11 minute read
Michiel Alferink – Athlon
from FLEET 134 NL
Michiel Alferink Athlon België en Luxemburg
Na 18 jaar in Barcelona heeft de Nederlander Michiel Alferink de functie van Vice-voorzitter International Commerce & Sales bij Athlon per 1 april ingeruild voor die van Managing Director Athlon Belux. Een gesprek dat – hoe kan het ook anders – voor een deel over het vervloekte jaar 2020 gaat maar ook een blik op de toekomstvisie van Athlon op mobiliteit.
Philip De Paepe – philip.depaepe@effectivemedia.be
Michiel Alferink: “Je hebt bedrijven die wel uit het dal klauteren maar de situatie nog te fragiel vinden om een langetermijnverbintenis aan te gaan."
U hebt 18 jaar in Barcelona gewerkt en gewoond en had daar de laatste vijf jaar een internationale functie. Hoe is het om nu op landelijke niveau te werken?
MA: “Ik heb dat heel graag gedaan. Maar nu terug in een land samen met een team keuzes maken en die de dag erna uit kunnen rollen, is ook fantastisch. Iedereen stelt mij ook de vraag: hoe is het om de overstap van Barcelona naar Brussel te maken? Wat het weer betreft, is dat zeker een aanpassing. Maar nog meer voor mijn Spaanse vrouw (lacht). Maar Brussel heeft zijn eigen charme. Ik hou van sport en de buitenlucht. Ik ben nu dus het Zoniënwoud en het Terkamerenbos, waar ik ga lopen, aan het ontdekken. Het eten en drinken is in België ook beter dan in veel andere landen. Nog iets om naar uit te kijken eens we uit de lockdown komen.”
Over die lockdown gesproken: wat is de impact van Covid op de activiteiten van Athlon?
MA: “De eerste hindernis die we – zoals iedereen – moesten nemen, was de overschakeling naar telewerken bij de eerste lockdown. Eigenlijk is die goed verlopen en hebben klanten daar niets van gemerkt. De tweede fase was de impact bij de klanten van de lockdown en de financiële uitdagingen die dat voor sommigen met zich meebrengt. Onze focus lag daarbij op het aanbieden van snelle, flexibele en efficiënte oplossingen. Concrete voorbeelden zijn het aanpassen van kilometers in leasingcontracten en meedenken over hoe klanten hun cash management kunnen optimaliseren in deze moeilijke omstandigheden. Sommige van die klanten zijn actief in sectoren die nog veel harder getroffen zijn dan de onze: retail, horeca, klanten op luchthavens, ... Ik denk dat we er goed in geslaagd zijn ze zoveel mogelijk te ondersteunen.”
Na het crisismanagement moet er ook richting horizon gekeken worden. Welke recepten stelt Athlon BeLux aan zijn klanten voor?
MA: “Deze crisis heeft een grote impact gehad op onze mobiliteit. Het is duidelijk dat telewerken een blijver wordt, al zij het niet op deze schaal. Maar dat onze mobiliteit er anders zal uitzien, daar ben ik van overtuigd. We zullen allemaal pragmatischer omgaan met ons autogebruik en onze verplaatsingen. Op kantoor als het nodig en nuttig is maar niet omdat het in het verleden de norm was. Op zich is dat een van de positieve gevolgen van deze crisis. Want minder verplaatsingen zijn goed voor het milieu, het vermindert de files en heeft ook voordelen voor de productiviteit en work/life balance van werknemers. Daarom kijken we samen met onze klanten hoe zij dit vorm willen geven en hoe wij hen daarbij kunnen helpen. Hoe kijk je naar de auto, al dan niet in combinatie met andere mobiliteitsvormen? We helpen onze klanten via consultancy op een meer gestructureerde manier een langetermijnvisie uit te stippelen. Dat is per definitie maatwerk omdat er veel parameters zijn om tot een oplossing te komen die past bij een bedrijf én zijn werknemers: sector, locatie, verplaatsingsprofielen, etc.”
Door homeworking rijden leasewagens niet alleen minder, in sommige bedrijven wordt het nut ervan zelfs in vraag gesteld. Ziet u dit als een bedreiging voor het businessmodel van leasing?
MA: “Het klopt dat er minder dogmatisch wordt gekeken naar de auto als iets dat automatisch deel uitmaakt van het pakket. Maar anderzijds bewijzen het aantal leasingcontracten dat we niet in een dalende markt zitten. Integendeel zelfs. Waar ik het wel mee eens ben: we zien een transitie van alleen de auto naar een breder mobiliteitspakket. Maar dat zal de auto niet overbodig maken. Hij zal alleen oordeelkundiger gebruikt worden. En zoals ik daarnet al aanhaalde, is dat een positieve zaak. Je ziet dat bedrijven qua mobiliteit steeds meer kijken naar wat hun medewerkers nodig hebben voor een efficiënte mobiliteit. Alleen een auto, een fiets, een combinatie van beiden, openbaar vervoer. Voor veel bedrijven is die multimodaliteit moeilijker om te implementeren dan alleen die auto, dus daarin ondersteunen wij hen.”
Het begrip flexibele mobiliteit is inderdaad trending. Hoe wordt dit concreet ingevuld door Athlon?
MA: “Eerst en vooral: dat is niet iets waar we – bij wijze van spreken – gisteren mee begonnen zijn. We stonden samen met Accenture en de NMBS tien jaar geleden al aan de wieg van Railease, in dezelfde periode zijn we begonnen met Bikelease. We waren ook de eerste leasemaatschappij in België om in 2011 al elektrische wagens aan te bieden. Voor ons is het een constante evolutie geweest. Vandaag zien we een stijgende vraag naar flexibiliteit. Wat auto-mobiliteit betreft bieden we Rental-oplossingen aan voor een dag, een week, een maand, .... Daarnaast is er ook Rent & Roll, wat een ‘hybride’ formule is die renting en volledig operationele leasing combineert. Met al die oplossingen geven we verschillende antwoorden op steeds dezelfde vraag: wat heeft de klant nu nodig? Je hebt bedrijven die wel uit het dal klauteren maar de situatie nog te fragiel vinden om een langetermijnverbintenis aan te gaan. Anderen willen dat wel doen voor een deel van de vloot maar een ander deel niet. Aan al die behoeften komen wij tegemoet met ons flexibel aanbod.”
Mobility apps en oplossingen om verschillende vervoersmodi te combineren hebben een meerwaarde voor de klant. Maar is het ook een businessmodel waar iets mee te verdienen valt? Operationele leasing is in vergelijking met mobility provider eigenlijk een andere business.
MA: “De auto blijft de komende jaren een heel belangrijke pilaar in de multimodale mix en ook in ons businessmodel. Wat de shift naar multimodaliteit betreft, dat wordt voor ieder bedrijf een uitdaging. Wij kunnen een toegevoegde waarde bieden door advies, door de juiste
Michiel Alferink: “Het klopt dat er minder dogmatisch wordt gekeken naar de auto als iets dat automatisch deel uitmaakt van het pakket.”
leveranciers tezamen te brengen, door technische oplossingen te bieden zoals mobility apps met een eenvoudige facturering. En ja, dat is een levensvatbaar business model. Uit een aantal onderzoeken blijkt trouwens dat bedrijven verwachten dat hun leasemaatschappij daar een leidende rol in zal spelen. We maken ook deel uit van Daimler en binnen de groep wordt er ook gewerkt aan nieuwe producten en diensten rond mobiliteit, connectiviteit, duurzaamheid. Dat speelt alleen maar in ons voordeel als we dat tot bij onze klanten kunnen brengen.”
U haalde het daarnet al aan: Athlon was pionier in fietsleasing. Hoe doet die tak het vandaag?
MA: “Heel goed, we zien een constante groei. Niet alleen in aantallen maar ook het investeringsbedrag stijgt gestaag door de opgang van speed pedelecs. En voor ons is dat businesswise ook wel belangrijk. Maar onze sterkte is ook de toegevoegde waarde, eigenlijk net zoals bij de auto: financiering, onderhoud, pechverhelping, verzekering. Wij werken tevens met een geselecteerd netwerk om op het vlak van service dezelfde kwaliteitsgarantie te geven zoals bij onze auto’s. Wij schrijven onze fietsen ook af naar een restwaarde nul, waardoor het achteraf interessant is voor de gebruiker om die over te nemen. Die mogelijkheid bestaat ook voor onze einde contract auto’s maar dan wel aan marktconforme restwaardes. Ik geloof hoe dan ook dat de fiets en zeker de speed pedelec een belangrijke deeloplossing is voor een duurzamere mobiliteit. Ik heb er zelf één en ik woon op 21 km van ons kantoor. Met een gewone fiets is dat al een behoorlijke afstand maar met een speed pedelec valt dat heel goed mee.”
Tweedehandsleasing zit ook in de lift. Is dat voor Athlon ook een groeimarkt?
MA: “Je leest er wel over maar ik durf toch te betwijfelen of dat een grote markt is hier in België. We hebben goede rental oplossingen die minstens even snel zijn, evenwel met recentere auto’s.”
Is private lease een piste waar Athlon op inzet?
MA: “Klassieke private lease doen we niet maar cafetariaplannen zijn voor ons wel een belangrijke activiteit. Het gaat typisch om mensen die niet in aanmerking komen voor een bedrijfswagen maar die via deze weg wel hun oudere wagen kunnen vervangen door een recenter model. Dat helpt ook bij de vergroening van het wagenpark. Ze zijn binnen die formule eerder geneigd om voor elektrisch of (plugin) hybride te kiezen omdat die keuze voor hen geen risico inhoudt. Als bedrijf moet je altijd keuzes maken. Wij kiezen voor mobiliteitsoplossingen die binnen het kader van corporate vallen maar we bereiken op die manier toch ook een deel van de particuliere bestuurders.”
In België streeft men er naar om tegen 2026 alle bedrijfswagens elektrisch te maken. Hoe ziet u die transitieperiode? Zes jaar lijkt nog lang maar is het eigenlijk weer niet met leasecontracten die dikwijls nog vier jaar lopen.
MA: “Ik vind het fantastisch dat we dit als sector heel serieus nemen. En zoals ik daarnet al zei, brachten we als eerste Tesla naar Europa in lease, idem dito voor de elektrische Renaults. Voor ons is dit een langetermijnstrategie die nu in een versnelling komt, mede door wat de Belgische overheid beslist heeft. En wij omarmen dat. Maar we zijn als sector niet de enige stakeholders in deze transitie. Dat Vlaanderen nu 30 miljoen euro investeert in 30.000 laadpalen, is een goed signaal. Maar het mag allemaal nog wat sneller. Een transitie duurt jaren. Je moet die early adaptors faciliteren,
Michiel Alferink: “We bekijken samen met de klant welk deel van hun medewerkers vandaag al een verplaatsingsprofiel heeft waar EV, hybride of plug-in hybride voor geschikt is.” zij zijn immers de ambassadeurs die ook anderen zullen overtuigen.”
Andere belangrijke stakeholders zijn de autoconstructeurs. Gaat het daar snel genoeg?
MA: “We komen van een klein aanbod in premium met Tesla en het laagste segment met bvb de Renault Kangoo. Maar binnen dit en een jaar zal er in ieder segment een aanbod van EV’s zijn. Dus dat komt wel goed. Bovendien neemt de autonomie toe en zijn de – initiële – twijfels over de levensduur van de batterijen niet meer aan de orde. EV’s worden voor steeds meer bestuurders een realistische optie maar vandaag nog niet voor allemaal. Daarom zijn onze consultancy-activiteiten ook zo belangrijk. We bekijken samen met de klant welk deel van hun medewerkers vandaag al een verplaatsingsprofiel heeft waar EV, hybride of plug-in hybride voor geschikt is.”
Maar het is geen dogmatische aanpak die per se die richting uit moet gaan?
MA: “Nee, we bekijken dat puur pragmatisch, wat betekent dat er ook nog verbrandingsmotoren zullen bij zijn. Laten we toch niet vergeten dat de huidige generatie milieuvriendelijker dan ooit is.”
En wat met de ondersteunende diensten voor EV’s? Het is een ander gegeven dan een tankkaart ...
MA: “Op dat vlak doen we er alles aan om de klanten het leven zo gemakkelijk mogelijk te maken. Met laadoplossingen op het bedrijf en thuis bij de medewerkers. En een overzichtelijke split bill facturering. Het gegeven is inderdaad anders dan een tankkaart en objectief bekeken ook ingewikkelder. Maar het is onze taak om te zorgen dat de bedrijven en hun werknemers daar niets van merken.”
We zien in de markt van de publieke laadinfrastructuur een groot aanbod van laadkaarten, apps, tokens e.d. maar weinig prijstransparantie. Is dat een issue voor uw klanten?
MA: “Het klopt dat het aanbod groot is maar daar hebben wij een oplossing voor dankzij roamingakkoorden met grote aanbieders. Klanten kunnen hun laadkaart even flexibel gebruiken als een tankkaart. Daarnaast monitoren wij ook het laadgebruik. Net zoals bij tankkaarten is het meestal duurder langs de autosnelweg. Zien we dat er bijvoorbeeld veel geladen wordt aan dure snelladers, dan melden we dat ook aan de klant. Als het niet anders kan: prima dat die infrastructuur er is. Kan het wel anders, dan vallen er besparingen te realiseren. Dus qua TCO van EV’s spelen wij even kort op de bal als bij auto’s met een verbrandingsmotor.”
Hoe ziet u de mobiliteitsmarkt evolueren de komende maanden en jaren en hoe belangrijk zal de auto nog zijn in de mobiliteitsmix?
MA: “Bij bedrijven zal die ongetwijfeld multimodaal zijn. We zien dat vandaag al met bijvoorbeeld de sterke toename van bedrijfsfietsen. Maar dat is pas het begin. Kijken we naar de combinatie van vervoersmodi, dan zal connectiviteit daarin een steeds grotere rol spelen. Het moment waarop we een vervoersmiddel kiezen, zal steeds meer bepaald worden door de informatie waarover we beschikken. Zijn er files op mijn traject? Zo ja, met welk alternatief geraak ik er sneller? Want nu weten we wel wanneer er files staan, maar in de toekomst wordt het door big data mogelijk om de files te voorspellen voor ze zich voordoen. Gaat het regenen? Dan kan ik misschien toch beter de auto nemen dan de fiets. We zullen uit onze vaste patronen breken en kiezen voor de mobiliteit die op dat moment de beste is. De auto zal in die multimodale mix altijd belangrijk blijven. Individueel maar ook deelwagens zullen hun rol spelen. Dat is nu wel minder door corona maar ik ben ervan overtuigd dat deze formule ook een toekomst heeft. In die mix van alle vervoersmodi is het onze rol om de klanten zoveel mogelijk te faciliteren.”