De Schildwacht Mei - Juni 2019 - nr. 03
Verkiezingen
Partijstandpunten inzake Defensie
Tweemaandelijks tijdschrift van de Algemene Centrale van het Militair Personeel Verantwoordelijke uitgever: Yves Huwart - Afgiftekantoor: Aalst X - P109013
de militaire vakbond
Voorwoord
Strategische blindheid VOORWOORD DOOR YVES HUWART | VOORZITTER
Is België het verleerd om nuchter en analytisch de toekomst van zijn leger onder ogen te zien? Of wordt er bewust gezwegen over heikele beleidsthema’s en mogelijke oplossingen? Dat is toch de indruk die men krijgt bij het lezen van het luik ‘Defensie’ van de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen. Daarbij dreigt opnieuw het risico dat we defensiebeleid – de politieke keuzen – verwarren met doordachte strategie. Parlementsverkiezingen blinken zelden uit in grondige aandacht voor alle relevante onderwerpen. Campagnes duren kort en verkiezingsboodschappen moeten compact worden overgebracht. Binnen het geweld van de snelle boodschap, de ingestudeerde oneliner en in het korte bestek van enkele pagina’s per politieke partij, wil de militaire vakbond ACMP-CGPM desondanks aandacht vragen voor de defensiestandpunten tijdens de aankomende verkiezingen van 26 mei. Uiteraard is het doel om u te bereiken en om u geïnformeerd uw stem te laten uitbrengen. Want ons land staat opnieuw voor cruciale keuzes met betrekking tot de toekomst van ons leger. De pijlsnelle daling van de getalsterkte en de onzekerheid van zijn toekomstige financiering dwingen hiertoe. De vergelijking van de verkiezingsprogramma’s signaleert te veel ‘zwijgen’ over beleidsthema’s die te belangrijk zijn om genegeerd te worden. Dat is onder meer het geval voor hoe alle recente aankopen van grote wapensystemen zullen betaald worden, hoe het vooropgestelde ambitieniveau gaat gehaald worden in het licht van de precaire personeelssituatie en of we nu vaker of minder aan missies zullen moeten deelnemen. Maar ook
2
De Schildwacht
inzake de vertrouwde terreinen, zoals het investeren in personeel, de defensie-uitgaven of de internationale samenwerking, leveren partijprogramma’s vaak niet meer dan vrome woorden op, en in het beste geval gebrekkige oplossingen. Is er wel voldoende besef van wat de Belgische positie in de wereld is, hoe snel de wereld verandert en wijzelf niet, en (dus) wat onze belangen zijn en hoe wij daarnaar zouden moeten of kunnen handelen met onze krijgsmacht? Misschien heeft deze strategische blindheid te maken met onze configuratie als klein, plat landje aan de Noordzee? Deze positie lijkt ons werkelijk het zicht te benemen op de schuivende machtsverhoudingen, de relativiteit van het begrip ‘soevereiniteit’, de markt- en werkwaarde van Defensie in ons land en binnen de internationale gemeenschap en het optimale profiel en de beste aanwending van ons leger. Hoewel het debat over het buitenland- en defensiebeleid in België in hoofdzaak door politieke partijen wordt gevoerd - daarvoor is de trek- en duwkracht en de interesse van de middenveldorganisaties, denktanks, academische wereld en media (spijtig genoeg) niet groot genoeg - kan geconcludeerd
worden dat zij een taak laten liggen. De stukken in dit tijdschrift leggen de vinger op zere plekken: politieke partijen mijden de noodzakelijke vergezichten op het Belgisch leger, zij verzuimen concrete oplossingen te formuleren voor zeer prangende problemen zoals de personeelscrisis en de inzetmogelijkheden van het leger en zij voeren schijndiscussies over zaken zoals de geografische inplanting op het Belgisch grondgebied. De partijen verdringen het maatschappelijk draagvlakvraagstuk en hypothekeren daardoor de steun en aandacht van de kiezende Belg voor het leger. Of ze reiken soms oplossingen aan die niet goed voor België of zelfs onuitvoerbaar zijn. Politieke partijen balanceren bovendien ambities en middelen voor Defensie slecht met elkaar. Kortom, de strategische blindheid heerst. Het valt dan ook te vrezen dat het defensiebeleid in dit land de komende periode verder zal aanmodderen. Wat geboden is, is een analytische kijk op militair geweld en het militaire apparaat. Het inzicht dus dat beleid (de verdeling van de euro’s, de aanschaf van materieel, de personeelspolitiek) niet vanzelf gelijk staat aan een langetermijnstrategie.
De Schildwacht Mei - Juni 2019 - nr. 03
Foto : DG StratCom
Colofon De Schildwacht is het tweemaandelijkse tijdschrift van de Algemene Centrale van het Militair Personeel. Alle leden krijgen een exemplaar toegestuurd. Adresgegevens worden behandeld overeenkomstig de wet op de privacy (wet 8/12/1992 & GDPR).
Verantwoordelijke uitgever: Yves Huwart Coördinatie: Concetto Bandinelli & Laurent Schmitz Algemene gegevens - ACMP: Romboutsstraat 1 – Bus 021 1932 Zaventem srt@acmp-cgpm.be www.acmp-cgpm.be Tel.: 02 245 72 14 Fax: 02 245 73 01 BE32 2100 6234 6602 BIC: GEBABEBB BE57 0682 3639 9535 BIC: GKCCBEBB
Foto cover: DG STRATCOM
EUROMIL
2 4 5 7 9 11 13 15 17 20 22 25 28 30
Strategische blindheid WaarO! Standpunt Ecolo Standpunt Open Vld Standpunt cdH Standpunt MR Standpunt N-VA Standpunt Vlaams Belang Standpunt CD&V Standpunt PVDA Standpunt Groen Standpunt sp.a Standpunt PS Vierdaagse van de IJzer – 47ste Editie
European Organisation of Military Associations
De Schildwacht
3
Info
WaarO! In de aanloop van de verkiezingen van 26 mei nam de militaire vakbond ACMP-CGPM het initiatief om de diverse politieke partijen hun standpunt te vragen met betrekking tot Defensie. Vanaf pagina 5 hernemen we hun antwoord integraal. Hiermee zullen onze lezers een weloverwogen en doelbewuste keuze kunnen maken. Het is zowat een traditie om enkele weken voor de federale verkiezingen onze lezers een overzicht te geven van de verschillende partijstandpunten met betrekking tot Defensie. Iedere politieke partij die actueel in het federaal parlement minstens 1 parlementslid telt, heeft aldus de mogelijkheid gekregen om hun partijstandpunt over de toekomst van Defensie toe te lichten. Uiteraard zijn we alle partijen, die ons hun respectievelijke standpunten hebben toegezonden, bijzonder dankbaar. In de overtuiging dat de ganse militaire gemeenschap benieuwd is te vernemen hoe de verschillende partijen de toekomst van Defensie zien, legden we hen onderstaande vragen voor: − De wereldorde verschuift, de samenwerking binnen NAVO en EU staat onder druk en het Belgisch leger snakt naar adem. Wat staat het Belgisch veiligheids- en defensiebeleid te doen? − Hoe kijkt u aan tegen het toekomstig ambitieniveau van het Belgisch leger, zoals bepaald in de Strategische Visie voor Defensie (juni 2016)? In ditzelfde kader, wat is uw standpunt met betrekking tot de inzet van Defensie voor de verzekering van de interne veiligheid van
4
De Schildwacht
ons land? Moet met name de militaire aanwezigheid in onze steden, in het licht van de dreigingscontext en na meer dan drie jaar ononderbroken inspanning, een kerntaak voor Defensie zijn? Daarnaast, gezien de sterke daling van de getalsterkte van het leger de komende jaren, moet het ambitieniveau blijven om “alles een beetje te kunnen doen”, of moet er meer focus zijn? Zo ja, dewelke? − Hoe ziet u de verdere evolutie van het defensiebudget? Onderschrijft u met name het in 2016 bepaalde budgettaire traject waarbij de Belgische defensie-inspanningen geleidelijk opgetrokken worden naar 1,3% BBP, via de doelstelling van 1,1% BBP op het einde van de komende regeerperiode? − Wat is uw standpunt inzake de uitdagingen op het valk van het personeel van Defensie? Is er bijvoorbeeld nog ruimte om de attractiviteit van het militair beroep te verhogen en om aldus concurrentieel te zijn met vergelijkbare beroepssectoren? En is een verdere daling van de getalsterkte onder de 25.000 VTE aanvaardbaar?
Loze verkiezingsbeloftes of réële intenties? Sommigen standpunten werden vrij vaag geformuleerd, andere blijken veelbelovend. Maar ongetwijfeld moeten we ook tussen de lijnen kunnen lezen. Anders gezegd: wat er niet staat kan soms even belangrijk zijn voor Defensie dan wat er wel staat!
‘We zijn alle partijen die hun standpunten hebben ingezonden bijzonder dankbaar’ Tot slot: inzendingen van de Franstalige partijen werden door onze diensten ‘vrij vertaald’. Behalve bij Ecolo waar we heel veel gelijkenissen konden opmerken met de standpunten van Groen. Alle standpunten die we mochten ontvangen hebben we in volgorde van de nationale lijstnummers voor de verkiezingen hernomen. Veel leesgenot en hopelijk helpt deze editie van De Schildwacht u bij het maken van uw keuze op 26 mei 2019!
Ecolo
Standpunt Ecolo Belangrijkste speerpunten : − Verder zoeken naar synergiën met andere Europese landen, zowel voor investeringen als voor operationele samenwerking. − Terugkeren naar de ‘core business’ van Defensie, namelijk buitenlandse opdrachten en de verdediging van het grondgebied. − De attractiviteit van het militair beroep verbeteren en duidelijkheid bieden aan het personeel omtrent hun statuut, pensioen, plaats van tewerkstelling en toekomst binnen defensie. Defensie is een stevig huis, maar het personeel zijn de fundamenten. Dat laatste wordt helaas al te vaak vergeten. − Een einde stellen aan de voortdurende besparingen bij Defensie en investeren zodat de militairen hun dagelijkse taken in de best mogelijke omstandigheden en in functie van coherente doelstellingen kunnen uitvoeren. Een Europees Defensie
ingebedde
Het is duidelijk dat de Europese en Belgische veiligheidscontext aan het wijzigen is. De aanhoudende crisis in het Midden-Oosten (met veiligheidsrepercussies bij ons), de assertieve houding van Rusland, de onzekerheid die de Brexit en de buitenland politiek van Donald Trump met zich meebrengen, dwingen ons tot een ander veiligheidsbeleid.
Voor Ecolo ligt de belangrijkste noodzakelijke evolutie in versterkte militaire samenwerking op ons eigen continent, binnen de EU. Dat is geen keuze tegen de NAVO, maar wel duidelijke optie op strategische onafhankelijkheid op ons continent. Op termijn geloven wij in een Europese militaire bevelsstructuur, maar dat vergt een versterkte politieke integratie op Europees niveau. Daarom willen we de Europese administratie Buitenlandse Zaken versterken (meer bepaald de EU Militaire Staf) met zodat die op termijn kan beslissen hoe de Europese defensie wordt ingezet. In deze context heeft het echter geen zin dat elk land zelf een volledige krijgsmacht uitbouwt in het ganse spectrum aan offensieve, defensieve en logistieke capaciteiten. EUsamenwerking moet immers leiden tot schaalvergroting en efficiëntiewinsten. Daarom moeten de nationale legers zich nu al specialiseren in de Europese context. Voor Ecolo moet nog meer worden gezocht naar opportuniteiten inzake pooling en sharing, met daarbij een faire burden sharing voor alle partners. In dit opzicht had en heeft defensie inderdaad nood aan investeringen in hoofdmateriaal. Wij betreuren echter dat bij sommige keuzes niet meer is gezocht naar synergieën op Europees vlak, zoals in het dossier van de gevechtsvliegtuigen. Er is nood aan lichte, wendbare en snel ontplooibare landeenheden, met een stevige rol voor speciale operaties en de nodige steunelementen. Daarnaast denken wij dat verder investeren in onze expertise inzake ontmijning absoluut nodig is. Verdere
domeinen van specialisatie zijn ons inziens de marine, cyberdefensie en tactisch en strategisch luchttransport. De opdrachten van Defensie Zoals hierboven gezegd moet Defensie terugkeren naar zijn kernopdrachten: buitenlandse opdrachten en verdediging van het grondgebied. Voor Ecolo zijn er aan buitenlandse opdrachten enkele voorwaarden verbonden. Zo moet het steeds om een VN-missie gaan of een opdracht met een VN-mandaat. Dat kan gaan om vredeshandhaving of vredesoplegging met het oog op de internationale veiligheid. Ecolo ondersteunt ook het responsibility to protect-principe dat VN-operaties toelaat met een humanitair oogpunt: voorkomen van genocide, oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en etnische zuiveringen. Zolang er geen echt Europees leger is, keurt het Federale Parlement de buitenlandse ontplooiing goed. Veel meer dan nu het geval is moet de regering de Belgische deelname aan buitenlandse operaties omkaderen in een visie die verder gaat dan alleen het militaire. Het nagestreefde doel van de operatie moet duidelijk zijn voor militairen en voor het bredere publiek. De regering moet ook duidelijk maken welke diplomatieke middelen worden ingezet en welke middelen van de ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp worden aangewend. Als voorbeeld kan hier het Nederlandse Artikel-100 systeem worden aangehaald. De regering en de defensiestaf rapporteren transparant over het verloop
De Schildwacht
5
van de operatie. Zowel in hun publieke communicatie als in hun communicatie naar het Parlement moeten zij een zo groot mogelijke openheid nastreven. Vertrouwelijke informatie wordt in het Parlement achter gesloten deuren gedeeld. Na afloop van de operatie moet de operatie worden geëvalueerd aan de hand van een duidelijk toetsingskader. Investeringen bij Defensie Het Tijdperk van continue besparingen bij defensie is ten einde. In de Europese en globale context heeft onze veiligheid nu eenmaal een prijs. Investeringen in personeel, training, infrastructuur, materieel en uitrusting moeten worden gedaan volgens kwaliteitscriteria en doelstellingen, zodat het leger zijn dagelijkse werk op de best mogelijke manier kan uitvoeren. De strategische visie van Defensie tegen 2030, en de militaire programmatiewet die dit vertaalt, zijn het resultaat van lang, kwaliteitswerk. Naar onze mening zou het enerzijds kunnen verfijnd worden om beter de weg in te slaan naar een geïntegreerd Europese Defensie, anderzijds om beter rekening te houden met de huidige behoeften aan onze landsverdediging, met name in termen van inlichtingen, cyberveiligheid, technologische uitrusting of civiele techniek. Naar onze mening moeten de vastgestelde budgettaire trajecten worden begrepen in overeenstemming met dergelijke kwalitatieve doelstellingen die aan de huidige behoeften voldoen. Het personeel van Defensie Attritie bij het begin van de loopbaan is een grote uitdaging. Om het militair beroep aantrekkelijker te maken moet defensie terugkeren naar de
6
De Schildwacht
core business: buitenlandse opdrachten (in VN-verband of toch minstens met VN-mandaat) en (collectieve) verdediging van het grondgebied. Bewakingsopdrachten bij verhoogd terreurniveau horen daar bijvoorbeeld in principe niet bij, tenzij tijdelijk om tekorten bij de politie op te vangen. Perspectief op operationele inzet en trainingen met het oog hierop, zullen bijdragen tot de motivatie van nieuwe militairen. Daarnaast moet het statuut (inclusief pensioenvoorwaarden) aantrekkelijk blijven en moet er zeker ook voor technische en gespecialiseerde functies een competitieve verloning tegenover staan. De maatregelen die DGHR Generaal Hennes half februari voorstelde zijn dan ook een stap in de goede richting. Attritie op latere leeftijd kan worden tegengegaan door te investeren in kwalitatieve jobs op maat voor de oudere militairen. De brute verhoging van de pensioenleeftijd naar 63 jaar mist volgens ons zijn doel. Op een moment dat men steeds meer niet-operationele jobs binnen defensie outsourcet, wordt het moeilijk om kwalitatief interessante jobs te vinden voor oudere militairen. Bovendien is het militair beroep geen beroep zoals de andere. Het is een zwaar beroep, fysiek en psychisch belastend en met een zware impact op het sociale en gezinsleven. Een erkenning als zwaar beroep moet dan ook resulteren in een lagere pensioenleeftijd dan de 63 jaar die nu wordt aangehouden. We begrijpen de doelstelling van het BDL-statuut (loopbaan Beperkte Duur – Durée Limitée): komen tot een drastische verjonging van de leeftijdspiramide binnen defensie en flexibel kunnen inspelen op rekruteringsnoden. Met BDL komen echter ook een aantal belangrijke nadelen. Militairen komen rond hun 30-35 jaar opnieuw op de arbeidsmarkt, op een
moment dat velen een gezinsleven uitbouwen, en – zoals het er nu naar uitziet – zonder voldoende begeleidende outplacementmaatregelen. Bovendien is 8 (of 12) jaar te kort om maximaal rendabel te zijn voor defensie. Dit alles draagt niet bij tot de aantrekkelijkheid van het beroep. Daarenboven zal defensie door de pensioneringsgolf die eraan komt snel onder de 25.000 manschappen zakken, zodat we het ons niet kunnen veroorloven om mensen te snel te laten uitstromen. Daarom willen wij afstappen van BDL zoals het nu is. Anderzijds is het wel belangrijk om voldoende kwalitatieve (facultatieve) uitstroommogelijkheden te voorzien op verschillende momenten in de carrière. Want de verjonging van ons leger blijft natuurlijk belangrijk. Verder moet flexibiliteit in de vorm van tijdskrediet, deeltijds werken of thuiswerk ook verder worden uitgebouwd waar mogelijk. Dat biedt het personeel de mogelijkheid werk en privé beter op mekaar af te stemmen. Wij pleiten voor een stevige aanwezigheid van defensie in alle provincies. Dat is belangrijk om militairen zoveel mogelijk de kans te geven tenminste een groot deel van hun carrière op een aanvaardbare afstand van de woonplaats door te brengen. Om attritie te vermijden en terug te dringen is dat een middel. Een goede gespreide inplanting verhoogt ook de zichtbaarheid en het draagvlak van Defensie bij de bevolking. Dat zomaar opgeven zou dwaas zijn. Natuurlijk zullen gespecialiseerde profielen binnen Defensie minder mogelijkheden hebben om hun plaats van tewerkstelling te kiezen (iemand uit Arlon die voor de marinecomponent kiest, weet waar hij aan begint), maar alles simpelweg samentrekken naar het centrum van het land is niet de keuze die wij maken.
Open Vld
Standpunt Open Vld menhangt met defensie is het verstandig om te kunnen terugvallen op datzelfde Europees niveau als het nodig is.
Gwendolyn Rutten, Voorzitter De wereldorde verschuift, de samenwerking binnen NAVO en EU staat onder druk en het Belgisch leger snakt naar adem. Wat staat het Belgisch veiligheidsen defensiebeleid te doen? We zijn al jaar en dag bepleiters van een sterke EU, NAVO en VN. Meer dan ooit, zeker nu, blijven wij voluit gaan voor internationaal overleg en samenwerking. De wereld en ons land heeft nood aan sterke internationale organisaties. De Belgische defensie moet zich inschakelen in een sterkere Europese defensie, en haar inspanningen blijven coördineren met onze diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. Onze partij gaat voluit voor een sterk en efficiënt Europa, niet vanuit bepaalde dogma’s maar vanuit het gezond verstand: heel wat uitdagingen kunnen veel efficiënter worden aangepakt op Europees niveau. Ook vanuit de verzekeringslogica die inherent sa-
Ons ideaal is een Europees leger, maar we beseffen ten volle dat dit niet voor morgen of overmorgen is. Te veel krachten staan daarvoor op de rem. Dit mag echter geen excuus zijn om zelf niets te doen. Verregaande integratie en samenwerking kan winsten op vlak van efficiëntie, effectiviteit en budget opleveren. Die vrijgemaakte budgetten moeten verder in defensie geïnvesteerd worden. Elke stap richting meer samenwerking en integratie moedigen wij principieel aan. Tot voor enkele jaren leken zaken zoals het Europees Defensiefonds en de permanente, gestructureerde samenwerking ondenkbaar. België zette als eerste zijn handtekening hieronder. Vandaag worden in deze de eerste stappen gezet en ons land doet mee. Onze bedrijven moeten hier ook vruchten van kunnen plukken.
voor interne veiligheid ligt bij de politie en andere veiligheidsactoren (we kijken ook naar de private sector). Open Vld is voorstander van het verder afbouwen en beëindigen van de huidige inzet van militairen op straat in Belgische steden. Het kan niet de bedoeling zijn dat militairen hun (eerste) ervaring opdoen in onze steden. Deze inzet gaat ten koste van operationele noden en trainingen, ook al heeft deze inzet de zichtbaarheid van onze militairen ten aanzien van de bevolking weliswaar verhoogd. In de toekomst moet defensie zich focussen op een aantal domeinen waar we een toegevoegde waarde kunnen betekenen voor de Europese en trans-Atlantische defensie. De aankoop van nieuwe gepantserde voertuigen met Frankrijk en onze samenwerking met de Nederlandse marine, maar ook het investeren in capability gaps zoals air-to-air refueling zijn hier voorbeelden van. In wat we doen, moeten we steeds het hoogste niveau nastreven, zoals (maar niet
Toekomstig ambitieniveau van het Belgisch leger, zoals bepaald in Strategische Visie? Wat is standpunt over inzet in interne veiligheid? Is dit een kerntaak? Meer focus of “alles een beetje kunnen doen”, gelet op dalende militairen? Welke taken? Interne veiligheid, zoals deze vandaag ingevuld wordt door ons leger in de grote steden, is geen kerntaak van defensie. Het Belgisch leger moet voor de interne veiligheid wel een rol spelen in noodsituaties, maar beperkt in de tijd. De hoofdverantwoordelijkheid
Foto : Daniel Orban
De Schildwacht
7
alleen) in ontmijnen op zee of in de luchtgevechtscapaciteit. Domeinen waar we geen verschil kunnen maken – of dat niet kunnen doen zonder disproportionele investeringen – moeten we overlaten aan onze bondgenoten. “Een beetje van alles” is niet meer van deze tijd.
ven het beste materieel aankopen aan de beste prijs. In de komende jaren moeten we echter meer dan ooit aandacht hebben voor het personeel. We moeten erkentelijk zijn voor hun diensten en inspanningen. Zonder militairen immers geen F-35, fregat of drone!
Hoe ziet u verdere evolutie van het budget? Onderschrijft u een geleidelijke stijging naar 1,3 BBP via 1,1 op einde van komende regeerperiode?
We moeten onze inspanningen opdrijven om nieuwe mensen aan te trekken en effectief aan de slag te krijgen bij het leger. Mannen en zeker ook meer vrouwen! Dus ja, er is zeker nog ruimte om de attractiviteit te verhogen. Een goede combinatie tussen werk en privé is voor veel werknemers een belangrijk evenwicht. Daarbij zijn er verschillende instrumenten om die combinatie te verbeteren: telewerk, ouderschapsverlof, ... Militair zijn is geen '9 to 5' job, maar toch moeten we ook hier meer aandacht voor hebben, zowel in ons regelgevend kader als op de werkvloer.
We moeten binnen de evolutie van het defensiebudget rekening houden met de internationale engagementen, de mondiale realiteit en de overheidsfinanciën. Het ‘vredesdividend’ van na de Koude Oorlog is op. De wereld is instabieler aan het worden en Europa komt dit maar traag onder ogen. Nochtans zal de EU niet alleen economische, maar ook militaire en diplomatieke slagkracht nodig hebben om haar belangen te verdedigen. Een land als België, dat sterk gericht is op export en samenwerking, heeft des te meer belang bij een zo stabiel mogelijk internationaal klimaat. Daartegenover staat de budgettaire realiteit. Investeringen die we doen in mensen of materieel, moeten dus nuttig en zinvol zijn en passen in een duidelijke strategie. Standpunt inzake uitdagingen op vlak van personeel? Is er ruimte om attractiviteit te verhogen? Is daling onder 25.000 VTE aanvaardbaar? Open Vld wil blijven werk maken van een kleine maar goed uitgeruste en geloofwaardige defensie die een uitdagende carrière biedt. De afgelopen legislatuur is veel energie gestoken in de vervanging van het militair materieel. Dat zijn belangrijke dossiers. We moeten blij-
8
De Schildwacht
Militair ben je vandaag vaak niet meer voor het leven, maar in ruil voor je engagement mag je wel een militaire carrière met uitdaging en avontuur verwachten. Maar terwijl we hard op zoek zijn naar nieuwe militairen, is de concurrentie op de arbeidsmarkt fors – en dat zal de komende jaren enkel maar toenemen. Nochtans kan Defensie een interessant jobpakket bieden aan kandidaat-militairen: levenservaring, avontuur, veel afwisseling. Een bijzondere werksfeer en -omgeving dus. Toch moeten we verder blijven nadenken over hoe we de aantrekkelijkheid van het militair beroep kunnen garanderen en optimaliseren. Training en effectieve inzet in het buitenland vormt daarbij een uniek onderdeel van het beroep. Nu een militaire carrière standaard volgens het BDL-statuut
verloopt, moet er op basis van de competenties een individueel plan opgemaakt worden met focus op de carrière na de actieve dienst. Dit kan binnen defensie zijn of in een andere overheid/private sector. Waar nodig wordt een opleidingstraject voorzien met het oog op een vlotte overstap. Militairen kunnen heel wat ervaring en kwaliteiten (loyauteit, moed, technische kennis, ...) op tafel leggen die vandaag veel te weinig erkend en gevaloriseerd wordt door onze maatschappij en werkgevers. De spreiding van de kazernes/ militaire sites in ons land is tevens een onderdeel van dit veel grotere verhaal. Dit moet georganiseerd worden zowel met het oog op operationele noden als om de spreiding van potentiële kandidaten te garanderen. We kunnen niet verwachten dat mensen het halve land doorkruisen voor hun kazerne. Natuurlijk kunnen we taak x of y niet zomaar op eender welke site organiseren. Nieuwe sites moeten dus overwogen kunnen worden. We moeten onze reserve uitbreiden, zowel in aantal als in mogelijke taken. Te midden van verdeeldheid, polarisering en radicalisering nemen deze mensen een nobel engagement in het belang van ons land. Ook daar moeten we zeer erkentelijk voor zijn. We moeten zoveel mogelijk het statuut van de actieve militair en de reservist gelijkschakelen, zodat mensen uit de openbare en privésector ons actief korps kunnen ondersteunen. Daarover moeten we in gesprek gaan met de werkgevers, want het moet ook voor hen mogelijk zijn om arbeidskrachten tijdelijk af te staan.
cdH
Standpunt cdH de NAVO en de EU. Haar inbreng is altijd van onschatbare waarde en efficiënt geweest in operaties die de vrede moeten bewaren en in het kader van Hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties. Helaas hebben de bezuinigingen van de afgelopen tien jaar, en voornamelijk onder deze legislatuur, haar vermogen om troepen te ontplooien in het kader van VN-, NAVO- of EU-operaties ernstig ondermijnd.
Maxime Prévot, Voorzitter cdH
1. Veranderende wereldorde De cdH is zich sterk bewust van de belangrijkste problemen en moeilijkheden die Defensie treffen en wenst hen alle aandacht te geven die ze vereisen. Inderdaad, de internationale politieke en strategische context is de afgelopen jaren aanzienlijk veranderd. Internationale spanningen zijn feller, de gevaren talrijker. Als gevolg hiervan zijn de behoeften van het leger geëvolueerd. Defensie is meer dan ooit een vitaal bolwerk voor het behoud van democratie, vrede en respect voor onze fundamentele vrijheden. Voor de cdH is het belangrijk dat België als betrouwbare partner z’n rol speelt in de internationale veiligheid. Inderdaad, ons land is een stichtend lid van
Daarom pleit de cdH voor een belangrijke herinvestering in elk van de instrumenten van onze internationale uitstraling, in tegenstelling tot de budgettaire afslankingen op korte termijn die sinds 2014 worden doorgevoerd. Het is van kapitaal belang om de situatie recht te trekken. Als we ons aandeel in de internationale veiligheid niet ter harte nemen, brengen we de veiligheid van ons land in gevaar. Inderdaad, als we geen moeite doen om genoeg te investeren in onze externe actie en het internationale toneel verlaten, zullen andere actoren niet aarzelen om deze leemte op te vullen volgens hun eigen methodes en agenda's. Het zijn dan onze belangen en waarden die aangetast zullen zijn. 2. Strategische visie en militaire aanwezigheid op de straten De Belgische Defensie is alleen denkbaar in het kader van de Europese Defensie en de Atlantische Alliantie. De strategische visie, opgesteld in juni 2016, vormt een degelijke basis voor het ontwikkelen van een coherente verdedigingsstrategie. Deze visie moet echter
absoluut aangepast worden aan de evoluties van de internationale context, rekening houdend met de inhaalbeweging die we moeten realiseren inzake een zekere vertraging in het onderhoud van infrastructuren en uitrusting, en met de technologie die constant evolueert. Naar onze mening moet elk hoofdstuk uitgediept worden, met name op het vlak van evaluatie van het dreigingsniveau, definiëring van een doctrine en Europese integratie. Deze kwesties moeten uiteraard op Europees niveau besproken en onderworpen worden aan een zo breed mogelijke consensus. De strategische visie moet ook aangepast worden aan de nieuwe instrumenten die op het Europese toneel verschenen zijn en aan de ambitie van de tandem Duitsland-Frankrijk (onder meer PESCO en EDA). De aanwezigheid van onze soldaten in onze straten door Operation Vigilant Guardian heeft uiteraard bijgedragen tot het geruststellen van de bevolking en het voorkomen van terroristische aanslagen. Het was een onmisbare missie in een context van hoog dreigingsniveau. We eren de inspanningen die door ons leger geleverd zijn. Op lange termijn kan dat echter geen oplossing zijn. Enerzijds omdat de wet de militairen niet toestaat om alle bevoegdheden van de politie uit te oefenen. Anderzijds omdat dat ten koste gaat van militaire operaties in het buitenland. Daarom verwelkomen we de oprichting van het nieuwe DAB-veiligheidskorps waarvan de ontplooiing versneld moet worden met behulp van specifieke middelen.
De Schildwacht
9
3. Toekomstige evolutie van het defensiebudget Inzake begroting zijn er overduidelijk extra inspanningen die de huidige overstijgen aan de orde. Onze geloofwaardigheid staat op het spel zowel op Europees niveau als in het kader van de NAVO. Het is echter een illusie om te geloven dat we op korte en middellange termijn in staat zullen zijn om de beloften te vervullen die ons land tijdens de NAVO-top in september 2014 in Newport gedaan heeft. Wij vinden dat de bijdrage van België tot de internationale veiligheid gedefinieerd moet worden in functie van 3 criteria belichaamd door de 3 C’s (cash, capabilities, commitment) en niet alleen in functie van het defensiebudget. Daarom is het essentieel om een substantiële bijdrage te leveren op het niveau van wat we traditiegetrouw altijd bijgedragen hebben. Bovendien zijn wij van mening dat we bij het berekenen van onze defensie-uitgaven meer rekening moeten houden met investeringen met dubbele roeping. Naar onze mening moeten we een groot publiek-privaat partnerschap creëren voor defensie-investeringen. Over beide onderwerpen hebben we een resolutie in het Parlement ingediend. Tegelijkertijd is de cdH
zich bewust van de inhaalbeweging die zich opdringt als gevolg van opgestapelde vertragingen bij het onderhoud van onze infrastructuur, onze uitrusting en van recente technologische ontwikkelingen. Daarom zijn wij voorstander van een noodzakelijke herberekening van de begrotingscurve zoals die opgenomen is in de strategische visie. 4. Uitdagingen op het vlak van personeelsbeleid In haar strategische visie: ‘een operationeel leger dat over betere materieel beschikt’ richtte de regering zich vooral op de aanschaf van goed gereedschap. Wil een leger operationeel zijn, dan moet het niet alleen beschikken over de juiste uitrusting, maar bovenal over gemotiveerde, goed opgeleide, adequaat uitgeruste en gewaardeerde mensen. Dit impliceert met name voldoende personeel, maar ook personeel waarvan de specificiteit erkend en in aanmerking genomen wordt en waarvan de opleiding aangepast is aan de nieuwe behoeften van een moderne Defensie. Het is daarom belangrijk om de singulariteit van het militaire statuut niet te minimaliseren en dientengevolge de specificiteiten die ermee gepaard gaan te garanderen.
Foto : Daniel Orban
10 De Schildwacht
De kwestie van de pensioenen en de vele militairen die naar verwacht zullen afzwaaien (tussen 1000 en 2000 mensen per jaar) stelt onvermijdelijk het probleem van rekrutering en het slinkend personeelsbestand. Als het aantal van 25.000 VTE voor ons acceptabel lijkt, is het belangrijk om het niet verder te reduceren. Daarnaast is het essentieel om de aantrekkelijkheid van Defensie te waarborgen en zo jonge werknemers aan te moedigen om te blijven en carrière te maken. Gevoelig voor dit probleem, die een ware uitdaging vormt voor onze Defensie, zal de cdH bijzonder alert zijn op het verbeteren van de aantrekkelijkheid van een loopbaan binnen Defensie. Om dit te doen, ondersteunt de cdH de voorstellen die Defensie al gedaan heeft (afstandswerk, modernisering van de kazernes, gemengde loopbanen, enz.) en engageert zich voor de implementatie of de verdieping ervan. Daarnaast stelt de CDH voor om een nieuw militair kwartier in Henegouwen te openen. Henegouwen beschikt inderdaad over een grote ‘pool’ werkzoekenden die het probleem van de werving binnen Defensie aanzienlijk kunnen helpen verlichten. Bovendien kunnen militairen van deze regio op die manier dichter bij huis aan het werk. De cdH wil ook de oprichting van innovatiepolen aanmoedigen die gekoppeld zijn aan bepaalde militaire kwartieren gespecialiseerd in specifieke domeinen. Dit voorstel beoogt de dringende noodzaak te investeren in onderzoek en technologische ontwikkeling om de nieuwe realiteit van bedreigingen voor de veiligheid van ons land het hoofd te bieden te verenigen met de expertise die al specifiek is voor elk militair kwartier.
MR
Standpunt MR Jarenlang hebben onze strijdkrachten zich staande gehouden met efficiëntie en professionaliteit. Ze zijn een loyale partner in de NAVO en in VN- en EU-missies geweest. Onze strijdkrachten stonden altijd klaar om onze medeburgers te beschermen tijdens Homeland operaties. ternationale betrekkingen van België sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. België verdedigt het multilateralisme. Het is de enige geloofwaardige optie om onze veiligheid, onze verdediging en de stabiliteit van de EU te waarborgen.
Charles Michel, Voorzitter De aanwezigheid op straat van 1.800 soldaten werd door de overgrote meerderheid van onze bevolking verwelkomd en hielp ons land te beveiligen en een aantal aanslagen te voorkomen. Dit bijzonder tijdperk heeft ervoor gezorgd dat onze burgers opnieuw verbonden waren met onze strijdkrachten. Om uw eerste vraag te beantwoorden, is onze beveiligingsomgeving de afgelopen jaren drastisch veranderd. In een multipolaire wereld is deze omgeving complexer en is de dreiging evenzeer voelbaar voor de verdediging van het Euro-Atlantische gebied als voor onze veiligheid, hetzij in ons land, hetzij in het buitenland. De multilaterale diplomatieke orde gebaseerd op de VN, de EU, de OVSE en de NAVO vormde de basis van de in-
De veiligheid en verdediging van België zijn zowel Europees als Atlantisch. De ontwikkeling van een veiligheidscapaciteit op Europees niveau, inclusief militair, maakt deel uit van de NAVO en blijft de hoeksteen van de verdediging voor de lidstaten. Er is geen tegenstrijdigheid of concurrentie tussen het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) en de collectieve verdediging van de NAVO, maar een sterke complementariteit. Investeringen zijn essentieel. Na de goedkeuring door de regering van Charles Michel van de Strategische Visie en de eerste Militaire Programmatiewet (MPW), herhaalt de MR haar ambitie voor onze Defensie. Ons leger moet de middelen hebben om zijn missies te volbrengen. De MPW heeft een koers uitgezet inzake investeringen; tegen 2030 zou onze inspanning ten voordele van Defensie 1,35% van ons BBP moeten bedragen, wat de gemiddelde defensie-uitgaven zijn van niet-nucleaire Europese NAVO-leden. De overheid heeft de keuze gemaakt om te anticiperen op de financiering van investeringen door middel van
voorschotten op investeringsprogramma's. Naast het bedrag van € 9,2 miljard tegen 2030 voor investeringen, omvat het begrotingstraject de middelen die nodig zijn om het functioneren van Defensie te ondersteunen (onderhoud, uitrusting, personeel, vorming, training). De volledige vernieuwing van de operationele capaciteiten is een absolute vereiste. Het beleid van het (on)voldoende minimum is niet langer van kracht. Het principe "train as you fight" moet de regel zijn. Na jaren van ondermaatse investeringen en personeelsinkrimpingen, zal onze Defensie profiteren van een aanzienlijke budgettaire inspanning gericht op herinvestering en aanschaf van moderne apparatuur (F-35's, fregatten, mijnenjagers, maneuvervoertuigen, communicatie, drones, ...). Deze hulpmiddelen worden in samenwerking met onze Europese en Amerikaanse partners geproduceerd. Onze bedrijven zullen deelnemen aan deze samenwerking, synoniem voor banen en uitwisseling van technologische knowhow. Dankzij investeringen bepaald in de MPW krijgen onze strijdkrachten moderne en aangepaste apparatuur. De vier dimensies van bekwaamheid (lucht, zee, land en cyberinlichtingen) komen hiervoor in aanmerking. Het is ook een motiverende factor voor het personeel om over degelijk, beschermd en efficiënt materiaal te beschikken.
De Schildwacht
11
Het doel van de volgende legislatuur is het personeel.
missies, of bijvoorbeeld diensten- of maaltijdcheques, enz.
Dit beantwoordt je laatste vraag. Het personeel moet de nodige aandacht krijgen onder de vorm van een sterk beleid in human ressources. Het doel van een leger van 25.000 man in 2030 (inclusief 1.000 burgers) moet worden gehandhaafd. Het vereist de aanwerving van meer dan 10.000 militairen en burgers gedurende de periode 2019-2024.
In de openbare sector moeten de rechten die verband houden met de erkenning van zwaar werk uiteindelijk de speciale regimes van de militairen vervangen. Het wetsontwerp is trouwens door 2 van de 3 vakbonden van de openbare diensten goedgekeurd. Een lijst die de zware functies in de publieke sector bepaalt, werd in overleg met de vakbonden opgesteld.
Er moet een dynamiek ontstaan om jongeren met allerlei achtergronden en kwalificaties (operationele en technische domeinen) binnen Defensie aan te trekken en te behouden. De volgende legislatuur zal het ambitieniveau, de kwaliteit en kwantiteit van de uitrusting en de kwaliteit en kwantiteit van het personeel in overeenstemming moeten brengen. Al veel te lang heerst er bij de strijdkrachten een mannelijk overwicht, een vervrouwelijking van het beroep moet ook een belangrijke doelstelling zijn.
De pensioenhervorming verontrust de militaire gemeenschap. Al is het rechtvaardig om de pensioengerechtigde leeftijd te verhogen - veel militaire en vakorganisaties geven dat toe -, klopt het ook dat je van een 58-jarige niet kan verwachten om fysieke taken uit te voeren die hij op 20-jarige leeftijd vervulde. Het aantal reclasseringsfuncties binnen Defensie neemt echter zienderogen af. Inzake veiligheidsberoepen kan de harmonisering van de pensioengerechtigde leeftijd organisatorische en operationele moeilijkheden veroorzaken en hangt er ook een prijskaartje aan vast. De MR is van mening dat het hervormde systeem een negatieve invloed heeft op de aantrekkelijkheid van het beroep en het behoud van onze militairen. Daarom stelt zij voor om specifieke hulpmaatregelen in het leven te roepen voor militairen die noodgedwongen afzwaaien, rekening houdend met de loopbaan en de specifieke aard van het beroep. Overgang naar een ander beroep is voor verbetering vatbaar, de voorwaarden voor toegang tot het openbare ambt van militairen moeten eenvoudiger verlopen. De modaliteiten ter erkenning van de kwalificaties en ervaring van onze militairen zullen ontwikkeld worden in overleg met Gemeenschappen en Gewesten. De uitdagingen waar de rekrutering vóór staat, de concurrentie op de arbeidsmarkt en de technische aard van bepaalde beroepen zullen de komen-
Als gevolg van de specifieke aard van het beroep zullen de gewonde of zieke militairen en hun families, evenals de families van de soldaten die tijdens de operatie zijn overleden, meer steun krijgen. Inzake omscholing zullen militairen die, ten gevolge van verwondingen of schade geleden tijdens hun dienst, ongeschikt geworden zijn, met een nog te bepalen voorrang, toegang krijgen tot openbare ambten. De MR zal werk maken van een verbetering van de procedures voor het verkrijgen van een vergoedingspensioen. Voor ons leger is het noodzakelijk om door te gaan met de implementatie van een gezinsbeleid dat aangepast is aan de specifieke kenmerken van de loopbaan (toegang tot eigendom, verruiming van de sociale voordelen tijdens afwezigheid, kinderopvangplaatsen, specifieke leningen tijdens
12 De Schildwacht
de jaren alternatieve loopbaanpaden binnen Defensie (gemengde of duale loopbanen) en versterkte samenwerkingsverbanden met universiteiten en de industriële sector op zoek naar dezelfde vaardigheden vergen. Effectieve gezondheidszorg in operatie is een bron van motivatie voor onze militairen. Daartoe moet het behoud van de operationele capaciteit van de medische component de samenhang tussen deze laatste en de Openbare Dienst voor Volksgezondheid waarborgen. Op termijn zal deze geleidelijk aan deel uitmaken van ons gezondheidssysteem met behoud van de militaire specificiteit. De volledige uitbesteding van de 4de component lijkt ons geen goed idee, maar we zullen zoeken naar samenwerkingsverbanden met een crisisziekenhuis dat er nog moet komen. We moeten een hervorming van het statuut van het medisch-technisch korps overwegen om een betere aantrekkelijkheid te waarborgen. Het harmonisatieplan voor afwezigheden om gezondheidsredenen heeft geen bestandsredenen binnen Defensie, welke een efficiënt en evenwichtig systeem voorstelt. Bovendien is de MR van mening dat er geen sluitingen van kwartieren moeten plaatsvinden onder de volgende legislatuur. In samenwerking met de privésector of andere publieke partners zal onderzocht worden hoe kwartieren die door het leger onderbenut zijn gedeeld kunnen worden. Overleg en sociale dialoog, vaak met positief resultaat binnen Defensie, zijn ook essentieel om het dagelijks leven van het militair personeel te verbeteren. Zo blijft het trouw en gemotiveerd op post. U kunt ons volledige programma voor Defensie ontdekken en uw bijdragen en verbeteringen voorstellen op de site http://www.mr.be/programme2019/
N-VA
Standpunt N-VA De N-VA heeft defensie weer op de kaart gezet. Met een totaal investeringspakket van 9,2 miljard euro maakt ons beleid komaf met jarenlange besparingen in defensie. Onze strijdkrachten zullen over modern defensiematerieel beschikken dat hen de nodige slagkracht geeft hun taak te vervullen. De grootste verdienste daarvoor ligt bij de militairen zelf, die ook in de toekomst moeten kunnen rekenen op het beste materieel en het beste leiderschap om hun opdracht uit te voeren. Het is zaak onze strategische koerswijziging en de breuk met het verleden volledig door te voeren. We bouwen aan een professioneel, veelzijdig en inzetbaar leger. De investeringen in modern materieel rollen we verder uit en we geven onze strijdkrachten de middelen die nodig zijn om hun taken uit te voeren. Bart De Wever, Voorzitter Defensie bleek een belangrijke pijler te zijn voor de binnenlandse veiligheid. De militairen in het straatbeeld droegen bij tot de bescherming van onze burgers.
Meer innovatiecapaciteit voor defensie en investeren in modern materiaal. Ons materieelbeleid moet zich inzetten in op land, lucht, zee en cyberveiligheid. We verhogen de
innovatiecapaciteit voor defensie. We zetten een meerjarige onderzoeksstrategie op en leggen vast welke kennis essentieel is voor onze veiligheid. De Europese samenwerking voor een competitieve en innovatieve defensie-industrie versterken we, niet in conflict, maar in complementariteit met onze visie op de NAVO-samenwerking. We gaan onnodige capaciteit of duplicatie tegen. We zorgen ervoor dat onze Vlaamse ondernemingen het potentieel van de Europese onderzoeksprogramma’s maximaal kunnen benutten. We versterken de concurrentiepositie van onze Vlaamse defensie-industrie. Defensie moet voor haar aankopen van materieel en kennisontwikkeling uitgaan van de beste prijs-kwaliteitsverhouding en het versterken van onze industrie en kennisinstellingen. We werken aan langdurige defensie-akkoorden die meerdere legislaturen overspannen, financieel perspectief en stabiliteit garanderen. Defensie is een aantrekkelijke werkgever
Foto : Daniel Orban
Het personeelsbeleid zet in op moderne loopbaanpaden, aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden ďƒ¨
De Schildwacht 13
ďƒ¨
Foto : Daniel Orban
en een grotere arbeidsmobiliteit binnen en buiten de overheid. We moedigen de instroom van werknemers met ervaring in de private arbeidsmarkt aan en valoriseren de opgebouwde anciĂŤnniteit. Jongeren die over de juiste competenties beschikken moeten sneller kunnen doorgroeien en topfuncties bekleden. We optimaliseren de regionale spreiding van de kwartieren. We openen een bijkomende landgevecht-eenheid in Vlaanderen en rationaliseren waar mogelijk. Stapsgewijs moderniseren we de
militaire kwartieren op een duurzame manier. Ze worden omgevormd tot een aantrekkelijke werkomgeving. We hebben bijkomende aandacht voor het welzijn van de militairen. Defensie richt zich op haar kerntaken en besteedt niet-militaire taken uit. Zo komen we tot een slank maar daadkrachtig defensieapparaat. We scherpen de samenwerking met private ondernemingen aan en maken tijdelijke werkstages binnen defensie mogelijk.
moeten zich ook verkiesbaar kunnen stellen voor de Kamer, het Vlaams en Europees parlement. We willen de relatie tussen bevolking en defensie versterken. We blazen de militaire reserve, die bestaat uit vrijwilligers, een nieuw leven in. Doordat we de leeftijdsvoorwaarden versoepelen, kunnen meer mensen intekenen. De reservemilitairen vormen een bijkomende volwaardige capaciteit en verdienen ook een sterke en moderne uitstraling. ď Ž
De politieke rechten van militairen worden uitgebreid. Militairen
Foto : Daniel Orban
14 De Schildwacht
Vlaams Belang
Standpunt Vlaams Belang troepen ten dienste van buitenlandse belangen. Het ontbreekt ons aan de nodige politieke en militaire flexibiliteit, terwijl dit voor een klein land met beperkte middelen precies een hefboom kan zijn.
Tom Van Grieken, Voorzitter De wereldorde verschuift, de samenwerking binnen NAVO en EU staat onder druk en het Belgische leger snakt naar adem. Wat staat het Belgische veiligheids- en defensiebeleid te doen? Ons defensiebeleid wordt voornamelijk door de NAVO bepaald. We degraderen onszelf tot hulp-
Internationale samenwerking op het vlak van defensie is in deze hoogtechnologische tijd noodzakelijk. Deelname aan een alliantie of internationale samenwerking mag echter niet leiden tot een verlies aan keuzevrijheid omtrent de aankoop van wapensystemen of deelname aan operaties. De Europese landen mogen zich niet laten misbruiken als hoeksteen voor het buitenlands beleid van andere machten, maar moeten zelf hun bakens uitzetten. Militaire samenwerking tussen de lidstaten – in de eerste plaats onze buurlanden Nederland en Duitsland – is een goede zaak, maar mag geen opstap zijn tot een eengemaakt EU-leger onder één commando. Mede daarom is het Vlaams Belang gekant tegen
een grotere rol van de EU op het vlak van defensie. Europese landen moeten samenwerken, maar moeten soeverein hun eigen middelen kunnen inzetten. Hoe kijkt u aan tegen het toekomstige ambitieniveau van het Belgisch leger zoals bepaald in de Strategische visie voor defensie (2016)? Wat is uw standpunt mbt inzet Defensie voor verzekering interne veiligheid? Met militaire aanwezigheid in de steden een kerntaak voor Defensie zijn? Moet er meer focus komen? De grootste beperking van Defensie is het gebrek aan operationele inzetbaarheid. Slechts een klein deel van het totale personeel kan tegelijk ingezet worden in operaties. Toch spendeert Defensie ongeveer 70% van het budget aan personeelskosten. Dit komt door het verouderde personeelsbestand van het leger. Daardoor blijft slechts weinig budget over voor investeringen in materiaal, opleiding, training en operationele inzet. Onze militairen beschikken ook over onvoldoende modern materieel. Het Vlaams Belang blijft dus pleiten voor het behoud en de uitbouw van een snel inzetbaar leger met eenheden die goed samenwerken, maar die beschikken over hun eigen modern materieel.
Foto : Daniel Orban
De luchtmacht heeft als kerntaak het veiligstellen van het luchtruim en het ondersteunen van operaties van onze militairen in het buitenland. Daarom moeten we
De Schildwacht 15
ďƒ¨ zowel investeren in luchttransport als in gevechtsvliegtuigen. Het Vlaams Belang is niet gelukkig met de keuze van het nieuwe type gevechtsvliegtuig, maar kan zich wel vinden in het feit dat een vervanging nodig was. Het ontwikkelen van een expeditionaire capaciteit maakt ons een interessante partner voor andere landen. Onze marine heeft een internationale expertise in het ontmijnen. Daarnaast moet de marine patrouilles en escortes kunnen uitvoeren in internationale of buitenlandse wateren. Het inzetten van militairen in de straten van onze eigen steden startte begin 2015. Al snel bleek dat de Vlamingen de militaire aanwezigheid erg op prijs stelden. Ook al is intussen de inzet zelf en de manier waarop de militairen worden ingezet, sterk bijgesteld, dat neemt niet weg dat heel die operatie weegt op het leger. Defensie kampt met een significante onderbezetting. Willen we militairen in onze steden behouden, dan is een serieuze aanwervingsoperatie nodig.
Onderschrijft u het budgettaire traject van 2016 om Defensie op te trekken naar 1.3% BBP via 1.1% BBP op het einde van de komende regeerperiode? We zullen voor het vervullen van de defensieve kerntaken altijd een basiscapaciteit moeten hebben in de drie componenten van de strijdkrachten, de land-, de lucht- en de zeemacht. Er werd al te vaak en steeds opnieuw geknipt in de militaire uitgaven tot een niveau dat niet houdbaar is. Daar moet een einde aan komen. Het Vlaams Belang is overtuigd van de noodzaak van een gezond defensieapparaat. Tot nader bericht maken we deel uit van de NAVO en moeten we als loyale partner onze financiĂŤle verplichtingen nakomen. Personeel: is er ruimte om attractiviteit van het beroep te verhogen? Is een verdere daling van de getalsterkte onder de 25.000 VTE aanvaardbaar? Cruciaal in de hervorming van Defensie is het herorganiseren van het personeelsbeleid. Na jaren van inkrimping is het tijd om
in te zetten op het aanwerven en behouden van jonge militairen. De op het terrein inzetbare eenheden kampen met een groot personeelsgebrek waardoor een aantal taken steeds op dezelfde schouders worden gelegd. Een verbetering van de verloning, van de werkomstandigheden en van de loopbaanmogelijkheden op korte en lange termijn dringt zich op. Dit alles moet verder leiden naar een grotere nadruk op het ontwikkelen en behouden van voldoende gevechtscapaciteit. We zitten nu met het concept van loopbaanmilitairen. Dat beperkt de inzetbaarheid en verhoogt de kostprijs. In het buitenland wordt daar veel flexibeler mee omgesprongen. We moeten de militaire dienst opwaarderen. Het moet een prestigieuze opstap zijn naar de verdere loopbaan. Een beginpunt en geen eindpunt. Loopbaanmilitairen moeten de uitzondering zijn en enkel voor hoogtechnische profielen of uitzonderlijke leidinggevende capaciteiten beschikbaar zijn. ď Ž
Foto : Daniel Orban
16 De Schildwacht
CD&V
Standpunt CD&V zich heeft dit gegeven al een positieve invloed op het functioneren van het defensiepersoneel. Voor CD&V moet het personeel kunnen werken met nieuw en hoogtechnologisch materiaal. Het is essentieel dat de opdracht, veiligheid, motivatie en competitiviteit op peil gehouden moeten worden.
Wouter Beke,Voorzitter Defensiepersoneel, onontbeerlijke schakel voor succesvol veiligheidsbeleid. Laten we van bij aanvang duidelijk maken dat CD&V geen reden ziet om het defensiepersoneel in normale werkomstandigheden (lees het dagelijks werk) anders te behandelen dan de andere werknemers van de openbare sector. We moeten vanzelfsprekend oog hebben voor hun specifieke taken, zonder hen hierbij in een apart kader te plaatsen dat geen binding of vergelijk heeft met hun collega’s die werkzaam zijn in de openbare sector. Het is voor CD&V duidelijk dat er voldoende aandacht moet zijn voor het personeel dat een essentieel instrument is in ons nationaal en internationaal veiligheids- en defensiebeleid. Het engagement van BelgiÍ in multinationaal verband moet zich vertalen in een aanvaardbaar budget en operationele inzet. Op
CD&V meent dat het opnieuw attractief maken van een loopbaan bij Defensie de grote uitdaging is. Hiervoor moeten er in de volgende legislatuur dringend een aantal statutaire personeelsmaatregelen worden aangepakt. We stellen vast dat er in de lopende legislatuur weinig statutair werd verwezenlijkt waardoor het statutair evenwicht werd verstoord. De harmonisering die de bevoegde minister wilde opleggen, maakte van Defensie een weinig aantrekkelijke werkgever. Het werd de voorbije tijd spijtig genoeg duidelijk dat militairen op zoek gaan naar andere uitdagingen en weigeren hun beroep nog verder naar de buitenwereld uit te dragen. De beste manier om Defensie van jong bloed te voorzien, is nochtans de mond-aanmond reclame van iemand die het
proefondervindelijk kan vaststellen, in deze de militair en zijn gezin. Deze statutaire maatregelen voor het betrokken personeel moeten grondig besproken worden ter gelegenheid van ernstige onderhandelingen. Hierbij moeten een aantal compenserende maatregelen voor het defensiepersoneel uitgewerkt worden. Enkel zo kan men de attractiviteit voor dit prachtig beroep herstellen. In de voorbije legislatuur was er van ernstig syndicaal overleg geen sprake bij Defensie. CD&V meent dat een ernstig syndicaal overleg waarbij de overheid een compromis tracht te krijgen met de militaire syndicale organisaties, de regel moet zijn. Zoals reeds verduidelijkt wenst CD&V een aantal problemen te bespreken. Het is geen geheim dat de getalsterkte bij Defensie op een aantal jaren tijd drastisch geslonken is met ongeveer 10.000 militairen. We willen hierbij wel de aandacht vestigen op het feit dat hierbij nooit gebruik werd gemaakt van naakte ontslagen en dat CD&V dit ook in de toekomst nooit zal aanvaarden.
Foto : Daniel Orban ďƒ¨
De Schildwacht 17
Desondanks werd het ambitieniveau amper aangepast, wat in tegenstelling is met een aantal in de schoot van de regering goedgekeurde visies. Met een geslonken getalsterkte moet Defensie dezelfde taken – en een aantal extra’s – blijven uitvoeren. Dit verhoogt ernstig de belasting op de militairen en hun gezinnen, een element waar CD&V vooral aandacht aan wenst te schenken. Een specifiek dossier is dit van de arbeidstijdregeling. Zoals wettelijk voorgeschreven stelt CD&V voor dat er voor het defensiepersoneel minimumvoorschriften vastgesteld worden om zodoende een gelijkwaardig beschermingsniveau te bekomen als dat van de andere werknemers van de openbare sector. Dit kadert in het implementatieproces van de Europese arbeidstijdenrichtlijn en de toepassing hiervan op onder andere militair personeel werd in 2018 door de Europese Commissie bevestigd in een toelichting inzake deze richtlijn. Dit zou aanleiding moeten geven tot een koninklijk besluit ter regeling
van de organisatie van arbeids- en rusttijden en van nachtarbeid. De attractiviteit verhogen zou voor CD&V ook aangepakt kunnen worden mits aanpassing van het verloningssysteem dat vandaag vooral steunt op forfaitaire verloningen. Een eerlijk verloningsbeleid, gebaseerd op het vergoeden van effectief gepresteerde uren, rekening houdend met avond- en nachturen en uren gepresteerd tijdens het weekend en op feestdagen, zou moeten worden bekeken. Het huidig systeem maakt van militairen in bepaalde situaties goedkopere arbeidskrachten. We herinneren hierbij aan een aantal opmerkingen die door CD&V bijvoorbeeld werden gemaakt inzake de inzet van militairen voor de opdrachten in eigen land. Militairen voeren deze bijkomende taken naar ieders voldoening op een erg professionele manier uit. Het opvorderen van militairen voor deze nietmilitaire taken werd na verloop van tijd, na de eerste maanden na de terreuraanslagen, een structureel gegeven in de veiligheidsdiscussie.
Voor CD&V zijn deze binnenlandse ondersteunende opdrachten eerder een uitzondering en is er nood aan een parlementair kerntakendebat voor de veiligheidsdiensten. CD&V is alvast van mening dat het inzetten van militairen voor allerhande taken aan een niet conforme verloning, een negatieve invloed hebben op het evenwicht tussen de leef- en werksituatie. Dit evenwicht is door allerhande situaties de voorbije jaren uit evenwicht geraakt. Diverse dossiers zoals onder andere de pensioendiscussie met daarover een gebrekkige communicatie, het verminderd inkomen voor zieke militairen (indien ongeschikt uit hoofde van hun opdracht), het aanpassen van het pensioen wegens medische redenen, hadden een negatieve invloed op de motivering van de militairen. Voor CD&V moet ook voor het defensiepersoneel het principe van “werkbaar werk”, een principe dat de bevoegde Minister van Werk Kris Peeters hoog in het vaandel heeft gedragen, een
Foto : Erwin Ceuppens
18 De Schildwacht
Foto : Daniel Orban
basisprincipe zijn. Er kan wellicht nog verder gewerkt worden rond flexibiliteit ten gunste van de militair. Een flexibele werkregeling (met in bepaalde situaties ruime glijtijden) waarbij rekening wordt gehouden met de noden van de militair kan herbekeken worden. Daarenboven moeten de overheden aangestuurd worden om waar mogelijk telewerk, thuiswerk en satellietwerk mogelijk te maken.
attractiviteit gekoppeld aan de concurrentie met andere actoren in de veiligheidssector, een update van het verloningspakket bewerkstelligd moet worden. Hierbij mag niet uit het oog verloren worden dat er een link is met de pensioendiscussie. Specifiek is dat voor de berekening van het pensioen bepaalde toelagen in aanmerking genomen worden waarbij er echter uitdovende toelagen zijn.
CD&V wenst er tevens werk van te maken om militairen op basis van met de sociale partners en de betrokken departementen te onderhandelen regels te laten overgaan naar andere overheidsinstellingen en dit zowel in het kader van beperkte loopbanen als gewone doorstroming. Voor hen die een militaire loopbaan nastreven, dient er echter meer inspraak in het eigen loopbaanplan mogelijk te zijn. Zelfexploitatie en zelfontplooiing en deelname aan een echte sociale promotie moeten een reëel onderdeel van de militaire loopbaan worden.
Naast deze maatregelen voor het defensiepersoneel wenst CD&V tevens het volledig concept van de reserve te herbekijken. Dit moet in samenspraak met de werkgevers van zowel de private als de openbare sector gebeuren teneinde een voor alle partijen werkbaar instrument ter beschikking te hebben en de betrokkenen sociaal optimaal te beschermen.
Last but not least meent CD&V dat in het kader van marktconforme verloning en de verhoging van de
CD&V heeft ook bijzondere aandacht voor het burgerpersoneel van Defensie. Het burgerpersoneel daalt op dit moment elk jaar in aantal. Dat heeft te maken met de vergrijzing van het personeelsbestand waartegenover een beperkte rekrutering staat. Het heeft echter heel
wat voordelen om burgerpersoneel in te zetten daar waar de functie geen militaire meerwaarde heeft, zoals dit het geval is voor heel wat administratieve functies. Op dit moment zijn de functies die daarbij het meest in het oog springen en die ook volop worden aangeworven de functies ten behoeve van de militaire veiligheidsdiensten. Maar er zijn uiteraard ook tal van andere functies zoals in de juridische, financiële, technische of personeelssector. Anderzijds zien we dat Defensie problemen heeft met het aanwerven van militair personeel en dat erg veel militairen Defensie te vroeg verlaten. CD&V is ervan overtuigd dat het voor de toekomst erg belangrijk is om burgerpersoneel aan te werven. Tegen 2030 zouden er maar 1.000 burgerpersoneelsleden meer overblijven. Dat is te weinig en dit cijfer dient naar boven te worden herzien in het volgende regeerakkoord. Om dit te realiseren dient een akkoord te worden gevonden met de FOD P&O opdat de rekruteringen vlotter zouden kunnen verlopen. Op dit moment zijn de procedures te lang en te zwaar.
De Schildwacht 19
PVDA
Standpunt PVDA
Peter Mertens, Voorzitter De PVDA kiest voor een actieve vredespolitiek. Defensie betekent “verdediging” en staat niet voor buitenlandse interventies die chaos, vluchtelingen en terrorisme creëren, naast het onnodig in gevaar brengen van onze militairen. Zonder in naïviteit te vervallen, strijden wij voor een wereld die militaire budgetten afbouwt in plaats van ze te verhogen. Vrede komt er door ontwapening, niet door bewapening. Maar dat betekent niet dat wij geen plaats weggelegd zien voor het leger en het personeel van Defensie. De wereld hunkert naar vrede. We willen oorlogsdreiging vervangen zien door respect voor soevereiniteit en territoriale integriteit zoals dat staat in het Handvest van de Verenigde Naties. We willen een wereld die vrede en veiligheid garandeert via ontwapening. Het gaat vandaag de andere kant uit. De buitenlandse politiek van
20 De Schildwacht
de VS en hun NAVO-bondgenoten gaat niet over vrede, mensenrechten of democratie. Dan was het bondgenootschap met Israël en met Saoedi-Arabië immers ondenkbaar geweest. Het is een buitenlandse politiek – van diplomatieke druk over sancties tot militaire inmenging – ten dienste van strategische en economische belangen. Daarom zijn de VS actief betrokken bij de belangrijkste conflicten.
Defensie is verdediging: geen geld voor oorlog
Westerse militaire interventies zorgen niet voor vrede, veiligheid en stabiliteit. Toch neemt België nog altijd deel aan militaire operaties in het Midden-Oosten. België bombardeerde verwoed Libië mee. België werkt ook mee aan NAVO-oefeningen in Oost-Europa, aan de grenzen met Rusland. Dat is problemen zoeken en veroorzaken.
We willen geen nieuwe gevechtsvliegtuigen. We stoppen het onderzoek naar en de investeringen in offensief militair wapentuig zoals gewapende drones. De aankoop van 34 nieuwe F-35 gevechtsvliegtuigen kost het land 15 miljard euro terwijl 16% van de bevolking in armoede leeft. Voor de verdediging van het Belgische luchtruim hebben we maar vier à vijf gevechtsvliegtuigen nodig.
Oorlogvoeren is duur. De interventie in Libië kostte België 40 miljoen euro. De Belgische deelname in Afghanistan kostte in 2012 meer dan 100 miljoen euro. Het is tijd om conclusies te trekken en het roer om te gooien. De hamvraag is: welke rol zien wij voor het Belgische leger? Kiezen we voor een uitrusting die ons luchtruim bewaakt of voor gevechtsvliegtuigen en drones die bommen droppen op andere landen? We wijzen wapenwedloop, oorlogstaal en militaire interventies af. Natuurlijk is een wereld zonder oorlogen en militaire conflicten nog niet voor morgen, maar ons buitenlands beleid moet kiezen voor een breuk met de Westerse oorlogslogica.
Oorlog is voor ons geen middel van buitenlandse politiek. Wij willen een zuiver defensieve defensie. We gooien de centrale taak van ons leger om. Het gaat niet langer om buitenlandse missies en interventies. Het gaat om puur defensieve taken. Het officieel neutrale Zwitserland kan hier een inspiratie zijn.
Een actieve vredespolitiek, dat is de oorlogseconomie doorbreken en geen olie op het vuur gooien. Het is ook de financiële en economische zuurstof van conflicten afsnijden en lokaal onderhandelde oplossingen alle kansen geven, met respect voor de soevereiniteit van de volkeren. Naar het voorbeeld van de ontmijningsmissie in Libanon kan België opdrachten van vredeshandhaving opnemen, zij het enkel in het strikte kader van een multilateraal regionaal vredesakkoord, met inspraak van het gastland en met respect voor het internationaal recht en het Handvest van de Verenigde Naties.
Internationale samenwerking, tegen militaire avonturen Sinds de jaren 1990 schakelde de NAVO een versnelling hoger. De nieuwe Global NATO wil op elk moment bijna overal ter wereld kunnen interveniëren, om zo de economische en strategische belangen van de Westerse grootmachten te beschermen. Onder Trump nam het militaire budget van de VS exponentieel toe. Trump eist dat ook de NAVObondgenoten hun militaire uitgaven verhogen. De NAVO-lidstaten zullen hun uitgaven tegen 2024 met 234 miljard euro optrekken, met daarbij een onmiddellijke stijging met tientallen miljarden euro. De nieuwe begroting van de Europese Unie voorziet miljarden voor multinationale wapenconcerns. De NAVO-doelstelling om 2% van het BBP aan oorlog te spenderen komt voor België neer op jaarlijks 5 miljard euro meer voor “defensie”. De NAVO is een agressieve oorlogsalliantie met ambities van de Filipijnen tot Colombia. Wij willen zo’n alliantie niet, wij willen een actief vredesbeleid. De NAVO beschouwt kernwapens als een hoeksteen van haar beleid. Wij willen het VN-Verdrag over het
Foto : Daniel Orban
verbod op kernwapens gerespecteerd zien. De NAVO wil meer geld voor wapens. Wij willen meer geld voor sociale en ecologische vooruitgang. Het zijn twee tegengestelde visies. Daarom moeten we uit de NAVO stappen. Ook landen als Zweden, Finland, Ierland, Oostenrijk en Zwitserland zijn geen lid van de NAVO. Waarom zou ons land dat niet kunnen? Voor verdediging en ontwapening streven we naar samenwerking met buurlanden. Maar de samenwerkingsverbanden op Europees vlak gaan steevast in de richting van een Europees leger met de visie van het Europees militair-industrieel complex. We moeten de breuk maken met deze visie die in artikel 42 van het EU-verdrag verwoord staat. We willen een Europese samenwerking die juist dient om minder in oorlog te investeren. Het is een Europese samenwerking die volledig indruist tegen de Europese Verdragen en tegen het Europees gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid. Een toekomst voor het personeel van Defensie Onze visie op Defensie houdt niet in dat wij geen rol meer weggelegd zien voor het Belgisch leger. Integendeel. Ten eerste zijn er de ware defensietaken, liefst in samenwerking met de ons omringende landen zoals dat nu reeds gebeurt (cfr bewaking luchtruim), of op Europees vlak (maar dus niet in de vorm van een Europese interventiemacht). Ten tweede is er de deelname aan vredesmissies op vraag van de Verenigde Naties of derde landen, waar België op bepaalde vlakken nuttige expertise opgebouwd heeft. Wij denken daarbij bijvoorbeeld aan de ontmijning te land en op zee of
aan de civiel-militaire samenwerking (CIMIC). Maar verder kan ons leger ook ingeschakeld worden voor bepaalde missies van eerder burgerlijke orde in het binnenland, bv als versterking van de civiele bescherming bij natuurrampen. Wel zijn wij gekant tegen de missies van « interne veiligheid » in ons land. Dat moet voor ons geen taak van het leger zijn, maar wel van de politie, alleszins in de huidige dreigingscontext. Gelet op de sterke daling van de getalsterkte van het leger de voorbije en de komende jaren, denken wij dat deze meer afgebakende missies een duidelijke focus leggen, die haalbaar zijn met de huidige en toekomstige personele en financiële middelen van het leger. Met die missies kan het personeel van Defensie zich nuttig voelen en ook nuttig zijn voor de samenleving, en wordt ook de attractiviteit van het militair beroep verhoogd. De PVDA garandeert in alle geval het behoud van het statuut van het personeel van Defensie, en engageert zich om de gevolgen van de vooropgestelde koerswijziging op personeels- en financieel vlak met de representatieve vakbonden te onderzoeken. Het uitgangspunt moet zijn dat Defensie beschikt over voldoende personele en financiële middelen om haar (geherdefinieerde) missies te kunnen volbrengen en dat geen enkel personeelslid het leger gedwongen moet verlaten of financieel nadeel moet ondervinden van de vooropgestelde hervormingen. Tot slot willen wij ook een betere overeenstemming van de omvang van het officierenkorps met het geheel van de troepen en een betere voeling van de officieren met de realiteit van het terrein.
De Schildwacht 21
Groen
Standpunt Groen fundamenten. Dat laatste wordt helaas al te vaak vergeten. - Tijdperk van continue besparingen bij defensie is ten einde. De bodem is bereikt. In de Europese en globale context heeft onze veiligheid nu eenmaal een prijs. Een Europees ingebedde Defensie
Wouter De Vriendt
Speerpunten - Investeren in infrastructuur, materieel en uitrusting zodat militairen hun dagelijkse job in de best mogelijke omstandigheden kunnen uitvoeren. Hier is een inhaalbeweging nodig. - Verder zoeken naar synergiën met andere Europese landen, zowel voor investeringen als voor operationele samenwerking. Dat betekent kiezen voor specialisatie en taakverdeling, en moeilijke keuzes durven maken. Ijveren voor een robuuste defensiepoot binnen de EU. - Duidelijkheid bieden aan het personeel omtrent hun statuut, pensioen, plaats van tewerkstelling en toekomst binnen defensie. Defensie is een stevig huis, maar het personeel zijn de
22 De Schildwacht
Het is duidelijk dat de Europese en Belgische veiligheidscontext aan het wijzigen is. De aanhoudende crisis in het Midden-Oosten (met veiligheidsrepercussies bij ons), de assertieve houding van Rusland, de onzekerheid die de Brexit en de buitenland politiek van Donald Trump met zich meebrengen, dwingen ons tot een ander veiligheidsbeleid. Voor Groen ligt de belangrijkste noodzakelijke evolutie in versterkte militaire samenwerking op ons eigen continent, binnen de EU. Dat is geen keuze tegen de NAVO, maar wel duidelijke optie op strategische onafhankelijkheid op ons continent. Op termijn geloven wij in een Europese militaire bevelsstructuur, maar dat vergt een versterkte politieke integratie op Europees niveau. Daarom willen we de Europese administratie Buitenlandse Zaken versterken (meer bepaald de EU Militaire Staf) zodat die op termijn kan beslissen hoe de Europese defensie wordt ingezet. In deze context heeft het echter geen zin dat elk land zelf een volledige krijgsmacht uitbouwt in het ganse spectrum aan offensieve,
defensieve en logistieke capaciteiten. EU-samenwerking moet immers leiden tot schaalvergroting en efficiëntiewinsten. Daarom moeten de nationale legers zich nu al specialiseren in de Europese context. Voor Groen moet nog meer worden gezocht naar opportuniteiten inzake pooling en sharing, met daarbij een faire burden sharing voor alle partners. In dit opzicht had en heeft defensie inderdaad nood aan investeringen in hoofdmateriaal. Wij betreuren echter dat bij sommige keuzes niet meer is gezocht naar synergieën op Europees vlak, zoals in het dossier van de gevechtsvliegtuigen. Er is nood aan lichte, wendbare en snel ontplooibare landeenheden, met een stevige rol voor speciale operaties en de nodige steunelementen. Daarnaast denken wij dat verder investeren in onze expertise inzake ontmijning absoluut nodig is. Verdere domeinen van specialisatie zijn ons inziens de marine, cyberdefensie en tactisch en strategisch luchttransport.
Foto : Daniel Orban
Foto : Daniel Orban
Het personeel van Defensie Attritie bij het begin van de loopbaan is een grote uitdaging. Om het militair beroep aantrekkelijker te maken moet defensie terugkeren naar de core business: buitenlandse opdrachten (in VN-verband of toch minstens met VN-mandaat) en (collectieve) verdediging van het grondgebied. Bewakingsopdrachten bij verhoogd terreurniveau horen daar bijvoorbeeld in principe niet bij, tenzij tijdelijk om tekorten bij de politie op te vangen. Perspectief op operationele inzet en trainingen met het oog hierop, zullen bijdragen tot de motivatie van nieuwe militairen. Daarnaast moet het statuut (inclusief pensioenvoorwaarden) aantrekkelijk blijven en moet er zeker ook voor technische en gespecialiseerde functies een competitieve verloning tegenover staan. De maatregelen die DGHR Generaal Hennes half februari voorstelde zijn dan ook een stap in de goede richting. Attritie op latere
leeftijd kan worden tegengegaan door te investeren in kwalitatieve jobs op maat voor de oudere militairen. De brute verhoging van de pensioenleeftijd naar 63 jaar mist volgens ons zijn doel. Op een moment dat men steeds meer nietoperationele jobs binnen defensie outsourcet, wordt het moeilijk om kwalitatief interessante jobs te vinden voor oudere militairen. Bovendien is het militair beroep geen beroep zoals de andere. Het is een zwaar beroep, fysiek en psychisch belastend en met een zware impact op het sociale en gezinsleven. Een erkenning als zwaar beroep moet dan ook resulteren in een lagere pensioenleeftijd dan de 63 jaar die nu wordt aangehouden. We begrijpen de doelstelling van het BDL-statuut (loopbaan Beperkte Duur – Durée Limitée): komen tot een drastische verjonging van de leeftijdspiramide binnen
defensie en flexibel kunnen inspelen op rekruteringsnoden. Met BDL komen echter ook een aantal belangrijke nadelen. Militairen komen rond hun 30-35 jaar opnieuw op de arbeidsmarkt, op een moment dat velen een gezinsleven uitbouwen, en – zoals het er nu naar uitziet – zonder voldoende begeleidende outplacementmaatregelen. Bovendien is 8 (of 12) jaar te kort om maximaal rendabel te zijn voor defensie. Dit alles draagt niet bij tot de aantrekkelijkheid van het beroep. Daarenboven zal defensie door de pensioneringsgolf die eraan komt snel onder de 25.000 manschappen zakken, zodat we het ons niet kunnen veroorloven om mensen te snel te laten uitstromen. Daarom willen wij afstappen van BDL zoals het nu is. Anderzijds is het wel belangrijk om voldoende kwalitatieve (facultatieve) uitstroommogelijkheden te voorzien op verschillende momenten in de carrière. Want de verjonging van ons leger blijft
De Schildwacht 23
Welzijn
natuurlijk belangrijk. Verder moet flexibiliteit in de vorm van tijdskrediet, deeltijds werken of thuiswerk ook verder worden uitgebouwd waar mogelijk. Dat biedt het personeel de mogelijkheid werk en privé beter op mekaar af te stemmen. Wij pleiten voor een stevige aanwezigheid van defensie in alle provincies. Dat is belangrijk om militairen zoveel mogelijk de kans te geven tenminste een groot deel van hun carrière op een aanvaardbare afstand van de woonplaats door te brengen. Om attritie te vermijden en terug te dringen is dat een middel. Een goede gespreide inplanting verhoogt ook de zichtbaarheid en het draagvlak van Defensie bij de bevolking. Dat zomaar opgeven zou dwaas zijn. Natuurlijk zullen gespecialiseerde profielen binnen Defensie minder mogelijkheden hebben om hun plaats van tewerkstelling te kiezen (iemand uit Arlon die voor de marinecomponent kiest, weet waar hij aan begint), maar alles simpelweg samentrekken naar het centrum van het land is niet de keuze die wij maken.
De opdrachten van Defensie Zoals hierboven gezegd moet Defensie terugkeren naar zijn kernopdrachten: buitenlandse opdrachten en verdediging van het grondgebied. Voor Groen zijn er aan buitenlandse opdrachten enkele voorwaarden verbonden. Zo moet het steeds om een VNmissie gaan of een opdracht met een VN-mandaat. Dat kan gaan om vredeshandhaving of vredesoplegging met het oog op de internationale veiligheid. Groen ondersteunt ook het responsibility to protect-principe dat VN-operaties toelaat met een humanitair oogpunt: voorkomen van genocide, oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en etnische zuiveringen. Zolang er geen echt Europees leger is, keurt het Federale Parlement de buitenlandse ontplooiing goed.
nagestreefde doel van de operatie moet duidelijk zijn voor militairen en voor het bredere publiek. De regering moet ook duidelijk maken welke diplomatieke middelen worden ingezet en welke middelen van de ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp worden aangewend. Als voorbeeld kan hier het Nederlandse Artikel-100 systeem worden aangehaald. De regering en de defensiestaf rapporteren transparant over het verloop van de operatie. Zowel in hun publieke communicatie als in hun communicatie naar het Parlement moeten zij een zo groot mogelijke openheid nastreven. Vertrouwelijke informatie wordt in het Parlement achter gesloten deuren gedeeld. Na afloop van de operatie moet de operatie worden geëvalueerd aan de hand van een duidelijk toetsingskader.
Veel meer dan nu het geval is moet de regering de Belgische deelname aan buitenlandse operaties omkaderen in een visie die verder gaat dan alleen het militaire. Het
Foto : Daniel Orban
24 De Schildwacht
sp.a
Standpunt sp.a en langdurige ziektes: militair zijn is een zwaar beroep. We verzetten ons tegen de verhoging van de pensioenleeftijd. Een pensioenleeftijd van boven de 60 jaar is compleet onverenigbaar met de fysieke, medische en mentale vereiste van het militair beroep. Omwille van de aard van de job, is de kans op langdurige ziekte bij militairen, hoger dan bij gemiddelde overheidstaken. We willen niet dat militairen na 1 maand ziekte terugvallen op 60% van hun loon.
John Crombez, Voorzitter 1. Het belangrijkste kapitaal is het menselijk kapitaal DĂŠ uitdaging van de komende jaren ligt in het personeelsdomein. Verschillende regeringen hebben jarenlange besparingen doorgevoerd op Defensie. De recente bestellingen in materieel zorgen ervoor dat investeringen in personeel quasi onmogelijk zijn geworden. De effectieven van Defensie zijn in vrije val en heel wat vacatures raken niet meer ingevuld. De voorbije jaren werden alle voordelen om militair te worden systematisch geschrapt. Paradoxaal genoeg zullen we binnenkort nieuwe schepen, vliegtuigen en gevechtsvoertuigen hebben, maar geen soldaten om ze te bemannen of te bedienen. sp.a vindt dat we dringend en prioritair moeten investeren in personeel. Voor sp.a is het belangrijk dat personeel terug meer zekerheid krijgt. Bijvoorbeeld over de pensioenen
Ook de grote onzekerheid over kazernes zorgt voor een leegloop. We moeten veel meer inzetten op regionale rekrutering en tewerkstelling. Voor sp.a is dit een prioriteit, er moet dringend werk worden gemaakt van een echt kazerneplan. Daarnaast moet openbaar vervoer beter worden afgestemd op kazernes. Statische bewakingsopdrachten op straat zijn, naar ons mening,
Foto : Daniel Orban
geen kerntaak van Defensie. In de praktijk worden militairen steeds meer ingezet ais goedkope politiekrachten. Daardoor doen ze onvoldoende nuttige ervaring op, op het terrein. We willen dat militairen voor hun kerntaken worden ingezet. Enkel in uitzonderlijke crisisomstandigheden en voor beperkte duur (eerste dag) moeten militairen kunnen worden ingeschakeld voor bewakingsopdrachten. De wedde van militairen moet worden gelijkgesteld met de wedde van politiepersoneel, maar ook de work-life verdeling moet terug in balans. Cumul-jobs bij Defensie moeten worden aangepakt. Dat is belangrijk voor de rekrutering maar ook voor eventuele doorstroming naar ander overheidsfuncties. 2. Defensie in een internationale context Europese samenwerking op defensiegebied is niet alleen onvermijdelijk, het is bovendien goedkoper voor regeringen en burgers. De Verenigde Staten herhalen keer op keer dat Europa in de toekomst haar eigen boontjes zal moeten doppen. Op vandaag spendeert Europa 200 miljard euro meer aan Defensie dan Rusland. Door de individuele inspanningen van 28 legers is er echter sprake van een gigantische versnippering van middelen, zo gaat enorm veel geld verloren. Europa moet zelf zorgen voor meer veiligheid in en rond Europa, daarvoor moeten onze legers beter gaan samenwerken. De consequentie voor BelgiĂŤ zal zijn dat we niet langer kunnen toekijken, maar zelf meer moeten investeren in onze veiligheid. ďƒ¨
De Schildwacht 25
Militaire investeringen moeten steeds in Europees verband bekeken worden. Lidstaten moeten hun capaciteiten zo goed mogelijk op elkaar afstemmen, zodat er op termijn geen overcapaciteit van de ene taak of ondercapaciteit van de andere is. Daarom is er nood aan een duidelijke topdown aansturing vanuit de Europese ministerraad defensie, de Europese Dienst voor Extern Optreden en het Europese Defensieagentschap. sp.a gaat nog een stap verder. Wij willen ook defensieplanning vooraf coördineren op Europees vlak binnen het Europese Defensie Agentschap, voor ze op nationaal vlak voor te leggen voor analyse en beslissing. We willen daarbij maximaal gebruik maken van CARO. PESCO biedt een uniek platform waar Europeanen collectief hun capaciteiten kunnen genereren. Europese Defensie mag dan al niet voor morgen zijn, we bevinden ons op een keerpunt. We moeten een voorbeeldfunctie binnen PESCO vervullen en onze commitments trouw nakomen. Ook bij andere
grote strategische projecten kunnen we een rol spelen. We vinden onderzoeksbudget voor Defensie belangrijk, maar willen niet dat dit ten koste van civiel onderzoek gaat. We willen PESCO gebruiken om onze Belgische en Europese industrie te stimuleren. We willen een alliantie tussen de VS en de EU, waarbij beide blokken ais het kan samen werken, maar ais het moet ook apart kunnen opereren. We focussen ons op de veiligheid in en rond Europa, en moeten erkennen dat onze geografische belangen vaak niet dezelfde zijn ais die van de NAVO. 3. Rekening houden met wijzigende veiligheidscontext Militaire interventies is altijd het laatste middel. Waar onze eigen belangen op het spel staan zijn wij bereid om militair in te zetten. Bij voorkeur moeten we dit preventief doen, door stabiliteit in verschillende regio's te voorzien, maar soms zijn militaire interventies onvermijdelijk. Bij het woord "Defensie" denkt men aan traditionele instrumenten van militaire macht,
Foto : Daniel Orban
26 De Schildwacht
zoals jachtvliegtuigen, oorlogsschepen en gevechtsvoertuigen. Doch in de veiligheidsomgeving van vandaag en in deze van morgen worden dergelijke wapensystemen geleidelijk aan onvoldoende. Platformen zullen in de toekomst onbemand zijn, maar ook nieuwe vormen van oorlogsvoeren winnen aan relevantie, en daar moeten we maximaal rekening mee houden. Tegen 2030 gaat meer dan 80% van de wereldbevolking in steden leven, die zich allemaal op minder dan 150 km van de kustlijn bevinden. De kans dat toekomstige crisissen zich in geürbaniseerde zones en in kustwateren zullen afspelen, zijn erg aanzienlijk. Het belang van de landmacht en de maritieme dimensie nemen toe. Daarnaast blijven Noord-Afrika en de Sahel een regio die een rechtstreekse impact kan hebben op de Europese veiligheid. De luchtmacht zal in de toekomst waarschijnlijk een rol blijven spelen in deze regio. Nieuwe fenomenen zorgen voor aangepaste Defensietaken. Tegenstrevers gaan veel meer gebruik maken van het maritieme domein voor hun communicatie, logistieke aanvoer en inzet. Daarnaast gaan ze zich meer dan voorheen "verbergen" in steden en opgaan tussen de bevolking. Militairen zullen meer dan ooit het vertrouwen van de plaatselijke bevolking moeten kunnen winnen. We moeten meer anticiperen en voorkomen. Onze Defensie zal meer moeten inzetten op het maritieme. Litorale wateren worden belangrijker, en om die reden zullen schepen die kunnen worden ingezet voor veiligheids- en interventietaken zoals bescherming van de havens, patrouilles, mijnenbestrijding, blokkades, embargo's,
Foto : Daniel Orban
... aan belang winnen. Defensie zal steeds meer de economische belangen moeten verdedigen, en onze havens en zeewegen spelen daarbij een grote rol. Het belang van de landmiddelen in de nieuwe veiligheidscontext neemt toe. Goed uitgeruste en beschermde soldaten moeten in stedelijke gebieden de veiligheid van lokale bewoners beschermen en voorwaarden creëren voor economische en bestuurlijke wederopbouw. Daarnaast zijn er formaties nodig die noodhulp kunnen verschaffen en noodherstellingen aan bruggen, wegen en kritieke nutsvoorzieningen kunnen uitvoeren. Onze Defensie zal ook meer moeten inzetten op cyberverdediging en inlichtingen om digitale veiligheid te kunnen verzekeren. Wapens en militaire systemen die tot nu toe exclusief in handen van nationale defensieorganisaties waren, worden gemakkelijker beschikbaar
voor privé-organisaties, waaronder zelfs criminele bendes. Een Belgische eenheid van commando tussen de verschillende diensten zou een stap in de goede richting betekenen. 4. Besparingen op defensie en veiligheid een halt toeroepen sp.a wil via een noodzakelijke defensie-inspanning zekerheid bieden dat we in Europa verder kunnen leven in stabiliteit en vrede. De voorbije jaren hebben verschillende regeringen het defensiebudget systematisch laten dalen. De regering Michel stelt defensie terug op de sporen te hebben gezet, maar ze hebben het defensiebudget zelf verder laten ontsporen dan ooit daarvoor. Ondanks mooie beloftes, daalde ook het defensiebudget onder premier Michel van 0.978% naar 0.922% van het BBP. België moet
een voortrekkersrol spelen in een Europees defensieverhaal, maar dat vergt bijkomende financiële inspanningen. Bovendien zit het personeel bij defensie op haar tandvlees. Besparingen zijn niet aan de orde. Onze militairen, onze Defensie, hebben ais eerste en voornaamste missie om onze samenleving te beschermen. Dan moeten wij hen wei de middelen en de mogelijkheden geven om dat te doen. De besparingen op defensie moeten stoppen. We moeten substantieel investeren in functie van Europese defensie en investeringen in het personeel. De nieuwe regering moet een echte strategie opstellen voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking samen, waaruit een geactualiseerde, realistische en specifieke strategie voor Defensie kan volgen.
De Schildwacht 27
PS
Standpunt PS Voor de PS is een veilige en vreedzame omgeving op nationaal en internationaal niveau een prioriteit. Onze democratieën staan voor nieuwe bedreigingen en om er het hoofd aan te bieden is een globale aanpak nodig waarin Defensie een sleutelrol speelt samen met diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. ten volle moeten betrekken bij een transparanter proces. In vredestijd is de PS van mening dat de rol van Defensie gericht moet zijn op logistieke bijstand aan landen in moeilijkheden of wederopbouwfase. De PS eist dus dat de missies van Defensie op vlak van bijvoorbeeld ontmijning, dringende hulp bij natuurrampen of het trainen van buitenlandse soldaten voorrang krijgen.
Elio Di Rupo, Voorzitter In tijden dat sommige conflicten aanslepen met duizenden slachtoffers en ontheemden, populisme op de spits gedreven wordt en de internationale gemeenschap vaak machteloos lijkt, is de behoefte aan multilateralisme nog nooit zo sterk geweest om duurzame vrede te bereiken. Geconfronteerd met deze steeds meer gevarieerde, asymmetrische en hybride bedreigingen zoals terrorisme of cyberaanvallen, verdedigt de PS het belang van de soevereine functies van de staat. De inzetbaarheid van ons leger is onze prioriteit. Voor de PS zal de aanwezigheid van Defensie bij operaties onder toezicht van de VN, de Europese Unie of de NAVO het Parlement
28 De Schildwacht
Op internationaal niveau moet België zijn engagement voor Europese defensie voortzetten en versterken. De oprichting op termijn van een echte Europese Defensie op menselijk, strategisch en industrieel vlak moet een prioriteit zijn. De opkomst van een echte Europese defensiestrategie moet de stem en positie van Europa binnen de NAVO versterken. De industriële en technologische basis van de Europese Defensie, schepper van jobs, moet worden geconsolideerd. Bovendien zal deze Europese samenwerking schaalvoordelen en de gezamenlijke aankoop van Europese militaire uitrusting mogelijk maken. Een gemeenschappelijke sokkel voor de vorming van militairen op Europese schaal en de totale compatibiliteit van het materieel, twee aspecten die vandaag ontbreken, zullen de facto bevorderd worden.
Op nationaal niveau heeft de strategische visie 2015-2030, aangenomen door de regering Michel, vele tekortkomingen die de duurzaamheid van het leger en de versterking van een Europese pijler binnen de NAVO kunnen ondermijnen. Onder deze legislatuur werden schadelijke beslissingen genomen: een Defensie die van van 32.000 tot 25.000 mensen gekrompen is door het verlies van 7.000 banen, een moreel onder het vriespunt na besprekingen om de carrière van onze militairen met zeven jaar te verlengen, het uitsluitend aanwerven van soldaten onder tijdelijk statuut, massale bezuinigingen, aangekondigde sluitingen van kazernes en bijgevolg geografische verwijdering en familiale problemen, of het aantal missies in het buitenland teruggebracht tot een historisch dieptepunt. De massale privatisering van taken die eerder aan het leger waren overgedragen, en het opnieuw in vraag stellen van de toekomst van de Koninklijke Militaire School, het Koninklijk Legermuseum en de medische component zijn ook bron van ongerustheid. Daarom heeft de uittocht van jonge rekruten uit Defensie recordhoogtes bereikt. Voor de PS is het noodzakelijk om Defensie de middelen te geven om de missies te volbrengen die de staat haar heeft toevertrouwd. Deze moeten in de eerste
plaats aangewend worden voor aanwervingen en investeringen ter bevordering van de aantrekkelijkheid van Defensie. De doelstellingen van de PS op het vlak van Defensie, zowel op Belgisch, Europees als op internationaal niveau vereisen onverdeelde aandacht en een beter beheer van human resources inzake militair en burgerpersoneel. Die inspanning moet een jong en gemotiveerd leger in stand houden dat in staat is haar missies te vervullen. Het gaat er niet alleen om zoveel mogelijk roepingen te genereren onder de nieuwe rekruten maar ook en vooral de militairen op lange en middellange termijn in het leger te houden. Het is daarom essentieel het welzijn van het personeel in overweging te nemen, zowel tijdens operaties als eenmaal terug in het gezin, willen we het voortbestaan van Defensie waarborgen. Medische en psychosociale ondersteuning van personeelsleden en hun gezinnen is bijvoorbeeld van cruciaal belang tijdens en na operaties. Die steun ontbreekt vandaag maar al te vaak.
Foto : Daniel Orban
Voor de PS moet Defensie, gezien de diversiteit aan functies, een belangrijke speler zijn in de opleiding en persoonlijke ontwikkeling van onze jeugd. Een kwalitatief en kwantitatief wervingsbeleid naar jongeren toe is essentieel om het operationele karakter van de eenheden te waarborgen. Een proactief beleid dichter bij de werkgelegenheidspools van ons land dringt zich op. Het moet betrekking hebben op alle rangen en functies van ons leger, zowel via opleiding in de kazerne als aan de KMS of Koninklijke School voor onderofficieren, twee formidabele instrumenten tot vorming en sociale promotie. De PS wil ook een einde maken aan het uitsluitend aanwerven van soldaten onder tijdelijke statuten zoals momenteel het geval is, wat de attritie die Defensie kent, versterkt. Rekening houden met de specificiteit en de penibiliteit van het militaire beroep moet dit ook gedurende de hele loopbaan in rekening worden gebracht. In die optiek moet het sociaal overleg versterkt worden door de militaire vakbonden volledig te betrekken. Ten slotte is een duurzame modernisering van de militaire kwartieren aan de orde, onder andere wat betreft isolatie, om het militaire en burgerpersoneel optimale werkomstandigheden te bieden. De socialisten zijn van mening dat naast het bevorderen van het welzijn op het werk, de band tussen de burgermaatschappij en het leger, haar rol als medeburger, de Collectieve Herinnering of hulpmissies ten dienste van de bevolking en synergiën met andere publieke actoren, nog veel meer de aantrekkelijkheid van Defensie zal bevorderen. De toegevoegde waarde van onze Defensie moet
zichtbaarder worden in de ogen van het grote publiek. De bescherming van Belgische expats, onze diplomatieke posten en operaties in het buitenland moet de kerntaak van Defensie blijven. De PS wil de militairen trouwens meer operaties, oefeningen en trainingen in het buitenland aanbieden om hun motivatie te vergroten. Het leger kan echter ook veel taken uitvoeren in België, ten dienste van de bevolking. Dit is bijvoorbeeld dagelijks het geval via het militaire hospitaal, met de uitlening van uitrusting aan jeugdkampen of de terbeschikkingstelling van kazernes als onderdeel van het winterplan voor daklozen. Die diensten moeten gratis blijven voor de bevolking. Volgens de PS gaat het erom de inzet van Defensie voor democratische waarden, vrede en de ontwikkeling van burgerzin aan te moedigen. Het organiseren van activiteiten voor jongeren is essentieel: openbare evenementen, luchtshows, marsen, opendeurdagen, bezoeken aan kazernes en infrastructuur, evenals het Koninklijk Legermuseum door scholen. De PS wil de Collectieve Herinnering en de ontwikkeling van burgerzin tot topprioriteiten van Defensie verheffen in samenwerking met de gefedereerde entiteiten. De PS is ervan overtuigd dat deze hernieuwde band tussen bevolking en leger niet alleen positieve gevolgen zal hebben voor het imago van Defensie, maar ook, op langere termijn, voor de rekrutering. Dit zijn slechts enkele van onze ideeën voor de toekomst van onze Defensie, we hebben er nog veel meer. Je kunt ze vinden in ons volledige programma: https://www. ps.be/#/Election/Programme
De Schildwacht 29
Info
Vierdaagse van de IJzer ste 47 Editie Voor de 18de maal op rij zal een delegatie van de ACMP-CGPM deelnemen aan de Vierdaagse van de IJzer. De start vindt plaats op dinsdag 20 augustus in Oostduinkerke en we komen aan op vrijdag 23 augustus 2019 te Ieper. Onze leden kunnen gratis deelnemen. Maar wees er snel bij want de plaatsen zijn beperkt! We zijn op zoek naar gemotiveerde leden die wensen te genieten van de sfeer en onze kleuren willen vertegenwoordigen gedurende dit prachtig evenement, waarbij de gesneuvelden van de beide wereldoorlogen op een respectvolle manier worden herdacht. Bovendien ontdekken de wandelaars ook dit jaar nieuwe pittoreske plekjes in deze uitgesproken landelijke streek. We logeren zoals elk jaar in het kamp aan de brandweerkazerne, Doornstraat 43, 8970 Poperinge.
Wat biedt ACMP-CGPM?
Het verloop en de deelnameprijs zijn: - We wandelen van dinsdag tot en met vrijdag, vanaf maandagnamiddag is het kamp toegankelijk; - Het vervoer naar de startplaats en de deelname aan de Vierdaagse van de IJzer kost € 42 voor de vier dagen; - Het kamp te Poperinge wordt georganiseerd door de toeristische dienst van de stad en wordt rechtstreeks aan hen betaald (€ 110 all-in).
Voor de actieve militairen onder ons: aangezien we meewandelen als ‘burger’ en niet in militair tenue, dient u van dinsdag tot en met vrijdag vier verlofdagen of compensatie te nemen.
30 De Schildwacht
De totale kostprijs van (max) € 152,00 voor het wandelen en de all-in, wordt voor u betaald. Dit omvat voor de vier dagen: het logement, de maaltijden, het vervoer, de verzekering, de medische verzorging en een aandenken. Daarnaast bezorgen we u een T-shirt en een petje en bieden we u onderweg nog een consummatie aan. Mogelijkheden van afstanden: 4 x 16 km of 4 x 32 km. Een familiewandeling van 4 x 8 km en een jongerenparcours van 4 x 24 km. Een combinatie van diverse afstanden is ook mogelijk (Bv.: 1 x 16 km, 1 x 24 km en 2 x 32 km).
Inschrijven kan via het Vast secretariaat van de ACMP-CGPM t.a.v. Filip Duquesne en dit vóór 1 juni 2019. We laten max 25 leden toe. Wees er dus snel bij en stuur een mailtje naar: srt@acmp-cgpm.be of filip.duquesne@gmail.com Vermeld hierbij: - Naam & Voornaam - Burgeradres - Lidnummer ACMP-CGPM - Geboortedatum - Telefoonnummer & E-mailadres - Aantal deelnames - Gewenste afstand - Indien u naar Poperinge komt met eigen voertuig, uw nummerplaat! - In principe slapen we allen in de grote tent achter de Maekeblydezaal. Voor meer informatie over het evenement zelf kan u een kijkje nemen op: www.vierdaagse.be
Foto : © Flanders Fields
GEBOORTEN
OVERLIJDENS
HÉLOÏSE – 08/03/2019 Geboren in het gezin Vincent STEEGER (Namen)
JULES MOTTE (Waremme) 1936 - 11/03/2019
JULIA – 11/03/2019 Geboren in het gezin van Rémy CHEVAL (Dinant)
GEORGES LANGBEEN (Brugge) 1934 – 14/03/2019
MATHIS – 21/03/2019 Geboren in het gezin van Miguel PLANCHE (Leuven)
GUILLAUME GRAINDOURZE (Sint-Truiden) 1935 - 15/04/2019
CHARLOTTE – 23/03/2019 Geboren in het gezin van Sebastiaan SIBORGS (Genk)
HUWELIJKEN
04/04/2018 Paul HOFMAN en Odette MILO (Aalst) 08/12/2018 Thibaut CALLENS en Pauline CHANTRENNE (Onhaye) (Wettelijke samenwoving)
Indexcijfer van de consumptieprijzen - Februari: 108,52 punten - Maart: 108,85 punten - April: 108,91 punten
Gezondheidsindexcijfer - Februari: 108,78 punten - Maart : 109,04 punten - April: 108,98 punten Het rekenkundig gemiddelde van de afgevlakte gezondheidsindex cijfers van de laatste vier maanden (januari, februari, maart en april 2019) bedraagt 106,65 punten. De spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen, die vastgelegd is op 107,20 punten, is niet overschreden. De laatste spilindexoverschrijding vond in augustus 2018 plaats.
Bron: Statbel
22/01/2019 Quinten DEGLAIN en Lynn KUCNEROWICZ (Keerbergen) (Wettelijke samenwoving) 22/03/2019 Michel MONNOM en Patricia RICHARD (Andenne) Wettelijke samenwoving) 21/04/2019 Fabrice HUART en Brigitte JANSEN (Manage)
De Schildwacht 31
SYNDICALE PREMIE REFERENTIEJAAR 2018 Defensie verzond het aanvraagformulier voor de syndicale premie voor het referentiejaar 2018 rechtstreeks naar de militairen. Dit originele formulier (dus geen fax of e-mail met scan van het ingevulde formulier) dient men te vervolledigen en VOOR 01 juli 2019 op te sturen naar: ACMP-CGPM, Romboutsstraat 1 – Bus 021, 1932 ZAVENTEM. Men mag het origineel ingevulde en ondertekende formulier ook overhandigen aan een ACMPafgevaardigde die het ons zal bezorgen. Maar dit is geen verplichting.
Wacht niet langer om uw aanvraagformulier op te sturen! Nadat uw aanvraagformulier is aangekomen op het Vast Secretariaat van de ACMP-CGPM, zullen wij het nodige doen om de syndicale premie binnen de drie maanden uit te betalen. Bedragen:
- 12 volledige maanden lidmaatschap = 90 euro - 9 volledige maanden lidmaatschap = 67,50 euro - 6 volledige maanden lidmaatschap = 45 euro - 3 volledige maanden lidmaatschap = 22,50 euro
Wat te doen indien u geen aanvraagformulier heeft ontvangen? Neem contact op met de ACMP-CGPM. Bij voorkeur via e-mail naar: srt@acmp-cgpm.be. Vermeld hierbij uw naam, voornaam, geboortedatum, adres en het bankrekeningnummer (IBAN) waarop u wenst dat de syndicale premie wordt gestort. De ACMP-CGPM zal zich dan wenden tot de diensten van de Eerste Minister en zal, na ontvangst van de nodige gegevens, zo snel mogelijk overgaan tot de uitbetaling van de premie. Dit zal uiteraard een vertraging met zich meebrengen! Ter herinnering: de militair mag wettelijk slechts één enkele aanvraag tot uitbetaling van de syndicale premie indienen en slechts bij één representatieve vakorganisatie.