De Schildwacht
Januari - Februari 2025 - nr. 01

Voorwoord Meneer Francken, graag geen dom gedrag

Januari - Februari 2025 - nr. 01
Voorwoord Meneer Francken, graag geen dom gedrag
VOORWOORD DOOR YVES HUWART | VOORZITTER
Geachte mijnheer Francken, u heeft onlangs bij Koning Filip de eed afgelegd als nieuwe minister van Landsverdediging. U gaat de volgende weken heel wat briefings moeten aanhoren en begraven worden onder een lawine aan informatie. Wij willen er echter aan houden om u – mede namens duizenden militairen – toch nog een goeie raad mee te geven.
Dit is met name ons voornaamste advies: als u een goed minister van Landsverdediging wil worden, vermijd dan dom gedrag.
Wij definiëren dom gedrag als handelen op een manier die deze vraag negeert: wat zou er daarna gebeuren? Als iemand naar u toekomt en zegt: ‘Ik denk dat ik een wandeling ga maken in een onweersbui met een koperen antenne op mijn hoofd’, dan antwoordt domheid: ‘Dat lijkt me echt een geweldig idee!’. Dom gedrag is dus de neiging om acties te ondernemen die uzelf en de mensen om u heen schaden.
De Arizona-regering produceerde met zijn regeerakkoord een heleboel domheden. De grootste van alle stupiditeiten is echter de hervorming van de militaire pensioenen. Dit plan is alsof men acne probeert te genezen met onthoofding.
Niemand lijkt de vraag te hebben gesteld: als we militairen laten werken tot 66 of 67 jaar, wat gebeurt er dan? Gaan we dan bijvoorbeeld niet evolueren naar een oudemannen-leger dat een stuk minder operationeel is? Gaat de uitstroom dan niet gevoelig toenemen? En
gaan we dan niet onhaalbare aantallen jongeren moeten rekruteren? En ook: gaan de werkingskosten dan niet aanzienlijk stijgen, met negatieve gevolgen op de training en het infrastructuuronderhoud? Gaat de belastingbetaler bijgevolg niet minder veiligheid krijgen, maar wel meer moeten bijdragen?
Veel van uw voorgangers hebben zich bezondigd aan dom gedrag en hebben het leger doen afglijden in zijn huidige penibele situatie. Vandaar dat we u, als goedbedoelde raad, de vijf principes van dom gedrag inzake defensie kort willen toelichten. In de hoop dat u dit soort handelwijze kunt vermijden.
Principe 1: Ideologie zorgt voor onenigheid, maar dom gedrag produceert verbijstering. Zo waren de militairen compleet verbijsterd te vernemen dat u als burgemeester van Lubbeek, de portretten van het koningspaar liet verwijderen, u nooit deelneemt aan 21 julivieringen en nooit de tricoloresjerp draagt.
Principe 2: Mensen die zich dom gedragen, zijn zich niet bewust van de domheid van hun acties.
U hebt misschien gehoord van het Dunning-Kruger effect, dat wil zeggen dat incompetente mensen niet de vaardigheden hebben om hun eigen incompetentie te herkennen.
Principe 3: Domheid zit vaak in organisaties, niet in individuen. Als je een organisatie creëert waarin één man alle macht wil hebben en alle anderen zijn vooroordelen moeten vleien, dan zal dom gedrag daar zeker het gevolg van zijn.
Principe 4: Tegen dom gedrag is bijna niet op te boksen. Omdat domme acties niet logisch zijn, komen ze steevast als een verrassing. Redelijke argumenten zijn aan dovemansoren gericht. Tegenbewijs wordt terzijde geschoven, zeker als het van de vakbonden komt.
Principe 5: Het tegenovergestelde van domheid is niet intelligentie, maar rationaliteit. Rationaliteit is het vermogen om beslissingen te nemen die organisaties sterker en mensen beter maken. Vandaar, mijnheer Francken, graag de nodige dosis rationaliteit. Te beginnen in het pensioendossier.
Foto: DF90 - J Destercke-Hock
De Schildwacht is het tweemaandelijkse tijdschrift van de Algemene Centrale van het Militair Personeel. Alle leden krijgen een exemplaar toegestuurd.
Oplage: 9.800 exemplaren.
Adresgegevens worden behandeld overeenkomstig de wet op de privacy (wet 8/12/1992 & GDPR).
Verantwoordelijke uitgever:
Yves Huwart Coördinatie:
Jesse Arents & Concetto Bandinelli
Algemene gegevens - ACMP: Romboutsstraat 1 – Bus 021 1932 Zaventem srt@acmp-cgpm.be www.acmp-cgpm.be Tel.: 02 245 72 14
BE32 2100 6234 6602
BIC: GEBABEBB
BE57 0682 3639 9535
BIC: GKCCBEBB
Januari - Februari 2025 - nr. 01 2 4 7 9 11 14 15 17
Meneer Francken, graag geen dom gedrag
Het opbod rond de tweeprocent-norm voor defensie-uitgaven
DKV hospitalisatieverzekering
De hond in de pot vinden
Flexi-job – Cumul – Actief – Gepensioneerd
Lezersbrief - pensioenhervorming
Moeizaam Hoog Overlegcomité Welzijn
‘Vouchers’ vervangen de kortingskaarten van de NMBS-TEC-De Lijn
Volg ons op Facebook
In opvallend alarmistische bewoordingen stelde NATO-secretaris-generaal Rutte onlangs dat 'we veel meer dan twee procent van het bruto binnenlands product (bbp) aan defensie moeten gaan besteden'. Die twee procent? Belachelijk laag. 'Maak er maar 3,5% van', zegt Rutte. 'Vijf procent!', aldus Donald Trump. Het opbod blijft dezer dagen maar doorgaan. Maar hoe zinvol is een dergelijke norm, en dus heel die discussie, eigenlijk?
Weinig beleidsmakers zullen het oneens zijn met de stelling dat Europa radicaal meer moet uitgeven aan zijn veiligheid. De oorlog in Oekraïne heeft de zenuwen op scherp gesteld en heeft Europa wakker geschud uit het idee dat duurzame vrede op het continent niet al te veel moet kosten. Doch hoeveel defensie-uitgaven zijn eigenlijk genoeg: 2%, 3,5% of 5%?
Hoewel twee procent van het bbp de maatstaf is geworden voor de landen die hun defensie serieus nemen, is er geen goddelijke wet die zegt dat deze norm de gewenste veiligheid garandeert. Daarom geeft bijvoorbeeld Israël, een land dat geconfronteerd wordt met existentiële bedreigingen, veel meer uit: met name zes procent. Griekenland voldoet met dik drie procent van zijn bbp ruimschoots aan de toetssteen, maar meer dan de helft ervan gaat naar militaire pensioenen en naar wapensystemen die bedoeld zijn om NAVOcollega Turkije af te schrikken; geen van beide doeleinden maakt Europa echter veiliger.
De twee procent is een bumpersticker geworden, een kant-en-klare, gemakkelijk te begrijpen maatstaf die minder te maken heeft met het adequaat beschermen van het NAVO-grondgebied, dan met het aansporen van de lidstaten voor hogere uitgaven.
Toen deze norm in 2014 vastgelegd werd, waren het niet de operationele behoeften die aan zijn basis lagen, maar wel een inschatting van welk richtsnoer politiek enigszins geloofwaardig was. Ondertussen is het een dogma geworden: je gelooft het of je gelooft het niet. Hetzelfde zal gebeuren met de nieuwe norm waar Rutte naartoe wil.
De militaire uitgaven bepalen in verhouding tot de jaarlijkse economische marktwaarde van een land (zijn bbp) is echter niet zaligmakend om hun toereikendheid te beoordelen: het kan er zelfs toe leiden dat de veiligheidsbehoeften slechts ten dele ingevuld worden.
Het bbp omvat immers alles wat een land voortbrengt, van frikadellen over fietsen tot munitie. Waarom, zo kunnen we ons afvragen, moeten militaire uitgaven in een bepaalde verhouding staan tot dit cijfer? Als we volgend jaar meer frikadellen en fietsen produceren, moet er toch niet meer geld aan defensie gegeven worden? Deze beeldspraak is misschien wat kort door de bocht, doch ze geeft wel aan dat de veiligheid van een land laten afhangen van de markwaarde van de goederen en diensten die een land voortbrengt, toch wel enige tekortkomingen heeft.
Is het daarom niet veel zinvoller om de werkelijke dreigingen waarmee we geconfronteerd worden te evalueren, de optimale middelen te bepalen om deze gevaren met voldoende zekerheid het hoofd te bieden en vervolgens de kosten voor het verkrijgen van de vastgestelde middelen bij elkaar op te tellen? Of dit totale bedrag één of tien procent van het bbp is, is volledig naast de kwestie, namelijk
het beschermen van de natie en onze bondgenoten.
Russische tanks
Elke discussie over het juiste financieringsniveau moet dus beginnen met een duidelijke bepaling van de meest waarschijnlijke veiligheidsdreigingen.
Russische tanks in de straten van Europa’s hoofdsteden horen daar de eerstkomende jaren niet bij. Ja, het is waar dat Rusland langs het 1.000 km lange front in Oekraïne vooruitgang boekt, doch wel aan een tempo dat het nog meer dan een eeuw zou duren om gans het land te veroveren.
Rusland verliest gemiddeld 320 tanks en houwitsers per maand, terwijl het slechts twintig kanonlopen produceert die nodig zijn voor hun vervanging. Het Russisch leger verliest per maand meer soldaten
op het slagveld dan het kan rekruteren, een onhoudbare situatie.
Ja, Rusland kan met zijn huidige aanpak de strijd in Oekraïne nog wel een tijdje voortzetten, maar we zien wel een problematisch beeld om de oorlogsinspanningen langdurig te kunnen aanhouden als we ook naar de economische fundamenten kijken. De inflatie in de oververhitte economie is torenhoog en de interestvoeten schieten door het dak. Met als gevolg dat investeringen stilvallen en wanbetalingen en faillissementen snel stijgen. Bovendien geraken de geldreserves uit de petroleumindustrie langzaam uitgeput.
Aan dit tempo hangt Rusland binnen maximaal anderhalf tot twee jaar economisch in de touwen. En als Trump echt meer olie gaat oppompen in de VS, is het nog eerder gedaan. Het is gewoon niet zo dat Poetin de komende jaren een
klassieke oorlog tegen ons kan starten.
Hoeveel euro’s dan wel voor onze veiligheid?
De vitale vraag is dus: wat hebben we écht nodig voor onze veiligheid, en wanneer?
Ja, we hebben nog steeds de gebruikelijke militaire hardware nodig: pantserwagens, gevechtsvliegtuigen, drones en oorlogsbodems; niet om Russische formaties de komende jaren te verjagen uit Berlijn of de Noordzee, maar wel om dergelijke exploten in de toekomst te ontraden.
Maar wat we het komende decennium nog véél meer en nog véél dringender nodig hebben, zijn de mensen en de spullen om in eigen land de veiligheid en continuïteit van de essentiële diensten (energie, stroom, zorg,
waterbevoorrading, transport) te garanderen.
Omdat onze grootste bedreiging zal bestaan uit agressieve daden gericht op het verzwakken, polariseren en ontwrichten van onze samenleving via: sabotage, aanslagen en brandstichtingen, cyberaanvallen, desinformatie, subversieve economische praktijken en het ondergraven van democratische processen.
Veel van de middelen die hiervoor nodig zijn hebben bovendien een duaal nut en kunnen ook gebruikt worden bij de buitenlandse inzet van het leger, zoals bijvoorbeeld een robuuste cybercapaciteit met offensieve mogelijkheden, luchtafweer, anti-dronesystemen, logistieke middelen en havenbescherming.
De NAVO vraagt ons immers niet enkel onze artikel 5-verplichtingen na te leven (met name de collectieve verdediging van het grondgebied van haar lidstaten), maar ook het artikel 3 van het NAVOverdrag. Dit artikel stipuleert dat iedere afzonderlijke lidstaat ook in staat moet zijn om zijn eigen grondgebied te verdedigen.
De echte uitdaging voor ons land bestaat er dus in om al onze veiligheidsverplichtingen en -behoeftes adequaat in te vullen, zowel voor de inzet van het Belgisch leger aan bijvoorbeeld Europa’s oostgrenzen als voor de bescherming van onze eigen kritieke infrastructuur en de Belgische samenleving in haar geheel.
Dit houdt in dat we niet alleen de NAVO-doelstellingen als leidraad moeten hanteren, maar ook de
Foto: Mylaert Adrien
eigen nationale veiligheidsnoden. Tegelijk betekent het ook dat we moeten kijken welke behoeften nu het meest dringend zijn om daarin eerst te gaan investeren. Verder impliceert dit dat we moeten zorgen dat Defensie kan beschikken over alle mensen die nodig zijn om al haar taken te kunnen uitvoeren, zowel in het binnenland als in het buitenland.
Met deze aanpak zullen de defensie-uitgaven een échte weerspiegeling zijn van onze veiligheidsbehoeften, en niet langer een kunstmatig richtsnoer. In plaats van de abstracte norm van 2% te moeten ‘slikken’, zou de burger dan ook beter begrijpen naar wat soort veiligheidsinspanningen zijn belastinggeld gaat en hoe deze hem een betere bescherming zullen bieden.
Defensie heeft de nieuwe tarieven gepubliceerd voor de collectieve hospitalisatieverzekering die ze voor haar personeel en gezinsleden heeft afgesloten. Het betreft een jaarlijkse indexering maar toch willen we van deze gelegenheid gebruik maken om onze leden meer uitleg te verschaffen over deze dienstverlening.
Het is geen verplichting om zich aan te sluiten bij de door Defensie aangeboden hospitalisatieverzekering DKV. Sommige collega's hebben al een verzekering of verkiezen niet verzekerd te zijn. Toch is dit aanbod voor de meerderheid van de militairen erg interessant want Defensie betaalt de volledige premie van de militair en de helft van de premie van diens gezinsleden. Laten we een voorbeeld nemen: in 2025 kost deze verzekering voor een personeelslid en de partner jonger dan 56 jaar met twee kinderen jonger dan 18 jaar, € 514,08. Dankzij de tussenkomst van Defensie betaalt de militair hier uiteindelijk slechts € 166,80. Dit is zomaar even goed voor een korting van ruim 67% op de premie die men normaal wel zou moeten betalen indien u geen personeelslid
*Tabel enkel voor ACTIEVE militairen!
bent van Defensie! Bemerk ook wanneer je gaat vergelijken dat DKV een serie nieuwe producten op de markt heeft, die niet aan hetzelfde kwaliteitslabel ISO2000 voldoen!
Het is belangrijk om weten dat het 'duwtje in de rug' volledig verdwijnt wanneer de militair met pensioen gaat (uitgezonderd VEP) of Defensie verlaat. Wie daarna het contract behoudt, moet dan alle premies volledig zelf betalen (zie kolom ‘Premie 2025 – 100%) voor zowel zichzelf en de gezinsleden. Bijvoorbeeld: een ex-militair van 57 jaar met een 65-jarige partner krijgt zo een rekening gepresenteerd van € 679,20 per jaar, tegenover € 228,12 wanneer die op z’n 57e als militair actief blijft (bv VEP). Het volledige bedrag ophoesten, blijft
nog steeds voordelig in vergelijking met wat de ex-militair zou betalen indien hij een andere verzekering afsluit als privépersoon.
Opgelet, elke administratieve wijziging van één van de verzekerden, die invloed heeft op het contract moet uiterlijk binnen de DRIE MAANDEN door de hoofdverzekerde worden vermeld. Zoniet dreigt er een tijdelijke of zelfs definitieve uitsluiting van de hospitalisatieverzekering.
In 2025 worden de tarieven geïndexeerd op basis van een herzieningsformule die rekening houdt met de gezondheidsindex en de medische index. In principe wordt het jaarbedrag door Defensie automatisch ingehouden op de wedde van juni.
Advies van de militaire vakbond ACMP-CGPM
In de regelgeving is vastgelegd dat de gezondheidszorg voor militairen onder de verantwoordelijkheid van Defensie valt. Er moet echter worden opgemerkt dat dit momenteel steeds verder wordt uitgehold en dat de militair zelf voor minimale basiszorg die vereist is om operationeel te blijven, steeds vaker beroep moet doen op medische steun van buitenaf. De militaire vakbond is van mening dat de
partner en personen ten laste van de militair ook voor gratis zorg in aanmerking moeten komen. Dit kan de aantrekkingskracht van een job die al heel erg onder druk staat, ten goede komen en toelaten collega's met een zorg minder op missie te laten vertrekken. Een bonus die het moreel en de operationaliteit ten goede komt.
Vandaag zijn gezondheidsproblemen gewoon heel erg duur geworden vanwege doktershonoraria die soms wel 300% aanrekenen aan zij
die geen maanden willen of kunnen wachten op hulp. Het remgeld en de prijs van een bezoek aan de apotheek, zijn kosten die voor een niet te onderschatten aantal militairen zwaar doorwegen op hun bankrekening en dus ook hun gemoed. De DKV-verzekering helpt enigszins wel om de schade te beperken, maar dekt in feite alleen een ziekenhuisopname en sommige daaruit voortvloeiende kosten. Voor bepaalde uitgaven moet men nog altijd een vrijstelling betalen en sommige kosten zijn zelfs niet inbegrepen.
De DKV-polis is trouwens onderschreven omdat Defensie zelf niet langer in staat was om voor de gezondheidszorg van haar personeel in te staan, zoals ten tijde van de Belgische strijdkrachten in Duitsland. Wat als een gelijkaardig scenario ontstaat met permanente garnizoenen in het buitenland? Dit is niet geheel ondenkbeeldig, gezien de huidige geopolitieke situatie aan Europa’s oostelijke grenzen!
De militaire vakbond blijft van mening dat een dienstneming bij Defensie moet worden beloond met volledig gratis medische zorgen, in alle omstandigheden, voor het hele gezin, automatisch en zonder gedoe: ziekten, ongevallen, orthodontie voor kinderen, monturen of lenzen voor oogcorrectie, fysiotherapie, mentale hulp, prothesen, enz. Deze prangende vraag naar de militaire overheid staat dan ook verankerd in ons Algemeen programma 2024-2028!
Oprechte liefde voor honden is één van de voornaamste drijfveren om voor een beroep als ‘hondengeleider’ te kiezen. Door in een tijdperk te belanden waarin de kosten van het levensonderhoud zodanig de pan uitrijzen, volstaat passie lang niet meer om deze specialisatie in het militaire beroep nog langer aantrekkelijk te houden.
De hond in de pot vinden, is spreekwoordelijk vaststellen dat het eten al op is wanneer je ergens aankomt, terwijl het aanwezige gezelschap intussen wel voldaan van tafel is gegaan. Dit gevoel overvalt militairen die zich over een ‘Military Working Dog’ (MWD) ontfermen wanneer zij de reële kosten en de compensatie voor gepresteerde uren op hun werkgever willen verhalen.
De vraag om de geldelijke rechten van militairen en hun vertrouwde viervoeter te herbekijken, leeft al enkele jaren binnen de K9-gemeenschap van Defensie. Het valt op hoe weinig begrip de bevoegde militaire overheid opbrengt, door zich te verbergen achter de stelling dat ‘sollicitanten op de hoogte worden gesteld van alle rechten en plichten tijdens hun selectieproces’. Het vertrouwde ‘je hebt ervoor gekozen’ dus! Een stelling die voor de werkgever duidelijk niet altijd in de beide richtingen opgaat…
NATO-conform
Defensie pakt nochtans graag uit - zoals laatst tijdens de Internationale K9-Day 2024 te Koksijde - met de zeer gedegen kwaliteit van hun binooms bestaande uit gemotiveerde hondengeleiders en hun MWD’s. De meerwaarde van een degelijk getraind en op elkaar
ingespeeld duo wordt algemeen beschouwd als een ‘force multiplier’. Wat wil zeggen dat de van nature meegegeven betere sensoren, de controleerbare agressiviteit en de onbreekbare vertrouwensband tussen hond en meester, een enorm voordeel zijn in een uitgebreid pallet van tactische aanwendingen. Jammer genoeg toont Defensie niet genoeg aandacht
aan dit specifiek personeel en hun trouwe metgezel.
Verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid
Hondengeleiders (HG) met een militaire hond zijn tijdens de diensturen verantwoordelijk als beheerder, maar de Staat blijft aansprakelijk als eigenaar. Eens buiten de dienst
is het echter de beheerder, dus de HG, die aansprakelijk is voor de hond op het moment dat die onder zijn controle staat. Het is echter koffiedik kijken wanneer de Staat als eigenaar haar verantwoordelijkheid zal opnemen bij gevallen van overmacht, dus bv. wanneer de hond losbreekt en schade aanricht aan derden. Zelfs wanneer de staat aansprakelijk wordt gesteld, kan deze alsnog een vordering instellen tegen de HG in geval van een opzettelijke fout of een (herhaaldelijk) begane lichte of een zware fout.
Militairen met een gemilitariseerde hond, beschikken over een hond die door de HG zowel aangekocht als opgevoed wordt. In dit geval neemt Defensie de hond wel in dienst, maar draagt de eigenaar steeds de volle verantwoordelijkheid, voor alles wat buiten de dienst gebeurt.
Teneinde fouten tot een absoluut minimum te beperken, dient de HG altijd met heel wat factoren rekening te houden en hier nauwgezet naar te handelen. Daarvoor dient hij met de nodige omzichtigheid alle preventiemaatregelen in acht te nemen. In het geval van een gemilitariseerde hond zorgt dit ervoor dat de HG er nog een hoop verantwoordelijkheden bijkrijgt. Hierdoor vallen training, attitude, hygiëne, infra, ziekte en overlijden onder de verantwoordelijkheid van de HG. Een gemilitariseerde hond kan zo voor een financiële kater zorgen…
Vergoedingen
Hondengeleiders worden dus beroepsmatig geconfronteerd met aanzienlijke financiële lasten. De gecombineerde maandelijkse vaste kosten en gewerkte uren komen in detail uitgerekend neer op zo’n
1.185,4 euro netto, terwijl de vaste maandelijkse vergoeding slechts 101,46 euro netto bedraagt. Bij de (Federale) Politie ontvangt een HG 311,69 euro netto per maand wat al ruim driemaal zoveel is als de HG binnen Defensie. Een bijkomend probleem waar maar geen oplossing voor gevonden wordt, is het correct compenseren van de transportkosten of het ter beschikking stellen van een voertuig die toelaat om ten alle tijden op een veilige manier de noodzakelijke (dienst)verplaatsingen uit te voeren. Defensie weigert daarenboven nog steeds om alle dienstverplaatsingen correct te vergoeden. Dit inclusief ritten naar veeartsen en trainingen.
Intussen ontstaat er dus een tekort aan gekwalificeerd personeel. Defensie zit dan vervolgens met de handen in het haar en zoekt wanhopig nieuwe rekruten. Deze jonge militairen voelen al snel dat ze een krabbel hebben gezet voor een job die hun uiteindelijk een flinke duit zal kosten en haken dus ook snel weer af. Dit heeft directe gevolgen voor het beroep want de hierdoor ontstane negatieve spiraal bedreigt niet alleen de effectiviteit maar ook
de veiligheid van deze belangrijke functies.
Een oproep tot actie
De militaire vakbond ACMP-CGPM vraagt dan ook met aandrang dat de overheid actie onderneemt om op zijn minst de onderhandelingen op te starten en dit grondig te bestuderen. Het is hoog tijd voor een eerlijke en marktconforme vergoeding voor militaire HG’s. Vervolgens moet er gezocht worden naar oplossingen voor de transportkosten. Men kan toch niet langer verwachten dat een HG zelf moet in staan voor een aangepast en voldoende groot voertuig waarin niet enkel de bench, maar ook de hond en allerhande attributen moeten getransporteerd worden.
De financiële lasten mogen niet langer op de schouders van de militair zelf rusten. Het is dan ook niet langer aanvaardbaar dat Defensie zonder enige schroom beroep doet op het professionele engagement van de HG die uit voorliefde voor zowel zijn job als zijn gemilitariseerde viervoeter, tot het uiterste gaat en ernstige investeringen moet trotseren om de toegewezen functie naar behoren uit te voeren.
Vanaf 1 januari 2025, zullen voor inkomsten vanaf 2025 aanpassingen van kracht worden met betrekking tot de regels voor het cumuleren zoals in geval van een flexijob. Naast het plafond van € 12.000,- (bruto per jaar) voor de belastingvrijstelling, werd een 'tweede' plafond ingevoerd van € 7.876,- (bruto per jaar) voor het vervroegd pensioen vóór de wettelijke pensioenleeftijd van 66 jaar, zonder de maximale plafonds voor beroepsinkomsten als gepensioneerde te vergeten. Een korte uitleg over deze ‘3 plafonds’ is aangewezen.
Ouder dan 66 of na een loopbaan van 45 jaren
Als je ouder bent dan 66 jaar of 45 loopbaanjaren (van minstens 104 dagen per jaar) kunt aantonen bij de eerste betaling van je pensioen, dan geldt dit artikel niet voor jou, want je kunt dan onbeperkt cumuleren (flexijob of elke andere baan als werknemer, zelfstandige, …) zonder risico dat je pensioenbedrag vermindert. Houd er echter rekening mee dat, behalve voor de flexi-job, er wel belasting moet betaald worden over je totale inkomsten (pensioen(en) en andere aanvullende beroepsinkomsten).
Bijvoorbeeld: sommige militairen in VEP, ontvangen vandaag hun volledige wedde door Defensie (en dus nog geen pensioenbedrag sinds de eerste dag dat hun VEP begon aan 56 jaar). In deze situatie én wanneer betrokkene 45 jaar loopbaan kan aantonen (aantal jaren VEP inbegrepen kan deze onbeperkt cumuleren zonder nadelig effect op hun pensioen. Maar let op, de belastingen komen!
Fiscale plafond – Vrijstelling – Flexi-job
Een bedrag van maximaal € 12.000,- (bruto jaarlijks) wordt fiscaal vrijgesteld voor inkomsten komende uit flexijobs. Met andere woorden, dit plafond is niet onderhevig aan de belasting. Het netto bedrag is gelijk aan het bruto bedrag en er wordt dus geen belasting op geheven.
Dit plafond geldt echter niet voor militairen die verplicht met pensioen zijn gegaan wegens leeftijdsgrens of lichamelijke ongeschiktheid (tijdelijk of definitief). Zij
kunnen dus flexi-job inkomsten ontvangen tot boven de € 12.000,- grens zonder belasting te moeten betalen.
Het grensbedrag van € 12.000,- is echter wel van toepassing op militairen die hun vervroegd pensioen hebben aangevraagd (dit is momenteel enkel het geval voor sommige officieren die 40 jaar dienst kunnen aantonen).
Voor deze laatste groep en voor actieve militairen (die een uitzondering hebben gevraagd op het cumulverbod) kunnen flexi-jobs uitoefenen maar de fiscale vrijstelling zal echter beperkt blijven tot € 12.000,-. Wordt dit plafond overschreden, dan volgt de belasting op het gedeelte dat het grensbedrag overschrijdt.
Plafond ‘Vervroegde pensioenen’
Om te voorkomen dat mensen hun vervroegd pensioen aanvragen om zo extra geld te kunnen verdienen zonder belasting te betalen, heeft de FOD Pensioenen een aanvullend plafond ingevoerd: voor 2025 bedraagt dit voor flexi-jobs € 7.876,- (bruto jaarlijks).
Het overschrijden van dit plafond leidt tot een vermindering van het pensioen (zie voorbeeld hieronder) en boven de € 12.000,- wordt bovendien belasting geheven.
Cumulatie ‘Beroepsinkomsten’ – Plafond ‘Pensioenen’
Het is ook belangrijk om het aspect ‘cumuleren van beroepsinkomsten en pensioenen’ niet te vergeten.
Met name, de inkomsten uit een of meerdere flexi-jobs moeten samen bij alle andere mogelijke beroepsinkomsten worden geteld om te beoordelen of het maximale toegestane bedrag al dan niet wordt overschreden.
Als gepensioneerde (door leeftijdsgrens of lichamelijke ongeschiktheid), als je 66 jaar oud bent in 2025 of als je een carrière van minstens 45 jaar kunt aantonen bij de eerste betaling van je pensioen, bestaat er geen plafond meer: je kunt onbeperkt cumuleren (meer dan € 12.000,- voor een flexi-job; nog steeds belastingvrij; andere beroepsinkomsten worden wel belast), je
Actieve militair
Flexi-job :
Fiscale vrijstelling
Max € 12.000,-
Beroepsinkomen (zoals flexi-job) + Pensioen (algemene cumul)
Van toepassing
In geval van overschrijden, belasting op het overschreden gedeelte
Niet van toepassing
pensioen wordt proportioneel niet verminderd bij overschrijding van het desbetreffende plafond.
Maar in alle andere gevallen moet je voorzichtig zijn.
Let op: maak goed het verschil tussen de 3 plafonds: verwar het fiscale plaatje (belasting € 12.000,-) niet met het pensioenplaatje (cumuleren – overschrijding(en)).
Militair met vervroegd pensioen (Offr met 40 jaar dienst en pensioen op aanvraag)
Van toepassing
In geval van overschrijden, belasting op het overschreden gedeelte
Indien ≥ 66 jaar of 45 loopbaanjaren: Pensioen bedrag 100%. Ongelimiteerd cumuleren (flexi-job of andere).
Indien < 66 jaar en geen 45 loopbaanjaren:
Bij een maximum inkomen > € 10.117,(€ 15.175,- met kind(eren) (bruto/jaar) (salaris) of € 9.093,- (€ 12.140,- met kind) (netto/jaar) (zelfstandige): vermindering van het pensioen in functie van het overschreden bedrag
Met een flexi-job: bedrag dat in aanmerking wordt genomen voor het bovenstaande plafond, en als de bovenstaande limieten worden overschreden € 7.876,- (bruto/jaar): vermindering van het pensioen. (zie voorbeelden)
Militair op pensioen omwille van leeftijdsgrens of lichamelijke ongeschiktheid (Speciaal Regime)
Van toepassing
Geen belasting, ongeacht het bedrag.
Indien ≥ 66 jaar of 45 loopbaanjaren: Pensioen blijft behouden op 100%.
Ongelimiteerd cumuleren (flexi-job of andere)
Indien < 66 jaar en geen 45 loopbaanjaren:
Wanneer een maximum inkomen van > € 29.221,(€ 35.544,- met kind) (bruto/jaar) (salaris) of € 23.377,- (€ 28.435,- met kind) (netto/jaar) (zelfstandige): vermindering van het pensioen in functie van het overschreden bedrag.
Met een flexi-job: geen plafond van € 7.876,- (bruto/ jaar).
MAAR: het bedrag wordt wel mee in rekening gebracht voor het plafond hieronder beschreven (zie voorbeelden)
Voorbeelden
1. Vervroegd gepensioneerde (< 66 jaar en geen 45 loopbaanjaren) (Offr met 40 jaar dienst en pensioen op aanvraag) € 75.000,- bruto pensioen per jaar –Flexi-job van € 13.000,-.
a. Belastingvrijstelling van € 12.000,- maar het bedrag boven € 1.000,- wordt belast.
b. Er is een algemeen plafond van € 10.117,- (bruto/ jaar): geen kinderen ten laste.
c. Er is een flexplafond van € 7.876,- bruto/jaar.
d. Berekeningen :
i. Stap 1: totaal inkomen
- € 13.000,- / € 10.117,- H 28% eigen risico
- Pensioen verminderd met 28% H
€ 54.000,-
ii. Stap 2: alleen flexwerk
- € 13.000,- / € 7.876,- H 65,06% eigen risico
- 65,06 % / 2 = 32,53 %
- Pensioen (stap 1) verlaagd met 33% H
€ 54.000,- x 0,67 = € 36.180,-
e. Conclusie: de persoon behoudt:
i. Een pensioen van € 36.180,-
ii. Een flexi-job van € 13.000,- (waarvan € 1.000,- belast wordt)
2. Gepensioneerd vanwege leeftijdsgrens/fysieke ongeschiktheid - Speciale regeling. (< 66 jaar en
geen 45 loopbaanjaren) € 43.250,- bruto pensioen per jaar– Flexi-job van € 13.000,-.
a. Totale belastingvrijstelling op € 13.000,-. Niet belast.
b. Er is een algemeen plafond van € 29.221,- (bruto/ jaar): geen kinderen ten laste.
c. Geen plafond van € 7.876,- op flexi-job van toepassing
d. Berekeningen:
i. Stap 1: totaal inkomen
- € 13.000,- / € 29.221,- H geen overschrijding
- Pensioen blijft behouden op 100% H
€ 43.250,-
ii. Stap 2: enkel voor flexi-job
- Geen plafond van € 7.876,- H overschrijding niet van toepassing
- Pensioen (Stap 1) wordt niet verminderd H
€ 43.250,-
e. Besluit: De betrokkene behoudt :
i. Een pensioen van € 43.250,-
ii. Een flexi-job van € 13.000,- niet belast
3. Gepensioneerd vanwege leeftijdsgrens/fysieke ongeschiktheid - Speciale regeling. (< 66 jaar en geen 45 loopbaanjaren) € 43.250,- bruto pensioen per jaar – Beroepskinkomen van € 25.000,- (salaris)
- Flexi-job van € 13.000,-.
a. Totale belastingsvrijstelling op € 13.000,-. Niet belast
b. Er geldt een algemeen plafond van € 29.221,(bruto per jaar): geen kinderen ten laste.
c. Geen plafond van € 7.876,- op flexi-job
d. Berekeningen:
i. Stap1: totale inkomsten - (€ 25.000,- + € 13.000,-) / € 29.221,- H overschrijding van 30% - Vermindering pensioen bedraagt 30% H
€ 30.275,-
ii. Stap 2: enkel flexi-job - Geen plafond van € 7.876,- H Overschrijding niet van toepassing - Pensioen (Stap 1) wordt niet verminderd H € 30.275,-
e. Besluit: de betrokkene behoudt:
i. Zijn pensioen van € 30.275,-.
ii. Een beroepskinkomen van € 25.000,-.
iii. Een flexi-job van € 13.000,- die onbelast blijft.
Voor verdere vragen over dit onderwerp, kan je altijd contact opnemen met ons Vast Secretariaat op 02/245.72.14 of via srt@acmp-cgpm.be .
Ik aanschouw de communicatie en de reacties van de voor- en tegenstanders al enkele maanden met lede ogen. Ook in discussies met familie en vrienden moet ik mijn uiterste best doen om telkens uit te leggen wat Defensie allemaal doet: in binnen- en buitenland en achter de schermen bewaakt en ondersteunt. Positieve zaken die de media niet halen (en misschien ook niet voldoende uitgelicht worden door onszelf – HR, vakorganisaties, defensiepersoneel,…).
We worden met een duidelijke regelmaat gebasht door bv. professor arbeidseconomie Stijn Baert (dus zelf ook overheidspersoneel met een ‘dik’ pensioen) en daarnaast zowel een vetbetaalde spreker, die tegen een fikse vergoeding kan geboekt worden voor lezingen, als een lucratieve bijverdiener in de media. Met dergelijke supplementen op het loon is een snoeibeurt in het professorenpensioen niet al te kostbaar.
Nu er bij de vergelijkingen met de privésector de laatste maanden duidelijk gefocust wordt op het ‘ogenschijnlijk’ oneerlijke voordeel van de militairen (evenals luchtverkeersleiders, personeel NMBS, …) wordt de kans gemist om tegengas te geven. Ik geef enkele voorbeelden mee die de discussie (en hopelijk ook nog het overleg met de regering en HR) kunnen beinvloeden. Ik merk dat zelfs mijn collega’s achterovervallen van de bedragen als ze zo gepresenteerd worden.
Voordelen privé – ik tel een carrière van 40 jaar en ga uit van een gelijkaardige functie (waarbij momenteel
een serieus tekort/ernstige leegloop bestaat). Technisch personeel (vliegtuigtechnici – middenkader)1
Dit is wat een militair extra had kunnen sparen (of een huis – evt. 2de woning - mee had kunnen financieren) als ze dit voordeel zoals in de privé zouden gehad hebben.
1) Salariswagen incl. tankkaart – ik geef 3 voorbeelden mee – voorzichtig tot normaal – Info van boekhouders en HR die dit naar voren brengen bij bv. sollicitaties (en ze geven aan dat het netto loonverschil (dus het Voordeel Alle Aard (AAA) al in rekening gebracht) vandaag minimum € 1.000 bedraagt met salariswagen.
a) € 500/mnd (€ 6.000/jaar x 40j) = € 240.000 (aan 2% met jaarlijkse storting van € 6.000: € 371.208)
b) € 750/mnd (€ 9.000/jaar x 40j)= € 360.000 (aan 2% met jaarlijkse storting van € 9.000: € 556.812)
c) € 1000 /mnd (€ 12000/jaar x 40j)= € 480.000 (aan 2% met jaarlijkse storting van € 12.000: € 742.416)
2) Maaltijdcheques (in het verleden kregen we die niet dus wordt nog opgenomen in deze telling): € 8/dag x 200 dagen x 40j = € 64.000 (aan 2% met jaarlijkse storting van € 1.600: € 98.989)
3) ECO-cheques: 40j x € 250 = € 10.000 (aan 2% met jaarlijkse storting van € 250: € 15.467)
4) 13de maand: toch een verschil van € 750 privé: € 750/jaar x 40j = € 30.000 (aan 2% met jaarlijkse storting van € 750: € 46.401)
5) Aanvullend pensioenfonds (varieert per sector – banksector,
metaal, transport, voeding, …): voorzichtige aanname: € 75.000 uitgekeerd. Reken er evt. nog een deelname in de winst of bonus bij (weliswaar niet in elk bedrijf, maar bv. wel in de banksector).
6) Smartphone (elke 4 jaar t.w.v. € 1.000) = € 10.000 (aan 2% met jaarlijkse storting van € 250: € 15.467)
7) Loonverschil (verleden – nu redelijk OK – mits salariswagen niet in aanmerking wordt genomen) en uurloon overuren (optioneel – maar bij Defensie onderbetaald).
Met dat verschil kan elke ‘burger’ stoppen op 56 en zich een royaal ‘maandloon’ van € 2.500 uitkeren tot aan 65 jaar waarna hij zijn wettelijk pensioen verkrijgt en kan aanvullen met de aanvullende fondsen die uitgekeerd worden: 9 jaar tot aan 65 – 108 maanden aan € 2.500: € 270.000 heeft hij dan nodig.
Als je dat uittelt met 2 werkende gezinsleden in de privésector t.o.v. 2 gezinsleden als militair … zoals in mijn geval …. dan wordt het in elke discussie stil als ik deze bedragen vernoem. En dikwijls tellen ze opnieuw omdat ze denken dat ik een nul teveel geteld heb (vooral voordeel bij de salariswagen is ‘verschieten’ ). Ik merk dat ik (met de kleinere salariswagen van € 750 �� ) ongeveer alles samen € 800.000 gemist heb gedurende mijn carrière (nog 3 jaar te gaan, hopelijk). Voor ons tweetjes was dit dan € 1.600.000. Volgens mij een mooie villa in Malaga om van ons pensioen te genieten…
1 Noot: als we bij deze bedragen een rente (bv. 2%) toekennen – dus het loonvoordeel t.o.v. een militair die dit gedurende de hele carrière netjes op een spaar- of termijnrekening plaatst, dan krijgen we de bedragen tussen haakjes.
De initiële vergadering tussen de representatieve vakorganisaties en de overheid van 27 november 2024 werd afgebroken en verdergezet op 8 januari 2025 aangezien de Chef Defensie (CHOD) evenals zijn plaatsvervanger VCHOD niet gedurende de ganse vergadering konden aanwezig zijn. Het Hoog Overlegcomité (HOC) houdt zich ‘enkel’ bezig met nationale kwesties of problemen inzake welzijnsmaterie en die zich voordoen in meerdere kwartiergroeperingen.
Elke opvolgende vergadering maakt de agenda steeds langer. Dit komt doordat de overheid of een vakorganisatie nieuwe agendapunten toevoegt. Er zijn moedige voorzitters van een BOC (Basisoverlegcomité niveau eenheid) die beroep doen op het HOC om zo betere maatregelen voor de veiligheid en de gezondheid van het personeel te bekomen.
Policy Handbook en Bedrijfsplan
Deze documenten dienen als referentie voor het strategische sturingsproces van het Departement. Hoewel ze over een langere periode stabieler blijven dan de jaarlijks in het HOC afgestemde plannen, hecht de militaire vakbond ACMPCGPM er veel belang aan dat ze in de tijd gesynchroniseerd blijven: welzijn op het werk is geen ‘corporate business’, maar moet transversaal worden geïntegreerd in alle activiteiten van onze militairen, zowel in de kazerne als tijdens oefeningen of operaties.
Actieplannen naar aanleiding van ILE-jaarverslagen
De afgelopen jaren heeft de militaire
vakbond ACMP-CGPM voortdurend aangedrongen op een echte dynamiek van verbetering met betrekking tot de vaststellingen, en zelfs inbreuken, die door de arbeidsinspectie – die onafhankelijk moet zijn van het commando – aan het licht worden gebracht. Opmerkelijk genoeg overlappen veel van deze vaststellingen met onze interventies op alle niveaus. Conclusie: Defensie moet zich aanpassen aan de geldende wetgeving en afstappen van het valse gevoel van een uitzonderingspositie, behalve voor specifiek militaire activiteiten waarbij bepaalde risico’s inherent zijn!
De Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (IDPBW)
Het personeelsprobleem binnen deze dienst sleept al lange tijd aan: een tekort aan preventieadviseurs (inclusief arbeidsartsen, ergonomen,…), verplegend en administratief personeel, maar ook vertrouwenspersonen blijft een aandachtspunt. Ondanks diverse interne en externe initiatieven in het recente verleden, blijven zowel de concurrentie hevig als de loopbaanperspectieven onduidelijk.
Het is nog verontrustender dat vele hogere en lagere leidinggevenden binnen ons leger zich niet ten volle bewust zijn van mogelijke civiele en strafrechtelijke aansprakelijkheden van zowel werkgever als de hiërarchische lijn, wanneer zij de adviezen van hun adviseurs negeren. Zal de oprichting van het ‘Leadership Centrum Defensie’ eindelijk bijdragen aan een mentaliteitsverandering? Ons Algemeen Programma 2024-2028 benadrukt de noodzaak om ‘gezond en veilig te werken ook op mentaal vlak’.
De werking van de Basis Overlegcomités
Binnen Defensie zijn er 23 paritaire comités, waarin lokale vertegenwoordigers van de autoriteit en werknemers zetelen. Het is hun wettelijke missie om toezicht te houden op het welzijnsbeleid op het werk. De ACMP-CGPM wijst al geruime tijd op de tekortkomingen die de werking van deze organen verstoren. Aan de basis ligt voornamelijk een gebrek aan opleiding en kennisoverdracht, met name tussen voorzitters en secretarissen van bepaalde comités. De situatie verbetert moeizaam en
ongelijkmatig. Onze lokale afgevaardigden - die het dichtst bij het personeel staan- zijn de essentiele en ambtshalve leden. Natuurlijk kunnen zij altijd rekenen op de steun van hun vaste afgevaardigden. Dit is een visie van de militaire vakbond die de autoriteiten onderschrijven!
De psychosociale risicoanalyse van 4 Bataljon Genie en het plan van aanpak Defensie
Bijna een jaar nadat dit dossier de krantenkoppen haalde, wacht de ACMP-CGPM nog steeds vol ongeduld op de gedetailleerde resultaten van deze analyse, de voorgestelde preventiemaatregelen en vooral de maatregelen die door de autoriteit zijn aanvaard. Nooit eerder waren de administratieve procedures zo ingewikkeld via het kabinet van de Minister van Defensie, terwijl de Code voor Welzijn op het Werk toch duidelijke procedures voorschrijft. De autoriteit bevestigt dat er een nationaal actieplan is ontwikkeld, maar het moet gezegd
worden dat onze actie momenteel (en gelukkig) vooral gericht is op de opvolging van individuele dossiers. ‘De bladzijde is omgeslagen’ voor de Chef Defensie, maar de vertegenwoordigers van het personeel hebben die nog niet gelezen.
Het Israëlische drukverband
Een van de lessen die zijn getrokken uit een ongeval in augustus 2024, tussen collega’s en een voertuig in de regio Bergen, is het nut van zo een ‘operationeel’ drukverband ook op territoriaal vlak bewezen. In principe wordt dergelijk verband enkel bedeeld in het kader van operaties. De ACMP-CGPM heeft dit onmiddellijk aangekaart tijdens de vergadering van het HOC, in de nasleep van het ongeval. Uiteindelijk zullen er voorraden beschikbaar worden gesteld voor opleidingen en oefeningen. Als de middelen er zijn, is het redden van het leven van een militair onbetaalbaar – en dat heeft de autoriteit duidelijk begrepen.
Deze fiche binnen het Globaal Preventieplan bestrijkt een breed scala aan onderwerpen: leiderschap, welzijn, meer transparantie, het bieden van toekomstperspectieven, regionaliseren van kazernes en het verfijnen van hybride werkvormen. Met betrekking tot dat laatste punt, en rekening houdend met de specificiteit van het militaire beroep, heeft de ACMP-CGPM opnieuw gevraagd om dit te bespreken binnen het kader van de rechten en plichten van militairen. We wachten af…
Want anders? Ssssst!
Tientallen andere dossiers zijn momenteel in behandeling op dit overlegniveau, vaak heel direct gelinkt naar de militair en zijn werkomgeving. In de volgende nummers van De Schildwacht houden wij u zeker en vast op de hoogte over het verdere verloop.
Vanaf 6 januari 2025 zijn de vertrouwde kortingskaarten niet langer geldig. Revolutionair? Neen, eerder een transitie naar het gebruik van ‘vouchers’ voor zowel ‘privé- en dienstverplaatsingen’ als ‘woon-werkverkeer’. Dit vergt een belangrijke aanpassing in de gewoonten van zowel ‘militairen in actieve dienst’ als ‘reservisten’ die niet van militaire verplichtingen zijn ontslagen’.
Historiek
Een klein overzicht van de situatie voor 2025 met de kortingskaart (groen voor militairen in actieve dienst en
Maatschappij
SNCB/NMBS
Lijn
rood voor reservemilitairen die niet van militaire verplichtingen zijn ontslagen.
Aanvankelijk (1997) (%Algemene korting)
Militairen in actieve dienst Reservisten die niet van hun militaire plichten zijn ontslagen
42%
50%
50%
Voor 01/01/2025 (%Algemene korting)
Militairen in actieve dienst en reservisten die niet van hun militaire plichten zijn ontslagen
42%
Maatschappij Privéverplaatsingen
Dienstverplaatsingen Woon- werkverkeer
Militairen in actieve dienst Reservisten die niet van militaire verplichtingen zijn ontslagen
Voucher ‘Defensie Ticket Privé/Zending’ Voucher ‘Defensie Ticket Privé/Zending’
SNCB/NMBS
De Lijn
TEC
Voucher 50%
Resterend bedrag ten laste van de militair
Fiscaal wordt dit aanzien als een sociale uitkering. Daarom wordt het bedrag niet hernomen in 281.XX op uw belastingaangifte
Reizen in 2e klas; Alle binnenlandse reizen; Alle reizen op weekdagen; Voor enkele reizen (HEEN of TERUG maar nooit HEEN EN TERUG) gedurende de weekends en wettelijke feestdagen (*)
Voucher 50%
Terugbetalingsaanvraag van de resterende 50% via PVR HRM
Voucher ‘Defensie Ticket Woon/Werk’
‘Occasionele reiziger’ De 10-rittenkaart verdwijnt. Zij mag opgebruikt worden zolang de geldigheidsdatum geldt.
Voucher 100%
Geen voorafbetaling dus ook geen terugbetaling van toepassing
Fiscaal moeten de bedragen ingevuld worden op uw belastingaangifte in het vak 281.XX (Werkgeversbijdrage in de transportkosten – openbaar vervoer)
Reizen in 2e klas; Woon- werkverkeer; Tijdens de weekdagen; Enkel gedurende weekends en/of wettelijke feestdagen waarop gewerkt moet worden op de gewone plaats werk (GPW)
Gebruik van de militaire identiteitskaart Korting op het vast tarief van 20% tot 30% op de Multi- en de Multiflex-tickets (meerrittentickets) ‘Occasionele reiziger’
Resterend bedrag ten laste van de militair Terugbetalingsaanvraag van het al dan niet volledig resterende bedrag via PVR HRM
Terugbetalingsaanvraag van het resterende bedrag via ‘ABOSOC terugbetaling vervoerskosten’ in HRM@Defence.
Fiscaal moeten de bedragen ingevuld worden op uw belastingaangifte bij code 254 in het vak 281.XX (Werkgeversbijdrage in de transportkosten –openbaar vervoer)
Verplaatsingen tijdens weekdag, weekends en wettelijke feestdagen
STIB/MIVB
(*) Belangrijke opmerking: Voor reizen in het weekend past de NMBS al een verlaagd tarief toe (met een identieke korting van 50%) voor de heen- en terugreis, die niet gefactureerd wordt aan Defensie. Bijgevolg is het gebruik van 'Defensie Ticket Privé-Zending' vouchers voor heen- en terugreis in het weekend en op feestdagen verboden..
Controles
Defensie ontvangt een rapport met de details over het gebruik van de vouchers (type voucher, familienaam, voornaam, vouchercode, reisdatum, toegekend kortingsbedrag, reisroute van vertrek naar bestemming (bij gebruik woon-werkverkeer van Woonplaats naar GPW).
In geval van misbruik, verkeerd gebruik, enz. zal een terugbetaling worden opgelegd en kunnen, afhankelijk van het geval, bijkomende disciplinaire, wettelijke, juridische of andere maatregelen worden genomen.
Aanvullende en gedetailleerde informatie
Militairen die alle details willen kennen, kunnen de specifieke procedure DGBF-SPS-VOUCHER-PPXX-001 ‘Tariefverminderingen en principe van het derde-betalersysteem voor verplaatsingen met openbaar vervoer, gebruik van vouchers..’, raadplegen.
Zit u met vragen over dit onderwerp? Aarzel dan niet om ons Vast Secretariaat te contacteren op 02/245.72.14 of via srt@acmp-cgpm.be .
ALICE – 17/06/2024
In het gezin van Thomas MANDERLIER (Valenciennes – Frankrijk)
VICTOR – 21/11/2024
In het gezin van Lisa BUCQUOYE (Leuven)
EMILYO – 28/11/2024
In het gezin van Océane MONTULET (Luik)
HUWELIJKEN
22/06/2024
RENARD Florian en ZAHAF Leïla (Ronse)
09/08/2024
SMEDTS Thimoty en Cindy EERDEKENS (Hechtel-Eksel)
10/08/2024
KEYSERS Jozef en VERLINDEN Katrijn (Nijlen)
22/10/2024
HENRY Pierre-Yves en HENDRICKX Christel (Gembloux) (Wettelijke samenwoning)
30/10/2024
THEYS Kristof en THIJS Eveline (Beringen)
31/10/2024
DELANGHE Diederik en SIKORSKI Laura (Peer)
NINO – 11/12/2024
In het gezin van Thomas LECAILLIEZ (Doornik)
LÉVI – 21/12/2024
In het gezin van Gilles PETITJEAN (Charleroi)
LÉA – 26/12/2024
In het gezin van Saajan MOHAMMAD (Namen)
JULES – 21/01/2025
In het gezin van Maxime DEWEZ (Charleroi)
BLONDEAU GUY
1957 - 24/06/2024 (Charleroi)
COPPE JEAN
1965 - 11/11/2024 (Oupeye)
SCHWIND PHILIPPE
1974 - 17/11/2024 (Plombières)
LEMAIRE ROGER
1932 - 29/11/2024 (Verviers)
SCHAEKEN GÉROME
1934 - 30/12/2024 (Maaseik)
05/11/2024
TASSET Alyssa en FINTOLINI Sébastien (Seraing) (Wettelijke samenwoning)
29/11/2024
DI TROIA Sacha en IMSOMBOON Aree (Neupré) (Wettelijke samenwoning)
12/12/2024
LUTS Domien en NEYENS Jasmine (Glabbeek)
16/12/2024
CALLEBAUT Tom en BIJNENS Gwen (Pelt) (Wettelijke samenwoning)
17/12/2024
VAN DEN BROUCKE Geert en VIAENE Deborah (Aalter)
23/12/2024
DEWEZ Maxime en VANHOVE Madisone (Florennes)
14/01/2025
NTANTU YAYI Emmanuël en SANI YANKEN Vanessa (Bergen)
- November: 133,79 punten
- December: 133,54 punten
- Januari: 135,39 punten
Gezondheidsindexcijfer
- November: 133,22 punten
- December: 133,73 punten
- Januari: 135,52 punten
De afgevlakte gezondheidsindex bedraagt in januari 131,18 punten en overschrijdt daarmee de spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen, die vastgelegd is op 130,67 punten.
In februari worden de sociale uitkeringen en de pensioenen met 2% verhoogd. De wedden in de openbare sector worden in maart met 2% geïndexeerd.
De volgende spilindex ligt op 133,28.
Bron: Statbel