gaan (codewoord Turnscrew). Zeven minuten later komen ze aan op de verzande oostelijke oever. Via de veerponten wordt voortdurend materiaal overgezet. De geïmproviseerd drijvend gemaakte tanks hebben moeite om uit het water te
9
Soldaten van het 1st Cheshire Regiment steken in Buffalo’s de Rijn over bij Wesel.
komen maar met neergelegde rijplaten lukt dat wel. De eenmaal aan land gereden tanks helpen de andere op de oostelijke oever te takelen. Op deze oostelijke oever ondervinden de Britten nauwelijks tegenstand zodat ze het gebied snel veilig weten te stellen. Om 6.00 uur hebben er twee eenheden tanks de overkant bereikt en de troepen in de tweede golf steken de Rijn over in stormboten. Om 9.45 uur in de ochtend van de 24ste maart zijn alle drie brigades van de 51ste Highland Division aan de overzijde. Naarmate de tijd vordert neemt de Duitse tegenstand wel toe. In het centrum van Rees worden de geallieerden geconfronteerd met steeds heviger vijandelijk vuur van mortieren, granaten en ook scherpschutters. Ook de genietroepen krijgen hier behoorlijk last van. Ze zijn na de eerste aanvalsgolven onmiddellijk naar de
10
overkant gevaren om de landingsplaatsen te verkennen hetgeen wordt bemoeilijkt door verspreid aangetroffen mijnen. Enkele tevoren aangewezen plekken blijken te modderig als gevolg waarvan een aantal tanks vast komt te zitten. Op de diverse plaatsen waar verschillende types veerponten gebouwd worden, komt men bij het aanbreken van de dag vanuit Rees onder vuur te liggen van de Duitsers. De verliezen onder de genisten worden steeds groter waardoor de geallieerden regelmatig genoodzaakt zijn de bouw van de veerponten en de aanleg van de landingsplaatsen meer stroomafwaarts te verplaatsen. Ondanks de voortdurende beschietingen en een nachtelijke aanval van een Duits vliegtuig, dat een van de veerponten tot zinken weet te brengen, slaagt de genie er toch in veel tanks en rupsvoertuigen naar de overkant te brengen, inclusief zware bulldozers.In de
vroege ochtend van 24 maart is men begonnen met de aanleg van toegangswegen voor de DUKW’s die de Rijn in moeten gaan rijden. Even na 10.00 uur steken de eerste landingsvaartuigen de rivier over, vlak achter de troepen die Rees aanvallen. In de sector van het Britse 2de Leger is de bouw van Britse 2e Leger.
vijf baileybruggen gepland. Op de middag van 24 maart beginnen de werkzaamheden aan de eerste, verzwaarde brug waarover pantserwagens, bergingsvoertuigen en middelzware artillerie moeten gaan rijden. De plaats van deze zogenaamde ‘Lambethbrug’ (de bruggen worden vernoemd naar de bruggen in Londen over de grootste rivier van Engeland, de Theems) is bereikbaar voor Duits granaatvuur. Er vallen veel gewonden. Door het onophoudelijke vijandelijke vuur, Rees is voor een deel nog steeds in Duitse handen, en een aanvaring met een landingsvaartuig, komt deze brug veel later gereed dan was gepland. De 370 meter lange brug wordt uiteindelijk ’s ochtends op 26 maart opengesteld voor het militaire verkeer. Een dag eerder was ’s avonds bij Hönnepel begonnen met de aanleg van de ‘Waterloobrug’. De locatie van deze brug is minder kwetsbaar en komt dan ook vlak voor middernacht gereed. De genisten zijn inmiddels ook gestart met de opbouw van de drijvers voor de ‘Londonbrug’ van het type ‘Class 40’ die geschikt is voor de oversteek van een infanterie-divisie. De Londonbrug komt Rees rechtstreeks binnen. Op 25 maart om 19.00 uur beginnen de werkzaamheden; 28 uur later, precies één uur voor middernacht op 26 maart wordt de brug opgesteld. Op diezelfde avond zijn de Canadezen begonnen met hun eigen ‘Blackfriarsbrug’ die alleen door Canadese
soldaten mag worden gebruikt ten behoeve van de zuivering van de oostelijke oever van de Rijn tot bij Emmerich. Het wordt de langste brug in de sector van het Britse 2de Leger met een lengte van 550 meter. De brug is klaar rond het middaguur op 28 maart. Op de late morgen van 26 maart tenslotte, beginnen de Britten met de laatste van de vijf bruggen, de ‘Westminsterbrug’. Dankzij de al eerder gestarte voorbereidingen komt deze brug volgens de tijdsplanning gereed. Op 29 maart opent generaal Dempsey de brug officieel omdat het de laatste brug is in zijn sector.
Militairen van de 15th Scottish Division verlaten hun vaartuig en verzamelen bij Xanten op de oostoever van de Rijn.
Op 24 maart, om 2.00 uur begint de oversteek tegenover Xanten door de Schotse 15de Divisie van het 12de Legerkorps (codewoord Torchlight). De Duitsers bieden daar weinig tegenstand maar de oversteek verloopt toch moeizaam omdat de oostelijke oever van de Rijn bezaaid is met rotsblokken, waardoor hun stormboten en Buffalo’s niet uit de rivier kunnen komen. Vijf kilometer naar het oosten steken commandotroepen over ten westen van Wesel (codewoord Widgeon). De
11
commando’s naderen Wesel tot op één kilometer. Na een bombardement op de stad door de RAF zetten ze hun opmars voort. De gevechten in Wesel gaan de gehele dag door. De commando’s krijgen versterking van het 1ste Cheshire-regiment en de Amerikaanse 17de Luchtlandingsdivisie. De commando’s hebben 850 Duitsers krijgsgevangen gemaakt. Vele Duitse soldaten sneuvelen. Op het moment waarop de Schotten de aanval hebben ingezet, begint het Amerikaanse 9de Leger ten zuiden van Wesel de oversteek van de Rijn (codewoord Flashpoint). De aanval ter hoogte van onder andere Rheinberg verloopt zeer succesvol. Er worden lichtspoorkogels afgevuurd om de mannen van generaal Simpson op koers te houden De Amerikanen hebben slechts twee uur nodig om twee bataljons aan land te zetten.
Short Stirlings trekken Horsa zweefvliegtuigen gedurende de eerste geallieerde luchtlandingen oostelijk van de Rijn.
12
De eerste Duitse dorpjes op de oostelijke oever worden ingenomen zonder noemenswaardige tegenstand. Inleidend artillerievuur heeft de weerstand eerder al gebroken. Naast al het succes voor de geallieerden komt er ook tegenslag. De commandant van de 21ste Legergroep veldmaarschalk Montgomery heeft besloten dat er naast de aanval over land en te water ook geallieerde parachutisten moeten worden ingezet die tot taak hebben de hogere terreinen op de oostelijke oever en zes bruggen over de Oude IJssel te veroveren. De grootste luchtlandingsoperatie van de Tweede Wereldoorlog onder de codenaam ‘Operatie Varsity’ gaat van start, eerst nadat de bruggenhoofden zijn geslagen, dit om te voorkomen dat de inleidende artilleriebeschietingen zullen worden verstoord. ‘Varsity’ is het vijfde onderdeel van operatieplan ‘Plunder’. Voor deze indrukwekkende luchtoperatie zijn twee divisies beschikbaar gesteld, de Britse 6de Luchtlandingsdivisie die het in Normandië zo goed heeft gedaan en de Amerikaanse 17de Luchtlandingsdivisie, onderdeel van het 18de Korps Luchtlandingstroepen. De Britse vliegtuigen zijn in Engeland opgestegen terwijl de Amerikanen het luchtruim kiezen vanaf diverse vliegvelden rondom de Franse hoofdstad Parijs. Boven België komen de Engelse en Amerikaanse vliegtuigen bij elkaar om gezamenlijk koers te zetten naar het Rijnland. Omstreeks 10.00 uur horen de geallieerde troepen op de grond over de gehele breedte van het front het enorme gedreun van de gigantische luchtvloot. De geallieerden hebben de Duitsers op veel plekken aan de Rijn herhaaldelijk weten te verrassen maar bij Wesel heeft de Duitse legerleiding de oversteek door Montgomery’s 21ste Legergroep wel zien aankomen. Weliswaar profiteren de Britten, Canadezen en Amerikanen van de Duitse troepenverplaatsingen naar Remagen maar achter de oostelijke oever van de Rijn hebben de Duitsers grote aantallen luchtafweergeschut opgesteld die buiten bereik blijven van de Britse artillerie. Ruim 350 stuks worden er gelocaliseerd. Hawker Typhoons van de RAF bestoken deze stellingen met
Britse en Amerikaanse gliders liggen verspreid in de velden rond Hamminkeln.
De C-47 was een van de vele Amerikaanse aanduidingen van de militaire versie van de DC-3 die binnen de Britse Royal Air Force “Dakota” werd genoemd. Omdat de Amerikaanse 13de Luchtlandingsdivisie niet over voldoende vliegtuigen beschikt, wordt de 17de Luchtlandingsdivisie ingezet en wel voor het eerst tijdens de oorlog. Deze divisie moet het Diersfordterwald op de Duitsers veroveren. Er wordt namelijk verondersteld dat de Duitsers hier vanuit gemakkelijk beschermde posities op de geallieerden kunnen vuren. Zoals gezegd worden hun formaties boven België, ter hoogte van de hoofdstad Brussel samengevoegd met de Britse vliegtuigen om vervolgens af te zwenken naar het noordoosten, naar de resterende 165 kilometer richting de Rijn. Daar staan Eisenhower en Churchill samen met veel andere geallieerde prominente bevelvoerders te wachhun raketten maar toch wordt de grote armada van transportvliegtuigen onthaald op hevig vuur.
Horsa gliders zijn geland in de weilanden aan de Güterstrasse even buiten Hamminkeln.
De parachutisten worden als eerste gedropt. Daarna landen de zweefvliegtuigen die tot taak hebben eventuele Duitse tegenaanvallen op de bruggenhoofden bij de Rijn de verijdelen. Vooral deze gliders hebben het zwaar te verduren. In tegenstelling tot de zeer geringe verliezen bij de amfibische divisies, zijn er nu veel gesneuvelden en gewonden. De Amerikaanse 17de Luchtlandingsdivisie verliest 1.500 man waaronder 160 doden. De Britten verliezen 1.400 van de 7.700 paratroepers en vliegtuigbemanningen. Het Duitse luchtafweergeschut haalt meer dan 50 transportvliegtuigen neer terwijl er 330 worden beschadigd. 22 van 72 C-46’s gaan verloren tijdens de 2,5 uur durende luchtlandingsoperatie. De Curtiss-Wright C-46 Commando was de tegenhanger van de veel bekendere C-47 Skytrain. Beide type vliegtuigen kregen dezelfde rol toebedeeld, namelijk het vervoer van parachutisten.
13
ten om getuige te zijn van dit gecombineerde BritsAmerikaanse spektakel in de lucht. Ondanks het feit dat de helft van de Amerikaanse gliders en 60% van de Britse zweefvliegtuigen schade oploopt, wordt het verloop van ‘Operation Varsity’ hierdoor niet echt nadelig beïnvloedt. De verliezen zijn niettemin toch aanzienlijk en veel vliegtuigen en parachutisten landen op de verkeerde plaats als gevolg van de Duitse verdedigingsacties. Onbeschadigde toestellen van de Amerikaanse 507de Luchtlandingsdivisie droppen hun mannen niet op de vooraf beoogde droppingzone ‘DZ-X’ maar in het landingsgebied van de Britse 6de Luchtlandingsdivisie bij Hamminkeln, dat zwaar te lijden heeft van Duits afweervuur. Veel C-46’s geraken tijdens de landing al in brand. De luchtlandingen, zo dichtbij de Nederlandse Achterhoek, zijn de meest ambitieuze van de Tweede Wereldoorlog getuige de grote aantallen manschappen en materieel die worden ingezet. De Britse Hamilcarzweefvliegtuigen vervoeren ladingen van maar liefst Parachutisten bestuderen het plaatsnaambord van Hamminkeln aan de Mehrhoogerstrasse.
8 ton en 4.900 soldaten worden over de Rijn gezet. Tevens worden zo’n 1.100 jeeps, trailers, tanks, vrachtwagens, bulldozers, bren-carriers, stukken geschut, motorfietsen, zware en lichte transportwagens, mortieren, en anti-tankkanonnen van verschillend kaliber aan land gezet. Eén van de ladingen die de gliders van de 6de Britse Luchtlandingsdivisie transporteren is een team van de Britse inlichtingenorganisatie Special Operations Executive (SOE). Dit is één van de geheime Britse organisaties die agenten en saboteurs vanuit Engeland zend naar bezette Europese landen. De agenten leggen vaak contact met het verzet en saboteren onder andere bruggen en belangrijke strategische installaties. Rond Hamminkeln worden enkele Britse officieren gedropt die Poolse agenten begeleiden. De Polen hebben tot taak te infiltreren in de Duitse linies om zoveel mogelijk informatie te verzamelen. Wanneer het avond wordt, blijkt dat er van georganiseerd Duits verzet westelijk van de rivier de Issel (de Oude IJssel begint in Duitsland onder deze naam) geen sprake meer is en dat de geallieerde luchtlandingstroepen erin geslaagd zijn contact te maken met de grondtroepen. In de Achterhoek, hemelsbreed slechts enkele tientallen kilometers van de frontlinie verwijderd, hoort men inmiddels al dagen en nachten lang het naderende kanongebulder. Optimisten verwachten de bevrijding binnen enkele dagen. De bombardementen en de artilleriebeschietingen zijn vrijwel onophoudelijk te horen. Langzaam schuift het Brits-Canadese front uit het Rijndal noordwaarts.
Conclusie De campagne van Montgomery in het Rijnland was voorzichtig van aard en uiteindelijk moeizaam verlopen maar het aantal slachtoffers stond echter in geen verhouding tot hun aandeel in de gevechten. Glider-vliegtuigen zouden na ‘Operation Varsity’ niet meer worden ingezet tijdens de oorlog. Het kostte de geallieerden teveel doden, bijna net zoveel als de 1ste
14
Derde Rijk. De Duitse tegenstand werd met de dag minder maar toch wisten de fanatieke overgeblevenen tijdens de vele straatgevechten nog taaie tegenstand te bieden. Met alle moeite konden ze tot overgave worden gedwongen. Opvallend was het grote verlies bij de Geallieerden veroorzaakt door Duitse pantservuisten. Ook de Amerikaanse pantsereenheden hadden het nog steeds zwaar te verduren en de Sherman-tanks moesten het vaak afleggen tegen de Duitse Konigstiger.
Winston Churchill bezoekt het front op de oostoever van de Rijn ten zuiden van Wesel. Rechts achter hem veldmaarschalk Montgomery.
Britse Luchtlandingsdivisie bij Arnhem had verloren. Amerikaanse en Britse parachutisten werden tot aan de Duitse capitulatie alleen nog ingezet als infanterietroepen.
Zowel de Britten als de Amerikanen kregen te maken met een tekort aan mankracht en over de kwaliteit van de plaatsvervangers in de infanterie was men niet tevreden. Steeds vaker werden Britse eenheden opgeheven omdat de mannen naar nieuwe regimenten werden gestuurd. In de maanden februari en maart 1945 verloor de Britse 21ste Legergroep ruim 29.000 man waarvan bijna 5.200 doden en 2.900 vermisten. Wellicht was dit verlies niet zo groot als tijdens andere campagnes Duitse krijgsgevangenen op de Bislicherstrasse in Wesel.
Overigens bracht de Britse premier Winston Churchill een bezoek aan het Rijnland. Hij wilde al direct na de invasie in NormandiÍ naar de frontlinie maar zowel Eisenhower als Montgomery hadden hem op het laatste moment overtuigd dat zo’n bezoek niet zo verstandig was. Maar nu was Churchill vastbesloten geweest om de luchtlandingen bij Hamminkeln van dichtbij te aanschouwen. Veldmaarschalk Alan Brooke, Chef van de Generale Staf, begeleidde hem naar het strijdtoneel maar was later ook weer blij dat hij de Britse oorlogsleider weer veilig thuis had gekregen. Zijn jonge soldaten moesten immers nog steeds hard vechten aan de overkant van de Rijn waar slechts traag vorderingen werden gemaakt. Stad na stad en dorp na dorp drongen de Amerikaanse en Britse legers door in de laatste bolwerken van het
15
eerder in de oorlog in Europa, maar deze aantallen stonden wel gelijk aan zo’n veertig infanteriebataljons. Halverwege december 1944 telden de geallieerde legers van opperbevelhebber Eisenhower 3,25 miljoen manschappen. Op het Europese strijdtoneel namen bijna 2 miljoen Amerikaanse, 810.000 Britse, 295.000 Franse en 120.000 Canadese soldaten deel. Begin februari 1945 was de geallieerde troepenmacht op een sterkte van 3,4 miljoen manschappen gekomen en eind maart was de strijdmacht gegroeid tot 4,0 miljoen soldaten. ‘Operatie Plunder’ was de grootste militaire operatie die tot doel had om een grote rivier, zoals de Rijn was,
over te steken. Van de verschillende bruggen die destijds werden aangelegd om de operatie te doen slagen, zijn nu vrijwel geen sporen meer terug te vinden. Dat is ook niet verwonderlijk. De bruggen hadden louter een tactisch doel, namelijk de oversteek zelf als gevolg waarvan er geen scheepvaartverkeer mogelijk was. Om die belemmering op te heffen werden al spoedig hogere baileybruggen gebouwd die later weer werden vervangen door de huidige permanente bruggen bij zowel Wesel als Rees. Hier en daar zijn nog slechts restanten te vinden van de oude aanvoerwegen.
Belangrijke wapenfeiten in maart 1945 aan het West-Europese front op een rij: 1
2 3
5 7
De Duitsers worden verdreven uit Mönchengladbach; gedurende het geallieerde Rijnoffensief worden in drie weken tijd 66.000 Duitse soldaten krijgsgevangen gemaakt. Roermond en Venlo worden bevrijd. De oudste stad van Duitsland, Trier wordt bezet door de geallieerden. In Duitsland worden 15-jarigen gerecruteerd voor inzet aan het front. Duitse strijdkrachten die op de westelijke Rijnoever verblijven, trekken zich terug. De Haagse wijk Bezuidenhout wordt zwaar getroffen door missers bij geallieerde bombardementen; er zijn ruim 500 dodelijke slachtoffers. De Amerikanen veroveren Keulen. De spoorbrug over de Rijn bij Remagen wordt door de Amerikanen veroverd. Bij de ‘Woeste Hoeve’ tussen Arnhem en Apeldoorn wordt onbedoeld een aanslag gepleegd op SS-generaal Rauter.
16
Meer dan 200 mannen worden als represaille gefusilleerd waarvan 117 op de plek van de aanslag. In Joegoslavië vormt partizanen-leider Tito een nieuwe regering. 8 Xanten wordt door het Britse leger bezet. 9 Bonn wordt veroverd door de Amerikanen. 10 De als zeer deskundig bekend staande Duitse ‘opperbevelhebber West’ Von Rundstedt wordt vervangen door generaal Kesselring. 12 Anne Frank sterft in het concentratiekamp Bergen Belsen. 12-23 Koningin Wilhelmina bezoekt Zeeland, Noord Brabant en Limburg 16 Sovjet offensief tegen de Oostenrijkse hoofdstad Wenen. 22 Amerikaanse legereenheden steken bij Oppenheim de Rijn over. Enschede wordt getroffen door een Amerikaans bombardement; 65 mensen komen om.
23
De Britse oorlogsleider Winston Churchill bezoekt het Britse hoofdkwartier in Venlo. 23-24 ‘Operatie Varsity’; Britten en Canadezen steken bij Wesel de Rijn over. Daaraan voorafgaand vindt er een grote luchtlandingsoperatie plaats in het gebied oostelijk van de Rijn. 24 Goor en Haaksbergen worden getroffen door Amerikaanse bombardementen; 177 mensen komen om. 28 Generaal Eisenhower wil contact leggen met de Russische eenheden in de sector Leipzig-Dresden 29 Einde van het V1 offensief. De Duitse steden Mannheim, Wiesbaden en Frankfurt worden bezet door de Amerikanen. Dinxperlo wordt bevrijd. 30 Britse troepen van de regimenten Grenadier en Irish Guards bevrijden Aalten. 31 Winterswijk, Lichtenvoorde en Groenlo worden bevrijd.
Oorlog duurt nog voort... Ondanks de moeizaam behaalde overwinning van de geallieerden in de Belgische Ardennen, wordt het na de jaarwisseling al spoedig duidelijk dat de oorlog ook in het westen van Europa nog niet voorbij is. Weliswaar rukken de geallieerde legers vanuit Duitsland langzaam maar zeker op in noordwaartse richting maar dat het nog niet gedaan is ontgaat ook de Aaltenaren niet in het eerste kwartaal van 1945. De meeste slachtoffers van het oorlogsgeweld in Aalten zijn in de eerste maanden van het laatste oorlogsjaar te betreuren. Ook de regelmatige verschijning van Duitse soldaten in de straten van Aalten maakt duidelijk dat het dorp nog in handen is van de vijand. In de winter van 1944-1945 zijn manschappen van het Fallschirmjäger Regiment 6 in Aalten ingekwartierd. De paratroepen staan onder leiding van de vermaarde Oberstleutnant (luitenantkolonel) Friedrich August Freiherr von der Heydte. Deze in München geboren baron heeft van generaal Kurt Student, de aanvoerder van alle Duitse luchtlandingstroepen, de opdracht gekregen om vanuit zijn
Fallschirm-Armee Waffenschule in Aalten een speciaal parachutistenbataljon te formeren. Uit elk bataljon van het 1ste Duitse Parachutistenleger moet Von der Heydte de allerbeste para’s rekruteren. Met deze elitetroepen leidt hij tijdens het Ardennenoffensief in december 1944 de laatste grootschalige Duitse luchtlanding van de Tweede Wereldoorlog genaamd Operatie ‘Stösser’. Het is de bedoeling dat Kampfgruppe Von der Heydte gaat landen bij een belangrijk verkeersknooppunt ten noorden van Malmédy. Het knooppunt zou, zo veronderstelden de Duitsers, een belangrijke rol gaan spelen bij de aanvoer van Amerikaanse versterkingen. Het plan mislukt echter grotendeels door slecht zicht en geallieerd afweervuur. Slechts 125 man bereikt de tevoren aangewezen landingszone. Toch sticht de luchtlanding verwarring onder de geallieerde bevelhebbers omdat ze denken dat ze met tegenstand te maken krijgen van meerdere luchtlanEen rustig winterbeeld in de Lichtenvoordsestraat nog tijdens de bezetting. Een paar maanden later zouden hier de tanks van de bevrijders rijden.
17
dingsdivisies in plaats van slechts een handvol soldaten. De Duitse para’s die wel op de juiste plek zijn geland, proberen nog de linies van de 6de Pantserdivisie te bereiken maar de meesten zijn gewond, te moe en uitgehongerd. Oberstleutnant Von der Heydte zelf slaagt erin Monschau te bereiken in de hoop dat dit stadje in de Duitse Eifel nog in Duitse handen is. Helaas voor hem is Monschau al bezet door een Amerikaanse genie-eenheid. Mede door de naweeën van een tijdens een training gebroken linkerarm en de tijdens de parachutesprong beschadigde rechterarm, is Von der Heydte gedwongen zich op Kerstavond over te geven aan de Amerikanen. Hij blijft tot juli 1947 krijgsgevangen in Engeland. De missie van Von der Heydte’s troepen was eigenlijk vanaf het begin al tot mislukken gedoemd omdat hij niet kon beschikken over intelligente, goed getrainde en ervaren parachutisten.Von der Heydte is na de oorlog betrokken bij diverse publicaties en ontvangt verschillende onderscheidingen. In 1951 behaalt Ook bij de familie Te Brinke aan de Varsseveldsestraat is enige tijd een Duitse soldaat ingekwartierd, Walter genaamd. Hij weigert de hem aangeboden burgerkleding te dragen omdat dat gelijk staat aan desertie waarop een zware straf volgt. Walter overleeft de oorlog niet.
Oberstleutnant Freiherr Von der Heydte verblijft enige tijd in Aalten tijdens de laatste oorlogswinter.
Von der Heydte de titel van professor in het civiel en internationaal recht aan de universiteit van Mainz. Elf jaar later promoveert hij tot de rang van brigadegeneraal bij de reservetroepen van de Bundeswehr. Van 1966 tot 1970 dient hij in het parlement van Beieren als lid van de CSU. Freiherr Von de Heydte stond bekend als een goed militair. Slechts weinigen weten dat deze prominente Duitser enige tijd zijn intrek nam in de woning van Driessen in de Hofstraat in Aalten. Von der Heydte heeft later nog een bedankbrief geschreven aan de in Aalten gelegerde ‘Rijksduitser’ Wiesmann voor de goede verstandhouding tussen de Aaltenaren en zijn manschappen gedurende de winter van 19441945. Von der Heydte overlijdt op 7 juli 1994 Hij is 87 jaar geworden. De hongerwinter in het westen van Nederland laat zich nadrukkelijk gelden en de voedselnood daar is groot. Nog steeds proberen vele inwoners uit met name de provincies Noord- en Zuid Holland in de Achterhoek tijdelijk onderdak te krijgen of voedsel te bemachtigen. Zowel individuele Aaltenaren als haastig in het leven geroepen comités proberen hun westerse landgenoten zo goed mogelijk te helpen. Sommige vluchtelingen slagen er in een tijdelijke verblijfplaats te krijgen. Anderen daarentegen, geven er de voorkeur aan meteen weer naar huis terug te keren en de buit met hun familie te delen in vertrouwde omgeving. Hun terugreis is niet zonder gevaar door de toenemende vliegbewegingen in
18
De V1 (Vergeltungswaffe), hier kort na de lancering, is een soort raket voorzien van kleine vleugels die wordt voortgestuwd door een straalmotor. Zodra de motor ermee ophoudt, dat gebeurt op een tevoren ingesteld tijdstip of omdat de brandstof op is geraakt, komt het toestel omlaag om vervolgens te exploderen bij de inslag op de grond. Ook in Nederland is een aantal katapultachtige lanceerinrichtingen opgesteld.
de lucht. De jachtvliegers van de Britse Royal Air Force voeren steeds vaker zogenaamde ‘Intruder Missions’ uit waarbij ze onder andere vanaf het door de geallieerden op de Duitsers heroverde vliegveld Volkel bij het Brabantse Uden, Duitse troepen op de grond bestoken. Duitse gevechtsvliegtuigen bieden waar mogelijk nog tegenstand en Duits afweervuur probeert te voorkomen dat hun tegenstanders doel treffen. Op 23 januari 1945 komt prominent Aaltenaar Dr. J. der Weduwen in de buurt van Apeldoorn in zijn dienstauto om het leven bij een beschieting vanuit de lucht. Hij had die middag deelgenomen aan een overleg in Den Haag tussen het Rode Kruis en Duitse officieren om betere werkomstandigheden van de Nederlandse dwangarbeiders te bepleiten. Vele Aaltenaren brachten hun geliefde arts op 27 januari hun laatste eerbetoon
tijdens de begrafenis op Berkenhove. De dag erna vallen er verschillende bommen in het westelijk deel van Aalten. Terwijl er die middag in de katholieke kerk in de Dijkstraat net een dienst wordt gehouden, wordt de naastgelegen pastorie zwaar getroffen. Hierbij komen drie mensen om het leven waaronder pastoor Van Rooyen. Op de laatste avond van januari veroorzaakt het neerkomen van een V1 tussen de mareschausseekazerne en de watertoren aan de Ringweg een enorme explosie die gelukkig geen slachtoffers eist maar alleen forse materiële schade toebrengt aan woningen en gebouwen in de naburige straten van Aalten. Dat het in deze periode van de oorlog buiten nog steeds erg gevaarlijk kan zijn, blijkt opnieuw op 8 februari als aan het einde van de morgen 11 mensen omkomen in de buurtschap Dale. Talrijke gewonden worden naar het ‘ziekenhuis’ Avondvrede gebracht aan de Hogestraat. Allen zijn slachtoffers van de bommen die in Dale zijn gevallen. Tot op de dag van vandaag is niet Deze unieke foto, in het geheim gemaakt achter de woning van de familie Ten Brinke aan de Varsseveldsestraat, toont de Freya-radarstelling aan de Ringweg.
19
geheel duidelijk hoe dit heeft kunnen gebeuren, van wie (vermoedelijk Amerikanen) de bommen afkomstig waren en welke bestemming ze hadden. Wellicht hadden de vliegtuigen het gemunt op de naburige gebouwen van de blekerij van textielfabriek Driessen uit de Dijkstraat of was de Duitse Freya-radarstelling aan de Ringweg het doelwit. Deze maakte deel uit van een uitgebreid luchtverdedigingssysteem van de Luftwaffe. Als de radarstelling het doelwit is geweest, dan waren de vliegers niet goed geïnformeerd want de stelling was reeds ontmanteld toen in september 1944 rond Arnhem en Oosterbeek een zware strijd werd uitgevochten. Het type Freya, vernoemd naar de Germaanse godin Freya, was reeds in de jaren ‘30 door de Duitsers ontwikkeld en in staat vijandelijke vliegtuigen op een afstand van ongeveer 150 km te signaleren. Het grote rechthoekige antennescherm kon handmatig in de gewenste richting worden gedraaid. Het terrein waarop het radarapparaat stond opgesteld, omvatte een aantal barakken voor de manschappen, stukken luchtdoelgeschut en was omgeven door een stelsel van loopgraven en afrastering van prikkeldraad. De omtrek bedroeg circa 820 meter. De radarstelling in Aalten werd gebouwd aan het einde van de zomer van 1942. In het najaar van 1944 werd de stelling verlaten.
Tot in de beginjaren ‘50 zijn er nog restanten van de Aaltense Freya-stelling te zien zoals de behuizing van het antennescherm, gemaakt van beton en bakstenen.
20
Dit affiche wordt in Aalten opgehangen kort na de executie in Varsseveld aan de grens met Aalten. Zo vlak voor de bevrijding heeft de vijand nog niets aan wreedheid ingeboet.
Een paar weken later is het opnieuw raak. ’s Middags, op 24 februari verliezen 6 Aaltenaren het leven wanneer bommen grote vernielingen aanrichten op de kruising Bredevoortsestraat-Prinsenstraat. Op 2 maart vindt er op de grens met Varsseveld wederom een drama plaats. Nadat op 25 februari vier Duitse soldaten door vanuit de boerderij ‘De Bark’ in IJzerlo opererende verzetslieden, worden geliquideerd, nemen de Duitsers wraak; 46 politieke gevangenen uit de Doetinchemse gevangenis ‘De Kruisberg’ worden aan het Rademakersbroek in Varsseveld gefusilleerd. Een onvergefelijke brute daad van de bezetter maar ook het ombrengen van de Duitse militairen is, achteraf beschouwd, een omstreden actie geweest. Op de plek van de liquidatie groeit die zomer het koren hoger dan op de andere delen van de akker. Dit graan werd apart geoogst en bevindt zich in de glazen stolp bij het monument.